Kostprijsmodel
Januari 2005 Dhr. Dhr. Drs. Drs.
J. Huissoon R. Mangre A. R. Sitter G.A.M. Willemsen
INHOUDSOPGAVE 1.
CONTEXT EN ACHTERGRONDINFORMATIE...............................................................3 1.1 1.2 1.3
2.
MODELLEN + KEUZE ................................................................................................. 10 2.1 2.2 2.3
3.
INLEIDING.................................................................................................................3 T ERMEN ...................................................................................................................4 DOEL, UITGANGSPUNTEN EN EISEN .................................................................................6
KOSTPRIJSMODELLEN................................................................................................ 10 B EOORDELING GEPRESENTEERDE VARIANTEN................................................................. 11 OVERWEGINGEN EN DISCUSSIE .................................................................................... 14
HET VWA-MODEL INGEVULD ................................................................................... 15 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
KOSTEN.................................................................................................................. 16 ORGANISATIEONDERDELEN ........................................................................................ 16 P RODUCTCATEGORIEËN ............................................................................................. 20 C OMBINATIES KOSTEN CENTRALE ORGANISATIEONDERDELEN EN KOSTENDRAGERS................ 22 C OMBINATIES KOSTEN REGIONALE ORGANISATIEONDERDELEN EN KOSTENDRAGERS............... 26
2
1. 1.1
CONTEXT EN ACHTERGRONDINFORMATIE Inleiding
Een ov erheidsorganis atie kan er voor kiezen een onderdeel van die organisatie tot een dienst die een baten-lastenstelsel v oert om te v ormen. De belangrijkste redenen hierv oor zijn v ergroting v an de doelmatigheid en kwantificering v an de bijdrage van dat organis atieonderdeel aan de overkoepelende beleidsdoelstelling. Om de erkenning te krijgen van een dienst die een baten-lastenstelsel voert is het nodig een aantal analyses uit te v oeren, afspraken te maken, processen v ast te leggen, producten v ast te leggen en de administratie daarop in te ric hten. Dit is v astgelegd in de instellingseisen v an het Minis terie v an Financiën. De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) heeft de ambitie per 1 januari 2006 de bedoelde erkenning te v erkrijgen. Hiertoe is een projectorganisatie opgezet, bezet met VWA-ers. Verschillende w erkgroepen hebben aan de instellingeisen gewerkt; dit is vastgelegd in een aantal notities. Hieronder staat in ov erzicht w elk e notities beschik baar zijn. Al deze notities zijn bedoeld voor de betrokken partijen, bestaande uit secretaris-generaal (SG), directeuren-generaal (DG’s), beleidsdirecties, DG VWA, VWA-managementteams en deels VWA-staf. Enige kennis van een baten-lasten dienst w ordt daarmee bekend v erondersteld. Hiertoe is aan de VWA-betrokkenen een cursus gegev en door de Rijksacademie voor Financiën en Economie in 2004. Alle notities betreffende de instellingseisen staan in het v olgende ov erzicht naast elkaar benoemd. Ook is er een managementsamenv atting beschikbaar. omgev ingsanaly se KOSTPRIJSMODEL
risicobeleid pv a baten-lastenadministratie
producten en diensten doelmatigheids- en outputindicatoren pv a openingsbalans pv a resultaatgericht besturen
beschrijv ing processen p&c cyclus pv a financieel beheer accountantsv erklaring
Een baten-lastendienst w erkt in een resultaatgericht besturingsmodel. Kenmerken hierv oor zijn de afspraken die op v oorhand, voorafgaand aan een zeker productiejaar, tussen opdrachtgev ers en opdrachtnemer w orden gemaakt ov er de te lev eren producten, de omv ang v an de productie en de prijz en erv an. De te leveren producten zijn in de producten- en dienstencatalogus beschrev en en de omvang van de productie w ordt ingegeven door de markt en de opdrachtgev er (binnen marges). De prijzen v oorafgaand aan een jaar heten voorcalc ulatorische kostprijzen en ze worden berekend volgens een v an tev oren afgesproken methode. Dat heet kostprijsmodel. Het kostprijsmodel v an de VWA betreft daarmee een zekere toerekeningsmethode van kosten - gekoppeld aan organisatieonderdelen - aan kostendragers.
3
leeswijzer Hoofdstuk 1 bev at de achtergrondinformatie. Deze informatie kan de lezer helpen de technische achtergrond v an een kostprijsmodel beter te begrijpen. In de v olgende paragraaf w orden enkele termen gedefinieerd. Verv olgens komen doel, uitgangspunten en eis en van het kostprijsmodel aan bod. Het hoofdstuk w ordt afgesloten met een ov erzicht v an de financieringsstromen. Hoofdstuk 2 bev at enkele standaardmodellen en een keuze v oor een model voor de VWA. In hoofdstuk 3 w ordt het model voor de VWA toegepast op de situatie per 2006. Dit hoofdstuk bev at daarmee de blauwdruk v oor de inric hting v an de financiële systemen.
1.2
Termen
directe kosten Als kosten, vanuit een oorzakelijk verband, direct aan een product kunnen worden toegerekend worden deze aangeduid als directe kosten. indirecte kosten Indirecte kosten kennen geen direct v erband met de uiteindelijke producten. Veelal w orden ze ook aangeduid als overheadkosten. Voor de indirecte kosten wordt gezocht naar een bepaalde v orm van samenhang met de directe kosten v an producten. Is die samenhang er wel, dan kunnen de kosten op basis daarv an naar de v erschillende producten w orden toegerekend. Is die samenhang er niet, dan zullen de kosten op basis v an v erdeels leutels worden toegerekend aan de producten. Een andere mogelijk heid is om deze kosten rechtstreeks ten laste v an het resultaat te brengen. kostensoorten Kostensoorten w orden onderscheiden naar de aard v an de gebruik te productiemiddelen. Voor de VWA moeten v olgens de ric htlijnen v an de eigenaar ten minste de v olgende kostensoorten gebruikt w orden: • personeelskosten; • afschrijv ingen; • huisv esting; • ov erige materiële kosten, indien van materieel belang onderv erdeeld. kostenplaatsen Op de kostenplaatsen w orden de kosten v erzameld en verv olgens doorberekend aan de uiteindelijke producten. Hierbij kunnen, afhankelijk van de toegepaste methodiek, een aantal tussenstappen w orden onderscheiden. Hierbij w ordt naar hulpkostenplaatsen, algemene kostenplaatsen, hoofdkostenplaatsen en calculatorische kostenplaatsen gedifferentieerd. Op kostenplaatsen worden directe kosten en doorberekende kosten v an andere kostenplaatsen v erzameld. De doorbelasting naar andere kostenplaatsen of producten gebeurt op basis v an v ooraf afgesproken verdeelsleutels, te w eten:
4
•
hoofdkostenplaats: afdeling of onderafdeling die rechtstreeks prestaties lev ert ten behoev e v an het eindproduct (‘productiev e afdeling’); • hulpkostenplaatsen: afdeling of onderafdeling die niet rechtstreeks productief is maar ondersteunend w erkt ten behoev e v an hoofdkostenplaatsen of in eerste aanleg ten behoeve van andere hulpkostenplaatsen; • algemene kostenplaats: afdeling of onderafdeling die prestaties lev ert aan alle afdelingen v an de organisatie die niet nader aan andere kostenplaatsen of eindproducten toe te rekenen zijn (bijv oorbeeld de directie of de afdeling personeelszaken); • calculatorische kostenplaats: dit is geen concreet aanwijsbare (onder-)afdeling in de organisatie, maar het betreft een kostengroepering die ten behoev e van de kostenv erbijzondering gemaakt moet w orden (bijv oorbeeld huisvesting). De mate w aarin kostenplaatsen aanwijsbaar zijn in een kostprijsmodel hangt af van de keuze v oor een model. kostendragers Hiermee w orden de producten en diensten bedoeld zoals zij in het traject tot een dienst die een baten lastenstelsel v oert, zijn gedefinieerd. kostprijs De som van alle onv ermijdbare, v oorzienbare, kw antitatief meetbare offers die in samenhang met het product moeten w orden opgeofferd. De kostprijs is met name een intern gegev en. Sommigen noemen de kostprijs het interne tarief. tarief De som van alle toegestane en gewenste en afgesproken kosten afkomstig van de kostprijs die aan de betaler in rekening worden gebracht. De opdrachtgev ers stellen de tariev en v ast aan de hand v an hun eigen retributieprincipes. Voor dit kostprijsmodel zijn minder van belang: variabele kosten Bij een direct verband met de omv ang v an de productie wordt gesproken van variabele kosten. De kosten v ariëren hierbij naar het aantal producten. Overigens is het onderscheid tussen vast en variabel niet absoluut. Personeels kosten zijn op korte termijn als v ast te beschouw en, maar op lange termijn zijn ze wel degelijk v ariabel. vaste kosten Deze w orden ook aangeduid als constante kosten. Vaste kosten zijn in principe onafhankelijk v an de omv ang van de productie. Met andere w oorden, bij toe- of afname v an het aantal producten blijv en de vaste kosten op hetzelfde niv eau. Vaste kosten kennen w el een verband met de productiecapaciteit: ze v eranderen bij aanpassing v an de productiecapaciteit.
5
1.3
doel, uitgangspunten en eisen
Het v oor de VWA te ontw ikkelen kostprijsmodel kent vier doels tellingen: • kostprijzen vormen de basis v oor de prijs per product of dienst; • kostprijzen vormen de basis v oor tariev en die aan derden in rekening w orden gebracht; • kostprijzen zijn kw aliteitsindicatoren en w orden gevolgd in de tijd; • kostprijzen zijn onderdeel v an de sturings- en beheersingsinformatie. Het kostprijsmodel is gestoeld op een aantal uitgangspunten, te w eten: • de kostprijs is in principe kostendekkend, maar staat niet per se gelijk aan het in rekening te brengen ex terne tarief; • facturatie v indt plaats aan bijv oorbeeld KDS, het bedrijfslev en, het Ministerie van LNV en het Ministerie v an VWS; • de kostprijs is te allen tijde een 100% integrale prijs per eenheid product. Alle kosten v an de dienst die een baten-lastenstelsel v oert zijn er in versleuteld. Er w orden geen kosten buiten de kostprijs om aan de opdrachtgev er in rekening gebracht; • de kostprijs per product v oor ex tern gebruik is v oor de hele organisatie gelijk , er zijn hierin geen regionale v erschillen. Regionale v erschillen gelden v oor intern gebruik; • aggregatieniv eau; het model dient een zo hoog mogelijk aggregatieniv eau te hanteren v oor het toedelen v an kosten; • een hoofdkostenplaats hoeft niet gelijk te zijn aan een organisatorische eenheid zoals een afdeling, team, lab en dergelijke; • v anuit één hoofdkostenplaats mag toegerekend worden aan v erschillende kostendragers; • ov erhead bestaat uit directie, management, staf, materiële kosten en niet uit afdelingen die inhoudelijk e toegev oegde waarde leveren. Denk bij de laatste aan de toegev oegde waarde van onder andere toezichtsbeleid en ris icocommunicatie. Dit zijn ‘zelfdragende’ organis atieonderdelen in de betekenis dat ze zelfstandige producten maken; • de berekeningswijze en totstandkoming v an de kostprijs dient door de jaren heen consistent te zijn, opdat ontw ikkelingen in de tijd (stijging/daling tarief) zichtbaar blijv en. Veranderingen in de berekeningsw ijz e worden per definitie met een aansluitingsanaly se v erklaard, • de eigenaar behoudt zic h het recht v oor om gedurende het jaar de kostprijs aan te laten passen. Dit is pas dan opportuun als er in het voorziene opdrachtenpakket een forse af- dan w el toename te zien is (>20%). Uit de instellingsprocedure volgt een aantal eisen dat aan een kostprijsmodel kan w orden gesteld. Aanv ullend daarop heeft de eigenaar nog een aantal eis en geformuleerd1.
_______________________________________ 1 Tariefnota
6
In totaliteit betreft het de v olgende zaken: • transparantie: het model dient zodanig te zijn dat de logic a en redelijkheid v an het toekennen v an bepaalde kosten voor de meerderheid v an de gebruikers helder is; • betrouw baarheid: het model dient bij dezelfde inv oer telkens dezelfde uitkomsten te bieden. Het model dient in v eranderende omstandigheden toepasbaar te blijv en; • het model dient aan te sluiten bij de tariefstructuur zoals die door de opdrachtgev ende beleidsdirecties w ordt uitgedacht. Het model dient ten minste de volgende kostencategorieën te onderscheiden: directe personeelskosten (loonkosten per uur + norm directe uren + totaal aantal directe uren); directe ov erheadkosten (management en staf ten dienste van prim air proces/directe uren); directe materiële kosten, onderverdeeld naar afschrijv ingen, huisv estingskosten en ov erige materiële kosten (indien hier elementen v an materieel belang in zitten is een nadere uitsplitsing gew enst); indirecte ov erheadkosten (management en staf ten dienste van gehele organisatie); indirecte materiële kosten, onderverdeeld naar afschrijv ingen, huisv estingskosten en ov erige materiële kosten (indien hier elementen v an materieel belang in zitten is een nadere uitsplitsing gew enst). • de v erdeelsleutels binnen het kostprijsmodel moeten helder zijn en zonodig wordt de eigenaar hier inzicht in verschaft; • de w ijze w aarop de kostprijs is opgebouw d en tot stand komt moet eenvoudig uitlegbaar zijn aan derden. • de kostprijs v an jaar t moet in jaar t+1 geëv alueerd worden door middel van een nacalc ulatie en een v erschillenanaly se (prijs, efficiency en bezetting). De informatie hieruit is een basis v oor de kostprijsberekening in jaar t+2. Hierbij zij uitdrukkelijk vermeld dat de calc ulatorische uitgangspunten bij v oor- en nacalculatie dezelfde zijn. Het v erschil tussen de v ooraf berekende prijs van een product en de w erkelijk e kosten ervan moet zo klein mogelijk zijn - althans, als zich in de periode tussen ‘v oor’ en ‘na’ geen onv oorspelde wijzigingen hebben v oorgedaan. De lijnen v an v oor- en nacalculatie w orden v erder in het Plan v an Aanpak Financieel beheer uitgew erkt. • de kostprijsinformatie voor de v aststelling v an de v oorcalculatorische kostprijs moet vooralsnog de v olgende componenten bev atten: • prijs per eenheid output; • aantal eenheden output; • begroting, met specificatie v an omzet en kosten. Deze moet aansluiten bij het jaarplan; • aansluiting tussen begroting en de kostprijs per eenheid output; • ken-cijfers: a. v erhouding directe / indirecte uren, relatief en absoluut; b. percentage v an de ov erhead in het tarief (inclusief definitie v an de overhead); • nacalculatie v an de kostprijs, gehanteerd in het afgelopen uitv oeringsjaar. Deze eisen leiden logischerw ijs tot een aantal beoordelingscriteria. De modellen die in hoofdstuk tw ee de rev ue passeren worden op de volgende criteria beoordeeld: • transparant (inzicht in de kosten); • transparant (heldere structuur); • aansluiting met tariefstructuur LNV: v erdeling overhead / prim air, direct / indirect, eenheden output et cetera;
7
• • •
heldere v erdeelsleutel; eenv oud: uitlegbaarheid; eenv oud: administratiev e inspanning.
financiering De VWA kent drie grote financiers. De grootste financier is VWS, in tw eede instantie komt er een groot bedrag bij de gekeurde bedrijv en vandaan en tot slot draagt LNV een substantieel deel aan de financiering bij. Hieronder is w eergegeven welke middelen uit welke financieringsbron komen en w at de omv ang erv an is. Heel kort is het doel van de middelen in het plaatje aangeduid. Slechts om zaken in de huidige situatie herkenbaar te houden worden termen gebruikt die na 1 januari 2006 niet meer gelden. Na de schematische w eergave volgt de toelichting waar per blokje wordt toegelicht w elk e middelen het betreft.
financie ring 2006 pe r financier uit gedrukt in huidig e termen VWA VWS/VGP
LN V/VD
De rden
moederbijdra ge € 69.0 87 mln.
moederbijdrage CE € 9.1 75 mln
b edrijven VWA/R ca. € 6 8.0 mln.
uitbesteed ond erzoek RIVM € 6.918 mln.
lopen de explo itatie VWA/R € 7.5 65 mln.
opbrengsten certificaten € 1.0 mln.
DGF € 2.5 mln.
overig opbrengsten VWA/R € 382.000,-
bron: begroting 2005, jaarschijf 2006. CE, pagina 151, doorbelasting vanuit VWA/KvW en VWA/RVV niet meegenomen.
Financier VWS/VGP Het grootste bedrag, € 69.087 mln., is indertijd berekend en bedoeld voor het werk w aarv oor de directie Voeding, Gezondheidsbescherming en Prev entie (VGP) de opdrachtgev er is (het voormalige VWA/Kv W gedeelte v an de VWA). De CE w ordt dus uit deze middelen niet bekostigd, maar voor zov er de directie ‘Toezicht’ wordt gev uld met functies die in het oude plaatje nog bij de VWA/Kv W hoorden, is dat wel zo. Voor het grootste gedeelte is dit geld niet geoormerkt. De budgetten v oor DHW (€ 4.538.000,-), de Tabakswet (€ 500.000,-), bioterrorisme (€ 1.134.000,-), normalis atie activ iteiten NEN (€ 144.000,-) en de bijdrage v oor de ex ploitatie v an BBB (€ 1.065.000,-) zijn geoormerkt. De middelen die besteed dienen te worden aan uitbesteed onderzoek bij het RIVM, bedragen naar v erwachting in 2006 € 6,918 mln. Deze middelen vallen onder het onderzoeksprogramma van het bureau Risicobeoordeling.
8
Financier LNV/VD LNV/VD financiert de CE voor € 9175 mln. Deze middelen w orden v ia de begroting van LNV beschikbaar gesteld, maar de helft is afkomstig v an VWS. Dit laatste deel v an de financiering is bij de overdracht van de VWA v an VWS naar LNV-FEZ (Financieel Economis che Zaken) door middelen v an een begrotingsw ijz iging ov ergedragen. Deze middelen zijn bedoeld v oor de kerntaken ‘v ersterkt toezic htadv ies, risic ocommunic atie en risicobeoordeling’. Binnen LNV zijn v ervolgens de middelen ov ergedragen v an FEZ naar de budgethouder VD (directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid). LNV/VVA draagt € 7,565 mln. bij, voor het toezicht op een aantal categorieën v eterinaire producten en v oor zov er de retributie de keuringstaken niet dekt. In de huidige situatie betreft dat de VWA/RVV. Het (DierGezondheidsFonds) DGF betaalt € 2,5 mln. voor toezic ht op Transmissible Spongiform Encephalopathy (TSE), Aviaire Influenza (AI), scrapie et cetera. Het DGF is een officieel rijksbegrotingsfonds waarv oor de minister van LNV v erantw oordelijk is en daarom is het niet onder de v olgende categorie geplaatst.
Derden Voor het VWA/RVV-deel van de w erkzaamheden w orden de meeste middelen verkregen via tarifering aan het bedrijfslev en. Dit bedrag zal dalen als gev olg van de uitplaatsing v an de keuringsw erkzaamheden voor de roodv leessector. Het is een keuze deze middelen w el of niet als omzet v an de VWA te zien. Aangezien de eindv erantw oordelijkheid v oor de keuringsw erkzaamheden bij de VWA ligt, w ordt ervoor gekozen dit wel onder te omzet van de VWA te scharen. Derden betalen v erder nog v oor de afgifte v an ex portcertificaten v an de VWA/Kv W, op jaarbasis is dat circa € 1,0 mln. Er zijn ov erige opbrengsten van € 0,382 mln.
9
2.
MODELLEN + KEUZE
Gegev en de uitgangspunten, doelen en eis en, gegev en de situatie qua financiering en het feit dat er meer opdrachtgev ers en afnemers zijn, moet een model w orden gekozen, dat in de v erschillende kaders kan v oorzien. In dit hoofdstuk passeren enkele modellen de rev ue. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een beschrijv ing v an de keuze v an het VWA-model.
2.1
Kostprijsmodellen
direct costing Bij de methode van direct costing w orden uitsluitend de directe kosten ten laste v an de producten gebracht. De ov erige kosten, dus de indirecte kosten, worden rechtstreeks ten laste van het resultaat gebracht. Deze methode staat haaks op het uitgangspunt dat een integrale kostprijs w ordt berekend. De methode is daarmee bij uitstek niet geschikt voor een dienst die een baten-lastenstelsel voert. Dit model wordt helemaal buiten beschouw ing gelaten. delingsmethode De delingsmethode houdt in dat voor de kostprijsberekening alle kosten v an de productie in een zekere periode w orden gedeeld door het aantal in die periode gemaakte producten. De methode is eenvoudig en transparant in de betekenis v an een heldere structuur. De producten die een organisatie v oortbrengt moeten gelijksoortig zijn om van de delingsmethode gebruik te kunnen maken. De delingsmethode v oldoet niet omdat de productenportfolio v an de VWA breed en div ers is. Het delen van de totale kosten door het totaal aantal producten biedt daardoor geen accuraat beeld v an de werkelijk e prijs per product. opslagmethode De opslagmethode gaat uit v an het onderscheid tussen directe en indirecte kosten. De directe kosten w orden uiteraard v olledig aan een product toegerekend, met een opslag v oor de indirecte kosten. Kenmerkend is dat er een lineair v erband w ordt v erondersteld tussen de directe en indirecte kosten. De opslagmethode kan sim pel, enkelv oudig, w orden toegepast, door alle indirecte kosten zonder nadere v erfijning samen te nemen en te verdelen. De verfijnde meervoudige opslagmethode is nauwkeuriger door de indirecte kosten v erder te splitsen en per categorie te v erdelen. De opslagmethode biedt aanknopingspunten qua benadering, maar v oldoet niet v anwege het verondersteld lineaire v erband tussen directe en indirecte kosten. Hoge directe kosten betekenen niet automatisch dat deze kostenv eroorzaker navenant gebruikmaakt v an de indirecte kostenv eroorzakers. Een duurdere adv iesafdeling maakt niet per definitie meer gebruik van de diensten van directie en staf en is niet per definitie duurder gehuisv est. Met andere w oorden: het v eronderstelde ev enredige v erband tussen directe en indirecte kosten is niet aanw ezig.
10
kostenplaatsmethode Via de kostenplaatsmethode kunnen meerv oudige indirecte kosten aan meer soorten producten worden toegerekend. De indirecte kosten worden echter onafhankelijk van de omvang van de directe kosten toegerekend aan een product. In plaats daarvan worden nader v ast te stellen verdeelsleutels gebruik t die de oorzakelijk e relatie tussen product en indirecte kosten zo goed mogelijk weergev en. Denk hierbij onder andere aan m 2, aantal productie-eenheden, aantal fte’s en aantal kilometers. De kostenplaatsmethode biedt de mogelijkheid de kostprijzen van de producten van de VWA nauwkeurig te berekenen. Verder v oldoet het niet volledig omdat bepaalde hoofdkostenplaatsen meerdere producten kunnen lev eren, zoals v eterinaire teams. Een nadere verdeling van de kosten is daarv oor nodig. activit y based costing Uitgangspunt v an activ ity based costing is dat de indirecte kosten w orden doorbelast aan producten in de mate w aarin de producten de kosten daadw erkelijk veroorzaken. Daarbij w orden niet de v erdeels leutels van de kostenplaatsmethode gebruik t, maar v ormen activ iteitenanalyses de basis v oor de toerekening. De enige v erdeelsleutel is daarmee de aan een bepaald product bestede tijd. Deze methode biedt de zuiv erste kostprijsberekening maar is door de complexiteit en de last die dat op de administratie legt, feitelijk niet te v erkiezen. 2.2
Beoordeling gepresenteerde varianten
criterium transparant (heldere structuur) transparant (inzicht in de kosten) aansluiting met tariefstructuur opdrachtgev ers : verdeling in ov erhead/primair, direct/indirect/prijs per eenheden output etc. heldere v erdeelsleutels eenv oud: uitlegbaarheid eenv oud: administratiev e inspanning
deling +++ ----
opslag ++ -+ -+
kosten-plaats + ++ ++
abc +++ +++
+++ +++ +++
++ +++ ++
++ ++ +-
++--
De deling- en opslagmethode scoren overw egend goed op vier van de zes criteria. Maar zij bieden een onv oldoende beeld van de prijs per eenheid output. Voor een overw egend outputgestuurde organisatie is dat punt v an te groot belang om concessies te doen. De kostenplaatsmethode en de activ ity based costing methode laten het tegenov ergestelde beeld zien: ze scoren goed op inzicht in de kosten, aansluiting met de tariefstructuur v an de opdrachtgev ers en de prijs per eenheid. Activ ity based costing vergt te v eel analy tis che en administratiev e inspanning.
11
VWA-model Voorgesteld w ordt een kostprijsmodel op te stellen dat gebaseerd is op de kostenplaatsmethode. De kosten v an algemene en hulpkostenplaatsen worden niet in het model zelf, intern, doorbelast aan verschillende hoofdkostenplaatsen, maar ze w orden direct v anuit hun kostenplaats aan de kostendragers toegerekend. Dit is een cruciaal verschil met de kostenplaatsmethode, waar die ‘tussenstapjes’ wel worden gemaakt. Er w ordt wel van de kostenplaatsmethode gebruik gemaakt doordat de calc ulatorische kostenplaatsen worden doorberekend aan de hulp-, algemene en hoofdkostenplaatsen. Het al of niet maken v an de doorbelastingen, de tussenstapjes met andere woorden, bepaalt in sterke mate de transparantie v an het model. Voorbeeld: bij doorbelasting van de centrale directiestaf ov er de centrale directeur ov er het afdelingshoofd, is het niet meer goed aan te gev en w at de ov erhead per onderdeel is en hoe deze ov erhead zic h verhoudt tot de gew enste tariefstructuur v an LNV. Het maken van doorbelastingen dient dus te w orden v ermeden omdat het de uitlegbaarheid v an het model negatief beïnv loedt. Groot v oordeel v an het model is dat de ‘basis ’ voor toerekening v an indirecte kosten altijd de kostendrager zelf is, oftew el de direct toerekenbare basis van het product of de dienst. Dit heeft v oor de tariefstellers als groot v oordeel dat men er voor kan kiezen een specifieke overheadcategorie uit het tarief v an een product te snijden zonder dat dit gev olgen heeft v oor de andere ov erheadcategorieën in relatie tot het product. In het proefdraaijaar is dat v an w aarde omdat onder invloed van het retributietraject een dergelijk kenmerk de discussie overzic htelijk kan houden. Het v oorgestelde model elim ineert de tw ee grootste nadelen (de doorbelastingen en adminis tratief ingew ik kelde v erdeels leutel) en is daarmee toegesneden op de VWA. De kosten w orden v erdeeld in directe en indirecte kosten. Inzake de directe kosten is er geen v erbijz onderingprobleem: deze kunnen rechtstreeks worden toegerekend aan de kostendragers (producten). Haarscherp geredeneerd zijn er vrijw el geen directe kosten. Voor het gemak w ordt echter gesteld dat alle kosten v an het directe personeel en met hen de kostencategorieën die bij hen horen (Personeel, Materieel, huisv esting, rente en afschrijv ing) samen de directe kosten zijn en dat deze direct aan de kostendragers worden toegekend. Voor de indirecte kosten bestaat w el een v erbijz onderingprobleem: deze kosten zijn niet rechtstreeks aan de producten toe te rekenen, maar w el direct aan de kostenplaatsen. Er wordt daarin onderscheid gemaakt naar hoofd-, hulp-, algemene en calculatorische kostenplaatsen. De indirecte kosten worden per kostenplaats v erzameld en rechtstreeks vanuit de betreffende kostenplaats doorbelast aan de kostendrager (=product). Onderlinge doorbelasting tussen de kostenplaatsen v indt in beginsel niet plaats, met uitzondering v an de calc ulatorische kostenplaatsen. Per kostenplaats wordt een volume georiënteerde doorbelastingssleutel bepaald v olgens de formule (C+V): W. Dit staat v oor de optelsom v an de vaste plus de variabele kosten van die kostenplaats gedeeld door de geprognosticeerde productie c.q. andere basis. Uitgangspunt ter w ille v an eenv oud en transparantie is slechts één v erdeels leutel per kostenplaats. Op de kostendrager (product) worden zow el de directe kosten als de indirecte kosten (doorbelasting vanuit kostenplaats) v erzameld. De totale kostprijs per product bestaat dus uit de directe kosten + de doorbelaste indirecte kosten van de kostenplaatsen, gedeeld door de eenheid v an het product. De eenheid v oor inspecties en monsters is het product zelf, de prijs is een stuksprijs . Voor keuring wordt v ooralsnog doorgew erkt met een uurtarief aangev uld met toeslagen. 12
Er w ordt analoog aan de werkwijze v an de inspecties naar standaardisatie toegew erkt. De eenheden voor de productcategorieën ‘meldingen en incidentmanagement’, ‘productmanagement’, ‘risicocommunicatie’, ‘bestuurlijke boetes’, ‘onderzoekprogramma’ en ‘pro-actiev e ris icobeoordeling’ zijn v ermeld in de productenen dienstencatalogus. Merk hierbij op dat de financiering en sturing erv an programmatisch van aard is: er w ordt dus door de opdrachtgev ers v oor de productcategorieën een bedrag ter beschikking gesteld, op basis v an een voorcalc ulatie, maar er v indt geen verrekening plaats. Het in deze notitie gepresenteerde model w ordt gekenmerkt door een eerste kostenv erdeling met als criterium de producten en dienstencatalogus. De organisatie-eenheden worden dus hierop onderscheiden, het kleinste niv eau is een afdeling of een team. Voor de afdelingen ’s ignalering en ontw ik keling’ en voor de directie Toezic htsbeleid en Communic atie, v oor w at betreft het ‘T’ deel, wordt een forfaitaire opdeling v an (de kosten van) de afdeling v oorgesteld. Nu is het denkbaar dat op teamniv eau ook een onderverdeling moet w orden gemaakt: de veterinaire teams zijn de eerst in aanmerking komende. Immers, een veterinair kan zowel inspecties als keuringen v erric hten, zelfs op dezelfde dag. Dat lev ert bij de berekening van de v oorcalculatorische kostprijs de vraag op aan w elk e kostendrager de kosten v an genoemde veterinair moeten w orden toegerekend. Voorgesteld w ordt dit ook forfaitair te doen. Als v an een team 50% v an de tijd v an de directe fte’s w ordt besteed aan keuringen, dan moeten in de voorcalc ulatorische berekening van het uurtarief v oor keuringen de kosten v an het team v oor 50% worden meegenomen. Terugkomend op de stelling dat de eerste kostenv erdeling w ordt gemaakt met als criterium de producten uit de producten en dienstencatalogus, dan is het v an belang te realiseren dat dit het leitmotiv is voor alle volgende indirecte kostentoedelingen. Met andere w oorden: de kw antitatiev e omvang van de organisatorische eenheid horend bij een kostendrager - en dit kunnen zijn de aantallen directe fte’s, de omzet in die kostendrager of het aantal eenheden - is de sleutel v oor alle toerekeningen van indirecte kosten. Vis ueel ziet dat er als v olgt uit.
Erv an uitgaande dat het grote v ierkant de kostendrager is en dat de kleine blokjes indirecte kosten zijn, laat het v oorgestelde model zien dat v oor elke categorie de indirecte kosten (regionaal MT-lid, regionale directeur plus staf, centrale Bedrijfsvoering en Bestuursondersteuning, centrale directie en staf) in een eigen relatie staan met de kostendrager. Als de retributiesteller (de opdrachtgev er) aangeeft een bepaalde categorie ov erhead niet te willen meerekenen in het tarief, dan kan dit in het v oorgestelde model zonder v erschuiv ingen in de andere categorieën ov erhead w orden w eggenomen. Als de directe relatie tussen alle categorieën indirecte kosten en de kostendrager niet één op één is, maar als er indirecte kosten w orden toegekend op een basis van kostendragers plus al eerder toegekende indirecte kosten, dan is het niet mogelijk zonder complexe gevolgen voor de toerekeningen v an indirecte kosten aan andere producten, de indirecte kosten toe te rekenen. Visueel ziet dat er zo uit.
13
Het is niet zo dat de uitkomsten v an de modellen zo v erschillend zouden zijn, het is eerder dat de tw eede benadering, w aarbij de basis v oor toerekening met elk e toerekening opschaalt, onnodige onduidelijk heid creëert. 2.3
Overwegingen en discussie
Bij de beoordeling van het kostprijsmodel is het criterium ‘eenv oud ‘ van groot belang. Gecombineerd met de inv oering van de ‘feed to food v erordening2’, de overdracht van de roodv leeskeuring en de fusie zal tussen 2004 en 2006 het momentum w orden gecreëerd voor een kwaliteitsv erbetering v an de kostprijsmethodiek v an de VWA. Aan de eenv oud van het model zijn grenzen gesteld, doordat de organisatie randv oorw aarden heeft geschapen (circa 2600 mensen met een div ers werkpakket met tw ee opdrachtgev ers en een regionale spreiding en specialisatie). De organisatie van de w erkzaamheden op locatie, dus inspecties, monstername en keuringen kan hier v erder aan bijdragen. Hier liggen nog v oldoende v erbeterpunten v oor de efficiëntie, te denken v alt aan logistieke oplossingen in de zegelkeuringen in de havens, toezic ht op keuring, het delegeren v an bepaalde (meer adminis tratiev e) keuringsw erkzaamheden aan priv aat personeel. Ook in de organis atie v an de facturatie en de communic atie ov er de tariev en kan een en ander v ereenvoudigd worden. Het v alt niet uit te sluiten dat de ontv angende partij liever een afgerond tarief betaalt als dat betekent dat de duidelijkheid toeneemt. Kortom, v ersimpeling v an het kostprijsmodel is niet de panacee v oor de ervaren mate v an complex iteit, al is het wel het startpunt v an de discussie.
_______________________________________ 2
Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parle ment en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controle op de nale ving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake die rgezondheid en dierenwelzijn (PbEU L 165 van 30 april 2004, blz. 1)
14
3.
HET VWA-MODEL INGEVULD
Het VWA-model v olgt schematisch de lijnen zoals in het vorige hoofdstuk is beschrev en. In de inleiding is geschrev en dat het kostprijsmodel v an de VWA een zekere toerekeningsmethode v an kosten - gekoppeld aan organisatieonderdelen – aan kostendragers betreft. Dit hoofdstuk betreft de inv ulling hiervan. Een ‘zekere toerekeningsmethode’ wordt hiermee dus een concrete en gedefinieerde toerekeningsmethode. Er blijft daarmee alleen nog de laatste stap v an de techniek over om een v olledig uitgew erkt kostprijsmodel te implementeren. Visueel ziet het model er op hoofdlijnen als v olgt uit.
centraal directie/management/staf/materieel
decentraaldirectie/management/staf
centraal productmanagement/imd
materieel/productmanagement
Inspecties
Monsters
Keuringen
Meldingen inc mgt
Product management
Communi catie
Bstrl boetes
Onderzoek programma
Pro-act. Risicob’s
De kostendragers zijn in de onderste rij weergegev en. Hier gaat v oor de regionale productie een decentrale ov erhead bij, met een stukje toegerekend v anuit het centrale productmanagement en ev entueel meldingen en incidentenmanagement. Vanuit de regio’s w ordt een deel van de kosten v an de afdelingen signalering en ontw ik keling toegerekend aan de kosten v an productmanagement. Over alle producten en diensten w ordt de centrale overhead toegerekend.
15
3.1
Kosten
De kosten betreffen budgetten v oor: • personeel; • materieel; • huisv esting; • rente; • afschrijv ing. Deze kosten krijgen in het grootboekschema hun ex acte definitie. Ze w orden gekoppeld aan de organisatieonderdelen zoals de directie Toezic htsbeleid en Communic atie, de afdeling ‘Signalering en Ontw ikkeling’ in een regio, of het bureau Bestuurlijke Boetes. De op die manier bepaalde kosten worden een stap v erder toegerekend aan kostendragers, en dat zijn de producten zoals beschrev en in de producten- en dienstencatalogus. Als kosten niet direct te koppelen zijn aan een product, dan worden ze toegerekend op basis van een sleutel. Sleutels zijn: aantal fte’s in relatie tot het geheel v an die populatie fte’s, aantal v ierkante meters huisv esting, aantal w erkelijk gereden kilometers, hoeveelheid afgenomen diensten et cetera. 3.2
Organisatieonderdelen
Het betreft kosten ingedeeld naar de v olgende organis atieonderdelen. De in het kostprijsmodel onderscheiden organis atieonderdelen kunnen zow el betrekking hebben op een volledige directie, op een v olledige regio, of op een onderdeel of subonderdeel erv an. Het organigram v an de VWA per 2006 ziet er nu als v olgt uit:
16
DG Centrale Interne Audit
Directie Bedrijfsvoering
Concerncontrol
FP&C Bedrijfsadministratie P&O Informatievoorziening en ICT Bureau Bestuurlijke boetes Stafbureau VWA
Directie T&C
Bureau Risicobeoordeling
VDD
Beoordeling en advies
Levensmiddelen en genotmiddelen
Kennisintegratie en onderzoek
Productveiligheid
Dienst Cluster Management ondersteuning
Cluster Gecentraliseerde UItvoeringstaken Regio Noord
Regio Oost
Communicatie
Regio Noordwest
Strategie, Ontwikkeling, Planvorming
Regio Zuidwest
Regio Zuid
17
centrale organis atieonderdelen • directeur-generaal (inhoudelijke aansturing staf plus centrale interne audit eenheid); • directie Toezic htsbeleid en Communic atie met als subonderdelen: • directeur T&C plus staf plus Strategie, Ontw ikkeling, Planvorming (SOP); • toezichtsbeleid (VDD, Lev ensmiddelen en genotmiddelen, productv eiligheid); • risicocommunic atie met uitzondering v an interne communicatie (corporate communic ation); • bureau Risic obeoordeling (beide onderdelen Beoordeling en adv ies en Kennisintegratie en Onderzoek); • directie Bedrijfsv oering & Bestuursondersteuning met als subonderdelen: • administratie Kw aliteitskeuring Dierlijke Sector (indien nog v an toepassing); • bureau Bestuurlijke Boetes (dit staat direct in verhouding tot een product uit de catalogus).
18
De directeur Uitv oering vormt het draaipunt tussen de centrale en regionale organisatie. De exacte organis atie-indeling ziet er als v olgt uit. Alg emene directie Dienst Uit voering Cluster Management ondersteuning
PC&S
Cluster Gecentraliseerde uitvoeringstaken
IMD
Kwaliteitzorg en interne controle
Externe audit
Vrijwaring en certificering
Bureau brein
Meldkamer VWA in cid ent- en crisiscentrum
Juridisch zaken D&D Bureau ondersteunin g directie
• •
uitv oeringsdirecteur plus managementondersteuning, plus tijdelijk het deel organisatieontw ik keling; gecentraliseerde uitv oeringstaken met als subonderdelen: • incidentmanagement en dierziektenbestrijding met drie aparte subonderdelen; • ex terne audit/ Good Laboratory Practice (GLP); • v rijw aring en certificering; • bureau brein. 19
De te onderscheiden regionale organisatieonderdelen per 2006 zijn hieronder weergegev en.
Regio Noord
Regio Noordwest
Regio Oost
Regio Zuid
Regio Zuidwest
Toezicht productiebedrijven
Toezicht productiebedrijven
Toezicht productiebedrijven
Toezicht productiebedrijven
Toezicht productiebedrijven
Toezicht con su mentenprod ucten
Toezicht con su mentenprod ucten
Toezicht con su mentenprod ucten
Toezicht con su mentenprod ucten
Toezicht con su mentenprod ucten
La borato rium
La borato rium
La borato rium
La borato rium
La borato rium
Signalering en ontwikke ling
Signalering en ontwikke ling
Signalering en ontwikke ling
Signalering en ontwikke ling
Signalering en ontwikke ling
Bedrijfsvoe ring
Bedrijfsvoe ring
Bedrijfsvoe ring
Bedrijfsvoe ring
Bedrijfsvoe ring Toezicht mpo rt
regionale organisatieonderdelen • regionale directeur plus bedrijfsv oering; • toezicht productiebedrijv en; • toezicht consumentenproducten; • laboratorium; • signalering en ontw ik keling; • bepaalde bijzondere toezic htstaken; • toezicht import (alleen voor zuidw est).
3.3
Productcategorieën
De kosten w orden v erdeeld ov er de volgende productcategorieën: • inspecties; • monsters; • keuringen; • meldingen en incidentmanagement; • productmanagement; • risicocommunic atie; • bestuurlijke boetes; • onderzoekprogramma; • pro-actiev e risic obeoordeling. De outputgestuurde categorieën inspecties, monsters en keuringen zijn nog v erder te v erdelen naar kostendragers. Zonder deze onderv erdeling zou er een gemiddelde inspectieprijs, een gemiddelde monsterprijs en een gemiddelde keuringprijs ontstaan. Ofschoon dit een sterke versim peling betreft en v ersimpeling op zich gew enst is, verdw ijnt er hierdoor een detailniv eau dat mogelijk nodig is voor de retributie.
20
De onderv erdelingen zijn v oor inspecties: • inspectie v oedselv eiligheid, volgens Hy giënev erordening 33; in huidige termen uitgedrukt v alt daar ook de v leesverw erkende industrie onder (art. 10 uitsnijderij, koel- en vrieshuis , pluimveeuitsnijderij, v leesproductenbedrijv en art. 8, vleesbereidingen, v leesproductenbedrijv en art. 9); • inspectie productv eiligheid; • inspectie Drank-, Horeca-, en Tabaksw et (DHT); • inspectie v t/vlees/v ee: veterinair-technologisch (v t) + controles voor v erlenen en onderhouden v an erkenningen op alle bedrijfslocaties v an de VWA/RVV plus transportmiddelen, v olgens Hy giënev erordening 3; • inspectie import + Buitengrens Inspectie Posten (BIP), volgens Hy giëneverordening 3; • dierv oeders (vetsmelterij, LRM-v erwerkend bedrijf, HRM-verw erkend bedrijf, LRM-v ervoederaar); • inspectie ov erig: zoals Good Laboratory Practice inspecties, 2e lijns toezicht.
De onderv erdelingen zijn v oor monsters: • chemisch; • residu onderzoek (ß-agonisten, hormonen, (dieren)geneesmiddelen); • microbiologisch/trichinen; • histologisch; • bijzondere monsters; w aaronder technische monsters of monsters die normaliter onder de al genoemde categorieën vallen maar door hun aard zo afw ijk end en duur zijn dat ze daar niet in passen zonder de categorie heterogeen te maken. De onderv erdelingen zijn v oor keuringen: • keuring v an ter slacht aangeboden levend dier; • keuring v an geslacht dier; • keuring v an derde-landenimport (van dierlijk e oorsprong en (grondstoffen v oor) dierv oeders); • ex portkeuring v an dieren en producten resulterend in certificering; het afgev en van een verklaring dat de zending voldoet aan de eisen die aan een dergelijke zending w orden gesteld door het land v an bestemming, met als doel uitv oering te gev en aan de nationale of communautaire regelgev ing of die v an het land van bestemming.
Genoemde keuringen zijn v an toepassing op de volgende sectoren: • v is ; • lev end v ee (ex portv erzamelplaats, levend v ee); • roodv lees (art. 4 slachterij, runderslachterij, v arkensslachterij, kalv erslachterij, bijz ondere slachtplaats, w ild); • w itv lees (pluimv eeslachterij, konijnenslachterij, wild). _______________________________________ 3 Verordening
(EG) Nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptiebestemde producten van dierlijke oorsprong (PbEU L 139 van 30 april 2004,blz. 206).
21
3.4
Combinaties kosten centrale organisatieonderdelen en kostendragers
Er zijn zev en centrale organis atieonderdelen die het model bepalen. • •
• •
directeur-generaal plus staf plus centrale interne audit eenheid; directie T&C met als subonderdelen: • directeur T&C plus staf plus Strategie, Ontw ikkeling, Planvorming; • toezichtsbeleid (VDD, Lev ensmiddelen en genotmiddelen, productv eiligheid); • risicocommunic atie met uitzondering v an interne communicatie (corporate communic ation); bureau Risic obeoordeling (beide onderdelen Beoordeling en adv ies en Kennisintegratie en Onderzoek); directie Bedrijfsv oering en Bestuursondersteuning met als subonderdelen: • kosten B&B centraal; • administratie KDS (Kw alititeitskeuring Dierlijke Sector (indien v an toepassing); • bureau BBB (Bestuurlijke boetes).
Er zijn vijf centrale organis atieonderdelen die betrekking hebben op het centraal gepositioneerde deel v an de directie Uitv oering. • •
uitv oeringsdirecteur plus managementondersteuning, plus tijdelijk het deel organisatieontw ik keling; gecentraliseerde uitv oeringstaken met als subonderdelen: • incidentmanagement en dierziektebestrijding met drie aparte subonderdelen Hieronder w ordt de standaardorganisatie in “vredestijd” verstaan. Voor de financiële grondslagen v oor cris isbestrijding w orden aparte afspraken gemaakt; • ex terne audit/GLP (Good Laboratory Practice); • v rijw aring en certificering; • bureau brein.
In deze paragraaf w ordt per organisatieonderdeel aangegev en, aan w elk e producten en diensten directe kosten w orden toeberekend. Voor de kosten die als indirecte kosten ontstaan, w ordt in de tabel w eergegeven, hoe deze kosten worden v ersleuteld ov er bepaalde producten. De producten, dus de dragers v an de kosten, zijn afkomstig uit de producten- en dienstencatalogus, alle kosten w orden dus hierover v erdeeld, hierbuiten worden bij een normale gang van zaken geen kosten in rekening gebracht. De v erdeling v an de kosten over de genoemde dragers is gebaseerd op bepaalde v erdeels leutels. Hierbij is er basaal van uitgegaan, dat ov erheadkosten ov er alle kostendragers, in principe op basis van de direct ingezette fte,te v ersleutelen zijn. Het gedeelte indirecte kosten van (staf)afdelingen, dat dus niet direct aan een kostendrager te koppelen is , is op basis van de relatie naar de v erschillende kostendragers toe een ex plic ietere v erdeels leutel gekozen.
22
dienstdeel
kostendrager (product)
indirecte kosten door indirecte kosten verdelen over
via verdeelsleutel
staf + intern audit (onder DG)
geen
stafeenheid interne audit eenheid
alle kostendragers
direct v oor de kostendrager ingezette fte.
directie T&C staf SOP
geen
staf T&C + SOP
alle kostendragers
er zijn 9 (hoofd) kostendragers, aan ieder kostendrager 1/9 deel
T&C afdeling toezichtbeleid
productmanageme staf + ondersteuning nt andere kostendragers
keuring, inspecties, monsters, incidenten
T&C afd. communic atie
risicocommunic atie
staf, interne communic atie
alle kostendragers
Bureau RB
risicobeoordeling
geen
Bureau RB
Onderzoeksprogramma
geen
directie B&B
boetebeschikking v erweerschriften (BBB)
alle kosten, m.u.v. BBB, zijn indirecte kosten
alle kostendragers
direct v oor de kostendrager ingezette fte.
directie B&B
facturatie KDS (dienst)
directie DU (managementondersteuning)
geen
directie + cluster managementondersteuning
alle kostendragers v an de directie DU
direct v oor de kostendrager ingezette fte.
DU, gecentr. uitv oeringstaken
meldingen en incidentenmanagement
DU, gecentr. uitv oeringstaken
inspecties, onderdeel GLP
23
DU, gecentr. uitv oeringstaken
v rijw aring en certificering
afd.kosten
keuring, onderdeel ex portcertificering; incidentenmanagement
direct v oor de kostendrager ingezette fte.
DU, bureau brein
geen
afd. kosten
alle kostendragers
direct v oor de kostendrager ingezette fte.
DU, regionale directie
geen
regionale directie + staf alle kostendragers in de regio’s
direct v oor de kostendrager ingezette fte.
leidinggev ende + staf
inspecties en keuringen (v is , lev end product, dierv oeders)
direct v oor de kostendrager ingezette fte.
leidinggev ende + staf
direct v oor de inspecties kostendrager (Lev ensmiddelen, Productv eiligheid en ingezette fte. Drank, Horeca & Tabak)
staf + teams
productmanagement omzet kostendrager / totale kostendragers
afd. kosten
aan het domein v erbonden kostendragers
DU, toezicht productiebedrijv en
DU, toezicht productiebedrijv en
inspecties en keuringen (v is , lev end product, dierv oeders)
DU, toezicht consumentenproduct en
DU, toezicht consumentenproducten
inspecties (LM, PV, DHT)
DU, laboratoria
monsters
DU, laboratoria
DU, signalering en ontw ikkeling
geen
1/x deel v an x kostendragers
24
DU, toezicht im port
inspecties (im port)
Toelichting op de tabel staf plus interne audit eenheid onder inhoudelijke aansturing van de DG (beheerd door Bedrijfsvoering en Bestuursondersteuning) De kosten v an de staf plus interne audit eenheid, die onder directe inhoudelijk e aansturing van de DG staan, zijn indirecte kosten, v olledig te v erdelen over alle kostendragers op basis van het aantal directe fte’s v an die kostendrager. Directie Toezichtsbeleid en Communicatie: • de directeur T&C plus zijn/haar staf plus SOP: deze kosten zijn indirect, te v erdelen ov er alle kostendragers; • toezichtsbeleid de drie hoofdinspecties lev eren (voor een gedeelte) een ex tern product: productmanagement. De hiervoor gemaakte kosten zijn directe kosten en rechtstreeks aan de kostendrager toe te rekenen. Voor de taken en w erkzaamheden die niet aan het ex tern product zijn gerelateerd, worden, indirecte kosten gemaakt, die ov er de kostendragers ‘keuring, monsters, inspectie en incidenten’ te v erdelen zijn. Dit gebaseerd op de directe fte’s v oor deze kostendragers; • communic atie: voor het ex terne product Risicocommunicatie worden directe kosten gemaakt, die aan deze kostendrager direct toe w orden gerekend. Voor interne communicatie (corporate communic ation) gemaakte kosten zijn indirecte kosten en worden over alle kostendragers v ersleuteld. Bureau Risicobeoordeling De kosten v an bureau Risic obeoordeling zijn v olledig toe te rekenen aan het product ‘pro-actiev e risicobeoordelingen’ en het ‘onderzoeksprogramma’ en ze w orden hier volledig aan toegerekend. Verdeling tussen beide producten gaat op basis v an het aantal fte’s ten opzichte van het totaal aantal fte’s v an het bureau, w ant een v erdeling op basis v an omzet geeft een vertekend beeld. Er zijn geen indirecte kosten over andere kostendragers te v errekenen. Directie Bedrijfsvoering en Bestuursondersteuning De kosten v oor de directie Bedrijfsv oering en Bestuursondersteuning zijn indirecte kosten die over alle kostendragers versleuteld dienen te w orden. Toerekening vindt plaats op basis van de directe fte per kostendrager.
25
Het Bureau Bestuurlijke Boetes neemt op dit moment nog een bijzondere positie binnen de VWA in. Deze w orden programmatisch gefinancierd. Ev eneens neemt de facturatie ten behoev e van KDS een bijz ondere positie in. Bureau Bestuurlijke Boetes De kosten v an het bureau Bestuurlijke Boetes zijn volledig toe te rekenen aan de producten ‘boetebeschikkingen’ en ‘v erw eerschriften’. Dienst Uitvoering Er zijn vijf centrale organis atieonderdelen die betrekking hebben op het centraal gepositioneerde deel v an de directie Uitv oering.
- directeur uitvoering plus managementondersteuning De centraal geplaatste directeur Uitv oering heeft tw ee clusters bij zich. Het cluster managementondersteuning w ordt samen met de directeur als één gezien en v erdeeld over alle kostendragers van de Dienst Uitv oering. - gecentraliseerde uitvoeringstaken Het tw eede cluster dat bij de directeur Uitv oering is geplaatst bestaat uit de gecentraliseerde uitv oeringstaken met als subonderdelen: • incidentmanagement en dierziektebestrijding met drie aparte subonderdelen (meldkamer, incidenten crisis centrum en Diergezondheid & Dierziektebestrijding); dit kan v olledig w orden toegerekend aan het product ‘meldingen en incidentmanagement’ (directe kosten); • ex terne audit / GLP (subcategorie “inspecties”): alle (directe) kosten worden hieraan toegerekend. • v rijw aring en certificering; de werkzaamheden hebben relatie met exportcertificering (subcategorie “keuringen”) en “incidentenmanagement” : De kosten dienen als indirecte kosten over deze kostendragers versleuteld te worden; • bureau brein: alle kosten zijn indirecte kosten en dienen ov er alle kostendragers v ersleuteld te w orden. 3.5
Combinaties kosten regionale organisatieonderdelen en kostendragers
Er zijn zev en regionale organis atie-eenheden die v oor het model v an belang zijn: • • • • • • •
regionale directeur plus bedrijfsv oering; toezicht productiebedrijv en; toezicht consumentenproducten; laboratorium; kenniscentrum; bepaalde bijzondere toezic htstaken; toezicht import.
26
In deze paragraaf w ordt per onderdeel aangegev en w elk e kosten het betreft per organisatieonderdeel, of deze kosten helemaal w orden v ersleuteld ov er bepaalde producten of dat een deel v an de kosten als ov erhead w orden gezien. De producten, dus de dragers van de kosten, zijn afkomstig uit de producten- en dienstencatalogus, alle kosten w orden dus hierover verdeeld, hierbuiten w orden bij een normale gang v an zaken geen kosten in rekening gebracht. De v erdeling v an de kosten over de genoemde dragers is gebaseerd op bepaalde v erdeels leutels. De keuze de kosten deels te versleutelen ov er kostendragers en deels als ov erhead te beschouw en is nog nader in te v ullen. Voor de verdeelsleutel geldt ook dat dit een nog nader in te vullen keuze is. - regionale directeur plus bedrijfsvoering Per regio is er een directeur met een bedrijfsv oeringafdeling. De kosten v an dezen w orden verrekend ov er alle kostendragers v an de regio’s . <
> - toezicht productiebedrijven In elke regio is er een toezic htafdeling ‘productiebedrijv en’. De kosten van deze afdeling inclusief teamleiders w orden als directe kosten aan de kostendragers toegerekend. Vervolgens gebeurt dat ook met het eigen hoofd/MT-lid plus ev entuele daarbijbehorende staf. - toezicht consumentenproducten In elke regio is er een toezic htafdeling ‘consumentenproducten’. De kosten v an deze afdeling inclusief teamleiders w orden als directe kosten aan de kostendragers toegerekend. Vervolgens gebeurt dat ook met het eigen hoofd/MT-lid plus ev entuele daarbijbehorende staf. - laboratorium De kosten v an de laboratoria bestaan uit de kosten v an de teams plus de teamleider, ingedeeld naar chemie, mic robiologie et cetera. Directe kosten w orden aan ‘m onster’ toeberekend. Voor zov er w erkzaamheden betrekking hebben op signalering, kunnen ze worden doorgerekend naar productmanagement. Immers, in de producten en dienstencatalogus staat aangegev en dat een deel van de ‘producerende afdelingen’ v oor productmanagement bestaan uit signaleringafsdelingen. Een deel v an dit w erk wordt uitgezet bij het laboratorium. De kosten v an de hoofden/MT-leden kunnen v erv olgens over de teams w orden v erdeeld. - Signalering en Ontwikkeling De afdeling Signalering en Ontw ikkeling stuurt v oor een deel de uitv oering aan en grotendeels signaleert en ontw ikkelt het. Dit laatste deel levert zelfstandige producten op, beschreven onder productmanagement. Het deel aansturing v an de uitv oering valt aan te duiden aan ov erhead en kan bijv oorbeeld forfaitair w orden toegerekend.
27
Regionaal zijn bijzondere aandachtsgebieden toegekend: Regio Kennisgebieden Noord productv eiligheid chemie Noordw est primaire land- en tuinbouw producten lev end v ee, dierenwelzijn en diervoeders dierproev en Oost v eterinaire producten (inclusief: dierlijke bijproducten, diergeneesmiddelen en vis) ex port Zuid samengestelde producten en genotmiddelen Zuidw est productv eiligheid Fysis ch Mechanisch & Elektrisch (FME) import
28