IVN-krant Nr. 3 | juni/juli 2010 | 15e jaargang | www.ivnnl.com Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Inhoud 2 3 4 5 6 8 12 14 17 22 25 25
Beatrijs internationaal Oproep – Vergelijkende Literatuurstudie Pas verschenen Overpeinzingen uit Leuven (22) – Joop van der Horst Tentoonstellingenagenda Congressen, colloquia, symposia Van de IVN Diversen Berichten van buiten de muren Berichten van binnen de muren Bericht uit Woubrugge Colofon
Voor vacatures in de internationale neerlandistiek, zie: www.ivnnl.com > vacatures.
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Beatrijs internationaal Van de Beatrijs bestaat slechts één Middelnederlands handschrift, maar het aantal vertalingen is enorm. De eerste Nederlandse vertaling verscheen in 1879 (Honigh) en daarna volgden er nog minstens zeven (de laatste door Willem Wilmink, 1995). Minder bekend is dat de tekst ook internationaal verspreid raakte. Zo zijn er vertalingen in het Duits (1870, 1901, 1919, 1938), het Engels (1896, 1901, 1909, 1915, 1927), het Frans (1897, 1930, 1949), het Tsjechisch (ca. 1910), het Afrikaans (1939), het Esperanto (1986), het Noors (1990), het Fries (1993) en zelfs in het dialect van Spakenburg (2005). Enkele van deze vertalingen zijn sinds kort ook op de DBNL beschikbaar. Dat de tekst tot de literaire canon behoort, blijkt ook uit de vele bewerkingen zoals die van Boutens (lyriek), Teirlinck (toneel) en Landré (opera). En ook hier bleef de uitstraling niet tot het Nederlands beperkt, getuige Maeterlincks toneelstuk Soeur Béatrice (1901) en de cultuurkritische bewerking in het Papiamento door Frank Martinus Arion (Ser Betris, 1968). Binnen het samenwerkingverband van de Internationale Historische Neerlandistiek werd in mei 2009 in Boedapest een werkgroep opgericht om de mogelijkheden af te tasten die vertalingen van oudere Nederlandse teksten bieden. Al snel werd er gekozen om de Beatrijs centraal te stellen. De opzet was dat op verschillende vakgroepen neerlandistiek samen met studenten gewerkt zou worden aan een close reading en vertaling van deze Middelnederlandse tekst naar eigen taal. In Boedapest zijn studenten van twee universiteiten begonnen aan een Hongaarse vertaling en binnenkort starten ook groepen in Napels, Cambridge en wellicht ook Wrocław, Olomouc en Münster/Oldenburg. Bovendien wordt in het kader van de reeks Bibliothek mittelniederländischer Literatur (BiMiLi) gewerkt aan een nieuwe Duitse vertaling.
Waarom spreekt de tekst zo
De dynamiek die nu ontstaat, zouden we graag benutten om ervaringen uit te wisselen, nieuwe perspectieven te openen en verdere initiatieven te ontwikkelen. Vanuit het ruime materiaal rond de Beatrijs dienen zich tal van vragen aan. Hoe werd in het verleden omgegaan met verschillende vertaalopties? Wat verklaart het ontstaan van vertalingen op bepaalde momenten en in bepaalde regio’s? Welke functies vervulden deze vertalingen? Wat is het literaire, wetenschappelijke of didactische doel van nieuwe vertalingen? Welke beslissingen moet een vertaler zoal nemen? Hoe kunnen vorm en inhoud overgezet worden naar een andere, latere cultuur? Wat bepaalt de keuze voor een letterlijke vertaling of een vrijere bewerking? Of breder: welke tendensen zien we in de internationale receptie van de Beatrijs? Waarom spreekt de tekst zo tot de verbeelding?
tot de verbeelding?
IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
2
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek Graag zouden we in de nabije toekomst een internationaal congres organiseren om over deze en andere vragen rond de Beatrijs verder na te denken. De resultaten ervan hopen we te publiceren in een themanummer van het tijdschrift Internationale Neerlandistiek of aan te bieden als uitgave in de nieuwe serie Lage Landen Studies. Voor een officiële Call for papers is het nog iets te vroeg, maar met dit eerste bericht willen we alvast peilen naar de belangstelling. Wie graag zou participeren in het project – of wellicht nog een onbekende vertaling op het spoor is gekomen – kan contact opnemen met Anikó Daróczi en Orsi Réthelyi:
[email protected]. Anikó Daróczi (KGRE Budapest) Franco Paris (Napels) Orsi Réthelyi (ELTE Budapest) Rita Schlusemann (Oldenburg) Remco Sleiderink (Brussel) Elsa Strietman (Cambridge)
Oproep
Vergelijkende Literatuurstudie In 2010 is het studieboek Inleiding literatuurgeschiedenis voor de internationale neerlandistiek van Judit Gera en A. Agnes Sneller bij uitgeverij Verloren verschenen. In zeven chronologisch geordende hoofdstukken worden de hoogtepunten uit de Nederlandse literatuur van zowel Vlaanderen als Nederland besproken. In elk hoofdstuk wordt bovendien aandacht besteed aan de historische context. Ook worden er verschillende literatuurbenaderingen behandeld en tekstanalyses gegeven. Alle hoofdstukken worden afgesloten met een aantal opdrachten. Onder de opdrachten bevinden zich telkens vragen in verband met de eigen literatuur. De bedoeling van deze specifieke opdrachten is de studenten aan te sporen om de literatuur van Nederland en Vlaanderen enerzijds en hun eigen literatuur anderzijds met elkaar te vergelijken. Zo krijgen zowel de Nederlandstalige als de eigen literatuur meer reliëf. Al vergelijkend krijgen de studenten ook een beter inzicht in de specifieke verschillen en overeenkomsten gedurende een bepaalde periode. Onderhavig project vormt een voortzetting van het studieboek. We willen docenten Nederlands oproepen om al dan niet samen met studenten vergelijkende artikelen te schrijven. Deze kunnen betrekking hebben op elk van de periodes, van middeleeuwen tot heden. Mogelijke onderwerpen zijn: 1. Parallellen, overeenkomsten van thematiek, motieven, stijl, personages, ruimte, tijd, handeling 2. Verschillen van thematiek, motieven, stijl etc. in Nederlandstalige en nietNederlandstalige werken uit dezelfde periode IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
3
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek 3. Aantoonbare invloeden van Nederlandstalige auteurs op andere Europese auteurs en omgekeerd 4. Receptie van Nederlandstalige schrijvers buiten Nederland en Vlaanderen en receptie van niet-Nederlandstalige schrijvers in Nederland en Vlaanderen 5. Overeenkomsten op grond van ideologieën: bijvoorbeeld feminisme, postkolonialisme 6. Zogenaamde wandel-motieven d.w.z. literatuurhistorische motieven zoals het Faustmotief, het Judith-motief, het Blauwbaard-motief etc. in de verschillende literaturen 7. Een literair werk en de vertaling(en): vertaalanalyse, vertaalkritiek (Nederlands literair werk in een andere taal, niet-Nederlandstalig werk in het Nederlands) Hierbij roepen we geïnteresseerde vakgroepen graag op om aan dit project mee te werken. De bijdrages kunnen in een bundel vergelijkende studies uitgegeven worden. Zo'n boek zou bijdragen aan de contextualisering van de verschillende literaturen en biedt reflectie op zowel de Nederlandstalige als de niet-Nederlandstalige literaire werken. Looptijd project: twee-drie jaar Plaats van uitgave boek: Nederland en/of Vlaanderen Mogelijke subsidiegevers: Nederlandse Taalunie, instanties buiten Nederland en Vlaanderen Project aangevraagd door: ELTE Boedapest Vakgroep Nederlands, Judit Gera in samenwerking met de betreffende vakgroepen Redactie: A. Agnes Sneller Afsluitend congres of workshop, presentatie bundel Belangstellenden nemen contact op met Judit Gera:
[email protected]
Pas verschenen Praagse Perspectieven 6, Handelingen van het colloquium van de sectie Nederlands van de Karelsuniversiteit te Praag, op 22 en 23 oktober 2009. Onder redactie van Zdenka Hrnčířová, Kees Mercks, Jan Pekelder, Ellen Krol en Jesse Ultzen. Praag: Universitaire pers 2010. 204 blz. ISBN 978-807308-306-9. In mei 2010 is verschenen de bundel Praagse Perspectieven 6, met lezingen en bijdragen over Nederlandse taal- en letterkunde. Het letterkundige onderdeel is gewijd aan ‘Het beeldverhaal in Nederland, België en Tsjechië’ en het taalkundige aan: ‘Het Nederlands van de 21e eeuw.’ Twee artikelen bieden een overzicht van de geschiedenis van het stripgenre in Nederland en België, te weten respectievelijk de bijdragen van Jos van Waterschoot (UB Amsterdam) en Tine Anthoni (Belgisch Stripcentrum). Daarnaast besteedt Rudi de Vries (Rijksuniversiteit Groningen) aandacht aan de canonisatie van de strip in het literaire veld en Gert Meesters (Universiteit van Luik) aan de internationalisering van de strip. Lucie Sedlačková (Karelsuniversiteit Praag) schetst in een overzichtsartikel de bewogen geschiedenis van de strip in Tsjechië en Kees Mercks (Universiteit van Amsterdam) onthult de achtergronden van de eerste Tsjechische vertaling van Tom Poes. De voorplaat, afkomstig uit de Waalse strip De IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
4
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek Praagse nacht van Borile over Victor Sackville wordt toegelicht door Albert Gielen. In het taalkundige deel over ‘Het Nederlands van de 21e eeuw draait het om de vraag waar het met het Nederlands naar toe gaat. Joop van der Horst (Katholieke Universiteit Leuven) verdedigt de stelling, dat het Nederlands als standaardtaal aan het verdwijnen is, terwijl Cor van Bree (emeritus Universiteit van Leiden) niet gelooft in het loslaten van algemene taalnormen. Iva Rezková (promovenda Karelsuniversiteit Praag) bespreekt de opname van Engelse woorden in het Nederlands en Hugo Brandt Corstius (voorheen Universiteit van Parijs-Sorbonne) laat in ‘Jaderlands’ zien dat het Nederlands van de 21e eeuw een rijke interessante taal is. Jan Cumps (Katholieke Universiteit Leuven) overbrugt de beide thema’s van het colloquium in een bijdrage over de taal van strips en strips als literatuur. Te bestellen bij: J. Ultzen (
[email protected]), Karelsuniversiteit Praag. Prijs 15 euro. Ellen Krol
Overpeinzingen uit Leuven (22)
Mcharrebi Mijn eerste leerling was Mcharrebi. Er waren namelijk vrijwilligers opgetrommeld om Nederlands te leren aan gastarbeiders. En ik kreeg Mcharrebi toegewezen, een vriendelijke Marokkaan die al een jaar of vijf in Nederland was maar nog geen woord van de taal geleerd had. Wekelijks kwamen we bijeen, voor anderhalf uur Nederlandse les, eerst in een maatschappijkritisch lokaal, later ook wel op Mcharrebi's kamer. Hij deelde die kamer met vijf andere Marokkanen, van wie er steeds drie sliepen, zodat we zachtjes moesten praten. Het aantal bedden in de kamer was daarvoor precies gepast, vooropgesteld dat er drie man in de dagploeg werkten en drie man in de nachtploeg. De kamer was trouwens ook precies gepast, want er had geen vierde bed bij gekund. Zodoende. Nog weer later, toen zijn vrouw en talrijke kinderen naar Nederland waren gekomen, heeft hij een kleine zolderverdieping kunnen huren. Mijn lessen waren niet erg succesvol. Na een jaar of twee konden we elkaar nog steeds amper verstaan. Dat kwam voor een belangrijk deel doordat ik volstrekt niet wist hoe je zoiets moest doen. En ook wel doordat het ons ontbrak aan ook maar de eenvoudigste didactische hulpmiddelen, boeken of methodes; we hadden gewoon helemaal niets. En misschien was Mcharrebi ook niet zo'n talenwonder. Wat ons niet belette om in onze bijna woordenloze vriendschap wekelijks van die mierzoete groene thee te drinken. Op het laatst, toen ik al uit Leiden weg was en zou gaan trouwen, heeft hij nog eens een vriendenmaal aangericht, bij ons thuis. Dat was in Marokko zo de gewoonte; zoveel heb ik er toch van begrepen. Met de bus kwam hij naar Wassenaar, met twee volle boodschappentassen. Uren was hij in de keuken voor ons bezig. Hij kon goed koken. Het valt me op, bij alles wat je leest over taalonderwijs aan allochtonen, dat het rond 1970 zo IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
5
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek primitief toeging. Ongelooflijk primitief. Mijn verhaal is helemaal niet uitzonderlijk. Geen boeken, geen methodes, geen materiaal, geen ervaring, niks. Pas in de jaren 80 en 90 is dat een beetje van de grond gekomen. Meer dan twintig jaar moest het duren voor er professioneel werd lesgegeven. Het lijkt haast wel alsof Nederland in 1970 bij nul begon. Terwijl er op dat moment al minstens honderd jaar Engels, Frans en Duits gegeven werd op middelbare scholen. Er moet dus al een hoop kennis, inzicht en ervaring geweest zijn in het tweede-taalonderwijs. Was het leren van Engels, Frans en Duits aan Nederlandstalige kinderen en volwassenen zo totaal anders dan het leren van Nederlands aan mensen met een andere moedertaal? En trouwens, dat was toch ook al eerder gedaan? Vanwaar die trage start van het onderwijs Nederlands aan allochtonen? Ik heb daar eigenlijk geen goeie verklaring voor. Was het aanvankelijk onwil van instanties om Nederlands te gaan leren aan personen die men liefst weer snel zag vertrekken? ('Als ze Nederlands kennen, gaan ze niet meer weg'). Was het later de ambivalente houding tegenover de allochtone moedertalen, die nu eens wel en dan weer niet een aanvaarde rol mochten spelen? ('Als ze Turks, Berber, etc. blijven praten, integreren ze niet'). Ik denk dat iemand dit eens heel goed uit moet zoeken. En het zou me niet verbazen als de uitkomst van dat onderzoek verre van verheffend blijkt te zijn. Mcharrebi ben ik uit het oog verloren. Toen ik hem later weer eens wilde opzoeken op zijn zolderverdieping, bleek hij verhuisd. Laatst zat ik in de bus tegenover een onvervalst Leids sprekend meisje met Marokkaanse achtergrond. Ze zou een kleindochter geweest kunnen zijn. Joop van der Horst
Tentoonstellingenagenda In deze rubriek vindt u informatie over speciale tentoonstellingen in musea in Nederland en Vlaanderen. Alle in deze rubriek opgenomen tentoonstellingen hebben een relatie met de Lage Landen. Kijk ook eens op: www.tento.be en www.museumserver.nl Amsterdam Rijksmuseum, Jan Luijkenstraat 1 www.rijksmuseum.nl tot en met 13 september 2010 Miró - Jan Steen Na het zien van De luitspeler van Hendrick Sorgh en De dansles van Jan Steen schildert de Spaanse Joan Miró )1893/1983' in de nazomer van 1928 zijn beroemd geworden drie Hollandse interieurs. Samen met de schetsen en voortekeningen worden die getoond met hun zeventiende-eeuwse voorbeelden. IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
6
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Antwerpen Letterenhuis, Minderbroedersstraat 22 www.letterenhuis.be tot en met 31 december 2010 Expo. Dicht bij Elsschot Ter gelegenheid van Elsschots vijftigste sterfdag worden vanaf 30 mei 2010 allerlei activiteiten georganiseerd in Antwerpen. In het Letterenhuis aandacht voor onder meer brieven, kladhandschriften, typoscripten, enkele personalia en zakelijke documenten. Handschriften en verbeterde drukproeven van Lijmen, Het tankschip en Het dwaallicht laten zien hoe de auteur een tekst herwerkte en bijstuurde. Den Haag Mauritshuis, Korte Vijverberg 8 www.mauritshuis.nl tot en met 22 augustus 2010 De jonge Vermeer Johannes Vermeer (1632-1675) is wereldberoemd geworden door zijn voorstellingen uit het dagelijkse leven maar toen hij rond zijn éénentwintigste met schilderen begon, legde hij zich vooral toe op het schilderen van traditionele onderwerpen uit de Bijbel en de klassieke mythologieën. Dat vroege werk verschilt niet alleen qua onderwerp van zijn latere schilderijen, maar ook qua schilderstijl. In de tentoonstelling worden drie schilderijen uit het begin van Vermeers carrière bij elkaar gebracht. Samen met Vermeers latere schilderijen Gezicht op Delft (c.1660) en Meisje met de parel (c.1665) uit de vaste collectie, worden de verschillen tussen het vroege en het late werk van Vermeer duidelijk. Oostende Mu.ZEE, Romestraat 11 www.muzee.be tot en met 29 augustus 2010 Bij Ensor op bezoek James Ensor (1860-1949) woonde bijna zijn hele leven in Oostende, tot zijn 57e in zijn ouderlijk huis dat zich boven een souvenirwinkel bevond. Maskers en skeletten werden zijn handelsmerk op carnavaleske tentoonstellingen die het onbegrip, de hypocrisie en de bekrompenheid van de massa en de gevestigde kunstwereld moesten bespotten. De expositie vindt plaats in Ensors huis, en met name in de Blauwe Salon waar hij zijn bezoek placht te ontvangen. Er hangt één origineel schilderij van de meester (en veel reproducties); zwartwit-foto´s uit Ensors archief, IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
7
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek brieven, zijn boekenkast enz. Utrecht Centraal Museum, Agnietenstraat 2 www.centraalmuseum.nl tot en met 22 augustus 2010 Kiki Lamers / Hoofden (én Pyke Koch) Kiki Lamers (1964) heeft als beeldend kunstenares bekendheid verworven met haar realistische portretten en figuren. Foto’s van kinderen vormen de basis van haar schilderijen. Het kindergezicht is nog ongetekend door emoties en volgens Lamers daarom het ideale projectievlak voor expressie. Een letterlijke betekenis of symboliek is er niet; het zijn beelden om intuïtief te ervaren. Naast het werk van Kiki Lamers is een selectie werken van Pyke Koch (1901-1991) te zien.
Congressen, colloquia, symposia Sel-studiedag / www.sel.ugent.be
Ivo Michiels en de kunsten Op 15 september 2010 vindt aan de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL, Gent) een SEL-studiedag plaats over de Vlaamse schrijver en criticus Ivo Michiels. SEL is een VUB-UGentonderzoeksgroep die zich toelegt op de bestudering van experimentele literatuur. De studiedag belicht de verhouding van Ivo Michiels en zijn werk tot de verschillende kunsten. Niet alleen speelde Michiels een rol in het bredere, artistieke veld als kunst- en filmcriticus, hij werkte ook zelf mee aan een pak films en had contacten met belangrijke kunstenaars. In zijn literaire teksten schreef hij onder andere over Lucio Fontana, Asger Jorn, André Delvaux en Samuel Beckett, en hij integreerde de betekenisgeving van andere media (zoals film, schilderkunst, radio) in zijn literaire werk. In de negen lezingen van de studiedag komen al deze aspecten van “Ivo Michiels en de kunsten” aan bod. Deelname aan de studiedag is gratis. U wordt verzocht om zich aan te melden met een mail naar
[email protected]. Locatie: KANTL / Koningstraat 18 /9000 Gent Organisatie: Lars Bernaerts, Hans Vandevoorde en Bart Vervaeck in samenwerking met de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Meer informatie: www.sel.ugent.be of www.vub.ac.be/TALK
IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
8
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
A Germanic Sandwich 2010: Dutch between English and German Vergelijkende taalkunde-workshop Oldenburg, 17-18 September 2010 In het najaar van 2005 vond in Berlijn een workshop plaats met als onderwerp de vergelijking van de drie Germaanse talen Nederlands, Engels en Duits. De aanleiding voor deze workshop was de publicatie in 1956 van 'Nederlands tussen Duits en Engels', een studie van de bekende Nederlandse taalkundige C.B. van Haeringen. In 2006 verscheen er een gelijknamige bundel met de bijdragen van de workshop. De deelnemers spraken ook af regelmatig dergelijke C.B. van Haeringen vergelijkende workshops te houden. 'A Germanic Sandwich 2010' is de derde in deze serie waarin het Nederlands wordt vergeleken met zijn naaste buren na de succesvolle tweede aflevering in Sheffield afgelopen jaar (een verslag en de presentaties van deze bijeenkomst zijn hier http://dutchcentre.group.shef.ac.uk/sandwich.htm te vinden). De tweedaagse workshop vindt op 17 en 18 september 2010 plaats aan de Carl von Ossietzky universiteit van Oldenburg en wordt georganiseerd door de afdeling Neerlandistiek en de faculteit voor taal- en cultuurwetenschappen. De workshoptalen zullen zijn: Nederlands, Duits en Engels. Het programma, meer informatie en een registratieformulier vindt u hier: http://www.niederlandistik.uni-oldenburg.de/germanicsandwich2010/ bij vragen, mail:
[email protected].
Midden-Europa & de Nederlanden Literaire inspiraties, variaties, combinaties (van interbellum tot heden) Brussel, 25-26 februari 2011 Call for papers (indiendatum 15 augustus 2010) Van Polen uit, waaide geen bevruchtende bries over den europeeschen akker; geen markante litteraire stroomingen daarentegen of ze lieten op de poolsche landouwen een uiterst vruchtbare slib achter. Joris Eeckhout, Litteraire profielen (1947, 26) De onderzoekseenheden Literatuurwetenschap: Nederlandse Literatuurstudie en Slavische Studies (K.U.Leuven) en de vakgroepen Nederlandse Literatuur en Slavistiek en OostEuropakunde (Universiteit Gent) organiseren in samenwerking met de internationale IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
9
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek onderzoeksgemeenschap Olith een tweedaags symposium dat focust op raakpunten en dwarsverbanden tussen de contemporaine Nederlandse literatuur en de literaturen van Midden-Europa. ´Midden-Europa´ wordt in deze aankondiging met enige semantische elasticiteit gehanteerd ter aanduiding van de ´kleine(re)´ taal- en literatuurgebieden die zich uitstrekken in ´het midden´ van Europa, tussen het Duitse en het Russische taalgebied. Door dit vrijwel onontgonnen terrein aan te boren beogen de organisatoren een revisie van een aantal gangbare tendensen en ideeën in comparatief literatuuronderzoek langs de Europese oost-westas. Eerst en vooral wordt dat onderzoek, zeker voor de moderne periode, gekenmerkt door een sterke aandacht voor Russische letterkunde en de wisselwerking ervan met de West-Europese literaturen. Die historisch gegroeide onderzoeksfocus gaat tot op zekere hoogte samen met de idee dat de ´kleinere´, Midden-Europese literaturen weinig of niets hebben bijgedragen tot de Europese literatuur van de jongste eeuwen en vooral bedrijvig zijn geweest in het navolgen van internationale stromingen en trends. Het geplande symposium richt zich specifiek op bijdragen (al dan niet work-in-progress) die het literaire ´tweerichtingsverkeer´ tussen Midden-Europa en het Nederlandse taalgebied tijdens de voorbije honderd jaar in kaart brengen, zowel op het vlak van concrete teksten, werken en auteurs als op het vlak van literaire genres en stromingen. De theoretische en methodologische invalshoeken van waaruit deze verschillende niveaus benaderd kunnen worden, zijn logischerwijze divers (creatieve receptie, typologische overeenkomsten & verschillen, literaire beeldvorming, vertaalpraktijken, ...). Rond deze algemene thema’s verwachten we een titel en een korte abstract (ca. 300-500 woorden) waarin de invalshoek, de vraagstelling, het corpus… van het voorgestelde onderzoek worden aangegeven. Op basis daarvan zal het organiserend comité de voorstellen selecteren, in functie van het beperkte aantal deelnemers, de aansluiting bij de voorgestelde thema’s en de samenhang tussen de diverse voorstellen. Geselecteerde deelnemers zullen hierover eind september bericht krijgen. Van geïnteresseerde sprekers wordt concreet verwacht dat zij (1) uiterlijk op 15 augustus 2010 de titel en een korte abstract van hun mogelijke bijdrage bezorgen en dat zij (2) uiterlijk op 1 februari 2011 een min of meer uitgewerkte tekst (maximum 15 pagina’s) ter beschikking stellen van de andere deelnemers aan het symposium, met het oog op de discussie. Voor informatie en aanmelding:
[email protected] en
[email protected]
IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
10
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Colonial and Post-Colonial Connections in Dutch Literature The 2011 Berkeley Conference on Dutch Literature 15/17 september 2011 Call for papaers Dutch literature is more than just literature about a tiny piece of land at the estuary of the Rhine. From the Caribbean to South-Africa, from Southeast-Asia to Western Europe, the Dutch language forms a common bond in a literature that was and is deeply marked by intercultural connections. In recent decades, considerable attention has been given to Dutch colonial and postcolonial literature, but the importance of intercultural connections within the Dutch colonial network has been neglected. What were the cultural and literary networks between Batavia, Galle, Nagasaki, and the Cape Colony? How did the slave trade connect authors in Willemstad and Paramaribo with Gorée and Elmina at the African West Coast? How did Jewish communities link Recife in Dutch Brazil to New Amsterdam on the American East Coast? And how did Amsterdam, Leiden or The Hague function as intellectual intermediaries between the Netherlands and the different colonies? This pluricentric perspective on Dutch literature remains relevant in modern times. After the colonial era ended, the Dutch language continued to produce literature that fostered intellectual bonds between the Caribbean, Southeast Asia, South Africa, and Western Europe. These intercontinental contacts were even intensified and grew in diversity when three centuries after the first Dutchmen ventured out into the wide world, the world came to the Netherlands. Inhabitants of the former colonies first, followed by immigrants and refugees, transformed the Dutch literary landscape to the point that an international perspective on Dutch literature has become a necessity. The 2011 Berkeley Conference in Dutch Literature at the University of California, Berkeley, intends to bring together a selection of literary scholars and cultural historians from all over the world to debate Dutch literature within the framework of intercultural connections in Dutch colonial and post-colonial studies. Please send a ca. 500 word abstract for a 20 minute paper to Jeroen Dewulf at
[email protected] by February 1, 2011. The conference will take place on the UC Berkeley campus and the proceedings will be subsequently published. Details about the conference will be presented shortly on the UC Berkeley Adriaan van Dis Dutch Studies website, dutch.berkeley.edu. Keynote speaker: Adriaan van Dis
IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
11
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek Organizing Committee: Jeroen Dewulf (University of California, Berkeley); Michiel van Kempen (Universiteit van Amsterdam); Olf Praamstra (Universiteit Leiden), Siegfried Huigen (Stellenbosch University) Zie ook www.ivnnl.com > Congressen voor een volledig en actueel overzicht
Van de IVN
Uit het bestuur Jane Fenoulhet, vicevoorzitter in het IVN-bestuur, is benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Zij kreeg op 29 april door de Nederlandse ambassadeur in het Verenigd Koninkrijk de bijbehorende versierselen opgespeld. Bij die gelegenheid sprak de ambassadeur met bewondering over Jane Fenoulhets lange en boeiende carrière en haar bijdrage aan de kennis van de Nederlandse taal, literatuur en cultuur in de Engelssprekende wereld. Ook werd haar Jane Fenoulhet bijdrage aan de internationale neerlandistiek genoemd (IVN en haar aandeel in het advies voor de Raad van Nederlandse taal en letteren) en werd stilgestaan bij haar bijdrage aan (het beeld van) de Nederlandse maatschappij (samenwerking met Nederlandse collega's, bijdrage aan taal- en cultuurbeleid, commentaar op Nederland in de Engelse pers).
Tjits Roselaar, IVN-directeur in spe Eind jaren 80 ben ik afgestudeerd als Arabist aan de universiteit van Nijmegen. Naast mijn studie Talen en Culturen van het Midden-Oosten heb ik het doctoraalprogramma Taal en Minderheden aan de universiteit van Tilburg (UvT) voltooid. Dat leverde buiten vele bijzondere inzichten ook een baan op: via de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek kon ik als onderzoeker aan de slag om de Tjits Roselaar tweetalige ontwikkeling van Marokkaanse kleuters in Nederland in kaart te brengen. Enkele jaren later ontdekte ik mijn nieuwe passie: het NT2-onderwijs aan hoog opgeleide anderstaligen. Al geruime tijd leid ik de afdeling Nederlands van het Talencentrum van de UvT en doceer NT2 aan aspirant-studenten en internationale studenten aan deze universiteit. In die functie heb ik een stevig netwerk in binnen- en buitenland opgebouwd.
IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
12
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Op het colloquium van 2009 heb ik kennisgemaakt met de IVN. Ik kreeg daar een goede indruk van de leden van onze vereniging: enthousiast, veelzijdig, betrokken en hier en daar zelfs bevlogen. Sinds februari 2010 werk ik enkele uren per week voor de IVN. Medio december zal ik Marja Kristel opvolgen die na een dienstverband van vele jaren met prepensioen gaat. Momenteel houd ik me bezig met de transitie van het Bureau van de IVN naar de UvT, met het opzetten van de nieuwe publicatiereeks Lage Landen Studies en oriënteer ik me op de financiële, administratieve en ledenorganisatie van het IVN-bureau. In de toekomst zijn contacten met de regionale docentenverenigingen, de samenwerking met aanverwante organisaties, de uitbouw van de website en het publicatiebeleid thema´s die ik in samenwerking met u verder wil ontwikkelen. Ik hoop daarmee de neerlandistiek in binnen- en buitenland op een energieke manier te kunnen ondersteunen en aan te moedigen. Ik kijk ernaar uit u te ontmoeten! Misschien op een van de regionale bijeenkomsten, op het colloquium van 2012 in Antwerpen, of digitaal via een van de platforms op de website van de IVN. Tjits Roselaar
40 jaar IVN - Vertaal een gedicht Begin dit jaar vroegen wij leden van de IVN en bezoekers van onze website gedichten voor te stellen die aansluiten bij het 40jarig jubileum van de IVN. Er zijn vijf gedichten geselecteerd die opgenomen zijn in de IVN-site: De Taal, Jacob Israel de Haan (voorgesteld door Mieke DaniëlsWaterman, Jeruzalem) Ochtend aan de Gariepdam, Miriam Van hee (voorgesteld door Jozef Deleu, Rekkem) Nieuwe klinker, Maarten Inghels (voorgesteld door Hanne Bongaerts, Salamanca) Tijd, Rutger Kopland (voorgesteld door Judit Gera, Boedapest) Woorden, Hanny Michaelis (voorgesteld door Hanne Bongaerts, Salamanca) Van de geselecteerde gedichten zijn inmiddels de volgende vertalingen te vinden op www.ivnnl.com/nieuws.php?id=64 Woorden van Hanny Michaelis en Nieuwe klinker van Maarten Inghels werden in het Spaans vertaald door: Hanne Bongaerts (docente), Álvaro García Barbón, Tatiana Lizarazo Balcárcel, Evi Gielens, Clara Castellanos Castrillo (allen Universiteit van Salamanca), Fernando García de la Banda (docent), Pilar González Ruiz en Ramón Galindo Almohalla (allen Universiteit van Granada).
IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
13
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek Hanne Bongaerts mailde enthousiast: ' Onze uitwisseling van vertalingen en visies is zo interessant geweest, dat we er zelfs over denken om het in de toekomst vaker te doen!' Bernard de Coen vertaalde alle gedichten in het Frans. Daarvan zijn er twee opgenomen in de site: Tijd van Rutger Kopland en Ochtend aan de Gariepdam van Miriam Van hee. Judit Gera vertaalde Koplands Tijd in het Hongaars. Doe mee! Leden/docenten/studenten moedigen wij aan een vertaling in te sturen van één of meer van de hierboven genoemde gedichten. Vertalingen kunnen ingestuurd worden tot en met 31 december 2010. Iedere in de website opgenomen vertaling wordt beloond met een symbolische, digitale boekenbon van 40 euro!
Diversen
Blog mee op IVN-site - vanaf het najaar ´Wat weten wij nou van elkaar? Te weinig vind ik.´ Een verzuchting van Jaap Grave, die na een aantal jaren in Nagasaki is teruggekeerd in Berlijn. Die ´wij´ zijn de docenten en onderzoekers werkzaam in de internationale neerlandistiek. Hij liet het niet bij die verzuchting: ´zou het niet de moeite waard zijn om vanuit de diverse plaatsen overal ter wereld waar neerlandici werken, weblogs in te richten die aan de IVNsite worden gekoppeld? De meeste neerlandici schrijven immers en hebben ongetwijfeld zinvolle informatie over hun standplaats. Je zou als voorwaarde kunnen stellen dat de blog minstens vijf keer per jaar wordt aangevuld - eventueel vaker. Niet alleen de neerlandistiek (informatie over de eigen afdeling, studenten, onderzoek, promoties) en andere academische onderwerpen zouden erin voor kunnen komen maar vanzelfsprekend ook informatie over de cultuur waarin de betreffende neerlandicus zich beweegt (academische structuur van het land, beeld van Nederland en Vlaanderen, eventueel Suriname, en andere bijzonderheden). Verder kunnen er vragen in worden gesteld, aankondigingen in worden gedaan - er zijn talrijke mogelijkheden.´ Een geweldig idee dat we graag overnemen. Vanaf het najaar kunt u op de IVN-site zelf berichtjes opnemen. Die komen dan overzichtelijk bij elkaar. Het is nog geen ´echte´ blog, maar als dit initiatief blijkt aan te slaan, zal daar werk van gemaakt worden. Het leukste is als er bij het begin meteen al enkele berichten op staan. Doet u mee? Mail naar
[email protected].
IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
14
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Virtueel Achterhuis en Anne Frank
Ter ere van het vijftigjarig bestaan van het Anne Frank Huis als museum is een website gecreëerd waarin een virtuele tour gemaakt kan worden door het Achterhuis, met als bijzonderheid dat in de 3D-versie de kamers ingericht zijn met meubels uit de onderduiktijd. Het museum wordt jaarlijks bezocht door een miljoen mensen. www.annefrank.org/nl
www.biografischportaal.nl 'Volledigheid, betrouwbaarheid en duurzaamheid van informatie. Voor gans het volk, want niet alleen journalisten, historici, politici, onderzoekers, leraren en genealogen hebben belang bij biografische gegevens. Iedereen kan er terecht', aldus Hans Blom, voorzitter van de projectgroep Biografisch Portaal van Nederland, bij de introductie ervan in 2009. Het Biografisch Portaal is een website waarop alles te vinden is over iedereen die er ook maar enigszins toe heeft gedaan in de Nederlandse geschiedenis. Van Pieter Geyl tot Annie M.G. Schmidt, van Bob Uhlenbeck tot Alettta Jacobs, van Spinoza tot Herman Brood. Ook zijn eventuele onderlinge verbindingen vindbaar.
Call for contributions voor een themanummer van Werkwinkel: Tijdschrift voor Nederlandse en Zuid-Afrikaanse Studies
Literaire non-fictie In Nederland geniet literaire non-fictie de laatste tijd groeiende populariteit, als label en genre. Zoals de term impliceert vallen boeken die tot deze categorie worden gerekend in het grensgebied tussen fictioneel en niet-fictioneel proza en passen niet in gebruikelijke kaders en genre-indelingen. Zowel schrijvers als critici maken steevast een onderscheid tussen fictie en non-fictie, hoewel boeken van beide categorieën vaak voor dezelfde literaire prijzen worden genomineerd. Hier rijzen allerlei vragen. Waar ligt de scheidslijn tussen die twee? IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
15
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek Waar komt het genre vandaan en welke plaats neemt het in binnen het literaire systeem en in het geheel van niet-fictionele (journalistieke) tekstsoorten? De term non-fiction werd lang vooral met het Amerikaanse New Journalism geassocieerd – met de poging om de journalistiek met behulp van literaire kunstgrijpen een nieuw leven in te blazen. Welke verschillen zijn er tussen Nederlandse en met name Amerikaanse literaire non-fictie? Is de Nederlandse non-fictie een nieuwe golf van New Journalism of heeft de term in Nederland een andere betekenis? In 2007 verscheen Meer dan fictie: Gesprekken met auteurs van literaire non-fictie onder redactie van Han Ceelen en Jeroen Bergelijk – een poging om in gesprekken met de schrijvers zelf het gebied van de literaire non-fictie te verkennen. Literatuurwetenschappelijke reflectie op het genre is echter nog een onontgonnen terrein. Met een themanummer van Werkwinkel willen wij een bijdrage leveren om dit terrein te verkennen en tot nieuwe inzichten te komen in dit grensgebied tussen literatuur en journalistiek. Bijdragen over uiteenlopende aspecten van literaire non-fictie zijn welkom. Onderwerpen die aan bod zouden kunnen komen zijn: • genologische kenmerken van de literaire non-fictie • de geschiedenis van het genre • de demarcatielijn tussen fictie en non-fictie (ook in het geval van oudere teksten) • het literaire reisverslag als non-fictioneel schrijven • de grenzen tussen non-fictie en journalistiek (de literaire reportage) • representatie en waarheidsproductie in literaire non-fictie en teksten uit de oudere letterkunde • bijzonderheden van en interpretatieproblemen bij de lectuur van literaire non-fictie Het autobiografische schrijven kan als bijzondere vorm van literaire non-fictie worden gezien. Ook hierover zijn bijdragen welkom. Daarbij valt te denken aan kwesties als: • het pacte autobiographique als basis voor autobiografisch schrijven • de verhouding tussen fact en fictie in autobiografisch schrijven • de vormen van autobiografisch schrijven: autobiografie, memoir, persoonlijk essay, etc. • representatie in autobiografische teksten Voorstellen voor bijdragen kunnen worden gestuurd naar Ewa Dynarowicz, adjunct-redacteur en redactiesecretaris van Werkwinkel
[email protected] Deadline voor het inleveren van bijdragen is 10 januari 2011 http://www.ifa.amu.edu.pl/werkwinkel
IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
16
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Berichten van buiten de muren
Denemarken
De opleiding Nederlands aan de Universiteit Kopenhagen De economische malaise in Denemarken heeft directe gevolgen voor de kleinere studierichtingen, waaronder Nederlands, aan de Universiteit Kopenhagen. De onlangs afgekondigde bezuinigingsmaatregelen treffen de studierichting Nederlands die vanaf september 2013 geen nieuwe studenten meer mag toelaten voor zowel de bachelor- als masteropleiding. De al ingeschreven studenten zullen hun opleiding kunnen afmaken: de examens worden voor het laatst in januari 2019 afgenomen. Een opleiding Nederlands als keuzevak - maar zonder Nederlands als voertaal - zal vermoedelijk opgenomen worden in het curriculum van de universiteit. Er wordt aan de Universiteit Kopenhagen sinds 1926 een cursus Nederlands gegeven, de opleiding bestaat sinds 1956 als bijvak en sinds 1985 als hoofdvak.
Duitsland Frankfurt In het kader van een initiatief van het lectoraat Nederlands van de GoetheUniversität : 'Niederländische Sprache und Kultur', sprak op 9 juni 2010 schrijver en journalist Robert Vuijsje over zijn roman Alleen maar nette mensen. Professor Seidel las de Duitse vertaling voor. Op 24 juni zal journalist Geert van Istendael optreden en spreken over 'de schoonheid der wanstaltigheid in België en de huidige politieke situatie'. Van Istendael is de auteur van Het Belgisch labyrint, dat ook in het Duits werd vertaald. Als u op de hoogte wilt blijven van het programma in het academisch jaar 2010/2011, stuurt u een mailtje aan Laurette Artois [
[email protected]]. Laurette Artois
IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
17
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Hongarije Promotie Orsolya Réthelyi Met trots vermelden we dat onze collega Orsolya Réthelyi 25 februari 2010 haar proefschrift ´Mary of Hungary in Court Context (1521–1531)´ openbaar verdedigd heeft aan de Central European University te Boedapest. Zij verkreeg hiermee de academische graad PhD Medieval Studies (summa cum laude). Promotor van haar onderzoek was dr. Katalin Szende. Nadere informatie, waaronder de samenstelling van de promotiecommissie en een samenvatting van het proefschrift, zijn na te lezen op de aan deze promotie gewijde internetpagina: http://medievalstudies.ceu.hu/events/2010-02-25/mary-of-hungary-in-courtcontext-1521%E2%80%931531-doctoral-defense-%E2%80%93-orsolya-rethelyi Orsolya Varga Acta Neerlandica Onlangs is er een nieuw nummer van Acta Neerlandica (Bijdragen tot de Neerlandistiek Debrecen) verschenen met de titel ’In een grootsch verband’. Acta Neerlandica 7 is een gastnummer van de Vakgroep Nederlands aan de Eötvös Loránd Universiteit in Boedapest (reds. R. Bozzay, M. Kántor-Faragó, G. Pusztai, L. van Dijck, H. van Uffelen, J Gera, K. Törő, R. Smit) De bundel bevat vergelijkende literatuurstudies. Comparatistiek is een achterliggende visie op literatuurbenadering, een persoonlijk uitgangspunt van de literatuurwetenschapper waardoor zowel voor het onderzoek als voor het onderwijs meer ruimte geschapen wordt. We hopen dat deze bundel hiervan een goed voorbeeld geeft. Orsolya Varga Aanvulling In het april-nummer van de IVN-krant heb ik een verslagje geschreven over het prachtige DOHA-congres in Olomouc. Ik heb ook melding gemaakt van de presentatie van het boek Inleiding literatuurgeschiedenis voor de internationale neerlandistiek van J. Gera en A.A. Sneller. Aan dat verslag wil ik hier nog graag toevoegen dat beide prestaties mede door de steun van de Nederlandse Taalunie mogelijk zijn gemaakt. Die steun is van groot belang voor iedereen die actief is in de internationale neerlandistiek en daarom wil ik dit feit bij deze alsnog bevestigen. Judit Gera
IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
18
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Indonesië 150 jaar Max Havelaar – Indonesië Bij het jubileum van de eerste druk van Max Havelaar werd ook in Indonesië stilgestaan. Professor Marita Mathijsen ging van 7 tot 13 april 2010 op tournee langs Rangkasbitung, Depok (waar de Universitas Indonesia haar kampus heeft), Yogyakarta (Universitas Gajah Mada) en Jakarta (het Erasmus Huis). Zij hield een gastcollege voor de derdejaars studenten van de vakgroep Nederlands van de Universitas Indonesia, waarbij fragmenten uit de hertaalde editie van Gijsbert van Es het uitgangspunt vormden. Zowel bij de universiteit in Yogyakarta als in het cultureel centrum Erasmus Huis hield zij een lezing over de betekenis van de roman in Nederland en in Indonesië, in 1860 en in 2010. Daarbij belichtte zij steeds zowel de esthetische als de ethische betekenis van Max Havelaar. Na afloop van de lezingen was er gelegenheid voor vragen en discussie. In Yogyakarta en in het Erasmus Huis werd de film van Fons Rademakers vertoond. Het is belangrijk dat er bij dit jubileum wordt stilgestaan, want in Indonesië is er een jonge generatie voor wie Multatuli een naam is, hooguit verbonden met het verhaal van Saidjah en Adinda. Zelfs bij de wat oudere generatie bestaat soms verwarring tussen Eduard Douwes Dekker met zijn achterneef, de nationalist Ernest Douwes Dekker. Hans Groot
Congres 40 jaar Studie Nederlands in Indonesië Ter gelegenheid van de veertigste verjaardag van de oprichting van de vakgroep Nederlands bij de Universitas Indonesia, de enige hoofdvakstudie Nederlandse taal en cultuur in Indonesië, organiseerde de vakgroep een internationaal congres op de eigen campus (20-22 april 2010) met sluitingsdag in Rangkasbitung. Bij het congres van deze bloeiende afdeling (250 hoofdvakstudenten, 20 docenten) waren sprekers uit België, Indonesië, Nederland en Zuid-Afrika aanwezig. Ondanks de annulering van zeven sprekers ten gevolge van de vulkaanuitbarsting op IJsland kon het programma voor het overgrote gedeelte doorgang vinden, ook al doordat vijf sprekers hun tekst ter beschikking stelden. Op de derde dag was er aandacht voor Max Havelaar. Een documentaire van het Multatuli Museum en een introductie door Joegiarie Soegiarto en de vertoning van de film vormde een IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
19
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek opmaat tot een excursie naar Rangkasbitung, de plek waar assistent-resident Douwes Dekker de stof vond voor zijn roman. Met zeven bussen en enkele personenauto’s ging een groep van 250 personen merendeels studenten Nederlands, maar ook alle congresgasten op pad, drie uur rijden van Jakarta. In Rangkasbitung was er zang en dans. Er waren toespreken en er was een optreden van studenten Nederlands die teksten van Multatuli en W.S. Rendra brachten, omlijst met zang en dans. Op de muziek van een uit Jakarta afkomstige band werd het congres dansend besloten. Hans Groot
Polen Lublin Onlangs is het proefschrift van Marcin Polkowski over de sonnetten van P.C. Hooft verschenen als Images for a Lover's Eye. Sonnets from P.C. Hooft's Emblemata amatoria and their European Poetic Lineage aan de Katholieke Universiteit van Lublin. Meer informatie over Images for a Lover's Eye staat (in het Engels) op de website van de Uitgeverij van de KUL (www.wydawnictwokul.lublin.pl/sklep/product_info.php? cPath=38&products_id=1368) Op 13 mei werd in Lublin aan de Leerstoel Nederlands door professor Stefan Kiedroń (Universiteit Wrocław) en door Marcin Polkowski een paar lezingen gehouden, samen met een aantal andere lezingen door gastdocenten en activiteiten voor studenten in het kader van de jaarlijkse Dag van het Nederlands. Marcin Polkowski Poznań Vanaf 2010 zal Werkwinkel. Tijdschrift voor Nederlandse en Zuid-Afrikaanse Studies halfjaarlijks verschijnen. Sinds 2006 wordt de wetenschappelijke periodiek Werkwinkel jaarlijks uitgegeven door de Vakgroep Nederlandse en Zuid-Afrikaanse Studies in Poznań en richt het zich op de studie van de literatuur, de talen en de culturen van de Lage Landen en Zuidelijk Afrika. Er worden zowel artikels in het Nederlands, het Engels en het Afrikaans in gepubliceerd. Vorig jaar heeft de redactie beslist om het tijdschrift vanaf 2010 halfjaarlijks uit te brengen, wat een unicum is in vergelijking met andere neerlandistische periodieken uit de regio. Hierdoor wil de redactie een verdere stijging van het aantal publicaties stimuleren en de voorgelegde en collegiaal getoetste (peer reviewde) bijdragen sneller kunnen drukken. Met deze zet wil de vakgroep ingaan op de groeiende productiviteit van de groep samenwerkende auteurs. Dat laatste is mede het gevolg van het redactionele beleid om themanummers voor te bereiden die het interdisciplinaire karakter van Werkwinkel versterken en benadrukken. Jo Sterckx IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
20
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Verenigde Staten Kader Abdolah aan de University of California, Berkeley - 2 De Amerika-reis van Kader Abdolah waar Jenneke Oosterhoff in de vorige editie van de IVN-krant over berichtte was een initiatief dat uitging van de University of California in Berkeley. Kader Abdolah was in Berkeley writer-in-residence met een UC Regents Professorship, een eer die vroeger al te beurt viel aan Cees Nooteboom, Harry Mulisch, Leon de Winter en Jan Donkers. Het bezoek van Kader Abdolah kaderde in een tentoonstelling over Nederlandse verzetsliteratuur 1940-45 (http://www.berkeley.edu/news/media/releases/2010/03/30_dutchlit.shtml). Een logische keuze voor de openingsrede was een schrijver geweest in wiens werk de Tweede Wereldoorlog een centrale rol speelt. Om te vermijden dat de tentoonstelling beperkt zou blijven tot een Nederlands perspectief werd evenwel besloten om met Abdolah een schrijver naar Berkeley te halen die een persoonlijke band met verzetsliteratuur heeft en daarenboven in staat is om een Nederlands thema een globale dimensie te geven. Deze beslissing sluit aan bij de strategie van Berkeley om Dutch Studies als ´World Studies´ te presenteren, waarbij Nederlandse thema’s zoveel mogelijk in internationaal perspectief worden bestudeerd. De nadruk ligt daarbij niet zozeer op het vormen van een selecte groep neerlandici, maar eerder om zoveel mogelijk studenten met Nederlandse (en Vlaamse, Surinaamse, Antilliaanse, Zuid-Afrikaanse) literatuur, geschiedenis, politiek en cultuur in contact te brengen. De inaugurele rede van Kader Abdolah vond plaats op 15 april in de prestigieuze Morrison Library en is te bekijken op http://www.youtube.com/ucberkeleyevents#p/u/16/4eYfCTDidqI. Abdolah begon zijn toespraak met een verwijzing naar zijn eigen verleden als verzetsstrijder in Iran en zijn betrokkenheid bij de productie van clandestien drukwerk tegen het regime van de sjah en later dat van de ayatollahs. Daarna vertelde Abdolah hoe hij via Koerdistan in Nederland terechtkwam en - na enkele vergeefse pogingen om naar Verenigde Staten te emigreren - ook besloot om daar te blijven. Een centraal thema van zijn voordracht was de globaliserende meerwaarde die immigranten aan de Nederlandse cultuur hebben toegevoegd. Ook in zijn columns voor de Volkskrant speelde Abdolah de multiculturaliteit van een universiteit als UC Berkeley - waar meer dan 75% de studenten naar Nederlandse maatstaven ´allochtoon´ is - uit tegen het ´bange Europa´. In zijn column ´In Berkeley´ van 19 april (te lezen op: http://extra.volkskrant.nl/opinie/artikel/show/id/5620) nam hij in scherpe bewoordingen afstand van de manier waarop Nederland omgaat met de tweede en derde generatie migranten. In plaats van ze als een verrijking te zien, gelden ze als probleem en worden ze geacht ´allochtoon´ te blijven, een volgens Abdolah ´achterlijke term´. Terwijl kinderen van emigranten bijzonder succesvol zijn aan Amerikaanse universiteiten, IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
21
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek stromen er in Nederland maar heel weinig door naar het hoger onderwijs. Het resultaat is dat ´ze hun talent en hun kracht niet volledig kunnen gebruiken´. Terwijl kinderen van immigranten in Amerika de nieuwste iPhone en iPad ontwikkelen, verspeelt Europa zijn tijd en energie met belachelijke cartoons. In de column ´De Nederlandse emigranten´ van 3 mei (te lezen op: http://extra.volkskrant.nl/opinie/artikel/show/id/5743) raadde hij Geert Wilders op een provocatieve manier aan om op ´de bijzondere campus van Berkeley´ een tijdje ´tussen de studenten, professoren en bewoners van de stad te komen wonen om er te groeien ´. De Amerika-reis van Kader Abdolah werd ook mogelijk gemaakt dankzij de steun van het Nederlands Letterenfonds en de Nederlandse Taalunie.
In plaats van ze als een
verrijking te zien, gelden ze als probleem en worden ze geacht
Het verblijf van Kader Abdolah in Berkeley krijgt ook nog een follow-up in de vorm van een vertaling. Het gaat hier om een samenwerkingsproject tussen Berkeley, Michigan, Indiana en Cornell. Een selectie van zijn columns verschijnt namelijk binnenkort in Engelse vertaling bij Berkeley’s University of California Press. In Berkeley werd ook bekend dat Kader Abdolah in 2011 het Boekenweekgeschenk gaat schrijven. In zijn toespraak voor de Netherlands-America University League, een culturele organisatie opgericht door Johan Snapper, die een brug vormt tussen het Dutch Studies Programma en de Nederlandstalige gemeenschap in de Bay Area, verkondigde Abdolah dat hij van plan is om dit Boekenweekgeschenk in ´de sfeer van Berkeley´ te schrijven. Een belofte!
´allochtoon´ te blijven.
Zo kwam een extramuraal docentschap Nederlands plots in de schijnwerpers te staan, als een plek waar niet alleen het verleden wordt bestudeerd, maar ook de toekomst wordt gemaakt. Jeroen Dewulf
Berichten van binnen de muren
Meldpunt Taal Het Meldpunt Taal is op 15 juni 2010 van start gegaan. Het is een breed samenwerkingsverband van enkele grote Nederlandse en Vlaamse taalinstellingen. Als taalgebruiker kunt u op de website van het meldpunt drie dingen doen: zelf een taalobservatie melden (nieuwe uitdrukkingen of zinsconstructies, veranderende uitspraak van woorden), informatie over het Nederlands opzoeken (spelling, betekenis van woorden, herkomst van voornamen, familienamen en plantennamen) en aan onderzoek van taalwetenschappers meedoen (bijvoorbeeld over 'voetbaltaal', 'dooddoeners' en 'fopdrachten').
IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
22
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Er is een website voor België: www.meldpunttaal.be en een voor Nederland: www.onzetaal.nl/nieuws/meldpunttaal.pdf Overgenomen uit: Nieuwsbrief Onze Taal, 1055, 14 juni 2010
Nederlandse auteur en vertaler in de prijzen Gerbrand Bakker is vandaag onderscheiden met de International IMPAC Dublin Literary Award. Het is de belangrijkste internationale literaire prijs na de Nobelprijs. De prijs is 100.000 euro groot, waarvan 75.000 voor de auteur en 25.000 voor de vertaler, David Colmer. De IMPAC prijs wordt sinds 1996 jaarlijks uitgereikt voor een in het Engels geschreven of in het Engels vertaald boek. Bibliotheken van over de hele wereld kunnen een voordracht doen; een jury bepaalt uiteindelijk de winnaar. Eerdere winnaars zijn onder meer Colm Tóibin, Tahar Ben Jelloun, Orhan Pamuk, Michel Houellebecq, Herta Müller en Javier Marias. De jury verkoos Boven is het stil (vertaald in het Engels als The Twin) boven boeken van Christoph Hein, Zoë Heller, Joseph O’Neill en Marilynne Robinson. De onderscheiding is een hoge waardering voor Gerbrand Bakker en voor zijn vertaler David Colmer. Boven is het stil van Gerbrand Bakker werd enkele maanden na verschijnen in Nederland een bestseller, en werd een groot succes voor de Nederlandse uitgeverij Cossee. Daarna is het ook internationaal doorgebroken. De Engelse en Duitse recensies waren lyrisch. Het boek is of wordt inmiddels in acht talen vertaald. David Colmer is een vooraanstaande vertaler van onder meer werk van Adriaan van Dis, Anna Enquist, Dimitri Verhulst en, zeer recent, Awater van Martinus Nijhoff. Daarnaast is de prijs ook een grote opsteker voor de Engelse uitgeverij Harvill/Secker. Deze gerenommeerde Random House-uitgeverij heeft al vele Nederlandse schrijvers in vertaling gebracht, onder wie Willem Frederik Hermans, Geert Mak en Frank Westerman. (Ontleend aan Persbericht Nederlands Letterenfonds, 17 juni 2010)
Commissie Cultureel Verdrag Wilfried Vandaele is als Algemeen Secretaris van de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland opgevolgd door Guy Janssens. Guy Janssens was enkele jaren de diplomatieke vertegenwoordiger van de Vlaamse regering in Nederland, maar is het grootste deel van zijn carrière journalist bij de VRT geweest. Hij blijft in deeltijd verbonden aan de VRT. De CVN heeft tot doel het bevorderen van de samenwerking tussen Vlaanderen en
IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
23
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek Nederland, niet alleen op het stuk van cultuur, maar ook op de gebieden onderwijs en welzijn. De Commissie bestaat uit Vlaamse en Nederlandse deskundigen op de gebieden van cultuur, onderwijs en welzijn. De voorzitters zijn Herman Balthazar aan Vlaamse kant en Wim Van Gelder van Nederlandse zijde.
Nederlands Letterenfonds Na de fusie van het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds en het Fonds voor de Letteren is Jan Hoekema benoemd als bestuursvoorzitter van het aldus ontstane Nederlands Letterenfonds.
Afscheidsfeest Joseph Vromans In oktober 2010 gaat prof. dr. Joseph Vromans met emeritaat. De vakgroep Nederlands van de Université de Liège nodigt u van harte uit op vrijdag 1 oktober 2010 om hun afscheidnemende collega in de bloemetjes te zetten. 14.00 u. Verwelkoming door prof. dr. Guy Janssens 14.10 u. Lezing van prof. dr. Fons Moerdijk: ‘Woordenboek en maatschappij’ 15.00 u. Muzikaal intermezzo 15.15 u. Hulderede door prof. dr. Erik Spinoy (voorzitter Département de Langues et Littératures modernes, Université de Liège) 15.30 u. Afscheidswoord van prof. dr. Joseph Vromans 15.45 u. Receptie De festiviteiten vinden plaats in de Salle Wittert, in de gebouwen van de Letterenfaculteit in het centrum van Luik, Place du 20-Août 7 (hoofdingang): http://www2.ulg.ac.be/acces/plans/CVplangen.html http://www2.ulg.ac.be/acces/plans/20aout.html De Letterenfaculteit bevindt zich op 10 minuten wandelafstand van het treinstation Liège Palais. Wie de bus neemt, stapt uit aan de Place de la République française (bij de Opera). Vandaar is het nog 3 minuten lopen. Voor de praktische organisatie vragen wij u tegen uiterlijk 15 september 2010 uw komst te bevestigen op het volgende adres:
[email protected] Kris Steyaert
IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
24
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Bericht uit Woubrugge Het is zover, zomer. En zoals dat gaat in Nederland: van de ene op de andere dag. Liepen we zondag nog met winterse truien aan, maandag klaarde het op en dinsdagavond zaten we buiten in de tuin te eten aan een tafel die verplaatst was naar een schaduwrijk plekje. Er dreigt een hittegolf. Het zal wel. Eind juni kun je de inventaris opmaken van het broedseizoen: ons merelpaar raakte deze week hun laatste jong kwijt. Het zat bewegingloos onzichtbaar te zijn achter de franse geranium waar hij gevoerd werd door zijn ouders die er een ingewikkelde aanvliegroute op na hielden. Alles om eventuele jagers af te leiden. Tevergeefs. Vanmorgen zal ik nog een merel met een bek vol wormen rondhippen in de tuin. De kauwen hebben van de twee jongen er één overgehouden. Dat is inmiddels net zo groot en zo zwart als z´n ouders maar vertoont nog steeds hulpeloos jonkiesgedrag: gefladder terwijl die al heel goed kan vliegen - en een constant gepiep, waarin al een lichte baard in de keel doorklinkt, om eten. Ik zie die ouders denken. Toch stoppen ze af en toe nog voedsel in de bek van hun kind. En dan de mieren. Ik snap de verhalen over de snelle voortplanting van konijnen niet. Mieren doen het sneller. Véél sneller. Onze kolonie is zeker vertienvoudigd. Naast de voortplanting lijkt hun enige doel in het leven het laten verzakken van mijn terrastegels. En niet zonder succes moet ik ze nageven. Er zijn gemene middelen in te zetten, maar we concentreren ons voorlopig op de verdediging. Morgen komt Adriaan en die legt de tegels weer in het gelid. Marja Kristel
Colofon De IVN-krant is een uitgave van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek Van Dorthstraat 6 2481 XV Woubrugge, Nederland tel. ++ (31) 172 518 243, fax ++ (31) 172 519 925 e-mail
[email protected] website www.ivnnl.com Eindredactie: Marja Kristel Correspondenten: Mona Arfs (Noord-Europa), Antoinet Brink (Zuid-Europa), Eliza Gustinelly en Yanna Parengkuan (Indonesië), Stefan Kiedroń (Midden- en Oost-Europa), met de volgende lokale verslaggevers: Orsolya Varga (Boedapest), Rinaldo Neels (Lublin), Agnieszka Śmiertka (Warschau), Babara Kalla (Wrocław); Henriette Louwerse (Verenigd
IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
25
Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek Koninkrijk), Lut Missinne (Duitsland), Guy Janssens (Franstalig België), Laurent Réguer (Frankrijk). Deadline kopij voor de volgende editie: 24 september 2010. De IVN-krant verschijnt vijf tot zes maal per jaar in een elektronische editie. Voorgaande nummers, vanaf jaargang 7 (2002), zijn in te zien via www.ivnnl.com, klik door naar IVN-krant. Wilt u de IVN-krant niet meer ontvangen? Het is voldoende om een e-mail met die boodschap te sturen naar
[email protected].
IVN-krant |nr. 3 | juni/juli 2010|15e jaargang | www.ivnnl.com
26