JAARPLAN 2014 Steunpunt Wonen
Promotor-coördinator: Prof. Erik Buyst
13 november 2013 ●●●●●
Inhoud
Inhoud
iii
1.
Doelstellingen en management 1.1 Visie en strategische doelstellingen 1.2 Operationele doelstellingen 2014 1.3 Management 1.3.1 Samenstelling 1.3.2 Interne samenwerking 1.3.3 Externe samenwerking 1.3.4 Communicatie 1.3.5 Coördinatie en secretariaat 1.4 Kortetermijnopdrachten 1.5 Samenwerking met andere steunpunten 1.6 Transversale maatschappelijke thema’s
1 1 1 2 2 2 3 4 4 5 5 6
2.
Werkpakketten 2.1 Werkpakket 1: Grote Woononderzoek 2013 2.1.1 Stand van zaken september 2013 2.1.2 Geplande activiteiten 2014 2.1.3 Geplande outputs 2014 2.1.4 Geplande valorisatie 2.1.5 Uitvoering 2.1.6 Begeleidingsgroep 2.2 Werkpakket 2: Meting van de leegstand, niet-officiële bewoning en grijs wooncircuit 2.2.1 Stand van zaken september 2013 2.2.2 Geplande activiteiten 2014 2.2.3 Geplande outputs 2014 2.2.4 Geplande valorisatie 2.2.5 Uitvoering 2.2.6 Begeleidingsgroep 2.3 Werkpakket 3: Onderkant woningmarkt 2.3.1 Stand van zaken september 2013 2.3.2 Geplande activiteiten 2014 2.3.3 Geplande outputs 2014 2.3.4 Geplande valorisatie 2.3.5 Uitvoering 2.3.6 Begeleidingsgroep 2.4 Werkpakket 4: Private verhuring 2.4.1 Stand van zaken september 2013 2.4.2 Geplande activiteiten 2014 2.4.3 Geplande outputs 2014 2.4.4 Geplande valorisatie 2.4.5 Uitvoering 2.4.6 Begeleidingsgroep 2.5 Werkpakket 5: Analyses EPC-databank 2.5.1 Stand van zaken september 2013 2.5.2 Geplande activiteiten 2014 2.5.3 Geplande outputs 2014 2.5.4 Geplande valorisatie 2.5.5 Uitvoering
7 7 7 8 9 9 10 10 10 10 11 11 11 11 12 12 12 13 13 13 13 13 14 14 14 14 14 14 15 15 15 15 16 16 16
Jaarplan 2014 | iii
2.5.6 Begeleidingsgroep 2.6 Werkpakket 6: Ontwikkeling van indicatoren 2.6.1 Stand van zaken september 2013 2.6.2 Geplande activiteiten 2014 2.6.3 Geplande outputs 2014 2.6.4 Geplande valorisatie 2.6.5 Uitvoering 2.6.6 Begeleidingsgroep 2.7 Werkpakket 7: Bereik en effecten van het woonbeleid 2.7.1 Stand van zaken september 2013 2.7.2 Geplande activiteiten 2014 2.7.3 Geplande outputs 2014 2.7.4 Geplande valorisatie 2.7.5 Uitvoering 2.7.6 Begeleidingsgroep 2.8 Werkpakket 8: In- en uitstroom sociale huisvesting 2.8.1 Stand van zaken september 2013 2.8.2 Geplande activiteiten 2014 2.8.3 Geplande outputs 2014 2.8.4 Geplande valorisatie 2.8.5 Uitvoering 2.8.6 Begeleidingsgroep 2.9 Werkpakket 9: Prijsvorming op de woningmarkt 2.9.1 Stand van zaken september 2013 2.9.2 Geplande activiteiten 2014 2.9.3 Geplande outputs 2014 2.9.4 Geplande valorisatie 2.9.5 Uitvoering 2.9.6 Begeleidingsgroep 2.10 Werkpakket 10: Territoriale selectiviteit van het woonbeleid 2.10.1 Stand van zaken september 2013 2.10.2 Geplande activiteiten 2014 2.10.3 Geplande outputs 2014 2.10.4 Geplande valorisatie 2.10.5 Uitvoering 2.10.6 Begeleidingsgroep
16 17 17 17 17 17 18 18 18 18 18 19 19 19 19 19 19 20 20 20 20 20 21 21 21 22 22 22 22 22 22 23 23 23 23 23
3.
Tijdsplanning 3.1.1 Toelichting 3.1.2 Onderzoeksmaanden 3.1.3 Outputs
25 25 26 27
4.
Toelichting jaarbegroting 4.1 Begroting Steunpunt Wonen 2014 4.2 Begroting KU Leuven 4.2.1 Begroting HIVA 4.2.2 Begroting CES 4.2.3 Begroting OSA 4.2.4 Begroting KU Leuven totaal 4.3 Begroting Universiteit Hasselt 4.4 Begroting LUCA School of Arts 4.5 Begroting OTB 4.6 Personeelsinzet 4.7 Toelichting bij de begroting 4.7.1 Gevolgde principes bij het opmaken van de begroting 2014 4.7.2 Korte toelichting bij de begroting 2014 4.8 Uitvoering begroting 2013
29 29 31 31 32 33 34 36 37 38 39 40 40 40 41
iv | Steunpunt Wonen
4.8.1 Basisopdracht 2013 4.8.2 Ad hoc opdrachten 2013 4.8.3 Conclusie betreffende de vermoedelijke overdracht naar 2014 Bijlage 1. Samenstelling begeleidingsgroepen
41 42 43 44
Jaarplan 2014 | v
1. Doelstellingen en management
1.1 Visie en strategische doelstellingen De doelstelling van het Steunpunt Wonen is het leveren van objectieve informatie over de huidige en de gewenste situatie op de Vlaamse woningmarkt. Het Steunpunt dient op deze manier bij te dragen aan een langetermijnvisie over het Vlaamse woonbeleid, om het grondwettelijke recht op behoorlijke huisvesting - zowel op vlak van betaalbaarheid als kwaliteit - te garanderen. Speciale aandacht gaat hierbij naar de energie-efficiëntie van de woningvoorraad en het stedelijke beleid. Het Steunpunt Wonen spitst zich meer specifiek toe op de hiaten in de kennis over wonen in Vlaanderen die zijn gedetecteerd door de Vlaamse administratie. De verschillende onderzoekslijnen die vooropgesteld zijn in de oproep van de administratie, zijn gevolgd in het meerjarenplan.
1.2 Operationele doelstellingen 2014 De voornaamste operationele doelstellingen voor 2014 zijn: - het cleanen van de dataset van het Grote Woononderzoek 2013 en uitvoeren van de basisanalyses over woonuitgaven, betaalbaarheid, woonkwaliteit, renovatie en instrumenten van het woonbeleid (WP1); - het werken aan een methode voor het schatten van de omvang van de leegstand en van het grijze wooncircuit in sommige gemeenten en in Vlaanderen (WP2); - het uitvoeren van een literatuuronderzoek en het opstarten van een onderzoek naar de woonpaden van Oost-Europese migranten (WP3); - het verwerken van de resultaten voor de private huurmarkt in het Grote Woononderzoek (WP4); - het verder werken aan de uitbreiding van het evenwichtsmodel huur-koop (WP4); - het uitvoeren van verdere analyses over de energieprestaties van woningen op basis van de EPCdatabank, het vergelijken met andere relevante data en het nagaan van de relatie tussen EPC en energiekost op basis van een koppeling met het Grote Woononderzoek 2013 (WP5); - het update van de set van indicatoren voor het woonbeleid, o.a. door een indicator te berekenen voor de woonkwaliteit (WP6, mede als uitkomst van WP1); - de ontwikkeling van een woningprijsindex (WP6 en WP9); - het vergelijken van de verdeling van de subsidies voor wonen in Vlaanderen met andere Europese landen (WP7); - het opstarten van onderzoek naar de verdeling van energiesubsidies (WP7); - het uitvoeren van kwantitatieve en kwalitatieve analyses naar de in- en uitstroom in de sociale huisvesting (WP8); - uitbreiding en verfijning van het regionale woningmarktmodel (WP9); - integratie van energiekenmerken van woningen in het hedonisch prijsmodel (WP9); - verder onderzoek naar nieuwe territoriale indelingen voor het woonbeleid (WP10).
Jaarplan 2014 | 1
1.3 Management 1.3.1 Samenstelling Volgende onderzoeksinstellingen nemen deel aan het Steunpunt Wonen: - KU Leuven, Centrum voor Economische Studiën (CES), met als verantwoordelijke Erik Buyst, tevens promotor van het Steunpunt; - KU Leuven, HIVA - Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving, met als verantwoordelijke Sien Winters, tevens coördinator van het Steunpunt; - KU Leuven, Onderzoekseenheid Stedenbouw en Architectuur (OSA), met als verantwoordelijken Bruno De Meulder en Michael Ryckewaert; - KU Leuven, Instituut voor de Overheid (IO), met als verantwoordelijke Geert Bouckaert; - KU Leuven, Afdeling Geografie (AG), met als verantwoordelijke Dominique Vanneste; - LUCA School of Arts (Sint-Lucas Brussel-Gent), met als verantwoordelijke Pascal De Decker; - Provinciale Hogeschool Limburg (PHL), (vanaf 1 oktober 2013 Universiteit Hasselt (UH), met als verantwoordelijke Griet Verbeeck; - Universiteit Antwerpen (UA), met als verantwoordelijke Stijn Oosterlynck; - Onderzoeksinstituut OTB – TUDelft, met als verantwoordelijke Marja Elsinga.
1.3.2 Interne samenwerking In het Steunpunt Wonen zijn zeer verschillende academische disciplines vertegenwoordigd, waaronder economie, sociologie, architectuur, stedenbouw, geografie, bestuurskunde en recht. Ook thematisch is de deskundigheid complementair. De uitwisseling en samenwerking over de disciplines heen staat centraal in de samenwerking. De maandelijkse teamvergaderingen vormen het zwaartepunt van de samenwerking. Ze zijn een instrument voor kennisdeling, bijvoorbeeld om informatie over databronnen uit te wisselen en op de hoogte te blijven van nieuwe wetgeving. Maar het team is vooral een discussieforum. De kritische toets van collega’s bij onderzoeksvoorstellen, onderzoeksmethodologie, tussentijdse resultaten en interpretatie zijn een vorm van interne kwaliteitscontrole. Ten slotte is het team ook het forum voor de voorbereiding van gezamenlijke initiatieven, zoals studiedagen en thematische boeken. Regelmatig worden ook externe gasten uitgenodigd. Alle onderzoekers die binnen een van de deelnemende onderzoeksinstellingen meewerken aan de uitvoering van een werkpakket of een ad hoc opdracht worden uitgenodigd voor deze teamvergaderingen. Het grootste deel van de tijd op de teamvergaderingen gaat naar inhoudelijke besprekingen. Elke teamvergadering wordt afgesloten met de opvolging van de uitvoering van het jaarplan. Daarnaast komen ook andere aspecten van de opvolging aan bod, zoals de voorbereiding van jaarverslag en jaarplan, de voorbereiding van ad hoc opdrachten, externe contacten, medewerking aan extern georganiseerde studiedagen en publicaties, financiën, personeel, … De bespreking hiervan verloopt in aanwezigheid van alle teamleden. Beslissingen worden collegiaal genomen. Voor aangelegenheden waarvoor volgens de beheersovereenkomst en de samenwerkingsovereenkomst het dagelijks bestuur bevoegd is, worden aansluitend op de teamvergadering bijeenkomsten van het dagelijks bestuur georganiseerd. Het betreft o.a. de goedkeuring van jaarplannen en jaarverslagen en de voorbereiding van ad hoc opdrachten. Wanneer dit om praktische redenen te verkiezen
2 | Steunpunt Wonen
is, worden beslissingen per mail afgehandeld. In dit geval verstuurt de coördinator een mail met het voorstel van beslissing naar de leden van het dagelijks bestuur met de vraag om binnen de week hierop te reageren. Figuur 1. Organogram van het Steunpunt Wonen
1.3.3 Externe samenwerking De sterke nadruk die in het onderzoek van het Steunpunt ligt op de beleidsrelevantie, vraagt om veel interactie met de opdrachtgever. De stuurgroep, die de minister adviseert over het onderzoek van het Steunpunt, heeft de inhoudelijke begeleiding gedelegeerd naar begeleidingsgroepen. Hun taak bestaat er in enerzijds de inhoudelijke discussie te voeren over de aanpak en de resultaten van het onderzoek, anderzijds de planning op te volgen en afspraken te maken over oplevering en valorisatie. Naast vertegenwoordigers van de Vlaamse administratie en van het kabinet van de verantwoordelijke minister is in de Begeleidingsgroepen ook het werkveld sterk vertegenwoordigd. Waar relevant worden ook andere steunpunten uitgenodigd. Zes begeleidingsgroepen volgen het onderzoek van het Steunpunt op: - de begeleidingsgroep data en analyses; - de begeleidingsgroep beleidsinstrumenten; - de begeleidingsgroep woningmarkt; - de begeleidingsgroep onderkant van de woningmarkt; - de begeleidingsgroep private verhuurders; - de begeleidingsgroep wonen en energie.
Jaarplan 2014 | 3
Elke begeleidingsgroep staat in voor de opvolging van een of meerdere werkpakketten en ad hoc opdrachten. In bijlage 1 is een lijst opgenomen die verduidelijkt welke onderdelen van het onderzoeksprogramma zijn toegewezen aan elk van de begeleidingsgroepen en wie deel uitmaakt van deze begeleidingsgroepen.
1.3.4 Communicatie Direct van bij de start van het Steunpunt is een SharePoint (intranet) ontwikkeld die alle informatie bevat die relevant is voor de opdrachtgever, teamleden en externen die deel uitmaken van een begeleidingsgroep. Deze SharePoint heeft diverse functies: - opslaan en ter beschikking stellen van documenten voor vergaderingen; - collectief archief (betrokkenen moeten geen eigen archief bijhouden); - kennisdeling (bv. info over databanken, interne documenten, … voor alle teamleden); - aankondiging van initiatieven (bv. studiedagen, persartikels, TV-uitzendingen, …); - kalender van het Steunpunt. Voor de externe communicatie beschikt het Steunpunt over een website met volgende inhoud: - beknopte toelichting bij de werkpakketten en ad hoc opdrachten; - voorstelling van het partnerschap; - publicaties: aflaadbare rapporten, referenties naar boeken en tijdschriften, referenties naar bijdragen voor internationale conferenties; - informatie over komende en afgelopen studiedagen van het Steunpunt.
1.3.5 Coördinatie en secretariaat De coördinatie van het Steunpunt en het secretariaat van het Steunpunt zijn ondergebracht bij het HIVA, Parkstraat 47 bus 5300, 3000 Leuven. De coördinator staat o.a. in voor: - agenda’s en voorbereiding van teamvergaderingen, dagelijks bestuur, stuurgroep, begeleidingsgroepen; - de dagelijkse communicatie met de opdrachtgever; - de dagelijkse communicatie met de teamleden; - de voorbereiding van jaarplannen en jaarverslagen; - de financiële opvolging (in samenwerking met de financiële dienst van de KU Leuven); - de voorbereiding van valorisatie-initiatieven (samen met de teamleden); - interne en externe communicatie (o.a. via SharePoint en website). Bij al deze taken wordt de coördinator bijgestaan door het secretariaat en andere logistieke diensten van het HIVA (zoals ICT en communicatieverantwoordelijke) en centrale diensten van de KU Leuven (zoals de dienst onderzoekscoördinatie en de financiële dienst).
4 | Steunpunt Wonen
1.4 Kortetermijnopdrachten In de opdracht van het Steunpunt Wonen wordt een onderscheid gemaakt tussen basisonderzoek en ad hoc onderzoek. De inhoud van het basisonderzoek, dat 70% van de financiering betreft, is vastgelegd in het meerjarenplan. In dit jaarplan 2014 concretiseren we dit meerjarenplan voor het jaar 2014. Daarnaast beslist de verantwoordelijke minister jaarlijks over de inhoud van de ad hoc opdrachten (voor 30% van de middelen), die meestal vertrekken vanuit concrete en actuele beleidsvragen. Voor het voorbereiden en vastleggen van de ad hoc opdrachten is intern volgende procedure afgesproken: - De coördinator informeert het Dagelijks Bestuur steeds over voorstellen voor ad hoc opdrachten vanwege de opdrachtgever. - Ook de deelnemende entiteiten krijgen de kans om ad hoc opdrachten voor te stellen. Ze maken daartoe een beknopt voorstel met inbegrip van een kostenraming over aan het dagelijks bestuur. - Het Dagelijks Bestuur beraadslaagt over de voorstellen ontvangen van de opdrachtgever en van de aan het steunpunt deelnemende entiteiten. Deze beraadslaging mondt uit in een voorlopige lijst van ad hoc projecten, met inbegrip van uitgewerkte projectvoorstellen en kostenramingen. - Een afvaardiging van het Dagelijks Bestuur bespreekt de ad hoc voorstellen met de opdrachtgever. Drie situaties kunnen zich voordoen: - Indien overeenkomst met de opdrachtgever wordt bereikt over de voorstellen, maakt de coördinator de definitieve voorstellen over aan de secretaris van de stuurgroep van het Steunpunt, in cc aan de leden van het Dagelijks Bestuur. - Indien nodig, passen de in het projectvoorstel betrokken deelnemende entiteiten de voorstellen aan. Daarna maakt de coördinator de definitieve voorstellen over aan de secretaris van de stuurgroep van het Steunpunt, in cc aan de leden van het Dagelijks Bestuur. - Indien geen overeenkomst wordt bereikt tussen de opdrachtgever en de afvaardiging van het Dagelijks Bestuur, ook niet na aanpassing van de voorstellen door de deelnemende entiteiten, zal het Dagelijks Bestuur beraadslagen over het voorstel dat zal worden overgemaakt aan de stuurgroep. Het is de minister die finaal beslist over de goedkeuring van ad hoc opdrachten. De minister wordt gevraagd deze goedkeuring per brief mee te delen aan het Steunpunt, met in bijlage van deze brief de finale versie van het projectvoorstel. Deze brief dient dan als basis voor de financiële afhandeling.
1.5 Samenwerking met andere steunpunten De interactie met andere steunpunten voor beleidsrelevant onderzoek verloopt o.a. via de deelname van vertegenwoordigers van deze steunpunten in de begeleidingsgroepen. Diverse uitnodigingen voor deelname werden verzonden. Dit resulteerde in volgende participaties: - het Steunpunt Fiscaliteit en Begroting en het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen nemen deel aan de begeleidingsgroep beleidsinstrumenten; - het Steunpunt TRADO neemt deel aan de Begeleidingsgroep Wonen en Energie; - het Steunpunt VLAS neemt deel aan de Begeleidingsgroep Onderkant Woningmarkt, de Begeleidingsgroep Beleidsinstrumenten en de Begeleidingsgroep Wonen en Energie.
Jaarplan 2014 | 5
Het Steunpunt Wonen neemt daarnaast zelf deel aan de activiteiten van het Inter-Steunpunten Transitieplatform of INTRAP, geïnitieerd door het Steunpunt TRADO (Transities voor Duurzame Ontwikkeling). Drie partners van het Steunpunt Wonen (OSA, LUCA en UA) maken ook deel uit van het Steunpunt Ruimte. Zo is er een evidente uitwisseling tussen WP10 over territoriale selectiviteit en onderzoek rond polycentraliteit dat in het Steunpunt Ruimte wordt uitgevoerd. Er is ook intern overleg tussen de betrokken OSA-onderzoekers. In overleg met het Steunpunt Inburgering en Integratie heeft het HIVA in het Grote Woononderzoek 2013 vragen opgenomen rond etniciteit en het al dan niet volgen van een inburgeringscursus. Aangezien er een netto steekproef van 10 000 gezinnen is vooropgesteld, zullen er normaliter gegevens zijn voor ongeveer een 1 000-tal allochtone gezinnen. Op die manier kunnen we (voor het eerst) zicht krijgen op de woonsituatie van allochtonen en mogelijk inburgeraars. Voor de analyse van de resultaten zullen we samen met het Steunpunt Inburgering en Integratie een voorstel voor ad hoc opdracht in 2015 indienen.
1.6 Transversale maatschappelijke thema’s Om de grote maatschappelijke uitdagingen aan te pakken en te werken aan de doelstellingen van het Pact 2020, selecteerde de Vlaamse Regering samen met de Raad van Wijzen dertien thema’s waarop sterk moet worden ingezet om de Vlaamse samenleving structureel te vernieuwen (www.vlaandereninactie.be). Die transversale thema’s hebben een brede scope. Het betreft 13 thema’s, waarvan vooral de volgende relevant zijn voor het Steunpunt Wonen: - kinderarmoede; - duurzaam bouwen en wonen; - ruimte; - naar een duurzame en creatieve stad. Tot op heden is het Steunpunt Wonen echter maar beperkt betrokken bij de uitwerking van deze thema’s. Het Steunpunt blijft open staan om bijdragen te leveren aan de uitwerking van deze thema’s. Dit kan op verschillende manieren. Te denken valt aan actieve medewerking aan vergaderingen, workshops en studiedagen.
6 | Steunpunt Wonen
2. Werkpakketten
2.1 Werkpakket 1: Grote Woononderzoek 2013 2.1.1 Stand van zaken september 2013 In 2013 loopt het veldwerk van het Grote Woononderzoek verder. Het veldwerk wordt uitgevoerd door onderzoeksbureau Ipsos. Net zoals in 2012 wordt de uitvoering van dit veldwerk verder opgevolgd door HIVA, hierin bijgestaan door onderaannemer SumResearch. In de loop van 2013 werd echter ook OSA bijkomend ingeschakeld in de opvolging. Dit was onder meer het gevolg van de vraag van de opdrachtgever naar het uitvoeren van meer controles en van de beslissing van de opdrachtgever om de steekproef voor de woningopname te reduceren. Hierna volgt een overzicht van de voornaamste werkzaamheden. HIVA: - Door een vertraging van het veldwerk door Ipsos is de planning van het veldwerk opgeschoven. De deadline voor afloop van het veldwerk door Ipsos is momenteel eind 2013. Het einde van het veldwerk was initieel voorzien voor juli 2013. - Doordat meer interviewers afhaken dan verwacht, dienen er meer te worden opgeleid dan voorzien. Er werden daarom bijkomende opleidingssessies ingelast. - Het HIVA heeft 5 opleidingen uitgevoerd in 2013, met toelichting bij het opzet van de studie en de vragenlijst. Vanaf de opleiding van 13 mei werd dit gedeelte van de opleiding overgenomen door Ipsos. - SumResearch heeft in 2013 5 opleidingen voorzien, zoals ze initieel waren uitgewerkt, met een theoretische toelichting bij de woningopname, een praktijkopleiding en een vierde woningopname (tweede test voor herkansers). Vanaf de opleiding van 13 mei werd het theoretische gedeelte overgenomen door Ipsos, dat hierbij gebruik maakt van video-instructies van SumResearch over de woningopname. SumResearch heeft sindsdien nog 4 aangepaste praktijkopleidingen verzorgd. Deze bestaan uit een praktijktest en een ‘vierde woningopname’ voor de herkansers. - HIVA en SumReseach hebben een screening uitgevoerd van de eerste drie interviews en woningopnames van de startende enquêteurs. Bij de enquêteurs die meer dan 100 vragenlijsten/woningopnames willen afwerken, worden bijkomend 10 ad random controles uitgevoerd. Enkel degenen die een goede evaluatie krijgen, mogen meer dan 100 vragenlijsten/woningopnames uitvoeren. - SumResearch heeft in 2013 13 hercontroles uitgevoerd. Dit houdt in dat SumResearch m.b.v. een afgeslankte versie van de woningopname (light-versie) een extra controle heeft uitgevoerd van een woning waarbij de controle-enquêteur van Ipsos ook een controle-woningopname heeft uitgevoerd. Deze hercontroles hebben tot doel de betrouwbaarheid van de controle-enquêteurs te analyseren en deze indien nodig bij te sturen. - Het HIVA heeft begin juli twee scenario’s uitgewerkt voor een inkrimping van de steekproef van de woningopname tot 5 000, zoals gevraagd door de opdrachtgever. Het scenario waarbij de initiële targets voor de centrumsteden behouden blijven, werd weerhouden. Dit heeft als gevolg dat er
Jaarplan 2014 | 7
een oververtegenwoordiging is van centrumsteden onder de woningopnames, waarvoor zal gecorrigeerd worden met een weegfactor. OSA: De onderzoekstijd die binnen dit werkpakket was voorzien in 2013 voor verwerking is grotendeels gespendeerd aan ondersteuning van de dataverwerking van het luik woningopname. Dit hield o.a. het volgende in: - opmaak van het inspectiehandboek; - herijking van de regionale verdeling die moest doorgevoerd worden als gevolg van het terugschroeven van de steekproefgrootte van 10 000 naar 5 000 eenheden, en dit tijdens de looptijd van het veldwerk; - voorbereiden van een basisanalyse (programmering) op de voorlopige resultaten die medio oktober 2013 aangeleverd worden voor het opstellen van een basis geobjectiveerde kwaliteitsindicator. Het aanmaken van een goede weegfactor zal nog veel aandacht krijgen tijdens de volgende maanden. We zullen de relatie tussen de steekproef van de 10 000 en de 5 000 eenheden gebruiken om een zo correct mogelijke weging door te voeren, die bijvoorbeeld woningtypologie en bouwjaar in rekening brengt. Gezien het grote belang hiervan en omdat het wenselijk is dat meerdere wetenschappelijke disciplines hierbij betrokken worden (geografie, architectuur, sociologie) zal dit een aandachtspunt zijn voor het gehele team.
2.1.2 Geplande activiteiten 2014 Volgende activiteiten zijn gepland in 2014: - Het veldwerk van Ipsos zal worden afgerond tegen eind december 2013. - IPSOS zal in oktober 2013 een voorlopig basisbestand opleveren aan het Steunpunt, op basis waarvan het steunpunt (HIVA/OSA) de verwerking van de data zal voorbereiden. Concreet zal het Steunpunt op basis van dit bestand de programmering voor de verwerking voorbereiden en een inschatting maken van de tijdsinvestering van de datacleaning. - Door de vertraging van het veldwerk zijn 4,6 onderzoeksmaanden (van de voorziene 6,6) voor het basisonderzoek door het HIVA verschoven van 2013 naar 2014. Het HIVA zal in 2014 in totaal 7,6 onderzoeksmaanden spenderen aan basisanalyses rond woonuitgaven, betaalbaarheid van wonen, aspecten van de private huurmarkt, woonsubsidies en de hieraan gerelateerde woonindicatoren. - OSA zal begin 2014 nog tijd besteden aan verdere datacleaning en onderzoek naar en implementatie van verschillende wegingsfactoren om te corrigeren voor de reductie van 10 000 naar 5 000 eenheden van de steekproef voor wat betreft de woningschouwing. - OSA zal begin 2014 enkele basisgegevens over woningkwaliteit halen uit de resultaten van de inwendige woningschouwing die per 1 januari beschikbaar dienen te zijn. Dit zal gaan om voorlopige resultaten gebaseerd op een ruwe wegingsfactor (correctie omwille van reductie van 10 000 naar 5 000). - Eind februari 2014 zal het Steunpunt (HIVA/OSA/LUCA) een presentatie opleveren van de reeds beschikbare resultaten. Deze zullen voorgesteld worden op een persconferentie die in deze periode zal georganiseerd worden.
8 | Steunpunt Wonen
- In nauw overleg tussen Steunpunt, kabinet en administratie zal worden afgesproken welke analyses er minimaal zullen gebeuren voor deze presentatie. Daarover zal ook een terugkoppeling gebeuren naar de begeleidingsgroep in december 2013. - OSA ziet volgende mogelijke analyses op de schouwingsgegevens: - gedetailleerde analyses van de fysische staat van de woning (ondermeer volgens het Technisch verslag van de Vlaamse wooninspectie); - comfort; - bewoonbare oppervlakte en woningbezetting; - woningtypologie via multivariate analyses op basis van belangrijke woningkenmerken (mogelijke verfijningen van standaard categorieën als appartement, studio, rij-, driegevel- of vrijstaande woning via gegevens over aantal verdiepingen, ...) en buitenruimtes; - door combinatie met huishoudenskenmerken kunnen typologieën van woonsituaties opgesteld worden; - uitsplitsing van die gegevens naar inkomenscategorieën, ruimtelijke categorieën, naar typologie, marktsegmenten, leeftijd, ...; - vergelijking van de gegevens uit de schouwing met eerdere surveys; - indien gebruik gemaakt kan worden van de dataset van de socio-economische enquête van 2001 biedt dit belangrijke bijkomende mogelijkheden tot vergelijking. - In de herfst van 2014 zal een studiedag worden georganiseerd om de resultaten bekend te maken bij een breed publiek.
2.1.3 Geplande outputs 2014 - Output 1.1 (HIVA): rapport met de voornaamste resultaten voor de basisanalyses rond woonuitgaven, betaalbaarheid van wonen, aspecten van de private huurmarkt, woonsubsidies en de hieraan gerelateerde woonindicatoren. Dit was oorspronkelijk voorzien voor maart 2014, maar zal door de vertraging van het veldwerk verschoven worden naar september 2014. De resultaten van de prioritaire analyses zullen beschikbaar zijn einde februari 2014. - Output 1.2 (OSA): Voorgesteld wordt een aantal basisgegevens van woningkwaliteit aan te leveren die mee kan worden opgenomen in de presentatie van de voorlopige resultaten van de woonsurvey begin 2014. Tegen het najaar volgen uitgebreidere analyses rond fysische staat, comfort en/of woningtypologie, uitsplitsing van kwaliteitsgegevens naar inkomen, typologie, marktsegment, inkomen, ... Vergelijking met eerdere surveys (zo mogelijk op basis van de dataset van SEE2001). - Output 1.3 (UHasselt): voornaamste resultaten voor energie en energiesubsidies tegen einde februari 2014, een meer diepgaande bespreking tegen september 2014. - Output 1.4 (LUCA): voornaamste resultaten voor de vragen over woningkeuzes tegen einde februari 2014, en meer diepgaande bespreking tegen september 2014.
2.1.4 Geplande valorisatie - Persconferentie met een presentatie van de eerste voorlopige resultaten einde februari 2014. - Rapport en studiedag voor een breed publiek in het najaar van 2014.
Jaarplan 2014 | 9
2.1.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: HIVA Verantwoordelijke: Sien Winters Onderzoeker: Kristof Heylen 7,6 onderzoeksmaanden (3 uit meerjarenplan en 4,6 overgeheveld uit 2013, cf. aanpassingen jaarplan goedgekeurd door de stuurgroep op 21 mei 2013) Deelnemende entiteit: Universiteit Hasselt Verantwoordelijke: Griet Verbeeck Onderzoeker: Pascal Vannitsen 2 onderzoeksmaanden (overgeheveld uit 2013, cf. stuurgroep 21 mei 2013) Deelnemende entiteit: OSA Verantwoordelijke: Michael Ryckewaert, 0,6 onderzoeksmaand (afgenomen van WP Onderzoeker: Lieve Vanderstraeten, 2 onderzoeksmaanden (+ 4,2 onderzoeksmaanden overgeheveld uit WP2) Deelnemende entiteit: LUCA Verantwoordelijke: Pascal De Decker Onderzoeker: Isabelle Pannecoucke, 3 onderzoeksmaanden (overgeheveld uit 2013)
2.1.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep data en analyses’.
2.2 Werkpakket 2: Meting van de leegstand, niet-officiële bewoning en grijs wooncircuit 2.2.1 Stand van zaken september 2013 OSA heeft enkele basisanalyses en kaarten gerealiseerd op basis van gegevens van het kadaster en huishoudens op statistisch sectorniveau, en een aanzet gemaakt met een overzicht van mogelijke alternatieve databronnen waaruit geput kan worden om de leegstand te reconstrueren. Hierover wordt begin 2014 gerapporteerd. Omwille van de prioritaire uitvoering van de ad hoc opdracht ‘Borging sociaal woonaanbod’ en ondersteuning bij de woonsurvey worden de overige taken naar 2014 overgeheveld. Hiermee gaat een overdracht gepaard van 4,2 onderzoeksmaanden naar 2014. CES heeft alle data verzameld om een multidimensionele kwantitatieve analyse op statistische sectorniveau uit te voeren, waarbij nagegaan wordt welke kenmerken van statistische sectoren (inkomen, bevolking, kenmerken woningen) samenhangen met de leegstand, gemeten als het aantal woningen verminderd met het aantal officiële woningen.
10 | Steunpunt Wonen
2.2.2 Geplande activiteiten 2014 Volgende activiteiten zijn gepland in 2014: OSA: - Medio 2014 zou ADSEI een alternatieve census realiseren, vertrekkende van een koppeling van kadastergegevens aan rijksregister, KSZ en mogelijk nog andere data. Gezien deze nieuwe data, wordt een andere invulling voorgesteld dan voorzien in het meerjarenplan (overzicht van andere registratiesystemen, gedetailleerd onderzoek naar leegstand in case-gemeenten). Er worden een beperkt aantal onderzoeksmaanden gereserveerd om deze nieuwe ‘census’ te testen en na te gaan in welke mate deze bruikbaar is voor een meting van leegstand. CES: - CES: Multidimensionele kwantitatieve analyse op statistische sector niveau (CES). - In 2014 wordt op de werkelijke leegstand gefocust. Hiervoor gebruiken we gedetailleerde case data. Leegstand is dan het verschil tussen het aantal woningen verminderd met alle soorten bewoners (studenten, tijdelijke, niet-officiële huishoudens, …) en niet alleen officiële huishoudens. Ook deze analyse gebeurt op statistische sectorniveau waarbij nagegaan wordt welke kenmerken (inkomen, bevolking, kenmerken woningen, …) het verschil verklaren. Vervolgens maken we een vergelijking tussen de resultaten van Vlaanderen (2013) en de resultaten uit de cases (2014) en wordt er nagegaan of er via extrapolatie mogelijkheden zijn zodat een model kan opgesteld worden waarmee leegstand geschat kan worden.
2.2.3 Geplande outputs 2014 Volgende outputs zijn gepland tegen einde 2014: - Output 2.1. voorzien in het meerjarenplan wordt vervangen door ‘mogelijkheden van de nieuwe ‘census’ voor het bepalen van de leegstand’ (onder voorbehoud van het beschikbaar zijn van de nieuwe census van ADSEI voor het onderzoek) (OSA). - Output 2.2: ‘gedetailleerde analyse van de leegstand in een selectie van case-gemeenten (OSA)’ wordt geschrapt uit het meerjarenplan. - Output 2.3: algemene kenmerken van regio’s volgens leegstand en schattingen over leegstandcijfers voor Vlaanderen als een geheel op basis van extrapolaties van de cases (CES). - Output 2.4: beleidsaanbevelingen voor betere dataregistratie voor leegstandsmeting.
2.2.4 Geplande valorisatie Nader te bepalen.
2.2.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: OSA Verantwoordelijke: Michael Ryckewaert, Bruno De Meulder Onderzoekers: Michael Ryckewaert 0,4 onderzoeksmaand, Jurgen Cueppens 1 onderzoeksmaand, Lieve Vanderstraeten 0,4 onderzoeksmaand
Jaarplan 2014 | 11
Deelnemende entiteit: CES Verantwoordelijke: Erik Buyst Onderzoeker: Frank Vastmans, 2 onderzoeksmaanden
2.2.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep Data & Analyses’.
2.3 Werkpakket 3: Onderkant woningmarkt 2.3.1 Stand van zaken september 2013 A. In 2013 werd het onderzoek ‘woonpaden van mensen die uitstromen uit publieke instellingen’ afgerond: - Tijdens de begeleidingsgroep ‘Onderkant Woningmarkt’ van 26 maart 2013 werd het rapport ‘Tussen huisbaas en begeleider. Begeleiders en toewijzers over uitstromen uit bijzondere jeugdzorg naar de woningmarkt in het arrondissement Antwerpen’ besproken. De bedenkingen geformuleerd tijdens deze vergadering werden opgenomen in de herwerking van het rapport. - Tijdens de begeleidingsgroep ‘Onderkant Woningmarkt’ van 25 juni 2013 werd het rapport ‘Op zoek naar wonen na detentie. Een verkennend naar het hulpverleningsaanbod en de beleidsinitiatieven in Leuven’ besproken. De bedenkingen geformuleerd door de begeleidingsgroep werden opgenomen in de herwerking van het rapport. - In maart 2013 werd het onderzoek over personen die de psychiatrie verlaten opgestart. Na het literatuuronderzoek en verkenning van het terrein van de geestelijke gezondheidszorg werden in april 2013 diepte-interviews afgenomen, waarvan de gegevens verwerkt werden in mei en juni 2013. Het definitieve rapport zal voorgelegd worden op de begeleidingsgroep van november 2013. - Op 21 mei 2013 werd goedkeuring gegeven om een extra onderzoek uit te voeren in september 2013. Omdat enerzijds met casestudieonderzoek is gewerkt en anderzijds door de fragmentatie van zij die betrokken zijn met de herintegratie van genoemde doelgroepen, hebben we in september 2013 een workshop voor het werkveld georganiseerd zodoende onze resultaten te kunnen aftoetsen. De resultaten van deze workshop worden opgenomen in de overkoepelende paper die de resultaten van de drie deelonderzoeken bij elkaar brengt (een eerste versie van deze paper werd voorgesteld op de ENHR-conferentie, 19-22 juni 2013, Tarragona). Deze paper wordt ook voorgelegd tijdens de begeleidingsgroep van november 2013. B. Tijdens de maanden juli en augustus 2013 werd literatuurstudie rond het ‘Housing First’ concept uitgevoerd. Dit betreft een aanpassing van het meerjarenplan, goedgekeurd op 21 mei 2013. Deze paper wordt ook voorgelegd tijdens de begeleidingsgroep van november 2013. C. Verder hernemen we het voornemen om een derde thematische paper te schrijven op basis van het interviewmateriaal uit het kwalitatief onderzoek over woonpaden. In 2012 werden al twee thematische papers opgeleverd. Het voorstel is nu om in 2014 een derde paper af te leveren met als thema de percepties van ouderen op wonen.
12 | Steunpunt Wonen
2.3.2 Geplande activiteiten 2014 In 2014 is het eerste deel van het onderzoek naar ‘Woonpaden van Oost-Europese arbeidsmigranten in Vlaanderen’ voorzien. In 2014 plannen we het uitvoeren van een literatuurstudie. Verder zal nog een derde thematische paper op basis van de interviews over woonpaden worden uitgewerkt. Het betreft een taak die was ingeschreven in het jaarplan 2012, maar die door omstandigheden nog niet was opgenomen.
2.3.3 Geplande outputs 2014 De geplande activiteit resulteert in de volgende outputs: - Output 3.1: derde thematische paper (juni 2014). - Output 3.3, p. 10): literatuuronderzoek in verband met woonpaden van Oost-Europese arbeidsmigranten.
2.3.4 Geplande valorisatie De outputs van het werkjaar 2013 ‘zullen na aanvaarding door de minister worden opgenomen op de website van het Steunpunt’. Academische valorisatie van de overkoepelende paper ‘Leaving an institution in Flanders’ via een internationaal academisch tijdschrift.
2.3.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: LUCA School of Arts (voorheen Hogeschool W&K), campus Sint-Lucas architectuur Gent/Brussel Verantwoordelijke: Pascal De Decker Onderzoeker: Isabelle Pannecoucke Voorziene onderzoekstijd: 1 maand (van de oorspronkelijk voorziene 4,8 maanden is 3 maanden naar 2013 gehaald voor afwerking van het rapport over de uitstroom uit instellingen en voor scoping paper over housing first). De uitwerking van de derde thematische paper over woonpaden zal worden gefinancierd met overdrachten uit vorige jaren.
2.3.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep Onderkant Woningmarkt’.
Jaarplan 2014 | 13
2.4 Werkpakket 4: Private verhuring 2.4.1 Stand van zaken september 2013 De internationale vergelijking die in 2013 werd afgewerkt, geeft aan dat het inkomen eerder een gelijkaardige impact heeft op verkoop- en huurprijzen terwijl een verandering van interestvoeten de verkoopprijzen anders beïnvloedt dan de huurprijzen. Na deze internationale analyse wordt in 2013 en 2014 de regionale verscheidenheid geanalyseerd met als doelstelling om na te gaan indien voor alle regio’s het evenwichtsmodel geldt, zoals uitgewerkt in Vastmans F. & Buyst E. (2012), Huurprijzen en richthuurprijzen. Deel V: De relatie tussen huur- en woningprijzen.
2.4.2 Geplande activiteiten 2014 Op basis van alle beschikbare data (administratieve data - AAPD en IPCAL -, Huurschatter, Groot Woononderzoek 2013) illustreren we waar de verschillen tussen huur- en eigenaarsmarkten grafisch liggen. Hiermee willen we verkennen of het plausibel is om te veronderstellen dat het woningprijsmechanisme - zoals in WP9 uitgewerkt en de vraag van eigenaar-bewoners als uitgangspunt neemt – algemeen toepasbaar is. Voor regio’s met een hoog aandeel huurders kan men immers veronderstellen dat het veelal investeerders zijn die de woningprijs bepalen. We vergelijken daartoe ook in de mate van het mogelijke de regionale evoluties van woning- en huurprijzen met elkaar. De resultaten van het Groot Woononderzoek 2013 worden ook gebruikt om het rendement van de verhuurders beter te benaderen. Het belang hiervan voor het overheidsbeleid wordt toegelicht.
2.4.3 Geplande outputs 2014 De enige output voorzien in 2014 is het rapport over de resultaten over de private huurmarkt uit het Grote Woononderzoek 2013 (output 4.1). Dit rapport maakt onderdeel uit van het globale rapport met de resultaten van het Grote Woononderzoek 2013. In overleg met opdrachtgever kan de output van het deel van het CES gekoppeld worden aan de ad hoc opdracht m.b.t. de update van de huurschatter, indien deze laatste zou goedgekeurd worden. Zoniet worden de resultaten van het onderzoek mee opgenomen in de output van 2015.
2.4.4 Geplande valorisatie Valorisatie is in 2015 gepland.
2.4.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: KU Leuven-CES Verantwoordelijke: Prof. Erik Buyst Onderzoeker: Frank Vastmans Voorziene onderzoekstijd: 1 maand
14 | Steunpunt Wonen
2.4.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep private verhuring’. De output 4.1 zal ook worden voorgelegd aan de Begeleidingsgroep private verhuurders.
2.5 Werkpakket 5: Analyses EPC-databank 2.5.1 Stand van zaken september 2013 In 2013 was de hoofdactiviteit erop gericht om een statistische analyse van de EPC-databank te maken, waarbij in eerste instantie gefocust zou worden op de prioritaire analyses zoals die vanuit VEA en Woonbeleid omschreven werden. Ook in 2013 is nog veel tijd gegaan naar het uitpluizen van de databankstructuur en het koppelen van de MSQL databestand met de SAS verwerkingssoftware. Hierbij heeft PHL op 17 mei een nieuwe versie van de EPC databank gekregen met ca. 600 000 geldige certificaten, op 4 juni een lijst met prioritaire analyses en op 17 juli een meer uitgebreide beschrijving van de databankstructuur. Gezien de hoogdringendheid van de uitkomst van de analyses voor VEA, werd afgesproken op het overleg van 17 juli dat de prioritaire analyses ten laatste tegen eind september ter beschikking worden gesteld onder de vorm van Excel-bestanden. Het verwerken van deze analyses tot een rapport, inclusief het beschrijven van de statistische modellen (output 5.1 en 5.2) is voorzien voor eind december 2013. Om dit te kunnen realiseren, wordt 1 onderzoeksmaand, die normaal voorzien was voor WP1, maar die door de vertraging bij het Woononderzoek 2013, niet kon worden ingezet, binnen WP5 gebruikt. Ook de herziening van de indicator voor energieprestatie die voorzien was voor 2013, maar die deels gekoppeld is aan de energetische analyses op de data van het Woononderzoek 2013, zal hierdoor worden uitgesteld tot 2014. Wel wordt een eerste ontwerpversie voor het bijsturen van de energieindicator nog in 2013 voorgelegd aan de begeleidingsgroep Wonen en Energie. Daarnaast wordt in het najaar van 2013 nog gestart met het zoeken naar andere databanken waarmee de resultaten van de EPC-databank kunnen geconfronteerd worden. Ook hier zullen de data uit het Woononderzoek 2013 de belangrijkste bron zijn, maar ook de beschikbare data binnen Eurostat zullen bekeken worden met betrekking tot hun waarde als vergelijkingsmateriaal voor de EPC-databank. Doel is uiteindelijk een uitspraak te doen over de representativiteit van de EPC databank voor het hele Vlaamse woningenbestand, maar dit zal pas in 2014 gebeuren.
2.5.2 Geplande activiteiten 2014 Zoals weergegeven in het meerjarenplan en gezien de wijzigingen in de tijdsplanning van het Woononderzoek 2013 zullen in 2014 volgende onderzoeksactiviteiten worden uitgevoerd: - Confrontatie van de EPC-data met de data van het Woononderzoek 2013 en Eurostat-data met als doel de representativiteit van de woningen in de EPC databank voor het volledige Vlaamse woningenbestand te bepalen. - Analyseren van de relatie tussen EPC en energiekost op basis van de data van het Woononderzoek 2013. Er wordt verwacht dat ca. 2 000 woningen in het Woononderzoek 2013 een EPC zullen hebben. Doel is door een vergelijking van het EP-kengetal en de reële energiekost na te gaan of er een
Jaarplan 2014 | 15
relatie tussen beide kan gevonden worden. Dit met het oog op de later geplande eventuele bijsturing van de EPC. - Verder uitwerken van een aangepaste energie-indicator op basis van de resultaten van de EPC databank en het Woononderzoek 2013. - Analyse van de evolutie van het woningenpark (met EPC) via een vergelijking van de resultaten voor de verschillende versies van de EPC databank die ter beschikking zijn/zullen worden gesteld. Momenteel beschikken de onderzoekers over twee versies (ca. 484 000 certificaten en ca. 600 000 certificaten). Hier kan in de loop van 2014 nog een derde versie bijkomen met een geschat aantal van 700 000 certificaten.
2.5.3 Geplande outputs 2014 Voor de output 5.3 (herziening energie-indicator) wordt getracht een ontwerpversie voor te leggen aan de BG Wonen en Energie in december 2013. De definitieve versie zal in de loop van 2014 worden bepaald, afhankelijk van de vorderingen binnen WP1. Dit zal onderdeel uitmaken van output 6.4 (WP6) In het meerjarenplan zijn voor 2014 daarnaast de outputs 5.4 t.e.m. 5.7 (representativiteit (5.4 en 5.7), relatie EPC-energiekost (5.5), evolutie energieprestatie woningenbestand (5.6)) gepland voor december 2014. Deze planning wordt zo aangehouden.
2.5.4 Geplande valorisatie De outputs van het werkjaar 2013 zullen na aanvaarding door de minister worden opgenomen op de website van het Steunpunt. Daarnaast is een wetenschappelijk artikel of congres paper gepland op basis van deze resultaten.
2.5.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: Universiteit Hasselt Verantwoordelijke: Griet Verbeeck Onderzoeker: Wesley Ceulemans Voorziene onderzoekstijd: 3 maanden (van de oorspronkelijke voorziene 4 maanden werd 1 maand afgehaald om te kunnen besteden aan verwerking van het Grote Woononderzoek 2013, ter compensatie werd de maand die hiervoor voorzien was in 2013 besteed aan WP5)
2.5.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep Wonen en Energie’.
16 | Steunpunt Wonen
2.6 Werkpakket 6: Ontwikkeling van indicatoren 2.6.1 Stand van zaken september 2013 In 2013 waren drie outputs voorzien: 1. Een woningprijsindex: omwille van de verschuiving binnen WP9 doorgeschoven van 2012 naar 2013 (output 6.2). 2. Een indicator voor energieprestaties (output 6.4, als resultaat van WP5): een ontwerpversie zal aan de begeleidingsgroep wonen en energie worden voorgelegd in 2013. Dit zal in eerste instantie gebeuren op basis van de beschikbare informatie uit de EPC databank. Een definitieve versie zal pas kunnen ontwikkeld worden als de confrontatie tussen EPC databank en de resultaten van het Woononderzoek 2013 is uitgevoerd. Dit is voorzien voor 2014. 3. Een update van de algemene indicatorenpaper (Winters e.a., 2013) is voorzien voor december 2013 (output 6.3).
2.6.2 Geplande activiteiten 2014 In dit jaarplan 2014 bevestigen we wat voorzien was in het meerjarenplan1, namelijk: - de ontwikkeling van een indicator voor woonkwaliteit (als resultaat van WP1); - het bijsturen van de ontwerpversie van de indicator voor energieprestatie op basis van de resultaten van het Woononderzoek 2013 (als resultaat van WP1 en WP5); - een update van de algemene indicatorenpaper.
2.6.3 Geplande outputs 2014 De geplande activiteiten resulteren in volgende outputs: - de ontwikkeling van een indicator voor woonkwaliteit (als resultaat van WP1) (output 6.5); - een update van de indicator voor energieprestatie (als resultaat van WP1 en WP5) (output 6.4); - een update van de algemene indicatorenpaper (output 6.1).
2.6.4 Geplande valorisatie De outputs van het werkjaar 2013 zullen na aanvaarding door de minister worden opgenomen op de website van het Steunpunt. Verder zijn er geen bijzondere initiatieven gepland in 2014.
1
We merken op dat in het meerjarenplan staat ‘de constructie van een indicator voor beschikbaarheid van woningen in situaties van extreme uitsluiting (als resultaat van WP1)’. Het betreft hier een activiteit die is blijven staan uit een ontwerpversie van het meerjarenplan en waarvan was overeengekomen dat ze in de definitieve versie van het meerjarenplan niet behouden zou worden. Dit blijkt ook uit het niet vertaald zijn van deze activiteit in een output.
Jaarplan 2014 | 17
2.6.5 Uitvoering Deelnemende entiteiten: KU Leuven, HIVA Verantwoordelijke: Sien Winters Onderzoeker: Sien Winters Voorziene onderzoekstijd: 1 maand (de voorbereiding van output 6.5 is inbegrepen in de onderzoekstijd voor WP1), de voorbereiding van output 6.4 is inbegrepen in de onderzoekstijd van de UHasselt voor WP1 en WP5)
2.6.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep data en analyses’.
2.7 Werkpakket 7: Bereik en effecten van het woonbeleid 2.7.1 Stand van zaken september 2013 In 2013 werd de verdeling van de woonsubsidies vergeleken tussen Vlaanderen en Nederland. De resultaten hiervan zullen worden voorgelegd aan de Begeleidingsgroep beleidsinstrumenten van december 2013.
2.7.2 Geplande activiteiten 2014 Aangezien in 2013 het Grote Woononderzoek nog niet beschikbaar was, is de verdeling van de woonsubsidies die voor Vlaanderen voor 2008 was opgesteld vergeleken met de verdeling voor Nederland. Daarbij zijn ook de uitkomsten van twee subsidie-ijkpunten naast elkaar gezet. Voor 2014 stellen we een actualisatie voor van deze uitkomsten met de nieuwe resultaten van het Grote Woononderzoek 2013 en het Nederlandse WoON 2012 databestand. Tevens kunnen ook de formele effecten worden doorgerekend van een verandering van beleid. Met de keuze voor deze werkzaamheden, kan dan de Europese vergelijking die in het Meerjarenplan staat niet worden uitgevoerd in 2014. Deze zou eventueel in 2015 alsnog kunnen worden uitgevoerd, als alternatief voor de geplande werkzaamheden van Marietta Haffner aan WP 6 Ontwikkeling van indicatoren. Een beslissing hierover kan in de tweede helft van 2014 genomen worden bij de opmaak van het jaarplan 2015 op basis van de werkzaamheden die het meest relevant worden geacht voor het onderzoeksprogramma op dat moment. Daarnaast zal ook worden gestart met een verdelingsanalyse voor de subsidies voor energieprestaties van woningen. Hiervoor zal in eerste instantie gezocht moeten worden naar de beschikbare data. Bestaande databanken zijn de databank van VEA met informatie over de subsidies voor energiebesparende maatregelen, de databanken bij de distributienetbeheerders over verleende energiesubsidies (deze informatie moeten zij ook aan VEA bezorgen in het kader van hun REG-openbaredienstverplichtingen), de fiscale gegevens over de aftrek voor energiebesparende maatregelen en de data uit het Woononderzoek 2013. Het is evenwel op dit moment nog niet duidelijk welke data effectief beschikbaar zullen zijn en op welk analyseniveau. Er zal dan ook in 2014 een belangrijke inspanning geleverd worden in het verzamelen van zoveel mogelijk nuttige data. De afronding van de effectieve analyses is gepland voor 2015.
18 | Steunpunt Wonen
2.7.3 Geplande outputs 2014 Paper met de verdeling van de woonsubsidies in Vlaanderen en Nederland (output 7.3).
2.7.4 Geplande valorisatie Academische valorisatie van de paper over de vergelijking van de woonsubsidies in Vlaanderen en Nederland (jaarplan 2013) via ENHR en/of internationaal academisch tijdschrift.
2.7.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: OTB Verantwoordelijke: Marja Elsinga Onderzoeker: Marietta Haffner Voorziene onderzoekstijd: 2 maanden Deelnemende entiteit: HIVA Verantwoordelijke: Sien Winters Onderzoeker: Kristof Heylen Voorziene onderzoekstijd: 1 maand Deelnemende entiteit: Universiteit Hasselt Verantwoordelijke: Griet Verbeeck Onderzoeker: Pascal Vannitsen Voorziene onderzoekstijd: 2 maanden
2.7.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep beleidsinstrumenten’.
2.8 Werkpakket 8: In- en uitstroom sociale huisvesting 2.8.1 Stand van zaken september 2013 In 2013 waren in het meerjarenplan volgende activiteiten voorzien: - Een literatuuronderzoek naar theoretische concepten die relevant zijn voor onderzoek over in- en uitstroom in de sociale huisvesting, o.a. over sociale uitsluiting, segregatie. - Een vergelijking van de doelgroep van de traditionele sociale huisvesting met de sociale verhuurkantoren in termen van inkomen, huishoudsamenstelling e.a. Deze activiteiten zijn gepland op het einde van 2013. In mei 2013 besliste de stuurgroep naar aanleiding van vertraging die was opgelopen bij het veldwerk voor het Grote Woononderzoek (zie WP1) om activiteiten voorzien in 2014 alvast te laten starten in 2013. Meer bepaald werden 4,6 onderzoeksmaanden van 2014 naar 2013 verschoven voor litera-
Jaarplan 2014 | 19
tuuronderzoek over kwantitatieve onderzoeksmethoden bij dergelijk panelonderzoek en voor de voorbereiding van de dataset. Hiermee werd gestart in de zomer van 2013. Daarmee resteert voor 2014 op dit onderdeel nog 2 onderzoeksmaanden.
2.8.2 Geplande activiteiten 2014 In 2014 is voorzien: - Uitvoering van de eerste globale kwantitatieve panelanalyses op de dataset. - Aanvullend kwalitatief onderzoek op interviewmateriaal uit het vroegere woonpadenonderzoek, uit bijkomende interviews bij sociale huurders van SHM’s en SVK’s en op informatie aangereikt door outreach organisaties.
2.8.3 Geplande outputs 2014 Volgende outputs zijn voorzien in 2014: - Output 8.3: resultaten van het kwalitatief onderzoek. - Eerste resultaten van de kwantitatieve analyses (deel van output 8.4).
2.8.4 Geplande valorisatie Geen initiatieven gepland.
2.8.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: LUCA Verantwoordelijke: Pascal De Decker Onderzoeker: Isabelle Pannecoucke Voorziene onderzoekstijd: 4,8 maanden Deelnemende entiteit: KU Leuven, HIVA Verantwoordelijke: Sien Winters Onderzoeker: Kristof Heylen Voorziene onderzoekstijd: 2 maanden (In het meerjarenplan waren 6,6 maanden voorzien. Omdat WP1 vertraging opliep als gevolg van het laattijdig beschikbaar zijn van de gegevens van het Grote Woononderzoek, is in de loop van 2013 beslist alvast te starten met de in 2014 geplande activiteiten. Verwacht wordt hieraan in 2013 al 4,6 maanden te besteden).
2.8.6 Begeleidingsgroep We stellen voor dit werkpakket te laten opvolgen door de ‘Begeleidingsgroep beleidsinstrumenten’.
20 | Steunpunt Wonen
2.9 Werkpakket 9: Prijsvorming op de woningmarkt 2.9.1 Stand van zaken september 2013 Het eerste deel van de opdracht van 2013 handelt over de evolutie en de verklaring van woningprijzen. Daartoe worden twee soorten indices besproken: prijsindices en betaalbaarheidsindices. De eerste geven weer op welke verschillende manieren prijsevoluties gemeten kunnen worden. De tweede linkt en verklaart de woningprijs aan zijn fundamentals. Om het belang van betaalbaarheidsindices voor het woningprijsmechanisme te duiden is dit deel verder uitgebreid met een analyse over de prijs van bouwgronden. De overige geplande delen (hedonische prijsanalyses van AAPD data en van VMSW data, waarbij de focus ligt op de relatie tussen woningkenmerken en woningprijzen) worden later dit jaar uitgevoerd. Doctoraatsonderzoek: de onderzoeker heeft een Engelstalige definitieve versie van de paper ‘The ripple effect and the linguistic border in Belgium’ ingediend bij Journal of Urban Economics. Verder heeft de onderzoeker het regionale woningprijsmodel verfijnd en uitgebreid met een sectie betreffende de prijselasticiteit van het aanbod in Vlaanderen. De belangrijkste bevindingen zijn reeds neergeschreven in een eerste versie van het onderzoeksrapport: ‘Woningprijzen, een regionale analyse van de prijselasticiteit van het aanbod en de koopkracht voor wonen’.
2.9.2 Geplande activiteiten 2014 Doctoraatsonderzoek: de onderzoeker verwacht feedback aangaande de paper ‘The ripple effect and the linguistic border in Belgium: a country divided?’ en zal commentaren/suggesties begin 2014 verwerken in de bestaande versie. De onderzoeker is ook bezig met het in kaart brengen van regionale verscheidenheid in België/Vlaanderen op statistische sector niveau. De toename van informatie op het niveau van de statistische sectoren biedt onderzoekers de mogelijkheid meer gedetailleerde analyses uit te voeren en meer gedetailleerde informatie (o.a. fiscale inkomens, samenstelling van de bevolking, gebouwenpark) op dit niveau op te nemen in reeds bestaande analyses. De onderzoeker verkent meer bepaald welke econometrische methoden hiertoe best kunnen dienen in het kader van het doctoraatsonderzoek. Dit zal in 2014 resulteren in een tweede en derde wetenschappelijke publicatie. Gedurende 2014 zal de onderzoeker de noodzakelijke data verzamelen en de eerste versies van beide papers presenteren. Een tweede geplande onderzoeksactiviteit betreft de hedonische prijsanalyse op basis van Groot Woononderzoek 2013, met speciale focus op energie-gerelateerde kenmerken. Daarnaast wordt ook verder gewerkt om de dynamiek van de regionale woningmarkten beter in kaart te brengen. Daar waar de surveydata gelijk het grote Woononderzoek eerder momentopnames zijn (met wel mogelijkheden voor dynamische analyses), zijn er recent meerdere mogelijkheden om op basis van administratieve data jaarlijkse evoluties in kaart te brengen en te analyseren (gelijk de data van AAPD en in het bijzonder de fiscale IPCAL databank). Zoals uit het rapport ‘fiscale inkomstenstatistieken als bron van woningmarktonderzoek’ blijkt, biedt deze diverse nieuwe mogelijkheden van onderzoek die momenteel nog onderbenut zijn.
Jaarplan 2014 | 21
2.9.3 Geplande outputs 2014 Een onderzoeksrapport over Woningprijzen en woningkenmerken, dat de resultaten van de hedonische prijsanalyses van 2013 en 2014 bevat (output 9.2). De doctoraatsonderzoeker verwerkt zijn laatste bevindingen betreffende het onderzoeksrapport ‘Regionaal woningprijsmodel: prijselasticiteit van het aanbod en de koopkracht voor wonen’ in een definitieve vorm (gedeelte van output 9.4).
2.9.4 Geplande valorisatie Er zijn geen bijzondere initiatieven gepland in 2014.
2.9.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: KU Leuven -CES Verantwoordelijke: Prof. Erik Buyst Onderzoeker: Roel Helgers 6 maanden, Frank Vastmans 4 maanden Voorziene onderzoekstijd: 10 maanden
2.9.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep woningmarkt’.
2.10 Werkpakket 10: Territoriale selectiviteit van het woonbeleid 2.10.1 Stand van zaken september 2013 Voorjaar 2013 werd gerapporteerd over de evaluatie van huidige ruimtelijk selectieve maatregelen in het woonbeleid. Tegelijkertijd werd de haalbaarheid van het updaten van bestaande gebiedsindelingen onderzocht, zodat de output voor 2013 gerealiseerd is. Daarnaast werd werk gemaakt van de doorlopende opdracht ‘vergelijkende literatuurstudie over de mechanismen die nieuwe woonontwikkelingen aansturen en territoriale selectiviteit’ (doorlopende opdracht van 2012-2015) in een aantal regio’s in Europa. Daarnaast werd er verder geïnvesteerd in de verwerving van inzicht in de nieuwe vormen van woonproductie en woonomgevingen en in wijzen waarop deze de territoriale selectiviteit een nieuwe betekenis geven. Gezien de relevantie voor territoriaal selectief woonbeleid, is de junior onderzoeker verantwoordelijk voor dit werkpakket ook ingezet in de ad hoc opdracht ‘Borging sociaal woonaanbod’ (Evaluatie Grond- en Pandenbeleid: BSO en sociale last), aangezien dit cruciale informatie oplevert over de ruimtelijke impact van woonbeleid, het lokaal woonbeleid en ruimtelijk beleid m.b.t. wonen. Dit
22 | Steunpunt Wonen
heeft tot gevolgd dat aan dit werkpakket 3 onderzoeksmaanden minder zullen besteed worden in 2013 dan gepland. Deze maanden worden overgedragen naar 2014.
2.10.2 Geplande activiteiten 2014 De geplande activiteiten voor 2014 zijn enerzijds het onderzoeken van nieuwe ruimtelijke categorieën ondermeer ingegeven door mobiliteit en aanwezigheid van tewerkstellingspolen. Daarnaast wordt onderzocht welke ruimtelijke selectieve woonbeleidsmaatregelen op welke categorieën kunnen toegepast worden met als strategische doelstellingen: betaalbaarheid, woonzekerheid en woonkwaliteit. Verder wordt de haalbaarheid onderzocht van ruimtelijk selectief woonbeleid op basis van een projectmatige aanpak (aanbodbeleid); dit onderzoek verloopt in de vorm van case-studies en ontwerpend onderzoek, en bekijk daarnaast ook de actuele productiewijzen voor wonen.
2.10.3 Geplande outputs 2014 Output 10.3: rapport met voorstellen voor nieuwe ruimtelijke categorieën en aanbevelingen voor ruimtelijk selectieve beleidsmaatregelen.
2.10.4 Geplande valorisatie Voorziene publicatie van een internationaal artikel: Aernouts N., Ryckewaert M., ‘The spatial dimension of the Flemish housing policy’.
2.10.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: KU Leuven - OSA Verantwoordelijke: Michael Ryckewaert, Bruno De Meulder Onderzoeker: Jurgen Ceuppens 11 onderzoeksmaanden, Michael Ryckewaert 1,4 onderzoeksmaanden. (Opmerking: in het meerjarenplan waren 6 onderzoeksmaanden voorzien voor Michael Ryckewaert. Vermits nu een junior onderzoeker wordt ingezet kunnen meer onderzoeksmaanden worden gepland voor dezelfde kostprijs).
2.10.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep Beleidsinstrumenten’.
Jaarplan 2014 | 23
3. Tijdsplanning
3.1.1 Toelichting De gantt charts op de volgende pagina zijn een aangepast versie van deze uit het meerjarenplan en die al een update kregen in het jaarplan 2013 en jaarverslag 2012. In de tabel met de onderzoeksmaanden geeft het eerste cijfer in de vakjes steeds het aantal maanden dat voorzien was in het meerjarenplan. Tussen haakjes is de overdracht van onderzoeksmaanden over jaren heen en tussen werkpakketten opgenomen. Het betreft steeds wijzigingen die zijn opgenomen in een jaarplan of jaarverslag. De aanpassingen die zijn aangebracht, werden bij de betreffende werkpakketten reeds toegelicht. Als gevolg van aangepaste prognoses van de personeelskosten kan het aantal onderzoeksmaanden voor 2014 ook verschillen van de persoonsmaanden die in het meerjarenplan zijn te vinden. In dit geval volgt na het oorspronkelijke cijfer een pijltje met het nieuwe cijfer. We vatten de voornaamste wijzigingen hier samen. Deze wijzigingen hebben ook hun invloed op de geplande outputs. De verschuivingen zijn ook hier visueel zichtbaar. Omwille van de vertraging in het beschikbaar komen van de data worden in totaal binnen WP1 13,4 onderzoeksmaanden overgeheveld van 2013 naar 2014. De compenserende verschuivingen zijn de volgende: - Het HIVA startte al in 2013 met het onderzoek over in- en uitstroom uit de sociale huisvesting. Er werden hiervoor 4,6 maanden verschoven van 2014 naar 2013. - LUCA zal in 2014 3 maanden minder besteden aan de studie over migratie. Dit wordt gecompenseerd door in 2013 3 extra maanden te besteden aan WP3, met name voor de redactie van een paper over ‘housing first’ en om een overkoepelend rapport te schrijven voor de drie papers over het verlaten van instellingen. - De Universiteit Hasselt zal in 2014 1 maand die voorzien was voor bijkomende analyses op de EPCdatabank (WP5) besteden aan verwerking van de nieuwe surveygegevens. Als compensatie wordt in 2013 1 maand extra gewerkt op WP5. - Voor OSA worden 4,8 extra onderzoeksmaanden voorzien door verschuivingen over werkpakketten. Het grootste deel van deze onderzoekstijd (4,2 maanden) komt van middelen die waren voorzien binnen WP2, maar die door omstandigheden (hoger uitgelegd) niet kunnen worden aangewend in 2013 en dus kunnen worden overgedragen. In plaats van overdracht binnen het WP2 wordt er gekozen voor een transfer naar WP1. Ook van de tijd voorzien in 2014 (2 maanden) wordt nog 0,2 onderzoeksmaand afgehaald. De resterende tijd wordt afgehaald van WP10.
Jaarplan 2014 | 25
3.1.2 Onderzoeksmaanden Working packages
Research months*
1 Woonsurvey 2012
2012
2013
2014
2015
Quarters
Quarters
Quarters
Quarters
1
2
30,4
3
4
1
3
2
3
3
4
1
6,6 (-4,6) 4,8 (-3)
2
1 (-1) 11
3 Onderkant woningmarkt
26,4
4 Private verhuurders 5 EPC databank 6 Indicatoren
(+1)
1
1
2
(+3)
1
1
1
19
6 (-2,5)
5 (+1)
4 (-1)
8
1
1
1
10 Territoriale selectiviteit
2
2
6,6 (-4,6)
3,6
44
11 (-1)
11 (+1)
10
12
27
7 -->11,3 (-3)
11,4 (+3)
6 --> 12,4
8
1 Toepassingen richthuurprijzen
3
2 Regionalisering huurwetgeving
7
3 Behoeftenraming sociale koop
1
4 Tevredenheidsmeting
5
3 --> 5,22 7 (-0,66)
(+0,66) 1
3 (-0,8)
(+0,8) 2 (-1,15
3
6 Opvolging veldwerk woningopname 68 d 7 Evaluatie private huurwetgeving 8 Verdere uitvoering woningopname 2 + 24 dagen
12
9 Evaluatie grond- en pandenbeleid
8,3
26 | Steunpunt Wonen
1
4,8
*: volgens meerjarenplan, zonder aanpassingen in de loop van de uitvoering
5 Huiskorting
4
3
(+4,6) 9 Prijsvorming
1
2
2,4
0 (+1,15) 2 0,5 (-0,4)
(+0,4)
0,5 (-0,5) 4
(+0,5) 12 1,2 2 6,3 1 1
CES HIVA + sub
PHL 9,6
2 (+2)
17,4
Partners
OTB 4,8 (-3)
2 8 In- en uitstroom soc. huisvesting
4
OSA 2 (-0,2)
6,6 (-2)
3
HIVA
4
17,6
2
2
2 7 Bereik en effecten woonbeleid
1
(+4,8)
3 (+3) (-4,2) 2,4 (+1,6)
4
3
3 (-3) 9,6 (-1,6)
3
(+4,6) (+3)
2 2 Meting leegstand…
2
3
LUCA UA
3.1.3 Outputs
Werkpakketten 1 Grote woononderzoek 2013
OM
2012
2013
2014
2015
Kwartalen
Kwartalen
Kwartalen
Kwartalen
1
2
3
4
1
2
3
4
30,4
1
2
3
4
1
2
3
4
1.1
1.5
1.2
1.5
1.4
1.3
2 Leegstand 3 Onderkant woningmarkt 4 Private verhuurders 5 EPC databank 6 Indicatoren
11 26,4
2.1
2.2 tem 2.4
2.1
2.2 tem 2.4
3.1
3.2
3.3
4
4.1
3.4 4.2
4.3
19
5.1
5.2, 5.3
5.4 tem 5.7
5.8, 5.9
8
6.1, 6.2
6.1, 6.4
6.1, 6.5
6.1, 6.5
6.3
7 Bereik en effecten woonbeleid
17,6
6.7
7.1 en 7.2
7.6 7.3
7.4 7.5
8 In- en uitstroom soc. huisvesting
17,4
8.1 en 8.2
8.3 8.4
9 Prijsvorming 10 Territoriale selectiviteit
44
9.1
9.2
27
10.1
10.2
8.5 9.3 tem 9.5
10.3
10.4
volledig verschoven naar … gedeeltelijk verschoven naar …
Jaarplan 2014 | 27
4. Toelichting jaarbegroting
4.1 Begroting Steunpunt Wonen 2014 Personeelskosten Directe personeelsinzet HIVA - Kristof Heylen / WP 1, WP7, WP 8 HIVA - Sien Winters / WP 6 CES - Roel Helgers / WP 9 CES - Frank Vastmans / WP 2, WP 4 en WP 9 OSA - Michael Ryckewaert / WP 2, WP 10 OSA - Jurgen Ceuppens / WP 2, WP 10 OSA - Lieve Vanderstraeten / WP 1, WP 2 UH - Pascal Vannitsen / WP 1 UH - Pascal Vannitsen / WP 5 UH - Pascal Vannitsen / WP 7 OTB - Marietta Haffner / WP 7 LUCA - Isabelle Pannecoucke Indirecte personeelsinzet HIVA - Sien Winters / coördinatie HIVA - Sandra Volders / centraal secretariaat HIVA - Inge Vanderwaeren / ondersteuning onderz Totaal aantal persoonsmaanden Werkingskost Kost: Werking, direct [Berekende waarde] Informatie en documentatie KU Leuven UH LUCA OTB ICT KU Leuven UH LUCA OTB Uitrusting KU Leuven UH LUCA OTB Reiskosten KU Leuven UH LUCA OTB Valorisatie KU Leuven UH LUCA OTB
Bezetting (in persoonsmaanden) 59,00 10,60 1,00 6,00 7,00 2,40 12,00 2,40 1,00 3,00 2,00 2,00 9,60 8,20 6,50 1,70
67,20
in EUR € 338 954,18 € 63 086,42 € 9 970,58 € 20 345,20 € 48 486,80 € 20 424,84 € 41 574,00 € 14 397,06 € 6 042,01 € 18 126,05 € 12 084,03 € 21 417,19 € 63 000,00 € 90 495,00 € 67 376,00 € 10 500,00 € 12 619,00 Totale personeelskost
€ 429 449,18
€ 31 742,29 € 8 071,28 € 6 352,00 € 500,00 € 219,28 € 1 000,00 € 8 573,65 € 7 073,65 € 500,00 €€ 1 000,00 € 2 632,00 € 1 032,00 € 600,00 € 1 000,00 € 9 124,73 € 6 424,73 € 2 000,00 € 500,00 € 200,00 € 3 340,63 € 2 890,63 € 250,00 €€ 200,00
Jaarplan 2014 | 29
Kost: Werking, indirect Informatie en documentatie KU Leuven UH LUCA OTB ICT KU Leuven UH LUCA OTB Uitrusting KU Leuven UH LUCA OTB Reiskosten KU Leuven UH LUCA OTB Valorisatie KU Leuven UH LUCA OTB Totaal kost werking: [berekende waarde] Totaal personeelskost en werkingskost [Berekende waarde] Centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten [berekende waarde] Onderaannemingskost opvolging veldwerk woningopname / WP 1: aan te besteden Totaal kost onderaanneming: [berekende waarde]
€ 12 899,45 € 325,00 € 325,00 € € € € 3 475,00 € 3 475,00 € € € €€€ € € € 1 099,45 € 1 099,45 € € € € 8 000,00 € 8 000,00 € € € € 44 641,74 € 474 090,92 € 47 409,09
€-
Totale kost:
€ 521 500,01
Beschikbaar budget Inkomst: Financiering Vlaamse Overheid [berekende waarde] Basisfinanciering EWI EBO EC118 4150 Cofinanciering woonbeleid NCO NE234 3300 Inkomst: Andere financiering of eigen inkomsten [berekende waarde]
€ 734 182,46 € 490 182,46 € 244 000,00
Inkomst: Reserveoverdracht van 2013 (raming) Totaal beschikbaar budget: [berekende waarde]
€ 102 576,88 € 836 759,34
Balans Korte termijnopdrachten Balans na korte termijnopdrachten
€ 315 259,33 € 249 900,00 € 65 359,33
30 | Steunpunt Wonen
€-
8,9%
4.2 Begroting KU Leuven 4.2.1 Begroting HIVA Personeelskosten Directe personeelsinzet Kristof Heylen / WP 1, WP 7, WP 8 Sien Winters / WP 6 Indirecte personeelsinzet Sien Winters / coördinatie Sandra Volders / centraal secretariaat Inge Vanderwaeren / ondersteuning onderzoekers Totaal aantal persoonsmaanden Werkingskost Kost: Werking, direct [Berekende waarde] Informatie en documentatie 11,6 onderzoeksmaanden à 200 euro ICT PC: 11,6 maanden à 150 euro Uitrusting Reiskosten o.a. ENHR 2014 Kristof Heylen, verplaatsingskosten Valorisatie Kost: Werking, indirect Informatie en documentatie Sien Winters: 6,5 maanden à 50 euro ICT Sien Winters: PC: 6,5 maanden à 150 euro Beheer en updates website en intranet Uitrusting Reiskosten o.a. ENHR 2014 Sien Winters, verplaatsingskosten Valorisatie Organisatie studiedagen, catering, vertaalkosten jaarverslag, enz. Totaal kost werking: [berekende waarde] Totaal personeelskost en werkingskost [Berekende waarde] Centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten [berekende waarde]
bezetting (in persoonsmaanden) 11,60 10,60 1,00 8,20 6,50 1,70 19,80
in EUR
Totale personeelskost
€73 057,00 €63 086,42 €9 970,58 €90 495,00 €67 376,00 €10 500,00 €12 619,00 € 163 552,00
€5 264,73 €2 320,00 €2 320,00 €1 740,00 €1 740,00 €€€1 204,73 €1 204,73 €€€12 899,45 €325,00 €325,00 €3 475,00 €975,00 €2 500,00 €€€1 099,45 €1 099,45 €8 000,00 €8 000,00
€18 164,18 €181 716,18 €18 171,62
Onderaannemingskost
Totaal kost onderaanneming: [berekende waarde] Totale kost:
€€199 887,80
Jaarplan 2014 | 31
4.2.2 Begroting CES Personeelskosten
bezetting (in persoonsmaanden) 13,00 6,00 7,00 0,00
Directe personeelsinzet Roel Helgers / WP 9 Frank Vastmans / WP 2, WP 4, WP 9 Indirecte personeelsinzet
Totaal aantal persoonsmaanden
13,00
Werkingskost Kost: Werking, direct [Berekende waarde] Informatie en documentatie [Detail] … ICT
€6 883,63 €1 032,00 €1 032,00 €2 409,00 €2 409,00
Uitrusting
€1 032,00 €1 032,00
Reiskosten
€1 720,00 €1 720,00
Valorisatie
€690,63 €690,63
Kost: Werking, indirect Informatie en documentatie
€€-
ICT
€-
Uitrusting
€-
Reiskosten
€-
Valorisatie
€-
Totaal kost werking: [berekende waarde] Totaal personeelskost en werkingskost [Berekende waarde] Centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten [berekende waarde]
€6 883,63 €75 715,63 €7 571,56
Onderaannemingskost
Totaal kost onderaanneming: [berekende waarde] Totale kost:
32 | Steunpunt Wonen
€€83 287,19
in EUR €68 832,00 €20 345,20 €48 486,80 €-
Totale personeelskost
€68 832,00
4.2.3 Begroting OSA Personeelskosten
bezetting (in persoonsmaanden) 16,80 2,40 12,00 2,40 0,00
Directe personeelsinzet Michael Ryckewaert / WP 2, WP 10 Jurgen Ceuppens / WP 2, WP 10 Lieve Vanderstraeten /WP 1, WP 2 Indirecte personeelsinzet
Totaal aantal persoonsmaanden
16,80
Werkingskost Kost: Werking, direct [Berekende waarde] Informatie en documentatie Onderzoeksliteratuur - boeken Onderzoeksliteratuur - tijdschriften ICT Soft- en hardware en data Uitrusting Reiskosten Alg. Verplaatsingskosten Bijwonen int'l conferenties Valorisatie Publicatiekosten Kost: Werking, indirect Informatie en documentatie
Totale personeelskost
€76 395,90 €20 424,84 €41 574,00 €14 397,06 €€€€76 395,90
€€€€€-
Uitrusting
€€-
Reiskosten
€€-
Valorisatie
€-
Totaal personeelskost en werkingskost [Berekende waarde] Centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten [berekende waarde]
8510,35 3464,5 5998,77
€11 624,65 €3 000,00 €1 500,00 €1 500,00 €2 924,65 €2 924,65 €€€3 500,00 €1 000,00 €2 500,00 €2 200,00 €2 200,00
ICT
Totaal kost werking: [berekende waarde]
in EUR
€€11 624,65 €88 020,55 €8 802,05
Onderaannemingskost
Totaal kost onderaanneming: [berekende waarde] Totale kost:
€€96 822,60
Jaarplan 2014 | 33
4.2.4 Begroting KU Leuven totaal Personeelskosten Directe personeelsinzet HIVA - Kristof Heylen / WP 1, WP 7, WP 8 HIVA - Sien Winters / WP 6 CES - Roel Helgers / WP 9 CES - Frank Vastmans / WP 2, WP 4, WP 9 OSA - Michael Ryckewaert / WP 2, WP 10 OSA - Jurgen Ceuppens / WP 2, WP 10 OSA - Lieve Vanderstraeten /WP 1, WP 2 Indirecte personeelsinzet HIVA - Sien Winters / coördinatie HIVA - Sandra Volders / centraal secretariaat HIVA - Inge Vanderwaeren / ondersteuning ond Totaal aantal persoonsmaanden Werkingskost Kost: Werking, direct [Berekende waarde] Informatie en documentatie HIVA CES OSA ICT HIVA CES OSA Uitrusting HIVA CES OSA Reiskosten HIVA CES OSA Valorisatie HIVA CES OSA Kost: Werking, indirect Informatie en documentatie Sien Winters: 6,5 maanden à 50 euro ICT Sien Winters: PC: 6,5 maanden à 150 euro Beheer en updates website en intranet Uitrusting Reiskosten o.a. ENHR 2014 Sien Winters, verplaatsingskosten Valorisatie Organisatie studiedagen, catering, vertaalkosten jaarverslag, enz. Totaal kost werking: [berekende waarde]
34 | Steunpunt Wonen
bezetting (in persoonsmaanden) 41,40 10,60 1,00 6,00 7,00 2,40 12,00 2,40 8,20 6,50 1,70 49,60
€23 773,01 €6 352,00 €2 320,00 €1 032,00 €3 000,00 €7 073,65 €1 740,00 €2 409,00 €2 924,65 €1 032,00 €1 032,00 €6 424,73 €1 204,73 €1 720,00 €3 500,00 €2 890,63 €690,63 €2 200,00 €12 899,45 €325,00 €325,00 €3 475,00 €975,00 €2 500,00 €€1 099,45 €1 099,45 €8 000,00 €8 000,00 €36 672,46
in EUR
Totale personeelskost
€ 218 284,90 €63 086,42 €9 970,58 €20 345,20 €48 486,80 €20 424,84 €41 574,00 €14 397,06 €90 495,00 €67 376,00 €10 500,00 €12 619,00 € 308 779,90
Totaal personeelskost en werkingskost [Berekende waarde] Centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten [berekende waarde]
€345 452,36 €34 545,24
Onderaannemingskost opvolging veldwerk woningopname / WP 1: aan te besteden Totaal kost onderaanneming: [berekende waarde] Totale kost:
€€379 997,59
Jaarplan 2014 | 35
4.3 Begroting Universiteit Hasselt Personeelskosten
bezetting (in persoonsmaanden) 6,00 1,00 3,00 2,00 0,00
Directe personeelsinzet Wesley Ceulemans / WP 1 Wesley Ceulemans / WP 5 Wesley Ceulemans / WP 7 Indirecte personeelsinzet
Totaal aantal persoonsmaanden
6,00
Werkingskost Kost: Werking, direct [Berekende waarde] Informatie en documentatie [Detail] ICT Uitrusting Reiskosten Valorisatie
Kost: Werking, indirect
€3 250,00 €500,00 €500,00 €500,00 €500,00 €€€2 000,00 €2 000,00 €250,00 €250,00 €€-
ICT
€-
Uitrusting
€-
Reiskosten
€-
Valorisatie
€-
Totaal personeelskost en werkingskost [Berekende waarde] Centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten [berekende waarde]
€3 250,00 €39 502,09 €3 950,21
Onderaannemingskost
Totaal kost onderaanneming: [berekende waarde] Totale kost:
36 | Steunpunt Wonen
€36 252,09 €6 042,01 €18 126,05 €12 084,03 €-
Totale personeelskost
Informatie en documentatie
Totaal kost werking: [berekende waarde]
in EUR
€€43 452,30
€36 252,09
4.4 Begroting LUCA School of Arts Personeelskosten
bezetting (in persoonsmaanden) 9,60 9,60
Directe personeelsinzet Isabelle Pannecoucke/WP1, WP3, WP8
Indirecte personeelsinzet
0,00
Totaal aantal persoonsmaanden
9,60
Werkingskost Kost: Werking, direct [Berekende waarde] Informatie en documentatie [Detail] ICT
Totale personeelskost
Reiskosten
€500,00 €500,00
Valorisatie
€-
Informatie en documentatie
€€-
ICT
€-
Uitrusting
€-
Reiskosten
€-
Valorisatie
€-
Totaal personeelskost en werkingskost [Berekende waarde] Centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten [berekende waarde]
€63 000,00
€1 319,28 €219,28 €219,28 €€600,00 €600,00
Totaal kost werking: [berekende waarde]
€63 000,00 €63 000,00
€-
Uitrusting
Kost: Werking, indirect
in EUR
€1 319,28 €64 319,28 €6 431,93
Onderaannemingskost
Totaal kost onderaanneming: [berekende waarde] Totale kost:
€€70 751,21
Jaarplan 2014 | 37
4.5 Begroting OTB Personeelskosten
bezetting (in persoonsmaanden) 2,00 2,00
Directe personeelsinzet Marietta Haffner / WP 7 Indirecte personeelsinzet
0,00
Totaal aantal persoonsmaanden
2,00
Werkingskost Kost: Werking, direct [Berekende waarde] Informatie en documentatie Benodigde literatuur en kosten voor databestanden ICT Benodigde pakketten voor analyse en rapportage Uitrusting Kosten voor analyse data bestanden en methodische ondersteuning daarbij Reiskosten Kosten voor bezoek Steunpunt Wonen (meest in Leuven) en vergaderingen van begeleidingscommissies (meest in Brussel) Valorisatie Kosten voor bekendmaking onderzoeks-resultaten: bezoek voor presentaties onderzoeksresultaten, schrijven van documenten met verwijzing naar onderzoeksresultaten Kost: Werking, indirect Informatie en documentatie
Totale personeelskost
€3 400,00 €1 000,00 €1 000,00 €1 000,00 €1 000,00 €1 000,00 €1 000,00 €200,00 €200,00
€200,00 €200,00
€-
€-
Uitrusting
€-
Reiskosten
€-
Valorisatie
€-
€3 400,00
Totaal personeelskost en werkingskost [Berekende waarde] Centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten [berekende waarde] Onderaannemingskost
€24 817,19
Totaal kost onderaanneming: [berekende waarde]
€-
Totale kost:
38 | Steunpunt Wonen
€21 417,19 €21 417,19 €-
ICT
Totaal kost werking: [berekende waarde]
in EUR
€2 481,72
€27 298,91
€21 417,19
4.6 Personeelsinzet Personeelsinzet (in persoonsmaanden) Directe personeelsinzet Werkpakket 1: Woonsurvey 2012 Werkpakket 2: Meting van de leegstand… Werkpakket 3: Onderkant woningmarkt Werkpakket 4: Private verhuurders Werkpakket 5: Analyses EPC-databank Werkpakket 6: Indicatoren Werkpakket 7: Bereik en effecten van beleid Werkpakket 8: In- en uitstroom sociale huisvesting Werkpakket 9: Prijsvorming woningmarkt Werkpakket 10: Territoriale selectiviteit Indirecte personeelsinzet Coördinatie Centraal secretariaat Ondersteuning onderzoekers Totaal aantal persoonsmaanden
HIVAKU Leuven 11,60 7,60
CESKU Leuven 13,00 2,00
OSAKU Leuven 16,80 2,60 1,80
PHL/UH 6,00 1,00
LUCA 9,60 3,00
OTB 2,00
Totaal 59,00 14,20 3,80 1,80 1,00 3,00 1,00
2,00
5,00
1,80 1,00 3,00 1,00 1,00
2,00
2,00
4,80
0,00
0,00
0,00
6,80 10,00 12,40 8,20 6,50 1,70 0,00
6,00
9,60
2,00
67,20
10,00 8,20 6,50 1,70
0,00
12,40 0,00
19,80
13,00
16,80
Jaarplan 2014 | 39
4.7 Toelichting bij de begroting 4.7.1 Gevolgde principes bij het opmaken van de begroting 2014 Conform de beheersovereenkomst van het Steunpunt wordt het budget van het Steunpunt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex overeenkomstig de begrotingsinstructies. Op dit ogenblik is de betreffende index nog niet bekend. Bovendien zijn de afgelopen jaren telkens besparingen doorgevoerd op de budgetten. Ook deze zijn momenteel nog niet bekend. Ten slotte is er een derde onbekende factor die van belang is bij het opmaken van een begroting, namelijk de verwachte overdrachten uit het vorige werkjaar. Hiervoor kunnen we ramingen maken. Maar pas na afsluiting van het werkjaar zullen de definitieve overdrachten bekend zijn Voor elk van deze onbekende factoren zouden we in onze begroting hypothesen kunnen aannemen. Van zodra er zekerheid over is, kunnen dan de begrotingen worden aangepast. Deze wijze van rapporteren volgden we in het verleden bij het Steunpunt Ruimte en Wonen, maar was aanleiding tot complexe tabellen die een correcte opvolging van de financiering van het steunpunt bemoeilijkten. Om die reden hebben we hier net als bij de opmaak van het jaarplan 2013 de volgende werkwijze gevolgd. - Het totale budget voor 2014 is dit wat voorzien was in het meerjarenplan, zonder rekening te houden met indexeringen en verwachte besparingen. - Het budget voor 2014 bevat nog niet de verwachte overdrachten uit 2013. In het activiteitenverslag van 2013 zullen we de definitieve overdrachten opnemen. Op dat ogenblik zal met de stuurgroep worden afgesproken hoe deze overdrachten zullen worden aangewend. Om de stuurgroep nu al inzage te geven in de verwachte overdrachten, nemen we hierna (onder titel ‘3.3 Uitvoering van de begroting 2013) een raming op van de overdrachten per onderdeel en per partner. Verder is bij het opmaken van de begroting de verdeling van de budgetten over de partners behouden zoals deze was voorzien in het meerjarenplan. Binnen het budget van elk van de partners zijn er wel verschuivingen. Deze zijn voornamelijk het gevolg van grotere duidelijkheid over de kosten voor het personeel dat op het steunpunt wordt ingezet. Om die reden zijn er verschuivingen tussen personeels- en werkingskosten, of is soms de onderzoekstijd voor een werkpakket aangepast.
4.7.2 Korte toelichting bij de begroting 2014 De in de begroting opgenomen uitgaven betreffen net zoals in het jaarplan 2012 en 2013 alleen de uitvoering van de basisopdracht. Overeenkomstig het meerjarenplan is de begroting opgemaakt uitgaande van een totaal budget van 521 500 euro, dit is 70% van het in het meerjarenplan ingeschreven budget. De personeelskosten bedragen 429 449,18 euro. Deze kosten vertegenwoordigen 67,2 onderzoeksmaanden, die gespreid over 10 werkpakketten worden ingezet. Uitgedrukt in persoonsmaanden is WP1 (Grote Woononderzoek 2013) het grootste werkpakket met 13,6 maanden. Ook WP9 (prijsvorming op de woningmarkt) en WP10 (Territoriale selectiviteit) zijn in persoonsmaanden belangrijke werkpakketten. De werkingskosten worden begroot op 44 641,74 euro. Het grootste deel (71%) van deze werkingskosten zijn directe kosten. Het betreft o.a. kosten voor de aankoop van documentatie, software, pc’s,
40 | Steunpunt Wonen
data, verplaatsingskosten. Meerdere onderzoekers voorzien een bedrag voor deelname aan internationale conferenties, waaronder de ENHR Conference 2014 in Edinburgh. Het overige deel van de werkingskosten betreft de centrale werking van het Steunpunt. De inkomsten gaan uit van ongewijzigd beleid. Dit betekent een bedrag van 490 182,46 euro uit de basisfinanciering van EWI en 244 000 euro cofinanciering vanuit het beleidsveld woonbeleid, samen 734 182,46 euro. Aan inkomstenzijde is ook een geraamde overdracht van 102 576,88 euro opgenomen. Hoe we tot dit bedrag komen, is uitgelegd in 4.8. Dit brengt het totaal beschikbare bedrag voor 2014 op 836 759,34 euro. Van dit bedrag wordt 249 900 euro gereserveerd voor ad hoc opdrachten. De balans na de korte termijnopdrachten bedraagt daarmee 65 359,33 euro, wat overeen komt met 8,9% van de begroting (exclusief reserves uit de voorgaande jaren).
4.8 Uitvoering begroting 2013 4.8.1 Basisopdracht 2013 a) KU Leuven, CES De begroting 2013 zal vermoedelijk verder worden uitgevoerd zoals voorzien in het jaarplan. De overgedragen reserves uit 2013 (8 311,28 euro) waren bedoeld voor de afwerking van de ad hoc opdracht ‘huiskorting’. Deze opdracht is inmiddels afgerond en daarmee zijn ook de resterende middelen uitgeput. b) KU Leuven, HIVA De begroting 2013 zal vermoedelijk verder worden uitgevoerd zoals voorzien in het jaarplan. De overgedragen middelen uit 2013 (38 826,62 euro) betroffen voor ongeveer de helft nog lopende ad hoc opdrachten. Deze opdrachten worden afgewerkt in 2013 en zullen dus geen aanleiding zijn tot nieuwe overdrachten. De reserve die werd opgebouwd binnen de basisopdracht zal wel voor een groot deel worden overgedragen met het oog op de stijgende loonkosten voor de volgende jaren. We ramen hiervoor een overdracht van ongeveer 10 000 euro. c) KU Leuven, OSA Omwille van de grote prioriteit die is toegekend aan de uitvoering van de ad hoc opdracht ‘Borging sociaal woonaanbod’ en omdat de taken van de onderzoekers binnen deze opdracht tijdens de uitvoering door de opdrachtgever ruimer werden gedefinieerd dan voorzien bij de opmaak van het projectvoorstel, heeft OSA onderzoekers die werkzaam waren voor WP2 en WP10 mee ingezet voor de ad hoc opdracht. In totaal wordt verwacht dat 3 onderzoeksmaanden meer zullen besteed worden aan de ad hoc opdracht dan voorzien. Voor WP2 en WP10 zullen in 2013 respectievelijk 4,2 en 3 onderzoeksmaanden minder worden besteed dan voorzien. Dit betekent dat OSA een overdracht van 2013 naar 2014 verwacht die overeenstemt met ongeveer 4,2 onderzoeksmaanden of 25 000 euro. Deze zullen integraal worden besteed aan WP1.
Jaarplan 2014 | 41
d) OTB TU Delft De begroting 2013 zal vermoedelijk verder worden uitgevoerd zoals voorzien in het jaarplan. De overgedragen middelen uit 2012 waren bestemd voor afwerking van de ad hoc opdracht ‘Tevredenheidsmeting sociale huisvesting’. e) PHL De beschikbare middelen voor 2013 alsook het overgehevelde bedrag van 2012 naar 2013 (ten bedrage van 6 034,05 euro) zullen ongeveer volledig worden aangewend in 2013. Het overgehevelde bedrag is gebruikt om de hogere loonkost van Pascal Vannitsen (wegens hogere anciënniteit dan in de begroting geraamd) te compenseren. f) LUCA School of Arts De begroting 2013 zal uitgevoerd worden zoals gepland. De uit 2012 overgedragen middelen (21 649,83 euro) zullen bijna volledig worden overgedragen naar 2014 om de uitwerking van de derde thematische paper uit WP3 (jaarplan 2012) te financieren. We nemen in de raming een overdracht op van 20 000 euro. g) Centraal werkingsbudget In 2013 was een budget voorzien van 11 550 euro. Daarnaast was er uit 2012 een overdracht van 5 395,51 euro. In 2013 werd slechts een studiedag georganiseerd en bleven de kosten voor updates aan website en SharePoint beperkt. We ramen de overdracht op ongeveer 10 000 euro. Deze wordt gereserveerd voor extra valorisatie-initiatieven in het laatste werkingsjaar van het Steunpunt. h) Raming overdracht van 2013 naar 2014 voor de basisopdracht Op basis van wat voorafgaat komen we voor de basisopdracht uit op een geraamde overdracht van 65 000 euro.
4.8.2 Ad hoc opdrachten 2013 4.8.2.1 Vastlegging budgetten 2013 In het meerjarenplan was een budget voorzien van 223 500 euro. De besparingen op het Steunpunt Wonen voor 2013 worden afgetrokken van dit ad hoc budget. Er blijft dan nog een bedrag van 212 682,46 euro voor ad hoc opdrachten in 2013.
basisfinanciering EWI cofinanciering woonbeleid totaal basisopdracht** ad hoc opdrachten
42 | Steunpunt Wonen
jaarplan 2013 aangepast* besparing 496666,67 490.182,46 248333,33 244000 745000 734182,46 521500 521500 223500 212682,46
6.484,21 4.333,33 10.817,54
Tot op heden zijn 3 projecten goedgekeurd. Hiermee rest nog een budget van 37 576,88 euro. Dit budget wordt integraal overgedragen naar 2014. De 3 goedgekeurde projecten vertegenwoordigen samen 23,5 onderzoeksmaanden. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verdeling over de projecten en over de partners. Adhoc-project Opvolging veldwerk woningopname (vervolg)
Evaluatie huurwetgeving Evaluatie grond- en pandenbeleid
Uitvoerende instelling
Budget
KU Leuven - OSA onderaanneming Totaal UA OSA LUCA HIVA Totaal
€ 11.000,00 € 17.424,00 € 28.424,00 € 79.618,00 € 46.420,00 € 7.969,50 € 12.674,08 € 67.063,58 € 175.105,58 € 6.484,21 € 4.333,33 € 212.682,46 € 37.576,88
TOTAAL ADHOC Besparing EWI Besparing woonbeleid Totaal voorziene budget reserve op 1 september 2013**
goedkeuring Onderzoeksmaanden goedkeuring 19 dec 12 2,00 1,20 3,20 goedkeuring 19 dec 12 12,00 goedkeuring 2 april 13 6,30 1,00 1,00 8,30 23,50
Verder dient hier vermeld dat in 2013 nog enkele opdrachten uit 2012 verder liepen. Het betreft: - De regionalisering van de huurwetgeving - Tevredenheidmeting sociale huisvesting - Huiskorting - Opvolging veldwerk woningopname
4.8.2.2 Aanwending budgetten 2013 De huidige planning voorziet dat deze opdrachten grotendeels zullen worden afgerond in 2013. Er zullen dus vermoedelijk maar beperkte overdrachten naar 2014 mee gepaard gaan. De overdracht naar 2014 betreft dus enkel het al hoger genoemde nog niet vastgelegde bedrag.
4.8.3 Conclusie betreffende de vermoedelijke overdracht naar 2014 Op basis van wat vooraf gaat kunnen we stellen dat de huidige planning voorziet dat de middelen voorzien binnen het jaarplan 2013, de goedgekeurde ad hoc opdrachten 2012 en 2013 en de overgedragen middelen van 2012 naar 2013 grotendeels zullen worden aangewend in 2013. We verwachten een overdracht van 65 000 euro op de basisopdracht, die voornamelijk bedoeld is om de stijgende loonkosten de volgende jaren op te vangen. Het resterende budget voor ad hoc opdrachten in 2013 (37 576,88 euro) zal worden overgedragen om toe te voegen aan het budget voor ad hoc opdrachten 2014. De verwachte overdracht van 2013 naar 2014 is de som van beide overdrachten, dus 102 576,88 euro. Het is dit bedrag dat is opgenomen in de begrotingstabel in 4.1.
Jaarplan 2014 | 43
Bijlage 1. Samenstelling begeleidingsgroepen Begeleidingsgroep Data en analyses (65,8 OM)
Werkpakketten WP1. Woonsurvey 2012 WP2. Meting van de leegstand, niet-officiële bewoning en grijs wooncircuit WP6. Ontwikkeling van indicatoren WP8. Analyse in- en uitstroom sociale huisvesting Ad hoc opdracht 4 ‘Tevredenheidsmeting sociale huur’
Outputs behorend tot andere werkpakketten Output 4.1: resultaten Woonsurvey over private huurmarkt (advies van BG private huurmarkt)
Leden W-Vl Afdeling Woonbeleid
W-Vl Afdeling Wonen
Kabinet wonen Departement RWO – ARP SVR Team Stedenbeleid VMSW VVH/VLEM CIB
Vlaams Huurdersplatform (VHP) Kenniscentrum Vlaamse Steden VVSG Provincies Vlaamse Woonraad Vlaams Armoedesteunpunt Steunpunt Wonen
44 | Steunpunt Wonen
Personen Veerle Geurts Eva Debusschere David Eyckmans Lize Haagdorens Wim Guillemyn of Johan Vandenberghe Van den Bosch Hilde Luc Bollaert Ilse Baert Dorien Van Cauwenberge Gunther Gysemans Marjolijn Goossens Dirk Pairoux Helmer Rooze Benediekt Van Damme Isabelle Loris Hilde Schelfaut Greta Sienap Stefaan Tubex of Karen Stuyck Peter Van Den Bosch Bjorn Mallants Kristien Berkein Pieter Decelle Peggy Verzele Geert Inslegers Linda Boudry Joris Deleenheer Hilde Coudenys David Van Vooren of Pol Van Damme Danielle Dierickx Michael Ryckewaert Jurgen Ceuppens Lieve Vanderstraeten Kristof Heylen Pascal De Decker Bruno Meeus Marietta Haffner Dominique Vanneste Frank Vastmans Gerard van Bortel Sien Winters
Begeleidingsgroep Wonen en Energie (20 OM)
Werkpakketten WP5. Analyses EPC-databank
Outputs behorend tot andere werkpakketten Output 1.3: resultaten Woonsurvey over energie (Advies aan BG data en analyses) Output 6.4: indicator voor energieprestaties (Advies aan BG data en analyses) Output 7.5: effecten energiepremies (Advies aan BG Beleidsinstrumenten) Output 9.2: hedonisch prijsmodel w.b. effecten van energiekenmerken op prijzen (Advies aan BG Woningmarkt)
Leden W-Vl Afdeling Woonbeleid
Personen Veerle Geurts Valéry Stevens Kaat Tavernier
Kabinet Wonen
Helmer Rooze Jan Schaerlaekens Benediekt Van Damme Tom Vandromme Bernard Wallyn Hannes Benaets Ann Collys Nadine Dufait Kristien Berkein Pieter Decelle Peggy Verzele Nele Renders Marlies Van Holm David Van Vooren of Pol Van Damme Kris Bachus Bart Delbeke Griet Verbeeck Wesley Ceulemans Sien Winters
Inspectie RWO VMSW VEA CIB
VITO Vlaamse Woonraad TRADO OASeS Steunpunt Wonen
Jaarplan 2014 | 45
Begeleidingsgroep Beleidsinstrumenten (48,6 OM)
Werkpakketten WP7. Bereik en effecten van het woonbeleid WP10. Territoriale selectiviteit in het woonbeleid Ad hoc opdracht 3 ‘Sociale koop en sociale kavels’
Outputs behorend tot andere werkpakketten
Leden W-Vl Afdeling Woonbeleid
W-Vl Afdeling Wonen
Kabinet Wonen Departement RWO – ARP SVR VMSW VVH CIB
VLEM Kenniscentrum Vlaamse Steden Vlaams Huurdersplatform (VHP) FOD Financiën Vlaamse Woonraad Steunpunt Fiscaliteit en Begroting Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Steunpunt Wonen
46 | Steunpunt Wonen
Personen Veerle Geurts Lize Haagdorens Marie Le Roy Kaat Tavernier Hilde Van Den Bosch Luc Bollaert Ilse Baert Dorien Van Cauwenberge Gunther Gysemans Marjolijn Goossens Dirk Pairoux Helmer Rooze Benediekt Van Damme Isabelle Loris Hilde Schelfaut Greta Sienap Peter Van Den Bosch Bjorn Mallants Kristien Berkein Pieter Decelle Peggy Verzele Bert Cox Linda Boudry Geert Inslegers Geert Van Reybrouck David Van Vooren of Pol Vandamme Carine Smolders Trui Steen Kristof Heylen Pascal De Decker Michael Ryckewaert Jurgen Ceuppens Lieve Vanderstraeten Sien Winters
Begeleidingsgroep Woningmarkt (44 OM)
Werkpakketten WP9. Prijsvorming op de woningmarkt
Outputs behorend tot andere werkpakketten Output 6.2: woningprijsindex (Advies aan BG data en analyses) Output 6.6: indicator voor beschikbaarheid van woningen
Leden W-Vl Afdeling Woonbeleid
Personen Veerle Geurts Lize Haagdorens Marie Le Roy
Kabinet Wonen
Helmer Rooze Benediekt Van Damme Gert Huybrechts Katelijne D’Hauwers Pieter Decelle Peggy Verzele Geert Inslegers David Van Vooren of Pol Vandamme Erik Buyst Frank Vastmans Roel Helgers Pascal De Decker Sien Winters Veerle Geurts Ronald Van Paassen Nina Van Acker Helmer Rooze Benediekt Van Damme Tom Van Dromme Dirk Vanderborght Gerd De Keyser Bjorn Mallants Linda Boudry Joris Deleenheer Myriam Vanvinckenroye Thijs Callens Danny Lescrauwaet Pol Van Damme of David Van Vooren Koen Hermans
VCB AES CIB Vlaams Huurdersplatform (VHP) Vlaamse Woonraad Steunpunt Wonen
Onderkant woningmarkt (26,4 OM)
WP 3 Onderkant woningmarkt
W-Vl Afdeling Woonbeleid
Kabinet Wonen Inspectie RWO Wonen – Vlaanderen VMSW VVH/VLEM Kenniscentrum Vlaamse Steden VVSG Vlaams Huurdersplatform (VHP) Vlaams Netwerk Armoede Steunpunt Algemeen Welzijnswerk Vlaamse Woonraad Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vlaams Armoedesteunpunt Steunpunt Wonen
An Van Haarlem Bruno Meeus Pascal De Decker Isabelle Pannecoucke Sien Winters
Jaarplan 2014 | 47
Begeleidingsgroep Private huurmarkt (13 OM)
Werkpakketten WP 4 Private verhuurders Ad hoc opdracht 1 ‘Toepassing richthuurprijzen’ Ad hoc opdracht 2 ‘Regionalisering huurwetgeving’
Outputs behorend tot andere werkpakketten
Leden W-Vl Adeling Woonbeleid
Kabinet Wonen Inspectie RWO AES CIB BIV Vlaams Huurdersplatform (VHP) HUURpunt vzw Kenniscentrum Vlaamse Steden Vlaamse Woonraad Externe deskundige Steunpunt Wonen
48 | Steunpunt Wonen
Personen Wim Claeskens Veerle Geurts Eva Debusschere Lize Haagdorens Eline Van Agtmaal Helmer Rooze Benediekt Van Damme Tom Van Dromme Katelijne D’Hauwers Kristien Berkein Peggy Verzele Dajo Hermans Geert Inslegers of Myriam Vanvinckenroye Geraldine Serras Linda Boudry Pol Van Damme of David Van Vooren Maarten Dambre Bernard Hubeau/Diererik Vermeir Frank Vastmans Sien Winters