REGLEMENT PENSIOENSPAREN van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
(versie 1 januari 2015)
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate (Pensioenfonds Ten Cate) Bezoekadres: Brugstraat 2, Almelo Correspondentieadres: Postbus 126, 7600 AC Almelo Telefoon: 0546 – 455 753 Fax: 0546 – 455 879 E-mail:
[email protected] Internet: www.pensioenfondstencate.nl
Inhoudsopgave
Pagina
Artikel 1
Begripsbepalingen .......................................................................................... 3
Artikel 2
Deelnemers .................................................................................................... 3
Artikel 3
Stortingen bij de stichting ............................................................................... 3
Artikel 4
Procedurevoorschriften ten aanzien van de stortingen .................................. 4
Artikel 5
Fiscale normen ............................................................................................... 5
Artikel 6
De pensioenspaarrekening ............................................................................. 5
Artikel 7
Pensionering van de deelnemer ..................................................................... 6
Artikel 8
Scheiding ........................................................................................................ 6
Artikel 9
Overlijden van de deelnemer.......................................................................... 7
Artikel 10
Beëindiging van het deelnemerschap ............................................................ 7
Artikel 11
Overige bepalingen ........................................................................................ 8
Artikel 12
Klachten en geschillen .................................................................................... 8
Artikel 13
Inwerkingtreding ............................................................................................. 8
Bestuursbesluit A: Winstbijschrijving ............................................................................................ 9 Bestuursbesluit B: Aanwending van het pensioenkapitaal ......................................................... 10 Bestuursbesluit C: Vaststelling van een deel van het pensioenkapitaal..................................... 12
Reglement Pensioensparen van Pensioenfonds TenCate (versie 1 januari 2015)
Pagina 2 van 12
Artikel 1 Begripsbepalingen In dit Reglement pensioensparen gelden de in het pensioenreglement vermelde begripsbepalingen, tenzij anders wordt bepaald. Voorts wordt in dit Reglement pensioensparen verstaan onder: AOW-uitkering de AOW-uitkering als bedoeld in artikel 18a lid 8, onder a, van de Wet op de loonbelasting 1964. deelnemer degene die overeenkomstig het bepaalde in dit reglement aan de pensioenspaarregeling deelneemt. pensioendatum de (vervroegde) pensioendatum als bedoeld in het pensioenreglement. pensioenreglement het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. pensioenspaarrekening de in artikel 6 van dit reglement bedoelde rekening.
Artikel 2 Deelnemers 1.
Deelnemer in de in dit Reglement pensioensparen neergelegde regeling is de werknemer die een bedrag stort als bedoeld in artikel 3.
2.
Het deelnemerschap vangt aan op het tijdstip waarop de eerste storting op de pensioenspaarrekening als genoemd in artikel 6 lid 1 plaatsvindt.
3.
Het deelnemerschap komt ten einde op de datum waarop het deelnemerschap aan de in het pensioenreglement opgenomen pensioenregeling eindigt.
Artikel 3 Stortingen bij de stichting 1.
De onderneming en de werknemers hebben een pensioenovereenkomst in de vorm van een premieovereenkomst in de zin van artikel 10 van de Pensioenwet gesloten.
2.
De pensioenaanspraken die voor de deelnemende werknemer uit de in het vorige lid bedoelde pensioenovereenkomst voortvloeien, zijn door de onderneming bij de stichting ondergebracht door middel van een door de onderneming bij de stichting gesloten uitvoeringsovereenkomst.
3.
De rechten en verplichtingen van de werknemers en de onderneming, uit hoofde van de in het vorige lid bedoelde uitvoeringsovereenkomst, zijn opgenomen in het pensioenreglement van de stichting.
4.
De deelnemer kan, in aanvulling op de overige pensioenregelingen van de stichting, op vrijwillige basis een bedrag storten.
5.
Naast het bedrag als bedoeld in het vorige lid kan de onderneming in enig jaar een extra bedrag voor een deelnemer storten indien de deelnemer en de onderneming dit zijn overeengekomen.
Reglement Pensioensparen van Pensioenfonds TenCate (versie 1 januari 2015)
Pagina 3 van 12
6.
De in de voorgaande leden bedoelde stortingen met betrekking tot enig kalenderjaar kunnen uitsluitend plaatsvinden per 31 december en/of per 31 mei van het desbetreffende jaar indien de deelnemer hiervoor voldoende fiscale ruimte over achterliggende dienstjaren heeft.
7.
De in de voorgaande leden bedoelde stortingen met betrekking tot enig kalenderjaar kunnen uitsluitend plaatsvinden indien en voorzover de in artikel 5 aangegeven grenzen niet worden overschreden.
8.
Het bestuur van de stichting is bevoegd nadere voorwaarden te stellen ten aanzien van de stortingen als bedoeld in dit artikel.
Artikel 4 Procedurevoorschriften ten aanzien van de stortingen 1.
De deelnemer die in enig kalenderjaar stortingen bij de stichting wenst te doen, dient dit uiterlijk 1 december voorafgaand aan het jaar waarin de storting wordt verricht, aan de stichting kenbaar te maken. De deelnemer die per 31 mei van enig jaar stortingen wil doen vanwege het benutten van fiscale ruimte als bedoeld in artikel 3 lid 6, dient dit uiterlijk 1 april van dat jaar aan de stichting kenbaar te maken. Kenbaarmaking geschiedt – via de werkgever – op een door de stichting aan te geven wijze waaruit blijkt dat de deelnemer en de onderneming met de stortingen instemmen.
2.
De deelnemer dient met betrekking tot de door en voor de deelnemer te verrichten stortingen de hoogte aan te geven van het bedrag dat de deelnemer door de onderneming aan de stichting wenst af te laten dragen.
3.
Het aan de stichting af te dragen bedrag per kalenderjaar bedraagt minimaal € 100 en maximaal het bedrag bepaald overeenkomstig artikel 5.
4.
De onderneming zal het door de deelnemer te storten bedrag op diens brutoloonbestandde(e)l(en) in mindering brengen en op het in artikel 3 lid 6 genoemde tijdstip aan de stichting afdragen. De deelnemer wordt geacht de onderneming tot inhouding en afdracht van het genoemde bedrag te hebben gemachtigd.
5.
De stortingen door en voor de deelnemer bij de stichting worden verricht voor een extra ouderdomspensioen vanaf de pensioendatum en een bijbehorend levenslang partnerpensioen ter grootte van 70% van het extra ouderdomspensioen.
Reglement Pensioensparen van Pensioenfonds TenCate (versie 1 januari 2015)
Pagina 4 van 12
Artikel 5 Fiscale normen 1.
De maximaal toelaatbare storting in enig kalenderjaar wordt vastgesteld op basis van de navolgende staffel:
FISCAAL TOEGESTANE BIJSPAARPERCENTAGES
bij een opbouwpercentage van 1,75% Leeftijd
Percentage van Grondslag A
Percentage van Grondslag B
18 tot en met 19 jaar
0,26
4,10
20 tot en met 24 jaar
0,30
4,70
25 tot en met 29 jaar
0,37
5,70
30 tot en met 34 jaar
0,44
6,90
35 tot en met 39 jaar
0,54
8,40
40 tot en met 44 jaar
0,66
10,20
45 tot en met 49 jaar
0,80
12,50
50 tot en met 54 jaar
0,99
15,40
55 tot en met 59 jaar
1,22
18,90
60 tot en met 64 jaar
1,52
23,60
65 tot en met 66 jaar
1,78
27,70
Onder leeftijd wordt verstaan de leeftijd van de deelnemer op 1 januari van het kalenderjaar waarin de storting plaatsvindt. Onder pensioengrondslag A wordt verstaan de pensioengrondslag zoals gedefinieerd in het pensioenreglement. Onder Pensioengrondslag B wordt verstaan het positieve verschil tussen: a) b) 2.
de in het pensioenreglement gehanteerde franchise en fiscaal minimaal toegestane franchise voor een middelloonregeling.
De deelnemer kan indien hij in enig dienstjaar vanaf 1 januari 2006 niet de maximale storting heeft verricht, deze storting alsnog in enig deelnemersjaar verrichten. Deze storting zal niet meer bedragen dan de storting die in die jaren volgens lid 1 bijgedragen zou kunnen zijn geweest, waarbij deze premie wordt verhoogd met 4% samengestelde interest per jaar tussen het jaar van premie-inhouding en het jaar waarop zij betrekking heeft.
Artikel 6 De pensioenspaarrekening 1.
De storting als bedoeld in artikel 3 wordt binnen de stichting op een ten name van de deelnemer staande rekening 'Pensioenspaarrekening' geboekt.
2.
Het bestuur stelt de winstbijschrijvingsmethodiek bij besluit vast (besluit A). Het bestuur is bevoegd besluit A te wijzigen.
3.
Indien het deelnemerschap in de loop van het jaar aanvangt of eindigt, vindt de winstbijschrijving naar rato plaats.
Reglement Pensioensparen van Pensioenfonds TenCate (versie 1 januari 2015)
Pagina 5 van 12
Artikel 7 Pensionering van de deelnemer 1.
Bij het bereiken van de (vervroegde) pensioendatum wordt het dan op de Pensioenspaarrekening aanwezige pensioenspaarkapitaal aangewend voor de aankoop bij de stichting van pensioenen als bedoeld in het pensioenreglement. Daarbij wordt het pensioenkapitaal aangewend voorafgaand aan de toepassing van artikel 13a lid 2 en 5 en artikel 14 van het pensioenreglement en dient dezelfde verhouding in acht te worden genomen als de verhouding tussen het ouderdoms- en partnerpensioen uit hoofde van artikel 6 en 8 van het pensioenreglement van de stichting.
2.
De aanwending als bedoeld in lid 1 zal plaatsvinden op basis van bij bestuursbesluit (besluit B) vastgestelde tarieven. In besluit B is de geldigheidsduur van de tarieven vermeld. Besluit B is als bijlage aan dit reglement gehecht. De hoogte van de aan te kopen pensioenen wordt uitsluitend bepaald door het aan te wenden pensioenspaarkapitaal en de genoemde tarieven.
3.
De overeenkomstig lid 1 aangekochte pensioenen zullen samen met de pensioenen van dezelfde soort uit hoofde van het pensioenreglement, nimmer meer bedragen dan de hieronder aangegeven maximum percentages: a. Ouderdomspensioen: 100% van het laatste salaris, rekening houdend met de AOW-uitkering; b. Partnerpensioen: 70% van het laatste salaris, rekening houdend met 70% van de AOW-uitkering; c. Wezenpensioen: 14% van het laatste salaris, rekening houdend met 14% van de AOW-uitkering, waarbij deze percentages worden verdubbeld indien het kind ouderloos is. Onder salaris wordt daarbij verstaan al hetgeen door de deelnemer uit hoofde van de dienstbetrekking wordt genoten, met uitzondering van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto. De aangegeven maxima kunnen worden overschreden voor zover dit het gevolg is van een overschrijding als bedoeld in artikel 18d van de Wet op de loonbelasting 1964, bijvoorbeeld indien de overschrijding wordt veroorzaakt door de waardeoverdracht als bedoeld in artikel 14 lid 3.
4.
Het gedeelte van het pensioenspaarkapitaal dat als gevolg van de maximering in lid 3 niet voor pensioen kan worden aangewend, zal als een bedrag ineens aan de rechthebbende worden uitgekeerd onder aftrek van de wettelijke inhoudingen.
5.
Na toepassing van het in dit artikel bepaalde zijn op de verworven pensioenaanspraken de keuzemogelijkheden uit hoofde van het pensioenreglement van toepassing.
Artikel 8 Scheiding 1.
Op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding zal in geval van scheiding (echtscheiding dan wel scheiding van tafel en bed die in kracht van gewijsde is getreden) na 30 april 1995, ten behoeve van de (voormalige) partner van de deelnemer een deel van het pensioenspaarkapitaal op een aparte Pensioenspaarrekening worden gezet. De vaststelling van dat deel vindt plaats op basis van de regels die worden opgenomen in een door het bestuur van de stichting te nemen besluit (besluit C).
2.
Voorwaarde voor het in het eerste lid gestelde is dat één van beide partners binnen twee jaar na het tijdstip van de scheiding hiervan op een bij wet voorgeschreven formulier mededeling heeft gedaan aan de stichting.
Reglement Pensioensparen van Pensioenfonds TenCate (versie 1 januari 2015)
Pagina 6 van 12
3.
Het in lid 1 bedoelde pensioenspaarkapitaal wordt op het tijdstip van scheiding aangewend voor: a. een ouderdomspensioen op het leven van de deelnemer, dat vanaf de (vervroegde) pensioendatum wordt uitgekeerd aan de (voormalige) partner zolang deze in leven is; en b. een partnerpensioen op het leven van de deelnemer en de voormalige partner, dat wordt uitgekeerd aan de voormalige partner indien de deelnemer komt te overlijden. De aanwending vindt plaats op basis van bij bestuursbesluit (besluit B) vastgestelde tarieven. In besluit B is de geldigheidsduur van de tarieven vermeld. Besluit B is als bijlage aan dit reglement gehecht.
4.
Het in de voorgaande leden bepaalde is van overeenkomstige toepassing in geval van beëindiging van een partnerrelatie van een deelnemer met een partner, niet zijnde een echtgeno(o)t(e). Als datum van scheiding geldt de datum waarop het bijzonder partnerpensioen in de zin van artikel 11 van het pensioenreglement wordt afgesplitst.
Artikel 9 Overlijden van de deelnemer 1.
In geval van overlijden van de deelnemer, voordat het pensioenspaarkapitaal op de in artikel 7 bedoelde wijze is aangewend, wordt het dan aanwezige pensioenspaarkapitaal aangewend voor het kopen van een direct ingaand partner- en/of wezenpensioen. De verhouding tussen partner- en wezenpensioen wordt bepaald overeenkomstig de verhouding tussen het partner- en wezenpensioen die voortvloeit uit het pensioenreglement.
2.
De aanwending als bedoeld in lid 1 zal plaatsvinden op basis van bij bestuursbesluit (besluit B) vastgestelde tarieven. Besluit B is de geldigheidsduur van de tarieven vermeld. Besluit B is als bijlage aan dit reglement gehecht.
3.
De overeenkomstig lid 1 aangekochte pensioenen zullen samen met de pensioenen van dezelfde soort uit hoofde van het pensioenreglement en het partnerpensioen uit hoofde van artikel 8 lid 3 onder b, nimmer meer bedragen dan de in artikel 7 lid 4 onder b en c aangegeven maximum percentages. Het gedeelte van het pensioenspaarkapitaal dat als gevolg van de maximering in lid 3 niet voor pensioen kan worden aangewend, zal als een bedrag ineens aan de rechthebbende(n) worden uitgekeerd onder aftrek van de wettelijke inhoudingen.
4.
5.
Indien er bij overlijden van de deelnemer geen partner of wezen in de zin van het pensioenreglement (meer) aanwezig zijn, zal het pensioenspaarkapitaal aan de erfgenamen worden uitgekeerd onder aftrek van de wettelijke inhoudingen en conform de door het bestuur te geven richtlijnen.
Artikel 10 Beëindiging van het deelnemerschap Indien het deelnemerschap eindigt anders dan wegens ingang van het ouderdomspensioen of overlijden van de deelnemer, behoudt de gewezen deelnemer recht op het gevormde pensioenspaarkapitaal. Het pensioenspaarkapitaal zal nimmer aan de rechthebbende worden uitgekeerd, maar op het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap worden aangewend voor premievrije pensioenaanspraken jegens de stichting op de wijze zoals voorzien in de artikelen 7 en 9. Het in het pensioenreglement ten aanzien van het recht op waardeoverdracht bepaalde, is van toepassing op de uit hoofde van lid 1 verworven pensioenaanspraken.
Reglement Pensioensparen van Pensioenfonds TenCate (versie 1 januari 2015)
Pagina 7 van 12
Artikel 11 Overige bepalingen 1.
De aanspraken die de (gewezen) deelnemer heeft uit hoofde van dit Reglement pensioensparen, vormen één geheel met de pensioenaanspraken die voor de (gewezen) deelnemer uit het pensioenreglement voortvloeien. De bepalingen van het pensioenreglement zijn, voorzover relevant, van overeenkomstige toepassing op de aanspraken die uit dit reglement voortvloeien, tenzij in dit Reglement pensioensparen anders wordt bepaald of dit uit het verschil tussen dit Reglement pensioensparen en het pensioenreglement voortvloeit. Artikel 17 van het pensioenreglement, met uitzondering van lid 3, is niet van toepassing.
2.
Het bestuur is bevoegd door middel van een besluit nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van het in dit Reglement pensioensparen bepaalde.
3.
In de gevallen waarin dit Reglement pensioensparen niet voorziet, beslist het bestuur zoveel mogelijk in overeenstemming met de strekking van dit Reglement pensioensparen.
4.
De onderneming heeft het recht, om mede namens het bestuur, de pensioenovereenkomst en de uit deze overeenkomst voorvloeiende pensioenregeling, vóór het van kracht worden daarvan of voor het van kracht worden van een wijziging daarin, ter beoordeling van de fiscale toelaatbaarheid voor te leggen aan de bevoegde inspecteur en daarop desgewenst een voor beroep vatbare beschikking te vragen. De onderneming heeft het recht om mede namens het bestuur zich neer te leggen bij deze beschikking en deze pensioenregeling met terugwerkende kracht in overeenstemming te brengen met de voorwaarden van deze beschikking.
5.
Het bestuur heeft de bevoegdheid dit reglement, indien noodzakelijk met terugwerkende kracht, in overeenstemming te brengen met de voorwaarden die De Nederlandsche Bank N.V. of de Autoriteit Financiële Markten aan dit reglement stellen.
Artikel 12 Klachten en geschillen 1.
In een geval van een klacht, kan een pensioen- of aanspraakgerechtigde zich schriftelijk tot de manager pensioenfonds van de stichting wenden. De klacht is ontvankelijk indien de klacht is ingediend binnen zes weken nadat het feit waarop de klacht is gericht zich heeft voorgedaan.
2.
Indien een geschil is gerezen in een contact tussen de administratie en een pensioenof aanspraakgerechtigde, is de administratie gehouden haar standpunt op verzoek van de pensioen- of aanspraakgerechtigde gemotiveerd op schrift te stellen binnen zes weken nadat haar een zodanig schriftelijk verzoek heeft bereikt.
3.
De klachten- en geschillenprocedure is vastgelegd in een reglement ’KLACHTEN- EN GESCHILLENPROCEDURE’. Een pensioen- of aanspraakgerechtigde kan een exemplaar van dit reglement bij de stichting opvragen.
Artikel 13 Inwerkingtreding 1.
Dit reglement is vastgesteld op 9 maart 2000 en wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 1998 onder de naam "Reglement pensioensparen".
2.
Dit reglement is voor het laatst bij bestuursbesluit gewijzigd met ingang van 1 januari 2015.
Reglement Pensioensparen van Pensioenfonds TenCate (versie 1 januari 2015)
Pagina 8 van 12
Bestuursbesluit A: Winstbijschrijving 1.
Het pensioenspaarkapitaal wordt gedurende het deelnemerschap jaarlijks per 31 december verhoogd met het in dat kalenderjaar door het pensioenfonds behaalde procentuele rendement verminderd met 1%-punt. Het aldus vastgestelde percentage kan negatief zijn.
2.
Bij aanwending van het pensioenspaarkapitaal zoals bedoeld in de artikelen 7, 8, 9 en 10 van dit reglement, gedurende het kalenderjaar, wordt het pensioenspaarkapitaal op de aanwendingsdatum verhoogd met een in dat kalenderjaar behaald fictief rendement. Dit fictief rendement is gelijk aan 2% op jaarbasis.
3.
Bij aanwending van het pensioenspaarkapitaal zoals bedoeld in de artikelen 7, 8, 9 en 10 van dit reglement, wordt het pensioenspaarkapitaal vervolgens eventueel verhoogd tot een garantiekapitaal. Deze verhoging vindt dan en alleen dan plaats als het pensioenspaarkapitaal direct voorafgaand aan de aanwending lager is dan dat garantiekapitaal.
4.
Het garantiekapitaal is gelijk aan het pensioenspaarkapitaal dat bereikt zou zijn indien het percentage als bedoeld in lid 1 voor elk kalenderjaar vanaf 2010 gelijk zou zijn aan 2%.
5.
Deze winstbijschrijvingsregeling treedt in werking per 1 januari 2010 en vervangt de daarvoor geldende winstbijschrijvingsregeling.
Reglement Pensioensparen van Pensioenfonds TenCate (versie 1 januari 2015)
Pagina 9 van 12
Bestuursbesluit B: Aanwending van het pensioenkapitaal Artikel 1. De in artikel 7, lid 2, artikel 8, lid 3, artikel 9, lid 2 en artikel 110, lid 1 van het Reglement Pensioensparen van de “Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate” bedoelde tarieven voor het aanwenden van het pensioenkapitaal, luiden als volgt: Factor A: Factor B: Factor C: Factor D:
Uitgesteld ouderdomspensioen tot 67 jaar met 70% medeverzekerd nabestaandenpensioen. Direct ingaand ouderdomspensioen met 70% medeverzekerd nabestaandenpensioen. Direct ingaand levenslang nabestaandenpensioen. Direct ingaand wezenpensioen tot de leeftijd zoals omschreven in artikel 12 van het pensioenreglement.
De in te kopen pensioen(aanspraken) worden bepaald door vermenigvuldiging van het voor de desbetreffende pensioenvorm bestemde deel van het pensioenkapitaal met de bij de leeftijd van de betrokkene behorende tarieven.
TARIEVEN Leeftijd
A
B
C
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34
0,198 0,190 0,183 0,177 0,170 0,164 0,158 0,152 0,146 0,141 0,136 0,131 0,126 0,121 0,117
0,028 0,028 0,028 0,028 0,028 0,028 0,028 0,029 0,029 0,029 0,029 0,029 0,029 0,030 0,030
D 0,052 0,054 0,056 0,059 0,061 0,065 0,068 0,072 0,077 0,083 0,089 0,097 0,107 0,119 0,134 0,153 0,180 0,219 0,111 0,125 0,142 0,165 0,197 0,246 0,328 0,491 0,981
Reglement Pensioensparen van Pensioenfonds TenCate (versie 1 januari 2015)
Pagina 10 van 12
TARIEVEN Leeftijd 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67
A 0,113 0,109 0,105 0,101 0,098 0,095 0,091 0,088 0,085 0,083 0,080 0,078 0,075 0,073 0,071 0,069 0,067 0,066 0,064 0,062 0,061 0,059 0,058 0,057 0,055 0,054 0,053 0,052 0,051 0,050 0,049 0,048 0,048
B
0,036 0,036 0,037 0,038 0,039 0,040 0,040 0,041 0,042 0,044 0,045 0,046 0,048
C
D
0,030 0,030 0,031 0,031 0,031 0,031 0,032 0,032 0,032 0,033 0,033 0,034 0,034 0,035 0,035 0,036 0,036 0,037 0,037 0,038 0,039 0,040 0,041 0,041 0,042 0,044 0,045 0,046 0,047 0,049 0,050 0,052 0,054
Artikel 2. De in het bestuursbesluit opgenomen factoren worden, met inachtneming van het bij of krachtens de Pensioenwet bepaalde, voor een periode van één jaar bij bestuursbesluit vastgesteld op basis van het deelnemersbestand en de actuariële uitgangspunten van de stichting. Het onderhavige bestuursbesluit is een wijziging van het eerdere bestuursbesluit en treedt in werking per 1 januari 2015. Het bestuursbesluit is geldig tot 1 januari 2016.
Reglement Pensioensparen van Pensioenfonds TenCate (versie 1 januari 2015)
Pagina 11 van 12
Bestuursbesluit C: Vaststelling van een deel van het pensioenkapitaal (Op grond van artikel 8 lid 1 van dit reglement.) In geval van een scheiding zal het deel dat aan de (gewezen) partner toekomt, als volgt worden vastgesteld: - Het bedoelde deel wordt bepaald door het op de datum van scheiding aanwezige pensioenspaarkapitaal (inclusief het ten behoeve van een vorige partner of van vorige partners afgesplitste pensioenspaarkapitaal) te vermenigvuldigen met een breuk. - De noemer van de breuk bestaat uit het aantal jaren (in maanden nauwkeurig) vanaf de datum van aanvang van het deelnemerschap tot de datum van scheiding vermenigvuldigd met 2. - De teller van de breuk bestaat uit het aantal jaren (in maanden nauwkeurig) dat de deelnemer in de bij de noemer vermelde periode met de (voormalige) partner een partnerrelatie heeft gehad.
Reglement Pensioensparen van Pensioenfonds TenCate (versie 1 januari 2015)
Pagina 12 van 12