IVN-krant
Nr. 4 | juli 2009 |13e jaargang | www.ivnnl.com Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek - extra editie - extra editie - extra editie
Inhoud 2 3
6 10 10 14
Colloquiumprogramma digitaal Nederlands in Europa, Nederlands in de wereld: Wat willen we? Wat kunnen we? Wat zouden we moeten willen en kunnen?Antoinet Brink & Arie Pos Cultuur en literatuur op ’t web (5) Liselotte Hammond, Christine Hermann, en Susan Mahmody (Universiteit Wenen) Meertaligheid in Nederland Berichten van buiten de muren Colofon
Voor vacatures in de internationale neerlandistiek, zie: www.ivnnl.com > vacatures.
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Colloquiumprogramma digitaal 17e colloquium neerlandicum – Utrecht 23-29 augustus 2009 Het programma van het 17e colloquium neerlandicum is digitaal beschikbaar via www.ivnnl.com > 17 e colloquium > programma. Hier vindt u niet alleen de titels van de 15 plenaire en semiplenaire lezingen, 12 themabijeenkomsten, 62 serielezingen en 36 posters, maar ook de (meeste) abstracts. Enkele vermeldingen zijn nog niet compleet en dat geldt ook voor het programma op vrijdagochtend 28 augustus als ‘beleid’ (bijdragen van Linde van den Bosch, algemeen secretaris van de Nederlandse Taalunie en Leen van Dijck, voorzitter van de Raad voor de Nederlandse taal en letteren) en de algemene vergadering van de IVN op het programma staat. Het ontbrekende wordt de komende weken aangevuld. Aan de hand van het programma en de abstracts kunnen de deelnemers zich alvast oriënteren op de niet-te-missen-bijdragen. In de aankondigingen van de themabijeenkomsten wordt soms aanmelding vooraf (dus nu!) geadviseerd, niet alleen vanwege de maximale grootte van een groep maar ook omdat sommige organisatoren vooraf contact willen opnemen met de deelnemers. Het bestand zal tot het colloquium aan veranderingen en aanvullingen onderhevig zijn. Onder de aanvullingen: het aanbod aan culturele activiteiten voor de vrije woensdagmiddag; informatie over de filmvoorstellingen op woensdag- en donderdagavond en de twee bijzondere tentoonstellingen in de Universiteitsbibliotheek Utrecht. En natuurlijk de agenda en bijbehorende stukken voor de ledenvergadering van de IVN. De registratie begint op zondag 23 augustus vanaf 11.00 uur in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht, Domplein 29. De openingszitting begint daar om 17.00 uur. Deelnemers die overnachten in het NH-hotel bij het Utrechtse Centraal Station kunnen, als dat beter past, eerst inchecken in het hotel. Een goede zomer toegewenst en tot 23 augustus in Utrecht! Namens het IVN-bestuur, Marja Kristel
IVN-krant |nr. 4 | juli 2009 - extra editie|13e jaargang | www.ivnnl.com
2
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Nederlands in Europa, Nederlands in de wereld: Wat willen we? Wat kunnen we? Wat zouden we moeten willen en kunnen? Docentschap Universiteit van Coïmbra, Portugal Antoinet Brink & Arie Pos
We hebben in de IVN-krant al eerder aandacht besteed aan de verslechterende situatie van het Nederlands in Portugal: de opheffing van de docentschappen aan de universiteiten van Porto, Braga en Lissabon binnen een periode van minder dan twee jaar, de teruglopende studentenaantallen en de negatieve vooruitzichten voor het Nederlands aan de universiteit van Coïmbra, het enige nog volwaardige docentschap aan een Portugese universiteit. Rond de jaarwisseling werd (zoals we al vreesden) ook het voortbestaan van Nederlands in Coïmbra serieus bedreigd. Door een gezamenlijke inspanning van de Nederlandse en Belgische ambassades in Lissabon, de Nederlandse Taalunie (NTU) en het faculteitsbestuur van de Letterenfaculteit van de Universiteit van Coïmbra, zijn alle partijen begin maart bij elkaar gekomen. Ze vonden een manier om het docentschap voor in ieder geval nog drie jaar te laten voortbestaan, waarbij de NTU voor een tijdelijke extra financiering zorgt. Een mooi resultaat, zou je zeggen. Het zou natuurlijk een frustratie voor ons persoonlijk geweest zijn als alles wat we in de afgelopen jaren hebben opgebouwd bij het eerste zuchtje tegenwind teniet gedaan zou zijn. Om maar niet te spreken over de vernietiging van opgebouwde deskundigheid, kapitaal en energie, want met Coïmbra zou dan de volledige neerlandistiek in Portugal weggevaagd zijn, weliswaar geen eeuwenlange traditie maar toch een traditie van al meer dan veertig jaar. Met het volgens ons onafwendbare gevolg dat wat nu wordt afgestoten nooit meer terug zal komen. We zijn daarom zeer gelukkig met de inzet en betrokkenheid van alle instanties en dankbaar voor deze gecreëerde kans om te laten zien dat het docentschap wel degelijk levensvatbaar is. Maar wat als over drie jaar blijkt dat de belangstelling nog steeds (te) beperkt is? Dat we vol goede bedoelingen onderwijs in de Nederlandse taal en cultuur, vertaalcolleges en andere activiteiten aanbieden waarop maar een handvol mensen afkomt? Wat dan? Onze faculteit, die het financieel toch al moeilijk heeft, zal dan hoogstwaarschijnlijk besluiten om alsnog het Nederlands als onderdeel van het universitaire curriculum af te stoten. De NTU voert een beleid waarbij permanente financiële steun expliciet geweigerd wordt. Dat zou betekenen dat dan alsnog het Nederlands op universitair niveau in Portugal verdwijnt. De vraag is: is
IVN-krant |nr. 4 | juli 2009 - extra editie|13e jaargang | www.ivnnl.com
3
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek dat erg? Ons antwoord: ja, en als we abstraheren van de Portugese situatie vooral omdat het in andere landen ook kan gebeuren terwijl het Taaluniebeleid niet op die betrekkelijk recente realiteit is ingesteld. De Europese Unie voert meertaligheid van de burgers hoog in het vaandel, maar in de praktijk is het talenonderwijsaanbod in een lidstaat een nationale aangelegenheid, daar heeft Europa niets over te zeggen. Veel landen bezitten met de NTU vergelijkbare instellingen. Het Verenigd Koninkrijk heeft bijvoorbeeld o.a. de British Council, Duitsland heeft o.a. het Goethe-Institut, de Deutsche Akademie für Sprache und Dichtung, de DAAD. Portugal heeft het Instituto Camões. Al deze organisaties hebben hun eigen beleid en hun eigen stem en er is niet veel grensoverschrijdende coördinatie. Er bestaat wel een Europese Federatie van Nationale Taalinstellingen (EFNIL), waar bijvoorbeeld de NTU en het Instituto Camões lid van zijn. In haar missietekst staat dat de leden informatie over hun werk uitwisselen en dat zij de studie van de talen van de Europese lidstaten willen bevorderen en coördineren. Dat is mooi geformuleerd, maar we zijn bang dat ze maar een beperkte bewegingsruimte hebben doordat, zoals eerder opgemerkt, de nationale regeringen de koers uitzetten. Bovendien hebben de universiteiten in veel lidstaten een aanzienlijke autonomie waarop regeringen en taalinstellingen weinig vat hebben: er moet met de universiteiten worden onderhandeld over wat wenselijk en mogelijk is. Hoe dat gebeurt hangt sterk af van het beleid van de taalinstellingen. Het Instituto Camões voert bijvoorbeeld een pro-actief beleid en zet taaldocenten uit in de landen en bij de instellingen waar zij dat nodig vinden, op dit moment in dertig Europese landen. Ook richten zij Portugese Taalcentra op en wordt er extra geïnvesteerd in de ex-koloniën. De NTU kiest een heel andere koers. Zij gaat ervan uit dat het land zelf de basiskosten voor het onderwijs in het Nederlands op zich neemt. Voor aanvullende activiteiten en projecten kan men bij de Taalunie subsidie aanvragen. Zij gaat in op ‘de behoefte uit het veld’, waarbij de docenten hun behoefte aangeven. Dat gaat goed zolang er docenten zijn... En zo doet ieder land zijn eigen ding. Reciprociteit of samenwerking speelt niet echt een rol. Bij de onderhandelingen over het voortbestaan van Coïmbra kwam die reciprociteit weer eens ter sprake. Dat gebeurt wel vaker als er gediscussieerd wordt over wie wat moet betalen. Portugal roept dat ze een taaldocent in Nederland betalen, én een in Vlaanderen, én dat ze een Portugese Taalcentrum hebben opgericht. Van Nederlandse zijde wordt dan opgemerkt dat Portugees in Nederland en Vlaanderen hoofdvakken zijn, bijna volledig bekostigd door Nederland en Vlaanderen zelf, wat in geen verhouding staat tot de status van het Nederlands in Portugal. Vergelijking van appels en peren en een discussie zonder einde en zonder winnaars. Er zijn veel spelers op het gebied van de taalpolitiek: de Europese Unie, die politiek correcte meningen spuit zonder concreet beleid, de nationale regeringen, die ieder op geheel eigen wijze omgaan met het al dan niet uitzetten van de eigen taal in het buitenland, én de onderwijsinstellingen, die hun financiën op orde willen hebben en hun beperkte middelen zo goed mogelijk willen inzetten. Niet gehinderd door enig plichtsbesef ten opzichte van de vreemde talen, zetten zij de talen waar de meeste vraag naar is op het programma. Ze zijn per slot van rekening geen taalbeschermingsinstantie en ook steeds minder een universiteit in de oude zin van het woord maar steeds meer een door de markteconomie gestuurde supermarkt waar de student kennis kan inkopen. IVN-krant |nr. 4 | juli 2009 - extra editie|13e jaargang | www.ivnnl.com
4
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
De voorzitter van de RNTL, mevrouw Leen van Dijck, schrijft in een begeleidende brief bij het advies ‘Naar een internationale en interdisciplinaire neerlandistiek’ aan de Vlaamse minister Anciaux: «In het buitenland (over)leeft de neerlandistiek immers niet bij de gratie van het vanzelfsprekende nationale belang van de Nederlandse taal en cultuur. De Raad ontving in de voorbije periode meerdere noodsignalen. Het voortbestaan van diverse afdelingen Nederlands in het buitenland staat onder druk. De signalen geven aan dat wellicht herbezinning op het gevoerde beleid van de Taalunie wenselijk is om tegemoet te komen aan de moeilijke situatie die zich blijkbaar stelt voor sommige afdelingen Nederlands.» (http://taalunieversum.org/taalunie/advies_van_de_raad_over_internationale neerlandistiek/) We zijn het geheel met haar eens wat betreft de wenselijkheid op herbezinning op het huidige beleid van de NTU. Dat beleid is zeker succesvol geweest, maar de tijden veranderen en het is tijd voor aanpassingen. De NTU zou bij zichzelf te rade moeten gaan en duidelijk moeten weten én zeggen wat ze wil. Daarvoor dienen er verschillende vragen beantwoord te worden: wat willen we met het Nederlands aan buitenlandse universiteiten? Laten we gewoon de ‘natuur/de markt’ zijn gang gaan en accepteren we het sluiten van vakgroepen en gaan we ervan uit dat er ook wel weer vakgroepen Nederlands opgericht zullen worden zonder sturing vanuit het Nederlandse taalgebied? Of gaan we een pro-actief beleid voeren? Kiezen we voor een paar supervakgroepen in bijvoorbeeld Berlijn, Parijs en Londen, waar op goed niveau onderzoek en onderwijs plaatsvinden en ondersteunen we die? Of willen we in ieder geval aan minstens één universiteit per Europese lidstaat een vakgroep(je) Nederlands, zonodig met permanente financiële steun? Of zorgen we zelf voor het onderwijs van het Nederlands op universitair niveau voor buitenlanders en halen we buitenlandse geïnteresseerde studenten gewoon naar Nederland? We zien voor- en nadelen bij alle opties. En er zijn waarschijnlijk nog wel andere scenario´s te bedenken. De vraag is echter of het überhaupt een goed idee is om zo’n vernieuwde taalpolitiek voor het buitenland alleen voor het Nederlands te ontwikkelen. Het zou veel werkbaarder zijn als dat op Europees niveau gedaan werd voor meerdere/alle Europese talen. Met gemeenschappelijk geformuleerde taaldoelen en gezamenlijke instrumenten die een werkbare basis vormen om de tot nu toe slechts met de mond beleden Europese meertaligheidspolitiek praktisch mogelijk te maken. Wanneer de Nederlandse Taalunie, de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren, de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek en misschien nog wel andere instanties het eerst samen eens worden, zouden ze als één blok op Europees niveau kunnen gaan lobbyen voor een Europese taalpolitiek: qua ideeën én vooral ook qua uitvoering.
IVN-krant |nr. 4 | juli 2009 - extra editie|13e jaargang | www.ivnnl.com
5
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek Wij zijn van mening dat het secundaire, op-het-veld-reagerende Taaluniebeleid zijn langste tijd gehad heeft en dat het nu tijd is voor een NTU met een beleid dat duidelijk geformuleerde doelen nastreeft. We moeten met ons allen alleen nog even bedenken welke doelen dat precies zijn. Wellicht niet alleen voor Europa maar voor het Nederlands in de wereld.
Kroniek Nederlandse literatuur en cultuur op ’t web (5)
Virtual Dutch - www.dutch.ac.uk Liselotte Hammond, Christine Hermann, en Susan Mahmody (Universiteit Wenen) Virtual Dutch is een samenwerkingsverband van vier Britse universiteiten (UCL London, Universiteiten van Sheffield, Cambridge en Nottingham), gericht op het ontwikkelen van web -gebaseerd studiemateriaal voor Nederlands in het hoger onderwijs. Het materiaal is grotendeels vrij toegankelijk via internet. Het is geschikt voor zelfstudie en wordt - in de meeste gevallen - ook als onderdeel van een cursus Nederlands aanbevolen. Het doelpubliek zijn in de eerste plaats Engelstalige studenten die Nederlands leren, maar het materiaal is heel nuttig voor iedereen die Nederlands leert of doceert.
Structuur
Deze website is heel overzichtelijk en helder gestructureerd zodat de gebruiker er makkelijk zijn weg vindt. Het Nederlandstalige lesmateriaal omvat twintig digitale lespakketten rond de thema's literatuur, taal, geschiedenis en samenleving, gerangschikt naar drie niveaus van taalbeheersing (beginners, halfgevorderden, gevorderden). Voor sommige onderwerpen zijn studiepakketten op twee verschillende niveaus beschikbaar, en voor de meeste pakketten is er ook een Engelse versie. Behalve deze 'study packs' biedt Virtual Dutch de volgende hulpmiddelen: • twee zelfstudiecursussen voor leesvaardigheid (zeventiende-eeuws Nederlands en hedendaags zakelijk Nederlands); • twee grammatica's (voor beginners en voor gevorderde studenten) met Engels als voertaal, die met de studiepakketten gelinkt zijn, maar ook onafhankelijk ervan bestudeerd kunnen worden en ook een aantal zelfcorrigerende oefeningen bevatten; • twee online-taalcursussen (alleen nog voor ingeschreven studenten toegankelijk), en een 'Dutch language taster', waar je een eerste indruk van de Nederlandse taal kunt krijgen; • bibliografieën van Nederlandse literatuur in Engelse vertaling (- 2000) en van Engelstalige studies over Nederlandse literatuur en geschiedenis (- 2004), alsook een databank van de artikelen in Dutch Crossing, een metazoekfunctie waarmee je op de hele website kunt zoeken plus links naar externe bronnen. Een overzicht van alle beschikbare studiepakketten laat zien welk materiaal in een bepaald vakgebied op elk van de niveaus beschikbaar is (zoeken naar thema, niveau en taal is ook mogelijk). IVN-krant |nr. 4 | juli 2009 - extra editie|13e jaargang | www.ivnnl.com
6
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek Bij deze indeling willen we echter enkele vraagtekens plaatsen: zo staat het studiepakket 'P.C.Hooft' in de sectie voor gevorderden, hoewel de inleidende tekst vermeldt dat het bestemd is voor halfgevorderde studenten. In de Engelse versie van 'Multicultureel Nederland' die in de sectie voor gevorderden terecht is gekomen, wordt vermeld dat het materiaal geschikt is voor studenten 'with little or no knowledge of Dutch'. Ook de Nederlandse versie van 'Louis Couperus' voor beginners zou, gezien de vereiste woordenschat, misschien beter bij de sectie voor halfgevorderden passen. In de tabel zijn trouwens de Engelstalige pakketten over 'Samenleving' met 'Language' betiteld in plaats van 'Society', wat op het eerste gezicht wat verwarring zou kunnen opleveren. Inhoud Wat ons in verband met het thema van deze kroniek het meest interesseert, zijn de ‘study packs’ op het terrein van literatuur en cultuur. De meeste lespakketten zijn op een vergelijkbare manier opgebouwd, er wordt telkens een auteur en een fragment uit zijn werk besproken. De student kan de tekst beluisteren en lezen, de woordenschat, zinsbouw en culturele achtergrond bestuderen en vervolgens aan de hand van vragen over de tekst zelf testen of hij alles goed heeft begrepen. Met een klik kan hij telkens een voorbeeldantwoord bekijken. Het leerdoel is bij iedere les aan het begin duidelijk gedefinieerd, bijvoorbeeld een gedicht beter begrijpen, de achtergrond van een literaire tekst leren kennen, of de leesvaardigheid verbeteren. Om onze lezers een indruk te geven, zullen we bij wijze van voorbeeld enkele pakketten voor verschillende niveaus nader bekijken. Enkele voorbeelden Het pakket ‘Louis Paul Boon voor beginners’ is bedoeld voor studenten met een basiskennis van het Nederlands. De gebruikte woordenschat is gebaseerd op het Basiswoordenboek Nederlands. Woorden die daar niet in staan, worden verklaard als de student erop klikt (de Engelse versie van dit studiepakket geeft ook een Engelse vertaling). We krijgen eerst wat achtergrondinformatie over 'leven en werken' van deze schrijver (hier lezen wij onder meer in welk jaar Boon 'de belangrijkste prijs van Nederland' ontving – jammer dat niet vermeld wordt welke prijs dit was). Naast een korte literatuurlijst vinden we hier lees- en luisterversies (als Mp3 audio file) van het tekstfragment, een versie met aanklikbare woordverklaringen, een grammaticale analyse (met links naar de grammatica) en informatie over de culturele, historische en literaire aspecten (het was ons echter niet duidelijk waarom de literaire analyse in het menu pas onder de testvragen staat). Bijzonder leuk vonden wij de links naar afbeeldingen en geluidsfragmenten: zo kan je bij de verklaring van het woord 'beiaard' ook een geluidsfragment beluisteren. Met behulp van een aantal vragen en voorbeeldantwoorden kunnen wij onze kennis van de taal en de achtergrond van deze tekst zelf controleren. Aan het einde vinden we een evaluatieformulier. Van dit lespakket bestaat ook een versie voor halfgevorderden. Hier is de woordenschat gebaseerd op het Woordenboek Nederlands als tweede taal. Het gaat om hetzelfde tekstfragment, en het pakket heeft dezelfde opbouw als de versie voor beginners. De informatie en analyses zijn weliswaar uitvoeriger en in complexere taal geschreven, de grammaticale analyse ontbreekt. De woordverklaringen zijn ten dele hetzelfde (ook al wordt er een hoger niveau van taalbeheersing verondersteld), maar soms worden de uitdrukkingen hier ook in een bredere culturele en/of historische context geplaatst. IVN-krant |nr. 4 | juli 2009 - extra editie|13e jaargang | www.ivnnl.com
7
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
In de Engelse versie kunnen we de tekst niet alleen beluisteren, maar krijgen we ook een gesynchroniseerd transcript aangeboden waar telkens het zinsdeel dat we horen in een andere kleur verschijnt. Studiepakketten voor gevorderden (niveau: 4e jaar of MA) zijn meer op de literaire context en verwerving van literatuurhistorische kennis gericht. De student wordt aangemoedigd om zijn eigen standpunt te formuleren. Uiteraard kan het voorbeeldantwoord in dit geval slechts enkele mogelijke perspectieven laten zien, maar vaak werpt het ook een nieuwe vraag op en verwijst het naar de volgende vraag waar op dit aspect nader wordt ingegaan. Dit doorverwijzen is een inspirerend manier om de studenten zelf aan het denken te zetten in plaats van kant-en-klare antwoorden aan te bieden. Technische aspecten Navigatie Via de navigatiebalk aan de linkerkant kom je bij de afzonderlijke onderdelen van een studiepakket, maar je kunt ook onderaan elke pagina doorklikken naar het volgende gedeelte. De student kan zelf beslissen in welke volgorde hij de onderdelen wil bekijken qua woordenschat bouwen de stukjes binnen een cursus echter op elkaar voort. Multimedia De multimediale studiepakketten gebruiken de mogelijkheden die internet biedt op een creatieve manier en bevatten audio-files en afbeeldingen waarvan je de delen apart kunt aanklikken om meer informatie te verkrijgen. Een voorbeeld hiervan is de 'sprekende dialectkaart' waarop je met een klik de uitspraak van een woord in het dialect van verschillende plaatsen kunt beluisteren. Er worden ook tips voor het downloaden van de nodige programma's (zoals Quicktime Player) en browserinstellingen gegeven. Links De studiepakketten bevatten een goed doordacht systeem van verwijzingen. De verschillende soorten links zijn herkenbaar door het vooropgeplaatste symbool: links naar woordverklaringen, naar andere studiepakketten op deze website, naar een van de bibliografieën of de grammatica's, of naar een externe webstek (waarbij helaas niet alle links goed werken). Om enkele artikelen in de literatuurlijst als pdf te downloaden, is een password nodig. In sommige pakketten gaan de links naar externe sites of bibliografieën niet in een apart venster open, en dan kom je niet zomaar terug naar het studiepakket. Aan de verbetering van dit soort van tekortkomingen bij de hyperlinks wordt nu al gewerkt en we zijn zeker dat deze kleine mankementen gauw verdwenen zullen zijn.
IVN-krant |nr. 4 | juli 2009 - extra editie|13e jaargang | www.ivnnl.com
8
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek Wat nog beter zou kunnen • Lay-out: bij sommige pakketten is de tekst wit op een donkere achtergrond en daarom op den duur vermoeiend om te lezen. In de Engelse versie van 'Multatuli' werkt de scrollbar niet bij de voorbeeldantwoorden, waardoor ze niet helemaal te zien zijn. • Volgt men de link naar de bibliografie van vertalingen, dan verschijnt er een alfabetische lijst van auteurs met hun vertaalde werken (de link aan het einde van ieder record die verdere informatie belooft, werkt echter niet). Helaas wordt in dit lijstje de titel van het origineel niet vermeld, alleen het jaar van uitgave. Wanneer zelfs de titel van de vertaling ontbreekt (zoals in sommige records bij P.C. Hooft), is het verband helemaal niet meer te achterhalen. • Ten slotte willen we bij de woordverklaringen hier en daar een vraagteken zetten. Zo lijkt ons een verklaring als: 'Het communisme is een systeem waarbij geld en goederen gelijk verdeeld zijn' wat simplificerend (waarom moeten trouwens 'internationalismen' verklaard worden, ook al staan ze niet in het Basiswoordenboek?). Conclusie Virtual Dutch is een rijke bron aan zorgvuldig uitgewerkt en prachtig verzorgd onlinestudiemateriaal dat zowel geschikt is voor zelfstudie als voor gebruik in een cursus. De receptieve taalvaardigheden worden hier op een leuke en leerrijke manier geoefend. De productieve vaardigheden kunnen in een zelfstudiecursus uiteraard niet echt getoetst worden - de voorbeeldantwoorden geven weliswaar feedback om te bepalen op je op een juist spoor zit, maar een m ogelijkheid voor verdergaande feedback en communicatie met medestudenten ontbreekt. De lessen met het Engels als voertaal maken het ook voor mensen met een beperkte kennis van het Nederlands mogelijk om de cursus te volgen. Hoewel het materiaal voor een Engelstalig publiek is gemaakt, kunnen ook andere leerders er profijt van hebben. Misschien zou dit ook voor andere taalgebieden een mogelijkheid zijn om de zichtbaarheid en 'impact' van de studie Nederlands te vergroten? Kortom: een uitstekende website, aanbevelenswaard, en niet alleen aan docenten die op zoek zijn naar aantrekkelijk en inspirerend leermateriaal maar aan iedereen die op een leuke manier zijn kennis van de Nederlandse taal, literatuur en samenleving wil uitbreiden.
IVN-krant |nr. 4 | juli 2009 - extra editie|13e jaargang | www.ivnnl.com
9
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Meertaligheid in Nederland Jacomine Nortier, Nederland meertalenland. Feiten, perspectieven en meningen over meertaligheid. Amsterdam, Uitgeverij Aksant. ISBN 978 90 5260 338 4, 224 pagina’s, € 19,90. Dit boek is geschreven om de kennis over meertaligheid bij een breed publiek te vergroten, bijvoorbeeld bij politici en beleidsmakers, maar ook bij mensen die in het onderwijs werkzaam zijn, studenten, scholieren en anderen die vanuit hun werk in meertaligheid geïnteresseerd zijn. Het boek opent met de vraag wat meertaligheid eigenlijk is en wat het verschil is tussen taal en dialect (zo dat er al is). Daarna volgen vier delen waarin meertaligheid onder de loep wordt genomen vanuit verschillende perspectieven: vanuit politiek en beleid, vanuit het onderwijs, vanuit de talen zelf en vanuit de sprekers die meertalig zijn. De rode lijn is dat meertaligheid geen handicap is, maar een verrijking die allerlei voordelen biedt. Jacomine Nortier constateert dat het met de publieke opinie omtrent meertaligheid droevig is gesteld. Er blijkt een hardnekkig misverstand te bestaan dat gebruik en onderhoud van een andere taal als moedertaal ten koste gaat van het leren en spreken van het Nederlands. De auteur ziet het als haar belangrijkste opgave om dat misverstand de wereld (of in ieder geval Nederland) uit te helpen. Aan de orde komen o.a. de Europese taalpolitiek, het Nederlandse taalbeleid, de taalsituatie in Friesland en Twente (waar voornamelijk een andere taal dan het Nederlands wordt gesproken), Nederlands als tweede taal en het behoud van de eerste taal, dovenonderwijs en gebarentaal, de cognitieve voordelen van meertaligheid, het ontstaan van jongerentalen en over hoe talen elkaar beïnvloeden.
Berichten van buiten de muren
Duitsland
Antrittsvorlesung PD Dr. Rita Schlusemann Op maandag 6 juli, spreekt PD Dr. Rita Schlusemann haar ‘Antrittsvorlesung’ uit over het thema ‘Als ich diß buch in flemsch fant, da must es mir gefallen. Niederländische Literatur bis 1550 im deutschen Sprachraum’. De bijeenkomst vindt plaats in de bibliotheek van het Haus der Niederlande, 6 juli 2009, 18.00 uur.
IVN-krant |nr. 4 | juli 2009 - extra editie|13e jaargang | www.ivnnl.com
10
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek Heisenbergstipendium van de Deutsche Forschungsgemeinschaft voor PD Dr. Rita Schlusemann Privatdozentin Dr. Rita Schlusemann is per 1 juli 2009 als ‚Heisenbergstipendiatin’ verbonden aan de Universiteit Oldenburg. Met de toekenning van dit stipendium bevestigt de DFG de veelzijdige prestaties, excellente kwalificatie en erkende expertise van de neerlandica, vooral op het gebied van de Duits-Nederlandse literaire en culturele betrekkingen en wetenschapsgeschiedenis. Het Heisenbergprogramma ondersteunt vooraanstaande wetenschappers om zich op een leidinggevende positie als hoogleraar voor te bereiden, en bij de voortzetting van hun belangrijke projecten. Het stipendium is voor drie jaar toegekend, met een optie op een verlenging voor twee jaar. De innovatieve onderzoeksterreinen van Rita Schlusemann hebben tot doel de vroege dynamiek van de Nederlandse en Duitse cultuurgebieden in hun historische context alsook de diachrone implicaties van deze wisselwerking tot aan vandaag duidelijker in beeld te brengen. In de komende jaren zal zij aan drie grote projecten werken: 1) een handboek over Nederlands-Duitse culturele transfer tot 1550 dat gebaseerd is op haar bibliografie van de Duitse vertalingen van vroege Nederlandse literatuur (te verschijnen in 2010, uitgeverij De Gruyter); 2) een editie van de briefwisseling van de broers Jacob en Wilhelm Grimm met Nederlanders en Belgen; 3) onderzoek naar taal en geweld in literaire teksten, in het bijzonder de bewegende kracht en invloed van negatieve (grove, beledigende en kwetsende) en positieve (prijzende, aanmoedigende en ondersteunende ) 'geweld-ige' taal in en door literaire teksten. Rita Schlusemann studeerde aan de universiteiten van Münster, Nijmegen en Sheffield Nederlands, Engels en Duits en rondde al deze vakken af met een diploma. Zowel haar proefschrift over laatmiddeleeuwse versies van de Reynaert als haar habilitatie in de Nederlandse filologie verdedigde zij aan de universiteit in Münster. Zij werkte als docente bij diverse onderwijsinstellingen en universiteiten in Nederland en Duitsland. Mevrouw Schlusemann geeft colleges over Nederlandse en Duitse literatuur en cultuur van de middeleeuwen tot aan vandaag, heeft een aantal internationale workshops en congressen georganiseerd en verschillende derdegeldstroomprojecten geleid en succesvol afgerond, o.a. edities en moderne Duitse vertalingen van Reynaerts historie en Heinric van Veldekes Sente Servas. Het is voor het eerst dat de DFG het gerenommeerde 'Heisenbergstipendium' aan een neerlandicus heeft toegekend.
IVN-krant |nr. 4 | juli 2009 - extra editie|13e jaargang | www.ivnnl.com
11
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Hongarije De lente van 2009 stond bol van de activiteiten aan de Eötvös Loránd Universiteit! Vanaf 13 april tot 11 mei heeft Thomas Rosenboom als writer-inresidence aan de Vakgroep neerlandistiek opgetreden. Zijn colleges behandelden de roman Publieke werken. In zijn lezingen sprak hij onder meer over de achtergronden van de roman, de relatie fictie en werkelijkheid, de personages, de plaats, de leidmotieven, de humor en de tragiek, de receptie van de roman in Nederland en in het buitenland, en ten slotte de Hongaarse vertaling. De roman is in april 2009 verschenen in de vertaling van Judit Gera Thomas Rosenboom en Zsófia Tálasi in de serie ’Accenten’ van uitgeverij Gondolat. De writer-in-residence Hongaarse vertaling werd gepresenteerd in het kader van het vakgroep NeerlanBoekenfestival. Er werden verschillende evenementen rond het distiek Eötvös Loránd boek georganiseerd, onder andere gesprekken met de auteur op Universiteit het boekenfestival en een presentatie in het Merlin-theater. Het programma werd mogelijk gemaakt door het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds. Eind april vond in Boedapest ook het Nederlands en het Vlaams Cultureel Festival plaats. In het kader van het Nederlands cultureel festival, onder de titel ‘Niets is onmogelijk!’, werden onder andere voorleesavonden van twee Nederlandse drama’s georganiseerd. In het Merlintheater werd door bekende acteurs het toneelstuk Kras van Judith Herzberg en De dag en de nacht en de dag na de dood van Esther Gerritsen voorgelezen in de vertaling van Orsolya Varga. Aan de organisatie van beide festivals hebben studenten van de ELTE een grote bijdrage geleverd. Van 21 tot en met 23 mei 2009 werd het Regionaal Colloquium Neerlandicum, met de titel Diversiteit, aan de Vakgroep neerlandistiek aan de ELTE gehouden. De datum viel samen met het vieren van het veertigjarig jubileum van de neerlandistiek aan de Eötvös Loránd Universiteit. Het congres werd geopend door Judit Gera, vakgroephoofd, Marc le Clecq, senior projectleider Nederlandse Taalunie, Károly Manherz, staatssecretaris van hoger onderwijs en wetenschappen, Tamás Dezso, decaan van de Letterenfaculteit, Attila Péteri, onderdirecteur van het Instituut voor Germanistiek, en Gábor Pusztai, voorzitter van Comenius Vereniging voor neerlandistiek in Midden- en Oost-Europa. Om met het jubileum te beginnen: eind jaren zestig kreeg de neerlandistiek een plek bij de vakgroep Duits, daarna werd het Instituut voor Germanistiek en Romanistiek opgericht dat begin jaren negentig het Instituut voor Germaanse Talen en Culturen werd genoemd. Dat we vanaf september 2009 een geaccrediteerde MA-opleiding kunnen beginnen, is in vele opzichten het resultaat van onze intensieve samenwerking. De geschiedenis van de neerlandistiek aan de ELTE is met dr. Erzsébet Mollay begonnen van wie de vakgroep tot grote spijt van ons allemaal komende september afscheid moet nemen: zij gaat na vele jaren in de neerlandistiek met pensioen. Haar naam is een begrip geworden, onder andere IVN-krant |nr. 4 | juli 2009 - extra editie|13e jaargang | www.ivnnl.com
12
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek vanwege het Nederlands-Hongaars woordenboek waaraan ze meer dan tien jaar heeft gewerkt. Omdat ze het taalkundige onderdeel van de neerlandistiek vertegenwoordigt, is het misschien op zijn plaats om te verm elden dat er een ex-studente van de ELTE, Zsófia Tálasi, onlangs in Nederland is gepromoveerd op haar taalkundige proefschrift: haar promotors waren Marijke van der Wal en Cor van Bree. En nu over het verloop van het colloquium. Het thema van het congres, diversiteit, heeft veel belangstelling gewekt. Er kwamen vijf key note sprekers om plenaire lezingen te geven: Frans-Willem Korsten heeft een lezing over de fetisj van de diversiteit gegeven; David van Reybrouck (wiens aanwezigheid mogelijk werd gemaakt door de Vertegenwoordiging van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Fonds voor de Letteren) hield een ‘gesprek’ met Multatuli; Marc van Oostendorp sprak over de dialectenrenaissance; Maaike Meijer nam de zwartheid in de witte verbeelding onder de loep op basis van enkele gedichten van Vasalis en Wim Vandebussche weerlegde een mythe over taalconflicten en taalvariaties in Vlaanderen. Naast de plenaire lezingen vonden er vijfenveertig lezingen in drie parallelsessies plaats. Aan het colloquium hebben in totaal een honderdtal mensen deelgenomen. De onderwerpen van de lezingen waren zeer uiteenlopend; van Rubens’ Morenfiguren tot bijbelvertalingen, van de eenentwintigste-eeuwse Nederlandstalige poëzie tot de gebarentaalwetenschap, van de verhouding tussen Nederland en Suriname tot taalvariatie in Vlaanderen. Naast het drukke wetenschappelijke programma vonden tijdens het colloquium enkele extra activiteiten plaats, zoals een prachtig concert van Márta Sebestyén, de wereldberoemde vertolkster en verzamelaarster van de volksmuziek van de diverse volkeren van de Hongaarse regio. Op de tweede avond heeft de Vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschap, de heer André Hebbelinck, de deelnemers uitgenodigd voor een ’friet en bier’-receptie in de tuin van de universiteit. Op de laatste avond konden de gasten een nieuwe productie in het Operahuis beluisteren. Tijdens het congres vond ook de ledenvergadering van Comenius plaats waar het oude bestuur aftrad en een nieuw bestuur gekozen werd. Het nieuwe bestuur bestaat uit: Wilken Engelbrecht, voorzitter; Malgorzata Dowlaszevicz, secretaris; Ula Topolska, penningmeester; Rinaldo Neels, redacteur nieuwsbrief en webmaster; Judit Gera, vertegenwoordiger bij de IVN; Jan Pekelder, redacteur van Amos. Onze dank gaat uit naar de hoofdsponsor van het congres: de Nederlandse Taalunie. Het Regionaal Colloquium in Boedapest is succesvol verlopen. Het volgende colloquium, over twee jaar, wordt door de vakgroep Neerlandistiek aan de Universiteit van Belgrado georganiseerd. Orsolya Varga
IVN-krant |nr. 4 | juli 2009 - extra editie|13e jaargang | www.ivnnl.com
13
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Slovenië
Het lectoraat voor de Nederlandse taal & cultuur in Ljubljana is eindelijk digitaal: www.nizozemscina.si. Dobrodošli/Welkom ! Anita Srebnik
Colofon De IVN-krant is een uitgave van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek Van Dorthstraat 6 2481 XV Woubrugge, Nederland tel. ++ (31) 172 518 243, fax ++ (31) 172 519 925 e-mail
[email protected] website www.ivnnl.com (Dinsdag, woensdag en donderdag bereikbaar via de Universiteit Leiden (Nederlands/Dutch Studies), tel. + 31 71 527 2110;
[email protected]). Eindredactie: Marja Kristel Correspondenten: Mona Arfs (Noord-Europa), Antoinet Brink (Zuid-Europa), Eliza Gustinelly en Yanna Parengkuan (Indonesië), Stefan Kiedron (Midden- en Oost-Europa), met de volgende lokale verslaggevers: Rinaldo Neels (Lublin), Agnieszka Smiertka (Warschau), Babara Kalla (Wroclaw); Henriette Louwerse (Verenigd Koninkrijk), Lut Missinne (Duitsland), Guy Janssens (Franstalig België), Laurent Réguer (Frankrijk). Deadline kopij voor de volgende editie: 15 september 2009. De IVN-krant verschijnt vijf tot zes maal per jaar in een elektronische editie. Voorgaande nummers, vanaf jaargang 7 (2002), zijn in te zien via www.ivnnl.com , klik door naar IVN-krant. Wilt u de IVN-krant niet meer ontvangen? Het is voldoende om een e-mail met die boodschap te sturen naar
[email protected].
IVN-krant |nr. 4 | juli 2009 - extra editie|13e jaargang | www.ivnnl.com
14