ZORGPLAN Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
Bergen, september 2014.
Inhoudsopgave
I.
FUNCTIE
3
II.
UITGANGSPUNTEN Zorg voor leerlingen Zorg voor docenten Onderwijs Handelingsgericht werken
3 3 4 4
III.
STRUCTUUR Zorgniveaus Zorgfunctionarissen Eerstelijnsfunctionarissen Tweedelijnsfunctionarissen Zorg- en aandachtspunten Leren Lezen Rekenen Kiezen Sociaal-emotionele ontwikkeling
IV.
5 5 5
6 6 7 7 7
INTERNE TEAMS Intern Zorgoverleg Zorg- en Adviesteam
8 8
EXTERNE TEAMS Samenwerkingsverband Noord-Kennemerland Rebound Voorziening PCL-breed PCL-smal Havo-Vwo Platform
8 8 9 9 9
VI.
ONTWIKKELPUNTEN
9
VII.
BIJLAGEN Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6:
V.
Taakomschrijvingen Zorgdiagram voor Aanmelding Zorg Lettertype en lettergrootte dyslexietoetsen Aanmeldingsformulier ZAT Intakelijst brugklasleerlingen Intakelijst klas 2 t/m 6
10 12 13 14 18 22
2 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
ZORGPLAN BERGER SCHOLENGEMEENSCHAP 2014 - 2015 I.
FUNCTIE Sinds enkele jaren staat Passend Onderwijs op de politieke agenda, de vernieuwing van de zorgstructuur, waarbinnen de zorgplicht van scholen centraal staat. Het Speciaal Onderwijs wordt gedereguleerd waarbij ook de Voortgezet Onderwijsscholen en hun besturen de verantwoordelijkheid krijgen om voor alle leerlingen, ongeacht hun beperking, een passend onderwijsaanbod te realiseren. Deze verschuiving van verantwoordelijkheden betekent mogelijk dat de BSG in de toekomst meer dan tot nu toe het geval is, te maken zal krijgen met een toename van zorgleerlingen binnen haar populatie. Teneinde goede zorg te kunnen garanderen voor alle leerlingen waarvoor de school een onderwijsverantwoordelijkheid draagt, dienen de plaatsingsverzoeken als praktisch haalbaar en werkbaar ingeschat te worden. In het Onderwijsondersteuningsprofiel van de BSG zijn de mogelijkheden en beperkingen van de BSG geformuleerd ten aanzien van kinderen die meer dan de basiszorg behoeven. De functie van dit zorgplan in zijn geheel is een verduidelijking van de zorg die de BSG zowel nu al verleent als in de toekomst zal moeten bieden en richt zich in eerste instantie tot het docentencorps en het onderwijsondersteunend personeel, hierna “docenten” genoemd. Het zorgplan wil helder aangeven waar op de BSG de mogelijkheden en beperkingen op zorggebied liggen, zodat daarover geen onduidelijkheden bestaan onder personeel van de BSG, ouders en leerlingen. Het zorgplan tracht te voorzien in de behoefte van docenten aan praktische ondersteuning en wil houvast bieden bij het verlenen van gepaste leerlingzorg. Dit document dient gezien te worden als een ontwikkelingsstuk dat jaarlijks wordt aangepast en geactualiseerd.
II. UITGANGSPUNTEN Zorg voor leerlingen De Berger Scholengemeenschap is geen hulpverleningsinstituut, maar een reguliere onderwijsinstelling, een school die leerlingenzorg beschouwt als een integraal onderdeel van het onderwijsleerproces. De school wil leerlingen een veilige leeromgeving bieden, waarbinnen men zich optimaal kan ontplooien, met als einddoel een afsluitend diploma. De school wil voorkomen dat leerlingen onnodig voortijdig de school verlaten. Hiertoe wordt naast de gangbare algemene studiebegeleiding ook extra zorg bij gesignaleerde problemen geboden in de vorm van interne of externe hulp. De school dient in staat te zijn in te schatten wanneer de noodzakelijke hulp buiten de mogelijkheden en daarmee verantwoordelijkheid van de school valt en professionele hulpverlening moet worden ingeschakeld. Zorg voor docenten De school huldigt het standpunt dat er geen sprake kan zijn van enige zorg voor leerlingen als de noodzakelijke zorg voor docenten ontbreekt. De docenten dienen zodanig gesteund en gefaciliteerd te worden dat zij de leerlingen in de klassituatie en daaromheen adequaat kunnen begeleiden. De docenten wordt houvast geboden door een duidelijk omschreven zorgaanbod, door een overzichtelijke zorgstructuur, door steun, begeleiding, scholing, overlegtijd en –ruimte, omlijnde taakomschrijvingen en heldere protocollen. Eerst dient alle betrokkenen duidelijk te zijn welke eisen er aan een ieder worden gesteld. Daarnaast moet voor de realisatie hiervan mogelijkheden worden geboden. Pas dan kunnen de desbetreffende functionarissen hierop ook daadwerkelijk aangesproken worden. Binnen de docentengroep is de mentor de spil binnen de zorg op de Berger
3 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
Scholengemeenschap, op deze functie zal daarom ten aanzien van begeleiding, facilitering en professionalisering extra ingezet moeten worden. Onderwijs De school onderschrijft de doelstellingen van adaptief onderwijs en past de principes hiervan reeds in de meeste onderwijssituaties toe. Bij adaptief onderwijs wordt uitgegaan van individuele verschillen tussen leerlingen binnen één onderwijsniveau of klas en wordt hiermee zoveel als mogelijk is rekening gehouden. Problemen worden niet uitsluitend in termen van hiaten en beperkingen geformuleerd, maar ook benaderd vanuit mogelijkheden van de leerling. De geboden begeleiding gaat uit van interactie tussen kind en omgeving, zodoende zal niet alleen gefocust worden op kindkenmerken, maar completeren daarnaast de onderwijssituatie en de thuissituatie het beeld. Binnen kleine klassen is het algemene leerrendement veelal hoger dan in grote groepen. De BSG levert als reguliere school met veelal grote klassen geen individueel onderwijs op maat. Toch streven de docenten ernaar om conform de adaptieve benadering elke leerling afzonderlijk te benaderen en recht te doen aan diens persoonlijke onderwijsbehoeften. Uiteraard kan dit alleen voor zover de praktische lessituatie op een reguliere school dit toelaat. Bij problemen is de door de school geboden zorg oplossingsgericht en vraaggestuurd, waarbij zowel leerling, docent en ouders hulpvrager kunnen zijn. Goede signalering door docenten en initiatief van de leerling en ouders zijn hierbij onmisbaar om de onderwijsbehoeften van een kind in beeld te brengen. Als die duidelijk zijn, kan worden bezien of en zo ja in hoeverre de BSG hierin kan voorzien. Handelingsgericht werken Als zich hulpvragen aandienen, de school hiermee handelingsgericht werken. Dit betekent niets anders dan een werkwijze die zich kenmerkt door transparantie, systematiek en uniformiteit met behulp van vaste protocollen, vragenlijsten, checklists. Volledige en snelle verslaglegging en goede communicatie spelen hierbij een belangrijke rol. Voorkomende problematiek zal hierdoor winnen aan inzichtelijkheid en makkelijker overdraagbaar zijn. Dit geldt zowel binnen de school als ook bij het raadplegen van externe deskundigen en de overdracht naar externe hulpverlening. Ook wordt door handelingsgericht werken het handelen van alle betrokkenen controleerbaar. Een verder doel van een handelingsgerichte aanpak is om door middel van uniforme vragenlijsten docenten duidelijkheid te bieden met betrekking tot de inhoud en de volledigheid van hun taken en aandachtsgebieden. In de praktijk werkbare adviezen zijn het uiteindelijk doel van handelingsgericht werken, adviezen waarin zowel de docent, de leerling en de ouders zich kunnen vinden. Vragenlijsten en checklists zijn als bijlagen aan dit zorgplan toegevoegd, indien gewenst kunnen deze gebruikt worden.
4 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
III. STRUCTUUR Zorgniveaus (volgens Passend Onderwijs) Basiszorg valt alle leerlingen ten deel en is integraal opgenomen in het onderwijs dat de Berger Scholengemeenschap aanbiedt. Breedtezorg wordt geboden aan leerlingen die in verband met problemen (tijdelijk) extra aandacht van docenten vragen. Dieptezorg is de zorg voor leerlingen met zeer ernstige en veelal gelaagde problematiek, met een gediagnosticeerde stoornis of met een rugzakje. Deze speciale zorg kunnen we opsplitsen in (a) interne zorg door de schoolorthopedagoog, en (b) externe zorg door deskundige hulpverleners buiten de school, zoals de schoolpsycholoog, de GGZ, Bureau Jeugdzorg, de Rebound Voorziening Alkmaar, het OPDC (Orthopedagogisch Didactisch Centrum) en de REC’s (Regionale Expertise Centra) die de ambulante begeleiding van rugzakleerlingen verzorgen. Zorgfunctionarissen In het kader van zorg voor alle leerlingen gelden de algemene taakstellingen van functionarissen. Aanvullend hierop hebben bepaalde functionarissen een speciale taak ten aanzien van zorgleerlingen. Eerstelijnsfunctionarissen hebben continue contacten met leerlingen met betrekking tot het onderwijsaanbod of toezicht op de schoolloopbaan van leerlingen. Zij zijn verantwoordelijk voor dagelijkse werkprocessen binnen de lessituatie. - De docent signaleert afwijkend gedrag met betrekking tot onder meer absentie, teruglopende leerprestaties, gedrag, algemeen (dis)functioneren en informeert indien nodig hierover de mentor. De vakdocent geeft uitvoering aan opgestelde handelingsplannen en volgt aanwijzingen van tweedelijnsfunctionarissen. Indien gewenst of noodzakelijk wordt de docent hierbij door de mentor, de afdelingsleider, eersteof tweedelijnsfunctionarissen begeleid en ondersteund. - De mentor speelt binnen de leerlingenzorg een centrale en cruciale rol. Naast de bewaking van het groepsproces binnen de klas en is hij nauw betrokken bij individuele leerlingen. Behalve studieresultaten controleert hij ook het sociaal en emotioneel functioneren van leerlingen en dient hij zodoende over brede sociale vaardigheden te beschikken. Afwijkend gedrag van leerlingen wordt door de mentor opgemerkt of door docenten bij hem gemeld. In samenwerking met de afdelingsleider en de orthopedagoog maakt hij handelingsgerichte afspraken en geeft hij hieraan uitvoering. De communicatie met de ouders en vakdocenten wordt door de mentor verzorgd. Bij voortdurende problemen of ernstige problematiek start de mentor een aanmelding tot extra zorg (zie Diagram, bijlage 4 en Aanmeldingsformulier ZAT, bijlage 7) en kan een andere functionaris de verantwoordelijkheid voor de problematiek op zich nemen. Leerlingrelevante informatie wordt te allen tijde teruggekoppeld naar de mentor. Indien gewenst of noodzakelijk wordt de mentor hierbij door de afdelingsleider en tweedelijnsfunctionarissen begeleid en ondersteund. Binnen het mentoraat neemt de brugklasmentor in verband met de interpretatie van de aangeleverde gegevens van het basisonderwijs en de determinatie van de leerlingen een speciale positie in. - De afdelingsleider heeft binnen zijn afdeling de eindverantwoordelijkheid. Tweedelijnsfunctionarissen hebben geen continue, maar geïndiceerde contacten met leerlingen. We onderscheiden aan de Berger Scholengemeenschap de volgende: - De decanen coördineren de mentoren bij de lessen loopbaanoriëntatie, ze ondersteunen en begeleiden de (voor)sectorkeuze, de profielkeuze en het studiekeuzeproces van de leerlingen, geven voorlichting op het gebied van beroepskeuze en
5 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
-
-
vervolgopleiding en informeren ouders. Ze voeren individuele gesprekken met leerlingen, zijn betrokken bij uitstroom van leerlingen en beheren de decanensites voor VMBO-T en HAVO/VWO en het Loopbaan Informatie Systeem. Zie voor een uitgebreide taakomschrijving bijlage 1. De contactpersoon heeft voor leerlingen, ouders en werknemers een begeleidende en adviserende functie inzake klachten die de schoolsituatie betreffen. Dit kunnen klachten zijn over lesontzegging of schorsing, (cyber)pesten, intimidatie, agressie, discriminatie e.d. (Zie bijlage 1). De faalangstreductietrainer verzorgt en coördineert de cursus faalangstreductie voor leerlingen die hiervoor door mentoren en op grond van screening geselecteerd worden. De orthopedagoog van de BSG kan ingezet worden overal waar sprake is van problematische opvoedsituaties die relevant zijn voor de schoolsituatie. Zij verbindt de taken van intern begeleider van rugzakleerlingen, zorgcoördinator en counselor. Zij heeft een onderzoekende en adviserende functie bij de aanname en plaatsing van zorgleerlingen en coördineert het proces van aanmelding van leerlingen met een Leerling Gebonden Financiering (rugzakje). Ook is de orthopedagoog verantwoordelijk voor de gang van zaken rondom het Intern Zorgoverleg (IZO), het Zorg& Adviesteam (ZAT) en de zorg voor leerlingen die externe hulpverleningstrajecten ingaan. Zij is het aanspreekpunt voor justitiële instanties en externe hulpverleners. Daarnaast informeert de orthopedagoog direct betrokkenen over het beleid met betrekking tot zorgleerlingen, adviseert zij schoolfunctionarissen en is zij betrokken bij het opstellen van individuele handelingsplannen voor zorgleerlingen en geeft hieraan zonodig uitvoering. De orthopedagoog wordt ingezet bij problemen rondom klasmanagement en heeft een ondersteunende functie ten aanzien van het onderwijzend personeel. De begeleiding van de rugzakleerlingen impliceert het schrijven van handelingsplannen en evaluatieverslagen, het voeren van evaluatiegesprekken en het onderhouden van contacten met ouders, het bijwonen van rapportvergaderingen en adviseren en informeren van docenten.
Zorg- en aandachtspunten - Leren - Lezen - Rekenen - Kiezen - Sociaal-emotionele ontwikkeling Leren Dit proces van leren leren krijgt vorm in de studiebegeleiding, zoals uitgevoerd door de docent in zijn vaklessen en door de mentor in de studielessen. Een extra intensieve en verantwoordelijke taak is weggelegd voor de brugklasmentor. Naast het onderwijzen in studievaardigheid dienen mentoren in het algemeen en brugklasmentoren in het bijzonder in ruime mate te beschikken over brede sociale vaardigheden. Zij vertalen de door de basisscholen aangeleverde informatie naar de brugklaseisen van de BSG. De werkzaamheden van de brugklasmentor hebben hierdoor gevolgen voor het functioneren van alle leerlingen en alle docenten door alle leerjaren, afdelingen en geledingen. Door vóórtijdige en vroege signalering van mogelijke problemen wordt de school hierdoor niet overvallen, maar behoudt zij de regie en kunnen door gerichte zorg de vereiste maatregelen getroffen worden. Lezen Binnen het veld “leren lezen” wordt praktisch taalbeleid opgezet, dat zich richt op extra begeleiding voor taalzwakke leerlingen. Binnen deze groep onderscheiden we taalzwak-
6 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
ke kinderen zonder dyslexie en kinderen die taalzwak zijn vanwege dyslexie, die als blijvende leerstoornis een blijvende achterstand veroorzaakt. Bij taalzwakke kinderen zonder dyslexie is geen sprake van een blijvende beperking, waardoor na korte extra begeleiding achterstanden weggewerkt dienen te zijn. 1. Begrijpend lezen en spelling Aangezien alle vakken in de grond van de zaak talig zijn, zullen leerlingen die problemen hebben met begrijpend lezen en/of spelling daarvan in hun leerresultaten de negatieve gevolgen ondervinden. Het is daarom belangrijk vroegtijdig taalachterstanden en beperkte taalvaardigheden te signaleren en de betreffende leerlingen kortdurende, tijdelijke ondersteuning en strategieën aan te bieden waardoor hun prestaties kunnen verbeteren. Indien nodig kunnen leerlingen in aanmerking komen voor extra ondersteuning. 2. Dyslexie Met betrekking tot dyslectische leerlingen houdt de BSG zich aan de wettelijke richtlijnen. Dit houdt in: - Alle toetsen worden getypt en aangeboden volgens de nieuwe Cito lay-out, zoals omschreven in bijlage 7. Vanaf 2013 wordt deze aanpak (Arial .12 en nadrukkelijk zonder vergrotingen) door het Cito op de eindexamens standaard gehanteerd, in de hieraan voorafgaande jaren moeten scholen daarom hun dyslectische leerlingen hieraan laten wennen. - Uitgaande van een 50-minutenrooster beslaan de proefwerken in de onderbouw maximaal 42 minuten waarmee dyslectische leerlingen conform vastliggende percentageafspraken binnen het SOVON in ieder geval 8 minuten extra tijd hebben. Om andere taalzwakke leerlingen, die op het eindexamen geen extra tijd krijgen, hierop toch goed te kunnen trainen, sluiten die na 42 minuten de toets af. Bij alle toetsen is het verplicht dat deze onderbouwleerlingen zelf materiaal meenemen om de laatste minuten zelfstandig te kunnen werken. - De beperkingen van dyslexie als blijvende beperking is een gedeelde verantwoordelijkheid van zowel de school als de leerling zelf. De diensten van een remedial teacher maken geen deel meer uit van het zorgaanbod van de BSG. Voor de door de school en het SOVON gehanteerde dispensatieregeling (vrijstelling van een moderne vreemde taal) in verband met dyslexie wordt verwezen naar de wettelijke kader (Wet op Voortgezet Onderwijs). Rekenen Alle brugklasleerlingen krijgen één uur rekenen per week. De leerlingen die aan het eind van de brugklas niet voldoende hebben gescoord, krijgen in de tweede klas een steunuur rekenen aangeboden. Kiezen Op het gebied van vak- en studiekeuze wordt naast de adviserende rol van docenten gerichte zorg geleverd door de schooldecanen: één voor het Vmbo, één voor Havo en Vwo. Sociaal-emotionele ontwikkeling Op sociaal-emotioneel gebied worden leerlingen behalve door de mentor ook begeleid door gespecialiseerde docenten zoals de faalangstreductietrainer, de schoolorthopedagoog en de contactpersoon. Indien nodig wordt hulp door externe deskundigen ingeschakeld. Om het traject inzichtelijk te maken dat de docent en de mentor moeten doorlopen om een leerling voor extra of speciale zorg in aanmerking te laten komen is een diagram in bijlage 4, “Aanmelding tot extra zorg” toegevoegd. Hier wordt opnieuw zichtbaar dat de klassenmentor de spil van de leerlingbegeleiding vormt.
7 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
IV. INTERNE TEAMS Intern Zorgoverleg (IZO) Het Interne Zorgoverleg wordt gevormd door de afdelingsleiders en de orthopedagoog. Hier worden naast algemene zorgonderwerpen eventueel ook leerlingen besproken voordat ze in het Zorg- en Adviesteam worden ingebracht. Het Intern Zorgoverleg komt eens per zes weken bijeen, vaker indien noodzakelijk en gewenst. Zorg- en Adviesteam (ZAT) Het ZAT wordt voorgezeten door de schoolorthopedagoog. Vanuit de school hebben hierin verder de afdelingsleiders zitting. Externe leden zijn de schoolarts, de leerplichtambtenaar Bergen, een politieambtenaar, een vertegenwoordiger van Stichting De Wering en een medewerkster van Bureau Jeugdzorg. Het SOVON beschikt over de diensten van een schoolpsycholoog, inzetbaar voor diagnostiek en advies. In het ZAT worden leerlingen met een gerichte hulpvraag ingebracht en voorgelegd aan de externe hulpverleners. Dit levert ofwel een advies op waarmee de school intern tot een oplossing van de problematiek kan komen, ofwel een doorverwijzing naar buitenschoolse hulpverleningsinstanties. De vergaderfrequentie is eens per zes weken. V. EXTERNE TEAMS Samenwerkingsverband Noord-Kennemerland Bijna alle scholen voor Voortgezet Onderwijs in de regio Noord-Kennemerland, zowel de openbare (SOVON) als confessionele, zijn een samenwerkingsverband met elkaar aangegaan om daarmee te beschikken over een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen voor de ongeveer 13.000 VOleerlingen van de regio. Hierdoor is een gedifferentieerd onderwijsaanbod ontstaan voor leerlingen die een specifieke aanpak behoeven. Er wordt een ononderbroken schoolloopbaan nagestreefd, waarbij geen enkele leerplichtige leerling voortijdig hoeft uit te vallen. Het Samenwerkingsverband beheert twee bovenschoolse voorzieningen, het OPDC en de Rebound Voorziening. Het Orthopedagogisch en Didactisch Centrum (OPDC) richt zich vooral op Vmbo-leerlingen die gebruik maken van Leerweg Ondersteunend Onderwijs (LWOO) en is daarmee voor onze school niet relevant . Wel van direct belang zijn de volgende geledingen: Rebound Voorziening/Keerpunt Naast het OPDC is de Rebound de tweede bovenschoolse voorziening van het Samenwerkingsverband. De Rebound bestaat uit twee Opvangklassen en een Keerpunt, die samen over 27 plaatsen beschikken. Het personeel bestaat uit een locatiemanager, drie docenten en een onderwijsassistent. In de Opvangklassen worden leerlingen in de leeftijd van 12 tot en met 15 jaar geplaatst, die op de school waarbij zij ingeschreven zijn in een probleemsituatie zijn geraakt. Zonder plaatsing in een time-outvoorziening zullen zij het Voortgezet Onderwijs voortijdig verlaten. Het is de bedoeling deze leerlingen binnen maximaal één jaar terug te leiden naar het regulier onderwijs, zodat zij daar hun diploma kunnen halen. Gedurende de periode in de Opvangklas blijven de leerlingen ingeschreven staan bij hun school van herkomst en volgen zij het door de school gedicteerde, veelal normale programma en leggen zij de benodigde toetsen af. De doelgroep van het Keerpunt zijn jongeren van 13 tot en met 16 jaar, die geen onderwijs meer volgen en voor wie het perspectief op een afsluitend schooldiploma ontbreekt. Zij moeten vooral veel sociale en doorgaans ook praktische vaardigheden aanleren om zichzelf maatschappelijk te kunnen handhaven. Binnen het reguliere schoolcircuit zijn ze niet meer te handhaven. De doelstelling is om voor hen in een periode van maximaal één jaar via een gericht en aantrekkelijk programma van on-
8 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
derwijs en hulpverlening een dagbesteding te verzorgen en hen zo mogelijk terug of verder te leiden naar een passende vorm van onderwijs of werkend leren. PCL-breed Het Samenwerkingsverband beschikt over een Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL-breed), een forum van Vmbo-orthopedagogen van de aangesloten scholen. Deze commissie ontwikkelt beleid ter besteding van het regionale zorgbudget. Het PCL-breed komt elke vier weken bijeen. Doel van het PCL-breed is het verbeteren van de zorgstructuur door scholing, overleg met collega’s en met externe deskundigen. De BSG ontvangt wel de vergadernotulen van de PCL-breed, maar is hierin niet vertegenwoordigd. PCL-smal De PCL-smal bestaat uit een kleine groep ervaren orthopedagogen, die de lopende zaken coördineert rondom Vmbo-leerlingen die niet goed functioneren. Het PCLsmal bemiddelt bij conflicten tussen ouders en school inzake inschrijvingsproblematiek, verwijst leerlingen door naar de Rebound Voorziening en heeft een adviserende functie. Er wordt eens per twee weken vergaderd. Havo/Vwo-Platform Hoewel het Samenwerkingsverband wettelijk gezien niet optreedt namens Havo- en Vwo-scholen, blijkt in de praktijk deze behoefte wel te bestaan. Daarom is in 2005 het Havo-Vwo Zorgplatform opgericht, waarin alle Havo- en Vwo-scholen door hun orthopedagogen vertegenwoordigd zijn. Het Platform heeft dezelfde functie voor de schooltypen Havo en Vwo als de PCL-breed voor de Vmbo-scholen en komt eens per zes weken bijeen. De BSG wordt door haar orthopedagoog vertegenwoordigd. VI. ONTWIKKELPUNTEN Binnen dit zorgplan als ontwikkelingsstuk dat jaarlijks wordt aangepast en geactualiseerd is de volgende lijst van ontwikkelpunten voor komend schooljaar opgenomen: - inventarisatie van noodzakelijke en gewenste scholing van docenten en mentoren; - anticiperend op de geplande invoering van Passend Onderwijs is een Onderwijsondersteuningprofiel van de Berger Scholengemeenschap geformuleerd, dat bij veranderende politieke eisen zal worden aangepast.
9 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
BIJLAGE 1: TAAKOMSCHRIJVINGEN Decanaat Op de Berger Scholengemeenschap zijn twee decanen, één voor de afdeling Vmbo en één voor de afdelingen Havo en Vwo. De decanen ondersteunen de mentoren die in hun mentorlessen de loopbaanoriëntatie verzorgen. De decanen geven in hun brochures, tijdens informatieavonden, gedurende de activiteitenweken en de profielkeuzecarrousel, in de klas en tijdens individuele gesprekken voorlichting over de voorsector- en sectorkeuze, de profielkeuze en de keuze van een vervolgopleiding aan leerlingen en hun ouders/verzorgers. Op hun initiatief organiseert het bureau School- en Onderwijsservice elk voorjaar begeleidingsbijeenkomsten, waarvoor leerlingen zich kunnen inschrijven. Met alle eindexamenleerlingen houden de decanen individuele gesprekken over vervolgopleidingen, toelatingseisen, duur en kosten van opleidingen, studiefinanciering, studeren in het buitenland e.d. Mocht een leerling uitstromen naar een andere school dan heeft de decaan hierin, naast de afdelingsleider en mentor, een adviserende en begeleidende rol. De decanen coördineren bezoekjes aan voorlichtingsactiviteiten van opleidingen (oriëntatieavonden, open dagen, proefstuderen, meelopen e.d.) en regelen aansluitprojecten met opleidingen van MBO, HBO en WO in de regio. Daarnaast organiseren ze, samen met decanen van collega-scholen en de Geldergroep, de voor leerlingen verplichte jaarlijkse Regionale Voorlichtingsavonden voor Vmbo-TL, Havo en Vwo, waarbij regionale en landelijke opleidingen zich presenteren. Post en folders van opleidingen worden opgenomen in het overzichtelijke Loopbaan Informatie Systeem in de decanenhoek van de studieruimte. Daar bevinden zich ook alle belangrijke naslagwerken en periodieken. Leerlingen kunnen een en ander ter plekke inzien en lenen. Daarnaast beheren de decanen twee speciale decanensites voor Vmbo-TL en voor Havo/Vwo, waarop alle relevante informatie over (voor)sector-, profiel- en studiekeuze te vinden is. Via die sites zijn de decanen bereikbaar voor leerlingen en ouders/verzorgers met al hun vragen over loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleiding. Tijdens de decanendag staat de deur van het decanaat open voor een ieder die informatie wenst. Contactpersoon De contactpersoon is het aanspreekpunt van leerlingen, de ouders van leerlingen, de werknemers en bezoekers van de school, voor klachten die de schoolsituatie betreffen. Dit kunnen klachten zijn over lesontzegging of schorsing, (cyber)pesten, intimidatie, agressie, discriminatie e.d. Dit betekent concreet dat de contactpersoon - de eerste opvang van de klager is en emotionele steun biedt; - luistert naar de klager; - het probleem inventariseert en noteert; - vraagt wat de klager tot nu toe heeft gedaan om de klacht weg te nemen; - vraagt wat de verwachtingen en wensen van de klager zijn; - een overzicht geeft van mogelijke vervolgstappen (externe vertrouwenspersoon, schoolleiding, bestuur, klachtencommissie, politie, vertrouwensinspecteur); - uitleg geeft over de procedures bij de klachtencommissie en politie; - de klager adviseert bij het maken van een keuze; - de klager in contact brengt met de gekozen functionaris en vergezelt bij eerste gesprek; - de vinger aan de pols houdt bij de klager en signaleert als de klacht is opgeheven. De begeleidende activiteiten van de contactpersoon bestaan uit het begeleiden van leerlingen door middel van gesprekken, het onderhouden van contacten met docenten, mentoren, afdelingsleiders en orthopedagoog met betrekking tot de problematiek van een leerling of een groep leerlingen.
10 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
Schoolorthopedagoog De taken van de orthopedagoog van de BSG hebben betrekking op - leerlingen met een leerlinggebonden financiering, oftewel LGF of rugzakje (handelingsplannen, begeleiding van leerlingen en de verslaglegging daarvan, contacten met ouders, voorlichting, aansturing en ondersteuning van docenten, contacten met externe hulpverlening, aanspreekpunt voor externe hulpverleners, REC’s, AMK en Raad van Kinderbescherming ); - leerlingen die extra aandacht en zorg nodig hebben (individuele gesprekken, toelating en plaatsing van nieuwe leerlingen, contacten met en doorverwijzing naar externe hulpverleners en instanties, contacten met ouders, ); - de toelating en plaatsing van nieuwe leerlingen (lid plaatsingscommissie BSG); - klassenmanagement en het pedagogisch klimaat (probleemanalyse, adviserende en ondersteunende taken richting onderwijzend personeel, coaching on the job); - de deskundigheidsvergroting van het personeel met betrekking tot ontwikkelings- en gedragsstoornissen bij leerlingen; - de ontwikkeling van schoolbeleid ten aanzien van door de school te bieden zorg, alsmede documentatie en actualisatie daarvan (zorgplan, Passend Onderwijs, Onderwijsondersteuningsprofiel, draaiboeken in geval van crises e.d.); - het Interne Zorgoverleg (IZO); - het Zorg- en Adviesteam (ZAT).
11 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
BIJLAGE 2: ZORGDIAGRAM VOOR AANMELDING BREEDTE- EN DIEPTEZORG AANMELDING TOT ZORG Docent signaleert problematiek.
Docent biedt zelf hulp en komt tot oplossing.
Mentor
Mentor biedt hulp en komt tot oplossing.
Ouder(s)
Afdelingsleider biedt hulp en komt tot oplossing. Afdelingsleider Afdelingsleider verwijst naar interne deskundige.
Orthopedagoog biedt zelf hulp die leidt tot oplossing. Orthopedagoog Orthopedagoog verwijst naar externe deskundigen.
ZAT adviseert intern oplossing. Zorg- en Adviesteam (ZAT) ZAT verwijst naar externe zorg.
BIJLAGE 3: LETTERTYPE EN LETTERGROOTTE DYSLEXIETOETSEN In het Zorgplan is ervoor gekozen de standaardaanpak van het Cito op de eindexamens over te nemen: dit betekent zowel een correcte benadering van onze dyslectici alsook een goede voorbereiding voor het eindexamen. Bij het Cito maakt men gebruik van Arial .12. Vergrotingen met behulp van een kopieermachine worden vanaf dat tijdstip niet meer aangeboden, aangezien .12 door deskundigen als een adequate grootte wordt beschouwd. Echter moet de leerling hiermee niet voor het eerst op het eindexamen geconfronteerd worden, er moet ruimte zijn voor gewenning tijdens de lessen. Vandaar dat werk en toetsen in de jaren voorafgaand aan het eindexamen al in deze vorm aangeboden dienen te worden. In een incidenteel geval dat een leerling behalve dyslexie ook een geregistreerde visuele beperking heeft, vraagt de school bij het Cito een aangepaste versie aan. Ook in dit geval wordt de envelop met eindexamenopgaven niet meer van tevoren geopend om middels een kopieermachine vergrotingen aan te kunnen leveren.
BIJLAGE 4: AANMELDINGSFORMULIER ZAT (Zorg- & Adviesteam)
AANMELDINGSFORMULIER VOOR HET ZAT BERGER SCHOLENGEMEENSCHAP In geval van aanmelding tot extra zorg van het Zorg- en Adviesteam (ZAT) dient de mentor dit formulier zo volledig mogelijk in te vullen. De afdelingsleider en schoolorthopedagoog kunnen daarna hun bevindingen aan dit groeidocument toevoegen.
ALGEMENE GEGEVENS Naam leerling Geboortedatum & leeftijd Adres Postcode & woonplaats Telefoonnummer(s) Geslacht Nationaliteit Bijzonderheden gezin Naam school Klas Mentor Afdelingsleider Schoolloopbaan Gedrag naar leeftijdgenoten Gedrag naar docenten Absentie
a. (aantal uren) b. gemeld bij leerplichtambtenaar: ja/nee
Datum
PROBLEMATIEK EN REDEN VAN AANMELDING a. Problemen en zorgen volgens de mentor
b. Problemen en zorgen volgens de ouders
c. Problemen en zorgen volgens de leerling
14 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
Positieve aspecten (Wat gaat er juist goed?) Positieve aspecten en kansen volgens de mentor, ouders en leerling zelf
Mogelijke verklaringen voor problematiek Verklaringen volgens de mentor, ouders en leerling zelf
HUIDIGE STAND VAN ZAKEN a) Leerontwikkeling (Wat gaat fout, wat gaat goed met betrekking tot cijfers, leerresultaten voor afzonderlijke vakken?)
b) Werkhouding en taakgedrag (Hoe zit het met motivatie, concentratie, zelfstandig werken, netheid, samenwerken met anderen e.d. Wat gaat fout, wat gaat juist goed?)
c) Cognitief functioneren (Zijn er vraagtekens bij intelligentieniveau, wat is het intelligentieprofiel, welk advies gaf de basisschool?)
d) Sociaal-emotioneel functioneren (sterke en zwakke punten, denk aan a. b. c. d. e.
Internaliserend gedrag (naar binnen gericht: stil, somber, passief e.d. Externaliserend gedrag (naar buiten gericht: openlijk dwars, ongehoorzaam, agressief e.d. Druk/hyperactief/impulsief Onoplettend, chaotisch, vergeetachtig, dromerig Ander sociaal gedrag
15 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
e) Lichamelijk functioneren en uiterlijk (gehoor, gezichtsvermogen, motoriek, medicatie, verzorging, opvallend gewicht/lengte)
f) Vrije tijd (Hoe besteedt de leerling over het algemeen zijn vrije tijd?)
Behoeftes leerling ten aanzien van docenten, groep, school (Welke docentenbenadering, welke leeromgeving werkt het best bij deze leerling?)
Kenmerken van gezin en ouders (Zijn er opvallende gezinskenmerken ten aanzien van ouders, gezinssituatie en de opvoeding? Denk aan lichamelijke verzorging, cognitieve aanmoediging, opvoedklimaat, verslavingsproblematiek, financiële zorgen, overlijden e.d.)
VOORGESCHIEDENIS
16 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
Reeds genomen maatregelen en de effecten tot nu toe Wat werkte goed en waarom? Wat had juist geen effect?
Betrokken personen en instanties tot op dit moment ouders mentor afdelingsleider orthopedagoog remedial teacher (extern) Logopedist (extern) schoolpsycholoog schoolarts schoolmaatschappelijk werk leerplichtambtenaar politie Bureau Jeugdzorg Anders, namelijk
HULPVRAAG Wat is de hulpvraag van de school aan de externe hulpverleners in het ZAT?
17 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
BIJLAGE 5: BASISZORG: FORMULIER INTAKEGESPREK MENTOR BRUGKLAS 1. ALGEMENE GEGEVENS
Naam leerling Naam basisschool Adres, tel. nr., mailadres Klas BSG Geboortedatum leeftijd Adres
en
Tel. thuis Email Mobiel leerling Naam vader Beroep vader Naam moeder Beroep moeder Nationaliteit ouders Ouders/opvoeders Indien gescheiden Adoptie- of pleegkind Gezinssamenstelling
samenwonend / gescheiden Ouderlijk gezag bij …………. Roepnaam 1. 2. 3. 4.
j/m
School
Leeftijd
Bijzonderheden ingrijpende gebeurtenissen binnen het gezin Naam mentor Datum
18 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
Leerproblemen 1. Dyslexie
Ernst Vermoeden / Verklaring
Geboden hulp
2. Anders
3. TESTGEGEVENS BASISSCHOOL 1. Advies basisschool 2. NOI a. Totaalscore b. Taalkundige intelligentie c. Symbolische intelligentie 3. Cito-score
a. b. c.
4. LEERONTWIKKELING BASISSCHOOL Vaardigheden 1. Technisch lezen
Niveau
Geboden hulp
2. Spelling
3. Begrijpend lezen
4. Rekenen
5. WERKHOUDING EN GEDRAG BASISSCHOOL Competenties
Niveau (goed, Geboden hulp slecht, matig)
Ontwikkelingen in brugklas
1. Concentratie 2. Werkhouding en inzet 3. Motivatie 4. Zelfstandig werken
19 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
5. Samenwerking met anderen 6. Netheid 7. Anders
6. SOCIAAL-EMOTIONEEL FUNCTIONEREN BASISSCHOOL Problematiek
Omschrijving
Geboden hulp
Positieve aspecten
Ontwikkeling brugklas
1. Faalangst 2. Gediagnosticeerde stoornis 3. Rugzakje 4. Internaliserend gedrag (naar binnen gekeerd, stil, somber, passief e.d.) 5. Externaliserend gedrag (naar buiten gericht, openlijk dwars, agressief, ongehoorzaam e.d.) 6. Druk, hyperactief, impulsief 7. Onoplettend, chaotisch, vergeetachtig, dromerig 8. Sociaal gedrag (sociaal niet vaardig, geen sociaal inzicht, ruziezoekend, verlegen, dominant e.d.)
7. LICHAMELIJK FUNCTIONEREN BASISSCHOOL Opvallende m.b.t. 1. Gehoor
zaken Omschrijving
Geboden hulp
Ontwikkeling brugklas
2. Gezichtsvermogen
20 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
3. Motoriek (o.a. handschrift) 4. Persoonlijke verzorging 5. Opvallende lengte of gewicht 6. Spraak 7. Cara, allergie, epilepsie e.d. 8. Andere zaken die het kind belemmerden in het functioneren
8. PROFESSIONELE HULPVERLENING BASISSCHOOL 1. Hulpverleningsinstantie(s): naam, adres, telefoon
2. Naam contactpersoon en telefoon
3. Omschrijving problematiek
4. Plan van aanpak
5. Duur van de hulp
6. Concrete omschrijving van geboden hulp (binnen of buiten school, frequentie gesprekken, aangepast rooster e.d.)
9. VERZUIM BASISSCHOOL Soort verzuim 1. Geoorloofd 2. Ongeoorloofd
Omvang
Oorzaken
21 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
BIJLAGE 6: INTAKELIJST KLASSEN 2 T/M 6 BASISZORG: FORMULIER INTAKEGESPREK MENTOR KLAS 2 T/M 6 Het is van belang dat je (nieuwe) mentor beschikt over persoonlijke informatie over jou uit eerste hand, zodat je zo goed mogelijk op school begeleid kunt worden. Vul daarom de vragen van de onderdelen 1, 2 en 3 van dit formulier die op jou betrekking hebben zo eerlijk en volledig mogelijk in, op papier of digitaal. Je mentor heeft binnenkort aan de hand van deze gegevens een kennismakingsgesprek met je. Als je bepaalde vragen liever mondeling dan schriftelijk toelicht, kan je dat aangeven. Alle verstrekte informatie wordt vertrouwelijk behandeld.
1. ALGEMENE GEGEVENS
Naam leerling Klas Geboortedatum leeftijd
en
Volledig adres Tel. thuis Mobiel leerling Naam vader Beroep vader Naam moeder Beroep moeder Gezinssituatie
Ouders
Naam gezinsle- School den samenwonend/ 1. 1. gescheiden 2. 2. 3. 3. 4. 4. 5. 5.
M/V
Lftd.
1. 2. 3. 4. 5.
1. 2. 3. 4. 5.
Naam mentor Datum
22 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
2. PERSOONLIJKE GEGEVENS
1. Is er sprake van bijzonderheden of belangrijke feiten binnen je gezin, familie of naaste omgeving, zoals bijvoorbeeld een geboorte, scheiding, overlijden, verhuizing, ontslag of ziekte?
2. Hoe ervaar jij je thuissituatie? Hebben omstandigheden thuis invloed op je prestaties op school? Zijn er zaken die je nader met je mentor wilt bespreken?
3. Is er sprake van leerproblemen, zoals bijvoorbeeld dyslexie of faalangst? Heb je hiervoor professionele hulp gehad? Zo ja, vertel welke hulp je wanneer, van wie en hoe lang hebt gehad.
4. Heb je lichamelijke problemen? Belemmeren die je in je functioneren op school?
5. Gebruik je wel eens drugs? Zo ja, wat, hoe vaak, hoe lang al en waarom?
23 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
6. Drink je alcohol? Hoe vaak en hoe veel ongeveer?
7. Welke hobby’s heb je? Hoeveel tijd kosten die je per week?
8. Heb je een baantje? Waarom? Hoeveel werk je? Kan je deze werkzaamheden combineren met school?
9. Zijn er nog belangrijke en informatieve zaken die niet aan de orde zijn gekomen en die je hieronder wilt noemen?
3. SCHOOLLOOPBAAN 1. Op welke basisschool heb je gezeten? Wat was het advies van de basisschool?
24 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
2. Waarom heb je voor de BSG gekozen?
3. Kom je van een andere middelbare school? Zo ja, van welke school? Hoe lang heb je daarop gezeten en waarom ben je er vertrokken?
4. In welke klassen heb je tot nu toe gezeten? Noteer Vmbo-t, Havo, Vwo of een combinatieklas en ook als je een klas je twee keer hebt gedaan.
5. Waarom heb je voor het Vmbo / Havo / Vwo gekozen?
6. Ben je met één of meer onvoldoendes overgegaan? Zo ja, wat was de reden voor de onvoldoende(s)?
7. Ben je wel eens blijven zitten? Zo ja, in welke klas? Wat was de reden hiervoor?
25 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
8. Heb je het afgelopen schooljaar extra begeleiding gehad, zoals huiswerkbegeleiding of bijles? Zo ja, voor welk vak? Waarom had je deze hulp nodig? Denk aan inzet, concentratie, achterstand, lastig vak e.d.
9. Welke vakken vind je leuk? In welke vakken ben je goed?
10. Verwacht je het komend jaar problemen voor bepaalde vakken? Waarom? Hoe denk je dit te gaan aanpakken? Kan de school of kunnen docenten je hierbij helpen?
11. Hoeveel tijd besteed je gemiddeld per week aan je huiswerk?
12. Hoe omschrijf je je eigen inzet, motivatie en werkhouding?
26 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
13. Hoe voel je je in je klas? Heb je bijvoorbeeld veel vrienden of juist vaak ruzie met klasgenoten?
14. Welk profiel heb je en welke vakken volg je?
15. Waarom heb je voor dit profiel en deze vakken gekozen?
16. Heb je vorig jaar je profiel of vakken gewijzigd? Zo ja, wat was de reden hiervoor?
17. Zijn er nog belangrijke en informatieve zaken niet aan de orde gekomen die je hieronder wilt noemen?
Bedankt voor je medewerking!
27 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
4. ONDERWIJSBEHOEFTEN EN ONDERWIJSAANBOD: In te vullen door de mentor 1. Lange termijndoel: Waar willen we met deze leerling naartoe? (Behalve einddoelen als een overgang of een afsluitend diploma kan ook gedacht worden aan de beheersing van vaardigheden als begrijpend lezen, of verbeteren van attituden e.d.)
2. Korte termijndoelen gericht op specifieke aandachtsgebieden Aandachtsgebieden:
Onderwijsbehoeften van de leerling, oftewel wat heeft deze leerling nodig om dit doel te bereiken? (Denk aan pedagogisch-didactische benadering, onderwijsaanbod en aanpak van de stof)
1. Lezen
2. Spelling
3. Rekenen/wiskunde
4. Werkhouding
5. Gedrag
6. Andere zaken
28 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015
3. Het benutten van positieve aspecten Deze leerling heeft a. instructie nodig die
b. opdrachten en materiaal nodig dat
c. leeractiviteiten nodig die
d. feedback nodig die
e. klasgenoten nodig die
f. docenten nodig die
g. ondersteuning nodig bij
4. Afstemming aanpak op school en thuis Hoe kunnen ouders en school hun aanpak beter op elkaar afstemmen?
5. Afspraken Wanneer is de volgende afspraak voor evaluatie met de leerling en eventueel met de ouders? Hoe is het gegaan? Is het doel bereikt? Zijn verbeteringen opgetreden?
29 Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2015