122
•
20e Jaargang
•
= = ' ^ = —
.
-...,
16 APRIL 1933
—•
••
•
—-
...-
.,
.,
•-_,
-_
"
•"_
.-
•
Aflevering 8
-
.
-,
^ ^
—-.
__
_
.__
_
_-
•
^^:::i
^
I LOCALE BELANGEN 1 •
•
j
ORGAAN VAN DE VEREENIGING VOOR LOCALE BELANGEN
:
Verschijnt den Isten en 16den van elke maand.
• • •
! :
' O p n e m i n g van een stuk beteekent niet
:
dat d e Redactie zich met den
ALLE STUKKEN UITSLUITEND TE ADRESSEEREN
De rechtstoestand der stadsgemeenteambtenaren.
• • J
inhoud vereenigt
POSTBOX 38 SEMARANG
besluit
was
directeur
geen
van
andere
Z
dan
den secretaris en den
gemeentewerken
in
gemeentedienst
te
houden tegen een belangrijk lagere bezoldiging (vervolg van peg
Ik wil er hier al dadelijk de aandacht op vestigen dat
88)
deze voorstellen Aan het slot mijner vorige beschouwing merkte ik op
meester,
met afkomstig
integendeel
waren
van
den
burge-
heeft deze zich krachtig daartegen
dot een uitspraak van de Regeering op het verzoek van
verzet, heeft zelfs krachtens artikel 3 6 der Stadsgemeente-
den heer van Vianen om zijn ontslagbesluit te vernietigen
ordonnantie
nog met mocht vallen
met te zullen
Velen met mij zullen met verwondering en zeer onvoldaan hebben
kennis genomen
,,De Locale Ambtenaar" Gouvernementsbesluit
van de
van 1ó
van
26
mededeeling in
Maart 1933, dat bij
April 1932 reeds op het
verzoek van Vianen, afwijzend werd beschikt Simpele mededeeling van dit feit
maakt critiek overbodig De
hebben geleid tot
sanctionneenng van het Palembangsche ontslagbesluit zijn mij met bekend doch zullen
in dit orgaan wel nader
onder de loupe worden genomen
gebracht
deze
raadsbeslissing
nietiging voorgedragen aan den Gouverneur-Generaal hiet leidt meester
geen twijfel dot de benoeming van burge-
Boissevain tot secretaris met door de Regeering
zal worden goedgekeurd (art
SG O
24)
en dat het
den burgemeester, wegens strijd met een algemeene verordening (art algemeen
motieven welke de Regeering
kennis
uitvoeren en haar ter schorsing of ver-
ontslag aan den secretaris Raasvelt, niet voorgesteld door
Deze beslissing was aan belanghebbende nog tot voor kort geheel onbekend
ter
Het schorsingsbesluit
42
lid 2 S G , 0 ) en wegens strijd met het
belang
(artikel
32
der Pasoeroeansche amb-
tenaarsverordening), door de Regeering zal worden ongedaan gemaakt Evenzoo staat het vast dat de Regeering oak het aan den directeur
van
gemeentewerken
Reichmon
verleend
werd vernietigd wegens niet nakoming van eigen rechts-
eervol ontslagbesluit zal vernietigen wegens strijd met het
plicht BIJ het ontslagbesluit zal de Palembangsche ambte-
algemeen
naarsverordening
waarschijnlijk
bepalende
genomen,
of
Vianen
maar
de
nauwkeurig
worden betwijfeld
belangen
zijn
afgewogen zoo zeker
belanghebbende zijn beslist
opstel
eenige
van
zijn
in
den
moet
acht
heer van voorshands
Althans in het moederland zou een
geval — van Vianen niet den
volkomen
Kroonbeslissingen
in het nadeel van
belang dat
(art
eervol
32
der
ontslag
ambtenaarsverordening
wordt
Het antecedent— vernietiging schorsingsbesluit Van Vianen — staat daar borg voor,
doch wil de gemeenteraad de
zaak Reichman doorzetten, na
onder
artikel 3 2 der ambtenaarsverordemng,
aandacht
wegens
van den óO-jarigen leeftijd)
Ik zal dan ook in dit de
verleend
ongeschiktheid, op eigen verzoek, of wegens het bereiken
wijziging
van
genoemd
dan vrees ik het
brengen, waaruit men zal kunnen zien dat in Nederland
ergste, tenzij —en hierop wordt vooral nadruk gelegd — de
de
Regeering met enkel strijd met het algemeen belang haalt
belangen
der
instantie veilig zijn
gemeenteambtenaren Dat veilige gevoel
in
hoogste
heeft
men als
Indisch gemeenteambtenaar met De beslissing van den stadsgemeenteraad van Pasoeroean van 3 Maart 1933 ligt ons nog versch in het geheugen Daar
werd de secretaris
ontslagen
en
met
met ingang van 1 April 1933
ingang
uit het met opvolgen van bepalingen eener Ambtenaarsverordening
van dien datum voorloopig
Daar zijn nog ongeschreven billijkheidsrechten
die het belang van den ambtenaar nauw raken De
handhaving
van
het
ontslagbesluit Van
Vianen
steekt wel heel scherp af tegen de vernietiging van het raadsbesluit der Nederlandsche gemeente Doetinchem dd 2 3
belast met de waarneming der betrekking van hoofd der
September 1929 waarbij
afdeeling comptabiliteit, werd de burgemeester benoemd
van haar gasbedrijf werden ontslagen en weder in dienst
tot secretaris de betrekking van directeur van gemeente-
werden genomen resp als opzichter en fitter
werken
opgeheven
gegeven
om
van
den
en
dien
ambtenaar
benoemd te worden
techmschen
dienst
De
de
voorkeur
tot opzichter, bedoeling
hoofd
van dit
de directeur en de
opzichter
De vernietiging bij Koninklijk Besluit van 2 3 April 1930 (Stbl
No
143) werd gebaseerd op strijd met het alge-
meen belang
123
De zaak was als volgt
den mond
In de raadsvergadering van Doetinchem dd 8 Decem-
versterkt.
ber 1927 werd een speciale raadscommissie benoemd om den
raad
te rapporteeren
over
het
beleid
van
den
directeur van het gasbedrijf
6
gesnoerd, en
Burgemeester en
wethouder van
zoodoende
wethouders
bedrijven
en
zijn te kort
toezicht op het gasbedrijf en dit
Onder dagteekening van 2 2 Jon 1929 werd door deze
zijn
eigen positie
inzonderheid
de
geschoten in hun
verwijt treft vooral den
laatste, die in de raadsvergadering van
27
October en
commissie een rapport ingediend waarin de commissie to'
en 8 December 1927, toen de heer Cohen verzocht om
de navolgende conclusies kwam
instelling eener commissie van onderzoek, deze met noodig
1
Door de herhaalde
dienstweigering van den gasdi-
recteur. om te verschijnen voor de commissie in t van
haar
deskundigen
niettegenstaande
den
bijzijn
duidelijk
uitgesproken wil van den raad, de mondelinge lastgeving van burgemeester
en wethouders
schriftelijke dito dd schorsing met
dd.
4 Januari en de
10 en 13 Januari, de daarop gevolgde
nogmaals een
meester en wethouders dd
waarschuwing van burge-
14 Januari 1928
maal herhaalde sommaties van de
en de 3de
commissie
per deur-
woordersexploit — is het haar met magen gelukken werkelijk
aan
te
toonen,
retourcommissies of 2
dot door
daad-
hem al of met
steekpenningen zijn aangenomen
tijdens het onderzoek
daar de prijzen der
waren, dat er niets
meters van Dordt zoo laag
kon overschieten voor den directeur,
dot Doetinchem meer korting genoot don eenige fabriek in de omgeving en de boekhouding
van
het gasbedrijf
werd gecontroleerd door de Vereemging van Nederlandsche Gemeenten, het meest secure bureau 7
De controle van het accountantsbureau van de Ver-
eemging van Nederlandsche Gemeenten uitgestrekt over den
heeft zich met
magazijnvoorraad van het gasbedrijf
en over de administratie der chefs-fitters (geval-Boode) 8
In de administratie
der gasfabriek is de commissie
herhaaldelijk gestuit op geen of onvoldoende omschrijving
De commissie moet echter erkennen, dot de houding
van den directeur
vond,
en de aan het
licht gekomen leiten, vermeld m dit rapport, bij haar de
van posten, onnauwkeurigheid of het gefingeerd
invullen
van rekeningen 9
BIJ haar onderzoek heeft de commissie van opzichter
overtuiging hebben gevestigd, dat de directeur die zulke
Postma met de medewerking verkregen, die zij redelijkerwijs
ontoelaatbare handelingen kon plegen, er ook geen been
van dezen ambtenaar had mogen verwachten
n gezien zal hebben om de in de gaswereld tot usancegeworden retourcommissies
als anderszins
len dat hij, gelet op de zeer
aan te
nemen
vriendschappelijke verstand
houding met de leveranciers en
hun
vertegenwoordigers
met vrij uitgaat
10 De heer Pieterson heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal en verduistering van verschillende gostoestellen en andere ontoelaatbare handelingen gepleegd, hiervoren met name genoemd. 11 Opzichter Postma heeft zich schuldig gemaakt aan
3
De commissie vindt het
nog
steeds
onbegrijpelijk,
dat de heer Pieterson, die in 1924 onbemiddeld m Doetin-
diefstal van gas en electriciteit en andere
ontoelaatbare
handelingen gepleegd, hiervoren met name genoemd
chem kwam, reeds na 3'/2 jaar gasdirecteur-zijn in staat was zich een villa te laten richt, hem op waarin
'n
kleine
bouwen, die behoorlijk ingef 20000
komt te staan, en
hij, zooals de commissie, in haar
antwoord op
Pieterson's klaagschrift berekend heeft, ongeveer f 1800 — (^=
'/a van zijn salaris)
moet verwonen.
men kunnen oontoonen, dat de
heer
Doch
al zou
Pieterson b v
met
meer verwoont dan f 100— per maand, dan nog zou hij volgens de algemeen
geldende verhouding een inkomen
moeten hebben van f 8 4 0 0 — d i
f 3 0 0 0 — meer dan
zijn salaris 4
BIJ de exploitatie van het gasbedrijf wordt met de Alles gaat
uit royale beur^
(de hooge thee- en sigarenrekeningen, de vele reizen van den directeur en het onmatig gebruik van de auto) Zoo heeft de directeur het o a van de aan te leggen
noodig geoordeeld, in t belang
buitenleiding
een
dienstreis te
moeten maken door het noorden van Frankrijk,
13
hiet •lidmaatschap van de .Vereemging van Gasfa-
Wilson
Gautzsch, e o.,
m hun prijzen de
van den directeur, overdreven veel 14 Tijdens het onderzoek
retourcommissies en steekpenningen voor de gasdirecteuren
verschillende
hebben
verdonkeremanen.
verwerkt en aan de
gasfabriek alhier
dezelfde
prijzen zijn in rekening gebracht als m de plaatsen, waar
15
corruptie is gebleken, heeft de gemeente te hooge prijzen
delijkste,
betaald en is zij
voor
belangrijke
bedragen benadeeld,
hem
heeft de directeur
aangewreven
Uit de hiervoor geresumeerde feiten blijkt dat
zoowel de gasdirecteur
ten duL
Pieterson als de
opzichter Postma buitengewoon corrupt en onbetrouwbaar zijn, zoodat ze met m hun functies gehandhaafd
jo dan neen
blijven
Door het geven van douceurtjes heeft de gasdirec-
getracht,
feiten te verdoezelen en
ongeacht of de heer Pieterson die fooien heeft gekregen,
5
wat de
gemeente alleen al meer dan f 3 0 0 — heeft gekost
brikonten" kost de gemeente, in verband met de vele reizen
Doordat verschillende leveranciers, als de Dordtsche
meterfabriek,
12
noodige zuinigheid betracht
kunnen
Deze aantijgingen werden gedaan nog nadat bij von-
teur den burgemeester, den gemeentesecretaris, wethouder
nissen dd. 2 7 November 1928 van
Velsink, eenige raadsleden, e a
rechtbank te Arnhem zoowel Pieterson als Postma werden
aan zich gebonden, hun
de Arrondissements-
I I
124
vrijgesproken,
na
gelegde, dat
in hoofdzaak
ampel onderzoek,
van
het ten
overeenstemde
laste
met hetgeen
bovengenoemde commissie had te onderzoeken
toegepast, dat onder de huidige digheden de eisch
moet
ten aanzien van de kosten van
Het ontslagvoorstel, ingediend door een drietal raadsleden, werd gemotiveerd dat het wel met aan den eenen
kant
bijzondere
tijdsomstan-
worden gesteld, dot algemeen bestuur van publiekrech-
telijke lichamen, zooveel doenlijk moet worden en dot bovengenoemd
raadsbesluit
tegen
bezuinigd
dezen
eisch
vaststond dat er corruptie was gepleegd maar dat er aan
ingaat
den
gebracht in georganiseerd overleg, ongedaan te maken
anderen
kant
zooveel
was
gebeurd
en
zooveel
waarschijnlijkheid was, dot het zeer moeilijk viel aan
de
onschuld van betrokkenen te gelooven
strekkende immers, om een bezuiniging, tot stand
Een ander geval hetwelk
veel overeenkomst
vertoonde
met de Posoeroeonzaak speelde zich in het laatst van 1931
De Minister heeft deze zaak grondig doen onderzoeken
af te ijseldijk
De rood dier gemeente besloot in zijn ver-
en de verweerschriften van de twee P s nauwgezet nagegaan
gadering van 2 3 November 1931 de jaarwedde van den
De conclusie was don ook dat niet was komen vost te
gemeenteopzichter ad f150 — in te trekken en de jaarwedde
staan dat door deze ambtenaren corruptieve handelingen
van de gemeentegeneesheer tot de helft (f 5 0 0 — ) terug
zouden zijn gepleegd
te brengen
Aangezien derhalve bewijs ontbrak werd het raadsbesluit
Bij Koninklijk besluit van 17 Mei 1932 (Stbl werd dit raadsbesluit
wegens
strijd
met het
algemeen belang vernietigd op de volgende gronden
vernietigd en Pieterson en Postma in eere hersteld Moge ik verder van de in het laatste joor
no 204)
gevallen
1
dat
door
dit
raadsbesluit de joonwedden
van
den
Kroonbeslissingen melding maken, waarbij met alleen ontslag
opzichter en den geneesheer met resp met lOO^/g en
doch ook rechtskrenking in het geding werden gebracht
50*^/0 werden verminderd, ten/vijl de jaarwedden der overige gemeenteambtenaren met werden verlaagd,
Ik Begin met het Koninklijk besluit van 4 Februari 1932 No
3Ó
2
De Gemeenteraad van Ossendrecht
besloot 2 3
tember 1931 aan alle gemeenteambtenaren een van 3''/Q voor eigen- en
van 5V2V0
voor
dot de financieele
Sep-
bijdrage weduwen-
bij uitzondering ongunstig werd aangemerkt, 3
dat
en weezenpensioen te heffen Nu
bepaalde
artikel
Ambtenaarsreglement dat den
van
het
Ossendrechtsche
alvorens de Raad overgaat tot ambtenaren
betreffende,
dat bovendien
werd
als genomen
hoogervermeld
in strijd
hunner wordt
ambtenaren
(Stbl
met de wet (art
toegepast, een onbillijkheid
125
besluit van 10
Mei
het
1932
algemeen
in een onder
beginselen van
2 9 April 1932, strekkende tot verniegeorganiseerd
overleg tot tijdelijke korting op de wedden van gemeenteambtenaren en ambtenaren van de politie BIJ besluit der centrale
commissie voor georganiseerd
Ambtenaarszaken
dd 16 April 1932
besluit van gelijken datum der
commissie voor
en bij georga-
niseerd vverleg werd besloten een tijdelijke korting op de wedden der ambtenaren en van
het politiepersoneel toe
te passen, waartoe die commissien volgens het ambtenarenreglement bevoegd waren De Amsterdamsche
Raad vond deze
korting allerminst
goed en vernietigde beide weddekortingsbesluiten
wegens
strijd met het gemeentebelang Dit ging de Kroon te ver en Zij overwoog bi] Haar
geval
geen voldoende
dien ambtenaar
Het
betrof
hier de vernietiging
grond oplevert van
aan
om
te verleenen
het
raadsbesluit
. 1,1 December 1930 der gemeente I ubbergen dd „ il ï?iö7 2 8 December 1931
. waarbij
den opzichter Wiegers met ingang van 1 Januari
1932 ontslag, met op eigen verzoek, werd verleend Ter
raadsvergadering
van
1
December
1930 was
besloten den heer Wiegers uit te noodigen voor 1 Januari 1932
in
terug
te storten, welke
naam
de
gemeentekas
wegens
of onmiddellijk,
een
bedrag
van f 2810 —
bedrag hij, naar den raad aon-
kosten van dagelijksch toezicht middellijk uit
de
gemeentekas
onrechtmatig
zou
hebben toegeëigend BIJ
voormeld
raadsbesluit werd
ontslagen
salanssen der betrokken ambtenaren een korting zou worden
naar algemeene
ongevraagd ontslag
voorkomen
een bepaalden tijd op de
beslist dot
dat
vernietiging dot dit raadsbesluit de strekking had om te gedurende
kunnen
aan
ingang van 1 Januari
dat
moeten
op de gedragingen van een ambtenaar veel schijnt
van Amsterdam dd
overleg in
vormt en
de omstandigheid,
aan
der commissie voor
aanspraak
ombtenaarsrecht
te merken te zijn
besluiten
dat
BIJ Koninklijk besluit van 3 0 Mei 1932 (Stbl, No 224)
belang, werd vernietigd het besluit van den gemeenteraad tiging van
zonder
maken
werd
no 196) waarbij, wegens strijd met
maar
raadsbesluit
Ambtenarenwet) Thans volgt het Koninklijk
geldt,
jaarwedden, die
ernstig inbreuk maakt op de rechtszekerheid, waarop de gemeenteambtenaren
O p grond nu dot de vereemgingen van
van
daarvoor voldoende redenen bestaan, slechts op enkele
gevoelen te doen kennen
vernietigd
een verlaging
met voor alle ambtenaren
aan
zijn aangesloten, gelegenheid moet worden gegeven haar
gehoord
omstandigheden een verlaging van
vastgesteld, buitensporig werd geacht, 4
vereemgingen van ambtenaren, waarbij gemeenteambtenaren
met werden
onder deze
jaarwedden als van den opzichter en den geneesheer
83
het vaststellen, aanvullen, wijzigen of intrekking van eenig algemeen voorschrift
toestand der gemeente in verge-
lijking met den toestand in andere gemeenten met als
indien
bepaald
dot hij met
1932 geacht zou worden te zijn
hij met voor genoemden datum gevolg
zou hebben gegeyen
aan hoogervermelde uitnoodiging
Dit ontslagbesluit werd bij K B van 5 December 1931
125 Stbl, no 494) tot 1 Mei 1932 geschorst bij
raadsbesluit van
Daarop werd
2 8 December 1931 het besluit van
ambtenaar der gemeente, bevonden
door
een
lichamelijk geschikt moest zijn
geneeskundige,
1 December 1930 in dien zin aangevuld dat het ontslag
burgemeester en wethouders
werd
gemeester en wethouders
verleend
op
grond
dat
op
de gedragingen van
aangewezen
door
De geneeskundige, door bur-
aangewezen, bevond den heer
den heer Wiegers zooveel scheen aan te merken te zijn,
Stuart voor
dat de gemeenteraad zich met verantwoord achtte indien
aanleiding waarvan de gemeenteraad van Barneveld op
die ambtenaar gehandhaafd bleef
4 Maart 1932 besloot, Stuart opnieuw te benoemen be-
Het
genoemd
beide
Kroonbesluit
raadsbesluiten
wegens
de te vervullen betrekking ongeschikt, naar
van
25
Mei
1932 dat
houdens lichamelijke geschiktverkloring van belanghebbende
strijd
met
het
algemeen
door een specialist. De raad stelde er veel prijs op ge-
belang vernietigde overwoog
noemden heer Stuort voor zijn gemeente te winnen
1.
handelde
in strijd met artikel 6
reglement
van
De Kroon overwoog evenwel dot de raad dusdoende, dat op 2 8 December 1931 de raad van de gemeente Tubbergen den
niet
opzichter
verleend,
meer het standpunt innam, dat aan Wiegers
ontslag
zou moeten worden
indien deze nalatig mocht blijven aan
gemeente de pretenselijk toegeëigende te
restitueeren,
in geen op
doch
dat,
de gedragingen
dat
alzoo
opzichter
het
met werd
standigheid, dat
zich niet verantwoord achtte, ontslag
van
aan onrechtmatige toe-
eigening van gemeentegelden
zou
hebben
schuldig
enkel
door hemzelf vastgestelde regelen
September 1932 (Stbl
no
453)
vernietigd
een
besluit
van den gemeenteraad van Lekkerkerk van 2 3 December 1931 tot verhaal van 3''/o voor
eigen
premieen
gemeenteambtenaren, op grond dat dit
besluit,
op in
de strijd
met artikel 3 van het Lekkerkerksche ambtenarenreglement en met artikel 125 der Ambtenarenwet 1929 was genomen,
zijn gedragingen
zooveel scheen aan te merken
zonder
met was gebleken
dat
aan
vereemgingen
van
ambtenaren,
waarbij
Wiegers zich aan een
ambtenaren in dienst dier gemeente waren aangesloten,
strafbaar feit zou hebben schuldig gemaakt, daar toch
gelegenheid was gegeven, daaromtrent haar gevoelen te
een tegen hem voorgesteld gerechtelijk
doen kennen
vooronderzoek
met tot verdere vervolging heeft geleid,
K
dat, naar algemeene beginselene van ambtenaarsrecht.
5.
Deze beslissing, minder
bevredigend, is evenwel formeel volkomen juist
op dat
4
op dezen grond 's Raads besluit, omdat de raad
daarbij handelde in strijd met de omtrent dat onderwerp
gemaakt, doch op grond van de omstandigheid, dot te zijn , 3
de
Wegens strijd met de wet werd bij Koninklijk besluit van 1 den
verleend op grond van de om-
deze zich
bepaling
lichamelijk geschikt moet zijn
bevonden door een geneeskundige, aangewezen door het
los daarvan, de opzichter
onvoorwaardelijk
Barneveld, krachtens welke
te stellen ambtenaar
college van burgemeester en wethouders en Zij vernietigde
indien die ambtenaar gehandhaafd zou blijven 2,
Ambtenaren
geldsbedragen
zooveel scheen aan te merken
de raad
het
de
geval als zoodanig te handhaven was, wijl
te zijn, dat
aan
van
Een overeenkomstige beslissing dus als
B van 7 Juli 1932 (Stbl. no Bij
Koninklijk
besluit van
27
December 1932
de omstandigheid, dat op de gedragingen van een
no 645) werd vernietigd het besluit van den
ambtenaar veel schijnt aan te merken te zijn, geen
gemeente Zijpe dd
27
October
het
325)
1931 om
(Stbl
raad
met
der
ingang
voldoende grond is om dien ambtenaar ongevraagd
van 1 Januari 1932 de jaarwedde van de twee ambte-
ontslag te verleenen,
naren ter secretarie en van de twee gemeentegeneesheeren
dat het verleende ontslag met gegrond werd geacht
met 5''/o te verlagen
en in strijd is met het algemeen belang, verbonden
op grond dat in strijd met oriikel 3
aan de rechtszekerheid der ambtenaren
gemeente geldend ambtenaarsreglement de vereemgingen
Ook
deze vernietiging van
geschiedde
het voor
die
van ambtenaren met waren gehoord BIJ Koninklijk
besluit van
7 Juli 1932 (Stbl
no 325)
Wat nu leeren deze Koninklijke besluiten 2
werd wegens strijd met de wet vernietigd het besluit van den
gemeenteraad
waarbij
de heer W
directeurboekhouder voorwaarde
dot
hij
van
Barneveld dd
4 Maart 1932
Stuart opnieuw werd benoemd tot der
gemeentelijke
zich
nader
werpen aan een uitgebreid
Stuort
tot die
bij
betrekking
van
benoemd
2 9 Januari
betrekking
onder
lichamelijk
de Kroon kan toevertrouwen bij een door een gemeenteraad gegeven ongevraagd ontslag M o g e de Regeering b. t /. ten
uitdrukkelijke
geschikt
was
spoor van Dan
N u bepaalden de artikelen 6 en 7 van genoemd Ambdat
men om aangesteld te worden als
de
moederlandsche
zal zijn bereikt
dat
een
deze
Regeering
in
vol
vertrouwen hem
recht wordt
door
zal de
wenden
het
voetvolgen
gemeenteambtenaar
naar behooren wordt recht g e d a a n ; indien
bevonden. tenaarsreglement
daardoor
1932
voor de gemeente Barneveld, moest blijken, dat hij voor dier
raadsbeslissing
ten tweede dot de ambtenaar veilig zijn belangen aan
onderzoek te
in artikel 8, sub 2, letter c van het Ambtenaarsreglement vervulling
een
zou hebben te onder-
voorwaarde dat uit de geneeskundige verklaring, bedoeld
de
ambtenaaroVerordening
belangen van een ambtenaar geschaad (geval Barneveld), en
geneeskundig
raadsbesluit
eener
onherroepelijk wordt vernietigd zelfs al worden
gasfabriek, onder
leiden door een specialist op het gebied der interne ziekte Tevoren was
Ten eerste, dot bij met strikte opvolging van de bepalingen
dat
tot d e
gemeentelijke
hij
zich
Regeering
Overheid
on-
aangedaan.
Wanneer de ambtenaar geen steun vindt bij de Regee-
12Ó
Het bleek al ras dat de Hooge
ring kan hij voorziening vragen bij den rechter, met om te komen tot vernietiging van het hem betreffende raadsbesluit
doch uitsluitend om
geldelijk
door
de gemeente
schadeloos te worden gesteld voor het onrecht door hem ondergaan.
Daarbij
moet
vordering moet daarop
aangetoond
worden— en
gegrond zijn—dat door
de
's Roads
publiekrechtelijke
der Overheid
nooit en
nimmer — tenzij
geval de wet
opzettelijk
anders
handeling
in een
heeft
Hoogste
vindt sinds 1901 geen steun meer
begeven in een
maakt Voorzooverre de
nakomt volt zij buiten het bereik van artikel 1401 B W (Men raadplege de arresten van den Hoogen Raad van 2 5 Mei 1928 en 2 9 Juni 1928) De jurisprudentie sedert 1901 ontzegt aan de Overheid dus de vroegere bevoorrechte positie
bij den Hoogen Raad
Lijdt een
De Hooge Raad stemt met
met wilde
heidsqualiteit optredend, van hare vrijheid binnen de grenzen
speciaal
bepaald — aanlei-
meer toe dat tot oordeel
over de wel of met rechtmatigheid van
zich
van het particuliere recht gebruik
ding kan geven tot een actie tot schadevergoeding krachtens artikel 1401 B W
rechtscollege
controle over de wijze waarop de Overheid in hare over-
Overheid geen rechten schendt en hare wettelijke plichten
beslissing de ambtenaar schade heeft geleden Oppenheims leer dat een
Raad het beleid der
Overheid buiten het debat wenschte te houden, dat het
Overheidsdaden
gemeenteambtenaar
in
het
telijke overheidsdaad welke in strijd is met eigen wetgeving, don zal die ambtenaar veilig den rechter
handelingen uitsluitend aan het publiekrecht moet worden
beslissen over een op dien
getoetst en het Burgerlijk Wetboek als regelende de rechten
vordering
bijzondere
personen, daarop met
van toepassing is Nog bij zijne arresten van 2 9
Mei
1896 en 18 Mei
1898 stond de Hooge Rood op het standpunt dat waar
Een paar
arresten
grond
door
kunnen hem
laten
ingestelde die
ten
nodeeie van betrokken ambtenaren in Rijksdienst zijn
uit-
gevallen zullen
van den Hoogen
worden
aangehaald
Rood
na de behandeling
van de loongarantie, die voorkwam onder artikel 4 0 van
de gemeente als overheid optreedt, burgerlijke aansprake-
het bezoldigingsbesluit 1920
lijkheid met bestaat
derland
BIJ zijn arrest van 10 Mei 1901
nu ben ik
weder oon het uitgangspunt gekomen — door een gemeen-
aan de rechterlijke macht met toekomt omdat zoodanige
en verplichtingen van
privaatrecht
schade — en
der
Rijksambtenaren in Ne-
erkende het Hoogste
In de bezoldigingsregeling 1920 (K B 2 3 Januari 1920
rechtscollege de overheidsaonsprakelijkheid, doch in dit en in
StbL no 37) was artikel 4 0 opgenomen behelzende dot
zijn volgende arresten tot 1924 alleen indien een burger-
de Kroon
lijk recht geschonden was
heerschende duurte een
De Hooge Raad ging uiterst ver in zijn arrest van 2 0 November 1924
Dit arrest,
, November revolutie onrechtmatige
daad
handelen of nalaten recht, maar
ook
bekend
huldigde de was te
onder
verstaan
met
dat inbreuk maakt
een
handelen
den naam
opvatting
of
strijd is met des daders eigen rechtsplicht overwoog
verder
voorschrift
overtreedt
onverschillig
dot
of dat
derhalve
hij,
pleegt een
die
dat in
Dit arrest
een
wettelijk
onrechtmatige
daad,
voorschrift een pr/vaatrecfite/i/fe
dan we/ een publiekrechtelijk
karakter
draagt,
gelijk
vraag,
of
daarbij
eemg subjectief
benadeelde, hetzij van burgerlijken
of
artikel 4 0 aldus gewijzigd Voor de op 1 Juli 1922 in dienst zijnde blijven de op dat
zijner
„gewaarborgd,
veroorzaakte
Toen in 1923 de Nederlondsche
datum
Regeering voor
het
toestand van het Rijk, stond de Minister voor de volgende vragen 1
of
Overheid de
in
het
algemeen
bevoegd
eenmaal vastgestelde salarisregeling
was in
verlaagden zin te wijzigen, 2
of de Regeenng de salarissen van de in dienst zijnde ambtenaren
kan verlagen, waar
de
bezoldiging bij
artikel 4 0 van het Bezoldigingsbesluit 1920/1922 was gegarandeerd
De storm
en de vrees dot door dit
de
eenzijdig
met, dan pleegt het
schade gehouden
die tegen dit arrest opwaaide
ingevolge de op evengenoemden
ondergaan '
zonder meer een onrechtmatige daad en is tot vergoeding der daardoor
wedden
, bestaande bepalingen van dit besluit vermindering moeten
organen, zijn
rechtsplicht na te komen Eerbiedigt het daarbij wettelijke voorschriften, van welken aard ook,
ambtenaren
genoten
verlagen op grond van den minder gunstigen financieelen
handelen
alleen is de verplichting
vervulling
hen
,gewaarborgd behoudens in geval er voorzoover die wedden
vermogensnadeel gegrond Ook het publiekrechtelijk zedelijk behoort bij de
door
publiekrechtelijken
tot vergoeding van het door de gedregingen veroorzaakt lichaam
tijdstip
feit werd gesteld te overwegen de ambtenaarssalarissen te
of nalaten onrechtmatig is door de enkele overtreding van daarin
toegekend".
recht van den
oord, geschonden is, doet mets of, omdat het een wettelijk voorschrift,
zijn
BIJ K B van 19 Juni 1922 (Stbl no 400) werd genoemd
de burger, die de strafwet overtreedt, onrechtmatig handelt De
algemeene solarisvermindering te
wedden, die eenmaal
op eens anders na/aten,
voorbehield om bij vermindering van de
doen plaats hebben, „befioudens fjandfiaWng van d e
dat onder slechts een
zich
Prof
Mr
Simons,
hoogleeraar
in
het strafrecht
en
arrest de onbelemmerde uitoefening van de publieke functie
diens aanhangers
in het gedrang zou komen, werden overdreven omdat toch
Staat om eenzijdig het den ambtenaren toegezegde salaris
het arrest zelf de onrechtmatige daad tot
een handelen
of nalaten, dot inbreuk maakt op eens anders
recht of
dat in strijd is met des daders rechtsplicht, beperkte
in ongunstigen van
meening
om de
ontzegden de
zin te herzien dat
bevoegdheid van den
Zijn tegenstanders waren
de Staat te allen tijde het recht had
door hem in het leven geroepen regelingen ook
127 dit vonnis
in ongunstigen zin te wijzigen Ten aanzien von de tweede vraag meenden vele voor-
Het arrest van den Hoogen Raad van 2 5 Maart
1927 en vooral de terzake voorgebrachte
conclusie
van
aanstaande juristen dat intrekking van het gorantieartikel
den Advocaat-Generaal Mr Tok, zijn dusdanig breedvoerig
4 0 der Regeering niet kon baten, daar de gegeven garantie
overwogen dat ik met aarzel voor dit arrest in zijn geheel
voor de ambtenaren een verkregen recht had in het leven
een plaatsje te vragen in ,,Locale Belangen"
geroepen waarvan gedupeerden de nakoming burgerlijken
rechter onder
alle
kunnen vorderen, daarbij der wet van 1829
voor
omstandigheden
beroep
doende
den Arrest van 2 5 M a a r t 1927.
zouden
op artikel
4 De Hooge Raad enz
houdende Algemeene Bepalingen der
Wetgeving van het Koninkrijk
Overwegende dat blijkens het bestreden arrest en het
Door andere juristen werd deze opvatting bestreden en
daarbij bekrachtigde vonnis der Arr.-Rechtbank te
wel op grond dot de gegeven garantie slechts gold voor
venhage, dd
den duur dat zij door de Regeering in stond gehouden werd
eischer
De Minister, bang voor een gerlijken
rechter, wilde
treffen waardoor
bij
uitspraak
van den bur-
wet de noodige voorziening
beroep van den
ambtenaar
op
den
werp
1924
aangeboden
,,rechten
en
,,begrepen die
de maand Mei 1924 nog waren
luidende
na de wijziging bij Kon
dat „bepalingen
betreffende
van ambtenaren, daaronder hunne geldelijke
ter vaststelling van die
aanspraken
bepalingen
be-
monstrum, n b
noemde
artikel
het artikel
ambtenaren
40
een
staatsrechtelijk
dat hij zelf in het leven had
geroepen
in dienst
no 37,
4 0 van het
gelijk
dat
luidde
besluit van 19 Juni 1922, Stbl
no 400, en wel voorzoover ten deze van belang .Voor de op 1 Juli 1922 blijven de op dot
m
tijdstip
dienst
door
zijnde
hen
ambtenaren
genoten
wedden
gewaarborgd ' ,
,in dienst zijnde functionarissen kunnen worden gewijzigd'' Minister
hebben
van het Staatsbedrijf der Posterijen Telegrafie en Telefonie,
werd door den Minister een wetsont-
betreffende
hun vorderingen
dat op hen derholve toepasselijk was art
,,voegd, ook ten aanzien van ten tijde der wijziging reeds De
hem
bezoldigingsbesluit 1920, Stbl
verplichtingen
,,door het gezag
in cassatie, die
van
gecedeerd, reeds op 1 Juli 1922 waren en gedurende de
rechter zou worden uitgesloten In Maart
s-Gro-
31 Maart 1925, de rechtsvoorgangers
dat
bij Kon, besluit van 7 April 1924, Stbl
genoemd Stbl
no. 200, met
ingang
no 172,
van 1 Mei
1924
een salariskorting is vosgesteld, welke ook op de wedden van de rechtsvoorgangers van eischer is toegepast, dat eischer nu uitbetaling van het aldus gekorte bedrag
De Tweede Kamer voelde er echter niets voor om op deze wijze bij de wet — want volgens artikel 6 3 der Grondwet
heeft gevorderd, daartoe
berust de
het algemeen de eenmaal door den Staat oon den amb-
regeling der bezoldigingen bij de Kroon— een
aanvoerende
1°
dat reeds in
door de Kroon gegeven salarisgarantie te met te doen
tenaar toegekende wedde met kan worden verlaagd, 2 "
Met
dot dit althans
groote
meerderheid
van
stemmen
(56
tegen 29)
werd dan ook dit wetsontwerp verworpen Daar zat de Regeering, die de salariskorting voor alle amtenaren wilde B van 7
levende
April
1924
Stbl
4 0 van het
no 172,
in
wedden, genoten door op 1 Juli 1922 in dienst zijnde ambtenaren
gevolg en de vermindering der wedden bij genoemd Kon
afwachting
besluit van 2 3 April 1924 ten opzichte van die ambtenaren
zouden
zijnde dan ook de intrekking van art 4 0 zonder
krachteloos,
voortvloeien
dat de Rechtbank die beide stellingen ongegrond heeft
De considerans van dit daar
K
voorschrift, waarbij
de
B
luidt
dat
het verwachtingen
desondanks om den aard van
de
bepaling
verzekerd en tevens omdat
is
artikel
40
wekte, welke
geacht en de vordering heeft ontzegd, terwijl in hooger beroep het Hof
bekrachtigd,
daarbij
het
eveneens die beide stelling verwerpende, ten aanzien van
gegeven,
met
zijn
de tweede, op grond onder meer op de in het cassatie-
van
hel
artikel
middel meegedeelde overwegingen. Overwegende dot het tegen deze uitspraak aangevoerde
In de ambtenaarsorganisaties kwam over deze Regeeringsdaod begrijpelijker wijze een hevig verzet poging om de Regeering te binden aan
Haar
cassotiemiddel luidt
De laatste Conclusie
gegeven
een vordering
voor
den rechter voort-
van den Advocaat-Generaal
De eischer den
In een procedure, welke in drie instanties werd
Staat
hetwelk
der
vorderde
met toepassing
van 2 3 April 1924, Stbl
ambtenaar geen recht kon ontleenen aan de ingetrokken
1924
garantiebepaling
IS gekort
bij
Mr. Tak^
inleidende dagvaarding van
Nederlanden
gezet, besliste de Hooge Raad eindelijk in 1927 dat de
betaling
van
van
het bedrag,
art 2 van het Kon
no 200, over de
besluit
maand Mei
op de door hem en een aantal andere
ambtenaren in dienst van het Staatsbedrijf der Posterijen
BIJ vonnis van de Arrondissements-Rechtbank te 's-Groven31 Maart
heeft
van
handhaving
loongarantie werd beproefd middels
dat vonnis
rechtskracht
een algeheele salarisverlaging in den weg zou staan
hage dd
art
bij
zelf
van de gevolgen die uit die intrekking
werd ingetrokken
evengenoemd
het
derhalve niets anders op dan
bewuste artikel 4 0 in te trekken, hetgeen geschiedde K
krachtens
Bezoldigingsbesluit met kon geschieden ten opzichte van de
1925 werd een terzake door
postambtenaar ingestelde vordering met toegewezen arrest van het Gerechtshof
te 's-Gravenhage
Telegrafie en Telefonie, welke
een
hebben
Een
en
bevestigde
aan
hem
hunne rechten
gecedeerd, op 1 Juli 1922 genoten jaarwedde-
voerde
toegekende
ter
ondersteuning
wedde
m
het
daarvan
algemeen
aan,
dat eene
met kan worden
128
verlaagd het
en zeker
Kon
niet
besluit
in dit geval, waar art. 4 0 van
van
23
Januari 1920, Stbl
no 37,
De Arr.-Rechtbank, daarin bijgevallen door het bevestiarrest van
het Gerechtshaf
zijne vordenng, waarom
hij
alhier, ontzegde hem
het
navolgend middel aan
het oordeel van uwen Raad onderwerpt verkeerde toepassing der art besluit
Burgerlijke
(Kon
40
van het Bezoldigings-
Rijksambtenaren
1920,
laatstelijk
gebrachte
Stbl
wijziging
van 19 Juni 1922, Stbl
no
houdende
afkondiging
regeling
maatregelen 26
,,Schending en
besluit van 2 3 Januari 1920), gelijk het
de daarin
van
der
inwendig
April 1852, Stbl
Wet
van
14
A
Stbl
26
B,
no
gewijzigd
met art
ambtenaren
bij Kon van
besluit
algemeene
bestuur van den Staat, van
bij
no 499, 4
de Wet en 7 2
van
Stbl
no
5, 11, 13 en
dot
de
besluit van na
de
van
een
recht op
Burgerlijke
(Kon
Rijks-
besluit van 2 3
2"
dat
art 4 0 van het Kon no 3 7
luidde
duurzaam
de
Kroon
zooals het
slechts den schijn
behoud
amb-
van de op 1
op 1 Juli 1922
te geven
aan
de ambtenaren,
in dienst van den Staat voor den tijd,
3° dat door, na de intrekking van genoemd art
40,
de salarissen ook van de op 1 Juli 1922 reeds in dienst ambtenaren
onder
de
algemeen
voorgeschreven
korting te doen vallen, aan die intrekking geenszins terugwerkende
kracht werd
toegekend
immers art
werking heeft behouden zoolang het
4 0 zijne
gold en de nieuwe
regeling eerst daarna in werking is getreden ', menschheid
goede en kwade
ontleed,
voorbeschikt bodem en grondstof,
bestaat
uit
individuen
met
neigingen en met instincten van hoo-
gere en lagere orde
De individuen zijn aangewezen en
met elkaar
te verkeeren
en
leven op een
in eene omgeving, die, hetzij in natura of in tegen arbeidspraestotie
alles
brengen, wat tot
voortbestaan noodzakelijk is. De neigingen in botsing
De sterkere poogt
telkens met elkaar
den zwakkere te over-
zijn wil ondergeschikt te maken
botsingen zijn individueel of groepsgewijze, van de belangen, die lang de
De
al naar mate
er bij betrokken zijn
Naar ge-
menschheid groeit, vermeerderen zij en spitsen
ZIJ zich toe Toch
mogen
hoogere orde verdringen moet
richting
ndividuen
lagere
Rijk
en in de
ik hoop
een
Zoowel ZIJ, die gelooven aan zijn goddelijken oorsprong uit den volkswil, erkennen zijn bestaan en achten
hem
levensvoorwaarde der c,oede samenleving Hoe kan het ook anders 2 Noem hem, gelijk de Fransche Zonnekoning
deed. Caesar, of gelijk zij, wier wereld- en
levensbeschouwing
anders
is,
een
onpersoonlijk
wezen,
dot slechts leeft bij de gratie van hen, die hem aanschijn beiden
komen
mensch — en dus
ook
hierin
de
overeen,
dat
hij
met
hem de onvolkomen
onvolkomen
menschheid
tot
ondergang genoemd is. er
sterkeren en
driften zullen zijn
van
zwakkeren zijn,
edelen en minder
zoolang er
nobelen aard,
kortom, zoolang de mensch blijft en mets menschelijks hem vreemd is
zoolang
machtigere van
zal er
andere
behoefte
orde, die
bestaan met
aan een
breeden
opzet
regeert en heerscht, en die de belangen van het individu samenleving, aldus
trachtend het vol-
maakte te bereiken Individu en Staat kunnen dus met in een adem genoemd worden
Wel kon de
laatste in
individueele gedaante
lijke tack IS regeeren en heerschen, scheppen en volmaken Wanneer dit
inderdaad de
neigingen
met die van
De wereld moet vooruit
Er
gegeven worden aan de gedragingen der
staatstaak is, indien wer-
kelijk zijn grondslag van zoo geheel anderen opzet is dan die van het individu, dan voelt
men, dat eene vergelij-
king tusschen beide nimmer mag de macht van het individu en
plaats
hebben en dat
diens
recht moet wijken
voor de macht en het recht van cfen
Staat, want, waar
is deze de vertegenwoordiger van
zijn lastgever, die het leven en de gedragingen van den enkeling in
overeenstemming
heeft te
algemeen belang en daarom
dit
brengen
met het
belang uitsluitend als
richts loer heeft Wiens wereld — en levensbeschouwing
de ware
is, of
de Staat is van goddelijken oorsprong don wel menschenproces geen antwoord, maar
wel IS voor een oordeel daarover van gewicht te weten, dat hij bestaat en
dat zijn grondslag
dermate verschilt
met dien van het individu, dat zij onderling nimmer kunnen worden vergeleken wat hem is
Het individu gehoorzaamt en volvoert,
opgedragen
De Staat beveelt, heerscht en
draagt op krachtens zijn hoogheidsrecht Ik sprak
mag de zwakkere geen slachtoffer worden van
den sterkere en
Duitsche
als ZIJ, die hem opgebouwd door en opgekomen meenen
werk, daarop verwacht dit
en instincten komen
meesteren en aan
het
Staat van Staten worden zal
gene de enkeling is, De
van
Volkenbond, die, naar
optreden, indien hij dit gepast oordeelt, maar zijne eigen-
dat ZIJ in dienst zouden blijven
zijnde
Italië,
toetst aan die de
met bevoegd was om bedoelden
onherroepelijk
van
van den
Zoolang
Juli 1922 door hen genoten wedde toekende, waarborg
Amerika, stichting
gemist kan worden en dat, zonder
wekken, alsof de Staat daarbij aan de genoemde tenaren
toepassing dier gedachte zie
schonken
van
1922
van
Apnl 1917,
2 3 Januari 1920, Stbl
wijziging
voorbeelden
in verband
37
bewoordingen
Nabije
'k in de wording van de Vereemgde Staten van Noord-
26
Januari 1920), 4 8 Rv, door te beslissen 1"
en bestemd om den chaos te ordenen en
Grondwet,
het Bezoldigingsbesluit
1920,
37
no 9 2 , laatstelijk gewijzigd bij de
55, 6 3
1 van
no
luidde na
400. 1, 2, 3, der Wet,
Juli 1918, Stbl
303,
richting
te regelen.
haar waarborgde gend
Zoo denk ik mij den Staat, als belast met het geven dier
verklaring
daar van
hoogheidsrecht.
Verschil m grondslag
maakt
Dit eischt nadere verschil in recht
Waar van den enkeling als zoodanig slechts kan gevergd worden, dat hij zijn eigen belang
behartigt, is het recht,
dat hij daarvoor
recht
inroept, privaat
Maar, wanneer
de Stoot als Staat dot van het algemeen ter hond neemt,
129 zijn zijne voorschriften publiek recht Men heeft getracht
Kroon het opperbestuur der geldmiddelen en de regeling
hieraan te tornen Wat
bazelt ge
der bezoldiging van alle collegien en ambtenaren die uit
toch, zoo wordt verkondigd, van publiek en privaat recht,
's Rijks kas worden betaald, terwijl aan de wet
er IS maar een recht,
dragen het vaststellen van die van den Raad van State,
waaraan zoowel de Staat als het
individu onderworpen is, en dot is ,,hiet Recht
der Algemeene Rekenkamer en van de Regterlijke Magt, Door ambtenaren
Het moge zijn, dat hunne leven — en wereldbeschouwing dezen wijsgeeren steun biedt
voor deze
stelling
mij kan
Ik beweer met, dat alles wat de Staat doet, ,,Recht' is dat de
tot het
die hij oplegt,
staatsverband
behoorenden
hebben te eerbiedigen en te gehoorzamen, al is het ook door menschenhand gemaakt andere
moeten dus
De uitzondering laat zich verklaren Men wilde volkomen
Maar ik houd vol, dat de verplichtingen, zijn,
gepraesteerde diensten
worden betaald
ZIJ met bevredigen
recht
is opge-
order en van
onafhankelijkheid verkoos daarom
ander
weefsel dan
dat van het
den
Rood
van
State,
van
de
de
onttrekking
van
de
regeling
dier
bezoldigingen zelf aan de Kroon
En dit recht is van geheel
individu
van
Algemeene Rekenkamer en van de Rechterlijke Macht en
Aan dit grondwettelijk
artikel
dankt
het Bezoldigings-
besluit zijn ontstaan, dat door zijne wijzigingen zooveel kritiek heeft uitgelokt en zooveel stof heeft doen opwaaien
Vraagt men mij, waar dit geschreven staat, dan moet ik het antwoord
schuldig
kan ik met noemen
blijven
Eene positieve plaats
en met de bespreking
daarvan
Maar in de wording van den Staat
ik het
Wellicht ben ik tot dusverre wat uitvoerig
en van het individu, in beider optreden en in beider macht
mijn
voel ik een onderscheid, dat in beider recht zich afspiegelt
uitkomst van eigen overpeinzing
Hoe moet nu de Staat leven en zijn taak volvoeren ?
nader
hart
der
kwest e, die aan Uwen Read is voorgelegd staatsrechtelijke
beschouwingen,
geweest
maar
zij
zijn
in de
Met opzet liet ik na de
debatten in de Staten-Generaal te raadplegen, met opzet
Is hij oppermachtig ? Mag hij de regels der goede trouw
meed
schenden ?
uitstek wetenschappelijke studies, geenszins uit geringschat-
Geldt voor hem met, dot een
man en een
woord een woord is ?
ik
Duguit,
Kelsen,
Loeff,
Lohman
en
hunne
bij
fing, doch alieen, omdat ik vrij wilde blijven in mijn denken
Ongetwijfeld moet hij een voorbeeld zijn voor het individu Wezen van hooger orde of opgekomen uit den volkswil, steeds dient hij erop bedacht te zijn naar
volmaking te
en geven, omdat ik bang was voor hun invloed, omdat ik het recht wilde brengen, zooals ik dat aanvoel Is het zelfoverschatting ? Aan
uw
Raad
het
oordeel
streven en voor hem geldt dus ook in beginsel de goede
daarover
trouw, de
wat ik vermag, n. I eene onbevangen en frissche conclusie
kracht der
eenmaal
gegeven belofte en een
En aan mij de wetenschap het beste te brengen
He stof, waarvan
gepast gebruik van macht En al zou hij van natuur
oppermachtig
hem toch door zijn lastgever of
zijn, zoo kan
door hem zelf zelfbeper-
ik zooeven
schuilt in het fameuse art
als opgewaaid
sprak,
4 0 van het Bezoldigingsbesluit
Vóór 19 Juni 1922 luidde dit artikel voor om, bij
regels, die hij
door wijziging van dit besluit, eene daarmede evenredige
heeft in acht te nemen en na te komen
algemeene
en die zijne gedragingen beheerschen Zoo ontstonden de Grondwetten en de wetten, welke die regels bevatten en
waaraan de
onderwerpen, wil hij zijn opdracht
Staat zich heeft te naar eisch volvoeren
vermindering
van
.Wij behouden Ons
king zijn en worden opgelegd in den vorm van bindende
salarisvermindering
de heerschende duurte, te doen
plaats
hebben,
behoudens handhaving van de wedden, die eenmaal zijn toegekend De
Regeering
noemde
een
monstrum'
meer weten wil, raadplege de Schuurman's editie op dat voorschrift
De Staat is onpersoonlijk, althans naar de heerschende opvattingen
Wij voelen hem steeds in onze nabijheid en
over ons waken, oefening noodig
zijner
maar wij zien hem functie
heeft
hij
met Voor de uit-
menschelijke
krachten
Naar buiten, door zijne diplomatie, zijn consulairen
dienst, zijne legers en zijne vloot, naar binnen door zijne organen, zijne
ambtenaren,
die
de
belasting innen ter
het verdiende
staatsrechtelijk
Binnen die regels geniet hij bewegingsvrijheid en zoodra door dezen verloren vrijheid herwonnen
omtrent
het
zulk een regel buiten werking wordt gesteld
heeft hij de
Wie
zelf
Hier zij het genoeg
op 19 Juli 1922 vervangen inhoud
dier
qualificatie
aan te stippen, dat
werd door
het
een van
dezen
Voor de ap 1 Juli 1922 in dienst zijnde
amb-
tenaren blijven de op dat tijdstip door hen genoten wedden gewaarborgd, behoudens
in geval
en
voor
zoover
die
wedden ingevolge de op evengenoemden datum bestaande bepalingen van dit besluit vermindering moeten ondergaan' Sedert dien kwamen, indien ze zich al met vertoond
instandhouding, die de orde handhaven, die zeggen, wat
hadden, de magere na-oorlogsjaren
recht IS en die ervoor waken, dat de verplichtingen, welke
en trok wat zij kon, om de uitgaven tegen de inkomsten
hij oplegt en de rechten, die hij toekent, worden nageleefd
te doen opwegen, doch tevergeefs
en geëerbiedigd
meer dan den bodem
HIJ zou hunne diensten kunnen vorderen zonder eenige bezoldiging, wanneer dit hem goeddunkt, of indien dit geboden werd
hem
Hier voelt men het kenmerkend verschil
M aar in dit opzicht is hij hier te lande geknot in zijne Volgens
art
maken
63
der
Grondwet
toch
heeft
de
De
schatkist
toonde
Er was een te kort en naar midgezocht
de
begrooting
sluitend te
Een daarvan werd gevonden in de intrekking van
evengemeld art Stbl
met het civiele recht mach t
delen moest worden
De Regeering wrong
4 0 bij Kon
besluit van 7
April
1224,
no 172, gevolgd door dat van 2 3 April 1924 Stbl
no 200, waarbij in
art
2
de
overbekende
kortingen
werden ingevoerd op alle ambtenaarssalarissen. Wier vost-
130
uitvloeisel van dit beheer over de algemeene geldmiddelen
stelling art 6 3 aan de Kroon opdraagt De considerans van dat van 7 April 1924, Stbl
no
noemt hij de
regeling
der bezoldiging der collegien en
172, verdient doarbij meer dan gewone aandacht, omdat
staatsambtenaren
hij de motieven doet kennen, waarom de Kroon tot intrekking
vrijwel op zich zelf staat en, had de Grondwet met anders
van art, 4 0 meende te mogen en te moeten
gezegd, wellicht door memand als een natuurlijk gevolg
HIJ luidt aldus
Overwegende
overgaan
dat eene bepaling als in
een recht', zooals hij zegt, dat intusschen
van het hier besproken opperbestuur zou zijn aangemerkt"
art 4 0 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambte-
Hieruit resulteert nu onbetwistbaar, dunkt mij. dit
dat,
naren 1920, Stbl no 37, is vervat, onjuist moet voorkomen,
waar de Koning
omdat ZIJ ten aanzien
bepaalde
opperbestuur
om
den
bezit en waar de regeling der hem opgedragen bezol-
de
diging een uitvloeisel is van dat publiekrechtelijk opperbeheer,
van
het
behoud
wedden verwachtingen wekt, welke
van
desondanks
aard van de rechtskracht van het voorschrift waarbij bepaling is gegeven, met zijn verzekerd ,
de
O, voorts, dat onder de tegenwoordige omstandigheden
bovengenoemd
inachtneming
daarbii
Bezoldigingsbesluit
van de in art
40
van
dat
voor
de
vallende
besluit
betreffende
vermindering van wedden gestelde bepaling
onder
ambtenaren eene
met mogelijk
heeft over hetgeen
uitoefening van dit recht
is
der
Grondwet he^
de Stoot jure
eene
publico
publiekrechtelijke
Maar ook nog om eene andere reden schijnt mij dit lUist De collegien en ambtenaren vormen als geheel eene breede laag der bevolking. Zij
zijn talrijk in aantal en
daardoor is de voorziening in hunne beloomng als zoodanig wegens hunne roeping staatstaak
IS, zoodat ook uit dien hoofde het artikel met kan worden gehandhaafd '
63
daad in wezen en gevolgen
de noodzakelijkheid bestaat eener algemeene vermindering van wedden en
krachtens art
Zoo gezien en verklaard is art 4 0 van het Bezoldigingsbesluit in zijne waarborgen van 1920 en 1922 publiek
Tegen die considerans en de gevolgen der intrekking, nader uitgewerkt in het Kon
besluit van 2 3 April 1924,
recht en zoo is ook de intrekking daarvan in 1924 en de korting van datzelfde jaar op de wedden eene daad
in
van publiek recht, omdat eenerzijds alle besluiten steunen
zijn drie onderdeelen gericht, waarbij de wettige totstand-
op het publiekrechtelijk attribuut der Kroon en anderzijds
koming van beide Koninklijke besluiten met betwijfeld wordt
een algemeen karakter dragen, geldend voor eene groote
Stbl
no
200, IS feitelijk het geheele cassatieberoep
Ik stel daartegenover als stellingen, dat de rechter moet afzien
van
elk
oordeel
over de doeltreffendheid
dier
categorie van organen, waardoor de Staat als zoodanig zijn plicht vervult
besluiten dat de intrekking van art 4 0 volkomen geoorloofd
Mag nu de Kroon een eenmaal geschonken waarborg
was en dat de eischer van cassatie geen recht heeft om
terugnemen2 Is zij bevoegd zulk een waarborg te geven 2
zijne vordering geldend te maken
Ontleent
Met de verdediging der eerste stelling kan ik bijzonder kort zijn
De geëerde
de ambtenaar
Laat ik mogen beginnen met de tweede vraag, of n I. de
van de noodzaak en van de doelmatigheid der intrekking
ambtenaren geven mag
den waarborg
politiek
is, die m deze zaal buiten
beschouwing behoorde te blijven
Trouwens, hoe zou de
aan dien waarborg
een verkregen recht, waarvan hij de nakoming kon vorderen?
pleiter voor eischer erkende haar
als gegrond en nog hoor ik hem uitroepen, dat de kwestie van
individueel
Kroon een waarborg van behoud van salaris aan Ik antwoord bevestigend
Of die waarborg wijs beleid
moet genoemd worden, laat ik daar Die vraag raakt mij
rechter haar ook behoorlijk kunnen toetsen ? Hij is voor
met ZIJ IS ter oplossing van de Regeering, die hem gaf
de beantwoording van vragen van regeerbeleid met ge-
en die volkomen in staat was om te beoordeelen, of hij
outilleerd
gegeven moest worden
Hoogstens kan hij zich stellen op het standpunt dat,
Maar dat hij gegeven kon worden, staat voor mij vast
gegeven de verzekering der Kroon in de considerans, dat
De Koning heeft immers naar art 6 3 der Grondwet het
de tijdscomstandigheden noodzaakten tot versobering der
opperbestuur van de publieke geldmiddelen en als uitvloeisel
staatshuishouding, dient te worden onderzocht en beslist,
daarvan
of
kan dus krachtens de volheid van zijn overheidsrecht eene
die
versobering
kan
worden
verkregen
door
een
bestaanden waarborg van ambtenaarswedden ongedaan te maken En op die vraag zal zich een bevestigend antwoord
de onbeperkte
regeling der bezoldigingen
HiJ
waarborging der bezoldigingen uitgeven Is die waarborging
onherroepelijk
en mag de Kroon
met loten wachten, gezien de uitgaven voor wedden en
een eenmaal gegeven woord breken2 In de considerans
de besparing daarop door inkorting
van
Voor
oplossing der tweede vraag, of de eischer aan
het ingetrokken
art
40 van het Bezoldigingsbesluit ooit
eenig recht tot navordering van gekorte wedde kan ontleenen, moet ik terug naor art Ó3 der Grondwet den
Daarin wordt
Koning het opperbestuur van de algemeene
geld-
middelen verleend
Kon, besluit van 7 April 1924, Stbl. no 172,
de noodzakelijkheid der toenmalige omstandigheden, hoe hier als het ware overmacht tot die breking noopte O p het gezag der Regeering aanvaard ik en moet ik aanvaarden, dat de omstandigheden
drongen en over-
macht aanwezig was en in dot geval, uitgaande dus van
Buys (I, biz, 256) vestigde er reeds de aandacht op, dat de uitdrukking
het
lozen we reeds, hoe die breking afgedwongen werd door
algemeene geldmiddelen" veel te eng
de onderstelling, dat de Regeering juist zog op grond van de uitsluitend hoor ten dienste staande gegevens, acht ik
IS en dot daarbij met is gegeven het attribuut van opper
die
beheer over
toch moeten wijken voor dat eene groote, het staatsbelang.
hetgeen de Staat
jure
privato
bezit. Een
breking volkomen
gewettigd
De mindere belangen
131
dat het belong
is van allen
Dot belang goat voorop
Daarvoor moet alles en allen terugtreden, zij het dan ook met opoffering, zij
het ook
met
terugneming
van
het
gegeven woord
onder de oogen
meer speciaal art. 6 3 der Grondwet
aandacht
verdient,
omdat eene andere toepassing dan het Hof daarvan geeft,
Volgt hier reeds uit, dat de waarborging als publiekrechtelijke daad met onherroepelijk is, zij is het ook niet
onjuist zijn zou, en op die der Wet van 1852 met, daar IS toegegeven, dot daartegen allerminst gezondigd is
om andere reden
Mag ik thans eindigen, waarmede ik had kunnen aan-
Indien de Kroon zooals onderwerpelijk optreedt en salarissen — let wel
zonder
publiekrechtelijk
vangen, doch waarvan ik heb afgezien ter wille van de
tijdsbepaling of
zaak, die het hier geldt en van de juridieke kritiek, die het
tijdduur —waarborgt, of vermindert, doet zij dit in kwaliteit van
zijn gezien, die mogelijkerwijze zouden
kunnen in aanmerking komen O p de eerste met, waarvan
.Opperbestuur van
de
algemeene
regeerbeleid heeft gewekt
geldmiddelen"
De geëerde pleiter voor den Staat is er zijn rede mede
Daaruit kan nimmer voor den individueelen ambtenaar een
begonnen
privaatrechtelijke verbintenis tot nakoming ontstaan, omdat
in deze procedure, moet de eischer
Wanneer van uwen Raad heil wordt verwacht
de waarborg een gunst is en geen recht De Kroon immers
Slechts dan zou hij kans van slagen kunnen hebben, indien
bedrogen
uitkomen
als zoodanig oefent dan publiek recht, dus hoogheidsrecht,
uwen Raad de administratieve rechtspraak was opgedragen
uit en de draagster van dit hoogheidsrecht is te allen tijde
en hij een positief artikel van het administratief recht kon
bevoegd, krachtens het exclusief karakter van dit recht, en
toonen, dat der Regeering verbood te handelen, zooals zij
krachtens haar opperbestuur den waarborg terug te nemen
in 1924 gedaan
HIJ geldt volgens zijne duidelijke bewoordingen tot weder-
het Bezoldigingsbesluit en latere korting op de wedden
opzeggens door het gezag, dat hem gaf, maar geen stap verder
heeft door intrekking
van art 40 van
MIJ derhalve zorgvuldig onthoudend van iedere toetsing van het regeerbeleid, omdat ik daartoe met in staat ben
De kernfout van het geheele middel is, dat daarbij uit
en omdat zij ligt buiten het terrein, wat des rechters in het
het oog verloren is, dat de waarborg, evenals gratie, staats-
algemeen en des cassatierechters in het bijzonder is, kom
rechtelijk een betoon is, een eenzijdig gebaar van boven,
ik tot de conclusie, dat de intrekking van art
en geen accoord en de herroeping daarvan als zoodanig
korting van later
naar zijn bewoordingen is in de uitsluitende
afgeschafte voorschrift nimmer tegenover den Staat
macht der
4 0 en de
beide geoorloofd zijn en dat aan dat eenig
vorderingsrecht kan worden ontleend, waarom ik uw college
Kroon als grondwettelijk attribuut Ware het anders, dan zou de Kroon door een onherroe-
in overweging geef te besluiten tot verwerping van het beroep,
pelijken waarborg hare taak van regelaar der bezoldiging
met veroordeeling
uit handen geven, wat strijden zou met den aard van het
behandeling daarvan in cassatie gevallen".
van den
eischer in de kosten op de
recht, strijden ook met art Ó3 der Grondwet, dat der Kroon als attnbuut vrijheid van beweging ten aanzien der bezol-
Overwegende hieromtrent
digingen toekent, welke vrijheid, indien de stellingen van
dat, gelijk eischer met langer betwist, art Ó3 der Grond-
den geeerden pleiter voor eischer juist waren, gevangenschap
wet den Koning
zou beteekenen
eenmaal door hem vastgestelde salarisregeling naar goed-
Uit hetgeen ik betoogd heb, volgt reeds mijn antwoord
de
bevoegdheid
verleent om ook een
vinden te wijzigen,
op de derde vraag, of n I de ambtenaar aan den gegeven
dat met wèl is in te zien
waarom de salarisregeling,
doch eenzijdig teruggenomen waarborg een verkregen recht
welke in voormeld
kan ontleenen, waarvan hij de nakoming voor den rechter
Wijze,
kan vorderen.
andere op art 6 3 der Grondwet berustende salarisregeling
Ik kan dat recht nergens op enten Niet op art. 4 0 van het Bezoldigingsbesluit 1922, want dit is rechtens en onaantastbaar ingetrokken
met verschilde,
no 28, door die bij wijze
van analogie goed zijn toegepast van 7 April 1924, Stbl
Aan
het Kon
besluit
no 172, noch aan dat van 2 3
vervat en welke in de
zij tot stond was gekomen, van eenige aan
die
wijzigingsbevoegdheid
zou zijn
dat eischer dit laatste echter meent, omdat de ambtenaren aan den in art
40
van
het
Bezoldigingsbesluit
1920 genoemden waarborg zouden ontleenen een verkregen recht op behoud van salaris, hetwelk met meer door
April 1924, Stbl no 200. is-zooals het Hof terecht op-
de
merkt — terugwerkende kracht toegekend
worden gemaakt,
Art 4 0 van het
was
onttrokken ,
Niet op de opgenoemde bepalingen
der Wet van 15 Mei 1829, Stbl
waarop
art 4 0
macht,
welke
het had
toegekend,
ongedaan
kon
Bezoldigingsbesluit van 1922 heeft zijne volledige werking
dat dit betoog echter den eischer met kan boten ,
behouden, totdat het werd afgeschaft en toen het eenmaal
dat toch het meergenoemde art 4 0 is vastgesteld bij
afgeschaft was, lag voor de Kroon het terrein open krachtens
algemeenen maatregel van bestuur en eveneens bij alge-
art Ó3 der Grondwet ook die zakelijke korting te betrekken,
ambtenaren waaraan
in de nood-
voor
dien een
tijdelijke waarborg was gegeven
meenen maatregel van
bestuur, dus door een daad van
denzelfden wetgever, is geschrapt, dat, waar een latere uiting van een wetgever voorrang
Enten kan ik het ook met op
de geciteerde artikelen
heeft boven een voorafgaande, het gevolg van die intrek-
der Grondwet, op de bepalingen der Wet van 2 6 April
king IS geweest, dot art
1852, Stbl. no 9 2 , of op art
waarborg verdween en aan dat artikel op zichzelf daarna
4 8 Rv
O p het laatste met, omdat alle gronden door den rechter
4 0 met den
daarin
geen rechten meer konden worden ontleend,
vervatten
132
dat de waarborg alleen dan na de intrekking van het
naast elkander
Bij K B van 3 0 September 1914 (Stbl no
artikel had kunnen doorwerken, indien door het voorkomen
467)
van dien waarborg in art 4 0 een aanspraak in het leven
voorzoover zij van 1 October '14 af bij de gemobilseerde
geroepen was, welke met had kunnen verdwijnen met het
strijdmacht anders dan voor eerste oefening onder de wa-
voorschrift,
waaraan zij
omdat ZIJ viel onder
haar
de
voorschrift van hoogere
ontstaan
bercherming
te danken had, van een wettelijk
kracht don de algemeene maat-
regel van bestuur en daardoor aan het ingrijpen van den Koning als wetgever was onttrokken , beschermend wettelijk
voorschrift met rekening
te houden, dat voorschrift zou kunnen hebben geschonden , dot echter het cassatiemiddel geen
enkele
zoodanige
dat immers, Stbl
gelijk uit het
art
40
deze
hooger
ambt verbonden. Indien en
was dan
hetgeen m militairen
dienst als tractement genoten werd 1 Juli 1916 slechts uitgekeerd een salaris dat gelijk stond met zijn bezoldiging als hoofdcommies van f 2700.— per jaar
Hiermede was hij allerminst tevreden en sprak den
Stact
aan
om
hem over 21 maanden nog
f 125— of
noch
Het in eerste aanleg gewezen vonnis ontzegde hem deze vordering, in hoofdzaak op dezen grond dat hij als ambtenaar onderworpen was aan de algemeene solarisregeling,
dat evenmin de wet van 2 6 Apnl 1852, Stbl no 92, afkondiging van algemeene
van bestuur en art 4 8 Rv iets
inhouden,
maatregelen wat ten deze
dat het Hof voorts aan
zooals die door de Regeering krachtens de bij artikel 6 3 der Grondwet en haar opgedragen taak wordt vastgesteld In dit geval dus ook aan het hooger genoemd
K B
30
September 1914
ter zake dienende is, art
mede uit het voorafgaande
6 3 der
Grondwet, gelijk
volgt, een
juiste toepassing
gegeven heeft, tenwiji de art 5 5
en
7 2 der Grondwet
BIJ den Hoogen Raad werd als middels van cassatie aangevoerd
schending
of verkeerde toepassing
van de
artikelen 4, 5, 54, 55, 59, 63, 162, 181, 186 der grondwet, artikel 2 0 der wet op de samenstelling der Rechtelijke
ten deze mets afdoen, dat ten slotte wat aangaat de in het middel genoemde artt van de wet Alg. Bep de artt buiten dit onderwerp staan, art
11, 13 en 14 geheel
5
met geschonden kan
zijn door de beslissing, dat een vroegere latere haar kracht
ambtenaren
Bezoldigingsbesluit 1920'
voorafgaande volgt,
van het
no 37, daartoe in aanmerking kunnen komen,
betreffende de
burgerlijke
van dien datum of de bezoldiging zouden
genieten aan het burgerlijk voorzoover
dat
f 2 6 2 5 — uit te betalen.
wetsbepaling opnoemt, art 1 noch
penen waren
bepaald
Volgens dot K B werd aan Kok van 1 October 1914 tot
dat alsdan het Hof, door met zoodanig, den gegeven •waarborg
werd echter
heeft verloren en
wet door een
ook van schending
Macht en het Beleid der Justitie, artikel 4 8 Burgelijke Rechtvorderingen, 1356,
1374,
de
artikelen
1375,
1269,
1637c,
1270,
1ó37z
1349,
B W,
1350,
artikel
3
van het K B van 2 April 1908 No 17, artikel 1 van het KB
van 3 0 September 1914
(Stbl
no 467),
door
ten
van art 4 geen sprake kan zijn, omdat, indien ten deze
onrechte en in strijd met de aangehaalde wettelijke bepa-
aan de intrekking van art 4 0 terugwerkende kracht mocht
lingen te beslissen
althans zonder
eenige grond aan te
zijn toegekend, zulks geschied is overeenkomstig den wil
nemen, dat de algemeene solarisregeling, welke het Hof
van den
op den eischer toepasselijk acht eenzijdig door den Staat
wetgever,
terwijl
dat artikel met den wetgever terugwerkende kracht te
kan worden gewijzigd en een zoodanige wijziging evenzeer
verleenen, doch alleen den rechter de bevoegdheid ontzegt
op den eischer (Kok) toepasselijk is, ziende het Hof daarbij
zulks eigenmachtig te doen ,
voorbij dot die algemeene salansregeling deel uitmaakt van
verbiedt aan zijn
voorschriften
de overeenkomst tusschen den ambtenaar en den Staat
dat het middel dus met tot cassatie kan leiden ,
aangegaan, en daann derhalve Verwerpt
het beroep
met eenzijdig
wijziging
kan worden gebracht, in elk geval met ten aanzien van
In zijn arrest van 2 9 Januan 192Ó koos de Hooge Raad,
een ambtenaar als eischer, die zich voor een bepaalden
voorzoover mij bekend, voor het eerst scherp partij voor het
tijd had verbonden en dienovereenkomstig tot officier was
zuiver publiekrechtelijke karakter der ambtenaarsverhouding
benoemd en onder de wapenen verbleef, zijnde in elk geval
Een zekere heer Kok was op 2 0 November 1908 onder
de hier plaats gehad hebbende solasisregeling en wijziging
de voorwaarde vervat in het K B van 2 April 1908 No 17
ten aanzien van zoodamgen ambtenaar in strijd met billijk-
voor den tijd van 5 jaar aangesteld tot reserve-officier, aan-
heid, gebruik en goede trouw.
vankelijk als 2de luitenant
Nadat hij inmiddels tot 1ste
luitenant was bevorderd op een traktement van
f 125 per
maand, werd in 1913 de aanstelling met 5 jaar verlengd
De Advocaat-Generaal Bezier
nam in deze zaak
de
volgende conclusies
Onder de bij genoemd K B, gestelde voorwaarden, be-
1 De eischer heeft zich geplaatst op het standpunt, dat
hoorde deze, dat bij opkomst onder de wapenen naast het
hij bij zijn aanstelling met den Staat een overeenkomst zal
militaire tractement de volle burgerlijke
bleef
hebben gesloten, welke —zij mogen don van publiekrech-
doorgaan
jaarwedde
Kok, die in de burger maatschappij het ambt
telijken oord zijn —ook een burgerrechtelijke zijde heeft, in
bekleedde van hoofdcommissies bij de telegrafie op een
zooverre daaruit voor hem vermogenrechten en voor den
jaarwedde van
Staat verplichtingen van vermogenrechtelijken
f 2 7 0 0 — kwam op 1 Augustus 1914 bij
de mobilisatie onder de wapenen, en verbleef daar tot 1 Juh 191Ó Aanvankelijk
aard voort-
vloeiden en die daarom met eenzijdig kon worden gewijzigd. HIJ acht dit onjuist en vereenigt zich geheel met wat op
genoot hij toen jaarwedde en tractement
dit punt in hoofdzaak overeenkomstig de leer van Duguit
133
namens
den Staat bij pleidooi is aangevoerd
Zeker is,
op
de
ambtelijke verhouding, zoools die
krachtens het
afgezien van enkele gevallen waarin een ambt door den
publiekrecht was op het oogenblik, waarop zij zouden zijn
Staat aan een zijner onderdanen
ontstaan, dus met de wijzigingen, welkde de Staat daarin
kan worden opgelegd,
voor het ontstaan der ambtelijke verhouding stemming
wilsovereen-
tusschen den Staat en den benoemde
gelijk die ook in dit geval aanwezig is geweest, doch al leidt deze tot een verhouding, welke aan den zijde van den ambtenaar
soms met den naam
verbintenis
wordt
aangeduid, die verbintenis spruit met voort uit een overeenkomst in den zin, waarin dit begrip deel uitmaakt van het burgerlijk recht en waaraan tal van verbonden zijn, o a deze, dat vindt haar grondslag
rechtsgevolgen
het overeengekomen
eenzijdig kan worden gewijzigd
met
De ambtelijke verhouding
alleen
in het geschreven of onge-
schreven objectief publiek recht
De benoeming tot ambtenaar
en de aanvaarding
daarvan door den benoemde, waar
die noodig is, hebben dus
slechts dit
gevolg,
dat
de
benoemde komt te staan onder de publiekrechtelijke regelen, welke voor het ambt gelden en die steeds voor wijziging votbaai zijn, 2
beginsel van
het
m zijn geheel met geschreven
publiek recht ook neergelegd in een wetsvoorschrift, artikel Ó3 der Grondwet, krachtens hetwelk de Koning de bezoldiging regelt van alle
colleges en ambtenaren
die uit
's Rijks kas worden betaald. 3 B. W
De
Ó
In het middel van cassatie wordt nog een beroep
gedaan op de bijzondere omstandigheid, dat eischer zich slechts voor een bepaalden tijd had verbonden en dienovereenkomstig wapenen
was
Deze
benoemd
en onder de
omstandigheid
kan
op
de
beslissing dezer zaak met van invloed zijn
Daargelaten
of
had kunnen
daarin
bestaan
voor om
de
den
Kroon
een aanleiding
eischer
geval
verkeerende
besluit
van 3 0
en de met hem in hetzelfde
personen
September
van
de
werking van het
1914 (Stbl
no
4ó7)
uit
te
zonderen, zij maakt de verhouding tusschen den Staat en den eischer met tot een burgerrechtelijke en verhindert dus met hare wijziging wanneer die door den Staat wenschelijk wordt geacht
bepaling
van
gewezen vonnis van de Arrond -Rechtbank te 's-Gravenhage van 2 9 Juni 1923,
reserve-tweede
het 2de lid van artikel 1637z Daaruit mag
het Kon. besluit 1908,
publiekrechtelijk
lichaam
algemeen
burgerrechtelijken
en
zijn
ambtenaren oord
in
het
zou zijn en dat
alleen titel VHa van het 3de Boek van het B W. daarop zou zijn
toch IS deze bepaling in het stellig te vreezen wet te voorkomen,
Blijkens hare geschiedenis B W
onzekerheid bij de
der Genie, met
no
17, waarbij hij zich verbond
minstens vijf
van het
achtereenvolgende
jaren ter
legerbestuur te blijven en den eed
als officier af te leggen , dat Kok, nadat hij na afloop van dien vijfjarigen termijn zich opnieuw voor vijf jaar had verbonden, van 1 Augustus 1914 tot 1 Juli 1916 onder de wapenen is verbleven, en
toepassing van de
dat zijn
van de destijds reeds brandende vraag omtrent den aard der ambtenaarsverhouding.
militair
tractement
gedurende
dien tijd
heeft
bedragen f 125 per maand, dat voorts Kok van begin Augustus 1914 tot Juli 1916 was hoofdcommies bij de Rijkstelegraphie tegen een salaris
vervalt het beroep dat bij het
middel van cassa ie gedaan is op het 3de lid van artikel 1374 en art 1375 van
wapen
opgenoman om de
met om stelling te nemen ten aanzien
BIJ deze opvatting
luitenant bij het
een verklaring had overgelegd als bedoeld in art 3 van
beschikking
toepassing
arrest voor de
dat de eischer, Kok, in het jaar 1908 is benoemd tot
met worden afgeleid, dat de dienstbetrekking tusschen een van
waarnaar dot
feiten verwijst, blijkt,
om gedurende
4.
officier
bestemming voor den Militairen Telegraafdienst, nadat hij
kan hierin geen verandering brengen.
met van
tot
verbleef
dat uit het bestreden arrest en uit het tusschen partijen
Voorzooveel de bezoldiging van rijksambtenaren betreft,
IS dit
eenzijdig mocht hebben aangebracht
noodig,
B W,
geschreven voor burgerrechtelijke
welke artikelen alleen zijn overeenkomsten,
waar-
van f 2 7 0 0 per jaar, dat Kok bij inleidende dagvaarding van 1 October
1914 tot 1 Juli 1916
onrechtmatige wijze
maandelijks
heeft gesteld, dat van dit salaris op
een bedrag van f 125
mede natuurlijk met is gezegd dat de Staat m betrekking
met IS uitbetaald, zoodat de Stoot hem over dit tijdvak
tot zijn ambtenaren met de goede trouw en de billijkheid
nog verschuldigd is een bedrag van f 2 6 2 5 ,
behoeft in acht te nemen, doch alleen, dat deze inachtneming door den ambtenaar met door een uitspraak van den burgerrechtelijken 5
rechter kan worden afgedwongen,
Alleen in zooverre kan de burgerrechtelijke rechter
in de verhouding tusschen den Staat en den ambtenaar
dat hij bovendien heeft gevorderd als ten
onrechte
ingehouden op
betaling van f 2 5 0
een hem
toekomende
toelage, dat deze laatste vordering
van f 2 5 0
door de Recht-
bank werd toegewezen, doch door het Hof op het inci-
worden betrokken, als zij bij hem uit die verhouding voort-
denteel beroep van den Staat, met vernietiging in zooverre
vloeiende aanspraken tegen elkander kunnen geldend maken
van het vonnis der Rechtbank, alsnog werd ontzegd, welke
van
vermogensrechtelijken,
burgerlijken aard tot
hierom
nog
met
van
Ook deze aanspraken toch behooren
de (schuldvorderingen)
artikel 2 R O
maar tot
kennisneming
waarvan
den burgerlijken rechter bevoegd maakt
Zulke aanspraken kunnen echter
slechts gegrond worden
beslissing als in cossotie met bestreden, voor dit
geding
verder met van belang is, dat, wat de eerstgemelde vordering van f 2 6 2 5 betreft. Kok blijkens het
bestreden arrest zich op het standpunt
heeft geplaatst, dot de salansregeling, die toepasselijk was
134
oen hij tot reserveluitenant
werd benoemd en
welke bij opkomst onder de
wapenen
krachtens
naast zijn militair
worden gewijzigd, woorbij het Hof gezien, dot
die
solarisregeling
tractement ook zijn volle burgerlijke jaarwedde bleef door-
overeenkomst,
gaan, een der
overeenkomt^
aangegaan, en daarin
tusschen hem en den Staat aangegaan, waarin de Staat
kan worden gebracht,
voorwaarden
was
van de
met eenzijdig wijziging kan brengen, zoodot de Staat te zijnen aanzien ten onrechte stand
gekomen
Kon
tusschen
den
zou hebben
deel
uitmaakt
ambtenaar
derhalve
en
voorbijvan
den
met eenzijdig
de
Staat
wijziging
dot deze bewering echter onjuist is,
heeft toegepast het later tot
besluit
van
30
September 1914
dot uit hetgeen het Hof feitelijk heeft vastgesteld blijkt,
{Stbl. no 4Ó7), krachtens hetwelk burgerlijke ambtenaren,
dat
voor zoover zij van 1 October 1914 af bij de gemobili-
kloring van de bepalingen van den Zevenden Titel Avon
seerde strijdmacht anders dan voor eerste oefening onder
Boek III van het Burgerlijk Wetboek, op de wijze als m
de wapenen zijn, van dien datum af bezoldiging aan hun
het slot van
burgerlijk ambt
bedoeld
of hunnen burgerlijken dienst
verbonden
genieten, indien en voor zoover deze hooger is dan hetgeen
hier
met sprake is geweest van een toeposselijkver-
het tweede lid van ort
waaruit
dan
echter
1637z. B W, is
volgens de
uitdrukkelijke
woorden van dat tweede lid volgt, dot op de verhouding
ZIJ in militairen dienst als soldij, jaarwedde of tractement
tusschen den eischer en den Staat
genieten ,
den Zevenden Titel A
de bepalingen van
met van loepossing zijn en dan
ook door het Hof terecht buiten toepassing zijn gelaten^ dat zoowel de Rechtbank
in eersten aanleg
als het dot het Hof voorts zijne beslissing met heeft genomen
Hof in hooger beroep dit standpunt van Kok onjuist hebben geoordeeld en zijne daarop gegronde vordering
hebben
in strijd met de aangehaalde art 1269, 1270, 1349, 1350 1356, 1374 en 1375 B W
ontzegd , dat het Hof heeft vastgesteld, dat van een bijzondere overeenkomst tusschen Kok en den zich verbond om verbintenis een
aan
Kok
bepaalde,
Stoot, waarbij
gedurende van
den
tijd
de algemeen
deze zijner
omdat aan de vastgestelde
verhouding tusschen den eischer en den Stoot met ten grondslag ligt eene overeenkomst in den zin van Boek III van het Burgerlijk Wetboek dat ook de overige n
geldende
het middel vermelde wettelijke
salarisregeling afwijkende jaarwedde of toelage uit te keeren,
bepalingen zich met verzetten tegen 's Hofs beslissing, dat
niets is gebleken,
de
dat het Hof voorts heeft overwogen dot, waar Kok met heeft aangetoond, dot voor hem persoonlijk een afzonderlijke jaarwedde is vastgesteld
hij als ambtenaar
onderworpen
Stoot
eenzijdig
dot
Regeering krachtens de bij art Ó3 der Grondwet aan haar
te wijzigen,
wordt
vastgesteld,
en
don
ook
besluit van 3 0 September 1914 (Stbl
467), dat noch voor
eenige categorie
van
het no
ambtenaren
noch voor Kok in het bijzonder een uitzondering inhoudt
brengen in de
ten deze de Kroon oon art 6 3 der Grondwet de
bevoegdheid
gemelde Kon
mocht
dot integendeel het Hof met juistheid heeft geoordeeld,
IS aan de algemeene salarisregeling, zooals die door de opgedragen taak
verondering
v'roegere salarisregeling,
ontleende
om de algemeene salarisregeling
dot op een en onder met van invloed is de omstandigheid, dot de eischer zich met betrekking tat zijn militaire functie voor een bepaalden t'jd had verbonden, dot derhalve het middel in zijn geheel is ongegrond.
ook op hem toepasselijk is, zoodat zijn salons als burgerlijk, ambtenaar over het tijdvak van 1 October 1914 tot 1 Juli
Voor den rechtstoestand der ambtenaren hebben beide
191Ó terecht is ingekort met hetgeen hij in militairen dienst
genoemde arresten van den Hoogen Road ontegenzeg-
gedurende dat tijvak heeft genoten als soldij,
gelijk een onaangename zijde omdat zij leeren dot het
jaarwedde
of tractement,
ambtenarenrecht
dat tegen deze beslissing van het Hof als middel van cassatie wordt aangevoerd
uitsluitend
beheerscht
wordt
door
den
eenzijdigen wil van de Overheid. Her hoogste rechtscollege h, t I zal dit standpunt van
zie conclusie adv -gen ,
den Hoogen Rood wel deelen dat de daarin
vervatte
klacht, omtrent
schending
of KRAAYENBRINK
verkeerde toepassing van art 162 der Grondwet, en art 2 0 der Wet op de Samenstelling der Rechterlijke Macht en
het
Beleid der Justitie, met
tot cassatie kon leiden,
DECENTRAUANA.
reeds hierom met, omdat uit hetgeen hierboven uit de uitspraak van het Hof is opgenomen
blijkt, dat
deze
de
gronden inhoudt, waarop zij rust, terwijl de vraag, of die gronden de uitspraak rechtvaardigen,
in cassatie slechts
kan worden getoetst aan de verdere in het middel aange-
Regentschappen en crisiskorting. Een kwestie
van bevoegdheid
teerden. laten
Wetsuitlegging aan de
van
blijve
centrale
Gedepuoverge-
regeering.
haalde wettelijke bepalingen , dat nu bij het middel wordt beweerd, dat het Hof in strijd met die verder heeft aangenomen
aangehaalde
dot de op
wettelijke
den eischer
algemeene salarisregeling eenzijdig
door
den
In het Provinciaal Blad van West-Jovo
bepalingen
een overzicht van
toepasselijke
Regeering en het
College van
bevoegdheid van
laotsten
Staat
kan
de correspondentie
is opgenomen
gevoerd
Gegeputeerden
betreffende
de wijze
tusschen over
de
waarop
135 regentschappen te werk moeten gaan bij
de
vaststelling
van de crisiskorting voor hun ambtenaren Aan den
brief
van
den
gouvernements-secretaris
ter
Het heeft de aandacht van Z E getrokken dat bij een rondschrijven van den Gouverneur van West-Java te kennen op
welke
naar
het gevoelen van het College van Gede-
rend gezag geen taak als lasthebber te vervullen, maar geheel zelfstandig en naar eigen inzicht en zonder gebon-
zake ontleenen wij het volgende
wordt gegeven,
Ook
puteerden van de Provincie West-Jovo heeft het zelfbestu-
wijze
de
regentschapsraden
denheid aan instructies een regeling uit te voeren of te helpen uitvoeren hiet College van Gedeputeerden gedraagt zich in den
zullen hebben te werk te gaan bij de vaststelling van de
regel, evenals
cnsiskorting op de ambtenarensalarissen
doen,
Naar aanleiding hiervan wordt op last van den G G meegedeeld dat
aangezien
waarover de Regeering
het
haar
hier
een zaak
standpunt
nog
betreft,
met
had
bepaald, het den Landvoogd niet juist voorkomt, dat ten deze aanwijzingen werden gegeven zonder dat vooraf met de Regeering in overleg
was
getreden
Bovendien
geeft
de circulaire zelf tot enkele opmerkingen aanleiding
de
burgemeester
onverplicht
naar
de
in
Nederland pleegt te
door de Regeering gegeven
wenken en naar bij circulaires uitgesproken verlangens en gaat, zoools
Z E
ongetwijfeld
bekend zal zijn in vele
gevallen zelfs voor zijne beslissingen met hoor te rade Handelden Gedeputeerden echter anders
dwz,
zou-
den ZIJ de in den brief van den Gouvernements-Secretaris uiteengezette meening als juist erkennen en zich op grond daarvan
gebonden
achten, zoowel aan de ten aanzien
het
van het uit te oefenen toezicht gegeven aanwijzingen der
vooraf hooren van de belanghebbende ambtenaren indien
regeering als aan hare (uitsluitende) wetsuitlegging, don
in het betrokken ressort de ambtenaren-verordening-provincie-
zouden
zij den
West-Java van toepassing is
oplegt,
deze toch kent der Regeering nergens de uitslui-
In de eerste
plaats
zeer weinig duidelijk
bespreekt
het
Deze
rondschrijven
bespreking
is echter
zoodot eigenlijk niet van voorlichting
plicht
te licht
tellen, dien de wet hun
tende bevoegdheid tot haar verklaring noch tot die van die
van het te kennen geven van een wensch aan de regent-
Regentschapsverordeningen
schapsraden kan worden gesproken
College met de mogelijkheid, zich door het opvolgen van
In de
praktijk
heeft
haar
dit dan ook reeds tot verwarring geleid Vervolgens behandelt het rondschrijven de terugwerkende
instructie
toe,
gedeeltelijk
verantwoordelijkheid
voor
te de
en
zij
opent
voor het
onttrekken aan zijn eigen zelfstandige
uitvoering der
kracht der crisiskortingen waarbij de Regeering een ander
algemeene verordeningen, waarmede het in medebestuur
Circulaire als het juiste is aangegeven
IS belast.
In verband met het vorenstaande acht de G
G
het
met ondienstig de aandacht er op te vestigen, dat
aan
de Colleges van Gedeputeerden hei toezicht op de wet-
Het College van Gedeputeerden zoude het op hoogen prijs stellen, indien
ZE
in het bovenstaande aanleiding
zoude kunnen vinden om haar inzichten nopens de ver-
geving der regentschappen is opgedragen in medebestuur
houding der Regeering en het College van Gedeputeerden
BIJ de
inzake het aan het laatstgenoemde opgedragen
uitoefening
van
dit
medebestuur
Gedeouteerden met geheel vrij. Zij
zijn
oefenen
uiteraard
het toezicht
uit voor en namens de Regeering, hetgeen in zich sluit dat bij dit toezicht geen stelregels zullen
mogen
toezicht
op de zelfstandige gemeenschappen in nadere overweging te nemen
worden
De autonome ressorten in 1934.
toegepast, die afwijken van de inzichten der Regeering Z
E IS don ook
van
meening
dot
met
het
doen
uitgaan van een circulaire als hier besproken een minder juiste weg is ingeslagen De bevoegdheid tot wetsuitlegging
Voor het college ligt de beteekenis van het medebestuur doorin waarin ook de Nederlandsche Regeering hoor zocht ,,het
bestuurstaak
volvoeren
van
in de provincie
een door
deel der algemeene provinciale
organen,
onafhankelijk van de centrale regeering ' Aan het College van Gedeputeerden kan de uitvoering van een algemeene verordening worden opgedragen, maar met
kan aan
het College
worden
betref-
missie in overweging gegeven, de subsidies en uitkeeringen gulden
Gedeputeerden antwoorden o m
in
verneemt is in het verslag
aan de locale ressorten in 1934 opnieuw met 4 millioen
behoort aan de (centrjie) Regeering.
n I
Noor het „Nieuws"
fende verdere budgetverbetering door de begrootingscom-
voorgeschreven — en
hierin ligt wel het sprekend verschil met den ambtenaar —
te verminderen
Hiertegen
zijn echter bezwaren
gerezen, omdat er in dat opzicht reeds van 41 pCt
een bezuiniging
werd bereikt Voldoening aan den gestelden
eisch beteekent, dat de londsbijdragen voor de provincies^ regentschappen, locale ressorten en stadsgemeenten in 1934 van 18 tot 14 millioen gulden zullen dalen De plannen betreffende overdracht van heidszorg
op het gebied
politie zijn onder
van
centrale
onderwijs,
zulke omstandigheden
over-
ziekenzorg en uiteraard onuit-
voerbaar
hoe en op welke wijze die uitvoering moet geschieden',
UIT DEN VOLKSRAAD.
aldus de door minister S de Graaf onderteekende Memorie van Antwoord op het voorloopig verslag over het ontwerp van wet tot
nadere wijziging van het Regtement op het
Nadere
aanvuWing
der
regentschapsordonnantie.
(Onderwerp 136 stukken 4—5)
beleid der regeering van Nederlandsch-Indie Dit door de Nederlandsche Regeering ten aanzien van het medebestuur der Indische provinciën ingenomen standpunt was in overeenstemming met dot van prof mr J T Buys
Gedelegeerden-Verslag Enkele leden
achtten
het wenschelijk, dat de regent-
schapssecretaris met tevens als secretaris van den regent-
136
schapsraad zou optreden
De
werkzaamheden
voor
de
regentschappen zijn in den loop der laren zoozeer toegenomen, dat een afzonderlijke secretaris noodzakelijk
is
Indien de
geheel
buiten
regentschapsroad
het Inlondsch
Memorie
een eigen
bestuurscorps, zou
bovendien meerdere continuïteit in de vervulling van de secretarisfunctie zijn verzekerd
omvangrijk is
in veel gevallen
secretaris zou hebben, waorvoor een keuze kon worden gedaan
van den secretaris ten behoeve van het regentschap weinig
Bij de tegenwoordige rege-
ling hebben zooveel mutaties plaats, dat de werkzaamheden daaronder ernstig moeten lijden
van
antwoord
Zoools in de Memorie van Toelichting is uiteengezet heeft
de onderwerpelijke
maatregel
met
de
bedoeling
wijziging te brengen in de huidige positie van den regentschapssecretaris, doch beoogt slechts een billijke verdeeiing der kosten verbonden aan de indienststelling van deze functionarissen tot stand te brengen
De door enkele leden
bepleite wenschelijkheid om het regentschapssecretariaat te
Andere leden zouden bezwaar hebben tegen splitsing
splitsen en den regentschapsroad de bevoegdheid toe te
van de functie van secretaris van het regentschap en van
kennen een eigen secretaris oon te stellen, is don ook
den
een aangelegenheid, welke thans met aan de orde is
regentschapsroad,
Zij
wezen
er op, dat
ook
de
secretaris van de provincie tevens secretaris van den provincialen
raad
is en
konden
niet
inzien,
waarom
beide
functies bij de regentschappen met m één persoon vereenigd kunnen zijn, Bovendien is het juist gewenscht, dat beide functies door een persoon worden waargenomen, opdat
Het zooveel mogelijk bevorderen van de continuïteit in de vervulling van de functie van gebracht,
Indien
de werkzaamheden
voor één
kracht
te veelom-
vattend zouden zijn, ware hem personeel toe te voegen, moor scheiding in de waarneming der functies is principieel opgewenscht
heeft
reeds
tijd
de aandacht der
Het door andere leden tegen den voorgestelden maatregel aangevoerde bezwaar, dot daarmede — zooals herhaaldelijk zou zijn geschied— incidenteel en zonder
rekening
te houden met de uiteenloopende financieele draagkracht der betrokken gemeenschappen wijziging wordt gebracht in de financieele
Eenige dezer leden zouden er overigens de voorkeur
geruimen
Regeering
aldus éen functionaris de werkzaamheden van het regentschap en van den regentschapsroad in haar geheel overziet
regentschapssecretaris,
welk onderwerp mede door eenige leden ter sprake is
regentschappen,
verhouding tusschen het Land en de komt
der
Regeering
ongegrond
voor
aan geven, dot ter verkrijging van meerdere continuïteit,
Alvorens
ook bij de uitoefening dezer dubbele functie, de secretaris-
verhouding tusschen het Land en de zelfstandige gemeen-
sen
en ontslagen door den
schappen roken, geeft de Regeering zich immer zorgvuldig
ook don de keuze buiten het
rekenschap van de financieele draagkracht der betrokken
zouden
worden
aangesteld
regentschapsroad, waarbij
maatregelen
te
treffen
welke
de
financieele
corps actieve Binnenlandsch Bestuur-ambtenoren (wedono's
ressorten
en assistent-wedono's) kon worden gedaan
systeem zou voeren tegenover de locale gemeenschappen
Sommige leden hadden bezwaar tegen den voorgestelden
maatregel, omdat
haaldelijk
daarmede ~ zoools
geschiedt — incidenteel
en
trouwens her-
zonder
rekening te
Dat de Regeering een bezuinigingspolitiek zonder
IS in strijd met de feiten
(Staatsblad No 596) Waarom het noodig zou zijn om in
houden met de uiteenloopende finoncieele draagkracht der
afwachting
betrokken gemeenschappen wijziging wordt gebracht in de
termijn
financieele
verhouding
tusschen
het Land en de regent-
van
de definitieve
te geraken
financieele
gemeenschappen,
op de landsuitgoven ten nodeele van de locale ressorten,
voorloopige
verkeeren deze in de onmogelijkheid een goede financieele
immers reeds
politiek te voeren
maatregel zij voorts
ring der uitkeeringen, moet zulks uiteraard worden aanvaard,
in
doch
aanbrengen
men
beperke
zich tot deze methode en onthoude
de
tot
verhouding
schappen. Zoolang zonder eenige systeem wordt bezuinigd
Indien bezuiniging dwingt tot verminde-
In dit verband moge de aandacht
worden gevestigd op de ordonnantie van 16 December 1932 voorziening,
tusschen der
Regeering
regeling
van
deze
Memorie van
korten
het Land en de locale
is
Met
op
een voorloopige regeling van de
betrekking
met duidelijk
materie tot den
bestaat
Een thans
onderwerpelijken
in aansluiting het terzake opgemerkte
van Toelichting differentiatie
medegedeeld,
dot het
in de geldelijke gevolgen
zich er van, om tegelijkertijd een vermeerdering van lasten
naar
op te leggen
onderscheidene
gemeenschappen
meent, ook met noodig is, aangezien de
In geval dan spoedige oplossing van het
verhouding
van
de
financieele met
draagkracht doenlijk
der
en, naar
probleem der financieele verhouding tusschen het Land en
de
de autonome ressorten met mogelijk is, trachtte de Regeering
losten welke door de voorgestelde
althans
ieder regentschap worden opgelegd, met van dien oord
op
korten
termijn
een
voorloopige regeling te
treffen
Regeering
kostenverdeeling aan
zijn, dot deze boven hun capaciteit zouden gaan
Eenige leden, die overigens erkenden, dat het zeer bezwaarlijk IS de grenslijn te trekken tusschen de werkzaamheden, welke door den regentschapssecretaris ten behoeve van het Land en die, welke voor de autonome gemeenschap
De voorgestelde verdeeling blijft de Regeering derhalve de meest billijke oplossing achten
Zij acht regeling welke
der Regeering de bevoegdhe'd toekent van de verplichting tot terugbetaling ontheffing te verleenen, met noodig
worden verricht, wenschten toch de mogelijkheid van een zekere
differentiatie
open te laten
Aan
de
Regeering
ware de bevoegdheid toe te kennen, om van de verplichting tot terugbetaling van de helft der kosten ontheffing te verleenen en behoeve van kleine regentschappen, waar de arbeid
Bepalingen de openbare
op het s/achten van varkens in slachthuizen,
bepaal-
(onderwerp 108-stukken 4-6)
G e d e l eg e e r d e n - V e r s l a g Sorrm'ge leden zouden het wenschelijk achten, dot de
137
ADMINISTRATIEVE JURISPRUDENTIE.
voorgestelde regeling mede op openbare slachthuizen binnen de regentschappen van toepassing werd verklaard Hiertegen
werd aangevoerd
dat
de
regentschappen
met over de noodige middelen beschikken, om
aan
de
gestelde eischen te voldoen Opgemerkt werd, dat de kosten van verbouwing der met op de voorgeschreven werkwijze ingerichte slachthuizen met onbelangrijk zullen zijn, zoodat het de vraag
is
gevallen
B.G.S. 3 Maart
Afwijzing
van
het
1933 No. verzoek
Banjoevi/angi
voorloopig
rijstpellerijen,
in
om
te
verband
680/B. het
regentschap
sluiten met
door
het
nieuwe
heerschende
woekerkwaad.
of
de door den Gouverneur-Generaal krachtens artikel 9 te verieenen dispensatie inderdaad in alle
33.
zooals
De
regentschapsroad
van
Bonjoewongi
wendde
zich
tot de Regeering met het verzoek het regentschap Banjoe-
in de toelichting blijkbaar wordt aargenomen, een tijdelijk
wongi voorloopig te sluiten voor nieuwe rijstpellerijen
karakter zal kunnen drogen
verband met het heerschende woekerkwaad, waarop de Regeering afwijzend beschikte op de volgende gronden
Artikel 6 Enkele leden
gaven
in
Niet
in overweging
om
ingeval
alleen
was
met op grond
van een deugdelijk
van
onderzoek afdoende aangetoond, dat de rijstpellerijen de
recidive, bedoeld in het tweede lid, niet alleen hechtenis
oorzaak zijn van de ongewenschte woekerpractijken m het
moor als alternatief daarnevens
regentschap, doch bovendien moest worden betwijfeld, of
ook geldboete
als straf
te noemen
het regentschop met een uitsluiting van nieuwe inrichtingen M e m o r i e van
wel gebaat zou zijn
antwoord
Door het tegengaon van de oprichting van rijstpellerijen Ofschoon de Regeering erkent, dot er in beginsel voor
zou
immers de
positie
van de bestaande
rijstpellerijen
te zeggen volt om, zooals sommige leden wenschelijk achten,
aanzienlijk worden versterkt, terwijl door het toenemen van
de voorgestelde regeling mede van toepassing te verklaren
het aantal daarvan de onderlinge concurrentie zou worden
op openbare slachthuizen binnen de regentschappen, zoo
verhoogd, hetgeen den landbouwers ten goede kon komen
IS de tijd daarvoor nog met gekomen Zooals andere leden
Evenbedoeld bezwaar zou nog worden vergroot, doordat
n I terecht opmerkten
de maatregel zou moeten worden getroffen in een streek,
beschikken met alle regentschappen
over de noodige middelen, bovendien is de vorkensslacht
waar een belongrijke
in de regentschappen gemeenlijk van zeer weinig beteekenis,
verwachten
zoodat de kosten van installatie van de door de regeling vereischte toestellen met in verhouding
zouden staan tot
het nut daarvan
uitbreiding van de rijstcultuur is te
Ten slotte wees de Regeenng er op, dat geen wettelijke bepalingen de Regeering de bevoegdheid verieenen een dergelijk verbod uit te vaardigen en een voorziening op
De vraag, of de kosten
van
verbouwing der met op
dit
punt,
in verband met het voorschrift van artikel 49.
de voorgeschreven werkwijze ingericht gemeentelijke slacht-
lid 1 der Indische Staatsregeling, dat aan nuttige bedrijven
huizen zoo belangrijk zullen zijn, dat de door den Gou-
geen noodeiooze belemmeringen in den weg gelegd mogen
verneur-Generaal krachtens artikel 9 te verieenen dispensatie
worden, ernstige bedenking ontmoet
in sommige gevallen met, zooals in de toelichting is aangenomen, een tijdelijk karakter zal naar
het
oordeel
der
Regeering
kunnen dragen, moet in ontkennenden zin
worden beantwoord. Opgemerkt zij nog, dat ook in kleine
gemeenten de
vorkensslacht var veel meer belang is dan in de meeste regentschappen De door enkele leden in overweging gegeven wijziging van artikel 6
wordt Nota
door de van
Regeering
overgenomen
34.
of
der
strafbaar
te
is dan
degene,
stellen, d/e
strekking
boven
niet den
de
daar
deze
om alleen
als reclame
den met
veelal
reclame te
te worden weg
zijn
opde
reclame een o n d e r
de reclame
van uithangborden
openbaren
niet
in strijd
aangebrachte
inderdaad
het criterium
875/A.
is beter
van
verordening
H e t is niet juist ciëele
Het
aanbrenger
bepalingen
dient op het
1933 No
Reclameverordening steller
In de definitie
Wijziging
De ontwerp-ordonnantie houdende bepalingen
B.G.S. 23 Maart
met
maakt. commer-
beschouwen en
lichtreclames
gesteld,
dat
zij
aangebracht.
slachten van varkens in binnen de stadsgemeenten en het ressort van gemeenteraden gelegen openbare slachthuizen,
Door den stadsgemeenteraad van Blitar werd in zijn
zitting 1 9 3 2 - 1 9 3 3 (Onderwerp 108, stuk 2) wordt gewij-
vergadering van 2 5 October 1932 een verordening op
zigd als volgt,
het maken van reclame vastgesteld, waaraan de Regeering Haar goedkeuring weigerde, o m op de volgende gronden
Artikel 6 lid 2 wordt gelezen als volgt Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen
In
de
verordening
was
de
volgende
definitie
voor
reclame-maken opgenomen
jaar is verloopen sedert een vroegere veroordeeling
van
den schuldige wegens overtreding
die
„reclame maken het opstellen, aanbrengen of verspreiden
artikelelen bedoelde voorschriften onherroepelijk is geworden,
,van aankondigingen, bekendmakingen, voorstellingen, tee-
kan hechtenis van ten hoogsten driehonderd gulden worden
.keningen en dergelijke op een van af den openbaren
opgelegd.
„weg zichtbare wijze, met de
van
een der
in
kennelijke
bedoeling
den
138 .verkoop, verhuur, of eenige andere transactie betreffende
raadsbesluit naar het
.roerende of onroerende goederen dan wel het aangaan
stonds als onwettig valt aan te merken, verdient het, met
.van overeenkomsten van welken oord, ook te bevorderen,
het oog op de
.aan te bevelen of in herinnering te brengen."
rechtszekerheid, aanbeveling
aan de bij
zooveel mogelijk de hond te houden
burgemeester reclame maken,
tenwijl in artikel 15 overtreding
Regeering met aan-
evenaongehaald rondschrijven bekend gestelde gedragslijn
In een artikel 2 werd voorts verboden het zonder schnftelijke vergunning van den
oordeel der
van artikel 2 werd straf-
baar gesteld.
Vaststelling van bedoelde naar de
meening
der
tarieven bij verordening zou
Regeering in de practijk weinig
moeilijkheden brengen. Immers een dergelijke verordening
De Regeering nu deelde den stadsgemeenteraad mede,
behoeft geen
goedkeuring
van
een hoogere autonteit,
dot ingevolge de definitie van ,,reclame maken" in verband
zoodat
met de
opstellen of aan-
meester tevens kon afwijken van den in artikel 90, lid 1,
brengen van aankondigingen strafbaar zou zi]n De Regee-
der Stads gemeente-ordonnantie gestelden termijn, een wijzi-
ring achtte het beter met den opsteller of aanbrenger van
ging binnen zeer korten tijd kan worden tot stand gebracht.
artikelen
2
en 15, o. m. het
de aankondiging
strafbaar te
een ander is dan
degene,
in spoedeischende
gevallen,
waarin de
burge-
stellen, daar deze veelal die
Dr. H
inderdaad de reclame
J LEVELT.
maakt. Wanneer het in de bedoeling van den raad mocht liggen den uitgever van de reclame, die geen vergunning
MALEISCH-GEDEELTE.
daartoe heeft, te straffen, ook wanneer een ander de reclame heeft aangebracht of opgesteld, „reclame maken
diende
de definitie van
Raad-rood kaboepaten dan sekolah^ klas II
te worden gewijzigd Voorts kwam het de
dan vervolg.
Regeering met juist voor om alleen reclame met commercieele strekking als reclame te beschouwen hlieronder ware eveneens te doen
vallen
verkiezingspropaganda op den
openbaren weg, aankondigingen voor vergaderingen e o.
Soeatoe soal poelo jong kira^nja okan dopal perhatiannja raod^
Met het oog hierop gaf de Regeering in overweging de definitie van ,,reclame maken" te doen luiden als volgt
kaboepaten
seloeroehnja
laloh soal pembajaran
sekoloh^ klos 2 dan vervolg. Sebagaimana telah diketahoei dengan besluit tanggal 27
April
1932 No
2
mako
Pemenntah
mengadakan
,,met gebruikmaking van de daartoe geëigende middelen
pengotoeron pembajaran atas pemakean alat^ pengodjaran
,iets of iemand
oleh anak^ sekolah klos 2 dan vervolg
aanprijzen of aanbevelen, dan
,,publiek op iets of
wel het
iemand opmerkzaam maken op zoo-
Soenggoehpoen betoel, bahwa soal pengodjaran
itoe
,,danige wijze, dot zulks geschiedt op, of zichtbaar is van
misih
dalom tanggoengan Pemenntah, artinja pakerdjaan
,,den openbaren weg "
otau
poen koeadjiban oentoek
Voorts was in de definities van uithangborden en licht-
mengadakan sekolahan^
beloem diserahkan kepada doerah^ autonoom, tetapi soal
reclames als criterium gesteld, dat zij boven den openbaren
pengodjaran bagoi rajat odolah soeatoe hal jang soenggoeh
weg uitsteken of zijn aangebracht Zulks achtte de Regeering
teritoeng
minder
patoetlah raad^ lokal memperhotikon hal itoe. Soeatoe
juist, aangezien
daaronder
dan
met
begrepen
masoek kepentingon mosing^ tempat, sehingga
zouden zijn de uithangborden en lichtreclames, die boven
boekti poelo, bahwa pertjampoeran dan raad^ itoe soedah
particuliere erven uitsteken of zijn aangebracht.
semestinja dan pada tempotnja bolehlah didapotkan dan ordonnantie Stbl, 1925 No
35. B. G . S. 2 4 M a a r t 7933 N o Vaststelling reclame
van
op van
tarieven
voor
gemeentewege
881/A.
het
maken
van
d a a r t o e beschik-
b a a r gestelde borden, zuilen enz is niet onwettig, doch met het oog de rechtszekerheid ongewenscht. De stadsgemeenteraad van vergadering van
Soekaboemi
484, dalam mono
kepada
regentschap diserahkan tentangan hal oeroesan angkatan
stelde in zijn
schoolcommissie(') Lam dan itoe otas pengaroehnja beberopa ahli decentralisatie maka Pemenntah odolah angan^ hendak memasrohkon sekolahan^ rendahan, teroetama volksscholen, sekolahan^ klas 2 don vervolg pada daerah^ autonoom Memlik
keodaan jong sedemikian itoe maka soedoh
selajaknja
raad^ kaboepaten memikirkan tentangan pem-
3 0 September 1932
een verordening
bajaran
vast op het maken, het hebben en het
aanbrengen van
kenoikan dengan pembajaran atas pemokainja alot pengo-
In artikel 3 daarvan was bepaald, dot de stads-
djaran (leermiddelen) terosanjo terlompau berot oentoek
reclame
gemeenteraad het tarief vaststelt voor de te betalen vergoeding bij exploitatie in eigen beheer tende bescheiden
lag het in de hiertegen
berhoeboengan
dengan
orang toea dan onak^ sekolah Sebagaimana pembatjo teloh mo'loem, pelatoeran boroe
bedoeling die tarieven
ini, ketika akan didjalankon teloh memmboelkan banja^ protest, baik don golongon goeroe^, biarpoen don fihak
bezwaar,
blijkens het rondschrijven van den
aangezien zij
Regeeringsscommissaris
voor de Decentralisatie van 2 4 October 1910 No. 5 2 4 Ó / D 2 het standpunt inneemt, dat ook
bilomono
Blijkens de toelich-
bij raadsbesluit vast te stellen De Regeering had
sekolahon,
retributieve
merasa
kenaikon jang sedikit itoe ta'okan mendjadi ke-
beratannja orang toea jong menjekolahkan anaknja
don
heffingen bij
verordening dienen te worden vastgesteld hloewel vaststelling van heffingen als
orang toea, akan tetopi protest ini sia^ belako. Pemenntah
hier bedoeld bij
(') Stbl No 542.
1925 No. 484 telah dirobah poela dengan Stbl. 1932
139 kira^nja ta' di
koeatirkan
poela,
bahwa
djoemblahnja
anak^ jang bisa masoek sekolah akan
moendoer
dan
lebih
djaoeh, dan
boeahnja
berikoet. ,,Melihat angka^
jong dapat dikoempoelkan laloh
wang^ sekolah akan tidak dibajor dengan semestinja Tetapi djiko orang menjelidiki keadaan pada waktoe
1
bonjaknja absent rata^ 1 boelan teritoeng don ,
sekarang ini, kekoeotiran jang dikemoekakan oleh beberapo
a
fihak soenggoeh beralasan dan ada betoel, bahkan terboekti
b
djoega
Tentangan hal ini baiklah kami memperingotkan
sadjo penjelidikan jong teloh
dilakoekan
oleh
tanggol 2 4
raad kaboepaten
toean
ld
3
dan
banjaknja
itoe
selamo
zaman
jong
b 4
voorsteller
bram bilang
dan
jang
miskin, merasakan
betoel pait
a
Betoel
semoea
orang
merasai
wanglah jang
masing^ merasakan soesah
tidak
poela
djoega
dan moerah,
mempoenjai
betoel
hati,
perkara
f 187,03^
6
banjaknja wang alot pengadjaron rata^ 1 boelan boelan Juli t / m November 1931 = ld
7
ld
f 074,
=„2Ó12«,
toenggakan wang sekoloh rata^ 1 boelan teritoeng dan ,
Adapoen harga pengasilan boemi a
boelan Juli t / m November 1931 =
b Pengasilan don
sawah harga
Pendapaton
pendjoealan
padi rata^
amat
8
landrente
belostingnja
tidak menjoekoepi
ketjil bisa ditanemi palawidja dan
ld
b
sajoeran,
ld maka
tonah
darat
Horgo
poetjoek
landrente tidak akan
menjoekoepi
amat
Klapo
harganja
rendah,
alat
pengadjaron
rato^
ld
keboektian, tidok
= bahwa
sekolah,
boik
baik
„ 212^ banjaknja anak^
jang kloear, maoepoen
toenggakan^ dan wang sekolah dan alot penga-
boeat piara
kebon dan ongkos lain^, dan
wang
f 7 37 , „ 4381,
o. boelan Juli t / m November 1931 =: f — ,
Se-
jang paling tinggi 2 et per pond
don
=
1 boelan teritoeng dan ,
tetapi tidak berharga Pengasilan
ld
toenggakan
rendah +
f 1 8 0 per pikoel, sedang boeat ongkos mengerdjokan
thee jang
=
jang haroes ditnmo d o n ,
dan oepah berkoeli seperti dibawah ini
2e
ld
kekojaannja, seperti sawah, kebon^ thee,
hidoep don berkoeli^
bagian
68,
„ 188 0 6 •
ld
b.
dan
71 ,
^
b
o
koerang
ld
o, boelan Juli t / m November 1931 =
tertomboh
kelapa d I I dan jang tidak mempoenjai kekajaan, honjo
Ie
diterima
banjaknja wang sekolah rato^ 1 boelan jang haroes
bogi orang
tetap,
jang
ditrimo, teritoeng dan ,
rajat jang tinggainja dikampoeng^, jang hidoepnja
dan pengasilan
penghidoepon
rota^ 1 boelan
ld
getirnja
girang honja
moerid
boelan Juli t / m November 1931 =
5
malaise ini lantaren makanon tjoekoep
26, = 2 9 ,
ompir
semoea orang, dan keotoson sampai jong rendahan, jong kaja
1 boelan jang keloeor
ld
banjaknja
b ini,
890,
masoek, teritoeng don ,
seperti dibowah ini, zaman
moerid^ rota^
ld
soekar ini
dihapoeskon, Oesoel ini kemoedian disertai dengan aleson^ Keadaan
923,
1932=
a, boelan Juli t / m November 1931 =
Raad
kepada jong wodjib soepaja wang sewa alot pengadjaron sekolah^
ld
teritoeng dan ,
memadjoekan oesoel kepada Boepati boeot moehoenkan pada
Sy/o,
pada
permintaonnja
M a r t o w i r e d j o sebagai lid
7%
1932=
boelan Juli t / m November 1931 =
kepala^ dan sekolahan^ 2e klas dalam regentschap Soekaboemi
ld
djoemblah moerid rato^ 1 boelan teritoeng dan , a b
terseboet
December 1932, jaitoe atas
ld
2
Madjelis
Koemetir dan Raad Kaboepaten Soekaboemi Pada persidangan
boelan Juli t / m November 1931 =
djaron boeot rata^ 1 sekolah don 1 boelan begitoe mangkin
rata
tambah,
sekolah mendjodi
sedang
onok^
jong
masoek
moendoer
f 1 — per seratoes boeah. 3e
Pekerdjaan
berkoeli
dl onderneming^ atau dikampoeng^ hanja biso dapot rata
harian
begitoe
f 0 1 0 (tidak
djoega
tidak
bisa bekerdja satoe hari),
gompang
Adapoen sebab-sebobnja jong penting—menoeroet pen-
Boeat bekerdja koeli
dapat pekerdjaan,
lantaran dengan malaise ini, onderneming
dapaton Madjelis Koemetir todi, lolah 1
membikin
bonjokan se'mato^ sedang
dilihat moerid^ pada sekolah^ terseboet, keanaknja don
harga
orange
pengasilan hosil
kampoeng,
jong
hidoepnja
kekajoonnja
dan
berkoeli^,
2
Sekian ketrangannja. Berhoeboeng
dengan oesoel
soesah
ini,
orang
toni
pajah sekoli, te-
Kalou pengidoepon orange dalam
regentschap Soelom
regentschap,
sebagion besor orange disini pengidoepannjo dan thee, jang harganja pada waktoe ini begitoe moendoernjo 3.
ini,
zomon
pengidoepannjo
roepanja boeat mareko itoe lebih soesahnja, oleh sebab
rendah, mendjadi moreka itoe berasa berat betoel boeat
maka Madjelis Koemetir telah mengadakan penjelidikon jang
dalam
kaboemi dibondingkon dengan di
boemi dan oepah berkoeli begitoe
tambah bajaron soma alot pengadjaron
keadaan
roetama perihol wang
kehaimatan teroes-meneroes Djikalau
dengan
semoeanja
pikoelan orong^ itoe dengan diwodjibkan wang sekolah boeot anok-anaknja jang teroso
bertamboh
berat,
apalagi
membojar bersekolah
sekarang
haroes
140 menjewa alat^ anak^
pengadjaran, sebesar 2'/2 et. boeat
klas 1 don
2, dan
5
et
boeat anak^ klos
3 dan selandjoetnja itoe, artinja sama dengan tamboh beban ongkos sekolah antara 10 dan 5 0 %
Pemenntah akan mana
memenoehi permmtaan tadi, permintaan
sepandjang
perasaan
kami
ta 'akan
meroegikan
banjak pada kas Negri Moedah-moedahanlah
tjita^ baroe ini akan
tertjopai. SL.
Oleh sebab itoe semoeanjo dikoeatirkan lama keiamaan nafsoe orange toea akan
tambah
boeat menjekolahkan
koerang,
maka
anak^nja itoe
dioesoelkan
pada raad PERSONALIA.
mengadakan peroendjoekan kepada jang wadjib, soepaja besluit
Pemerintah
tanggal
27
April 1932 tadi selama
Verko zen
waktoe kesoesahan oemoem ini. tidak dilokoekan Sebagai
biasa
maka
peroendjoekan
iloe
jang
di-
rentjanakan daiam satoe motie, akan dikirimkan selainnja
tot
lid van
den
stadsgemeenteraad
van
Semarang
Dr W C. A Doeve.
kepada Pemerintah, Dewan Rajat, Madjelis Gedeputeerden dan Provincie
Pasoendan
galah
kepada
Djawa
dan
semoea
Madoera,
dan Resident Buitenzorg, djoedewan^
OFFICIEELE MEDEDEELINGEN.
kaboepaten di poelau
agar soepaja
memberi persetoe-
djoeannja
Financieele
verhouding.
Naar wij vernemen zal het
rapport van de Commissie voor de financieele verhouding
Sebagaimano telah
kami kemoekakan
seharoesnjalah raad^ kaboepaten
diotas, soedah
memperhatikan hal ini.
tusschen het Land, provinciën, gemeenten, regentschappen en andere locale ressorten w/eldra verschijnen
Masing^ raad ini sebagi badan perwakilan rajat hendaklah menjelidiki segala roepa keberatan^ rajat, dan hendaklah loloe berdojo oepaja bagaimana
dapat melinjapkan
keberaton^ itoe. Didalam motie jang
diadjoekan kepada
Raad Kaboepaten Soekaboemi adalah keterangan, bohwa
Arti\celen
voor het orgaan.
honorarium der artikelen in het f 10— voor de eerste
Het bestuur heeft het orgaan
bladzijde
vastgesteld
op
druks, f 8— voor de
volgende bladzijde druks, f 6 — voor de daarop volgende,
pengidoepan orange dalam ini regentschap dibandingkan
bladzijde druks en voor elke bladzijde druks meer f 5 —
dengan di lain^ regentschap, roepanja boeat mareka itoe
Gedeelten
lebih^ soesahnja. lm
worden gehonoreerd
keterangan
atau
alesan
patoetlah
eener
bladzijde
zullen
naar
evenredigheid
diselidiki benor^ oleh lain^ regentschap, sebab kami ragoe^ boeat membetoelkan pendapatan itoe Sepondjang penge-
Voor
correspondenties,
waarbij
van
raadspublicaties
taoean kami di lain^ regentschap adalah sebab^ lam jang
gebruik gemaakt wordt, stelt het bestuur het honorarium
menjoesahkon
vast,
diselidiki
akan
kehidoepannjo
sedalam-dalamnja.
rajat
Lam
Itoelah patoet
dan itoe, djika
pen-
dapatan madjelis Koemetir dan Raad Kaboepaten Soekaboemi
tadi
ada
betoel,
maka
kami
koeatir
sangat
permohonan itoe ta'akan dopot dikaboelkan, sebab . ja sebab toh hanja
didalam satoe
regentschap
sadja
Copy voor elk nummer van dit tijdschrift, Isten der maand verschijnt, wordt den
20en
der voorafgaande
dat op den
ingewacht uiterlijk op
maand,
copy
voor
het
nummer van den lóen uiterlijk op den 5en der maand.
penghidoepan rajat adalah sengsara betoel Agar soepaja ada besar pengharapan permohonan jang
Het Bestuur der vereenig/ng voor Locale Belangen
seroepa itoe dapat dikaboelkan, maka patoetlah masing^
IS samengesteld als volgt
kaboepaten menjelidiki keadaannja
Drost, Secretaris,
didalam
wengkonnja
sendiri^ dan sabaik-baiknja haroesloh masing^ kaboepaten
G
F Vi/. M
de Raad, Voorzitter, H. J. Kerchmon,
mengoempoelken keterangan^ (angka-angka) seperti diatas
R Slamet te Semarang,
tadi
R. A A Wiranata Koesoema en Ir. J. E. A
Bilamana seloeroeh
raad^ kaboepaten di mi
memberi keterangan^ jang boleh
dipertjaja,
maka
berdasar bolehlah
atas
angka^
Negri, jang
dipertjajakan, bahwa
Penningmeester
allen te Semarang, Mr V/ H van Helsdingen teSoerabaja,
Kuhr, beiden te Bandoeng
Mr, J M
Wesselmk te Medan, Von V\/olzogen