I nt e r na t i o n a l e b e n c hm a r k o nd e r ne m e r sc ha p 2 0 1 1 tabellenboek
drs. N.G.L. Timmermans drs. D. Snel dhr. K. Bakker dhr. R. in ‘t Hout Zoetermeer, 5 juli 2011
Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl).
Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: www.ondernemerschap.nl.
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM. EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with EIM. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM. EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
Inhoudsopgave
1
Inleiding
5
2
Ondernemerschap over de periode 1972-2009
7
3
Bedrijvendynamiek over de periode 1997-2009
9
4
Snelle groeiers, over de periode 2001-2008
23
5
Bijlage 1: Partners en dataleveranciers in het project
29
Bijlage 2: Dataverzameling en databewerkingen
31
6
3
1
Inleiding
Ondernemerschap staat al jaren volop in de belangstelling van de politiek. Bij Economische Zaken is het zelfs een van de speerpunten. Om te zien waar Nederland staat, is het nodig om Nederland periodiek in internationaal perspectief te plaatsen. Centraal hierbij staan drie aspecten: ondernemerschap, bedrijvendynamiek en snelgroeiende bedrijven. De mate van ondernemerschap in een land wordt bepaald door het aantal personen in de beroepsbevolking dat kiest voor ondernemerschap. Bedrijvendynamiek laat zich beschrijven in termen van oprichtingen en opheffingen van bedrijven (inclusief faillissementen) en kengetallen die met deze begrippen samenhangen of kengetallen die uit deze termen kunnen worden afgeleid. Het (relatieve) aantal snelgroeiende bedrijven en hun kenmerken is medebepalend voor de vitaliteit van het bedrijfsleven. Dit is dan ook het derde aspect dat in dit onderzoek centraal staat. De mate van (snelle) groei wordt daarbij gemeten in termen van de ontwikkeling van de omzet en de werkgelegenheid binnen de bedrijven. De onderzoekspopulatie bestaat uit middelgrote bedrijven (50 tot 1.000 werknemers). De internationale benchmark komt tot stand door Nederland te vergelijken met 10 andere landen. De benchmarklanden zijn: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Japan. Daarnaast wordt er een vergelijking gemaakt met goeddeels vergelijkbare onderzoeken uit 1996, 1999, 2001 en 2003 tot en met 2010. Naast deze publicatie in de vorm van een tabellenboek, worden de data ook ontsloten via de website www.ondernemerschap.nl. Klik op ‘datasets’ en ga vervolgens naar ‘international benchmark of entrepreneurs’. In deze publicatie komen de volgende onderwerpen aan bod: 1. Ondernemerschap: − Ondernemersquote ten opzichte van de beroepsbevolking; − Ondernemersquote ten opzichte van de totale bevolking 15-64 jaar. 2. Bedrijvendynamiek: − Aantal oprichtingen; − Aantal oprichtingen als percentage van het aantal ondernemingen; − Aantal oprichtingen als percentage van de werkgelegenheid; − Aantal opheffingen; − Aantal opheffingen als percentage van het aantal ondernemingen; − Aantal opheffingen als percentage van de werkgelegenheid; − Aantal faillissementen; − Aantal faillissementen als percentage van het aantal ondernemingen; − Aantal faillissementen als percentage van het aantal opheffingen; − Netto groei van het aantal ondernemingen;
5
− Netto groei van het aantal ondernemingen als percentage van het totale aantal ondernemingen; − Turbulentie als percentage van het aantal ondernemingen; − Gemiddelde startgrootte in werkzame personen. 3. Snelle groeiers: − Gemiddelde omzet (in 1.000 euro) en omzetmutaties (%) van snelle groeiers en niet-snelle groeiers op basis van omzet; − Gemiddelde aantal werkzame personen en de mutatie (%) van snelle groeiers en niet-snelle groeiers op basis van omzet; − Gemiddelde omzet (in 1.000 euro) en omzetmutaties (%) van snelle groeiers en niet-snelle groeiers op basis van werkgelegenheid; − Gemiddelde aantal werkzame personen en de mutatie (%) van snelle groeiers en niet-snelle groeiers op basis van werkgelegenheid.
6
2
Ondernemerschap over de periode 1972-2009
Tabel 1
Ondernemersquote ten opzichte van de beroepsbevolking in procenten (WAO'ers behoren niet tot de beroepsbevolking); bedrijfsleven exclusief landbouw en visserij
1972
1982
1992
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009*
11,1
10,5
12,1
12,2
12,3
12,4
12,6
12,6
12,6
12,2
12,0
11,5
11,6
11,3
10,7
11,1
11,1
11,5
11,1
11,5
Denemarken
8,2
7,0
5,8
6,0
5,9
6,1
6,4
6,1
6,4
6,6
6,1
6,4
6,7
6,5
6,3
6,4
6,9
6,9
7,0
7,2
Duitsland
7,6
6,6
7,3
7,5
7,8
8,0
8,2
8,4
8,5
8,5
8,7
8,6
8,6
8,8
9,3
9,6
9,7
9,7
9,7
9,8
Finland
6,6
6,2
7,5
7,4
7,7
7,8
8,0
8,0
8,2
8,2
8,1
7,8
7,9
8,1
8,2
8,3
8,6
8,5
8,5
8,8
11,3
10,0
9,6
9,1
9,0
9,0
8,8
8,8
8,4
8,4
8,3
8,2
8,1
8,1
8,2
8,4
8,4
8,7
8,6
8,6
7,7
8,3
11,1
11,4
11,3
11,6
11,2
11,6
11,3
11,0
11,3
11,4
11,4
11,4
11,8
11,5
11,1
11,6
11,6
11,4
16,2
17,9
20,3
20,0
20,1
20,6
20,8
20,6
20,6
20,9
21,0
20,9
20,7
20,8
20,9
21,0
21,0
21,0
20,4
19,9
Nederland
9,7
7,8
8,6
9,1
9,4
9,6
9,8
10,0
10,1
10,1
10,3
10,4
10,3
10,5
10,7
11,0
11,5
11,9
11,9
11,9
Verenigd Koninkrijk
7,9
8,3
11,0
11,0
11,3
11,6
11,2
11,1
10,8
10,5
10,3
10,4
10,4
11,0
11,2
11,1
11,2
11,4
11,5
11,4
10,4
10,2
11,3
11,3
11,5
11,7
11,7
11,7
11,6
11,6
11,5
11,5
11,5
11,6
11,8
12,0
11,8
12,2
12,1
11,8
8,2
10,0
10,5
10,8
10,7
10,6
10,6
10,5
10,4
10,1
10,1
10,0
9,8
10,0
10,1
10,1
10,1
10,1
9,6
9,3
12,5
12,9
11,0
10,7
10,5
10,3
10,1
10,1
10,0
9,9
9,7
9,3
9,2
9,1
9,1
9,0
8,8
8,6
8,4
8,3
België
Frankrijk Ierland Italië
EU-15 Verenigde Staten Japan *
1993
Cijfers van 2009 zijn voorlopig.
Bron: EIM, op basis van OESO en Eurostat. Duitsland heeft tot 1991 betrekking op West-Duitsland.
7
Tabel 2
Ondernemersquote ten opzichte van de bevolking 15-64 jaar; bedrijfsleven exclusief landbouw en visserij
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009*
8,0
7,9
7,5
7,6
7,5
7,1
7,6
7,6
7,8
7,6
7,8
5,1
5,3
4,9
5,1
5,3
5,2
5,1
5,2
5,6
5,6
5,7
5,8
6,0
6,1
6,1
6,2
6,2
6,2
6,3
6,8
7,2
7,3
7,4
7,4
7,6
5,9
5,9
6,0
6,1
6,1
5,9
6,0
6,1
6,2
6,3
6,6
6,5
6,8
7,1
6,1
5,9
5,9
5,7
5,7
5,6
5,5
5,5
5,5
5,6
5,7
5,8
5,8
5,7
5,8
6,9
7,1
7,2
7,4
7,5
7,5
7,8
7,9
7,8
7,9
8,2
8,3
8,0
8,9
8,8
8,3
9,0
10,7
10,6
11,0
12,4
12,5
12,9
13,1
13,1
13,2
13,2
13,3
13,3
13,4
13,4
13,1
12,7
7,0
5,4
6,1
6,6
7,2
7,3
7,4
7,5
7,7
7,9
7,9
8,1
8,2
8,5
9,0
9,4
9,6
9,6
Verenigd Koninkrijk
5,6
6,0
8,0
8,4
8,3
8,5
8,5
8,1
7,9
7,9
8,0
8,5
8,6
8,6
8,7
8,8
8,9
8,8
EU-15
6,6
6,4
7,3
7,4
7,6
8,0
7,7
8,0
7,8
8,0
7,8
8,1
8,3
8,5
8,7
8,8
8,8
8,6
Verenigde Staten
5,4
7,2
8,0
8,2
8,1
-
8,1
-
7,8
-
7,2
-
7,5
7,5
7,6
7,6
7,3
7,0
Japan
8,9
9,3
8,4
8,0
7,8
-
7,8
-
7,6
-
7,2
-
7,1
7,1
7,0
6,9
6,8
6,7
1972
1982
1992
1994
1996
1997
1998
1999
België
6,5
6,2
7,2
7,4
7,7
8,2
8,2
Denemarken
6,2
5,6
4,8
4,7
5,1
4,9
Duitsland
5,3
4,5
5,2
5,4
5,8
Finland
4,7
4,8
5,6
5,7
Frankrijk
7,7
6,8
6,4
Ierland
4,9
5,3
Italië
8,0
Nederland
*
Cijfers van 2009 zijn voorlopig.
Bron: EIM, op basis van OESO en Eurostat. Duitsland heeft tot 1991 betrekking op West-Duitsland.
8
3
Bedrijvendynamiek over de periode 1997-2009
Tabel 3
Aantal oprichtingen 1997-2009
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009*
België
42.500
44.400
38.100
38.900
37.600
36.800
36.400
40.800
43.600
48.000
54.100
52.600
46.600
Denemarken
24.700
24.500
27.100
28.500
25.100
23.000
26.700
26.400
30.900
32.800
32.900
-
-
471.400
450.500
433.200
414.800
402.800
401.900
464.700
505.200
434.800
413.100
369.700
346.700
361.800
20.200
19.000
17.600
18.200
17.800
18.000
19.800
21.400
22.800
25.100
26.900
26.100
22.900
150.200
149.800
153.100
159.500
159.200
159.800
193.300
161.200
161.000
167.800
188.800
192.200
155.500
19.400
24.000
26.700
28.200
24.700
24.300
27.600
31.000
34.800
38.600
32.700
25.000
17.900
Italië
262.800
259.400
277.100
297.700
310.300
307.900
292.900
312.200
309.100
314.500
327.600
301.300
296.400
Japan
265.800
262.900
262.400
232.800
231.600
234.100
291.300
288.000
279.600
240.200
-
-
-
56.500
55.500
60.400
68.300
62.300
53.500
53.500
59.200
67.800
73.900
84.600
91.700
86.100
418.000
437.000
439.700
451.200
432.000
431.400
448.500
427.900
419.900
427.900
487.200
490.600
429.900
2.586.700
2.259.000
2.265.500
2.253.800
2.141.900
2.163.900
2.094.900
2.235.900
2.304.900
2.315.800
2.334.500
2.272.100
2.214.400
Duitsland Finland Frankrijk Ierland
Nederland Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten
*
Cijfers van 2009 zijn voorlopig.
Bron: EIM, op basis van meerdere bronnen, zie bijlagen I&II.
9
Tabel 4
Aantal oprichtingen als percentage van het aantal ondernemingen 1997-2008
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009*
7,2
7,5
6,5
6,7
6,5
6,5
6,5
7,3
7,7
8,4
9,3
9,0
7,9
Denemarken
10,4
10,3
11,3
11,7
10,1
9,3
10,9
10,8
12,6
13,1
12,9
-
-
Duitsland
17,4
16,3
15,5
14,7
14,3
14,2
16,5
17,7
14,9
13,9
12,3
11,4
11,7
Finland
9,7
9,0
8,3
8,6
8,4
8,6
9,4
10,2
10,8
11,5
11,8
11,1
9,7
Frankrijk
6,8
6,7
6,8
6,9
6,8
6,7
7,8
6,5
6,4
6,6
6,9
7,1
5,4
13,1
15,5
15,6
15,1
12,6
11,9
12,5
13,3
13,9
14,5
11,6
8,8
-
6,9
6,8
7,3
7,7
7,9
7,7
7,3
7,7
7,6
7,6
7,9
7,1
-
-
-
4,7
-
4,1
4,3
5,4
5,4
-
4,1
-
-
-
Nederland
10,2
9,6
10,1
11,1
9,7
8,1
8,0
8,8
9,9
10,5
11,6
12,1
10,9
Verenigd Koninkrijk
12,7
13,1
13,0
13,3
12,7
12,6
13,2
12,7
12,1
12,1
13,2
13,0
11,3
Verenigde Staten
12,2
10,4
10,3
10,1
9,5
9,5
9,2
9,7
10,0
9,9
9,9
9,6
9,4
België
Ierland Italië Japan
*
Cijfers van 2009 zijn voorlopig.
Bron: EIM, op basis van meerdere bronnen, zie bijlagen I&II.
10
Tabel 5
Aantal oprichtingen als percentage van de werkgelegenheid 1997-2008
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009*
België
1,4
1,4
1,2
1,2
1,2
1,1
1,1
1,3
1,3
1,4
1,6
1,5
1,4
Denemarken
2,0
1,9
2,1
2,2
1,9
1,7
2,0
2,0
2,3
2,4
2,4
-
-
Duitsland
1,6
1,5
1,4
1,4
1,3
1,3
1,5
1,7
1,4
1,3
1,2
1,1
1,0
Finland
1,8
1,6
1,4
1,4
1,4
1,4
1,5
1,6
1,7
1,8
1,9
1,8
1,6
Frankrijk
0,9
0,8
0,8
0,8
0,8
0,8
1,0
0,8
1,0
1,0
1,1
1,1
0,9
Ierland
2,0
2,2
2,3
2,3
1,9
1,9
2,1
2,3
2,4
2,7
2,1
1,7
-
Italië
1,7
1,7
1,7
1,8
1,9
1,8
1,8
1,9
1,8
1,8
1,9
1,7
-
-
-
0,5
-
0,4
-
-
0,5
-
0,4
-
-
-
Nederland
0,9
0,8
0,9
1
0,9
0,7
0,8
0,8
1,0
1,0
1,1
1,2
1,1
Verenigd Koninkrijk
2,0
2,1
2,1
2,1
2,0
2,1
2,1
2,0
2,0
2,0
2,2
2,2
2,0
Verenigde Staten
2,5
2,1
2,1
2,0
1,9
1,9
1,9
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
Japan
*
Cijfers van 2009 zijn voorlopig.
Bron: EIM, op basis van meerdere bronnen, zie bijlagen I&II.
11
Tabel 6
Aantal opheffingen 1997-2009
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009*
België
39.800
39.000
41.600
39.500
38.000
36.000
34.600
35.700
35.900
36.100
40.100
39.400
39.100
Denemarken
23.700
23.000
22.400
23.000
25.500
24.600
25.900
23.800
23.300
25.600
26.800
-
-
346.600
353.200
365.100
339.300
335.300
340.300
356.000
377.300
395.100
386.000
370.600
369.900
352.700
16.400
15.700
15.800
15.700
15.800
15.400
16.000
17.000
16.400
17.300
17.900
21.000
20.100
155.400
129.400
116.800
126.300
101.300
97.300
117.900
131.600
124.500
133.700
131.800
135.200
141.900
11.700
6.900
9.900
10.700
14.800
15.000
8.300
17.700
15.700
20.200
15.000
22.300
25.400
240.200
210.100
207.000
210.100
217.200
229.500
236.900
250.600
255.000
277.800
327.400
324.400
314.000
-
-
428.600
-
253.300
-
-
338.300
-
348.700
-
-
-
30.500
32.500
34.300
37.600
40.600
40.400
43.700
43.600
43.800
44.700
48.500
50.900
56.400
362.400
378.200
431.600
444.800
409.700
403.600
432.600
442.400
350.800
329.500
340.900
308.400
385.300
2.022.000
1.960.000
1.978.800
2.001.800
2.091.800
2.011.000
1.997.300
2.011.000
2.064.300
2.127.000
2.221.600
2.405.100
2.446.400
Duitsland Finland Frankrijk Ierland Italië Japan Nederland Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten *
Cijfers van 2009 zijn voorlopig.
Bron: EIM, op basis van meerdere bronnen, zie bijlagen I&II.
12
Tabel 7
Aantal opheffingen als percentage van het aantal ondernemingen 1997-2009
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009*
6,7
6,6
7,1
6,8
6,6
6,3
6,1
6,3
6,4
6,3
6,9
6,7
6,7
Denemarken
10,0
9,7
9,4
9,5
10,3
9,9
10,6
9,8
9,5
10,2
10,4
-
-
Duitsland
12,8
12,7
13,1
12,1
11,9
12,0
12,6
13,2
13,5
13,0
12,3
12,1
11,4
Finland
7,8
7,4
7,5
7,4
7,5
7,3
7,6
8,1
7,8
7,9
7,9
8,9
8,5
Frankrijk
7,0
5,8
5,2
5,5
4,3
4,0
4,8
5,3
4,9
5,2
4,8
5,0
4,9
Ierland
7,9
4,4
5,8
5,7
7,6
7,4
3,8
7,6
6,3
7,6
5,3
7,9
-
Italië
6,3
5,5
5,4
5,4
5,5
5,8
5,9
6,2
6,2
6,7
7,9
7,6
-
-
-
7,6
-
4,5
-
-
6,4
-
5,9
-
-
-
5,5
5,6
5,7
6,1
6,3
6,1
6,5
6,5
6,4
6,4
6,7
6,7
7,1
11,0
11,4
12,8
13,1
12,1
11,8
12,7
13,1
10,1
9,3
9,2
8,2
10,1
9,5
9,0
9,0
8,9
9,2
8,9
8,7
8,8
8,9
9,1
9,4
10,1
10,4
België
Japan Nederland Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten *
Cijfers van 2009 zijn voorlopig.
Bron: EIM, op basis van meerdere bronnen, zie bijlagen I&II.
13
Tabel 8
Aantal opheffingen als percentage van de werkgelegenheid 1997-2009
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009*
België
1,3
1,2
1,3
1,2
1,2
1,1
1,1
1,1
1,1
1,1
1,2
1,1
1,1
Denemarken
1,9
1,8
1,7
1,8
1,9
1,8
2,0
1,8
1,8
1,9
1,9
-
-
Duitsland
1,2
1,2
1,2
1,1
1,1
1,1
1,2
1,3
1,3
1,2
1,2
1,1
1,0
Finland
1,4
1,3
1,3
1,2
1,2
1,2
1,2
1,3
1,2
1,3
1,2
1,4
1,4
Frankrijk
0,9
0,7
0,6
0,7
0,5
0,5
0,6
0,7
0,8
0,8
0,8
0,8
0,8
Ierland
1,2
0,6
0,9
0,9
1,2
1,2
0,6
1,3
1,1
1,4
1,0
1,5
-
Italië
1,6
1,3
1,3
1,3
1,3
1,4
1,5
1,5
1,5
1,6
1,9
1,9
-
-
-
0,7
-
0,4
-
-
0,6
-
0,6
-
-
-
Nederland
0,5
0,5
0,5
0,5
0,6
0,6
0,6
0,6
0,6
0,6
0,7
0,7
0,7
Verenigd Koninkrijk
1,8
1,8
2,1
2,1
1,9
1,9
2,1
2,1
1,6
1,5
1,5
1,4
1,8
Verenigde Staten
1,9
1,8
1,8
1,8
1,8
1,8
1,8
1,8
1,8
1,8
1,9
2,1
2,2
Japan
*
Cijfers van 2009 zijn voorlopig.
Bron: EIM, op basis van meerdere bronnen, zie bijlagen I&II.
14
Tabel 9
Aantal faillissementen 1997-2009
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009*
België
7.300
6.900
7.200
6.800
7.100
7.200
7.600
7.900
7.900
7.600
7.700
8.500
9.400
Denemarken
1.700
1.600
1.600
1.700
2.300
2.400
2.500
2.600
2.400
1.900
2.400
3.700
5.800
27.500
27.800
26.500
28.200
32.300
37.600
39.300
39.200
36.800
34.100
29.200
29.300
32.700
2.700
2.400
2.300
2.300
2.100
2.300
2.200
2.000
2.000
2.000
2.000
2.100
2.500
51.700
44.900
40.700
37.100
36.600
38.000
39.500
37.900
45.500
45.700
45.800
51.300
52.400
700
800
900
900
1.000
1.100
1.000
1.000
900
900
900
1.600
3.700
14.900
13.700
12.700
11.600
10.800
11.000
11.500
12.400
12.800
11.900
7.300
7.300
-
-
-
13.700
-
17.100
17.900
15.000
13.800
9.900
8.300
11.500
13.300
-
4.300
3.900
3.200
3.500
4.300
4.900
6.300
6.500
6.600
5.800
4.500
4.500
7.900
31.900
31.300
31.900
29.800
29.500
26.400
24.500
22.900
25.000
31.500
34.000
44.100
43.300
264.600
265.000
250.600
223.400
269.100
275.300
279.500
350.400
367.500
150.700
192.300
230.100
258.800
Duitsland Finland Frankrijk Ierland Italië Japan Nederland Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten *
Cijfers van 2009 zijn voorlopig.
Bron: EIM, op basis van meerdere bronnen, zie bijlagen I&II.
15
Tabel 10
Aantal faillissementen als percentage van het aantal ondernemingen 1997-2009
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009*
België
1,3
1,2
1,2
1,2
1,2
1,2
1,2
1,3
1,3
1,4
1,4
1,3
1,3
Denemarken
0,9
0,7
0,7
0,7
0,7
0,7
0,9
1,0
1,0
1,0
1,0
0,8
0,9
Duitsland
0,8
1,0
1,0
1,0
0,9
1,0
1,1
1,3
1,4
1,4
1,3
1,1
1,0
Finland
1,6
1,3
1,3
1,2
1,1
1,1
1,0
1,1
1,1
1,0
0,9
0,9
0,9
Frankrijk
2,4
2,4
2,3
2,0
1,8
1,6
1,6
1,6
1,6
1,5
1,8
1,8
1,7
-
0,6
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
0,6
0,5
0,4
0,3
0,4
0,3
0,3
0,3
0,4
0,4
0,3
0,3
0,3
0,3
0,3
0,3
0,3
0,3
0,2
-
0,2
-
-
0,2
-
0,3
-
-
0,3
-
0,1
-
Nederland
0,9
0,8
0,8
0,7
0,5
0,6
0,7
0,7
0,9
1,0
1,0
0,8
0,6
Verenigd Koninkrijk
1,2
1,1
1,0
0,9
0,9
0,9
0,9
0,8
0,7
0,7
0,7
0,9
0,9
Verenigde Staten
1,0
1,1
1,2
1,2
1,1
1,0
1,2
1,2
1,2
1,5
1,6
0,6
0,8
Ierland Italië Japan
*
Cijfers van 2009 zijn voorlopig.
Bron: EIM, op basis van meerdere bronnen, zie bijlagen I&II.
16
Tabel 11
Aantal faillissementen als percentage van het aantal opheffingen 1997-2009
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009*
18,3
17,7
17,2
17,2
18,7
20,0
22,0
22,2
22,0
21,1
19,2
21,5
24,1
Denemarken
7,3
7,0
7,0
7,5
8,9
9,8
9,5
10,7
10,5
7,6
8,9
0,0
0,0
Duitsland
7,9
7,9
7,3
8,3
9,6
11,0
11,0
10,4
9,3
8,8
7,9
7,9
9,3
Finland
16,3
15,6
14,7
14,5
13,5
15,0
13,8
11,7
12,1
11,5
11,1
10,0
12,4
Frankrijk
33,3
34,7
34,9
29,3
36,1
39,0
33,5
28,8
36,5
34,2
34,7
38,0
36,9
Ierland
6,3
12,0
9,3
8,9
6,9
7,5
12,4
5,4
5,6
4,7
5,7
7,3
-
Italië
6,2
6,5
6,1
5,5
5,0
4,8
4,8
4,9
5,0
4,3
2,2
2,3
-
-
-
3,2
-
6,7
-
-
4,1
-
2,4
-
-
-
14,1
12,1
9,3
9,4
10,5
12,1
14,3
14,8
15,2
13,0
9,3
8,9
14,0
8,8
8,3
7,4
6,7
7,2
6,5
5,7
5,2
7,1
9,6
10,0
14,3
11,2
13,1
13,5
12,7
11,2
12,9
13,7
14,0
17,4
17,8
7,1
8,7
9,6
10,6
België
Japan Nederland Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten *
Cijfers van 2009 zijn voorlopig.
Bron: EIM, op basis van meerdere bronnen, zie bijlagen I&II.
17
Tabel 12
Netto groei van het aantal ondernemingen 1997-2009
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009*
België
2.700
5.400
-3.500
-600
-400
800
1.800
5.100
7.800
12.000
14.000
13.200
7.500
Denemarken
1.000
1.500
4.700
5.400
-400
-1.600
800
2.600
7.700
7.200
6.200
-
-
124.800
97.300
68.200
75.500
67.500
61.500
108.700
127.800
39.800
27.100
-900
-23.200
9.200
3.800
3.400
1.800
2.500
2.000
2.600
3.800
4.400
6.400
7.800
8.900
5.100
2.800
-5.200
20.400
36.300
33.300
57.800
62.600
75.400
29.600
36.500
34.100
57.000
57.000
13.600
7.700
17.100
16.800
17.500
9.900
9.300
19.300
13.300
19.100
18.400
17.700
2.700
0
22.600
49.300
70.200
87.600
93.100
78.400
56.000
61.600
54.100
36.800
300
-23.100
0
-
-
-166.200
-
-21.700
-
-
-50.300
-
-108.500
-
-
-
Nederland
26.000
22.900
26.100
30.700
21.700
13.100
9.800
15.600
24.000
29.200
36.000
40.800
29.700
Verenigd Koninkrijk
55.600
58.800
8.100
6.300
22.300
27.800
15.900
-14.400
69.100
98.400
146.300
182.200
44.600
564.700
299.000
286.700
252.000
50.100
152.900
97.700
224.900
240.500
188.900
112.900
-133.000
-232.000
Duitsland Finland Frankrijk Ierland Italië Japan
Verenigde Staten *
Cijfers van 2009 zijn voorlopig.
Bron: EIM, op basis van meerdere bronnen, zie bijlagen I&II.
18
Tabel 13
Netto groei van het aantal ondernemingen als percentage van het totale aantal ondernemingen 1997-2009
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009*
België
0,4
0,9
-0,6
-0,1
-0,1
0,1
0,3
0,9
1,4
2,1
2,4
2,2
1,3
Denemarken
0,4
0,6
2,0
2,2
-0,2
-0,6
0,3
1,1
3,1
2,9
2,4
-
-
Duitsland
4,6
3,5
2,4
2,7
2,4
2,2
3,9
4,5
1,4
0,9
0,0
-0,8
0,3
Finland
1,8
1,6
0,8
1,2
0,9
1,2
1,8
2,1
3,0
3,6
3,9
2,2
1,2
-0,2
0,9
1,6
1,4
2,5
2,6
3,1
1,2
1,4
1,3
2,1
2,1
0,5
Ierland
5,2
11,0
9,8
9,3
5,1
4,6
8,7
5,7
7,6
6,9
6,3
1,0
0,0
Italië
0,6
1,3
1,8
2,3
2,4
2,0
1,4
1,5
1,3
0,9
0,0
-0,5
0,0
-
-
-3,0
-
-0,4
-
-
-1,0
-
-1,8
-
-
-
Nederland
4,7
4,0
4,4
5,0
3,4
2,0
1,5
2,3
3,5
4,2
5,0
5,4
3,7
Verenigd Koninkrijk
1,7
1,8
0,2
0,2
0,7
0,8
0,5
-0,4
2,0
2,8
4,0
4,8
1,2
Verenigde Staten
2,7
1,4
1,3
1,1
0,2
0,7
0,4
1,0
1,0
0,8
0,5
-0,6
-1,0
Frankrijk
Japan
*
Cijfers van 2009 zijn voorlopig.
Bron: EIM, op basis van meerdere bronnen, zie bijlagen I&II.
19
Tabel 14
Turbulentie als percentage van het totale aantal ondernemingen 1997-2009
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009*
België
13,9
14,1
13,6
13,5
13,1
12,8
12,6
13,6
14,1
14,7
16,3
15,7
14,6
Denemarken
20,4
20,0
20,7
21,1
20,3
19,2
21,5
20,6
22,1
23,3
23,3
-
-
Duitsland
30,2
29,0
28,6
26,8
26,1
26,2
29,2
30,9
28,4
26,8
24,6
23,5
23,1
Finland
17,5
16,4
15,8
16,0
15,9
15,9
17,0
18,3
18,7
19,4
19,7
20,0
18,2
Frankrijk
13,8
12,6
11,9
12,4
11,1
10,7
12,6
11,8
11,3
11,8
11,7
12,2
10,3
Ierland
20,9
19,9
21,4
20,8
20,2
19,3
16,3
20,9
20,2
22,1
16,9
16,7
0,0
Italië
13,2
12,4
12,7
13,2
13,5
13,5
13,2
13,9
13,8
14,3
15,8
14,7
0,0
-
-
12,3
-
8,6
-
-
11,8
-
10,0
-
-
-
Nederland
15,7
15,2
15,9
17,2
16,0
14,2
14,5
15,3
16,3
16,9
18,3
18,8
18,0
Verenigd Koninkrijk
23,8
24,5
25,8
26,5
24,8
24,4
25,9
25,8
22,3
21,4
22,4
21,2
21,4
Verenigde Staten
21,7
19,4
19,2
19,0
18,7
18,4
17,9
18,5
18,9
19,0
19,3
19,7
19,8
Japan
*
Cijfers van 2009 zijn voorlopig.
Bron: EIM, op basis van meerdere bronnen, zie bijlagen I&II.
20
Tabel 15
Gemiddelde startgrootte in werkzame personen 1997-2009
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009*
-
-
2,1
2,0
1,9
1,9
1,9
1,8
1,8
1,7
1,6
1,6
1,6
Denemarken
1,8
1,8
1,7
1,8
1,9
1,7
1,6
1,7
1,5
1,5
1,5
-
-
Duitsland
2,7
2,7
2,7
2,7
2,7
2,7
2,7
2,7
2,7
2,7
2,4
2,4
2,1
Finland
1,2
1,3
1,5
1,5
1,5
1,5
1,4
1,5
1,3
1,1
1,2
1,2
1,1
Frankrijk
1,7
1,7
1,7
1,7
1,7
1,7
1,8
1,8
1,8
1,8
1,6
1,6
1,6
Ierland
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Italië
-
1,4
1,4
1,4
1,5
1,4
1,4
1,4
1,4
1,4
1,3
1,3
1,7
Japan
-
-
3,6
-
3,5
3,7
3,6
3,5
3,5
3,5
-
-
-
Nederland
1,8
2,0
2,1
1,9
2,1
2,2
2,2
2,2
2,2
2,3
2,3
2,2
2,3
Verenigd Koninkrijk
1,6
1,8
2,2
2,3
2,4
2,4
2,3
2,2
2,2
2,2
2,2
2,2
2,2
Verenigde Staten
2,5
3,0
3,0
3,0
3,0
3,2
3,0
3,0
3,0
2,9
2,8
2,7
2,5
België
*
Cijfers van 2009 zijn voorlopig.
Bron: EIM, op basis van meerdere bronnen, zie bijlagen I&II.
21
22
4
Snelle groeiers, over de periode 2001-2008
Tabel 16
Percentage snelle groeiers*, in populatie bedrijven 50-1.000 werknemers
België Duitsland Denemarken Finland Frankrijk Ierland Italië Japan Nederland Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten
1998/2001
1999/2002
2000/2003
2001/2004
2002/2005
2003/2006
2004/2007
2005/2008
18,7
14,6
11,0
9,1
11,7
15,7
17,6
16,2
14,4
16,1
11,0
8,8
10,6
17,3
16,5
12,2
18,6
16,4
11,7
11,5
16,9
21,0
25,4
21,7
21,4
18,6
13,8
14,7
17,3
23,1
28,4
25,1
21,2
17,2
12,1
11,3
12,3
17,1
17,5
14,1
29,1
21,4
27,3
15,1
24,3
23,9
27,0
28,4
23,4
21,0
16,2
14,8
16,3
24,0
22,2
15,4
14,8
2,6
2,2
4,2
6,8
12,3
12,4
7,2
18,1
14,2
7,5
7,0
11,0
16,4
18,8
18,7
32,4
20,8
19,3
17,7
19,8
21,7
23,1
8,2
37,8
30,6
23,5
26,6
38,4
45,8
37,6
27,4
* Snelle groeiers, geselecteerd op basis van omzet (minimaal 60% groei in 3 jaar). De cijfers hebben betrekking op het gehele bedrijfsleven exclusief landbouw en visserij, financiële dienstverlening en overige dienstverlening (NACE C-K excl. J). Bron: EIM, op basis van AMADEUS, Jade en Compustat.
23
Tabel 17
Gemiddelde omzet (in 1.000 euro) en omzetmutaties (%) van snelle groeiers en niet-snelle groeiers op basis van omzet per land, in populatie bedrijven 501.000 werknemers Totaal Niveau
Mutatie
Niet-snelle groeiers Niveau
Mutatie
Snelle groeiers Niveau
Mutatie
2005
2008
'05-'08
per jaar
2005
2008
'05-'08
per jaar
2005
2008
'05-'08
per jaar
België
67.565
83.172
23%
7%
72.817
83.853
15%
5%
40.400
79.647
97%
25%
Duitsland
81.442
99.006
22%
7%
81.697
90.944
11%
4%
79.613
156.793
97%
25%
Denemarken
63.146
84.536
34%
10%
63.619
71.910
13%
4%
61.441
130.028
112%
28%
Finland
45.376
57.591
27%
8%
52.244
59.821
15%
5%
24.944
50.955
104%
27%
Frankrijk
42.843
50.956
19%
6%
44.899
49.493
10%
3%
30.332
59.857
97%
25%
170.815
187.944
10%
3%
186.150
167.962
-10%
-3%
131.951
238.584
81%
22%
Italië
46.776
58.059
24%
7%
46.877
52.217
11%
4%
46.226
90.110
95%
25%
Japan
54.064
60.526
12%
4%
54.779
58.831
7%
2%
44.893
82.281
83%
22%
156.459
185.299
18%
6%
171.620
183.909
7%
2%
90.398
191.358
112%
28%
66.999
67.733
1%
0%
68.882
65.857
-4%
-1%
45.826
88.838
94%
25%
114.930
145.177
26%
8%
129.957
132.812
2%
1%
75.178
177.890
137%
33%
Ierland
Nederland Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten
Bron: EIM. Snelle groeiers, geselecteerd op basis van omzet (minimaal 60% groei in 3 jaar). De cijfers hebben betrekking op het gehele bedrijfsleven exclusief landbouw en visserij, financiële dienstverlening en overige dienstverlening (NACE C-K excl. J). De omzet is uitgedrukt in euro’s, waarbij de omzet van niet-eurolanden is uitgedrukt in koopkrachtpariteit.
24
Tabel 18
Gemiddelde aantal werkzame personen en de mutatie (%) van snelle groeiers en niet-snelle groeiers op basis van omzet, per land in populatie bedrijven 501.000 werknemers Totaal Niveau
Mutatie
Niet-snelle groeiers Niveau
Mutatie
Snelle groeiers Niveau
Mutatie
2005
2008
'05-'08
per jaar
2005
2008
'05-'08
per jaar
2005
2008
'05-'08
per jaar
België
158
171
8%
3%
168
176
5%
2%
105
150
43%
13%
Duitsland
202
211
4%
1%
208
212
2%
1%
161
206
28%
9%
Denemarken
196
221
13%
4%
206
218
6%
2%
156
232
49%
14%
Finland
163
179
10%
3%
180
184
2%
1%
111
165
49%
14%
Frankrijk
156
164
5%
2%
162
164
1%
0%
114
165
45%
13%
Italië
137
149
9%
3%
142
149
5%
2%
110
151
37%
11%
Japan
164
172
5%
2%
167
172
3%
1%
128
162
27%
8%
Nederland
255
251
-2%
-1%
262
250
-5%
-2%
223
256
15%
5%
Verenigd Koninkrijk
187
196
5%
2%
192
197
3%
1%
118
182
54%
16%
Verenigde Staten
239
250
5%
2%
266
250
-6%
-2%
161
248
54%
15%
Bron: EIM. Snelle groeiers, geselecteerd op basis van omzet (minimaal 60% groei in 3 jaar). De cijfers hebben betrekking op het gehele bedrijfsleven exclusief landbouw en visserij, financiële dienstverlening en overige dienstverlening (NACE C-K excl. J).
25
Tabel 19
Percentage snelle groeiers*, in populatie bedrijven 50-1.000 werknemers
1998/2001
1999/2002
2000/2003
2001/2004
2002/2005
2003/2006
2004/2007
2005/2008
België
15,0
11,2
8,6
6,7
5,6
7,5
9,0
10,2
Duitsland
10,6
10,5
8,9
9,2
7,8
7,7
5,9
5,9
Denemarken
13,8
12,1
12,3
10,8
11,6
12,1
13,5
13,8
Finland
13,2
11,4
8,9
9,5
8,8
11,0
11,6
14,8
Frankrijk
14,2
12,1
9,3
7,7
6,8
6,6
7,8
8,4
Ierland
11,7
0,0
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
Italië
28,8
31,5
26,4
17,1
13,2
10,7
8,2
8,6
Japan
1,4
1,5
1,1
1,5
2,0
2,4
3,4
3,4
Nederland
9,1
7,8
8,2
6,6
7,5
7,2
11,0
13,0
Verenigd Koninkrijk
15,0
13,3
11,9
9,7
10,9
11,7
11,7
10,0
Verenigde Staten
21,0
18,5
13,4
14,6
20,1
22,8
24,3
20,3
Bron: EIM. Snelle groeiers, geselecteerd op basis van werkgelegenheid (minimaal 60% groei in 3 jaar). De cijfers hebben betrekking op het gehele bedrijfsleven exclusief landbouw en visserij, financiële dienstverlening en overige dienstverlening (NACE C-K excl. J).
26
Tabel 20
Gemiddelde omzet (in 1.000 euro) en omzetmutaties (%) van snelle groeiers en niet-snelle groeiers op basis van werkgelegenheid, per land, in populatie bedrijven 50-1.000 werknemers Totaal Niveau
Mutatie
Niet-snelle groeiers Niveau
Mutatie
Snelle groeiers Niveau
Mutatie
2005
2008
'05-'08
per jaar
2005
2008
'05-'08
per jaar
2005
2008
'05-'08
per jaar
België
66.504
82.743
24%
8%
69.384
84.528
22%
7%
34.075
62.652
84%
23%
Duitsland
80.684
98.370
22%
7%
82.128
99.425
21%
7%
55.501
79.953
44%
13%
Denemarken
62.305
83.022
33%
10%
61.193
75.764
24%
7%
70.691
137.756
95%
25%
Finland
45.707
58.149
27%
8%
49.548
60.930
23%
7%
22.235
41.155
85%
23%
Frankrijk
43.080
51.034
18%
6%
44.306
51.265
16%
5%
29.117
48.398
66%
18%
Italië
46.470
57.742
24%
8%
47.379
57.492
21%
7%
36.183
60.576
67%
19%
Japan
53.640
59.866
12%
4%
53.827
59.593
11%
3%
47.857
68.289
43%
13%
119.740
148.820
24%
8%
129.552
158.496
22%
7%
52.271
82.286
57%
16%
64.085
64.120
0%
0%
65.950
63.897
-3%
-1%
47.270
66.128
40%
12%
109.616
139.592
27%
8%
116.448
133.817
15%
5%
80.205
164.450
105%
27%
Nederland Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten
Bron: EIM. Snelle groeiers, geselecteerd op basis van werkgelegenheid (minimaal 60% groei in 3 jaar). De cijfers hebben betrekking op het gehele bedrijfsleven exclusief landbouw en visserij, financiële dienstverlening en overige dienstverlening (NACE C-K excl. J). De omzet is uitgedrukt in euro’s, waarbij de omzet van niet-eurolanden is uitgedrukt in koopkrachtpariteit.
27
Tabel 21
Gemiddelde aantal werkzame personen en de mutatie (%) van snelle groeiers en niet-snelle groeiers, op basis van werkgelegenheid, per land, in populatie bedrijven 50-1.000 werknemers Totaal Niveau
Mutatie
Niet-snelle groeiers Niveau
Mutatie
Snelle groeiers Niveau
Mutatie
2005
2008
'05-'08
per jaar
2005
2008
'05-'08
per jaar
2005
2008
'05-'08
per jaar
België
149
163
9%
3%
157
163
4%
1%
77
154
100%
26%
Duitsland
171
180
5%
2%
176
180
2%
1%
93
181
95%
25%
Denemarken
135
156
16%
5%
143
154
8%
3%
85
168
98%
25%
Finland
162
180
11%
4%
177
182
3%
1%
79
166
110%
28%
Frankrijk
156
164
5%
2%
162
164
1%
0%
87
172
98%
26%
Italië
137
149
9%
3%
142
147
4%
1%
87
168
93%
25%
Japan
163
170
4%
1%
165
169
2%
1%
117
203
74%
20%
Nederland
146
153
5%
2%
154
143
-7%
-2%
92
219
138%
34%
Verenigd Koninkrijk
169
177
5%
2%
177
176
-1%
0%
95
186
96%
25%
Verenigde Staten
233
245
5%
2%
264
246
-7%
-2%
114
241
111%
28%
Bron: EIM. Snelle groeiers, geselecteerd op basis van werkgelegenheid (minimaal 60% groei in 3 jaar). De cijfers hebben betrekking op het gehele bedrijfsleven exclusief landbouw en visserij, financiële dienstverlening en overige dienstverlening (NACE C-K excl. J).
28
Bijlage 1: Partners en dataleveranciers in het project
De data zijn afkomstig van de volgende bureaus. (1) ten behoeve van Bedrijvendynamiek Nederland (NL):
EIM o.b.v. VVK
Denemarken (DK):
Danmarks Statistik (DS)
Duitsland (D):
IfM o.b.v. Statistisches Bundesamt en Bundesanstalt für Arbeit
Finland (FI):
Turku School o.b.v. Tilastokes
Frankrijk (FR):
Credoc o.b.v. INSEE
Ierland (IE):
Tom Martin & Associates/TMA
Italië (IT):
Università IULM
Verenigd Koninkrijk (UK):
University of Southampton, School of Manage-
Verenigde Staten (US):
Bureau of Census, SBA en BLS
Japan (Jap):
Statistics Bureau Japan (SBJ), Cabinet Office
kus/Statistikcentralen en Eurostat
ment
(2) ten behoeve van Snelgroeiende bedrijven Europa en Japan
Bureau Van Dijk (database Orbis/Amadeus)
Japan
Bureau van Dijk (Oriana)
Verenigde Staten
Standard & Poor's (database Compustat)
29
Bijlage 2: Dataverzameling en databewerkingen
Internationale vergelijking van ondernemerschap B ro nn en en m et ho d e va n un i fo rm e r in g De centrale bron voor de ondernemersquote is de Labour Force Statistics (LFS) van de OESO. In deze statistiek is 2008 het meest recente jaar. De cijfers van 2009 zijn gebaseerd op Eurostat en het CBS en zijn daarom voorlopig. De OESO hanteert in haar statistiek geen uniforme definitie van een ondernemer, maar gaat uit van de definitie die het betreffende land hanteert. Dit heeft als gevolg dat de cijfers tussen landen onderling niet vergelijkbaar zijn. Daarnaast bevat de statistiek veel reeksbreuken. Als definitie van ondernemerschap geldt voor dit onderzoek: alle eigenaren van bedrijven die tevens het management voeren. Onder deze definitie vallen derhalve zowel zelfstandigen van niet-rechtspersonen, als directeuren-grootaandeelhouders (dga's) van rechtspersonen. Ondernemers in de landbouw en visserij zijn buiten de analyse gebleven. De totale beroepsbevolking betreft alle personen van 15-64 jaar die werken of te kennen geven te willen werken. Ze bestaat uit werknemers, zelfstandig ondernemers (inclusief dga's), meewerkende gezinsleden, personen werkzaam in het leger en werklozen. EIM is voor eerder onderzoek al nagegaan welke definitie van ondernemer voor de diverse landen in de diverse statistieken is gebruikt. Er zijn toen voor een recent jaar ophoog- c.q. afsplitsfactoren per land vastgesteld (veelal 1992) om tot een uniforme definitie te komen. In sommige landen (w.o. Nederland en de VS) zijn bijschattingen verricht voor de dga's, terwijl voor enkele andere landen schattingen zijn gemaakt van de zogenaamde meewerkende gezinsleden die op de aantallen ondernemers in de statistiek in mindering zijn gebracht. De ophoog- en afsplitsfactoren zijn bij gebrek aan informatie per jaar voor een aantal landen in de tijd constant gehouden. Tevens zijn correcties aangebracht voor de reeksbreuken in het materiaal van de OESO door in het jaar van de reeksbreuk als groeicijfer de gemiddelde ontwikkeling van het voorafgaande jaar en het navolgende jaar te nemen. De uitgevoerde werkzaamheden zijn schematisch weergegeven in Figuur 1. Omdat deze studie is toegespitst op de primaire indicatoren, is in tegenstelling tot in de vorige studies nu niet gekeken naar kenmerken van ondernemerschap, zoals geslacht, sector, leeftijd, deeltijd en de belangstelling van werklozen voor ondernemerschap.
31
Figuur 1
Schematische weergave vaststelling ondernemersquote
1 . d a t a v e r g a r in g d a t a m . b .t . z e l fs t a n d i g e n , d g a ’ s , m e e w e r k e n d e g e zi n s l e d e n , b e d r i j v e n , e t c .
2 . v a st ste lle n d e f in itie p e r la n d la n d A
la n d B
lan d C
e tc .
3 . u n if o r m e r e n d e f in it ie p e r la n d la n d A
la n d B
la n d C
e tc .
4 . r e la t e r e n a a n b e r o e p sb e v o lk in g
Bron: EIM.
Internationale vergelijking van bedrijvendynamiek B ro nn en en m et ho d e va n un i fo rm e r in g Voor toe- en uittreding worden meerdere definities en soorten bronnen gebruikt. In sommige landen betreffen de toetreders elke inschrijving in het bronnenregister, terwijl in andere landen alleen starters worden bedoeld. Bij uittredingen gaat het soms om elke uitschrijving in een register, terwijl bij andere alleen faillissementen zichtbaar zijn. In een aantal landen zijn de kleinere bedrijven niet inbegrepen.1 Sommige landen beschouwen de onderneming als eenheid, andere weer de vestiging. Als bronnen worden doorgaans het Handelsregister en/of het BTWregister gehanteerd. Een drietal landen – Frankrijk, de VS en Japan – hanteert een statistiekregister. In dit onderzoek wordt onder een toetreder een starter dan wel een nieuw dochterbedrijf verstaan.2 Uittreders kunnen zowel algemene opheffingen als faillissementen omvatten. De eenheid is de juridische onderneming. Voor zover landen een andere afbakening van toe- en uittredingen hanteren, heeft EIM deze volgens een vaste procedure geüniformeerd. Hiervoor is primair naar Nederlandse verhoudingscijfers gekeken. De gegevens over bedrijvendynamiek zijn gerelateerd aan zowel het aantal ondernemingen als de werkgelegenheid. De benodigde gegevens werden primair aangeleverd door partners van EIM in de betreffende landen (zie bijlage I). Aanvullend is ook gebruikgemaakt van de Eurostatgegevens 'Business demography in Europe' die voor zes benchmarklanden
32
1
Dit hangt veelal samen met de bron. Bij gebruik van het BTW-register zullen bedrijven die niet BTW-plichtig zijn, ontbreken. Worden gegevens rond de sociale zekerheid gehanteerd, dan zullen bedrijven zonder personeel ontbreken.
2
De meeste landen (uitgezonderd Nederland en Denemarken) zijn niet in staat om starters apart te identificeren.
gegevens bevatten over de periode 1997-2009 of delen daarvan. De uitgevoerde werkzaamheden zijn schematisch weergegeven in Figuur 2. Voor enkele landen zijn de cijfers van recente jaren aangepast. Deze cijfers waren indicaties. De gerealiseerde cijfers zijn hiervoor in de plaats toegevoegd. In tegenstelling tot bij eerdere onderzoeken wordt nu alleen gekeken naar het totale bedrijfsleven, exclusief landbouw en visserij. Verbijzonderingen naar stuwende bedrijven en groeisectoren (als benadering voor technostarters) zijn derhalve buiten beschouwing gebleven. Figuur 2
Schematische weergave vaststelling bedrijvendynamiek
1 . d a t a v e r g a r in g d a t a o p r i c h t i n g e n , o p h e ffi n g e n , fa i l l i s s e m e n t e n , sta r tg r o o tte , a a n ta l b e d r ijve n , w e r k g e le g e n h e id
2 . v a st st e lle n d e f in itie s p e r la n d la n d A
lan d B
la n d C
e tc .
3 . u n if o r m e r e n d e f in it ie s p e r la n d la n d A
lan d B
la n d C
e tc .
4 . d yn a m ie k r e la te r e n a a n o n d e r n e m in g e n e n w e rk g eleg e n h eid
Bron: EIM.
Per land zal nu in detail worden ingegaan op de gehanteerde definities en de bronnen. B ed r i jv en dy na m i ek i n Ne d e r la n d De gehanteerde bron voor de bedrijvendynamiek in Nederland vormt de Mutatiebalans van de Vereniging Kamers van Koophandel (VVK). In dit register worden alle mutaties in het Handelsregister benoemd. Vrije beroepen zijn maar beperkt opgenomen in de Mutatiebalans. De eenheid van inschrijving is steeds de vestiging. Het betreft hier registraties van zowel actieve als 'papieren' vestigingen. Onderscheiden worden de volgende items: − starters (nieuwe ondernemers die een nieuwe activiteit opstarten); − overige oprichtingen (bestaande bedrijven/ondernemers die een nieuwe activiteit opstarten); − verhuizingen binnen het Kamergebied; − verhuizingen van buiten het Kamergebied; − na-inschrijving (een registratie achteraf van een nieuwe vestiging); − overige inschrijvingen (overneming, fusie, administratieve wijziging); − algemene opheffingen (een opheffing van een vestiging, niet van rechtswege afgedwongen); − faillissement (een opheffing van rechtswege afgedwongen);
33
− verhuizingen naar buiten het Kamergebied; − na-uitschrijving (een registratie achteraf van een opheffing); − overige uitschrijvingen (overneming, fusie, administratieve wijziging). Bij alle registraties betreffende de in- en uitschrijvingen is aangegeven hoeveel personen er werkzaam zijn. Indien bij de inschrijving slechts één persoon betrokken is (ondernemer), is aangegeven of het per week een activiteit van meer dan wel minder dan 15 uur betreft. De werkgelegenheid wordt door de KvK echter alleen geteld voor zover minimaal één persoon ten minste 15 uur werkzaam is. Voor zover de registraties correct gebeuren, kunnen op basis van de aanwezigheid van werkgelegenheid de actieve registraties worden geselecteerd. Voor de vergelijkbaarheid met het buitenland zal een actieve onderneming in deze studie gedefinieerd moeten worden als een onderneming waarbij iemand minimaal 1 uur per week werkzaam is. De Kamers hanteren de BIK-97 codering. Deze komt tot en met de viercijferige code overeen met de in de EU gehanteerde Nace-indeling Rev. I. De data zijn beschikbaar voor de periode 1992-2009. Aanvullend op de studie uit 2001 worden nu de jaren 2000-2009 in kaart gebracht. Bij de Kamers is de registratie-eenheid de vestiging. Omdat tevens wordt aangegeven bij de inschrijving of het een hoofd- dan wel nevenvestiging betreft, kunnen de cijfers eenvoudig worden vertaald naar juridische bedrijven. Faillissementscijfers zijn apart beschikbaar voor natuurlijke personen met een bedrijfsactiviteit en rechtspersonen. B ed r i jv en dy na m i ek i n B e l g i ë De teleenheid voor België is de juridische onderneming. De belangrijkste bron voor de bedrijvendynamiek is het BTW-register. Indien nodig, zal ook worden gebruikgemaakt van het Handelsregister en Dun & Bradstreet. Het Handelsregister en Dun & Bradstreet hebben alleen betrekking op vennootschappen. Gegevens over de bedrijfsomvang zijn beperkt beschikbaar gebleken. België hanteert een zeer ruime definitie van toe- en uittredingen. EIM heeft op basis van deze door KMO geleverde gegevens uit diverse bronnen een schatting gemaakt van de toe- en uittredingen voor België. B ed r i jv en dy na m i ek i n De n ema rk en Het Deense CBS (Danmarks Statistik) publiceert jaarlijks gegevens over het aantal bedrijven en het aantal starters en hun omvang. De herkomst is vooral het BTW-register. Cijfers over opheffingen werden tot aan 2002 niet gepubliceerd (deze konden wel als saldo worden benaderd). Wel zijn er voor alle jaartallen gegevens over faillissementen. Denemarken hanteert voor de toetredingen een enge definitie: sinds 1996 worden alleen starters geregistreerd. EIM heeft het aantal starters 'vertaald' naar het aantal oprichtingen op basis van eerdere kengetallen. B ed r i jv en dy na m i ek i n Du i ts la n d De teleenheid is in Duitsland de juridische onderneming. De bron voor gegevens over de bedrijvendynamiek is het Handelsregister. Duitsland hanteert een ruime definitie van toe- en uittreders. Op basis van oude enquêteachtige onderzoeken wordt door IfM door middel van een schatting de bedrijfsomvang bepaald. EIM heeft op basis van vooral Nederlandse verhoudingsgegevens de definitie van toeen uittreding benaderd.
34
B ed r i jv en dy na m i ek i n F i n la nd In Finland is de teleenheid de juridische onderneming. In Finland vormt het BTWregister de belangrijkste bron, aangevuld met het register voor de sociale zekerheid voor bedrijven met personeel. De gegevens worden verzameld door het Finse CBS (Tilastokeskus/Statistikcentralen). De gehanteerde bronnen impliceren dat vrije beroepen die niet BTW-plichtig zijn, niet worden meegenomen. De definitie van toe- en uittreding is ruim. Fusies leiden tot zowel een toe- als een uittreding (de oude fuserende bedrijven treden uit en de nieuwe fusieonderneming treedt toe). Bij overnames is de wijze van registratie afhankelijk van de aard van de registratie. Bedrijven die worden overgenomen en als dochter verdergaan, worden niet als toe- en uittreding gerekend. Als er echter een nieuwe eigenaar komt, leidt dit weer wel tot zowel een toe- als een uittreding. EIM heeft op basis van vooral Nederlandse verhoudingsgegevens de definitie van toe- en uittreding benaderd en deze geconfronteerd met de gegevens van Eurostat. De uitkomsten kwamen goed overeen. B ed r i jv en dy na m i ek i n F r a nk r i jk De teleenheid is voor Frankrijk de juridische onderneming. De data worden gepubliceerd door INSEE. Een toetreding wordt verwezenlijkt door een inschrijving in het SIRENE-register van INSEE. Een inschrijving hoeft niet actief te zijn. Fusies zijn bij de toe- en uittreding inbegrepen. De financiële dienstverlening is niet inbegrepen. Omdat een uitschrijving uit het register in Frankrijk niet verplicht is, worden in principe geen uittredingscijfers gepubliceerd. Deze kunnen worden benaderd door naar de ontwikkeling van het ondernemingenbestand te kijken. In 2004 werden de cijfers voor het eerst direct berekend op basis van gepubliceerde cijfers van Coface. Gegevens over de startgrootte zijn beperkt beschikbaar. EIM heeft op basis van vooral Nederlandse en Deense verhoudingsgegevens de definitie van toe- en uittreding benaderd. B ed r i jv en dy na m i ek i n I e r la nd De entiteit is in Ierland de juridische onderneming. De belangrijkste bron voor nieuwe registraties en uitschrijvingen is voor Ierland de 'Revenue Commissioners' voor het BTW-register. In principe zijn slapende bedrijven niet inbegrepen. Toch bleek bij een doorlichting van het Register in 1997 dat circa 3% van de ingeschreven bedrijven niet actief is. Bedacht moet worden dat er alleen een inschrijfplicht bestaat voor zover de omzet een bepaald bedrag overschrijdt. Dit bedrag wordt voor de geldontwaarding aangepast. Voor de langere termijn zal deze beperking niet veel invloed hebben, maar voor de korte termijn kan zij wel voor schommelingen zorgen. Data uitgesplitst naar sector en grootteklasse zijn niet beschikbaar. De definitie van een toetreding is iets ruimer dan in Nederland. EIM heeft hiervoor gecorrigeerd. Voor Ierland zijn faillissementscijfers beschikbaar. De bedrijfsomvang van toetreders is niet bekend. B ed r i jv en dy na m i ek i n I ta l i ë De juridische onderneming is de teleenheid voor Italië. De data zijn afkomstig uit het Handelsregister. Italië hanteert een zeer ruime definitie voor toe- en uittreding. Naast starters en nieuwe dochterbedrijven omvatten de toetredingen alle mogelijke verandering in de registratie, zoals fusies, buyins, overnames, administratieve wijzigingen en verhuizingen. Ook de uittredingen zijn ruim gedefinieerd. Niet-actieve ondernemingen zijn bij de cijfers inbegrepen. Een beperkte sectorspecificatie is mogelijk. EIM heeft op basis van vooral Nederlandse verhoudingsgegevens de definitie van toe- en uittreding benaderd. Deze uitkomsten zijn
35
wel vergeleken met Eurostatgegevens, wat nog tot een kleine bijstelling heeft geleid. Faillissementscijfers zijn slechts beperkt beschikbaar gebleken. B ed r i jv en dy na m i ek i n he t V e re n ig d Ko n ink r i jk Voor het Verenigd Koninkrijk vormt de juridische eenheid de entiteit. De belangrijkste bron vormt het Interdepartementale Bedrijvenregister dat wordt bijgehouden door het nationale statistische bureau ONS. Het register wordt gevoed met informatie, afkomstig van het BTW-register en de sociale zekerheid. Alleen bedrijven boven een bepaalde omzet hebben registratieplicht. Vrije beroepen en eenmanszaken zijn daarom maar beperkt opgenomen in het register. Andere bronnen zijn het 'Department of Trade and Industry' en het 'Companies House'. De definitie van toe- en uittreding is in het Verenigd Koninkrijk betrekkelijk ruim. Faillissementscijfers zijn apart beschikbaar voor natuurlijke personen met een bedrijf en voor rechtspersonen. Tot en met de benchmark van 2005 zijn de eenmanszaken niet meegenomen. In de benchmark van 2006 heeft hiervoor met terugwerkende kracht een correctie plaatsgevonden. B ed r i jv en dy na m i ek i n de V er en i g de S ta t en De registratie-eenheid is in de Verenigde Staten de vestiging. Alleen bedrijven met personeel worden geregistreerd. Vooral de eenmanszaken en de vrije beroepen blijven daardoor buiten de registratie. Starters zonder personeel komen in deze statistiek dan ook vrijwel niet voor. De belangrijkste bron voor de bedrijvendynamiek vormen het Bureau of the Census en SBA. Bureau of the Census/SBA maken geen onderscheid tussen starters en andere oprichtingen (nieuwe dochters). De werkgelegenheid van toe- en uittredingen wordt geregistreerd. Aanvullend is gebruikgemaakt van gegevens van de BLS. Dit bureau brengt de dynamiek van de werkgelegenheid in kaart. Voor een uniforme definitie van toe- en uittredingen zijn er drie aspecten. Eerst is een bijschatting gemaakt van de oprichtingen onder de bedrijven zonder personeel (vooral eenmanszaken). Vervolgens is een schatting gemaakt van het niveau van het aantal bedrijven zonder personeel. Hierover heeft het SBA informatie (op basis van betaalde belasting over de winst). De gemiddelde grootte van een vennootschap is – uitgaande van de Nederlandse situatie en het feit dat bedrijven zonder personeel maar weinig zullen voorkomen in de dataset – beduidend groter dan die van een eenmanszaak. Hiervoor is daarom een neerwaartse correctie uitgevoerd. Bij een vertaling van vestigingen naar bedrijven is ten slotte gebruikgemaakt van vooral Nederlandse verhoudingsgetallen. Faillissementscijfers zijn beschikbaar voor zowel natuurlijke personen als rechtspersonen. Probleem is echter dat niet elke gefailleerde natuurlijke persoon een bedrijfsactiviteit uitoefende. Derhalve is een correctie nodig. Dit is benaderd met behulp van Nederlandse en Britse verhoudingscijfers. B ed r i jv en dy na m i ek i n Ja pa n De gehanteerde teleenheid is voor Japan de vestiging. De bedrijfsindeling is gebaseerd op de ISIC, maar de NACE kan worden benaderd, zij het in grove termen. Er zijn geen data beschikbaar op gedetailleerd sectorniveau. Om de gegevens over de bedrijvendynamiek te kunnen presenteren, zijn meerdere bronnen gebruikt: − Management & Coordination Agency, Establishment & Enterprises Census; − idem, Establishment Name Confirmation Survey, 1996-2004. In Japan worden oprichtingen elke 2,5 jaar geregistreerd. Op basis van deze gegevens is een totaalcijfer voor het jaar 2004 geschat. De jaren ertussen zijn door
36
EIM middels extrapolatie benaderd. De opheffingen worden niet als zodanig geregistreerd, maar kunnen worden benaderd via het ondernemingenbestand en de oprichtingen. Faillissementen zijn wel afzonderlijk traceerbaar. Met enkele veronderstellingen is het mogelijk het percentage bedrijven te geven in een bepaalde periode van 2,5 jaar dat de eerste 2,5 jaar niet overleeft. De definitie van toe- en uittreders is in Japan ruim. Fusies, overnames en verhuizingen zijn bij de cijfers inbegrepen. Bij een vertaling van vestigingen naar bedrijven en het uniformeren van definities is gebruikgemaakt van vooral Nederlandse verhoudingsgetallen. Mede als gevolg van de grote tussenpoos van waarneming is de startomvang in de brondata hoog. Deze is op basis van groeicijfers van onder meer Nederland, Duitsland en Denemarken neerwaarts bijgesteld. S a m en va t te nd o ve r z icht − De herkomst van de data is meestal het BTW-register (5 landen), het Handelsregister (3 landen) of een statistisch register (3 landen). In drie landen worden de gegevens uit het BTW- dan wel Handelsregister bijgehouden door het officiële statistische bureau. − De registratie-eenheid is voor acht landen de juridische onderneming en voor drie landen de vestiging. − De toe- en uittredingsgegevens zijn voor alle landen beschikbaar. Voor Ierland ontbreken gegevens over de bedrijfsgrootte. Van Ierland zijn geen faillissementscijfers beschikbaar. − Van twee landen zijn geen uittredingscijfers beschikbaar, maar deze kunnen worden benaderd op basis van de toetredingscijfers en de netto mutatie in het ondernemingenbestand. − Voor de meeste landen zijn gegevens over 2009 beschikbaar. − EIM heeft voor alle landen de toe- en uittredingscijfers geüniformeerd conform de voorgaande benchmarkstudies. Op basis van trendschattingen is een beeld geschetst tot en met 2009.
Internationale vergelijking snelgroeiende bedrijven B ro nn en en m et ho d e va n un i fo rm e r in g EIM maakte voor de berekeningen rond de snelle groeiers gebruik van gegevens uit gedeponeerde jaarrekeningen. De bron voor de Europese landen is AMADEUS van Bureau Van Dijk. Voor Japan werd een vergelijkbare database van Bureau Van Dijk gebruikt, JADE. Voor de VS heeft EIM gebruikgemaakt van de database COMPUSTAT van Standard & Poor's. De databases zijn hiermee gelijk aan die uit het vorige onderzoek uit 2008. De bedrijfsgrootte ligt evenals voorgaande jaren op 50-1.000 werknemers. De periode is 2005-2008. Voor de VS kan een zekere bias optreden ten opzichte van de andere landen, omdat in de VS alleen de bedrijven die genoteerd zijn aan een van de beurzen in de VS, een jaarrekening moeten deponeren. ICT en industrie zijn er oververtegenwoordigd. Er wordt gedeponeerd bij de 'waakhond' SEC. Bij de andere landen wordt gedeponeerd in verband met de rechtsvorm en deels de omvang. Van Ierland zijn geen cijfers beschikbaar over de werkgelegenheid. Om deze reden is Ierland niet in alle analyses opgenomen. Om de omzetgroei van de landen te kunnen vergelijken, is de omzet van de nieteurolanden in euro’s gewaardeerd op basis van koopkrachtpariteit.
37
Om de berekeningen te kunnen maken, is per land een selectie van bedrijven gemaakt. Het betreft hier bedrijven die in 2005 50-1.000 werknemers hadden in de nijverheid, de handel en de tertiaire dienstverlening. Als variabelen zijn meegenomen de omzet, de werkgelegenheid en de loonkosten. Vervolgens zijn de betreffende gegevens van de geselecteerde bedrijven gedownload. De sectoren betreffen: − nijverheid (NACE C-F); − handel (NACE G-H); − diensten (I, K). Als grootteklassen worden onderscheiden:1 − 50-100 werknemers; − 100-200 werknemers; − 200-500 werknemers; − 500-1.000 werknemers. De werkelijke aantallen bedrijven per sector en grootteklasse worden ontleend aan de statistieken. Voor Europa is dit 'New Cronos' van Eurostat, voor de VS wordt gebruikgemaakt van de 'Census of enterprises', gepubliceerd door Bureau of the Census en SBA, en voor Japan is dit eveneens de 'Census of enterprises' van het officiële Japanse Bureau of Statistics. In tegenstelling tot de benchmarks tot aan 2003 zijn de sectoren J (bank- en verzekeringswezen) en O (overige diensten) niet meegenomen. De achterliggende reden is dat voor deze sectoren de werkelijke aantallen bedrijven per sector en grootteklasse niet beschikbaar zijn in de 'New Cronos' Database. Daarnaast omvatten deze secties bedrijven zonder duidelijke commerciële activiteit, zoals holdings, sportverenigingen en kerkgenootschappen. EIM heeft in de benchmark vanaf 2004 middels een raming een schatting gemaakt voor deze sectoren. De uitkomsten van deze schatting verschilden nauwelijks van de nieuw behaalde resultaten. De resultaten hiervan zijn te vinden in het rapport van 2004. De uitgevoerde werkzaamheden zijn schematisch weergegeven in Figuur 3.
1
38
Japan onderscheidt andere grootteklassen: 50-100, 100-300 en 300-1.000 werknemers.
Figuur 3
Schematische weergave van de vaststelling van het aandeel snelle groeiers en hun ontwikkeling
D a ta se ts indiv idue le be drijv e n A M A D E U S (E uro pa )
a a nta l sne lle g ro e ie rs e n hun g ro e i in da ta ba se pe r se c to r en gk
C O M P U S TA T (V .S .) J A D E (J a pa n)
v a stste lling a a nta l sne lle g ro e ie rs e n hun g ro e i pe r la nd
w e g ing : se c to r e n g k
C e nsus E nt. (J a p.) N e w C ro no s (E ur.)
C e nsus E nt. (V .S .)
be la ng sne lle g ro e ie rs pe r la nd
S ta tistie k: fe ite lijk a a nta l o nde rne m ing e n, g ro e i w e rk e n o m ze t
Bron: EIM.
Met behulp van de aangelegde databases zijn twee cases doorgerekend: − Case 1: een minimale groei in de omzet met 60% in drie jaar; − Case 2: een minimale groei van de werkgelegenheid met 60% in drie jaar.
39