Kennis door Verbinden Diesrede, 20 oktober 2015 Inleiding Dames en heren, Tijdens de opening van het academische jaar op 1 september vertelde ik al dat samenwerking een leidraad is geweest in mijn wetenschappelijke carrière en heeft geleid tot verrassende ontdekkingen. Mijn eigen vakgebied is de biofysica: onderzoek bij uitstek op het grensvlak van disciplines, gericht op het verbinden van de kennis en kunde uit de verschillende deelnemende gebieden, waar samenwerking tussen academici die geheel verschillende talen spreken een vereiste is. Hedendaagse vraagstukken zijn gekenmerkt door complexiteit. Deze complexiteit vraagt van ons aandacht voor de complexe context, aandacht voor heldere probleemformulering en voor de te hanteren methodologie – wat geen sinecure is - en een aanpak vanuit meerdere disciplines. 1 En het daagt ons uit als academische gemeenschap om in ons onderwijs onze studenten voor te bereiden op de complexe werkelijkheid die ze zullen tegenkomen: zij het in verder wetenschappelijk onderzoek of op de werkvloer elders in onze maatschappij. De uitdagingen van vandaag en morgen vragen om samenwerking. Zo wordt de context glashelder, en kunnen we gezamenlijk vanuit onze eigen vakkennis tot oplossingen komen die vernieuwend zijn en meerwaarde tonen. Zoals ik het zelf in mijn eigen vak heb ervaren, komen juist op de kruispunten van verschillende disciplines en invalshoeken de nieuwe ideeën en verrassende ontdekkingen. Daarvoor is het essentieel dat toekomstige wetenschappers en professionals in de diepte duiken van hun eigen vakgebieden, maar ook in staat zijn over de grenzen van hun eigen domein te kunnen samenwerken. Instellingsplan In ons instellingsplan 2015-2020 formuleert onze universiteit haar ambities voor onderwijs en onderzoek als volgt: Onderwijs: “De VU biedt kwalitatief hoogwaardig, betekenisvol en uitdagend (post) academisch onderwijs aan. Met haar onderwijs levert de VU een bijdrage aan de maatschappij van nu en morgen door het opleiden van studenten voor betekenisvolle posities in de maatschappij.” Onderzoek: “De VU is een vooraanstaande onderzoeksuniversiteit die een onderscheidende wetenschappelijke bijdrage levert aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. De VU genereert nieuwe wetenschappelijke kennis, stelt deze beschikbaar, past deze toe en draagt deze kennis over aan studenten zodat zij in staat zijn bij te dragen aan betekenisvolle maatschappelijke ontwikkelingen.” De wetenschap wordt steeds meer uitgedaagd en moet steeds vaker haar maatschappelijke rol legitimeren. Als universiteit moeten we ons de vraag stellen hoe we met deze ontwikkeling omgaan. Hoe integreren we wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen in onze zoektocht naar antwoorden op de maatschappelijk relevante vragen en wat betekent dit voor wetenschappers die zich focussen op fundamenteel onderzoek? Profileringsthema’s In de zoektocht naar oplossingen voor complexe maatschappelijke vraagstukken, organiseert de Vrije Universiteit haar onderwijs en onderzoek steeds meer langs vier interdisciplinaire thema’s: 1
Zie ook Arnold Fellendans, Academicus 2.0, http://www.omdeaarde.nl/Portals/0/pdf/maatschappelijkonverantwoordonderwijs.pdf
1
Science for Sustainability, Governance for Society, Human Health and Life Sciences en Connected World. Door complexe vraagstukken vanuit meerdere wetenschappelijke invalshoeken te benaderen, is de kans groter dat er een oplossing gevonden wordt. Verschillende wetenschappelijke disciplines versterken elkaar binnen de thema’s. De (interdisciplinaire) onderzoeksinstituten van de VU geven voor een belangrijk deel gestalte aan de profileringsthema’s. Met de vier profileringsthema’s stimuleert en versterkt de VU de samenwerking tussen deze instituten, maar ook tussen onderzoek en verschillende onderwijsinitiatieven. Maar er moet nadrukkelijk ruimte blijven voor fundamenteel nieuwsgierigheid-gedreven onderzoek. Zonder excellent fundamenteel disciplinair onderzoek wordt excellent interdisciplinair onderzoek moeizaam. Een belangrijk profilerend onderdeel van de samenwerking tussen de bèta’s van de VU en de UvA is de onderzoekspijler “Fundamentals of Science”. Dit onderdeel benadrukt de kracht van de samenwerking in het bètadomein, en levert invalshoeken die dwars door de vier profileringsthema’s heenlopen. Op de kruispunten ontstaat nieuwe inspiratie en energie: ook dat leidt tot vernieuwing. Het instellingsplan is een living document dat evolueert aan de hand van voortschrijdend inzicht en wetenschappelijk en maatschappelijke ontwikkelingen. De thema’s zijn eveneens niet statisch, en evolueren mee. Ze zijn ook niet uitsluitend – hoewel het wel voor de hand ligt om goed na te denken over hoe de thema’s goed ingebed kunnen raken in onderwijs en onderzoek. URC-hoogleraren als voorbeeld De VU heeft begin deze maand drie nieuwe University Research Chair hoogleraren benoemd. Hiermee erkent de universiteit haar uitmuntende wetenschappers die worden beschouwd als aankomend leiders op hun vakgebied. De nieuwe URC hoogleraren zijn mooie voorbeelden van de kracht van samenwerking over de grenzen heen, en ik zou graag hun onderzoek willen toelichten in de context van Kennis door verbinden. Laat me beginnen met Paola Gori-Giorgi van de Faculteit der Exacte Wetenschappen. Ik ga verder in het Engels om iets van haar onderzoek uit te lichten: The word ‘chemistry’ triggers images of labs full of bubbling containers. But today, an increasingly important part of chemistry actually takes place at the computer. This is the domain of theoretical and computational chemistry – understanding, predicting and experimenting with chemistry using advanced software and mathematics. Paola Gori-Giorgi develops the building blocks of this discipline. In principle, the laws of quantum mechanics are sufficient to predict chemical reactions and material properties. But in practice, we are forced to rely on approximations. The basic unsolved problem is an accurate and computationally efficient way to take into account that electrons interact with each other, a challenge requiring the combination of methods from physics, chemistry and mathematics. Paola Gori-Giorgi has developed an original approach to address this challenge, by discovering a formal similarity with a mathematical problem that appears in economics. Crossing disciplinary boundaries, she has collaborated with mathematical economists, triggering cross fertilization between two very different research areas. These collaborations have resulted in exciting advances in the two fields. Dus, verrassende inzichten door over de grenzen heen te kijken.
2
We stappen over naar een geheel andere wereld, die van collega Coen Ottenheijm van de afdeling Fysiologie van VU medisch centrum. Het is zijn ambitie om een translationeel expertise-centrum voor middenrifzwakte te realiseren. In dit centrum wordt klinisch onderzoek naar intensive care-patiënten met middenrifzwakte gecombineerd met preklinisch onderzoek naar bioptmateriaal en diermodellen. Het doel is deze patiënten spoediger te ontkoppelen van hun beademingsapparatuur, opdat minder patiënten overlijden en mogelijk miljarden euro’s bespaard kunnen worden. Voor dr. Ottenheijm is het slaan van een brug tussen het preklinische onderzoek binnen zijn afdeling Fysiologie en het klinische onderzoek binnen het VUmc en AMC van eminent belang. Enkele jaren geleden is hij deze overbrugging gaan bouwen door gezamenlijk onderzoek te starten in spierbiopten van het middenrif van patiënten in de intensive care. In dit kader ontwikkelt hij, in samenwerking met de afdeling Natuurkunde van de VU, innovatieve onderzoekstechnieken om de structuur en de functie van de bouwstenen van het middenrif te meten. Het sluitstuk van de brug vormt de translatie van de in biopten verkregen bevindingen naar de kliniek. In deze translatie speelt nauwe samenwerking met arts-onderzoekers een belangrijke rol. Dr. Ottenheijm gaat, tezamen met arts-onderzoekers van de afdelingen intensive care, chirurgie, longziekten en anesthesiologie, onderzoek doen naar therapieën om het middenrif te versterken. Tot slot, een kijkje in de wereld van URC-laureaat Danielle Posthuma, verbonden aan de VUmc en de Faculteit der Aard- en Levens-wetenschappen. Het onderzoek van de groep van Posthuma richt zich op het vinden van de biologische oorzaken van hersen-gerelateerde aandoeningen (zoals o.a. schizofrenie, autisme, en dementie) en wordt gekenmerkt door de integratie van verschillende disciplines. Een deel van het onderzoek richt zich op het verbeteren van statistische algoritmes om zo aan te kunnen tonen dat er een statistische associatie is tussen een genetische variant en een hersenaandoening. Hiervoor worden technieken uit de statistiek en wiskunde toegepast op reeds bestaande en nieuwe ‘big-data’ met gebruik van de rekenkracht van supercomputers. Ook gebruikt de onderzoeksgroep medisch-diagnostische kennis om subgroepen van patiënten beter te karakteriseren en optimaler te linken aan subgroepen op basis van genetische achtergrond. Een tweede onderzoekstak is gericht op het interpreteren van deze statistische associaties, met behulp van kennis uit de biologie en bio-informatica. Biologische kennis levert een cruciale bijdrage aan het genereren van hypothesen over mogelijke onderliggende ziekte-mechanismen, en bio-informatische technieken stellen ons in staat om verschillende soorten biologische informatie (bijv. gen-expressie data, eiwit interacties, functionele studies) aan elkaar te koppelen. Deze hypothesen worden vervolgens getoetst met behulp van technieken uit de stamcelbiologie. Deze functioneel-experimentele opzet stelt Posthuma’s groep in staat om op cellulair niveau processen te identificeren die van belang zijn voor ziekte, en die mogelijk aanknopingspunten bieden voor medische oplossingen via medicatie. Integreren en verbinden van kennis uit verschillende disciplines is van cruciaal belang voor het ontrafelen van ziektemechanismen. De samenwerking tussen mensen uit verschillende disciplines binnen één team is een uitdaging. Maar dankzij regelmatig overleg en het zorgen voor een goed basisbegrip van onderlinge disciplines (nogmaals het begrip voor elkaars taal) biedt deze verbinding grote meerwaarde en potentie voor ons begrip van ernstige hersenaandoeningen. Kennis door Verbinden in het Onderwijs Wat betekenen de profileringsthema’s voor het onderwijs? Hoe kunnen wij ons onderwijs zo inrichten dat we onze studenten kunnen voorbereiden op de complexe werkelijkheid die ze zullen tegenkomen in verder wetenschappelijke onderzoek of op de werkvloer elders in onze maatschappij? Van oudsher heeft de VU veel aandacht voor wijsgerige vorming, inmiddels vast
3
onderdeel van de academische kern van alle bacheloropleidingen aan de VU. Wij willen de profileringsthema’s ook inzetten voor verdere verbinding in het onderwijs, bijvoorbeeld door het organiseren van discipline overstijgende minoren in de bachelor en gezamenlijke research masters binnen ieder thema. Maar hoe weten toekomstige studenten hun weg te vinden en keuzes te maken tussen de verschillende opleidingen? Het Pre University College is een voorbeeld ervan, en beoogt een verregaande afstemming tussen het voortgezet onderwijs en de faculteiten van de VU. Laat mij een ander voorbeeld geven: het onderwijsaanbod van de VU dat onder de noemer Human Health and Life Sciences valt, is ruim en veelzijdig. Veel aankomende studenten kennen maar een deel van het aanbod; een belangrijk deel van hen wil eigenlijk maar bij twee opleidingen worden toegelaten: geneeskunde of tandheelkunde. Om die studenten te helpen zich te oriënteren op alternatieven, maar ook om aankomende studenten te helpen een goed onderbouwde keuze te maken, biedt de VU sinds een tijdje een voorlichtingsronde aan over studeren binnen het domein gezondheid en leven. Aan de hand van drie kenmerken - fundamentele vraagstukken, maatschappelijke vraagstukken en toepassingsvraagstukken - krijgen scholieren een goed beeld van het soort vragen waar de opleidingen binnen het H2LS domein over gaan en het soort beroepen waarin ze later terecht kunnen komen. Scholieren zijn enthousiast over dit overzicht en geven als reactie dat ze niet wisten dat de VU zoveel verwante opleidingen had. Een volgende stap is het ontwikkelen van majoren en minoren waarmee studenten makkelijker de ene bachelor aan de andere kunnen schakelen. De major klinische wetenschappen is daar een eerste voorbeeld van. Een ander voorbeeld van verbinding is de nieuwe opleiding die in 2016 van start moet gaan: Philosophy, Politics and Economics, PPE. De faculteiten Geesteswetenschappen, Sociale Wetenschappen en Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde slaan hierbij de handen ineen om een uitdagende nieuwe interdisciplinaire bacheloropleiding neer te zetten. Onze aanstaande eredoctor Herman van Rompuy heeft al aangegeven deze PPE opleiding een warm hart toe te dragen. En tot slot hebben de drie faculteiten FEWEB, FSW en Rechten op verzoek van het CvB verkend of het postacademisch onderwijs dat ze ieder voor zich aanbieden gebundeld zou kunnen worden, en zo ja, wat de meerwaarde daarvan zou zijn. Aan de hand van de thema’s die eerder op een brainstorm bijeenkomst over Governance for Society zijn vastgesteld: •
Leiderschap;
•
Onbestuurbaarheid;
•
Normen/wetten/vertrouwen;
•
Vloeibare samenleving/organisaties, hybriditeit, complexiteit
is geïnventariseerd wat het huidige aanbod is, welke overlap er is, en wat witte vlekken zijn. De conclusie was: er is grote diversiteit in inhoud, vorm, en doelgroepen. Het huidige aanbod is goed lopend, maar overwegend monodisciplinair onderwijs. De overlap tussen faculteiten is beperkt maar de complementariteit groot. De Governance for Society thema’s blijken zo kapstok te zijn voor het initiëren van samenwerking en het benutten van elkaars kennis, competenties, en netwerk. Multidisciplinariteit is niet alleen nuttig, maar ook noodzakelijk en inspirerend. De volgende stap is inderdaad samen aanbod ontwikkelen en aanbieden. Zoals u ongetwijfeld al opgevallen is, heb ik u drie mooie voorbeelden voorgelegd van verbinden voor, tijdens, en na de academische opleiding. En wellicht zijn juist deze initiatieven belangrijk om existentiële kwesties waar alle universiteiten mee worstelen – zoals verhogen, verbreden, en internationaliseren van de instroom – te beantwoorden. 4
Verbinden in Amsterdam Ik ben vaker gevraagd naar mijn mening over samenwerking, zeg verbinden, in de Amsterdamse context. Daar kijk ik naar vanuit internationaal perspectief. Amsterdam heeft een fantastische concentratie van kennisinstellingen op een klein oppervlak – de VU en de UvA, HvA, Inholland, NWO en KNAW-instituten, het NKI, noem het maar op. De potentie om een wereldkracht te zijn is groot, maar dat moeten we waar maken door onze kennis te verbinden. We concurreren niet met elkaar onderling, maar met universiteitssteden als Boston, München of Shanghai. Willen we een aantrekkelijk “go-to” doel zijn voor studenten en onderzoekers, al dan niet internationaal, dan moeten we samenwerken. Een voorbeeld daarvan is de vergevorderde samenwerking in de bèta-disciplines. Hoewel het vaak anders is gesuggereerd is deze samenwerking een bottom-up beweging van de deelnemende afdelingen en wetenschappers, gedreven door de inhoud, zoals het moet zijn. Wat mij betreft komt de inhoud eerst. De vorm van de samenwerking volgt vanzelf de inhoudelijke keuzes. Ook bij de Amsterdamse faculteiten Geesteswetenschappen zijn vergaande samenwerkingen te vinden, bijvoorbeeld waar het gaat om de klassieke talen. Afsluitend Dames en heren, ik hoop dat ik u heb kunnen overtuigen dat de toekomst van kennis ligt in verbinden. Daar geloof ik sterk in, en ik ben gelukkig niet de enige op de Vrije Universiteit. Het lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet. De samenwerking tussen mensen uit verschillende disciplines is een uitdaging en vereist een persoonlijke investering in het leren van elkaars taal. Maar uit eigen ervaring kan ik ook zeggen dat de investering dubbel en dwars wordt terugverdiend. In het kader van het 27e lustrumjaar van de VU organiseren we vier lustrumconferenties, die in het teken staan van de profileringsthema’s. Een goede manier om kennis te maken met deze thema’s en de verbindingen die worden gelegd binnen de thema’s. Op 26 en 27 november vindt de eerste conferentie plaats, die in het teken staat van Science for Sustainability. Ik nodig u graag uit om daar voor uzelf kennis te nemen van Kennis door Verbinden in de verschillende contexten. Ik dank u voor uw aandacht. 2
2
Met dank aan Cecile Willems, Aukje Schep, Janco Bonnink, Mareanne Karssens, en Jaap Winter voor waardevolle bijdragen.
5