No 8
5e JAARGANG
1931.
DE BOUWKUNDIG AMBTENAAR OFFICIEEL ORGAAN VAN DE VEREENIGING VAN BOUWKUNDIGEN OPGERICHT 2 AUG. '21 VOOR DEN TIJD VAN 29 JAREN EN 5 MAANDEN ADRESSEN. Voorzitter: W. H. Th. Marcus, Krekot 44, BataviaCentrum. Secretaris: J. P. S. Roks, Laan Dierentuin No. 7, Batavia-Centrum, Tel. No. 6127, tot wien men zich wenden moet voor:
a. Aanmelding als lid van den V. v. B., &. Adresveranderingen, c. Over vereenigingszaken. Penningmeester: L. B. F. de Leau, Berendrechtslaan 15, Batavia-Centrum, aan wien de contributiegelden zijn over te maken.
Commissie ter Voorbereiding van een Regeling van den Reciitstoestand der Ambtenaren
ONTWERP-REGELING BETREFFENDE HET ONTSLAG VAN LANDSDIENAREN. ALGEMEENE TOELICHTING. Artikel 39, lid 1, der Indische Staatsregeling schrijft voor, evenals dit ook reeds in het Regeeringsreglement was geschied: „Met inachtneming van de regelen bij ordonnantie gesteld, en behoudens de uitzonderingen bij deze wet en andere wetten bepaald, worden de ambtenaren benoemd en ontslagen door den GouverneurGeneraal." De hierbedoelde uitzonderingen, voor zooveel betreft ontslag, betreffen den President, de vice-presidenten en de leden van het Hooggerechtshof, de overige leden van de rechterlijke macht en den President en de leden der Algemeene Rekenkamer (artikelen 149 en 150 der Ind. StaatsregeUng, artikelen 18, 20 en 20&. der Rechterlijke Organisatie, artikelen 46 en 47 der Comptabiliteitswet). Aan het uitdrukkelijke voorschrift om voor overige ambtenaren regelen te stellen betreffende benoeming en ontslag is tot nu toe geen gevolg gegeven. Intusschen is een regeling althans van het ontslag urgent geworden ten einde de bepalingen daaromtrent te laten aansluiten bij de ontworpen straffenregeling, waarin
o.a. ontslag als straf is opgenomen. Vastgesteld moet dus in elk geval worden wanneer een ontslag als straf is te beschouwen of althans ten aanzien van het recht van verzet en beroep daarmee op één lijn moet worden gesteld. Incidenteel zijn door de Regeering talrijke voorschriften gegeven omtrent ontslag, nog al uiteenloopend naar gelang van het tijdsgewricht, waarin zij werden vastgesteld. Een vrijwel volledige opsomming vindt men in den Regeeringsalmanak deel I. Behalve deze voorschriften zijn bij de samenstelling van het ontwerp geraadpleegd de regeling voor de provincie West-Java, die voor verschillende groote gemeenten, het ontwerp-Dijkstra en de daarover door de ambtenarenvereenigingen uitgebrachte adviezen. Ook werd aan eenige buitenlandsche regelingen aandacht besteed, waaraan echter in verband met afwijkende toestanden en organisaties als vergelijkingsobject slechts zeer betrekkelijke waarde mag worden toegekend. Verder wordt verwezen naar de toelichtingen bij de afzonderlijke artikelen der ontwerp-regeling.
ONTWEEP-KEGELING.
TOELICHTING.
Artikel 1. (1) Onder ambtenaren worden in deze ordonnantie verstaan alle burgerlijke landsdienaren, zoowel in vasten als in tijdelijken dienst, met uitzondering voor zooveel de laatsten betreft, van maanden daggelders, tenzij zij den staat van burgerlijk ambtenaar bekleeden. (2) Zij is niet van toepassing op ambtenaren, omtrent wier ontslag of ontzetting bij andere algemeene verordeningen voorschriften zijn gegeven.
(1) Met de maand- en daggelders, die niet den staat van burgerlijk ambtenaar bekleeden, is de band van het Gouvernement zóó los, dat algemeene regelen omtrent hun ontslag geen reden van bestaan hebben. (2)
Zie de algemeene toelichting.
Artikel 2. Ontslag uit 's Lands
dienst.
a. Een ambtenaar kan zonder de aanduiding „eervol" uit 's Lands dienst worden ontslagen: Ie. indien hij wegens misdrijf is veroordeeld, nadat de rechterlijke uitspraak onherroepelijk is geworden ; 2e. wegens dienstweigering dan wel eigenmachtig nederleggen van zijn functie; 3e. wegens ernstig plichtsverzuim of ernstig wangedrag; 4e. indien hij verzoekt om ontslag uit 's Lands dienst zonder te hebben voldaan aan de op hem rustende verplichting tot terugbetaling aan het Land van gelden, welke te zijnen behoeve zijn uitgegeven in verband met zijn opleiding en voor uitrusting en overtocht dan wel zonder ten
Geen opsomming is gegeven van gevallen, waarin de Overheid verplicht zou zijn een ambtenaar oneervol uit 's Lands dienst te ontslaan. Ook indien omtrent de kwalificatie van een feit geen verschil van meening mogelijk is, kunnen er zich zooveel nuances voordoen, dat verschillend geoordeeld kan worden over de noodzakelijkheid van een oneervol ontslag. Zelfs bij dienstweigering is het denkbaar, dat er geen voldoende aanleiding bestaat om den ambtenaar door een oneervol ontslag zijn recht op pensioen te ontnemen of zijn indiensttreding bij een particulieren werkgever ernstig te bemoeilijken. Het in de latere jaren gebruikelijke verschil tusschen ,,eervol" ontslag en ontslag zonder verdere aanduiding is behouden, al werd het logischer geacht een ontslag alleen dan als oneervol (niet-eervol) te beschouwen bij toevoeging van deze kwalificatie, terwijl ontslag zonder meer eervol zou zijn. Gevreesd wordt echter voor ernstige verwarring, speciaal bij particuliere werkgevers, ten nadeele van de ambtenaren, indien met het ingeburgerde gebruik zou worden gebroken. Punt a. Ie. Veroordeeling wegens misdrijf behoeft niet steeds tot een oneervol ontslag te leiden. Zooals uit de volgende artikelen zal blijken, ligt het in de bedoeling de mogelijkheid open te laten tot eervol ontslag uit 's Lands dienst en tot ontslag uit de betrekking, al dan niet eervol. 2e. Ook dienstweigering behoeft niet in alle gevallen oneervol ontslag uit 's Lands dienst ten gevolge te hebben. E r zijn omstandigheden denkbaar, die het wettigen, dat met ontslag uit de betrekking wordt volstaan. 4e. Is bedoeld om in de plaats te komen van Stbl. 1922 Nos. 26 en 686, waarin echter niet wordt bepaald wat er gebeurt, indien een ambtenaar zijn schuld aan het Land niet vereffent en toch uit den dienst wil. Door hem dan zonder meer eervol ontslag uit 's Lands dienst te weigeren, dwingt men hem
genoegen van den tot het verleenen van ontslag bevoegden gezaghebbende voldoende zekerheid voor de terugbetaling te hebben gesteld, en zulks nadat hem is medegedeeld, dat onder deze omstandigheden geen eervol ontslag kan worden verleend. Als diestweigering in den zin van 2e wordt niet beschouwd weigering om een betrekking te aanvaarden welke niet overeenkomt met de opleiding en ontwikkeling van den ambtenaar.
h. Een ambtenaar wordt, onverminderd het bepaalde bij artikel 12 van het Reglement op het verleenen van verloven naar Europa aan Europeesche ambtenaren in Nederlandsch-Indië, eervol uit 's Lands dienst ontslagen: Ie. op eigen verzoek, tenzij er termen aanwezig zijn voor een ontslag zonder de aanduiding „eervol"; 2. bij het bereiken van den leeftijd van 60 jaar, behoudens het bepaalde bij artikel 4;
3e. indien hij deelgerechtigde is in het Weduwenen Weezenfonds van Europeesche burgerlijke ambtenaren in Nederlandsch-Indië, vijf jaren, nadat hij buiten werkelijken dienst is geraakt; 4e. indien hij, deelgerechtigde in het onder 3e bedoelde fonds zijnde, het verzoek doet om ontslag uit zijn betrekking om andere redenen dan wel bewezen ziels- of lichaamsgebreken of wegens overgang in een andere Landsbetrekking; 5e. wegens het afloopen van den termijn of beëindiging van de werkzaamheden, waarvoor hij in dienst is genomen; 6e. bij overgang in 's Lands militairen dienst;
feitelijk tot het eigenmachtig neerleggen van zijn betrekking, waarna hij om die reden oneervol zou moeten worden ontslagen. Rekening houdende met den gewonen gang van zaken, nl. dat een ambtenaar, die in bedoelde omstandigheden verkeert, al dadelijk door zijn chef wordt medegedeeld, dat eervol ontslag niet mogelijk is, dan nadat aan de geldelijke verplichtingen tegenover het Land is voldaan, waarna de ambtenaar óf tijdelijk van ontslagaanvraag afziet óf het verlangen te kennen geeft, dat zijn aanvraag toch doorgezonden wordt, is het betrokken voorschrift zóó geredigeerd, dat de ambtenaar oneervol wordt ontslagen, omdat hij niet aan zijn verplichtingen voldaan heeft en toch 's Lands dienst wil verlaten. De bepaling in de slotzinsnede is van overeenkomstigen aard als die in Bijblad No. 10619 betreffende herplaatsing van een ambtenaar op wachtgeld. Indien een tot benoeming bevoegde autoriteit, in afwijking van het inzicht van den betrokken ambtenaar, van meening is, dat een andere betrekking voor den ambtenaar wèl een passende is, zoodat het niet volgen daarvan als dienstweigering wordt gestraft met ontslag, kan in hooger beroep worden beslist, dat de nieuwe betrekking niet passend was. zoodat het ontslag wegens dienstweigering ten onrechte heeft plaats gehad. Punt b. Het hiernaast aangehaalde artikel van het Buitenlandsch Verlofsreglement bepaalt, dat een ambtenaar, die 3 jaar verlof heeft genoten en nog niet geschikt wordt geacht voor terugkeer naar N. I., eervol uit 's Lands dienst wordt ontslagen. 2e. Ongevraagd ontslag wegens het bereiken leeftijd is voor de ambtenaren in het algemeen een nieuw element. Voor speciale ambtenaren (Rekenkamer, rechterlijke macht) geldt een leeftijdsgrens van 65 jaar. De provincie West-Java en verschillende gemeenten hebben de grens gesteld op 60 jaar. Deze zou ook voor het gouvernement zijn aan te nemen. 3e. en ^e. Deze voorschriften gelden ook thans reeds. Zij dienen ter bescherming van de belangen van het Weduwen- en Weezenfonds.
5e. Slaat op uitzonderingsgevallen, dat een ambtenaar voor een bepaalden tijd of ter vervulling van een bepaalde opdracht in vasten dienst is opgenomen.
7e. wegens ongeschiktheid om het Land langer te dienen als gevolg van wel bewezen ziels- of lichaamsgebreken ; 8e. indien hij lid blijkt te zijn van een vereeniging, waarvan het lid-maatschap door den Gouverneur-Generaal is verklaard onvereenigbaar te zijn met den staat van ambtenaar. c. Een ambtenaar kan eervol uit 's Lands dienst worden ontslagen: Ie. bij of na het bereiken van den niet verder voor toekenning van pensioen medetellenden diensttijd; 2e. bij of na het bereiken van den diensttijd, waarbij aanspraak ip normaal pensioen wordt verkregen; 3e. indien hij wegens misdrijf is veroordeeld, nadat de rechterlijke uitspraak onherroepelijk is geworden; 4e. wegens plichtsverzuim of wangedrag; 5e. wegens gebeleken ongeschiktheid om het Land langer te dienen in een betrekking, welke overeenkomt met zijn opleiding of ontwikkeling; 6e. indien hij in staat van faillissement wordt verklaard dan wel onder curateele wordt gesteld;
7e. indien gewichtige Landsbelangen zich tegen zijn verder in dienst blijven verzetten.
8e. Niet vermeld is het maken van ongeoorloofde propaganda, omdat dit reeds onder wangedrag of plichtsverzuim valt. Punt c. Ie. en 26. Deze gevallen zijn uit elkander gehouden, omdat het in de bedoeling ligt voor ontslag vóór het behalen van het maximumpensioen wèl daarna geen beroep toe te laten.
Ife. Hier is de aanleiding „ernstig", voorkomende in artikel 1, a, 3e, weggelaten. 5e. Zie het aangeteekende bij artikel 1, a, slot.
6e. Faillisement of curateele zal, in overeenstemming met de bestaande praktijk in den regel niet tot ontslag uit 's Lands dienst behoeven te leiden. Er kunnen zich echter gevallen voordoen, dat het verkeeren in staat van faillissement of curateele niet in overeenstemming is te brengen met den staat van landsdienaar. De mogelijkheid van verzet en beroep schept een waarborg tegen onjuiste toepassing van de bevoegdheid tot ontslag. In de meeste gevallen zullen in het geheel geen maatregelen noodig zijn, in enkele gevallen, waarbij gedacht wordt aan betrekkingen met groote financieele verantwoordelijkheid, zal wellicht ontslag uit de betrekking noodig zijn. (Zie art. 4, c, 6e). 7e, Dit geval, ook voorzien in het ontwerp- Dijkstra, zal zich wellicht een zeer enkele maal kunnen voordoen bij een nog niet pensioengerechtigd hooger ambtenaar met een werkkring van min of meer politieken aard. De Regeering behoort dan een ver strekkende bevoegdheid te hebben, in verband waarmede ook geen beroep mogelijk moet zijn. Ten aanzien van de consequenties van een ontslag als hierbedoeld bevat artikel 6 een bijzondere bepaling.
Artikel 3. Ontslag uit de betrekking, waaronder mede te verstaan ontheffing van de waarneming eener betrekking of functie. a. Een ambtenaar kan zonder de aanduiding „eervol" uit zijn betrekking worden ontslagen: Ie. wegens plichtsverzuim of wangedrang; 2e. indien hij wegens misdrijf of overtreding tot
Naast „betrekking" is gesproken van „functie" met het oog ambtenaren „ter beschikking", die geen organieke betrekking bekleeden. Lett. a. 2e. Behalve misdrijf als aanleiding tot oneervol ontslag uit de betrekking is hier ook genoemd overtreding, maar alleen als er een vrijheidsstraf op is gevolgd.
een vrijheidsstraf is veroordeeld, n a d a t de rechterlijke uitspraak onherroepelijk is geworden; 3e. wegens dienstweigering dan wel het eigenmachtig nederleggen van zijn functie. b. Een ambtenaar wordt eervol uit zijn betrekking ontslagen: Ie. op verzoek wegens ziekte, wegens overgang in een andere Landsbetrekking, of wegens andere redenen, dit laatste echter alleen, indien hij geen deelgerechtigde is in het Weduwen- en Weezenfonds van Europeesche burgerlijke ambtenaren in Nederlandsch-Indië, een en ander behoudens het geval, dat er termen aanwezig blijken voor een ontslag zonder de aanduiding ,,eervol"; 2. wegens ziekte, die hem verhindert zijn normalen dienst te hervatten, n a d a t hij gedurende zes opeenvolgende maanden binnenlandsch verlof wegens ziekte heeft genoten; 3e. indien hij geen deelgerechtigde is in het onder I e bedoelde fonds, bij het afloopen van den termijn of de beëindiging der werkzaamheden, waarvoor hij in dienst is genomen. c. Een ambtennaar kan eervol uit zijn betrekking v/orden ontslagen; Ie. wegens plichtsverzuim of wangedrag, indien geen termen aanwezig zijn voor een ontslag zonder de aanduiding ,,eervol"; 2e. indien hij Vv^egens misdrijf of overtreding is veroordeeld, n a d a t de rechterlijke uitspraak onherroepelijk is geworden; 3e. wegens opheffing van de door hem bekieede betrekking dan wel beperking van het personeel van den t a k van dienst, waarbij hij werkzaam is; 4e. wegens ziekte, indien de belangen van den dienst zich tegen verder verzuim verzetten; 5e. wegens overgang in een andere Landsbetrekking ; 6e. wegens ongeschiktheid voor een verdere behoorlijke vervulling zijner betrekking, voorzoover geen termen aanwezig zijn voor eervol ontslag uit 's Lands dienst; 7e. indien hij in s t a a t van faillissement wordt verklaard dan wel onder curateele wordt gesteld.
Lett. h. 2e. Vaste ambtenaren worden op verzoek dingen alleen wegens ziekte of wegens overgang in een andere Landsbetrekking uit hun betrekking ontslagen, in alle andere gevallen volgt ontslag uit 's Lands dienst. Ook deze bepaling s t r e k t weer in het belang van het Weduwen- en Weezenfonds.
Artikel 4. Om redenen van dienstbelang, ter beoordeeling van den Gouverneur-Generaal, kan een ambtenaar na het bereiken van den zestigjarigen leeftijd nog gedurende vijf jaar, in andere bijzondere gevallen, mede ter beoordf^eling van den Gouverneur-Generaal, nog gedurende ten hoogste een j a a r in dienst worden gehouden.
Het aanhouden van een ambtenaar ouder dan 60 jaar kan wenschelijk blijken bij zeer speciale functies, waarin niet op elk willekeurig tijdstip kan worden voorzien. Ten einde het begrip van dienstbelang niet onbeperkt rekbaar te maken, is een grens gesteld van 5 j a a r boven den normalen maximum leeftijd, welke ruim genoeg is om maatregelen ter vervanging te treffen. De verlenging wegens andere redenen dan dienstbelang, welke in den regel van persoonlijken aard zulen zijn, is aan een veel engere grens gebonden, n.l. van één jaar. (Wordt ve7'volgd).
Ontslag. Ontslag verleend N a a m
Betrekking
Standplaats Ingaande
Wegens J. G. Tokaija
Arch: B. O . W .
F. M. llgen
P r : Ing: B .O. W .
—
volbrachten dienstijd
2 Mei 1931
idem
2 Juni 1931
Verlof. Verlof Verleend N a a m
Betrekking
Standplaats Wegens
E. C. A. Bense
Arch: B. O . W .
Bandoeng
7-jarigen dienst
Duur
Ingaande
9 maanden 2 Juni 1931
Benoemingen. N a a m R. Soedjono H. L Paulus
Betrekking Tijd: waarn: adsp: opnemer B O. W . Opzichter Ie kl. B.O W.
Standplaats
Mutaties Benoemd tot adsp: Opnemer. Toegevoegd aan den Resident van Timor en O.
Magelang
K. Lammerts van Buuren
Opzichter B. O W
Toegevoegd aan den Gou- Toegevoegd aan den Leider van den verneur van Atjeh en O. Landsgebouwendienst te Magelang.
P. Semet
Opzichter B. O . W
Batavia
G. J. Fisscher
Opzichter Ie kl. BOW.
Ambtenaar viteit
H. L. Kwee
Tijd: waarn: adsp : Opzichter B. O W . idem
O . W . Likumahwa R. Sedjo Kertopati
M. Kadiroen Moekadis Joesman
Opzichter Ie kl. B. O . W . idem Tijd: Opzichter
Toegevoegd aan den Gouverneur der Molukken op nonactie-
— — t. b. van de Provincie Midden Java. t. b. van de Provincie West Java Batavia
Herbenoemd tot opzichter Ie kl. en geplaatst op het Departement B.O W . Benoemd tot adsp: opzichter. idem Beiast met de waarneming van de betrekking van hoofdopzicb.ter. idem Toegevoegd aan den Gouverneur van Atjeh en O.