ZORGPLAN Berger Scholengemeenschap 2014 - 2016
Inhoudsopgave I.
FUNCTIE
3
II.
UITGANGSPUNTEN Zorg voor leerlingen Zorg voor docenten Onderwijs Handelingsgericht werken
3 3 4 4
III.
STRUCTUUR Ondersteuningsniveaus Zorgfunctionarissen Eerstelijnsfunctionarissen Tweedelijnsfunctionarissen Zorg- en aandachtspunten Leren Lezen Rekenen Kiezen Sociaal-emotionele ontwikkeling
5 5 6 7 7 8 8 8
IV.
INTERN ZORGOVERLEG
8
V.
EXTERNE TEAMS Samenwerkingsverband Noord-Kennemerland
9
VI.
BIJLAGEN Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4:
Taakomschrijvingen Diagram aanmelding extra ondersteuning Lettertype en lettergrootte dyslexietoetsen Formulier extra zorg
Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2016
10 12 13 14
2
ZORGPLAN BERGER SCHOLENGEMEENSCHAP 2015 - 2016 I.
FUNCTIE Sinds 01 augustus 2014 is de wet voor Passend Onderwijs van kracht, waardoor er sprake is van verschuivingen binnen de zorgstructuur en de zorgplicht van scholen centraal staat. Deze verschuiving van verantwoordelijkheden heeft tot gevolg dat de BSG meer dan voorheen te maken krijgt met een toename van zorgleerlingen binnen haar populatie. Teneinde goede zorg te kunnen garanderen voor alle leerlingen voor wie de school een onderwijsverantwoordelijkheid draagt, dienen de plaatsingsverzoeken als praktisch haalbaar en werkbaar beoordeeld te worden. In het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) van de BSG zijn de mogelijkheden en beperkingen van de BSG geformuleerd ten aanzien van kinderen die meer dan de basiszorg behoeven. De functie van dit zorgplan in zijn geheel is een verduidelijking van de zorg die de BSG biedt en richt zich in eerste instantie tot het docentencorps en het onderwijsondersteunend personeel, hierna “docenten” genoemd. Het zorgplan wil helder aangeven waar op de BSG de mogelijkheden en beperkingen op zorggebied liggen, zodat daarover geen onduidelijkheden bestaan bij personeel van de BSG, ouders en leerlingen. Het zorgplan tracht te voorzien in de behoefte van docenten aan praktische ondersteuning en wil houvast bieden bij het verlenen van gepaste leerlingzorg. Dit document dient gezien te worden als een ontwikkelingsstuk dat jaarlijks wordt aangepast en geactualiseerd.
3 II. UITGANGSPUNTEN Zorg voor leerlingen De Berger Scholengemeenschap is geen hulpverleningsinstituut, maar een reguliere onderwijsinstelling, een school die leerlingenzorg beschouwt als een integraal onderdeel van het onderwijsleerproces. De school wil leerlingen een veilige leeromgeving bieden, waarbinnen die zich optimaal kunnen ontplooien, met als einddoel een afsluitend diploma. De school wil voorkomen dat leerlingen onnodig voortijdig de school verlaten. Hiertoe wordt naast de gangbare algemene studiebegeleiding ook extra zorg bij gesignaleerde problemen geboden in de vorm van interne of externe hulp. De school dient in staat te zijn in te schatten wanneer de noodzakelijke hulp buiten de mogelijkheden en daarmee verantwoordelijkheid van de school valt en professionele hulpverlening moet worden ingeschakeld. Zorg voor docenten De school huldigt het standpunt dat er geen sprake kan zijn van enige zorg voor leerlingen als de noodzakelijke zorg voor docenten ontbreekt. De docenten dienen zodanig gesteund en gefaciliteerd te worden dat zij de leerlingen in de klassituatie en daaromheen adequaat kunnen begeleiden. De docenten wordt houvast geboden door een duidelijk omschreven zorgaanbod, door een overzichtelijke zorgstructuur, door steun, begeleiding, scholing, overlegtijd en –ruimte, omlijnde taakomschrijvingen en heldere protocollen. Eerst dient voor alle betrokkenen duidelijk te zijn welke eisen er aan een ieder worden gesteld. Daarnaast
Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2016
moet voor de realisatie hiervan mogelijkheden worden geboden. Pas dan kunnen de desbetreffende functionarissen hierop ook daadwerkelijk aangesproken worden. De school kent geen opvangklas, alle leerlingen dienen te functioneren in hun eigen klas, bij hun eigen docenten, tijdens alle lessen. Om dat mogelijk te maken, streeft de school voortdurend naar vergroting van de ondersteuningsexpertise van alle docenten. Waar het gaat om extra ondersteuning van leerlingen vervult de mentor een spilfunctie. Op verdere begeleiding, facilitering en professionalisering van mentoren wordt derhalve extra ingezet. Onderwijs De school onderschrijft de doelstellingen van adaptief onderwijs en past de principes hiervan in de meeste onderwijssituaties toe. Bij adaptief onderwijs wordt uitgegaan van individuele verschillen tussen leerlingen binnen één onderwijsniveau of klas en wordt hiermee zoveel mogelijk rekening gehouden. Problemen worden niet uitsluitend in termen van hiaten en beperkingen geformuleerd, maar ook vanuit mogelijkheden van de leerling. De geboden begeleiding gaat uit van interactie tussen kind en omgeving: niet alleen kindkenmerken zijn relevant, daarnaast completeren de onderwijssituatie en de thuissituatie het beeld. De BSG levert als reguliere school met veelal grote klassen geen individueel onderwijs op maat. Toch streven de docenten ernaar om conform de adaptieve benadering elke leerling afzonderlijk te benaderen en recht te doen aan diens persoonlijke onderwijsbehoeften. Uiteraard kan dit alleen voor zover de praktische lessituaties op een reguliere school dit toelaten. Bij problemen is de door de school geboden ondersteuning oplossingsgericht en vraaggestuurd, waarbij zowel leerling, docent en ouders hulpvrager kunnen zijn. Goede signalering door docenten en het aanleveren van informatie door de leerling en diens ouders zijn hierbij onmisbaar om de onderwijsbehoeften van een kind in beeld te brengen. Pas als die behoeften duidelijk zijn, kan worden bezien of en zo ja, in hoeverre de BSG hierin kan voorzien. Handelingsgericht werken Als zich hulpvragen aandienen, werkt de school hiermee op een handelingsgerichte manier, dus met een werkwijze die zich kenmerkt door transparantie, systematiek en uniformiteit met behulp van vaste protocollen, vragenlijsten, checklists. Volledige, snelle verslaglegging en goede communicatie staan centraal. Voorkomende problematiek zal hierdoor winnen aan inzichtelijkheid en dossiers zullen makkelijker overdraagbaar zijn. Dit geldt zowel schoolintern als ook bij het raadplegen van externe deskundigen en de overdracht naar externe hulpverlening. Ook wordt door HGW het handelen van alle betrokkenen controleerbaar. Uniforme vragenlijsten bieden docenten duidelijkheid met betrekking tot de inhoud en de volledigheid van hun taken en aandachtsgebieden. Er wordt gestreefd naar haalbare doelen en adviezen, waarin de verantwoordelijkheden van docent, leerling en ouders helder zijn. Vragenlijsten en checklists zijn als bijlagen aan dit zorgplan toegevoegd.
Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2016
4
III. STRUCTUUR Ondersteuningsniveaus: basisondersteuning en extra ondersteuning Basisondersteuning is door het samenwerkingsverband afgesproken ondersteuning die een school aan alle leerlingen moet kunnen bieden. Het samenwerkingsverband van scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs in NoordKennemerland geeft scholen ook de beschikking over ondersteuningsmiddelen waarmee zij extra ondersteuning op maat kunnen inzetten. Een school kan deze extra middelen gebruiken om de basisondersteuning verder te verbreden met expertise vanuit de school zelf of met expertise van buitenaf. De school kan er ook voor kiezen om de ondersteuningsmiddelen te gebruiken om een tijdelijke plaatsing op het speciaal onderwijs of het speciaal basisonderwijs in te kopen. Extra ondersteuning kan licht en kortdurend van aard zijn, maar ook zwaar en langdurig en plaatsvinden binnen of buiten de school. Zorgfunctionarissen In het kader van zorg voor alle leerlingen gelden de algemene taakstellingen van functionarissen. Aanvullend hierop hebben bepaalde functionarissen een speciale taak ten aanzien van zorgleerlingen. Eerstelijnsfunctionarissen hebben continue contacten met leerlingen met betrekking tot het onderwijsaanbod of toezicht op de schoolloopbaan van leerlingen. Zij zijn verantwoordelijk voor dagelijkse werkprocessen binnen de lessituatie. - De docent signaleert opvallend of afwijkend gedrag met betrekking tot onder meer absentie, teruglopende leerprestaties, gedrag, algemeen (dis)functioneren en informeert indien nodig hierover de mentor en de ouders. De vakdocent geeft uitvoering aan opgestelde handelingsplannen en volgt aanwijzingen van tweedelijnsfunctionarissen. Indien gewenst of noodzakelijk wordt de docent hierbij door de mentor, de afdelingsleider, eersteof tweedelijnsfunctionarissen begeleid en ondersteund. - De mentor speelt binnen de leerlingenzorg een centrale en cruciale rol. Naast de bewaking van het groepsproces binnen de klas en is hij nauw betrokken bij individuele leerlingen. Behalve studieresultaten controleert hij ook het sociaal en emotioneel functioneren van leerlingen en dient hij zodoende over brede sociale vaardigheden te beschikken. Afwijkend gedrag van leerlingen wordt door de mentor opgemerkt of door docenten bij hem gemeld, hierover worden de ouders ingelicht. In samenwerking met de afdelingsleider en de orthopedagoog maakt hij handelingsgerichte afspraken en geeft hij hieraan uitvoering. De communicatie met de ouders en vakdocenten wordt door de mentor verzorgd. Bij voortdurende problemen of ernstige problematiek start de mentor een aanmelding tot extra zorg (zie Diagram, bijlage 4) en kan een andere functionaris de verantwoordelijkheid voor de problematiek op zich nemen. Leerlingrelevante informatie wordt te allen tijde teruggekoppeld naar de mentor. Indien gewenst of noodzakelijk wordt de mentor hierbij door de afdelingsleider en tweedelijnsfunctionarissen begeleid en ondersteund. Binnen het mentoraat neemt de brugklasmentor in verband met de interpretatie van de aangeleverde gegevens van het basisonderwijs en de determinatie van de leerlingen een speciale positie in. - De afdelingsleider heeft binnen zijn afdeling de eindverantwoordelijkheid.
Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2016
5
Tweedelijnsfunctionarissen hebben geen continue, maar geïndiceerde contacten met leerlingen. We onderscheiden aan de Berger Scholengemeenschap de volgende: - De decanen coördineren de mentoren bij de lessen loopbaanoriëntatie, ze ondersteunen en begeleiden de (voor)sectorkeuze, de profielkeuze en het studiekeuzeproces van de leerlingen, geven voorlichting op het gebied van beroepskeuze en vervolgopleiding en informeren ouders. Ze voeren individuele gesprekken met leerlingen, zijn betrokken bij uitstroom van leerlingen en beheren de decanensites voor vmbo-tl en havo/vwo en het Loopbaan Informatie Systeem. Zie voor uitgebreide taakomschrijvingen bijlage 1. - De contactpersoon heeft voor leerlingen, ouders en werknemers een begeleidende en adviserende functie inzake klachten die de schoolsituatie betreffen. Dit kunnen klachten zijn over lesontzegging of schorsing, (cyber)pesten, intimidatie, agressie, discriminatie e.d. (Zie bijlage 1). - De faalangstreductietrainer verzorgt en coördineert de cursus faalangstreductie voor leerlingen die hiervoor door mentoren en trainer op grond van screening geselecteerd worden. - De orthopedagoog van de BSG heeft een brede functie en beheert de portefeuille zorg binnen de school. Zij kan ingezet worden waar sprake is van problematische opvoedsituaties die relevant zijn voor de schoolsituatie. Zij verbindt de taken van leerlingbegeleider, zorgcoördinator en counselor. Zij heeft een onderzoekende en adviserende functie bij de aanname en plaatsing van zorgleerlingen en coördineert het proces van aanmelding van leerlingen voor extra zorg. Ook is de orthopedagoog verantwoordelijk voor de gang van zaken rondom het Intern Zorgoverleg (IZO) en de zorg voor leerlingen die externe hulpverleningstrajecten ingaan. Zij is het aanspreekpunt voor justitiële instanties en externe hulpverleners. Daarnaast informeert de orthopedagoog direct betrokkenen over het beleid met betrekking tot zorgleerlingen, adviseert zij schoolfunctionarissen en is zij betrokken bij het opstellen van individuele handelingsplannen voor zorgleerlingen en geeft hieraan zonodig uitvoering. De orthopedagoog wordt ingezet bij problemen rondom klasmanagement en heeft een ondersteunende functie ten aanzien van het onderwijzend personeel. Zij verzorgt de deskundigheidsvergroting van het personeel ten aanzien van gedrags- en ontwikkelingsstoornissen. Zij coördineert het schrijven van ontwikkelingsperspectiefplannen en evaluatieverslagen, het voeren van evaluatiegesprekken en het onderhouden van contacten met ouders, het bijwonen van rapportvergaderingen en adviseren en informeren van docenten. Zij ressorteert onder de rector van de school. Zorg- en aandachtspunten - Leren - Lezen - Rekenen - Kiezen - Sociaal-emotionele ontwikkeling
Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2016
6
Leren Dit proces van leren leren krijgt vorm in de studiebegeleiding, zoals uitgevoerd door de docent in zijn vaklessen en door de mentor in de studielessen. Een extra intensieve en verantwoordelijke taak is weggelegd voor de brugklasmentor. Naast het onderwijzen in studievaardigheid dienen mentoren in het algemeen en brugklasmentoren in het bijzonder in ruime mate te beschikken over brede sociale vaardigheden. Zij vertalen de door de basisscholen aangeleverde informatie naar de brugklaseisen van de BSG. De werkzaamheden van de brugklasmentor hebben hierdoor gevolgen voor het functioneren van alle leerlingen en alle docenten door alle leerjaren, afdelingen en geledingen. Door vóórtijdige en vroege signalering van mogelijke problemen wordt de school hierdoor niet overvallen, maar behoudt zij de regie en kunnen door gerichte zorg de vereiste maatregelen getroffen worden. Een nieuwe ontwikkeling is de specialisatie in het coachen van leerlingen, die door een groep docenten is en wordt uitgewerkt. Het betreft hier de begeleiding van kinderen met het doel om te leren leren, waarbij verbeteringen worden nagestreefd in de executieve functies van kinderen: het plannen, organiseren, uitvoeren en tijdig afronden van schoolse taken en verplichtingen. Lezen Binnen het veld “leren lezen” wordt praktisch taalbeleid opgezet, dat zich richt op extra begeleiding voor taalzwakke leerlingen. Binnen deze groep onderscheiden we taalzwakke kinderen zonder dyslexie en kinderen die taalzwak zijn vanwege dyslexie, die als blijvende leerstoornis een blijvende achterstand veroorzaakt. Bij taalzwakke kinderen zonder dyslexie is geen sprake van een blijvende beperking, waardoor na korte extra begeleiding achterstanden weggewerkt dienen te zijn. 1. Begrijpend lezen en spelling Aangezien alle vakken in de grond van de zaak talig zijn, zullen leerlingen die problemen hebben met begrijpend lezen en/of spelling daarvan in hun leerresultaten de negatieve gevolgen ondervinden. Het is daarom belangrijk vroegtijdig taalachterstanden en beperkte taalvaardigheden te signaleren en de betreffende leerlingen kortdurende, tijdelijke ondersteuning en strategieën aan te bieden waardoor hun prestaties kunnen verbeteren. Indien nodig kunnen leerlingen in aanmerking komen voor extra ondersteuning. 2. Dyslexie Met betrekking tot dyslectische leerlingen houdt de BSG zich aan de wettelijke richtlijnen. Dit houdt in: - Alle toetsen worden getypt en aangeboden volgens de nieuwe Cito layout, zoals omschreven in bijlage 7. Vanaf 2013 is deze aanpak (Arial .12 en nadrukkelijk zonder vergrotingen) door het Cito op de eindexamens standaard gehanteerd, in aanloop naar het eindexamen moeten scholen daarom hun dyslectische leerlingen hieraan laten wennen. - Uitgaande van een 50-minutenrooster beslaan de proefwerken in de onderbouw maximaal 42 minuten waarmee dyslectische leerlingen conform vastliggende percentageafspraken binnen het SOVON in ieder geval 8 minuten extra tijd hebben. Om andere taalzwakke leerlingen, die op het eindexamen geen extra tijd krijgen, hierop toch goed te kunnen trainen,
Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2016
7
-
sluiten die na 42 minuten de toets af. Bij alle toetsen is het verplicht dat deze onderbouwleerlingen zelf materiaal meenemen om de laatste minuten zelfstandig te kunnen werken. De beperkingen van dyslexie als blijvende beperking is een verantwoordelijkheid de leerling zelf en zijn ouders, zoals hierboven beschreven neemt ook de school haar verantwoordelijkheid. De diensten van een remedial teacher maken geen deel uit van het zorgaanbod van de BSG. De school staat positief tegenover initiatieven van leerling en ouders, maar biedt behalve bovenstaande wettelijke ondersteuningen geen middelen aan.
Rekenen Eén lesuur rekenen per week zit standaard verpakt in het wiskundecurriculum van alle leerjaren. In de onderbouw wordt rekenen bij verscheiden bètavakken en economie aangeboden met behulp van de methode Salvo. Een echt uur rekenles wordt gegeven in 3vmbo-tl en in 4havo. Hoewel sinds kort de wetgeving ten aanzien van de rekentoets tot 2020 vastligt, ontwikkelt de BSG als middelbare school hierop verder beleid en onderzoekt zij de mogelijkheden ten aanzien van knelpunten, zoals aanname en plaatsing van nieuwe leerlingen. Kiezen Op het gebied van vak- en studiekeuze wordt naast de adviserende rol van docenten gerichte zorg geleverd door de schooldecanen: één voor het vmbo, één voor havo en vwo. Sociaal-emotionele ontwikkeling Op sociaal-emotioneel gebied worden leerlingen behalve door de mentor ook begeleid door gespecialiseerde docenten zoals de faalangstreductietrainer, de schoolorthopedagoog en de contactpersoon. In de onderbouw is een leerlijn uitgezet waarin de leerlingen o.a. Rots & Water, Gezond Ontbijt, Berger Bosproject, restaurant Het Sluisje, Fyziek, Brijder Stichting, CheckitIn & bureau Halt wordt aangeboden. De school heeft de taak opvallend gedrag te signaleren en haar bevindingen te melden bij de ouders als primaire opvoeders. In gesprekken en op grond van observaties maakt de school een inschatting van de aard en de ernst van de problemen, indien nodig wordt hulp door externe deskundigen geadviseerd of ingeschakeld. Voor een schematische afbeelding van het traject naar extra zorg zie bijlage 2. Hier wordt opnieuw zichtbaar dat de klassenmentor de spil van de leerlingbegeleiding vormt. IV. INTERN ZORGOVERLEG Het Interne Zorgoverleg (IZO) wordt gevormd door de afdelingsleiders en de orthopedagoog, en indien mogelijk woont ook de J&G Coach Voortgezet Onderwijs het overleg bij. In het IZO worden naast algemene zorgonderwerpen leerlingen besproken die opvallen wat gedrag, schools presteren en verzuim betreft. Ook worden leerlingen die door de mentoren bij de afdelingsleider zijn gemeld, uitgebreid besproken, vervolgens wordt actie ondernomen, verslag gelegd en teruggekoppeld naar de mentor. Voor iedere afdeling (burgklassen, vmbo, havo, atheneum) is er eens per week een Intern Zorgoverleg.
Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2016
8
V. EXTERNE TEAMS Samenwerkingsverband Noord-Kennemerland Bijna alle scholen voor Voortgezet Onderwijs in de regio Noord-Kennemerland, zowel de openbare (SOVON) als confessionele, zijn een samenwerkingsverband met elkaar aangegaan om daarmee te beschikken over een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen voor alle VO-leerlingen van de regio. Hierdoor is een gedifferentieerd onderwijsaanbod ontstaan voor leerlingen die een specifieke aanpak behoeven. Er wordt een ononderbroken schoolloopbaan nagestreefd, waarbij ieder kind onderwijs geniet en geen enkele leerplichtige leerling voortijdig hoeft uit te vallen. Voor verdere en gedetailleerdere informatie zie www.swv-nk.nl. Externe deskundigen en instellingen, waarmee de school samenwerkt, zijn: GGD GGZ CJG Veilig Thuis (Kinderbescherming) Politie/Bureau HALT Leerplichtambtenaar Schoolmaatschappelijk Werk/Jeugd- en gezinscoach VO-team Schoolpsycholoog SOVON Psychiatrische instellingen en individuele gedragsdeskundigen e.a.
9
Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2016
BIJLAGE 1: TAAKOMSCHRIJVINGEN Decanaat Op de Berger Scholengemeenschap zijn twee decanen, één voor de afdeling Vmbo en één voor de afdelingen Havo en Vwo. De decanen ondersteunen de mentoren die in hun mentorlessen de loopbaanoriëntatie verzorgen. De decanen geven in hun brochures, tijdens informatieavonden, gedurende de activiteitenweken en de profielkeuzecarrousel, in de klas en tijdens individuele gesprekken voorlichting over de voorsector- en sectorkeuze, de profielkeuze en de keuze van een vervolgopleiding aan leerlingen en hun ouders/verzorgers. Op hun initiatief organiseert het bureau School- en Onderwijsservice elk voorjaar begeleidingsbijeenkomsten, waarvoor leerlingen zich kunnen inschrijven. Met alle eindexamenleerlingen houden de decanen individuele gesprekken over vervolgopleidingen, toelatingseisen, duur en kosten van opleidingen, studiefinanciering, studeren in het buitenland e.d. Mocht een leerling uitstromen naar een andere school dan heeft de decaan hierin, naast de afdelingsleider en mentor, een adviserende en begeleidende rol. De decanen coördineren bezoekjes aan voorlichtingsactiviteiten van opleidingen (oriëntatieavonden, open dagen, proefstuderen, meelopen e.d.) en regelen aansluitprojecten met opleidingen van MBO, HBO en WO in de regio. Daarnaast organiseren ze, samen met decanen van collega-scholen en de Geldergroep, de voor leerlingen verplichte jaarlijkse Regionale Voorlichtingsavonden voor Vmbo-tl, Havo en Vwo, waarbij regionale en landelijke opleidingen zich presenteren. Post en folders van opleidingen worden opgenomen in het overzichtelijke Loopbaan Informatie Systeem in de decanenhoek van de studieruimte. Daar bevinden zich ook alle belangrijke naslagwerken en periodieken. Leerlingen kunnen een en ander ter plekke inzien en lenen. Daarnaast beheren de decanen twee speciale decanensites voor Vmbotl en voor Havo/Vwo, waarop alle relevante informatie over (voor)sector-, profiel- en studiekeuze te vinden is. Via die sites zijn de decanen bereikbaar voor leerlingen en ouders/verzorgers met al hun vragen over loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleiding. Tijdens de decanendag staat de deur van het decanaat open voor een ieder die informatie wenst. Contactpersoon De contactpersoon is het aanspreekpunt van leerlingen, de ouders van leerlingen, de werknemers en bezoekers van de school, voor klachten die de schoolsituatie betreffen. Dit kunnen klachten zijn over lesontzegging of schorsing, (cyber)pesten, intimidatie, agressie, discriminatie e.d. Dit betekent concreet dat de contactpersoon - de eerste opvang van de klager is en emotionele steun biedt; - luistert naar de klager; - het probleem inventariseert en noteert; - vraagt wat de klager tot nu toe heeft gedaan om de klacht weg te nemen; - vraagt wat de verwachtingen en wensen van de klager zijn; - een overzicht geeft van mogelijke vervolgstappen (externe vertrouwenspersoon, schoolleiding, bestuur, klachtencommissie, politie, vertrouwensinspecteur); - uitleg geeft over de procedures bij de klachtencommissie en politie; - de klager adviseert bij het maken van een keuze;
Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2016
10
de klager in contact brengt met de gekozen functionaris en vergezelt bij eerste gesprek; - de vinger aan de pols houdt bij de klager en signaleert als de klacht is opgeheven. De begeleidende activiteiten van de contactpersoon bestaan uit het begeleiden van leerlingen door middel van gesprekken, het onderhouden van contacten met docenten, mentoren, afdelingsleiders en orthopedagoog met betrekking tot de problematiek van een leerling of een groep leerlingen. -
Schoolorthopedagoog De orthopedagoog van de BSG is verantwoordelijk voor de trajectvoorziening van de Berger Scholengemeenschap. Zij ressorteert direct onder de rector van de BSG. Haar taken betreffen - de ontwikkeling van schoolbeleid met betrekking tot de door de school aangeboden ondersteuning; - ondersteuningsdocumenten en de actualisatie daarvan (zorgplan, schoolondersteuningsprofiel, kaderplan, draaiboeken in geval van crises e.d.); - leerlingen met extra ondersteuning binnen de school op langere termijn (ontwikkelingsperspectiefplannen, begeleiding van leerlingen en de verslaglegging daarvan, contacten met ouders, voorlichting, aansturing en ondersteuning van mentoren en docenten, contacten met externe hulpverlening, aanspreekpunt voor externe hulpverleners en justitiële instellingen); - leerlingen die extra ondersteuning binnen de school op de korte termijn (individuele gesprekken, toelating en plaatsing van nieuwe leerlingen, inschattingen van aard en ernst van de problemen, contacten met en doorverwijzing naar externe hulpverleners en instanties, contacten met ouders); - de toelating en plaatsing van nieuwe leerlingen (lid plaatsingscommissie BSG); - klassenmanagement en het pedagogisch klimaat (probleemanalyse, adviserende en ondersteunende taken richting onderwijzend personeel, coaching on the job); - de deskundigheidsvergroting van het personeel met betrekking tot ontwikkelings- en gedragsstoornissen bij leerlingen; - contacten met ouders en presentaties over zorgbeleid; - het Interne Zorgoverleg (IZO); - de organisatie van MDO’s (multidisciplinaire overleggen (MDO’s) en contacten met het Samenwerkingsverband Noord-Kennemerland ten behoeve van kennisdeling en deskundigheidsvergroting.
Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2016
11
BIJLAGE 3: LETTERTYPE EN LETTERGROOTTE DYSLEXIETOETSEN De BSG heeft ervoor gekozen de standaardaanpak van het Cito op de eindexamens over te nemen: dit betekent zowel een correcte benadering van onze dyslectici als ook een goede voorbereiding voor het eindexamen. Bij het Cito maakt men gebruik van Arial .12 en regelafstand 1.15. Vergrotingen met behulp van een kopieermachine worden niet meer aangeboden, aangezien .12 door deskundigen als een adequate grootte wordt beschouwd. Echter moet de leerling niet pas op het eindexamen voor het eerst hiermee geconfronteerd worden, er moet ruimte zijn voor gewenning tijdens de lessen. Vandaar dat toetsen in de jaren voorafgaand aan het eindexamen in deze vorm aangeboden worden. In een incidenteel geval dat een leerling behalve dyslexie ook een geregistreerde visuele beperking heeft, vraagt de school bij het Cito een aangepaste versie aan. Ook in dit geval wordt de envelop met eindexamenopgaven niet meer van tevoren geopend om middels een kopieermachine vergrotingen aan te kunnen leveren.
13
Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2016
BIJLAGE 4: FORMULIER EXTRA ZORG
AANMELDFORMULIER EXTRA ONDERSTEUNING BERGER SCHOLENGEMEENSCHAP Als een leerling extra ondersteuning behoeft, dient de mentor dit formulier zo volledig mogelijk in te vullen. De afdelingsleider en schoolorthopedagoog kunnen daarna hun bevindingen aan dit groeidocument toevoegen. Vervolgens beraden zij zich op verdere stappen.
ALGEMENE GEGEVENS Naam leerling Geboortedatum & tijd Adres
leef-
Postcode & woonplaats Telefoonnummer(s) Geslacht
14
Nationaliteit Klas Mentor Afdelingsleider Schoolloopbaan Gedrag naar leeftijdgenoten
Gedrag naar docenten
Absentie
a. (aantal uren) b. gemeld bij leerplichtambtenaar: ja / nee / wanneer?
Datum
Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2016
PROBLEMATIEK EN REDEN VAN AANMELDING Problemen volgens de school, volgens ouders, volgens de leerling zelf.
POSITIEVE ASPECTEN Wat gaat er juist goed? Hoe komt dat?
15
MOGELIJKE VERKLARINGEN Verklaringen voor problemen volgens de school, ouders, leerling zelf.
Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2016
HUIDIGE STAND VAN ZAKEN
Hoe is de leerontwikkeling (cijfers, leerresultaten)?
Hoe is de werkhouding?
Cognitief functioneren: zit de leerling op het juiste onderwijsniveau?
Lichamelijk functioneren, uiterlijk, verzorging?
Hoe besteedt de leerling zijn of haar vrije tijd?
Sociaal-emotioneel functioneren: denk aan a. Internaliserend gedrag (naar binnen gericht: stil, somber, passief e.d.) b. Externaliserend gedrag (naar buiten gericht: openlijk dwars, ongehoorzaam, agressief e.d.) c. Druk/hyperactief/impulsief d. Onoplettend, chaotisch, vergeetachtig, dromerig e. Ander sociaal gedrag (sociaal vaardig, sociaal inzicht, ruziezoekend, dominant, verlegen, behulpzaam e.d.)
Kenmerken van gezin en ouders (Zijn er opvallende gezinskenmerken ten aanzien van ouders, gezinssituatie en de opvoeding? Denk aan lichamelijke verzorging, cognitieve aanmoediging, opvoedklimaat, verslavingsproblematiek, financiële zorgen, overlijden e.d.)
Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2016
16
VOORGESCHIEDENIS & AANPAK TOT NU TOE Wat ging er goed, wat werkte, wat niet, waarom?
17 Betrokken personen en instanties tot op dit moment ouders mentor afdelingsleider schoolorthopedagoog remedial teacher (extern) logopedist (extern) schoolpsycholoog schoolarts schoolmaatschappelijk werk leerplichtambtenaar politie Bureau Jeugdzorg Anders, namelijk
Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2016
HULPVRAAG BSG INTERN OF VOOR EXTERNE DESKUNDIGEN
18
Zorgplan Berger Scholengemeenschap 2014 - 2016