Verbinden door voetbal Voetbalvereniging Zwaluwen Utrecht 1911 in beeld
Nanne Boonstra Niels Hermens Eelco Koot Stijn Verhagen
April 2009
Deze rapportage is met medewerking van zes studenten van Hogeschool Utrecht tot stand gekomen. Onze dank gaat uit naar: Warshena Chikoe, Mandy Tiemissen, Linda Jansen, Nadia Aoudia, Nara Melikova & Lonneke van Vlooten.
2
Inhoud 1
Inleiding
5
2
Nulmeting Zwaluwen Utrecht 1911
9
3
Conclusie en aanbevelingen
15
4
Literatuur
19
3
4
1 Inleiding Voor veel Nederlanders is voetbal erg belangrijk. Meer dan een miljoen mensen zijn lid van een voetbalvereniging. Een veelvoud daarvan is in het weekend aanwezig op de sportvelden, clubkantines en voetbalstadions. Daarnaast wordt er gevoetbald op pleintjes, veldjes en campings. Tijdens EK’s en WK’s kijken miljoenen mensen naar voetbal. Voetbal kan ons verbinden. Het biedt mogelijkheden om het bestaan van mensen te verbeteren. Voetbal kan een middel zijn om maatschappelijke doelen te bereiken. Deze rapportage is de eerste in een reeks over de ‘verbindende kracht’ van voetbal. De voetbalvereniging waarop we ons toespitsen is Zwaluwen Utrecht 1911. Juist in de huidige samenleving is het van belang aandacht te besteden aan de thematiek van verbinden. Individualisering, consumentisme en het toegenomen aantal migrantengroepen in de Nederlandse samenleving, gaan gepaard met nieuwe verhoudingen tussen mensen. Deze zijn niet altijd slechter, maar wel anders dan voorheen, al zijn er ook enkele ongunstige ontwikkelingen aan te wijzen. Zo is de wederzijdse beeldvorming tussen allochtonen en autochtonen de afgelopen jaren verslechterd (SCP 2005a, 2007), is het aantal uren dat vrijwilligers vrijwilligerswerk verrichten gedaald (RMO 2009) en zijn er volgens sommigen aanwijzingen dat individuen minder betrokken zijn geworden bij de publieke zaak (Hall, Winlow en Ancrum 2008). Onlangs zijn Zwaluwen Utrecht 1911 en het lectoraat Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling van Hogeschool Utrecht het project
‘Verbinden door voetbal’ gestart.1 Dit gebeurde in samenwerking met de KNVB en een aantal overige partijen. Het project is een combinatie van onderzoek en concrete activiteiten. Het onderzoek wordt ondersteund door het VerweyJonker Instituut. In dit hoofdstuk gaan we in op wat het project Verbinden door voetbal inhoudt. Wat zijn de doelen? Wie kunnen er baat bij hebben? Wat is er al gebeurd en wat zijn de plannen voor de komende tijd? In het hoofdstuk daarna presenteren we de resultaten van de nulenquête die we onlangs bij Zwaluwen Utrecht 1911 hebben gehouden. Immers, om te kunnen beoordelen of de activiteiten die gedurende het project zullen worden uitgevoerd meerwaarde hebben, is het nodig eerst inzicht te hebben in de huidige stand van zaken. Hoe staat Zwaluwen Utrecht 1911 (in het vervolg aangeduid als Zwaluwen) er op dit moment voor? Wat zijn de sterke punten van de vereniging en waar liggen de mogelijkheden voor verbetering? De rapportage sluit af met conclusie en aanbevelingen.
Het project Verbinden door voetbal Samen voetballen is één van de mogelijkheden om de verhoudingen tussen groepen te verbeteren. Deels heeft dat te maken met de competenties en vaardigheden die tijdens het beoe-
1 Ook V.V. De Meern doet mee aan het project. Ondanks overeenkomsten met Zwaluwen Utrecht 1911, heeft deze vereniging een ander karakter. Over VV De Meern is een separate rapportage verschenen.
5
fenen van voetbal kunnen worden ontwikkeld, zoals het aanleren van fair play en het leren omgaan met tegenslag en verlies. De verbindende kracht van voetbal is daarnaast gelegen in het feit dat de deelnemers een gezamenlijk doel nastreven, de noodzaak tot samenwerken onderkennen en een relatief gelijke sociale status ervaren. Voetbal heeft daarom als potentie – heel verschillende – mensen bij elkaar te brengen (Veldboer, Boonstra en Krouwel 2007). De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) stelde in 2005 voor de aandacht te verplaatsen van projecten die zijn opgezet rond etnische verschillen naar projecten die worden georganiseerd rond etniciteitoverstijgende factoren. Het project Verbinden door voetbal is daarvan bij uitstek een voorbeeld. Door de gezamenlijke passie van voetballers voor het spelletje, staan eerder de overeenkomsten dan de verschillen tussen de betrokkenen centraal. Het project Verbinden door voetbal sluit bovendien aan bij het advies van de RMO, omdat het een meerjarig project betreft. De RMO beval namelijk tevens aan de aandacht te verplaatsen van kortstondige naar duurzame projecten (RMO 2005; zie ook WRR 2006, 2007; SCP 2007b). Tegelijkertijd is voetbal geen sinecure. Voetbal leidt niet automatisch tot integratie en socialisatie. Escalaties op het veld, ouders langs de lijn die hun kinderen wat al te luidruchtig aanmoedigen en ‘allochtone’ en ‘autochtone’ teams die slaags raken met elkaar, geven aan dat extra condities nodig zijn om in en rondom het veld wederzijds begrip en respect te realiseren. In het ‘Verbinden door voetbal’-project zijn het die extra condities waaraan we hard willen werken. De eerste voorwaarde is dat de betrokken voetbalvereniging haar maatschappelijke taak serieus neemt. Zwaluwen is zo’n vereniging. Zwaluwen ligt in het midden van drie verschillende wijken. Ieder van deze wijken heeft een eenzijdige bevolkingssamenstelling. De eerste
6
is Kanaleneiland, een wijk met overwegend bewoners met een Marokkaanse of Turkse achtergrond. De tweede wijk is Oog in Al, een wijk uit de jaren dertig met vooral hoogopgeleide autochtone Nederlanders. De laatste wijk is de Dichterswijk/Rivierenwijk. Dit is een wijk waar voornamelijk laagopgeleide, autochtone Nederlanders wonen. Zwaluwen is twee jaar geleden ontstaan na een fusie tussen twee al bestaande clubs. Een van deze verenigingen was een voornamelijk autochtone vereniging. De andere vereniging had vooral allochtone leden. Het nieuwe bestuur heeft destijds nadrukkelijk besloten de nieuwe vereniging een multicultureel karakter te geven. Momenteel heeft de vereniging ongeveer duizend leden. Zwaluwen wil graag een (betere) afspiegeling zijn van de wijken om haar heen. Van die wijken heeft vooral Kanaleneiland veel problemen. Die problemen – achterstanden, sociale problemen, weinig onderling vertrouwen tussen burgers – zijn dermate groot, dat ze niet meer op te lossen zijn door de wijk alleen. Zwaluwen wil haar leden, en dus een groot aantal bewoners uit Kanaleneiland, via sport met andere Nederlanders in contact brengen. Bovendien wil Zwaluwen een ontspannen plek zijn om te vertoeven, om op die manier een positieve impuls te vormen voor de wijken eromheen. Het project Verbinden door voetbal heeft als doel om de verbindende kracht van voetbal in te zetten voor: 1. Het vergroten van participatie binnen verenigingen. 2. Het verbeteren van contacten tussen diverse groepen. 3. Het verbeteren van respectvolle omgangsvormen. Met behulp van onderzoek zal duidelijk worden gemaakt in hoeverre de projectdoelen worden gerealiseerd.
In de voetbalseizoenen 2008-2009 en 2009-2010 zal een groep studenten van Hogeschool Utrecht een groot aantal uren beschikbaar zijn om Zwaluwen te ondersteunen. Deze studenten lopen stage bij Hogeschool Utrecht. Het is een breed samengestelde groep, bestaande uit tweede-, derde- en vierdejaars studenten Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Culturele en Maatschappelijke Vorming, Integrale Veiligheidskunde, Sociaal Juridische Dienstverlening, Pedagogiek en Commerciële Economie. De studenten worden begeleid door een docent die verbonden is aan het lectoraat Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling. Uitgangspunt is dat de studenten Zwaluwen ondersteunen in plaats van taken overnemen. De taken van de studenten zullen overdraagbaar moeten zijn naar het kader van de vereniging en zullen er toe moeten leiden dat het kader zijn taken efficiënter kan verrichten. Op deze wijze dragen de studenten bij aan de gewenste verbeteringen bij Zwaluwen. De studenten zelf hebben ook baat bij het project. Waar ‘sport’ vroeger vooral als ‘sport’ werd benaderd, met hier en daar een sportveld en een kantine, dringt bij bijvoorbeeld gemeenten in toenemende mate het besef door dat sport een waardevolle bijdrage kan leveren aan de samenleving. Een wijk als Kanaleneiland zou vermoedelijk nog minder leefbaar worden, als er geen verenigingen meer zouden zijn die bloeien. Voor de studenten betekent dit dat zij in de frontlinie staan van de ontluiking van een nieuw type sociale professionaliteit. Een type professionaliteit, waar kennis van de sociale sector wordt verbonden met instellingen en voorzieningen die breder zijn dan traditioneel tot de sociale sector worden gerekend (vgl. Blokland 2006).
Het takenpakket van de studenten is tweeledig: Enerzijds worden activiteiten ontplooid. Deze activiteiten zijn gericht op 1) het vergroten van de participatie binnen verenigingen, 2) het verbeteren van contacten tussen groepen en 3) het realiseren van respectvolle omgangsvormen in en rondom het veld. Voorbeelden van activiteiten die zullen starten zijn het ontwikkelen van vrijwilligersbeleid, het opzetten van een maatjesproject (om kinderen met gedragsproblemen te ondersteunen) en een filmproject om respectvolle omgangsvormen in beeld te brengen. Daarbij is het mobiliseren van voldoende mankracht (vrijwilligers) van groot belang, omdat er op dit moment niet voldoende vrijwilligers zijn om de activiteiten te begeleiden of organiseren. Anderzijds wordt onderzocht in hoeverre deze activiteiten het gewenste effect opleveren. Het voert te ver om hier uitgebreid in te gaan op de methode van onderzoek, maar het komt erop neer dat we voorafgaand aan de te verrichten activiteiten een nulmeting hebben uitgevoerd. En dat we deze nulmeting in latere fasen zullen verdiepen en uitbreiden met aanvullend onderzoek. In het volgende hoofdstuk bespreken we de resultaten van de nulmeting. Hoe is het op dit moment gesteld met de betrokkenheid en participatie bij de vereniging, met de contacten tussen groepen en met de (waardering van) algemene omgangsvormen bij Zwaluwen? Afhankelijk van de antwoorden op deze vragen zullen we onze ideeën over interventies en activiteiten mogelijk moeten bijstellen.
7
8
2 Nulmeting Zwaluwen Utrecht 1911
de verschillende groepen respondenten. Meestal hebben de beschreven resultaten betrekking op de totale steekproef.
Het project Verbinden door voetbal heeft zoals gezegd drie hoofddoelen: het vergroten van de participatie binnen de twee deelnemende verenigingen, het verbeteren van contacten tussen diverse groepen, en het verbeteren van respectvolle omgangsvormen op de verenigingen. De twee verenigingen die deelnemen aan dit project zijn VV De Meern en Zwaluwen. In dit rapport beschrijven we echter alleen de situatie bij Zwaluwen. Dit doen we aan de hand van enquêtes die zijn afgenomen bij sporters, ouders van sporters en vrijwilligers op deze vereniging. De interviewers zijn studenten van de Hogeschool Utrecht.
Achtergrondkenmerken respondenten
Lage respons Voorafgaand aan het lezen van deze rapportage is het belangrijk in acht te nemen dat het aantal respondenten bij Zwaluwen laag was. In totaal zijn 69 mensen ondervraagd. 26 daarvan zijn sporters, 35 ouders van voetballers en acht zijn vrijwilligers. Dat de medewerking onder de leden, ouders en vrijwilligers van Zwaluwen laag is, is op zichzelf al een belangrijke constatering. Een reden voor deze lage respons kan bijvoorbeeld zijn dat mensen weinig maatschappelijk betrokken zijn. Een ander probleem bij het afnemen van de vragenlijsten is de taalbarrière. Veel leden van Zwaluwen Utrecht zijn van allochtone afkomst en spreken onvoldoende Nederlands om alle vragen in de enquête te begrijpen. Vanwege de lage respons vergelijken we de resultaten slechts in enkele gevallen voor
72% van de respondenten zijn mannen en 28% vrouwen. Gemiddeld zijn de ondervraagden ongeveer 35 jaar oud. Het merendeel van de respondenten (80%) is van autochtone afkomst. Dit is merkwaardig omdat zeker de helft van de leden van Zwaluwen van allochtone afkomst is. Als we wat betreft leeftijd inzoomen op de verschillende groepen respondenten, dan zien we duidelijke verschillen. Responderende sporters zijn gemiddeld 22 jaar oud, ouders 42 jaar en vrijwilligers 48. We hebben de responderende sporters gevraagd waarom zij lid zijn geworden van Zwaluwen. Als aanvulling daarop is de ouders gevraagd waarom zij voor hun kind hebben gekozen voor deze vereniging. Respondenten konden bij deze vraag meerdere antwoordmogelijkheden aanvinken. Uit de resultaten blijkt dat ouders van voetballers van Zwaluwen, en de voetballers zelf, kiezen voor Zwaluwen om verschillende redenen. In figuur 1 is te zien dat het feit dat Zwaluwen dichtbij huis is en het feit dat vrienden of vriendinnen (van de kinderen) ook al lid zijn, de belangrijkste redenen zijn om lid te worden van deze vereniging. 39% van de respondenten zegt een andere reden voor het lidmaatschap van Zwaluwen hebben, dan één van de gegeven antwoordmogelijkheden.
9
Figuur 1 Redenen voor lidmaatschap (sporters over eigen redenen en ouders over redenen voor kind) (N=69)
60% 50% 40% 30%
Vanwege de gezelligheid Vanwege de goede prestaties Vanwege de goede voorzieningen
20%
Vrienden of vriendinnen
10%
Het is een multiculturele
0%
Zoals gezegd gaan we in dit onderzoek onder meer in op de betrokkenheid en participatie bij de vereniging. Een onderdeel hiervan is dat ouders van voetballers de trainingen en wedstrijden van hun kind bezoeken. 21 van de 35 ouders bezoeken vaak of altijd de trainingen van hun kind. Dertig ouders gaan vaak of altijd kijken als hun kind een wedstrijd speelt. Gezien de lage respons onder de ouders is dit een opvallend hoog aantal. Deze lage respons schept namelijk de verwachting dat ouders van voetballers van Zwaluwen weinig maatschappelijk betrokken zijn. In dit geval kan het grote aantal ouders dat gaat kijken bij trainingen en wedstrijden van hun kind ook een vertekend beeld zijn. De kans is namelijk groot dat alleen de maatschappelijk betrokken ouders, die daardoor ook vaak bij hun kind gaan kijken, de vragenlijst hebben ingevuld. Als we kijken naar het aantal uur dat ouders van sporters en sporters aanwezig zijn op de vereniging, zien we dat beide groepen respondenten gemiddeld ongeveer vier uur per week aanwezig
10
Het is dichtbij huis
waren al lid
vereniging Andere reden
zijn bij Zwaluwen. Vrijwilligers van Zwaluwen zijn een stuk langer aanwezig op de vereniging. Gemiddeld brengen zij ongeveer acht en een half uur per week door op de club.
Omgangsvormen op de vereniging We hebben de respondenten gevraagd een cijfer te geven voor een aantal aspecten van de sfeer op de vereniging. In tabel 1 is te zien welke gemiddelde cijfers de verschillende groepen respondenten geven aan deze aspecten. Gemiddeld beoordelen de ondervraagden de vier aspecten van de sfeer op de vereniging met een magere voldoende. Verder zien we dat ouders van leden van Zwaluwen de sfeer en omgangsvormen op de vereniging iets positiever beoordelen, dan de sporters. Sporters zijn hier op hun beurt weer positiever over dan de ondervraagde vrijwilligers. De respondenten zijn vooral negatief over de bereidheid van leden om zich vrijwillig in te zetten voor de vereniging.
Tabel 1 Gemiddelde beoordeling van vier aspecten van de sfeer op de vereniging door de drie groepen respondenten Ouders Sporters Vrijwilliger Sfeer op de vereni7.1 6.5 5.7 ging Mate van sportief 6.5 6 5.5 gedrag op de vereniging De manier waarop 6.9 5.7 5 autochtone en allochtone leden met elkaar omgaan op de vereniging Bereidheid onder de 5.6 5.5 5.1 leden voor het doen van vrijwilligerswerk N 34 26 8
Bij Zwaluwen zijn zogenoemde ‘gouden regels’ opgesteld. Leden van de vereniging dienen zich hieraan te houden. 71% van de responderende ouders, sporters en vrijwilligers is goed tot heel goed bekend met deze regels. Slechts 9% van hen is helemaal niet bekend met deze omgangsregels en 20% kent deze een beetje. Naast de cijfers die respondenten konden geven, hebben we hen een aantal stellingen voorgelegd over de sfeer bij Zwaluwen en in het amateurvoetbal in zijn geheel. Per stelling konden zij aangeven in welke mate ze het hiermee eens zijn. De antwoordmogelijkheden waren helemaal oneens, oneens, niet eens/niet oneens, eens, en helemaal eens. In tabel 2 is te zien welk aandeel van de respondenten het eens of helemaal eens is met de genoemde stellingen. Samenvattend zien we dat de respondenten veel ontzag hebben voor regels. Of respondenten sporter, ouder of vrijwilliger zijn, maakt hierbij geen verschil. Bijna alle ondervraagden zijn het namelijk eens met de stellingen dat scheidsrechters nooit mogen worden beledigd en dat voetballers zich strikt aan de regels horen te houden. Verder is het verontrustend dat ongeveer de helft van de respondenten denkt dat agressie in de sport voor sommige spelers
van Zwaluwen een reden is om te stoppen met voetbal. Tabel 2 Aandeel respondenten (sporters, ouders en vrijwilligers) dat het eens of helemaal eens is met de stellingen (N=69) Op de vereniging is over het algemeen vaak 20% sprake van agressie Op de vereniging is vaak sprake van verbale 17% agressie Het gedrag van trainers laat vaak te wensen 17% over Het gedrag van ouders laat vaak te wensen 28% over Agressie in de sport is voor sommige spelers 46% van de vereniging een reden om te stoppen met voetbal Op de vereniging mag er geen andere taal 61% gesproken worden dan Nederlands Corrigeren van ongewenst gedrag is een geza- 96% menlijke verantwoordelijkheid van zowel de trainers als de spelers Scheidsrechters mogen nooit worden beledigd 96% Je hoort je bij voetbal strikt aan de regels te 91% houden Af en toe opzettelijk de regels overtreden 25% hoort bij voetbal
Contacten tussen verschillende leden van Zwaluwen Mensen die op de voetbalclub aanwezig zijn, hoeven niet alleen met elkaar over voetbal te praten. Ze kunnen het ook hebben over andere zaken als school, werk, uitgaan of hobby’s. De respondenten geven aan dat zij gemiddeld met ongeveer zestien mensen van de vereniging gesprekken voeren over zaken die niet direct met voetbal te maken hebben. Hierbij zien we wel een duidelijk verschil tussen de sporters, de ouders en de vrijwilligers. Sporters hebben met het minste aantal mensen op de vereniging gesprekken over andere zaken dan voetbal (gemiddeld tien), ouders gemiddeld met achttien mensen en vrijwilligers gemiddeld met 24. Het contact tussen de leden van Zwaluwen is in veel gevallen hechter dan enkel het contact
11
dat zij met elkaar hebben op de vereniging. Zij gaan vaak ook buiten de sport met elkaar om. Respondenten van Zwaluwen zien gemiddeld bijna zes mensen van de club ook buiten de tijd dat zij aanwezig zijn op de vereniging. Het valt op dat de culturele achtergrond er hierbij niet toe doet. Dit is opvallend om twee redenen. De eerste is dat uit de monitor integratie van de gemeente Utrecht (2008) naar voren komt dat autochtone Utrechters nauwelijks allochtone vrienden hebben. Bij de multiculturele voetbalclub Zwaluwen zien we echter dat er wél mogelijkheden zijn voor ‘vanzelfsprekende’ interetnische contacten tussen leden. Voor gemeentelijk beleid is dit een zeer relevante constatering. De tweede reden waarom de genoemde uitkomst opvalt, is dat de waardering van sporters, ouders en vrijwilligers over de manier waarop allochtone en autochtone leden met elkaar omgaan op de vereniging laag is (de gemiddeldes variëren van een 5 tot 6,9; zie tabel 1). Positieve én negatieve interetnische verhoudingen lijken bij Zwaluwen dus met elkaar samen te gaan. De positieve verhouding betreft daarbij de relatie met specifieke individuen, en de negatieve verhouding het algehele beeld dat leden hebben van contacten tussen mensen met verschillende culturele achtergronden op de vereniging. Bij dit laatste passen de stellingen die we de respondenten hebben voorgelegd over hun vertrouwen in andere mensen en de multiculturele samenleving. In tabel 3 zijn de resultaten hiervan weergegeven. Het valt op dat ongeveer driekwart van de respondenten het eens is met de stelling dat mensen zijn te vertrouwen, maar dat slechts de helft van hen denkt dat je mensen uit andere culturen kunt vertrouwen. Tabel 3 Aandeel respondenten dat het eens of helemaal eens is met onderstaande stellingen (N=69) De meeste mensen zijn te vertrouwen 74% De meeste mensen zijn alleen maar op eigen 33% voordeel uit
12
Allochtonen hebben veel last van discriminatie
36%
De meeste allochtonen doen weinig om zich aan te passen De meeste autochtone Nederlanders doen geen moeite om allochtonen te begrijpen Bij contact met mensen uit andere culturen ga ik ervan uit dat zij te vertrouwen zijn Allochtonen zeggen te snel dat ze gediscrimineerd worden
30% 29% 54% 41%
Tot slot blijkt uit de analyse dat vrijwilligers, die binnen de vereniging gemiddeld met de meeste mensen gesprekken hebben over zaken die niet direct met voetbal te maken hebben, met minder leden van Zwaluwen ook buiten de vereniging contact hebben, dan de ondervraagde sporters en ouders. Bij vrijwilligers komen gemiddeld ook minder mensen van de vereniging thuis dan bij sporters en ouders (over de totale steekproef ligt het gemiddelde hiervan op ongeveer vier mensen). Deze uitkomst geeft grond aan de gedachte dat de voetbalclub met name voor de vrijwilligers een thuishonk is, waaraan zij een belangrijk deel van hun relaties en identiteit ontlenen. Eventuele veranderingen binnen de club zou bij deze groep wel eens het zwaarste kunnen vallen en zullen vermoedelijk meer weerstand oproepen dan bij de sporters en hun ouders.
Vrijwilligerswerk De responderende sporters en ouders is gevraagd of zij wel eens meehelpen als vrijwilliger op de vereniging. 39% van hen zegt dit wel eens te doen. In totaal verrichten 32 ondervraagden vrijwilligerswerk voor Zwaluwen. Acht hiervan zijn specifiek als vrijwilliger ondervraagd, acht zijn sporters en zestien van deze respondenten zijn ouders van sporters. Gemiddeld zetten zij zich ongeveer zes uur per week in voor de vereniging. In tabel 4, op pagina 13, is te zien welk aandeel van de respondenten die vrijwilligerswerk verrichten, welke taken uitvoert. We zien onder meer dat de helft van de ondervraagden
een team begeleidt in de vorm van training of coaching. Tabel 4 Percentage respondenten dat bepaalde vrijwilligerstaken uitvoert. Respondenten konden meerdere antwoorden geven (N=32) Lid bestuur 6% Lid commissie 22% Training/coaching 50% Arbitrage Hulp bij evenementen Anders
22% 28% 34%
Mensen kunnen op verschillende manieren op het idee komen vrijwilligerswerk te gaan verrichten voor de sportvereniging waarvan zij lid zijn. Als we kijken naar de manieren waarop vrijwilligers van Zwaluwen op het idee zijn gekomen zich in te zetten voor de vereniging, zien we dat een groot deel van hen (acht respondenten) via een trainer of leider op dit idee is gekomen. Negen ondervraagde vrijwilligers hebben hier op de vereniging in de wandelgangen iets over gehoord. De redenen waarom mensen zich inzetten voor een vereniging kunnen verschillen. In tabel 5 zien we dat het idee dat een vereniging niet kan bestaan zonder vrijwilligers, door de vrijwilligers van Zwaluwen het meest wordt genoemd als reden voor het doen van vrijwilligerswerk. Een andere reden die de vrijwilligers relatief vaak geven voor hun inzet voor de vereniging, is het eigen plezier dat zij daaruit halen. Een laatste belangrijke reden waarom mensen wel of geen vrijwilligerswerk verrichten, maar die niet in de tabel is terug te vinden, is of zij worden gevraagd dit te doen. 62% van de ouders en sporters die geen vrijwilligerswerk verrichten bij Zwaluwen is hier nog nooit voor gevraagd. 31% van deze groep zou wel bereid zijn zich in de toekomst in te zetten voor de vereniging. Verder blijkt dat vooral onder de sportende leden van Zwaluwen vrijwilligerswerk erg impopulair is.
Tabel 5 Redenen voor het verrichten van vrijwilligerswerk in percentages respondenten. Ondervraagden konden meerdere antwoorden geven (N=32) Voor mijn eigen plezier 44% Voor de ervaring 9% Goede sfeer op de vereniging 19% Bekenden/vrienden van mij doen ook 16% vrijwilligerswerk bij de vereniging Waardering vanuit het bestuur 3% Het feit dat een vereniging niet kan 72% bestaan zonder vrijwilligers Andere reden 22%
Tot slot hebben we alle 69 respondenten een aantal stellingen met betrekking tot vrijwilligerswerk voorgelegd. Hen is gevraagd aan te geven in hoeverre zij het eens zijn met deze stellingen. In tabel 6 is per stelling te zien welk aandeel van de sporters, ouders en vrijwilligers van Zwaluwen het hier eens of helemaal mee eens is. Maar liefst 71% van de respondenten is het eens met de stelling dat Zwaluwen een tekort heeft aan vrijwilligers. Dit maakt het extra actueel dat slechts 38% van de leden die zich niet inzetten voor de vereniging ook nog nooit gevraagd zijn dit te doen. Tabel 6 Percentage respondenten dat het eens is met de volgende stellingen met betrekking tot vrijwilligerswerk De vereniging heeft een tekort aan vrijwiligers 71% Vrijwilligers beschikken niet altijd over de beno- 54% digde vaardigheden Ik heb het idee dat trainers/scheidsrechters 46% steeds meer moeite hebben met het uitvoeren van hun taken De vereniging stelt te hoge eisen aan vrijwilligers 20% Vrijwilligers krijgen te weinig waardering van de 57% leden Veel leden weten niet dat scheidsrechters en 49% trainers vrijwilligers zijn Leden van de vereniging worden voldoende gesti- 17% muleerd vrijwilligerswerk te verrichten Ouders van de leden van de vereniging worden 20% voldoende gestimuleerd vrijwilligerswerk te verrichten
13
14
3 Conclusie en aanbevelingen Naar aanleiding van de hierboven beschreven resultaten, kunnen we een aantal conclusies trekken over de sociale situatie binnen de voetbalvereniging Zwaluwen. Hoewel die situatie voor verbetering vatbaar is, zou deze vermoedelijk veel ernstiger zijn geweest als Zwaluwen haar maatschappelijke rol in het verleden niet serieus zou hebben genomen. Zwaluwen is een actieve vereniging die veel tijd en energie steekt in het vormgeven van haar sociale functie voor de wijk. De eerste conclusie heeft betrekking op de (interetnische) contacten op de club en op de reden van lid worden van de vereniging. Veel mensen worden lid van Zwaluwen omdat de vereniging in de buurt ligt waar zij wonen. Hieruit kunnen we concluderen dat Zwaluwen een bepaalde buurtfunctie heeft, een functie die van groot belang is gezien de problemen in Kanaleneiland. Een andere reden voor veel leden van Zwaluwen om lid te worden van deze vereniging, is dat vrienden of vriendinnen er lid zijn. Dit lijkt te bevestigen dat mensen graag samen sporten met zogenoemde ‘gelijkgestemden’. Vrienden zijn immers vaak gelijkgestemden, zowel qua culturele achtergrond, opleidings- en inkomensniveau en hantering van normen en waarden. Dit wijst op een gedeeltelijk segregerende werking van het voetballen bij Zwaluwen, zoals we die ook zien bij overige verenigingen en op overige domeinen (Bourdieu 1991). Maar tegelijkertijd kunnen we concluderen dat de ondervraagde ouders, sporters en vrijwilligers van Zwaluwen aan hun activiteiten bij de voetbalvereniging, (nieuwe)
kennissen en misschien zelfs (nieuwe) vrienden overhouden. De culturele achtergrond van mensen lijkt hierbij niet van belang te zijn. Dit ondersteunt de theorie dat bij Zwaluwen sport niet alleen segregeert, maar ook kan bijdragen aan het opbouwen van overbruggend sociaal kapitaal (Putnam 2000). Met name deze laatste observatie kan voor het Utrechtse gemeentelijke ‘Vogelaarbeleid’ van groot belang zijn. De tweede conclusie die we kunnen trekken, is dat de respondenten van Zwaluwen veel respect hebben voor regels. Het is opvallend dat zij daaraan zoveel waarde hechten. Tegelijkertijd geven ze aan dat er veel agressie is op de vereniging (zie tabel 2). Vermoedelijk is het juist deze agressie, die maakt dat de respondenten zoveel nadruk leggen op handhaving van de regels. Het zou echter ook kunnen zijn dat, wanneer iemand van een andere vereniging de regels in het veld overtreedt, hier heel fel op wordt gereageerd door leden van Zwaluwen. Dit laatste kan een oorzaak zijn voor agressie. De derde conclusie die we kunnen trekken uit dit onderzoek, is dat het erop lijkt dat bij Zwaluwen de vrijwilligerstaken worden uitgevoerd door een vast groepje vrijwilligers. Het feit dat weinig mensen worden gevraagd voor vrijwilligerswerk is hier een indicator van. We moeten ons echter wel afvragen wat de reden is voor het feit dat weinig mensen worden gevraagd voor vrijwilligerswerk. Passen zij niet binnen de vaste kern vrijwilligers? Of beschikken zij niet over de juiste vaardigheden? Een groot deel van de respondenten vindt namelijk dat veel vrijwilligers niet over de benodigde vaardigheden beschikken. Tot slot is het belangrijk in acht te
15
nemen dat, door het lage aantal respondenten, de betrouwbaarheid van de resultaten niet erg groot is. Zoals we eerder al hebben aangegeven kan het bijvoorbeeld zo zijn dat alleen de actieve en maatschappelijk betrokken ouders, sporters en vrijwilligers van Zwaluwen zijn ondervraagd. Dit kan een vertekend beeld geven van de realiteit. Deze onbetrouwbaarheid is iets waar we in het vervolg van het onderzoek rekening mee moeten houden. Na het doorvoeren van de interventies, gaan we namelijk het nut van deze interventies toetsen. De vraag is nu of het wel verstandig is dit weer door middel van een enquête te doen, zoals oorspronkelijk was beoogd, of dat het beter is kwalitatieve onderzoeksmethoden, zoals diepte-interviews of focus groepen, te gebruiken.
Aanbevelingen Een belangrijk onderzoeksresultaat is dat de sfeer en sportiviteit bij de voetbalvereniging Zwaluwen Utrecht 1911 voor verbetering vatbaar zijn. Het is van groot belang hierin (verder) te investeren. Vele activiteiten van Zwaluwen in het verleden waren hierop gericht en ook het ‘Verbinden door voetbal’-project stelt zich dat weer ten doel. ‘Verbinden door voetbal’ richt zich op de sociale context waarbinnen jongeren (en ouderen) van Zwaluwen wekelijks komen voetballen. De gedachte hierachter is dat van positieve sociale contexten een belangrijke preventieve werking uit kan gaan. Hoe sterker de werking, hoe groter de kans dat clubleden respectvol met elkaar omgaan. Hoe groter het onderlinge respect, hoe sterker de impuls voor anderen om zich net zo te gaan gedragen. Ondanks alle inspanningen is de sfeer op de club op dit moment zoals gezegd echter breekbaar. Op dit moment mag de sfeer dat dan zijn, dat betekent onzes inziens niet dat Zwaluwen zou
16
moeten afwijken van de koers die zij de afgelopen periode heeft ingezet. Integendeel: het lijkt ons van belang deze – waar mogelijk – verder te intensiveren. Eén optie om de sfeer en sportiviteit te verbeteren is het (blijven) organiseren van activiteiten. Het sinterklaasfeest en het schaatsevenement die zijn geweest, en de open dag en het Suikerfeest die er aan komen, zijn activiteiten die op zichzelf al een sfeerbevorderende werking kunnen hebben. Het is daarbij van belang de activiteiten zo te organiseren dat verschillende groepen die actief zijn binnen de vereniging eraan kunnen deelnemen. Om zoveel mogelijk deelnemers te trekken, is het belangrijk te kijken wat de wensen zijn van sporters, vrijwilligers en anderen die bij Zwaluwen betrokken zijn. Organiseer dus niet zomaar een feest voor de leden, maar ga kijken waarvoor leden naar de vereniging willen komen. Denk bijvoorbeeld aan activiteiten met een competitief element. Een activiteit wordt vaak leuker wanneer er een prijs mee te winnen is. Veel respondenten zeggen dat vrijwilligers bij Zwaluwen vaak niet over de benodigde vaardigheden beschikken. Vrijwilligers van Zwaluwen hebben daarom bepaalde trainingen nodig. Voorbeelden hiervan zijn scheidsrechterstrainingen of trainerscursussen. Ook vrijwilligers in het bestuurskader/commissies kunnen trainingen krijgen. Hierbij kan gedacht worden aan managementtrainingen of communicatietrainingen. Een andere manier om de kwaliteit van het vrijwilligerskader van Zwaluwen te verbeteren, is het inzetten van professionals die vrijwilligers ondersteunen. De laatste aanbeveling is gebaseerd op de hoge mate van agressie op de vereniging (tabel 2). Twintig procent van de respondenten ervaart dit zo. Agressie kan ook een reden zijn om te stoppen met voetbal. Daarom is het belangrijk aandacht te besteden aan het verminderen van agressie op de vereniging en het verbeteren van
sportief gedrag. Gedrag van trainers en ouders zijn daarbij aandachtspunten. Sportief gedrag kan worden bevorderd door activiteiten te organiseren die te maken hebben met sportief gedrag. Een voorbeeld hiervan is het organiseren van een fair play cup. Daarbij worden teams, spelers, trainers en eventueel ouders beloond voor sportief gedrag. Kennisname van zaken waarmee deelnemers punten kunnen verdienen, vormen ook al een kennismaking met sportief gedrag.
Tot slot In deze rapportage hebben we uitgewerkt hoe we met het ‘Verbinden door voetbal’-project
een bijdrage willen leveren aan de maatschappelijke rol van Zwaluwen, mede tegen de achtergrond van de persistente problemen in Kanaleneiland. Het gevaar daarbij is dat overspannen verwachtingen ontstaan. Een deel van de effecten die we voor ogen hebben, zal pas op langere termijn merkbaar zijn. Een deel van de problematiek zullen we met onze activiteiten vanwege de hoge complexiteit überhaupt niet kunnen ledigen. Onzes inziens is het project geslaagd als we bescheiden verbeteringen kunnen realiseren op het vlak van participatie, integratie en de omgang met regels en met elkaar. Het zou naar ons oordeel een stap in de goede richting zijn als we de stappen die Zwaluwen in eerdere fasen heeft gemaakt een verdere impuls kunnen geven.
17
18
4 Literatuur Blokland, T. (2006). Het sociaal weefsel van de stad. Cohesie, netwerken en korte contacten. Oratie. Den Haag: Dr. Gradus Hendriks Stichting. Bourdieu, P. (1991). Sport and Social Class. In C. Mukerji, & M. Schudson (Eds.) Rethinking popular culture. Contemporary perspectives in cultural studies (pp. 357-373). Berkeley: University of California Press. Gemeente Utrecht (2008). Monitor Diversiteit en Integratie. Diversiteit en integratie in Utrecht 2008. Utrecht: Gemeente Utrecht. Putnam, R. (2000). Bowling alone. The collapse and revival of American community. New York: Simon & Schuster Paperbacks. RMO (2005). Niet langer met de ruggen naar elkaar. Een advies over verbinden. Den Haag: SDU. SCP (2005b). Uit elkaars buurt: de invloed van etnische concentratie op integratie en beeldvorming. Den Haag: SCP. SCP (2007a). Jaarrapport Integratie 2007. Den Haag: SCP. SCP (2007b). Interventies voor integratie. Het tegengaan van etnische concentratie en bevorderen van interetnisch contact. Den Haag: SCP. Veldboer, L., Boonstra, N., & Krouwel, A. (2007). Eenheid en verdeeldheid op het veld: de januskop van sport. In: L. Veldboer, J.W. Duyvendak en C. Bouw (red.), De mixfactor: integratie en segregatie in Nederland. Amsterdam: Boom. WRR (2006). De verzorgingsstaat herwogen. Over verzorgen, verzekeren, verheffen en verbinden. Amsterdam: Amsterdam University Press. WRR (2007). Identificatie met Nederland. Amsterdam: Amsterdam University Press.
19
Colofon Initiatiefnemer Hogeschool Utrecht, lectoraat Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling Auteurs Drs. N. Boonstra (Verwey-Jonker Instituut) Drs. N. Hermens (Verwey-Jonker Instituut) Drs. E. Koot (Hogeschool Utrecht) Dr. S. Verhagen (Hogeschool Utrecht) Omslag Grafitall, Valkenswaard Foto’s Zwaluwen Utrecht 1911 Uitgave Verwey-Jonker Instituut Kromme Nieuwegracht 6 3512 HG Utrecht telefoon 030-2300799 telefax 030-2300683 e-mail
[email protected] website www.verwey-jonker.nl
De publicatie De publicatie kan gedownload worden via de website http://www.stijnverhagen.nl. Daarnaast kan de publicatie gedownload en/of besteld worden via de website van het Verwey-Jonker Instituut: http://www.verwey-jonker.nl. Behalve via deze site kunt u producten bestellen door te mailen naar
[email protected] of faxen naar 070-359 07 01, onder vermelding van de titel van de publicatie, uw naam, factuuradres en afleveradres. ISBN 978-90-5830-313-4 © Verwey-Jonker Instituut, Utrecht 2009 Het auteursrecht van deze publicatie berust bij Hogeschool Utrecht en het Verwey-Jonker Instituut. Gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld. The copyright of this publication rests with Hogeschool Utrecht and the Verwey-Jonker Institute. Partial reproduction is allowed, on condition that the source is mentioned.
20