Jaarplan 2014 Vernieuwend verbinden
Hoensbroek, januari 2014
1.
Context
1.1
De AWBZ ontmanteld
Ter concretisering van de voornemens tot hervorming van de langdurige zorg in het Regeerakkoord “Bruggen slaan” van 29 oktober 2012 is op 24 april 2013 het Zorgakkoord tot stand gekomen. Hiermee is de ontmanteling van de AWBZ vanaf 2014 een feit geworden. In zijn brief van 25 april 2013 heeft de staatssecretaris de hervormingen nader toegelicht, waarna verdere uitwerking volgde in zijn brieven van 9 juli en 6 november 2013. Het thema mantelzorg werd apart uitgewerkt in zijn brieven van 20 juli en 5 november 2013. Inmiddels is er een advies van de Raad van State gepubliceerd (14 januari 2014) inzake de herziening van de WMO en ligt het wetsontwerp van de Wet langdurig intensieve zorg (Wet LIZ, “kern AWBZ”) nog ter advisering voor bij de Raad van State. De Tweede Kamer is voornemens beide wetsontwerpen in samenhang met de nog uit te werken aanspraak verpleging in de wijk (die wordt verankerd in de Zorgverzekeringswet) beschouwen. De geplande ingangsdatum van beide wetsontwerpen is 1 januari 2015. De hoofdlijnen van het overheidsbeleid zijn: Langer zelfstandig wonen: Vanaf 2014 is er geen indicatiestelling meer voor verblijf voor nieuwe cliënten met een zorgzwaarte ZZP VV 1 t/m 3 en vanaf 2016 halveert de indicatiestelling voor verblijf voor nieuwe cliënten met een zorgzwaarte ZZP VV 4; deze cliënten blijven thuis wonen en kunnen een beroep doen op gemeenten (WMO) en zorgverzekeraars (ZvW). Wet Langdurig Intensieve zorg (kern AWBZ)(intramurale zorg): De Wet langdurig intensieve zorg (Wet LIZ) wordt toegankelijk voor nieuwe cliënten met een indicatie van het CIZ. Het betreft naar verwachting cliënten die in het huidige stelsel een indicatie voor verblijf hebben vanaf ZZP VV 4 (de andere helft) t/m ZZP 10. De wijze van indicatiestelling verandert: het CIZ bepaalt in de toekomst of er recht op zorg bestaat (toegangsbesluit), maar niet welke zorgzwaarte de cliënt heeft. Alleen mensen die blijvend zijn aangewezen op langdurig intensieve zorg komen hiervoor in aanmerking, het toegangsbesluit is dan ook voor onbepaalde tijd (geen herindicaties). Geriatrische revalidatiezorg valt dan ook niet onder de Wet LIZ. Er komt ruimte voor zorgaanbieders om zorg op maat te leveren in plaats van een standaardaanbod (zorgplan). Hoe een en ander geoperationaliseerd wordt met betrekking tot de toegangscriteria, het indicatieproces en de bekostiging is nog niet bekend. Binnen de Wet LIZ zijn drie leveringsvormen mogelijk: 1. Zorg met verblijf: integraal pakket van zorg en wonen in een instelling 2. Zorg zonder verblijf/Volledig Pakket Thuis: integraal pakket van zorg en hoteldiensten thuis 3. Zorg zonder verblijf/PGB: PGB met trekkingsrecht
Cicero Zorggroep – jaarplan 2014
2
Herinrichting van de WMO (extramurale zorg): Gemeenten krijgen vanaf 1 januari 2015 op grond van de WMO een brede verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van burgers die beperkt kunnen participeren. De aanspraken op extramurale zorg in de AWBZ komen per die datum te vervallen (dagbesteding, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf en bijbehorend vervoer); in 2014 kan nog wel aanspraak hierop worden gemaakt. De voorziening hulp bij het huishouden blijft binnen de WMO, maar wordt beperkt tot mensen die deze echt nodig hebben en er zelf (financieel) niet in kunnen voorzien. Gemeenten ontvangen hiervoor vanaf 2015 60% van het budget 2013. De persoonlijke verzorging gaat ingevolge het wetsontwerp WMO zijn geheel over naar de ZvW, waarbij in de aanspraak wordt vastgelegd dat zorgverzekeraars de functie van wijkverpleegkundigen samen met de gemeenten gaan organiseren, zodanig dat in elk sociaal wijkteam wijkverpleegkundigen opereren. Evenwel gaat 5% van het totale budget voor PV naar de gemeenten ten behoeve van het begeleidingsbudget; dit heeft te maken met het feit dat in de begeleiding ook begeleiding bij de “algemene dagelijkse verrichtingen” begrepen zit (zoals aankleden, douchen). De feitelijke verzorging wordt ondergebracht in de ZvW. In 2015 krijgen de gemeenten 200 miljoen extra voor een zorgvuldige overgang en transitie; vanaf 2016 krijgen de gemeenten structureel 200 miljoen extra voor het uitvoeren van de nieuwe WMO. Hiermee is de oorspronkelijke bezuinigingstaakstelling enigszins verlicht. Iedere gemeente bepaalt zelf waar zij dit budget voor wil inzetten (huishoudelijke hulp, begeleiding, dagbesteding). Voorts wordt er 50 miljoen aan de gemeenten beschikbaar gesteld voor sociale wijkteams. Inmiddels heeft de Raad van State in haar advies d.d. 22 november (publicatiedatum 14 januari 2014) betreffende de herziening van de WMO ten aanzien van de overheveling van de aanspraak op persoonlijke verzorging naar de Zorgverzekeringswet haar reserves uitgesproken en de Tweede Kamer heroverweging hiervan geadviseerd. Hiermee is opnieuw onduidelijkheid ontstaan over de financiering van deze aanspraak.
Herinrichting van de Zorgverzekeringswet (extramurale zorg): Met de overheveling van verpleging en verzorging vanuit de AWBZ naar de ZvW wordt (wijk)verpleegkundige zorg in de eerste lijn gepositioneerd. Vanaf 2015 wordt in de ZvW een nieuwe aanspraak “wijkverpleging” opgenomen, waardoor extramurale verpleging binnen de 1e lijn kan worden aangeboden; onder deze aanspraak komen zowel de extramurale verpleging uit de huidige AWBZ als de extramurale persoonlijke verzorging die nauw samenhangt met verpleging te vallen. Deze integrale aanspraak omvat verpleging en verzorging in verband met geneeskundige zorg (d.w.z. verpleegkundige zorg voortvloeiend uit een door de huisarts of medisch specialist vastgestelde ziekte/aandoening/beperking); het gaat hierbij om 95% van het budget van de totale persoonlijke verzorging; de resterende 5% (verzorging die samenhangt met begeleiding/ondersteuning bij ADL) wordt zoals hierboven gemeld ondergebracht in de WMO.
Cicero Zorggroep – jaarplan 2014
3
Het behoeft geen betoog dat deze maatregelen forse gevolgen hebben voor zowel de huidige intramurale AWBZ zorg (beperktere toegankelijkheid, effect op capaciteit en vastgoed, wijziging in de bekostiging) als de huidige extramurale WMO en AWBZ zorg (kortingen op de budgetten HH, PV, begeleiding en vervoer) en de koers van Cicero Zorggroep en Cicero Thuis BV voor de komende jaren fors zullen beïnvloeden. De uitgaven aan langdurige zorg (V&V, GGZ en jeugdzorg) worden in de periode 20142018 met 3,4 miljard euro verlaagd. Voor de V&V betekent dit een bezuiniging van 600 miljoen Euro per jaar. Van 2013 naar 2014 zullen met name de tariefmaatregel en de beperking van de contracteerruimte voelbaar zijn. Van 2014 naar 2015 vindt de grootste uitgavenreductie plaats: er wordt dan zo’n 2,6 miljard Euro minder uitgegeven aan langdurige zorg door overheveling van begeleiding en persoonlijke verzorging naar de WMO (1,6 miljard), beperking huishoudelijke hulp (465 miljoen), tariefmaatregel en verlagen contracteerruimte (minimaal 200 miljoen) en het bevriezen van de incidentele looncomponent (215 miljoen).
1.2
Zorginkoop 2014-Financiële risico’s
Kader VWS Op 12 juni 2013 maakte de Staatssecretaris de uitgangspunten en wijzigingen voor de berekening van de contracteerruimte 2014 door de NZa bekend. Op 28 juni 2013 maakte de NZa inzichtelijk hoe de berekening van deze Aanwijzing contracteerruimte 2014 is vertaald in de Beleidsregel contracteerruimte 2014. De bedragen in de beleidsregel zijn voorlopig: de definitieve vaststelling van de Aanwijzing contracteerruimte AWBZ 2014 geschiedt op of kort na Prinsjesdag, als de begroting 2014 gepresenteerd is. Dit is doorgaans een formaliteit. De Beleidsregel contacteerruimte 2014 (CA-300-593) van de NZa bevat de volgende onderdelen: Opbouw contracteerruimte (V&V): Som van de productieafspraken ZZP’s, VPT, Extramurale AWBZ, Dagbesteding en Vervoer ultimo 2013 behorende bij zorgkantoorregio; 30% van de Normatieve Huisvestingscomponent per ZZP en overige prestaties (overgangsregeling); de nog na te calculeren kapitaallasten blijven hier buiten (m.u.v. kapitaallasten zorginfrastructuur). Verlaging van de contracteerruimte (AWBZ totaal) met: de niet benutte contracteerruimte 2013; 265 miljoen conform de uitwerking van het zorgakkoord (door verlaging regionale contracteerruimte op basis van de extramurale productieafspraken 2012 horende bij persoonlijke verzorging, individuele begeleiding en dagbesteding);160 miljoen op alle maximum tarieven van de ZZP’s en basisprestaties en de extramurale verpleging in verband met de toestand van de Nederlandse economie (door verlaging regionale contracteerruimte op basis van de extramurale productieafspraken 2012 horende bij de ZZP’s voor zover hier in 2014 nog aanspraak op bestaat)
Cicero Zorggroep – jaarplan 2014
4
140 miljoen vanwege het extramuraliseren van de zorg voor nieuwe cliënten in de lage ZZP’s (VV 1 t/m 3, GGZ 1 en 2, VG 1 en 2): realisatie doordat cliënten die voorheen deze indicaties zouden hebben gekregen in 2014 een indicatie voor extramurale zorg (in functies en klassen) krijgen. Er is geen effect voor bestaande cliënten.
Verhoging van de contracteerruimte (AWBZ totaal) met: maximaal 325 miljoen (225 groeiruimte ter bekostiging van de totale groei van de AWBZ zorgvraag) en 100 herverdelingsmiddelen): de groeiruimte ze wordt verdeeld op basis van de gegevens 2012 en 2013 over de aanspraken op zorg zoals ontvangen van het CIZ; de herverdelingsmiddelen worden ingezet op geleide van advies van de NZa aan de staatssecretaris in mei 2014. 171 miljoen in verband met het onderbrengen onder de contracteerruimte van voorheen geoormerkte middelen ZZP-meerzorg; 110 miljoen in verband met het onderbrengen van zorginfrastructuur onder de contracteerruimte; de regionale contracteerruimte wordt verhoogd op basis van de productieafspraken zorginfrastructuur 2013 zoals deze in de eerste budgetronde (1 november 2012) zijn vastgesteld. de definitieve indexering naar prijspeil 2013; de voorlopige indexering naar prijspeil 2014 (wordt pas definitief in 2015). Geoormerkte middelen/middelen voor specifieke doeleinden voor de sector VVT (landelijk): 19 miljoen beschikbaar voor bekostiging van innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties; 15,5 miljoen beschikbaar voor ketenzorg dementie; de verdeelsystematiek blijft hetzelfde als in 2013; 5 miljoen beschikbaar voor innovatie in het kader van het Nationaal Programma Ouderenzorg; 82 miljoen voor de bekostiging van ADL zorg (tijdelijke regeling ADL assistentie) 20 miljoen (minimaal 0,5 miljoen per zorgkantoorregio) voor de bekostiging van extramurale zorg door ZZP-ers; 128 miljoen voor het bekostigen van individueel aangepaste rolstoelen en overige hulpmiddelen. Zorgkantoor Zuid-Limburg (CZ Zorgkantoor) Op 1 juli 2013 presenteerde CZ zorgkantoren met het verschijnen van de Nota van Inlichtingen haar definitieve Zorginkoopdocument 2014. Duidelijk werd dat CZ alle bezuinigingsmaatregelen integraal door heeft vertaald naar tariefkortingen en volumereductie. Dit impliceert dat de aangekondigde bezuinigingen voornamelijk via het tarief per prestatie worden doorgevoerd en integraal voor rekening van de zorgaanbieders gaan komen. Daarmee worden de facto de convenantsgelden die in 2013 beschikbaar werden gesteld en op grond van plannen van aanpak (deels) zijn geïnvesteerd in structurele kwaliteitsverbetering (meer handen aan het bed) teruggedraaid. Expliciet is daarbij vermeld dat er geen/nauwelijks ruimte is voor uitbreiding of omzetting van capaciteit, voor volumegroei of voor verzwaring van de ZZP mix.
Cicero Zorggroep – jaarplan 2014
5
Kort samengevat: intramuraal zorg leveren met minder middelen aan een zwaardere cliëntpopulatie en effecten van het vervallen van ZZP 1 t/m 3 en straks deels 4 op de gebouwelijke capaciteit (leegstand) zonder compensatie hiervoor opvangen in de exploitatie en extramuraal meer zorg leveren met minder middelen. Het zorginkoopbeleid van CZ 2014 bouwt voort op dat van 2013, sterk sturend en met de gedetailleerde voorwaarden. Voor de intramurale zorg worden in 2014 voor het eerst tentatieve afspraken gebaseerd op 95% van de intramurale productie geïntroduceerd met drie klikmomenten. Voor de extramurale zorg is de basis, evenals in 2013, een tentatieve afspraak op basis van 90% van de extramurale productie met drie klikmomenten. Het van prijsopslagen op het basistarief afhankelijke percentage van het budget bedraagt voor 2014 voor de extramurale zorg maximaal 7% (Zorg Dichtbij maximaal 5% en Versterken Eigen Regie maximaal 2%) en voor de intramurale zorg 2,5% (Zorg Dichtbij). Nieuw is dat de prijsopslag Innovatie regionaal beschikbaar is gesteld. Per regio stelt het zorgkantoor een lumpsumbedrag van ten hoogste 1 miljoen euro beschikbaar voor projecten die bijdragen aan de verhoging van productiviteit in de zorg. De regionale zorgaanbieders moeten hierin samenwerken. Zorginkoopafspraken 2014 Alleen het effect van de tariefskortingen betekent voor Cicero zorggroep al 1,25 miljoen minder budget voor de zorgexploitatie (630.000 Euro intramuraal AWBZ, 415.000 Euro extramuraal AWBZ dagbesteding, 180.000 Euro extramuraal Cicero Thuis BV). Doordat de indicering van ZZP3 komt te vervallen neemt de verdiencapaciteit van de intramurale zorg bovendien af (hoger opgeleid, duurder personeel nodig). Het doorvoeren van de capaciteitsmutaties (omzetten verzorgingshuiszorg in verpleeghuiszorg) op de locaties Pius, Emmastaete en de sluiting van Catharina Daemen in 2013 betekent voor Cicero ook afname van bestaande fysieke bedcapaciteit (66 bedden) voor 2014. Op een aantal locaties is er voorts reeds sprake van toenemende of dreigende leegstand.
Bij de inschrijving 2014 (1 augustus 2013) heeft Cicero productieprognoses ingediend en plannen van aanpak aangereikt teneinde de maximale prijsopslagen te behalen. De ingediende productieprognoses zijn niet volledig gehonoreerd vanwege achterblijvende realisatie cq. het afromen van onderproductie 2013. Het werken met tentatieve afspraken met bijbehorende klikmomenten (zowel intra- als extramuraal) is leidend voor de feitelijke effectuering van de productie 2014 en daarmee niet volledig voorspelbaar. De toekenning van de GRZ productie 2014 is na een nader gesprek met het zorgkantoor in reactie op hun initiële voorstel toch conform inzet Cicero gehonoreerd. De plannen van aanpak voor de prijsopslagen Zorg Dichtbij (EMZ, maximaal 5% en IMZ maximaal 2,5%) en Versterken Eigen Regie (EMZ, maximaal 2%) zijn gehonoreerd; definitieve toekenning van dit budgetonderdeel geschiedt op geleide van de verantwoording (augustus 2014) en wordt pas definitief in november 2014. Het plan van aanpak met betrekking tot de beschikbaarheid van regionale gelden (totaal 1 miljoen Euro) voor Innovatie is grotendeels goedgekeurd, de nog niet geaccordeerde
Cicero Zorggroep – jaarplan 2014
6
onderdelen liggen met nadere toelichting nog ter finale beoordeling bij het Zorgkantoor voor. Naar verwachting zullen ook deze projecten worden goedgekeurd. Cicero Zorggroep heeft in dit plan de kassiersfunctie op zich genomen. Ingezet is op het via de Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg realiseren van een project dat is opgebouwd uit een viertal initiatieven, te weten:
stimuleren van bewegen (geaccordeerd); zelfredzaamheid en “mantelzorg nieuwe stijl” (geaccordeerd); preventie van vrijheidsbeperking thuis (ter nadere beoordeling); technologische en sociale innovaties (ter nadere beoordeling).
Definitieve toekenning van dit budgetonderdeel geschiedt evenals bij de prijsopslagen op geleide van de verantwoording (september 2014) en wordt pas definitief in november 2014. Het in de inschrijving vermelde overnemen van de productie van Ambulante Thuiszorg door hen als onderaannemer in te schakelen stuitte bij het zorgkantoor op bezwaren. Inmiddels zijn er vergaande stappen gezet in dit traject, die zullen resulteren in een overgang van onderneming van ATZ naar Cicero Zorggroep casu quo Cicero Thuis.
1.3
Nieuwe CAO VVT
In de nacht van 4 op 5 december 2013 is een onderhandelaarsakkoord gesloten voor een CAO VVT met een looptijd van één jaar (te weten van 1 september 2013 tot 1 september 2014). Abvakabo FNV heeft aparte afspraken gemaakt met BTN voor hulp bij het huishouden. Het onderhandelingsakkoord is op 10 januari 2014 unaniem goedgekeurd door de leden betrokken partijen en betekent voor de werkgevers een lastenverzwaring van bijna 2% loonsverhoging in de afgesproken CAO periode. Dit effect zal zichtbaar zijn in het resultaat 2013 en in de begroting 2014 verwerkt.
1.4
Resultaten beleidsprogramma 2013
In de beleidsagenda 2013 zijn een aantal trajecten ingezet, die ook in 2014 voortzetting, implementatie of verfijning behoeven. Nagenoeg alle beleidsdoelstellingen uit het beleidsprogramma 2013 zijn conform de voornemens gerealiseerd; daarnaast is in het vierde kwartaal op onderdelen al een aanzet gedaan voor realisatie van de beleidsdoelstellingen voor 2014.
1.4.1 Strategie & Organisatie Herijken zorgaanbod Met het besluit Catharina Daemen gefaseerd te sluiten, is een belangrijke stap gezet in de herijking van het intramurale zorgaanbod in relatie tot het uit faseren van cliënten met een ZZP 1 tot en met 3. Daarnaast is er op diverse afdelingen capaciteitsomzetting gerealiseerd (Emmastaete, Pius) en is een forse impuls gegeven aan de samenwerking met Adelante op het gebied van Stepped Care CVA (de gemeenschappelijke CSCU) en Geriatrische Revalidatie. De extramurale zorg heeft met het in juli genomen besluit om de cliënten van ATZ in zorg te nemen voor Cicero Thuis BV de kans op een aanzienlijke groei van haar marktaandeel vergroot.
Cicero Zorggroep – jaarplan 2014
7
In april heeft de RvB besloten dat een volledige herijking van de strategische koers gezien de externe ontwikkelingen noodzakelijk is. De herijking van het intra- en extramurale zorgaanbod maakt daar uiteraard onderdeel van uit. Er is een traject met KPMG uitgezet dat erin voorziet om uiterlijk in Q2 van 2014 een passende toekomstbestendige strategische koers en organisatorische inrichting daarvan gereed te hebben voor implementatie. De eerste verkennende conferentie heeft plaatsgevonden op 22 november 2013. De samenwerking met Cicero Thuis BV is niet alleen op bestuurlijk, maar ook op ambtelijk niveau verder vormgegeven. Er is een geïntegreerde planning en control cyclus (kaderbrief, managementreviews, beleidsprogramma, en jaardocument) en een afgestemd zorginkooptraject (inclusief de plannen van aanpak voor de prijsopslagen) gerealiseerd. Alle prijsopslagen voor 2013 zijn in november definitief toegekend. Completeren herinrichting en meerjarenbeleid Het vastgoedbeleid is verfijnd: voor alle locaties is een lange termijn onderhoudsplan beschikbaar. Er is een aanvang gemaakt met het FD 2.0 traject (herinrichting Facilitaire Dienst). De personeelsadministratie is ondergebracht binnen de EAD en de functie van hoofd P&O heeft structureel invulling gekregen. Het opstellen van de meerjarenbeleidsplannen facilitair en personeel (Domein SO 2.2 kent een uitloop tot het tweede kwartaal van 2014 en zijn als actiepunt opgenomen in de jaarplannen 2014 van de stuurgroepen Facilitair respectievelijk Kwaliteit & Veiligheid, zodat de uitvoering geborgd is.
1.4.2 Cliënt Productiviteit in de zorg De laboratoriumfase ECD van Q-zorg eind 2012 leverde een zodanig lange issuelijst op, dat het vertrouwen van in de ontwikkeling en implementatie van een ECD met partner Qurius onvoldoende was om het traject voort te zetten. In juni werd besloten om het contract met Qurius te beëindigen en een doorstart te maken met het ECD van Unit4. Een en ander impliceert dat de oorspronkelijke planning van de volledige implementatie van het ECD ongeveer 8 maanden vertraging heeft opgelopen. Het oorspronkelijke projectplan en de daaronder uit te voeren activiteiten zijn inmiddels herzien; de inrichting van het implementatietraject is eveneens bijgesteld. Een en ander heeft inmiddels geresulteerd in een nieuw projectplan en een afgeronde labfase ECD Unit4, die in het eerste kwartaal 2014 vervolgd zal worden door een ECD pilot, van waaruit verdere uitrol in de loop van 2014 is voorzien.
Binnen de EMZ is in 2013 een nieuwe roostermethodiek ingevoerd, waarbij cliënten kunnen rekenen op een vast team van medewerkers en medewerkers een vaste route kennen. Ook in de realisatie van zorg op afstand is de nodige voortgang geboekt, de infrastructuur is gerealiseerd er loopt sinds oktober een pilot. Intramuraal is binnen cluster 2 gestart met de uitvoering van een pilot Centraal roosteren. Het projectplan krijgt een vervolg in 2014 met de bedoeling om eind 2014 het Centraal roosteren volledig te hebben uitgerold.
Cicero Zorggroep – jaarplan 2014
8
Organisatiebreed hospitality traject (Domein Cliënt 4.1) Eind 2012 en begin 2013 is een verkenning gedaan om een organisatiebreed hospitality traject in samenwerking met de HSZ (Hogeschool Zuyd, Hotelschool) in uitvoering te nemen. De aftrapbijeenkomst was echter teleurstellend en de follow up vanuit de HSZ niet conform de verwachtingen van het management. Gezien het in april genomen besluit om de strategische koers en organisatorische inrichting te herijken en de grote investering met een dergelijk traject is gemoeid, is besloten eerst de resultaten van de herijking af te wachten om vervolgens in de vormgeving van een daarbij passend hospitality traject te investeren. Er is wel een start gemaakt met het opstellen van een visiestuk Belevingsgerichte Zorg; dit zal in het eerste kwartaal 2014 worden afgerond en vormt onderdeel van het jaarplan 2014 van de Stuurgroep Kwaliteit & Veiligheid ter borging van de uitvoering.
1.4.3 Kwaliteit & Veiligheid Implementatie prospectieve risicoanalyses De Raad van Bestuur heeft de stuurgroepen Facilitair, HRM en Kwaliteit & Veiligheid begin 2013 gevraagd aan te geven welke processen zij het meest kritisch achtten, zodat hierop prospectieve risicoanalyses konden worden uitgevoerd. De Stuurgroep HRM koos voor het opleiden en toetsen van voorbehouden handelingen; de Stuurgroep Facilitair voor deelproces bereiding van voeding (op de afdeling); de Stuurgroep Kwaliteit en Veiligheid selecteerde (op verzoek) twee processen: de distributie en toediening van medicatie en de uitvoering van de afspraken in het zorgleefplan. Deze processen werden met de SAFER methodiek in de vorm van een hands on training in maart 2013 geanalyseerd. Deze training bracht nieuwe inzichten in de processen en de evt. aanwezige risico’s. De SAFER analyses vormden de input voor de focus van de interne audits die in mei-juni werden afgenomen. Daarbij werden naast de gebruikelijke compliance vragen (waarbij het werken volgens gedocumenteerde afspraken wordt getoetst) tevens vragen gesteld om én de dialoog ten aanzien van risicomanagement beter op gang te krijgen én inzicht te krijgen in op de werkvloer ervaren risicovolle situaties. Daarnaast werden op punten waar het proces op papier hiaten bevatte inventariserende vragen gesteld om werkwijzen en best practices boven water te krijgen. De resultaten van de bevindingen uit de SAFER analyse en interne audits werden in september/oktober 2013 teruggekoppeld aan de stuurgroepen Kwaliteit en Veiligheid, HRM en Facilitair en het MT. Aldaar werd een besluit genomen over de mogelijkheden tot procesoptimalisatie en beheersing van de gedetecteerde risico’s. Deze verbeteracties zijn opgenomen in het werkplan kwaliteit en veiligheid 2013/2014, als toevoeging op het werkplan naar aanleiding van het meerjarenbeleid kwaliteit en veiligheid 2012-2014. In 2014 zal wederom een selectie gemaakt worden van kritische processen die met de SAFER methodiek zullen worden geanalyseerd en vervolgens worden getoetst tijdens de interne audits in het voorjaar. Nieuwe melden Voor de invoering van het nieuwe melden is eind 2013 een implementatieplan vastgesteld. Vanaf januari 2014 zullen de meldingen in de MIC module die tot het ECD gaat horen worden geregistreerd, aanvankelijk centraal, maar met de invoering van het
Cicero Zorggroep – jaarplan 2014
9
ECD decentraal. De interventies naar aanleiding van een melding worden zo decentraal mogelijk ingezet; kwesties met Cicerobrede verbeterpunten worden centraal geanalyseerd en uitgerold. Accreditatie De HKZ accreditatietrajecten zijn voor zowel Cicero zorggroep als Cicero Thuis BV voorspoedig verlopen. Mantelzorgbeleid De doelstelling uit de beleidsagenda 2013 om te komen tot herijking van het uit 2010 daterende mantelzorgbeleid is qua thematiek verbreed tot het opstellen van een kader informele zorg en opgenomen in de beleidsagenda voor 2014. Dit is voorzien voor de eerste helft van 2014. Invoeren Sirene acties en management walkarounds In het meerjarenplan Kwaliteit en Veiligheid was voor 2013 het implementeren van een aantal incentives om thematisch aandacht te vragen voor kwaliteit en veiligheid voor de werkvloer voorzien. Besloten is de afweging om deze instrumenten daadwerkelijk in te zetten te verschuiven naar 2014 vanwege de constatering dat de noodzaak van focus op andere zaken (doelmatigheid, productie, kostenreductie) belangrijker is.
1.4.4 Personeel Reductie ziekteverzuim Het in 2012 ingezette traject om te komen tot substantiële ziekteverzuimreductie is voorspoedig verlopen en heeft geleid tot een fors gedaald verzuim, dat ruim onder het target 2013 is gebleven. E-HRM De voorbereidingen voor het introduceren van E-HRM zijn getroffen, zodat hiermee in het eerste kwartaal van 2014 gefaseerd gestart kan worden. Implementatie vrijwilligersbeleid (Domein Personeel 10) Besloten is om het nieuwe vrijwilligersbeleid gefaseerd in te voeren. In verband met de keuze om de vrijwilligers te gaan registreren in Cura is de planning aangepast. Dat betekent dat volledige implementatie niet in 2013 gereed zal zijn, maar ultimo Q2 2014.
1.4.5 Financiën & Productie Ratio’s De solvabiliteitsratio is ook in 2013 hoger dan de streefnorm, het resultaatratio is niet gerealiseerd. Tegenvallende productieresultaten en hogere personeelsuitgaven (m.n. opleidingen en personeel niet in loondienst) dan gepland zijn hier debet aan. DBC GRZ De DBC systematiek voor de GRZ is ingericht en draaiend, zodat het declaratieverkeer in 2014 adequaat kan verlopen.
Cicero Zorggroep – jaarplan 2014
10
Productie/zorgexploitatie 2013 Ondanks dat er in tegenstelling tot in het eerste half jaar positieve exploitatie-effecten in het derde en vierde kwartaal zijn opgetreden zal het geconsolideerde resultaat van Stichting Cicero zorggroep 2013 nog steeds beduidend lager zijn dan begroot. Evident is dat in 2014 een forse bezuinigingsopdracht moet worden gerealiseerd om de negatieve trendontwikkeling in de productierealisatie ook aan de kostenkant te kunnen matigen. De exploitatie van Cicero Thuis BV heeft over het derde kwartaal een fors positiever resultaat gerealiseerd, zodat er nog maar een klein negatief verschil ten opzichte van de begroting 2013 resteert. Het resultaat 2013 van Stichting Cicero Vastgoed is conform begroting.
Cicero Zorggroep – jaarplan 2014
11
2.
Beleidsagenda Cicero zorggroep 2014
2.1
Kaderbrief 2014
In de in september 2013 door de Raad van Bestuur aangereikte Kaderbrief 2014, die de gebruikelijke aftrap vormt voor het jaarlijkse begrotings- en jaarplanproces, werd reeds helder dat er zwaar weer op komst is voor de sector VVT en daarmee voor Cicero Zorggroep. De inspanningen in het zorginkooptraject 2014 zijn tot een goed resultaat gebracht en bieden een basis voor 2014, maar er blijven de nodige onzekerheden ten aanzien van het realiseren van declarabele productie. Gezien de negatieve trend in de zorgexploitatie in 2013, het financiële effect van het resultaat van de CAO onderhandelingen en de risico’s van ingezet en mogelijk nog verder wijzigend overheidsbeleid met substantiële impact voor het beschikbare budget 2014 en de jaren daarna. Conform de kaderbrief is Cicero Zorggroep derhalve bescheiden gebleven in initiële beleidsambities en conservatief in de begroting 2014 Voor 2014 beperkt de beleidsmatige ambitie zich tot het opmaken van scenario’s (lange termijn beleid) en het inzetten van procesvereenvoudiging (korte termijn beleid) die doelmatigheidswinst en/of kostenreductie genereren. Investeringen worden gedaan in toepassingen waarvan structurele doelmatigheid kan worden verwacht en verzilverd. De financiële doelstelling is om de zorgexploitatie in 2014 minimaal break-even (resultaat 0) te laten draaien.
2.2
Vernieuwend verbinden
Voor 2014 heeft de Raad van Bestuur besloten het thema “Vernieuwend verbinden” te hanteren. In 2013 is in het kader van het thema voortvarend voorsorteren een verkennende koers ingezet, die in 2014 zijn verdere beslag moet krijgen. Op onderdelen zijn in 2013 belangrijke besluiten genomen en in gang gezet zoals de voorbereidingen van de sluiting van Catharina Daemen, de inrichting van een voorbereidingstraject met ter herijking van de strategie (en organisatorische inrichting) van Cicero Zorggroep, de intensivering van de samenwerking met Adelante en de verdere verkenning van de mogelijkheden van samenwerking met casu quo overname van cliënten van Ambulante Thuiszorg ten behoeve van de versteviging van de EMZ. In de voorgaande paragrafen is uiteengezet met welke financiële risico’s en onzekerheden Cicero 2014 ingaat, maar ook in de jaren daarna te maken blijft krijgen. De impact is enorm, zowel voor de intramurale tak vanwege de verzwaring van de cliëntenpopulatie en het leegstandsrisico als voor de extramurale tak vanwege de aanstaande overheveling naar de WMO van huishoudelijke hulp en begeleiding én de uitdaging om (nieuwe) zorgprestaties te ontwikkelen die aansluiten bij de beschikbare financieringsbronnen (AWBZ, WMO, particulier). 2014 zal in alle opzichten een transitiejaar zijn, waarin zuinigheid en doelmatigheid geboden zijn.
Cicero Zorggroep – jaarplan 2014
12
De nadere uitwerking van vernieuwend verbinden strekt zich dan ook uit over alle domeinen: strategie & organisatie, cliënt, personeel, kwaliteit & veiligheid en financiën & productie.
2.2.1 Strategie & Organisatie De steeds wijzigende kaders met bijbehorende wet- en regelgeving van de overheid nopen tot het uitzetten van een strategische koers, waarin een grote mate van flexibiliteit ligt besloten. Wendbaarheid van de organisatie als geheel moet geborgd zijn in de organisatorische inrichting zodat deze de besluitvaardigheid van het management en de Raad van Bestuur ondersteunt. De interne verbindingen ondergaan vernieuwing. Het meer naar buiten gericht zijn op kansen en mogelijkheden tot samenwerken in allerlei variaties, gericht op het versterken van en het completeren van het potentieel van Cicero zorggroep, is hiervan ook een belangrijk aspect (gemeenten, woningbouwcorporaties, andere zorgorganisaties). Het leggen van nieuwe verbindingen is essentieel.
2.2.2 Personeel, Kwaliteit & Veiligheid Op de werkvloer moet voldoende regelruimte zijn door het adequaat regelen van de kernprocessen (procesoptimalisatie), waarbinnen voldoende mogelijkheden worden gelaten voor medewerkers om op hun eigen niveau weer meer regisseur te zijn van hun activiteiten ten behoeve van de individuele cliënt. Regelarmer en met minder administratie, maar met een alertheid op risico’s, waarbij de ondersteunende systemen zoals het ECD voldoende borging hiervan bieden. Het opnieuw verbinden van de intrinsieke motivatie van medewerkers met hun feitelijke taakuitoefening.
2.2.3 Cliënt, Kwaliteit & Veiligheid Door de focus dichterbij diens zorgvragen te leggen ontstaat er meer menselijk contact en ruimte voor individuele aandacht. Het leggen van verbindingen met familie en mantelzorgers moet, mede vanuit de eigen regie van de cliënt duidelijker vorm krijgen.
2.2.4 Financiën & Productie Intensivering van de stuurinformatie zodat de resultaten van de exploitatie een betrouwbare bron zijn voor forecasts en optimalisatie van besluitvormingsprocessen rondom investeringen op grond van businesscases. Het verbinden van euro’s aan vernieuwingen die structureel verzilverbare doelmatigheidswinst opleveren.
2.3
Herkomst beleidsdoelstellingen
De beleidsagenda 2014 (zie uitklapvellen) is deels gedestilleerd uit door het MT vastgestelde (meerjaren)plannen, de overloop uit het beleidsprogramma 2013, besluiten van de RvB, MT en stuurgroepen, de aangescherpte zorginkoop- eisen voor 2014, de aan
Cicero Zorggroep – jaarplan 2014
13
de begroting van Cicero Thuis BV gekoppelde doelstellingen en de geschetste (externe) ontwikkelingen. De herkomst van de doelstellingen 2014 is in het schema geëxpliciteerd. De beleidsagenda voor 2014 laat zich terugvoeren op 19 Cicero brede hoofddoelstellingen, verspreid over de vijf bekende domeinen. Bij het opstellen van het beleidsprogramma 2014 zijn evenals vorig jaar per doelstelling en daaronder gerubriceerde thema’s en subdoelstellingen de bijbehorende risico’s in kaart gebracht en gewogen.
2.4
Risico’s, kansen en onzekerheden
Ten aanzien van de domeinen zijn de risico’s, kansen en onzekerheden voor 2014 als volgt in kaart gebracht:
2.4.1 Strategie & Organisatie De nieuwe strategie en daaruit voortvloeiende organisatorische inrichting dienen de noodzakelijke flexibiliteit en wendbaarheid van de organisatie als geheel te borgen. Dit is essentieel voor een toekomstbestendige zorgexploitatie en vormt daarmee een hoog risico in termen van continuïteit van de organisatie op langere termijn Dit vergt nadrukkelijke aandacht voor de mogelijkheden van het vastgoedbestand. Vernieuwend verbinden zal zich daarnaast moeten vertalen in nieuwe of intensievere partnerships teneinde de huidige marktaandelen te behouden, te verstevigen en waar mogelijk uit te breiden met nieuwe doelgroepen of de realisatie van volumegroei. Er zal vorm en inhoud gegeven moeten worden aan de cultuurwens om van een beheergerichte naar een ontwikkelgerichte organisatie te komen, zodat deze geen blokkade vormt voor de wendbaarheid.
2.4.2 Cliënt Het werken met een ECD en het verder doorvoeren van ondersteuning van de zorgprocessen door domotica is essentieel voor het maken van een efficiëntieslag en productiviteitswinst, maar ook voor maximaal behoud van eigen regie van cliënten. Gezien de met deze trajecten gemoeide investeringen zijn deze in financieel opzicht risicogevoelig indien de doorlooptijd onverhoopt langer is dan gepland.
2.4.3 Kwaliteit & Veiligheid Op het vlak van kwaliteit en veiligheid zal onverkort geïnvesteerd worden in het risicobewustzijn van medewerkers. De kwaliteitsondersteunende en -bevorderende processen dienen gericht te zijn op bewustwording, kennisoverdracht en het durven nemen van eigen regie en verantwoordelijkheid binnen de eigen functie. Borging van kwalitatief hoogwaardige zorg staat of valt met de kennis, vaardigheden en de attitude van medewerkers. Door de beoogde inzet van HBO-VGGers zal een kennisinjectie plaatsvinden met betrekking tot het preventief handelen bij gedragsproblematiek, het belevingsgericht werken. Op zichzelf is het uitblijven van procesoptimalisatie niet hoog risicogevoelig op de kortere termijn, maar in het kader van het streven naar veranderings- en ontwikkelgezinde
Cicero Zorggroep – jaarplan 2014
14
medewerkers noodzakelijk om uitvoering te kunnen geven aan een strategie die gericht is op flexibiliteit en wendbaarheid.
2.4.4 Personeel Het werken met centraal roosteren en de implementatie van E-HRM zijn van belang voor voor het maken van een efficiëntieslag, realisatie van flexibele inzet van werknemers en produktiviteitswinst, maar ook voor maximaal behoud van eigen regie van medewerkers over hun balans werk-privé. Gezien de met deze trajecten gemoeide investeringen zijn deze in financieel opzicht matig risicogevoelig.
2.4.5 Financiën & Productie Het niet realiseren van de gestelde solvabiliteitsratio van 25% of een sluitende zorgexploitatie betekent een negatief financieel resultaat, dat leidt tot verdere bezuinigingen, taakstellingen en pijnlijke keuzes die flexibiliteit in de weg staan. Het daarmee gepaard gaande regieverlies leidt tot een reactieve stand, waarbij Cicero zorggroep minder grip krijgt op autonome externe ontwikkelingen en het zorginkoopproces.
Cicero Zorggroep – jaarplan 2014
15