Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Brugstraat 2 Postbus 126 T +31 (0)546 455 753 F +31 (0)546 455 879 I www.pensioenfondstencate.nl
7600 AC Almelo
•••
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
JAARVERSLAG 2008 11 juni 2009
Inhoudsopgave Jaarverslag Karakteristieken van het pensioenfonds ............................................................................................ 3 Personalia, stand per 11 juni 2009.......................................................................................................... 3 Profiel ..................................................................................................................................................... 4 Organisatie ............................................................................................................................................. 5 Kerncijfers............................................................................................................................................... 7 Verslag van het verantwoordingsorgaan............................................................................................ 9
Verslag van het Bestuur..................................................................................................................... 10 Hoofdlijnen............................................................................................................................................ 10 Algemene ontwikkelingen in de pensioenwereld................................................................................... 10 Belangrijkste interne ontwikkelingen ..................................................................................................... 13 Goed pensioenfondsbestuur................................................................................................................. 15 Financiële paragraaf ............................................................................................................................. 18 Beleggingenparagraaf .......................................................................................................................... 21 Pensioenparagraaf ............................................................................................................................... 28 Actuariële paragraaf ............................................................................................................................. 29 Risicoparagraaf..................................................................................................................................... 30 Toekomstparagraaf............................................................................................................................... 31
Jaarrekening Balans per 31 december 2008, na resultaatbestemming ................................................................. 32 Staat van baten en lasten over 2008 ................................................................................................. 34 Kasstroomoverzicht 2008 .................................................................................................................. 35 Toelichting behorende tot de jaarrekening 2008.............................................................................. 36
Overige gegevens Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten ........................... 71 Gebeurtenissen na balansdatum....................................................................................................... 71 Actuariële verklaring .......................................................................................................................... 72 Accountantsverklaring ....................................................................................................................... 74
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
2
Karakteristieken van het pensioenfonds Personalia, stand per 11 juni 2009 De samenstelling van het Algemeen Bestuur is als volgt: Naam
Functie
Vertegen-
Lid sinds
woordiging
Einde zittingsduur
L.J. Kuipers
Voorzitter
Werkgever
01-01-2004
n.v.t.
G.J. Getkate
2e Voorzitter
Werkgever
01-09-2000
n.v.t.
J.H.A.J. Gritter
Lid
Werkgever
25-04-2006
n.v.t.
F.R. Spaan
Lid
Werkgever
01-03-2003
n.v.t.
S. Malgaz
Lid
Werkgever
01-12-2000
n.v.t.
J.C.M. Halkes
Lid
Werkgever
07-12-2004
n.v.t.
J. Vlietstra
Lid
Deelnemers
01-12-2000
30-11-2009
H.G.M. Arendsen
Lid
Deelnemers
30-11-2008
30-11-2010
S. Canel
Secretaris
Deelnemers
01-12-2008
30-11-2011
H.J. Dul
e
2 Secretaris
Gepensioneerden
01-03-2003
30-11-2009
J.J. de Jong
Lid
Gepensioneerden
08-12-1983
30-11-2010
J. Lock
Lid
Gepensioneerden
30-11-2008
30-11-2011
Lid sinds
Einde
De samenstelling van het Dagelijks Bestuur is als volgt: Naam
Functie
Vertegenwoordiging
zittingsduur
L.J. Kuipers
Voorzitter
Werkgever
01-01-2004
n.v.t.
G.J. Getkate
2 Voorzitter
Werkgever
01-09-2000
n.v.t.
S. Canel
Secretaris
Deelnemers
01-12-2008
30-11-2011
Gepensioneerden
01-09-2007
30-11-2009
Lid sinds
Einde
H.J. Dul
e
e
2 Secretaris
De samenstelling van het verantwoordingsorgaan is als volgt: Naam
Functie
Vertegenwoordiging
B.A.F. Keijzer
Voorzitter e
zittingsduur
Werkgever
21-02-2008
01-01-2011
F. ten Oever
2 Voorzitter
Werkgever
21-02-2008
01-01-2012
H.B.F. Boerrigter
Lid
Deelnemers
21-02-2008
01-01-2011
D. Rosman
Secretaris
Deelnemers
10-03-2009
01-01-2013
L.J.F. Fens
e
2 Secretaris
Gepensioneerden
21-02-2008
01-01-2012
J. Hartkamp
Lid
Gepensioneerden
21-02-2008
01-01-2013
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
3
De samenstelling van de beleggingscommissie is als volgt: Naam
Functie
H.G. Noorlander-Bunt
Voorzitter
F.R. Spaan
Lid
C. Roozemond
Lid
H. Scheppink
Lid
De samenstelling van de uitvoeringsorganisatie is als volgt: Naam
Functie
W.B.E. Rutgers
Manager pensioenfonds
S.I. Kroeze-Stiggelbout
Assistent manager
N.F. Bosma
Secretarieel adm. medewerker
J.H. Schoemaker
Financieel adm. medewerker
Actuarissen R. Kruijff, AAG adviserend actuaris van Towers Perrin W. Eikelboom, AAG certificerend actuaris van Towers Perrin
Accountant KPMG Accountants N.V.
Profiel Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate (hierna “het Pensioenfonds”), statutair gevestigd te Almelo is opgericht op 30 december 1966. De laatste statutenwijziging was op 21 februari 2008. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41027730. Het Pensioenfonds is een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij koepelorganisatie OPF. Het Pensioenfonds heeft tot doel uitvoering te geven aan het pensioenreglement, zoals dat geldt voor de aangesloten ondernemingen. Hiertoe wordt voor 14 aangesloten werkgevers en 3.640 deelnemers en gewezen deelnemers circa EUR 271 miljoen vermogen belegd.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
4
Organisatie Bestuur Het Bestuur van het Pensioenfonds heeft de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden uitbesteed aan een uitvoeringsorganisatie. Deze werkzaamheden betreffen vermogensbeheer, pensioenadministratie en bestuursondersteuning. Uitgangspunt is dat het Bestuur, conform de eisen van de Pensioenwet verantwoordelijk blijft voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken. Het Bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten, reglementen en de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota van het Pensioenfonds.
Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur van het Pensioenfonds wordt gevormd door de voorzitter, de secretaris, de 2e voorzitter en de 2e secretaris. Alle operationele besluiten worden voorgelegd aan ten minste één medebestuurslid.
Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan is op 21 februari 2008 ingesteld. De belangrijkste taken van het verantwoordingsorgaan, conform “De Principes voor goed pensioenfondsbestuur”, zijn: - De bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het Bestuur aan de hand van het jaarverslag, de jaarrekening en andere informatie, waaronder de bevindingen van het interne toezichtorgaan, over het door het Bestuur gevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst. Dit oordeel wordt, samen met de reactie van het Bestuur daarop, bekend gemaakt en in het jaarverslag opgenomen. - Het verantwoordingsorgaan heeft ten minste voorts de volgende rechten: - het recht op overleg met het Bestuur; - het recht op overleg met de externe accountant en de externe actuaris; - het recht op informatie; - het recht op een schriftelijke en beargumenteerde reactie op het oordeel dat het verantwoordingsorgaan heeft gegeven over het door het Bestuur uitgevoerde beleid.
Intern toezicht Voor het Intern toezicht is gekozen voor een visitatiecommissie, die eens in de drie jaar de beleids- en bestuursprocedures en -processen, de checks and balances, de wijze waarop de uitvoering van de regeling wordt bestuurd en aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico's op de langere termijn voor (de dekkingsgraad van) het Pensioenfonds beoordeelt. Het Bestuur zal zich nog beraden over de personele invulling van de visitatiecommissie.
Uitvoeringsorganisatie De uitvoeringsorganisatie bestaat uit vier medewerkers (3,8 fte), waaronder de manager pensioenfonds. Allen hebben een dienstverband met het Pensioenfonds. De werkzaamheden betreffen op hoofdlijnen het uitvoeren van de pensioenadministratie en bestuursondersteuning.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
5
Vermogensbeheer Het vermogensbeheer is uitbesteed aan de volgende vermogensbeheerders: Barclays Global Investors, Pimco, Altera Vastgoed, ING Real Estate, Lupus Alpha en Crédit Agricole.
Beleggingscommissie De beleggingscommissie heeft als mandaat het monitoren van de vermogensbeheerders, het uitvoeren en opstellen van het beleggingsbeleid. De commissie is samengesteld uit leden die door het Bestuur worden benoemd. De beleggingscommissie laat zich bijstaan door een externe beleggingsadviseur.
Externe ondersteuning Het Pensioenfonds wordt bijgestaan door een externe adviserende actuaris, een externe beleggingsadviseur en ten behoeve van de periodieke ALM-studie een gespecialiseerde ALM-adviseur.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
6
Kerncijfers1 Bedragen x EUR 1.000
2008
2007
2006
2005
2004
991
1.046
1.184
1.220
1.353
Gewezen deelnemers
1.270
1.266
1.123
1.097
1.020
Gepensioneerden
1.379
1.363
1.339
1.329
1.299
Totaal aantal deelnemers
3.640
3.675
3.646
3.646
3.672
Indexatie actieven per 1 januari volgend op boekjaar3
0,00%
1,50%
1,50%
n.v.t.
n.v.t.
Indexatie inactieven per 1 januari volgend op boekjaar
0,00%
1,48%
1,25%
1,45%
0,82%
Feitelijke premie (doorsneepremie)
7.911
8.836
8.572
8.860
9.383
Kostendekkende premie (marktrente)
6.954
8.604
-
-
-
Gedempte kostendekkende premie (4% rekenrente)
8.278
9.165
-
-
-
14.824
13.812
13.355
12.070
11.705
645
678
704
589
699
Pensioenvermogen
272.276
308.376
305.675
291.249
261.073
Pensioenverplichtingen
276.609
232.909
246.910
244.803
228.849
98,4%
132,4%
123,8%
119,0%
114,1%
116,8%
118,4%
126,6%
125,8%
125,0%
Aantal deelnemers Deelnemers
2
Indexatie
Pensioenuitvoering
Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten Vermogenssituatie en solvabiliteit
Aanwezige dekkingsgraad Vereiste dekkingsgraad DNB
1
Tot en met boekjaar 2006 waren de cijfers gebaseerd op Actuariële Principes Pensioenfonds (APP). Vanaf boekjaar 2007 zijn de cijfers gebaseerd op het Financieel Toetsingskader (FTK). Arbeidsongeschikte deelnemers worden meegeteld bij de actieve deelnemers. 3 Tot boekjaar 2006 was sprake van een eindloonregeling voor de pensioenopbouw over het salarisgedeelte. 2
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
7
Bedragen x EUR 1.000
2008
2007
2006
2005
2004
25.996
23.914
23.384
19.313
-
Beleggingsportefeuille Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten, saldo activa en passiva Overige beleggingen
Totaal belegd vermogen
65.779
99.331
103.888
94.686
102.919
164.685
157.704
159.454
160.780
156.331
3.209
1.535
1.083
-432
-70
11.426
19.350
16.141
15.783
2.350
271.095
301.834
303.950
290.130
261.530
8,2
Beleggingsperformance Beleggingsrendement in %
4
-9,8
2,3
7,2
12,7
Benchmark in %
-9,1
2,1
5,6
12,8
8,7
Outperformance / underperformance (-)
-0,7
0,2
1,6
-0,1
-0,5
4
De rendementen zijn berekend volgens een gestandaardiseerde methode GIPS (Global Investment Performance Standard).
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
8
Verslag van het verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan (VO) heeft in 2008 ter informatie de notulen van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur van het Pensioenfonds, de managementrapportages en een brief van het Pensioenfonds d.d. 17 december 2008 betreffende indexatie en pensioenpremie 2009 ontvangen. Het VO heeft een positief advies uitgebracht over de voorgestelde regeling vrijwilligersvergoeding voor gepensioneerde bestuursleden, gepensioneerde leden van het VO en gepensioneerde leden van de beleggingscommissie vanaf 1 januari 2008. Het VO vond het onderhavige voorstel evenwichtig en redelijk. In 2008 is door het Pensioenfonds een aanvang gemaakt met het opstellen van een herstelplan, een Asset Liability Management (ALM)-studie en een continuïteitsanalyse. Hieruit zullen conclusies getrokken worden met betrekking tot het beleggings- en premiebeleid en risicobeheersing. Het VO heeft na informatie over deze onderwerpen het belang beklemtoond van deskundigheidsbevordering, communicatiebeleid en intern toezicht (visitatiecommissie). Het VO heeft in gezamenlijk overleg met accountant, actuarissen en Dagelijks Bestuur in het kader van haar taken kennis genomen van het jaarverslag en de jaarrekening 2008. Het Bestuur heeft het VO over alle belangrijke ontwikkelingen geïnformeerd. Op basis van de jaarstukken en de overige verstrekte informatie heeft het VO zich een adequaat beeld kunnen vormen van de financiële situatie, het gevoerde beleid en de uitvoering van dit beleid. Het VO concludeert op basis van de ter beschikking gestelde documenten en mondelinge toelichtingen dat het Bestuur van het Pensioenfonds op adequate wijze haar beleid heeft uitgevoerd, waarbij de belangen van alle betrokkenen evenwichtig zijn behartigd. Reactie van het bestuur Het Bestuur heeft kennis genomen van het verslag van het VO. Zij is het geheel eens met de aandacht voor deskundigheidsbevordering, communicatiebeleid en intern toezicht. Het Bestuur is van mening dat zij in het verslagjaar al veel aandacht heeft besteed aan deskundigheid en communicatie en zal dit de komende jaren de benodigde aandacht blijven geven. In de loop van 2009 zal een Visitatiecommissie worden ingesteld.
Almelo, 11 juni 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Het verantwoordingsorgaan
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
9
Verslag van het Bestuur Hoofdlijnen De wereld werd in de 2e helft van 2008 getroffen door een economische crisis. Deze crisis en de lage rente waartegen de toekomstige pensioenverplichtingen contant gemaakt moeten worden, hebben de financiële positie van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate (hierna “het Pensioenfonds”) fors aangetast. Hierdoor heeft het Bestuur helaas moeten besluiten de pensioenrechten en –aanspraken per 1 januari 2009 niet te indexeren en de werkgeverspremie te verhogen. Het Pensioenfonds werkt aan herstel van de financiële positie. Het Pensioenfonds heeft op 31 maart 2009 een herstelplan ingediend bij de Nederlandsche Bank (DNB) gebaseerd op de uitgangspunten van DNB en overeenkomstig het beleid zoals vastgelegd in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota.
Financiële positie De financiële crisis had grote gevolgen voor de financiële positie van het Pensioenfonds. Het negatieve beleggingsrendement en de gedaalde rente zorgen voor een forse daling van de dekkingsgraad. De vereiste dekkingsgraad bedraagt 116,8%; de dekkingsgraad is ultimo 2008 tot 98,4% gezakt. In de financiële opzet van de pensioenregeling zijn premie en indexering afhankelijk van de financiële positie. Het Bestuur heeft in december 2008 besloten de pensioenrechten en –aanspraken in 2009 niet te indexeren en de werkgeverspremie te verhogen met een opslag van 50%. Deze financiële opzet zorgt voor herstelkracht in economisch slechtere tijden waarbij de dekkingsgraad onder het minimaal vereiste niveau is gezakt.
Beleggingen Het totale rendement over 2008 was fors negatief (-9,8%) en lag onder het rendement van de gebruikte benchmark (-9,1%). De slechte rendementen zijn te wijten aan de kredietcrisis die in 2008 de voorloper was van een financiële en economische crisis.
Algemene ontwikkelingen in de pensioenwereld Pensioenwet: verdere implementatie informatieverplichtingen De Pensioenwet is op 1 januari 2007 ingevoerd. De sleutelbegrippen van de Pensioenwet zijn toegang, toezicht en transparantie. Een deel van de Pensioenwet is echter pas per 1 januari 2008 in werking getreden. Dit betreft de wettelijke informatieverplichtingen die inhoud geven aan het begrip ’transparantie’. Bepaald is welke informatie aan wie moet worden verstrekt en op welke wijze dat moet gebeuren. In de Pensioenwet is ook vastgelegd dat de informatieverstrekking aan deelnemers en overige belanghebbenden moet gebeuren in ’duidelijke en begrijpelijke bewoordingen’. Daarover heeft de Autoriteit Financiële Markten inmiddels een leidraad uitgebracht. Ook in 2008 is een aanmerkelijke inspanning verricht om de communicatie van het Pensioenfonds te laten voldoen aan de Pensioenwet.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
10
Veegwet De Pensioenwet heeft de Pensioen- en spaarfondsenwet per 1 januari 2007 vervangen. In 2008 is de Pensioenwet nog op een paar punten gewijzigd door de zogenaamde Veegwet Pensioenwet. De wijzigingen waren vooral technisch van aard. Wel relevant is een wijziging in de manier waarop het pensioenfonds informatie mag verstrekken. In principe moet informatieverstrekking schriftelijk gebeuren tenzij de belanghebbende toestemming geeft om elektronisch te worden geïnformeerd.
Indexatielabel Voorzien was dat pensioenfondsen en verzekeraars vanaf 1 januari 2009 werknemers en gepensioneerden op beeldende wijze zouden moeten informeren over de indexering in relatie tot de ontwikkeling van de prijzen. Hiervoor is het toeslagenlabel, ook wel indexatielabel genoemd, ontwikkeld. Het feit dat als gevolg van de kredietcrisis de meerderheid van de fondsen een herstelplan moet indienen heeft er echter toe geleid dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) pensioenfondsen de mogelijkheid biedt om in 2009 het indexatielabel nog niet op te nemen in hun communicatie-uitingen. In plaats daarvan moeten de fondsen hun deelnemers middels een modelbrief adequaat voorlichten over het herstelplan, de maatregelen daarin en de gevolgen voor de deelnemers.
Algemene pensioeninstelling Het kabinet studeert al enige tijd op de introductie van een algemene pensioeninstelling (api). Zij heeft in het voorjaar in een adviesaanvraag aan de Stichting van de Arbeid (STAR) aangekondigd drie fasen te onderscheiden: • introductie op korte termijn van een premiepensioeninstelling die zuivere defined contributionregelingen mag aanbieden; • mogelijk maken dat ondernemingspensioenfondsen aan meerdere ondernemingen verbonden kunnen zijn; • introductie van een algemene pensioeninstelling die (ook) defined benefitregelingen mag uitvoeren. Verderop in het jaar heeft het ministerie van Financiën partijen in het pensioenveld geconsulteerd over een voorontwerp van een wet voor een premiepensioeninstelling (ppi). Het kabinet heeft het wetsvoorstel in november 2008 aan de Raad van State voorgelegd. Eveneens in november 2008 heeft het kabinet bij de STAR een adviesaanvraag ingediend over de tweede fase: het verruimen van de mogelijkheid om een ondernemingspensioenfonds toe te staan voor meerdere ondernemingen als pensioenuitvoerder op te treden. Op de invoering van een volwaardige api, die moet worden geregeld in de Pensioenwet, studeert het kabinet nog.
Pensioenfiscaliteit In 2008 is er veel aandacht geweest voor de vergrijzing en de gevolgen daarvan voor de arbeidsmarkt. Het kabinet wil graag bereiken dat ouderen langer doorwerken. Er is ook veel te doen geweest over buitensporige beloningen. Men wil deze beloningen tegengaan en ook de pensioenopbouw hierover inperken. Voorts is in de lagere regelgeving aandacht geweest voor de flexibilisering van pensioen. Langer doorwerken wordt fiscaal gestimuleerd door het invoeren van een doorwerkbonus. Deze is opgenomen in het Belastingplan 2009 en is per 1 januari 2009 ingegaan. Het tegengaan van buitensporige beloningen en pensioenopbouw daarover heeft geleid tot het Wetsvoorstel Belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen, dat per 1 januari 2009 van kracht is geworden.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
11
In het kader van flexibilisering zijn de kaders waarbinnen een pensioen mag worden vervroegd, uitgesteld of in hoogte mag variëren, nader ingevuld.
Ontwikkelingen in Brussel Recentelijk is een discussie over hervorming van het Europese toezichtskader voor pensioenfondsen opgelaaid als gevolg van de ontwikkeling van Solvency II, het nieuwe toezichtskader voor verzekeraars. Dankzij een stevige lobby vanuit de pensioensector lijkt het onverkort toepassen van Solvency II op pensioenfondsen voorlopig van de baan. Dat is positief voor het Nederlandse pensioensysteem dat anders geconfronteerd zou worden met substantieel hogere buffervereisten, die een goed en betaalbaar pensioen in de weg zouden staan. Desondanks is het verstandig om actief na te denken over een mogelijk nieuw Europees toezichtkader voor pensioenfondsen. De Nederlandse koepelorganisaties en de actuariële beroepsgroep via het Actuarieel Genootschap vervullen die actieve rol in de discussie.
Pensioenregister In de Pensioenwet is bepaald dat pensioenuitvoerders van pensioenregelingen een Pensioenregister moeten inrichten, dat uiterlijk op 1 januari 2011 operationeel is. In mei 2008 is de Stichting Pensioenregister opgericht, een samenwerkingsverband van pensioenkoepels, verzekeraars en de Sociale Verzekeringsbank, die de verdere voorbereiding en invoering van het Pensioenregister ter hand gaat nemen. Pensioenfondsen en pensioenuitvoerders zullen regelmatig worden geïnformeerd over de voortgang; de eerste brieven zijn in oktober 2008 en begin 2009 verzonden.
Wetsvoorstel uitstel AOW Op 18 november 2008 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een wetsvoorstel ingediend dat het mogelijk moet gaan maken dat AOW-gerechtigden de ingangsdatum van het AOW-pensioen met maximaal 5 jaar uitstellen. Het doel van het wetsvoorstel is tweeledig; enerzijds een cultuuromslag bereiken waarbij mensen 65 jaar niet meer als definitief eindpunt zien van hun werkzame leven. Daarnaast krijgt men de keuzemogelijkheid om na 65 de AOW geheel of gedeeltelijk te ontvangen. De AOW wordt dan een individuele keuze, gebaseerd op de fysieke en financiële mogelijkheden van mensen. Mensen kunnen er dan voor kiezen werken geleidelijk af te bouwen.
Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering De Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP) gebruikt haar middelen om de pensioenvoorzieningen voor werkloze werknemers vanaf 40 jaar voort te zetten alsmede een pensioenvoorziening te bieden bij overlijden van jonger dan 40-jarige werklozen. Bij het persbericht van 11 december 2008 heeft het FVP-bestuur aangekondigd dat zij heeft besloten de FVP-bijdrageregeling met één jaar te verlengen tot 1 januari 2011. Werknemers die met ingang van 1 januari 2011 WWgerechtigd worden, komen niet meer in aanmerking voor een bijdrage uit de FVP-regeling. Voor alle werknemers die nu WW-gerechtigd zijn of vóór 1 januari 2011 WW-gerechtigd worden blijft gelden dat de FVP-bijdrage een voorwaardelijk karakter heeft en dus geen harde garanties gelden. Dit voorwaardelijk karakter geldt des te meer onder de huidige financiële omstandigheden. Zonodig zal het FVP-bestuur gebruik maken van zijn bevoegdheid om de FVP-bijdrage aan te passen.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
12
Belangrijkste interne ontwikkelingen Communicatie Alle actieve deelnemers hebben in het 2e kwartaal van 2008 informatie ontvangen over hun opgebouwde en te bereiken pensioen. Dit pensioenoverzicht is vormgegeven volgens de richtlijnen voor het Uniform Pensioenoverzicht (UPO). De procedure rond de beëindiging van het deelnemerschap van Plasticum Group per 31 december 2007 is afgerond. Alle premievrije deelnemers van Plasticum Group hebben van het Pensioenfonds in juni 2008 een UPO “einde deelneming” ontvangen. Eind februari 2008 is het PensioenNieuws verstuurd naar alle actieve deelnemers (werknemers) en een PensioenKrant naar alle pensioengerechtigden. In de documenten zijn onder andere een verslag van de gehouden voorlichtingsbijeenkomsten, informatie over indexatie, algemene ontwikkelingen (bij het Pensioenfonds) en doelgroepspecifieke artikelen opgenomen. De uitgaven verschijnen niet op vaste momenten, maar worden alleen uitgebracht op momenten dat er daadwerkelijk nieuws is. In 2008 is besloten geen verkorte uitgave van het jaarverslag, ook wel jaarbericht genoemd, te versturen. Een samenvatting van het jaarverslag 2007 is opgenomen in een 2e editie van het e PensioenNieuws en de PensioenKrant. De 2 editie van het PensioenNieuws en de PensioenKrant is in september 2008 verstuurd naar alle actieve deelnemers respectievelijk pensioengerechtigden. In januari 2009 is een brief verstuurd naar alle deelnemers (werknemers, gepensioneerden en gewezen deelnemers) met daarin informatie over de indexatie per 1 januari 2009 en de financiële situatie bij het Pensioenfonds.
Pensioenplanner Het Pensioenfonds heeft een pensioenplanner ingericht. Deze zal in 2009 in gebruik worden genomen. Met de pensioenplanner kan de deelnemers een beeld worden gegeven van hun pensioensituatie. De deelnemer wordt de mogelijkheid geboden in een persoonlijk gesprek zijn of haar huidige en gewenste pensioensituatie inzichtelijk te maken.
Controle FVP KPMG heeft de door het Pensioenfonds ontvangen FVP-bijdragen alsmede de gegevensaanlevering aan Stichting FVP gecontroleerd. KPMG heeft een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven.
SUT Het Pensioenfonds toekomende deel van de SUT-reserve ad EUR 1,2 miljoen is uitgekeerd door de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie. Voor het uit te keren bedrag is door het Pensioenfonds en door Koninklijke TenCate een waarborgovereenkomst getekend. Het bedrag is volledig aangewend voor de uitkeringen in het kader van de tijdelijke aanvullingsregeling van het Pensioenfonds.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
13
Vergoedingsregeling gepensioneerde bestuursleden Het Bestuur van het Pensioenfonds heeft een regeling vrijwilligersvergoeding (maximaal EUR 1.500,- per kalenderjaar) voor gepensioneerde bestuursleden, gepensioneerde leden van het Verantwoordingsorgaan en gepensioneerde leden van de beleggingscommissie ingesteld. Het Verantwoordingsorgaan heeft hierover een positief advies uitgebracht. De regeling is fiscaal goedgekeurd en is ingegaan per 1 januari 2008.
Beleid afkoop kleine pensioenen In de Pensioenwet is bepaald dat een pensioen dat lager is dan EUR 406,44 bruto per jaar (afkoopgrens 2008) mag worden afgekocht. Het Bestuur van het Pensioenfonds heeft besloten voorlopig geen actief beleid te voeren bij de afkoop van kleine pensioenen. De circa 280 personen in het bestand van het Pensioenfonds die voor afkoop in aanmerking komen zullen niet actief worden benaderd.
Evaluatie vermogensbeheerders In opdracht van de beleggingscommissie heeft Towers Perrin over de periode augustus 2005 tot en met september 2008 een lange termijn performance-evaluatie uitgevoerd van de vermogensbeheerders van Pensioenfonds TenCate. Het Bestuur heeft besloten de bestaande overeenkomsten met de huidige vermogensbeheerders te continueren.
ALM-studie In het 4e kwartaal van 2008 is gestart met een nieuwe Asset Liability Management (ALM)-studie. In het eerste kwartaal van 2009 is de ALM-studie afgerond. Daarna is een continuïteitsanalyse uitgevoerd. De continuïteitsanalyse is samen met het herstelplan op 31 maart 2009 ingediend bij DNB.
Klachten en geschillen In het afgelopen jaar zijn er geen klachten ontvangen of geschillen van deelnemers binnengekomen.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
14
Goed pensioenfondsbestuur Deskundigheidsbevordering In het afgelopen jaar is aandacht besteed aan de deskundigheidsbevordering van het Bestuur. Het Pensioenfonds heeft de deskundigheid van het Bestuur in kaart gebracht met de kennisreflector van Stichting Pensioen Opleidingen (SPO). Het Bestuur moest een honderdtal vragen over de volgende deskundigheidsgebieden (vermogensbeheer en actuariële aspecten zijn als twee aparte deskundigheidsgebieden geformuleerd) beantwoorden: A Het besturen van een organisatie; B Relevante wet- en regelgeving; C Pensioenregelingen en pensioensoorten; D-1 Vermogensbeheer; D-2 Actuarieel plus verslaglegging; E Administratieve organisatie en interne controle; F Uitbesteding van werkzaamheden; G Communicatie. Bestuursleden hebben een bepaalde deskundigheid nodig: op niveau 1 (kennis en inzicht) en op niveau 2 (oordeelsvorming in verband met de besluitvorming). Deskundigheidsniveau 1 is de basisdeskundigheid die iedere bestuurder binnen één jaar na zijn benoeming moet hebben. Deskundigheidsniveau 2 is vereist voor het bestuur als geheel, wat betekent dat per deskundigheidsgebied (zie hierboven) ten minste twee bestuurders dit niveau moeten hebben. Volgens SPO wordt aan deskundigheidsniveau 1 voldaan als op de kennisreflector een score van minimaal 63% (gemiddelde score) is behaald. Het Bestuur van het Pensioenfonds heeft een gemiddelde score behaald van 59%. Op basis van deze uitslag is tijdens de voorlichtingsbijeenkomst op 6 november 2008 een groot gedeelte van de dag besteed aan deskundigheidsbevordering. Hiertoe werden door de heer W. Eikelboom, certificerend actuaris van Towers Perrin, drie onderwerpen behandeld: relevante wet- en regelgeving, communicatie en risicobeheersing. Het is de bedoeling op basis van de toegewezen deskundigheidsgebieden jaarlijks te bepalen welke acties moeten worden ondernomen om de vereiste deskundigheid te halen respectievelijk te behouden.
Deskundigheidsmatrix Mede naar aanleiding van de door het Bestuur behaalde resultaten op de kennisreflector van SPO en ook met het oog op de deskundigheid van de nieuwe bestuursleden heeft het Pensioenfonds haar deskundigheidsmatrix aangepast. Pensioenfonds TenCate beschikt nu bij alle 7 deskundigheidsterreinen over minimaal vier bestuursleden op deskundigheidsniveau 2, terwijl een aantal van 2 vereist is. De deskundigheidsmatrix maakt onderdeel uit van het deskundigheidsplan. Bij iedere benoeming van een bestuurslid moet een aan de nieuwe situatie aangepaste deskundigheidsmatrix aan DNB worden overlegd.
Naleving wet- en regelgeving Het Bestuur is niet bekend met overtredingen van wet- en regelgeving. In het boekjaar is op 2 december gemeld dat het Pensioenfonds een reservetekort en een dekkingstekort heeft. Toelichting op het herstelplan is opgenomen in de financiële paragraaf op bladzijde 18.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
15
Gedragscode De wetgever vereist dat het pensioenfonds over een gedragscode beschikt. De huidige gedragscode van het Pensioenfonds was gedateerd en is zodanig aangepast dat deze aansluit bij de door de Koepels ontwikkelde Modelgedragscode Pensioenfondsen 2008. Alle direct bij het Pensioenfonds betrokkenen (Bestuur en medewerkers) hebben zich geconformeerd aan de aangepaste gedragscode van het Pensioenfonds door het ondertekenen ervan. Naast de aangepaste gedragscode is ook een compliance program voor het Pensioenfonds opgesteld. Het compliance program fungeert als een leidraad hoe wordt omgegaan met de (uitvoering van) de gedragscode. Volgens de aangepaste gedragscode moet het bestuur een (interne) compliance officer aanwijzen. Het Pensioenfonds is bezig de functie van compliance officer in te vullen.
Toezichthouder Gedurende het boekjaar heeft DNB een beperkt onderzoek uitgevoerd bij het Pensioenfonds. De onderzoeksbevindingen zijn besproken met het Dagelijks Bestuur en de manager van het Pensioenfonds en daarna schriftelijk bevestigd door DNB. De bevindingen van DNB leidden niet tot extra bestuursmaatregelen. Het Pensioenfonds heeft in samenwerking met de accountant van KPMG en de adviserend actuaris op 13 oktober 2008 schriftelijk gereageerd op de opmerkingen van DNB naar aanleiding van de ingediende Staten 2007. Hierop is geen reactie ontvangen van DNB. Met ingang van oktober 2008 zijn de pensioenfondsen tot nader order verplicht uiterlijk binnen vijf werkdagen na het einde van iedere maand de dekkingsgraad op te geven aan DNB.
Bestuurssamenstelling Per 30 november 2008 was de heer A.J. Oude Hergelink, deelnemerslid/ secretaris, aftredend en niet herkiesbaar. De heer S. Canel is door de COR benoemd als opvolger. De heer C.P.C.G. de Bruijn is, in verband met zijn pensionering, per 1 juni 2008 afgetreden als deelnemerslid. De heer H.G.M. Arendsen is door de COR benoemd als opvolger. De heer A. Schipper is op zijn verzoek per 30 november 2008 afgetreden als gepensioneerdenlid. De heer J. Lock is door de Vereniging van Gepensioneerden Koninklijke Ten Cate benoemd als opvolger. De nieuwe bestuursleden hebben inmiddels de toetsingsprocedure van DNB voor deskundigheid en betrouwbaarheid met succes doorlopen.
Bestuursvergaderingen Het Algemeen Bestuur van het Pensioenfonds heeft het afgelopen jaar viermaal vergaderd. Daarnaast is een aparte vergadering gehouden, waarin het jaarverslag 2007 door het Bestuur is vastgesteld. De belangrijkste onderwerpen die aan de orde zijn geweest zijn: • Search (nieuwe) Investment Consultant; • Besluit indexatiekorting en premie-opslag 2009; • Instelling regeling vrijwilligersvergoeding; • Evaluatie vermogensbeheerders; • Pension Fund Governance; • Compliance;
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
16
• •
ALM-studie, continuïteitsanalyse en herstelplan; Beleid afkoop kleine pensioenen.
Het Dagelijks Bestuur heeft het afgelopen jaar elfmaal vergaderd.
Samenstelling beleggingscommissie De samenstelling van de beleggingscommissie is aan het begin van het verslagjaar gewijzigd. De heer H. Scheppink had in december 2006 afscheid genomen als lid van de Beleggingscommissie, maar is per 1 januari 2008 op voordracht van de Vereniging van Gepensioneerden Koninklijke Ten Cate opnieuw toegetreden als lid van de beleggingscommissie. Het Algemeen Bestuur heeft, op advies van de beleggingscommissie, de heer C. Roozemond met ingang van 1 oktober 2008 benoemd als lid van de beleggingscommissie. Vanaf 1 januari 2009 heeft mevrouw H.G. Noorlander-Bunt het voorzitterschap van de beleggingscommissie overgenomen van de heer A.J. Oude Hergelink. De beleggingscommissie heeft een Verklaring Beleggingsbeginselen 2008 opgesteld. Deze is goedgekeurd door het Algemeen Bestuur. De Verklaring Beleggingsbeginselen is in juni 2008 verstuurd naar DNB.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
17
Financiële paragraaf Samenvatting van de financiële positie van het fonds en ontwikkelingen gedurende het jaar Bedragen x EUR 1.000
Pensioen-
Technische
Dekkings-
vermogen Voorzieningen
graad
EUR
EUR
%
Stand per 1 januari 2008
308.376
232.909
132,4
Beleggingsresultaten, rentetoevoeging en indexatie
-29.994
51.223
-37,8
7.911
5.566
0,0
-14.824
-14.710
2,2
807
1.621
1,6
272.276
276.609
98,4
Premiebijdragen Uitkeringen Overige
Stand per 31 december 2008
De verslechtering van de dekkingsgraad is voornamelijk het gevolg van de daling van de marktrente en de negatieve beleggingsresultaten. Het saldo van baten en lasten kan als volgt worden geanalyseerd: Bedragen x EUR 1.000
2008
2007
Premieresultaat
1.356
692
Interestresultaat
-81.164
10.849
Overig resultaat
8
4.055
-79.800
15.596
Totaal
Ultimo 2008 bedraagt de gemiddeld gewogen rekenrente circa 3,6% (2007: 4,8%). De dekkingsgraad ultimo jaar (op basis van de jaarrekening) heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:
Dekkingsgraad ultimo
Jaarverslag 2008
2008
2007
2006
2005
2004
98,4%
132,4%
123,8%
119,0%
114,1%
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
18
Herstelplan Dekkingsgraad Per 31 december 2008 bedraagt de dekkingsgraad van het Pensioenfonds 98,4% (2007: 132,4%). Solvabiliteitseisen Ultimo 2008 bedraagt het eigen vermogen negatief EUR 4,3 miljoen. Het minimaal vereist eigen vermogen bedraagt EUR 13,8 miljoen en het vereist eigen vermogen EUR 46,5 miljoen. Per 31 december 2008 voldoet het Pensioenfonds niet aan beide normen. Hierdoor is zowel sprake van een reservetekort als een dekkingstekort. Door het Bestuur van het Pensioenfonds is op 2 december 2008 melding gedaan aan de toezichthouder DNB van het dekkingstekort. Dientengevolge is een korte termijn- en lange termijnherstelplan opgesteld. Herstelplan In de vergadering van 12 februari 2009 heeft het Bestuur de inhoud vastgelegd. Het herstelplan is vervolgens ingediend bij DNB. DNB heeft toegezegd het ingediende herstelplan uiterlijk 1 juli 2009 te toetsen. Belangrijkste uitkomsten van het herstelplan Het Pensioenfonds maakt gebruik van de eenmalige mogelijkheid die de Minister heeft geboden om binnen 5 jaar (in plaats van 3 jaar; dus uiterlijk 31 december 2013) het minimaal vereist eigen vermogen te bereiken. Bij het opstellen van het herstelplan heeft het Bestuur zich laten ondersteunen door externe adviseurs en is het voorgenomen beleggingsbeleid afgestemd met de beleggingscommissie. Met de werkgever is overleg gevoerd over de (extra) bijdrage. Het herstelplan is opgesteld met inachtneming van de uitgangspunten zoals die door DNB zijn voorgeschreven. Nadrukkelijk merken wij op dat inherent aan de modelmatige aanpak ook het herstelplan een benadering van de werkelijkheid is. Dit betekent dat de werkelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad in positieve of negatieve zin kan afwijken van het verwachte herstelpad. De belangrijkste uitgangspunten van het beleid tijdens de herstelperiode zijn: Zolang de dekkingsgraad lager is dan 110% zullen de gepensioneerden en gewezen deelnemers in principe geen indexatie ontvangen. De actieve deelnemers ontvangen in principe het positieve verschil tussen loon- en prijsinflatie mits de dekkingsgraad hoger is dan 105%. Zolang de dekkingsgraad lager is dan 110% zal het werkgeversdeel van de standaardpremie met 50% worden verhoogd. Het werknemersdeel zal niet worden verhoogd. Ligt de dekkingsgraad tussen 110% en de vereiste dekkingsgraad dan ontvangen de deelnemers een gedeeltelijke (lineair oplopende) indexatie. Is de dekkingsgraad hoger dan de vereiste dekkingsgraad dan ontvangen deelnemers in principe volledige indexatie. Het beleggingsbeleid wordt (vooralsnog) niet aangepast. De belangrijkste uitkomsten van het herstelplan zijn: In 2010 en 2011 zal naar verwachting nog geen sprake zijn van indexatie; In de periode 2009 – 2023 zal naar verwachting ongeveer 70% van de inflatie aan indexatie worden toegekend; Naar verwachting zal in 2010 en 2011 het werkgeversdeel van de standaardpremie in principe verhoogd blijven met 50%.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
19
Herstelkracht op korte termijn Uit het herstelplan blijkt voldoende herstelkracht. Ultimo 2010 zal volgens dit plan een dekkingsgraad bereikt zijn die tenminste gelijk is aan 105%, zijnde de som van het minimaal vereist eigen vermogen (MVEV) en de pensioenverplichtingen. Bij het totstandkomen van het herstelplan is voldaan aan de wettelijke eisen en was evenwichtige belangenbehartiging het uitgangspunt. Herstelkracht op lange termijn Uit het herstelplan blijkt dat het Pensioenfonds ultimo 2014 voldoet aan de wettelijke eisen ten aanzien van het vereist eigen vermogen (VEV).
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
20
Beleggingenparagraaf Inleiding De kredietcrisis die in 2007 begon heeft in 2008 geleid tot een grootschalige crisis van het wereldwijde financiële systeem. Het faillissement van Lehman Brothers op 15 september 2008 veroorzaakte een schokgolf door de financiële markten. Deze schok heeft negatieve consequenties gehad voor alle financiële partijen en voor de waarde van bijna alle beleggingscategorieën. Tot op heden is de crisis slechts met grote moeite te beheersen door de financiële autoriteiten. De financiële crisis heeft op haar beurt geleid tot een abrupte stilstand van de wereldwijde economische groei en zelfs recentelijk tot een krimp. Financiële markten reageerden extreem negatief op wat de grootste economische schok sinds de Grote Depressie lijkt te worden. Het is op dit moment niet mogelijk om de lengte of de omvang van deze economische schok te voorspellen. De afloop zal in hoge mate bepaald worden door het succes waarmee overheden en centrale banken in staat zullen blijken het bankwezen weer gezond te maken, kredietverlening te faciliteren en de teruggang van de wereldwijde conjunctuur een halt toe te roepen. Dit alles is zeker niet kansloos, maar ook niet zonder risico. Ondanks een gedegen beleggingsbeleid met een gediversifieerde beleggingsportefeuille en (gedeeltelijke) afdekking van bepaalde beleggingsrisico’s werd de portefeuille van het Pensioenfonds hard geraakt door de extreme omstandigheden op de kapitaalmarkten. De beleggingsportefeuille leverde over 2008 een rendement op van -9,8% (2007: +2,3%). Ook het langjarig rendement van het Pensioenfonds had sterk te lijden onder deze resultaten. Het gemiddelde jaarlijkse rendement over de afgelopen tien-jaarsperiode daalde tot +1,9% (2007: +4,3%). Een positieve bijdrage aan het resultaat werd geleverd door vastrentende waarden: obligaties en de rentehedge. Het rendement op aandelen was met -41,2% extreem negatief. Ook de categorie hedgefondsen deed het in tegenstelling tot afgelopen jaren, met een rendement van -34,5% erg slecht. Ons beleid met een grote weging in vastrentende waarden en een afdekking van het renterisico van 60% van de verplichtingen droeg bij aan een beperking van het verlies. Onder de heersende marktomstandigheden was in een aantal markten sprake van een gebrek aan liquiditeit en abnormale prijsvorming. Dit heeft het Pensioenfonds er selectief toe gebracht om af te wijken van de normale procedures rond herbalancering. Ultimo 2008 was sprake van een sterke overweging in vastrentende waarden (+10%) en een sterke onderweging in aandelen (-10%).
Doelstelling beleggingsbeleid Het vermogen van het Pensioenfonds zal worden belegd teneinde een zo hoog mogelijk rendement te behalen dat consistent is met de gewenste financiële positie, de benodigde netto-premiebijdrage van werkgever en werknemers en de mogelijkheid de opgebouwde aanspraken van de deelnemers en de uitkeringen aan pensioengerechtigden conform het pensioenreglement te garanderen en aan te passen wanneer de ontwikkeling van het loon- c.q. prijspeil daartoe aanleiding geeft. Het ondernemend beleggen dient niet over te gaan in beleggend ondernemen.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
21
Teneinde een optimale verhouding tussen solvabiliteit, netto-premiebijdrage en het streven naar indexering van opgebouwde en ingegane pensioenen te bereiken, dient het beleggingsbeleid in het teken te staan van een zorgvuldige afweging tussen beleggingsrendement en beleggingsrisico. Op regelmatige basis wordt in opdracht van het Bestuur hiernaar specifiek onderzoek verricht door middel van een Asset Liability Management (ALM) studie. Hierbij wordt rekening gehouden met wettelijke voorschriften, zoals bepaald in de nieuwe Pensioenwet en de meest recente richtlijnen van het Financieel Toetsingskader (FTK) van De Nederlandsche Bank (DNB). Tevens vindt afstemming plaats met de verplichtingen van het Pensioenfonds op korte en lange termijn. Bij de vaststelling van het beleggingsbeleid wordt de beleggingscommissie desgewenst geadviseerd door een externe beleggingsdeskundige.
Beleggingsbeleid In 2008 is conform het strategische beleggingsbeleid de weging van vastgoed met ingang van het 3e kwartaal met 2,5% verhoogd tot 10%. Dit ging ten koste van de weging aandelen (-0,9%) en vastrentende waarden (-1,6%). Door de voortdurende koersdalingen op de aandelenmarkten is het feitelijke belang eind september onder de minimale grens van 30% beland. Gevolg hiervan was dat de vastrentende waarden de bovengrens van 55% is gepasseerd. Normaal gesproken zou volgens het beleid van het Pensioenfonds de procedures rond herbalancering in werking treden en de wegingen weer teruggebracht worden tot strategische niveaus. Echter gezien de ‘extreme’ omstandigheden op de financiële markten heeft het Bestuur besloten hier voorlopig van af te wijken. Bedoeling is dat wanneer de omstandigheden enigszins zijn genormaliseerd de herbalancering alsnog zal plaatsvinden. In het tweede kwartaal heeft het Pensioenfonds zich gecommitteerd voor een bedrag van EUR 6 miljoen met betrekking tot belegging in het Eurosiris Fund van ING Real Estate. Het Eurosiris fund bestaat uit een gediversifieerde portefeuille aan vastgoedfondsen met een exposure in continentaal Europees vastgoed. Ultimo 2008 is 60% van de commitment daadwerkelijk belegd. De overige 40% zal naar verwachting in de eerste helft van 2009 worden ‘gecalled ‘. Binnen het FTK is het van belang om het renterisico te beheersen. Hiertoe is aan de hand van een ALM-studie in 2007 besloten om de duration van de bezittingen beter af te stemmen op de duration van de verplichtingen. Gefaseerd in twee stappen is in 2007 het renterisico van de totale portefeuille voor 60% afgedekt, gebruik makend van passief beheerde zogenaamde long duration instruments. Hierbij wordt gebruik gemaakt van buckets met verschillende looptijden die beleggen in interest rate swaps (rente derivaten). De belangrijkste valuta (USD, GBP en JPY) in de aandelenportefeuille worden strategisch, passief afgedekt.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
22
Strategische beleggingsmix ultimo 2008 (in %) Strategische mix
Minimum
Maximum
Vastgoed
10,0
7,5
12,5
Aandelen
35,0
30,0
40,0
Vastrentende waarden
50,0
45,0
55,0
Hedgefondsen
5,0
3,0
7,0
Kasmiddelen
0,0
-2,5
2,5
Feitelijk belang
Strategische mix
Afwijking van strategische mix
Vastgoed
9,6
10,0
-0,4
Aandelen
25,5
35,0
-9,5
Vastrentende waarden
59,6
50,0
+9,6
Hedgefondsen
4,0
5,0
-1,0
Kasmiddelen
1,3
0,0
+1,3
100,0
100,0
0,0
Totaal
100,0
De samenstelling van de portefeuille was ultimo boekjaar als volgt: Samenstelling beleggingsportefeuille ultimo 2008 (in %)
Totaal
Vermogensbeheerders Vastgoed: Altera Vastgoed en ING Real Estate Aandelen: Barclays Global Investors en Lupus Alpha Asset Management Vastrentende waarden: Barclays Global Investors en Pimco Europe Hedgefondsen: Crédit Agricole Asset Management Alternative Investment
Resultaat 2008 De beleggingsportefeuille leverde over 2008 een rendement op van -9,8% (2007: +2,3%). Het rendement van de strategische benchmark was -9,1% (2007: +2,1%). Voornaamste oorzaken van de underperformance (0,7%-punt) waren de tegenvallende resultaten van de vermogensbeheerders ten opzichte van hun benchmark. Vooral Pimco (credit-portefeuille) en Crédit Agricole (hedgefunds) hebben in 2008 slecht gepresteerd. Gunstige invloed op de performance had de onderweging in aandelen en de overweging in vastrentende waarden.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
23
Rendement in 2008 (in %) Pensioenfonds TenCate
Benchmark
Relatieve Performance
Vastgoed
-0,9
3,9
-4,8
Aandelen
-41,2
-41,0
-0,2
13,8
15,6
-1,8
-34,5
7,4
5
-41,9
-9,8
-9,1
-0,7
Vastrentende waarden Hedgefondsen
Totaal rendement
Vastgoed De vastgoedportefeuille leverde over 2008 een rendement op van -0,9% (2007: +11,4%). Het rendement van de strategische benchmark was +3,9% (2007: +11,4%). Belegd wordt in niet-beursgenoteerd Nederlands onroerend goed en sinds de 2e helft van 2008 ook een gedeelte in niet-beursgenoteerd Europees onroerend goed. Er wordt belegd in niet-beursgenoteerd vastgoed, vanwege de lage afhankelijkheid van rendementen op obligaties en aandelen. Bovendien is het algemeen aanvaard dat deze categorie een hoger verwacht rendement heeft dan obligaties. Een verdere risicospreiding wordt aangebracht door in verschillen sectoren te beleggen. Er zijn onder andere belangen opgebouwd in de sectoren woningen, winkels en kantoren. Het Pensioenfonds heeft zich gecommitteerd voor aankoop in de sector bedrijfsruimten (EUR 6 miljoen) en verkoop in de sectoren kantoren (EUR 1,5 miljoen), winkels (EUR 2,0 miljoen) en woningen (EUR 2,5 miljoen). Verder staat als gevolg van een resterende commitment nog een aankoop gepland van EUR 2,4 miljoen voor Europees vastgoed. Op de Nederlandse vastgoedbelegging werd een rendement behaald van +0,8%. Op de Europese vastgoedbelegging werd een rendement behaald van -15,8%. Samenstelling vastgoedportefeuille ultimo 2008 (in %) Gewenste verdeling
Feitelijke verdeling ultimo 2008
Kantoren – Nederland
20,0
26,5
Winkels – Nederland
20,0
29,7
Woningen – Nederland
20,0
32,0
Bedrijfsruimten – Nederland
20,0
0,0
Multi sectoraal – Europa
20,0
11,8
100,0
100,0
Totaal
5
De benchmark is geen index, zoals bij de meeste andere beleggingscategorieën, maar een doelstelling: 1-maands Euribor + 300 basispunten.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
24
Aandelen De aandelenportefeuille leverde over 2008 een rendement op van -41,2% (2007: +1,8%). Het rendement van de strategische benchmark was -41,0% (2007: +2,1%). De valuta-afdekking heeft licht negatief bijgedragen aan het rendement, het effect op het aandelenrendement was -0,1%-punt. De rendementen van de diverse (regionale) deelportefeuilles was als volgt: Large cap aandelen
2008 (%)
2007 (%)
Europa large cap
-43,0%
-0,7%
Noord-Amerika
-33,5%
-7,8%
Japan
-29,2%
-15,1%
Verre Oosten exclusief Japan
-47,5%
+18,8%
2008 (%)
2007 (%)
-50,0%
+5,5%
Mid/small cap aandelen Euroland
De aandelenportefeuille bestaat uit een ‘core’ aandelenportefeuille en portefeuille met euro mid/small cap aandelen. In onderstaande tabel is de verdeling van de aandelenportefeuille weergegeven, zowel strategisch, de bandbreedte als het feitelijke belang ultimo 2008: Strategische normverdeling aandelenportefeuille (in %) Strategische verdeling
Minimum
Maximum
Ultimo 2008
Core portefeuille (USD, GBP en JPY gehedged naar EUR)
83,3
78,3
88,3
86,8
Euro mid/small cap aandelen
16,7
11,7
21,7
13,2
Totaal
100,0
100,0
De ‘core’ aandelenportefeuille wordt belegd in een wereldwijde portefeuille van large cap aandelen in ontwikkelde landen. De beleggingsstijl is ‘index-enhanced’: er wordt beperkt risico gelopen ten opzichte van de benchmark. Het valutarisico van de belangen in USD, GBP en JPY wordt structureel afgedekt. Een beperkt deel van de aandelenportefeuille (strategisch: 16,7%) wordt bovendien belegd in euro mid/small caps vanwege het verwachte extra rendement en spreidingsvoordelen. De regioverdeling binnen de ‘core’ aandelenportefeuille is vastgelegd in het beleggingsbeleidsplan. De vermogensbeheerder heeft het mandaat binnen bepaalde grenzen van het strategische belang af te wijken. In onderstaande tabel is de geografische verdeling van de aandelenportefeuille weergegeven, zowel strategisch, de bandbreedte als het feitelijke belang ultimo 2008:
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
25
Regioverdeling ‘core’ aandelenportefeuille (in %) Strategische verdeling
Minimum
Maximum
Ultimo 2008
Europa
60,0
55,0
65,0
58,1
Noord-Amerika
30,0
25,0
35,0
30,4
6
9,4
4,0
2,1
Japan
8,0
3,5
Zuidoost-Azië
2,0
0,0
Totaal
100,0
12,5
100,0
Vastrentende waarden De vastrentende portefeuille leverde over 2008 een rendement op van +13,8% (2007: +0,8%). Het rendement van de strategische benchmark was +15,6% (2007: +1,2%). Doordat de marktrente in 2008 aanzienlijk is gedaald is het absolute rendement in deze categorie hoger dan gemiddeld op lange termijn verwacht. Strategisch wordt 70% passief belegd in euro staatsobligaties en long duration investments (LDI). Hierin wordt geen actief beleid gevoerd, omdat hiervan structureel gezien geen outperformance wordt verwacht. LDI zijn zogenaamde ‘bucket-fondsen’ met verschillende looptijden, waarin onderliggend in renteswaps wordt belegd. Het overige deel van 30% wordt actief beheerd in een zogenaamd ‘Credit+’-mandaat. Naast euro credits (investment grade obligaties die niet zijn uitgegeven door staten), mag op tactische basis worden belegd in high yield obligaties, Emerging Markets Debt en derivaten. De portefeuille ‘Euro staatsobligaties + LDI behaalde een rendement van +23,5% (2007: +0,9%). De creditportefeuille behaalde een rendement van -6,3% (2007: +0,1%). Er worden nog een paar onderhandse leningen in de beleggingsportefeuille aangehouden. Deze portefeuille wordt intern beheerd, waarbij een passief beheer gevoerd wordt. Op termijn dient deze portefeuille volledig afgebouwd te worden ten gunste van de overige categorieën vastrentende waarden. Het beleid staat niet toe nieuwe onderhandse leningen aan te kopen.
6
Het gezamenlijk belang van de regio’s Japan en Zuidoost-Azië zal nooit meer dan 12,5% van de aandelenportefeuille bedragen.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
26
In onderstaande tabel is de verdeling van de portefeuille vastrentende waarden weergegeven: Strategische normverdeling vastrentende waarden (in %) Strategische verdeling
Minimum
Maximum
Ultimo 2008
Euro staatsobligaties + LDI
70,0
65,0
75,0
73,0
Credits
30,0
25,0
35,0
27,0
Totaal
100,0
100,0
Hedgefondsen De hedgefondsenportefeuille leverde over 2008 een rendement op van -34,5% (2007: +8,2%). Het rendement van de strategische benchmark was +7,4%7 (2007: +4,1%). Er wordt alleen in fondsen belegd die nastreven om rendementen te genereren die onafhankelijk zijn van markten en andere beleggingscategorieën. Deze lage ‘correlatie’ met andere categorieën is de belangrijkste reden om in hedgefondsen te beleggen. Er wordt uitsluitend belegd in een ‘fund of hedgefunds’. In dit type fondsen wordt belegd in meerdere strategieën en fondsen, zodat de risico’s worden gespreid. Bij de selectie van de hedgefondsbeheerder is het, zelfs nog meer dan bij andere beleggingscategorieën, van belang dat het gaat om een te goeder naam en faam bekend staande partij. De meeste hedgefundstrategieën werkten in de loop van 2008 niet meer, vanwege het opdrogen van liquiditeit in de financiële markten door extreme risicoaversie bij financiële partijen, waardoor sommige hedgefondsen noodgedwongen hun schulden moesten aflossen. Ook moesten sommige hedgefondsen noodgedwongen hun posities afbouwen, doordat beleggers hun posities afbouwden en door de eerder genoemde situatie van deleveragen. Valuta In 2008 is geen verandering aangebracht in het valutahedgebeleid. De valutaposities in Amerikaanse dollars, Britse ponden en Japanse yen zijn voor wat betreft het aandelenbelang 100% afgedekt, waardoor koersschommelingen het rendement niet beïnvloeden. Slechts in het actieve credit+ mandaat is een zeer beperkte tactische valutapositie in deze valuta’s toegestaan.
Vooruitblik 2009 Begin 2009 is een nieuwe ALM-studie afgerond. Uit deze studie blijkt dat het huidige beleggingsbeleid nagenoeg optimaal is. Wel bleek dat een verdere optimalisatie in de beleggingsportefeuille zou kunnen leiden tot betere resultaten. De beleggingscommissie werkt dit verder uit. De eventuele aanpassingen in het beleggingsbeleid zullen daarna worden voorgelegd aan het Bestuur.
7
De benchmark is geen index, zoals bij de meeste andere beleggingscategorieën, maar een doelstelling: 1-maands Euribor + 300 basispunten.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
27
Door de beleggingscommissie wordt onderzocht wanneer en hoe de feitelijke asset-mix weer wordt teruggebracht tot de strategische verdeling. Dit zal in de loop van 2009 gebeuren, rekening houdend met de eventuele hierboven genoemde aanpassingen in het beleggingsbeleid.
Pensioenparagraaf Kenmerken regeling De regelingen die door het Pensioenfonds worden uitgevoerd zijn de volgende: • Pensioenregeling; • Tijdelijke aanvullingsregeling; • Pensioenspaarregeling. De pensioenregeling heeft de volgende kenmerken: • Middelloon; • Opbouwpercentage: 2,1%; • Franchise 2008: EUR 14.114,00; • Voorwaardelijke indexatie; • Toetredingsleeftijd: 18 jaar; • Pensioenleeftijd: 65 jaar; • Voorwaardelijke overgangsregeling extra pensioeninkoop voor deelnemers geboren vanaf 1950. De pensioenspaarregeling is een vrijwillige spaarregeling. Deze regeling biedt de mogelijkheid jaarlijks een aantal bruto loonbestanddelen te sparen, waarmee extra pensioenrechten kunnen worden verkregen. De tijdelijke aanvullingsregeling is van toepassing op werknemers geboren vóór 1 januari 1950. Betreffende werknemers kunnen op basis van deze regeling een aanvulling op het tot 2006 opgebouwde vroegpensioen aanvragen. De standaardingangsdatum van vroegpensioen plus aanvulling is afhankelijk van het geboortejaar en ligt tussen de 62 en de 63 jaar.
Wijziging reglementen Op grond van de reglementaire bepalingen zijn per 1 januari 2008 de volgende wijzigingen doorgevoerd: - Verhoging van de franchise met 1,5% tot EUR 14.114,00. - Verhoging maximaal bedrag Anw-hiaatpensioen van EUR 1.082,56 naar EUR 1.107,57 per maand.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
28
Actuariële paragraaf Actuariële analyse De actuariële analyse van het saldo van baten en lasten kan als volgt worden weergegeven: Bedragen x EUR 1.000
2008
2007
Premieresultaat
1.356
692
Premiebijdragen
7.911
8.836
Pensioenopbouw
-5.566
-7.048
Onttrekking uit premiebijdragen voor pensioenuitvoeringskosten
-600
-600
Onttrekking uit premiebijdragen voor sterfte en arbeidsongeschiktheid
-389
-496
Interestresultaat
-81.164
10.849
Beleggingsresultaten
-29.994
6.691
Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen
-10.655
-9.887
Indexatie Wijziging marktrente
-63
-3.509
-40.452
17.554
8
4.055
Overig resultaat Resultaat op waardeoverdrachten Resultaat op kanssystemen (sterfte en arbeidsongeschiktheid) Resultaat op uitvoeringskosten Resultaat op uitkeringen Wijziging overige verzekeringstechnische grondslagen Wijziging overige actuariële uitgangspunten Vrijval van sterftetrendopslag over de uitkeringen
-160
-817
1.356
259
209
-168
45
30
18
-
2.617
513
488
1.414
112
3
-38
-1.211
-592
-79.800
15.596
Overige baten Wijziging herverzekeringsdeel technische voorzieningen Overige lasten
Totaal saldo van baten en lasten
-15
Uitkomsten van de solvabiliteitstoets Het vereist eigen vermogen is jaarultimo EUR 46,5 miljoen. Dit is 16,8% van de technische voorzieningen.
Oordeel van de certificerende actuaris over de financiële positie De vermogenspositie van het Pensioenfonds is onvoldoende in verband met een dekkingstekort.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
29
Risicoparagraaf Risico- en beheersingsbeleid Het Bestuur heeft zijn beleid verwoord in de ABTN. Hieronder staan de risico´s die het Bestuur met prioriteit heeft aangepakt: • Beleggingsrisico’s; • Actuariële risico’s; • Renterisico.
Beleggingsrisico’s In het beleggingsbeleid is sprake van een grote spreiding over de verschillende beleggingscategorieën en regio’s. Per beleggingscategorie is een strategische weging aangegeven alsmede de bandbreedtes die naar inzicht van de externe vermogensbeheerder benut kunnen worden. Dit resulteert erin dat de gehele portefeuille een aanvaardbaar risico heeft.
Actuariële risico’s De meest actuele overlevingstafels GBM/V 2000-2005 worden gehanteerd. De prognosetafels AG 2005-2050, waarin de sterftetrend is verdisconteerd worden (nog) niet gehanteerd. Voor de eenvoud wordt een algemene sterftetrendopslag van 3,5% toegepast. Hiermee is het langlevenrisico voor het Pensioenfonds op adequate wijze verwerkt.
Renterisico Het Pensioenfonds is gevoelig voor wijzigingen in de marktrente, omdat de duration van de beleggingen en de verplichtingen niet gelijk zijn. Bij de bepaling van het beleggingsbeleid weegt het Bestuur zorgvuldig de voordelen (meer zekerheid) en nadelen (minder rendement) van meer of minder duration-matching af ten opzichte van alternatieve strategieën. Bij het Pensioenfonds wordt het renterisico voor 60% afgedekt.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
30
Toekomstparagraaf Zelfevaluatie functioneren bestuur De Principes voor goed pensioenfondsbestuur (PFG-principes) eisen dat ieder bestuur zijn functioneren evalueert (principe A13), collectief en individueel. DNB heeft aangegeven dat de zelfevaluatie van het bestuurlijk functioneren en, als onderdeel ervan, de deskundigheid van het bestuur speerpunten van het toezicht zijn. De zelfevaluatie is een door het bestuur zelf te kiezen en uit te voeren gestructureerde analyse van het functioneren. De zelfevaluatie is dus verplicht, maar biedt ook een kans het functioneren van het bestuur (nog) verder te verbeteren. Het Pensioenfonds zal in 2009 invulling geven aan de zelfevaluatie.
Intern toezicht Het Pensioenfonds heeft voor het Intern toezicht gekozen voor een visitatiecommissie. De visitatiecommissie beoordeelt minimaal een keer in de drie jaar de beleids- en bestuursprocedures en – processen, de checks and balances, de wijze waarop de uitvoering van de regeling wordt bestuurd en aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico’s op de langere termijn voor (de dekkingsgraad van) het Pensioenfonds. Het Bestuur stelt een visitatiecommissie samen en benoemt deze ook. In 2009 zullen voorbereidende werkzaamheden voor het inhuren van een visitatiecommissie worden getroffen.
Indexatielabel De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft, in goed overleg met de pensioensector, besloten om pensioenuitvoerders de mogelijkheid te bieden om het toeslagenlabel in 2009 nog niet op te nemen in hun communicatie-uitingen. Pensioenuitvoerders mogen er in 2009 voor kiezen om in plaats van het toeslagenlabel op te nemen, een brief te versturen aan deelnemers en pensioengerechtigden. De pensioensector heeft, in overleg met de AFM, een modelbrief opgesteld. Indien deze brief wordt verstuurd zal de AFM in 2009 niet handhavend optreden ten aanzien van het toeslagenlabel. Het Pensioenfonds gaat gebruik maken van deze mogelijkheid.
UPO-gepensioneerden en gewezen deelnemers De Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen heeft de concepten van de UPO-modellen voor gepensioneerden en gewezen deelnemers verstrekt. De gewezen deelnemers zijn in 2005 voor het laatst geïnformeerd over de hoogte van hun premievrije pensioenaanspraken. Het is de bedoeling de UPO’s voor gepensioneerden en gewezen deelnemers in het derde kwartaal van 2009 te versturen. Almelo, 11 juni 2009 Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Het Bestuur
Drs. L.J. Kuipers Voorzitter
Jaarverslag 2008
Drs. S. Canel Secretaris
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
31
Balans per 31 december 2008, na resultaatbestemming Bedragen x EUR 1.000
toelichting
31 december 2008
31 december 2007
Beleggingen voor risico pensioenfonds
5
Vastgoedbeleggingen
6
25.996
23.914
Aandelen
7
65.779
99.331
Vastrentende waarden
8
164.685
157.704
Derivaten
9
3.209
2.700
Overige beleggingen
10
11.426
19.350
271.095
302.999
11
515
518
12
37
1.647
13
1.263
5.153
272.910
310.317
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Overige contracten herverzekering Vorderingen en overlopende activa Overige vorderingen Overige activa Liquide middelen
TOTAAL ACTIEF
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
32
Bedragen x EUR 1.000
toelichting
31 december 2008
31 december 2007
Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal
14
1
1
Wettelijke en statutaire reserves
14
-7.218
73.389
Bestemmingsreserves
14
2.884
2.077
-4.333 Technische voorzieningen
75.467
15
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
15
274.889
232.367
Overige technische voorzieningen
15
1.720
542
Overige schulden en overlopende passiva
16
TOTAAL PASSIEF
Dekkingsgraad (in %)8
8
276.609
232.909
634
1.941
272.910
310.317
98,4
132,4
De dekkingsgraad wordt hierbij gedefinieerd als pensioenvermogen / technische voorzieningen. Het pensioenvermogen is gelijk aan het totaal actief minus overige schulden en overlopende passiva.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
33
Staat van baten en lasten over 2008 Bedragen x EUR 1.000
toelichting
2008
2007
BATEN Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers)
20
7.911
8.836
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds
21
-29.994
6.691
Overige baten
22
1.414
112
-20.669
15.639
TOTAAL BATEN LASTEN Pensioenuitkeringen
23
-14.824
-13.812
Pensioenuitvoeringskosten
24
-645
-678
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds - Pensioenopbouw
27
-5.566
-7.048
- Indexering en overige toeslagen
28
-63
-3.509
- Rentetoevoeging
29
-10.655
-9.887
- Onttrekking voor pensioenuitkeringen en
30, 31 14.960
14.144
- Wijziging marktrente
pensioenuitvoeringskosten 32
-40.452
17.554
- Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten
36
-86
-1.800
- Wijziging actuariële uitgangspunten
33
-
2.617
- Overige wijzigingen
34
-663
1.366
Mutatie herverzekeringsdeel technische voorziening
35
Saldo overdrachten van rechten Overige lasten
-42.525
13.437
3
-38
36
71
1.640
37
-1.211
-592
-79.800
15.596
-80.607
15.736
807
-140
-79.800
15.596
Saldo van baten en lasten
Bestemming van het saldo van baten en lasten Wettelijke en statutaire reserves Bestemmingsreserves
Totaal saldo van baten en lasten
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
34
Kasstroomoverzicht 2008 Bedragen x EUR 1.000
2008
2007
10.614
8.600
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies Ontvangen in verband met overdracht van rechten
802
2.174
-14.915
-14.124
Betaald in verband met overdracht van rechten
-717
-254
Betaalde pensioenuitvoeringskosten
-635
-544
59
102
-32
-47
-4.824
-4.093
Verkopen en aflossingen van beleggingen
3.551
18.685
Ontvangen directe beleggingsopbrengsten
400
433
-2.960
-10.000
Betaalde kosten van vermogensbeheer
-57
-287
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
934
8.831
-3.890
4.738
-
-
-3.890
4.738
Betaalde pensioenuitkeringen
Ontvangen uitkeringen van herverzekeraars Betaalde premies herverzekering
Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
Aankopen beleggingen
Netto-kasstroom in 2008 Koers- en omrekeningsverschillen op liquide middelen
Mutatie liquide middelen
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
35
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2008 1.
Inleiding Het doel van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate, statutair gevestigd te Almelo (hierna “het Pensioenfonds”) is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden terzake van ouderdom en overlijden. Het Pensioenfonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregeling van Koninklijke Ten Cate nv (hierna “de onderneming”).
2.
Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de voor het pensioenfonds geldende Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn 610 Pensioenfondsen (RJ 610). De gehanteerde grondslagen in de jaarrekening zijn dezelfde als die van het voorgaande jaar. Het Bestuur heeft op 11 juni 2009 de jaarrekening opgemaakt.
3.
Presentatiewijzigingen De presentatie van de jaarrekening heeft in het verslagjaar geen wijziging ondergaan ten opzichte van het afgelopen verslagjaar.
4.
Grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling
(a)
Algemeen De jaarrekening wordt gepresenteerd in duizenden euro’s, tenzij anders vermeld. Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op actuele waarde. Overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij anders vermeld. Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben.
(b)
Schattingen en veronderstellingen Bij het opstellen van de jaarrekening is het gebruik van schattingen en veronderstellingen noodzakelijk. De schattingen en veronderstellingen zijn vooral van invloed op de hoogte van de voorziening pensioenverplichtingen. Voor de waardering van de beleggingen, inclusief derivaten, zijn weinig schattingen nodig. De waardering van de beleggingen is nagenoeg geheel gebaseerd op marktinformatie.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
36
(c)
Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post “nog af te wikkelen transacties”. Deze post kan zowel een actief als een passief zijn.
(d)
Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.
(e)
Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de rekening van baten en lasten opgenomen.
(f)
Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
37
De koersen van de belangrijkste valuta’s ten opzichte van de euro zijn als volgt:
(g)
31 december 2008
Gemiddelde 2008
31 december 2007
Gemiddelde 2007
USD
1,39
1,47
1,46
1,37
GBP
0,97
0,80
0,73
0,68
JPY
125,94
152,38
163,40
161,31
Beleggingen
(g.1) Algemeen In overeenstemming met de Pensioenwet worden beleggingen gewaardeerd op actuele waarde. Participaties in beleggingsinstellingen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. (g.2) Vastgoedbeleggingen Onderliggende beleggingen in niet-beursgenoteerde participaties worden gewaardeerd tegen de reële waarde, gebaseerd op de marktwaarde van het onderliggende vastgoed. De marktwaarde van het onderliggende vastgoed is de geschatte waarde bij onderhandse verkoop in verhuurde staat. (g.3) Aandelen De marktwaarde van onderliggende beursgenoteerde aandelen van aandelenfondsen is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum. Indien onderliggende aandelen niet beursgenoteerd zijn of indien de koersvorming niet representatief is, wordt de marktwaarde getaxeerd. De taxatie is gebaseerd op recente marktinformatie. (g.4) Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoersen. Indien vastrentende waarden of participaties in beleggingsinstellingen niet-beursgenoteerd zijn, vindt waardebepaling plaats op basis van de geschatte toekomstige nettokasstromen (rente en aflossingen) die uit de beleggingen zullen voortvloeien, contant gemaakt tegen de geldende marktrente en rekening houdend met het risicoprofiel (kredietrisico; oninbaarheid) en de looptijd. (g.5) Derivaten Derivaten worden gewaardeerd op reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. (g.6) Overige beleggingen De hieronder opgenomen beleggingen zijn overwegend participaties in een niet-beursgenoteerd fund of hedgefunds. Deze participaties worden gewaardeerd op reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Niet-beursgenoteerde beleggingen zijn opgenomen voor de geschatte marktwaarde.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
38
(h)
Herverzekeringen Betaalde herverzekeringspremies worden verantwoord in de periode waarop de herverzekering betrekking heeft. Vorderingen uit herverzekeringscontracten op risicobasis worden verantwoord op het moment dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet. Bij de waardering worden de herverzekerde uitkeringen contant gemaakt tegen de rentetermijnstructuur, onder toepassing van de actuariële grondslagen van het pensioenfonds. Vorderingen uit herverzekeringscontracten die classificeren als garantiecontracten worden gelijkgesteld aan de hiertegenover staande voorziening voor pensioenverplichtingen. Vorderingen uit herverzekeringscontracten die classificeren als kapitaalcontracten worden gewaardeerd op de verwachte verzekeringsuitkering bij expiratie van het herverzekeringscontract. Bij de waardering van de vorderingen wordt rekening gehouden met de kredietwaardigheid van de herverzekeraar (afslag voor kredietrisico).
(i)
Vorderingen en overlopende activa Voor zover noodzakelijk is een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht.
(j)
Technische voorzieningen
(j.1) Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening voor pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (indexatie)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente. Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het Bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande indexatiebesluiten zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van pensioenaanspraken welke in de toekomst worden opgebouwd. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor de toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
39
De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: • Marktrente: de rentetermijnstructuur ultimo 2008, gepubliceerd door DNB, is toegepast. De berekende gemiddelde looptijd van de uitkeringen is 14,1 jaar. • Overlevingstafels: GBM/V 2000-2005 toegepast met drie jaar leeftijdsterugstelling voor mannen en zonder leeftijdsterugstelling voor vrouwen. • Gezinssamenstelling: Voor de actieve deelnemers wordt bij de berekening van de contante waarde van het partnerpensioen uitgegaan van een partnerfrequentie van 100% tot de 65-jarige leeftijd, welke frequentie daarna afneemt op grond van de sterftekansen van de partner volgens de gehanteerde overlevingstafels. Voor de inactieve deelnemers jonger dan 65 jaar, inactief geworden vóór 1 januari 2000, wordt bij de berekening van de contante waarde van het partnerpensioen uitgegaan van een partnerfrequentie van 90% tot de 65-jarige leeftijd, welke frequentie daarna afneemt op grond van de sterftekansen van de partner volgens de gehanteerde overlevingstafels. Voor de inactieve deelnemers jonger dan 65 jaar, inactief geworden ná 1 januari 2000, wordt bij de berekening van de contante waarde van het partnerpensioen uitgegaan van een partnerfrequentie van 100% tot de 65-jarige leeftijd, welke frequentie daarna afneemt op grond van de sterftekansen van de partner volgens de gehanteerde overlevingstafels. • Voor partnerpensioen is aangenomen dat alle mannen drie jaar ouder zijn dan hun echtgenote/ partner. • Er vindt opbouw van nabestaandenpensioen plaats. • Geboortedata: verondersteld is dat alle verzekerden zijn geboren op de eerste dag van hun geboortemaand. • Kostenopslag ter grootte van 2% van de voorziening voor pensioenverplichtingen in verband met toekomstige administratie- en excassokosten. • Een opslag voor sterftetrendontwikkeling ter grootte van 3,5% van de netto voorziening voor pensioenverplichtingen verhoogd met 2% kostenopslag. • Met de kans op reactivering van arbeidsongeschikten wordt geen rekening gehouden. (j.2) Overige technische voorzieningen Onder het hoofd Overige technische voorzieningen worden voorzieningen opgenomen voor met de pensioenverplichtingen samenhangende risico’s voorzover niet opgenomen in de berekening van de pensioenvoorziening zoals voorziening aanpassing sterftegrondslagen en voorziening arbeidsongeschiktheid. De voorziening aanpassing sterftegrondslagen wordt gevormd in verband met de verwachte toekomstige verbetering van de levensverwachting, in casu de overgang naar de meest recente overlevingstafels. De jaarlijkse aanpassing aan de voorziening is gerelateerd aan de omvang van de voorziening pensioenverplichtingen. Bij de bepaling van de voorziening arbeidsongeschiktheid wordt rekening gehouden met de verwachte schadelast voor zieke deelnemers op balansdatum die naar verwachting arbeidsongeschikt zullen worden verklaard. Met betrekking tot deze laatste categorie wordt de verplichting geschat op basis van ervaringscijfers.
(k)
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode opgesteld. Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook als zodanig worden gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit pensioenuitvoeringsactiviteiten en beleggingsactiviteiten.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
40
5.
Beleggingen
Bedragen x EUR 1.000
Vastgoed-
Aandelen
beleggingen Stand per 1-1-2007
23.384
Vastrentende
Derivaten
waarden 103.888
Overige
Totaal
beleggingen
159.454
1.166
16.141
304.033
Aankopen/verstrekkingen
-
2.976
129.929
-
-
132.905
Verkopen/aflossingen
-
-3.898
-129.562
-
-
-133.460
Overige mutaties
-
-
-1.025
1.534
1.949
2.458
530
-3.635
-1.092
-
1.260
-2.937
23.914
99.331
157.704
2.700
19.350
302.999
3.630
10.594
16.794
-
-
31.018
Verkopen/aflossingen
-
-
-28.631
-
-
-28.631
Overige mutaties
-
-
-2.069
509
-2.161
-3.721
Herwaardering
-1.548
-44.146
20.887
-
-5.763
-30.570
Stand per 31-12-2008
25.996
65.779
164.685
3.209
11.426
271.095
Herwaardering
Stand per 31-12-2007
Aankopen/verstrekkingen
Actuele waarde Schattingen en oordelen Zoals vermeld in de toelichting zijn de beleggingen van het Pensioenfonds nagenoeg allemaal gewaardeerd tegen actuele waarde per balansdatum en is het over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de actuele waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Voor sommige andere financiële instrumenten, zoals beleggingsvorderingen en -schulden, geldt dat de boekwaarde de actuele waarde benadert als gevolg van het kortetermijnkarakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de actuele waarde.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
41
Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het Pensioenfonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen. Echter, bepaalde financiële instrumenten, zoals bijvoorbeeld onderhandse leningen en vastgoed zijn gewaardeerd door middel van gebruikmaking van waarderingsmodellen en -technieken, inclusief verwijzing naar de huidige reële waarde van vergelijkbare instrumenten. Op basis van de boekwaarde kan het volgende onderscheid worden gemaakt: Bedragen x EUR 1.000
(Directe en
Waarderings-
afgeleide)
modellen en
markt-
-technieken
Totaal
noteringen Vastgoedbeleggingen
-
23.914
99.331
-
99.331
151.343
6.361
157.704
2.700
-
2.700
Derivaten, passiva
-1.165
-
-1.165
Overige beleggingen
19.350
-
19.350
271.559
30.275
301.834
Aandelen Vastrentende waarden Derivaten, activa
Stand per 31 december 2007
Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten, activa
-
25.996
25.996
65.779
-
65.779
160.674
4.011
164.685
3.209
-
3.209
-
-
-
11.426
-
11.426
241.088
30.007
271.095
Derivaten, passiva Overige beleggingen
Stand per 31 december 2008
23.914
Schattingen van de actuele waarde zijn een momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden en een significante oordeelsvorming (bijvoorbeeld rentestand, volatiliteit, schatting van kasstromen, etc.) en kunnen derhalve niet met precisie worden vastgesteld. Schatting van reële waarde De belangrijkste gehanteerde methoden en veronderstellingen voor het schatten van de reële waarde van financiële instrumenten zijn de market to market en de netto contante waarde methode, taxaties en eventuele opgaven van derden.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
42
6.
Vastgoedbeleggingen Bedragen x EUR 1.000
7.
2008
2007
Indirect vastgoed (participaties in beleggingsfondsen)
25.996
23.914
Stand per 31 december
25.996
23.914
2008
2007
Niet-beursgenoteerde aandelen beleggingsfondsen, large cap
56.651
82.198
Beursgenoteerde aandelen beleggingsfondsen, small/mid cap
9.128
17.133
65.779
99.331
2008
2007
-
43.928
Aandelen Bedragen x EUR 1.000
Stand per 31 december
8.
Vastrentende waarden Bedragen x EUR 1.000 Obligaties Credit Fund
43.539
-
4.011
6.361
Obligatiefondsen, (Index Linked Bonds)
36.259
45.828
Obligatiefondsen, (Liability Driven Investments)
77.401
59.493
Leningen op schuldbekentenis
Kortlopende vorderingen op banken
3.400
-
Liquide middelen
75
2.408
Overige schulden
-
-314
164.685
157.704
Stand per 31 december
Het Pensioenfonds is aan het begin van het verslagjaar bij de vermogensbeheerder van de credit+-portefeuille overgegaan van een discretionair mandaat van bedrijfsobligaties naar participaties in een Euro Credit Fund. De beleggingen in dit fonds bestaan voor het grootste gedeelte uit bedrijfsobligaties.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
43
9.
Derivaten (activa) Bedragen x EUR 1.000
2008
2007
Valutaderivaten
3.209
1.445
Rentederivaten
-
1.255
3.209
2.700
2008
2007
10.921
16.684
460
2.611
45
55
11.426
19.350
2008
2007
Overige contracten herverzekering
515
518
Stand per 31 december
515
518
Stand per 31 december
10. Overige beleggingen Bedragen x EUR 1.000 Hedgefondsen Liquide middelen Vorderingen inzake beleggingen
Stand per 31 december
11. Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Bedragen x EUR 1.000
Onder overige contracten is de gekapitaliseerde waarde van de herverzekeringscontracten opgenomen. Dit betreft contracten van aangesloten ondernemingen bij herverzekeringsmaatschappijen, die ten tijde van toetreding tot het Pensioenfonds premievrij zijn gemaakt. De rechten en plichten van de deelnemers die onder genoemde contracten vallen, zijn overgenomen door het Pensioenfonds. Tevens vallen hieronder de uitkeringen uit het beëindigde contract van het premierisico bij arbeidsongeschiktheid. De verzekeringstechnische risico’s liggen bij de verzekeringsmaatschappijen.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
44
12. Overige vorderingen Bedragen x EUR 1.000 Vordering op sponsor(s) Beleggingsdebiteuren Waardeoverdrachten
2008
2007
8
1.562
10
18
-
17
Overig
19
50
Stand per 31 december
37
1.647
Bedragen x EUR 1.000
2008
2007
Liquide middelen
1.263
5.153
Stand per 31 december
1.263
5.153
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
13. Overige activa
Onder de liquide middelen worden opgenomen tegoeden op bankrekeningen, die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn en die niet beschikbaar zijn om te worden belegd.
14. Stichtingskapitaal en reserves Bedragen x EUR 1.000
Stichtings-
Algemene Bestemmings-
Totaal
kapitaal
reserve
reserve
Stand per 1 januari 2007
1
56.547
2.217
Cumulatief effect stelselwijziging
-
1.106
-
1.106
Uit bestemming saldo van baten en lasten
-
15.736
-140
15.596
Stand per 31 december 2007
1
73.389
2.077
75.467
Uit bestemming saldo van baten en lasten
-
-80.607
807
-79.800
Stand per 31 december 2008
1
-7.218
2.884
-4.333
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
58.765
45
In afwijking van artikel 390 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW2) wordt geen herwaarderingsreserve aangehouden voor de ongerealiseerde waardestijgingen van nietbeursgenoteerde financiële instrumenten (onroerend goed, onderhandse leningen en hedgefondsen). Over 2008 was sprake van een ongerealiseerde waardedaling (2007: waardestijging van EUR 3.904.000). De herwaarderingsreserve heeft gezien de aard van een pensioenfonds niet de functie van kapitaalbescherming. De bestemmingsreserve heeft betrekking op vooruit ontvangen premie bestemd voor de financiering van de tijdelijke aanvullingsregeling en de overgangsregeling extra pensioeninkoop en kan als volgt worden toegelicht: Bedragen x EUR 1.000
2008
Stand per 1 januari
2007
2.077
2.217
-1.926
-1.867
Ontvangen premies aanvullingsregeling
1.512
1.727
Van Bpf MITT ontvangen deel overreserves SUT
1.221
-
Stand per 31 december
2.884
2.077
2007
Dekkings-
Toekenning aanvullingsregeling9
Solvabiliteit Bedragen x EUR 1.000
2008
Dekkingsgraad
graad
Aanwezig eigen vermogen
-4.333
98,4%
75.467
132,4%
Minimaal vereist eigen vermogen
13.830
105,0%
11.645
105,0%
Vereist eigen vermogen
46.474
116,8%
42.701
118,4%
Herstelplan Per 31 december 2008 voldoet het Pensioenfonds niet aan de wettelijke normen met betrekking tot het (minimaal) vereist eigen vermogen. Door het Bestuur is hiervan melding gemaakt bij de toezichthouder DNB en er is een korte- en lange termijnherstelplan ingediend. Hieruit blijkt dat het Bestuur verwacht dat, gegeven de uitgangspunten binnen de gestelde termijn van vijf jaar (31 december 2013) wordt voldaan aan de eisen van het minimaal vereist eigen vermogen.
9
Er is rekening gehouden met een solvabiliteitsopslag van 18,4% (2007: 20%).
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
46
15. Technische voorzieningen Bedragen x EUR 1.000 Voorziening voor pensioenverplichtingen Overige technische voorzieningen
Stand per 31 december
2008
2007
274.889
232.367
1.720
542
276.609
232.909
Het mutatieoverzicht voor de voorziening voor pensioenverplichtingen is als volgt: Bedragen x EUR 1.000 Stand 1 januari Cumulatief effect stelselwijziging Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Saldo van inkomende en uitgaande waardeoverdrachten Wijziging actuariële uitgangspunten Overige wijzigingen
Stand per 31 december
2008
2007
232.367
246.910
-
-1.106
5.566
7.048
63
3.509
10.674
9.887
-14.710
-13.857
-304
-287
40.486
-17.554
86
1.800
-
-2.617
661
-1.366
274.889
232.367
Ultimo boekjaar bedraagt de gemiddeld gewogen rekenrente 3,6% (2007: 4,8%). Voor een toelichting op de verschillende posten wordt verwezen naar de toelichting op de verschillende posten uit de staat van baten lasten.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
47
De voorziening voor pensioenverplichtingen is naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld: Bedragen x EUR 1.000
2008
%
2007
%
80.758
30,0%
62.709
27,5%
Pensioengerechtigden
148.679
55,1%
135.986
59,6%
Gewezen deelnemers
40.190
14,9%
29.392
12,9%
Actieve deelnemers
Netto pensioenverplichtingen
269.627 100,0%
Toekomstige kosten uitvoering pensioenregeling
Stand per 31 december
228.087 100,0%
5.262
4.280
274.889
232.367
De methode voor de berekening van de pensioenverplichtingen is zodanig toegepast dat er geen sprake is van een financieringsachterstand. Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het algemeen een langlopend karakter. Het mutatieoverzicht voor de overige technische voorzieningen luidt als volgt: Bedragen x EUR 1.000
2008
2007
Voorziening aanpassing sterftegrondslagen per 1 januari
542
0
Reservering nieuwe overlevingstafels (0,24% van VPV per jaar)
747
542
1.289
542
431
-
1.720
542
Voorziening aanpassing sterftegrondslagen per 31 december
Voorziening arbeidsongeschiktheid
Overige technische voorzieningen per 31 december
Korte beschrijving van de pensioenregeling De pensioenregeling kan worden gekenmerkt als een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenleeftijd van 65 jaar. Jaarlijks wordt een aanspraak op ouderdomspensioen opgebouwd van 2,1% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. De pensioengrondslag is gelijk aan 12 maandsalarissen inclusief 8,0% vakantietoeslag, vaste maandelijkse (o.a. ploegentoeslag) en regelmatig genoten jaarlijkse variabele toeslagen (o.a. winstuitkering/ incentive) onder aftrek van een franchise. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld. Tevens bestaat er recht op nabestaanden- en wezenpensioen. Deelname aan de regeling vangt aan vanaf de leeftijd van 18 jaar of latere indiensttreding. Jaarlijks beslist het Bestuur van het Pensioenfonds de mate waarin de opgebouwde aanspraken worden geïndexeerd.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
48
Overeenkomstig artikel 10 van de Pensioenwet kwalificeert de pensioenregeling als een uitkeringsovereenkomst.
Indexatieverlening Het indexatiebeleid kan als volgt worden verwoord: De indexatie van pensioenrechten en pensioenaanspraken wordt jaarlijks vastgesteld door het Bestuur van het Pensioenfonds. Er bestaat ambitie om jaarlijks de pensioenrechten en pensioenaanspraken aan te passen. De indexatie is voorwaardelijk en is afhankelijk van de hoogte van het beleggingsrendement. De indexatie van de pensioenrechten (voor gepensioneerden en premievrije deelnemers) bedraagt maximaal de stijging van de afgeleide consumentenprijsindex (cpi afgeleid), zoals vastgesteld door het CBS. De pensioenrechten zijn per 1 januari 2009 niet geïndexeerd (1 januari 2008: 1,48%). De indexatie van de pensioenaanspraken (voor de actieve deelnemers) bedraagt maximaal de algemene loonontwikkeling zoals vastgelegd in de CAO voor de MITT. De pensioenaanspraken zijn per 1 januari 2009 niet geïndexeerd (1 januari 2008: 1,50%). Er is geen recht op toekomstige indexaties. Het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst wordt geïndexeerd. Het Pensioenfonds heeft voor toekomstige indexaties geen geld gereserveerd en er wordt geen premie voor betaald. Het Bestuur heeft in de vergadering van 11 december 2008 besloten, vanwege de financiële positie van het Pensioenfonds, geen indexatie toe te kennen per 1 januari 2009.
Inhaalindexaties Onder bepaalde omstandigheden kunnen inhaalindexaties worden toegekend. Inhaalindexaties zijn voorwaardelijke indexaties die worden toegezegd, voorzover in de vijf voorafgaande kalenderjaren niet voor honderd procent is geïndexeerd. Deze inhaalindexaties gelden alleen voor toekomstige uitkeringen. Om inhaalindexaties te kunnen toekennen is een hoge dekkingsgraad vereist. Het Bestuur van het Pensioenfonds heeft toegezegd om elk jaar een specificatie te geven van een eventueel verschil tussen de volledige en de werkelijk toegekende indexatie. Actieve deelnemers
Volledige
Toegekende
indexatie %
indexatie %
Verschil %
Jaar 2007
1,50
1,50
0,00
Jaar 2008
3,50
0,00
3,50
Volledige
Toegekende
Verschil %
indexatie %
indexatie %
Gewezen deelnemers en pensioengerechtigden Jaar 2007
1,48
1,48
0,00
Jaar 2008
2,53
0,00
2,53
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
49
16. Overige schulden en overlopende passiva Bedragen x EUR 1.000
2008
2007
Schulden aan sponsor(s)
7
6
Derivaten
-
1.165
203
167
71
247
336
320
Kosten adviseurs en accountants Beleggingscrediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Waardeoverdrachten Overige schulden
Stand per 31 december
-
27
17
9
634
1.941
2008
2007
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
Derivaten (passiva) Bedragen x EUR 1.000 Valutaderivaten
-
141
Rentederivaten
-
1.024
Stand per 31 december
-
1.165
17. Risicobeheer en derivaten Solvabiliteitsrisico Het Pensioenfonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico’s. De belangrijkste doelstelling van het Pensioenfonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Het belangrijkste risico voor het Pensioenfonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het Pensioenfonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
50
Indien de solvabiliteit van het Pensioenfonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het Pensioenfonds de premie voor de onderneming moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele indexatie van opgebouwde en ingegane pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het Pensioenfonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. De aanwezige dekkingsgraad heeft zich als volgt ontwikkeld: 2008
2007
%
%
132,4
123,8
Toevoeging van nieuwe aanspraken en premie-inkomsten
0,0
-0,4
Het verrichtten van pensioenuitkeringen
2,2
1,4
Indexering
0,0
-1,6
Wijziging in de rentetermijnstructuur
-19,3
8,5
Extra rendement gegenereerd door beleggingen
-18,5
-2,2
1,6
2,9
98,4
132,4
Dekkingsgraad per 1 januari
Overige oorzaken
Dekkingsgraad per 31 december
Het surplus/tekort op FTK-grondslagen is als volgt: Bedragen x EUR 1.000
31 december 2008
Technische voorzieningen volgens jaarrekening
31 december 2007
276.609
232.909
S1 Renterisico
14.676
17.951
S2 Risico zakelijke waarden
36.696
30.377
2.258
2.034
Buffers:
S3 Valutarisico S4 Grondstoffenrisico
-
-
S5 Kredietrisico
2.328
755
S6 Verzekeringstechnisch risico
6.988
5.323
-16.472
-13.739
46.474
42.701
323.083
275.610
pensioenvermogen)
272.276
308.376
Surplus / Tekort (-) per 31 december
-50.807
32.766
Diversificatie-effect
Totaal S (vereiste buffers)
Vereist vermogen (art. 132 Pensioenwet) Aanwezig vermogen (Totaal activa–schulden =
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
51
Bij de berekening van de buffers past het Pensioenfonds de standaardmethode toe. Voor de samenstelling van de beleggingen wordt uitgegaan van de strategische asset mix in de evenwichtssituatie. De beleggingen in hedgefunds zijn voor wat betreft het risico meegenomen als private equity.
Beleid en risicobeheer Het Bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van deze risico’s. Deze beleidsinstrumenten betreffen: • Beleggingsbeleid; • Premiebeleid; • Herverzekeringsbeleid; • Indexatiebeleid. De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruikgemaakt van ALM-studies. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario’s. De uitkomsten van deze analyses vinden hun weerslag in jaarlijks door het Bestuur vast te stellen beleggingsrichtlijnen als basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. De beleggingsrichtlijnen geven normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering van het beleggingsbeleid moet plaatsvinden. Ze zijn gericht op het beheersen van de belangrijkste (beleggings)risico’s. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van derivaten. Alternatieve beleggingen Er wordt naast beleggingen in aandelen en vastrentende waarden tevens belegd in vastgoedbeleggingen en hedgefondsen. Vastgoedbeleggingen bestaan uit Nederlands nietbeursgenoteerde vastgoedbeleggingen verspreid over winkels, kantoren en woningen. Beleggingen in hedgefondsen vinden plaats door middel van participaties in een wereldwijde multi strategie fund of hedgefunds met een focus op arbitrage strategieën. Premiebeleid In de uitvoeringsovereenkomst tussen de onderneming en het Pensioenfonds is het volgende vastgelegd met betrekking tot het premiebeleid: • Dekkingsgraad kleiner dan 110%: Het werkgeversdeel van de pensioenpremie, die door de onderneming verschuldigd is, wordt met een opslag van 50% verhoogd. • Dekkingsgraad groter dan de vereiste dekkingsgraad (minimaal 120%) + 20%-punt: Het werkgeversdeel van de pensioenpremie, dat door de onderneming verschuldigd is, wordt verminderd met 1%-punt voor elke %-punt dat de bovengrens (vereiste dekkingsgraad + 20%-punt) wordt overschreden. Het werkgeversdeel van de pensioenpremie zal echter nooit minder bedragen dan 50% van het werkgeversdeel van de pensioenpremie, dat door de onderneming verschuldigd is.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
52
Herverzekeringsbeleid Het Pensioenfonds heeft het overlijdensrisico en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid herverzekerd op basis van een stoploss-dekking met een prioriteit (eigen behoud) van 200% van de risicopremie eigen rekening. Alle overige risico’s voortvloeiende uit de aangegane pensioenverplichtingen worden volledig in eigen beheer gehouden. Indexatiebeleid Het Bestuur beslist jaarlijks in hoeverre pensioenaanspraken en pensioenrechten worden geïndexeerd. Voor deze voorwaardelijke indexatietoezegging is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. De ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken van gewezen deelnemers worden maximaal verhoogd op basis van het prijsindexcijfer. De opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers worden maximaal verhoogd op basis van het loonindexcijfer. Indien echter het aanwezige vermogen zich onder of nauwelijks op of boven het vereiste niveau bevindt, zal er een terughoudend beleid met betrekking tot het verlenen van toeslagen worden gevoerd. Het Bestuur houdt daarbij in beginsel de volgende beleidsregel aan: • Dekkingsgraad kleiner dan 105%: geen indexatie. • Dekkingsgraad tussen 105% en 110%: geen indexatie inactieven. Indexatie actieven gelijk aan het (positieve) verschil tussen ontwikkeling loon- en prijsindexcijfer. • Dekkingsgraad tussen 110% en vereiste dekkingsgraad (minimaal 120%): indexatie inactieven lineair oplopend van geen indexatie bij een dekkingsgraad van 110% tot volledige indexatie bij de vereiste dekkingsgraad. Indexatie actieven gelijk aan indexatie inactieven plus het (positieve) verschil tussen ontwikkeling loon- en prijsindexcijfer. • Dekkingsgraad groter dan de vereiste dekkingsgraad (minimaal 120%): volledige indexatie. • Dekkingsgraad groter dan de vereiste dekkingsgraad (minimaal 120%) + 10%-punt: volledige indexatie en inhaal van een indexatieachterstand met maximaal vijf jaar terugwerkende kracht, indien en voorzover de dekkingsgraad door de inhaalindexatie niet kleiner wordt dan de vereiste dekkingsgraad (minimaal 120%) + 10%-punt. Deze beleidsregel is een richtlijn. Het Bestuur kan op basis van andere overwegingen hiervan afwijken. Het beleid is erop gericht om op de lange termijn minimaal 90% van de stijging van de loon- respectievelijk de prijsindex door middel van toeslagen te compenseren.
Marktrisico Marktrisico omvat de mogelijkheden voor winst of verlies en omvat het prijs(koers)risico, valutarisico en het renterisico. De strategie van het Pensioenfonds met betrekking tot het beleggingsrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Monitoring van het marktrisico geschiedt op maandelijkse basis door het pensioenbureau. De overall-marktposities worden periodiek gerapporteerd aan het Bestuur. Prijsrisico Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
53
Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk in het saldo van baten en lasten worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het prijsrisico kan worden gemitigeerd door diversificatie. In aanvulling hierop kan het prijsrisico worden gehedged door het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals opties en futures. De segmentatie van vastgoed naar sectoren is als volgt: Bedragen x EUR 1.000
2008
In %
2007
In %
Kantoren – Nederland
6.882
26,5%
7.444
31,1%
Winkels – Nederland
7.719
29,7%
7.933
33,2%
Woningen – Nederland
8.335
32,0%
8.537
35,7%
Multi-sectoraal Europa
3.060
11,8%
-
-
Stand per 31 december
25.996
100,0%
23.914
100,0%
De segmentatie van de aandelenportefeuille naar regio kan als volgt worden toegelicht: Bedragen x EUR 1.000
2008
In %
2007
In %
Europa
42.035
63,9%
66.917
67,4%
Noord-Amerika
17.249
26,2%
24.171
24,3%
Japan
5.329
8,1%
6.023
6,1%
Verre Oosten exclusief Japan
1.166
1,8%
2.220
2,2%
65.779
100,0%
99.331
100,0%
Stand per 31 december
Valutarisico Het percentage dat buiten de euro wordt belegd, bedraagt ultimo 2008 circa 14,8% (2007: 21,9%) van de beleggingsportefeuille en is voor 84,0% (2007: 84,3%) afgedekt ten opzichte van de euro. De belangrijkste valuta daarin zijn de US dollar, de Britse pond en de Japanse yen. Het strategische beleid van het Pensioenfonds is om alle valutaposities af te dekken, waarbij tactische beleidsruimte aanwezig is voor de creditportefeuille. Per einde boekjaar is de contractwaarde EUR 33.712.000. Het valutarisico wordt in onderstaande tabel weergegeven.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
54
De beleggingen in vreemde valuta kunnen per categorie als volgt worden gespecificeerd: Bedragen x EUR 1.000 Aandelen
2008
2007
40.131
55.539
-
10.446
25
-
40.156
65.985
Vastrentende waarden Overige beleggingen
Stand per 31 december
De valutapositie voor en na afdekking door valutaderivaten is als volgt weer te geven: Bedragen x EUR 1.000
2008 Voor
2007
Valuta- Netto positie
Netto positie
afdekking
derivaten
(na)
(na)
GBP
9.936
11.476
-1.540
-713
JPY
5.326
5.231
95
50
USD
15.980
17.005
-1.025
-2.190
8.914
-
8.914
13.217
40.156
33.712
6.444
10.364
Overige
Stand per 31 december
Een restrisico betreft de categorie overige valuta; deze valuta worden niet strategisch afgedekt, omdat de valuta-exposure en/of volatiliteit niet groot genoeg is. Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen verandert als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration is de (met de contante waarde van de kasstromen) gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren. Bedragen x EUR 1.000
Per 31 december 2008 Balanswaarde
In jaren
Duration van de vastrentende waarden (voor derivaten)
164.685
5,6
Duration van de vastrentende waarden (na derivaten)
164.685
12,5
Duration van de (nominale) pensioenverplichtingen
274.889
14,1
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
55
Op balansdatum is de duration van de beleggingen korter dan de duration van de verplichtingen. Er is derhalve sprake van een zogenaamde “duration-mismatch”. Dit betekent dat bij een rentestijging de waarde van beleggingen minder snel daalt dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad zal stijgen. Bij een rentedaling zal de waarde van de beleggingen minder snel stijgen dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad daalt. Het beleid van het Pensioenfonds is gericht op het verkleinen van deze “duration-mismatch” door 60% van het renterisico af te dekken. Dit gebeurt door middel van renteswaps. Bij een renteswap wordt een vaste lange rente geruild tegen een variabele korte rente. Het Pensioenfonds ontvangt een lange rente, vergelijkbaar met de kasstroom van een langlopende obligatie en betaalt daarvoor een variabele korte rente (6-maands Euribor). Hierdoor wordt de “duration-mismatch” verkleind, maar het Pensioenfonds is wel afhankelijk van de ontwikkeling van de korte rente die het Pensioenfonds aan de tegenpartij betaalt. De huidige indexatie-ambitie van het Pensioenfonds laat het niet toe om nog meer renterisico af te dekken dan de huidige 60%. Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat tegenpartijen hun contractuele verplichtingen aan het Pensioenfonds of de beleggingsfondsen waarin het Pensioenfonds participeert niet nakomen. Een specifiek risico van de beleggingsfondsen die in aandelen en obligaties beleggen is het settlementrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen van transacties hun tegenprestatie niet leveren. Dit risico wordt beheerst door alleen te opereren in markten waar een voldoende betrouwbaar clearingsysteem functioneert. Daarnaast worden transacties alleen afgewikkeld op basis van de conditie levering tegen betaling. Bij de beleggingsfondsen die in obligaties beleggen komt daarbij het risico dat de uitgevende partijen de rente- en aflossingsverplichtingen niet nakomen. Dit risico wordt beheerst door middel van maximering van de beleggingen per kredietklasse, land (in het bijzonder opkomende landen), bedrijf, bedrijfstak en regio. Zowel het beleggingsfonds als het Pensioenfonds zelf beperken dit risico door middel van spreiding van de portefeuille. Het Pensioenfonds beheerst het tegenpartijrisico uit hoofde van deposito’s en over-the-counter derivaten door middel van selectie van solide tegenpartijen en hantering van tegenpartijlimieten. In geval van langlopende derivatencontracten vraag het Pensioenfonds onderpand. Verder wordt het tegenpartijrisico hier beheerst door het aangaan van standaardcontracten. Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegeven: Bedragen x EUR 1.000
2008
%
2007
%
AAA, AA en A-rating of vergelijkbaar
164.685
100,0%
149.420
94,7%
BBB, BB en B-rating of vergelijkbaar
-
-
8.284
5,3%
164.685
100,0%
157.704
100,0%
Stand per 31 december
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
56
Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het Pensioenfonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Er moet eveneens rekening worden gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Inzake het beheersen van het liquiditeitsrisico kan het volgende worden gemeld: • De uitkeringen overtreffen de inkomende premies aanzienlijk; • Er wordt maandelijks een liquiditeitsprognose voor de komende twaalf maanden opgesteld; • De manager van het Pensioenfonds bewaakt de liquiditeitsbehoefte en overlegt met de beleggingscommissie indien gelden uit de beleggingen vrij moeten worden gemaakt. Verzekeringtechnische risico’s (actuariële risico’s) De belangrijkste actuariële risico’s zijn de risico’s van langleven, overlijden en arbeidsongeschiktheid. Het langlevenrisico is het belangrijkste verzekeringstechnische risico. Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. Door toepassing van een sterftetrendopslag van 3,5% op de voorziening pensioenverplichtingen en 0,24% opslag per jaar op de voorziening pensioenverplichtingen voor aanpassing sterftegrondslagen is het langlevenrisico geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Het overlijdensrisico betekent dat het Pensioenfonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor door het Pensioenfonds geen voorzieningen zijn getroffen. Dit is het verschil tussen nabestaandenpensioen op pensioendatum en het opgebouwde nabestaandenpensioen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Het Pensioenfonds heeft het overlijdensrisico op stoploss basis herverzekerd bij een externe, onder toezicht van DNB staande verzekeringsmaatschappij. Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het Pensioenfonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit. Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. Het Pensioenfonds heeft het arbeidsongeschiktheidsrisico op stoploss basis herverzekerd bij een externe, onder toezicht van DNB staande verzekeringsmaatschappij. De gecombineerde herverzekeringsovereenkomst voor overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico wordt telkens voor één kalenderjaar afgesproken. De premie bedraagt in het boekjaar 4,73% van de risicopremie eigen rekening. Het eigen behoud is 200% van de risicopremie eigen rekening met een minimum van EUR 1.353.000 per kalenderjaar. De maximale aansprakelijkheid is gesteld op EUR 20.000.000.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
57
Indexatierisico (actuariële risico’s) Het Bestuur van het Pensioenfonds heeft de ambitie om de pensioenen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente, rendement, looninflatie en demografie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de indexatietoezegging voorwaardelijk is. De hoogte van de nominale dekkingsgraad geeft zicht op de mate waarin kan worden geïndexeerd. Concentratierisico Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie van de beleggingsportefeuille in regio’s, economische sectoren of tegenpartijen. Om deze concentraties tegen te gaan worden beleggingen zoveel als mogelijk gediversificeerd. Tevens worden beleggingsrichtlijnen afgesproken met vermogensbeheerders, waarin limieten ten aanzien van genoemde concentraties zijn afgesproken.
Overige niet-financiële risico’s Operationeel risico Operationeel risico is het risico ten gevolge van niet afdoende of falende processen of systemen, menselijk gedrag of externe gebeurtenissen. Het gaat hier om onjuiste of niet tijdige afwikkeling van transacties, verkeerde verwerking van gegevens, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s worden beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties waaraan het Pensioenfonds activiteiten heeft uitbesteed op gebieden zoals interne organisatie, processen, interne controles, kwaliteit van de geautomatiseerde systemen en dergelijke. Aan de kwetsbaarheid van de uitvoeringsorganisatie van het Pensioenfonds, tengevolge van de kleine bezetting, zal in 2009 extra aandacht worden besteed. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het Pensioenfonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het Pensioenfonds niet beheersbaar anders dan door de vorming van buffers (reserves).
Specifieke financiële instrumenten (derivaten) Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt tevens gebruikgemaakt van financiële derivaten. Als hoofdregel geldt, dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid. De portefeuillestructuur en het risicoprofiel, berekend inclusief de economische effecten van derivaten, dienen zich binnen de door het Bestuur vastgestelde grenzen (limieten) te bevinden. Het Pensioenfonds gebruikt derivaten hoofdzakelijk om de hiervoor vermelde vormen van marktrisico zo veel mogelijk af te dekken. Een van de belangrijkste risico’s bij derivaten is het kredietrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Dit risico wordt beperkt door alleen transacties aan te gaan met te goeder naam en faam bekend staande partijen. Bovendien geldt dat zoveel mogelijk wordt gewerkt met onderpand.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
58
Gebruik kan worden gemaakt van onder meer de volgende instrumenten: • Futures: dit zijn standaard beursgenoteerde instrumenten waarmee snel posities kunnen worden gewijzigd. Futures worden gebruikt voor het tactische beleggingsbeleid. Tactisch beleggingsbeleid is slechts zeer beperkt mogelijk binnen de grenzen van het strategische beleggingsbeleid. • Valutatermijncontracten: dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten worden valutarisico’s afgedekt. • Renteswaps: dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom. Door middel van swaps kan het Pensioenfonds de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden. Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2008: Bedragen x EUR 1.000 Type contract
Valutatermijncontract
Contractomvang
Contractomvang
Actuele waarde
Actuele waarde
aankopen
verkopen
activa
passiva
2.058
35.770
3.209
-
3.209
-
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2007: Bedragen x EUR 1.000 Type contract
Contractomvang
Contractomvang
Actuele waarde
Actuele waarde
aankopen
verkopen
Activa
passiva
6.307
61.928
1.445
141
-
-
1.245
967
Future
73.534
56.976
0
0
Swaption
11.900
3.200
10
15
8.618
-
-
42
2.700
1.165
Valutatermijncontract Interest Rate Swap
Forward obligatie
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
59
18. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Langlopende contractuele verplichtingen Het Pensioenfonds heeft een nieuwe uitbestedingsovereenkomst afgesloten met een serviceorganisatie (ExcellerateHRO) voor een periode van 3 jaar, welke per 31 december 2010 afloopt. De jaarlijks te betalen vergoeding bedraagt EUR 70.000, exclusief BTW (2007: EUR 100.000). Het Pensioenfonds heeft een huurovereenkomst afgesloten voor een gedeelte van een kantoorpand inclusief archiefruimte en een parkeerplaats. De jaarlijks te betalen huurprijs inclusief servicekosten bedraagt EUR 22.000 (2007: EUR 22.000). De huurverplichting loopt tot 15 november 2012.
Investerings- en stortingsverplichtingen Per balansdatum bestaan de volgende investerings- en stortingsverplichtingen: Bedragen x EUR 1.000
2008
2007
Maximale looptijd
Vastgoed
2.400
-
Totaal
2.400
-
3 jaar
Pensioenverplichtingen De niet in de balans opgenomen pensioenverplichtingen bedragen EUR 14.176.000. Dit betreft voorwaardelijke pensioenverplichtingen (overgangsrechten) en is uitsluitend van toepassing voor op 31 december 2005 en 1 januari 2006 actieve deelnemers waarvan het dienstverband niet voortijdig is beëindigd. De inkoop van voorwaardelijke verplichtingen met betrekking tot de overgangsregeling extra pensioeninkoop lopen door tot en met 2020, die van de tijdelijke aanvullingsregeling tot en met 2012. Deze verplichtingen worden in de komende jaren gefinancierd uit de premiebijdragen. Het Pensioenfonds had per 31 december 2007 geen indexatieachterstand. In verband met de financiële positie per 1 januari 2009 heeft het Bestuur besloten de aanspraken en rechten niet te indexeren. Dit betekent dat de inhaalindexatie op dit moment 3,5% voor de actieve deelnemers en 2,53% voor de inactieve deelnemers bedraagt. Zodra de financiële positie dit toelaat kan het Bestuur eventueel besluiten tot het toekennen van inhaalindexatie. Deelnemers, pensioengerechtigden en gewezen deelnemers hebben geen recht op indexatie.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
60
19. Verbonden partijen Identiteit van verbonden partijen Er is sprake van een relatie tussen de verbonden partijen tussen het Pensioenfonds en de sponsor, de aangesloten ondernemingen en hun bestuurders.
Transacties met bestuurders Inzake de beloning van bestuurders wordt verwezen naar pagina 65. Er zijn noch leningen verstrekt, noch is er sprake van vorderingen op (voormalige) bestuurders.
Overeenkomst met de onderneming Het Pensioenfonds heeft een uitvoeringsovereenkomst afgesloten met Koninklijke Ten Cate nv en Ten Cate Nederland bv (de onderneming). Deze overeenkomst geldt ook voor de door de onderneming aangewezen groepsmaatschappijen en deelnemingen. Het doel van deze overeenkomst is het vastleggen van de regeling omtrent de betaling van de bijdragen door de onderneming en de verplichtingen van het Pensioenfonds met betrekking tot de pensioenregeling(en). De hoogte van de bijdrage wordt vastgesteld aan de hand van de bepalingen in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN). De onderneming heeft geen andere contractuele verplichting inzake bijdragen aan het Pensioenfonds.
20. Premiebijdragen (van werkgever en werknemers) Bedragen x EUR 1.000
2008
2007
Werkgeversgedeelte
4.827
5.435
Werknemersgedeelte
3.084
3.401
Stand per 31 december
7.911
8.836
De totale bijdrage voor de pensioenregeling van werkgever en werknemers bedraagt 22,5% (2007: 22,5%) van de pensioengrondslag. De totale bijdrage voor de aanvullingsregeling van werkgever en werknemers bedraagt 3,9% (2007: 3,9%) van de loonsom. Daarnaast betalen werknemers EUR 8,00 per maand voor de Anw-hiaatregeling en is in de premiebijdragen de storting ad EUR 538.000 (2007: EUR 558.000) in het kader van het pensioensparen meegenomen.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
61
De kostendekkende, gedempte kostendekkende en feitelijke premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt: Bedragen x EUR 1.000
2008
2007
Kostendekkende premie (marktrente)
6.954
8.604
Gedempte kostendekkende premie (4% rekenrente)
8.278
9.165
Feitelijke premie (doorsneepremie)
7.911
8.836
De aan het boekjaar toe te rekenen feitelijke premie is als bate verantwoord. De samenstelling van de kostendekkende en gedempte kostendekkende premie is als volgt: Bedragen x EUR 1.000
Kosten-
Gedempte kosten-
dekkende premie
dekkende premie
(markrente)
(4% rekenrente)
Jaarinkoop actieve deelnemers
3.986
4.872
Toekenning aanvullingsregeling
1.331
1.627
-286
-350
Pensioensparen
538
538
Anw-hiaat premie
100
100
5.669
6.787
341
341
6.010
7.128
944
1.150
6.954
8.278
Onttrekking uit de bestemmingsreserve
Totale actuariële lasten
10
Uitvoeringskosten -/- vrijval uitbetalingskosten
Premie exclusief solvabiliteitsopslag Solvabiliteitsopslag (18,4%)
11
Totaal
Kostendekkende premie De kostendekkende premie is berekend op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. De kostendekkende premie bestaat uit de volgende componenten: • De actuarieel benodigde premie voor de opbouw en risicodekking van alle onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioentoezegging. • De aan het strategische risicoprofiel van het pensioenfonds gerelateerde solvabiliteitsopslag op de premie voor de onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioentoezegging, zijnde opslag voor het in stand houden van het vereist eigen vermogen. • De benodigde opslag voor de uitvoeringskosten.
10 11
De kostendekkende premie is inclusief 3,5% sterftetrendopslag en 2,0% excassokostenopslag. Op basis van vereiste dekkingsgraad primo 2008 bij de strategische beleggingsverdeling.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
62
De gedempte kostendekkende premie Het Pensioenfonds heeft gekozen voor een kostendekkende premie op basis van een vaste rekenrente van 4,0%. Deze gedempte kostendekkende premie is in de ABTN vastgelegd.
Feitelijke premie De feitelijke premie (doorsneepremie) is vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst tussen het Pensioenfonds en de onderneming en tevens in de ABTN van het Pensioenfonds. De feitelijke premie is tot en met boekjaar 2009 vastgesteld op 22,5% van de pensioengrondslagsom plus 3,9% van de salarissom. In 2009 zal het niveau van de feitelijke premie (doorsneepremie) opnieuw worden vastgesteld voor in principe een periode van vijf jaar te rekenen met ingang van 2010.
Premiekorting De feitelijke premie is in 2008 hoger dan de kostendekkende premie en lager dan de gedempte kostendekkende premie. Vergeleken met de gedempte kostendekkende premie is er in 2008 sprake geweest van een premiekorting van EUR 367.000 (2007: EUR 329.000).
Overgangsregime Pensioenwet Op basis van de overgangsregeling bij de invoering van het Financieel Toetsingskader (FTK) mag in 2008 bij de vaststelling van de feitelijke premie nog rekening worden gehouden met een solvabiliteitsvrijval over de gedane uitkeringen. De gemiddelde dekkingsgraad was in 2008 gelijk aan 115,4% zijnde het gemiddelde van de dekkingsgraad primo 2008 van 132,4% en de dekkingsgraad ultimo 2008 van 98,4%. Op basis van de gemiddelde dekkingsgraad is de solvabiliteitsvrijval in 2008 gelijk aan 15,4% van de uitkeringen, zijnde een bedrag van EUR 2.265.000. Wordt deze solvabiliteitsvrijval gemaximeerd op het bedrag van de solvabiliteitsopslag in de gedempte kostendekkende premie, dan zou bij de vaststelling van de feitelijke premie voor 2008 rekening mogen worden gehouden met een premiekorting van EUR 1.150.000. De feitelijke korting van EUR 367.000 ligt lager dan de voor 2008 nog toegestane premiekorting.
21. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Bedragen x EUR 1.000 2008 Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
Jaarverslag 2008
Directe
Indirecte
Kosten van
beleggings-
beleggings-
vermogens-
opbrengsten
opbrengsten
beheer
Totaal
1.193
-1.527
-13
-347
20
-43.910
-372
-44.262
682
18.827
-202
19.307
-
989
-8
981
89
-5.621
-141
-5.673
1.984
-31.242
-736
-29.994
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
63
Bedragen x EUR 1.000
Directe
2007
Indirecte
Kosten van
beleggings-
beleggings-
vermogens-
opbrengsten
opbrengsten
beheer
Vastgoedbeleggingen
Totaal
2.012
530
-13
2.529
42
-1.373
-530
-1.861
2.689
-1.814
-268
607
-
4.068
-12
4.056
60
1.456
-156
1.360
4.803
2.867
-979
6.691
Bedragen x EUR 1.000
2008
2007
Van Bpf MITT ontvangen deel overreserves SUT
1.221
-
106
94
Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
22. Overige baten
Baten uit herverzekering (uitkeringen) Afrekening ROOT-premie Bpf MITT
87
-
-
18
1.414
112
2008
2007
Ouderdomspensioen
-9.156
-8.839
Nabestaandenpensioen (partnerpensioen)
-3.047
-2.855
-31
-23
Slotuitkering faillissement Tilburgse Hypotheekbank
Stand per 31 december
23. Pensioenuitkeringen Bedragen x EUR 1.000
Wezenpensioen Anw-hiaatpensioen
-101
-54
Vroegpensioen
-1.021
-1.099
Aanvullingsuitkering
-1.425
-931
-38
-11
-5
-
-14.824
-13.812
Afkopen Overig
Stand per 31 december
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
64
De indexatie van de uitkeringen per 1 januari 2008 zoals vastgesteld door het Bestuur bedraagt 1,48% (2007: 1,25%). De post “Afkopen” betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan EUR 406,44 (2007: EUR 400,00) per jaar (de afkoopgrens) overeenkomstig de Pensioenwet (voorheen Pensioen- en spaarfondsenwet).
24. Pensioenuitvoeringskosten Bedragen x EUR 1.000
2008
2007
-39
-33
Personeelskosten
-278
-264
Administratiekosten
-176
-173
-44
-68
Controle- en advieskosten
-160
-185
Contributies en bijdragen
-20
-21
Huisvestingskosten
-26
-25
Overige
-20
-9
-707
-950
-1.470
-1.728
89
71
-1.381
-1.657
736
979
-645
-678
Bestuurskosten
Communicatiekosten
Externe kosten vermogensbeheer
Totaal kosten Kosten doorberekend
Kosten pensioenfonds Kosten vermogensbeheer
Kosten uitvoering pensioenregeling
In de controle- en advieskosten is het honorarium opgenomen van de externe accountant van het Pensioenfonds ad EUR 32.000 voor de controle van de jaarrekening en de staten (2007: EUR 31.000). Overeenkomstig artikel 96 van de Pensioenwet wordt vermeld dat het Pensioenfonds in het afgelopen jaar geen dwangsommen en boetes zijn opgelegd.
25. Aantal personeelsleden Bij het Pensioenfonds zijn vier werknemers in dienst (3,8 fte).
26. Bezoldiging bestuurders De bezoldiging voor de bestuurders tezamen bedraagt EUR 30.000 (2007: EUR 30.000).
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
65
27. Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Verder zijn hierin begrepen de toegekende rechten inzake de tijdelijke aanvullingsregeling op het vroegpensioen voor deelnemers die vóór 65 jaar met pensioen zijn gegaan en de pensioenspaarstorting van deelnemers aan de vrijwillige pensioenspaarregeling. De pensioenopbouw bedraagt EUR 5.566.000 (2007: EUR 7.048.000).
28. Indexering en overige toeslagen Het Pensioenfonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers jaarlijks aan te passen aan de loonontwikkeling volgens de CAO MITT. De indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op indexering bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst indexering kan plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de indexering kan in principe voor een beperkte periode worden ingehaald. De indexatie voor actieve deelnemers bedraagt EUR 0 (2007: EUR 860.000). Het Pensioenfonds streeft er tevens naar de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenrechten (gewezen deelnemers) jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van de prijsindex. Ook deze indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Een eventuele achterstand in de indexering kan in principe voor een beperkte periode ingehaald worden. De indexatie voor de gepensioneerden en gewezen deelnemers bedraagt EUR 0 (2007: EUR 2.649.000). De pensioengrondslagen van de arbeidsongeschikte deelnemers zijn wel aangepast. De contante waarde van de verhogingen van pensioenaanspraken voortvloeiend uit de aanpassing van de pensioengrondslagen bedraagt in totaal EUR 63.000.
29. Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 4,6% (2007: 4,0%), zijnde EUR 10.655.000 (2007: EUR 9.887.000).
30. Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitkeringen Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen van de verslagperiode. De pensioenverplichtingen zijn verminderd met EUR 14.656.000 (2007: EUR 13.857.000).
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
66
31. Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitvoeringskosten Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de kosten van de verslagperiode. De pensioenverplichtingen zijn verminderd met EUR 304.000 (2007: EUR 287.000).
32. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. De daling van de rentetermijnstructuur in 2008 heeft geleid tot een toename van de pensioenverplichtingen van EUR 40.452.000 (2007: afname EUR 17.554.000).
33. Wijziging actuariële uitgangspunten Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien van sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor de gehele bevolking als voor de populatie van het Pensioenfonds. De vaststelling van de toereikendheid van de voorziening voor pensioenverplichtingen is een inherent onzeker proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het Bestuur van het Pensioenfonds. Het effect van wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien. In 2008 zijn de actuariële uitgangspunten niet herzien.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
67
34. Overige wijzigingen Bedragen x EUR 1.000
2008
2007
-1.018
902
Resultaat op kanssystemen: Sterfte Vrijval van sterftetrendopslag over de uitkeringen
513
488
Arbeidsongeschiktheid
-188
-42
Subtotaal
-693
1.348
30
18
-663
1.366
Wijziging overige verzekeringstechnische grondslagen
Stand per 31 december
35. Wijziging herverzekeringsdeel technische voorzieningen Bedragen x EUR 1.000 Cumulatief effect stelselwijziging Rentetoevoeging Sterfte Pensioenuitkeringen Wijziging grondslagen (sterftetafels) Wijziging marktrente
Stand per 31 december
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
2008
2007
-
8
-19
21
-
9
54
-54
2
-5
-34
-17
3
-38
68
36. Saldo overdracht van rechten Bedragen x EUR 1.000
2008
2007
Inkomende waardeoverdrachten
244
2.435
Uitgaande waardeoverdrachten
-173
-795
71
1.640
Toevoeging aan de voorziening voor pensioenverplichtingen
-778
-2.185
Onttrekking aan de voorziening voor pensioenverplichtingen
692
385
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten
-86
-1.800
Resultaat overdracht van rechten
-15
-160
Saldo overdracht van rechten
Waardeoverdracht betreft de ontvangst van of overdracht aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. De ontvangen koopsommen worden aangewend voor de inkoop van extra dienstjaren.
37. Overige lasten Bedragen x EUR 1.000
2008
Premies herverzekering (overlijdensrisico)
2007
-33
-50
Dotatie aan de voorziening aanpassing sterftegrondslagen
-747
-542
Dotatie aan de voorziening arbeidsongeschiktheid
-431
-
-1.211
-592
Stand per 31 december
38. Belastingen De activiteiten van het Pensioenfonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
69
Almelo, 11 juni 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Het Bestuur
Drs. L.J. Kuipers Voorzitter
Jaarverslag 2008
Drs. S. Canel Secretaris
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
70
Overige gegevens Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het Pensioenfonds. Het Bestuur van het Pensioenfonds heeft op 11 juni 2009 besloten het negatieve resultaat over 2008 van EUR 79.800.000 als volgt te onttrekken aan het eigen vermogen: - EUR 807.000 ten gunste van de bestemmingsreserves, en - EUR 80.607.000 ten laste van de algemene reserve.
Gebeurtenissen na balansdatum Het herstelplan is gebaseerd op de feitelijke situatie per 31 december 2008. Inmiddels is in de loop van 2009 de dekkingsgraad, als gevolg van de ontwikkelingen op de aandelen- en rentemarkten, gestegen tot 102% per 31 mei.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
71
Actuariële verklaring Opdracht Door Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate is aan Towers Perrin de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2008. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. Als onderdeel daarvan: - heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld; en - heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen zal kunnen nakomen. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel Met inachtneming van het voorafgaande en het navolgende verklaar ik dat naar mijn overtuiging is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijke minimaal vereist eigen vermogen. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
72
Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een dekkingstekort. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate is naar mijn mening onvoldoende. Daarbij is bepalend de mate van waarschijnlijkheid dat het pensioenfonds zal kunnen voldoen aan de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, in aanmerking nemend het streven inzake toeslagen, zoals aan verzekerden meegedeeld en de in wet- en regelgeving opgenomen criteria. Apeldoorn, 11 juni 2009
Drs. W. Eikelboom AAG verbonden aan Towers Perrin
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
73
Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de verslag opgenomen jaarrekening 2008 van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate te Almelo bestaande uit de balans per 31 december 2008 en de staat van baten en lasten over 2008 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate per 31 december 2008 en van het resultaat over 2008 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
74
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Utrecht, 11 juni 2009 KPMG ACCOUNTANTS N.V.
H.P. van der Horst RA
Jaarverslag 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
75
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Brugstraat 2 Postbus 126 T +31 (0)546 455 753 F +31 (0)546 455 879 I www.pensioenfondstencate.nl
7600 AC Almelo
•••