JAARRAPPORTAGE CONCENTRATIEMETINGEN STIKSTOFDIOXIDE NIEUWEGEIN 2012 Metingen met diffusiebuis methode Rapportnummer:
BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013
JAARRAPPORTAGE CONCENTRATIEMETINGEN STIKSTOFDIOXIDE NIEUWEGEIN 2012 Metingen met diffusiebuis methode Rapportnummer:
BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013
Nude 54 – 6702 DN Wageningen telefoon 0317 466699 – fax 0317 426111 email
[email protected] – internet www.buroblauw.nl
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 2 van 19
INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING ......................................................................................................3
2.
WETTELIJK KADER ...........................................................................................4
3.
MEETMETHODE EN MEETSTRATEGIE ..................................................................5 3.1. Meetmethode............................................................................................5 3.2. Meetstrategie............................................................................................5 3.3. Meetlocaties .............................................................................................6
4.
MEETRESULTATEN ...........................................................................................8 4.1 Overzicht alle meetresultaten .....................................................................8 4.2 Vergelijkende metingen referentie methode ..................................................8 4.3 Metingen in tweevoud .............................................................................. 10 4.4 Jaargemiddelden inclusief onzekerheden .................................................... 11 4.5 Concentratieverschillen tussen periodes ..................................................... 13 4.6 Belasting door scheepvaart, nieuwe meetlocatie Beatrixsluis......................... 13
5.
VERGELIJKING METINGEN VOORGAANDE JAREN ............................................... 14
6.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ................................................................... 15
7.
LITERATUURLIJST .......................................................................................... 17
BIJLAGEN ............................................................................................................ 18 VERANTWOORDING .............................................................................................. 19
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 3 van 19
1.
INLEIDING
Sinds 2002 worden door de gemeente Nieuwegein NO2-concentratieberekeningen uitgevoerd voor de concentratie stikstofdioxide (NO2) langs verschillende wegen in Nieuwegein. Buro Blauw voert sinds 2005 in opdracht van de gemeente Nieuwegein NO 2concentratiemetingen uit, ten einde na te gaan of de berekende NO 2-concentraties een betrouwbare schatting zijn van de werkelijke concentraties ter plaatse. Het doel van de voorgezette metingen is het monitoren van de luchtkwaliteit en blijvend na te gaan of de NO2-concentraties in Nieuwegein voldoen aan de luchtkwaliteitseisen. Tevens kunnen deze meetwaarden uit de praktijk als vergelijkingsmateriaal dienen voor de (verkeers-)modelberekeningen. In dit rapport worden de resultaten van de meetcampagne 2012 gepresenteerd. In hoofdstuk 2 wordt het wettelijk kader behandeld en de relevante grenswaarden gegeven. In hoofdstuk 3 wordt de meetmethode besproken en wordt ingegaan op de meetonzekerheid. Tevens wordt de opzet van het meetprogramma gepresenteerd. De resultaten van de metingen worden gegeven in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 worden de meetresultaten uit 2012 vergeleken met de meetresultaten uit voorgaande jaren. Ten slotte worden in hoofdstuk 6 de conclusies van het onderzoek gepresenteerd. De bijlagen bij deze rapportage bevinden zich in een apart technisch document (BL2013.5906.01-v01)
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 4 van 19
2.
WETTELIJK KADER
In Nederland zijn besluiten inzake beoordeling en beheer van de luchtkwaliteit nader geformuleerd nadat in de Europese Unie (de kaderrichtlijn) het luchtkwaliteitsbeleid is vastgelegd. De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld om voor diverse luchtverontreinigende stoffen voorstellen te formuleren van grenswaarden voor de luchtkwaliteit ter bescherming van mens en milieu. Het beleid richt zich nadrukkelijk op de bescherming van het leefmilieu en het verbeteren van dit leefmilieu. In Nederland is de kaderrichtlijn in de Wet milieubeheer opgenomen (hoofdstuk 5, titel 2 Wm). Omdat titel 5.2 handelt over luchtkwaliteit staat deze ook wel bekend als de ‘Wet luchtkwaliteit’. Naast de luchtkwaliteitseisen voorziet de wet in de planmatige aanpak voor Nederland om de Europese luchtkwaliteitseisen te halen: Het zogenaamde Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het NSL bevat afspraken om op nationaal, provinciaal en regionaal niveau de gestelde eisen te halen. Daarbij is rekening gehouden met gewenste en geplande ruimtelijke ontwikkelingen. Een van de stoffen uit de Wet luchtkwaliteit waarvan in Nederland op veel plaatsen de norm wordt overschreden is stikstofdioxide (NO2). Uit epidemiologische studies blijkt dat het wonen nabij (snel-)wegen nadelig is voor de gezondheid (1). Er bestaat een direct verband tussen langdurige blootstelling aan te hoge concentraties van alleen NO2.en een negatief effect op de gezondheid van de longen. De grenswaarde per 1 januari 2010 voor de jaargemiddelde NO 2-concentratie bedraagt 40 g/m3. De grenswaarde als uurgemiddelde, die 18 keer per jaar mag worden overschreden, bedraagt 200 g/m3. De Europese Commissie heeft Nederland derogatie verleend. Dit houdt (voor grote delen van Nederland, inclusief Nieuwegein) in dat de grenswaarde voor de jaargemiddelde NO2concentratie van 2010 buitenwerking zijn gesteld tot uiterlijk 1 januari 2015. Tijdens de derogatieperiode geldt een plandrempel van 60 g/m3. Voor de beoordeling van de luchtkwaliteit is door VROM het document Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 opgesteld. Hierin wordt o.a. bepaald hoe de luchtkwaliteit berekend en/of gemeten dient te worden teneinde het kwaliteitsniveau te toetsen of deze voldoet aan de grenswaarden. De meetmethode en de plaatsing van de locaties zoals in deze campagne gehanteerd komen zoveel mogelijk overeen met de voorschriften uit deze regeling. De meetmethode met passieve monstername wordt gecorrigeerd voor de afwijking met de referentiemethode. De meetlocaties bevinden zich conform artikel 25 lid 1b op niet meer dan 10 meter van de weg, tenzij er infrastructurele beperkingen zijn.
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 5 van 19
3.
MEETMETHODE EN MEETSTRATEGIE
3.1.
Meetmethode
De NO2-concentraties zijn gemeten met de zogenaamde passieve monsternamemethode, ook wel aangeduid met Palmes diffusiebuisjes. Het meetprincipe bestaat uit de diffusie van NO2 in de buitenlucht naar een reactief oppervlak. Het NO2 wordt chemisch gebonden aan dit oppervlak. Na afloop van de monsternamemethode wordt de hoeveelheid gebonden NO2 analytisch bepaald. De NO2-concentratie wordt berekend uit de monsternameduur, de diffusiesnelheid van NO2 en de diffusielengte.1 3.2.
Meetstrategie
Binnen de opgestelde luchtkwaliteitseisen is uitgegaan van jaargemiddelde concentraties per kalenderjaar. Daarom is gekozen voor meetcampagnes die zoveel mogelijk aansluiten bij het kalenderjaar. Het jaar is onderverdeeld in totaal 13 meetperiodes. De NO 2-buisjes zijn op 16 locaties in Nieuwegein langs wegen aan lantaarnpalen en verkeersborden opgehangen op een hoogte van ongeveer 2,5 m. Een deel is langs drukke doorgaande wegen in en rond het centrum, op een afstand van 5-15 meter van de as van de weg opgehangen. Tevens is de stedelijke achtergrondconcentratie bepaald en is één meetlocatie bij snelwegen ingericht: op ongeveer 100m afstand van de A2 en 500m afstand van het kruispunt A2/A12. In 2012 is een nieuw meetlocatie bij de Beatrixsluis ingericht om de belasting door de scheepvaart vast te kunnen stellen. De metingen zijn op 6 januari 2012 gestart en op 7 januari 2013 beëindigd. De buisjes zijn opgehangen en om de vier weken gewisseld door een medewerker van de meetdienst van Buro Blauw. Buro Blauw is voor een aantal verrichtingen geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie op basis van de norm NEN-EN 17025. De meetprocedure voor het uitvoeren van NO2-concentratiemetingen in de buitenlucht is opgenomen in het kwaliteitshandboek van Buro Blauw. Voor de gehanteerde analyseprocedure is in 2007 accreditatie verleend op basis van de norm NEN-EN 17025. De in dit onderzoek gehanteerde methode wijkt niet af van de methode in de verleende accreditatie. Buro Blauw heeft voor de totale meetprocedure een meetonzekerheid vastgesteld van 14,9%. De metingen van Buro Blauw worden uitgevoerd gelijkwaardig aan de norm NEN-EN 13528 – deel 1 t/m 3. Buro Blauw neemt deel aan de Proficiency testing van het Health and Safety Laboratory (HSL). (www.hsl.gov.uk). Buro Blauw is lid van de Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen. De vereniging zet zich in voor een permanente ontwikkeling en borging van een goede kwaliteit van luchtmetingen en bestaat uit vooraanstaande meet- en inspectie instanties in Nederland. Voor het vaststellen van de systematische meetfout (= verschil tussen werkelijke waarde en gemeten waarde) van de metingen met de Palmes diffusiebuisjes, moet een vergelijkende meting met de genormaliseerde meetmethode uitgevoerd worden. Dit betreft continue concentratiemetingen met een chemoluminescentie monitor conform de norm NEN-EN 14211. 1
Diffusielengte is de afstand van de opening van het diffusiebuisje tot aan het reactiefoppervlak waarop het NO2 gebonden wordt
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 6 van 19
In dit onderzoek is gekozen voor uitvoering van de metingen in tweevoud, en vergelijkende metingen in viervoud bij het RIVM station van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit aan de Constant Erzeijstraat te Utrecht ( LML station 639). Door de metingen in tweevoud uit te voeren wordt de variatie verkleind en ontstaat de mogelijkheid om te controleren of de gerealiseerde meetfout niet afwijkt van de voor de methode bepaalde meetfout. Ter controle zijn binnen elke meetperiode blanco metingen verricht. Bij een blanco meting zijn de buisjes gelijk behandeld en gedurende de monstername periode in het veld geplaatst, de afsluitende dop is hierbij echter niet verwijderd. De eventuele meteorologische invloed door bijvoorbeeld zonlicht (UV) en temperatuursverschillen wordt op deze manier mede gecontroleerd. De blanco metingen zijn enkel gebruikt ter controle, niet ter correctie, daar de analyse op zeer lage NO2 waarden onnauwkeurig is.
3.3.
Meetlocaties
In 2012 zijn de meetlocaties Beatrixsluis en Wijkerslootweg aan de meetcampagne toegevoegd. In figuur 3.1 worden de meetlocaties op de kaart van Nieuwegein weergegeven. In tabel 3.1 staan de meetlocaties vermeld en worden de Amersfoortse coordinaten gegeven. In bijlage A zijn de meetlocaties nader omschreven. De nummering op de kaarten komt overeen met de nummering in de volgende tabellen. Tabel 3.1 Meetlocaties met Amersfoortse coordinaten Nr.
Naam
1 3 4 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Kasteeldrift thv 56 Brandtrap Landauerdrift Zuidstedeweg Zandveldseweg (1) Graaf Florislaan Hollandhaven Sluijterslaan Park Oudegein AC Verhoefweg (1) RIVM - Const.Erzeijstr. Reinesteinseweg Zandveldseweg (2)* ‘s Gravenhoutseweg AC Verhoefweg (2)** Beatrixsluis Wijkerslootweg
* Extra achter het geluidscherm ** Ter hoogte van de Nedereindsetunnel
vanaf 6-1-2012 vanaf 6-1-2012
X-coordinaat
Y-coordinaat
133500 133250 133705 134220 134812 135497 134387 134042 134619 136712 133267 134228 134540 133796 135927 133353
449998 449220 448870 446308 447495 448385 449565 448145 451386 453300 452545 446301 447078 450093 447196 448870
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 7 van 19
Figuur 3.1
Overzicht meetlocaties Nieuwegein. Achtergrondkaart gebaseerd op OpenStreetmap (Openstreetmap.org)
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 8 van 19
4.
MEETRESULTATEN
4.1
Overzicht alle meetresultaten
In bijlage B zijn de analyse certificaten opgenomen van de analyses over de gehele meetperiode. De meetresultaten uit bijlage B zijn samengevat in tabel 4.1. Hierin zijn de in meervoud uitgevoerde metingen gemiddeld. Tabel 4.1
3
Samenvatting NO2-concentratiemetingen [g/m ]. Ongecorrigeerde gemiddelden van de in meervoud uitgevoerde metingen.
Nr
Meetlocatie\ Periode
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
1
Kasteeldrift thv 56
3
Brandtrap Landauerdrift
4
Zuidstedeweg
6
Zandveldseweg (1)
7
Graaf Florislaan
8
Hollandhaven
9
Sluijterslaan
10
Park Oudegein
11
AC Verhoefweg (1)
12
RIVM - Const.Erzeijstr.
13
Reinesteinseweg
14
Zandveldseweg (2)
15
’s Gravenhoutseweg
16
AC Verhoefweg (2)
17
Beatrixsluis
18
Wijkerslootweg
34 35 37 39 33 35 35 30 39 40 38 31 35 32 37 31
37 33 40 41 33 36 35 31 40 40 43 34 37 31 42 30
36 33 39 41 32 37 35 30 39 39 39 32 36 35 40 33
26 26 29 35 24 28 27 19 27 33 28 25 30 24 35 23
25 24 30 34 23 26 28 18 27 34 28 23 27 23 33 21
22 19 27 32 20 24 24 13 26 32 24 20 24 20 29 19
21 22 25 35 20 23 26 17 24 31 24 23 25 22 28 18
23 24 30 36 23 26 26 15 26 32 22 24 25 23 30 19
29 29 35 45 29 29 32 24 34 30 30 35 28 36 30
31 31 33 40 27 29 33 22 32 39 32 30 36 30 35 26
31 30 33 37 27 33 31 24 32 39 29 30 34 32 35 25
37 35 39 43 39 38 31 39 45 37 35 40 37 40 32
31 30 35 37 29 33 34 30 37 39 38 33 35 31 35 30
-
Geen analyse mogelijk door verlies of vervuiling.
De metingen zijn vrijwel storingsvrij uitgevoerd. Op twee locaties zijn door vandalisme of onderhoud aan straatmeubilair metingen uitgevallen. Binnen de blanco controle bepalingen zijn geen afwijkingen geconstateerd. 4.2
Vergelijkende metingen referentie methode
In tabel 4.2 zijn de resultaten van de metingen bij het RIVM station van het LML aan de Constant Erzeijstraat met elkaar vergeleken. De metingen met de diffusiebuisjes zijn op deze locatie uitgevoerd in 4-voud, waarbij de meetfout gemiddelde 2,3% bedroeg. De diffusiebuismetingen op deze locatie zijn in 2012 één maal uitgevallen. De meetfout van het RIVM station is niet bepaald.
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 9 van 19
Tabel 4.2
Vergelijkende metingen Chemoluminescentie (RIVM) versus Palmes diffusiebuis methode (Metingen Gemeente Nieuwegein door Buro Blauw). Startdatum
Einddatum
Periode
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Methode 3 [g/m ] Chemoluminescentie Monitor (RIVM)
Palmes Diffusiebuis (Blauw)
6-1-2012 3-2-2012 28-2-2012
3-2-2012 28-2-2012 30-3-2012
42,28 42,74 38,80
40,00 39,75 38,75
1,06 1,08 1,00
30-3-2012 25-4-2012 24-5-2012 18-6-2012 19-7-2012 16-8-2012 13-9-2012 10-10-2012 5-11-2012 3-12-2012
25-4-2012 24-5-2012 18-6-2012 19-7-2012 16-8-2012 13-9-2012 10-10-2012 5-11-2012 3-12-2012 7-1-2013
33,67 31,74 28,03 29,13 30,32 36,35 39,34 38,99 45,61 39,44 36,6
32,75 33,75 31,50 31,00 32,00 38,50 39,00 44,50 38,75 36,7
1,03 0,94 0,89 0,94 0,95 1,02 1,00 1,02 1,02 1,00
Gemiddeld:
-
Correctie factor
Geen analyse mogelijk door verlies of vervuiling.
Uit de tabel blijkt dat er nauwelijks verschil is tussen de jaargemiddelde concentraties. De afwijking van de met Palmes buisjes gemeten concentraties t.o.v. de referentiemethode is vastgesteld op < 1% (correctiefactor: 1,00) en komt overeen met vergelijkbare metingen uitgevoerd in andere steden in Nederland in 2012. Gedurende het jaar treden er kleine schommelingen op in de correctiefactor. Deze kleine schommelingen zijn het gevolg van het verschil in meetcondities waarbij met name meteorologische omstandigheden een rol spelen; de verschillen tussen actieve en passieve bemonstering (chemoluminescentie vs Palmes diffusiebuisjes) spelen hierbij eveneens mee. De correctiefactor ligt in de winter maanden boven de 1, in de zomer er onder. In tabel 4.3 zijn de periode gemiddelde waarden gecorrigeerd met behulp van de correctiefactor die voor de bijbehorende periode is bepaald. De gecorrigeerde jaargemiddelde waarde is voor iedere locatie vet gedrukt weergegeven.
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 10 van 19
Tabel 4.3
Nr
3
Gecorrigeerde NO2-concentratie’s [g/m ] m.b.v. de verkregen correctiefactor voor de referentiemethode. Tevens is de jaargemiddelde concentratie gegeven
Omschr. \ Periode
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Gem
1
Kasteeldrift thv 56
3
Brandtrap Landauerdrift
4
Zuidstedeweg
6
Zandveldseweg (1)
7
Graaf Florislaan
8
Hollandhaven
9
Sluijterslaan
10
Park Oudegein
11
AC Verhoefweg (1)
12
RIVM - Const.Erzeijstr.
13
Reinesteinseweg
14
Zandveldseweg (2)
15
’s Gravenhoutseweg
16
AC Verhoefweg (2)
17
Beatrixsluis
18
Wijkerslootweg
36 36 39 41 34 37 36 32 41 42 40 32 37 33 39 33
40 35 43 44 35 38 38 33 43 43 46 37 40 33 45 32
36 33 39 41 32 37 35 30 39 39 39 32 36 35 40 33
27 26 30 36 24 29 28 19 27 34 29 25 30 25 36 23
24 22 28 32 21 24 26 17 25 32 26 22 25 22 31 20
20 17 24 28 17 21 21 12 23 28 21 18 21 18 25 16
19 21 23 33 19 21 24 16 23 29 22 21 23 21 26 16
22 22 28 34 21 25 25 14 25 30 21 23 24 22 28 18
29 29 35 45 29 29 32 24 34 0 30 30 35 28 36 30
32 32 33 41 28 30 33 22 33 39 33 30 37 30 36 26
31 29 32 37 27 33 31 24 31 39 28 29 34 31 34 25
38 35 40 44 0 39 38 32 39 46 37 35 40 37 41 32
32 31 36 37 30 33 35 30 37 39 38 34 35 31 35 30
29 28 33 38 24 31 31 23 32 34 32 28 32 28 35 26
4.3
Metingen in tweevoud
In de meetperiode is op 15 locaties in tweevoud gemeten. Op basis van deze in duplo uitgevoerde metingen is de gemiddelde meetfout (nauwkeurigheid van de metingen) gedurende de gehele meetperiode vastgesteld. De meetfout is bepaald door de gemiddelde standaard afwijking per duplo meting te bepalen (zie formule A).
s
( x x)
2
[A]
n 1
Uit de in duplo uitgevoerde metingen in Nieuwegein blijkt dat de toevallige meetfout (nauwkeurigheid) gemiddeld 2,7 % van de gemeten waarde bedraagt. De totale meetfout wordt o.a. bepaald door de toevallige meetfout van de meting en de systematische meetfout. De systematische meetfout is in dit onderzoek vastgesteld met behulp van de resultaten van de metingen bij het RIVM station van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit aan de Constant Erzeijstraat te Utrecht en bedraagt 0,5 %. De totale meetfout bedraagt volgens de kwadraat regel 2,8 % (zie formule B). toevallige fout
2
+ systematische fout
2
= totale meetfout
2
[B]
Deze waarde is kleiner dan de vastgestelde meetonzekerheid zoals voor de door Buro Blauw gehanteerde methode is vastgesteld van 14,9% (2). Er is geen reden aan te nemen dat de uitgevoerde campagne afwijkt van eerder uitgevoerde onderzoeken, daarom wordt in deze rapportage als totale meetfout 14,9% aangehouden.
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 11 van 19
4.4
Jaargemiddelden inclusief onzekerheden
In tabel 4.4 worden de jaargemiddelde NO2-concentraties berekend en wordt het 95%betrouwbaarheidsinterval gegeven op basis van een totale meetfout van 14,9%. In de tabel is een indeling gemaakt tussen 5 soorten meetlocaties. Deze indeling in verschillende locaties is gemaakt om inzicht te geven in de luchtkwaliteit per soort locatie in Nieuwegein. De 5 soorten locaties zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
Ontsluitingswegen: langs wegen die de ontsluiting van wijken verzorgen. Batauweg: meetposities langs de Batauweg Stadsachtergrond: meetpositie in park tussen woonwijk en sportvelden. Nabij kruispunt A2/A12. Scheepvaart: meetpositie bij Beatrixsluis.
Tabel 4.4
Nr.
Berekening jaargemiddelde NO2-concentraties in Nieuwegein met 95%-bovenwaarden en 3 95%-onderwaarde [µg/m ]
Locatie
Ontsluitingswegen 4 Zuidstedeweg 6 Zandveldseweg (1) 7 Graaf Florislaan 8 Hollandhaven 9 Sluijterslaan 11 AC Verhoefweg (1) 14 Zandveldseweg (2) 15 ’s Gravenhoutseweg 16 AC Verhoefweg (2) 18 Wijkerslootweg Batauweg 1 Kasteeldrift thv 56 3 Brandtrap Landauerdrift Stadsachtergrond 10 Park Oudegein Nabij Kruispunt A2/A12 13 Reinesteinseweg Scheepvaart 17 Beatrixsluis
95%-onderwaarde
Gemeten Jaargemiddelde
95%bovenwaarde
31,1 35,5 22,9 28,6 29,1 30,4 26,6 30,2 26,4 24,1
33,1 37,8 24,4 30,5 30,9 32,3 28,3 32,1 28,1 25,6
35,1 40,1 26,0 32,4 32,8 34,3 30,0 34,0 29,8 27,2
27,7 26,7
29,5 28,4
31,3 30,1
21,9
23,3
24,7
29,6
31,5
33,4
32,7
34,8
36,9
N.B. Grenswaarde 2015 overschrijdende waarden zijn vetgedrukt weergegeven
Uit de tabel volgt dat de jaargemiddelde gemeten stadsachtergrond concentratie NO 2 23,3 µg/m3 bedraagt. De concentratie NO2 langs de ontsluitingswegen in Nieuwegein varieert tussen de 24 en 38 µg/m3; een verhoging t.o.v. de stadsachtergrond van 1 tot 15 µg/m3. Langs de Batauweg is de variatie minder groot, met een verhoging van 5 tot 7 µg/m3. De verhoging bij de Beatrixsluis is jaargemiddeld 11 tot 12 µg/m3. Plandrempel tot 2015 De jaargemiddelde grenswaarde van 60 µg/m 3, welke tot 2015 geldt conform de derogatieverlening wordt gedurende de meetperiode nergens overschreden.
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 12 van 19
Grenswaarde 2015 Ten aanzien van de jaargemiddelde grenswaarde van 40 µg/m3 welke conform de derogatieverlening in 2015 gerealiseerd moet zijn, is het niet uitgesloten dat op één meetlocatie in de huidige situatie de grenswaarde wordt overschreden, te weten de locatie 6 (Zandveldseweg (1)). Op deze locatie wordt de grenswaarde niet door de jaargemiddelde waarde maar wel door de 95%-bovengrens overschreden. Dat wil zeggen dat er niet met 95% zekerheid kan worden aangetoond dat de grenswaarde niet wordt overschreden. Hierbij wordt wel opgemerkt dat het toepasbaarheidsbeginsel niet geldig is op locatie 6 (Zandveldseweg (1)). Het beginsel geeft namelijk aan dat de luchtkwaliteit niet beoordeeld hoeft te worden op plaatsen waar het publiek geen toegang heeft (zoals deze locatie 6), waar geen bewoning is, op bedrijfsterreinen (hier gelden de ARBO regels) en de rijbaan van wegen. Voor de overige 14 locaties wordt met 95% zekerheid voldaan aan de grenswaarde geldend vanaf 2015. De grenswaarde wordt niet overschreden. In figuur 4.1 worden de deze meetresultaten grafisch weergegeven gebaseerd op de grenswaarde voor 2015 van 40 µg/m3 conform de derogatieverlening. Hierin wordt de beoordeling van de jaargemiddelde waarde in kleur weergegeven. Op de groen weergegeven meetlocaties wordt de grenswaarde niet overschreden. Op de rood weergegeven meetlocatie kan niet met 95% zekerheid worden aangetoond dat de grenswaarde voor 2015 (oorspronkelijk 2010) niet overschreden wordt.
Figuur 4.1. Overzicht van de jaargemiddelde concentraties in kleur, Nieuwegein. Achtergrondkaart gebaseerd op OpenStreetmap (Openstreetmap.org)
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 13 van 19
4.5
Concentratieverschillen tussen periodes
In figuur 4.2 wordt het verloop van de NO2-concentratie in Nieuwegein van 4 soorten locaties grafisch weergegeven. Per periode zijn de gemiddelde NO2-concentratie per soort locatie weergegeven. 50 45
Concentratie ( μg/m3)
40 35 30 25 20 15 10 5 0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Periode Batauweg
Figuur 4.2
Ontsluitingswegen
Stadsachtergrond
A2/A12
Scheepvaart
Verloop van de NO2 concentratie van verschillende type meetlocaties
Uit de figuur blijkt dat er schommelingen optreden in de concentraties bij de verschillende soorten locaties. De trend voor de verschillende soorten locaties is nagenoeg gelijk. De schommelingen worden veroorzaakt door seizoens- en weersinvloeden, zoals verkeersintensiteit, verkeersgedrag, temperatuur, wind en neerslag en schommelingen in de achtergrondconcentratie in de regio. De verhoging t.o.v. de stadsachtergond is gedurende de verschillende periodes vrijwel gelijk; de bijdrage door bronnen in de stad is dus gedurende het jaar constant. 4.6
Belasting door scheepvaart, nieuwe meetlocatie Beatrixsluis
Uit tabel 4.4 blijkt dat de metingen bij de in 2012 nieuw ingerichte meetlocatie Beatrixsluis een jaargemiddelde NO2-concentratie van 34,8 μg/m3 opleveren. Het is op locatie 6 Zandveldseweg(1) na de zwaarst belaste locatie in de meetcampagne. In Figuur 4.2 is te zien dat de concentraties bij de Beatrixsluis dezelfde schommelingen vertonen als de stadsachtergrond. De verhoging t.o.v. de stadsachtergond is gedurende de verschillende periodes vrijwel gelijk. De bijdrage van de scheepvaart aan de belasting op locatie 17 Beatrixsluis is gedurende het jaar vrijwel constant.
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 14 van 19
5.
VERGELIJKING METINGEN VOORGAANDE JAREN
In voorgaande jaren zijn metingen uitgevoerd op een aantal locaties langs de Batauweg (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) .Ook de stadsachtergrondconcentratie is sinds 2005 bepaald. Omdat de stadsachtergrond onder andere wordt beïnvloed door externe factoren, is de verhoging ten opzichte van de stadsachtergrond maatgevend voor de locale invloed. In tabel 5.1 zijn de resultaten van de metingen in 2005 tot en met 2012 samengevat. Tabel 5.1
3
Vergelijking metingen NO2-concentratie Batauweg 2005 tot en met 2012 in [g/m ] Kalenderjaar
Batauweg Stadsachtergrond Verhoging t.o.v. achtergrond :
2005 29 25 4
2006 33 28 5
2007 34 25 9
2008 34 25 8*
2009 34 25 9
2010 33 25 8
2011 33 24 8*
2012 29 23 6
* het verschil is bepaald op basis van niet afgeronde gegevens en is daarom 8 µg/m3. Uit de tabel blijkt dat de jaargemiddelde NO2-concentratie langs de Batauweg en de stadsachtergrond in 2012 gedaald zijn vergeleken met 2011. Daarnaast is te zien dat in 2006 tot en met 2011 de concentratie een waarde heeft gehad van 33 tot 34 g/m3. In 2012 is de concentratie met 29 g/m3 terug op het niveau van 2005. De verhoging van de NO2concentratie aan de Batauweg t.o.v. de achtergrondconcentratie ligt tussen 2007 en 2011 rond de 8 á 9 µg/m3. In 2012 is de verhoging afgenomen tot 6 µg/m3. In voorgaande jaren zijn eveneens metingen uitgevoerd op een aantal locaties langs uitvalswegen in Nieuwegein. De locaties Zuidstedeweg (locatie 4), Zandveldseweg (1) (locatie 6), Graaf Florislaan (locatie 7), Hollandhaven (locatie 8) en Sluijterslaan (locatie 9) zijn in de jaren 2007 tot en met 2012 gelijk gebleven en daarom in de tijd te volgen. Tabel 5.2
Vergelijking metingen NO2-concentratie ontsluitingswegen locaties 4, 6, 7, 8 en 9 en 3 stadsachtergrond voor 2007 tot en met 2012 in [g/m ]
Kalenderjaar 4 Zuidstedeweg 6 Zandveldseweg 7 Graaf Florislaan 8 Hollandhaven 9 Sluijterslaan Stadsachtergrond
2007 40 46 33 36 36 25
2008 41 46 34 37 38 25
2009 39 44 34 36 36 25
2010 36 41 31 33 34 25
2011 35 39 28 32 31 24
2012 33 38 24 31 31 23
Uit de tabel blijkt dat in 2012, net als in 2011, op alle locaties de NO2 concentratie lager is dan de plandrempel van 40 µg/m3. Als we de resultaten van de onderzoeken vanaf 2007 naast elkaar leggen, dan is op iedere locatie tussen 2008 en 2012 een daling van de gemeten jaargemiddelde NO 2concentratie waar te nemen. De verhoging t.o.v. de stadsachtergrond is 1 tot 15 µg/m3.
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 15 van 19
6.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
De NO2-concentratie is in Nieuwegein op 15 locaties gemeten. De metingen zijn gedurende 2012 uitgevoerd in 13 perioden. De metingen zijn uitgevoerd met Palmes diffusiebuisjes. Uit de meetcampagne worden de volgende conclusies getrokken: 1.
De plandrempel van 60 g/m3 als jaargemiddelde, geldig tot 2015, is in 2012 op geen enkele locatie overschreden.
2.
De gemeten jaargemiddelde concentraties voldoen op alle locaties aan de grenswaarde van 40 g/m3 voor 2015. Op één locatie, 6 Zandveldseweg(1), is niet met 95% zekerheid aangetoond dat de jaargemiddelde concentratie voldoet aan deze grenswaarde. Dit meetpunt bevindt zich voor het geluidscherm. Achter het geluidscherm op dezelfde hoogte, locatie 14 Zandveldseweg (2), worden lagere concentraties gemeten en wordt wel voldaan aan de grenswaarde.
3.
De gemeten jaargemiddelde stadsachtergrond concentratie bedraagt 23 g/m3. De jaargemiddelde gemeten concentratie NO2 bij de ontsluitingswegen van Nieuwegein varieert tussen 24 en 38 g/m3. Langs de Batauweg is sprake van een gemiddelde waarde van 29 µg/m3.
4.
Het in 2012 toegevoegde meetpunt 18 Wijkerslootweg is met een jaargemiddelde waarde van 26 g/m3 vergelijkbaar met andere ontsluitingswegen.
5.
Het in 2012 toegevoegde meetpunt 17 Beatrixsluis is met een jaargemiddelde waarde van 35 g/m3 op 6 Zandveldseweg(1) na de zwaarst belaste locatie. De concentraties vertonen dezelfde schommelingen als de stadsachtergrond. De bijdrage van de scheepvaart aan de belasting op locatie Beatrixsluis is gedurende het jaar vrijwel constant.
6.
Uit vergelijking van de meetresultaten met voorgaande jaren blijkt dat de NO2concentratie in de omgeving van de Batauweg in 2006 tot en met 2011 een waarde heeft gehad van 33 tot 34 g/m3. In 2012 is de concentratie met 29 g/m3 terug op het niveau van 2005. De extra belasting langs de Batauweg t.o.v. de stadsachtergrond is in 2012 met 6 g/m3.lager dan de 8 á 9 g/m3 tussen 2007 en 2011.
7.
Uit vergelijking met voorgaande jaren blijkt dat op de ontsluitingswegen, locaties 4, 6, 7, 8 en 9, tussen 2008 en 2012 een daling van de gemeten jaargemiddelde NO 2 concentratie is waar te nemen. De verhoging t.o.v. de stadsachtergrond is 1 tot 15 µg/m3.
8.
De gemeten concentraties laten schommelingen zien gedurende de 13 meetperiodes, zie Figuur 4.2. Deze schommelingen worden veroorzaakt door seizoens- en weersinvloeden. De schommelingen zijn bij alle locaties te zien. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat deze schommelingen locatie specifieke oorzaken hebben.
9.
De meetfout van de in tweevoud uitgevoerde metingen is gemiddeld 2,7 %. De afwijking van de met Palmes diffusiebuisjes gemeten concentraties t.o.v. de
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 16 van 19
referentiemethode is vastgesteld op <1 %. Er is geen reden af te wijken van de totale meetfout van 14,9% zoals door Buro Blauw vastgesteld voor de gehanteerde methode.
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 17 van 19
7.
LITERATUURLIJST
1. Jansen, N.A.H., et al. Verkeersgerelateerde lucht-verontreinigingen gezondheid, een kennisoverzicht. s.l. : Institute for Risk Assesments Sciences, Universiteit van Utrecht, 2002. 2. Bree, F.B.H. de. Meetonzekerheid NO2 Palmesbuisjes. Wageningen : Buro Blauw, 2006. LLI-09. 3. —. NO2-concentratie metingen Batauweg Nieuwegein 2005. Wageningen : Buro Blauw, 2006. BL2006.3329.02. 4. Peters, J.W.M. Jaarrapportage NO2 metingen binnenstad Nieuwegein 2006. Wageningen : Buro Blauw, 2007. BL2007.3664.03. 5. —. Jaarrapportage NO2 metingen binnenstad Nieuwegein 2007. Wageningen : Buro Blauw, 2008. BL2008.3745.01. 6. Wijma, F.C. Jaarrapportage concentratie metingen stikstofdioxide Nieuwegein 2008. Wageningen : Buro Blauw, 2009. BL2009.4118.01. 7. Kerkhof, C.I. van. Jaarrapportage concentratie metingen stikstofdioxide Nieuwegein 2009. Wageningen : Buro Blauw, 2010. BL2010.4561.01. 8. Wijma, F.C. Jaarrapportage concentratie metingen stikstofdioxide Nieuwegein 2010. Wageningen : Buro Blauw, 2011. BL2011.4985.02. 9. Kerkhof, C.I. van. Jaarrapportage concentratie metingen stikstofdioxide Nieuwegein 2011. Wageningen : Buro Blauw, 2012. BL2012.5416.01.
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 18 van 19
BIJLAGEN Technisch document - BL.2013.5906.01-V01 – separaat geleverd
Rapportnr. BL2013.5906.02-V01 29 juli 2013 Pagina 19 van 19
VERANTWOORDING
Rapporttitel Subtitel
JAARRAPPORTAGE CONCENTRATIEMETINGEN STIKSTOFDIOXIDE NIEUWEGEIN 2012 Metingen met diffusiebuis methode
Rapportnummer
BL2013.5906.02-V01 Deze versie vervangt eventueel eerder uitgebrachte versies in zijn geheel
Trefwoorden
Stikstofdioxide; Palmes diffusiebuis
Opdrachtgever
Gemeente Nieuwegein
Contactpersoon
Willie van Dam
Uitvoerders
J.W. Winters, F.M. Wiegersma, S.M. Geersing-Moorhoff
Auteur
J.W. Winters
Paraaf auteur Controleur
J.W.M. Peters
Paraaf controleur
Datum
29 juli 2013
Nude 54 – 6702 DN Wageningen telefoon 0317 466699 – fax 0317 426111 email
[email protected] – internet www.buroblauw.nl