Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
JAARVERSLAG 2014 15 juni 2015
Inhoudsopgave Jaarverslag Karakteristieken van het Pensioenfonds ...............................................................................................3 Verslag van het bestuur ...........................................................................................................................9 Algemeen ...................................................................................................................................................9 Goed pensioenfondsbestuur ................................................................................................................... 11 Pensioenbeleid ........................................................................................................................................ 15 Beleggingsbeleid ..................................................................................................................................... 18 Financieel beleid...................................................................................................................................... 24 Actuarieel ................................................................................................................................................. 26 Risico’s .................................................................................................................................................... 27 Vooruitblik op 2015 .................................................................................................................................. 34 Verslag van het verantwoordingsorgaan ............................................................................................ 36
Jaarrekening Balans per 31 december 2014, na resultaatbestemming .................................................................. 37 Staat van baten en lasten over 2014.................................................................................................... 39 Kasstroomoverzicht 2014 ..................................................................................................................... 40 Toelichting behorende tot de jaarrekening 2014 ............................................................................... 41
Overige gegevens Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten ............................ 68 Gebeurtenissen na balansdatum ......................................................................................................... 68 Actuariële verklaring ............................................................................................................................. 69 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant...................................................................... 71
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
2
Karakteristieken van het Pensioenfonds Profiel Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate (hierna “het Pensioenfonds”) is een ondernemingspensioenfonds, verbonden aan Koninklijke Ten Cate N.V. (Ten Cate) en zijn aangesloten ondernemingen in Nederland. Het Pensioenfonds is statutair gevestigd in Almelo. Ten Cate heeft met zijn werknemers een pensioenregeling afgesproken. De pensioenregeling is ondergebracht bij het Pensioenfonds. In het gevoerde beleid staat het belang van de deelnemers en gepensioneerden altijd voorop. Het bestuur van het Pensioenfonds heeft hierbij als belangrijkste taak te zorgen voor een goede financiële beheersing en een evenwichtige belangenafweging. Zo kan de hoofddoelstelling het beste worden gerealiseerd: inkomen verzorgen bij ouderdom en overlijden. Vertrouwen van belanghebbenden dat het Pensioenfonds deze taak serieus neemt en goed uitvoert, is een voorwaarde voor de continuïteit van het Pensioenfonds. Het bestuur heeft een missie en visie gedefinieerd.
Missie Het bestuur ziet het voeren van een solide beleid als missie, dat gericht is op zekerheid en continuïteit op de lange termijn voor alle deelnemers en pensioengerechtigden.
Visie Het beleid richt zich op voldoende rendement tegen aanvaardbare risico’s, een evenwichtige verdeling van lusten en lasten in respectievelijk voor- en tegenspoed, een kostenefficiënte werkwijze en organisatie en een open communicatie aan alle deelnemers en andere belanghebbenden.
Organisatie Bestuur Het Pensioenfonds staat onder leiding van een bestuur dat samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkgever, werknemers en gepensioneerden. Het bestuur is als volgt samengesteld: NAMENS WERKGEVER Functie
Naam
Dagelijkse functie
Vanuit
Voorzitter
N. Mol
Raadgevend actuaris
Extern
1958
2017
Plv. voorzitter
G.J. Getkate
Corporate controller
Ten Cate
1964
2016
Algemeen lid
P.W.I. Lemmens
Manager ERP CC EMEA / Group Controller Armour EU
Ten Cate
1967
2017
Algemeen lid
R.G.L. Bosch
HR directeur Nederland
Ten Cate
1966
2016
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
Geb.jaar
Aftredend
3
NAMENS WERKNEMERS EN PENSIOENGERECHTIGDEN Functie
Naam
Dagelijkse functie
Vanuit
Geb.jaar
Aftredend
Secretaris
D.B.J. Kleinjan
Groepscontroller
Ten Cate
1971
2018
Plv. secretaris
C. Troost
Gepensioneerd
Pensioengerechtigden
1940
2018
Algemeen lid
J. Lock
Gepensioneerd
Pensioengerechtigden
1946
2016
Algemeen lid
S. te Hennepe
Controller
Ten Cate
1985
2017
De vier bestuursleden namens de werkgever zijn benoemd op voordracht van de raad van bestuur van Ten Cate; twee bestuursleden namens de werknemers zijn benoemd op voordracht van de centrale ondernemingsraad van Ten Cate en twee bestuursleden namens de pensioengerechtigden zijn benoemd op voordracht van de Vereniging van Gepensioneerden Koninklijke Ten Cate (VGKTC). Alle bestuursleden zijn benoemd voor een periode van vier jaar en kunnen terstond herbenoemd worden. Het bestuur streeft bij de benoemingen naar een evenwichtige vertegenwoordiging van de verschillende groepen belanghebbenden. Met ingang van 1 juli 2014 is het bestuur verkleind van twaalf naar acht leden. Eén vacature is niet opgevuld en daarnaast is in overleg met de voordragende geledingen en het bestuur het bestuurslidmaatschap van F.R. Spaan (werkgeverslid), S. Malgaz (werkgeverslid) en J.C.M. Halkes (lid namens pensioengerechtigden) per 30 juni 2014 beëindigd. In de vacature van secretaris is per 1 juli 2014 voorzien door de benoeming van de heer Kleinjan.
Dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur van het Pensioenfonds is met ingang van 1 juli 2014 verkleind van vier naar twee leden en bestaat sindsdien uit de voorzitter en de secretaris, de heren Mol en Kleinjan. Het dagelijks bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden die zijn vastgelegd in de statuten en reglementen.
Beleggingscommissie De beleggingscommissie heeft als mandaat het monitoren van de vermogensbeheerders en de balansrisicomanager, het uitvoeren van het door het bestuur vastgestelde beleggingsbeleid en het doen van voorstellen aan het bestuur. De commissie is samengesteld uit leden van het bestuur en niet-leden die deelnemer zijn van het Pensioenfonds. De leden van de beleggingscommissie worden benoemd door het bestuur. De beleggingscommissie wordt geadviseerd door de heer Drs. P.L.M. Laven CFA van Montesquieu Finance. De beleggingscommissie is als volgt samengesteld:
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
4
Functie
Naam
Dagelijkse functie
Geb.jaar
Voorzitter
Mevrouw H.G. Noorlander-Bunt
Corporate Treasurer
1966
Lid
G.J. Getkate
Corporate controller
1964
Lid
C. Troost
Gepensioneerd
1940
Lid
H. Scheppink
Gepensioneerd
1945
De heer P.M. Zwinkels is op 31 augustus 2014 uit dienst getreden; tegelijk is zijn lidmaatschap van de beleggingscommissie beëindigd. De heer C. Troost was sinds 18 oktober 2013 als toehoorder aanwezig bij de vergaderingen van de beleggingscommissie. Op 18 september 2014 is de heer Troost als lid van de beleggingscommissie toegetreden.
Verantwoordingsorgaan De belangrijkste taak van het verantwoordingsorgaan is een oordeel geven over het handelen van het bestuur, het uitgevoerde beleid en toekomstige beleidskeuzes. Daarnaast heeft het verantwoordingsorgaan op een aantal gebieden adviesrecht. In het verantwoordingsorgaan zijn de deelnemers en de pensioengerechtigden evenredig op basis van onderlinge getalsverhoudingen vertegenwoordigd. De werkgever heeft één zetel. De samenstelling van het verantwoordingsorgaan is als volgt: Functie
Naam
Namens
Geb.jaar
Voorzitter
B.A.F. Keijzer
Werkgever
1940
Lid
H.B.F. Boerrigter
Deelnemers
1955
Lid
H. Michel
Pensioengerechtigden
1944
Lid
Mevrouw M.M.H.J. Ploumen-Aldenhoff
Pensioengerechtigden
1939
Met ingang van 1 juli 2014 is het verantwoordingsorgaan verkleind van zes naar vier leden. In overleg met de voordragende geledingen en het verantwoordingsorgaan is het lidmaatschap van de heren A.J. Oude Hergelink (namens werkgever) en D. Rosman (namens deelnemers) per 30 juni 2014 beëindigd.
Visitatiecommissie/ Intern toezicht Het intern toezicht beoordeelt of het bestuur procedures juist volgt en zorgvuldig tot besluitvorming komt. Het ziet daarbij toe op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur. Intern toezicht zal plaatsvinden door middel van een jaarlijkse visitatie. De inrichting en bevoegdheden van de visitatiecommissie zijn vastgelegd in de statuten. De visitatiecommissie rapporteert na visitatie aan het bestuur.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
5
Compliance officer De heer J.H.A.J. Gritter, concerndirecteur HR, is compliance officer van het Pensioenfonds en is verantwoordelijk voor de inhoud, de uitvoering en het onderhoud van het compliance program (inclusief het monitoringsprogramma) van het Pensioenfonds. De compliance officer oefent het algemene toezicht uit op de naleving van de gedragscode. De compliance officer is onafhankelijk van het bestuur en rapporteert periodiek zijn bevindingen aan het bestuur.
Uitvoeringsorganisatie De uitvoeringsorganisatie bestaat ultimo 2014 uit vier medewerkers (3 fte), waaronder de manager pensioenfonds. Alle medewerkers hebben een dienstverband met het Pensioenfonds. De werkzaamheden betreffen op hoofdlijnen het uitvoeren van de pensioenadministratie en bestuursondersteuning.
Externe dienstverleners Het bestuur van het Pensioenfonds heeft een aantal werkzaamheden uitbesteed aan een aantal uitvoeringsorganisaties. Deze werkzaamheden betreffen voornamelijk vermogensbeheer. De vermogensbeheerders zijn BNP Paribas en Pimco voor vastrentende beleggingen, BlackRock voor aandelenbeleggingen, Altera en CBRE voor vastgoedbeleggingen en State Street voor grondstoffenbeleggingen. Kas Bank is de bewaarder van de beleggingen (custodian) en verzorgt de valuta-afdekking en de beleggingsadministratie. Het bestuur heeft een externe balansrisicomanager (Montesquieu) aangesteld teneinde de balansdynamiek en de risico’s die hieruit voortvloeien te kunnen monitoren en daarbij de benodigde acties te kunnen nemen. De balansrisicomanager is voornamelijk verantwoordelijk voor: - het in kaart brengen van de balansrisico’s en het aandragen van oplossingen ten behoeve van het mitigeren van ongewenste financiële risico’s; - het uitvoeren van derivatentransacties ten behoeve van de overlayportefeuille op basis van het verleende mandaat; - het rapporteren over de overlay portefeuille. Het bestuur heeft Towers Watson aangesteld als actuaris van het Pensioenfonds en KPMG als accountant. Het functioneren van beide partijen wordt in principe jaarlijks beoordeeld als onderdeel van de evaluatie van de jaarafsluiting. ACS HR Solutions Nederland BV ondersteunt het Pensioenfonds bij de uitvoering van de pensioenadministratie.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
6
Meerjarenoverzicht Bedragen x € 1.000
2014
2013
2012
2011
2010
822
807
812
833
850
Gewezen deelnemers
1.178
1.205
1.223
1.255
1.290
Gepensioneerden
1.359
1.397
1.417
1.400
1.382
3.359
3.409
3.452
3.488
3.522
Doorgevoerde korting van aanspraken en rechten
0,00%
2,60%
2,30%
0,00%
0,00%
Kortingen (cumulatief)
4,84%
4,84%
2,30%
0,00%
0,00%
Aantal deelnemers 1
Actieve deelnemers
Inactieve deelnemers
Totaal aantal deelnemers Kortingen (verlaging van pensioenen)
Indexatie (verhogingen van pensioenen) Indexatie actieve deelnemers (1 januari volgend op verslagjaar)
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
10,29%
10,29%
8,13%
6,27%
4,43%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
10,77%
9,94%
8,96%
6,79%
4,36%
Feitelijke premie
7.675
7.859
9.030
8.809
9.237
Zuivere kostendekkende premie
7.125
7.509
9.196
7.992
6.906
Niet verleende indexaties (cumulatief) actieve deelnemers Indexatie inactieve deelnemers (1 januari volgend op verslagjaar) Niet verleende indexaties (cumulatief) inactieve deelnemers Pensioenuitvoering
Pensioenuitvoeringskosten
754
804
728
652
720
0,346
0,365
0,327
0,292
0,323
13.586
14.972
15.344
15.086
15.441
Pensioenvermogen
395.109
344.725
333.348
315.667
313.886
Pensioenverplichtingen
385.776
330.689
357.162
341.220
305.796
1,85%
2,71%
2,40%
2,73%
3,44%
Aanwezige dekkingsgraad
102,4%
104,2%
93,3%
92,5%
102,6%
Minimaal vereiste dekkingsgraad
104,2%
104,2%
104,2%
104,2%
104,2%
Vereiste dekkingsgraad
114,8%
116,3%
115,1%
115,2%
115,6%
Pensioenuitvoeringskosten per deelnemer Pensioenuitkeringen
2
Vermogenssituatie en solvabiliteit
Gemiddeld gewogen rekenrente
1 2
Arbeidsongeschikte deelnemers worden meegeteld bij de actieve deelnemers. Deelnemer is hier gedefinieerd als de som van actieve deelnemers en gepensioneerden.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
7
Bedragen x € 1.000
2014
2013
2012
2011
2010
11.772
21.725
23.504
25.246
26.066
Aandelen
158.564
136.683
117.686
104.167
120.138
Vastrentende waarden
209.248
172.384
175.491
156.107
158.685
Beleggingsportefeuille Vastgoedbeleggingen
Derivaten, saldo activa en passiva
1.184
-3.414
2.832
13.441
-11.473
10.415
17.838
13.586
15.563
19.058
391.183
345.216
333.099
314.524
312.474
15,1
6,1
8,4
3,5
8,9
Benchmark
15,2
5,8
8,8
4,3
8,1
Outperformance / underperformance (-)
-0,1
0,3
-0,4
-0,8
0,8
Gemiddeld beleggingsrendement in afgelopen 5 jaar
8,3
7,5
4,1
2,9
3,6
Gemiddeld beleggingsrendement in afgelopen 10 jaar
6,3
5,6
5,9
3,8
2,8
23,6
-4,2
6,1
14,9
5,1
Aandelen (incl. valutaderivaten)
8,8
25,3
16,1
-10,6
12,8
Vastgoed
2,8
-1,1
-2,5
1,3
3,3
-18,2
-9,9
-3,1
-16,9
13,7
1.460
1.377
1.209
1.181
906
0,40
0,40
0,37
0,38
0,30
Overige beleggingen
Totaal belegd vermogen Beleggingsperformance beleggingsportefeuille (in %) Beleggingsrendement
3
Beleggingsrendement per beleggingscategorie (in %) Vastrentende waarden (incl. rentederivaten)
Alternatieve beleggingen (incl. valutaderivaten) Vermogensbeheer Kosten vermogensbeheer (in bedragen)
4
Kosten vermogensbeheer in % van gemiddeld belegd vermogen
3 4
De rendementen zijn berekend volgens de gestandaardiseerde methode GIPS (Global Investment Performance Standard). Vanaf verslagjaar 2012 worden servicekosten meegeteld die door vermogensbeheerders ten laste van beleggingsfondsen zijn gebracht (2014: 260, 2013: 215 en 2012: 177). Vanaf verslagjaar 2013 worden transactiekosten meegeteld (2014: 389 en 2013: 280).
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
8
Verslag van het bestuur Algemeen Door de dalende rente is de voorziening pensioenverplichtingen fors gestegen. Dit heeft een nadelig effect op de dekkingsgraad van het Pensioenfonds. De goede beleggingsresultaten hebben niet kunnen voorkomen dat de dekkingsgraad in 2014 is gedaald. Per 30 september 2014 is het Pensioenfonds wederom in onderdekking geraakt. Dit houdt in dat de dekkingsgraad lager is dan het minimum vereiste niveau van 104,2%.
Dekkingsgraad omlaag In 2014 haalde het Pensioenfonds een positief rendement op de beleggingen van 15,1%. Onder andere stijgende obligatiekoersen hebben hiertoe geleid. Door de gedaalde rente is de waarde van de vastrentende waarden gestegen, maar de voorziening pensioenverplichtingen (VPV) eveneens. Ondanks het hoge rendement is de dekkingsgraad gedaald, van 104,2% eind 2013 naar 102,4% eind 2014.
Verlaging van de pensioenen Vanwege een te lage dekkingsgraad zijn de opgebouwde en ingegane pensioenen per 1 april 2013 met 2,3% verlaagd en per 1 april 2014 met nog eens 2,6%. Deze verlagingen zijn reeds verwerkt in de jaarrekening van 2012 respectievelijk 2013. De onderdekking ultimo 2014 leidt vooralsnog niet tot nieuwe verlagingen in 2015.
Geen verhoging van de pensioenen Voor de toekenning van een toeslag op de pensioenen hanteert het bestuur een beleid waarbij de toeslag afhankelijk is van de dekkingsgraad. De stand van de dekkingsgraad is momenteel te laag om een toeslag te verlenen. De pensioenen zijn op 1 januari 2015 derhalve niet verhoogd. Als een toeslag wordt toegekend, wordt daarbij gekeken naar de verhoging van de algemene CAOlonen voor de actieve deelnemers en prijzen voor de inactieve deelnemers. De prijzen zijn in het afgelopen jaar met 0,75% gestegen. De algemene CAO-lonen zijn in het afgelopen jaar niet verhoogd. Omdat er ook in de afgelopen jaren geen ruimte was voor verhoging, groeit daardoor de cumulatieve toeslagachterstand tot 10,29% voor actieve deelnemers en 10,77% voor inactieve deelnemers.
Gedaalde rente De rente bevindt zich op een historisch laag niveau. Sinds de crisis vertoont de rente een dalende trend. De lage rente heeft grote gevolgen voor pensioenfondsen en dus ook voor Pensioenfonds TenCate. De lage rentestand heeft een hoge VPV tot gevolg. Dit maakt pensioenen duur. Zolang de rente op het lage niveau blijft, zal de kostprijs van pensioen hoog blijven en is de kans op verhogingen van de pensioenen klein.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
9
Toekomst Pensioenfonds Als gevolg van veranderende pensioenwetgeving heeft de werkgever met de ondernemingsraad, en in overleg met het pensioenfonds, in 2014 een aangepaste pensioenregeling afgesproken. De werkgever heeft in dat kader ook andere uitvoeringsvormen voor zijn pensioenregeling overwogen. Ook het bestuur van het pensioenfonds wil inzicht krijgen in andere uitvoeringsmogelijkheden voor het geval de omstandigheden zullen wijzigen, bijvoorbeeld de betrokkenheid van de stakeholders en de bereidheid van de werkgever om diensten of financiële middelen beschikbaar te blijven stellen. De voorkeur is uitgesproken voor samengaan met het bedrijfstakpensioenfonds MITT. Ten Cate is vrijgesteld van deelname aan de verplichte bedrijfstakpensioenregeling, zolang de eigen regeling gelijkwaardig of beter is. De werkgever en het pensioenfonds hebben gezamenlijk de mogelijkheid van samengaan met Bpf MITT onderzocht. Beiden vonden het van belang dat er niet alleen een oplossing voor uitvoering van de nieuwe pensioenregeling wordt gevonden, maar ook voor de overdracht van de al opgebouwde en ingegane pensioenen. De gesprekken met het Bpf MITT hebben niet geleid tot een bevredigende oplossing. Ten Cate heeft besloten om de gesprekken voorlopig te staken en de pensioenregeling in het eigen pensioenfonds te houden. Onderzoek naar het invoeren van een collectief beschikbare premieregeling (CDC) heeft vooralsnog niet geleid tot een aanpassing van de financiering van de pensioenregeling. De werkgever en het pensioenfonds hebben de bestaande uitvoeringsovereenkomst vervolgens voor onbepaalde tijd voortgezet en de pensioenpremie voor één jaar afgesproken. Gedurende 2015 zal een meer structurele financiering worden onderzocht, mede in het licht van het nieuwe toezichtskader.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
10
Goed pensioenfondsbestuur Halverwege het verslagjaar is de Wet versterking bestuur pensioenfondsen in werking getreden. De Wet schrijft een aantal mogelijkheden voor het bestuursmodel voor. Deze modellen zijn erop gericht om de evenwichtige belangenbehartiging in de besturing van een pensioenfonds te versterken en de rolverdeling tussen de verschillende organen van het pensioenfonds te optimaliseren. Het bestuur van het Pensioenfonds heeft het bestaande model, waarbij het bestuur paritair is samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkgever, deelnemers en gepensioneerden, geëvalueerd en aan de nieuwe wetgeving getoetst. De samenwerking in het bestuur functioneert op zich goed. Er is ruime ervaring en deskundigheid beschikbaar en de bestuursleden hebben voldoende tijd voor de uitoefening van hun functie. Echter heeft het bestuur wel besloten om de omvang van het bestuur te verkleinen naar acht leden om het bestuur nog slagvaardiger te maken. Om dezelfde reden is de omvang van het dagelijks bestuur en het verantwoordingsorgaan ook verkleind. Tevens is besloten de vergaderfrequentie van het bestuur te vergroten. Bij deze keuze heeft het bestuur overwogen dat het bestuur evenwichtig is samengesteld uit alle geledingen, en dat bij besluitvorming de belangen van alle groepen worden gewogen. Voor het intern toezicht is gekozen voor de instelling van een jaarlijkse visitatiecommissie.
Bestuursvergaderingen Het bestuur van het Pensioenfonds heeft het afgelopen jaar zevenmaal vergaderd. Daarnaast is een aparte vergadering gehouden, waarin het jaarverslag 2013 door het bestuur is vastgesteld. De belangrijkste onderwerpen die aan de orde zijn geweest zijn: Aanvullende maatregelen: verlaging van de pensioenen per 1 april 2014; Jaarstukken 2013 en de aanbevelingen naar aanleiding hiervan van de accountant, actuaris en het verantwoordingsorgaan; Invoering nieuw bestuursmodel 2014; Voorstel aanpassing beleggingsbeleid; Onderzoek toekomstbestendigheid van het Pensioenfonds; Onderzoek met werkgever naar mogelijkheid samengaan met het Bpf MITT; Ontwikkeling nieuwe pensioenregeling 2015; Premiebesluit 2015; Invoering nieuw Financieel Toetsingskader (nFTK). Het dagelijks bestuur heeft daarnaast het afgelopen jaar zesmaal vergaderd.
Integere bedrijfsvoering Elk Nederlands pensioenfonds moet maatregelen treffen die goed pensioenfondsbestuur waarborgen. Dit volgt uit de code pensioenfondsen die is opgesteld door de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid. De code pensioenfondsen is vanaf dit jaar in de plaats gekomen van de principes voor goed pensioenfondsbestuur en is gericht op bestuur, toezicht en verantwoording afleggen. De code is verankerd in het stelsel van bestaande wet- en regelgeving. Het beleid van het Pensioenfonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. Dit houdt onder meer in: Adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC); Analyse en beheersing van financiële en niet-financiële risico’s; Voorkomen van belangenverstrengeling; Open communicatie en transparantie over het gevoerde beleid.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
11
Naleving wet- en regelgeving Het bestuur is niet bekend met overtredingen van de wet- en regelgeving. De code pensioenfondsen wordt nageleefd met de beste intenties. Voor het bestuur zit de waarde ervan in de dialoog en afgewogen besluitvorming, meer dan in het naleven van de letter van de code. Zaken waarvan het Pensioenfonds van de code afwijkt, zijn: Er is geen aparte noodprocedure opgesteld, anders dan voor het geval van een crisissituatie. De lijnen tussen bestuursleden en uitvoerders zijn zo kort dat in een noodsituatie direct contact vanzelfsprekend is en snelle besluitvorming kan worden afgestemd. Er is nog geen klokkenluidersregeling van toepassing in het verslagjaar. Deze wordt in 2015 opgesteld. De evaluatie van het bestuur gebeurt niet door externen, omdat het naar onze mening geen waarde toevoegt en tot hogere kosten leidt. Niet aan alle diversiteitsnormen wordt voldaan. Het bestuur zorgt voor geschiktheid, complementariteit en continuïteit in het bestuur. Het houdt daarbij rekening met opleiding, achtergrond en persoonlijkheid. Diversiteit is in de samenstelling van het bestuur aanwezig, maar geen doel op zich. Om de continuïteit niet in gevaar te brengen gelden er geen maximaal aantal herbenoemingen voor bestuursleden.
Klachten en geschillen Het Pensioenfonds heeft een klachten- en geschillenregeling. In het boekjaar heeft het Pensioenfonds geen klachten ontvangen.
Gedragscode en compliance Het Pensioenfonds heeft een gedragscode. De concerndirecteur HR van Ten Cate vervult de rol van compliance officer. Alle bestuursleden, leden van het verantwoordingsorgaan en beleggingscommissie en medewerkers van de uitvoeringsorganisatie tekenen jaarlijks een verklaring dat zij de gedragscode naleven.
Toezichthouder DNB voerde in het verslagjaar enige algemene onderzoeken uit. Onderzocht werden onder meer de toekomstbestendigheid van pensioenfondsen, belangenverstrengeling en het voldoen aan wet- en regelgeving. Het Pensioenfonds heeft zijn eigen toekomstbestendigheid geanalyseerd. Het heeft daarbij tevens alternatieve uitvoeringsvormen onderzocht. Ondanks de verschillende uitdagingen die het pensioenfonds heeft, heeft het bestuur geconcludeerd dat het Pensioenfonds op dit moment de best mogelijke uitvoeringsvorm voor de deelnemers is.
Intern toezicht en verantwoording Het bestuur van het Pensioenfonds besteedt regelmatig aandacht aan de opzet en inrichting van de organisatie, inclusief de interne beheersing. Statutair is vastgelegd hoe het bestuur omgaat met zijn rol en invulling geeft aan begrippen als goed bestuur, verantwoording en intern toezicht. Een goede samenwerking tussen de verschillende organen draagt bij aan de professionaliteit. Voor het verantwoordingsorgaan en de visitatiecommissie is er tevens de gelegenheid voor onderlinge afstemming.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
12
Voor het intern toezicht heeft het bestuur een visitatiecommissie ingesteld, samengesteld uit drie externe deskundigen. De visitatiecommissie heeft voor het laatst in 2012 een audit uitgevoerd. In de loop van 2015 zal een nieuwe audit volgen.
Statuten Als gevolg van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen is de organisatie van het Pensioenfonds op een aantal punten veranderd, hetgeen tot een aanpassing van de statuten heeft geleid. De statuten zijn op 23 juni 2014 bij de notaris gepasseerd.
Abtn In de actuariële en bedrijfstechnische nota (abtn) is gemotiveerd omschreven welk beleid wordt gevoerd om de doelstelling van het Pensioenfonds te kunnen nakomen. Er wordt ingegaan op de organisatie van het Pensioenfonds, de inhoud van de pensioenregeling, de financiële opzet, hoofdlijnen van het interne beheersingssysteem en de opzet van de administratieve organisatie en interne controle. In 2015 zal een geactualiseerde abtn worden vastgesteld, welke voldoet aan het nieuw Financieel Toetsingskader.
Uitbesteding Omdat het Pensioenfonds geen rechtstreeks zicht heeft en geen directe controle uitvoert op de processen van de externe dienstverleners stelt het bestuur kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering zijn betrokken. Afspraken met hen worden periodiek geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Dit is conform de beleidsregel uitbesteding van DNB. De dienstverlening van de vermogensbeheerders, de custodian en de balansrisicomanager wordt gecertificeerd (ISAE of vergelijkbaar). Een onafhankelijke instelling beoordeelt jaarlijks of het kwaliteitssysteem aan de gestelde normen voldoet. Aan de hand van de beleggingsrapportages monitort het bestuur de prestaties van de vermogensbeheerders. Uit hun ISAE-rapportages blijkt dat alle processen in overeenstemming met de omschreven procedure worden uitgevoerd. Er zijn geen afwijkingen geconstateerd die nadelig van invloed kunnen zijn voor de dienstverlening aan het Pensioenfonds. Ook voor wat betreft de dienstverlening van de custodian bestudeert het bestuur jaarlijks de ISAErapportage. De rapportage over 2014 laat zien dat alle controledoelstellingen, voor zowel de dienstverlening als voor de ondersteunende ICT (informatie, communicatie en technologie), zijn gehaald.
Beloning bestuur De externe voorzitter ontvangt een vaste marktconforme beloning voor zijn werkzaamheden. Deze beloning wordt in eerste instantie in rekening gebracht bij de werkgever en vervolgens in zijn geheel doorbelast aan het Pensioenfonds. Gepensioneerde leden van het bestuur, het verantwoordingsorgaan en de beleggingscommissie ontvangen een onkostenvergoeding per vergadering. Er worden geen andere vergoedingen aan bestuursleden ten laste van het Pensioenfonds verstrekt.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
13
Deskundigheidsbevordering Autoriteit Financiële Markten (AFM) en DNB hebben een gezamenlijke beleidsregel deskundigheid voor beleidsbepalers van financiële instellingen opgesteld. Hiermee hebben ze willen verduidelijken welke eisen zij aan deskundigheid van onder meer pensioenfondsbestuurders stellen en welke aspecten zij bij de toetsing ervan in aanmerking nemen. Het deskundigheidsplan van het Pensioenfonds voldoet aan de beleidsregel. In het deskundigheidsplan wordt aandacht geschonken aan deskundigheid, vaardigheden, visie en gedrag. Het bestuur van het Pensioenfonds bewaakt de deskundigheid van zijn leden in de bestuursvergaderingen en door hen periodiek te evalueren. Ieder jaar doet het bestuur aan deskundigheidsbevordering. Vooral tijdens voorlichtingsbijeenkomsten wordt hier veel ruimte voor gereserveerd. Deze bijeenkomsten worden twee keer per jaar georganiseerd voor leden van het bestuur, beleggingscommissie, verantwoordingsorgaan en uitvoeringsorganisatie. Ook tijdens bestuursvergaderingen wordt bestuursleden regelmatig kennis bijgebracht door externe deskundigen. Bestuursleden ontvangen regelmatig informatie over relevante opleidingen, cursussen en workshops. Van bestuursleden wordt verwacht dat zij minimaal één volledige dag per jaar besteden aan opleiding. Regelmatig wordt door een bestuurslid en/of de manager van het Pensioenfonds bijeenkomsten van onder andere de Pensioenfederatie en de toezichthouders bijgewoond. Bestuursleden ontvangen regelmatig informatie op pensioengebied. Nieuwe bestuursleden zijn verplicht een basiscursus van SPO op deskundigheidsniveau 1 te volgen. Ook nieuwe leden van het verantwoordingsorgaan volgen een relevante opleiding.
Communicatie Alle deelnemers hebben een UPO (uniform pensioenoverzicht) ontvangen en zijn tijdig geïnformeerd over het kortingsbesluit. De deelnemers en pensioengerechtigden hebben in 2014 een pensioenkrant ontvangen met daarin voor hen relevante informatie. Het Pensioenfonds verstrekt, naast schriftelijke en mondelinge informatie, tevens informatie via de website van het fonds. Op de website zijn de geldende statuten en pensioenreglementen met bijbehorende pensioenbrochures gepubliceerd. Tevens staan de uitgebrachte pensioenkranten en de actuele informatie over onder meer de dekkingsgraad van het Pensioenfonds op de website. In het najaar van 2014 heeft de algemene ledenvergadering van de Vereniging van Gepensioneerden Koninklijke Ten Cate plaatsgevonden. Het Pensioenfonds heeft evenals voorgaande jaren aansluitend op deze vergadering een presentatie gegeven over onder andere de ontwikkelingen in 2014: financieel, nieuwe pensioenregeling en uitvoering en overige ontwikkelingen. In januari 2015 heeft Ten Cate alle werknemers middels een mededeling op de borden geïnformeerd over de aanpassing van de pensioenregeling van het Pensioenfonds per 1 januari 2015. In februari 2015 zijn door het Pensioenfonds informatiebijeenkomsten voor werknemers georganiseerd over de nieuwe pensioenregeling.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
14
Pensioenbeleid Er geldt nieuwe fiscale wetgeving voor pensioenregelingen. Sinds 2014 moet de pensioenleeftijd in principe 67 jaar zijn. Vanaf 2015 zijn de fiscale eisen nog verder aangescherpt. De maximaal toegestane jaarlijkse pensioenopbouw is verlaagd en het in aanmerking te nemen salaris voor de pensioenopbouw mag niet hoger zijn dan € 100.000. De pensioenregeling van Ten Cate is “fiscaalwaardig” gemaakt. De regeling biedt dekking ingeval van pensionering, overlijden of arbeidsongeschiktheid tijdens het dienstverband met de werkgever: Een ouderdomspensioen dat wordt uitgekeerd vanaf de pensioendatum; Een partnerpensioen dat wordt uitgekeerd na het overlijden; Een wezenpensioen dat wordt uitgekeerd na het overlijden; Voortzetting van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid. Met ingang van 1 januari 2015 is de pensioenregeling door de werkgever aangepast. Onder andere is de pensioenrichtleeftijd verhoogd van 65 naar 67 jaar. De opgebouwde pensioenaanspraken zijn actuarieel neutraal omgezet naar leeftijd 67 jaar. Het opbouwpercentage en het maximum pensioengevend salaris zijn verlaagd, daarentegen is de franchise naar beneden bijgesteld. Het wezenpensioen is verlaagd tot het fiscaal maximum. Er vindt geen pensioenopbouw meer plaats over eventuele uitbetaalde winstuitkeringen of incentives. De pensioenregeling 2015 van Ten Cate heeft de volgende kenmerken:
Pensioenregeling 2015 Pensioensysteem
Middelloonregeling
Pensioenleeftijd
67 jaar Jaarsalaris + vaste toeslagen, maximaal € 100.000
Pensioengevend salaris
Voor actieven: maximaal de algemene cao-loonsverhoging (MITT) Voor gepensioneerden: maximaal de prijsinflatie
Toeslagverlening
€ 14.732
Franchise Pensioengrondslag
Pensioengevend salaris verminderd met de franchise
Opbouwpercentage
1,75%
Partnerpensioen
70% van ouderdomspensioen
Wezenpensioen
20% van partnerpensioen
Werknemersbijdrage
9% over de pensioengrondslag + € 18,70 per maand voor Anw-hiaatpensioen
Werkgeversbijdrage
21% over de pensioengrondslag
Toeslagverlening (indexatie) Het bestuur beslist jaarlijks in hoeverre pensioenaanspraken en pensioenrechten worden geïndexeerd. Voor deze voorwaardelijke indexatietoezegging is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. De ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken van gewezen deelnemers worden maximaal verhoogd op basis van het prijsindexcijfer. De opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers worden maximaal verhoogd op basis van het loonindexcijfer. Het bestuur houdt daarbij in beginsel de volgende beleidsregel aan:
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
15
Dekkingsgraad kleiner dan 110%: geen indexatie. Dekkingsgraad tussen 110% en vereiste dekkingsgraad (minimaal 120%): indexatie lineair oplopend van geen indexatie bij een dekkingsgraad van 110% tot volledige indexatie bij de vereiste dekkingsgraad (minimaal 120%). Dekkingsgraad groter dan de vereiste dekkingsgraad (minimaal 120%): volledige indexatie. Dekkingsgraad groter dan de vereiste dekkingsgraad +10%-punt (minimaal 130%): volledige indexatie en inhaal van een indexatieachterstand van maximaal vijf jaar, indien en voor zover de dekkingsgraad door de inhaalindexatie niet kleiner wordt dan de vereiste dekkingsgraad +10%-punt (minimaal 130%). Als in enig jaar sprake is van een negatief prijs- en of loonindexcijfer, dan zal de indexatieachterstand met dit cijfer worden verminderd.
Gemiste indexatie en kortingen De onderstaande tabellen bevatten een overzicht met de maximale gemiste indexaties en kortingen. Actieve deelnemers Looninflatie
Toegekende indexatie
Gemiste indexatie
Komt voor inhaal in aanmerking
Korting (verlaging pensioen)
Komt voor inhaal in aanmerking
2008
3,50%
−
3,50%
-
−
−
2009
3,00%
2,60%
0,40%
−
−
−
2010
0,50%
−
0,50%
0,50%
−
−
2011
1,76%
−
1,76%
1,76%
−
−
2012
1,75%
−
1,75%
1,75%
2,30%
1,50%
2013
2,00%
−
2,00%
2,00%
2,60%
2,60%
5
−
0,00%
−
−
−
Cumulatief
10,29%
4,84%
4,06%
Prijsinflatie
Toegekende indexatie
Gemiste indexatie
Komt voor inhaal in aanmerking
Korting (verlaging pensioen)
Komt voor inhaal in aanmerking
2008
2,53%
−
2,53%
−
−
−
2009
0,40%
−
0,40%
−
−
−
2010
1,38%
−
1,38%
1,38%
−
−
2011
2,33%
−
2,33%
2,33%
−
−
2012
2,03%
−
2,03%
2,03%
2,30%
1,50%
2013
0,90%
−
0,90%
0,90%
2,60%
2,60%
2014
0,75%
0,75%
0,75%
−
−
4,84%
4,06%
2014
0,00%
Inactieve deelnemers
Cumulatief
5
10,77%
In maart 2015 is tussen werkgevers- en werknemersorganisaties in de branche een akkoord bereikt over een nieuwe CAO. Eén van de onderdelen is een algemene verhoging van de salarissen van 1% met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2014. Deze verhoging zal in 2015 worden verwerkt in de looninflatie van dat jaar.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
16
Inhaalkorting Op basis van het beleid in het verslagjaar kan (een deel van) de korting worden ingehaald als de dekkingsgraad aan het eind van het kalenderjaar hoger is dan 110%. Voorwaarde is dat de dekkingsgraad hierdoor niet onder de 110% zakt. Inhaalkorting geldt alleen voor de pensioenaanspraken en pensioenrechten vanaf het moment van inhaal (geen terugwerkende kracht). In het kader van het zogenaamde Septemberpakket was het mogelijk om te opteren voor spreiding van kortingen over twee jaren. Eén van de voorwaarden was dat de stijging van de levensverwachting in 2012 in de toekomst niet meer gerepareerd mag worden door het terugdraaien van een korting. Hierdoor is 0,8%-punt van de korting per 1 april 2013 (2,3%) onherroepelijk en mag dus niet ingehaald worden. Het kortingsbeleid zal als gevolg van nieuwe wetgeving in 2015 worden aangepast. Inhaalindexatie De niet toegekende indexatie zou alsnog toegekend kunnen worden als de dekkingsgraad binnen vijf jaar een stand heeft bereikt van ongeveer 130%. Dit wordt inhaalindexatie genoemd. Inhaalindexatie geldt alleen voor de pensioenaanspraken en pensioenrechten vanaf het moment van inhaal (geen terugwerkende kracht). Het oudste jaar wordt het eerst ingehaald. Voorwaarde is dat de dekkingsgraad hierdoor niet onder de 130% zakt. Het jaar 2008 en 2009 zijn vervallen, omdat deze gemiste indexatie door het verlopen van de vijfjaarsperiode niet meer kan worden ingehaald. Het toeslagenbeleid zal als gevolg van nieuwe wetgeving in 2015 worden aangepast.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
17
Beleggingsbeleid In het tweede kwartaal van 2014 is de strategische verdeling van de beleggingen gewijzigd ten opzichte van ultimo 2013. Vastrentende waarden + 4%-punt, aandelen + 4%-punt, vastgoed - 6%-punt en alternatieve beleggingen - 2%-punt. Strategische verdeling van de beleggingen ultimo 2014 (in %) Strategische norm
Bandbreedte Minimum Maximum
Vastrentende waarden
54,0
49,0
59,0
Aandelen
39,0
34,0
44,0
Vastgoed
4,0
0,0
5,0
Alternatieve beleggingen
3,0
0,0
5,0
Kortlopende middelen
0,0
-2,5
2,5
Totaal
100,0
De samenstelling van de portefeuille was ultimo verslagjaar als volgt: Samenstelling beleggingsportefeuille ultimo 2014 (in %) Werkelijk belang
Strategische Afwijking van norm strategische norm
Vastrentende waarden
54,2
54,0
+0,2
Aandelen
40,1
39,0
+1,1
Vastgoed
3,0
4,0
-1,0
Alternatieve beleggingen
2,0
3,0
-1,0
Kortlopende middelen
0,7
0,0
+0,7
100,0
100,0
0,0
Totaal
Rentederivaten zijn meegeteld bij vastrentende waarden en valutaderivaten bij aandelen en alternatieve beleggingen. Zonder derivaten is het belang in vastrentende waarden 53,5% en aandelen 40,5%. Beleid afdekking renterisico Samenvatting van het beleid voor de afdekking van het renterisico: Het renterisico dat wordt afgedekt is het renterisico van de nominale voorziening pensioenverplichtingen (VPV); Ten behoeve van de renterisico reductie is het toegestaan om te beleggen in rentederivaten vanwege de lange duratie van de verplichtingen en de beperkte beschikbaarheid van langlopende staatsobligaties; De afdekratio wordt berekend door de rentegevoeligheid van de matchingportefeuille (obligaties en rentederivaten) te delen door de rentegevoeligheid van de VPV. De rentegevoeligheid wordt berekend op basis van de DV01 methode;
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
18
De gebruikte afdekratio is dynamisch, dit betekent dat naarmate een hogere dekkingsgraad wordt bereikt, een hogere afdekratio wordt gehanteerd; Voor het verslagjaar is een strategische afdekratio van 50% met hieromheen een tactische bandbreedte van 40-60% van toepassing. Er wordt naar gestreefd om voor elk van de 17 looptijdenbuckets een afdekratio van 50% toe te passen. Hierbij geldt dat de maximale afwijking per bucket niet groter mag zijn dan 3% van de totale rentegevoeligheid (DV01); In de strategische asset allocatie hebben de rentederivaten een strategische weging van 0% met een bandbreedte van 7% (-3,5%; +3,5%); Het verhogen van de strategische afdekratio of het gebruik van de tactische ruimte gebeurt in overleg en na goedkeuring van het bestuur; De balansrisicomanager heeft het mandaat rentederivaten af te sluiten om de gewenste afdekratio te kunnen bereiken; Voorafgaand aan het afsluiten van de transacties door de balansrisicomanager wordt het Pensioenfonds schriftelijk geïnformeerd over de af te sluiten transacties. Ook eventuele benutting van de ruimte binnen de tactische bandbreedte voor de afdekratio wordt, voorafgaand aan het afsluiten van de transacties aan het Pensioenfonds voorgelegd; Alle transacties kunnen pas plaatsvinden na akkoord van het Pensioenfonds.
Beleid afdekking valutarisico De belangrijkste valuta’s (USD, GBP, JPY en CHF) worden volledig strategisch afgedekt, met een bandbreedte van 95% - 105%. De overige valuta’s (ultimo 2014 circa 4% van de totale beleggingsportefeuille) worden niet afgedekt.
Vermogensbeheerders Vastrentende waarden: BNP Paribas en Pimco; Aandelen: BlackRock; Vastgoed: Altera Vastgoed en CBRE Global Investors; Alternatieve beleggingen (grondstoffen): State Street Global Advisors.
Rendement 2014 Rendement in 2014 (in %) Pensioenfonds
Benchmark
Relatieve Performance
23,6
23,6
0,0
Aandelen (incl. valutaderivaten)
8,8
8,8
0,0
Vastgoed
2,8
3,0
-0,2
-18,2
-17,8
-0,4
15,1
15,2
-0,1
Vastrentende waarden (incl. rentederivaten)
Alternatieve beleggingen (incl. valutaderivaten)
Totaal rendement (inclusief derivaten)
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
19
Door hoge rendementen op vastrentende waarden en aandelen is het totaal rendement uitgekomen op 15,1%. Omdat het fondsrendement in de beleggingscategorieën vastgoed en alternatieve beleggingen licht is achtergebleven ten opzichte van de benchmark en de feitelijke wegingen afweken van de strategische norm, is het totaalrendement 0,1%-punt lager uitgekomen dan de benchmark. Benchmarks per ultimo 2014 Categorie
Index
Vastrentende waarden
Samengesteld op strategische norm
Staatsobligaties
Beheerder
Soort beheer
Samengesteld op marktwaarde
Passief mandaat
BC Euro Aggregate 500mm FSY index
BNP Paribas
Passief
Collateral mandaat
BC Euro Treasuries 15+ FR, DE, NL
BNP Paribas
Passief
LB Euro Aggregate Credit index
Pimco
Actief
Bedrijfsobligaties Aandelen Large cap
Samengesteld op strategische norm Samengesteld op strategische norm
Europa
MSCI Europe ex Contr. Weapons netto
BlackRock
Passief
VS
MSCI USA ex Contr. Weapons gross
BlackRock
Passief
Canada
MSCI Canada ex Contr. Weapons netto
BlackRock
Passief
Japan
MSCI Japan ex Contr. Weapons netto
BlackRock
Passief
Zuid-Oost-Azië
MSCI Pacific ex Contr. Weapons netto
BlackRock
Passief
Vastgoed
Samengesteld op strategische norm
Nederland
ROZ-IPD indices
Altera
Actief
Europa
Netherlands Gov. 5Yr + 300 bps
CBRE
Actief
Dow Jones UBS Commodity Index TR
State Street
Passief
Alternatieve beleggingen Grondstoffen
Vastrentende waarden Samenstelling portefeuille vastrentende waarden ultimo 2014 (in %) Strategische norm
Bandbreedte Minimum Maximum
Werkelijk belang
Staatsobligaties
68,0
63,0
73,0
68,3
Bedrijfsobligaties
32,0
27,0
37,0
31,7
Totaal
100,0
100,0
De beleggingscategorie vastrentende waarden bestaat uit drie mandaten, die bij twee vermogensbeheerders zijn ondergebracht. Deze categorie wordt ook aangeduid als matching portefeuille. De categorie staatsobligaties zijn onderverdeeld in twee mandaten: een passief mandaat en een collateral mandaat. Het passieve mandaat belegt in Europese staatsobligaties met uitzondering van Griekenland.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
20
Het collateral mandaat belegt in staatsobligaties van Nederland, Frankrijk en Duitsland met lange looptijden. Het derde mandaat belegt in bedrijfsobligaties. In dit mandaat heeft de vermogensbeheerder de mogelijkheid om naast de investment grade klasse ook in beperkte mate in high yield debt en in emerging market debt te beleggen. Daarnaast zijn bij drie tegenpartijen (zijnde banken) rentederivaten afgesloten om het renterisico te verminderen. Deze rentederivaten zorgen ervoor dat het renterisico van de pensioenverplichtingen van het Pensioenfonds beleidsmatig voor 50% is afgedekt. Het rendement exclusief rentederivaten was 13,4%. De rentederivaten hebben dus positief bijgedragen aan het rendement van de vastrentende portefeuille. Aandelen Samenstelling aandelenportefeuille ultimo 2014 (in %) Strategische norm
Bandbreedte Minimum Maximum
Werkelijk belang
Aandelenregio Europa
50,0
40,0
60,0
47,2
Noord-Amerika
41,7
31,7
51,7
45,6
Japan
6,6
3,0
10,0
5,7
Zuid-Oost Azië
1,7
0,0
3,0
1,5
Totaal
100,0
100,0
De beleggingscategorie aandelen bestaat uit vijf regionale SRI indexfondsen. In deze fondsen worden bedrijven uitgesloten die controversiële wapens maken. De rendementen van de diverse (regionale) deelportefeuilles waren als volgt: Rendement aandelen (excl. valuta-afdekking) in %
Pensioenfonds
Benchmark
7,2
6,9
28,0
28,0
9,3
9,3
13,3
13,3
16,0
15,7
Europa large cap Noord-Amerika Japan Zuid-Oost Azië Totaal (exclusief valuta-afdekking)
Het totaalrendement inclusief valutaderivaten was 8,8%. De valutaderivaten hebben dus negatief bijgedragen aan het rendement op aandelen.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
21
Vastgoed De categorie (niet-beursgenoteerd) vastgoed wordt actief beheerd door twee vermogensbeheerders en is geografisch verdeeld. Bij vastgoed maken we een onderscheid in Nederlands vastgoed en Europees vastgoed. Eind 2013 heeft het bestuur besloten de beleggingscategorie af te stoten. Verkooporders zijn bij de vermogensbeheerders ingelegd. Het gehele verkoopproces zal enige jaren vergen, aangezien het een illiquide beleggingscategorie betreft. In 2014 heeft al wel gedeeltelijke afbouw plaatsgevonden. Zo zijn de Nederlandse sectorfondsen woningen, bedrijfsruimten en een deel van het Europees dakfonds verkocht. Het Nederlands vastgoed bestaat ultimo 2014 nog uit twee sectorfondsen (winkels en kantoren). Kenmerkend van deze sectorfondsen is dat geen structurele leverage (maximaal 10%) wordt toegepast door de beheerder. Het Europese vastgoed kenmerkt zich als een fund of funds (dakfonds), dat wil zeggen het beleggingsfonds belegt in andere niet-genoteerde vastgoedfondsen. Deze onderliggende fondsen liggen in het eurogebied en gebruiken wel leverage (streefratio 40 – 50%). Samenstelling vastgoedportefeuille ultimo 2014 (in %) Strategische norm
Werkelijk belang
Nederland
n.v.t.
70,7
Europees
n.v.t.
29,3
100,0
100,0
Totaal
Op de Nederlandse vastgoedbelegging werd een rendement behaald van 3,7%. Op de Europese vastgoedbelegging werd een rendement behaald van 1,5%. Alternatieve beleggingen De categorie alternatieve beleggingen bestaat in zijn geheel uit de beleggingscategorie grondstoffen. Deze categorie bestaat uit vier sectoren: energie, edelmetalen, industriële metalen en landbouwproducten, waarbij de energiesector afgetopt is op 33%. Het belang wordt in een fonds opgebouwd middels derivaten en is genoteerd in USD. Het rendement exclusief valutaderivaten was -5,4%. De valutaderivaten hebben dus negatief bijgedragen aan het rendement op grondstoffen.
Maatschappelijk verantwoord beleggen Het Pensioenfonds is zich bewust van haar maatschappelijke functie en verantwoordelijkheden. Het Pensioenfonds streeft naar een zo hoog mogelijk rendement binnen het gekozen risicoprofiel van de beleggingen. Daarnaast wil het Pensioenfonds een verantwoord beleggingsbeleid nastreven. De UN Principles for Responsible Investments vormen een richtlijn voor (institutionele) beleggers op dit terrein. Hoewel nagenoeg alle beleggingen van het Pensioenfonds gealloceerd zijn aan beleggingsfondsen, zal het Pensioenfonds waar mogelijk en toepasbaar aanmoedigen dat vermogensbeheerders deze richtlijnen onderschrijven dan wel vrijwillig naleven. De beleggingscommissie heeft in 2014 de huidige vermogensbeheerders, evenals voorgaande verslagjaren, gevraagd of zij de UN Principles of vergelijkbare richtlijnen onderschrijven en zo nee, waarom niet. Tevens is gevraagd welke acties zijn ondernomen in het afgelopen jaar op dit gebied.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
22
Over de geëvalueerde beheerders kan meegedeeld worden, dat ze een manier van verantwoord beleggen verwerkt hebben in hun beleggingsbeleid. Verschillende gradaties kunnen hierbij echter waargenomen worden. Een aantal beheerders heeft verschillende ESG (Environmental Social en Corporate Governance) factoren opgenomen in hun analyse van ondernemingen en/of sectoren en past dit over alle portefeuilles toe. Andere beheerders hebben specifieke duurzame mandaten ingericht of fondsen opgericht. Verschillende beheerders hebben acties ondernomen om het verantwoord beleggen verder te implementeren in hun beleid. De UN Principles zijn onderschreven door alle vermogensbeheerders, behalve Altera. Altera heeft voor haar vastgoedobjecten een meerjarig duurzaamheidsplan opgezet. Hierbij hanteert Altera energielabels en meetbare verbeteringen. De beheerders promoten en implementeren de ESG factoren in de portefeuilles van klanten voor zover dat mogelijk is. De aandelenbeleggingsfondsen waarin het Pensioenfonds bij BlackRock belegt worden door index provider MSCI op SRI (Social Responsible Investments) factoren gescreend. Voor deze beleggingsfondsen geldt ook een aangepaste benchmark.
Stembeleid De aandelenportefeuille van het Pensioenfonds werd in het verslagjaar beheerd door BlackRock. Deze vermogensbeheerder heeft een actief stembeleid. Het Pensioenfonds sluit zich aan bij het stembeleid van deze vermogensbeheerder.
Securities lending De activiteit “securities lending” wordt veel gebruikt bij institutionele partijen. Na de kredietcrisis is het beleid aangescherpt. Securities lending is het uitlenen van effecten, waarvoor een vergoeding wordt ontvangen. De activiteit is niet vrij van risico, ondanks de vele voorzorgsmaatregelen die genomen worden. Contractueel moeten een aantal onderwerpen vastgelegd worden, onder andere voorwaarden van het onderpand en voorwaarden met betrekking tot de kredietrating. Het volume van securities lending in de beleggingsportefeuille van het Pensioenfonds is beperkt tot de beheerder BlackRock en is ongeveer 2% van de totale beleggingsportefeuille. De vergoeding die voortvloeit uit securities lending wordt op 50/50 basis verdeeld tussen de beheerder en het Pensioenfonds.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
23
Financieel beleid Samenvatting van de financiële positie van het Pensioenfonds en ontwikkelingen gedurende het jaar Bedragen x € 1.000
Pensioen-
Technische
Dekkings-
vermogen Voorzieningen
graad
€
€
%
344.725
330.689
104,2
52.013
2.378
15,2
7.075
5.676
0,3
Pensioenuitkeringen
-13.586
-13.512
0,2
Wijziging marktrente
0
59.069
-15,8
Stand per 1 januari 2014 Overrendement (beleggingsresultaten en rentetoevoeging) Premiebijdragen
Aanpassing overlevingsgrondslagen Overig
Stand per 31 december 2014
0
-1.831
0,6
4.882
3.307
-2,3
395.109
385.776
102,4
Uitvoeringskosten Bedragen x € 1.000
2014
2013
Pensioenbeheer Pensioenuitvoeringskosten
754
804
0,346
0,365
1.071
1.097
0
0
389
280
1.460
1.377
Kosten in % van het gemiddeld belegd vermogen
0,29%
0,32%
Transactiekosten in % van het gemiddeld belegd vermogen
0,11%
0,08%
6
Kosten per deelnemer Vermogensbeheer Beheerkosten
Performance gerelateerde kosten Transactiekosten
7
Totaal
6 7
Deelnemer is hier gedefinieerd als de som van actieve deelnemers en gepensioneerden. Kosten van het vermogensbeheer kunnen in twee categorieën worden onderscheiden. De eerste categorie betreft de kosten zoals die in de jaarrekening zijn verwerkt. Daaronder vallen de beheervergoeding van de vermogensbeheerder(s) en overige vermogensbeheervergoedingen. Dit betreft een bedrag van 871 (2013: 882). De tweede categorie betreft kosten die rechtstreeks ten laste van het beleggingsrendement zijn gebracht. Deze kosten zijn dus wel inbegrepen, maar niet direct zichtbaar in de kosten van de vermogensbeheerders zoals opgenomen in de jaarrekening en zijn geschat op 200 (2013: 215). De totale kosten vermogensbeheer komen daarmee uit op circa 1.460 (2013: 1.377) inclusief geraamde transactiekosten van 389 (2013: 280). Er is bij de berekening van een aantal kostenposten gebruik gemaakt van aannames en veronderstellingen inzake percentages en berekeningsmethodieken die in overeenstemming zijn met de nadere uitwerking van de Pensioenfederatie.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
24
De pensioenuitvoeringskosten zijn in 2014 met € 50.000 gedaald ten opzichte van 2013, vooral door een daling van de kosten voor administratie en advieswerk. Voor een uitgebreide vergelijking zie de toelichting bij de jaarrekening. Uitgedrukt per deelnemer bedragen de uitvoeringskosten € 346 (2013: € 365). De vermogensbeheerkosten zijn gedaald met € 26.000, ondanks de toename van het belegd vermogen. Er is een besparing gerealiseerd door nieuwe contracten met een aantal vermogensbeheerders af te sluiten tegen lagere vergoedingen. De transactiekosten zijn gestegen met € 109.000 door toename van mutaties in de vastrentende waarden. De vermogensbeheerkosten inclusief transactiekosten bedragen 0,40% van het gemiddeld belegd vermogen (2013: 0,40%).
Herstelplan In 2014 is het eigen vermogen van het Pensioenfonds weer gedaald onder het minimum vereist eigen vermogen. In verband met de invoering van het nieuw Financieel Toetsingskader (nFTK), behoeft het fonds in 2014 echter geen nieuw kortetermijnherstelplan op te stellen. Per 1 januari 2015 zijn alle bestaande herstelplannen komen te vervallen. Onder het nFTK is de beleidsdekkingsgraad per 31 december 2014 berekend op 104,0%. Hierdoor is er sprake van een dekkings- en reservetekort. Conform nFTK moet het Pensioenfonds voor 30 juni 2015 een nieuw herstelplan bij DNB indienen.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
25
Actuarieel Actuariële analyse De actuariële analyse van het saldo van baten en lasten kan als volgt worden weergegeven: Bedragen x € 1.000
2014
2013
Premieresultaat
1.399
1.063
Premiebijdragen
7.675
7.859
Pensioenopbouw
-6.276
-6.796
Interestresultaat
-9.434
27.585
Beleggingsresultaten risico Pensioenfonds
52.013
19.278
Rentetoevoeging
-2.378
-1.588
Indexering en overige toeslagen Wijziging marktrente Overig resultaat Resultaat op waardeoverdrachten Resultaat op uitkeringen Resultaat op kanssystemen (sterfte en arbeidsongeschiktheid) Resultaat op verzekeringstechnische grondslagen Korting van aanspraken en rechten Aanpassing overlevingsgrondslagen Mutatie voorziening arbeidsongeschiktheid Overige lasten Overige incidentele mutaties Overgangsregeling VPL
Totaal saldo van baten en lasten
0
0
-59.069
9.895
3.333
9.201
48
0
-74
-1
1.378
420
0
54
0
8.601
1.831
0
-4
34
-394
-114
21
207
526
0
-4.703
37.849
Uitkomsten van de solvabiliteitstoets Het vereist eigen vermogen, op basis van de feitelijke beleggingsmix, bedraagt ultimo 2014 56.979 (2013: 54.039). Dit is 14,8% (2013: 16,3%) van de technische voorzieningen.
Oordeel van de certificerende actuaris over de financiële positie In zijn actuariële verklaring heeft de certificerende actuaris geoordeeld dat voldaan is aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet met uitzondering van artikelen 131 en 132, omdat er sprake is van een dekkingstekort en reservetekort. Voor een volledig oordeel verwijzen wij naar de actuariële verklaring aan het eind van dit jaarverslag.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
26
Risico’s De verplichtingen die voortkomen uit de pensioenregelingen van het Pensioenfonds brengen risico’s met zich mee die kunnen worden onderscheiden in niet-financiële en financiële risico’s. De belangrijkste risico’s die door het Pensioenfonds worden onderscheiden, worden hierna omschreven.
Solvabiliteitsrisico Het Pensioenfonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico’s. De belangrijkste doelstelling van het Pensioenfonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Het belangrijkste risico voor het Pensioenfonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het Pensioenfonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. Indien de solvabiliteit van het Pensioenfonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het Pensioenfonds de premie voor de onderneming moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele indexatie van opgebouwde en ingegane pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het Pensioenfonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. Het surplus/tekort op FTK-grondslagen is als volgt: Bedragen x € 1.000
2014
2013
385.776
330.689
S1 Renterisico
13.892
17.935
S2 Risico zakelijke waarden
47.235
41.547
S3 Valutarisico
2.619
3.241
S4 Grondstoffenrisico
2.612
3.692
Technische voorzieningen volgens jaarrekening Buffers:
S5 Kredietrisico
4.496
2.581
11.505
9.816
-25.380
-24.773
56.979
54.039
442.755
384.728
schulden en overlopende passiva)
395.109
344.725
Surplus / Tekort (-) per 31 december
-47.646
-40.003
S6 Verzekeringstechnisch risico Diversificatie-effect
Totaal S (vereiste buffers)
Vereist vermogen (art. 132 Pensioenwet) Pensioenvermogen (Totaal activa minus derivaten en overige
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
27
Bij de berekening van de buffers past het Pensioenfonds de standaardmethode toe. Voor de samenstelling van de beleggingen wordt uitgegaan van de feitelijke beleggingsmix op 31 december 2014, omdat de vereiste buffers hoger uitkomen dan op basis van de strategische asset mix (55.180). Ultimo 2014 is er geen sprake van significant andere of hogere risico’s (zoals bijvoorbeeld liquiditeitsrisico, concentratierisico of operationeel risico).
Marktrisico Marktrisico omvat de mogelijkheden voor winst of verlies en omvat het prijs(koers)risico, valutarisico en het renterisico. De strategie van het Pensioenfonds met betrekking tot het beleggingsrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Het marktrisico wordt op dagelijkse basis beheerst doordat een ingehuurde beleggingsadviseur zorgt voor de monitoring van de risico’s en het bestuur adviseert over het afstemmen van het beleid op de (gewijzigde) risico’s. De overall-marktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur.
Prijsrisico Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij waardewijzigingen onmiddellijk in het saldo van baten en lasten worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het prijsrisico kan worden gemitigeerd door diversificatie. Verdeling van de aandelenportefeuille in regio’s: Bedragen x € 1.000
2014
%
2013
%
Europa
74.781
47
69.771
51
Noord-Amerika
72.402
46
56.575
41
Japan
9.048
6
8.278
6
Verre Oosten exclusief Japan
2.333
1
2.059
2
158.564
100
136.683
100
Stand per 31 december
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
28
Verdeling van de vastgoedportefeuille in sectoren: Bedragen x € 1.000
2014
%
2013
%
Kantoren – Nederland
3.366
29
3.438
16
Winkels – Nederland
4.961
42
5.151
24
Woningen – Nederland
0
0
4.833
22
Bedrijfsruimten – Nederland
0
0
4.263
19
Multi-sectoraal Europa
3.445
29
4.040
19
Stand per 31 december
11.772
100
21.725
100
Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van de beleggingen verandert door veranderingen in valutakoersen. Valuta’s worden niet beschouwd als een afzonderlijke beleggingscategorie. Valutaposities zonder dat die volledig gekoppeld zijn aan een onderliggende positie in obligaties, aandelen, onroerend goed of grondstoffen zijn niet toegestaan, tenzij valutaposities uitdrukkelijk in het mandaat geaccordeerd zijn. Uit het oogpunt van risicoreductie is een beleidsstandpunt bepaald met betrekking tot het actief afdekken van valutarisico’s. Strategisch is besloten om de beleggingen die luiden in Amerikaanse dollar, Britse pond, Japanse yen en de Zwitserse franc voor 100% af te dekken met een bandbreedte van 95%-105%. De valuta-afdekking wordt maandelijks getoetst aan de hand van de beleggingsoverzichten van de vermogensbeheerders en indien nodig bijgesteld. Voor de valutaafdekking worden transparante en eenvoudige derivaten ingezet. In de beleggingscommissie wordt periodiek het beleid en de positie van de verschillende valuta’s behandeld. Het percentage niet euro beleggingen bedraagt ultimo 2014 34% (2013: 34%) van de totale beleggingsportefeuille en is voor 89% (2013: 86%) afgedekt ten opzichte van de euro. De belangrijkste valuta daarin zijn de US dollar, de Britse pond, de Zwitserse franc en de Japanse yen. Het strategische beleid van het Pensioenfonds is om deze valutaposities volledig af te dekken, waarbij beperkte tactische beleidsruimte aanwezig is voor de creditportefeuille. Per einde verslagjaar is de contractwaarde 120.192 (2013: 101.000). Het valutarisico wordt in onderstaande tabel weergegeven. De beleggingen in vreemde valuta kunnen per categorie als volgt worden gespecificeerd: Bedragen x € 1.000 Vastgoedbeleggingen Aandelen
2014
2013
925
1.345
124.225
104.637
Vastrentende waarden
2.040
68
Overige beleggingen
7.638
11.023
134.828
117.073
Stand per 31 december
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
29
De positie vreemde valuta voor en na afdekking door valutaderivaten is als volgt weer te geven: Bedragen x € 1.000
2014 Voor
2013
Valuta- Netto positie
Netto positie
afdekking
derivaten
(na)
(na)
USD
77.699
75.779
1.920
1.660
GBP
24.433
24.568
-135
1.457
CHF
10.650
10.794
-144
188
JPY
8.073
9.051
-978
156
CAD
4.877
0
4.877
4.195
Overige
9.096
0
9.096
8.417
134.828
120.192
14.636
16.073
Stand per 31 december
Een restrisico betreft de Canadese dollar (CAD) en overige valuta; deze valuta’s worden niet strategisch afgedekt, omdat de valuta-exposure en/of volatiliteit niet groot genoeg is.
Renterisico Het renterisico is het risico dat door rentedaling de dekkingsgraad naar beneden gaat. Dit komt doordat de beleggingen minder hard toenemen in waarde dan de voorziening pensioenverplichtingen. Het beleid is om gemiddeld 50% van het renterisico af te dekken. Dit doet het Pensioenfonds door naast in obligaties ook in rentederivaten te beleggen. Hierdoor heeft het Pensioenfonds minder last van rentedaling; daarentegen profiteert het ook minder van rentestijging. Het resultaat is een minder volatiele dekkingsgraad. De gedefinieerde bandbreedte loopt hierbij van 40 - 60%. Door de gedaalde rente is de renteafdekking eind 2014 uitgekomen op 52,4% (2013: 50,1%).
Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat tegenpartijen hun contractuele verplichtingen aan het Pensioenfonds of de beleggingsfondsen waarin het Pensioenfonds participeert niet nakomen. Een specifiek risico van de beleggingsfondsen die in aandelen en obligaties beleggen is het settlementrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen van transacties hun tegenprestatie niet leveren. Dit risico wordt beheerst door alleen te opereren in markten waar een voldoende betrouwbaar clearingsysteem functioneert. Daarnaast worden transacties alleen afgewikkeld op basis van de conditie levering tegen betaling. Bij de beleggingsfondsen die in obligaties beleggen komt daarbij het risico dat de uitgevende partijen de rente- en aflossingsverplichtingen niet nakomen. Dit risico wordt beheerst door middel van maximering van de beleggingen per kredietklasse, land (in het bijzonder opkomende landen), bedrijf, bedrijfstak en regio. Zowel het beleggingsfonds als het Pensioenfonds zelf beperken dit risico door middel van spreiding van de portefeuille. Het Pensioenfonds beheerst het tegenpartijrisico uit hoofde van deposito’s en over-the-counter derivaten door middel van selectie van solide tegenpartijen en hantering van tegenpartijlimieten. In geval van langlopende derivatencontracten vraagt het Pensioenfonds onderpand. Verder wordt het tegenpartijrisico beheerst door het aangaan van standaardcontracten. Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille volgt hieronder een indeling naar ratingklasse volgens ratingbureau standard & poor’s. AAA is de hoogste rating en B de laagste. AAA, AA, A en BBB zijn investment grade beleggingen.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
30
Dat de beleggingen met een BBB-rating zijn toegenomen komt doordat staatsobligaties uit Italië en Spanje in 2014 zijn toegevoegd aan de portefeuille. Bedragen x € 1.000
2014
%
2013
%
AAA
87.017
42
58.126
34
AA
39.179
19
70.587
41
A
15.057
7
15.389
9
BBB
64.674
31
21.088
12
3.321
1
5.699
3
0
0
1.495
1
209.248
100
172.384
100
Lager dan BBB Geen rating
Stand per 31 december
Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Er moet eveneens rekening worden gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Inzake het beheersen van het liquiditeitsrisico kan het volgende worden gemeld: De uitkeringen overtreffen de inkomende premies aanzienlijk; Er wordt maandelijks een liquiditeitsprognose voor de komende twaalf maanden opgesteld; De manager van het Pensioenfonds bewaakt de liquiditeitsbehoefte en overlegt met de beleggingscommissie indien gelden uit de beleggingen vrij moeten worden gemaakt.
Verzekeringtechnische risico’s (actuariële risico’s) De belangrijkste actuariële risico’s zijn de risico’s van langleven, overlijden en arbeidsongeschiktheid. Het langlevenrisico is het belangrijkste verzekeringstechnische risico. Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. De voorziening pensioenverplichtingen is gebaseerd op de nieuwste prognosetafels van het Actuarieel Genootschap, waarin de verwachte sterftetrend is meegenomen. Daarbij wordt rekening gehouden met het verschil tussen de werkende en de totale bevolking door toepassing van ervaringssterfte. Hiermee is het langlevenrisico geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Het overlijdensrisico betekent dat het Pensioenfonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor door het Pensioenfonds geen voorzieningen zijn getroffen. Dit is het verschil tussen nabestaandenpensioen op pensioendatum en het opgebouwde nabestaandenpensioen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
31
Het Pensioenfonds heeft het overlijdensrisico op stoploss basis herverzekerd bij een externe, onder toezicht van DNB staande verzekeringsmaatschappij. Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het Pensioenfonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit. Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. Het Pensioenfonds heeft het arbeidsongeschiktheidsrisico op stoploss basis herverzekerd bij een externe, onder toezicht van DNB staande verzekeringsmaatschappij. De gecombineerde herverzekeringsovereenkomst voor overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico is voor drie kalenderjaren (2013-2015) afgesproken. De premie bedraagt in het verslagjaar 4,9% van de risicopremie eigen rekening. Het eigen behoud is 200% van de risicopremie eigen rekening.
Indexatierisico (actuariële risico’s) Het bestuur van het Pensioenfonds heeft de ambitie om de pensioenen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente, rendement, looninflatie en demografie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de indexatietoezegging voorwaardelijk is. De hoogte van de nominale dekkingsgraad geeft zicht op de mate waarin kan worden geïndexeerd.
Concentratierisico Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie van de beleggingsportefeuille in regio’s, economische sectoren of tegenpartijen. Om deze concentraties tegen te gaan worden beleggingen zoveel als mogelijk gediversificeerd. Tevens worden beleggingsrichtlijnen afgesproken met vermogensbeheerders, waarin limieten ten aanzien van genoemde concentraties zijn afgesproken.
Operationele risico’s (waaronder interne beheersing, IT en integriteitsrisico) Operationeel risico is het risico ten gevolge van niet afdoende of falende processen of systemen, menselijk gedrag of externe gebeurtenissen. Het gaat hier om onjuiste of niet tijdige afwikkeling van transacties, verkeerde verwerking van gegevens, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s worden beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de eigen uitvoeringsorganisatie en de organisaties waaraan het Pensioenfonds activiteiten heeft uitbesteed op gebieden zoals interne organisatie, processen, interne controles, kwaliteit van de geautomatiseerde systemen en dergelijke.
Uitbesteding en de risico’s die hiermee samenhangen Het bestuur heeft onder behoud van zijn verantwoordelijkheden een aantal werkzaamheden structureel uitbesteed. De uitbesteding van werkzaamheden aan een derde partij heeft tot gevolg dat het bestuur geen directe gezagsverhouding heeft met de personen die bij de derde partij feitelijk en dagelijks zijn belast met de uitvoering van die werkzaamheden. Het bestuur heeft verder geen rechtstreeks zicht op en voert geen directe controle uit op processen bij de externe dienstverlener. Het bestuur erkent verder dat aan de uitvoering door het pensioenbureau het risico van discontinuïteit is verbonden. Bij alle uitbestedingsactiviteiten conformeert het Pensioenfonds zich aan de regelgeving van DNB op het gebied van uitbesteding. Het Pensioenfonds beschikt voor iedere externe uit te voeren activiteit over een uitbestedingsovereenkomst die voldoet aan het bij of krachtens artikel 34 van de Pensioenwet bepaalde.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
32
In voorkomende gevallen worden met de uitvoerende organisaties nadere afspraken omtrent procedures, processen, informatieverschaffing en te leveren diensten vastgelegd in een Service Level Agreement (SLA). In de SLA wordt de dienstverlening inzichtelijk gemaakt en wordt de kwaliteit van de dienstverlening vastgelegd.
Juridische risico’s Het Pensioenfonds loopt het risico in rechte aangesproken te worden. Eén risico is dat de fondsstukken niet voldoen aan de wettelijke bepalingen. Een ander risico is dat men als fondsbestuurder in persoon kan worden aangesproken. Een derde risico betreft het niet in voldoende mate vorm geven aan consistent beleid, dit maakt het fonds kwetsbaar indien het hierop wordt aangesproken. Een vierde risico betreft het niet of onduidelijk communiceren naar partijen. Een vijfde risico betreft aansprakelijkheid door het niet of niet goed functioneren van partijen die het Pensioenfonds heeft ingehuurd. Teneinde de juridische risico’s te beperken heeft het Pensioenfonds de volgende maatregelen genomen: het management van de uitvoeringsorganisatie en de adviserende actuaris toetsen bij wetswijzigingen van de fondsstukken en stellen waar nodig wijzigingen voor aan het bestuur; het Pensioenfonds heeft een aansprakelijkheidsverzekering voor het bestuur afgesloten; het Pensioenfonds ziet erop toe dat besluitvorming consistent en goed gedocumenteerd plaatsvindt. Deze documentatie zorgt ervoor dat ook derden de inhoud en werking van dit beleid kunnen volgen; het Pensioenfonds werkt volgens een communicatieplan. Dit plan bewaakt de wettelijk verplichte communicatiemomenten. Naast deze vereisten heeft het Pensioenfonds eigenstandige communicatiedoelen. Middels het planmatig uitvoeren wordt bewaakt dat aan de eisen van de wet en consistentie van de uitingen wordt voldaan; met alle ingehuurde partijen zijn contractuele afspraken gemaakt. Partijen dienen regelmatig te rapporteren over het wel of niet voldoen aan de gemaakte afspraken. Daar waar mogelijk heeft het Pensioenfonds activiteiten gescheiden ondergebracht, waardoor er een mechanisme ontstaat van controletechnische functiescheiding; jaarlijks vinden er controles plaats door actuaris en accountant op de uitvoering door het Pensioenfonds. Materiële onvolkomenheden worden door hen gerapporteerd; het bestuur draagt er zorg voor dat zij voldoende kennis en kunde bezit om haar verantwoordelijkheid te kunnen dragen. De hierboven genoemde risico’s zijn niet limitatief, maar de weergegeven afdekking van deze genoemde risico’s geven wel een indicatie over de juridische weerbaarheid van het Pensioenfonds.
Beheersing van de risico’s Het bestuur wordt periodiek voorzien van managementinformatie met betrekking tot de status van de beleggingen en de verplichtingen van het Pensioenfonds. Verder wordt het bestuur door middel van periodieke rapportages van zowel de uitvoeringsorganisatie alsmede van externe adviseurs in staat gesteld de risico’s en fondssituatie goed te monitoren. Het bestuur overlegt binnen de daarvoor gestelde wettelijke termijnen aan DNB de staten die DNB nodig heeft voor haar taak.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
33
Vooruitblik op 2015 Op 1 januari is de Pensioenwet aangepast. DNB voert het financieel toezicht op pensioenfondsen uit. De regels hiervoor zijn nu verder aangescherpt. Belangrijke veranderingen hebben onder meer betrekking op het herstelplan, de haalbaarheidstoets en de risicohouding van het fonds. In 2015 zal het Pensioenfonds zijn beleid toetsen aan het nieuw Financieel Toetsingskader (nFTK). Beleidsdekkingsgraad Vanaf 2015 moeten alle pensioenfondsen gebruikmaken van de zogenaamde beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden. De oude dekkingsgraad (tot en met 2014) was een momentopname van de financiële positie aan het einde van de maand. De beleidsdekkingsgraad is stabieler dan de oude dekkingsgraad. In de oude situatie tot en met 2014 had een verandering in de bezittingen of de verplichtingen direct effect op de dekkingsgraad. Hierdoor kon de dekkingsgraad in korte tijd sterk schommelen door fluctuaties op de financiële markten. In de nieuwe situatie zullen de schommelingen door de middeling over twaalf maanden minder groot worden. De dekkingsgraad van december 2014 was 102,4%. Om de beleidsdekkingsgraad eind 2014 te berekenen, moeten alle maandelijkse dekkingsgraden van 2014 bij elkaar worden opgeteld en gedeeld door twaalf. Deze komt uit op 104,0%. Eén herstelplan Het korte- en langetermijnherstelplan worden vervangen door één herstelplan van maximaal tien jaar. Het fonds dient een herstelplan bij DNB in op het moment dat het fonds niet meer beschikt over het vereist eigen vermogen (reservetekort). In het herstelplan geeft het fonds aan welke maatregelen het fonds neemt om binnen tien jaar weer uit reservetekort te komen, waarbij de spreidingstermijn evenwichtig over de generaties bepaald moet zijn. Het herstelplan wordt jaarlijks geactualiseerd, totdat het fonds het reservetekort heeft weggewerkt. Haalbaarheidstoets Om meer aandacht te krijgen voor verwachtingen over het pensioenresultaat en de risico’s die daarbij gelden, wordt de haalbaarheidstoets geïntroduceerd. De haalbaarheidstoets wordt uitgevoerd op basis van verschillende economische scenario’s. De uitkomst vormt de grondslag voor communicatie op individuele basis richting de deelnemers over hun te verwachten pensioenresultaat, zowel ten aanzien van de koopkracht als ten aanzien van de risico’s. Ook wordt als onderdeel van de haalbaarheidstoets expliciet gekeken naar de door het Pensioenfonds gehanteerde premiesystematiek. Risicohouding In verband met de nieuwe regels zal het bestuur zich opnieuw buigen over het premie-, beleggings- en toeslagenbeleid. Deze zullen in overeenstemming moeten blijven met de doelstelling van het Pensioenfonds, waarbij de risicohouding een belangrijke rol speelt. Na overleg met het verantwoordingsorgaan zal het bestuur de risicohouding vastleggen voor korte termijn (op basis van het vereist eigen vermogen) en voor lange termijn (in relatie met de haalbaarheidstoets).
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
34
Toekomstige uitvoering pensioenregeling Zoals gemeld in dit verslag heeft Ten Cate besloten de pensioenregeling vooralsnog te laten uitvoeren door Pensioenfonds TenCate. Op moment van vaststelling van dit jaarverslag is niet bekend of Ten Cate dit besluit wil wijzigen. Het bestuur is van mening dat het Pensioenfonds op dit moment de best mogelijke uitvoeringsvorm voor de deelnemers is.
Almelo, 15 juni 2015
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Het bestuur
N. Mol Voorzitter
Jaarverslag 2014
D.B.J. Kleinjan Secretaris
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
35
Verslag van het verantwoordingsorgaan In dit jaarverslag legt het bestuur verantwoording af over de uitvoering van het beleid en geeft het verantwoordingsorgaan een oordeel over het handelen van het bestuur. De missie van het pensioenfonds is het voeren van een solide beleid, dat gericht is op zekerheid en continuïteit op de lange termijn voor alle deelnemers en pensioengerechtigden. Deze missie staat onder druk door de ontwikkeling van de rente en de inzichten van de werkgever. De visie van het pensioenfonds is een beleid gericht op voldoende rendement tegen aanvaardbare risico’s, een kostenefficiënte werkwijze en organisatie en een open communicatie aan alle deelnemers en andere belanghebbenden. Het jaar 2014 kenmerkt zich door vele veranderingen onder andere invoering van een nieuw bestuursmodel, aanpassing van de bestaande pensioenregeling aan de vereiste fiscale wijzigingen en voorbereiding op de invoering van een het nieuwe Financieel Toetsingskader per 1 januari 2015. Het jaar 2014 sluit helaas af met een te lage dekkingsgraad ondanks een tevredenstellend rendement behaald door het pensioenfonds en een verlaging van de pensioenen in 2014. Het verantwoordingsorgaan is van oordeel dat het bestuur zeer transparant is over haar beleid en risico’s naar het verantwoordingsorgaan en de deelnemers van het fonds. Tevens is het verantwoordingsorgaan van oordeel dat het bestuur in control is en haar beleid op een correcte wijze heeft uitgevoerd en voldoende aandacht heeft besteed aan toezicht, risicomanagement en communicatie. Het in control zijn van het bestuur sluit niet uit dat de risico’s van het pensioenfonds (ontwikkeling van de rekenrente en beleggingen) per definitie groot zijn. Door de certificerende actuaris is de financiële situatie van het fonds als slecht beoordeeld vanwege een dekkingstekort en een reservetekort. Deze situatie is op juiste wijze gecommuniceerd naar alle betrokkenen. Het verantwoordingsorgaan onderschrijft de aanbevelingen van certificerende actuaris en accountant. Het verantwoordingsorgaan spreekt haar grote waardering uit voor de professionele inzet en initiatieven van het bestuur en de uitvoeringsorganisatie in een jaar waar (te) veel, veranderingen door overheid, markt en werkgever, het bestuur tot actie dwongen.
Almelo,15 juni 2015 Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Het verantwoordingsorgaan
Reactie van het bestuur Het verantwoordingsorgaan heeft over 2014 aan het bestuur verslag uitgebracht. Wij danken het verantwoordingsorgaan voor hun waardering. De aanbevelingen van de certificerende actuaris en accountant zullen aandacht krijgen in het bestuur.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
36
Balans per 31 december 2014, na resultaatbestemming Bedragen x € 1.000
toelichting
2014
2013
Beleggingen voor risico pensioenfonds
6
Vastgoedbeleggingen
7
11.772
21.725
Aandelen
8
158.564
136.683
Vastrentende waarden
9
209.248
172.384
Derivaten (activa)
10
2.704
1.512
Overige beleggingen
11
10.415
17.838
392.703
350.142
587
607
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Overige contracten herverzekering
12
Vorderingen en overlopende activa Vorderingen op werkgever
13
3.781
1.432
Overige vorderingen
13
12
23
3.793
1.455
129
144
397.212
352.348
Overige activa Liquide middelen
14
Totaal activa
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
37
Bedragen x € 1.000
toelichting
2014
2013
Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal
15
1
1
Algemene reserve
15
9.332
14.035
9.333
14.036
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
17
385.396
330.313
Overige technische voorzieningen
17
380
376
385.776
330.689
Derivaten (passiva)
18
1.520
4.926
Overige schulden en overlopende passiva
19
583
2.697
397.212
352.348
102,4
104,2
Totaal passiva
Dekkingsgraad (in %)
8
8
16
De dekkingsgraad wordt hierbij gedefinieerd als pensioenvermogen / technische voorzieningen. Het pensioenvermogen is gelijk aan het totaal actief minus derivaten (passiva) en overige schulden en overlopende passiva.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
38
Staat van baten en lasten over 2014 Bedragen x € 1.000
toelichting
2014
2013
Premiebijdragen
22
7.675
7.777
Premie overgangsregeling VPL
23
6.464
82
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds
24
52.013
19.278
Overige baten
25
68
70
66.220
27.207
BATEN
LASTEN Pensioenuitkeringen
26
-13.586
-14.972
Pensioenuitvoeringskosten
27
-754
-804
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen risico pensioenfonds - Pensioenopbouw
28
-5.771
-6.189
- Inkoop overgangsregeling VPL
29
-5.938
-100
- Indexering
30
0
0
- Rentetoevoeging
31
-2.378
-1.588
- Onttrekking voor pensioenuitkeringen
32
13.512
14.971
- Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten
33
268
297
- Wijziging marktrente
34
-59.069
9.895
- Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten
35
1.111
0
- Aanpassing overlevingsgrondslagen
36
1.831
0
- Korting van aanspraken en rechten
37
0
8.601
- Overige wijzigingen
38
1.351
552
-55.083
26.439
Mutatie overige technische voorzieningen
39
-4
34
Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen
40
-20
59
Saldo overdrachten van rechten
41
-1.063
0
Overige lasten
42
-413
-114
-4.703
37.849
0
-47
Ten laste c.q. ten gunste van algemene reserve
-4.703
37.896
Totaal saldo van baten en lasten
-4.703
37.849
Saldo van baten en lasten
Bestemming van het saldo van baten en lasten Ten laste van bestemmingsreserve tijdelijke aanvullingsregeling
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
39
Kasstroomoverzicht 2014 Bedragen x € 1.000
2014
2013
Ontvangen premies (inclusief overgangsregeling VPL)
9.088
8.701
Ontvangen waardeoverdrachten
1.007
36
68
84
Betaalde pensioenuitkeringen
-13.689
-15.039
Betaalde waardeoverdrachten
-1.898
0
-690
-668
0
-28
-6.114
-6.914
6.456
7.431
-357
-435
6.099
6.996
Mutatie liquide middelen
-15
82
Stand per 1 januari
144
62
Stand per 31 december
129
144
Kasstroom uit pensioenactiviteiten
Ontvangen uitkeringen van herverzekeraars
Betaalde pensioenuitvoeringskosten Betaalde premies herverzekering
Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen Betaalde vermogensbeheerkosten
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
40
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2014 1.
Inleiding Het doel van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate, statutair gevestigd te Almelo (hierna “het Pensioenfonds”) is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden terzake van ouderdom en overlijden. Het Pensioenfonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregeling van Koninklijke Ten Cate nv (hierna “de onderneming”).
2.
Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de voor het Pensioenfonds geldende Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn 610 Pensioenfondsen (RJ 610). De gehanteerde grondslagen in de jaarrekening zijn dezelfde als die van het voorgaande jaar. Het bestuur heeft op 15 juni 2015 de jaarrekening vastgesteld.
3.
Presentatiewijzigingen De presentatie van de jaarrekening heeft in het verslagjaar geen wijziging ondergaan ten opzichte van het afgelopen verslagjaar.
4.
Algemene grondslagen
(a)
Algemeen De jaarrekening wordt gepresenteerd in duizenden euro’s, tenzij anders vermeld. Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op actuele waarde. Overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij anders vermeld. Baten en lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop deze betrekking hebben.
(b)
Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het Pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
41
(c)
Verantwoording baten en lasten Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voor- respectievelijk nadelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post “overlopende activa” c.q. “overlopende passiva”.
(d) Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.
(e)
Schattingen en veronderstellingen Bij het opstellen van de jaarrekening is het gebruik van schattingen en veronderstellingen noodzakelijk. De schattingen en veronderstellingen zijn vooral van invloed op de hoogte van de voorziening pensioenverplichtingen. Voor de waardering van de beleggingen, inclusief derivaten, zijn weinig schattingen nodig. De waardering van de beleggingen is voor het grootste gedeelte gebaseerd op marktinformatie.
(f)
Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de rekening van baten en lasten opgenomen.
(g)
Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Alle valutakoersverschillen zijn verwerkt in de staat van baten en lasten.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
42
De koersen van de belangrijkste valuta’s ten opzichte van de euro zijn als volgt: 31 december 2014
Gemiddelde 2014
31 december 2013
Gemiddelde 2013
USD
1,210
1,329
1,378
1,328
GBP
0,776
0,806
0,832
0,849
JPY
145,14
140,42
144,93
129,68
CHF
1,202
1,215
1,226
1,231
5.
Specifieke grondslagen
(h)
Beleggingen
(h.1) Algemeen In overeenstemming met de Pensioenwet worden beleggingen gewaardeerd op actuele waarde. Participaties in beleggingsinstellingen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. (h.2) Vastgoedbeleggingen Onderliggende beleggingen in niet-beursgenoteerde participaties worden gewaardeerd tegen de reële waarde, gebaseerd op de marktwaarde van het onderliggende vastgoed. De marktwaarde van het onderliggende vastgoed is de geschatte waarde bij onderhandse verkoop in verhuurde staat. (h.3) Aandelen De marktwaarde van onderliggende beursgenoteerde aandelen van aandelenfondsen is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum. Indien onderliggende aandelen niet beursgenoteerd zijn of indien de koersvorming niet representatief is, wordt de marktwaarde getaxeerd. De taxatie is gebaseerd op recente marktinformatie. (h.4) Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoersen. Indien vastrentende waarden of participaties in beleggingsinstellingen niet-beursgenoteerd zijn, vindt waardebepaling plaats op basis van de geschatte toekomstige nettokasstromen (rente en aflossingen) die uit de beleggingen zullen voortvloeien, contant gemaakt tegen de geldende marktrente en rekening houdend met het risicoprofiel (kredietrisico; oninbaarheid) en de looptijd. (h.5) Derivaten Derivaten worden gewaardeerd op reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. (h.6) Overige beleggingen De hieronder opgenomen beleggingen zijn overwegend participaties in een grondstoffenfonds en worden gewaardeerd op basis van de intrinsieke waarde van het fonds waarin wordt belegd.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
43
(i)
Herverzekeringen Betaalde herverzekeringspremies worden verantwoord in de periode waarop de herverzekering betrekking heeft. Vorderingen uit herverzekeringscontracten op risicobasis worden verantwoord op het moment dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet. Bij de waardering worden de herverzekerde uitkeringen contant gemaakt tegen de rentetermijnstructuur, onder toepassing van de actuariële grondslagen van het Pensioenfonds. Vorderingen uit herverzekeringscontracten die te classificeren zijn als garantiecontracten worden gelijkgesteld aan de hiertegenover staande voorziening voor pensioenverplichtingen. Vorderingen uit herverzekeringscontracten die te classificeren zijn als kapitaalcontracten worden gewaardeerd op de verwachte verzekeringsuitkering bij expiratie van het herverzekeringscontract.
(j)
Vorderingen en overlopende activa Vorderingen en overlopende activa worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking worden vorderingen gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten) onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaarheid.
(k)
Technische voorzieningen
(k.1) Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening voor pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (indexatie)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente. Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande indexatiebesluiten zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van pensioenaanspraken welke in de toekomst worden opgebouwd. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor de toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
44
De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: Marktrente: de rentetermijnstructuur gebaseerd op de Ultimate Forward Rente (UFR) per 31 december 2014 zoals gepubliceerd door DNB. Deze rentetermijnstructuur is vastgesteld op basis van het gemiddelde van alle handelsdagen in de laatste drie maanden van 2014. Overlevingstafels: Prognosetafels AG 2014. Er wordt rekening gehouden met het verschil in overlevingskansen tussen de werkenden en de totale bevolking door toepassing van een fondsspecifieke ervaringssterfte volgens het Towers Watson ervaringssterfte model 2012. Gezinssamenstelling: Voor de actieve deelnemers wordt bij de berekening van de contante waarde van het partnerpensioen uitgegaan van een partnerfrequentie van 100% tot de 65-jarige leeftijd, welke frequentie daarna afneemt op grond van de sterftekansen van de partner volgens de gehanteerde overlevingstafels. Voor de inactieve deelnemers jonger dan 65 jaar, inactief geworden vóór 1 januari 2000, wordt bij de berekening van de contante waarde van het partnerpensioen uitgegaan van een partnerfrequentie van 90% tot de 65-jarige leeftijd, welke frequentie daarna afneemt op grond van de sterftekansen van de partner volgens de gehanteerde overlevingstafels. Voor de inactieve deelnemers jonger dan 65 jaar, inactief geworden ná 1 januari 2000, wordt bij de berekening van de contante waarde van het partnerpensioen uitgegaan van een partnerfrequentie van 100% tot de 65-jarige leeftijd, welke frequentie daarna afneemt op grond van de sterftekansen van de partner volgens de gehanteerde overlevingstafels. Voor partnerpensioen is aangenomen dat alle mannen drie jaar ouder zijn dan hun echtgenote/partner. Er vindt opbouw van partnerpensioen plaats. Geboortedata: verondersteld is dat alle deelnemers zijn geboren op de eerste dag van hun geboortemaand. Kostenopslag ter grootte van 2% van de voorziening voor pensioenverplichtingen in verband met toekomstige administratie- en excassokosten. Met de kans op reactivering van arbeidsongeschikten wordt geen rekening gehouden. (k.2) Overige technische voorzieningen Onder het hoofd Overige technische voorzieningen worden voorzieningen opgenomen voor met de pensioenverplichtingen samenhangende risico’s voorzover niet opgenomen in de berekening van de pensioenvoorziening zoals voorziening arbeidsongeschiktheid. Bij de bepaling van de voorziening arbeidsongeschiktheid wordt rekening gehouden met de verwachte schadelast voor zieke deelnemers op balansdatum die naar verwachting arbeidsongeschikt zullen worden verklaard. Met betrekking tot deze categorie wordt de verplichting geschat op basis van ervaringscijfers.
(l)
Overige schulden en overlopende passiva Overige schulden en overlopende passiva worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking worden schulden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten). Onder deze post wordt ook de vooruitontvangen VPL-gelden verantwoord (van toepassing tot en met boekjaar 2013). Het saldo wordt gevormd uit de ontvangen VPL-premie. Het saldo wordt verminderd met inkoop van VPL-rechten op basis van reguliere fondsgrondslagen, dat wil zeggen rekening houdend met een gedempte rente. Het saldo wordt verhoogd met het rendementspercentage gelijk aan die van het Pensioenfonds.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
45
(m) Dekkingsgraad De dekkingsgraad van het fonds wordt berekend door op balansdatum het balanstotaal minus de derivaten (passivazijde balans) en de overige schulden en overlopende passiva te delen op de technische voorzieningen zoals opgenomen in de balans.
(n)
Kasstroomoverzicht De in het kasstroomoverzicht gepresenteerde mutatie in de liquide middelen is het saldo van de liquide middelen van de betaalrekening en sluit aan bij het saldo van de liquide middelen welke onder de activa wordt gepresenteerd. Er wordt in het kasstroomoverzicht derhalve geen rekening gehouden met de mutatie in het saldo van de beleggingsrekeningen. Het saldo van deze beleggingsrekeningen wordt onder de overige beleggingen gepresenteerd. Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode opgesteld. Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook als zodanig worden gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit pensioenuitvoeringsactiviteiten en beleggingsactiviteiten.
6.
Beleggingen voor risico pensioenfonds Overzicht ontwikkeling waarde per beleggingscategorie:
31 december 2014 Bedragen x € 1.000
Vastgoed-
Aandelen
beleggingen Stand per 31 december 2013 Aankopen/verstrekkingen Verkopen/aflossingen Overige mutaties Herwaardering
Belegd vermogen Af: negatief saldo derivaten
Beleggingen (balanspost)
Jaarverslag 2014
Vastrentende
Derivaten
waarden
Overige
Ultimo
beleggingen
2014
21.725
136.683
172.384
-3.414
17.838
345.216
0
109
89.901
0
0
90.010
-12.763
0
-71.473
0
-3.399
-87.635
0
0
0
4.598
-4.038
560
2.810
21.772
18.436
0
14
43.032
11.772
158.564
209.248
1.184
10.415
391.183
0
0
0
1.520
0
1.520
11.772
158.564
209.248
2.704
10.415
392.703
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
46
31 december 2013 Bedragen x € 1.000
Vastgoed-
Aandelen
beleggingen Stand per 31 december 2012 Aankopen/verstrekkingen Verkopen/aflossingen Overige mutaties
23.504
Vastrentende
Derivaten
waarden 117.686
Overige
Ultimo
beleggingen
2013 333.099
175.491
2.832
13.586
0
11.872
33.390
0
0
45.262
-434
-12.596
-30.229
0
0
-43.259
0
0
0
-6.246
5.984
-262
Herwaardering
-1.345
19.721
-6.268
0
-1.732
10.376
Belegd vermogen
21.725
136.683
172.384
-3.414
17.838
345.216
0
0
0
4.926
0
4.926
21.725
136.683
172.384
1.512
17.838
350.142
Af: negatief saldo derivaten
Beleggingen (balanspost)
Methodiek bepaling marktwaarde Level 1: Directe marktwaardering: beursnotering in een actieve markt (waarop geen prijsaanpassingen worden uitgevoerd). Level 2: Afgeleide marktwaardering: geen directe beursnotering maar andere uit de markt waarneembare data danwel een prijs gebaseerd op een transactie in een niet actieve markt met niet-significante prijsaanpassing (gebaseerd op aannames en schattingen). Level 3: Modellen en technieken: marktwaardebepaling niet gebaseerd op marktdata, maar gebaseerd op aannames en schattingen die de prijs significant beïnvloeden. 31 december 2014 Bedragen x € 1.000
Level 1
Level 2
Level 3
Stand
Directe markt-
Afgeleide
Waarderings-
Ultimo 2014
noteringen
Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden
markt-
modellen en
noteringen
-technieken
0
0
11.772
11.772
0
158.564
0
158.564
141.679
66.445
1.124
209.248
Derivaten
0
1.184
0
1.184
Overige beleggingen
0
10.415
0
10.415
141.679
236.608
12.896
391.183
0
1.520
0
1.520
141.679
238.128
12.896
392.703
Belegd vermogen Af: negatief saldo derivaten
Beleggingen (balanspost)
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
47
31 december 2013 Bedragen x € 1.000
Level 1
Level 2
Level 3
Stand
Directe markt-
Afgeleide
Waarderings-
Ultimo 2013
noteringen
Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden
modellen en -technieken
0
0
21.725
21.725
0
136.683
0
136.683
114.104
56.995
1.285
172.384
Derivaten
0
-3.414
0
-3.414
Overige beleggingen
0
17.838
0
17.838
114.104
208.102
23.010
345.216
0
4.926
0
4.926
114.104
213.028
23.010
350.142
Belegd vermogen Af: negatief saldo derivaten
Beleggingen (balanspost)
7.
marktnoteringen
Vastgoedbeleggingen Bedragen x € 1.000
2014
2013
Nederlands indirect vastgoed
8.327
17.685
Europees indirect vastgoed
3.445
4.040
11.772
21.725
2014
2013
Niet-beursgenoteerde aandelen beleggingsfondsen, large cap
158.564
136.683
Stand per 31 december
158.564
136.683
Stand per 31 december
8.
Aandelen Bedragen x € 1.000
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
48
9.
Vastrentende waarden Bedragen x € 1.000
2014
2013
141.679
114.104
1.124
1.285
66.445
56.995
209.248
172.384
Bedragen x € 1.000
2014
2013
Rentederivaten
2.704
0
Valutaderivaten
0
1.512
2.704
1.512
Bedragen x € 1.000
2014
2013
Grondstoffenfonds
7.638
11.023
Liquide middelen
2.737
6.720
40
95
10.415
17.838
Directe vastrentende waardebeleggingen Staatsobligaties Leningen op schuldbekentenis Indirecte vastrentende waardebeleggingen Bedrijfsobligaties (Credit Fund)
Stand per 31 december
10. Derivaten (activa)
Stand per 31 december
Voor verdere toelichting zie onderdeel 18 Derivaten (passiva).
11. Overige beleggingen
Vorderingen inzake beleggingen
Stand per 31 december
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
49
12. Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Bedragen x € 1.000
2014
2013
Overige contracten herverzekering
587
607
Stand per 31 december
587
607
Onder overige contracten is de gekapitaliseerde waarde van de herverzekeringscontracten opgenomen. Dit betreft contracten van aangesloten ondernemingen bij herverzekeringsmaatschappijen, die ten tijde van toetreding tot het Pensioenfonds premievrij zijn gemaakt. De rechten en plichten van de deelnemers die onder genoemde contracten vallen, zijn overgenomen door het Pensioenfonds. Tevens vallen hieronder de uitkeringen uit het beëindigde contract van het premierisico bij arbeidsongeschiktheid. De verzekeringstechnische risico’s liggen bij de verzekeringsmaatschappijen. Voor een mutatieoverzicht zie de toelichting bij 40.
13. Vorderingen en overlopende activa Bedragen x € 1.000
2014
2013
Vordering op werkgever
3.781
1.432
12
23
3.793
1.455
Overig
Stand per 31 december
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. De vordering op de werkgever betreft de premieafdracht van december 2014 (1.076) en koopsom VPL-regeling (2.704). De premieafdracht december 2014 is in januari 2015 ontvangen en de koopsom VPLregeling in april 2015.
14. Overige activa Bedragen x € 1.000
2014
2013
Liquide middelen
129
144
Stand per 31 december
129
144
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
50
Onder de liquide middelen worden opgenomen tegoeden op bankrekeningen, die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn en die niet beschikbaar zijn om te worden belegd.
15. Stichtingskapitaal en reserves Bedragen x € 1.000
Stichtings-
Algemene Bestemmings- Bestemmings-
kapitaal
reserve
reserve
Totaal
reserve
tijdelijke VPL-regeling aanvulling Stand per 1 januari 2013
1
-23.861
47
800
-23.013
Naar vooruit ontvangen VPL-gelden
0
0
0
-800
-800
Saldo van baten en lasten 2013
0
37.896
-47
0
37.849
Stand per 31 december 2013
1
14.035
0
0
14.036
Saldo van baten en lasten 2014
0
-4.703
0
0
-4.703
Stand per 31 december 2014
1
9.332
0
0
9.333
Ontwikkeling bestemmingsreserve tijdelijke aanvulling: Bedragen x € 1.000
2014
2013
Stand per 1 januari
0
47
Toekenning aanvullingsregeling
0
-47
Stand per 31 december
0
0
De bestemmingsreserve heeft betrekking op vooruit ontvangen premie bestemd voor de financiering van de tijdelijke aanvullingsregeling. Ultimo 2013 zijn alle rechten op de tijdelijke aanvullingsregeling gefinancierd. Bestemmingsreserve VPL-regeling: Bedragen x € 1.000
2014
2013
Stand per 1 januari
0
800
Overheveling naar vooruit ontvangen VPL-gelden
0
-800
Stand per 31 december
0
0
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
51
16. Dekkingsgraad en vermogenspositie De dekkingsgraad van het Pensioenfonds heeft zich als volgt ontwikkeld:
Stand per 1 januari Premie Uitkering Renteverandering Overrendement Wijziging grondslagen Overige oorzaken
Stand per 31 december zonder korting Korting per 1 april
Stand per 31 december
2014
2013
%
%
104,2
93,3
0,3
0,4
0,2
-0,3
-15,8
2,7
15,2
5,3
0,6
0,0
-2,3
0,2
102,4
101,6
-
2,6
102,4
104,2
Voor het bepalen van het vereist eigen vermogen (de solvabiliteitstoets) maakt het Pensioenfonds gebruik van het standaard model. Het bestuur acht het gebruik van het standaardmodel passend voor de risico’s van het Pensioenfonds. De uitkomsten van de solvabiliteitstoets zijn opgenomen onder paragraaf Risico’s op pagina 27. Op basis hiervan bedraagt het eigen vermogen op 31 december: Bedragen x € 1.000 Aanwezig eigen vermogen (corresponderend met bovenstaande dekkingsgraad)
2014
2013
9.333
14.036
Minimaal vereist eigen vermogen
16.092
13.948
Vereist eigen vermogen (op basis van de feitelijke beleggingsmix)
56.979
54.039
De vermogenspositie van het Pensioenfonds per 31 december 2014 kan als gevolg hiervan worden gekarakteriseerd als “dekkingstekort” en “reservetekort”.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
52
17. Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds Bedragen x € 1.000
2014
2013
330.313
356.752
Pensioenopbouw
5.771
6.189
Inkoop overgangsregeling VPL
5.938
100
Stand 1 januari
Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten
2.378
1.588
-13.512
-14.971
-268
-297
Wijziging marktrente
59.069
-9.895
Wijziging uit hoofde van overdrachten van rechten
-1.111
0
Aanpassing overlevingsgrondslagen
-1.831
0
0
-8.601
-1.351
-552
385.396
330.313
Korting van aanspraken en rechten Overige wijzigingen
Stand per 31 december
Ultimo verslagjaar bedraagt de gemiddeld gewogen rekenrente 1,85% (2013: 2,71%). Voor een toelichting op de verschillende posten wordt verwezen naar de toelichting in de staat van baten lasten. De voorziening voor pensioenverplichtingen is naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld: Bedragen x € 1.000 Actieven en arbeidsongeschikten Gewezen deelnemers (slapers)
2014
%
2013
%
135.355
36
100.337
31
71.298
19
58.890
18
Pensioengerechtigden
171.379
45
164.686
51
Netto pensioenverplichtingen
378.032
100
323.913
100
Voorziening toekomstige uitvoeringskosten
Stand per 31 december
7.364
6.400
385.396
330.313
Bij de post actieve deelnemers is een bedrag van 9.827 (2013: 8.481) opgenomen voor pensioensparen. Actieve deelnemers kunnen individueel bijsparen tot het fiscaal maximum. De gespaarde bedragen worden jaarlijks aangepast met het fondsrendement minus 1%-punt met een garantie van gemiddeld 2% per jaar, gerekend vanaf kalenderjaar 2010. Door deze garantie wordt het pensioensparen gekwalificeerd als een defined benefit regeling.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
53
De methode voor de berekening van de pensioenverplichtingen is zodanig toegepast dat er geen sprake is van een financieringsachterstand. Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het algemeen een langlopend karakter. Overige technische voorzieningen Bedragen x € 1.000 Stand per 1 januari Mutatie voorziening arbeidsongeschiktheid
Stand per 31 december
2014
2013
376
410
4
-34
380
376
De overige technische voorzieningen bestaat uit een voorziening voor arbeidsongeschiktheid. Met het opnemen van de voorziening arbeidsongeschiktheid wordt rekening gehouden met toekomstige schadelast voor deelnemers, die op de balansdatum ziek zijn en mogelijk arbeidsongeschikt worden verklaard. De voorziening is gelijk gesteld aan tweemaal de premie die voor het arbeidsongeschiktheidsrisico in rekening wordt gebracht door het Pensioenfonds.
18. Derivaten (passiva) Bedragen x € 1.000
2014
Valutaderivaten
1.520
0
Rentederivaten
0
4.926
1.520
4.926
Stand per 31 december
2013
Specifieke financiële instrumenten (derivaten) Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt tevens gebruikgemaakt van financiële derivaten. Als hoofdregel geldt, dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid. De portefeuillestructuur en het risicoprofiel, berekend inclusief de economische effecten van derivaten, dienen zich binnen de door het bestuur vastgestelde grenzen (limieten) te bevinden. Het Pensioenfonds gebruikt derivaten hoofdzakelijk om de hiervoor vermelde vormen van marktrisico zo veel mogelijk af te dekken. Een van de belangrijkste risico’s bij derivaten is het kredietrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Dit risico wordt beperkt door alleen transacties aan te gaan met te goeder naam en faam bekend staande partijen. Bovendien geldt dat zoveel mogelijk wordt gewerkt met onderpand.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
54
Gebruik wordt gemaakt van onder meer valutatermijncontracten en renteswaps. Valutatermijncontracten zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten worden valutarisico’s afgedekt. Renteswaps zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij een vaste lange rente wordt geruild tegen een variabele korte rente. Het Pensioenfonds ontvangt bij een receiver swap een vaste lange rente, vergelijkbaar met de kasstroom van een lang lopende obligatie en betaalt daarvoor een variabele korte rente. Bij een payer swap is dit andersom. Bij een eventuele negatieve waarde van de renteswaps (per tegenpartij > € 1 miljoen) worden staatsobligaties bij de tegenpartijen (banken) in onderpand (collateral) geplaatst. Bij een eventuele positieve waarde van renteswaps (per tegenpartij > € 1 miljoen) ontvangt het Pensioenfonds staatsobligaties van tegenpartijen als onderpand. Ultimo 2014 hadden de rentederivaten per saldo een positieve waarde van 2.704 (Deutsche Bank AG 149, Rabobank International 13 en ING Bank NV 2.542). Hiervoor is door het Pensioenfonds onderpand in de vorm van staatsobligaties ontvangen van ING Bank NV ter waarde van 1.564. Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2014: Bedragen x € 1.000 Type contract
Valutaderivaten Renteswaps
Expiratie-
Contract-
Saldo
datum
Omvang
waarde
11-03-2015
120.192
2015-2062
177.500
297.692
Positieve
Negatieve
waarde
waarde
-1.520
0
1.520
2.704
2.886
182
1.184
2.886
1.702
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2013: Bedragen x € 1.000 Type contract
Valutaderivaten Renteswaps
Expiratie-
Contract-
Saldo
Positieve
Negatieve
datum
Omvang
waarde
14-01-2014
101.000
1.512
1.512
0
2014-2062
171.600
-4.926
613
5.539
272.600
-3.414
2.125
5.539
waarde
waarde
Ultimo 2013 hadden de rentederivaten per saldo een negatieve waarde van 4.926. Hiervoor is aan ING Bank NV onderpand verstrekt in de vorm van staatsobligaties ter waarde van 4.172.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
55
19. Overige schulden en overlopende passiva Bedragen x € 1.000
2014
2013
32
39
129
129
82
66
279
322
61
69
0
2.072
583
2.697
Bedragen x € 1.000
2014
2013
Stand per 31 december 2013
2.072
0
0
800
1.294
1.267
-208
-82
Schulden aan werkgever Kosten adviseurs en accountant Beleggingscrediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden Vooruitontvangen VPL-gelden
Stand per 31 december
Ontwikkeling vooruitontvangen VPL-gelden
Overheveling van bestemmingsreserve VPL-regeling Ontvangen premie Toegekende rechten Rendement Koopsom VPL-regeling werkgever
Onvoorwaardelijke toezegging overgangsregeling VPL
Stand per 31 december 2014
394
87
2.704
0
6.256
2.072
-6.256
0
0
2.072
Door het Pensioenfonds wordt een overgangsregeling uitgevoerd in het kader van de Wet VPL. Deze regeling voorziet in een voorwaardelijke aanspraak op pensioen. Voorwaarde is dat er sprake moet zijn van een dienstverband. Op het moment van pensioneren, doch uiterlijk 31 december 2020, worden de voorwaardelijke aanspraken omgezet in onvoorwaardelijke pensioenaanspraken. De inkoop van onvoorwaardelijke pensioenaanspraken geschiedt op basis van de fondsgrondslagen op het moment van inkoop. Voor de financiering van de overgangsregeling wordt jaarlijks een premie van 3,9% van de salarissom betaald (2014: 1.294). Deze premie wordt op de balans opgenomen als “Vooruitontvangen VPL-gelden”. Voorts wordt de inkoop aan de vooruitontvangen VPL-gelden onttrokken op basis van reguliere fondsgrondslagen, dat wil zeggen rekening houdend met een gedempte rente van 4,9% en inclusief een opslag voor het vereist eigen vermogen (2014: -208). Het rendement op de vooruitontvangen VPL-gelden (2014: 394) is gelijk aan het rendement van het Pensioenfonds.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
56
De werkgever heeft besloten de VPL-regeling per 31 december 2014 af te schaffen en de voorwaardelijke VPL-aanspraken gedeeltelijk toe te zeggen (onvoorwaardelijk maken). De koopsom voor deze onvoorwaardelijke toezegging is berekend op 6.256. De werkgever betaalt het verschil tussen de koopsom en het saldo van de vooruitontvangen VPL-gelden per 31 december 2014 (2.704).
20. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Langlopende contractuele verplichtingen Het Pensioenfonds heeft de volgende meerjarige overeenkomst afgesloten. Huurovereenkomst voor een gedeelte van een kantoorpand inclusief archiefruimte en drie parkeerplaatsen. De jaarlijks te betalen huurprijs inclusief servicekosten bedraagt 23. De huurverplichting loopt van 15 november 2012 tot 15 november 2015.
Investerings- en stortingsverplichtingen Per balansdatum zijn er geen investerings- en stortingsverplichtingen.
Pensioenverplichtingen Potentieel inhaal van korting van pensioenaanspraken en -rechten Het Pensioenfonds heeft per 1 april 2013 en 1 april 2014 de pensioenaanspraken en -rechten met respectievelijk 2,3% en 2,6% verlaagd. Van deze kortingen komt 4,1%-punt in aanmerking voor inhaal (herstelkortingen) in de toekomst. Het resterende deel van 0,8%-punt van de korting is onherroepelijk vanwege de verwerkte stijging van de levensverwachting ultimo 2012. Dit was een voorwaarde van DNB om in het kader van het Septemberpakket een aanvullende korting te kunnen spreiden (maximaal 7% in 2014, resterende deel in 2015). Potentieel inhaal van niet verleende indexaties Het Pensioenfonds heeft sinds 1 januari 2009 niet meer kunnen indexeren. Cumulatief bedragen de niet verleende indexaties per 1 januari 2015: - Actieve deelnemers: 10,29% - Inactieve deelnemers: 10,77% Zodra de financiële positie het toelaat (vanaf een dekkingsgraad van ongeveer 130%) kan het bestuur eventueel besluiten tot het inhalen van niet verleende indexatie. Als de niet verleende indexatie na vijf jaar nog niet is ingehaald, vervalt de mogelijkheid van inhalen. Dit houdt in dat de niet verleende indexaties tot 1 januari 2010 (actieve deelnemers: 3,91% en inactieve deelnemers: 2,94%) zijn vervallen per 1 januari 2015. Het bestuur verwacht dat de dekkingsgraad in 2015 niet zal stijgen tot boven de 130%, derhalve zal de niet verleende indexatie per 1 januari 2011 (actieve deelnemers: 0,5% en inactieve deelnemers: 1,38%) vervallen per 1 januari 2016.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
57
21. Verbonden partijen Identiteit van verbonden partijen Er is sprake van een relatie tussen het Pensioenfonds en de werkgever, de aangesloten ondernemingen en hun bestuurders.
Transacties met bestuurders Inzake de beloning van bestuurders wordt verwezen naar pagina 63. Er zijn noch leningen verstrekt, noch is er sprake van vorderingen op (voormalige) bestuurders.
Overeenkomst met de onderneming Het Pensioenfonds heeft een uitvoeringsovereenkomst afgesloten met Koninklijke Ten Cate nv en Ten Cate Nederland bv (de onderneming). Deze overeenkomst geldt ook voor de door de onderneming aangewezen groepsmaatschappijen en deelnemingen. Het doel van deze overeenkomst is het vastleggen van de regeling omtrent de betaling van de bijdragen door de onderneming en de verplichtingen van het Pensioenfonds met betrekking tot de pensioenregeling(en). De hoogte van de bijdrage wordt vastgesteld aan de hand van de bepalingen in de actuariële en bedrijfstechnische nota (abtn). De onderneming heeft geen andere contractuele verplichting inzake bijdragen aan het Pensioenfonds.
22. Premiebijdragen Bedragen x € 1.000
2014
2013
Premie pensioenregeling werkgever (15,0%) van de pensioengrondslag
3.228
3.175
Premie pensioenregeling werknemer (7,5%) van de pensioengrondslag
1.614
1.589
Storting pensioensparen
450
801
Premie Anw-hiaatpensioen
164
166
2.045
2.010
174
36
7.675
7.777
Opslag premie werkgever in verband met lage dekkingsgraad FVP-bijdrage
In 2014 is de storting pensioensparen aanmerkelijk lager ten opzichte van 2013, omdat werknemers minder mochten storten in verband met beperkte fiscale ruimte. Bedragen x € 1.000
2014
2013
Zuivere kostendekkende premie
7.125
7.509
Gedempte kostendekkende premie
5.027
5.084
Feitelijke premie
7.675
7.777
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
58
De aan het verslagjaar toe te rekenen feitelijke premie is als bate verantwoord. De samenstelling van de kostendekkende en gedempte kostendekkende premie is als volgt: Bedragen x € 1.000
Zuivere kosten- Gedempte kosten-
Actuariële inkoop
dekkende premie
dekkende premie
4.737
3.006
Koopsom overlijdensrisico
135
97
Opslag premievrijstelling AO
190
190
Premie Anw-hiaatpensioen
164
164
Pensioenspaarpremie
450
450
95
60
5.771
3.967
Solvabiliteitsopslag (16,3%)
867
573
Uitvoeringskosten -/- vrijval excassokosten
487
487
7.125
5.027
Excassokosten
Totaal actuarieel benodigde premie 9
Normale premie
Feitelijke
Opslag premie werkgever
premie
5.630 2.045
Totale premie
7.125
5.027
7.675
Zuivere kostendekkende premie De zuivere kostendekkende premie (KDP) is vastgesteld met de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur per 1 januari van het boekjaar en op basis van de in het boekjaar waargenomen actuariёle lasten. De KDP bestaat uit de volgende componenten: De actuarieel benodigde premie voor de opbouw en risicodekking van alle onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioentoezegging. Deze premie is berekend op basis van de marktwaardegrondslagen van het Pensioenfonds zoals die primo verslagjaar van toepassing waren. Een solvabiliteitsopslag die procentueel gelijk is aan het vereist eigen vermogen zoals dat primo verslagjaar was vastgesteld. Een opslag voor de uitvoeringskosten. De zuivere KDP bedraagt 7.125.
Gedempte kostendekkende premie De Pensioenwet staat toe om de kostendekkende premie te dempen. Premiedemping wordt bereikt door gebruik te maken van een (over maximaal 10 jaar) gemiddelde markrente of beleggingsrendement of van een verwacht beleggingsrendement.
9
Op basis van de vereiste dekkingsgraad primo 2014 bij een feitelijke verdeling van de beleggingen.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
59
Het Pensioenfonds maakt gebruik van de mogelijkheid van premiedemping en heeft gekozen voor een vaste discontovoet van 4,9%. Deze vaste discontovoet is gebaseerd op het verwachte beleggingsrendement, waarbij impliciet rekening is gehouden met de toeslagambitie van het Pensioenfonds. Afgezien van de vaste discontovoet zijn de samenstelling en de grondslagen van de gedempte KDP gelijk aan die van de zuivere KDP. De gedempte KDP is voor het jaar 2014 berekend op 5.027.
Feitelijke premie De feitelijke premie is vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst tussen het Pensioenfonds en de aangesloten onderneming en tevens in de actuariële en bedrijfstechnische nota (abtn) van het Pensioenfonds. De normale feitelijke premie is conform de uitvoeringsovereenkomst en abtn vastgesteld op 22,5% van de pensioengrondslagsom. Voor 2014 komt dit neer op een bedrag van 5.630. Hierbij is inbegrepen de storting pensioensparen, premie Anw-hiaatpensioen en FVPbijdrage. Omdat de dekkingsgraad lager is dan 110%, heeft conform de uitvoeringsovereenkomst in 2014 een extra premiestorting plaatsgehad van 2.045, zijnde 50% van de normale werkgeverspremie. De totale feitelijke premie kwam daarmee in 2014 uit op 7.675. De feitelijke premie bedraagt meer dan de gedempte kostendekkende premie op marktwaarde en de zuivere kostendekkende premie. Het Pensioenfonds hanteert een premiekorting wanneer de dekkingsgraad van het Pensioenfonds meer bedraagt dan de vereiste dekkingsgraad +20%-punt (minimaal 140%). In het verslagjaar hebben geen premiekortingen of -terugstortingen plaatsgevonden.
23. Premie overgangsregeling VPL Bedragen x € 1.000
2014
2013
Premie overgangsregeling VPL
6.464
82
6.464
82
De premie overgangsregeling bestaat uit het saldo vooruitontvangen VPL-gelden 6.256 (zie toelichting bij 19) plus 208 voor de koopsom van in het boekjaar 2014 toegekende VPL-rechten.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
60
24. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Bedragen x € 1.000
Directe
Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen Overige kosten vermogensbeheer
Beleggingsresultaten 2014
Bedragen x € 1.000
Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten
Indirecte
Kosten van
Totaal
beleggings-
beleggings-
vermogens-
opbrengsten
opbrengsten
beheer
620
-238
0
382
0
21.881
-110
21.771
4.262
19.583
-260
23.585
0
7.130
-317
6.813
33
-387
-15
-369
0
0
-169
-169
4.915
47.969
-871
52.013
Directe
Indirecte
Kosten van
Totaal
beleggings-
beleggings-
vermogens-
opbrengsten
opbrengsten
beheer
1.202
-1.452
0
-250
0
24.697
-94
24.603
3.777
-5.751
-224
-2.198
0
-618
-359
-977
36
-1.731
-15
-1.710
0
0
-190
-190
5.015
15.145
-882
19.278
2014
2013
Pensioenuitkeringen herverzekeringen
54
54
Uitkeringen in verband met premievrijstelling arbeidsongeschiktheid
14
16
68
70
Overige beleggingen Overige kosten vermogensbeheer
Beleggingsresultaten 2013
25. Overige baten Bedragen x € 1.000
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
61
26. Pensioenuitkeringen Bedragen x € 1.000
2014
2013
Ouderdomspensioen
-9.902
-9.912
Nabestaandenpensioen (partnerpensioen)
-3.098
-3.190
-50
-41
Anw-hiaatpensioen
-234
-227
Vroegpensioen
-170
-831
Aanvulling vroegpensioen
-92
-739
Afkopen
-40
-32
-13.586
-14.972
Wezenpensioen
De indexatie van de uitkeringen per 1 januari 2014 zoals vastgesteld door het bestuur bedraagt 0% (2013: 0%). De post “Afkopen” betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan € 458,06 (2013: € 451,22) per jaar (de afkoopgrens) overeenkomstig de Pensioenwet.
27. Pensioenuitvoeringskosten Bedragen x € 1.000
2014
2013
-67
-68
Personeelskosten
-236
-233
Administratiekosten
-133
-173
Bestuurskosten
Communicatiekosten
-32
-34
Controle- en advieskosten
-160
-207
Contributies en bijdragen
-40
-41
Huisvestingskosten
-28
-27
Overige
-58
-21
-754
-804
Kosten uitvoering pensioenregeling
In de controle- en advieskosten is het honorarium opgenomen van de externe accountant van het Pensioenfonds voor de controle van de jaarrekening en de staten 37 (2013: 37). Overeenkomstig artikel 96 van de Pensioenwet wordt vermeld dat het Pensioenfonds in het afgelopen jaar geen dwangsommen en boetes zijn opgelegd.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
62
Aantal personeelsleden Bij het Pensioenfonds zijn ultimo verslagjaar vier werknemers in dienst, gelijk aan 3 fte (ultimo 2013: 3 fte). Verloning vindt plaats via de werkgever. De werkelijke kosten worden doorbelast aan het Pensioenfonds. De werknemers nemen deel aan de pensioenregeling zoals uitgevoerd door het Pensioenfonds, overeenkomstig de overige deelnemers.
Bezoldiging bestuurders Onder de post bestuurskosten is de vergoeding van 58 voor de externe voorzitter verantwoord (2013: 58). De overige bestuurskosten (9) hebben betrekking op vergaderkosten en de onkostenvergoeding voor gepensioneerde leden van het bestuur, de beleggingscommissie en het verantwoordingsorgaan.
28. Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Verder is hierin begrepen de pensioenspaarstorting van deelnemers aan de vrijwillige pensioenspaarregeling. De pensioenopbouw bedraagt 5.771 (2013: 6.189).
29. Inkoop overgangsregeling VPL Door het Pensioenfonds wordt een overgangsregeling uitgevoerd in het kader van de Wet VPL. Deze regeling voorzag tot 31 december 2014 in een voorwaardelijke aanspraak op pensioen. Voorwaarde was dat er sprake moet zijn van een dienstverband. Op het moment van pensioneren, doch uiterlijk op 31 december 2020, werden de voorwaardelijke aanspraken omgezet in onvoorwaardelijke pensioenaanspraken. De inkoop van de onvoorwaardelijke pensioenaanspraken geschiedde op basis van de fondsgrondslagen op het moment van inkoop. Per 31 december 2014 heeft Ten Cate besloten om de voorwaardelijke VPL-overgangsregeling af te kopen. De voorwaardelijke VPL-overgangsrechten (met ingangsleeftijd 65) zijn afgekocht en omgezet in een onvoorwaardelijk ouderdomspensioen (met ingangsleeftijd 67). Deze inkoop plus de toegekende VPL-rechten gedurende het verslagjaar zijn gedaan op de fondsgrondslagen ultimo 2014.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
63
30. Indexering Het Pensioenfonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers jaarlijks aan te passen aan de loonontwikkeling volgens de CAO MITT. De indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op indexering bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst indexering kan plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de indexering kan in principe voor een beperkte periode worden ingehaald. De indexatie voor actieve deelnemers bedraagt 0 (2013: 0). Het Pensioenfonds streeft er tevens naar de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenrechten (gewezen deelnemers) jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van de prijsindex. Ook deze indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Een eventuele achterstand in de indexering kan in principe voor een beperkte periode ingehaald worden. De indexatie voor de gepensioneerden en gewezen deelnemers bedraagt 0 (2013: 0).
31. Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 0,379% (2013: 0,351%), zijnde 2.378 (2013: 1.588).
32. Onttrekking voor pensioenuitkeringen Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen van de verslagperiode. De pensioenverplichtingen zijn verminderd met 13.512 (2013: 14.971).
33. Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de kosten van de verslagperiode. De pensioenverplichtingen zijn verminderd met 268 (2013: 297).
34. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. In 2014 is de gemiddelde rekenrente gedaald van 2,71% naar 1,85%. In 2013 is de gemiddelde rekenrente gestegen van 2,4% naar 2,71%. De daling van de rentetermijnstructuur in 2014 heeft geleid tot een toename van de pensioenverplichtingen van 54.069 (2013: afname 9.895).
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
64
35. Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Dit betreft de mutatie van de voorziening pensioenverplichtingen als gevolg van ontvangen en uitbetaalde waardeoverdrachten. Per saldo is de voorziening pensioenverplichtingen afgenomen met 1.111 als gevolg van waardeoverdrachten. In 2013 hebben geen waardeoverdrachten plaatsgevonden, omdat de procedures rond waardeoverdrachten waren opgeschort als gevolg van een te lage dekkingsgraad (<100%).
36. Wijziging actuariële uitgangspunten (aanpassing overlevingsgrondslagen) Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien van sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor de gehele bevolking als ook voor de populatie van het Pensioenfonds. De vaststelling van de toereikendheid van de voorziening voor pensioenverplichtingen is een inherent onzeker proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het bestuur van het Pensioenfonds. Het effect van wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien. In het verslagjaar zijn de overlevingsgrondslagen herzien. Het Pensioenfonds hanteerde in 2013 nog de Prognosetafel AG 2012-2062 en is ultimo 2014 overgegaan naar de Prognosetafel 2014. Door deze overgang hanteert het Pensioenfonds de meest recente verzekeringstechnische grondslagen en de voorzienbare trend in overlevingskansen. De aanpassing van de overlevingsgrondslagen heeft geleid tot een verlaging van de pensioenverplichtingen van 1.831 (2013: 0).
37. Korting van aanspraken en rechten Op 6 februari 2014 heeft het bestuur, op basis van de financiële positie op 31 december 2013, het besluit genomen om de aanspraken en rechten van alle deelnemers met 2,6% te verlagen. Als gevolg van dit besluit daalde de voorziening pensioenverplichtingen in het verslag 2013 met 8.601.
38. Overige wijzigingen Bedragen x € 1.000
2014
2013
Resultaat op overlevingskansen
1.277
397
93
23
-40
54
21
78
1.351
552
Resultaat op arbeidsongeschiktheid Resultaat op overige technische grondslagen Resultaat op overige oorzaken
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
65
39. Mutatie overige technische voorzieningen Bedragen x € 1.000 Mutatie voorziening arbeidsongeschiktheid
2014
2013
-4
34
-4
34
40. Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen Bedragen x € 1.000 Rentetoevoeging Pensioenuitkeringen
2014
2013
2
2
-69
-54
Resultaat op overlevingskansen
13
24
Wijziging marktrente
42
-8
Aanpassing overlevingsgrondslagen
-8
0
0
95
-20
59
2014
2013
594
0
-1.657
0
-1.063
0
Activering herverzekering WAO
41. Saldo overdrachten van rechten Bedragen x € 1.000 Inkomende waardeoverdrachten Uitgaande waardeoverdrachten
Waardeoverdracht betreft de ontvangst van of overdracht aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. De ontvangen koopsommen worden aangewend voor de inkoop van extra pensioenaanspraken.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
66
42. Overige lasten Bedragen x € 1.000
2014
2013
Premies herverzekering (overlijdensrisico)
-19
-27
Rendement vooruitontvangen VPL-gelden
-394
-87
-413
-114
43. Belastingen De activiteiten van het Pensioenfonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting.
Almelo, 15 juni 2015
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Het bestuur
N. Mol Voorzitter
Jaarverslag 2014
D.B.J. Kleinjan Secretaris
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
67
Overige gegevens Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het Pensioenfonds. Het bestuur van het Pensioenfonds heeft op 15 juni 2015 besloten het negatieve resultaat over 2014 van 4.703 in mindering te brengen op de algemene reserve.
Gebeurtenissen na balansdatum Met ingang van 1 januari 2015 is de pensioenregeling voor de deelnemers van Pensioenfonds TenCate gewijzigd. Het jaarlijkse opbouwpercentage is verlaagd van 1,79% naar 1,75%. Daarnaast is het pensioengevend jaarsalaris gemaximeerd op € 100.000. Daarentegen is de franchise verlaagd van € 15.970 naar € 14.732 per jaar. De pensioenpremie voor 2015 is vastgesteld op 30% van de pensioengrondslag en is daarmee onveranderd ten opzichte van het verslagjaar. Per 1 januari 2015 is de driemaandsmiddeling uit de door DNB gepubliceerde rentetermijnstuctuur verdwenen en dient door pensioenfondsen de beleidsdekkingsgraad te worden vastgesteld. Dit is het gemiddelde van de dekkingsgraad over de laatste 12 maanden. De beleidsdekkingsgraad van het Pensioenfonds per 1 januari 2015 bedraagt 104,0%. De dekkingsgraad op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur zonder driemaandsmiddeling is 98,6%. Het korte- en langetermijnherstelplan worden vervangen door één herstelplan van maximaal 10 jaar. Het fonds dient een herstelplan bij DNB in op het moment dat het fonds niet meer beschikt over het vereist eigen vermogen (reservetekort). In het herstelplan geeft het fonds aan welke maatregelen het fonds neemt om binnen 10 jaar weer uit reservetekort te komen, waarbij de spreidingstermijn evenwichtig over de generaties bepaald moet zijn. Het herstelplan wordt jaarlijks geactualiseerd, totdat het fonds het reservetekort heeft weggewerkt. Het Pensioenfonds zal uiterlijk 30 juni 2015 een herstelplan indienen bij DNB. De verwachting is dat het Pensioenfonds kan herstellen van het dekkingsen reservetekort binnen de maximale herstelperiode. Volgens de nieuwe regels moet het Pensioenfonds hogere buffers aanhouden. Het vereist eigen vermogen is daardoor significant toegenomen. Volgens de nieuwe regels zou de vereiste dekkingsgraad eind 2014 stijgen naar 119,3% (volgens de oude regels 114,8%).
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
68
Actuariële verklaring Opdracht Door Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate te Almelo is aan Towers Watson Netherlands B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2014. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeel van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: heb ik onder meer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld; en heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Koninklijk Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een dekkingstekort.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
69
Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet, met uitzondering van de artikelen 131 en 132 omdat er sprake is van een dekkingstekort en een reservetekort. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate is naar mijn mening slecht, vanwege een dekkingstekort. Het oordeel is gebaseerd op het Financieel Toetsingskader zoals dat tot en met 31 december 2014 van kracht was. Voor de volledigheid merk ik op dat, op basis van gegevens die door het pensioenfonds zijn aangeleverd en door mij op plausibiliteit gecontroleerd, mijn oordeel over de vermogenspositie per 1 januari 2015 op basis van het nieuw Financieel Toetsingskader niet zou zijn gewijzigd. Apeldoorn, 15 juni 2015 D. den Heijer AAG Verbonden aan Towers Watson Netherlands B.V.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
70
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het Bestuur van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening over 2014 van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate te Almelo gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het inrichten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
71
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van het bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Utrecht, 15 juni 2015 KPMG Accountants N.V.
F.J.J. Glorie RA
Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
72