JAARPLAN 2015 Steunpunt Wonen
Promotor-coördinator: Prof. Erik Buyst
10 november 2014 ●●●●●
Inhoud
Inhoud
iii
1.
Doelstellingen en management 1.1 Visie en strategische doelstellingen 1.2 Operationele doelstellingen 2015 1.3 Management 1.3.1 Samenstelling 1.3.2 Interne samenwerking 1.3.3 Externe samenwerking 1.3.4 Communicatie 1.3.5 Coördinatie en secretariaat 1.4 Kortetermijnopdrachten 1.5 Samenwerking met andere steunpunten 1.6 Transversale maatschappelijke thema’s
1 1 1 3 3 3 4 5 5 6 6 7
2.
Werkpakketten 2.1 Werkpakket 1: Grote Woononderzoek 2013 (GWO2013) 2.1.1 Stand van zaken september 2014 2.1.2 Geplande activiteiten 2015 2.1.3 Geplande outputs 2.1.4 Geplande valorisatie 2.1.5 Uitvoering 2.1.6 Begeleidingsgroep 2.2 Werkpakket 2: Meting van de leegstand, niet-officiële bewoning en grijs wooncircuit 2.2.1 Stand van zaken september 2014 2.2.2 Geplande activiteiten 2015 2.2.3 Geplande outputs 2015 2.2.4 Geplande valorisatie 2.2.5 Uitvoering 2.2.6 Begeleidingsgroep 2.3 Werkpakket 3: Onderkant woningmarkt 2.3.1 Stand van zaken september 2014 2.3.2 Geplande activiteiten 2015 2.3.3 Geplande outputs 2015 2.3.4 Geplande valorisatie 2.3.5 Uitvoering 2.3.6 Begeleidingsgroep 2.4 Werkpakket 4: Private verhuring 2.4.1 Stand van zaken september 2014 2.4.2 Geplande activiteiten 2015 2.4.3 Geplande outputs 2015 2.4.4 Geplande valorisatie 2.4.5 Uitvoering 2.4.6 Begeleidingsgroep 2.5 Werkpakket 5: Analyses EPC-databank 2.5.1 Stand van zaken september 2014 2.5.2 Geplande activiteiten 2015 2.5.3 Geplande outputs 2015 2.5.4 Geplande valorisatie 2015 2.5.5 Uitvoering
9 9 9 10 11 12 12 12 12 12 13 13 13 14 14 14 14 15 15 15 15 15 15 15 16 17 17 17 17 17 17 18 18 18 18
Jaarplan 2015 | iii
2.5.6 Begeleidingsgroep 2.6 Werkpakket 6: Ontwikkeling van indicatoren 2.6.1 Stand van zaken september 2014 2.6.2 Geplande activiteiten 2015 2.6.3 Geplande outputs 2015 2.6.4 Geplande valorisatie 2.6.5 Uitvoering 2.6.6 Begeleidingsgroep 2.7 Werkpakket 7: Bereik en effecten van het woonbeleid 2.7.1 Stand van zaken september 2014 2.7.2 Geplande activiteiten 2015 2.7.3 Geplande outputs 2015 2.7.4 Geplande valorisatie 2.7.5 Uitvoering 2.7.6 Begeleidingsgroep 2.8 Werkpakket 8: In- en uitstroom sociale huisvesting 2.8.1 Stand van zaken september 2014 2.8.2 Geplande activiteiten 2015 2.8.3 Geplande outputs 2015 2.8.4 Geplande valorisatie 2.8.5 Uitvoering 2.8.6 Begeleidingsgroep 2.9 Werkpakket 9: Prijsvorming op de woningmarkt 2.9.1 Stand van zaken september 2014 2.9.2 Geplande activiteiten 2015 2.9.3 Geplande outputs 2015 2.9.4 Geplande valorisatie 2.9.5 Uitvoering 2.9.6 Begeleidingsgroep 2.10 Werkpakket 10: Territoriale selectiviteit van het woonbeleid 2.10.1 Stand van zaken september 2014 2.10.2 Geplande activiteiten 2015 2.10.3 Geplande outputs 2015 2.10.4 Geplande valorisatie 2.10.5 Uitvoering 2.10.6 Begeleidingsgroep
19 19 19 19 19 20 20 20 20 20 21 22 22 22 22 22 22 23 24 24 24 24 24 24 25 25 25 25 25 26 26 26 27 27 27 27
3.
Tijdsplanning 3.1 Toelichting 3.2 Onderzoeksmaanden 3.3 Outputs
29 29 30 31
4.
Toelichting jaarbegroting 2015 4.1 Begroting Steunpunt Wonen 2015 4.1 Begroting Steunpunt Wonen 2015. Vervolg 4.2 Begroting KU Leuven 4.2.1 Begroting HIVA 4.2.2 Begroting CES 4.2.3 Begroting OSA 4.2.4 Begroting Campus Sint-Lucas 4.2.5 Begroting KU Leuven totaal 4.3 Begroting Universiteit Hasselt 4.4 Begroting OTB 4.5 Personeelsinzet 4.6 Toelichting bij de begroting 2015 4.7 Uitvoering begroting 2014 4.7.1 Basisopdracht 2014
33 33 34 35 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 44
iv | Steunpunt Wonen
4.7.2 Ad hoc opdrachten 2014 4.7.3 Conclusie betreffende de vermoedelijke overdracht naar 2015 4.8 Budget ad hoc opdrachten 2015 Bijlage 1. Samenstelling begeleidingsgroepen
46 47 47 48
Jaarplan 2015 | v
1. Doelstellingen en management
1.1 Visie en strategische doelstellingen De doelstelling van het Steunpunt Wonen is het leveren van objectieve informatie over de huidige en de gewenste situatie op de Vlaamse woningmarkt. Het Steunpunt dient op deze manier bij te dragen aan een langetermijnvisie over het Vlaamse woonbeleid, om het grondwettelijke recht op behoorlijke huisvesting - zowel op vlak van betaalbaarheid als kwaliteit - te garanderen. Speciale aandacht gaat hierbij naar de energie-efficiëntie van de woningvoorraad en het stedelijke beleid. Het Steunpunt Wonen spitst zich meer specifiek toe op de hiaten in de kennis over wonen in Vlaanderen die zijn gedetecteerd door de Vlaamse administratie. De verschillende onderzoekslijnen die vooropgesteld zijn in de oproep van de administratie, zijn gevolgd in het meerjarenplan.
1.2 Operationele doelstellingen 2015 2015 is het laatste werkingsjaar van het Steunpunt Wonen 2012-2015. Het is dan ook logisch dat de operationele doelstellingen inhouden dat alle outputs die zijn opgenomen in het meerjarenplan, of zoals ze in de loop van de vier jaar zijn gewijzigd, worden afgewerkt en dat de resultaten worden verwerkt in rapporten. De voornaamste operationele doelstellingen voor 2015 w.b. de basisopdracht zijn: - het uitvoeren van bijkomende thematische analyses op het GWO2013 (WP1); - het afwerken van het onderzoek over de meting van de leegstand (WP2); - het afwerken van een scoping paper over de woonsituatie van migranten (WP3); - het afwerken van het onderzoek over de uitbreiding van het evenwichtsmodel huur-koop (WP4); - het uitwerken van een paper over de positie van de private huurmarkt in Vlaanderen in internationaal perspectief (WP7); - het updaten van de analyses over de energieprestaties van woningen op basis van een nieuwe versie van de EPC-databank (voor 2014) en het beschrijven van de evolutie van de EPC-scores (WP5); - het updaten van de set van indicatoren voor het woonbeleid, met inbegrip van het integreren van de nieuwe indicatoren voorgesteld op basis van onderzoek in 2014 en het voorstellen van een indicator voor de beschikbaarheid van woningen (als uitkomst van WP9 in 2015); - het updaten van de verdelingsanalyse voor Vlaanderen van de vergelijking van de verdeling van subsidies in Vlaanderen en Nederland (WP7); - het uitvoeren van kwantitatieve en kwalitatieve analyses naar de in- en uitstroom in de sociale huisvesting (WP8); - afwerking van het doctoraatsonderzoek over de ruimtelijke en temporele dynamiek van de woningmarkt (WP9); - uitbreiding en verfijning van het regionale woningmarktmodel (WP9); - afwerking van het rapport over comparatief onderzoek naar ruimtelijke sturingswijzen voor het wonen en woonaanbodbeleid (WP10);
Jaarplan 2015 | 1
- uitwerking van een rapport met beleidsgerichte aanbevelingen voor territoriaal selectief woonbeleid (WP10). - Volgende ad hoc opdrachten werden opgestart in 2014 en zullen nog verder lopen in 2015:evaluatie van de huurwetgeving (vervolg); - lokaal woonbeleid; - update huurschatter; - gemeenschappelijk wonen. Daarnaast zullen nog nieuwe ad hoc opdrachten voor 2015 worden vastgelegd. De inhoud van deze opdrachten is nog niet bekend. Omdat 2015 het laatste werkingsjaar is van het Steunpunt Wonen zal bovendien bijzondere aandacht gaan naar het bekendmaken en verspreiden van resultaten van het onderzoek. Dit gebeurt via de gebruikelijke kanalen, in de eerste plaats via de website van het Steunpunt, daarnaast via bijdragen aan wetenschappelijke tijdschriften en vakbladen, conferenties, boeken, e.a. Bij elk van de werkpakketten wordt aangegeven welke initiatieven worden genomen. Daarnaast zijn er een viertal bijzondere initiatieven gepland die beogen de resultatenvan het Steunpuntonderzoek te bundelen in boeken onder eigen redactie en deze bekend te maken en te bespreken tijdens studiedagen. Het betreft volgende initiatieven: Studiedag ‘De resultaten van het GWO2013 - Onderzoeksresultaten WP1 onder de vorm van elektronische papers - Streefdoel studiedag: januari 2015 Boek en studiedag ‘De onderkant van de woningmarkt’ - Boek met diverse bijdragen vanuit Steunpunt Wonen en van onderzoekers die niet aan het Steunpunt zijn verbonden, met als gezamenlijke vraagstelling welke problemen zich aandienen in de zwakste segmenten en voor de zwakste groepen op de woningmarkt. - Studiedag: april – mei 2015 Studie(namid)dag ‘Privaat huurrecht’ - Bekendmaking en discussie over de resultaten van de ad hoc opdracht ‘Evaluatie privaat huurrecht – vervolg’) - Gepland: september – oktober 2015 Studie(namid)dag ‘Wonen en energie’ - Onderzoeksresultaten WP5: EPC-databank, representativiteit EPC-data, evolutie EPC, … - Gepland: september - oktober 2015 Boek en studiedag ‘De economie van de woningmarkt’ - Onderzoeksresultaten WP9, aangevuld met relevante resultaten uit WP4 en eventueel ook WP1 - Gepland: november 2015 Studie(namid)dag ‘Ruimte voor wonen’ - onderzoeksresultaten WP1 (thematische analyse woninggrootte en –typologie, woningbezetting, woningdelen), WP10 en ad hoc opdracht gemeenschappelijk wonen - Gepland: december 2015
2 | Steunpunt Wonen
De voorbereiding van de studiedagen (inhoud, locatie, datum) gebeurt in overleg met de opdrachtgever.
1.3 Management 1.3.1 Samenstelling Volgende onderzoeksinstellingen nemen deel aan het Steunpunt Wonen: - KU Leuven, Centrum voor Economische Studiën (CES), met als verantwoordelijke Erik Buyst, tevens promotor van het Steunpunt; - KU Leuven, HIVA - Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving, met als verantwoordelijke Sien Winters, tevens coördinator van het Steunpunt; - KU Leuven, Onderzoekseenheid Stedenbouw en Architectuur (OSA), met als verantwoordelijken Bruno De Meulder en Michael Ryckewaert; - KU Leuven, Instituut voor de Overheid (IO), met als verantwoordelijke Geert Bouckaert; - KU Leuven, Afdeling Geografie (AG), met als verantwoordelijke Dominique Vanneste; - KU Leuven, Faculteit Architectuur, Campus Sint-Lucas Brussel, met als verantwoordelijke Pascal De Decker; - Universiteit Hasselt (UH), onderzoeksgroep ARCK, met als verantwoordelijke Griet Verbeeck; - Universiteit Antwerpen (UA), met als verantwoordelijke Stijn Oosterlynck; - TUDelft (TUD), afdeling OTB, met als verantwoordelijke Marja Elsinga. Als gevolg van de academisering van de hogescholen is op 1 oktober 2013 het Departement Architectuur van de PHL (waaronder de onderzoeksgroep ARCK viel) omgevormd tot Faculteit Architectuur en Kunst van de Universiteit Hasselt (UH). De PHL bestaat sinds die datum als dusdanig niet meer. De academische opleidingen van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst integreerden bij de start van het academiejaar 2013-2014 in KU Leuven, Faculteit Architectuur. Ook binnen de TU Delft (nu TUD) was er een hervorming. Het voormalige ‘Onderzoeksinstituut OTB’ is nu de ‘afdeling OTB-Onderzoek voor de Gebouwde Omgeving’ van de faculteit Bouwkunde van de TUD. Op grond van artikel 24, §5 van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, zoals gewijzigd door het Decreet van 13 juli 2012 betreffende integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteiten, werden alle rechten en plichten van de betreffende hogescholen overgedragen aan de universiteiten waarin ze integreerden. Inhoudelijk werd niets gewijzigd aan de overeenkomsten afgesloten in het kader van het Steunpunt Wonen: de overeenkomsten wordt onverkort uitgevoerd, zoals oorspronkelijk overeengekomen, door dezelfde personen, op dezelfde locatie.
1.3.2 Interne samenwerking In het Steunpunt Wonen zijn zeer verschillende academische disciplines vertegenwoordigd, waaronder economie, sociologie, architectuur, stedenbouw, geografie, bestuurskunde en recht. Ook thematisch is de deskundigheid complementair. De uitwisseling en samenwerking over de disciplines
Jaarplan 2015 | 3
heen staat centraal in de samenwerking. De maandelijkse teamvergaderingen vormen het zwaartepunt van de samenwerking. Ze zijn een instrument voor kennisdeling, bijvoorbeeld om informatie over databronnen uit te wisselen en op de hoogte te blijven van nieuwe wetgeving. Maar het team is vooral een discussieforum. De kritische toets van collega’s bij onderzoeksvoorstellen, onderzoeksmethodologie, tussentijdse resultaten en interpretatie zijn een vorm van interne kwaliteitscontrole. Ten slotte is het team ook het forum voor de voorbereiding van gezamenlijke initiatieven, zoals studiedagen en thematische boeken. Regelmatig worden ook externe gasten uitgenodigd. Alle onderzoekers die binnen een van de deelnemende onderzoeksinstellingen meewerken aan de uitvoering van een werkpakket of een ad hoc opdracht worden uitgenodigd voor deze teamvergaderingen. Het grootste deel van de tijd op de teamvergaderingen gaat naar inhoudelijke besprekingen. Elke teamvergadering wordt afgesloten met de opvolging van de uitvoering van het jaarplan. Daarnaast komen ook andere aspecten van de opvolging aan bod, zoals de voorbereiding van jaarverslag en jaarplan, de voorbereiding van ad hoc opdrachten, externe contacten, medewerking aan extern georganiseerde studiedagen en publicaties, financiën, personeel, … De bespreking hiervan verloopt in aanwezigheid van alle teamleden. Beslissingen worden collegiaal genomen. Voor aangelegenheden waarvoor volgens de beheersovereenkomst en de samenwerkingsovereenkomst het dagelijks bestuur bevoegd is, worden aansluitend op de teamvergadering bijeenkomsten van het dagelijks bestuur georganiseerd. Het betreft o.a. de goedkeuring van jaarplannen en jaarverslagen en de voorbereiding van ad hoc opdrachten. Wanneer dit om praktische redenen te verkiezen is, worden beslissingen per mail afgehandeld. In dit geval verstuurt de coördinator een mail met het voorstel van beslissing naar de leden van het dagelijks bestuur met de vraag om binnen de week hierop te reageren.
1.3.3 Externe samenwerking De sterke nadruk die in het onderzoek van het Steunpunt ligt op de beleidsrelevantie, vraagt om veel interactie met de opdrachtgever. De stuurgroep, die de minister adviseert over het onderzoek van het Steunpunt, heeft de inhoudelijke begeleiding gedelegeerd naar begeleidingsgroepen. Hun taak bestaat er in enerzijds de inhoudelijke discussie te voeren over de aanpak en de resultaten van het onderzoek, anderzijds de planning op te volgen en afspraken te maken over oplevering en valorisatie. Naast vertegenwoordigers van de Vlaamse administratie en van het kabinet van de verantwoordelijke minister is in de Begeleidingsgroepen ook het werkveld sterk vertegenwoordigd. Waar relevant worden ook andere steunpunten uitgenodigd. Zes begeleidingsgroepen volgen het onderzoek van het Steunpunt op: - de begeleidingsgroep data en analyses; - de begeleidingsgroep beleidsinstrumenten; - de begeleidingsgroep woningmarkt; - de begeleidingsgroep onderkant van de woningmarkt; - de begeleidingsgroep private verhuurders; - de begeleidingsgroep wonen en energie. Elke begeleidingsgroep staat in voor de opvolging van een of meerdere werkpakketten en ad hoc opdrachten. In bijlage 1 is een lijst opgenomen die verduidelijkt welke onderdelen van het onder-
4 | Steunpunt Wonen
zoeksprogramma zijn toegewezen aan elk van de begeleidingsgroepen en wie deel uitmaakt van deze begeleidingsgroepen. Voor sommige ad hoc opdrachten worden de begeleidingsgroepen aangevuld met bijkomende leden, die over specifieke deskundigheid beschikken op het betreffende domein. Bv. voor de ad hoc opdrachten gemeenschappelijk wonen en lokaal woonbeleid. Soms ook worden twee begeleidingsgroepen samen uitgenodigd op dezelfde vergadering. Dit is het geval met de opvolging van WP1 (GWO2013).
1.3.4 Communicatie Direct van bij de start van het Steunpunt is een SharePoint (intranet) ontwikkeld die alle informatie bevat die relevant is voor de opdrachtgever, teamleden en externen die deel uitmaken van een begeleidingsgroep. Deze SharePoint heeft diverse functies: - opslaan en ter beschikking stellen van documenten voor vergaderingen; - collectief archief (betrokkenen moeten geen eigen archief bijhouden); - kennisdeling (bv. info over databanken, interne documenten, … voor alle teamleden); - aankondiging van initiatieven (bv. studiedagen, persartikels, TV-uitzendingen, …); - kalender van het Steunpunt. Voor de externe communicatie beschikt het Steunpunt over een website met volgende inhoud: - beknopte toelichting bij de werkpakketten en ad hoc opdrachten; - voorstelling van het partnerschap; - publicaties: aflaadbare rapporten, referenties naar boeken en tijdschriften, referenties naar bijdragen voor internationale conferenties; - informatie over komende en afgelopen studiedagen van het Steunpunt.
1.3.5 Coördinatie en secretariaat De coördinatie van het Steunpunt en het secretariaat van het Steunpunt zijn ondergebracht bij het HIVA, Parkstraat 47 bus 5300, 3000 Leuven. De coördinator staat o.a. in voor: - agenda’s en voorbereiding van teamvergaderingen, dagelijks bestuur, stuurgroep, begeleidingsgroepen; - de dagelijkse communicatie met de opdrachtgever; - de dagelijkse communicatie met de teamleden; - de voorbereiding van jaarplannen en jaarverslagen; - de financiële opvolging (in samenwerking met de financiële dienst van de KU Leuven); - de voorbereiding van valorisatie-initiatieven (samen met de teamleden); - interne en externe communicatie (o.a. via SharePoint en website). Bij al deze taken wordt de coördinator bijgestaan door het secretariaat en andere logistieke diensten van het HIVA (zoals ICT en communicatieverantwoordelijke) en centrale diensten van de KU Leuven (zoals de dienst onderzoekscoördinatie en de financiële dienst).
Jaarplan 2015 | 5
1.4 Kortetermijnopdrachten In de opdracht van het Steunpunt Wonen wordt een onderscheid gemaakt tussen basisonderzoek en ad hoc onderzoek. De inhoud van het basisonderzoek, dat 70% van de financiering betreft, is vastgelegd in het meerjarenplan. In dit jaarplan 2015 concretiseren we dit meerjarenplan voor het jaar 2015. Daarnaast beslist de verantwoordelijke minister jaarlijks over de inhoud van de ad hoc opdrachten (voor 30% van de middelen), die meestal vertrekken vanuit concrete en actuele beleidsvragen. Voor het voorbereiden en vastleggen van de ad hoc opdrachten is intern volgende procedure afgesproken: - De coördinator informeert het Dagelijks Bestuur steeds over voorstellen voor ad hoc opdrachten vanwege de opdrachtgever. - Ook de deelnemende entiteiten krijgen de kans om ad hoc opdrachten voor te stellen. Ze maken daartoe een beknopt voorstel met inbegrip van een kostenraming over aan het dagelijks bestuur. - Het Dagelijks Bestuur beraadslaagt over de voorstellen ontvangen van de opdrachtgever en van de aan het steunpunt deelnemende entiteiten. Deze beraadslaging mondt uit in een voorlopige lijst van ad hoc projecten, met inbegrip van uitgewerkte projectvoorstellen en kostenramingen. - Een afvaardiging van het Dagelijks Bestuur bespreekt de ad hoc voorstellen met de opdrachtgever. Drie situaties kunnen zich voordoen: - Indien overeenkomst met de opdrachtgever wordt bereikt over de voorstellen, maakt de coördinator de definitieve voorstellen over aan de secretaris van de stuurgroep van het Steunpunt, in cc aan de leden van het Dagelijks Bestuur. - Indien nodig, passen de in het projectvoorstel betrokken deelnemende entiteiten de voorstellen aan. Daarna maakt de coördinator de definitieve voorstellen over aan de secretaris van de stuurgroep van het Steunpunt, in cc aan de leden van het Dagelijks Bestuur. - Indien geen overeenkomst wordt bereikt tussen de opdrachtgever en de afvaardiging van het Dagelijks Bestuur, ook niet na aanpassing van de voorstellen door de deelnemende entiteiten, zal het Dagelijks Bestuur beraadslagen over het voorstel dat zal worden overgemaakt aan de stuurgroep. Het is de minister die finaal beslist over de goedkeuring van ad hoc opdrachten. De minister wordt gevraagd deze goedkeuring per brief mee te delen aan het Steunpunt, met in bijlage van deze brief de finale versie van het projectvoorstel. Deze brief dient dan als basis voor de financiële afhandeling.
1.5 Samenwerking met andere steunpunten De interactie met andere steunpunten voor beleidsrelevant onderzoek verloopt o.a. via de deelname van vertegenwoordigers van deze steunpunten in de begeleidingsgroepen. Diverse uitnodigingen voor deelname werden verzonden. Dit resulteerde in volgende participaties: - het Steunpunt Fiscaliteit en Begroting en het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen nemen deel aan de begeleidingsgroep beleidsinstrumenten; - het Steunpunt TRADO neemt deel aan de Begeleidingsgroep Wonen en Energie; - het Steunpunt VLAS neemt deel aan de Begeleidingsgroep Onderkant Woningmarkt, de Begeleidingsgroep Beleidsinstrumenten en de Begeleidingsgroep Wonen en Energie.
6 | Steunpunt Wonen
Het Steunpunt Wonen neemt daarnaast zelf deel aan de activiteiten van het Inter-Steunpunten Transitieplatform of INTRAP, geïnitieerd door het Steunpunt TRADO (Transities voor Duurzame Ontwikkeling). Drie partners van het Steunpunt Wonen (OSA, Campus Sint-Lucas en UA) maken ook deel uit van het Steunpunt Ruimte. Zo is er een evidente uitwisseling tussen WP10 over territoriale selectiviteit en onderzoek rond polycentraliteit dat in het Steunpunt Ruimte wordt uitgevoerd. Er is ook intern overleg tussen de betrokken OSA-onderzoekers. In overleg met het Steunpunt Inburgering en Integratie heeft het HIVA in het Grote Woononderzoek 2013 vragen opgenomen rond etniciteit en het al dan niet volgen van een inburgeringscursus. Aangezien er een netto steekproef van 10 000 gezinnen is vooropgesteld, zullen er normaliter gegevens zijn voor ongeveer een 1 000-tal allochtone gezinnen. Op die manier kunnen we (voor het eerst) zicht krijgen op de woonsituatie van allochtonen en mogelijk inburgeraars. Voor de analyse van de resultaten zullen we samen met het Steunpunt Inburgering en Integratie een voorstel voor ad hoc opdracht in 2015 indienen.
1.6 Transversale maatschappelijke thema’s Om de grote maatschappelijke uitdagingen aan te pakken en te werken aan de doelstellingen van het Pact 2020, selecteerde de Vlaamse Regering samen met de Raad van Wijzen dertien thema’s waarop sterk moet worden ingezet om de Vlaamse samenleving structureel te vernieuwen (www.vlaandereninactie.be). Die transversale thema’s hebben een brede scope. Het betreft 13 thema’s, waarvan vooral de volgende relevant zijn voor het Steunpunt Wonen: - kinderarmoede; - duurzaam bouwen en wonen; - ruimte; - naar een duurzame en creatieve stad. Tot op heden is het Steunpunt Wonen echter maar beperkt betrokken bij de uitwerking van deze thema’s. Het Steunpunt blijft open staan om bijdragen te leveren aan de uitwerking van deze thema’s. Dit kan op verschillende manieren. Te denken valt aan actieve medewerking aan vergaderingen, workshops en studiedagen.
Jaarplan 2015 | 7
2. Werkpakketten
2.1 Werkpakket 1: Grote Woononderzoek 2013 (GWO2013) 2.1.1 Stand van zaken september 2014 Het veldwerk van het GWO werd afgerond 2013. De eerste maanden van 2014 werd vooral tijd besteed aan het aanmaken van een goede weegfactor. Omwille van de wijziging in het steekproefopzet die werd doorgevoerd halfweg de uitvoering van het veldwerk, werd hier meer tijd aan besteed dan oorspronkelijk werd gepland. Bovendien ging ook veel meer tijd dan voorzien naar de cleaning van het bestand van de woningopname. Einde februari werden zoals gepland de eerste resultaten toegelicht aan de BG, met oog op bekendmaking tijdens een persconferentie en tijdens de studiedag van 18 maart 2014 over de private huurmarkt. Daarbij werden enkel resultaten gepresenteerd van het interview, en dit met als duidelijke vermelding ‘voorlopig’. De daaropvolgende maanden werden meer diepgaande analyses uitgevoerd. Na uitgebreide cleaning kon ook tijdens de zomermaanden de verwerking van de gegevens uit de woningopname starten. Verder bleek uit de bijkomende analyses dat de weegfactor nog verder diende verfijnd te worden. De resultaten van deze analyses worden voorgelegd aan de BG in het najaar 2014. De resultaten van de woningopname werden meerdere malen besproken met vertegenwoordigers van de opdrachtgever, wat aanleiding was tot vragen naar bijkomende analyses en verdere verfijningen en nuanceringen aan de rapporten. In totaal zijn 5 inhoudelijke papers in voorbereiding: - Profiel deelmarkten en betaalbaarheid - Woningkwaliteit - Private verhuring - Energiekenmerken - Subjectieve beleving: woonwensen en verhuismotieven Daarnaast zijn enkele methodologische papers uitgewerkt, met o.a. een uitgebreid verslag over het verloop van het veldwerk en de kwaliteitscontrole op het veldwerk, het bepalen van de gewichten voor de steekproef, de datacleaning. Naar dit alles ging meer tijd dan was voorzien in het meerjarenplan. In het jaarplan 2014 werd dit opgevangen door overheveling van tijd uit WP2. Het blijft de bedoeling deze rapporten volledig af te werken in 2014, met oog op bekendmaking begin 2015, tijdens een studiedag.
Jaarplan 2015 | 9
2.1.2 Geplande activiteiten 2015 In 2015 zijn nog 5 onderzoeksmaanden voorzien voor bijkomende thematische analyses. We stellen voor deze analyses toe te spitsen op volgende onderwerpen:
2.1.2.1
Onderzoek naar de wachtlijst en doelgroep van de sociale huisvesting (HIVA)
Wordt behandeld: - Hoe groot is de doelgroep van de sociale huisvesting, vertrekkend van de nood aan ondersteuning volgens normen op vlak van betaalbaarheid en kwaliteit? Wat is het profiel van deze groep, bv. op vlak van inkomen, leeftijd, activiteitsstatus? Wat is de woonsituatie van deze groep in termen van kwaliteit, betaalbaarheid, woonzekerheid? - Hoe groot is de doelgroep van de sociale huisvesting volgens de wettelijke voorwaarden om een sociale woning te krijgen? Wat is het profiel en de woonsituatie van deze groep? Hoe verhoudt deze groep zich tot de groep met effectieve nood aan ondersteuning volgens normen op vlak van betaalbaarheid en kwaliteit (eerste punt hierboven)? - Wat is het profiel en de woonsituatie van de groep die op de wachtlijst staat voor een sociale woning? - Hoe verhouden deze groepen zich tot de groepen die niet in aanmerking komen voor sociale huur?
2.1.2.2
Starters op de eigendomsmarkt (HIVA)
Het voorstel is om de situatie van de starters op de eigendomsmarkt in Vlaanderen nader te onderzoeken op basis van het Grote Woononderzoek 2013. Deze groep bevat recent verhuisde eigenaarbewoners die tevoren in het ouderlijke huis woonden of voorheen huurder waren. De eigenaars die voordien ook eigenaar waren, duiden we aan met de term ‘doorstromers’. Het doel is om zicht te krijgen op de evolutie van de situatie van de starters en om zicht te krijgen op verschillen tussen startende eigenaar-bewoners voor wie de huidige woning een (hoogst haalbaar) eindpunt is, en voor wie het een tussenstap betreft op de woonladder (toekomstige doorstromers). Gezien de sterke stijging van de woningprijzen en intrede van de economische crisis in 2008 zullen verschillende perioden vergeleken worden, meer bepaald de perioden 2004/5, 2008/9 en 2012/3. Het is geweten dat een aanzienlijk deel van de starters op de eigendomsmarkt zal doorstromen naar een nieuwe eigendomswoning. Eerste analyses van het GWO wijzen uit dat de groep eigenaars verhuisd sinds 2006 meer dan 40% doorstromers bevat. Op basis van een vraag naar de toekomstplannen van de eigenaars in het GWO, zullen we een bijkomend onderscheid maken tussen de groep die een definitieve woning heeft verworven en de groep waarvoor de huidige woning tijdelijk is. Eerst zullen we achtergrondkenmerken van de verschillende groepen beschrijven. Er zal bijzondere aandacht besteed worden aan het in kaart brengen van het opleidingsniveau, aangezien deze variabele een bepalende impact heeft op de (stijging van) het toekomstige inkomen. Vervolgens bekijken we aspecten van betaalbaarheid en financiering. We wensen te achterhalen welk aandeel van het inkomen er aan de afbetaling gespendeerd wordt en hoeveel de starters overhouden van hun inkomen. Daarbij wordt getracht niet alleen een beeld te krijgen van de betaalbaarheid op moment van verwerving, maar ook de jaren nadien, door rekening te houden met inkomensprofielen over de
10 | Steunpunt Wonen
levensloop. Doel hiervan is na te gaan of een probleem met betaalbaarheid vastgesteld bij starters een blijvend, dan wel een tijdelijk probleem is. Andere aspecten die aan bod komen zijn de prijs van de woningverwerving, het aandeel van de eigen inbreng en de looptijd van de lening. Tot slot zullen we ook meerdere kenmerken van de woningen vergelijken tussen de groepen, zoals de grootte, het comfortniveau en de kwaliteit.
2.1.2.3
Onderzoek naar woninggrootte- en typologie, woningbezetting en woningdelen (OSA)
- Hoe evolueerden de woonoppervlaktecategoriën en de grootte van de woningen naar aantal kamers in de tijd (vergelijking met 2001)? - Hoe verdelen de verschillende woningkenmerken (typologie, bouwperiode, bouwfysische staat) en socio-economische kenmerken (deelmarkten, leeftijds, huishoudtypologie, inkomen) zich over de verschillende woonoppervlaktecategoriën en de woningen opgedeeld naar aantal kamers en vice versa? - Welke is de ruimtelijke dimensie van de verschillende woonoppervlaktecategoriën en de woningen opgedeeld naar aantal kamers? - Hoe evolueerden over- en onderbezetting in de tijd (vergelijking met 2001)? - Hoe verdelen de verschillende woningkenmerken (typologie, bouwperiode, bouwfysische staat) en socio-economische kenmerken (deelmarkten, leeftijds, huishoudtypologie, inkomen) zich over de verschillende klassen van over- en onderbezetting en vice versa? - Welke is de ruimtelijke dimensie van de verschillende klassen van over- en onderbezetting? - Om het beeld van woningbezetting volledig te maken en in het licht van recente maatschappelijke aandacht voor woningdelen, wordt een analyse gemaakt van het fenomeen in relatie tot woningrootte, socio-economische status, inkomen, en dergelijke. Het GWO2013 bevat voldoende data om hierover uitspraken te doen. Hoe uitgebreid is het fenomeen van samenwonen/cohousing? Welke mechanismen zitten achter dit fenomeen? Is dit vooral een stedelijk fenomeen bij jongere huishoudens, of komt het ook in andere groepen en gebieden voor? Daarnaast was in het kader van WP6 in het meerjarenplan voorzien dat de indicator woningkwaliteit wordt herwerkt in het licht van de nieuw verworven kwaliteitsaspecten vanuit het GWO2013. Ook hier wordt in 2015 door OSA nog tijd aan gespendeerd (zie ook WP6).
2.1.2.4 Overdracht databanken en handleidingen Bij de afronding van de werkzaamheden van het Steunpunt wordt voorzien de databestanden en alle handleidingen en technische nota’s die zijn opgemaakt in dat verband over te dragen aan de opdrachtgever. De databestanden zullen zodanig worden opgeleverd dat ze bruikbaar zijn door derden, d.w.z. met een codeboek en duidelijke instructies voor gebruik van de bestanden.
2.1.3 Geplande outputs - Output 1.5 (HIVA en OSA): thematische papers die hierboven zijn toegelicht.
Jaarplan 2015 | 11
2.1.4 Geplande valorisatie - Bekendmaking van deze papers via nieuwsbrief en website. - Indienen van (enkele van) deze thematische papers bij tijdschriften. - Organisatie van een studiedag waarop de voornaamste resultaten van het GWO2013 worden bekend gemaakt (januari 2015). - Bijdrage aan een studiedag ‘ruimte voor wonen’ (november–december 2015) die de ruimtebehoefte (op woningniveau) behandelt (zie ook WP10).
2.1.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: HIVA Verantwoordelijke: Sien Winters Onderzoeker: Kristof Heylen 3 onderzoeksmaanden Deelnemende entiteit: OSA Verantwoordelijke: Michael Ryckewaert: 0,4 onderzoeksmaanden Onderzoeker: Lieve Vanderstraeten, 3 onderzoeksmaanden (of 4 indien data WP2 niet beschikbaar komt; zie verder).
2.1.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep data en analyses’.
2.2 Werkpakket 2: Meting van de leegstand, niet-officiële bewoning en grijs wooncircuit 2.2.1 Stand van zaken september 2014 CES: Naast het meten van leegstand is het ook belangrijk een verklaring te geven van de leegstand. Hiertoe wordt een regressie-analyse uitgevoerd waarbij nagegaan wordt welke verklarende variabelen op statistische sectorniveau bepalend zijn om de leegstand te verklaren. Hierbij wordt de verhouding tussen woongelegenheden en huishoudens als leegstandsvariabele genomen. Uiteraard is het zo dat deze variabele voor sommige statistische sectoren geen juist beeld geeft van leegstand (studenten, …). Deze statistische sectoren worden uit de analyse gelaten. Hiervoor worden nieuwe, door AAPD aangeleverde data op statistische sector niveau gebruikt. In 2014 waren 2 onderzoeksmaanden voorzien. Hiervan zal 1 maand worden overgeheveld naar 2015. OSA: In het Jaarplan 2014 waren 1,8 onderzoeksmaanden voorzien voor dit werkpakket, in hoofdzaak om de mogelijkheden te onderzoeken die de nieuwe alternatieve Census van ADSEI zou bieden. In deze census zouden kadastergegevens aan rijksregister, KSZ en mogelijk nog andere data gekoppeld worden. Najaar 2014 zijn deze gegevens nog steeds niet beschikbaar. De koppeling zou wel nog voor het einde van 2014 gebeuren. Om die reden wordt hier voorgesteld dat OSA hieraan geen
12 | Steunpunt Wonen
onderzoekstijd meer zal spenderen in 2014 en de begrote maanden (1,8) zal besteden aan analyses en datacleaning voor het GWO 2013.
2.2.2 Geplande activiteiten 2015 OSA: Indien de data van de alternatieve censuse van ADSEI ter beschikking komen zullen de werkzaamheden voorzien voor 2014 uitgevoerd worden in 2015 (zie output 2.1). Indien deze data niet tijdig beschikbaar zijn (in casu voorjaar 2015), zal OSA slechts beperkt onderzoekstijd voorzien voor de eindrapportering van het reeds uitgevoerd onderzoek. Dit betreft basisanalyses en kaarten gerealiseerd op basis van gegevens van het kadaster en huishoudens op statistisch sectorniveau, en een overzicht van mogelijke alternatieve databronnen waaruit geput kan worden om de leegstand te reconstrueren. Deze eindrapportering is voorzien midden 2015 (zie output 2.4). CES: Er wordt één maand overgedragen naar 2015, om na te gaan hoe de statistische sectorvariabelen de link tussen woningen en huishoudens in bovenvermelde data van de census kunnen verklaren. Indien deze data niet tijdig beschikbaar zijn, is een mogelijk alternatief een case uit te werken waarvoor data wel beschikbaar zijn, bijvoorbeeld voor de stad Antwerpen, die beschikt over een goed leegstandregister. Blijkt ook deze mogelijkheid niet haalbaar, dan wordt 1 maand extra besteed aan WP9.
2.2.3 Geplande outputs 2015 CES: - Output 2.3: algemene kenmerken van regio’s volgens leegstand en schattingen over leegstandcijfers voor Vlaanderen (CES), eventueel te vervangen door ‘gedetailleerde analyse van een case’. OSA: - Output 2.1: voorzien in het meerjarenplan wordt vervangen door ‘mogelijkheden van de nieuwe ‘census’ voor het bepalen van de leegstand’ (onder voorbehoud van het beschikbaar zijn van de nieuwe census van ADSEI voor het onderzoek) (OSA), tegen medio 2015. - Output 2.3: algemene kenmerken van regio’s volgens leegstand en schattingen over leegstandcijfers voor Vlaanderen als een geheel. - Output 2.4: beleidsaanbevelingen voor betere dataregistratie voor leegstandsmeting. Opmerking: output 2.2 (case-analyse) werd geschrapt in het jaarplan 2014. Om die reden wordt voor output 2.3 niet vertrokken van case-analyse (aanpassing output 2013 zoals opgenomen in het meerjarenplan).
2.2.4 Geplande valorisatie CES: Output 2.3 wordt mee verwerkt in resultaten van WP9 en het boek en de studiedag over de ‘economie van de woningmarkt’ (zie verder). OSA: Mogelijke bijdrage aan een studiedag ‘ruimte voor wonen’ (zie WP1 en WP10).
Jaarplan 2015 | 13
2.2.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: CES Verantwoordelijke: Erik Buyst Onderzoeker: Frank Vastmans, 1 onderzoeksmaand (overgeheveld van 2014, dus niet opgenomen in begroting) Deelnemende entiteit: OSA Verantwoordelijke: Michael Ryckewaert Onderzoeker: Lieve Vanderstraeten, 1,5 onderzoeksmaanden (of 0,5 indien data ADSEI niet beschikbaar komen)
2.2.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep Data & Analyses’.
2.3 Werkpakket 3: Onderkant woningmarkt 2.3.1 Stand van zaken september 2014 In 2013 werd het onderzoek ‘woonpaden van mensen die uitstromen uit instellingen’ afgerond en in 2014 werden de vier papers die hierover werden geschreven gebundeld in een boek, dat gepubliceerd is september 2014. Tijdens de tweede helft van 2014 wordt nog de thematische paper uitgewerkt die gepland was op basis van de interviews uitgevoerd binnen het Steunpunt Ruimte en Wonen 2007-2011. In het meerjarenplan was voorzien dat in 2015 een uitgebreid onderzoek zou worden gevoerd naar de woonpaden van Oost-Europese migranten. In 2014 was voorzien een voorbereidend literatuuronderzoek te voeren. Na overleg met de opdrachtgever werd dit onderdeel van het meerjarenplan sterk ingekort, dit om meer tijd te kunnen besteden aan het kwalitatieve luik van WP8 (zie verder). Afgesproken werd binnen WP3 enkel nog een scoping paper uit te werken over de woonsituatie van migranten, die tegelijkertijd ook de leemten in het onderzoek verduidelijkt. In de periode november 2014-januari 20151 werken we aan een scoping paper in verband met de woonsituatie van migranten, een paper die de volgende elementen zal opnemen: - Stand van zaken van kennis i.v.m. de woonsituatie van migranten: - Beperkte literatuurstudie in verband met concept migranten; - Beschrijven van bestaand onderzoek omtrent deze thematiek; - Detecteren van informatie hieromtrent bij het Minderhedenforum, Centrum Gelijke Kansen (o.a. discriminatie-onderzoek), het Steunpunt Migratie, bij de Wooninspectie; - Krijgen we zicht op de diversiteit binnen de groep migranten? En hoe zit het met de arbeidsmigranten?
1
In totaal komt dit voor deze scoping paper neer op 1,6 onderzoeksmaand, waarvan 1,2 maanden in 2014 en 0,4 maanden in 2015.
14 | Steunpunt Wonen
- Opsommen van hiaten in de kennis van de woonsituatie van migranten. - Formuleren van voorstellen toekomstig onderzoek.
2.3.2 Geplande activiteiten 2015 Finaliseren van de scoping paper over de woonsituatie van migranten (januari 2015).
2.3.3 Geplande outputs 2015 De geplande activiteit resulteert in de volgende outputs: - Output 3.4: rapport over de woonpaden van Oost-Europese arbeidsmigranten wordt vervangen door ‘Scoping paper over de woonsituatie van migranten’, af te werken begin 2015.
2.3.4 Geplande valorisatie De verantwoordelijke voor dit werkpakket is initiatiefnemer voor de samenstelling van een boek over de onderkant van de woningmarkt, waarin bijdragen van diverse auteurs binnen en buiten het Steunpunt, en de bekendmaking er van tijdens een studiedag in het voorjaar 2015 (april-mei).
2.3.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: KU Leuven, Faculteit Architectuur, Campus Sint-Lucas Brussel Verantwoordelijke: Pascal De Decker Onderzoeker: Isabelle Pannecoucke Voorziene onderzoekstijd: 0,4 maanden
2.3.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep Onderkant Woningmarkt’.
2.4 Werkpakket 4: Private verhuring 2.4.1 Stand van zaken september 2014 Op basis van alle beschikbare data (administratieve data - AAPD en IPCAL -, Huurschatter, Groot Woononderzoek 2013) illustreren we waar de verschillen tussen huur- en eigenaarsmarkten grafisch liggen. Hiermee willen we verkennen of het plausibel is om te veronderstellen dat het woningprijsmechanisme - zoals in WP9 uitgewerkt en de vraag van eigenaar-bewoners als uitgangspunt neemt algemeen toepasbaar is. Voor regio’s met een hoog aandeel huurders kan men immers veronderstellen dat het veelal investeerders zijn die de woningprijs bepalen. We vergelijken daartoe ook in de mate van het mogelijke de regionale evoluties van woning- en huurprijzen met elkaar. De resultaten
Jaarplan 2015 | 15
van het Groot Woononderzoek 2013 worden ook gebruikt om het rendement van de verhuurders beter te benaderen. Het belang hiervan voor het overheidsbeleid wordt toegelicht.
2.4.2 Geplande activiteiten 2015 2.4.2.1 Evenwichtsmodel In Vastmans & Buyst (2012), ‘Huurprijzen en richthuurprijzen. Deel V: de realatie tussen huur- en woningprijzen’ werd een evenwichtsmodel uitgewerkt dat de relatie tussen de huurmarkt en koopmarkt verduidelijkt. In 2014 wordt dit model verder verfijnd door gegevens uit het GWO2013 m.b.t verhuurders er in te verwerken. In 2015 worden de belangrijkste resultaten samengevat en de linken gelegd met WP9.
2.4.2.2 Paper over de evolutie van de private huurmarkt in internationaal perspectief Dit onderzoek vertrekt van de vaststelling dat in veel landen in Europa de private huurmarkt vernieuwde aandacht geniet. Daarvoor zijn meerdere redenen. In de eerste plaats heeft de crisis er voor gezorgd dat de toegang tot eigen woningbezit minder gemakkelijk werd. De crisis bracht namelijk onzekerheid van inkomen mee en kredietverstrekkers stelden zich strenger op bij het verstrekken van hypotheekleningen. Anderzijds kwam ook de sociale huisvesting onder druk te staan als gevolg van budgettaire besparingen en (in landen met een omvangrijke sociale huisvesting) om oneerlijke concurrentie met de private markt te vermijden. Tegelijkertijd wordt vastgesteld dat een voldoende grote private huurmarkt belangrijk is in de postindustriële samenleving, die gekenmerkt wordt door veel migratie en waar de arbeidsmarkt en de economische groei gebaat zijn bij een voldoende flexibele woningmarkt. De beleidsvraag die zich in dit verband opdringt, is hoe de overheid ervoor kan zorgen dat het aanbod op de private huurmarkt toeneemt en dat vraag en aanbod op de private huurmarkt zo goed mogelijk op elkaar aansluiten. Voor een omvangrijk deel van de markt komt deze aansluiting immers niet vanzelf tot stand. De huur die lagere inkomens kunnen betalen, volstaat niet om verhuurders van kwaliteitsvolle woningen ook een voldoende rendement op hun woning te bieden. Het gat tussen beide kan worden gedicht via zowel vraag- als aanbodsubsidies. In dit werkpakket bespreken we de internationale evoluties en gaan we specifiek in op enkele recente beleidsinitiatieven in andere landen die tot doel hebben de private huurmarkt een nieuwe rol te geven in het woonbeleid. Zo bestaat o.a. in Engeland, Frankrijk en Nederland veel interesse om institutionele investeringen aan te trekken. In Frankrijk wordt de intermediare sector (met een huurprijs tussen sociale en markthuursector in) gestimuleerd. Duitsland kan ook als voorbeeld dienen, als land met de grootste private huursector in de Europese Unie. Het onderzoek binnen dit werkpakket kan resulteren in een afzonderlijke paper of kan worden ingebracht in een ruimer rapport dat resulteert uit een ad hoc opdracht (dat zich bij het schrijven van dit jaarplan nog maar enkel in de fase van voorstel bevindt).
16 | Steunpunt Wonen
2.4.3 Geplande outputs 2015 - Output 4.2: rapport over het evenwichtsmodel (juni 2015), mede te publiceren als hoofdstuk in het boek ‘Economie van de woningmarkt’. - Output 4.3: ‘Eindrapport over de private huurmarkt met beleidsaanbevelingen’. wordt vervangen door ‘paper over de evolutie van de private huurmarkt in internationaal perspectief’.
2.4.4 Geplande valorisatie - Publicatie van bovenstaande rapporten via website. - Hoofdstuk in Boek en studiedag ‘Economie van de woningmarkt’.
2.4.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: KU Leuven-CES Verantwoordelijke: Prof. Erik Buyst Onderzoeker: Frank Vastmans Voorziene onderzoekstijd: 1 maand Deelnemende entiteit: TU Delft Verantwoordelijke: Marja Elsinga Onderzoeker: Marietta Haffner Voorziene onderzoekstijd: 2 maanden (ter vervanging van de 2 maanden die waren voorzien binnen WP6)
2.4.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep private verhuring’.
2.5 Werkpakket 5: Analyses EPC-databank 2.5.1 Stand van zaken september 2014 Medio 2014 werd een ontwerprapport met uitgebreide analyses van de EPC-databank voorgelegd aan de Begeleidingsgroep. Daarnaast is een ontwerp van een samenvattend rapport opgesteld met de voornaamste resultaten van de EPC-databankanalyse. Beide rapporten worden momenteel afgewerkt. Verder was volgens het meerjarenplan in 2014 nog gepland om: - de evolutie van de woningen in de EPC-databank te bekijken; - de representativiteit van de EPC-databank voor de totale woningvoorraad te beoordelen; - op basis van het GWO2013 de relatie te leggen tussen EPC en energiekost. Op 25 juni 2014 ontvingen de onderzoekers een nieuwe extractie uit de databank. Bij aanvang van de analyses bleek deze databank echter niet geanonimiseerd en werd een nieuwe databank aangevraagd. De onderzoekers hadden deze begin november nog niet ontvangen.
Jaarplan 2015 | 17
De evolutie van de woningen in de EPC-databank zal gebeuren via een hernieuwde analyse van de EPC-databank op basis van de nieuwe extractie van de EPC-data. Doordat de EPC-software begin 2013 is aangepast en de databankstructuur hierdoor deels is aangepast, betekent dit wel een aanpassing van de statistische analysemodellen. De analyse van de representativiteit wordt begin 2015afgerond, na bespreking in de Begeleidingsgroep van 9 december 2014. De relatie leggen tussen de EPC en de energiekost op basis van het GWO2013 zal niet mogelijk zijn. Het aantal woningen met een EPC in GWO2013 is 660 (300 voor huur en 360 voor koop), maar in het GWO2013 is niet de waarde van het EPC meegegeven. Om deze te kennen, zou een koppeling tussen de GWO2013-databank en de EPC-databank noodzakelijk zijn, maar dit is niet meer mogelijk omdat omwille van de privacy-wetgevingde identificatiegegevens van het GWO2013 zijn vernietigd. Dit zal dan ook niet kunnen geanalyseerd worden.
2.5.2 Geplande activiteiten 2015 Voor 2015 is in het meerjarenplan een update voorzien van de EPC-analyses en van de evolutie. Dit zal gebeuren op basis van de nieuwe extractie van data uit de EPC-databank, bij voorkeur in het voorjaar van 2015. Tegen einde 2015 zal een volledig eindrapport beschikbaar zijn. Dit rapport zal ook aanbevelingen bevatten over welke verbeteringen er mogelijk zijn aan de registratie met het oog op het vermijden van onduidelijkheden bij verwerking van de data.
2.5.3 Geplande outputs 2015 - Output 5.8: rapport met aanbevelingen voor een verbeterde EPC-registratie en voor optimalisering van de berekeningsmethode voor het EP-kengetal. - Output 5.9: eindrapport over de evolutie van de energiezuinigheid van de woningen in de EPCdatabank.
2.5.4 Geplande valorisatie 2015 De eindrapporten zullen na aanvaarding door de minister worden opgenomen op de website van het Steunpunt. Er worden nog enkele thematische congres papers voorzien en minstens 1 journal paper. De onderzoekers stellen voor een studienamiddag te organiseren over het EPC onderzoek in het najaar van 2015 (september–oktober). Over vorm en inhoud van deze studienamiddag zal eind 2014, begin 2015 worden overlegd met de opdrachtgever en VEA, alsook met de minister verantwoordelijk voor energie.
2.5.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: Universiteit Hasselt Verantwoordelijke: Griet Verbeeck Onderzoeker: Wesley Ceulemans
18 | Steunpunt Wonen
Voorziene onderzoekstijd: 5 maanden
2.5.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep Wonen en Energie’.
2.6 Werkpakket 6: Ontwikkeling van indicatoren 2.6.1 Stand van zaken september 2014 In 2014 waren drie outputs voorzien: - Een indicator voor woningkwaliteit (output 6.5, als resultaat van WP1). - De onwikkeling van deze indicator zal niet volledig afgerond worden in 2014, er wordt in 2015 verder aan gewerkt. - Een indicator voor energieprestaties (output 6.4, als resultaat van WP5). - Een update van de algemene indicatorenpaper (Winters e.a., 2013) (output 6.1). Omwille van de vertraging in WP1 w.b. de resultaten van de woningopname zal de ontwikkeling van de eerste twee indicatoren vermoedelijk vertraging oplopen en is afwerking in 2015 voorzien. Verder werd afgesproken dat nog opnieuw zou worden bekeken welke conclusies kunnen worden verbonden aan het onderzoek over de woningprijzen voor wat betreft indicatoren voor de woningprijs. In samenspraak met de begeleidingsgroep is ook afgesproken dit alles uit te werken nadat de beleidsnota van de nieuwe Vlaamse minister voor wonen bekend is (najaar 2014).
2.6.2 Geplande activiteiten 2015 In dit jaarplan 2015 bevestigen we wat voorzien was in het meerjarenplan2, namelijk: - de ontwikkeling van een indicator voor de beschikbaarheid van woningen (als resultaat van WP9); - een update van de algemene indicatorenpaper; De paper over mogelijke indicatoren voor efficiëntie en effectiviteit van het woonbeleid wordt geschrapt van het programma.
2.6.3 Geplande outputs 2015 De geplande activiteiten resulteren in volgende outputs: - een indicator voor de beschikbaarheid van woningen (output 6.6, als resultaat van WP9); - een update van de algemene indicatorenpaper (output 6.1);
2
We merken op dat in het meerjarenplan staat ‘de constructie van een indicator voor beschikbaarheid van woningen in situaties van extreme uitsluiting (als resultaat van WP1)’. Het betreft hier een activiteit die is blijven staan uit een ontwerpversie van het meerjarenplan en waarvan was overeengekomen dat ze in de definitieve versie van het meerjarenplan niet behouden zou worden. Dit blijkt ook uit het niet vertaald zijn van deze activiteit in een output.
Jaarplan 2015 | 19
De paper over mogelijke indicatoren voor efficiëntie en effectiviteit van het woonbeleid (output 6.7) vervalt.
2.6.4 Geplande valorisatie De outputs van het werkjaar 2014 zullen na aanvaarding door de minister worden opgenomen op de website van het Steunpunt. Verder zijn er geen bijzondere initiatieven gepland in 2015.
2.6.5 Uitvoering Deelnemende entiteiten: KU Leuven, HIVA Verantwoordelijke: Sien Winters Onderzoeker: Sien Winters Voorziene onderzoekstijd: 1 maand voor output 6.1
2.6.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep data en analyses’.
2.7 Werkpakket 7: Bereik en effecten van het woonbeleid 2.7.1 Stand van zaken september 2014 In 2013 werd de verdeling van de woonsubsidies vergeleken tussen Vlaanderen en Nederland. Dit resulteerde in een onderzoekspaper die nog ter goedkeuring aan de nieuwe minister zal worden voorgelegd. In het jaarplan 2014 was voorzien de uitkomsten van deze vergelijking te actualiseren op basis van de uitkomsten van het GWO2013 en het WoON2012. Daarbij zouden ook de formele effecten worden doorgerekend van een verandering van beleid. In overleg met de opdrachtgever is afgesproken dat einde 2014 de berekeningen op WoON2012 zullen gebeuren. De vergelijking met Vlaanderen zal echter pas worden doorgevoerd nadat ook de nieuwe verdelingsgegevens voor Vlaanderen beschikbaar zijn, dit is in 2015 (zie verder). Verder voorzag het meerjarenplan dat in 2014 ook gestart zou worden met een verdelingsanalyse van de subsidies voor energieprestaties. Bij gebrek aan voldoende gedetailleerde gegevens over het gebruik van premies voor energie werd er voor geopteerd na te gaan welke mogelijkheden een gecombineerd gebruik van data op statistisch sectorniveau zou bieden. In het GWO2013 onderzoek is een bevraging gebeurd naar het gebruik van subsidies, opgesplitst naar renovatiepremie, verbeteringspremie, aanpassingspremie, premie voor dakisolatie (allen van de Vlaamse overheid), belastingsvermindering voor energiebesparende investeringen en premie van de netbeheerder voor energiebesparende investeringen. Een socio-economische en geografisch verdelingsanalyse van deze subsidies is gebeurd binnen de analyses van het GWO2013 en wordt opgenomen in de rapportering. De extra data die VEA ter beschikking kon stellen (opgesplitst per premie van de netbeheerder), zijn enkel beschikbaar op postcodeniveau omwille van de privacy-wetgeving. 20 | Steunpunt Wonen
Deze graad van detail is echter te beperkt om een verdelingsanalyse te maken. Dit zal dan ook niet verder gebeuren.
2.7.2 Geplande activiteiten 2015 Het meerjarenplan voorziet voor 2015 een update van de verdelingsanalyse voor Vlaanderen. Naast het GWO2013 zijn hiervoor ook administratieve gegevens over de premies vereist. Het meest recente jaar waarvoor analyses mogelijk zullen zijn, zal waarschijnlijk 2013 zijn. Volgende instrumenten van het woonbeleid komen in de analyses aan bod: - Fiscale voordelen (oude systeem hypotheekaftrek, woonbonus, btw-verlaging voor renovatie, verminderingen van registratierechten), op basis van het GWO 2013. - Sociale leningen, uit datawarehous Wonen-Vlaanderen. - Sociale huisvesting: de impliciete subsidie sociale huur, uit datawarehouse Wonen-Vlaanderen - Vlaamse renovatiepremie, uit datawarehouse Wonen-Vlaanderen - Verbeterings- en aanpassingspremie, uit datawarehouse Wonen-Vlaanderen. - Huursubsidie (tegemoetkoming in de huurprijs), aan te vragen bij ‘afdeling Financiële Instrumenten’ Voor elk van deze instrumenten wordt het volgende onderzocht: - De hoogte van de subsidie (gemiddelde, mediaan) naar beschikbare achtergrondkenmerken (inkomen, huishoudsamenstelling, leeftijd, verstedelijkingsgraad, …) voor de begunstigden. - De verdeling van de subsidies, zowel van de begunstigden als het aandeel in het totaalbedrag van de subsidie, over de beschikbare achtergrondkenmerken. - Vergelijking met cijfers van de vorige verdelingsstudie (met Woonsurvey 2005 en administratieve data van 2008). Voor de subsidies samen wordt het volgende onderzocht: - De gemiddelde subsidies naar deelmarkt en inkomensquintielen, ook vergeleken met 2005/2008. - De gemiddelde verhouding subsidie/gebruikskost van wonen, naar deelmarkt en inkomensquintielen. Verder voorzag het meerjarenplan in 2015 de uitvoering van de verdelingsanalyses voor energiepremies. Zoals hierboven vermeld, is dit reeds in 2014 gebeurd op basis van de GWO2013 data. Verdere analyses zijn niet mogelijk wegens het niet beschikbaar zijn van data op statistisch sectorniveau. De fiscale inkomensdata lenen zich hier wel toe. Het rapport van (Vastmans F. e.a., 2014) waarin de bruikbaarheid van fiscale inkomensstatistieken als bron voor woningmarktonderzoek is onderzocht, geeft aan welke mogelijkheden deze data bieden (ook specifiek voor energie en renovatie) en bespreekt ook de valkuilen en aandachtspunten bij het interpreteren van deze data. De beschikbare tijd in 2015 voorzien voor de analyses van de energiepremies zal daarom worden gebruikt om de fiscale inkomensstatistieken op statistisch sectorniveau te analyseren en te relateren aan de fiscale data over aftrek voor energiebesparende maatregelen, specifiek om inzicht te krijgen in de verdeling van fiscale aftrek voor energiebesparende maatregelen volgens fiscaal inkomen.
Jaarplan 2015 | 21
2.7.3 Geplande outputs 2015 - Verdelingsanalyse energiepremies (output 7.5): dit wordt vervangen door een verdelingsanalyse van fiscale aftrek voor energiebesparende investeringen. - Update van de verdelingsanalyse voor Vlaanderen (output 7.6). - Update van de vergelijking van de verdeling van subsidies in Vlaanderen en Nederland (ter vervanging van output 7.4)
2.7.4 Geplande valorisatie - Academische valorisatie van de paper over de internationale vergelijking van de verdeling van woonsubsidies (jaarplan 2014) via ENHR en/of internationaal academisch tijdschrift. - Verspreiding van de update van de verdelingsanalyse voor Vlaanderen via de website van het Steunpunt.
2.7.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: HIVA Verantwoordelijke: Sien Winters Onderzoeker: Kristof Heylen Voorziene onderzoekstijd: 3 maanden Deelnemende entiteit: Universiteit Hasselt Verantwoordelijke: Griet Verbeeck Onderzoeker: Wesley Ceulemans Voorziene onderzoekstijd: 2 maanden
2.7.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep beleidsinstrumenten’.
2.8 Werkpakket 8: In- en uitstroom sociale huisvesting 2.8.1 Stand van zaken september 2014 2.8.1.1
Kwantitatief luik
In 2014 werd gestart met voorbereidend werk voor dit werkpakket, namelijk een literatuuronderzoek over kwantitatieve onderzoeksmethoden bij dergelijk panelonderzoek en de aanvraag en voorbereiding van de dataset. Medio 2014 werd de dataset ontvangen van de VMSW. Er is voorzien om tijdens de twee laatste maanden van 2014 de eerste analyses uit te voeren op deze dataset.
22 | Steunpunt Wonen
2.8.1.2 Kwalitatief luik In 2013 werd een literatuuronderzoek uitgevoerd naar theoretische concepten die relevant zijn voor onderzoek over in- en uitstroom in de sociale huisvesting, o.a. over sociale uitsluiting, segregatie. Verder was gepland om een vergelijking te maken van de doelgroep van de traditionele sociale huisvesting met de groep bereikt door de sociale verhuurkantoren in termen van inkomen, huishoudsamenstelling e.a. Daarover werd gerapporteerd aan de begeleidingsgroep in juni 2014. Het jaarplan 2014 voorzag dan kwalitatief onderzoek op interviewmateriaal uit het vroegere woonpadenonderzoek, alsook de uitvoering van een aantal bijkomende diepte-interviews bij sociale huurders van SHM’s en SVK’s en op informatie aangereikt door outreach organisaties. Naar aanleiding van de bespreking in de Begeleidingsgroep beleidsinstrumenten in juni en bijkomend overleg met de opdrachtgever werd beslist dit onderzoeksluik uit te breiden en daarvoor onderzoeksmaanden over te hevelen uit WP3 (zie ook hoger). Afgesproken werd in 2014 het volgende af te werken: In de eerste helft van 2014 werden 3,4 onderzoeksmaanden besteed aan het finaliseren van het literatuuroverzicht, het contacteren van SHM in Roeselare en Gent voor het uitvoeren van een kwalitatief onderzoek met zittende huurders, het uitwerken van deze interviews, het contact leggen met potentiële respondenten, het uitvoeren van 9 interviews met zittende huurders in Roeselare. Naast deze interviews worden in de tweede helft van 2014 ok bestaande interviews (woonpadenonderzoek en binnen het instellingenverhaal – WP3) geanalyseerd vanuit de thematiek in- en uitstroom sociale huisvesting. Daarnaast wordt de vergelijking van de doelgroep SVK-SHM gefinaliseerd. Vervolgens gaan we na welke informatie in verband met de in- en uitstroom beschikbaar is en richten ons hierbij tot de VMSW en VVH. Rekening houdend met deze informatie starten we vervolgens een rondvraag (e-mail) op bij de sociale huisvestingmaatschappijen. De opzet is een extra informatie die ze hebben inzake de in- en uitstroom in te winnen. De ingezamelde gegevens van de SHM’s (periode november, december) worden bekeken en op basis hiervan, en in overleg met de VMSW en administratie, selecteren we 2 à 3 SHM’s.
2.8.2 Geplande activiteiten 2015 2.8.2.1 Kwantitatief luik Het meerjarenplan voorzag oorspronkelijk een analyse op een update van de dataset. Maar omwille van verschuivingen in de planning is er voor geopteerd de analyse slechts een maal uit te voeren. Deze analyses zijn dus al gestart in 2014, maar het grootste deel van het werk is gereserveerd voor 2015. Er was in het meerjarenplan sprake van algemene en thematische analyses. We stellen voor alles samen te brengen in een onderzoeksrapport.
2.8.2.2 Kwalitatief luik In het meerjarenplan was in 2015 geen onderzoekstijd meer voorzien. Op vraag van de opdrachtgever is echter onderzoekstijd uit WP3 overgeheveld naar WP8. Dit maakt het mogelijk om in 2015 volgend onderzoek uit te werken: het opstellen van een exit-survey bij de geselecteerde SHM’en (januari 2015) en het uitvoeren van een kwalitatief onderzoek waarbij diepte-interviews zullen afgenomen bij een 30-tal kandidaat-huurders, een 30-tal uitstromers en professionelen binnen de geselecteerde SHM’en en andere organisaties. Het veldwerk loopt van februari tot en met augustus
Jaarplan 2015 | 23
2015. De rest van 2015 wordt voorzien voor de afronding van het veldwerk, voor het analyseren van de interviews en de exit-surveys, voor de integratie van de resultaten met de kwantitatieve onderzoeksopzet en rapportage.
2.8.3 Geplande outputs 2015 Volgende outputs zijn voorzien in 2015: - Output 8.5: rapport met de resultaten van het kwantitatief en kwalitatief onderzoek, met inbegrip van beleidsaanbevelingen.
2.8.4 Geplande valorisatie De rapporten zullen via de website ter beschikking worden gesteld.
2.8.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: KU Leuven, HIVA Verantwoordelijke: Sien Winters Onderzoeker: Kristof Heylen Voorziene onderzoekstijd: 4 maanden. Deelnemende entiteit: KU Leuven, Campus Sint-Lucas Verantwoordelijke: Pascal De Decker Onderzoeker: Isabelle Pannecoucke Voorziene onderzoekstijd: 9,2 maanden
2.8.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep beleidsinstrumenten’.
2.9 Werkpakket 9: Prijsvorming op de woningmarkt 2.9.1 Stand van zaken september 2014 In 2014 werd gewerkt aan een onderzoeksrapport over woningprijzen en woningkenmerken. Dit rapport bevat een beschrijving en analyse van nieuwe data op statistische sector niveau. Met name de data die AAPD geleverd heeft. Daarnaast bevat het de resultaten van de hedonische prijsanalyses uitgevoerd in 2013 en 2014 op basis van VMSW-data en GWO2013. Output 9.2 (gepland in 2013) wordt mee opgenomen in het onderzoeksrapport woningprijzen en woningkenmerken. De doctoraatsonderzoeker werkt mee aan het rapport over woningkenmerken, prijzen en ligging van woningen dat begin november 2014 zal worden besproken in de BG.
24 | Steunpunt Wonen
2.9.2 Geplande activiteiten 2015 Het meerjarenplan voorziet voor 2015 de afwerking van het doctoraatsonderzoek over de ruimtelijke en temporele dynamiek van de woningmarkt. Concreet houdt dit voor 2015 het volgende in. De onderzoeker werkt aan een academische paper in het kader van zijn doctoraatsonderzoek waarbij 1) de samenhang tussen de verhuisafstand van kopers en de prijs geanalyseerd wordt. 2) de mogelijke grenseffecten langs de Nederlandse grens. De onderzoeker maakt hierbij gebruik van een gedetailleerde dataset van ERA Belgium. Verder is voorzien dat het regionale woningmarktmodel wordt afgewerkt. Hier wordt de link gelegd tussen inkomen, woningprijzen, aantal verkopen en woningkenmerken. Ten slotte wordt vanuit dit werkpakket een voorstel geformuleerd voor een indicator voor de beschikbaarheid van woningen. Dit voorstel zal mee worden verwerkt in de finale versie van de indicatorennota (WP6).
2.9.3 Geplande outputs 2015 - Output 9.3: doctoraatsverhandeling - Output 9.4: regionaal woningmarktmodel - Output 9.5: indicator voor de beschikbaarheid van woningen
2.9.4 Geplande valorisatie In november 2015 wordt een boek gepubliceerd over de ‘Economie van de woningmarkt’, dat zal worden bekend gemaakt en besproken tijdens een studiedag. In dit boek wordt het verricht onderzoek in dit WP samengebundeld tot een overzichtelijk geheel. Zowel wetenschappelijke literatuur, de zelf uitgewerkte woningmarktmodellen als het nieuw cijfermateriaal komen aanbod over diverse deelmarkten (verkoopprijzen, nieuwbouw, huurmarkt, hypotheekmarkt, bouwgrond, …) waarbij zoveel mogelijk de link gelegd wordt met andere variabelen (woningkenmerken, ligging, inkomen) om deze cijfers te duiden.
2.9.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: KU Leuven -CES Verantwoordelijke: Prof. Erik Buyst Onderzoeker: Roel Helgers 6 maanden, Frank Vastmans 6 maanden Voorziene onderzoekstijd: 12 maanden
2.9.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep woningmarkt’.
Jaarplan 2015 | 25
2.10 Werkpakket 10: Territoriale selectiviteit van het woonbeleid 2.10.1 Stand van zaken september 2014 Uit een haalbaarheidsonderzoek (cf. Aernouts, Ryckewaert 2013) was gebleken dat het updaten van ruimtelijke beleidscategorieën niet zonder meer mogelijk is. Daarnaast werd in de loop van 2014 ook duidelijk dat een eenduidige koppeling van woonbeleidsmaatregelen aan ruimtelijke categoriën in internationaal perspectief geen evidentie is. Het ‘ruimtelijke selectief woonbeleid’ dat in Vlaanderen is uitgebouwd blijkt in vele opzichten een unicum. Vanuit die vaststelling bleek het nodig om een breder internationaal vergelijkend onderzoek te voeren naar de ruimtelijke sturingsmogelijkheden van wonen en woonaanbodbeleid. Dit moet leiden tot nieuwe beleidsrelevante inzichten over manieren en instrumenten voor een (ruimtelijke) aansturing van het woon(aanbod)beleid (in functie van betaalbaarheid, beschikbaarheid en vanuit het oogpunt van een duurzame ruimtebeslag). - In de maanden januari, februari en maart werd er gewerkt aan een rapport rond de verfijning van het theoretisch kader van dit onderzoek volgens het gekozen scenario van herijking van ruimtelijk selectief woonbeleid. Dit rapport werd voorgelegd aan de begeleidingsgroep beleidsinstrumenten in maart. Hier werd ook beslist om het (internationaal) vergelijkend onderzoek te voeren met Frankrijk, Nederland, het Brussels en het Waalse Gewest als gevalstudies. Er wordt met andere woorden geopteerd voor vergelijkende cases die nauw bij de Vlaamse context aansluiten. - Vanaf maart tot augustus werd er gewerkt aan de literatuurstudie en interviews voor de case Frankrijk. Een rapport hierover is in opmaak en wordt eind september aan de Begeleidingsgroep bezorgd, en besproken op de Begeleidingsgroep Beleidsinstrumenten van 25 november 2014. - Vanaf oktober 2014 wordt er gestart met de cases Wallonië en Brussel, de resultaten van dit onderzoek worden verwerkt in een concluderend rapport over de vier cases. Dit rapport is gepland voor mei 2015. De voorziene output 10.3: Voorstellen voor nieuwe ruimtelijke categorieën en aanbevelingen voor ruimtelijk selectieve beleidsmaatregelen is bijgevolg vervangen door: - Output 10.3.a.: rapport maart 2014: evaluatie van territoriaal selectieve maatregelen in het Vlaamse woonbeleid – theoretisch kader. - Output 10.3.b.: rapport case Frankrijk: oktober 2014.
2.10.2 Geplande activiteiten 2015 In plaats van een onderzoek naar de mechanismen van de woningbouwproductie in Vlaanderen wordt het comparatief onderzoek naar ruimtelijke sturingswijzen voor het wonen en woonaanbodbeleid verder gezet. In het eerste trimester van 2015 wordt de laatste comparatieve case Nederland afgewerkt. Hierin worden naar analogie met de voorgaande cases de gebiedsgerichte maatregelen en specifieke kenmerken van het bestuurlijke model die hierop invloed hebben uitgediept en een aantal interviews gepland die het literatuuronderzoek aanvullen. Telkens worden de cases in een vergelijking geplaatst met de voorgaande cases, in dit geval Frankrijk, Brussel en Wallonië, en de situatie in Vlaanderen. Het vergelijkend onderzoek wordt afgesloten mei 2015 (output 10.4). De tweede helft van 2015 (vanaf juni) wordt er toegespitst op de afstemming van het theoretische kader uit het eerste deelrapport en de vergelijkende studie, eveneens op het formuleren van con-
26 | Steunpunt Wonen
clusies en beleidsaanbevelingen voor een herijking van ruimtelijk selectief woonbeleid in Vlaanderen (zie output 10.5). Daarnaast wordt voldoende tijd uitgetrokken om valorisatieinitiatieven voor te bereiden (namelijk wetenschappelijk artikel, publicatie en bijdrage aan een studiedag ‘ruimte voor wonen’).
2.10.3 Geplande outputs 2015 - Output 10.4: rapport over de mechanismen van de woningproductie in Vlaanderen wordt vervangen door ‘Rapport comparatief onderzoek (mei 2015). - Output 10.30 (2014) wordt vervangen door 10.5: Rapport met beleidsgerichte aanbevelingen voor territoriaal selectief woonbeleid (oktober 2015).
2.10.4 Geplande valorisatie Publicatie wetenschappelijk artikel en bijdrage publicatie en studiedag ‘ruimte voor wonen’: december 2015.
2.10.5 Uitvoering Deelnemende entiteit: KU Leuven - OSA Verantwoordelijke: Michael Ryckewaert, Bruno De Meulder Onderzoeker: Jurgen Ceuppens: 12 onderzoeksmaanden; Michael Ryckewaert: 0,8 onderzoeksmaanden
2.10.6 Begeleidingsgroep Dit werkpakket wordt opgevolgd door de ‘Begeleidingsgroep Beleidsinstrumenten’.
Jaarplan 2015 | 27
3. Tijdsplanning
3.1 Toelichting De gantt charts op de volgende pagina zijn een aangepast versie van deze uit het meerjarenplan en die al een update kregen in vorige jaarplannen en de jaarverslagen 2012 en 2013. In de tabel met de onderzoeksmaanden geeft het eerste cijfer in de vakjes steeds het aantal maanden dat voorzien was in het meerjarenplan. Tussen haakjes is de overdracht van onderzoeksmaanden over jaren heen en tussen werkpakketten opgenomen. Het betreft steeds wijzigingen die zijn opgenomen in een jaarplan of jaarverslag. Als gevolg van aangepaste prognoses van de personeelskosten kan het aantal onderzoeksmaanden voor 2014 ook verschillen van de persoonsmaanden die in het meerjarenplan zijn te vinden. In dit geval volgt na het oorspronkelijke cijfer een pijltje met het nieuwe cijfer.
Jaarplan 2015 | 29
3.2 Onderzoeksmaanden Working packages
Research months*
1 Woonsurvey 2012
2012
2013
2014
2015
Quarters
Quarters
Quarters
Quarters
1
2
30,4
3
4
1
3
2
3
3
4
1
6,6 (-4,6)
2
1 (-1)
3 Onderkant woningmarkt
26,4
4 Private verhuurders 5 EPC databank 6 Indicatoren
2-->3,4
(+1)
1
1
2 (-1)
1
(+3)
(+1,5) 4,8 (-3)
1
6 (-2,5)
5 (+1)
4 (-1)
8
1
1 (-0,4)
1 (+0,4)
(+2)
3
2,4
6,6 (-4,6)
3,6-->4
11 (-1)
11 (+1)
10
12
27
7 -->11,3
11,4
6 --> 12,4
8-->12,8
3
2 Regionalisering huurwetgeving
7
3 Behoeftenraming sociale koop
1
4 Tevredenheidsmeting
5
3 --> 5,22 7 (-0,66)
(+0,66) 1
3 (-0,8)
(+0,8) 2 (-1,15
3
6 Opvolging veldwerk woningopname 68 d 7 Evaluatie private huurwetgeving 8 Verdere uitvoering woningopname 2 + 24 dagen
12
9 Evaluatie grond- en pandenbeleid
8,3
10 Evaluatie huurwetgeving (vervolg) 11 Lokaal woonbeleid 12 Gemeenschappelijk wonen
12 8 8
13 Update huurschatter 14 Vergelijking GWO-SEE
0 (+9,2)
44
1 Toepassingen richthuurprijzen
5 Huiskorting
2
4,8
(+4,6) 10 Territoriale selectiviteit
AG
1
2
9 Prijsvorming
UA
0 (+2)
2
17,4
5 1
0 (+1,15)
p.m. (-0,27)
(+0,27)
2 0,5 (-0,4)
(+0,4)
0,5 (-0,5) 4
(+0,5) 12 (-2,5)
(+2,5) 1,2 2 (-1) 6,3 1 (-0,7) 1 (-1)
(+1) (+0,7)
1
11 8 4 4 5 1
*: volgens meerjarenplan en projectomschrijvingen ad hoc opdrachten, zonder aanpassingen in de loop van de uitvoering en excl onderzoeksmaanden onderaanneming
30 | Steunpunt Wonen
HIVA + sub
Camp. St.L
4 -->5
(+2) 2
8 In- en uitstroom soc. huisvesting
CES
1
2 (-2)
6,6 (-2)
Partners
UH
9,6 (-9,2)
1
19
17,6
4
TUD
(+1)
2 7 Bereik en effecten woonbeleid
3
OSA 2 (-0,2) (+0,8)
4
2
HIVA
(+4,8)
3 (+3) (-4,2) (-0,8) 2,4 (+1,6)
1
3
3 (-3) 9,6 (-1,6)
4
(+3) (+1,8)
2 11
3
(+4,6)
4,8 (-3) (-1,8)
2 Meting leegstand…
2
3
3.3 Outputs 2012
2013
Kwartalen Werkpakketten 1 Grote woononderzoek 2013
OM
1
2
2014
Kwartalen 3
4
1
2
2015
Kwartalen 3
4
30,4
1
2
Kwartalen 3
4
1
2
3
4
1.1
1.5
1.2
1.5
1.4
1.3
2 Leegstand 3 Onderkant woningmarkt
11 26,4
4 Private verhuurders
2.1
2.2 tem 2.4
2.1
2.2 tem 2.4
3.1
3.3 3.4
3.2
4
5 EPC databank 6 Indicatoren
4.1
19
5.1
5.2, 5.3
8
6.1, 6.2
6.1, 6.4
4.2 5.4
5.5
5.8, 5.9
6.1, 6.5
6.1, 6.6
6.3
7 Bereik en effecten woonbeleid
17,6
4.3
5.6 5.7
6.7
7.1 en 7.2
7.6 7.3
7.4 7.5
8 In- en uitstroom soc. huisvesting
17,4
8.1 en 8.2
8.5
8.3 8.4
9 Prijsvorming 10 Territoriale selectiviteit
44
9.1
9.2
27
10.1
10.2
8.5 9.3 tem 9.5
10.3
10.4 en 10.5
volledig verschoven naar … gedeeltelijk verschoven naar …
geschrapt
nieuw
Jaarplan 2015 | 31
4. Toelichting jaarbegroting 2015
4.1 Begroting Steunpunt Wonen 2015 Personeelskosten
bezetting (in persoonsmaanden)
in EUR
Directe personeelsinzet HIVA - Kristof Heylen / WP1, WP7, WP8 HIVA - Sien Winters / WP6 CES - Roel Helgers / WP9 CES - Frank Vastmans / WP4 en WP9 OSA - Michael Ryckewaert / WP1, WP2 en WP 10 OSA - Jurgen Ceuppens / WP 10 OSA - Lieve Vanderstraeten / WP1 en WP2 LUCA - Isabelle Pannecoucke / WP3 en WP8 UH - Wesley Ceulemans / WP5 UH - Wesley Ceulemans / WP7 OTB - Marietta Haffner / WP4
60,30 10,00 1,00 6,00 7,00 1,20 12,00 4,50 9,60 6,00 1,00 2,00
€ € € € € € € € € € € €
345 206,82 64 218,33 10 444,25 20 345,20 48 486,80 10 535,56 44 228,98 29 278,42 60 000,00 31 073,22 5 178,87 21 417,19
Indirecte personeelsinzet HIVA - Sien Winters / coördinatie HIVA - Sandra Volders / centraal secretariaat HIVA - Inge Vanderwaeren / ondersteuning Totaal aantal persoonsmaanden
7,50 5,80 1,70 0,00 67,80
€ € € € €
89 556,65 60 576,65 10 500,00 18 480,00 434 763,47
Werkingskost Kost: Werking, direct [Berekende waarde] Informatie en documentatie KU Leuven UH OTB ICT KU Leuven UH OTB Uitrusting KU Leuven UH OTB Reiskosten KU Leuven UH OTB Valorisatie KU Leuven UH OTB
Totale personeelskost
€ € € € € € € € € € €
26 008,65 5 275,27 3 775,27 500,00 1 000,00 6 536,59 5 036,59 500,00 1 000,00 2 208,01 1 208,01
€ € € € € € € € €
1 000,00 9 848,78 7 648,78 2 000,00 200,00 2 140,00 1 690,00 250,00 200,00
Jaarplan 2015 | 33
4.1 Begroting Steunpunt Wonen 2015. Vervolg Kost: Werking, indirect € Informatie en documentatie € KU Leuven € UH € OTB € ICT € KU Leuven € UH € OTB € Uitrusting € KU Leuven € UH € OTB € Reiskosten € KU Leuven € UH € OTB € Valorisatie € KU Leuven € UH € OTB € Totaal kost werking: [berekende waarde] € Totaal personeelskost en werkingskost [Berekende waarde] Centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten [berekende waarde]
13.318,80 580,00 580,00
3.370,00 3.370,00
-
1.368,80 1.368,80
8.000,00 8.000,00
39.327,45
€
474.090,92
€
47.409,09
Onderaannemingskost Totaal kost onderaanneming: [berekende waarde]
€
Totale kost:
€
521.500,01
Beschikbaar budget Inkomst: Financiering Vlaamse Overheid [berekende waarde] Basisfinanciering EWI EBO EC118 4150 Cofinanciering woonbeleid NCO NE234 3300 Inkomst: Andere financiering of eigen inkomsten [berekende waarde]
€ € €
661.164,21 besparing t.o.v. meerjarenplan € 441.164,21 220.000,00
€
Inkomst: Reserveoverdracht van 2013 (raming) Totaal beschikbaar budget: [berekende waarde]
€
661.164,21
Balans
€
139.664,20
Korte termijnopdrachten Balans na korte termijnopdrachten korte termijnopdrachten m.i.v. reserve 2014
€ € €
139.664,20 156.446,66
34 | Steunpunt Wonen
-
-
0,0%
83.835,79
4.2 Begroting KU Leuven 4.2.1 Begroting HIVA Personeelskosten Directe personeelsinzet Kristof Heylen / WP1, WP7, WP8 Sien Winters / WP6 Indirecte personeelsinzet Sien Winters / coördinatie Sandra Volders / centraal secretariaat Inge Vanderwaeren / ondersteuning Totaal aantal persoonsmaanden
bezetting (in persoonsmaanden) 11,00 10,00 1,00 7,50 5,80 1,70 18,50
Werkingskost Kost: Werking, direct [Berekende waarde] € Informatie en documentatie € 11 onderzoek smaanden à 100 euro € ICT € €
PC: 11 maanden à 150 euro
Uitrusting € € Reiskosten € o.a. ENHR 2014 Kristof Heylen, verplaatsingsk osten € Valorisatie € €
Totale personeelskost
1 650,00 1 650,00 1 428,14 1 428,14 13 318,80 580,00 580,00
€ € € € €
3 370,00 870,00 2 500,00 -
Reiskosten € o.a. ENHR 2014 Sien Winters, verplaatsingsk osten €
1 368,80
Valorisatie € Organisatie studiedagen, catering, vertaalk osten jaarverslag, enz. €
8 000,00
Totaal kost werking: [berekende waarde] Totaal personeelskost en werkingskost [Berekende waarde] Centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten [berekende waarde]
in EUR 74 662,58 64 218,33 10 444,25 89 556,65 60 576,65 10 500,00 18 480,00 164 219,23
4 178,14 1 100,00 1 100,00
Kost: Werking, indirect € Informatie en documentatie € 5,8 maanden à 100 euro € ICT PC: 5,8 maanden à 150 euro Beheer en updates website en intranet Uitrusting
€ € € € € € € €
1 368,80
8 000,00
€
17 496,94
€
181 716,17
€
18 171,62
Onderaannemingskost
Totaal kost onderaanneming: [berekende waarde]
€
Totale kost:
€
199 887,79
Jaarplan 2015 | 35
4.2.2 Begroting CES bezetting (in persoonsmaanden) 13,00 6,00 7,00 0,00
Personeelskosten Directe personeelsinzet Roel Helgers / WP9 Frank Vastmans / WP4 en WP9 Indirecte personeelsinzet
Totaal aantal persoonsmaanden
13,00
Werkingskost Kost: Werking, direct [Berekende waarde] € Informatie en documentatie € [Detail] € …
Totale personeelskost
6 883,64 1 032,00 1 032,00
ICT €
2 409,00
€
2 409,00
Uitrusting € €
1 032,00 1 032,00
Reiskosten € €
1 720,64 1 720,64
Valorisatie € €
690,00 690,00
Kost: Werking, indirect € Informatie en documentatie €
-
ICT €
-
Uitrusting €
-
Reiskosten €
-
Valorisatie €
-
Totaal kost werking: [berekende waarde] Totaal personeelskost en werkingskost [Berekende waarde] Centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten [berekende waarde]
€
6 883,64
€
75 715,64
€
7 571,56
Onderaannemingskost
Totaal kost onderaanneming: [berekende waarde]
€
Totale kost:
€
36 | Steunpunt Wonen
83 287,20
€ € € €
in EUR 68 832,00 20 345,20 48 486,80 -
€
68 832,00
4.2.3 Begroting OSA bezetting (in persoonsmaanden) Personeelskosten Directe personeelsinzet 17,70 Michael Ryckewaert / WP1, WP2, WP10 1,20 Jurgen Ceuppens / WP10 12,00 Lieve Vanderstraeten / WP1 , WP2 4,50 Indirecte personeelsinzet 0,00
Totaal aantal persoonsmaanden
17,70
Werkingskost Kost: Werking, direct [Berekende waarde] € Informatie en documentatie € Onderzoek sliteratuur - boek en € Onderzoek sliteratuur - tijdschriften € ICT € Soft- en hardware en data € Uitrusting € €
Alg. Verplaatsingsk osten Bijwonen int'l conferenties Publicatiek osten
Reiskosten € € € Valorisatie € €
1 500,00 500,00 1 000,00 500,00 500,00 -
ICT € €
-
Uitrusting € €
-
Reiskosten € €
-
Valorisatie €
-
€
-
Totaal personeelskost en werkingskost [Berekende waarde] Centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten [berekende waarde]
in EUR 84 042,96 10 535,56 44 228,98 29 278,42 84 042,96
3 977,59 1 000,00 500,00 500,00 977,59 977,59
Kost: Werking, indirect € Informatie en documentatie € €
Totaal kost werking: [berekende waarde]
€ 8779,63 € 3685,75 € 6506,31 € € € € Totale personeelskost €
€
3 977,59
€
88 020,55
€
8 802,05
Onderaannemingskost
Totaal kost onderaanneming: [berekende waarde]
€
Totale kost:
€
96 822,60
Jaarplan 2015 | 37
4.2.4 Begroting Campus Sint-Lucas bezetting (in persoonsmaanden) 9,60 9,60
€ €
Indirecte personeelsinzet
0,00
€
Totaal aantal persoonsmaanden
9,60
Personeelskosten Directe personeelsinzet Isabelle Pannecoucke / WP3 en WP8
Werkingskost Kost: Werking, direct [Berekende waarde] € Informatie en documentatie € € … ICT €
Totale personeelskost
4 319,28 643,27 643,27 -
Uitrusting € €
176,01 176,01
Reiskosten € €
3 000,00 3 000,00
Valorisatie € €
500,00 500,00
Kost: Werking, indirect € Informatie en documentatie €
-
ICT €
-
Uitrusting €
-
Reiskosten €
-
Valorisatie €
-
Totaal kost werking: [berekende waarde] Totaal personeelskost en werkingskost [Berekende waarde] Centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten [berekende waarde]
€
4 319,28
€
64 319,28
€
6 431,93
Onderaannemingskost
Totaal kost onderaanneming: [berekende waarde]
€
Totale kost:
€
38 | Steunpunt Wonen
70 751,21
€
in EUR 60 000,00 60 000,00
-
60 000,00
4.2.5 Begroting KU Leuven totaal Personeelskosten Directe personeelsinzet HIVA - Kristof Heylen / WP1, WP7, WP8 HIVA - Sien Winters / WP6 CES - Roel Helgers / WP9 CES - Frank Vastmans / WP4 en WP9 OSA - Michael Ryckewaert / WP1, WP2 en WP10 OSA - Jurgen Ceuppens / WP10 OSA - Lieve Vanderstraeten / WP1 en WP2 LUCA - Isabelle Pannecoucke / WP3 en WP8
Indirecte personeelsinzet HIVA - Sien Winters / coördinatie HIVA - Sandra Volders / centraal secretariaat HIVA - Inge Vanderwaeren / ondersteuning
Totaal aantal persoonsmaanden Werkingskost Kost: Werking, direct [Berekende waarde] Informatie en documentatie HIVA CES OSA LUCA ICT HIVA CES OSA LUCA Uitrusting HIVA CES OSA LUCA Reiskosten HIVA CES OSA LUCA Valorisatie HIVA CES OSA LUCA Kost: Werking, indirect Informatie en documentatie 5,8 maanden à 100 euro
PC: 5,8 maanden à 150 euro Beheer en updates website en intranet
bezetting (in persoonsmaanden) 51,30 10,00 1,00 6,00 7,00 1,20 12,00 4,50 9,60 7,50 5,80 1,70 0,00 58,80 Totale personeelskost
€ € € € € € € € € € € €
19 358,65 3 775,27 1 100,00 1 032,00 1 000,00 643,27 5 036,59 1 650,00 2 409,00 977,59 1 208,01
€
1 032,00
€ € € € € € €
176,01 7 648,78 1 428,14 1 720,64 1 500,00 3 000,00 1 690,00
€ € € € € €
690,00 500,00 500,00 13 318,80 580,00 580,00
ICT € € €
3 370,00 870,00 2 500,00
Uitrusting €
1 368,80
€
1 368,80
Valorisatie €
8 000,00
Organisatie studiedagen, catering, vertaalk osten jaarverslag, enz.
€
8 000,00
Totaal kost werking: [berekende waarde]
€
32 677,45
€
409 771,64
€
40 977,16
Totaal personeelskost en werkingskost [Berekende waarde] Centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten [berekende waarde]
in EUR 287 537,54 64 218,33 10 444,25 20 345,20 48 486,80 10 535,56 44 228,98 29 278,42 60 000,00 89 556,65 60 576,65 10 500,00 18 480,00 377 094,19
-
Reiskosten € o.a. ENHR 2014 Sien Winters, verplaatsingsk osten
€ € € € € € € € € € € € € €
Onderaannemingskost
Totaal kost onderaanneming: [berekende waarde]
€
Totale kost:
€
450 748,80
Jaarplan 2015 | 39
4.3 Begroting Universiteit Hasselt Personeelskosten Directe personeelsinzet Wesley Ceulemans / WP5 Wesley Ceulemans / WP7
bezetting (in persoonsmaanden) 7,00 6,00 1,00
€ € €
Indirecte personeelsinzet
0,00
€
Totaal aantal persoonsmaanden
7,00
Werkingskost Kost: Werking, direct [Berekende waarde] € Informatie en documentatie € [Detail] € … ICT € € Uitrusting € €
Totale personeelskost
3 250,00 500,00 500,00 500,00 500,00 -
Reiskosten € €
2 000,00 2 000,00
Valorisatie € €
250,00 250,00
Kost: Werking, indirect € Informatie en documentatie €
-
ICT €
-
Uitrusting €
-
Reiskosten €
-
Valorisatie €
-
Totaal kost werking: [berekende waarde] Totaal personeelskost en werkingskost [Berekende waarde] Centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten [berekende waarde]
€
3 250,00
€
39 502,09
€
3 950,21
Onderaannemingskost
Totaal kost onderaanneming: [berekende waarde]
€
Totale kost:
€
40 | Steunpunt Wonen
43 452,30
€
in EUR 36 252,09 31 073,22 5 178,87 -
36 252,09
4.4 Begroting OTB bezetting (in persoonsmaanden) 2,00 2,00
€ €
Indirecte personeelsinzet
0,00
€
Totaal aantal persoonsmaanden
2,00
Personeelskosten Directe personeelsinzet Marietta Haffner / WP4
Werkingskost Kost: Werking, direct [Berekende waarde] € Informatie en documentatie € € … ICT € €
Totale personeelskost
21 417,19
1 000,00 1 000,00 1 000,00 1 000,00
Reiskosten € €
200,00 200,00
Valorisatie € €
200,00 200,00
Kost: Werking, indirect Informatie en documentatie €
-
ICT €
-
Uitrusting €
-
Reiskosten €
-
Valorisatie €
-
Totaal personeelskost en werkingskost [Berekende waarde] Centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten [berekende waarde]
-
3 400,00 1 000,00 1 000,00
Uitrusting € €
Totaal kost werking: [berekende waarde]
€
in EUR 21 417,19 21 417,19
€
3 400,00
€
24 817,19
€
2 481,72
Onderaannemingskost
Totaal kost onderaanneming: [berekende waarde]
€
Totale kost:
€
27 298,91
Jaarplan 2015 | 41
4.5 Personeelsinzet Personeelsinzet (in persoonsmaanden) Directe personeelsinzet Werkpakket 1: Woonsurvey 2012 Werkpakket 2: Meting van de leegstand… Werkpakket 3: Onderkant woningmarkt Werkpakket 4: Private verhuurders Werkpakket 5: Analyses EPC-databank Werkpakket 6: Indicatoren Werkpakket 7: Bereik en effecten van beleid Werkpakket 8: In- en uitstroom sociale huisvesting Werkpakket 9: Prijsvorming woningmarkt Werkpakket 10: Territoriale selectiviteit Indirecte personeelsinzet Coördinatie Centraal secretariaat Ondersteuning onderzoekers Totaal aantal persoonsmaanden
42 | Steunpunt Wonen
HIVA-KU Leuven 11,00 3,00
CES-KU Leuven 13,00
OSA-KU Leuven LUCA-KU Leuven 17,70 9,60 3,40 1,50 0,40
UH 7,00
1,00
OTB 2,00
2,00 6,00
1,00 3,00 4,00
1,00 9,20 12,00
7,50 5,80 1,70
0,00
12,80 0,00
0,00
0,00
0,00
18,50
13,00
17,70
9,60
7,00
2,00
Totaal 60,30 6,40 1,50 0,40 3,00 6,00 1,00 4,00 13,20 12,00 12,80 7,50 5,80 1,70 0,00 67,80
4.6 Toelichting bij de begroting 2015 4.6.1 Gevolgde principes bij het opmaken van de begroting 2015 De voorbije jaren werden in de loop van het werkjaar nog aanpassingen gedaan aan de budgetten voor het Steunpunt die zijn opgenomen in de beheersovereenkomst. Een andere onbekende factor bij het opmaken van een begroting is overdracht uit het vorige werkjaar. Hiervoor zouden we ramingen kunnen maken. Maar pas na afsluiting van het werkjaar zullen de definitieve overdrachten bekend zijn Voor deze onbekende factoren zouden we in onze begroting hypothesen kunnen aannemen. Van zodra er zekerheid over is, kunnen dan de begrotingen worden aangepast. Dergelijke werkwijze zou echter tot erg complexe tabellen leiden die een correcte opvolging van de financiering van het steunpunt bemoeilijkten. Om die reden hebben we hier net als bij de opmaak van het jaarplan 2013 en 2014 de volgende werkwijze gevolgd. - Het totale budget voor 2015 is dit wat voorzien was in het meerjarenplan, zonder rekening te houden met indexeringen en verwachte besparingen. - Het budget voor 2015 bevat nog niet de verwachte overdrachten uit 2014. In het activiteitenverslag van 2014 zullen we de definitieve overdrachten opnemen. Op dat ogenblik zal met de stuurgroep worden afgesproken hoe deze overdrachten zullen worden aangewend. Om de stuurgroep nu al inzage te geven in de verwachte overdrachten, nemen we hierna (onder titel ‘3.3 Uitvoering van de begroting 2013) een raming op van de overdrachten per onderdeel en per partner. Verder is bij het opmaken van de begroting de verdeling van de budgetten over de partners behouden zoals deze was voorzien in het meerjarenplan. Binnen het budget van elk van de partners zijn er wel verschuivingen. Deze zijn voornamelijk het gevolg van grotere duidelijkheid over de kosten voor het personeel dat op het steunpunt wordt ingezet. Om die reden zijn er verschuivingen tussen personeels- en werkingskosten, of is soms de onderzoekstijd voor een werkpakket aangepast.
4.6.2 Korte toelichting bij de begroting 2015 De in de begroting opgenomen uitgaven betreffen net zoals in het jaarplan 2012, 2013 en 2014 alleen de uitvoering van de basisopdracht. Overeenkomstig het meerjarenplan is de begroting opgemaakt uitgaande van een totaal budget van 521 500 euro, dit is 70% van het in het meerjarenplan ingeschreven budget. De personeelskosten bedragen 434 763,47 euro. Deze kosten vertegenwoordigen 67,8 onderzoeksmaanden, die gespreid over 10 werkpakketten worden ingezet. De werkingskosten worden begroot op 39 327,45 euro. Het grootste deel (66%) van deze werkingskosten zijn directe kosten. Het betreft o.a. kosten voor de aankoop van documentatie, software, pc’s, data, verplaatsingskosten. Meerdere onderzoekers voorzien een bedrag voor deelname aan internationale conferenties, waaronder de ENHR Conference 2015 in Lissabon. Het overige deel van de werkingskosten betreft de centrale werking van het Steunpunt.
Jaarplan 2015 | 43
Aan inkomstenzijde voorziet het meerjarenplan een subsidie van 745 000 euro. Volgens de cijfers die het Steunpunt ontving op 17 oktober 2014 zal het echter maar gaan om 661 164,21 euro, wat een besparing betekent van 83 835,79 euro. berekening besparingen 2015 budget meerjarenplan informatie ontvangen 17 oktober 2014 besparing 2015
EWI 496666,67 441164,21
WB 248333,33 220000
totaal 745000 661164,21 83835,79
Overeenkomstig vroegere afspraken wordt de besparing niet afgehouden van de middelen beschikbaar voor de basisopdracht, maar in mindering gebracht van de ad hoc opdrachten. De berekening van het budget beschikbaar voor ad hoc opdrachten in 2015 is verder in dit jaarplan te vinden (zie 4.8).
4.7 Uitvoering begroting 2014 Op basis van de huidige planning wordt hierna een overzicht gegeven van de besteding van de middelen voorzien in de begroting 2014 en van de overdrachten uit vorige jaren. Vermits het over ramingen gaat, ronden we alle bedragen af op 5 000-tallen.
4.7.1 Basisopdracht 2014 a) KU Leuven, CES De begroting 2014 is bijna zoals voorzien in het jaarplan. In WP2 wordt één maand overgeheveld naar 2015. Andere kleine overdrachten dienen om stijgende loonkosten op te vangen. De overdracht vertegenwoordigt een bedrag van ongeveer 10 000 euro b) KU Leuven, HIVA De begroting 2014 zal vermoedelijk verder worden uitgevoerd zoals voorzien in het jaarplan. De overgedragen middelen uit 2013 (24 995,52 euro) betroffen grotendeels het basisonderzoek. Het ging daarbij om 0,6 onderzoeksmaanden uit WP6, een reserve voor het centraal werkingsbudget van het Steunpunt (zie verder) en een reserve die nodig geacht werd om de stijgende loonkosten de volgende jaren op te vangen. Met eventuele uitzondering van de 0,6 onderzoeksmaanden voor WP6, die zou kunnen worden overgedragen naar 2015 om in dat jaar extra tijd te kunnen besteden aan dit WP, zullen de middelen voorzien voor 2014 met inbegrip van de overdrachten uit vorige jaren worden opgebruikt. De overdracht zal in dat geval beperkt blijven tot zo’n 10 000 euro. c) KU Leuven, OSA De begroting zal verder worden uitgevoerd zoals voorzien in het jaarplan 2014, met dat verschil dat van de voorziene onderzoekstijd voor WP2 (1,8 maand) 1 maand naar WP10 verschoven is en 0,8 maand naar WP1 zal gaan. In het jaarplan 2014 was voorzien dat 4,2 onderzoeksmaanden uit de basisopdracht werden overgedragen (WP2 2013 WP1 2014). Volgens het jaarverslag 2013 werden
44 | Steunpunt Wonen
nog 0,8 onderzoeksmaanden extra overgedragen uit WP2 naar 2014, 0,7 onderzoeksmaanden van ad hoc opdracht 9 (evaluatie borging sociaal woonaanbod van HIVA 2013 OSA 2014) en 0,93 onderzoeksmaanden van ad hoc opdracht 8 (opvolging veldwerk GWO 2013). Door een lagere personeelskost konden hiermee 7,2 onderzoeksmaanden extra gefinancierd worden (Lieve Vanderstraeten) die effectief ingezet zijn voor WP1, afwerking van ad hoc 9 en van ad hoc 8. OSA vooorziet geen structurele overdrachten vanuit 2014 naar 2015 (tenzij eventuele kleine overschotten die overblijven na de eindafrekening van personeels- en werkingskosten). d) KU Leuven, Faculteit Architectur, Campus Sint-Lucas Brussel Er is geen overdracht van middelen voorzien van 2013 naar 2014. e) TUD - OTB Voor TUD was er slechts een kleine overdracht uit 2013. Verder wordt verwacht dat de begroting 2014 zal worden uitgevoerd zoals voorzien in het jaarplan. f) Universiteit Hasselt De reserve van 2013 bedroeg 16 133,05 euro. Daarnaast leidt de lagere loonkost van Wesley Ceulemans t.o.v. wat begroot was, ertoe dat er ook in 2014 een verwacht overschot van ongeveer 15 000 euro zal zijn zal zijn. Afgerond verwachten we een overdracht van 30 000 euro. Wesley is momenteel 50% als onderzoeker aangesteld. Door de achterstand die is opgelopen in de eerste jaren bij de analyse van de EPC-databank, de omvang van de EPC-databank en het feit dat de databankstructuur begin 2013 is gewijzigd en dus de statistische analysemodellen aangepast moeten worden, wordt ervoor gekozen om Wesley vanaf 1 oktober 2014 tot 31 december 2015 voor 75% als onderzoeker op het Steunpunt Wonen aan te stellen. De reserve van 2013 en het overschot van 2014 zal hiervoor gebruikt worden. g) Centraal werkingsbudget 2013 sloot af met een reserve van 5 384,96 euro, die nog moet worden verhoogd met inkomsten uit een studiedag in 2012 (4 200 euro). Voor 2014 is er een verwacht overschot van 5 000 euro. Dit leidt tot een overdracht van ongeveer 15 000 euro extra te besteden aan valorisatie-initiatieven in 2015. Deze reserve werd aangelegd met het oog op het kunnen organiseren van meerdere studiedagen tijdens het afsluitende jaar van het steunpunt. h) Raming overdracht van 2013 naar 2014 voor de basisopdracht Op basis van wat voorafgaat komen we voor de basisopdracht uit op een geraamde overdracht van 65 000 euro.
Jaarplan 2015 | 45
4.7.2 Ad hoc opdrachten 2014 4.7.2.1 Budgetten 2014 en reeds besliste allocatie van deze budgetten In het meerjarenplan was een budget voorzien van 223 500 euro. Daarnaast was er een nog niet aangewend bedrag uit begrotingsjaar 2013 van 37 576 euro. De besparingen op het Steunpunt Wonen voor 2014 moeten worden afgetrokken. Volgens de informatie ontvangen van EWI en Wonen Vlaanderen begin oktober 2014 bedraagt deze besparing 9 817,54 euro, als volgt berekend: berekening besparingen 2014 budget meerjarenplan informatie ontvangen 17 oktober 2014 besparing 2014
EWI 496666,67 490182,46
WB 248333,33 245000
totaal 745000 735182,46 9817,54
Verder meldt het jaarverslag 2013 dat er op de ad hoc opdrachten nog een overschot is gerealiseerd op reeds afgeronde projecten voor 15 513,12 euro. Ook dit bedrag mag worden toegevoegd om het totale beschikbare bedrag voor 2014 te kennen. We komen zo uit op een budget van 266 772,46 euro beschikbaar voor ad hoc opdrachten in 2014. Bij brief van 2 december 2013 besliste minister Van den Bossche goedkeuring te verlenen aan vijf ad hoc opdrachten, dit voor een totaal bedrag van 249 900 euro. De reserve op het budget voor ad hoc opdrachten 2014 bedraagt bijgevolg 16 782,46 euro. inkomsten budget 2014 meerjarenplan reserve budget 2013 besparing 2014 overschot op afgeronde projecten* totaal
223500 37576,88 9817,54 15513,12 266772,46
vastgelegd evaluatie private huur lokaal woonbeleid huurschatter gemeenschappelijk wonen SEE2001 totaal
overschot 84458 69652 40000 48400 7480 249990
16782,46
*: zie jaarverslag 2013 p. 78
4.7.2.2 Aanwending budgetten 2014 De uitvoering van meerdere van deze projecten zal ook nog in 2015 lopen. Bijgevolg zal een groot deel van het budget voor 2014 worden overgedragen naar 2015. Een voorlopige raming. - Evaluatie private huur: voor de evaluatie van de private huur worden 6 onderzoeksmaanden aangewend in 2014, 6 maanden zullen worden aangewend in 2015. Hiermee zal een overdracht gepaard gaan van ongeveer 45 000 euro. - Lokaal woonbeleid: in 2014 zullen ongeveer 3 onderzoeksmaanden worden aangewend, 5 onderzoeksmaanden zullen worden besteed in 2015. Hiermee zal een overdracht gepaard gaan van ongeveer 45 000 euro. - Huurschatter: de opdracht wordt nog dit jaar afgerond, er is geen overdracht van middelen voorzien. - Gemeenschappelijk wonen: de opdracht zal in 2015 nog enkele maanden verder lopen. Daarvoor worden ongeveer 3 onderzoeksmaanden overgedragen, wat overeenkomt met een bedrag van ongeveer 20 000 euro. - SEE2001-GWO2013: wordt dit jaar volledig uitgevoerd.
46 | Steunpunt Wonen
De totale geraamde overdracht die gepaard gaat het met uitvoeren van deze ad hoc opdrachten over twee begrotingsjaren heen, bedraagt 110 000 euro.
4.7.3 Conclusie betreffende de vermoedelijke overdracht naar 2015 Op basis van wat vooraf gaat verwachten we een overdracht van 65 000 euro op de basisopdracht en 110 000 euro voor ad hoc opdrachten die lopen over twee begrotingsjaren. Samen met de reserve op het budget voor ad hoc opdrachten in 2014 (16 782,46 euro) betekent dit een geraamde overdracht van ongeveer 190 000 euro.
4.8 Budget ad hoc opdrachten 2015 Om het budget voor ad hoc opdrachten 2015 te kennen, vertrekken we van het bedrag voorzien in het meerjarenplan, we trekken hiervan de besparing 2015 af en voegen hieraan het nog niet vastgelegde bedrag voor 2014 toe. Dit geeft volgende rekening.
budget 2015 meerjarenplan nog niet vastgelegd in 2014 besparing 2015 totaal
223500 16782,46 83835,79 156446,67
Voor het vastleggen van de opdrachten zal de gebruikelijke procedure worden gevolgd.
Jaarplan 2015 | 47
Bijlage 1. Samenstelling begeleidingsgroepen Begeleidingsgroep Data en analyses (65,8 OM)
Werkpakketten + ad hoc opdrachten WP1. Woonsurvey 2012 WP2. Meting van de leegstand, niet-officiële bewoning en grijs wooncircuit WP6. Ontwikkeling van indicatoren Ad hoc opdracht 4 ‘Tevredenheidsmeting sociale huur’ Ad hoc opdracht 6 ‘Opvolging veldwerk woningopname (I) Ad hoc opdracht 8 ‘Opvolging veldwerk woningopname (II) Ad hoc opdracht 14 ‘Vergelijking Groot woononderzoek 2013 met gegevens van SEE2001’
Outputs behorend tot andere werkpakketten Output 4.1: resultaten Woonsurvey over private huurmarkt (advies van BG private huurmarkt)
Leden W-Vl Afdeling Woonbeleid
W-Vl Afdeling Wonen
Wonen-Vlaanderen Kabinet wonen Departement RWO – ARP SVR Team Stedenbeleid VMSW VVH/VLEM CIB
Vlaams Huurdersplatform (VHP) Kenniscentrum Vlaamse Steden VVSG Provincies Vlaamse Woonraad Vlaams Armoedesteunpunt Steunpunt Wonen
48 | Steunpunt Wonen
Personen Veerle Geurts Eva Debusschere David Eyckmans Lize Haagdorens Wim Guillemyn of Johan Vandenberghe Van den Bosch Hilde Luc Bollaert Ilse Baert Dorien Van Cauwenberge Gunther Gysemans Marjolijn Goossens Dirk Pairoux
Helmer Rooze Maarten Van Holle Isabelle Loris Hilde Schelfaut Greta Sienap Karen Stuyck Peter Van Den Bosch Bjorn Mallants Kristien Berkein Pieter Decelle Peggy Verzele Geert Inslegers Linda Boudry Joris Deleenheer Hilde Coudenys David Van Vooren of Pol Van Damme Jill Coene Michael Ryckewaert Jurgen Ceuppens Lieve Vanderstraeten Kristof Heylen Pascal De Decker Marietta Haffner Dominique Vanneste Frank Vastmans Gerard van Bortel Sien Winters
Begeleidingsgroep Wonen en Energie (20 OM)
Werkpakketten + ad hoc opdrachten WP5. Analyses EPC-databank
Outputs behorend tot andere werkpakketten Output 1.3: resultaten Woonsurvey over energie (Advies aan BG data en analyses) Output 6.4: indicator voor energieprestaties (Advies aan BG data en analyses) Output 7.5: effecten energiepremies (Advies aan BG Beleidsinstrumenten) Output 9.2: hedonisch prijsmodel w.b. effecten van energiekenmerken op prijzen (Advies aan BG Woningmarkt)
Leden W-Vl Afdeling Woonbeleid
Personen Veerle Geurts Valéry Stevens Kaat Tavernier
Wonen-Vlaanderen Kabinet Wonen Inspectie RWO VMSW
Helmer Rooze Maarten Van Holle Tom Vandromme Bernard Wallyn Hannes Benaets Ann Collys Nadine Dufait Kristien Berkein Pieter Decelle Peggy Verzele Nele Renders Marlies Van Holm Birgit Vandevelde David Van Vooren of Pol Van Damme Kris Bachus Bart Delbeke Griet Verbeeck Wesley Ceulemans Sien Winters
VEA CIB
VITO
Vlaamse Woonraad TRADO OASeS Steunpunt Wonen
Jaarplan 2015 | 49
Begeleidingsgroep Beleidsinstrumenten (48,6 OM)
Werkpakketten + ad hoc opdrachten WP7. Bereik en effecten van het woonbeleid WP8. Analyse in- en uitstroom sociale huisvesting WP10. Territoriale selectiviteit in het woonbeleid Ad hoc opdracht 3 ‘Sociale koop en sociale kavels’ Ad hoc opdracht 9 ‘Evaluatie van de borging van het sociaal woonaanbod’
Outputs behorend tot andere werkpakketten
Leden W-Vl Afdeling Woonbeleid
Personen Veerle Geurts Lize Haagdorens Marie Le Roy Kaat Tavernier
W-Vl Afdeling Wonen
Hilde Van Den Bosch Luc Bollaert Ilse Baert Dorien Van Cauwenberge Gunther Gysemans Marjolijn Goossens Dirk Pairoux Helmer Rooze Maarten Van Holle Isabelle Loris Hilde Schelfaut Greta Sienap Peter Van Den Bosch Bjorn Mallants Kristien Berkein Pieter Decelle Peggy Verzele Bert Cox Linda Boudry Geert Inslegers Geert Van Reybrouck Joris Deleenheer David Van Vooren of Pol Vandamme Carine Smolders Trui Steen
Wonen-Vlaanderen Kabinet Wonen Departement RWO – ARP SVR VMSW VVH CIB
VLEM Kenniscentrum Vlaamse Steden Vlaams Huurdersplatform (VHP) FOD Financiën VVSG Vlaamse Woonraad Steunpunt Fiscaliteit en Begroting Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Steunpunt Wonen
Ad hoc opdracht 5 ‘Huiskorting’
Ad hoc opdracht 11 ‘Lokaal woonbeleid’ Ad hoc opdracht 13 ‘Gemeenschappelijk Wonen’
50 | Steunpunt Wonen
Bijkomende leden Kabinet Financiën en Begroting Afdeling Beleidsondersteuning en Begroting VVP Samenhuizen vzw
Kristof Heylen Pascal De Decker Michael Ryckewaert Jurgen Ceuppens Lieve Vanderstraeten Sien Winters Yann Van Rompuy Luc Daelmans Manuela Vervoort Wendy Hendrickx Hilde Rekkers Sabrine Vanslembrouck
Begeleidingsgroep Woningmarkt (44 OM)
Werkpakketten + ad hoc opdrachten WP9. Prijsvorming op de woningmarkt
Outputs behorend tot andere werkpakketten Output 6.2: woningprijsindex (Advies aan BG data en analyses) Output 6.6: indicator voor beschikbaarheid van woningen
Leden W-Vl Afdeling Woonbeleid
Personen Veerle Geurts Lize Haagdorens Marie Le Roy
Wonen-Vlaanderen Kabinet Wonen VCB AES CIB
Helmer Rooze Maarten Van Holle Gert Huybrechts Katelijne D’Hauwers Pieter Decelle Peggy Verzele Geert Inslegers David Van Vooren of Pol Vandamme Erik Buyst Frank Vastmans Roel Helgers Pascal De Decker Sien Winters Veerle Geurts Ronald Van Paassen Nina Van Acker Helmer Rooze Maarten Van Holle Tom Van Dromme Dirk Vanderborght Gerd De Keyser Bjorn Mallants Linda Boudry Joris Deleenheer Myriam Vanvinckenroye Thijs Callens Danny Lescrauwaet Pol Van Damme of David Van Vooren Koen Hermans
Vlaams Huurdersplatform (VHP) Vlaamse Woonraad Steunpunt Wonen
Onderkant woningmarkt (26,4 OM)
WP 3. Onderkant woningmarkt
W-Vl Afdeling Woonbeleid
Wonen-Vlaanderen Kabinet Wonen Inspectie RWO Wonen – Vlaanderen VMSW VVH/VLEM Kenniscentrum Vlaamse Steden VVSG Vlaams Huurdersplatform (VHP) Vlaams Netwerk Armoede Steunpunt Algemeen Welzijnswerk Vlaamse Woonraad Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vlaams Armoedesteunpunt Steunpunt Wonen
Jill Coene Bruno Meeus Pascal De Decker Isabelle Pannecoucke Sien Winters
Jaarplan 2015 | 51
Begeleidingsgroep Private huurmarkt (13 OM)
Werkpakketten + ad hoc opdrachten WP 4. Private verhuurders Ad hoc opdracht 1 ‘Toepassing richthuurprijzen’ Ad hoc opdracht 2 ‘Regionalisering huurwetgeving’ Ad hoc opdracht 7 ‘Evaluatie van de woninghuurwetgeving’ Ad hoc opdracht 10 ‘Evaluatie van de huurwetgeving (vervolg)’ Ad hoc opdracht 12 ‘Update huurschatter’
Outputs behorend tot andere werkpakketten
Leden W-Vl Adeling Woonbeleid
Personen Wim Claeskens Veerle Geurts Eva Debusschere Lize Haagdorens Eline Van Agtmaal
Wonen-Vlaanderen
Helmer Rooze
Kabinet Wonen Inspectie RWO AES CIB
Maarten Van Holle Tom Van Dromme Katelijne D’Hauwers Kristien Berkein Pieter Decelle Peggy Verzele Dajo Hermans Geert Inslegers of Myriam Vanvinckenroye Geraldine Serras Linda Boudry Pol Van Damme of David Van Vooren Maarten Dambre Bernard Hubeau/Diederik Vermeir Frank Vastmans Sien Winters
BIV Vlaams Huurdersplatform (VHP) HUURpunt vzw Kenniscentrum Vlaamse Steden Vlaamse Woonraad Externe deskundige Steunpunt Wonen
52 | Steunpunt Wonen