Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid & Gezin
Jaarplan 2011 Prof. dr. Ch. Van Audenhove Promotor-Coördinator
15 oktober 2010
Inhoud Voorwoord Inleiding 1. Missie en doelstellingen 2. Onderzoekslijnen en werkpakketten 2.1 Kencijfers en monitoring 2.1.1 Jeugd en Gezin 2.1.2 Adolescenten met een handicap 2.1.3 Volwassenen 2.1.4 Ouderen 2.2 Evaluatie en ontwikkeling 2.3 Juridisch en institutioneel kader 2.3.1 Marktwerking en keuzevrijheid in de ouderenzorg 2.3.2 Overheidsinstrumentarium in de zorgsector 2.3.3 Ketenmanagement 2.4 Ad-hoconderzoek 2.5 Centrale steunpuntwerking 3. Producten en mijlpalen per werkpakket 3.1 Kencijfers en monitoring 3.1.1 Jeugd en Gezin 3.1.2 Adolescenten met een handicap 3.1.3 Volwassenen 3.1.4 Ouderen 3.2 Evaluatie en ontwikkeling 3.3 Juridisch en institutioneel kader 3.3.1 Marktwerking en keuzevrijheid in de ouderenzorg 3.3.2 Overheidsinstrumentarium in de zorgsector 3.3.3 Ketenmanagement 3.4 Ad-hoconderzoek 3.5 Centrale steunpuntwerking 4. Tijdlijnen 5. Management en steunpuntwerking 5.1 Management 5.2 Organigram 5.3 Netwerk en valorisatie 5.4 Publicaties 6. Transversale thema’s 7. Samenwerking met andere steunpunten 8. Begroting (bijlage 1) Bijlage 2: samenstelling SWVG Bijlage 3: projectfiches SWVG 2010 Bijlage 4: geplande beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage SWVG (2011) Colofon
2
Voorwoord Zoals bepaald in de Beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en de betrokken universiteiten bezorgt het SWVG jaarlijks een werkplan aan de overheid. Dit jaarplan is een concrete vertaling van het globale onderzoeksplan in werkpakketten en –termijnen. Op die manier is het jaarplan voor het steunpunt tegelijk het instrument bij uitstek waarmee in het voorliggende jaar de onderzoeksactiviteiten worden gepland, opgevolgd en bijgestuurd, en waarmee het meerjarenplan gaandeweg wordt gerealiseerd. Het jaarplan 2011 omvat twee grote delen. Het eerste deel beschrijft de geplande onderzoeksactiviteiten voor het komende werkjaar, ingedeeld conform de onderzoeksprogramma’s zoals in het meerjarenplan van SWVG opgenomen (zie http://www.steunpuntwvg.be/swvg/ nl/onderzoek.html). In het tweede deel worden een aantal werkaspecten van het steunpunt als geheel besproken. Deze blijven belangrijk omdat zij de verschillende onderzoeksprogramma’s zowel ondersteunen als samenhouden. Er wordt ook ingegaan op de valorisatie van de resultaten van het steunpunt.
De tweede bevragingsgolf voor de 6- en 12-jarigen is gestart begin 2010 en werd ook over twee bevragingsmomenten gespreid (respectievelijk voor- en najaar). In 2011 wordt ingezet op de analyse van deze datasets. Er worden verdiepingsstudies opgestart. Hierover wordt in 2011 gerapporteerd.
Inleiding 1. Opdrachtgever Sinds 11 juli 2009 is Jo Vandeurzen de bevoegde Vlaamse minister voor het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Bij het begin van de legislatuur tekende hij in een beleidsnota zijn beleid inzake welzijn, volksgezondheid en gezin uit. In 2010 volgde de beleidsbrief waarin de minister zijn beleid voor het parlementair jaar 2010-2011 concretiseerde. 2. Werkjaar 2011
2010
en
KANS: de tweede bevragingsgolf loopt. Hiervoor worden de samenwerkingsverbanden met meerdere geëngageerde Vlaamse Hogescholen voortgezet. In 2011 ligt de focus op beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage. Op basis van de analyses kan een verdiepend onderzoek bij een afgebakende subpopulatie van de bevraagde gebruikers van welzijnszorgvoorzieningen opgezet worden.
VRAAG finaliseerde de eerste bevraging; de tweede bevraging werd in 2010 voorbereid maar op basis van verdiepende analyses van de kenmerken van de respondenten werd in overleg met het beleidsplatform beslist geen tweede bevragingsgolf op te zetten. In 2010 en 2011 worden de verzamelde gegevens uit de eerste bevragingsgolf verder geanalyseerd. Indien meer verdiepende kennis over een subgroep van deze jongvolwassenen wenselijk is, wordt de opportuniteit om een verdiepende studie bij deze subgroep uit te voeren met de betrokkenen verkend.
VoZs voltooide de eerste bevragingsgolf en ging in 2010 van start met de tweede. De Vlaamse Ouderen Zorgstudie kon opnieuw beroep doen op haar uitgebreide interviewernetwerk. Er werd ook gezocht naar nieuwe samenwerking met hogescholen. Er werd daarnaast voorzien in de bijkomende rekrutering van ouderen, cliënt van een thuiszorgvoorziening, om het aantal respondenten op peil te houden. In 2011 wordt
jaarplan
In het meerjarenprogramma bouwen de belangrijkste delen van het werkplan 2011 voort op de realisaties en werkzaamheden van de voorgaande werkjaren. Het is daarom goed kort stil te staan bij enkele aspecten daarvan. De bevraging van de cohorten, panels en doelgroepen van de verschillende onderzoekslijnen van programma 1 kwam in 2009 op kruissnelheid en werd in 2010 voortgezet. De dataverzameling in 2011 bouwt voort op die van de voorgaande jaren. Dit moet het mogelijk maken evoluties en trajecten in kaart te brengen. Dit betekent voor de diverse projecten uit programma 1 (kencijfers en monitoring) en 2 (evaluatie en ontwikkeling) het volgende:
4
JOnG!: de derde bevragingsgolf bij de geboortecohorte loopt volop, maar is om de respons op peil te houden in 2010 opgesplitst in een bevraging op de leeftijd van 24 maanden en een bevraging op de leeftijd van 28 maanden. In 2011 worden de lopende bevragingsgolven voortgezet en ligt de focus op de analyse van de gegevens van de bevraagde respondenten.
op basis van de analyses van de eerste bevragingsgolf één of meerdere subgroepen binnen de bevraagde populatie afgebakend die voor een verdiepend onderzoek worden aangesproken.
POP: Het tweede jaar van de implementatie is afgerond en met de start van het schooljaar 2010-11 gaat het derde implementatiejaar in. Op het einde van het schooljaar (in mei/juni 2011) is de eindmeting van het POP-project voorzien.
STAP staat voor STress AanPakken. De inclusie van de deelnemers aan de preventieve interventie over stress liep tot het einde van 2009 en werd verlengd in het vroege voorjaar van 2010. De implementatie van de interventie en het onderzoek lopen van januari tot en met juni 2010. Er worden op verschillende tijdstippen effectmetingen uitgevoerd. De laatste effectmeting gebeurt begin 2011.
De onderzoeksprojecten in programma 3 (het juridische en institutionele kader) werden voortgezet. Het project “ketenmanagement” werd voortgezet met een case “integrale jeugdhulp”, waarover ook in een werknota kon gerapporteerd worden. De case “gedetineerden” wordt in 2011 opnieuw opgenomen.
grotere toegankelijkheid van de onderzoeksresultaten voor het beleid en de praktijk van de welzijnssectoren. In 2011 zetten we onze inspanningen voort. Op 2 december 2010 presenteert het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin aan haar partners, zowel van het beleid als van de praktijk, een stand van zaken en de vruchten van het voorbije werkjaar op een studiedag, getiteld ‘In-zicht in welzijn, volksgezondheid en gezin’. In het najaar van 2011 plant het SWVG een slotcongres waarop de resultaten van de verschillende programma’s worden voorgesteld aan een breed publiek van geïnteresseerden. 4. Jaarverslag 2010 Een volledig overzicht van de werkzaamheden van het voorbije jaar wordt opgenomen in het werkingsverslag 2010 dat per 1 april 2011 aan de Stuurgroep van het SWVG wordt overgemaakt. Diezelfde Stuurgroep bespreekt tijdens haar bijeenkomsten de stand van zaken van de diverse onderzoeksprojecten.
Tot slot bevat dit werkplan nog de werkpakketten en producten voortkomend uit de ad-hocprojecten die voor het werkjaar 2010 geselecteerd werden. Deze projecten werden in het eerste semester van 2010 op spoor gezet, en startten in de zomer van 2010. 3. Resultaten Het SWVG maakte het voorbije jaar in de verschillende programma’s werk van de ontwikkeling van accurate beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportering. We zochten naar kanalen die bijdragen tot een
5
Wetenschappelijke ning verstrekken.
dienstverle-
1. Missie en doelstellingen
-
1.1
Meer concreet wil het steunpunt het beleid van WVG ondersteunen door: - Een beter inzicht te verwerven in en meer kennis over prevalentie van problemen, met bijzondere aandacht voor specifieke doelgroepen. - Inzicht te verwerven in de resultaten van het preventie- en hulpverleningsaanbod. - Het formuleren van beleidsaanbevelingen op het vlak van de regelgeving, de organisatievormen, de aanbodsvormen en de netwerkontwikkeling. - Een kennis- en documentatiecentrum voor beleidsgericht onderzoek (dat in staat stelt gefundeerde adviezen te verstrekken wanneer nodig) te ontwikkelen.
Missie van SWVG
Het steunpunt ondersteunt op basis van fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek de Vlaamse Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin bij het voeren van een krachtdadig beleid. Aan de hand van gecoördineerd en multidisciplinair wetenschappelijk werk zal SWVG een analyse kunnen maken van de complexiteit van de huidige welzijns-, gezondheids- en gezinsproblemen, deze begrijpen en daarmee aanzetten tot verbetering kunnen formuleren. Het steunpunt biedt zo een wetenschappelijke legitimering voor de prioritering van beleidsthema’s en draagt op die manier bij tot een slagkrachtig, innovatief, effectief, inclusief en integraal beleid. De kennis en adviezen die tijdens de duur van het steunpunt worden verzameld en ontwikkeld, worden volledig ter beschikking gesteld van de Vlaamse overheid en gepubliceerd. Zij worden, mits akkoord van de minister, ook toegankelijk gemaakt voor derden. 1.2
Doelstellingen
SWVG onderschrijft de algemene doelstellingen die in de ministeriële oproep voor een Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin naar voren geschoven worden. Zo zal het steunpunt onder meer: - Kwalitatieve en kwantitatieve data (m.i.v. longitudinale gegevens) verzamelen, analyseren en ontsluiten. - Beleidsgericht onderzoek uitvoeren op korte en langere termijn (resp. verwijzend naar ad hoc projecten en het meerjarenplan). Dit onderzoek is relevant voor het huidige Vlaamse beleid en haar prioriteiten op het vlak van welzijn, volksgezondheid en gezin.
6
Hierbij wil het steunpunt focussen op drie doelgroepen in hun context: kinderen en jongeren, volwassenen en ouderen. Het steunpunt richt zich tot alle sectoren waarover de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin bevoegd is. Bijzondere aandacht gaat naar de sociale inclusie van maatschappelijk kwetsbare groepen. De doelstellingen worden gerealiseerd d.m.v. het meerjarenplan en worden per onderzoeksprogramma vertaald op jaarbasis in werkpakketten en producten. Deze voor 2011 worden hieronder opgesomd.
2. Onderzoekslijnen en werkpakketten Meerjarenprogramma. In de loop van het werkjaar 2009 kwam het longitudinaal onderzoek naar zorgtrajecten (programma 1) op kruissnelheid. In 2010 concentreerden VRAAG, KANS en VoZs zich op de voorbereiding van de tweede bevragingsgolf (respons, input van data, kwaliteitscontrole van de data, enzovoort). Voor VRAAG werd op het beleidsplatform uiteindelijk voor een andere voortzetting gekozen en werd de tweede bevragingsgolf niet opgestart. Voor de geboortecohorte van JOnG! is in mei 2010 de derde wave van start gegaan. Om de respons op peil te houden werd ervoor geopteerd om de vragenlijst in twee delen op te splitsen. Het tweede deel wordt verzonden op de leeftijd van 28 maanden. De tweede wave van de cohortes van de 6- en 12-jarige kinderen en jongeren startte eind mei 2010. Ook voor die groep werd ervoor gekozen om de vragenlijst in twee kortere delen op te splitsen. Het tweede deel wordt verzonden in het najaar 2010. Daarnaast werd ook een zorgvragenlijst voorbereid die de zorgbehoeftes en –trajecten specifieker in kaart zal brengen. Via diverse outputvormen werden in 2010 resultaten van de eerste bevragingsgolven voorgesteld aan de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, zijn bevoegde administratie en aan een ruimer publiek. In het werkjaar 2011 wil het SWVG nog sterker inzetten op de beleidsmatige en wetenschappelijke rapportage en presentatie van de resultaten van haar longitudinaal onderzoek naar haar verschillende doelgroepen. Voor programma 2, evaluatie en ontwikkeling, lag in 2010 het accent op de (verdere) implementatie van de interventies rond ‘gezonde voeding en beweging’ (POP) en ‘psychoeducatie over stress ter preventie van angst en depressie’ (STAP). In
2010 schreef POP de resultaten van haar onderzoek naar de implementatie van haar interventie in de kinderdagverblijven neer in een SWVGrapport. Via een interne werknota konden ook voor de interventie STAP preliminaire en tussentijdse resultaten neergelegd worden. In 2011 worden definitieve resultaten gerapporteerd. Voor het juridische en institutionele kader (programma 3) wordt het onderzoekswerk naar ‘marktwerking in de ouderenzorg’ en naar de ‘Europese dienstenrichtlijn’ voortgezet zoals gepland. De bestaande werknota’s worden aangevuld en geactualiseerd en de uitbouw van een kennispunt over bestuurlijke aspecten werd in 2009 een feit. In 2010 wordt dit verder ontwikkeld. Ook het onderzoek naar het overheidsinstrumentarium in de Vlaamse zorgsector schiet goed op. Het algemeen kader, een inventaris van dat instrumentarium en een eerste analyse van de betreffende instrumenten in diverse sectoren zijn beschikbaar. In juli 2009 startte ook het onderzoek naar ketenmanagement in de sectoren van WVG, wat resulteerde in een werknota over de algemene begrippen en toepasselijkheid in de sector van WVG, een werknota over buitenlandse succesen faalfactoren m.b.t. ketenmanagement. In 2010 wordt over de case ‘integrale jeugdhulp’ gerapporteerd via een werknota. In 2011 wordt de tweede case uitgewerkt. Kortetermijnopdrachten. Jaarlijks wordt ongeveer 30% van het budget voor onderzoek besteed aan adhoconderzoek. De volgende projecten worden met het voorziene budget van 2010 gerealiseerd: Project 1: Harmonisering van begrippen en procedures binnen regelgeving beleidsdomein WVG Project 2: Ontwikkeling indicatoren in het kader van pact 2020 Project 3: Ontwikkeling instrumentarium zorgintensiteit
7
Project 4: Uitgebreide impactanalyse van dienstencheques op woonzorgvoorzieningen Vanuit de centrale steunpuntwerking tot slot, werd in 2010 bijkomende aandacht geschonken aan de zichtbaarheid van de werking en de resultaten van het steunpunt. Daartoe werd een bijkomend outputkanaal “SWVG Feiten & Cijfers” ontwikkeld. Dit moet het mogelijk maken om in 2010 en 2011 een breed publiek van beleidsactoren, organisaties in de welzijnsen gezondheidssector, praktijkwerkers en onderzoekers te informeren over de resultaten van het longitudinaal onderzoek. Hieronder vindt u voor elk van de (deel)programma’s een overzicht van de afzonderlijke werkpakketten voor 2011. 2.1
Programma 1: en monitoring
Cohorte 6- en 12-jarigen -
-
2.1.2 VRAAG (Adolescenten een handicap) -
-
Kencijfers -
2.1.1 JOnG! (Jeugd en Gezin) Cohorte 0-jarigen Basissteekproef: -
-
De bevraging op 24 maanden (derde wave, deel 1) startte in mei 2010, en loopt verder tot juli 2011 (inclusief reminders) De bevraging op 28 maanden (derde wave, deel 2) startte in september 2010, en loopt verder tot november 2011 (inclusief reminders)
Verdiepingsstudie: -
-
8
De bevraging van 18 maanden (gestart in november 2009) loopt verder tot december 2010 Het tweede contact op de leeftijd van 24 maanden (gestart in mei 2010) loopt verder tot juni 2011 Extra bevraging van 24 maanden (gestart in mei 2010) loopt verder tot juli 2011
Tweede wave, deel 2: de bevraging van ouders van kinderen en jongeren van respectievelijk 7,5 en 13,5 jaar oud. Vanaf de tweede wave werd de ouderbevraging opgesplitst in twee delen; het tweede deel startte in oktober 2010 en loopt verder tot januari 2011 (inclusief reminders) Verdiepingsstudies met
Uitvoeren van verdiepende analyses op het databestand van de eerste wave Afhankelijk van deze verdiepende analyses met de opdrachtgever de mogelijkheid verkennen, en indien wenselijk, uitvoeren van een beperkte verdiepende studie op een subgroep van de bevraagde respondenten Beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage, waaronder het opmaken van SWVG Feiten & Cijfers met subanalyses van gegevens en het opmaken van een eindrapport
2.1.3 KANS (Volwassenen) -
-
-
Analyseren en beleidsgericht en wetenschappelijke rapporteren van onderzoeksgegevens van de eerste bevragingsgolf Opvolgen en afwerken tweede bevragingsgolf Plannen interviews en trainen interviewers, opvolging bevragingen Aanmaken en cleanen van het databestand 2e bevragingsgolf Opmaken van beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage met een tussentijdse analyse van gegevens van de 2e bevragingsgolf Opmaken van een eindrapport Verdiepingsstudie
2.1.4 VoZs (Ouderen) -
-
2.2
-
-
-
-
2.3
Opvolgen 2e bevragingsgolf Interviewers opleiden, en netwerk onderhouden Verdere analyses van wave 1 Datacleaning en analyses van wave 2 Beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage waaronder SWVG Feiten & Cijfers en werknota’s met een analyse van gegevens Verdiepende studie(s) van een subgroep van ‘kwetsbare’ ouderen, af te bakenen op basis van verdiepende analyse van de eerste wave Programma 2: Evaluatie en ontwikkeling Voortzetten, opvolgen en evalueren van de implementatie van POP (preventie van overgewicht bij peuters en jonge kinderen) Implementeren van de interventie STAP (stress aanpakken) in drie regio’s, i.s.m. lokale CGG, provincie en LOGO Uitvoeren van de procesevaluatie van de gemeenschapsinterventie Beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage met een tussentijdse analyse van gegevens Verder ontwikkelen van het Kennisplatform Evaluatie en Ontwikkeling Programma 3: Juridisch en institutioneel kader
Voor het juridische en institutionele kader worden nog twee projecten binnen het programma voortgezet zoals gepland. Het project over ketenmanagement werd in de loop van 2010 tijdelijk geschorst, wordt in februari hernomen en in augustus 2011 afgerond. Het project over marktwerking en keuzevrijheid loopt tot eind 2011.
2.3.1 Marktwerking en keuzevrijheid in de ouderenzorg -
-
In kaart brengen van het Europees rechtskader waarbinnen voorzieningen in de ouderenzorg opereren (in het bijzonder m.b.t. staatssteun) Rechtsvergelijkend onderzoek naar de beleidsruimte waarover private zorgvoorzieningen in de residentiële ouderenzorg beschikken
2.3.2 Overheidsinstrumentarium de zorgsector -
in
Verdere uitbouw kennispunt over juridisch-bestuurlijke aspecten van de Vlaamse zorgsector
2.3.3 Ketenmanagement -
2.4
Voortzetten van de analyses van praktijken rond ketens en netwerken in Vlaanderen met de focus op succes- en faalfactoren in verschillende sectoren: documentanalyse en interviews met experts en betrokken instellingen van de tweede case (Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden). Opmaken van eindrapport Ad-hoconderzoek
Ad-hoc opdrachten leid(d)en in 2010 of in 2011 tot kwaliteitsvolle en beleidsrelevante rapporten over: Projecten 2009 3.4.1: Evaluatie van de huidige screening van adoptieouders door Diensten voor Maatschappelijk Onderzoek van de CAW’s in het kader van de geschiktheidprocedure voor interlandelijke adoptie. 3.4.2: Hulpverleningstrajecten en -outcome van kinderen en jongeren in de bijzondere jeugdzorg.
9
3.4.3: Onderzoek naar de mogelijkheid tot het ontwikkelen van een strategie en methodieken voor het evalueren van Vlaamse preventieprogramma’s en –initiatieven.
2.5 -
Projecten 2010 Project 1: Harmonisering van basisbegrippen en -procedures in de regelgeving van het beleidsdomein WVG - Voorstellen tot harmonisering van begrippen en procedures binnen de regelgeving van het beleidsdomein WVG - Aanzet tot een intersectoraal toepasbaar instrumentenkader met internrechtelijke en Europeesrechtelijke toets
-
-
Project 2: Ontwikkeling indicatoren in het kader van pact 2020 Evalueren van bestaande kernindicatoren en uitwerken van de te ontwikkelen indicatoren
-
Project 3: Ontwikkeling instrumentarium zorgintensiteit In kaart brengen welke instrumenten inzake zorggradatie en zorgintensiteit beschikbaar zijn in het Nederlandstalig zorglandschap en het internationaal zorglandschap. Deze instrumenten zullen ingeschaald worden op verschillende dimensies zoals bruikbaarheid, betrouwbaarheid, validiteit, ….
-
Project 4: Uitgebreide impactanalyse van dienstencheques op woonzorgvoorzieningen: - Uitvoeren van een markt- en actoranalyse. Welke woonzorgvoorzieningen hebben een werking uitgewerkt met dienstencheques? Welke nietwoonzorgvoorzieningen hebben dit gedaan? - Uitvoeren van een impactanalyse hiervan op de diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg enerzijds en de diensten voor logistieke hulp anderzijds.
10
-
Centrale steunpuntwerking Faciliteren van de samenwerking rond de transversale onderzoeksvragen van SWVG (o.a. door het organiseren van interne methodologische seminaries) en het ondersteunen van de praktische organisatie van de bevragingsgolven Samenwerking met de Vlaamse Hogescholen onderhouden en ondersteunen (samenwerking op langere termijn, valoriseren van de investeringen en engagementen d.m.v. lezingen en gastcolleges, enzovoort) Organiseren van studiedagen. Uitbouw en onderhoud van de websites (inclusief een uitbreiding van het aanbod) Organiseren en coördineren van de communicatie over het onderzoek (website, nieuwsbrieven en –flitsen, rapporten, studiedagen, media, respondenten, partners, enzovoort) Organiseren en opvolgen bijeenkomsten beleids-, en praktijkplatform, en regionale terugkoppelingen. Samenstellen en redigeren van het jaarverslag 2010
Verschillende van deze werkpakketten zijn nauw verbonden met het netwerk en de valorisatie van het steunpunt zoals besproken in paragraaf 5.3.
ging en resultaten van de verdiepende studie.
3. Producten en mijlpalen per werkpakket1 3.1
Programma 1: en monitoring
Kencijfers
3.1.1 JONG! (Jeugd en Gezin) -
-
Beleids- en wetenschappelijke rapportage van de resultaten van de geboortecohorte, (verdere) resultaten van de eerste, tweede en derde bevragingsgolf via onder meer SWVG Feiten & Cijfers en een rapport Beleids- en wetenschappelijke rapportage van de resultaten van de cohorten 6- en 12-jarigen: (verdere) resultaten van de eerste en tweede bevragingsgolf, via onder meer SWVG Feiten & Cijfers en een rapport
3.1.2 VRAAG (Adolescenten een handicap) -
met
Beleids- en wetenschappelijke rapportage van resultaten van de eerste bevragingsgolf waaronder SWVG Feiten & Cijfers en een eindrapport
In 2011 zal het SWVG het adhocbudget aanwenden om specifieke onderzoeksvragen van de overheid te beantwoorden die wetenschappelijke input kunnen geven ten aanzien van actuele beleidsvraagstukken. Dit zal het steunpunt prioritair doen op basis van de zeer uitgebreide dataverzameling die de voorbije jaren plaatsgevonden heeft in het kader van programma 1, inz. voor JOnG!, VoZs en KANS. Hierbij zullen we bijzondere aandacht besteden aan de invloed van regionale kenmerken en longitudinale effecten. Indien het dossier inzake de koppeling van de onderzoeksgegevens met administratieve gegevens (inz. IMA en DWA) de goedkeuring krijgt (zie ook punt 2.1.1. in het jaarverslag van 2009), dan worden ook analyses en beleidsgerichte rapportage op basis van deze data in het vooruitzicht gesteld. 3.2
-
3.1.3 KANS (Volwassenen) -
Beleids- en wetenschappelijke rapportage van de resultaten van de eerste en tweede bevragingsgolf. Het betreft onder meer een onderzoeksrapport met een beschrijving van het verloop en de resultaten eerste bevraging, SWVG Feiten & Cijfers en een eindrapport
-
-
3.3
Programma 2: Evaluatie en ontwikkeling Rapport van de procesevaluatie van de interventie gezonde voeding en beweging (POP) Rapport met resultaten van de implementaties van POP (november 2011) Rapport met resultaten van de implementaties van STAP (november 2011) Programma 3: Juridisch en institutioneel kader
3.1.4 VoZs (Ouderen)
3.3.1 Marktwerking en keuzevrijheid in de ouderenzorg
-
-
Beleids- en wetenschappelijke rapportage met verdere resultaten van de eerste bevragingsgolf, resultaten van de tweede bevra-
Bijlage 4 bevat een meer gedetailleerd overzicht van de geplande beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage van de verschillende programma’s. 1
-
Werknota over de positie van private zorgactoren in het Europees recht (in het bijzonder m.b.t. staatssteun) (april 2011) Twee werknota’s over de beleidsruimte waarover private zorgvoorzieningen in de residentiële ouderenzorg beschikken in een
11
ander Europees land (juli en oktober 2011) 3.3.2 Overheidsinstrumentarium de zorgsector -
in
Kennispunt over juridischbestuurlijke aspecten van de Vlaamse zorgsector: verdere uitbouw van de website (permanent)
zieningen: 2010) 3.5 -
3.3.3 Ketenmanagement Tussentijdse (interne) werknota’s: case-werknota met een beschrijving van de netwerk- en ketenstructuren en de kritische succes- en faalfactoren van de tweede case van het onderzoek; werknota over een mogelijk zelfevaluatie-instrument (juni 2011) Eindrapport: keten- en netwerksamenwerking in de zorg en welzijnsector (bundeling tussentijdse nota’s), resultaten van de casestudies en zelfevaluatieinstrument (augustus 2011)
‐
‐
Via de stuurgroep van het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin zal de in voorbereiding zijnde beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage regelmatig geactualiseerd worden. 3.4 Ad-hoconderzoek Projecten 2010 3.4.1: Naar een Zorgorganisatiedecreet? Harmonisering van basisbegrippen en –procedures in de regelgeving van het beleidsdomein WVG: eindrapport (augustus 2011) 3.4.2. Ontwikkeling indicatoren in het kader van pact 2020: eindrapport (juni 2011) 3.4.3. Ontwikkeling instrumentarium zorgintensiteit: eindrapport (augustus 2011) 3.4.4. Uitgebreide impactanalyse van dienstencheques op woonzorgvoor-
12
-
eindrapport
(december
Centrale steunpuntwerking Actief de onderzoeksresultaten bekend maken en daartoe een communicatie– en publicatiebeleid voeren - SWVG-rapporten en Feiten & Cijfers, - Studiedagen, beleidsplatforms en praktijkplatform - Accurate en informatieve websites. - Nieuwsbrieven en -flitsen Jaarverslag 2010 Conform de beheersovereenkomst ter beschikking stellen van databanken met onderzoeksgegevens verzameld in het kader van het steunpunt, rekening houdend met de privacyregelgeving.
4. Tijdlijnen Deze tijdlijnen zijn een visuele voorstelling van de producten zoals in paragraaf 3 opgesomd en komen grotendeels overeen met de planning die in het initiële meerjarenplan is voorzien. De tijdlijnen voor de korte termijnopdrachten zijn afgeleid van de planning die in de verschillende projectfiches is opgenomen of vallen samen met de begrote totaalduur van de projecten.
Programma 1: Kencijfers en monitoring2
3
Via verschillende outputkanalen zal het SWVG op regelmatige basis rapporteren over de resultaten van haar onderzoek. Bijlage 4 omvat een actueel overzicht van de geplande rapportage. 3 In het najaar van 2010 worden verdiepende analyses uitgevoerd die al dan niet tot een verdiepende studie bij een subgroep van de respondenten van VRAAG zullen leiden. 2
13
Programma 2: Evaluatie en ontwikkeling
Programma 3: Juridisch en institutioneel kader
14
Ad-hoc onderzoek
Centrale steunpuntwerking
15
5. Management en steunpuntwerking 5.1
Management
5.1.1 Stuurgroep De formele opvolging en bekrachtiging van het onderzoek, i.c. het meerjarenplan en het jaarplan, is in handen van de stuurgroep. Deze wordt voorgezeten door mevr. Margot Cloet, kabinet WVG. Het steunpunt wordt in de stuurgroep vertegenwoordigd door prof. dr. Ch. Van Audenhove (promotorcoördinator), prof. dr. L. Maes, prof. dr. J. Put en prof. dr. J. Vanderfaeillie. 5.1.2 Promotor-Coördinator Prof. dr. Ch. Van Audenhove is promotor-coördinator en heeft de eindverantwoordelijkheid over het steunpunt. Dit impliceert dat zij aanspreekpersoon is voor de leden van de Stuurgroep en van het steunpunt in het algemeen. Zij verzorgt de algemene representatie van het steunpunt en is verantwoordelijk voor de coördinatie tussen de programmaleiding. De promotor-coördinator is voorzitter van het Dagelijks Bestuur van SWVG. De promotor-coördinator wordt bijgestaan door een coördinator en twee deeltijdse secretariaatsmedewerkers. 5.1.3 Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur vergadert maandelijks en is als volgt samengesteld: voor de K.U.Leuven ▪ Prof. dr. Ch. Van Audenhove ▪ Prof. dr. H. Grietens (tot juli 2010)
16
▪
Prof. dr. K. Hoppenbrouwers (vanaf juli 2010) ▪ Prof. dr. A. Declercq ▪ Prof. dr. J. Put voor de UGent ▪ Prof. dr. L. Maes ▪ Prof. dr. J. De Maeseneer ▪ Prof. dr. I. De Bourdeaudhuij ▪ Prof. dr. A. Buysse voor de VUBrussel ▪ Prof. dr. J. Vanderfaeillie Voor de KHKempen ▪ Dr. G. Cuyvers en de coördinator SWVG ▪ V. Carrette 5.1.4 Coördinator De coördinator heeft de dagelijkse leiding over het SWVG en is hiermee verantwoordelijk voor de opvolging en bijsturing van de coördinatie tussen de programmaleiding, voor de opvolging en bijsturing van de basisactiviteiten van het steunpunt, en voor (de bewaking van) de realisatie van het jaarplan. Zij coördineert de rapportering, volgt de externe communicatie en berichtgeving op. Zij is de rechtstreekse aanspreekpersoon voor de betrokkenen bij het steunpunt. De coördinator wordt hierin bijgestaan door een secretariaatsmedewerker. 5.1.5 Datamanagement Voor het datamanagement van SWVG werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met IBioStat, een interuniversitair samenwerkingsverband tussen K.U. Leuven en UHasselt. I-BioStat staat in voor het beheer van de data, organiseert de toegang tot de data, bewaakt de gelijkvormigheid van verzameling en codering, en ondersteunt bij de analyses. I-BioStat fungeert tegelijk als trusted third party in de dossiers van koppeling en privacy van gegevens.
5.1.6 Secretariaat De secretariaatsmedewerkers, L. Van Hoof, S. Vanden Bossche, L. Van Cauwenberghe en M. Schröder staan in voor de administratieve en logistieke aspecten van SWVG. Zij verzorgen externe communicatie, en zijn verantwoordelijk voor de praktische aspecten van de steunpuntvalorisatie (o.a. nieuwsbrief, website, studiedagen). Mevr. Van Hoof is als SAP-antenne verantwoordelijk voor de financiële verrichtingen van het SWVG. De secretariaatsmedewerkers staan in voor de onthaalfunctie van het steunpunt. Aan de UGent werd eveneens een deeltijds secretariaatsmedewerker aangeworven, M. de Vreugd. Zij biedt de onderzoekers logistieke ondersteuning bij het uitvoeren van het onderzoekswerk. 5.1.7 Aanspreekpunten Het steunpunt heeft – naast de promotor-coördinator, de coördinator en het centrale secretariaat – een aanspreekpersoon per initiator. Het zijn prof. dr. Ch. Van Audenhove voor de K.U.Leuven, prof. dr. L. Maes voor de UGent en prof. dr. J. Vanderfaeillie voor de VUBrussel. Aanspreekpersoon voor de partner van het steunpunt KHKempen is dr. G. Cuyvers.
coördinatie toegewezen aan een promotor van het steunpunt: ▪ Dr. K. Hermans is belast met de regioselectie, de coördinatie van de gap- en overlapanalyse en de opvolging van het datamanagement. ▪ In het eerste programma, kencijfers en monitoring, coördineerde prof. dr. H. Grietens tot juli 2010 het onderzoek JOnG!. Vanaf juli 2010 wordt de coördinatie opgenomen door prof. dr. K. Hoppenbrouwers. Prof. dr. J. De Maeseneer coördineert het onderzoek KANS, prof. dr. A. Declercq het onderzoek VoZs en prof. dr. A. Buysse het onderzoek VRAAG. ▪ Het tweede onderzoeksprogramma, evaluatie en ontwikkeling, wordt geleid door prof. dr. L. Maes. ▪ De coördinatie van het onderzoek naar een juridisch en institutioneel kader, het derde luik, is in handen van prof. dr. J. Put. Een overzicht van alle promotoren en experts is opgenomen in bijlage, in het meerjarenplan en is ook te vinden op de website van SWVG.
5.1.8 Programmaleiding De verschillende onderzoeksprogramma’s van SWVG worden inhoudelijk gestuurd door een team van ZAP-leden. Het gaat om (in principe alle) promotoren van het steunpunt en een groep experts die hun medewerking verlenen aan een specifiek onderzoeksprogramma. Voor programma 1 is dit opgedeeld in subgroepen naargelang de doelgroep van het onderzoek, resp. jongeren en gezin, volwassenen, adolescenten met een handicap, en ouderen. Voor elk van de onderzoeksprogramma’s van het steunpunt is de
17
5.2
Organigram
Dit organigram biedt een overzicht van de leiding van het steunpunt, de onderzoeksprogramma’s, promotoren en wetenschappelijk medewerkers per programma.
18
5.3
Netwerk en valorisatie
5.3.1 Experts Zoals in het meerjarenplan omschreven is er een grote groep experts aan het steunpunt gelieerd. Zij dragen bij tot een significante uitbreiding van de deskundigheid op alle (diverse) vlakken van het steunpuntonderzoek. De betrokkenheid van deze experts bij het onderzoek krijgt op verschillende wijzen vorm. Ten eerste zijn de experts, al naargelang hun specialisatie, betrokken bij het overleg over de verschillende onderzoeksprogramma’s. Ten tweede worden zij uitgenodigd op overkoepelende vergaderingen wanneer de agenda hiertoe aanleiding geeft. Tot slot kunnen zij de rol van copromotor bij een doctoraatsonderzoek opnemen. 5.3.2 Beleidsplatform Het beleidsplatform van SWVG verenigt mensen van het departement WVG en van beleidsrelevante organisaties op het terrein van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Precies omwille van het feit dat het SWVG beleidsgericht onderzoek doet is de dialoog met de beleidspartners cruciaal. Enkel zo kan afstemming tussen beleidsprioriteiten en –expertise enerzijds en het onderzoek anderzijds gemaximaliseerd worden. Het platform biedt de gelegenheid inhoudelijke discussies te voeren die maken dat het onderzoek blijvend aansluiting vindt bij ervaringen en vragen uit het beleid en die de onderzoekers feedback geven over hun werk. De primaire doelstelling van het beleidsplatform is om – gekoppeld aan specifieke fasen in het onderzoek – zoveel mogelijk perspectieven en bedenkingen mee in rekening te brengen. Het beleidsplatform vergadert op de scharniermomenten van het onderzoeksprogramma.
men optie(s) worden genomen door de SWVG-stuurgroep. 5.3.3 Praktijkplatform Vertegenwoordigers van de koepelorganisaties uit het domein van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin worden bijeengebracht in het praktijkplatform van SWVG. Op die manier wordt het mogelijk om enerzijds de organisaties goed te informeren over het onderzoekswerk en de samenwerking die er met lokale instellingen in de geselecteerde regio’s is ontstaan. Het stelt de organisaties ook in staat om die samenwerking intern voor te bereiden en vorm te geven. Anderzijds zullen de inhoudelijke discussies en de bedenkingen die de leden van het praktijkplatform formuleren ertoe kunnen leiden dat de onderzoekers hun werk bijstellen waar nodig. Het praktijkplatform draagt zo bij tot de integratie van zoveel mogelijk perspectieven en bedenkingen in het onderzoek. 5.3.4 Hogescholen SWVG betrekt ook diverse Departementen van hogescholen uit de Associaties van de K.U.Leuven, VUB en UGent actief bij het onderzoekswerk dat in voor hen nabijgelegen regio’s wordt gerealiseerd. Aan de basis hiervan ligt de overtuiging dat samenwerking met de multidisciplinaire equipes van het consortium een belangrijke meerwaarde kan betekenen voor het wetenschappelijk onderzoek dat door de hogescholen wordt gevoerd en vice versa. Het partnerschap van de Katholieke Hogeschool Kempen in SWVG getuigt hiervan en de voortschrijdende verwetenschappelijking van het Hoger onderwijs schept een ideaal klimaat voor samenwerking.
Vanaf 2010 hebben de beleidsplatforms een meer formeel adviserende rol. De beslissingen over de te ne-
19
5.3.5 Internationale samenwerking Naast de internationale samenwerkingsverbanden die promotoren zelf hebben ontwikkeld en onderhouden, wordt vanuit de centrale steunpuntwerking de samenwerking versterkt met het Nederlandse Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg te Utrecht (NIVEL). 5.3.6 Website www.steunpuntwvg.be Via haar website wil het steunpunt betrokkenen en potentieel geïnteresseerden in binnen– en buitenland informeren over het onderzoeksplan, over de betrokken partners van het steunpunt, en over het brede netwerk waarin het SWVG ingebed is. Daarnaast wordt beoogd om met de website een actuele stand van zaken weer te geven van het lopende onderzoek, de jaarplannen, belangrijke resultaten en publicaties, toegekende ad hocprojecten, enzovoort. Verder zal de website alle steunpuntnieuws brengen, de nieuwsbrief blijvend beschikbaar stellen en belangrijke evenementen van het steunpunt op de agenda plaatsen. Ook openstaande vacatures binnen het steunpunt worden aangekondigd en interessante links in het domein van welzijn, volksgezondheid en gezin worden opgenomen. In 2011 wordt (verder) geïnvesteerd in de uitbouw van digitale kennisplatforms inzake de juridisch-bestuurlijke aspecten van zorg en welzijn, en van evaluatie en ontwikkeling. Ten slotte vergroot de publicatie van accurate contactgegevens de bereikbaarheid van het steunpunt. SWVG wil de duizenden respondenten van de verschillende deelprojecten uit onderzoeksprogramma 1 en 2 zo gericht mogelijk informeren over het onderzoek waaraan zij deelnemen. Daarom kreeg elk deelproject een eigen website (binnen de hoofd-
20
site van SWVG) met accurate en concrete informatie voor de betrokkenen, contactgegevens en FAQ’s. Op termijn zullen de deelnemers via deze deelsites elektronische vragenlijsten kunnen invullen en worden ook tussentijdse resultaten via deze weg aan hen bekend gemaakt. 5.3.7 Nieuwsbrief Via een trimesteriële nieuwsbrief wil het steunpunt zo breed en toegankelijk mogelijk informeren over de werkzaamheden en de voortgang van het onderzoek, over genomen en te nemen opties, over geplande evenementen, over publicaties en over haar netwerk. De nieuwsbrieven worden elektronisch verstuurd naar een grote groep lezers in heel Vlaanderen. Registratie voor deze nieuwsbrief gebeurt via de website van het steunpunt waarop de nieuwsbrieven tevens permanent te downloaden zijn. Regelmatig kondigt het SWVG via SWVG-nieuwsflitsen nieuwe rapporten, onderzoeksresultaten of ander SWVG-nieuws (zoals studiedagen) aan. Dit maakt het mogelijk om een ruim en divers publiek nauwgezet en kort op de bal te informeren over de onderzoeksresultaten of activiteiten van het steunpunt. 5.3.8 Studiedagen Ook in 2011 plant het SWVG studiedagen te organiseren. Hiermee worden niet alleen onderzoeksresultaten op een directe manier aan een breed publiek of aan specifieke doelgroepen meegedeeld. Studiedagen zijn tegelijk het uitgelezen forum waarop over die resultaten van gedachten kan gewisseld worden met mensen uit het beleid en uit de praktijk van de brede zorgsector. In 2011 plant het SWVG een congres waarop de resultaten van de verschillende programma’s worden voorgesteld aan een breed publiek van geïnteresseerden.
5.4
Publicaties
Voor het jaar 2011 wordt voorzien te publiceren (incl. publicaties voor te bereiden) over volgende thema’s: - Beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage voor JOnG!, VRAAG, KANS en VoZs met tussentijdse en finale onderzoeksresultaten - Beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage van POP en STAP: Procesevaluatie en resultaten van de implementaties - Werknota ketenmanagement: tussentijdse (interne) werknota’s. - indrapport ‘Keten- en netwerksamenwerking in de zorg en welzijnssector’ - Werknota’s marktwerking: ‘Ouderenzorgsystemen in Europa’, ‘Europeesrechtelijke aspecten van overheidssteun’ en ‘Positie van private zorgactoren in het Europees recht’ - Werknota’s overheidsinstrumentarium: intersectorale analyse per instrument - Eindrapport ‘overheidsinstrumentarium in de zorgsector’ - Eindrapporten ad-hoconderzoek 2010 Centrale steunpuntwerking - Jaarverslag 2010 - Nieuwsbrieven en –flitsen - Website
21
6. Transversale thema’s Voor zover één en ander is vastgelegd in het Meerjarenplan c.q. het Jaarplan, engageert het steunpunt zich ertoe om in het wetenschappelijk onderzoek aandacht te besteden aan de relevante aspecten van duurzame ontwikkeling, zijnde de uitgebalanceerde samenhang en interactie tussen economische vooruitgang, sociale rechtvaardigheid, ecologisch evenwicht, participatie, langetermijnrenten, de mondiale dimensie en de bestuurlijke dimensie. Voor zover dit relevant is in het kader van het Meerjarenplan, c.q. het Jaarplan, engageert het steunpunt zich ertoe om stelselmatig na te gaan of er redenen zijn om het onderzoek en de onderzoeksresultaten uit te splitsen tussen het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Een deel van het onderzoek wordt in de Brusselse regio gevoerd. Het steunpunt engageert zich ertoe de genderdimensie, en ruimer, de diversiteitdimensie, in te bouwen in haar wetenschappelijk onderzoek, daar waar het relevant is om het effect te onderzoeken van oplossingen en acties op verschillende doelgroepen. Deze aandacht voor diversiteit is inhoudelijk en methodologisch ingebed in het onderzoek van SWVG. Het steunpunt engageert zich ertoe de nodige wetenschappelijke ondersteuning te geven voor de doelstellingen die in het kader van de OpenCoördinatiemethode met de functioneel bevoegde Minister zijn afgesproken.
22
7. Samenwerking met andere steunpunten Een aantal experts en promotoren van het consortium zijn eveneens betrokken bij het onderzoek van andere Vlaamse steunpunten voor beleidsgericht onderzoek. Op die manier wordt de mogelijkheid tot samenwerking een stuk tastbaarder. Het gaat om:
▪ ▪ ▪ ▪
Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen – Spoor Beleid Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen – Spoor Bestuurlijke Relaties Steunpunt Cultuur, Jeugd en Sport Steunpunt Milieu en Gezondheid
De samenwerking kan verder verwezenlijkt worden naarmate het SWVGonderzoek vordert.
8. Begroting Zie bijlage 1
Bijlage 2: Samenstelling Promotoren en experts Voor de K.U.Leuven: Lucas, centrum voor zorgonderzoek & consultancy - Ch. Van Audenhove (promotorcoördinator) - A. Declercq (promotor) - K. Hermans Centrum voor gezins- en orthopedagogiek - H. Grietens (promotor tot juli 2010) - B. Maes Instituut voor sociaal recht - J. Put (promotor) - D. Simoens - Y. Stevens Leuvens Instituut voor Criminologie - J. Maesschalck Centrum voor sociologisch onderzoek - K. Hermans - F. Lammertyn Jeugdgezondheidszorg - K. Hoppenbrouwers (promotor vanaf juli 2010) - P. De Cock Instituut voor de overheid - M. Brans - K. Verhoest - J. Voets Onderzoeksgroep psychodiagnostiek en psychopathologie - P. Bijttebier Academisch centrum voor huisartsgeneeskunde - J. Heyrman - F. Buntinx - J. Delepeleire Onderzoeksgroep voor stress, gezondheid en welzijn - O. Van den Bergh
30
Centrum voor leerpsychologie en experimentele psychopathologie - D. Hermans Onderzoeksgroep voor farmaceutische zorg en farma-economie - S. Simoens Afdeling Fysieke Activiteit en Gezondheid - J. Lefevre Biostatistisch Centrum - E. Lesaffre - G. Molenberghs Centrum voor Bewegings- en Sportpsychologie en Coaching - F. Boen Voor de UGent: Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidskunde - L. Maes (promotor) - S. de Henauw Vakgroep Huisartsgeneeskunde - J. De Maeseneer (promotor) - S. Willems Vakgroep Uro-gynaecologie - M. Temmerman Vakgroep Bewegings en sportwetenschappen - I. Debourdeaudhuij (promotor) Vakgroep Experimenteel klinische en gezondheidspsychologie - A. Buysse (promotor) - A. Desoete - R. Wiersema Vakgroep Algemene Economie - K. Schoors Vakgroep Procesrecht, Arbitrage en Internationaal Privaatrecht - P. Taelman
Voor de VUB: Vakgroep Klinische en Levenslooppsychologie - J. Vanderfaeillie (promotor) - G. Loots
- M. Schröder - M. de Vreugd
Vakgroep Educatiewetenschappen - D. Verté Voor de Katholieke Hogeschool Kempen: Vlaams Onderzoeks- en kenniscentrum Derde Leeftijd (VONK3) - G. Cuyvers Expertisedomein Lokaal Sociaal Beleid en Lokaal Economisch Beleid - B. Storms Onderzoekers Bursalen - V. De Coen - A. DeSmet - C. Guérin - M. Janssens - F. Migerode - S. Rousseau - T. Van Daele - N. Van Tomme - E. Verlinde - S. Van der Straeten Wetenschappelijk medewerkers - B. Emmers - K. Scheepmans - V. Verdeyen - B. Vermeulen - N.N Voor ad-hoconderzoek - N.N - T. Stroobants - V. Verdeyen Centrale Steunpuntwerking Coördinator - V. Carrette Administratief medewerkers - L. Van Cauwenberghe - S. Vanden Bossche - L. Van Hoof
31
Bijlage 3: Projectfiches voor 2011 Hieronder worden de projecten uit het meerjarenprogramma samen met de respectieve werkplanningen voor 2011 samengevat in overzichtelijke fiches. Programma 1: Kencijfers en monitoring J O N G! EEN ONDERZOEK NAAR JEUGD, ONTWIKKELING EN OPVOEDING, GEZONDHEID EN GEDRAG DOELGROEP 0‐jarigen en hun ouders DOEL ‐ Prevalentiecijfers verzamelen over gezondheids‐, ontwikkelings‐, gedrags‐ en opvoedingsproblemen ‐ In kaart brengen van evoluties en risico‐ en protectieve factoren van deze pro‐ blemen ‐ In kaart brengen van hulpbehoeften, hulpzoekgedrag, zorgtrajecten en tevre‐ denheid met de zorg ‐ Beschrijven van persoons‐ en omgevingsfactoren die tijdens het hulpverlenings‐ traject betekenisvol zijn METHODEN ‐ Longitudinale cohortstudie ‐ Conditional random sampling PLANNING 2011 Basisbevraging - Opvolgen van de bevraging op 24 maanden en 28 maanden (derde wave) - Aanmaken en cleanen van de databestanden - Analyseren van de onderzoeksgegevens van de verschillende bevragingsgolven - Beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage over de resultaten van de ver‐ schillende bevragingsgolven. Verdiepingsstudies - Aanmaken en cleanen van databestand van de bevraging op 18 maanden - Verder uitvoeren en opvolgen van het tweede contact en de extra bevraging op de leeftijd van 24 maanden - Analyseren van de onderzoeksgegevens van de verschillende bevragingen en contacten - Beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage over de resultaten van de ver‐ diepingsstudies TEAM Prof. dr. K. Hoppenbrouwers, Prof. dr. Karla Vanleeuwen, Prof. dr. A. Desoete, Prof. dr. R. Wiersema C. Guérin, S. Rousseau, S. Van der Straeten CONTACT Prof. dr. K. Hoppenbrouwers Dienst Jeugdgezondheidszorg Kapucijnenvoer 35 3000 Leuven
[email protected]
32
J O N G! DOELGROEP DOEL
METHODEN PLANNING 2011
TEAM
CONTACT
EEN ONDERZOEK NAAR JEUGD, ONTWIKKELING EN OPVOEDING, GEZONDHEID EN GEDRAG 6‐ en 12‐jarigen en hun ouders ‐ Prevalentiecijfers verzamelen over gezondheids‐, ontwikkelings‐, gedrags‐ en opvoedingsproblemen ‐ In kaart brengen van evoluties en risico‐ en protectieve factoren van deze pro‐ blemen ‐ In kaart brengen van hulpbehoeften, hulpzoekgedrag, zorgtrajecten en tevre‐ denheid met de zorg ‐ Beschrijven van persoons‐ en omgevingsfactoren die tijdens het hulpverlenings‐ traject betekenisvol zijn ‐ Longitudinale cohortstudie ‐ Conditional random sampling Basisbevraging - Opvolgen van de tweede bevragingsgolf bij ouders van kinderen en jongeren van respectievelijk 7,5 en 13,5 jaar oud (tweede wave). - Aanmaken en cleanen van de databestanden - Analyseren van de onderzoeksgegevens van de verschillende bevragingsgolven - Beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage over de resultaten van de ver‐ schillende bevragingsgolven. Verdiepingsstudies en rapportage Prof. dr. K. Hoppenbrouwers, Prof. dr. Karla Vanleeuwen, Prof. dr. A. Desoete, Prof. dr. R. Wiersema C. Guérin, S. Rousseau, S. Van der Straeten Prof. dr. K. Hoppenbrouwers Dienst Jeugdgezondheidszorg Kapucijnenvoer 35 3000 Leuven
[email protected]
V R A A G DOELGROEP DOEL
METHODEN
PLANNING 2011
TEAM CONTACT
VLAAMS REGIO‐ONDERZOEK BIJ ADOLESCENTEN MET EEN HANDICAP EN HUN GE‐ ZIN 16‐23‐jarigen met een handicap en hun gezin (ouder of partner) ‐ In kaart brengen van hulpbehoeften en hulpzoekgedrag ‐ Beschrijven van zorgtrajecten (instroom, doorstroom, uitstroom) en tevreden‐ heid met de zorg ‐ Beschrijven van persoons‐ en omgevingsfactoren die tijdens het hulpverlenings‐ traject betekenisvol zijn ‐ Longitudinale panelstudie ‐ Opvolging van de populatie ‐ Inclusie via VAPH - Uitvoeren van verdiepende analyses op het databestand van de eerste wave - Afhankelijk van deze verdiepende analyses met de opdrachtgever de mogelijk‐ heid verkennen en uitvoeren van een verdiepende studie op een subgroep van de bevraagde respondenten - Beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage Prof. dr. A. Buysse, Prof. dr. B. Maes F. Migerode Prof. dr. A. Buysse Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen H. Dunantlaan 2 9000 Gent
[email protected]
33
K AN S DOELGROEP DOEL
METHODEN PLANNING 2011
TEAM
CONTACT
KWETSBAARHEID AANPAKKEN IN DE SAMENLEVING
Volwassenen in een financieel kwetsbare situatie en/of met gevoelens van onwelbe‐ vinden ‐ In kaart brengen van hulpbehoeften en hulpzoekgedrag ‐ Beschrijven van zorgtrajecten (instroom, doorstroom, uitstroom) en tevreden‐ heid met de zorg ‐ Beschrijven van persoons‐ en omgevingsfactoren die tijdens het hulpverlenings‐ traject betekenisvol zijn ‐ Longitudinale panelstudie ‐ Screening en inclusie m.m.v. OCMW, CAW en ICAW - Verder opvolgen en afwerken van de tweede bevragingsgolf - Interviewers opleiden - Aanmaken en cleanen van het databestand - Analyseren van de onderzoeksgegevens van de eerste en tweede bevragingsgolf - Verdiepingsstudie - Beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage over de onderzoeksresultaten van de verschillende bevragingsgolven Prof. dr. J. De Maeseneer, Prof. dr. Ch. Van Audenhove Dr. S. Willems, Dr. K. Hermans E. Verlinde, N.N. Prof. dr. J. De Maeseneer UZ Gent 1K3 De Pintelaan 185 9000 Gent
[email protected]
VOZS DOELGROEP DOEL
METHODEN
PLANNING 2011
TEAM CONTACT
34
VLAAMSE OUDEREN ZORGSTUDIE
Thuiswonende 65‐plussers met cognitieve problemen en/of gevoelens van onwelbe‐ vinden ‐ In kaart brengen van hulpbehoeften en hulpzoekgedrag ‐ Beschrijven van zorgtrajecten (instroom, doorstroom, uitstroom) en tevreden‐ heid met de zorg ‐ Beschrijven van persoons‐ en omgevingsfactoren die tijdens het hulpverlenings‐ traject betekenisvol zijn ‐ Longitudinale panelstudie ‐ Peerinterviews ‐ Screening en inclusie m.m.v. Wit‐Geel Kruis, Familiehulp en lokale seniorenwer‐ king - Opvolgen 2e bevragingsgolf - Interviewers opleiden en netwerk onderhouden - Verdere analyse van wave 1 - Datacleaning en analyses wave 2 - Verdiepende studie van een subgroep van ‘kwetsbare’ ouderen, af te bakenen op basis van verdiepende analyse van de eerste wave. - Beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage waaronder SWVG Feiten & Cij‐ fers en werknota’s met een analyse van gegevens. Prof. dr. A. Declercq, Prof. dr. D. Verté M. Demaerschalk, B. Vermeulen, B. Emmers, K. Scheepmans Prof. dr. A. Declercq LUCAS Kapucijnenvoer 39 3000 Leuven
[email protected]
Programma 2: Evaluatie en ontwikkeling
PO P DOELGROEP DOEL
METHODEN
PLANNING 2011
TEAM CONTACT
PREVENTIE VAN OVERGEWICHT BIJ PEUTERS EN JONGE KINDEREN
Peuters (18‐maanden) en kinderen (3‐ en 6‐jarigen) en hun omgeving ‐ Onderzoeken van de effectiviteit, efficiëntie en organisatie van het preventieve aanbod m.b.t. gezonde voeding en beweging bij kinderen en hun gezinnen ‐ Ontwikkelen van samenwerkingsmodellen om dit aanbod te optimaliseren ‐ Ontwikkelen van implementatierichtlijnen ‐ Ontwikkelen van een community‐based multi‐component interventie die als doel heeft voldoende beweging en gezonde voeding bij de doelgroep te promo‐ ten ‐ Evalueren van verschillende aspecten van deze multi‐component interventie op het niveau van de ontvangers en van de actoren ‐ Ontwikkelen van modellen voor implementatie - Voortzetten, opvolgen en evalueren van de implementatie van POP (preventie van overgewicht bij peuters en jonge kinderen) - Uitvoeren van de proces‐evaluatie van de gemeenschapsinterventie. - Beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage met een tussentijdse analyse van gegevens. Prof. dr. L. Maes, Prof. dr. I. De Bourdeaudhuij V. De Coen Prof. dr. L. Maes SWVG – Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde Watersportlaan 2, blok E 9000 Gent
[email protected]
ST AP DOELGROEP DOEL
METHODEN
PLANNING 2011
TEAM CONTACT
STRESS AANPAKKEN Volwassenen met stress en gevoelens van onwelbevinden die vrijwillig aan het les‐ programma deelnemen ‐ Evalueren van de effectiviteit van het psycho‐educatief lesprogramma over stress ter preventie van angst en depressie ‐ Ontwikkelen van implementatierichtlijnen ‐ Effectevaluatie d.m.v. randomized control trial (RCT) ‐ Vergelijking ‘cursus’ met ‘niet cursus’, met zelfhulpgroep en met alternatieve behandelingen - Voortzetten, opvolgen en evalueren van de interventie STAP (stress aanpakken) in drie regio’s, i.s.m. lokale CGG, provincie en LOGO - Beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage met een tussentijdse analyse van gegevens. Prof. dr. O. Van den Bergh, Prof. dr. D. Hermans, Prof. dr. Ch. Van Audenhove T. Van Daele Prof. dr. O. Vandenberghe Psychologisch Instituut Tiensestraat 102 3000 Leuven
[email protected]
35
Programma 3: Juridisch en institutioneel kader
MARKTWERKING IN DE OUDERENZORG DOEL Het onderzoek analyseert het juridisch kader van marktwerking in en de eigenheid van de zorgsector, meer specifiek de ouderenzorg, de mogelijkheden van het recht om ongewenste gevolgen en valkuilen te vermijden en om kwaliteitsvolle zorg te kunnen blijven garanderen. OMSCHRIJVING Het project handelt over marktwerking en eigenheid in de welzijns‐ en gezondheids‐ zorg, met aandacht voor de druk vanuit Europa om tot meer liberalisering te komen. Elk van deze tendensen impliceert een (meer) decentrale beleidsontwikkeling in de zorg. Daartegenover staat een overheid die haar burgers een toegankelijke en kwali‐ teitsvolle zorg wil bieden. Dit vereist een ‘slimme’ centralisering en een juridisch ka‐ der dat de nodige stimuli bevat om deze toegankelijke en kwaliteitsvolle zorg te rea‐ liseren. Het project behelst enerzijds een verheldering van het begrippenkader omtrent marktwerking in de zorg en het Europese rechtskader waarbinnen zorgvoorzieningen werken. Bijzondere aandacht gaat naar de situatie van de (historisch gegroeide) spe‐ cifieke positie van de nonprofit voorzieningen, en de vraag welke plaats zij innemen in de Europese tweedeling ‘publiek versus privaat’. Anderzijds wordt een rechts‐ en beleidsvergelijkend onderzoek gevoerd naar de beleidsvrijheid waarover private zorgvoorzieningen beschikken in verschillende Europese welvaartsstaten. Daarbij wordt gekeken naar ontwikkelingen aan de aanbodzijde (liberalisering, privatisering en marktwerking) en de vraagzijde (het recht op zorg: keuzevrijheid en zorg op maat). METHODEN De rechtspositie van private zorgvoorzieningen in de residentiële ouderenzorg wordt onderzocht in verschillende Europese welvaartsstaten. Specifiek wordt gekeken naar hoe in deze landen de vrijheid van vereniging wordt verzoend met het recht op zorg en het verbod van discriminatie. Hiertoe wordt het rechtskader onderzocht waarbinnen deze voorzieningen in enkele geselecteerde landen functioneren (erkennings‐ en subsidiëringsreglementering, ju‐ ridische verhouding tussen de verschillende stakeholders en de voorziening, af‐ dwingbaarheid van grondrechten, …). Onder andere wordt ook het Europese (EU) rechtskader waarbinnen deze voorzie‐ ningen functioneren in kaart gebracht. Dit rechtskader wordt in grote lijnen bepaald deels volgens het feit of een voorziening als publiek of als privaat moet worden be‐ schouwd, deels volgens het feit of deze voorzieningen zijn belast met een taak van algemeen belang. PLANNING 2011 - In kaart brengen van het Europees rechtskader waarbinnen voorzieningen in de ouderenzorg opereren (in het bijzonder m.b.t. staatssteun) - Rechtsvergelijkend onderzoek naar de beleidsruimte waarover private zorgvoor‐ zieningen in de residentiële ouderenzorg beschikken TEAM Prof. dr. J. Put M. Janssens CONTACT Prof. dr. J. Put Instituut voor Sociaal Recht Blijde‐Inkomststraat 19, bus 3409 3000 Leuven
[email protected]
36
O V E R H E I D S I N S T R U M E N T A R I U M I N D E S E C T O R WV G DOEL Grondige analyse van het overheidsinstrumentarium in de zorgsector OMSCHRIJVING ‐ Beschrijven en evalueren van de verschillende instrumenten die de overheid ge‐ bruikt t.a.v. diverse zorgactoren ‐ Analyse van de afzonderlijke instrumenten en van de ‘instrumentenmix’ ‐ Uitbouw van een kennisplatform ‘juridische en bestuurlijke aspecten van zorg’ METHODEN Analyse van bestaande wetgeving op het vlak van ‐ sturingsbevoegdheid van de overheid ‐ sturingsinstrumenten per sector (doelstelling, omschrijving, mogelijkheden, be‐ perkingen) Evaluatie van de sturingsinstrumenten aan de hand van het ‘sociale governance’ ka‐ der Ontwikkeling van website (kennisplatform) PLANNING 2011 ‐ Verdere uitbouw van het online kennisplatform over juridische en bestuurlijke aspecten van de Vlaamse zorgsector TEAM Prof. dr. J. Put dr. V. Verdeyen CONTACT Prof. dr. J. Put Instituut voor Sociaal Recht Blijde‐Inkomststraat 19, bus 3409 3000 Leuven
[email protected]
KETENMANAGEMENT IN DE ZORGSECTOR DOEL Onderzoeken van de nood aan en mogelijke vormen van het werken met ketens in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin OMSCHRIJVING Het aantal uitvoerende diensten en organisaties in het beleidsdomein van WVG is immens. Elke dienst behoort tot een eigen sector en houdt er eigen achtergronden, referentiekaders, registratiepraktijken, hulpverleningsprincipes en –methoden op na. Binnen deze verticale en horizontale institutionele complexiteit is het voor de over‐ heid moeilijk om een naadloos zorgtraject aan te bieden en om als integrale overheid klantgericht en efficiënt te werken. Vanuit de principes en inzichten van het keten‐ management kunnen alternatieven voor deze versnippering geformuleerd worden. METHODEN ‐ Exploratieve bottom‐up analyse / AS IS‐analyse ‐ TO BE‐analyse PLANNING 2011 - Verderzetten van de analyse van praktijken rond ketens en netwerken in Vlaan‐ deren met de focus op succes‐ en faalfactoren in verschillende sectoren: docu‐ mentanalyse en interviews met experts en betrokken instellingen van de tweede case (hulp‐ en dienstverlening aan gedetineerden) - Ontwikkeling van een mogelijk zelfevaluatie‐instrument - Eindrapportage TEAM Prof. dr. K. Verhoest, Prof. dr. M. Brans, Dr. J. Voets N. Van Tomme CONTACT Prof. dr. K. Verhoest Instituut voor de overheid Parkstraat 45 3000 Leuven
[email protected]
37
Bijlage 4: Geplande beleidsgerichte en wetenschappelijke rapportage SWVG (2011) Programma 1: Kencijfers en monitoring JONG
▪
-
SWVG Feiten & Cijfers
-
Opvoeding, opvoedingsproblemen en opvoedingsondersteuning (JOnG!6, JOnG!12) - Kenmerken van ouders, kinderen en gezin in relatie tot opvoeding(sproblemen) (JOnG!6, JOnG!12) - Kencijfers prevalentie lichamelijke klachten bij kinderen en jongeren en het verband met opvoeding en opvoedingsproblemen (JOnG!6, JOnG!12) - Kencijfers prevalentie zelfverwonding bij jongeren en het verband met opvoeding en opvoedingsproblemen (JOnG!12) - Zijn er (vroege) signalen voor een verstoorde rekenontwikkeling /dyscalculie? Hoe speelt de interactiestijl van ouders hierin een rol? (JOnG!0, JOnG!12) - Sociaal-emotionele ontwikkeling en zelfbeeld bij kinderen met leerstoornissen (JOnG!6, JOnG!12). - Het verband tussen temperament en aandacht bij baby's? - Temperament bij kinderen van verschillende leeftijden in Vlaanderen. - Hoe handig zijn onze kinderen? Kencijfers van gerapporteerde DCD. Relatie met handvoorkeur en prematuriteit (JOnG!6, JOnG!12) - Stress tijdens de zwangerschap in relatie tot aspecten van gezondheid, groei en ontwikkeling van jonge kinderen (JOnG!0) - Kencijfers i.v.m. groei van kinderen, en het verband met kind-, gezins- en omgevingsfactoren (JOnG!0)
38
-
-
-
-
Kencijfers i.v.m. gezondheid en gezondheidsproblemen bij jonge kinderen, en het verband met kind-, gezins- en omgevingsfactoren (JOnG!0) Risicoprofielen met betrekking tot de ontwikkeling van jonge kinderen (JOnG!0) Kencijfers i.v.m. gezondheid en gezondheidsproblemen bij kinderen en jongeren, en het verband met kind-, gezins- en omgevingsfactoren (JOnG!6-12) Kencijfers i.v.m. welbevinden en geestelijke gezondheid bij kinderen en jongeren en het verband met kind-, gezins- en omgevingsfactoren (JOnG! 6-12) Kencijfers i.v.m. kinderen en jongeren met een chronische aandoening (JOnG!0-6-12) Kencijfers i.v.m. kinderen en jongeren met kenmerken van hoge begaafdheid (JOnG!6-12) Time-to-pregnancy, spontane zwangerschap en medisch geassisteerde conceptie (JOnG!0) Menstruatieproblemen bij jonge meisjes, met hierbij aansluitend medicatiegebruik en sociale en onderwijsimpact (JOnG!12) Preventie van gehoorschade: attitude- en gedragskenmerken van jongeren met betrekking tot blootstelling aan lawaai (JOnG!612)
▪ SWVG-rapporten - Rapport Zorgbehoefte en Zorggebruik
- Rapport Kencijfers (bundeling van SWVG Feiten & Cijfers)
▪ Artikels In voorbereiding in het kader van verschillende doctoraatsstudies
▪ Masterproeven - Verpoort C. (2011). Longitudinale
opvolging van de lengte tijdens de 2 eerste levensjaren, met speciale aandacht voor afwijkende
-
-
-
-
-
groeitrajecten Leuven, Faculteit Geneeskunde, Jeugdgezondheidszorg. Michiels E. (2011). Longitudinale opvolging van de hoofdomtrek tijdens de 2 eerste levensjaren, met speciale aandacht voor afwijkende groeitrajecten van het hoofd. Leuven, Faculteit Geneeskunde, Jeugdgezondheidszorg. Melis B. (2011). Longitudinale opvolging van het gewicht tijdens de 2 eerste levensjaren, met speciale aandacht voor failure to thrive (kinderen met ontoereikende gewichtsevolutie). Leuven, Faculteit Geneeskunde, Jeugdgezondheidszorg. Tjolle I. (2011). Longitudinale opvolging van dysmature kinderen en van hun ontwikkeling tijdens de 2 eerste levensjaren. Leuven, Faculteit Geneeskunde, Jeugdgezondheidszorg. Rijmenants S. (2011). Afwijkende schedelvorm op de leeftijd van 8m en 24m (a.d.h.v. plagiocefalometrie en schalen voor brachyen plagiocefalie). Leuven, Faculteit Geneeskunde, Jeugdgezondheidszorg. Op den kamp A. (2011). Onderzoek naar beïnvloedende factoren van het geven van borstvoeding en/of andere voeding bij zuigelingen in Vlaanderen. Leuven, Faculteit Geneeskunde, Jeugdgezondheidszorg.
VOZS
▪
SWVG Feiten & Cijfers -
-
▪
SWVG-rapporten
▪
-
- Verschillende presentaties worden
gepland op het 14e congres van de European Union for School and University Health and Medicine (EUSUHM), 9-11 juni 2011, Moskou. - Abstract poster (Physical complaints in adolescents. The link with general and specific parental behavior) ingediend voor de Society for Research in Child Development (SRCD) 2011 Biennial Meeting, March 31 - April 2, 2011, Montreal, Canada
In voorbereiding in het kader van doctoraatsstudies
Presentaties op congressen -
▪ Presentaties op congressen
Rapport ‘theoretische achtergrond en beschrijving steekproef’ Rapport(en) over verschillende thema’s uit de ouderenzorgstudie
Artikels -
▪
De objectieve en de subjectieve belasting van de mantelzorger Wat zijn de noden van de mantelzorger? Hoe hangt de levenskwaliteit van de oudere samen met respectievelijk de zorgnood, het zorggebruik en de zorgtevredenheid van de oudere? Hoe evolueert de zorgnood van de ouderen? De zorgtrajecten van de ouderen Hoe evolueert de zorgtevredenheid van de ouderen? De selectie van een verdiepingsgroep De resultaten uit de interviews met de verdiepingsgroep
Abstract wordt ingediend voor de wintermeeting van de Belgische Vereniging voor Geriatrie en Gerontologie Abstract wordt ingediend voor minstens één internationaal congres
KANS
▪
SWVG Feiten & Cijfers -
-
Methodologische fact sheet Wat is het profiel van personen met financiële kwetsbaarheid en/of psychisch onwelbevinden, die zich aanbieden bij de (I)CAW's en OCMW's in Vlaanderen? Met welke aanmeldingsklacht kloppen personen met financiële
39
-
-
-
-
-
-
-
-
-
40
kwetsbaarheid en/of psychisch onwelbevinden aan bij de welzijnszorgvoorzieningen? Zijn er verschillen in aanmeldingsklacht naargelang de voorziening? Kennen personen met financiële kwetsbaarheid en/of psychisch onwelbevinden de welzijnszorgen gezondheidszorgvoorzieningen in Vlaanderen? Van welke voorzieningen hebben de mensen ooit gebruik gemaakt? Is er een verschil in gebruik tussen personen met psychisch onwelbevinden en/of financiële kwetsbaarheid? Depressieve gevoelens en suïcidale ideatie bij gebruikers van welzijnszorgvoorzieningen met psychisch onwelbevinden De aansluiting van verkregen zorg in welzijnszorgvoorzieningen bij de voorkeuren van de huidige gebruikers met psychisch onwelbevinden Uitkomsten, ervaren baat en hun determinanten bij hulpverlening voor financiële kwetsbaarheid en/of psychisch onwelbevinden in eerstelijnswelzijnszorg Veerkracht als middel om met ongunstige omstandigheden om te gaan: implicaties voor de aanpak van psychisch onwelbevinden in eerstelijnswelzijnszorg (*) Contextfactoren van coping, veerkracht en steunbronnen bij gebruikers van eerstelijnswelzijnszorg (*) De relatie tussen financiële kwetsbaarheid en psychisch onwelbevinden onderzocht: de rol van beschermende en risicofactoren (*) Wat is de tevredenheid en de ervaren baat van personen met financiële kwetsbaarheid m.b.t. welzijns- en gezondheidszorgvoorzieningen? (In welke mate bepalen geslacht, leeftijd, psychisch onwelbevinden, sociaal kapitaal, aanmeldingsklacht, veerkracht en duur van de begeleiding de variantie in de tevredenheid en de ervaren baat binnen de gezondheidszorg? (*)
(*) Feiten & Cijfers en/of hoofdstuk in SWVG-rapport
▪
SWVG-rapporten -
▪
Beleidsgericht eindrapport (op basis van fact sheets)
Artikels
-
In voorbereiding in het kader van doctoraatsstudies
VRAAG
▪
SWVG Feiten & Cijfers -
-
-
▪
Kwaliteit van leven bij adolescenten met een handicap en hun ouders Vergelijking objectieve – subjectieve levenskwaliteit Determinerende factoren van levenskwaliteit Beïnvloedingsprocessen in gezinnen met een kind met een handicap: de rol van mantelzorg en informele steun naast het ondersteuningsaanbod Tevredenheid met het huidige ondersteuningsaanbod Differentiële analyses naar type en ernst van handicap
SWVG-rapporten -
Beleidsgericht eindrapport
Programma 2: Evaluatie en ontwikkeling POP
▪
SWVG rapporten
-
▪
Het POP-project. Preventie van overgewicht bij peuters en jonge kinderen. Ontwikkeling en evaluatie van een interventie in kleuter- en lagere scholen.
Masterproeven
-
Charlotte Demeulemeester. Procesevaluatie POP-interventie.
-
Master Gezondheidsvoorlichting en –opvoeding . Universiteit Gent Sara Depotter. Procesevaluatie POP-interventie. Master Gezondheidsvoorlichting en –opvoeding. Universiteit Gent
STAP
▪ ▪
Eindrapport Artikels (systematic reviews)
Kennisplatform Evaluatie en ontwikkeling Programma 3: Juridisch en institutioneel kader
▪
Marktwerking en keuzevrijheid in de ouderenzorg -
-
▪
Werknota over de positie van private zorgactoren in het Europees recht (in het bijzonder m.b.t. staatssteun). Twee werknota’s over de beleidsruimte waarover private zorgvoorzieningen in de residentiële ouderenzorg beschikken in een ander Europees land.
Overheidsinstrumentarium in de zorgsector -
▪
Kennispunt over juridischbestuurlijke aspecten van de Vlaamse zorgsector: verdere uitbouw van de website
Ketenmanagement ‐
‐
Tussentijdse interne werknota’s: case-werknota met een beschrijving van de netwerk- en ketenstructuren en de kritische succesen faalfactoren van de tweede case van het onderzoek; werknota over een mogelijk zelfevaluatie-instrument. Eindrapport: keten- en netwerksamenwerking in de zorg en welzijnsector (bundeling tussentijdse nota’s), resultaten van de casestudies en zelfevaluatieinstrument.
41
Colofon
SWVG Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Adres
Kapucijnenvoer 39 Postbus 5310 B-3000 Leuven
Tel. Fax.
016/33.70.70 016/33.69.22
Email:
[email protected] Website: www.steunpuntwvg.be
42