Interconfessionele Scholengemeenschap
Maa rtens
Magazine Col lege Exact
3
jaargang 6 2006
Onder andere Het Maartens in 2005, een terugblik
2
Even voorstellen.... Ronald Snaterse
5
Alweer een nieuw rooster?
6
Veiligheidsonderzoek
8
Over het examen
10
MYP in action
13
Ali, Alie en Cor, 25 jaar op het Maartens
15
Toch weer een Songfestival
26
Kalender
27
Het Maartens profileert zich als cultuurschool en dat is niet voor niets. Er gebeurt van alles op cultureel gebied. Zo trokken de laatste maanden weer vele leerlingen die deelnamen aan tal van activiteiten de aandacht. Ik doel hierbij op de initiatieven van “De Ronde Tafel” zoals Eigenwijs, de Danswedstrijd, de Monologenwedstrijd en Bunna Fidder tijdens Maartens Cultureel het Open Podium. We hebben kunnen genieten van projecten als Onlangs werden al deze initiatieven om het bèta“Vreemd” en “Hardt” met als motor Con onderwijs te stimuleren beloond een kreeg Rony Hanssen en Ronald Tieben, maar ook van Grooten, teamleider van het Natuurteam, bericht Maartens Cultureel, een kleinschalig dat zijn aanvraag voor subsidie met glans door de maar bijzonder fraai concertje op de zonselectie was gekomen. Zijn team zal gedurende dagochtend. Ook horen we al wekelijks de drie jaar kunnen beschikken over een stevig oefenklanken van de voorbereidingen bedrag om op deze ingeslagen weg voort te gaan. voor het Songfestival met John de Jong De reden waarom de subsidie wordt verstrekt is voor ons 60-jarig jubileum en zien we elke divers. Het heeft te maken met de wijze waarop vrijdagmiddag leerlingen in actie komen de school het bètaonderwijs in de tweede fase om te oefenen, trainen bijna, voor Theaheeft georganiseerd, met de vele bijzondere activiter 2006 o.l.v. Raoul Wilson.
Maar in de schaduw van deze culturele wind die heel zichtbaar door de school fluit, gebeurt er ook in het natuurteam veel. Tot nu toe viel dat misschien minder op, maar daarin komt vast verandering. Voor trouwe lezers van het Maartens Magazine kan het niet nieuw zijn dat er vele activiteiten in het Natuurteam en op het gebied van de natuurvakken worden ontplooid op onze school. Te denken valt aan de deelname en winst bij de Wubbo Ockelsprijs, winst met de natuurprofielwerkstukken, de CO2-sensor op ons dak, de excursie naar het kernversnellingsinstituut in Cern, een reis naar Turkije voor de zonsverduistering, deelname aan de wetenschaps-olympiade in Indonesië etc.
teiten van het team en met de toename van het aantal bètaleerlingen de laatste drie jaar. Ik vind dat we daar als school apetrots op mogen zijn. Het Maartens komt boven het Maaiveld. Proficiat voor Rony en zijn team! We hebben leerlingen met vele talenten, bijzonder creatief en uitermate exact en soms zelfs exact en creatief tegelijk. Zij worden gestimuleerd door docenten die met hart en ziel voor onderwijs kozen! Het doet ons goed te ervaren dat we landelijk voor beide categorieën gezien en gewaardeerd worden. – Aagje Verkerk, redactie
[email protected]
www.maartenscollege.nl
www.alfa-college.nl
Welk beroep je ook kiest… Bij het Alfa-college vind je een beroepsopleiding die bij je past! Je kunt er sociaal werker worden, maar ook automonteur. Of wat dacht je van onze nieuwe opleidingen in Groningen: Multi Media Design, Toerisme, Assistent-beveiliging / horecaassistent? Zo biedt het Alfa-college diverse opleidingen aan waarvoor wij jou kunnen opleiden in de beroepsopleidende leerweg (leren en stage) en in de beroepsbegeleidende leerweg (leren en werken). Meer weten?
Kom op 27 januari en 28 januari 2006 naar onze Open Dagen in Groningen We zien jou graag op 27 januari van 16.00 tot 21.00 en op 28 januari van 10.00 tot 15.00 op de volgende locaties: Travertijnstraat 6, Groningen Admiraal de Ruyterlaan 2, Groningen Kluiverboom 3, Groningen Universiteitssportcomplex (ACLO), Blauwborgje 16, Groningen (Sport en Bewegen)
Het Alfa-college is het christelijk Regionaal Opleidingencentrum voor Noord- en Oost-Nederland
Maa rtensMagazine
Col lege
Redactie o.a. Mw. A.S. Verkerk Mw. H.L.M. Kruger Mw. M. Klomp Vormgeving Fontijn & Partners, Smilde Postbus 12, 9422 ZG 0592-420200
[email protected] Fotografie, o.a. Frits Riemersma Ruud van Mieghem Aagje Verkerk Jan Wicher Wildeboer Druk Wilco, Amersfoort Maartenscollege Postbus 6105 9702 HC Groningen telefoon: 050-5375200 fax: 050-5343245 e-mail:
[email protected] www.maartenscollege.nl Bezoekadres: Hemmenlaan 2, Haren
I n h o u d n r.
3
– april 2006
Het Maartens in 2005, een terugblik – 2 Even voorstellen...Ronald Snaterse – 4 Bouwverkeer op de Dilgtweg – 5 Presentatieavond profielwerkstukken – 6 Alweer een nieuw rooster? – 6 Profielreizen naar Engeland en Duitsland – 7 Veiligheidsonderzoek – 8 Over het examen – 10 Opbrengst Maartensactie voor Roemenië en Kashmir – 11 The Middle Years Progamme – 12 MYP in action – 13 “Areas of Interaction” – 14 Community and Service: Can You help someone else? – 14 Ali, Alie en Cor, 25 jaar op het Maartens – 15 Thema-ouderavond o.l.v. Rob Creemers – 17 Twintigste skireis! – 18 Nicht für die Schule, sondern fürs Leben lernen wir – 19 Onbekend talent – 20 CO 2 sensor op ons dak gehaald – 21 Het gymnasium op het Maartenscollege – 22 “Vreemd?” Maartens als Cultuurprofielschool – 23 Met de RUG naar de zonsverduistering in Turkije – 25 Toch weer een Songfestival – 26 Kalender – 27 Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
1
Het Maartens in 2005, een terugblik In de week voor de voorjaarsvakantie mocht ik de medewerkers van het Maartens bijpraten over de stand van zaken op school. Dat gebeurde aan de hand van het ‘mondeling jaarverslag’, een korte terugblik over het vorige jaar, aangevuld met plannen voor de komende periode. Een paar onderwerpen die voor u als ouders interessant kunnen zijn stip ik graag hieronder aan. Kernwaarden en toekomstvisieTwee jaar geleden hebben we onze kernwaarden en visie vastgesteld. Om er zeker van te zijn dat al deze mooie woorden ook gaan leiden tot een tastbaar resultaat wordt jaarlijks één thema benadrukt. Verder proberen we op verschillende terreinen en bij uiteenlopende activiteiten het thema van de kernwaarden centraal te laten staan.
Vorig schooljaar lag het accent op ‘respect’ en ‘succes’. Dit jaar besteden we bijzondere aandacht aan ‘durf ’. Dat blijkt in de praktijk erg lastig, als je het niet alleen bij woorden wil laten. Waar het ons om gaat is dat we jaarlijks een paar keer stil staan bij onze uitgangspunten (in bijvoorbeeld de teamplannen) en ons realiseren dat we een uitgesproken boodschap hebben. Iets dat we in de praktijk van alledag in daden willen omzetten. Ook hebben we de keuze gemaakt dat dat zichtbaar moet zijn in de school. Dit betekent dat het te herkennen is in gedrag van leerlingen en dat wij leerlingen daarin stimuleren. Leerlingaanmelding
De aanmeldingen voor het eerste leerjaar bewegen zich de afgelopen jaren rond de 250 leerlingen, wat neer komt op tien eerste klassen. Voor de school als totaal is er een groei geweest van 154 leerlingen over de afgelopen 5 jaar, een jaarlijkse toename van 2,5%. De groei van onze Internationale School blijft daarbij achter. Deze afdeling is sterk conjunctuurgevoelig en daarmee afhankelijk van de groei van bedrijven en instellingen in de regio. Momenteel staan hier 85 Engelstalige leerlingen ingeschreven. De school als totaal telt op dit moment 1431 leerlingen. Naar verwachting zal dit 2
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
aantal de komende jaren doorgroeien naar 1450 leerlingen. Daarmee heeft de school haar maximale omvang bereikt. De Carmelstichting
Sinds 1 februari 2006 maakt het Maartenscollege deel uit van de Stichting Carmelcollege, gevestigd in Hengelo. Deze Stichting bestaat uit 12 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs in Nederland. Om een aantal redenen was/is deze aansluiting wenselijk. Het Maartens als bestuurlijk zelfstandige school is kwetsbaar. Opereren in groter verband zorgt voor meer stevigheid. Financieel kun je dan een stootje hebben. Een extra investering of even een beroep doen op meer middelen behoort daarnaast tot de mogelijkheden. Verder kunnen we binnen de Stichting gebruik maken van een grotere expertise. Op het gebied van personeelsbeleid, onderwijskundige ontwikkeling, maar ook waar het scholing, ontwikkeling of kennis van de regelgeving betreft. De Stichting Carmel is een invloedrijk
bestuur met een stevig landelijk netwerk. De aangesloten scholen kunnen hier hun voordeel mee doen. Een aantal goede afspraken zorgt er voor dat we als school zeggenschap houden over de inrichting van ons onderwijs en zelf verantwoordelijk blijven voor de manier waarop we dat met elkaar willen blijven doen. Dat sluit aan bij de filosofie van de Carmelstichting: het investeren in sterke zelfstandige scholen. Ondersteuning vanuit een groter verband moet vooral onze eigen doelstellingen dichterbij brengen. Onderwijs
Schoolleiding en teams hebben het afgelopen jaar van gedachten gewisseld over de onderwijskundige koers van de school. Dit heeft geleid tot een onderwijskundig profiel, een raamwerk waarbinnen het onderwijs op het Maartens moet plaatsvinden. Het geheel laat voldoende mogelijkheden voor de teams om te komen tot een nadere invulling, afhankelijk van de mogelijkheden van de leerlingen in het team. Wel is de begrenzing helder aangegeven; wat de uitgangspunten zijn, hoe het zit met de organisatie én… wat er van leerlingen en docenten mag worden verwacht. In het volgende MaartensMagazine zullen we nader ingaan op deze keuzen en uitgangspunten.
De teams
In het nieuwe onderwijskundig profiel voor het Maartens is aangegeven dat de teams de basis vormen. We hebben gekozen voor een schoolorganisatie die zich richt op vaste groepen leerlingen die redelijk homogeen van samenstelling zijn. In het team wordt het onderwijskundig beleid vastgesteld, uiteraard binnen de schoolbrede kaders. De secties verlenen hierbij ondersteunende diensten en bewaken de opbouw van het curriculum voor het betreffende vak. We hebben gezien dat de meeste teams zich het afgelopen jaar meer en meer in deze richting hebben ontwikkeld. Het blijft daarbij van belang dat afspraken over de onderwijskundige inrichting gedragen worden door het team. Een proces dat tijd vraagt. Voor de ouders zijn de teamleden en de teamleider degenen waar zij in eerste instantie met hun vragen en opmerkingen terecht kunnen. Een centrale plaats daarbij is ingeruimd voor de mentor. Zorgstructuur
Vorig schooljaar zijn scenario’s ontwikkeld voor een nieuwe opzet van de zorgstructuur. Zoveel mogelijk zorgtaken zullen we een plaats geven in het team. Hier vindt de eerstelijns zorg plaats. De mentor
blijft de spil als het om begeleiding gaat. Ook taken van counselors en decanen zullen een duidelijker plaats krijgen in het team, naast de specialisten in de tweede lijn, de remedial teachers en de leden van het zorgteam. Vorig schooljaar hebben we verder deel genomen aan een onderzoek naar de gezonde en veilige school. Dit onderzoek werd georganiseerd door de GGD en door Halt in Groningen. Het ging om een praktische en doelgerichte aanpak om goed in beeld te krijgen waar verbeteringen kunnen worden aangebracht. Het gaat om thema’s zoals het hanteren van regels, de rol van de mentor, het roken op school, maar ook over pesten en pestgedrag, toezicht houden en het beleid van de meldkamer. U leest hierover meer in dit Maartens Magazine. Huisvesting
Het werken in teams zorgt ervoor dat er behoefte bestaat om ook op het gebied van huisvesting een aantal zaken aan te passen. Het zou goed zijn wanneer de teamindeling ook zichtbaar is in de school. Elk team bij elkaar op een gang of vleugel. Dat maakt dat samenwerking tussen de teamleden beter tot stand kan komen. Met een teamkamer en een ruimte voor de teamleider als middelpunt. En vooral een vaste basis voor leerlingen, die
Uitgangspunten De Stichting Carmelcollege stelt de zorg voor de mens centraal. Niet alleen bij haar primaire taak, het aanbieden van voortgezet onderwijs, maar ook bij het scheppen van noodzakelijke randvoorwaarden voor dat onderwijs. Deze zorg biedt ruimte voor en nodigt uit tot eigen inzet en verantwoordelijkheid van onderwijsdeelnemers, medewerkers en -bestuursleden. Zo draagt de zorg voor de mens bij aan de grondslag van de Stichting Carmelcollege, aan humanisering en ontwikkeling van individu en school. De Stichting kent een College van Bestuur: ir. M.J.A. Albers, voorzitter W.G.A. van der Geest, bestuurslid mr. drs. R.W.J. Rijk, bestuurslid Het College van Bestuur werkt vanuit het bestuursbureau. Bezoekadres: Drienerparkweg 16, 7552 EB Hengelo (OV) Postadres: Postbus 864, 7550 AW Hengelo (OV) Telefoon: 074 - 245 55 55
niet meer het hele gebouw hoeven te doorkruisen, tussen twee belsignalen. Zo proberen we de huisvesting aan te laten sluiten bij ons onderwijs en onze organisatie. Dat betekent een herbezinning op de inrichting van de school. Een commissie onderzoekt op dit moment de mogelijkheden. In overleg met de Stichting Carmelcollege wordt bekeken hoe we deze plannen ook financieel kunnen realiseren. Kwaliteitsbeleid
Meer dan voorheen wordt er van scholen gevraagd dat ze zelf plannen maken en hun eigen onderwijs inrichten. Dat geldt voor de school als geheel, maar ook voor de delen zoals de teams en de secties. Het Maartens heeft deze plannen duidelijk omschreven. In landelijke metingen wordt jaarlijks een tussenstand gegeven van een aantal zaken, op basis van gegevens van de inspectie. Deze metingen zijn wat ons betreft té beperkt. Het gaat om doorstroomgegevens, om aantallen zittenblijvers en om het niveau waarop examen gedaan wordt (vergeleken met de instroom in het eerste leerjaar); een paar meetbare resultaten die vervolgens in de jaarlijkse Trouw-enquête worden gepresenteerd. Belangrijke zaken voor het Maartens worden in deze overzichten buiten beschouwing gelaten zoals de schoolcultuur, het leer- en werkklimaat, de keuze aan vakken en doorstroommogelijkheden en het zeer brede aanbod van culturele activiteiten dat het Maartens te bieden heeft. Het spreekt vanzelf dat we op alle terreinen maximaal willen presteren. Een belangrijke reden om regelmatig te meten hoe wij het doen. Dat gebeurt door resultaten te vergelijken, cijfers bij te stellen, onderzoekjes te doen én door ouders en leerlingen te betrekken bij het onderwijs. Suggesties en/of prikkelende opmerkingen naar de school zijn dan ook meer dan welkom. Ik nodig iedereen uit reacties te (blijven) geven. Via de schoolmedia of via de postbus van de e-mail. Uw bijdrage is van harte welkom! – Kees Torreman, rector
[email protected] Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
3
Even voorstellen…Ronald Snaterse Sinds 1 januari heeft het Maartenscollege weer een plaatsvervangend rector of in de nu geldende organisatiestructuur, een locatiedirecteur. Hieronder introduceert hij zichzelf:
Mijn naam is Ronald Snaterse, 42 jaar en al ruim 13 jaar gelukkig getrouwd met Sonja en vader van drie jongens van 10, 8 en 7 jaar (Sven, Gijs en Jorn). Ik ben woonachtig in Roden. Na het vwo heb ik de Academie voor lichamelijke oefening in Groningen doorlopen en daarna moest ik in militaire dienst. In 1988 ben ik begonnen als vakleerkracht bewegingsonderwijs op de basisscholen en in het voortgezet onderwijs in Roden. Ik raakte tijdens het lesgeven gefascineerd door het gedrag van leerlingen en volwassenen en wilde daar meer van weten. Omdat in die tijd de lessen niet voor het oprapen lagen ben ik een studie psychologie aan de RUG gestart. Door een inmiddels volledige baan liep de studie vertraging op en daarom maakte ik de overstap naar de Open Universiteit, richting personeel & organisatie (P&O). Door de studie kreeg ik op het toenmalige Nienoordcollege de kans om, naast het lesgeven, beleidsmedewerker p&o te worden. In 1998 had ik (eindelijk) met veel discipline mijn studie afgerond. Ik herinner me nog dat de kraamverzorgster van Sven zeer verbaasd reageerde toen ik een dag na de geboorte van Sven druk aan de studie was voor een tentamen. Dankzij veel voorwerk had ik toch nog een zesje! Van het een kwam het ander en via het Nienoordcollege belandde ik bij de christelijke ‘concurrent’ de Wae4
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
zenburg als stafmedewerker p&o. Beide scholen waren bezig te fuseren tot rsg de Borgen en het gaf mij de kans om veel ervaring op te doen met allerlei veranderingsprocessen. Als stafmedewerker kwam ik er achter dat ik niet aan de zijlijn wilde staan (niet alleen plannen bedenken en geen invloed kunnen uitoefenen op de implementatie) en ook miste ik het directe contact met de leerlingen. Toen er zich een vacature als locatiedirecteur aandiende op de school waar ik begonnen was als docent (de Ronerborg) heb ik dan ook niet lang getwijfeld. Hier kon ik lange tijd mijn ei kwijt: leidinggegeven en nog enkele uren lesgeven op een kleine locatie (ongeveer 300 leerlingen). De Ronerborg is een locatie waar de leerling centraal staat en waar veel aandacht is voor de leerling en zijn of haar ontwikkeling. Korte lijnen, goede collega’s waarmee we samen de school opbouwden. In de tijd dat ik nog voornamelijk docent was op de Ronerborg heb ik meegewerkt aan de invoering van Daltononderwijs. Inmiddels is de Ronerborg al weer zo’n acht jaar een gecertificeerde Daltonschool. Daltononderwijs gaat uit van drie principes: zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en samenwerking. Deze drie principes moeten terugkomen in alle aspecten van het onderwijsleerproces: zowel in de inhoud, als in de pedagogiek, als de didactiek en in de organisatie. Gedurende mijn loopbaan heb ik altijd de ontwikkeling van de organisatie en haar medewerkers belangrijk gevonden en ik merkte dat ikzelf in de laatste twee jaar een beetje tot stilstand was gekomen. Zonder dat ik per se weg wilde bij rsg de Borgen, viel mijn oog op de vacature van plaatsvervangend rector aan het Maartenscollege. Voor mij staat het Maartens voor kwaliteit, heeft de school een goede naam en gebeuren er veel goede dingen. Na een telefonisch gesprek met de rector, Kees Torreman, werd ik nog enthousiaster. Na een spannende sollicitatieprocedure werd ik gebeld door Kees Torreman die mij de baan aanbood. Kennelijk vond de commissie dat ik bij de school pas en de school dus bij mij! Ik ken het Maartens nog niet goed, maar wat ik belangrijk vind aan een school en waar ik me altijd voor inzet is het pedagogisch klimaat. Op een school moeten de leerlingen zich gekend en gewaardeerd voelen. In mijn ogen gaat het maar om een paar dingen. De gevoelstemperatuur moet goed zijn, je moet je lekker op school voelen en dat geldt voor iedereen die op school rondloopt. Daarnaast moeten de zaken gewoon goed geregeld zijn en moet er ruimte zijn voor eigen inbreng van medewerkers én leerlingen. Wanneer we dat met z’n allen voor elkaar krijgen zijn we goed bezig. Over het leren en de motivatie van leerlingen is in onderwijsland veel te doen. Er is een hele discussie losgebarsten over het zogeheten ‘nieuwe leren’. Voor- en
tegenstanders rollebollen over straat. Ik sluit me aan bij Prof. Luc Stevens die in zijn boek “Zin in school” uitgebreid zijn visie op onderwijs uiteenzet. Mijns inziens gaat het vooral om een paar fundamentele zaken voor wat betreft het leren van leerlingen: competentie, autonomie en relatie. Een leerling is gemotiveerd om te laten zien wat hij of zij kan (competentie), een leerling wil laten zien dat hij of zij het zelf kan (autonomie) én de docent moet beschikbaar zijn en zorgen voor het al eerder genoemde warme pedagogische klimaat, zonder overigens te pamperen! Wanneer aan deze voorwaarden voldaan wordt, is de onderwijsinhoud en de didactiek (het hoe en wat) van secundair belang en laat daar nu vooral de discussie over gaan…… De docent voor de klas bepaalt de kwaliteit van ons onderwijs en wij samen (leerlingen, ouders en medewerkers) maken de school! – Ronald Snaterse, locatiedirecteur
Bouwverkeer op de Dilgtweg vraagt aandacht voor veiligheid De werkzaamheden voor de nieuwbouw van woonzorgcentrum De Dilgt aan de Dilgtweg zijn gestart! Eerst wordt een deel van de huidige bebouwing gesloopt. Daarna wordt in een tijdsbestek van maximaal twee jaar een nieuw gebouw gerealiseerd. Een hele verbetering voor de bewoners van het huidige Avondlicht, maar daar gaat wel wat aan vooraf. In ieder geval gaat er vanaf 1 februari 2006 regelmatig zwaar bouwverkeer over de Dilgtweg.
De Dilgtweg is een drukke weg, waar vrijwel alle scholieren van het Maartenscollege fietsen, maar waar ook heel veel automobilisten gebruik van maken. En nu dus ook bouwverkeer. Wij hebben onze aannemers en onderaannemers allemaal geïnformeerd over de aanwezigheid van scholen in de omgeving. Zij hebben extra aandacht voor de veiligheid. Met het Maartenscollege hebben we goede afspraken gemaakt over de communicatie. Elke week wordt doorgegeven aan het Maartenscollege of er in die week (extra) bouwverkeer te verwachten is. In de school wordt dit via de monitoren bekendgemaakt. Op die manier hopen we scholieren en docenten goed geïnformeerd te houden. Wij vragen ouders met hun kinderen aandacht te hebben voor het onderwerp veiligheid. Denk daarbij aan de volgende onderwerpen: • zichtbaar veilig: goede fietsverlichting, reflectoren en eventueel reflecterende kleding • fiets met hooguit twee personen naast elkaar • bij het afslaan goed achterom kijken en hand uitsteken • blijf op de fietsstroken
Als u onveilige situaties signaleert die met de bouw hebben te maken of als er naar uw mening ernstige tekortkomingen zijn in de informatievoorziening, kunt u een e-mail sturen naar:
[email protected] of bellen naar woonzorgcentrum De Dilgt (050- 5345678) en vragen naar de bouwcoördinator. Wij kunnen dan, indien nodig, maatregelen treffen. Op het Maartenscollege kunt u terecht bij Jan van den Hende, meldkamerfunctionaris. Wij rekenen op een veilige bouwperiode! Woonzorgcentrum De Dilgt – Hans Kuipers, hoofd facilitaire zaken
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
5
Presentatieavond profielwerkstukken Half januari kreeg u als ouders van de leerlingen van vwo-6 via uw zoon of dochter een schriftelijke uitnodiging van ons om de presentatieavond van de profielwerkstukken op woensdag 8 februari jl. bij te wonen. Het betrof hier een nieuw initiatief van het Maartenscollege om een breder publiek van medeleerlingen, ouders en collega’s kennis te laten maken met de resultaten van het onderzoek waar de examenleerlingen in het kader van hun profielwerkstuk enkele maanden zeer druk mee waren.
Het werd een sfeervolle avond, waarop alle examenleerlingen uit vwo-6 en enkele leerlingen uit havo-5 met wisselend succes een talrijk publiek door middel van powerpointpresentaties, ouderwetse lezingen en ook heuse proefopstellingen informeerden over onderwerpen als ‘Hoe barok is Bach?’, ‘Succesvol starten met ondernemen’, ‘De fabels van Jean de la
Fontaine’, ‘Hardlopen’, ‘Waarom komen depressies meer voor bij vrouwen?’ en ‘1+ 1 = 10’. U ziet het: de meest diverse onderwerpen kwamen deze avond aan bod en het was eigenlijk heel jammer dat je maar een beperkt aantal presentaties bij kon wonen. Bij sommige presentaties dacht je als toehoorder ‘Besteden ze op het Maartenscollege eigenlijk wel aan-
dacht aan de presentatievaardigheden?’ en bij andere presentaties was het juist heel leuk te zien hoe leerlingen enorm hun best hadden gedaan om in twintig minuten de essentie van hun onderzoek op een boeiende manier voor het voetlicht te brengen! Natuurlijk ging er ook een en ander mis: het openingswoord was niet te verstaan, de techniek liet soms wat te wensen over en de praatjes waren vaak toch nog te lang, zodat er weinig of geen tijd over was om vragen te stellen. Ook waren er erg weinig leerlingen uit de voorexamenklassen, terwijl deze avond ook bedoeld was om hen te laten zien wat er volgend jaar verwacht wordt. Toch kunnen we zeggen dat deze avond geslaagd was: de sfeer was goed, het publiek was tevreden en ook de presenterende leerlingen zelf gaven aan dat het leuk was om meer mensen deelgenoot te maken van het resultaat van hun harde werken. Volgend jaar weer zo’n avond organiseren?! En dan ook met meer presentaties door Havo-5-leerlingen? – Jelle Witteveen, coördinator profielwerkstukken Maatschappijteam
Alweer een nieuw rooster? De laatste weken zijn er regelmatig nieuwe roosters uitgedeeld. Daar is niet iedereen blij mee en het kan voor leerlingen soms erg vervelend uitpakken. Het leek ons als roostermakers zinvol om nader uit te leggen waarom we er niet aan ontkomen om van tijd tot tijd het rooster aan te passen.
In de hogere klassen (tweede fase) werken we met een halfjaarrooster: er zijn in de vierde klas vakken die alleen in het eerste halfjaar worden gegeven en vakken die alleen in het tweede halfjaar worden gegeven: in vwo 4 staan bijvoorbeeld scheikunde, natuurkunde, aardrijkskunde en geschiedenis maar een half jaar op het rooster. In andere leerjaren komt er soms halverwege het jaar een uur bij of gaat er een uur af. In de onderbouwklassen worden expressievakken vaak per half jaar gegeven. Het tweede halfjaar is per 1 februari jl. ingegaan en toen hebben alle klassen een nieuw rooster gekregen. Helaas (ook voor ons) zijn dit niet de enige roosterwijzigingen die de afgelopen tijd hebben plaatsgevonden. Docenten die langere tijd ziek zijn, moeten worden ver6
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
vangen. In de ideale situatie kan de vervanger op dezelfde dagen en tijden ingezet worden. De werkelijkheid is echter vaak anders, met als gevolg – u begrijpt het al – een nieuw rooster. Als een docent na een ziekteperiode gedeeltelijk hersteld wordt verklaard, moet hij/zij weer voor een aantal uren ingeroosterd worden. Dat betekent dat er zowel aan de lesuren van de vervanger als van de terugkerende docent opnieuw geknutseld moet worden. Dit heeft ook altijd gevolgen voor de roosters van andere klassen en docenten; er treedt een soort “domino-effect” op. Naast docenten die ziek worden en weer herstellen kennen we ook docenten die in de loop van een schooljaar van baan veranderen. Dat betekent een vacature, een sollicitatieronde en helaas ook vaak een ander rooster. Wij hopen dat u door bovenstaande uitleg een beter inzicht hebt kunnen krijgen in het hoe en waarom van nieuwe roosters. – Marga Mak en Huub Bakker, -roostermakers
Broaden your horizon! Erweitere deinen Horizont!
Profielreizen naar Engeland en Duitsland 15 t/m 20 oktober 2006 Evenals dit schooljaar (Zie Maartens Magazine 2) worden er ook volgend schooljaar in de week voor de herfstvakantie drie reizen naar het buitenland georganiseerd voor de leerlingen uit Havo 5 en Vwo 5 (nu dus vierdeklassers). Deze reizen vinden in profielverband plaats. Het Havo Maatschappijteam (met de profielen Cultuur & Maatschappij en Economie & Maatschappij) gaat naar de steden Bath en Londen. Het Vwo Maatschappijteam gaat naar Berlijn. Het Havo/Vwo Natuurteam (met de profielen Natuur & Gezondheid en Natuur & Techniek) gaat naar Cambridge en Londen.
De leerlingen zullen in tweetallen (een enkele keer in drietallen) drie of vier nachten in gastgezinnen doorbrengen en een nacht in een jeugdhotel (in Londen). Vooraf kunnen zij aangeven met wie zij in het gastgezin willen verblijven. Het verblijf is op basis van vol pension. Een lokale contactpersoon is verantwoordelijk voor een goede organisatie ter plaatse. Er is een vast ontmoetingspunt in de wijk waar de leerlingen zitten en er zijn vaste verzameltijdstippen. ’s Ochtends om 08.30 uur brengen de gastouders de leerlingen naar het ontmoetingspunt om hen daar ’s avonds om 18.30 uur weer op te halen. Overdag treffen de leerlingen elkaar en hun begeleiders voor een interessant programma toegesneden op hun profiel. Dit programma wordt samengesteld door de begeleidende docenten in overleg met de reisorganisatie. Bij verschillende vakken zal de reis worden voorbereid om het educatieve gehalte zo hoog mogelijk te laten zijn. Er zullen excursies worden georganiseerd naar belangrijke musea, historisch
of landschappelijk interessante plaatsen, bedrijven, bijzondere gebouwen en dergelijke. In Londen staan bezoeken aan de absolute ‘musts’ op het programma (afhankelijk van het profiel), zoals Shakespeare Globe Theatre, Tate Modern, Highgate Cemetery, Science Museum, Natural History Museum, Tower of London, beroemde warenhuizen enzovoort, met als afsluiting een spetterende theatervoorstelling! In Berlijn staan op het programma: Berlin-Mitte, met Tacheles en Hackesche
Höfe, een voorstelling in het theatertje Chamäleon, Potsdam met Sanssouci, Unter den Linden en Brandenburger Tor en Stadtrallye enzovoort. Iedere leerling krijgt voor deelname 80 studielasturen toegekend. Voor de leerlingen met een tekort is dit dus dé manier om daar wat aan te doen. De leerlingen die niet mee op reis gaan, gaan in die week gewoon naar school. Voor hen is er dan een aangepast lesrooster met een aantal vervangende activiteiten. De inschrijving voor deze reizen start op 20 maart 2006 en sluit op 3 april. Het maximum aantal deelnemers per bestemming is 50. Het minimum aantal is 30. Bij minder dan 30 inschrijvingen kan de reis niet doorgaan. Bij over-inschrijving komt een leerling op de wachtlijst te staan. De ervaring heeft ons echter geleerd dat daaruit zelden wordt geput. De inschrijving is geldig op het moment dat het formulier (+ ‘contract’ voor goed gedrag) volledig ingevuld is geretourneerd en er € 25,- als aanbetaling (niet restitueerbaar!) is overgemaakt op giro 813502 van de Stichting Maartenscollege Groningen, o.v.v. “Profielreis Bath/ Cambridge/ Berlijn”. Afhankelijk van het aantal deelnemers zullen deze reizen ± € 335,- kosten (inclusief entreegelden). We zullen de kosten zo laag mogelijk proberen te houden. – Rudi Schür, coördinator profielreizen
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
7
Veiligheidsonderzoek Veiligheid op scholen is nog steeds een ‘hot item’. Dat zal voorlopig ook nog wel zo blijven; alle nieuwe mogelijkheden van digitaal pesten, scheldpartijen per msn, oproepen voor een vechtpartijtje, die per mobieltje razendsnel verspreid worden, zorgen ervoor dat we steeds alert moeten blijven en actief moeten blijven werken aan een veilig schoolklimaat. Vorig schooljaar hebben we meegedaan aan een onderzoek naar veiligheid en gezondheid. Met subsidie van de provincie Groningen heeft een medewerker van Bureau Halt de huidige situatie in kaart gebracht. Daartoe werden verschillende groepen medewerkers in de school bevraagd en aan de leerlingen werd een korte vragenlijst voorgelegd: de thermometer. Met dit laatste instrument wordt een momentopname gemaakt van de veiligheidsbeleving van leerlingen. Ook is gevraagd naar het gebruik van genotmiddelen en de redenen hiervan.
Een dergelijke vragenlijst kan jaarlijks ingezet worden om te kijken of er verschuivingen zijn in het veiligheidsgevoel en het gebruik van genotmiddelen. De school kan dan kijken of het gevoerde beleid effectief is of eventueel bijgesteld moet worden. De resultaten van de thermometer wil ik in dit stukje graag aan u voorleggen. 1121 leerlingen hebben de vragenlijst ingevuld.
zoek uitgevoerd heeft en kan vergelijken met andere scholen, wel mee te vallen op het Maartenscollege. Toch zijn bovenstaande cijfers voor ons wel aanleiding geweest om weer meer aandacht te besteden aan preventie van pesten. In het eerste nummer van het Maartensmagazine heeft u kunnen lezen dat het pestprotocol dat op school gebruikt wordt actueel is gemaakt, o.a. met behulp van de contactouders. Ook voor de mentorlessen in klas 1 en 2 is materiaal geleverd om pesten in de klas bespreekbaar te maken. We vonden het aantal leerlingen dat niet over de problemen praat (62 %) nl. opvallend hoog. Dat kan betekenen dat de problemen niet zo groot zijn, maar er kunnen ook andere oorzaken zijn, zoals de angst om nog meer gepest te worden. Dat jongeren op enig moment in aanraking komen met alcohol en/of andere drugs en daarmee gaan experimenteren is niets nieuws. Ook onze leerlingen doen dat. Wat uit landelijk onderzoek blijkt, is dat jongeren op steeds jongere leeftijd gaan experimenteren en dat zij hun kennis ten aanzien van roken en alcohol vaak hoger inschatten dan werkelijk het geval is. Bij ons op school wordt vooral in leerjaar 2 bij het vak verzorging aandacht besteed aan het gebruik van genotmiddelen. Omdat het gebruik naar jongere leeftijd verschuift bespreken we op
De vraagstelling naar de veiligheidsbeleving was als volgt:
• Hoe veilig voelde ik me de afgelopen twee weken binnen en buiten de school? • De afgelopen twee weken ben ik gepest, uitgescholden en/of bedreigd, geslagen/geschopt, was ik bang voor bepaalde leerlingen, is er iets van mij stukgemaakt, gestolen, ben ik seksueel lastig gevallen. De resultaten op deze vragen luiden als volgt:
In de klas In de school Rond de school Tussen huis en school
Veilig 95 % 92 % 88 % 87 %
Niet zo veilig 2% 6% 8% 9%
Onveilig 0% 0% 1% 0%
Erg onveilig 0% 0% 0% 0%
Blanco 3% 2% 3% 3%
Gepest Uitgescholden, bedreigd Geslagen, geschopt Bang voor bepaalde lln Stukgemaakt Gestolen Sexueel lastig gevallen
Nooit 86 % 74 % 90 % 85 % 84 % 83 % 94 %
Soms 9% 21 % 6% 10 % 12 % 13 % 2%
Vaak 1% 2% 1% 1% 1% 1% 1%
Altijd 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0%
Blanco 3% 3% 3% 4% 3% 3% 4%
Ook werd gevraagd of leerlingen over de problemen met iemand gepraat hebben. 62 % beantwoordt deze vraag met nee en 38 % met ja. De meeste leerlingen, die erover gepraat hebben, doen dit met vrienden (56 %) of ouders (38 %). De mentor of iemand anders binnen school wordt door 16 % van de leerlingen geconsulteerd. Qua aantallen lijkt het, volgens degene die het onder8
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
dit moment de wenselijkheid van het inzetten van extra lesmateriaal van de GGD in klas 1. – Carolien Kasteleijn, -conrector onderbouw
De vraagstelling naar het genotmiddelengebruik was als volgt:
• Hoe vaak heb je in de afgelopen drie maanden de onderstaande genotmiddelen gebruikt? Het antwoord op deze vraag:
Tabak Alcohol Hasj/wiet XTC en/of speed Gokken Anders
Nooit 79 % 47 % 85 % 92 % 88 % 75 %
1 keer per weekVaker in de weekVaker in weekendDagelijks 3% 1% 3% 7% 22 % 2% 22 % 1% 3% 1% 2% 1% 0% 0% 0% 0% 3% 1% 0% 0% 1% 0% 0% 2%
Blanco 6% 6% 8% 8% 8% 20 %
21 % van de leerlingen geven dus aan te roken. Dit is iets lager dan het landelijke gemiddelde (25,9 %). Het alcoholgebruik en het gebruik van hasj en wiet (1 keer per week of vaker) is uitgesplitst per leerjaar. Het gemiddelde voor onze school ligt op het landelijk gemiddelde.
Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar I.S.
1 2 3 4 5 6
Alcoholgebruik (1 keer per week of vaker) 14 % 34 % 49 % 76 % 79 % 93 % 12 %
Hasj en wietgebruik (1 keer per week of vaker) 0% 2% 7% 14 % 9% 24 % 6%
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
9
Over het examen Vanaf het moment waarop dit MaartensMagazine verschijnt, staat er binnen de school al weer veel in het teken van de voorbereiding op het centraal examen (CE). Docenten trachten er alles aan te doen om hun leerlingen zo goed mogelijk op het CE voor te bereiden. De CE-draaiboeken worden weer uit de kast gehaald en ouders en leerlingen voelen wellicht de examenspanning soms al door hun aderen gaan. Vanaf 18 mei zal het moeten gebeuren in de grote gymzaal. Het is daarom een geschikt moment om in dit MaartensMagazine het een en ander over het examen uiteen te zetten. 1. Schoolexamen (SE) en Centraal Examen (CE)/ alleen SE
Zowel in de tweede fase als in het vmbo kunnen we de examenvakken verdelen in twee groepen: vakken die een SE én een CE hebben en vakken die alleen een SE hebben. Omdat het schoolexamen in de tweede fase en het vmbo een dossierkarakter heeft, start het al bij het begin van de tweede fase en klas 3 van het vmbo. Een aantal vakken wordt al in een eerder stadium afgerond. Van de reeds afgeronde vakken staan de eindcijfers of beoordelingen inmiddels vast. Hoe wordt het eindcijfer berekend als er alleen een SE is? Het eindcijfer van het schoolexamen is het gewogen gemiddelde van de beoordelingen, dat voor de onderdelen van het schoolexamen aan de kandidaat is gegeven, afgerond op één decimaal. Ook voor de vakken die alleen een schoolexamen hebben, wordt eerst een eindcijfer schoolexamen in één decimaal berekend. Het eindcijfer schoolexamen wordt pas daarna afgerond tot het eindcijfer eindexamen. Dit is een heel cijfer. Een voorbeeld: het gewogen gemiddelde van het schoolexamen is 7,37. Het eindcijfer SE is dan 7,4. Het eindcijfer eindexamen is een 7. Nog een voorbeeld: het gewogen gemiddelde van het schoolexamen is 6,47. Het eindcijfer SE is dan 6,5. Het eindcijfer eindexamen is 7. 2. Slaag/zakregeling havo en vwo
Een eindexamenkandidaat havo/vwo is geslaagd als: • alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of: • er 1x5 of 1x4 is en alle overige eindcijfers 6 of hoger zijn, of: • er 2x5 of 1x5 en 1x4 is en alle overige eindcijfers 6 of hoger zijn en van de twee onvoldoende eindcijfers er niet meer dan één onvoldoende het profieldeel betreft. Daarnaast moet er voldaan zijn aan de voorwaarde dat CKV1, LO en het profielwerkstuk met voldoende of goed resultaat zijn afgesloten. Een leerling kan niet zakken op een extra vak in het vrije deel. Als voldaan wordt aan de totale examenverplichting wat uren betreft (één examenvak met een studielast van minimaal 120 studielasturen voor zowel havo als vwo; 480 uur voor het gymnasium) kan een extra vak tot na het centraal examen weggestreept worden.
10
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
vmbo-tl
Een eindexamenkandidaat vmbo-tl is geslaagd als: • 1x5 en alle overige cijfers 6 of hoger of: • 2x5 en ten minste 1x7 en alle overige cijfers 6 of hoger of: • 1x4 en ten minste 1x7 en alle overige cijfers 6 of hoger. Daarnaast moet voor de kunstvakken1 en lichamelijke opvoeding en het sectorwerkstuk de kwalificatie ‘goed’ of ‘voldoende’ behaald zijn. 3. De plaats van het profielwerkstuk (havo/vwo) en sectorwerkstuk (vmbo-tl) binnen het examen
Het profielwerkstuk is een onderdeel van het schoolexamen van havo en vwo. Het is een werkstuk waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen, die van betekenis zijn in het betreffende profiel. Het sectorwerkstuk is een onderdeel van het schoolexamen van vmbo-tl. Dit is een werkstuk waarin algemene vaardigheden worden getoetst. Het onderwerp moet passen binnen de sector waarin de leerling het examenpakket heeft gekozen. Profielwerkstukken en sectorwerkstukken moeten minimaal met een voldoende of een goed beoordeeld zijn. Het afronden van het profielwerkstuk of het sectorwerkstuk is voor de kerstvakantie gepland. De leerling heeft zo de mogelijkheid om bij een eventuele onvoldoende nog op tijd ‘herstelwerkzaamheden’ uit te voeren. Belangrijke bronnen voor exameninformatie
De officiële informatie over alle facetten van het eindexamen is terug te vinden op de internetsite www.eindexamen.nl. Dit is de meest betrouwbare bron voor alle overheidsinformatie. Hier vindt u ook het complete rooster voor het CE-I en CE-II. In de loop van het komende trimester zullen de traditionele Examenkranten weer aan de leerlingen worden uitgedeeld. De Examenkranten worden uitgegeven door het Ministerie van Onderwijs en bevatten alle praktische informatie met betrekking tot de examens. Tot slot
Vlak voor de start van de centrale examens wordt aan alle leerlingen een exameninstructie gegeven. Alle kandidaten ontvangen dan een pakket informatie waarin alle relevante zaken geordend zijn opgenomen. We hebben getracht de informatie zo nauwkeurig mogelijk in bovenstaand artikel te vermelden. Hetzelfde doen we in het informatiepakket dat de leerlingen t.z.t. zullen ontvangen. Toch is het mogelijk dat er nog wijzigingen zullen komen. Aan het bovenstaande kunnen derhalve geen rechten ontleend worden. Hoewel we proberen zo volledig mogelijk te zijn, kunnen we ons voorstellen dat u nog vragen heeft. Neem in dat geval gerust contact met de school op. U kunt zich wenden tot ondergetekende. – A.A. Timmerman, examencoördinator
[email protected]
Belangrijke data voor examenleerlingen weken 14/17 weken 16/17 week 17 week 18 week 19 weken 21/22 week 24 week 24 week 25 week 26 week 26
Lesweken Herkansingen laatste periode van 20 t/m 24 april Laatste lesdag examenklassen op vrijdag 28 april Meivakantie Woensdag 10 mei 14.15 uur: cijfercontrole en CE-instructie. Examenkandidaten verplicht aanwezig! CE-1 vanaf donderdag 18 mei (h/v) of vrijdag 19 mei (vmbo) tot en met donderdag 02 juni Uitslag CE-1 vmbo op woensdag 14 juni (onder voorbehoud) Uitslag CE-1 havo/vwo op donderdag 15 juni (onder voorbehoud) Inleveren aanvraag herkansing/herprofilering vrijdag 16 juni vóór 16.00 uur bij mevr. A.A. Timmerman, W116 CE-2 op maandag 19 juni (vmbo), dinsdag 21 juni (vmbo/h/v) en woensdag 22 juni (h/v) Uitslag CE-2 op woensdag 28 juni Diploma-uitreiking op vrijdag 30 juni
Opbrengst Maartensactie Bovenbouw voor Roemenië en Kashmir Zoals u eerder in het MaartensMagazine kon lezen hebben de beide bovenbouwteams tussen 11 november en kerst 2005 een inzamelingactie gehouden voor twee goede doelen: Kashmir en Roemenië. Het heeft even geduurd voor we een goed overzicht hadden van de totale opbrengst, tot eind januari kregen we namelijk nog dagelijks geld toegeschoven: ‘Dit is nog voor de actie’. Inmiddels hebben we alle bijdragen van leerlingen en medewerkers verwerkt en tot onze grote vreugde kunnen we u melden dat de eindstand voor het kindertehuis in Roemenië (het doel van het Natuurteam) nu 2.572 euro is geworden en de eindstand voor de slachtoffers van de aardbeving in Kashmir (het doel van het Maatschappijteam) 3.430 euro!!!! We zijn heel blij met deze geweldige opbrengst en we willen iedereen natuurlijk hartelijk bedanken!! Namens de organisatoren, – Jelle Witteveen, docent geschiedenis
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
11
International School Groningen
IB World
The Middle Years Programme – making a difference The MYP – or the Middle Years Programme – is the core curriculum for the first five years of the International School as well as the first four years of the TTO (Twee Talig Onderwijs). It is a truly international styled programme regulated and moderated by the International Baccalaureate Organization (IBO).
The programme itself actually originated in the 1980’s as an answer to education in a modern and changing world. The introduction of learning skills, world-wide communication and curriculum flexibility required a break away from what was a more traditional education. The International Baccalaureate Organisation (IBO) adopted the MYP in the 1990’s and developed the beginnings of the programme which we have today. The fundamental ideas behind the MYP are that it remains teacher driven and so is adaptable to every school in every land whilst retaining the standards and academic credibility associated with the IBO. It does this through three main ideals: • Intercultural Awareness: Important in a world that is becoming smaller. This includes a sense of one’s own culture, an openness to others, ability to be involved in useful dialogue and to be able to reflect. • Holistic learning: The traditional subjects form one body of knowledge. Within this body there is great emphasis on personal development in addition to academic development. • Communication: Being able to communicate fully with everyone: expressing your ideas and to listening to others. But how is this actually done? • A flexible curriculum is in place where lessons are taught with a full awareness of individual learning. • Links between subjects are made and subjects are linked with the outside world. This is enabled by using five common themes which weave between every subject.
12
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
These themes are: – Approaches to learning: How do I learn? – Community and Service: How do I contribute to the Community? – Health and Social Education: How do I take care of myself and others? – Environment: Where do I live? What resources do I have or need? – Homo Faber: How are things made? What are consequences? The Curriculum model:
This diagram represents the curriculum model of the MYP. The five areas of interaction connect the development of the individual (at the centre) with the educational experience in all subject groups (at the outer points of the octagon). These interactive areas are common to all disciplines with each subject developing
general and specific aspects of the areas. In this way, the subject groups are also linked by the areas of interaction, demonstrating the interdisciplinary potential of the MYP. The five areas of interaction have no clear boundaries, but merge to form a context for learning that contributes to the student’s experience of the curriculum. And how is the work assessed? • Assessment is criterion based – looking at different skills within a piece of work. • Feedback is given to students which informs them of the strengths, weaknesses and, of course, how to improve. • After strict moderation by the IBO itself students in their last year are awarded a summative grade out of 7 for each of their subjects. An average of 4 is required to achieve a certificate. Within TTO this grade is translated to the required level out of 10.
MYP in action: YPRES: Every year the International School visits Ypres, Belgium. Ypres is now one of the greatest memorials to the first World War after some of the worst fighting in the war – 500,000 dead in 25 square kilometers. The Humanities and English subject areas come together to form an interdisciplinary project which looks at the History and Geography of the area as well as the students own feelings and reflections. This year the class has just returned and one of the IS English B students, Jeroen Papadopoulos, writes about his experience:
Our journey started in front of the Esserberg building where we were waiting to go with the vans. After we got in we started a six hour drive. In that time people just played games, slept a bit (like me) and listened to music. Finally we arrived in Ypres. We stayed at a youth hostel outside of Ypres. This youth hostel was a bit scary (for the girls). After we settled we had dinner. The food was different every day, we had: meat, fish, chicken, beans, soup, and so on. After dinner we went into the little village and we looked for a supermarket, of course we found one but it was closed, just like any little shop in the village. We went back to the hostel and fell asleep after a while.
Mening Gate
The next day (freezing cold) we went to the Mening gate. This massive and very impressive gate was stationed near the center of Ypres. The town itself has been renovated because it was devastated during the war. I found the cathedral quite impressing. Anyway as we approached the gate I saw all the names of victims who had fallen for their country, for there pride and leaving their wives and children alone. There are more than 50,000 names on there. I went left through the gate. I saw more names when I went up the stairs again, even more names when going up the last part of the stairs. It was so impressing and
quiet that I got goose bumps. After that we went to the Flanders museum. This museum was in the Cloth Hall. To be honest I didn’t really like that museum for it was too crowded but I did enjoy all the information and war stuff (guns). We also got a little card which had a chip and we could put it in a machine and every machine told us some information about the person who was on the card. I had a man who died when he was 20. After that there was some shopping time and we all bought chocolate of course. Then we went to the Tine Cot Cemetery. This is the biggest cemetery in Ypres.
Lars, Jon and I went on adventure. When we came in the trenches I felt terribly sorry for the soldiers who lived in there for years. Walking further up the trenches we saw a dark tunnel. I switched on my flashlight and I did not see any light at the end of the tunnel. As we moved further my feet got wet. And when we finally got out we were at the other side of the trenches and saw the rest of our class from a distance. We walked back to the museum and looked at some pictures. After that we went to the Pool of Peace. This was my best experience in the trip because I just went of the group and walked round the biggest crater in Ypres. I stopped half way and sat down for ten whole minutes. There was a silence and I could only hear the drops of water which calmed me down. So many people died there because of one shell. It was impressing. I walked further through the woods all by me and when I came out I saw every one had left except Mister Wilcox. Langemark and Last Post
Tine Cot Cemetery
At the cemetery are 11,000 fallen soldiers with 36 nationalities and of only twothird their name is known. The rest could not be recognized and identified because their body was blown up so badly that only remaining parts were found. Also, at the back of the cemetery was a wall which recorded another 30,000 names of fallen British soldiers. In this cemetery I experienced a peaceful feeling and when we left I felt relieved. Next morning we did some shopping again to refill our chocolate stash. The Trenches
After a long drive we arrived in Sanctuary woods (also called hill 62) . We were there to visit some preserved trenches. First, when we went to the museum we saw a lot of interesting things like guns, helmets, old shoes, fired shells and lots of more very interesting things. I really liked that part. When we went outside I saw a lot of craters which were quite impressing. When I looked to my left I saw the trenches which stretched all over the woods and when we borrowed a torch, Nath,
We also went to a German cemetery called Langemark. Unlike the other cemeteries Langemark was more sad and grey. At night we went to the Last Post. This was very impressing for every one. Lots and lots of people were talking but when the trumpets began to play the silence ruled. Later at night some boys and I prepared “a little House of Horror” in the hostel. Every one had a part and I had to wait for the girls and at the moment they arrived James pointed the flashlight at me and switched it off quickly, he switched it on again and I got closer. This was fun because the girls were screaming so loud and were so scared. After that we were so tired that we went to bed and fell asleep. Next day we left the hostel and started our journey back. When we arrived in Holland we had lots of snow! When I look back at this journey I feel that it was worth going except maybe for the long drives to the cemeteries but that is forgotten by the impressive city and her sights.
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
13
“Area of Interaction” Assemblies At several times in the year the TTO section and the IS section work together to investigate one or more of the Areas of Interaction.
These assemblies cover all sorts of issues and the beginning of this year was no different with students of TTO1 and MYP1-3 leaving their normal lessons to embark on a voyage of discovery into these areas of interaction. After a brief introduction on Community and Service the idea was to investigate the five different areas of interaction that bind the curriculum together. Students were allocated into groups and set the task of combining
two subject groups with an area of interaction! Imaginations ran wild and students produced posters, plays and poems to emphasis their ideas. The best performances were shown to an audience of TTO1, teachers and their classmates… Areas of interaction provide a new way of looking at knowledge… students should try and identify some areas of interaction in what they have done or learnt about today… in school and outside school… and then explain it to someone else! It gives everybody a whole new idea about their subjects!
Community and Service: Can YOU help someone else? In the MYP programme everyone has to carry out activities for COMMUNITY and SERVICE. It is a formal requirement of the course - but also a requirement of the school. We believe that education is also about what students can do for someone else and so we have combined our views with the requirements in the MYP programme.
Community and Service is about voluntary work - students don’t get paid for it! Throughout the years we have different expectations for students but the categories of Community and Service remain the same: • activities that can benefit the home/close neighborhood • activities that can benefit the school community and/or village or town • activity that is for either national OR international benefit The mentor for the students has guidance to record and suggest activities - and if parents or friends have any suggestions where our students can lend a helping hand please contact our C&S area leader 14
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
at school:
[email protected] – Mike Weston Head International School
Ali, Alie en Cor, 25 jaar met veel plezier aan het werk op het Maartens! Alhoewel ze elkaar in hun dagelijks werk niet zo heel vaak tegenkomen, vierden ze in september toch samen hun 25jarig jubileum: Alie Cornelis (huishoudelijke dienst), Ali de Vries (personeelszaken) en Cor Linstra (ICT netwerkbeheerder/ICT-coördinator). Waarom? Omdat ze alledrie dagelijks met veel plezier naar hun werk gaan en dat met een gezamenlijk feest wilden onderstrepen. Tijdens ons gesprek vertelden ze mij over hun loopbaan en werd mij duidelijk waarom ze alledrie al 25 jaar met veel plezier op het Maartens werken.
Als ik Alie Cornelis, Ali de Vries en Cor Linstra vraag waarom het leuk is om op het Maartens te werken komt er een unaniem antwoord: omdat het een goede werkgever is, men hier collegiaal met elkaar omgaat en er een leuke sfeer is. Rode draad door de loopbaan van alledrie is dat ze hun werk met veel plezier doen en hopen het ook nog een groot aantal jaren zo te houden. Alie: “Op de eerste school waar ik werkte, zaten wij als schoonmaakpersoneel in de pauze in een apart kamertje, hier lopen de contacten heel erg door elkaar en heeft men aandacht voor elkaar.” Cor en Ali zijn het daar helemaal mee eens. Maar de jubilarissen van dit schooljaar benadrukken dat ze het ook al zolang volhouden door de baan die ze op dit moment op het Maartens hebben. Eenmaal per jaar grote schoonmaak
Alie Cornelis werkt 20 uur per week en is vooral na schooltijd in het gebouw te vinden: “Ik werk van 15.0019.00 uur. Samen met mijn collega’s Rika en Ineke maak ik een deel van de Westvleugel schoon, terwijl één andere collega de rest van deze vleugel doet. Er is een schoonmaakbedrijf dat de Oostvleugel doet. Het schoonmaakwerk is in de loop van de jaren erg veranderd. Ik ben begonnen op de St. Bernadette huishoudschool en pas na de fusie hier komen werken. De Bernadetteschool was een bewerkelijk gebouw met veel houtwerk en nog kope-
Van ouders... voor ouders ren sierknoppen aan trapleuningen en zo. We moesten toen dus zelfs koper poetsen! We deden daar ook nog aan ‘de grote schoonmaak’. Gaven bijvoorbeeld de vloeren drie keer per jaar een uitgebreide beurt: schoonmaken met soda, naspoelen en uitwrijven. Uren kostte dat. Hier is het schoolgebouw bewerkelijk omdat het veel groter is. Gelukkig hebben we een schoonmaakkar, waarop alle materialen staan, zodat je alles bij de hand hebt. Het boenen van vloeren gaat nu machinaal. Je werkt ook meer met schoonmaakschema’s zodat je alles beter kunt bijhouden. Dus alleen voor de Open Dagen nog een grote schoonmaak.” Alie en haar collega’s krijgen regelmatig hulp van leerlingen: omdat zij bijvoorbeeld te vaak uit de les zijn gestuurd of te laat zijn gekomen, moeten ze als straf helpen met vegen van de lokalen of moeten ze kauwgom steken. Veel leerlingen kennen Alie dan ook bij naam: “We hebben een heel leuk contact met ze. Je leert leerlingen kennen en ziet verschillen. Je hoort vaak zeggen dat de jongelui van nu geen respect meer tonen. Maar het valt mij op dat nog steeds veel leerlingen heel behulpzaam zijn.” Bijhouden mutaties in personeelsformatie: een hele klus
Ali de Vries heeft in Oost, op de tweede verdieping achterin een gang, haar kantoor van waaruit ze alles regelt wat met personeelszaken te maken heeft. Ze kent als geen ander de historie van het Maartens: “Dat komt omdat ik al 25 jaar het personeelsarchief bijhoud. Ik heb dan wel geen directe contacten met leerlingen, maar met de medewerkers des te meer. Door mijn werk ken ik die ook allemaal. Ik ben destijds begonnen op de schooladministratie en werkte toen parttime. Ik verzorgde de post Alie Cornelis: ’t Leuke van mijn baan is: het contact met de leerlingen, die als straf ons soms komen helpen. Maar ook dat je ’s avonds naar huis gaat en de school weer schoon is geeft een goed gevoel. Het hoogtepunt van het jubileumfeest was de toespraak van Con Hanssen. Die was geweldig. En mijn oorkonde en de gouden stofdoek van Jelle, Ineke en andere docenten geschiedenis plus de cadeaus van collega’s en natuurlijk het mooie lied dat mijn collega’s voor mij gemaakt en gezongen hebben. Ook de DVD van Ruud is een mooie herinnering. Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
15
en de rekeningen, maar hield ook het personeelsarchief en de formatie-inzet van de leerkrachten bij. Vooral dat laatste was en is nog steeds een klus. Er veranderen heel vaak allerlei zaken, bijvoorbeeld omvang van de aanstelling, de uren die sommigen nodig hebben voor mentoraat of andere taken binnen de school. Een heel geregel om al die mutaties goed te verwerken, zodat iedereen uiteindelijk ook het juiste salaris krijgt. Vroeger had ik een hele grote typemachine, waar je A3-formaat papier in kon doen zodat ik voor het bijhouden van de formatie(wijzigingen) grote schema’s kon maken. Gelukkig heb ik hier nu een computerprogramma voor.” Op een gegeven moment ging Ali fulltime werken omdat ze ook secretaresse van de rector werd; een leuke functie omdat je als een spin in het web zit en precies wist wat in de school speelde. Vijftien jaar lang combineerde ze al deze verschillende taken. In de loop der jaren is het personeelsbestand, mede door de fusie, enorm gegroeid en dus nam ook het werk voor Ali toe. Daarnaast vraagt de uitvoering van allerlei wettelijke regelingen ook steeds meer tijd. Ali houdt zich daarom inmiddels alleen nog bezig met personeelszaken: “Ik vind dit ontzettend leuk werk om te doen, heel afwisselend en bovendien heb je met veel mensen binnen en buiten de school contact. Maar het blijft wel een drukke baan. Bijvoorbeeld door alle administratie bij ziekte van een medewerker in het kader van de Wet Poortwachter en door de administratieve verwerking van de veranderingen die voortdurend plaatsvinden in de personeelsformatie en –inzet. Gelukkig zijn de administratieve taken deels uitbesteed, al blijft het nodig dat we de informatie goed moeten aanleveren. Dat is dus mijn taak.” Ali is blij dat ze in haar werk gebruik kan maken van de computer, waardoor verwerken van (nieuwe) informatie veel sneller gaat dan vroeger. Ze herinnert zich nog de eerste computer op de school, een enorm gevaarte en weet ook nog van de tijd waarin er nog nauwelijks programma’s waren en je dus bijna alles zelf moest uitdokteren. De laptop-kar
ICT netwerkbeheerder/ICT coördinator Cor Linstra werkt van de drie misschien wel het meest achter de schermen en is dé man van de computers. Hij kan zich die eerste computer nog wel herinneren, al had hij toen nog niets met computers te maken: “Ik ben op het MaarCor Linstra: ’t Leuke van mijn baan is: de uitdaging. ICT speelt een cruciale rol op het Maartenscollege. Doordat de ICT-wereld veel en snel verandert ben ik hier helemaal op mijn plaats. Het hoogtepunt van het jubileumfeest was: de fijne toespraak van Kees Torreman en de l’Alpe d'Huez’ op fietsen met Beerenburger in de bidon, geregeld door Frits Riemersma.
16
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
Ali de Vries: ’ t Leuke van mijn baan is: het persoonlijke contact met mensen en het zelfstandig werken. Het hoogtepunt van het jubileumfeest was: de speech van Kees Torreman en het lied voor mij van mijn collega’s.
tens begonnen als Technisch Onderwijs Assistent (TOA) natuurkunde en later ook biologie en scheikunde. Als TOA ben je breed inzetbaar en ondersteun je de docenten én de leerlingen. Je doet bijvoorbeeld de voorbereidingen van de practicumlessen en begeleidt de leerlingen dan ook. Als TOA ben je net als met de ICT met techniek en organiseren bezig. Na een aantal jaren bood deze baan me niet zoveel uitdaging meer. Niet zo gek dus dat ik toen de computer kwam, me via allerlei cursussen in de ICT ben gaan verdiepen en er binnen de school ook steeds meer mee te maken kreeg. Op een bepaald moment ben ik me helemaal op de ICT en het netwerkbeheer gaan richten. Dat ik nu geen contacten meer heb met leerlingen mis ik soms wel, maar ik heb nu een baan die steeds weer nieuwe uitdagingen biedt en heb veel meer contacten met de medewerkers.” Toen er op meerdere plekken in de school werkstations moesten komen, was Cor degene die het netwerk daarvoor heeft aangelegd. Inmiddels heeft de school 11 hoofd PC’s en 270 werkstations, waarvan er 135 voor het onderwijs zijn! De leerkrachten kunnen inmiddels van uit huis inloggen op hun computer op school en zo bijvoorbeeld de cijfers van proefwerken invoeren. Het duurt niet lang meer voordat ook de leerlingen thuis via de computer kunnen inloggen. Tijdens het gesprek in februari jl. heeft Cor nog een nieuwtje waar hij heel trots op is: “Binnenkort komt de eerste laptop-kar. Als de leerlingen nu tijdens een lesuur iets op de computer moeten doen, gaan ze naar één van de computerlokalen. Voor de docent lastig want ze zitten dan verspreid door de school. Op de laptop-kar staan 16 laptops en een printer. Een docent kan de kar het lokaal inrijden en je hebt geen geloop meer. De bedoeling is dat er uiteindelijk 6 van die karren komen.” Mij heeft het gesprek inmiddels duidelijk gemaakt waarom deze drie jubilarissen het al 25 jaar volhouden op het Maartens! – Simone Blaauboer, ouder
Van ouders... voor ouders
Thema-ouderavond o.l.v. Rob Creemers De Ouderraad probeert twee keer per jaar een thema-ouderavond aan te bieden rond een onderwerp dat veel ouders boeit. Deze keer leidde het spoor naar de trendwatcher ICT Rob Creemers en het plan was om ook de docenten te inspireren vanuit dit thema in een speciaal programma voor hen.
In onze voorbereiding redeneerden we dat, hoewel we veel zaken voor wat betreft ICT onder de knie hebben, nog veel onduidelijk is. Wat doen we bijvoorbeeld met de kinderen die te veel uren op een dag (willen) gamen en hoe gaan we om met de cd-roms die de schoolboekuitgever meestuurt? Onze gastspreker werd van onze voorbereidingen op de hoogte gesteld en we verwachten informatie over optimaal gebruik van ICT. Die middag en avond leidde Rob Creemers wervelende presentaties. Op een groot scherm projecteerde hij onze angsten en onzekerheden, feiten en meningen in woorden, quotes en beelden. Elk geprojecteerd tableau was een open uitnodiging om aan te pakken, om weerstand te bieden, om in te spelen op wat op ons af komt. Creemers spiegelde ons voor waar we staan in fort Europa, waar vergrijzing en regelzucht vertragend werken en waar het hoger onderwijs onvoldoende
talent aflevert om voor noodzakelijke vervanging te zorgen. Onze medische scans worden intussen al afgelezen en geïnterpreteerd door Indiase specialisten en de Chinese hogescholen leveren in hoog tempo grote aantallen ingenieurs af. Rob Creemers benutte gezaghebbende bronnen en actuele cijfers en las ons voor over de manier waarop wereldwijd met grondstoffen wordt omgegaan (verspillend), met natuur en milieu (vergiftigend) en met mensen (vernietigend). Het ging over globalisering en de effecten van de niet te stuiten biotechnologie, nanotechnologie en informatiecommunicatietechnologie. Dat in ontwikkelingshulppakketten eenvoudige laptops worden meegegeven, onze allerjongsten in de Sinterklaaszak al een mobieltje aan konden treffen en de 12-jarigen thuis de IT-specialist zijn. En het appèl van Rob Creemers was dat we ons niet kunnen veroorloven achterover te hangen en ons op 55- of 60-jarige leeftijd uit laten rangeren, in de kracht
van ons leven! Met zijn beelden riep hij op tot moed, creativiteit en ondernemingszin. Het was een impuls voor een nieuwe visie op leven en werken, ‘kunnen we niet ánders in ons werk staan dan we gewend zijn?’, een uitdagend perspectief. Het duurde dik een uur en aansluitend was er een prikkelende dialoog die veel te kort duurde. Er was ook een klacht, naderhand: ‘dit weten we toch al, dat kunnen we toch lezen in the economist, het financiële dagblad, business reviews en het CBS! En wat doen we nu met de kinderen en hun Cdroms?’ Zelf raakte ik geïnspireerd en vond partners om een specialistisch arbeidsmarktgame te ontwikkelen. Wilt u ervan horen? Ik kom graag langs voor een (wervelende) presentatie. – Paulien Bakker, ouder * Boeiend boek dat werd aanbevolen: “Collapse” van Jared Diamond (in vertaling “De ondergang”)
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
17
Twintigste skireis! In al die twintig jaar niet gebeurd: een waslijn met natte spullen op de kamer van zes meiden stort naar beneden met plafondbalk en al. Geen slachtoffers en grote hilariteit. De schade wordt door de begeleiding snel gerepareerd, met een hamer, zo’n beetje het enige dat niet op het “lijstje-vanmee-te-nemen-zaken” uit het skiboekje stond en even van gastheer Franz moest worden geleend. Van dat lijstje had trouwens vrijwel iedereen gewoon maar alles meegebracht, van skikleding tot wasknijpers en enorme bergen krachtvoer (lees snoep), aldus perfect toegerust voor de 20ste skireis van het Maartenscollege naar Neukirchen.
lijk het vierde lustrum, met veel cadeautjes, lovende woorden en hoogwaardigheidsbekleders. Wanneer zie je nou zomaar een burgemeester of Sep Maier (hier het hoofd van de skischool) bij een schoolreis verschijnen? Daar ga je twintig keer voor naar Neukirchen!
Een onvergetelijke reis. Wat kan er ook misgaan als werkelijk alles tot in de puntjes is voorbereid door een team onder leiding van mister skireis Frits Riemersma himself! Aanstekelijk enthousiasme, jarenlange ervaring, zelfde bestemming, zelfde accommodatie, zelfde reisorganisator, zelfde sponsorkleding voor de begeleiding. Alleen elk jaar andere leerlingen en deze keer wel heel gezellige! Veel lol en geen gezeur, mazzel met het weer en de sneeuw, prima kookkunsten met Oostenrijkse producten (ook uit de kippenren?) van Franz en Herta en over de après-ski ook geen klachten. Er wordt intensief geskied, de beginners bijgestaan door vergevorderde leerlingen-Hilfschilehrer, door chauffeur Arjen en door de begeleiding van wie halverwege de week ook de partners overkomen voor het extra feestje, name-
En als er dan toch iemand ziek wordt en er geen eigen vervoer beschikbaar is, dan wordt er wel even een ambulance geregeld om je naar de dokter te brengen. Of als je nog gezond met de lift naar boven bent gegaan, je daar belabberd voelt, geen punt, twee begeleiders gaan gewoon met je naar beneden en blijven de rest van de dag bij je. Niet iedereen was helemaal topfit, maar voor hen werd door de begeleiding als vanzelfsprekend gezorgd. Zulke helden worden dan ook terecht genomineerd voor een dagelijkse topper-pet! Je had natuurlijk ook een biel-pet voor bijvoorbeeld iemand die verzeild was geraakt in een grandioze valpartij. Maar behalve de waslijn is niemand onfortuinlijk neergestort en op 25 februari kwam het hele sportieve gezelschap in recordtijd vermoeid maar gipsvrij weer terug uit Neukirchen. Bedankt, Frits, Guus, Marc, Darinka en Senta. Volgend jaar weer?! – Maud Opbroek en Bineke Noordhof, leerling en ouder
18
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
Non scolae, sed vitae discimus (Seneca)
Nicht für die Schule, sondern fürs Leben lernen wir Ook al weten wij allemaal dat het daadwerkelijk zo is, het lijkt voor leerlingen soms wel lastig om het in te zien. In het Duits leer je naamvallen, „den“ of „dem“? „mit, nach, von, zu....“ de rijtjes leer je wel, maar… hoe was dat toch ook al weer, wat doe je met die dingen??? Leerlingen hebben zelden de gelegenheid om hun verworven taalkennis actief te gebruiken. Datgene wat wij als vakdocenten moderne vreemde talen graag willen, namelijk het communicatieve element van taal en de toepassing van kennis te realiseren is vaak helaas weliswaar een „nastrevenswaardig“ doel, maar de lespraktijk ziet er jammer genoeg vaak (nog) anders uit. Natuurlijk niet op het Maartens, want wij als vakgroep Duits proberen zoveel mogelijk de doeltaal als voertaal in de les te gebruiken, maar toch....
We zoeken naar mogelijkheden, om leerlingen zo concreet mogelijk hun taalkennis te laten gebruiken. Wat is daarvoor geschikter dan een dagje Duitsland en bovendien zo dichtbij? Tijdens de kersttijd is het verschijnsel kerstmarkt een highlight in Duitsland en het lokt in de decembermaand ook vele Nederlanders naar de Duitse steden. Een ideale gelegenheid dus ook voor onze 3e klassen havo/atheneum (3K, 3L & 3M) om de proef op de som te nemen. Zo gezegd...zo gedaan! Dinsdag 13 december 2005 vertrokken zeventig leerlingen plus zes leerkrachten naar het stadje Oldenburg. Om een beetje een indruk te krijgen van de stad waar wij naar toe gingen, was er een stadsrondleiding georganiseerd. De gidsen vertelden in het Duits enkele geschiedkundige wetenswaardigheden over Oldenburg, waarbij de verhaaltjes de leerlingen het meest aanspraken. Het verhaal van de bekende (?) Graf Anton Günther en zijn paard Kranich was even boeiend als het verhaal van de desastreuze brand in het staatstheater, ooit veroorzaakt door vuurwerk. De leerlingen konden, als het allemaal een beetje te veel Duits was, terugvallen op de docenten Duits, zodat ze zelfs de kleinste details konden volgen!
ren in de klas geoefend waren, moesten nu toegepast worden. „Entschuldigung, können Sie mir sagen, wo das Rathaus ist?“ Deze keer niet met gegiechel in de klas, maar in de realiteit: “mitten in der Altstadt!” Maar nóg waren die leerlingen niet klaar! De volgende opgaven hadden betrekking op het WK voetbal 2006 met als gastheer Duitsland. De leerlingen moesten tien Duitstalige mensen tien vragen stellen over dit grote evenement. En ze moesten de Duitsers vooral vragen, wat ze van deze WK verwachten! Dit programmapunt omvatte veel grappige en ook een heleboel leerzame momenten. De „afgedwongen“ communicatie met Duitstaligen leek te werken, in elk geval begreep men meestal heel goed wat de
leerlingen bedoelden. Het laatste programmapunt leek de leerlingen vooraf het meest interessant: vrije tijd, “chillen”, over de kerstmarkt lopen en winkelen. Het is niet aan ons om te beoordelen of dit het meest aantrekkelijke programmapunt was. In elk geval hebben de meeste leerlingen genoten van de sfeer van een kerstmarkt: de eettentjes, de bijzondere gerechten (wist u bijvoorbeeld wat een “Germknödel” is?), de vele stalletjes met kerstcadeautjes, de kerstliedjes en überhaupt de hele kerstsfeer, ook al is het commerciële aspect soms zeer duidelijk merkbaar. Tot slot: een “Überraschung” op het programma. “Ein Gläschen in Ehren, kann niemand verwehren” en een Weihnachtsmarkt zonder Glühwein……….. nee, dat kan echt niet. Zodoende! De verrassing was een half glaasje Glühwein. Men kan ervan houden of niet, maar men moet het wel een keertje geproefd hebben. Toen wij het regelden, meende de mevrouw achter de balie ons te moeten wijzen op “Jugendschutzgesetz” (geen alcohol beneden de 16), want “es muß schon alles seine Richtigkeit haben.” Nadat wij haar konden verzekeren dat wij op de hoogte waren van deze regeling, kon iedereen met een warm gevoel van
Het volgende programmapunt vereiste een actieve inbreng van onze leerlingen. Routebeschrijvingen, vragen naar de weg bijvoorbeeld, onderwerpen, die van tevoJaargang 6 – nr. 3, april 2006
19
binnen de kerstmarkt verlaten en zaten wij op tijd in de bus richting Haren. Alles bij elkaar was het een heel leuk “dagje uit”. Voor herhaling vatbaar!
Oldenburg wir kommen… graag volgend jaar terug.
– Maria Krawinkel en Ger Roos, docenten Duits
Onbekend talent Dat medewerkers van onze school ook buiten het Maartens hun sporen verdienen, heeft onze docente Jeltje van der Burgh afgelopen december weer eens bewezen. In het kader van het Prins Bernhard Cultuurfonds werd in mei 2005 de Tine Clevering-Meijer prijs uitgeloofd voor de kunstenaar die “actueel Gronings cultureel erfgoed“ op pakkende wijze in een werkstuk wist te verbeelden. Onze Jeltje experimenteert al jaren in de sector beeldende kunst/keramiek met Groningse klei. Zij zag dus wel iets in de opdracht.
Van de achttien inzendingen werden er drie geselecteerd. Het werkstuk van Jeltje bleek één van de drie te zijn. Op 12 december volgde na weken van wachten eindelijk de ontknoping. Het werk van de drie genomineerden stond opgesteld in de tijdelijke statenzaal van het provinciehuis. De voorzitter van de jury lichtte het juryrapport toe en de commissaris van de koningin maakte de winnaars bekend. Jeltje haalde de 2e plaats, waar ze bijzonder trots op is. De genomineerden was ook gevraagd om een toelichting op hun werk te geven aan de ruim honderdvijftig aanwezigen. Jeltjes verhaal werd met daverend applaus ontvangen en Hans Alders zei dat ze zeker de 1e prijs voor de toespraak zou hebben gekregen. Maar, zoals Jeltje zelf zegt: na 35 jaar onderwijs weet je toch wel een beetje hoe dat gaat, dat spreken voor een groep. Wie het werk van Jeltje en de andere genomineerden wil bewonderen, kan dat doen in Delfzijl. In de Expositie Molen Adam staat haar werk van 11 maart tot 17 april a.s. De openingstijden zijn: woensdag, zaterdag en zondag van 14.00-17.00 uur. Op 1e paasdag is de molen gesloten; op 2e paasdag open. – Marion de Grijs, conrector onderbouw
20
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
CO2 sensor op ons dak gehaald In januari krijgt onze school een CO 2 sensor. Hij heet Vaiasala Carbocap GMP343. Het is een gevoelig apparaat, dat continue de concentratie van dit broeikasgas in de lucht gaat meten. De gemeten waarden komen via een computer op Internet te staan. Leerlingen kunnen de resultaten vergelijken met die van twee andere scholen: het Willem Lodewijk Gymnasium in Groningen en het Lauwerscollege te Buitenpost. Pilot Project van de RUG
De drie scholen maken deel uit van het CO2-schoolnet, een pilot project van de RUG onder leiding van Martin Goedhart, hoogleraar didactiek. Het Centrum voor Isotopenonderzoek van deze universiteit houdt zich al een tijd bezig met dit soort metingen. Zo staat er een enorme snuffelpaal vlak bij de Waddenzeedijk bij Hornhuizen. Een groep leerlingen van onze school bezocht dit meetstation in november onder leiding van Harro Meijer, vader van oud-leerling Berend Meijer. Hij bestudeert als hoogleraar experimentele natuurkunde de wereldwijde koolstofcyclus. Koolstofcyclus
De concentratie van CO2, koolstofdioxide, in de atmosfeer, was lange tijd in evenwicht. Planten gebruiken het gas bij de fotosynthese. Met behulp van zonlicht maken ze hieruit glucose en alle andere organische stoffen, waaruit ze bestaan. In alle levende wezens vind ook afbraak van organische stoffen plaats, waarbij de CO2 weer in de lucht komt. Stijging CO 2 versterkt broeikaseffect
Dit evenwicht is de laatste eeuw verstoord. Door het verbranden van grote hoeveelheden fossiele brandstoffen, steenkool, olie en aardgas, is er veel extra CO2 in de lucht gekomen. CO2 staat bekend als broeikasgas samen met methaan, stikstofdioxide en waterdamp. Deze gassen laten in de atmosfeer wel veel straling van de zon door, maar kaatsen de uitgezonden warmtestraling van de aarde grotendeels terug. Dankzij deze gassen is het onder onze atmosfeer zo warm dat er leven mogelijk is. Maar als de concentraties van deze gassen stijgen, dan zal ook de temperatuur op aarde stijgen. De dreigende gevolgen van dit versterkte broeikaseffect komen vaak in het nieuws: smeltende ijskappen, verwoestijning, overstromingen door de stijgende zeespiegel en het uitsterven van veel plant- en diersoorten voor wie de veranderingen te snel gaan. Controle op gemaakte afspraken
Na de akkoorden van Kyoto maakten sommige landen een begin om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Vorig jaar december zijn er nieuwe afspraken gemaakt in
Montreal. Het is noodzakelijk dat alle landen hierbij samenwerken. Het gaat moeizaam, omdat de economie van elk land afhankelijk is van energie uit fossiele brandstoffen. Landen die niet mee willen doen of zich niet aan de afspraken houden kunnen daar economisch voordeel uit halen. Door het opzetten van een wereldwijd meetnet kunnen internationale organisaties in de toekomst beter controleren of landen zich aan de afspraken houden. Lokale CO 2 –bronnen
Door zijn lage positie is onze sensor alleen geschikt om schommelingen in het CO2 –gehalte van de lucht te volgen, die het gevolg zijn van plaatselijke bronnen. Leerlingen kunnen straks proberen om de gevonden verschillen te verklaren. Het verkeer op de Rijksstraatweg kan zo’n bron zijn, maar ook de schoorstenen van de huizen in de omgeving en de pijp van onze eigen verwarmingsketel. In de zomer kunnen de naburige bomen door hun fotosynthese voor een CO2 –dipje zorgen. Mogelijk ontdekken we verschillen met de andere scholen die in een meer stedelijk gebied (Willem Lodewijk Gymnasium) of een meer landelijk gebied (Lauwerscollege) liggen. Om de gegevens beter te kunnen interpreteren komt er een weerstation, de Vantage pro 2, naast de sensor. Deze gaat de temperatuur, windrichting, windkracht, luchtdruk en luchtvochtigheid voor ons meten. Ook deze gegevens komen via de computer op Internet. Experimenteren in de klas
De sensor mag af en toe ook een dagje van het dak af. We kunnen hem dan bij proeven in een leslokaal gebruiken. Een interessante onderzoeksvraag kan zijn of de resultaten bij een proefwerk afhangen van het CO2 –gehalte van de lucht in het lokaal, waar de toets gemaakt wordt. In de docentenkamer bleek de concentratie bij een testje al behoorlijk hoog: 1200 p.p.m. i.p.v. 400 p.p.m. in de buitenlucht. Ook voor profielwerkstukken in de eindexamenklassen biedt het apparaat leuke mogelijkheden. Maar het hoofddoel blijft het volgen van de CO2 –waarden in de Groninger lucht. We hopen natuurlijk dat onze sensor de komende jaren steeds lagere waarden gaat doorgeven, doordat het CO2 –beleid van ons land effectief is. De toekomst zal het uitwijzen. – Daan Bosma Docent biologie
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
21
Het gymnasium op het Maartenscollege Het gymnasium, wat is dat? Gymnasium; van oudsher was dat de benaming van de sportschool, waar de Griekse jongemannen zich bezighielden met de ontwikkeling van hun lichaam. Immers: de Grieken geloofden heilig dat een gezonde geest alleen in een gezond lichaam kon zitten. En men liet zich bij die ontwikkeling van dat lichaam ook niet hinderen door kleren of zoiets: men sportte in die tijd als mannen onder elkaar gewoon naakt. Het woord gymnos, dat u allen natuurlijk herkent in gymnasium betekent dan ook naakt. Het moge voor zich spreken, dat die ontwikkeling van dat lichaam voor onze gymnasiasten nog steeds van het grootste belang is, maar die naaktheid is in de loop der eeuwen verdwenen.
Want als u het woord in een woordenboek opzoekt, komt u de betekenis tegen, en die is voor ons van belang: “zesklassige voorbereidingsschool voor de universiteit, met onderwijs in de klassieke talen”. De oorspronkelijke betekenis van het woord leeft trouwens nog wel voort in ons woord gymnastiek. Alleen in Engeland zal men u, als u nietsvermoedend vraagt naar het dichtstbijzijnde gymnasium, doorverwijzen naar de sportschool op de hoek. Daar heeft men het over een grammar school, als men over ons gymnasium praat. Hoe ziet het gymnasium op het Maartenscollege eruit?
Op het Maartenscollege bieden we het gymnasium in twee varianten aan. Je kunt kiezen voor de gewone gymnasiumopleiding, die vergelijkbaar is met de opleiding van een categoriaal gymnasium. Daarnaast bieden we ook de mogelijkheid om tweetalig onderwijs te combineren met datzelfde gymnasiumprogramma; het zogenaamde TTO+.
22
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
In de eerste klas proberen we de kinderen een idee te geven van wat het nou betekent om je in de volgende jaren echt met de klassieke talen bezig te houden. Ze oriënteren zich als het ware op de volgende jaren door zich te verdiepen in het dagelijks leven van de Romeinen, in de taal en cultuur. Er worden verhalen omheen verteld, waardoor het geheel in een breder kader wordt gezet. Verder geven we een korte inleiding op het vak Grieks, zodat de leerlingen aan het einde van het eerste leerjaar een goed begeleide en overwogen keuze maken voor klas twee en drie gymnasium. In de eerste klas gaan alle gymnasiasten op excursie naar een museum of openluchtmuseum, zoals het Archeon. Vanaf klas twee komt het vak Grieks erbij. Het vak Grieks wordt ingebed in de mythen rond Herakles, Theseus en andere Griekse helden. Je merkt vanaf de tweede klas ook dat de klassieke vakken elkaar beginnen te ondersteunen: bij Grieks heb je voordeel van de grammatica bij Latijn en bij Latijn kom je erachter hoeveel de Romeinen van de Griekse cultuur hebben geleend: en zij niet alleen! Via een stadswandeling ontdekken de leerlingen het erfgoed wortels van de klassieke cultuur in Nederland nu en hoeveel er wel niet Grieks is in Grönn. In klas drie verdiepen de taal en grammatica zich. We werken toe naar het keuzemoment aan het einde van de derde klas: kies je voor Latijn en Grieks, Latijn of Grieks of liever alleen KCV (dat laatste betekent dat je de klassieke talen laat vallen, maar de cultuurlessen blijft volgen). De laatste excursie op de laatste dag van de onderbouw gaat naar Xanten. Dan merken leerlingen dat wat ze in de cul-
tuurlessen hebben geleerd, allemaal op hun plaats valt. Bovendien zien ze het uitje naar Xanten vaak als een gezellige afronding van de basisvorming. In klas vier en vijf lezen we een keur aan verschillende schrijvers en genres, zoals filosofie van Plato, epos van Homerus, liefdesgedichten van Catullus en de “memoires” van Caesar. In het laatste jaar concentreren we ons op een kernauteur, die ook het onderwerp van het examen is. Ieder jaar is er een ander onderwerp. In de bovenbouw besteden we bij het vak KCV (Klassiek Culturele Vorming; niet te verwarren met CKV!) in projectdagen speciale aandacht aan de klassieke cultuur. Thema’s van de afgelopen jaren zijn bijvoorbeeld “Amor en Eros”, over liefde in de klassieke literatuur, “De antieke stad”, over bouwkunst en geschiedenis van Rome en Athene. Het vak KCV legt de nadruk op de brede lijnen in de (westerse) cultuur: hoe is een thema of motief uit de oudheid in de loop der tijden ontvangen en hergebruikt? De Romereis in klas 5/6 vormt hiervan een geweldige afsluiting. Leerlingen zien heel direct door het stof der tijden heen wat er nog over is van de oudheid, en maken zich een heldere voorstelling van hoe het vroeger geweest moet zijn. Waarom nu juist op het Maartenscollege?
Het Maartenscollege biedt leerlingen die kiezen voor het gymnasium een volwaardige opleiding. Mentoren van de gymnasiumklassen en docenten klassieke talen begeleiden de keuzemomenten die zich in de opleiding voordoen nauwgezet en met aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling van de leerling voor. Het spreekt voor zich dat wie vanaf het begin kiest voor het gymnasium, in principe kiest voor de hele opleiding. Maar mocht het noodzakelijk zijn, dan kunnen leerlingen op onze scholengemeenschap van schooltype wisselen zonder dat ze van school hoeven. Dat aspect vinden wij, docenten klassieke talen, een groot voordeel van onze school. – Anke Halsema Docent klassieke talen en KCV
“Vreemd?” Maartens als Cultuurprofielschool Vreemd… Deze avond. Ik heb mij verbaasd, verwonderd, afgevraagd. Hoe konden al die leerlingen zo’n geweldige prestatie neerzetten? Hoe konden al die leerlingen, stuk voor stuk, tegen mijn verwachting in, zorgen voor zo’n dijk van een avond? Vreemd heeft naar mijn idee de lat, wat betreft toneel, bijzonder hoog gelegd.
*Brownies, anyone?*
De broodnodige pauze volgde. Na vele hilarische sketches moest menig blaas geleegd worden, maar tegelijkertijd weer volop bijgevuld worden door middel van koffie, thee en andere vloeistoffen. Kasjmir mag natuurlijk ook niet vergeten worden. Twee bereidwillige meiden uit havo 5 verkochten brownies en cake voor een luttel bedrag. Een deel van deze opbrengsten zal naar het goede doel gaan. *Hit it!*
Door falende techniek kwam John met ‘zijn’ muziekgroep na de pauze. Op zich niet erg, bij een presentatie vindt het publiek het doorgaans helemaal geen probleem om even te wachten. Waar (tot mijn toch wel grote teleurstelling) vorig jaar het hele muziek gedeelte van “Vreemd” een beetje verloren ging en daardoor voor mijn gevoel weggemoffeld werd in de pauzes, waren ze nu duidelijk aanwezig. Een enorme verbetering! Ook deze lieden verdienen een pluim. Je kon duidelijk merken dat hier werk in was gestoken. Mocht dat niet het geval zijn dan was daar in ieder geval niets van te merken! *Turken zijn trendsetters!*
Een toneelstuk maken is één ding. Een website maken een ander. Als je dan als havo-4 leerlingen ook nog eens beide moet zien te maken, heb ik daar sowieso bewondering voor. En ik kan het weten, want ik heb in hetzelfde schuitje gezeten, exact een jaar geleden. Wat een stress leverde dat (alleen de website al) op. Des te meer ben ik supertrots op deze havo-4 leerlingen! *Meer van hetzelfde is niet saai*
Bij een project als “Vreemd” heb je al snel de kans dat bepaalde culturen vaker voorkomen. Zoveel behandelbare culturen liggen er nou eenmaal niet voor het oprapen. Maar, met de mogelijkheid dat twee groepen dezelfde cultuur kiezen, neemt ook de kans toe dat het meer van hetzelfde wordt. Eenheidsworst. Van dat alles was vanavond echter absoluut geen sprake. Ik heb onder andere twee keer de Chinezen langs zien schuifelen en ook de Marokkanen waren dikwijls vertegenwoordigd. Maar alle groepen hadden de presentatie op geheel eigen wijze ingevuld. Waar in de ene groep Chinezen een gezin met een dochter inclusief aanhang centraal stond (met alle cultuurbarrières van dien), had de andere groep een eigen verzonnen nieuwsbulletin. Zelfde cultuur, totaal andere aanpak.
Wat mij betreft hebben alle groepen het fantastisch gedaan. Dat als eerste. Maar toch vond ik dat twee groepen er bovenuit staken. Ten eerste de laatste groep. Turken zijn trendsetters! Zo’n hoofddoekje is hartstikke hip! Hoezo verbieden, het wordt mode, let maar op. Nee, even alle gekheid op een stokje. Naast de dosis humor die erin verwerkt zat, was de overtuiging waarmee de verschillende speelsters de rollen brachten werkelijk briljant te noemen. Een kakker, een tja-ik-weetniet-echt-wat-ik-er-van-vind, een rasechte Amsterdammer… Allemaal met een mooi uitgewerkte tekst die voor menigeen de slappe lach betekende. Daarnaast de groep die (als enige) dans had verwerkt in het stuk. Ik zie wel vaker dans voorkomen in een optreden, maar zelden is de synchronisatie zo perfect. Exact op het moment dat de muziek stopt, stopten zij ook met dansen. *TC: bedankt!*
De TC zal daar ook een groot aandeel in hebben geleverd. Daarom ook een (virtueel) applaus voor die hardwerkende mensen. Nu we het er toch over hebben, dat miste ik een beetje. Was het omdat we al enige uitloop hadden? Zijn Con of Ida het simpelweg vergeten? Hoe het ook zij, men moet begrijpen dat de TC een topprestatie heeft neergezet die week of misschien wel weken. Want naast “Vreemd” was daar natuurlijk ook nog het Open Podium, de twee dagen voorafgaand aan deze avond. Sommige mensen in de TC hebben er Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
23
al meer dan 70 uur op zitten om mogelijk te maken wat inmiddels bekend staat als een ‘geweldige week’ vol met creativiteit. Ik vond daarom dat al die mensen wel een speciale vermelding verdienden. *Kasjmir*
Ik had het er al even over. Het goede doel had ook een goed vertegenwoordigde functie in het geheel. Door allerlei spullen te verkopen, zoals de eerder genoemde lekkernijen, de kunstwerken gemaakt door leerlingen van ckv3 beeldend en een deel van de opbrengst van de verkochte kaartjes bij het Open Podium, steunt het Maartens de slachtoffers van Kasjmir. Tevens zal om twaalf uur middernacht een lesmarathon beginnen waarbij leerlingen tot acht uur morgenochtend les volgen, wederom voor het goede doel.
24
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
*Rosj Hasjana*
Al stemt het niet helemaal overeen met die van ons, dit is de naam van de Joden voor de Nieuwjaarsdag. Met deze geweldige voorstelling van Vreemd lijkt het mij een goede afsluiting van een schoolweek, een drukke periode en natuurlijk een heel jaar. Na alle drukte van de afgelopen weken lijkt mij een tweetal weken vakantie meer dan op zijn plaats. Alhoewel er morgen nog wel iets te doen zal zijn op school, is er van gewone lessen geen sprake meer. Ook namens mij wens ik iedereen een leuke vakantie toe en veel, heel veel oliebollen! – Foto's en tekst; Coen de Jong
Vier minuten duisternis
Mark, Sophie, Abel Jan en Stephanie bezoeken met de RUG de zonsverduistering in Turkije Een totale zonsverduistering is een zeldzaam fenomeen dat veel indruk maakt. Op 19 maart was er weer één te bewonderen. Maar wie deze bijzondere gebeurtenis mee wilde maken moest op reis, want in Nederland is het niet te zien. Twintig Nederlandse scholieren gingen, voorbereid door de Rijksuniversiteit Groningen, een week naar Turkije om de zonsverduistering aldaar te bestuderen. Een levendig MSNcontact met Turkse leeftijdgenoten was al snel tot stand gekomen.
Het project waar de leerlingen aan mee deden is een samenwerking tussen de Rijksuniversiteit Groningen en de universiteit van Antalya. Een belangrijk onderdeel van het project was een uitwisseling met twintig leerlingen uit Turkije die ook een week in Nederland op bezoek komen. Het uiteindelijke doel was meer over de zonsverduistering te weten te komen en van elkaars cultuur te leren. “We komen in totaal zes keer bij elkaar,” vertelt Alexander Vervoort, leerling aan het Pieter Jelles Gymnasium in Leeuwarden. “Tot nu toe hebben we één bijeenkomst gehad, dus ik weet nog niet precies wat het allemaal inhoudt. De vorige keer hadden we eerst een college gehad over sterrenkunde. Vervolgens werd er iets verteld over de Turkse cultuur, hoe ze daar me elkaar omgaan, hoe men trouwt, wat men eet en dat soort dingen. Tot slot zijn we in groepjes bezig gegaan. In elk groepje zat een leerling van elke school zodat je elkaar een beetje leert kennen.” De twintig leerlingen waren afkomstig van vijf scholen uit Noord-Nederland en door hun eigen school geselecteerd. Enthousiasme, inzet en hoge cijfers waren daarbij
belangrijke pluspunten. Lianne Messchendorp, leerling aan het Aletta Jacobs College in Hoogezand, vertelt hierover. “Eerst zouden we gaan loten, maar dat werd toch niet zo eerlijk gevonden. Daarna werd er besloten om naar de cijfers kijken. Ook dat was niet echt eerlijk, daarom moest je uiteindelijk een persoonlijke motivatie schrijven. Op basis daarvan was ik geselecteerd uit een groepje van tien geïnteresseerden.” Contact met een andere cultuur Het project werd begeleid door Alex van den Berg van het Bètasteunpunt van de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de RUG. Hij vertelde dat naast de wetenschappelijke doeleinden ook de contacten met Turkije een belangrijke doel van het project vormen. “De discussie over de toetreding van Turkije tot de EU is in volle gang en het is belangrijk om jongeren in contact te brengen met Turkse leerlingen van hun eigen leeftijd. Verder wilden we leerlingen interesseren voor elkaars cultuur. Hoe kijkt de islam bijvoorbeeld aan tegen de astronomie? Dat was één van de vragen die de leerlingen moesten bestuderen en presenteren.” Deze motivatie speelde ook bij de deelnemende leerlingen. Zo wist Lianne eigenlijk nog nauwelijks wat een zonsverduistering inhoudt, maar dat weerhield haar niet om mee te doen. “Niet iedereen kan zeggen dat hij aan zoiets heeft meegedaan. Turkije leek me ook een mooi land. En waarschijnlijk word je er zelfstandiger van. Je moet je toch redden in een hele andere omgeving. Uiteindelijk vond ik de zonsverduistering echter het belangrijkste. Als het gewoon in Nederland was geweest, had ik waarschijnlijk ook wel meegedaan.” Ook Alexander weet nog niet heel veel over de zonsverduistering. “Vooral de uitwisseling met Turkije sprak me heel erg aan, vorig jaar hebben we zoiets gedaan met leerlingen in Spanje en dat beviel heel goed. Maar ik vond het ook belangrijk dat je dit project kunt gebruiken voor je profielwerkstuk.” MSN-en met Turkse leerlingen Wilde de samenwerking een succes kunnen worden, dan moest er wel contacten ontstaan tussen de Turkse en de Nederlandse leerlingen. Internet en e-mail kunnen hier een belangrijke rol bij spelen. Alex vertelt hierover: “We hadden een speciale elektronische leeromgeving opgezet om de leerlingen te laten communiceren en om gegevens uit te wisselen. Hier moesten de groepen ook de resultaten van hun werk inleveren, zodat wij de voortgang konden zien. Dit werkte heel goed. En qua communicatie zijn de leerlingen ons ver vooruit. Zodra de emailgegevens van de Turkse leerlingen bekend waren, is Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
25
er een levendig msn-contact tot stand gekomen. Ik denk dat de leerlingen elkaar al stukken beter kennen.” Zes maanden voorbereiding voor vier minuten Voor een zonsverduistering van vier minuten is Turkije wel een heel eind reizen. Volgens Alex is dit echter geen verspilde moeite: “Zonsverduisteringen maken veel indruk op mensen. Het is een bijzondere ervaring. En verwondering is vaak een motivatie om het onderwerp verder te bestuderen. Daarnaast kunnen er metingen verricht worden die normaal niet gedaan kunnen worden.” De universiteit biedt dit project natuurlijk niet voor de lol aan, maar wil er ook iets mee bereiken. Alex: “Astronomie is relatief onderbelicht in het voortgezet onderwijs. In Groningen zit een erg enthousiaste club wetenschappers, die het onderwerp graag verspreiden. Daarnaast is er een tekort aan sterrenkundigen. Door het enthousiast maken van leerlingen voor dit soort onderwerpen raken wellicht meer mensen geïnteresseerd in het vakgebied.”
Sterrenkundige of piloot? De bedoeling van het project was om leerlingen bekend te maken met de astronomie en niet zozeer om hen over te halen om de studie sterrenkunde te gaan doen. Alexander en Lianne ervaren dat ook niet zo. Ze vonden het eigenlijk erg sympathiek van de universiteit dat ze zo’n bijzonder project aanboden. Alexander verwacht desondanks niet iets met sterrenkunde te gaan doen.“Hoewel ik de zonsverduistering erg interessant vond, wil ik die kant niet op. In plaats daarvan wil ik piloot worden.” Lianne is minder zeker. “Als dit echt leuk blijkt te zijn, wil ik er misschien wel mee verder. Ik hoop dat ik hierna in ieder geval beter weet wat ik wil. Ik wil sowieso een natuurrichting doen, maar wat precies, dat weet ik nu echt nog niet.” “Verwondering is vaak een motivatie voor verdere studie” – Alex van der Berg docent scheikunde
Toch weer een Songfestival In maart 2003 werd het aangekondigd: dit zou het 15e en tevens laatste Songfestival zijn. John de Jong, muziekleraar en initiatiefnemer van het Songfestival wilde er een punt achter zetten en na de 15e keer zou dat het juiste moment zijn. Maar toen bekend werd dat het Maartenscollege haar twaalfde lustrum (zestig jaar) wilde vieren in november 2006 en John de Jong gevraagd werd mee te doen aan de festiviteiten met nog een keer een Songfestival, heeft hij “ja” gezegd.
Dus zijn we met een kleine groep begonnen dit evenement voor te bereiden en te organiseren. Draaiboeken werden tevoorschijn gehaald en in november vorig jaar zijn we begonnen met een kleine club van ouders en medewerkers: John de Jong, Jetty Boddeüs, Trientje Scheurer, Monique Pijnappel en ondergetekende. Op 18 november 2006 is het weer zover: naast alle lustrumactiviteiten van die dag wordt er ‘s avonds in de Oosterpoort een Songfestival gehouden. In januari van dit jaar werden er audities gehouden. Veel leerlingen hadden zich opgegeven. Zij zongen ieder twee door hen zelf uitgekozen nummers en uiteindelijk mochten er 17 zangers en zangeressen door met het best uitgevoerde liedje. Het is niet als bij Idols dat we als jury commentaar leveren waar de kandidaat bij is. Na afloop van een optreden van de zanger 26
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
of zangeres wordt er achter gesloten deuren over het optreden gediscussieerd en later krijgt hij of zij bericht of hij of zij door is. Ook voor de Songfestivalband werden audities gehouden. Voor John de taak om uit 10 drummers, 8 gitaristen en een aantal bassisten en toetsenisten een keuze te maken. Uiteindelijk bestaat de band uit een gitarist, bassist, drummer en een toetsenist en twee backing vocals en natuurlijk John de Jong, die zelf toetsenist is. Als het nodig is wordt er aan bepaalde nummers nog een ander instrument toegevoegd. Voor John zal het weer veel tijd en energie kosten om van elk nummer iets moois te maken. Na de krokusvakantie wordt er elke dinsdag na schooltijd geoefend door de band, onder leiding van John, in het muzieklo-
kaal. Elk liedje wordt in het bandboek opgenomen en op CD gezet, zodat de bandleden thuis en op school hun eigen partij kunnen oefenen. Als de band de nummers door en door kent, gaan ze oefenen met de 17 zangers/zangeressen. We zullen jullie over het verder verloop op de hoogte houden, dus houd goed de website en de volgende MaartensMagazines in de gaten. – Janneke van Essen, songfestivalcommissie
Kalender ––––––––––––––––––––––– APRIL week 15 Projectweek klas 3 + PKD 3 (h3/v3) SOS blok 5 [2] ma 10 19.45 OURA 20.00 ouderavond Taizé di 11 * collegecarrousel RuG (t/m 13 april) wo 12 19.00 tafeltjesavond do 13 10.30 project massamedia Engels & L&M vm4 14.00 schoolarts aanwezig (-15.00) kamer Aagje Verkerk (W 103) vr 14 GOEDE VRIJDAG (geen lessen) week 16 SOS blok 5 [3] cijferoverzicht 4 mee DP2 lessons by Appointment ma 17 PAASMAANDAG (geen lessen) di 18 * huiswerkvrij * inleveren profielkeuze/pakketkeuze 12.00 uitlezen cijfers (TF + vmbo 4) 13.00 aanvraag herkansingen TAP 4 examenklasssen 20.00 ouderavond toekomstige leerlingmentoren do 20 14.10 inhaal herkansbare toetsen/herkansingen TAP 4 examenklassen 19.30 MYP3 Subject Choices Evening 20.00 MR vr 21 14.10 inhaal herkansbare toetsen/herkansingen TAP 4 examenklassen week 17 SOS blok 5 [4] DP2 lessons by Appointment rapporten mee ma 24 14.10 inhaal herkansbare toetsen/herkansingen TAP 4 examenklassen di 25 19.30 ouderavond gymnasium (ouders klas 1) wo 26 08.25 vergadering leerlingenraad 8 [-10.00] 08.30 project ANW v4 (biosfeer) do 27 09.00 Open Morning for new students (E) 13.30 gedragsonderzoek biologie h4 vr 28 11.00 laatste lesdag examenklassen ––––––––––––––––––––––– MEI week 18 TULPVAKANTIE di 02 * Start of IB/DP Exams week 19 excursie biologie V3 Schiermonnikoog ma 08 * TAP 5 * kinderen mee naar het werk leerjaar 1 * project h4 lob * stadswandeling Grieks gymnasium 2 di 09 * TAP 5 * excursie Westerbork h2/v2 08.30 MYP1-4/TTO2 Spring Project 12.00 stadswandeling (ak) h3/v3/TTO3
wo 10
* 08.30 11.30 14.15 15.00 * * 08.30 11.00 11.30 14.00 20.00 * * 08.30 08.30 14.10 * * 08.25 * 09.00 20.00 09.00 10.30 19.45 *
TAP 5 MYP1-4/TTO2 Spring Project project BO V4 CE-instructie cijfercontrole & meegeven examenwerk do 11 TAP 5 Nederlands v3 dichten op de muur MYP1-4/TTO2 Spring Project excursie moskee leerjaar 1 sportdag TTO4/MYP5 NS luisteris vm2/h2/v2 contactouders 5 (alleen onderbouw) vr 12 TAP 5 teamdag alle leerlingen team VM sportdag klas 2 CKV/KV1/L&M vm3 (jeugdcultuur) ma 15 inhaal niet herkansbare toetsen TAP 5 di 16 project KCV v4/v5 wo 17 Project BO Athenespelen (V4/V5/H4) vergadering leerlingenraad 9 [-10.00] do 18 Project BO Athenespelen (V4/V5/H4) start CE 1 h/v MR vr 19 start CE 1 vmbo biologie/scheikunde v5 Breebaardpolder ma 22 OURA di 23 Last day of IB-DP Exams do 25 HEMELVAART (geen lessen) vr 26 (geen lessen) ––––––––––––––––––––––– JUNI ma 29 15.00 1e training leerlingmentoren nieuwe schooljaar (-16.30) di 30 15.00 1e training leerlingmentoren nieuwe schooljaar (-16.30) wo 31 13.00 aanvraag herkansingen TAP 4&5 (niet examenklassen) do 01 * laatste dag CE 1 14.00 schoolarts aanwezig (-15.00) kamer Aagje Verkerk (W 103) vr 02 * VWO6 voorlichting RuG * biologieproject v4/TTO4 Emmen week 23 cijferoverzicht 5 mee ma 05 PINKSTERMAANDAG (geen lessen) di 06 08.30 teamdag (geen lessen/no lessons) wo 07 14.10 inhaal herkansbare toetsen/herkansingen TAP 4&5 14.30 ontvangst nieuwe brugklassers do 08 14.10 inhaal herkansbare toetsen/herkansingen TAP 4&5 vr 09 * School Trip MYP1-5 * open dag Hanzehogeschool 14.10 inhaal herkansbare toetsen/herkansingen TAP 4&5 Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
27
wo 28
week 24 ma 12 14.10 di 13
*
wo 14
* 08.25 14.30 * 08.30 15.00 16.00 *
do 15
vr 16
ma 19 di 20 wo 21 do 22 vr 23
vr 23 week 26
08.30 15.00 16.00 * * * * * 20.00 * * 08.30 09.30 11.00 11.30 14.00 19.30
11.00 ma 26 di 27
28
* * 09.00 11.00
MM5, boekenlijst uit inhaal herkansbare toetsen/herkansingen TAP 4&5 voorlichting Noordelijke Hogeschool Leeuwarden uitslag CE 1 vmbo vergadering leerlingenraad 10 [-10.00] ontvangst nieuwe brugklassers (reserve) uitslag CE 1 havo/vwo mentorgesprekken gezakten voorlopige cijferlijsten examenklassen aanvraag herexamen/herprofilering voorlichting Christelijke Hogeschool Nederland [Leeuwarden ] mentorgesprekken gezakten voorlopige cijferlijsten examenklassen aanvraag herexamen/herprofilering h5/v6 CE 2 vmbo CE 2 CE 2 h/v toetsvrij toetsvrij MR TAP 6 CE 2 vmbo project lm TTO2 (Westerbork) inleveren boeken v6 (-11.00) sportdag klas 3/MYP3-4 inleveren boeken h5 (-13.30) inleveren boeken vm4 (-16.00) IS Gala Evening TAP 6 DP1 Test Week MYP1-5 Test and Activities Week fietspuzzeltocht 2e klassen (En): elke dag na toetsen een klas TAP 6 TAP 6 sportdag klas 1/MYP1-2 project lm TTO2 (protest en verzet Westerbork) presentaties
Jaargang 6 – nr. 3, april 2006
* TAP 6 * uitslag CE 2 do 29 * TAP 6 * MYP1-3/TTO1 Environment Days * excursie techniek klas 1 vr 30 * TAP 6 (inhaal) * excursie techniek klas 1 * excursie Xanten g3 * MYP1-3/TTO1 Environment Days 08.30 inhaal toetsen TAP 6 14.00 diploma-uitreiking h5 17.00 diploma-uitreiking v6 20.00 diploma-uitreiking vmbo4 ––––––––––––––––––––––– JULI week 27 MYP1-5/DP1 Finish Required Tasks ma 03 * MYP1-5/DP1 Grades to Coordinator 09.00 Group 4 Project DP1 (-16.00) 09.00 ophalen proefwerken (-10.00) 09.30 inleveren boeken vm1/gymnasium1/TTO1 (-12.00) 10.00 feestelijke uitreiking certificaten leerlingmentoren 11.00 rapportage (cijfers) 13.00 inleveren boeken h1/v1 (-16.00) 13.00 controle eindcijfers OB [tot dinsdag 4 juli, 12.00 uur] 14.00 afscheid medewerkers di 04 08.30 inleveren boeken DP1 (-09.00) 09.00 Group 4 Project-DP1 (-16.00) 09.30 inleveren boeken vm2/gymnasium 2/ TTO2 (-12.00) 11.00 MYP1-5/DP1 Mentor Meeting (H/E) 13.00 inleveren boeken h2/v2 (-16.00) wo 05 09.30 inleveren boeken vm3/gymnasium3/TTO3 (-12.00) 13.00 inleveren boeken h3/v3 (-16.00) do 06 09.30 inleveren boeken v5 (-11.30) 12.00 inleveren boeken h4/v4/TTO4 (-15.00) vr 07 14.00 rapportuitreiking M-team vwo (W017) 14.00 rapportuitreiking M-team havo 15.00 rapportuitreiking N-team havo/vwo (W017) 16.00 TTO and MYP Award Ceremony week 28 Taizéreis ma 10 10.00 All IS Reports out, Books back and pick up Tests (H/E) di 11 09.00 rapporten ophalen leerjaar 1 10.00 rapporten ophalen leerjaar 3 11.00 rapporten ophalen leerjaar 2 11.00 kennismaking nieuwe leerlingmentoren en mentoren klas 1 wo 12 13.00 revisie week 29 "ZOMERVAKANTIE tot en met 3 september 2006"
Dit is geen gewone les. Op deze school leer je jezelf verdedigen. Dus sta je nu al vijf minuten te boksen tegen iemand die een kop groter is. Je bent kapot en hoopt dat er snel een eind aan komt. Maar je geeft niet op. Als-ie zijn dekking laat zakken, kun je ‘m vol met rechts raken. Einde oefening.
Dit is geen gewone les. Op deze school leer je jezelf verdedigen. Dus sta je nu al vijf minuten te boksen tegen iemand die een kop groter is. Je bent kapot en hoopt dat er snel een eind aan komt. Je wilt niet meer. Als je je dekking laat zakken, kan-ie je vol met rechts raken. Einde oefening
WIL JE NA JE HUIDIGE OPLEIDING EEN VERVOLGOPLEIDING MET GARANTIE OP EEN GOEDE BAAN? MELD JE DAN AAN BIJ DE KONINKLIJKE LANDMACHT. ..
ONTDEK OF JIJ GESCHIKT OF ONGESCHIKT BENT VOOR HET ORIENTATIEJAAR VAN DE LANDMACHT. GA NAAR WWW.ORIENTATIEJAARLANDMACHT.NL OF BEL 0800-0124 OF 0592-323570. DE LANDMACHT. MEER DAN WERK ALLEEN.