Jaarplan 2010 Professionaliseren door verbinden
Ruud de Moor Centrum Ruud de Moor Centrum
1
Open Universiteit Open Universiteit rdmc.ou.nl
rdmc.ou.nl
2
Jaarplan 2010 Professionaliseren door verbinden
Inhoud
Voorwoord | 7 1. Het Ruud de Moor Centrum stelt de leraar centraal | 9 2. Werken op basis van vragen uit het onderwijsveld | 11 3. Antwoorden op basis van wetenschappelijk onderzoek | 15 4. Overige inhoudelijke en organisatorische taken | 19 5. De vraaggestuurde projecten 2010 | 23 6. Meer informatie? | 27
5
Voorwoord
Wat gaat het Ruud de Moor Centrum, onderdeel van de Open Universiteit, doen in 2010? Dat leest u in deze verkorte versie van ons jaarplan. Als kennis- en expertisecentrum voor leraren geven wij u graag zicht op wat wij doen, met wie we samenwerken en waar dat toe leidt. De titel van dit jaarplan zegt het al: we steunen leraren bij hun professionalisering door verbindingen te leggen. We verbinden lerende leraren met elkaar, met toegepaste wetenschappelijke kennis en met praktische voorzieningen. Dat doen we met veel expertise op het gebied van ICT en in nauwe samenwerking met andere organisaties.
Het RdMC levert ook in 2010 een belangrijke wetenschappelijke en praktische bijdrage aan de professionalisering van leraren. Dit draagt bij aan een sterkere positie van de beroepsgroep. De kern van ons programma is verbinden: zowel met leraren en scholen als met stakeholders en ketenpartners. Wij nodigen iedereen dan ook uit samen met ons te werken aan de professionalisering van leraren en daarmee aan de kwaliteit van het onderwijs! J.J.M. Kusters, Msm Directeur Ruud de Moor Centrum
Sinds 2007 werken we vol enthousiasme aan een intensief traject: vraaggestuurd werken. Scholen en leraren kunnen ons professionaliseringsvraagstukken voorleggen die wij samen met hen uitwerken. Voor 2010 zijn ruim dertig vraaggestuurde projecten geformuleerd en van start gegaan. Daarnaast voeren wij onze andere taken uit. We doen onderzoek naar wat wel werkt en wat niet bij de professionalisering van leraren. We werken aan kennisbanken en aan andere digitale producten. We participeren in landelijke projecten die de kennisoverdracht tussen onderwijsgevenden stimuleren. Voorbeelden daarvan zijn Leraar24 en het ambitieuze Wikiwijs, waarin we een regierol hebben.
7
Bart Beuken, Ludivicus
“Met veel scepsis nam ik deel aan het coachingstraject van het RdMC, zoals je weet. Maar met veel enthousiasme stel ik vast dat het enorm veel oplevert in korte tijd. Dit had ik niet durven hopen! “
1. Het Ruud de Moor Centrum stelt de leraar centraal
Er is in het afgelopen decennium veel tijd en geld besteed aan de schoolorganisatie: aan degelijk bestuur, beleid en beheer. De laatste jaren vestigt men de aandacht meer op de leraar. Hij moet het uitgangspunt zijn als we het onderwijs willen verbeteren. De leraar moet meer invloed kunnen uitoefenen op het vak dat hij geeft en meer ruimte krijgen om aan zijn eigen deskundigheid te werken. Dat was een van de belangrijke conclusies van de commissie-Rinnooy Kan die in 2007 de minister adviseerde over de aanpak van het lerarentekort. Het is ook de koers die het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap daarna heeft ingezet via het Convenant Actieplan Leerkracht van Nederland (2008). De leraar en zijn professionalisering staan centraal.
Missie: gedegen bijdrage leveren aan de levenslange professionalisering van leraren Het Ruud de Moor Centrum – onderdeel van de Open Universiteit – is hét expertisecentrum op dit gebied. Het RdMC onderschrijft de visie dat de leraar de kwaliteit van het onderwijs grotendeels bepaalt. De missie van het centrum is om zowel praktisch als wetenschappelijk een bijdrage te leveren aan de (levenslange) professionalisering van leraren. Daarmee wordt de beroepsgroep beter gepositioneerd en de aantrekkelijkheid van het leraarschap vergroot. Dat leidt dus uiteindelijk tot beter onderwijs. Bij de uitvoering van deze missie legt het RdMC de nadruk op ‘professionaliseren door verbinden’, of, anders gezegd: op leren in netwerken. Het centrum stimuleert de verbinding tussen: - de beroepspraktijk en de onderwijswetenschap; - ICT en leren op de werkplek; - (lerende) leraren onderling; - de ontwikkeling van de leraar enerzijds en die van zijn team en de school anderzijds.
Co-creatie: intensieve samenwerking met de beroepsgroep Om deze verbindingen goed te kunnen leggen, werkt het RdMC intensief samen met leraren, scholen, lerarenopleidingen en andere relevante organisaties. Het sleutelwoord hierbij is ‘co-creatie’. Dat wil zeggen dat het RdMC samen met leraren voor problemen uit de onderwijspraktijk zoekt naar oplossingen die breed toepasbaar zijn en die waarde hebben voor de wetenschap. Omgekeerd kunnen onderwijsgevenden hun voordeel doen met wetenschappelijke inzichten. Co-creatie vraagt bovendien van leraren een kritische en onderzoekende houding én openstelling voor vernieuwing. De ontwikkeling van die houding alleen al is een belangrijke vorm van professionalisering. 9
Het RdMC is specialist in ‘leren in netwerken’ vanaf de werkplek, ondersteund door ICT. Het centrum wil ruimte scheppen voor professionalisering op drie gebieden: - binnen de beroepsgroep zélf, ook wel professional governance genoemd; - in formele opleidingen, cursussen en evc’s (via online kennisbanken en -toetsen, lectoraten, lerarenpromoties, zij-instroom, coaching, online leren, instroomcursussen en masterclasses); - in informele kenniskringen of leernetwerken (in samenwerking met collega’s en in de context van de school).
Jan Moors, Hofscholen
“Het voordeel van het leernetwerk dat het RdMC voor ons heeft opgezet, is dat je op heel korte termijn heel veel kunt leren door met elkaar in gesprek te gaan.”
10
2. Werken op basis van vragen uit het onderwijsveld
Het RdMC biedt niet alleen producten en diensten aan voor leren op de werkplek, maar richt zich in belangrijke mate ook op het beantwoorden van vragen uit het onderwijsveld zelf. Dat wil zeggen dat lerarenteams, scholen en lerarenopleidingen professionaliseringsvragen kunnen indienen die het werk van het RdMC sturen. Het centrum honoreert projectvoorstellen die ook voor andere scholen en voor wetenschappers kennis opleveren. De vraag is dus steeds: levert het project bewezen (evidence based) generieke kennis op? Kunnen we uit de resultaten opmaken wat wel werkt, wat niet, en waarom?
In de afgelopen jaren is de vraaggestuurde werkwijze beproefd en succesvol gebleken. Er is grote belangstelling vanuit de scholen. In 2010 wordt daarom de helft van de capaciteit van het RdMC voor vraagsturing ingezet. Van de ruim negentig ingediende projectaanvragen zijn er ruim dertig gehonoreerd (u vindt een overzicht hiervan op pagina 25).
Hulp voor scholen met kansrijke vragen Het RdMC vindt dat leraren en scholen zelf verantwoordelijk zijn voor hun professionalisering. De vraaggestuurde werkwijze sluit hier goed op aan. Maar niet elke school of elk team is in staat om projecten op te zetten met heldere doelen, activiteiten en doorlooptijden, waarvan de resultaten ook nog voor anderen bruikbaar zijn. Gebleken is dat scholen het lastig vinden de gekregen ruimte en verantwoordelijkheid te benutten. Het RdMC helpt scholen met kansrijke vragen bij het verhelderen van hun vraag. Hiervoor zijn teams van ‘vraagverhelderaars’ samengesteld. Zo is alleen al het indienen van een voorstel uitermate leerzaam.
Vraaggestuurd project in 2010 Leernetwerken op scholen van MosaLira
Noud Theunissen, Leeuwenborgh Opleidingen
“Professionalisering van de teamleden is door de rol van het RdMC nu meer gericht op gezamenlijke resultaten.”
Vijf basisscholen en één school voor voortgezet onderwijs in Maastricht willen gezamenlijk leernetwerken vormen rondom de vakken rekenen en taal (waarvoor zij doorgaande leerlijnen po-vo willen realiseren). Het netwerkleren moet de kenniscirculatie binnen en tussen de scholen stimuleren. Deze vorm van leren is niet vrijblijvend, dus er moet een waarderingssysteem komen voor het bekwaamheidsdossier. De aanpak van het netwerkleren op deze scholen, een handreiking voor de beoordeling ervan én praktijkkennis over doorlopende leerlijnen zijn ook voor andere scholen en voor wetenschappers bruikbaar. 11
Criteria voor de selectie van projectaanvragen
Thea Kuijer, Blariacum College
- het project is vernieuwend en ook elders toepasbaar. De leraar is niet alleen lesgever, maar ook ontwikkelaar. Als expertisecentrum willen we vooraan staan bij vernieuwingen die uit het veld komen. Als zaken eenmaal beproefd zijn, kunnen andere partijen ermee aan de slag; - met de opgedane ervaringen en inzichten is evidence based kennis te genereren. Aan de hand van de ervaringen onderzoekt het RdMC wat waarom en waar werkt. Deze algemene (evidence based) kennis wordt samen met de oplossingen zo breed mogelijk verspreid; - projectactiviteiten zijn direct te verankeren in de school. Dit betekent dat lerarenteams en de school de professionaliseringsactiviteiten ook ná de samenwerking met het RdMC kunnen voortzetten. Dat vraagt om oprechte betrokkenheid van de aanvragende partij bij het beschreven project; - de benodigde ICT-infrastructuur is aanwezig. ICT is een uitstekend hulpmiddel bij het professionaliseren van leraren. De mogelijkheden voor leren op de werkplek zijn legio. De Open Universiteit is met deze vorm van leren bekend als geen ander. Uiteraard moet de beschikbare ICT-infrastructuur wel voldoen aan specifieke voorwaarden.
“Wat een enthousiasme heeft het RdMC
Vooruitblik op 2011
over weten te brengen op leraren om te
De ervaringen met vraagsturing laten zien dat een zorgvuldige definitiefase, met vraagverheldering, cruciaal is. Dit betekent dat het RdMC in 2010 ook al een forse tijdsinvestering moet doen in de ontwikkeling van nieuwe vraaggestuurde projecten voor 2011.
Gehonoreerde projectvoorstellen leveren dus kennis op die voor het onderwijs van belang is. Daarnaast moeten ze passen in het concept ‘professionaliseren door verbinden’. Een projectvoorstel moet, kortom, voldoen aan de volgende criteria: - het legt de verbinding tussen leraren onderling: leren in samenwerking met collega’s motiveert om te werken aan de eigen professionalisering; - het legt de verbinding tussen de ontwikkeling van leraren enerzijds en die van hun team en de school anderzijds. Onmisbaar is een professionele dialoog tussen leraren en management; - het heeft een directe relatie met de dagelijkse praktijk: het leren op de werkplek moet leiden tot een beter ‘handelingsrepertoire’ voor de leraar in zijn beroepspraktijk;
professionaliseren!”
12
Vraaggestuurd project in 2010 Vertaling van een internationaal innovatief onderwijsconcept Het ROC van Amsterdam Gooi en Vechtstreek is het pilotproject Productief Leren gestart. Het gaat om een Duits-Amerikaans onderwijsconcept dat voortijdig schoolverlaten moet terugdringen. Leerlingen worden al in een zeer vroeg stadium in assistentenfuncties in het bedrijfsleven geplaatst en gaan daarnaast een aantal dagen naar school. Docenten van het ROC vertalen het bijbehorende coachingsmodel voor onderwijsgevenden naar de Nederlandse situatie. Ze passen het vervolgens toe op hun werkplek. Het RdMC helpt ze daarbij en ontwikkelt instrumenten voor het opzetten van een landelijk netwerk rondom Productief Leren (een digitale ervaringsbank bijvoorbeeld).
13
Christianne de Cock, ’t Palet
“Met het VIP-model voor peer coaching van het RdMC kun je leraren iets aanbieden om zich te blijven ontwikkelen. Het werkt fantastisch.”
14
3. Antwoorden op basis van wetenschappelijk onderzoek
Uniek in de werkwijze van het RdMC is de directe ondersteuning van de lerarenprofessionalisering met wetenschappelijk onderzoek. Zo wordt duidelijk wat wel werkt en wat niet. Scholen kunnen op basis daarvan handelen. Met deze evidence based werkwijze pakt het onderzoeksprogramma van het RdMC twee problemen aan. Het eerste is dat Nederlandse leraren te weinig gebruikmaken van digitale leermiddelen. In een tijd waarin de samenleving digitaliseert mag het onderwijs niet achterblijven. Het RdMC onderzoekt welke factoren het professionaliseren via leren op de werkplek bevorderen of hinderen. Het tweede probleem is dat de resultaten van onderwijsonderzoek de schoolpraktijk doorgaans niet of onvoldoende bereiken. Onderzoek naar lerarenprofessionalisering vormt hierop geen uitzondering. Het RdMC gaat dit fenomeen tegen door de kennis uit de projecten breed en gratis te verspreiden in de onderwijswereld. Onderzoekers gaan van alle projecten na of ze aansluiten bij de behoefte van het onderwijsveld, of ze effectief en efficiënt zijn, of leraren ze gebruiken en waarderen en of ze tot gedragsveranderingen leiden.
Jan Moors, Hofscholen
“Op verschillende scholen speelt vaak hetzelfde: het scheelt veel tijd als je dat samen in bovenschoolse leernetwerken aanpakt.”
Het onderzoek naar de vraaggestuurde projecten heeft dus een belangrijke plaats in het totale onderzoeksprogramma van het RdMC (zie figuur 1). In 2010 publiceert het centrum van ruim dertig projecten rapportages. Daarnaast vinden tien promotieonderzoeken plaats en heeft het RdMC de leiding over het onderzoek naar de werking van landelijke projecten als Leraar24 en Wikiwijs (zie het kader op pagina 20).
Onderzoekspartners Het RdMC werkt nauw samen met andere onderzoekers binnen de Open Universiteit en met (onderzoeks)instellingen als het ITS, KPC, NIVOZ, en ketenpartners zoals Kennisnet, SBL en SLO. Ook internationaal heeft het RdMC onderzoekspartners. Zo is 15
het centrum intensief betrokken bij de oprichting van EAPRIL, een nieuwe Europese organisatie voor onderwijsonderzoek die zich richt op het verkleinen van de afstand tussen onderzoekers en beroepsbeoefenaren. Samen met de partners spoort het RdMC leraren en onderwijsprofessionals aan zelf (promotie) onderzoek te doen. Voor de verspreiding van onderzoekskennis maakt het RdMC behalve van de eigen kanalen ook gebruik van digitale platforms als Kennisnet en SKOLA. Het systematische kennisbestand dat dit alles oplevert dient – samen met de ontwikkelde onderzoeksinstrumenten, dissertaties en (internationale) publicaties – één doel: het verbeteren van de onderwijspraktijk.
Jan Moors, Hofscholen
“Door samen te zitten en over onderwerpen die je deelt te praten weet je welke expertise bij welke collega zit, en daardoor kom je vaak op een heel korte termijn tot een oplossing.”
16
Vraagsturing en onderzoek
Specifieke vraag 1
RdMC
2a
Co-creatie 2b 5
Lokaal
Leraren
Vraagverheldering Innovatie
management
3
Beroepsgroep
Lokale oplossing 5 4
Onderzoek Generieke oplossing
6
Partners
Figuur 1: systematische onderzoeksbenadering van vraaggestuurde projecten. Een specifieke vraag van een partner (1) wordt via vraagverheldering beter gedefinieerd (2a). Samen met de partner werkt het RdMC co-creatief en innovatief (2b) aan een lokale oplossing. Wetenschappelijk wordt onderzocht of de uitkomsten van lokale oplossingen generiek zijn (4). De school of het lerarenteam profiteert van de gevonden lokale oplossing (3). De via onderzoek ontwikkelde generieke kennis leidt tot meer kennis bij het RdMC en de beroepsgroep (5). Ook andere partners in het onderwijs profiteren van de generieke oplossingen (6).
Herman Richter, Digilessen VO
“Ik ben enorm onder de indruk van het professionaliseringsmateriaal dat het RdMC heeft opgeleverd voor het ontwikkelen van digitaal leermateriaal.”
17
Enkele uitspraken van leraren die hebben deelgenomen aan teamcoaching door het RdMC
“Ik sta weer met veel plezier voor de klas.” “Ik heb nu meer inzicht in de dynamiek tussen ons als teamleden”. “De tijd die voor teamcoaching op het rooster stond, was als een vluchtheuvel midden op een drukke tweebaansweg. Er was ruimte om bij elkaar stil te staan en onze ervaringen te bespreken.”
18
4. Overige inhoudelijke en organisatorische taken
Het RdMC ontwikkelt zich via de vraagsturing steeds
Inhoudelijke basisactiviteiten
meer van aanbieder van producten en diensten voor
Kennisverspreiding gebeurt specifiek via de vraaggestuurde projecten en via het onderzoeksprogramma, maar ook overkoepelend, als algemene taak van het RdMC. Daarnaast onderhoudt en exploiteert het centrum de in huis ontwikkelde digitale producten: kennisbanken, instrumenten voor zelfevaluatie en scans die als basis dienen voor professionaliseringsactiviteiten. Bij de exploitatie van producten hoort ook het RdMC-portal, dat dit jaar verbeterd wordt. In 2010 zal het RdMC het groeiende aantal digitale producten kritisch tegen het licht houden en beslissen welke het verder exploiteert en welke niet.
werkplekleren naar een kennis- en expertisecentrum voor de professionalisering van leraren. De vraaggestuurde werkwijze beslaat in 2010 de helft van de capaciteit. De andere helft wordt ingezet voor de ‘basisfunctie’ van het centrum. Hieronder vallen deels oorspronkelijke inhoudelijke activiteiten (bijvoorbeeld het onderhouden en exploiteren van digitale producten en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek) en deels organisatorische activiteiten (communicatie, management, ondersteuning).
Uiteraard anticipeert het RdMC ook op nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs en rapporteert daarover. Een voorbeeld daarvan is het onderwerp doorlopende leerlijnen. Wat betekent dit voor de dagelijkse beroepspraktijk? Hoe kunnen leraren zich hierop voorbereiden? Tot slot zoekt het RdMC – net als voor het onderzoek – ook voor de versterking van de beroepsgroep naar samenwerking met andere organisaties. Voorbeelden daarvan zijn SBL, de Digischool, ADEF en landelijke innovatieprogramma’s zoals Leraar24 en Wikiwijs (zie kader). Het centrum werkt ook graag mee aan nieuwe initiatieven zoals kennistoetsen en kennisbanken voor de lerarenopleidingen.
De virtuele werk- en leeromgeving en het medialab Binnen de virtuele werk- en leeromgeving en het medialab heeft het RdMC de ICT-expertise, systeemondersteuning en de multimediaproducties samengebracht. Wetenschappers en ICT-deskundigen ontwerpen en ontwikkelen digitale instrumenten, websites en kennisbanken, onderhouden bestaande producten, signaleren nieuwe technische ontwikkelingen (zoals nieuwe programmeertalen) en verzorgen in het eigen medialab 19
Landelijke platforms: Leraar24 en Wikiwijs Leraar 24 is een samenwerkingsverband van Kennisnet, SBL, het RdMC en Teleac. Het platform verleidt leraren met beelden (video’s) om zich verder te professionaliseren. Leraar24 is een uitstekend kanaal voor het RdMC om kennis uit de vraaggestuurde projecten voor een breed publiek zichtbaar te maken. www.leraar24.nl Wikiwijs is vanaf september 2010 beschikbaar voor het gehele Nederlandse onderwijs. Het is een landelijk digitaal kennisplatform voor het ontwikkelen van open leermateriaal voor alle sectoren van het Nederlandse onderwijs. Het ministerie heeft Kennisnet en de Open Universiteit gevraagd de regie op zich te nemen voor dit innovatieve en ambitieuze plan. Het is gebaseerd op het principe van wisdom of crowds. Door zijn positie binnen de Open Universiteit kan het RdMC jarenlange ervaring met afstands- en digitaal onderwijs in dit initiatief verbinden met professionaliseringsinzichten. Het ondersteunt daarmee scholen en leraren binnen Wikiwijs. www.wikiwijs.nl
Peter van Zutphen, Cals College
“We hebben geleerd op een andere manier te onderwijzen. Meer coachend en begeleidend en minder docerend. Het RdMC heeft ons daarbij op het juiste spoor gezet.”
20
multimediaproducties. Voorbeelden van het laatste zijn multimediale profielen van scholen die als input dienen voor vraaggestuurde projecten, of multimediale samenvattingen van de resultaten.
Communicatie Het RdMC bereikt zijn doelgroepen met eigen campagnes, via allianties met partners en via free publicity. Die doelgroepen zijn leraren, scholen, lerarenopleidingen en andere belanghebbenden zoals het ministerie van OCW, sector-organisaties, vakbonden, serviceclubs en kenniscentra. De communicatie met de buitenwereld is erop gericht kennis en expertise te ontwikkelen, verzamelen én verspreiden. Doelstelling van de communicatieactiviteiten is daarnaast dat belanghebbenden het RdMC erkennen als dé wetenschappelijke partner voor het versterken van het lerarenberoep. Ook moeten zij het middel ‘leren in netwerken’ direct associëren met het RdMC. Dit bewerkstelligt het centrum via vier arena’s: - de arena van de leraar en de teams: het RdMC gaat in dialoog met leraren om nieuwe inzichten en (bouwstenen voor) oplossingen te ontwikkelen. Dat gebeurt al via de vraaggestuurde projecten en op andere manieren. Op termijn wil het RdMC (online) platforms exclusief voor leraren realiseren. Uitwisseling en ontwikkeling (co-creatie) staan hier centraal; - de arena van de stakeholders: vanuit de dialoog met de leraren presenteert het RdMC aan alle belanghebbenden een duidelijke visie op professionalisering langs wetenschappelijke weg – en gaat hierover in debat. Dit mondt uit in concrete ontwikkeldoelen en een strategie voor professionalisering, die worden gecommuniceerd via marktgerichte publicaties; - de arena van het onderwijssysteem: het RdMC brengt zijn kennis over op het onderwijsveld. Het introduceert nieuwe methodes als resultaten en maakt daarmee zijn eigen
meerwaarde direct duidelijk. Overigens communiceert het RdMC ook projecten die moeizaam verlopen maar wel leerzaam zijn. Belangrijke middelen voor deze arena zijn de RdMC-rapporten; - de arena van de serviceclubs, adviseurs en implementatiepartners: het RdMC brengt structuur aan in de resultaten. Het maakt wetenschappelijke kennis toegankelijk voor belanghebbenden en luistert naar reacties om de resultaten bij te kunnen stellen of de gebruikswaarde ervan te verhogen. Dit gebeurt via toegankelijke kennisbanken die veel mogelijkheden bevatten voor feedback.
Organisatie
Figuur 2: communicatiearena’s van het RdMC.
De afdeling communicatie zorgt voor publicaties. De gehele organisatie draagt zorg voor de verspreiding van kennis.
LEREN IN NETWERKEN
Arena Onderwijssysteem Kennis ritme
Arena Leraren(teams) Werking dialoog
Arena Stakeholders Context visie
Arena Impl.partners Aanbod structuur
Het jaar 2009 heeft geleerd dat vraaggestuurde projecten complex kunnen zijn. Ze moeten vaak worden aangepast en aangescherpt. Dat vraagt om een brede expertise. Het RdMC zet daarom multidisciplinaire teams in die flexibel en klantgericht werken. Daarnaast leveren deze teams makkelijker een bijdrage aan de onderzoeksdoelstelling van het RdMC. De programmaleider onderzoek en de twee programmamanagers van het RdMC generaliseren de projectresultaten en vertalen ze naar generieke waarden (wat werkt waarom).
Vraaggestuurd project in 2010 Stimuleren van onderzoek door docenten Fontys Lerarenopleiding Tilburg wil de kwaliteit van docenten verbeteren door de eigen leraren en studenten te stimuleren praktijk- en actieonderzoek te doen. Daarvoor is onder andere een professionele ‘leerwerkstrategie’ nodig, bestaande uit methoden en instrumenten voor onderzoek, voorwaarden voor effectief praktijkonderzoek en ondersteunende faciliteiten (een elektronische onderzoeksomgeving bijvoorbeeld). Het RdMC ondersteunt Fontys bij het ontwerp van deze leerwerkstrategie en de bijbehorende instrumenten, en verzamelt voorbeelden van praktijkonderzoek.
21
22
5. De vraaggestuurde projecten 2010
De werkwijze van het RdMC is innovatief en procesgericht. Daardoor zijn niet alle resultaten voorspelbaar maar er wordt ingezet de volgende resultaten in 2010 te kunnen behalen. Algemene resultaten - inzicht in de behoeften en vragen van leraren; - daadwerkelijke lokale professionalisering; - wetenschappelijke generieke kennis over wat werkt waar en waarom; - gratis instrumenten ten behoeve van de beroepsgroep, leraren, stakeholders en opleidingen; - ontwikkeling van methoden en innovaties; - duurzame partnerships; - bijdrage aan de professional governance.
Verspreidingskanalen Via de vraaggestuurde projecten bereikt het RdMC direct 250 scholen en ruim 2000 leraren. Indirect worden 14.000 scholen bereikt via de campagne die het centrum voor deze werkwijze voert. Er komen evaluatiepapers over de vraaggestuurde projecten en dertig inhoudelijke rapporten. Daarnaast brengt het RdMC een groot aantal andere publicaties uit: wetenschappelijke artikelen, artikelen voor een breder publiek (via onderwijsmagazines en kranten), dissertaties, beleidsnotities voor het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor sectororganisaties, nieuwsbrieven, persberichten, productbrochures, een jaarplan en een jaarverslag en advertenties. Veel informatie is bovendien te vinden via het RdMC-portal (zestigduizend bezoekers) en via de website van de organisatie.
Het RdMC organiseert jaarlijks een eigen professionaliseringscongres. Tijdens dat congres reikt het de Jos van Kemenade Award uit: een prijs (bestaande uit een wisseltrofee en een cheque ter waarde van vijftienduizend euro) voor de onderwijsorganisatie die er het beste in slaagt om de leraren te professionaliseren. Het RdMC is jaarlijks ook aanwezig op zo’n twintig beurzen en congressen van anderen en participeert in ongeveer dertig workshops. Landelijke programma’s als Wikiwijs en Leraar24 verspreiden ook informatie van en over het RdMC. Ook via de projectmatige samenwerking met andere organisaties communiceert het RdMC met zijn doelgroepen. Vraaggestuurd project in 2010 Certificeren van informeel leren Scholing van leraren gebeurt nog vaak op de traditionele manier, via het volgen van cursussen en trainingen. Voor veel onderwijsgevenden is het echter lastig om hier tijd voor vrij te maken. Leraren kunnen ook leren van elkaar, bijvoorbeeld bij het gezamenlijk ontwikkelen van lesmateriaal. Als deze informele leeractiviteiten worden gecertificeerd, dan zijn ze inzichtelijk. Leraren krijgen waardering voor hun inzet en zullen vaker professionaliseringsactiviteiten uitvoeren. De beroepsvereniging van economieleraren VECON brengt samen met het RdMC in kaart welke informele leeractiviteiten docenten uitvoeren, hoe die gecertificeerd kunnen worden en hoe groot de behoefte eraan is onder leraren.
23
Angelique van den Broek, Leeuwenborgh Opleidingen
“We worden fantastisch ondersteund door het Ruud de Moor Centrum en je merkt dat er iets gebeurt in je team. We zijn samen aan het leren en dat vind ik geweldig. Competenties binnen een team worden inzichtelijk, kennis wordt geborgd, maar je ziet ook de punten waar je kunt verbeteren. Het wordt op deze manier allemaal veel overzichtelijker en geen ad-hocwerk meer.”
24
Beoogde resultaten vraaggestuurde projecten
Sector
Aanvragende instelling
Titel van de aanvraag
Beoogde resultaten
vo
Stichting Digilessen VO
Arrangeren 2.0
Digitaal arrangeren en professionaliseringstraject docenten m.b.t. arrangeren in een leerlijn
po
Basisschool Sint Jozef (de Hofscholen)
Geef de leerkracht de middelen voor zijn vak terug
Kenniscirculatie. Aanpak ondersteuning netwerken en verbreding naar andere scholen
po/vo
MosaLira
Verbonden in Leren
Leernetwerken rondom rekenen en taal
mbo
Koning Willem 1 College
Professionaliseren van onderwijsgevenden
Gedragsverandering in Beeld
vo
Blariacum College
Coaching als bouwsteen voor professionalisering
Inzet van feedbackinstrumenten. Coachingsstructuur
po/vo
Lucas Onderwijs
Netwerken die net werken
Vier nieuwe netwerken met handleiding. Monitor voor groei en effect
vo
Trinitas College Heerhugowaard
Professionaliseringseconomie.nl:de marktplaats voor
Opzetten van een professionaliseringseconomie
mbo
ROC van Amsterdam Gooi en Overvecht
Productief leren Stad als School
Landelijk netwerk rond Productief Leren
mbo
Stg. BVE Westelijk Zuid-Limburg
Leren in de ondernemende school
Team Ontwikkelplan, trainen van teammanagers
vo
Baken Trinitas Gymnasium
De inrichting van een onderwijsnetwerk op BTG
Leer(werk)omgeving voor leraren (en leerlingen)
po
Almeerse Scholen Groep
Vakmanschap is meesterschap
Procedure die leraren meer doel- en resultaatgericht maakt
po
Dynamiek Scholengroep
Ontwikkeling Brede Maatschappelijke Voorziening
Digitale leeromgeving voor samen werkplekleren
po
Stichting Fortior Venlo
Ontwikkeling Talentencampus Venlo
Digitale leer en -werkomgeving voor leraren en leerlingen
po
Stichting Primair Onderwijs Venray
Ontwikkeling de Droom van Venray
Professionaliseringsleernetwerk
vo
Ver. Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs
Van IOP naar ITP met uitstroomprofiel
Ontwerp voor IOP en ITP en deskundigheidsontwikkeling deelnemers CoP
vo
Stichting Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe
Professionalisering leraren in M-apple
Professionaliseringstools
po/vo
De BOOR Academie
Professionaliteit van beleid
Professionaliseren op de werkplek. Observatieinstrumenten en onderzoeksverslag
vo
Vecon
Waardering informeel leren
Waardering Informeel Leren
vo
Onderwijsgemeenschap Venlo & omstreken
Kwaliteit van onderwijs in de klas
Competentieprofiel ‘de goede mentor’
vo
Da Vinci College Leiden
De Da Vinci Academie
Netwerk kenniskringen in de school
vo/mbo
Praktijknetwerken VM2
Professionaliseren/Versterken Praktijdnetwerken VM2
Digitale marktplaats Teamproces met analyse stagnerende/succesfactoren en advies
vo
SG Were Di
Teamontwikkeling binnen het havo/vwo en vmbo
vo
Het Assink Lyceum
MD + TD = SD
Teamontwikkelplannen en persoonlijk professioneel ontwikkelplan door teamleden
lero
Fontys Lerarenopleiding Tilburg
De onderzoekende leraar
Competentieprofiel de onderzoekende leraar
po
Bs. Aan de bron - Weert
Samen handelingsgericht aan de slag binnen de 1-zorgroute
Groepsplannen op het gebied van taal, persoonlijk ontwikkelplan per leraar
po
Bisschop Möller Stichting
Samenwerken en samen leren
Leernetwerken voor kennisdeling en -ontwikkeling
po
Freudenthal Instituut Universiteit Utrecht
CILOR 2/Implementatie rekenles in beeld
Website rekenles in Beeld
mbo
Deltion College
Duurzaam Deltion
Kenniskringen
lero
NHL
Werkplekleren met Didiclass
Didiclass-referentienetwerk begeleiders stagescholen
po
WOSO
1 kind 1 plan en handelingsgericht werken in WEC
Kennisdeling om passend onderwijs vorm te geven
lero
Fontys Lerarenopleiding Tilburg
Implementatie kennisbanken in bacheloropleiding
Integratie kannisbanken
po
NHL
Innovatieve netwerken PO en PABO Friesland
Competentieprofiel innovatieve leraar
po/vo
Conexus
Doorlopende leerlijnen
Gezamenlijke kennisopbouw en -deling door leraren
Kijk op rdmc.ou.nl voor nadere specificaties
25
Karel Somers, Were DI scholengemeenschap
“Alleen al door de vragen die jullie stellen, word ik mij bewust van de weg die we moeten bewandelen.”
26
6. Meer informatie?
Ruud de Moor Centrum Wilt u meer weten over de activiteiten van het RdMC in 2010 of heeft u andere vragen? Surf naar onze websites of neem contact met ons op. Voor informatie over het expertisecentrum: www.rdmc.ou.nl Voor een overzicht (en direct gebruik) van alle RdMC-producten: http://portal.rdmc.ou.nl Postadres: postbus 2960, 6401 DL Heerlen Bezoekadres: Valkenburgerweg 177, 6419 AT Heerlen Telefoon: 045 5762961 E-mail:
[email protected]
Meer informatie over Leraar 24 en Wikiwijs www.leraar24.nl www.wikiwijs.nl
27
Colofon Dit is een uitgave van het Ruud de Moor Centrum van de Open Universiteit. eindredactie Caroline Vavrinek (afdeling communicatie RdMC) i.s.m. Francissen Communicatie grafisch ontwerp Crasborn Grafisch Onwerpers bno | www.crasborn.nl i.s.m. team Visuele Communicatie, Open Universiteit april 2010
31