INTEGRATIENOTA BUSSUM ‘Daar waar ontmoeting culturen verbindt’
1
Inhoud INHOUD ................................................................................................................................................................ 2 INLEIDING........................................................................................................................................................... 3 SAMENVATTING................................................................................................................................................ 4 HOOFDSTUK 1
TOTSTANDKOMING VAN DE INTEGRATIENOTA .................................................. 6
HOOFDSTUK 2
DE NOODZAAK VAN INTEGRATIEBELEID IN BUSSUM........................................ 7
2.1 2.2
AFBAKENING EN DEFINITIES ...................................................................................................................... 7 WAT IS HET NUT VAN INTEGRATIEBELEID IN BUSSUM? ................................................................................ 8
HOOFDSTUK 3 3.1 3.2
GEMEENTELIJKE VISIE OP INTEGRATIE ....................................................................................................... 9 UITGANGSPUNTEN .................................................................................................................................. 10
HOOFDSTUK 4 4.1 4.2 4.3 4.4
6.
ANALYSE VAN DE BUSSUMSE SITUATIE................................................................ 11
BEVOLKINGSGEGEVENS ........................................................................................................................... 11 BUSSUM NAAR WIJKEN ............................................................................................................................. 11 SCHOLEN ................................................................................................................................................ 12 ARBEIDSMARKTSITUATIE.......................................................................................................................... 12
HOOFDSTUK 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
VISIE .................................................................................................................................... 9
DE ZES GEMEENTELIJKE INTEGRATIETHEMA’S............................................... 13
SOCIALE INTEGRATIE (ONTMOETING) ....................................................................................................... 13 ONDERWIJS ............................................................................................................................................. 15 INBURGERING ......................................................................................................................................... 17 (VRIJWILLIGERS)WERK ............................................................................................................................ 19 TOEGANKELIJKHEID VAN VOORZIENINGEN ............................................................................................... 20 EMANCIPATIE.......................................................................................................................................... 22
FINANCIËN ................................................................................................................................................ 23
LITERATUURLIJST ......................................................................................................................................... 24 BIJLAGE 1
OVERZICHT INBRENG INTERACTIEVE BELEIDSVORMING ................................. 25
2
Inleiding In de Gemeente Bussum wordt vanuit diverse beleidsterreinen beleid ontwikkeld van waaruit activiteiten worden ingezet op de integratie van nieuwkomers en oudkomers in de Bussumse samenleving. Doordat de integratie vanuit verschillende beleidsterreinen wordt benaderd is er nu geen duidelijke gemeentelijke visie op integratiebeleid en de rol die de Gemeente Bussum daarin wil spelen. Ook is het overzicht over deze activiteiten in de volle breedte voor het politiek bestuur niet meteen inzichtelijk. Doel van deze nota is te komen tot een gemeentelijke visie op de integratie van inwoners met een niet-westerse taal- en cultuurachtergrond, zowel reeds gevestigde inwoners (oudkomers) als nieuwe inwoners (nieuwkomers). Daaraan wordt gekoppeld een analyse van bestaande activiteiten, knelpunten en behoeften en toetsing van huidige activiteiten aan deze visie. Het rijk is kaderstellend bij het opstellen van integratiebeleid. Gemeenten hebben in het integratiebeleid een stimulerende, faciliterende en handhavende rol en moeten daarbij weten wat de behoeften, verlangens en knelpunten van de inwoners zijn. Deze nota geeft de visie weer waar vanuit de Gemeente Bussum deze rol wil invullen. Uit gesprekken met instellingen en inwoners in Bussum blijken de meeste ontwikkelpunten te liggen binnen de volgende thema’s: 1. sociale integratie (ontmoeting) 2. onderwijs 3. inburgering 4. (vrijwilligers)werk 5. toegankelijkheid van voorzieningen 6. emancipatie Bussum wil vraaggericht werken en heeft daarom genoemde thema’s geprioriteerd voor het integratiebeleid voor de komende jaren. Opmerking hierbij is nog dat onderwijs breed is opgevat, omdat tegenwoordig onderwijs over meer gaat dan alleen het leren van rekenen en taal. Het gaat ook over opvoeding en de talentontwikkeling bij kinderen. Hoofdstuk 1 beschrijft de totstandkoming van deze nota, waarin interactieve beleidsvorming een grote rol heeft gespeeld. Hoofdstuk 2 geeft een afbakening van het onderwerp integratie en gaat in op de vraag of integratiebeleid in de Gemeente Bussum wel noodzakelijk is. Hoofdstuk 3 raakt de kern van de nota; de gemeentelijke visie op integratie. In hoofdstuk 4 wordt de huidige situatie in Bussum beschreven met de demografische ontwikkelingen. In hoofdstuk 5 worden de zes bovengenoemde thema’s beschreven. Deze thema’s worden vervolgens geconcretiseerd waarbij duidelijke prioriteiten worden gesteld. Er wordt een overzicht gegeven van welke activiteiten er op dit moment al zijn. Daarbij worden actiepunten benoemd waarmee de gemeente meteen aan de slag wil, vanuit verschillende beleidsterreinen. Tenslotte worden er ontwikkelpunten aangegeven; dit zijn punten waar nu nog niet concreet actie op kan worden ondernomen maar die voor de langere termijn als aandachtspunt worden meegegeven. In de bijlage wordt een samenvatting gegeven van alle inbreng die we van inwoners en vertegenwoordigers van instellingen hebben gekregen. Hierbij wordt aangegeven welke inbreng waar in de nota een plek heeft gekregen. Het uitwerken van de thema’s in daadwerkelijke acties is nadrukkelijk niet alleen een gemeentelijke verantwoordelijkheid. We willen dit doen samen met de inwoners en de instellingen die ons ook bij het ontwikkelen van deze nota hebben bijgestaan.
3
Samenvatting In de Gemeente Bussum is nut en noodzaak voor integratiebeleid gebleken uit onder andere onderzoek onder instellingen en inwoners. De thema’s waarbinnen knelpunten zijn geconstateerd liggen op het gebied van sociale integratie (ontmoeting), onderwijs, inburgering (vrijwilligers)werk, toegankelijkheid van voorzieningen en emancipatie. Deze onderwerpen zijn als geprioriteerde thema’s opgenomen in het Bussumse integratiebeleid. Het integratiebeleid is vraaggericht tot stand gekomen. De definitie van integratie, zoals geformuleerd door de commissie Blok luidt: ‘Een persoon of groep is geïntegreerd in de Nederlandse samenleving wanneer er sprake is van een gelijke juridische positie, gelijkwaardige deelname op sociaal-economisch terrein, kennis van de Nederlandse taal en wanneer gangbare waarden, normen en gedragspatronen worden gerespecteerd. Integratie is een tweezijdig proces, enerzijds wordt van de nieuwkomers verwacht dat zij bereid zijn te integreren en anderzijds moet de Nederlandse samenleving die integratie mogelijk maken ‘ Integratie is daarmee een verbijzondering van participatie, dat meedoen in de breedste zin van het woord inhoudt en dat de doelstelling is van ondermeer de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het integratiebeleid vraagt om een integrale beleidsvisie. Op dit moment zijn er acties die een bijdrage leveren aan integratie, maar die komen voort uit andere beleidsterreinen zoals onderwijs, sport, welzijn en jeugd. Acties die voortvloeien uit het Bussumse integratiebeleid worden zoveel mogelijk geïmplementeerd binnen reeds bestaande beleidsterreinen. Het bundelen van reeds bestaande acties en eventueel nieuwe ontwikkelpunten in een integratienota heeft als voordeel dat in één oogopslag is te zien wat er met integratiebeleid wordt beoogd. De Gemeente Bussum is van mening dat zij drie rollen heeft binnen het integratiebeleid waarmee bepaalde doelen worden beoogd. De eerste is het bevorderen van ontmoeting, dit is de stimulerende rol. Dit vanuit de visie dat het zoeken naar en werken vanuit gedeelde belangen en interesses de mate van integratie bevorderd. De diversiteit van de samenleving acht de gemeente Bussum een verrijking van de samenleving. Ondanks etnische, culturele en levensbeschouwelijke verschillen met elkaar omgaan en dankzij deze verschillen van elkaar leren. De tweede is het wegwerken van achterstanden, dit is de faciliterende rol. Waar sprake is van een taal- of cultuurachterstand is extra ondersteuning nodig voor inwoners om zich optimaal te kunnen ontwikkelen en om de weg te vinden in Bussum. De derde is het bewaken van grenzen, dit is de handhavende rol. De vrijheid van het hanteren van de eigen normen en waarden stopt daar waar bepaald gedrag leidt tot ruimtebeperking voor de ander. Integratie is bovendien niet vrijblijvend waar het rijk wettelijke verplichtingen stelt, bijvoorbeeld vanuit de Wet Inburgering. De drie genoemde rollen en beoogde doelen samen vormen de visie op het Bussumse integratiebeleid. Bij de visie gelden voor Bussum de volgende uitgangspunten: religie is geen zaak voor de overheid, subsidiëring is gericht op activiteiten, beleidsontwikkeling is vraaggericht en extern georiënteerd en inwoners worden actief betrokken. Integratiebeleid is een verantwoordelijkheid van alle inwoners van Bussum, dus van autochtonen en van allochtonen. De inzet van het integratiebeleid richt zich op de niet-westerse allochtonen in Bussum. Onderzoek op basis van bevolkingsgegevens en conclusies uit gesprekken met inwoners en instellingen vragen om deze verbijzondering. In Bussum is de Marokkaanse doelgroep het grootst. De meeste niet-westerse allochtonen wonen in de wijken Centrum en de Eng. Per thema is in een algemene inleiding benoemd wat onder het thema wordt verstaan en waar accenten liggen in het beleid.
4
Het thema “Sociale Integratie” gaat over ontmoeting. Voor een prettig bij en met elkaar leven is het van belang dat er interesse is in elkaar en dat er acceptatie is, waarbij ontmoeting dit begrip tot stand kan brengen. De rol van de gemeente is met name te bevorderen dat inwoners elkaar ontmoeten en leren kennen (stimuleren). Sociale integratie kan ook een positieve invloed hebben op de handhavende rol van de gemeente. Waar er begrip is voor elkaars gedrag wordt dit gedrag minder snel als verstoring van de openbare orde gezien. Bij het thema “Onderwijs” wordt ingezet op het optimaal ontwikkelen van het kind, waarbij de school, ouders en de buurt een rol spelen. Om een maximale ontwikkeling te bereiken wordt vooral ingezet op het wegwerken van achterstanden (faciliteren). Het thema “Inburgering” betreft vooral het bevorderen van de beheersing van de Nederlandse taal en de kennis van de Nederlandse samenleving. Dit in het kader van de Wet inburgering. Inburgering richt zich daarom vooral op het wegwerken van achterstanden (faciliteren). Dit wordt vraaggericht ingevuld maar niet vrijblijvend. Inburgering is voor een deel van de doelgroep verplicht (handhaven). Het “(Vrijwilligers)werk” levert de meest effectieve bijdrage aan de doelstelling dat iedere burger in Bussum actief is in de samenleving. Hierbij geldt dat iedereen die kan werken ook zou moeten werken. Lukt dit (nog) niet dan wordt ingezet op vrijwilligerswerk of op een andere vorm van maatschappelijke participatie. Voor diegenen die een beroep doen op een uitkering, is actief zijn niet vrijblijvend. Dit betekent dat (vrijwilligers)werk gaat over het wegwerken van achterstanden (faciliteren), op ontmoeting (stimuleren) en op handhaven (bewaken van grenzen). Het thema “Toegankelijkheid van voorzieningen” gaat over de vraag of inwoners hun weg vinden naar voorzieningen en of de voorzieningen hun weg vinden naar de inwoners. Hier gaat het vooral om het wegwerken van achterstanden (faciliteren). Bekend is dat de groep niet-westerse allochtonen relatief slecht wordt bereikt. De effectiviteit van zowel specifieke als algemene voorzieningen wordt verminderd als een deel van de doelgroep de voorzieningen niet kent en niet bereikt. Daarom is het belangrijk dat wordt geïnvesteerd in de ontsluiting van informatie en het bereik van de doelgroep. Het thema “Emancipatie” richt zich met name op een groep niet-westerse vrouwen die slechts in geringe mate actief in de Bussumse samenleving participeert. De gemeente wil inzetten op het versterken van de maatschappelijke betrokkenheid van deze groep. Faciliteiten bieden waarmee vrouwen zelf hun emancipatieproces vormgeven is het meest effectieve aanbod ten behoeve van dit proces (faciliteren). Ontmoeting van elkaar en anderen speelt hierbij een grote rol (stimuleren). Ook anderen spelen een rol bij de emancipatie, met name de echtgenoten en vaders van deze vrouwen. Voor de zes thema’s zijn actiepunten benoemd waarmee de gemeente op korte termijn aan de slag gaat. Daarnaast is aangegeven waar aan te denken valt indien de gemeente Bussum verder uitwerking geeft aan de diverse thema’s binnen het integratiebeleid (ontwikkelpunten). Net als bij het opstellen van deze nota zal de uitwerking van actiepunten vraaggericht en integraal worden aangepakt. Dit betekent dat de behoefte van de Bussumse inwoner centraal staat en dat er afstemming tussen verschillende beleidsterreinen moet zijn. En vooral; we willen dit doen samen met onze inwoners en de instellingen.
5
Hoofdstuk 1 Totstandkoming van de integratienota Interactieve en integrale beleidsvorming was leidraad bij de totstandkoming van deze nota, omdat: 1. thema’s binnen het integratiebeleid voortkomen uit diverse beleidsterreinen (bijv onderwijs, welzijn, arbeidsmarktbeleid en inburgering) en actiepunten genoemd in deze nota zoveel mogelijk geïmplementeerd worden vanuit de bestaande beleidsterreinen; 2. de Gemeente Bussum vraaggericht wil werken en het daarom van groot belang acht dat instellingen en inwoners meedenken; 3. het succes van integratiebeleid afhangt van de mate waarin dit is afgestemd op de feitelijke situatie in Bussum. De volgende stappen zijn daarom gezet om te komen tot deze integratienota: 1. er is literatuuronderzoek verricht; 2. er zijn gesprekken gevoerd met de wethouder integratie, het hoofd van de afdeling samenlevingszaken en met de beleidsmedewerkers onderwijs, jeugd, sport, welzijn, Wmo, werk en inkomen en inburgering. Hierbij was de insteek vooral een beleidsmatige; 3. er zijn gesprekken gevoerd met diverse organisaties te weten: Allen Weerbaar (sport), SDO (sport), Versa (Welzijn), Michiel de Ruyter (basisschool), de Zonnewijzer (basisschool), Twinburgering (niet verplichte inburgering voor vrouwen), de Islamitische vereniging (moskee), de Marokkaanse Culturele Vereniging (MCV), de Turks Culturele Vereniging, Kamal Chabrani (kickboxen), de bibliotheek en het ROC (scholing, werk en inburgering); 4. er is een integratiedebat georganiseerd en gehouden voor de inwoners van Bussum in maart 2009. De leiding van het debat was in handen van een externe partij, te weten ACBkenniscentrum. Om thema’s van het debat te laten aansluiten bij wat leeft onder de allochtone inwoners van Bussum, heeft ACB diepte-interviews afgenomen bij een aantal organisaties en via hen met verschillende inwoners. ACB Kenniscentrum is ingehuurd vanwege hun expertise met de doelgroep. Vanuit de voorgesprekken waren vier thema’s benoemd voor het debat; onderwijs, inburgering, (vrijwilligers)werk en toegankelijkheid van voorzieningen. Op basis van alle inbreng zijn daar, bij de totstandkoming van de nota, twee thema’s aan toegevoegd; sociale integratie en emancipatie. 5. er is apart een gesprek gevoerd met een groep van 18 vrouwen omdat er weinig vrouwen waren op het integratiedebat. Hiervan waren er 15 Marokkaans, 2 Egyptisch en 1 Somalisch. 6. met de jongerenadviesraad (JAR) is de nota besproken en bediscussieerd. Vanuit de deelnemers aan het integratiedebat is een werkgroep gedestilleerd die, na vaststelling van deze nota, betrokken zal worden bij de uitwerking van de genoemde actiepunten in hoofdstuk 5. In de periode van de totstandkoming van de integratienota werd vanuit afdeling Sociale Zaken het project “Drawing her story” uitgevoerd. In deze tekenworkshop tekende een groep allochtone en autochtone vrouwen elkaars levensverhaal. Naar aanleiding van de tekeningen werd met de deelnemers en betrokkenen vanuit instellingen en culturele verenigingen gediscussieerd over integratie. De uitkomsten van dit debat sluiten aan bij de uitkomsten van de interactieve beleidsontwikkeling in het kader van deze nota en zijn in de nota verwerkt.
6
Hoofdstuk 2 De noodzaak van integratiebeleid in Bussum 2.1
Afbakening en definities
Het integratiebeleid richt zich op de integratie en zelfredzaamheid van nieuw- en oudkomers. Het bereiken van integratie is een zaak is van zowel autochtone als allochtone inwoners. Het onderscheid tussen deze brede en smalle doelgroep komt terug in de gemeentelijke visie in hoofdstuk 3. Van belang is de conclusie; integratie is een zaak van ons allemaal. De definitie van integratie, zoals geformuleerd door de commissie Blok luidt dan ook: ‘Een persoon of groep is geïntegreerd in de Nederlandse samenleving wanneer er sprake is van een gelijke juridische positie, gelijkwaardige deelname op sociaal-economisch terrein, kennis van de Nederlandse taal en wanneer gangbare waarden, normen en gedragspatronen worden gerespecteerd. Integratie is een tweezijdig proces, enerzijds wordt van de nieuwkomers verwacht dat zij bereid zijn te integreren en anderzijds moet de Nederlandse samenleving die integratie mogelijk maken ‘ In relatie tot de Bussumse doelstelling betekent dit dat de kring van personen die betrokken is bij integratie groter is dan de doelgroep. Voor de doelgroep wordt ingezet op de inwoners met een nietwesterse taal- cultuurachtergrond omdat dit de groep is waarbij in meer of mindere mate integratieproblemen worden ervaren. Integratie wordt nogal eens in één adem genoemd met participatie. Wat is nu het onderscheid tussen deze begrippen? Participatie is ‘meedoen in de samenleving’ opgevat in de breedste zin van het woord en is mede de doelstelling van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Integratie is een verbijzondering van participatie en gaat over meedoen ondanks etnische en culturele verschillen. Hierbij ligt een grote nadruk op de beheersing van de Nederlandse taal. Daarnaast wordt er nog gesproken van segregatie, wat inhoudt dat mensen zich in de eigen groep terugtrekken en zich geen onderdeel voelen van een groter geheel. Het is naast elkaar, maar niet met elkaar leven. Segregatie is een tegenbeweging van integratie. Het is niet de bedoeling om de bestaande beleidsontwikkeling op andere beleidsterreinen uit die terreinen te halen en te centreren in het integratiebeleid. Wel is het de bedoeling te komen tot een duidelijke visie op integratie waaraan gerelateerde beleidsontwikkeling in andere beleidsterreinen getoetst kan worden. Bijvoorbeeld, als vanuit het sportbeleid wordt ingezet op de doelgroep allochtonen dan moet die inzet passen binnen de vastgestelde visie en moet rekening worden gehouden met de afgesproken te nemen gemeentelijke rol. De beleidsvrijheid van de gemeente wordt ingekaderd door wettelijke verplichtingen vanuit de rijksoverheid; bijvoorbeeld de wettelijke taak vanuit de Wet inburgering. Deze wettelijke verplichtingen vormen de achtergrond van de gemeentelijke visie. Integratiebeleid is dus niet vrijblijvend. Inzicht in de problematiek in Bussum vraagt om een nog verdere verbijzondering van de doelgroep nieuw- en oudkomers, namelijk dat het integratiebeleid zich vooral dient te richten op allochtonen met een niet-westerse achtergrond met een laag opleidingsniveau. Uit onderzoek blijkt dat deze groep op diverse terreinen nog steeds een achterstand heeft op autochtonen en westerse allochtonen. De achterstand op sociaal en economisch gebied is bij de eerste generatie niet-westerse allochtonen groter dan bij de tweede en bij laag opgeleiden ook veel groter dan bij hoog opgeleiden. Voor hoogopgeleide allochtonen geldt dat de sociaal-economische status nauwelijks verschilt van die van hoogopgeleide autochtonen. Gebrek aan integratie blijkt ook vooral te spelen tussen autochtonen en niet-westerse allochtonen. Daarbij geldt dat dit minder sterk wordt waargenomen bij de tweede en volgende generaties. Volgens de definitie van het CBS is iemand allochtoon als hij (eerste generatie) of tenminste één van de ouders (tweede generatie) in het buitenland geboren is. Allochtonen worden verdeeld in westerse en niet-westerse allochtonen. Tot de westerse herkomstlanden worden gerekend alle landen in Europa, Noord-Amerika, Oceanie, Japan en Indonesië. De niet-westerse herkomstlanden zijn Turkije en alle landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (met uitzondering van Japan en Indonesië).
7
2.2
Wat is het nut van integratiebeleid in Bussum?
Kijkend naar Bussum vanuit een helikopterview lijkt er weinig mis als het gaat om integratie. Er is enige overlast van een groep jongeren bij de Uitwijk en de MacDonalds. Dit is wel direct een ernstig genoeg probleem voor de Gemeente Bussum om specifiek voor deze groep een apart plan van aanpak te ontwikkelen. Maar resteert er dan nog voldoende om integratiebeleid te ontwikkelen? Het antwoord is ‘ja’. Ter illustratie citeren we hieronder enkele inwoners en professionals die met ons hebben meegedacht bij het opstellen van de nota:
‘Ik zag dat een oudere vrouw haar tasje om haar andere schouder hing, toen ik voorbij wandelde’ ‘Ik ben geen Marokkaan of Nederlander. Ik ben een mens en wil graag als zodanig worden behandeld. Ik wil niet beoordeeld worden op kenmerken van anderen.’ ‘Kinderen van diverse culturen spelen wel met elkaar onder schooltijd, na schooltijd nooit. Dan is het toch omgaan met kinderen uit de eigen culturele groep’ ‘Kinderen komen met een forse taalachterstand in de Nederlandse taal op school, omdat hun ouders die taal niet spreken’ ‘Ze passen zich maar aan, dat moet ik ook als ik naar een ander land emigreer’ ‘De Uitwijk is van de Marokkanen geworden. Niemand anders durft er nog naar toe. Ze hangen ook nog rond bij de MacDonalds. Het is er niet veilig.’ ‘Het is belabberd gesteld met de emancipatie in Bussum’ ‘Mijn man heeft een baard en is Marokkaan. Hij werd afgewezen voor een baan omdat hij niet de meest geschikte persoon zou zijn. Betreffende werkgever gaf later toe dat de baard en de andere culturele achtergrond de eigenlijke redenen van afwijzing waren’ ‘Als ik geen hand wil geven aan mannen is dit niet omdat ik de ander niet respecteer. Ik bega een zonde op basis van de koran. Dat wil ik niet. Ik neem mijn geloof serieus. Zou het helpen als ik dit uitleg aan diegenen die dit niet snappen?’ ‘Aanpassen vind ik een naar woord. Ik gebruik liever het woord afstemmen: we moeten onze omgang op elkaar afstemmen.’
Daarnaast wordt geconstateerd dat vanuit verschillende beleidsterreinen allerlei activiteiten worden ingezet op integratie. Door deze versnipperde aanpak ontbreekt het totaaloverzicht voor de politiek. In de politieke discussie over de invulling van deze activiteiten mist een integrale visie op integratie om de activiteiten aan te kunnen toetsen. Natuurlijk is ook landelijk beleid ontwikkeld dat inspeelt op landelijk zichtbare trends en ontwikkelingen. Bijvoorbeeld de noodzaak van goed onderwijs in een kenniseconomie. De grotere diversiteit aan culturen en de lossere sociale verbanden die onze cultuur beïnvloeden. De komst van de Islam als tweede religie in Nederland. Een groot deel van de kinderen van de Nederlandse allochtonen groeit op in twee culturen en zoekt een weg tussen twee culturen, waarin zij de binding met hun ouders niet willen verliezen maar wel gebruik maken van de kansen die deze samenleving biedt. Een deel van deze kinderen vervreemdt van de samenleving en bezorgt overlast, criminaliseert of radicaliseert. De Gemeente Bussum wil en moet zich aansluiten bij het landelijke beleid met betrekking tot integratie. Voor de effectiviteit van het integratiebeleid is een vertaling noodzakelijk van het landelijk beleid in een eigen gemeentelijk beleid dat is toegespitst op de lokale situatie.
8
Hoofdstuk 3 Visie 3.1
Gemeentelijke visie op integratie
Iedere inwoner van de Gemeente Bussum moet kunnen en willen meedoen op economisch, sociaal en cultureel gebied. Het gaat om het creëren van een Bussum dat veilig en vertrouwd is en waar iedereen zich thuis voelt. Om dit te bewerkstelligen is de inzet van iedere inwoner in Bussum nodig. Iedere inwoner heeft dezelfde rechten en plichten maar ook dezelfde mate van verantwoordelijkheid. De Gemeente Bussum wil dat iedere inwoner zich optimaal kan ontwikkelen. Integratie is daarvoor van belang. De opgave is om met elkaar een veilige en vertrouwde samenleving te creëren waarin ruimte is voor diversiteit en behoud van de eigen identiteit. Deze opgave gaat veel verder dan het thema integratie. In de samenleving moet immers iedereen zich in allerlei omstandigheden aanpassen. Bijvoorbeeld in het verkeer, op school of het werk en binnen het eigen gezin. In Bussum wonen verschillende mensen met verschillende achtergronden, leeftijden en sociaal-economische status. Integratiebeleid is een zaak van ons allemaal. De Gemeente Bussum heeft daarin haar eigen rol en geeft daaraan als volgt invulling: I Stimuleren; bevorderen van ontmoeting De Gemeente Bussum ziet integratie zoveel mogelijk tegen de achtergrond van vrijwilligheid, saamhorigheid, creativiteit en daadkracht waarbij vanuit een positieve en geïnteresseerde houding ten opzichte van elkaar problemen en knelpunten gezamenlijk worden aangepakt. Hiervoor is ontmoeting in ieder geval noodzakelijk. Vandaar ‘integratiebeleid; daar waar ontmoeting culturen verbindt’. Het zoeken naar en werken vanuit gedeelde belangen en interesses vergroot de mate van integratie. Diversiteit van de samenleving vindt de Gemeente Bussum een verrijking en een onomkeerbaar proces. De uitdaging is om ondanks etnische, culturele en levensbeschouwelijke verschillen met elkaar om te gaan en dankzij deze verschillen van elkaar te leren. Verschillen dienen niet te leiden tot een verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving, ofwel tot polarisatie. Om integratie succesvol te laten zijn is het belangrijk om elkaar te kennen en elkaar te accepteren en om verschillen en overeenkomsten bespreekbaar te maken. Deze gemeentelijke rol richt zich op alle inwoners. II Faciliteren; het wegwerken van achterstanden Waar sprake is van een taal- of cultuurachterstand is extra ondersteuning nodig voor inwoners om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Wie de taal niet kent, de cultuur niet begrijpt of de weg naar voorzieningen niet weet te vinden kan niet optimaal meedoen. De gemeente creëert voorwaarden voor haar inwoners om mee te kunnen doen en doet dit vraaggericht. Dit instrument richt zich vooral op de benoemde doelgroep niet-westerse meestal laag opgeleide allochtonen. Een aantal faciliterende instrumenten hebben een verplichtend karakter. De Wet inburgering bijvoorbeeld stelt voor een bepaalde doelgroep het leren van de Nederlandse taal en maatschappelijke oriëntatie verplicht. Op grond van de Wet werk en bijstand is re-integratie verplicht voor gezinnen die voor hun inkomen zijn aangewezen op de bijstand. Deze plichten worden zoveel mogelijk samen met de betrokken inwoners ingevuld, omdat de kans op succes dan het grootst is. III Handhaven; het bewaken van grenzen Vrijheid van het hanteren van de eigen normen en waarden stopt daar waar een bepaald gedrag leidt tot ruimtebeperking voor de ander. De balans hiertussen wordt beschreven in onder andere de Grondwet en de Verdragen ter bescherming van de rechten van de mens. Het gaat bijvoorbeeld om vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van onderwijs en om gelijke rechten en plichten voor mannen en vrouwen. Waar sprake is van discriminatie, onverdraagzaamheid, criminaliteit of overlast zal de gemeente handhaven, als bewaker van een veilig woon- en leefklimaat voor haar inwoners. Deze vorm van handhaving is gericht op alle inwoners. De handhaving in het kader van de Wet inburgering en de Wet werk en bijstand richt zich op een specifieke doelgroep.
9
De drie gemeentelijke rollen hebben een versterkende en aanvullende werking op elkaar. Zo wordt het gevoel van veiligheid van inwoners niet alleen beïnvloed door handhaving van de openbare orde maar ook door elkaar te ontmoeten en leren begrijpen. Bij faciliterende instrumenten kan sprake zijn van handhaving wanneer deze geen verplichtend karakter hebben. Een doelstelling tot het stimuleren van bijvoorbeeld emancipatie wordt versterkt door faciliterende instrumenten. 3.2
Uitgangspunten
Religie is geen zaak voor de overheid Allochtonen brengen andere religies met zich mee, zoals de islam en het hindoeïsme. Vooral de islam heeft in Nederland veel stof doen opwaaien en is landelijk vaak onderwerp van debat. De Gemeente Bussum hanteert in het geval van religie twee basale uitgangspunten. Er is respect en ruimte voor alle religies en er wordt rekening mee gehouden en de gemeente hanteert het fundamentele beginsel van scheiding tussen kerk en staat. Subsidiering is gericht op activiteiten Subsidies worden ingezet om beoogde doelen te bereiken. De subsidiering wordt daarom steeds meer gekoppeld aan activiteiten en resultaten in plaats op organisaties en faciliteiten. De manier waarop en de mate waarin activiteiten bijdragen aan de integratie en aan het ‘samen doen’ in de samenleving zijn criteria bij de toekenning van subsidies. Deze koppeling wordt geborgd door de gebruikte systematiek in de toekenning en verantwoording (beleidsgestuurde contractfinanciering). Om dit te kunnen doen moeten beoogde beleidsdoelen duidelijk zijn neergelegd in het gemeentelijk beleid. Beleidsontwikkeling is vraaggericht en extern georiënteerd Beleid en activiteiten worden zoveel mogelijk vraaggericht benaderd en ontwikkeld. De Gemeente Bussum ziet het ontwikkelen van beleid als een samenspel met de inwoners. Dit kan alleen tot stand komen als er geen misverstanden bestaan over de doelen die partijen nastreven en over de spelregels in de samenleving. Het is een belangrijke taak van de gemeente om de communicatie hierover in stand te houden. De gemeente beseft dat een succesvolle implementatie en uitvoering van beleid sterk toeneemt als betrokkenen zelf participeren. In het geval van integratie is een duidelijke rol weggelegd voor diverse organisaties en leden van allochtonengroepen, als initiator, belangenbehartiger, rolmodel en intermediair. Contacten hiermee zijn nodig om te weten wat er in de allochtone groepen leeft. Inwoners actief betrekken Uit het landelijk onderzoek ‘Wat vinden burgers zelf van burgerschap?’ blijkt dat de kans op succesvol integratiebeleid groter is wanneer de gemeente rekening houdt met de volgende aspecten. Inwoners, zowel van allochtone als van autochtone afkomst dragen graag iets bij aan de samenleving mits zij of hun kinderen daarmee ook meer perspectief krijgen en er maatschappelijk op vooruit gaan. Dit betekent dat de gemeente er goed aan doet te kiezen voor activiteiten waarvan mensen inzien dat hun eigen situatie of die van hun kinderen uiteindelijk verbetert. Doordat de wijk beter, leefbaarder, veiliger of gezelliger wordt bijvoorbeeld. Of doordat kinderen betere kansen krijgen op een goede opleiding en een baan. Bij niet-westerse allochtonen is er een anders ontwikkeld politiek burgerschap. Zo maakt bijvoorbeeld een laag percentage van deze doelgroep gebruik van haar stemrecht. Verder blijkt dat zij eerder reageren op frustrerende ervaringen met terugtrekken in de eigen gemeenschap dan met uitpraten. Actief meedoen stimuleert betrokkenheid; inwoners stimuleren tot vrijwilligerswerk en burgerinitiatief en het geven van meer invloed op de kwaliteit van de voorzieningen kan helpen. Tenslotte blijkt dat lokale identificatie, via stads- of straatburgerschap, betere aanknopingspunten biedt dan nationale identificatie. Beter ‘Bussums’ dus dan ‘Nederlands’. Betrokkenheid bevorderen van allochtonen lukt dus beter via lokale initiatieven dan met bijvoorbeeld nationale feestdagen of typisch Nederlandse instellingen.
10
Hoofdstuk 4 Analyse van de Bussumse situatie 4.1
Bevolkingsgegevens
In Bussum wonen in 2008 31.735 mensen. Het aantal allochtonen binnen de bevolkingsgroep is 6.017, ofwel afgerond 19%. Daarvan is 7% niet-westers en 12% westers. Het CBS geeft gegevens over de Turkse, de Marokkaanse, de Antilliaanse/Arubaanse en Surinaamse bevolking. De opbouw en prognose ervan voor Bussum ziet er als volgt uit: Kerncijfers 2007 – 2020; totale bevolking naar herkomst Suriname Ned Turkije Marokko Overig Totaal Tot Jaar Autoch- Westerse toon allochtonen antillen niet nietbevolking en westers westers aruba 2008 25.762 3.728 216 139 300 637 953 2.245 31.735 2015 25.591 3.785 340 167 353 608 1098 2.566 31.942 2020 25.250 3.795 395 185 368 622 1173 2.743 31.788 Prognose is dat het aantal allochtonen in 2020 zal zijn toegenomen met ongeveer 550 personen. Het aantal autochtonen neemt met ongeveer 500 personen af. Het totaal aantal inwoners neemt licht toe als gevolg van de toename in het aantal allochtonen. De Marokkaanse groep inwoners is in Bussum het grootst en bijna net zo groot als de andere nietwesterse allochtonen samen (Surinaams, Antilliaans/Aruba, Turkije). De prognose is dat de Marokkaanse groep ook de grootste blijft, zij het dat deze in aantal iets afneemt. Een grote stijging zal te zien zijn bij de Surinaamse groep. Ook de Turkse bevolking neemt toe, maar minder. De groep ‘overig niet-westers’ komen uit veel verschillende Oost-europese en Aziatische landen. Daarom zijn deze niet allemaal afzonderlijk opgenomen. Integratiebeleid richt zich op grond van herkomstgegevens dus vooral op de Marokkaanse inwoners, met de Turkse als tweede groep, de Surinaamse als derde en de Nederlands Antilliaans en Arubaanse als vierde. Hoewel Bussum geen doelgroepenbeleid voorstaat, is het voor de mate van het succesvol zijn van integratiebeleid van belang om kennis en inzicht te hebben van en in genoemde culturen. Hierdoor zijn potentiële knelpunten inzichtelijker en kunnen ze beter worden geanalyseerd, waardoor een gerichte aanpak mogelijk wordt. Verder geldt nog dat hoe groter de groep, hoe groter de invloed van groepskenmerken op de eigenlijke samenleving en hoe groter de kans dat groepsleden zich vasthouden aan de eigen groepskenmerken. Immers, de mogelijkheid een eigen samenleving binnen de eigenlijke samenleving te creëren, met eigen groepskenmerken, wordt vergroot. De noodzaak tot integratie wordt daarmee geringer. Van genoemde groepen inwoners is op basis van deze cijfers niet bekend welk percentage wel of niet is geïntegreerd. 4.2
Bussum naar wijken
Uit het veldonderzoek blijkt dat er in de wijk de Eng een concentratie is van Marokkaanse allochtonen. Kenmerk van deze groep is dat zij functioneren als één grote familie die in grote mate vasthoudt aan de oorspronkelijke cultuur (waarden en normen). Tevens is deze groep moeilijker toegankelijk en benaderbaar dan zelfde groepen in onder andere een aantal grote steden, maar ook dorpen. Dit is onder meer de conclusie van ACB-kenniscentrum die de situatie in een aantal grote steden, maar ook die in dorpen kent.
11
Spreiding allochtone inwoners per wijk in % (2008) totaal aantal inwoners Bussum Centrum Brediuskwartier Eng Spiegel
westerse allochtonen totaal 100 31 12 41 16
niet-westerse allochtonen totaal 12 3 2 4 2
7 2 1 3 1
In een eventuele wijkgerichte aanpak pleit dit overzicht ervoor om in te zetten op de wijken de Eng en het Centrum. 4.3
Scholen
Het basisonderwijs in Bussum telt elf basisscholen. Hiervan is er één school met bijna 80 % allochtone kinderen, te weten de koningin Emmaschool, locatie Michiel de Ruyter (Michiel de Ruyterschool). Deze school telt 80 leerlingen. Een andere school met relatief veel allochtone kinderen is de Zonnewijzer, te weten 40%. Op de Zonnewijzer zitten 173 leerlingen. De Michiel de Ruyterschool en de Zonnewijzer gaan vanaf schooljaar 2009-2010 samenwerken in de brede school. Bussum heeft één basisschool voor speciaal onderwijs. Er staan vijf scholen voor voortgezet onderwijs in Bussum. Op 1 oktober 2008 zaten er 3802 leerlingen in het basis- en speciaal basisonderwijs in Bussum. Daarvan zijn naar schatting ongeveer 230 leerlingen niet-westers allochtoon. 19 leerlingen uit Bussum gaan naar de Al-Islaam school in Hilversum, dat is 0,5 % van het totaal aantal leerlingen in het basisonderwijs en 8 % van het aantal niet-westers allochtone leerlingen. 4.4
Arbeidsmarktsituatie
Landelijk gezien verricht ongeveer 15% van de bevolking vrijwilligerswerk. Voor Bussum betekent dit dat er ongeveer 4760 vrijwilligers actief zijn. Bekend is dat slechts een zeer klein aandeel inwoners met een niet-westerse achtergrond betreft. Zowel in sportbeleid als in het Wmo-beleid wordt dit als knelpunt benoemd bij vrijwilligerswerk. Ook nu is in het veldonderzoek door scholen en sportverenigingen aangegeven dat de ouderparticipatie gering is vanuit deze doelgroep. Voor Bureau Vrijwilligerswerk is de participatie door allochtonen ook een aandachtspunt. Volgens CBS-gegevens 2008 hebben niet-westerse allochtonen een achterstand op de arbeidsmarkt op de autochtonen en westerse allochtonen, maar die wordt geleidelijk kleiner. De positie van nietwesterse allochtonen blijft kwetsbaar, vooral als het economisch slechter gaat. Dit heeft onder andere te maken met het grote aandeel niet-westerse allochtonen met een flexibel contract. Dit aandeel is met 21% ruim twee keer zo groot als onder autochtonen. Niet-westerse allochtonen zijn vaker aangewezen op een uitkering (vooral bijstandsuitkering, dus minimumniveau). De oorzaken liggen deels bij de werkzoekende (gebrekkige scholing en opleiding), maar ook bij werkgevers (discriminatie) en de markt (allochtonen zitten onvoldoende in het netwerk dat banen biedt). e e Voor de 2 generatie is het rooskleuriger dan voor de 1 generatie. Onder hoogopgeleide nietwesterse allochtonen is de werkloosheid niet veel hoger dan onder de autochtonen. Volgens de gegevens van CBS en het UWV zijn er in de Gemeente Bussum ongeveer 11.000 banen, waarvan slechts 50 als vacature staan geregistreerd. Ongeveer 650 Bussumers staan ingeschreven als werkzoekende. Daarvan is ruim 45% laag opgeleid (VMBO of lager). Niet aangegeven is welk percentage van deze werkzoekenden allochtoon is. Het aantal bijstandsgerechtigden dient landelijk gereduceerd te worden met 75.000 en het aantal nietuitkeringsgerechtigden dat actief wordt dient 25.000 te zijn. Voor de Gemeente Bussum betekent dit een reducering van het klantenbestand met 42 personen. Ongeveer 350 huishoudens in Bussum leven van een bijstandsuitkering waarvan 85% sinds een jaar of langer.
12
Hoofdstuk 5 De zes gemeentelijke integratiethema’s In hoofdstuk 3 zijn de beleidsprioriteiten voor Bussum voor de integratienota genoemd: sociale integratie, onderwijs, inburgering, (vrijwilligers)werk, toegankelijkheid van voorzieningen en emancipatie. In dit hoofdstuk wordt per thema aangegeven wat het thema inhoudt, welke activiteiten binnen dit thema al worden uitgevoerd, gericht op integratie ofwel in belangrijke mate door de doelgroep niet-westerse allochtonen gebruikt. Hierbij is aangegeven of een activiteit voortkomt uit de stimulerende, faciliterende of handhavende rol. Daarna wordt aangegeven welke acties de gemeente op basis van deze nota op korte termijn wil inzetten en vanuit welk beleidsterrein deze acties verder zullen worden uitgewerkt. Tenslotte worden per thema ontwikkelpunten benoemd waar de gemeente op langere termijn aandacht aan kan besteden. In de meeste gevallen is hierbij nader onderzoek en een politieke discussie nog vereist. De ontwikkelpunten kunnen ook dienen als voeding voor een volgende raadsperiode. 5.1
Sociale integratie (ontmoeting)
Algemene inleiding thema sociale integratie De Gemeente Bussum bestaat uit diverse nationaliteiten, waarvan de grootste groep na de autochtonen, de Marokkanen zijn. Een concentratie van niet-westerse allochtonen woont vooral in de wijk de Eng. Bij integratie gaat het erom dat iedereen vreedzaam met en naast elkaar kan en wil leven en dat iedereen elkaar in zijn of haar waarde laat. Belangrijk is ook dat alle inwoners elkaar zien als ‘Bussums’ en niet als ‘de Marokkaan’, ‘de Turk’ of ‘de Nederlander’. Voor een prettig bij en met elkaar leven is het van belang dat er interesse is in elkaar en dat er acceptatie is, waarbij ontmoeting dit begrip tot stand kan brengen. Het gaat er dus niet om dat alle normen en waarden die gangbaar zijn in Bussum door iedereen worden aangehangen, maar wel dat er begrip ontstaat indien er andere normen of waarden zijn en waarom dit zo is. Ook autochtonen onderling immers hebben vaak afwijkende normen en waarden, zonder dat dit tot problematische situaties leidt. Zolang normen en waarden niet tot ruimtebeperking bij de ander leiden is er veel ruimte en vrijheid voor diversiteit. In dit kader is het nog van belang dat autochtone en allochtone inwoners accepteren dat Nederland een open, pluralistische samenleving is waar diverse religies en leefwijzen naast elkaar bestaan. Respect voor de democratie en de rechtsstaat en loyaliteit aan de kernwaarden hoort daarbij. Ook hier speelt de eigen verantwoordelijkheid een grote rol evenals het gezamenlijk vormgeven van de samenleving. Een groep of situatie die niet wordt herkend of begrepen zal eerder als onveilig worden ervaren. Ontmoeting kan onbegrip en angst voor het onbekende wegnemen. Daarmee draagt dit thema bij aan het gevoel van veiligheid van inwoners vanuit haar stimulerende rol in plaats van uit de handhavende rol. Kennis van en begrip voor elkaar kan voorkomen dat ingrijpen nodig is. Daarom wil de gemeente ontmoetingsactiviteiten stimuleren, door het toegankelijk maken en verspreiden van kennis over culturen en door projecten en evenementen te stimuleren waarbij verschillende groepen inwoners elkaar ontmoeten, leren kennen en begrijpen. Waar concreet sprake is van grensoverschrijding en verstoring van de openbare orde wordt vanzelfsprekend ingegrepen. Het openbare orde-aspect valt binnen het kader van deze nota wel te relativeren. Er wordt overlast ervaren van de eerdergenoemde groep Marokaanse jongens. Een integrale aanpak vanuit zowel de stimulerende, faciliterende en handhavende rol moet hier verbetering brengen. In totaal is in Bussum geen sprake van bovengemiddelde schending van de openbare orde door de groep niet-westerse allochtonen ten opzichte van andere doelgroepen. Ook is er geen aanwijzing voor een bovengemiddelde schending van de openbare orde tegen deze groep, bijvoorbeeld door discriminatie. Waar wel een overschrijding wordt geconstateerd zal concreet worden gehandhaafd. Het algemene beleid hieromtrent is neergelegd in het Jaarplan integrale veiligheid.
13
Huidige activiteiten Activiteit
Doel
Contact met en Vanuit de eigen subsidiëring van groep integreren in allochtonenorganisaties de samenleving
Twinburgering
Kickboksen
Speelplekken in de openbare ruimte Individuele subsidieregeling (ISR)
Ontmoeting tussen allochtone vrouwen van verschillende afkomst Sporten in verenigingsverband leidt tot meer sociale cohesie Ontmoeting tussen kinderen en ouders van kinderen Financiële belemmering voor maatschappelijke en culturele participatie wegnemen
Bijbehorende beleidsnota Jaarplan welzijn
Gemeentelijke Betrokken rol instellingen Stimuleren Marokkaans Culturele Vereniging (MCV) en Turkse Culturele Vereniging (TCV) Stimuleren Twinburgering Faciliteren
Jaarplan welzijn Reintegratieverordening WWB Sportnota Stimuleren
Speelplaatsenplan
Wijkbeheer
Minimanota “Zorg voor de minima”
Sociale Zaken
Actiepunten • Welkom in mijn wijk; project met als doel autochtone en allochtone kinderen uit verschillende wijken met elkaar te laten kennismaken en meer activiteiten samen te laten doen. Uit het onderzoek bij instellingen en inwoners blijken autochtone en allochtone kinderen wel samen te spelen op het schoolplein, maar daarbuiten niet. Dit is ook een van de doelen die met de verlengde schooldag wordt beoogd. Beleidsterrein: onderwijsachterstanden. • Het oprichten van een jongerenevenementenorganisatie (JEVO); dit is een manier om aan de behoeften van jongeren aan uitgaansgelegenheden te voldoen zonder koppeling aan een vaste locatie met een bepaald type programma (zoals een discotheek). Dit biedt ruimte voor de uiteenlopende behoeften van groepen jongeren en kan het contact tussen verschillende groepen jongeren stimuleren. Beleidsterrein: jeugd. • Week van de dialoog; burgerinitiatief waarbij inwoners elkaar ontmoeten en debatteren over verschillende onderwerpen. Gedacht wordt aan de onderwerpen ‘hangjongeren’ (2009) en ‘integratie’ (2010) Beleidsterrein: Wmo. • Ontwikkelen van anti-discriminatievoorzieningen (ADV’s) ter bestrijding van discriminatie. Gezien het lage aantal meldingen van discriminatie op dit moment zal dit smal worden ingevuld. Beleidsterrein: welzijn.
14
Ontwikkelpunten • Evenementenbeleid in Bussum is in ontwikkeling. Hierbij onderzoeken hoe allochtone inwoners hier actiever bij betrokken kunnen worden. Dit is nu nauwelijks het geval. Hiermee wordt ontmoeting gestimuleerd. • Effectmeting van de subsidiëring aan de Marokkaans Culturele Vereniging (MCV) en de Turkse vereniging. Genoemd uitgangspunt bij de visie is dat het subsidiëren van activiteiten waarmee een beoogd doel wordt bereikt, de voorkeur krijgt boven het subsidiëren van organisaties en faciliteiten. Dit doel kan in drie stappen worden bereikt: a. stimuleren van activiteiten buitenshuis maar binnen de eigen groep als eerste stap naar participeren in de samenleving los van de eigen groep. b. het hebben van contact met elkaar c. samen dingen doen. 5.2
Onderwijs
Algemene inleiding thema onderwijs Volwaardige deelname aan de samenleving hangt samen met een optimale ontwikkeling van het kind. Dit gaat verder dan alleen de focus op de kerndoelen; het leren van taal en rekenen. Het gaat ook verder dan alleen het onderwijsterrein. Een optimale ontwikkeling van het kind en de voorbereiding van het kind op deelname aan het maatschappelijke leven is een taak van het onderwijs en de ouders en wordt soms beïnvloed door de buurt. Vooral bij kinderen met een andere culturele achtergrond is het vaak zo dat er een andere cultuur heerst in het gezin, de familie of in de vriendenkring met dezelfde achtergrond dan op school, op straat of bij Nederlandse vrienden of diverse instanties. Het is voor de ontwikkeling van het kind positief indien verschillen zichtbaar zijn, begrijpelijk en aanvullend op elkaar. Dit lukt niet altijd, waardoor identiteitsproblemen het gevolg kunnen zijn. Het onderwijs heeft hierin een taak door contacten te stimuleren en ouders te betrekken bij de school. Scholen hebben sinds februari 2006 de wettelijke opdracht om bij te dragen aan actief burgerschap en sociale integratie. De onderwijsinspectie is hier nauw bij betrokken en zorgt voor de monitoring en de terugkoppeling van de opbrengsten naar scholen. Voorbereiden op het maatschappelijk leven heeft ook sterk te maken met de sociale competenties van kinderen. Sociale competentie wil zeggen bewust en verantwoordelijk om leren gaan met jezelf, met anderen in de omgeving. De mate van sociale competentie hangt samen met een meer of minder sterke pedagogische thuissituatie. De belangrijkste risicofactoren waardoor een kind zich niet optimaal ontwikkelt indien hier geen extra inzet op wordt gepleegd zijn: • de lage sociaal-economische positie van de ouders; • een stagnerende taalontwikkeling; • het in isolement houden van kinderen; • het opgroeien in twee culturen (biculturele ontwikkeling). Deze risicofactoren kunnen zorgen voor achterstanden bij kinderen en vergroten de kans dat kinderen ontsporen. Dit is terug te zien bij de eerder genoemde groep Marokkaanse jongens waarvan overlast wordt ervaren. Daarnaast dreigt deze groep een achterstand op te lopen op de arbeidsmarkt wanneer scholing en stages mislukken. Dit vraagt om een integrale aanpak waarbij wordt ingezet op onderwijs, stagebegeleiding en handhaving van de openbare orde. Er wordt binnen het onderwijs flink ingezet op het wegwerken van taalachterstanden. Veel nietwesterse ouders zijn de Nederlandse taal onvoldoende machtig om dit hun kinderen bij te brengen. De GGD stimuleert deze ouders om hun kind de eerste twee levensjaren hun eigen taal te leren. Onderzoek wijst uit dat het beter en makkelijker is voor het kind om de taal die de ouders perfect beheersen eerst te leren, om van daaruit een andere taal te leren, in dit geval het Nederlands. Met het leren van de Nederlandse taal moet wel worden gestart als het kind 2,5 jaar is, bij voorkeur via de vroeg- en voorschoolse educatie (Vve).
15
Huidige activiteiten Activiteit
Doel
Gemeentelijke Betrokken rol instellingen Programma’s in Voorkomen en Onderwijsachterstandenbeleid Faciliterend Indicatie Vve ligt bij het kader van de bestrijden van (OAB) 2006 - 2010 GGD Voor- en taalachterstanden Verantwoordelijkheid vroegschoolse voorschool bij educatie (Vve) en gemeente schakelklassen Vroegschool bij schoolbesturen Schakelklas Maximaal een jaar Onderwijsachterstandenbeleid Faciliterend De Dubbeldekker Dubbeldekker intensief (OAB) 2006 - 2010 Hilversum taalonderwijs voor zij-instromers (kinderen uit buitenland) zodat zij daarna het regulier onderwijs kunnen volgen Opzet Brede Het bevorderen Onderwijsachterstandenbeleid Stimulerend Basisscholen de School in van sociale en Wmo Faciliterend Michiel de Ruyter en de Zonnewijzer, de Westereng samenhang in de RV Brede School 2005 (intentieverklaring) bibliotheek, wijk Westereng door Elckertheater, GGD (Centrum jeugd en samenwerking en gezin in wording) en wijkgerichte activiteiten SKBNMM (buitenschoolse opvang en Optimale peuterspeelzalen). ontwikkeling van het kind Versa (verlengde schooldag). Verlengde Kinderen laten Onderwijsachterstandenbeleid Faciliterend Versa schooldag (VSD): deelnemen aan (OAB) 2006 - 2010 Stimulerend activiteiten waar aanbod van creatieve- en ze anders niet muzikale (snel) mee in aanraking komen activiteiten, na schooltijd. verbeteren van zelfvertrouwen, sociale vaardigheden en vergroten concentratie en ontmoeting tussen kinderen van verschillende achtergrond. Stapprogramma’s; Opvoedingsonder- Onderwijsachterstandenbeleid Faciliterend Versa Opstapje en steuning (OAB) 2006 - 2010 Opstap voorbereiding op basisonderwijs Ouderbetrokkenheid Minimaregelingen Financiële tbv onderwijs belemmeringen wegnemen om achterstanden
Bijbehorende beleidsnota
Schoolkostenregeling, PCregeling en individuele subsidieregeling
Faciliterend
Sociale Zaken
16
kinderen in onderwijs te voorkomen Actiepunten • Faciliteren van een schakelklas in Michiel de Ruyterschool, deze school (met veel allochtone kinderen) wil extra kansen/ondersteuning bieden ter bestrijding van achterstanden als aanvulling op het Vve-programma. Beleidsterrein: onderwijsachterstanden • Regelingen van kinderopvang, de peuterspeelzalen en de Vve beter op elkaar afstemmen. Doel is een zo goed mogelijke spreiding tussen doelgroep en niet-doelgroep kinderen. Beleidsterrein: onderwijsachterstanden en kinderopvang. • Ontwikkelen van beleid voor het tegengaan van segregatie in het onderwijs. Beleidsterrein: onderwijsachterstanden, onderwijshuisvesting (IHP). • Huiswerkbegeleiding; ondersteuning bieden bij de doorlopende leerlijn ten behoeve van een optimale schoolloopbaan. Het huidige aanbod van huiswerkbegeleiding vanuit het Tienerwerk (Versa) wordt onderbenut. Beleidsterrein: welzijn. • In het kader van de ouderbetrokkenheid doelgerichtere manieren vinden om deze te vergroten en meer ouders betrokken laten zijn bij de opvoeding van hun kinderen. Met name de rol van de vaders kan worden verbeterd. Vaders kunnen worden ingezet als rolmodel voor hun zonen, naast inzet vanuit het jongerenwerk, vanuit re-integratie en handhaving, zodat een totaalaanpak ontstaat.. Beleidsterrein: jeugd. Ontwikkelpunten • Bij peuterspeelzalen loopt het gebruik vanuit de autochtone bevolking terug. Bij kinderopvang is het gebruik vanuit de allochtone bevolking laag. Allochtonen worden wel vanuit het Vveprogramma gestimuleerd gebruik te maken van de peuterspeelzalen. Dit samen werkt segregatie in de hand. Hiervoor worden mogelijke oplossingen onderzocht. • De grootte van het probleem van doorverwijzen van allochtone kinderen onder hun niveau wordt gemonitord. Door inwoners is dit benoemd als knelpunt, maar er zijn geen cijfers voorhanden waar dit uit blijkt. In 2006 is voor het laatst gemonitord door de Gemeente Bussum met als conclusie dat dit toen niet speelde. • Vanuit de doelgroep wordt aangegeven dat het lastiger is om stages of banen te vinden met een buitenlandse achternaam. Lokale werkgevers geven aan zich hier in het algemeen niet te herkennen. Wel heeft men moeite met jongeren die zich ongemotiveerd en slordig presenteren los van hun afkomst. 5.3
Inburgering
Algemene inleiding thema Iedereen dient de Nederlandse taal machtig te zijn en kennis te hebben van de Nederlandse samenleving. Dit leren allochtonen in een inburgeringstraject. Aan de inburgeringsvereisten is voldaan indien het inburgeringsexamen is behaald. Gemeenten dienen inburgeringstrajecten zoveel mogelijk duaal in te zetten, om een snellere integratie te bevorderen. Duaal betekent dat er naast het inburgeringstraject een traject gericht op (beroeps)scholing, (vrijwilligers)werk of een andere vorm van maatschappelijke participatie wordt ingezet. Er bestaan als doelgroepen inburgeringsplichtigen en –behoeftigen. Plichtig zijn alle nieuwkomers (met uitzondering van een aantal landen) en oudkomers die voor de inwerkingtreding van de Wet inburgering, 1 januari 2007, in Nederland verbleven en nog niet aan de vereisten van genoemde niveaus in de inburgeringswet voldeden. Behoeftig zijn vooral allochtonen die onder de Wet inburgering nieuwkomers (Win en voorloper van de Wi) al aan de vereiste niveaus hebben voldaan en of die al in het bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit, maar die toch onvoldoende de Nederlandse taal beheersen en/of kennis van Nederland hebben om volwaardig mee te kunnen doen. De gemeente mag aan beide doelgroepen een door de gemeente/rijk bekostigd traject aanbieden. In al deze gevallen dient afgesloten te worden met het inburgeringsexamen. Bepaalde groepen vreemdelingen die zich in Nederland willen vestigen, meestal in het kader van gezinshereniging, dienen in het land van herkomst eerst het basisexamen inburgering af te leggen.
17
Hiermee hebben ze een minimale kennis van de Nederlandse taal en samenleving. Dit is in een notendop wat is vastgelegd in de Wet inburgering (Wi, ingangsdatum 1 januari 2007), de Wet inburgering buitenland (Wib, ingangsdatum 15 maart 2006) en het Deltaplan inburgering. Op 1 januari 2009 is de Participatiewet ingegaan. Op basis hiervan krijgen gemeenten een participatiebudget, waarin de middelen voor inburgering, re-integratie en volwasseneducatie ontschot zijn. Door deze ontschotting ontstaan voor de gemeente meer mogelijkheden voor het ontwikkelen van trajecten op maat. De leerlast en het leeraanbod worden beter afgestemd op de voorkennis en capaciteiten van de cursist. Hierdoor is een betere verbinding mogelijk tussen participatie en inburgering en wordt dus de integratie bevorderd. Het participatiebeleid wordt regionaal ontwikkeld en vastgelegd in een gemeentelijke verordening. Huidige activiteiten (schema) Activiteit
Doel
Uitvoering Wet inburgering tbv inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen
Iedere inburgeraar is de Nederlandse taal machtig en heeft voldoende kennis van en participeert in de Nederlandse samenleving Vooral vrouwen zo toerusten dat ze meer participeren in de samenleving en zelfredzamer worden Bevorderen beheersing van de Nederlandse taal
Activiteiten Nederlandse taal en kennis Nederlandse samenleving, zonder afsluitend inburgeringsexamen
Taalcursussen vanuit volwassenen-educatie
Bijbehorende beleidsnota Verordening inburgering
Gemeentelijke rol Faciliterend Handhavend
Betrokken instellingen Nog niet bekend De aanbesteding van de inburgeringstrajecten is in de afrondende fase
Re-integratieverordening WWB Jaarplan Welzijn
Faciliterend Stimulerend
Twinburgering. Versa en ROC gezamenlijk
Participatiewet
Faciliterend
ROC
Actiepunten • Het ontwikkelen van participatiebeleid, waaronder het opstellen van een participatieverordening. Door de ontschotting is een integrale aanpak beter mogelijk. Dit actiepunt wordt deels regionaal ingevuld. Beleidsterrein: re-integratie, inburgering en onderwijs. • Loket inburgering; de doelgroep inburgeringsbehoeftigen en –plichtigen effectief en vraaggericht informeren over hun rechten, plichten en mogelijkheden. Beleidsterrein: inburgering. • Uitbreiding van het aanbod van taallessen door Twinburgering op een ruimere locatie. Beleidsterrein: inburgering en emancipatie Ontwikkelpunten • Het inburgeringsmateriaal beter toepasbaar en toegankelijk maken op de Bussumse situatie. Indien hierop wordt ingezet, is het een regionaal ontwikkelpunt. • Vooral vanuit de vrouwen is er behoefte aan een laagdrempelig aanbod van aanvullende taallessen gecombineerd met kinderopvang. Liefst in de eigen wijk. Het aanbod vanuit het ROC sluit niet altijd aan bij de vraag. Er wordt gevraagd naar voortzetting van de oudkomersprojecten die in 2003-2007 werden aangeboden. De kernmerken van deze projecten komen overeen met de nu gestelde vraag. Het effect van de oudkomersprojecten was echter laag in relatie tot de kosten. Dit betekent voor de Gemeente Bussum dat bekeken moet worden hoe het huidige aanbod op een effectieve manier kan aansluiten bij de vraag.
18
5.4
(Vrijwilligers)werk
Algemene inleiding thema (vrijwilligers)werk De Gemeente Bussum gaat ervan uit dat (vrijwilligers)werk de beste bijdrage levert aan het feit dat iedere burger in Bussum actief in de samenleving moet kunnen participeren. Deelname aan arbeid is belangrijk omdat het de sleutel vormt tot maatschappelijk aanzien en erkenning. Het maakt economisch onafhankelijk en sociaal vitaal. De rangorde die de Gemeente Bussum hanteert is de volgende: 1. eenieder die kan werken, dient te werken (eventueel met de inzet van een loonkostensubsidie, die in de tijd wordt afgebouwd) 2. indien werk (nog) niet mogelijk is, worden de mogelijkheden van vrijwilligerswerk onderzocht 3. is zowel werk als vrijwilligerwerk nog een stap te ver, dan inzetten op een andere vorm van maatschappelijke participatie. 4. is er sprake van niet kunnen werken van vrouwen omdat zij de zorgplicht hebben voor kinderen of ouders (mantelzorg), dan wordt wel een scholingsplicht opgelegd. De motivatie en zelfstandigheid van de uitkeringsgerechtigde in dit traject wordt zoveel mogelijk bevorderd. Bij aanbestedingen door de gemeente, bijvoorbeeld bij de inkoop van individuele voorzieningen of de schoonmaak, wordt de mogelijke inzet van uitkeringsgerechtigden bij de leveranciers in het bestek meegenomen (contract compliance). Vrijwilligerswerk vormt een onmisbaar deel van de ‘civil society’, Met deze veelgebruikte term uit de Wet maatschappelijke ondersteuning wordt bedoeld; een actieve en betrokken samenleving waarin burgers individueel en gezamenlijk voor elkaar zorgen. Inwoners leveren met hun vrijwillige inzet een actieve bijdrage aan de samenleving. Zij geven hiermee niet alleen hun eigen meedoen vorm, maar dragen ook bij aan het meedoen van kwetsbare groepen. Vrijwilligerswerk wordt onderscheiden van mantelzorg doordat bij het laatste sprake is van een persoonlijke binding met de persoon die wordt geholpen. Het is de ambitie om de arbeidsparticipatie door middel van een integrale aanpak te bevorderen. De maatschappelijke participatie en het welbevinden van burgers wordt daardoor eveneens bevorderd. Dit levert niet altijd een financiële verbetering op maar geeft wel meer levensvreugde. Indien een burger gebruik maakt van alle voor hem/haar mogelijke financiële voorzieningen is hij van een bepaalde minimum levenstandaard verzekerd. Huidige activiteiten Activiteit Re-integratietrajecten voor werklozen en nietuitkeringsgerechtigden
Doel
Bijbehorende Gemeentelijke Betrokken beleidsnota rol instellingen Faciliterend Trajecten worden Diegene die kan Rewerken dient ook integratieverordening ingekocht bij te werken. Indien WWB en diverse reintegratiebedrijven dit niet haalbaar beleidslijnen op maat voor de is dan inzetten behorende bij de op genoemde klant. vrijwilligerswerk verordening. Traject via Work of een andere vorm van First van maatschappelijke gemeente Bussum zelf. participatie.
het realiseren van meer stageplaatsen voor (allochtone) jongeren.
Betere kansen op de arbeidsmarkt
Gemeente Bussum creëert
Voorbeeldfunctie
Re-integratieverordening WWB Plan maatschappelijke stages
Faciliterend
19
stages/werkervaringsplaatsen in de eigen organisatie Armoedebeleid Financiële belemmeringen bij het participeren in de maatschappij wegnemen.
Nota minimabeleid; Faciliterend “Zorg voor de Stimulerend minima” (2004), uitgewerkt in diverse minimaregelingen
Actiepunten • Stimuleren dat meer allochtonen vrijwilligerswerk gaan doen in samenspraak met de sportverenigingen en het basisonderwijs. Beleidsterrein: Wmo, sport en onderwijs • Projectplan maatschappelijke stages (meeting-point) Beleidsterrein: jeugd • ndividuele trajectbegeleiding voor een groep Marokkaanse jongens. Beleidsterrein: jeugd, re-integratie • Het regionaal ontwikkelen van participatiebeleid en het opstellen van een participatieverordening. Beleidsterrein: re-integratie, inburgering, onderwijs 5.5
Toegankelijkheid van voorzieningen
Algemene inleiding thema toegankelijkheid van voorzieningen Toegankelijkheid heeft te maken met het feit of inwoners de weg vinden naar de voorzieningen en of de voorzieningen de weg vinden naar de inwoners. Iedereen moet gelijk toegang hebben tot de samenleving, via onderwijs, werk, gezondheidszorg en andere voorzieningen. De Gemeente Bussum wil werken vanuit de ‘één loket gedachte’; een inwoner dient zich in principe maar eenmaal tot de gemeente te wenden met vragen. Loketten werken daarbij steeds minder vanuit bepaalde doelgroepen en steeds meer vanuit de vraag van inwoners. Daarbij zijn loketten niet meer ingedeeld per dienstverlenende instelling maar wordt er steeds meer samengewerkt. Voorbeelden zijn het loket Wijzer en het toekomstig Centrum voor jeugd en gezin (CJG). Bekend is dat de groep niet-westerse allochtonen relatief slecht wordt bereikt. Belemmeringen als een lage opleiding, taalachterstand en achterstand in kennis van de Nederlandse cultuur maken het voor deze groep moeilijker om de weg te vinden in de Nederlandse maatschappij. Terwijl juist vanwege deze achterstand extra voorzieningen in het leven worden geroepen voor deze groep. De effectiviteit van zowel deze specifieke als algemene voorzieningen wordt verminderd als een deel van de doelgroep de voorzieningen niet kent en niet bereikt. Daarom is het belangrijk dat wordt geïnvesteerd in de ontsluiting van informatie en het bereik van de doelgroep. De mate van toegankelijkheid van voorzieningen hangt sterk af van gebruikte media. Bij oudere allochtonen en inwoners die de Nederlandse taal niet machtig zijn, werkt mondelinge communicatie bijvoorbeeld beter dan schriftelijke. Huidige activiteiten Activiteit Opvoedersondersteuning
Mantelzorgondersteuning
Doel
Bijbehorende Gemeentelijke Betrokken beleidsnota rol instellingen Ouders ondersteunen Wmo/jeugdbeleid Faciliterend GGD/Versa bij opvoeding als bijdrage in de optimale ontwikkeling van het kind Ondersteuning bij Nota mantelzorg Faciliterend Regionaal steunpunt langdurige zorg die Mantelzorg niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt aangeboden
20
Minimaregelingen
Financiële belemmeringen wegnemen Thuiszorg op maat Thuiszorgorganisaties voor de doelgroep moeten een percentage allochtone werknemers in dienst hebben tbv oudere allochtone klanten Loket Wijzer Bieden van een laagdrempelig loket vanuit een ketensamenwerking op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Formulierenspreekuur Ondersteuning van inwoners met een taal- of kennisachterstand bij het invullen van formulieren, met name van overheidsinstellingen
Nota minimabeleid
Faciliterend
Afdeling Sociale Zaken
Verordening voorzieningen Wmo
Faciliterend
Thuiszorgleveranciers
Wmo beleidsplan Faciliterend
O.a. Versa, Vivium, MEE, afdeling Sociale Zaken
Jaarplan welzijn
Versa, sociaal raadslieden
Faciliterend
Actiepunten • Zorgdragen dat allochtone vrouwen hun weg naar opvoedondersteuning beter kunnen vinden. Dit wordt meegenomen in de ontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Het consultatiebureau speelt hierin een belangrijke rol. Er is een opvoedspreekuur, maar de doelgroep vindt onvoldoende de weg daar naartoe. Beleidsterrein; jeugd, jeugdgezondheidszorg • Niet-gebruik van voorzieningen vanuit het minimabeleid door de allochtone doelgroep bestrijden, onder andere door nut en noodzaak van de diverse voorzieningen onder de aandacht te brengen en door gebruik van de juiste media. Beleidsterrein: minimabeleid. • Implementatie Triple-P. Triple-P is een methodiek voor positief opvoeden. Het is gericht op het veranderen of verminderen van opvoedingsgedrag dat bijdraagt aan het ontstaan van emotionele en gedragsproblemen bij kinderen. Hierbij wordt ook gekeken naar niet-westerse allochtonen en manieren die effectief zijn om deze groep te bereiken. Beleidsterrein: jeugd, jeugdgezondheidszorg. Ontwikkelpunten • Bij het opstellen van het Wmo beleidsplan is geconstateerd dat het reguliere aanbod van intramurale zorg nog onvoldoende gericht is op de allochtone doelgroep. Inwoners gaven aan dat intramurale zorg voor allochtone ouderen in principe niet nodig is, omdat ouderen bij hun kinderen (als die er zijn) blijven wonen totdat zij sterven. Dit betekent dat de mantelzorg goed geregeld dient te zijn, gericht op het zo lang mogelijk zelfstandig en of bij kinderen wonen. Waarschijnlijk is e e de trend dat dit voor de 2 generatie minder gaat gelden dan voor de 1 generatie. • Vanuit de doelgroep wordt aangegeven dat allochtone ouderen schijnen te vereenzamen omdat er voor hen geen geschikte activiteiten zijn. Dit ontwikkelpunt is niet ver genoeg uitgekristalliseerd. Actie hierop vraagt eerst om een verheldering van wat de vraag nu precies is, wat het aanbod vervolgens zou kunnen zijn en wie daarin een rol kan spelen.
21
5.6
Emancipatie
Algemene inleiding thema emancipatie Veel niet-westerse vrouwen zijn nog gericht op leven in de eigen kring, met als gevolg dat de integratie in de Nederlandse samenleving er niet of in geringe mate is. In de Gemeente Bussum bestaat ook een groep allochtonen waarvoor dit geldt. De Gemeente Bussum wil wegens de omvang van dit probleem extra inzetten op het versterken van de maatschappelijke betrokkenheid onder de niet-westerse vrouwen. Het emancipatieproces gaat niet sneller dan dat betrokkenen zelf aankunnen. Culturele achtergrond, leeftijd, persoonlijkheid, leefomgeving en geschiedenis van de bevolkingsgroep spelen daarin een cruciale rol. De leefomgeving (het ‘geëmancipeerde’ Bussum) als enig uitgangspunt nemen en als korte termijndoelstelling stellen, gaat niet werken. Faciliteiten bieden waarmee vrouwen zelf hun emancipatieproces vormgeven is het meest effectieve aanbod ten behoeve van dit proces. Overdracht van kennis en vaardigheden is daarin cruciaal. Huidige activiteiten Activiteit
Doel
Verbeteren Ned taal en kennis Ned samenleving Subsidiebudget culturele verenigingen Inzet op emancipatie
Bevorderen van participatie
Zwemmen voor vrouwen
Integratie van vrouwen en meisjes het bieden van kansen aan en het benutten van talenten van allochtone vrouwen en meisjes Het stimuleren van vrouwen tot sporten en activiteiten buitenshuis.
Bijbehorende beleidsnota Re-integratieverordening Wwb
Gemeentelijke rol Betrokken instellingen Faciliteren Twinburgering Stimuleren
Jaarplan Welzijn
Stimuleren
Onderwijsachterstandenbeleid
Stimuleren
Sportnota
Stimuleren Faciliteren
De Zandzee
Actiepunten • Uit ervaring blijkt dat de traditionele kinderopvangmogelijkheden niet aansluiten bij de wensen van de doelgroep. De wachtlijsten in de kinderopvang zorgen bovendien dat snelle inzet tbv inburgering niet mogelijk is. Daarom wordt onderzocht of de doelgroep elkaars kinderen op kan vangen in het geval van inburgeringstrajecten en of taallessen. Beleidsterrein: inburgering en kinderopvang. • De eigen ruimte voor vrouwen in de Uitwijk voldoet niet meer aan de eisen omdat de groep vrouwen snel groeit en er geen ruimte is voor de kinderen. Er wordt daarom een ruimte gezocht die beter aansluit. Beleidsterrein: welzijn Ontwikkelpunt • In de visie is participatie het doel. Een groep vrouwen geeft aan geen behoefte te hebben aan grote aanpassingen van de huidige leefwijze. Het wordt positief gevonden dat vrouwen langzamerhand meer buitenshuis komen maar men houdt vast aan de traditionele rolverdeling in het gezin. De vraag is hoe de gemeente de participatie van deze groep wil stimuleren en of ook inzet vanuit de faciliterende en handhavende rol effectief kan zijn. Uit onderzoek blijkt dat de man ook een grote rol speelt bij de emancipatie van de vrouw. Daarom moet ook worden gekeken naar de rol van de man in dit proces.
22
6.
Financiën
Aangezien het integratiebeleid wordt uitgevoerd vanuit diverse beleidsterreinen wordt dit ook vanuit verschillende budgetten bekostigd. Het betreft de volgende budgetten; • Onderwijsachterstandenbeleid • Participatiebudget (ontschotting middelen re-integratie, inburgering en volwasseneducatie) • Jaarplan welzijn • Wmo budget Instellingen voeren activiteiten uit die integratie bevorderen met gemeentelijke subsidies of vanuit contracten. Zowel bestaande als nieuwe activiteiten vanuit deze integratienota worden bekostigd uit bovenstaande budgetten. De meeste activiteiten kunnen worden bekostigd door herijking binnen bestaande middelen. Met name de ontschotting van de bestaande middelen inburgering, re-integratie en educatie in het participatiefonds biedt kansen voor een meer efficiente en vraaggerichte inzet van middelen in onderlinge samenhang. Het invullen van het participatiebeleid is een van de actiepunten in deze nota. Het Wmo budget biedt nog enige ruimte voor nieuwe initiatieven op het gebied van integratie, met name waar de integratiedoelstellingen de Wmo doelstellingen raken. Het gaat dan vooral om participatie en ontmoeting. Voorgesteld wordt om in de begroting een gespecificeerd bedrag van € 50.000 vanuit het Wmo budget te bestemmen voor integratie en ontmoeting. Deze wijziging wordt gelijk met andere wijzigingen in het Wmo budget verwerkt bij bestrap 2.
23
Literatuurlijst -
-
-
interculturele communicatieve competentie, W.A. Shadid, ook verschenen in psychologie en maatschappij, jrg. 24 no. 1, 2000, pp 5-14 Rerné Diekstra en Mieke Komen. Artikel bewerking van bijdrage ‘Nog één keer: een discussiestuk over ernstige jeugdcriminaliteit, in het bijzonder onder Marokkaanse jongens, in René Diekstra, Max van den Berg&Jakop Rigter (redactie), Waardenvolle of waardenloze samenleving? Over waarden, normen en gedrag in de samenleving, opvoeding en onderwijs. Uithoorn: Karakter Uitgevers 2004. Jacqueline Kenter (Frappant 20 december 2004) Sila, publicatiedatum 27-01-2007, rubriek mens en samenleving, subrubriek sociaal Socialisatie van allochtone kinderen Wat vinden burgers zelf van burgerschap? Burgers aan het woord over binding, loyaliteit en sociale cohesie. Nicis institute, auteurs Menno Hurenkamp en Evelien Tonkens (Universiteit van Amsterdam). Eindredactie: Ylva Hendriks. Opmaak en fotografie: www.az-gsb.nl, Den Haag november 2008 Voor een stabiele omgeving, werkplan Forum 2009, www.forum.nl Bussum 2025 Forum: Instituut voor Multiculturele ontwikkeling, Utrecht 2006; Interventieteams: Impuls voor uw multicultureel jeugdbeleid. Centraal Bureau voor de Statistiek, mededeling jaarrapport integratie 2008. 6 november 2008. PB08-804. Jaarrapport Integratie 2008 CBS (Centraal Bureau voor de statistiek), Den Haag/Heerlen, 2008 VNG-visie integratie 2007 – 2017 Datgene wat ons bindt, handreiking opgesteld door een werkgroep van Rijk, gemeenten, VNG en FORUM Actieplan polarisatie en radicalisering 2007 – 2011, uitgave van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Vormgeving: Total Identity Amsterdam Gespreksverslagen ACB Kenniscentrum Koersen op het kind: diversiteit in het jeugdbeleid Toezichtkader actief burgerschap en sociale integratie, inspectie van het onderwijs, utrecht mei 2006 Internetsite van ACB-kenniscentrum Informatie vanuit het integratiedebat maart 2009 te Bussum Tijdelijke Commissie Onderzoek Integratiebeleid (commissie Blok), eindrapportage 2004 Nieuwsbrief VROM Aanpajk Marokkaans-Nederlandse jongeren, januari 2009
24
Bijlage 1
Overzicht inbreng interactieve beleidsvorming
In deze bijlage is een samenvatting weergegeven van de voornaamste inbreng van inwoners en vertegenwoordigers van instellingen. Deze inbreng komt uit voorgesprekken en uit het integratiedebat. De voorgesprekken met inwoners en instellingen waren vier thema’s benoemd voor het integratiedebat; onderwijs, inburgering, (vrijwilligers)werk en toegankelijkheid van voorzieningen. De inbreng is gegroepeerd binnen deze vier thema’s. Bij de verwerking van alle inbreng uit de gesprekken en het debat in de integratienota zijn twee thema’s toegevoegd; sociale integratie en emancipatie. In hoofdstuk 2 van de integratienota is beschreven wie bij de beleidsvorming is betrokken en op welke momenten. De inbreng in een bepaald thema kan in de nota verwerkt zijn in een ander thema, ook doordat op basis van de inbreng twee thema’s zijn toegevoegd. In de tweede kolom is aangegeven hoe en waar de gemeente de inbreng in de nota heeft verwerkt. In sommige gevallen is inbreng niet in de nota verwerkt omdat het wel een gemeentelijke taak betreft maar niet specifiek op het beleidsthema integratie of omdat er geen sprake is van een gemeentelijke taak. Ook in deze gevallen is dit aangegeven. Wij hopen door deze bijlage zowel voor het politiek bestuur als voor de betrokkenen inzichtelijk te maken welke plaats de verschillende inbreng in de nota gevonden heeft. Onderwijs Aandachtspunt Doelgroep probleemjongeren voelt zich onvoldoende betrokken bij het formuleren van beleid. Allochtone en autochtone kinderen spelen wel met elkaar op het schoolplein, maar niet na schooltijd. Kinderen zoeken dan liever iemand van de eigen groep (peergroup) Moeilijk om op de te ‘zwarte’ scholen aan normen van onderwijs te voldoen. Extra inzet op taal bijvoorbeeld leidt tot minder inzet elders.
Reactie gemeente Jongeren zijn betrokken bij aanpak Marokkaanse jongeren in Uitwijk. Invloed is mogelijk via jongerenadviesraad. Stimulerende en faciliterende activiteiten zijn bv. speelplaatsen, verlengde schooldag en ‘Welkom in mijn wijk’ (thema sociale integratie en onderwijs). Extra financiën vanuit het rijk (gewichtenregeling). Eventuele subsidiering schakelklas Michiel de Ruyterschool (thema onderwijs). Verzoek gemeente om regisseren dat er bijlessen Geen gemeentelijk rol. Wel worden gegeven. huiswerkbegeleiding (thema onderwijs) Kinderdagopvang niet opgenomen als partij in de Op dit moment niet meegenomen in de Brede brede school. Voorschool, naschool en verlengde School, eventueel in een later stadium schooldag wel aanwezig. heroverwegen. Scholen proberen te lang zelf problemen bij Betere afstemming in brede school tussen kinderen op te lossen. zorg en school en door implementatie CJG in afstemming met de ZAT’s (thema onderwijs). Ouders zijn gemotiveerd om mee te doen. Echter, In overleg met basisscholen en de manieren waarop getracht wordt de sportverenigingen wordt een aanpak ouderbetrokkenheid te vergroten passen niet bij uitgewerkt. (thema (vrijwilligers)werk). de doelgroep. Dit verschilt per school. De Zonnewijzer heeft hier al veel in geïnvesteerd. Activiteiten initiëren voor mannen en vrouwen. Het Emancipatie van de vrouw begint bij de man. gaat nu nog te vaak om de vrouwen. Daarom moet ook naar de rol van de man gekeken worden (thema emancipatie). Zwarte school zou niet moeten bestaan. Vanuit onderwijsachterstandenbeleid (OAB) en het integraal huisvestingsplan onderwijs wordt beleid ontwikkeld voor het tegengaan van segregatie in het onderwijs. (thema onderwijs). Verzoek aan gemeente om te zorgen dat de Westereng niet helemaal een gestigmatiseerde buurt wordt.
Brede school moet een positieve werking hebben op uitstraling van de wijk. (thema onderwijs)
25
Verzoek aan gemeente om regie te nemen in aannamebeleid van leerlingen.
Dat kan niet, is autonomie van de scholen maar wordt wel samen met de scholen verbeterd. Gemeente doe aan spreidingsbeleid door invloed Beleid mbt het tegengaan van segregatie in uit te oefenen op woningtoekenningen en als het het onderwijs wordt ontwikkeld. (thema gaat om te spreiding wit/zwart op scholen onderwijs). Bij nieuwbouw worden verschillende woontypes door elkaar gebouwd. Daar waar ouders thuis vooral voorzien in de Gemeente biedt opvoedingsondersteuning in basale levensbehoeften (eten, drinken en slapen) de vorm van buurtmoeders, opstap, opstapje, is niet altijd voldoende ruimte voor de ontwikkeling Vve en opvoedingsspreekuren van de GGD. van het kind. Er wordt gewerkt met de methodiek Triple P (thema onderwijs). Opvoeden is traditioneel een rol van de vrouwen Emancipatie van de vrouw begint bij de man. binnen een bepaalde groep in Bussum. Daarom moet ook naar de rol van de man gekeken worden (thema emancipatie). Moeders wensen meer discipline op school voor Geen rol voor de gemeente. lastige kinderen. Moeders willen graag meer informatie over Centrum voor Jeugd en Gezin krijgt een moeilijk opvoedbare kinderen en hoe zij hiermee centrale taak met betrekking tot om kunnen gaan opvoedondersteuning, signalering en ook de bemoeizorg (‘vangnet jeugd’). Extra inzet zal gepleegd worden op de allochtone doelgroep en hoe deze het beste kunnen worden bereikt voor wat betreft in te zetten media. (thema toegankelijkheid voorzieningen). Veel vrouwen hebben zelf nooit op school Wordt meegenomen in de gezeten, hebben dus geen referentiekader als het inburgeringstrajecten, gericht op gaat om onderwijs. maatschappelijke oriëntatie. (thema inburgering). De juiste begeleiding voor je kind kunnen vinden Via inburgeringstrajecten en als je zelf (nog) niet de Nederlandse taal spreekt opvoedingsondersteuning wordt de of de weg niet weet te vinden in Nederland zelfredzaamheid bevorderd van de ouders. Ondersteuning is mogelijk via het CJG, loket Wijzer, Sociale Zaken en de sociaal raadslieden (Versa). (thema onderwijs, inburgering, toegankelijkheid voorzieningen). Veel ouders weten niet hoe je een kind kan laten Scholen kunnen hierin ondersteunen leren en kunnen dit ook niet goed controleren. (bijvoorbeeld de Zonnewijzer doet dit). Bijvoorbeeld als een kind naar de kamer gaat en Kinderen kunnen extern ondersteuning krijgen zegt te gaat leren, maar eigenlijk gaat door huiswerkbegeleiding. computeren. Sociaal-emotionele achterstanden zijn op school De ontwikkeling van een kind wordt beïnvloed moeilijk weg te werken door ouders, school en de hele omgeving. De doelstelling van de Brede School is een optimale ontwikkeling van kinderen en het wegwerken van achterstanden ook op sociaal gebied. (thema onderwijs). Gevraagd wordt om huiswerkbegeleiding. Huiswerkbegeleiding bestaat wel maar lijkt niet aan te sluiten bij de vraag. Gekeken moet worden hoe dit beter kan worden ingevuld. (thema onderwijs). Binnen Marokkaanse gemeenschap wordt nog Versa verwijst door naar Medisch veel gehuwd tussen neven en nichten. Hierdoor Kinderdagverblijf (MKD) en naar Vroegtijdig ontstaat een hoger risico op spraakstoornissen en Opsporing (VTO) wanneer een kind niet praat een lager intelligentieniveau. of slecht spreekt. Allochtone kinderen worden vaak onder hun De grootte van het probleem van niveau doorverwezen. Wens is om uit elk kind te doorverwijzen van allochtone kinderen onder halen wat erin zit. hun niveau wordt gemonitord. Door inwoners is dit benoemd als knelpunt, maar er zijn geen
26
Bij allochtone kinderen liggen problemen vaak dieper dan de taal. Het is thuis ‘Marokkaan’ zijn en buiten de deur ‘Nederlander’. Hier gaat de een beter mee om dan de ander.
Creëer een vangnet voor 12/13-jarigen. Als ze ontsporen is het vaak op die leeftijd van overgang basis- naar voortgezet onderwijs. Er is na de basisschool niet direct toezicht meer, vaak ook niet door de ouders. Allochtone kinderen ontsporen vaker dan autochtone kinderen. Kinderen die naar hoger onderwijs gaan, autochtoon of allochtoon, ontsporen bijna nooit. Wegens het feit dat velen van de niet-westerse allochtonen in Bussum islamitisch zijn, hierover spreken op scholen. Niet oordelen, maar slechts informeren.
cijfers voorhanden waar dit uit blijkt. In 2006 is voor het laatst gemonitord door de Gemeente Bussum met als conclusie dat dit toen niet speelde. Het opgroeien in twee culturen is een risicofactor voor de optimale ontwikkeling van het kind. Daarom wordt extra geïnvesteerd in de doelgroep niet-westerse allochtonen omdat hier de grootste culturele verschillen bestaan. Geïnvesteerd wordt in elkaar leren kennen en in extra voor-en vroegschoolse ontwikkeling. (thema sociale integratie en onderwijs) Dit is een aandachtspunt in het onderwijsachterstandenbeleid en jeugdbeleid voor de hele doelgroep 12/13-jarigen.
Geen gemeentelijke taak. In het onderwijsprogramma is informatie over alle wereldreligies opgenomen.
Inburgering Aandachtspunt Verzoek aan de gemeente om trajecten conform de vroegere oudkomerstrajecten in te zetten met idee om dit binnen de brede school te starten.
Reactie gemeente Het effect van de oudkomersprojecten (20032007) was laag in relatie tot de kosten. Dit betekent voor de Gemeente Bussum dat bekeken moet worden hoe het huidige aanbod op een effectieve manier kan aansluiten bij de vraag. (thema inburgering). Er is vraag naar trajecten voor analfabeten. Worden aangeboden door het ROC. Taallessen (betreft niet verplichte inburgering) Traditionele kinderopvangmogelijkheden sluiten worden nu gegeven door ROC in Hilversum en in niet aan bij de wensen van de doelgroep. De de Uitwijk. Knelpunt is gebrek aan passende wachtlijsten in de kinderopvang zorgen bovendien kinderopvang, gekoppeld aan de tijden van de dat snelle inzet tbv inburgering niet mogelijk is. lessen. Kinderopvang wordt niet bekostigd vanuit Daarom wordt onderzocht of de doelgroep elkaars de Wet kinderopvang als de andere ouder thuis kinderen op kan vangen in het geval van het kind kan opvangen. inburgeringstrajecten en of taallessen. (thema emancipatie). Veel vrouwen weten niet de weg te vinden in Inburgeringstrajecten zijn gericht op Bussum. Ze zijn geïsoleerd omdat ze een maatschappelijke oriëntatie. Daarnaast is er een achterstand hebben. laagdrempelige voorziening, Twinburgering. (thema sociale integratie, inburgering). Imam in Bussum zou vanuit zijn voorbeeldfunctie De gemeente heeft hierin geen taak. Van en invloed meer ingeburgerd moeten zijn en op de rijkswege zijn er speciale verplichte hoogte van de Nederlandse en Bussumse inburgeringstrajecten voor imams. samenleving. Verzoek aan gemeente om informatie Loket inburgering is een instrument voor het doelgerichter in te zetten, omdat velen niet weten doelgerichter inzetten van informatie voor of ze wel of niet inburgeringsplichtig zijn. inburgeringsbehoeftigen en –plichtigen, zodat de doelgroep beter geïnformeerd is over hun rechten, plichten en mogelijkheden. (thema inburgering). Verzoek aan gemeente om taallessen te Inburgeringstrajecten worden op maat ingezet, intensiveren. Niet 2 uur per week, maar 2 dagen men kan kiezen voor een meer of minder intensief per week bijvoorbeeld. Vrouwen leren de taal traject. Vervolglessen volgen na het e e anders nooit. Dit geldt voor de 2 generatie. De 1 inburgeringstraject kan in het
27
generatie wil zich kunnen redden, zoals boodschappen doen of naar de dokter gaan. Een geringe kennis van de Nederlandse taal is voldoende. Houd inburgering eenvoudig en geënt op de Bussumse situatie. Het inburgeringsmateriaal staat vast, maar gemeente maak het toepasbaar en toegankelijk.
volwassenenonderwijs (ROC). (thema inburgering).
Indien hierop wordt ingezet in de toekomst, is het een regionaal ontwikkelpunt in verband met de schaalgrootte. (thema inburgering).
(Vrijwilligers)werk Aandachtspunt Armoede; veel allochtonen met niet-westerse achtergrond schamen zich om extra geld te vragen. Gemeente, geef zelf het goede voorbeeld als het gaat om het in dienst nemen en of het creëren van stage- en werkervaringsplaatsen voor allochtonen In ‘witte clubs’ meer vrijwilligers laten werken met een allochtonenachtergrond
Reactie gemeente Gemeente Bussum zet actief in op niet-gebruik van bijzondere bijstand of middelen in het kader van armoedebeleid (thema toegankelijkheid voorzieningen) Dit doet de gemeente bijvoorbeeld bij workfirst en maatschappelijke stages. (thema (vrijwilligers)werk).
In het bedrijfsleven is weinig ruimte voor vrijwilligerswerk. Via Bureau vrijwilligerswerk wordt bemiddeld naar vrijwilligerswerk bij diverse non-profit organisaties. Het stimuleren van vrijwilligerswerk wordt in overleg met basisscholen en sportverenigingen opgepakt. (thema (vrijwilligers)werk). Kijken naar beweegredenen waarom mensen iets Elkaar helpen wordt gedefinieerd als mantelzorg. doen en daar op inspelen. Veel allochtone Ondersteuning van mantelzorgers en specifiek het vrouwen doen vrijwilligerwerk om religieuze bereiken van allochtone mantelzorgers is een overwegingen, niet om het geld. actiepunt. (thema toegankelijkheid voorzieningen). ‘Jeugd heeft de toekomst’. De allochtone Inzet ouderen van de MCV als rolmodel voor de populatie bestaat voornamelijk uit ‘grijze massa’. Marokkaanse jeugd is onderdeel van het plan van Zet deze ouderen in om jeugd voor te bereiden op aanpak Marokkaanse jeugd. (thema de toekomst. Onderwijs is hierbij de basis, hierop voorzieningen). kan worden voortborduurd. Inzet om discriminatie bij werkgevers tegen te Ontwikkelen van anti-discriminatievoorzieningen gaan. (ADV’s) ter bestrijding van discriminatie is een actiepunt. Gezien het lage aantal meldingen van discriminatie op dit moment, zal dit smal worden ingevuld. (thema sociale integratie).
Voorzieningen Aandachtspunt Ouderen hebben problemen met het invullen van e formulieren en vooral zij (1 generatie) hebben moeite met het vinden van hun weg als het gaat om de bereikbaarheid van voorzieningen. Vanuit doelgroep wordt ook aangegeven dat ouderen terug kunnen vallen op familieleden en hierin ook hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen. Ouderen vereenzamen, in Bussum is niet veel voor ze te doen. Het aanbod van activiteiten voor autochtone ouderen sluit niet aan bij de belevingswereld van allochtone ouderen in Bussum.
Reactie gemeente Ondersteuning bij de weg vinden wordt geboden vanuit diverse loketten (Wijzer, CJG). De sociaal raadslieden (Versa) hebben een formulierenspreekuur. (thema toegankelijkheid voorzieningen).
Dit ontwikkelpunt is niet ver genoeg uitgekristalliseerd. Actie hierop vraagt eerst om een verheldering van wat de vraag nu precies is, wat het aanbod vervolgens zou kunnen zijn en wie daarin een rol kan spelen. (thema toegankelijkheid voorzieningen)
28
De wijze waarop inwoners benaderd worden is niet altijd effectief. Verzoek is om gebruikte media af te stemmen op de doelgroep. Schriftelijke communicatie bij ouderen of mensen die de Nederlandse taal niet machtig zijn, is niet effectief.
Niet-gebruik van voorzieningen (bijvoorbeeld minimaregelingen) bestrijden is een actiepunt. Onder andere door nut en noodzaak van de diverse voorzieningen onder de aandacht te brengen en door gebruik van de juiste media. (thema toegankelijkheid voorzieningen).
Gemeente bereikt niet de ‘gewone burger, de man van de straat’ omdat contacten vaak via verenigingen gaan. Advies is om de ‘de gewone burger’ letterlijk op te zoeken, indien nodig door huisbezoeken af te leggen. Inwoners zien zelf niet altijd nut en noodzaak van voorzieningen en zijn dan passief in het vinden of het gebruiken ervan. Dit geldt bijvoorbeeld voor inburgering. Verzoek aan gemeente om nut en noodzaak van voorzieningen nadrukkelijker onder de aandacht te brengen. Er is sprake van niet-gebruik van voorzieningen door inwoners.
Effectiviteit van inspraak en participatie is een algemeen aandachtspunt. Hieraan wordt aandacht besteed vanuit het project participatie en bij elke individuele beleidsontwikkeling.
Verzoek aan gemeente om regie te voeren in het organiseren van netwerken van organisaties en van netwerken bij allochtonen. Organisaties dienen van elkaar te weten wat ze doen en voor wie. Allochtonen dienen hun weg beter te vinden als het gaat om voorzieningen en meer gebruik te maken van hun netwerken. Informatiekanalen aanboren, communicatie tot stand brengen en onderhouden tussen autochtonen en allochtonen. Tussen eigen groeperingen is communicatie vaak voldoende, grensoverschrijdend is deze minder.
nut en noodzaak van de diverse voorzieningen onder de aandacht brengen met gebruik van de juiste media is een actiepunt. (thema toegankelijkheid voorzieningen).
Niet-gebruik van voorzieningen (bijvoorbeeld minimaregelingen) bestrijden is een actiepunt. (thema toegankelijkheid voorzieningen). Door het stimuleren van ontmoetingen wordt de doelgroep in de gelegenheid gesteld hun netwerk te vergroten. De ontsluiting van voorzieningen en het tegengaan van niet-gebruik is een actiepunt. (thema sociale integratie en thema toegankelijkheid voorzieningen). Door het stimuleren van ontmoetingen wordt de doelgroep in de gelegenheid gesteld hun netwerk te vergroten. De doelgroep heeft hierin ook een eigen verantwoordelijkheid. Door inburgering wordt de zelfredzaamheid vergroot.
Emancipatie Aandachtspunt Zwemmen voor vrouwen, er zijn te lange wachtlijsten hiervoor. Eigen ruimte voor vrouwen. Het ‘clubhuis’ van de Marokkaanse Culturele Vereniging (MCV) is van mannen. Er is ruimte voor vrouwen, maar is voor alle vrouwen. Islamitische, eigenlijk Marokkaanse vrouwen, willen een eigen ruimte. Gemeente, doe iets aan emancipatie. Deze is belabberd in Bussum
Reactie gemeente Voor zwemlessen is er op dit moment een wachtlijst van vier personen. Het zwemmen voor vrouwen is vrij toegankelijk. De eigen ruimte voor vrouwen in de Uitwijk voldoet niet meer aan de eisen omdat de groep vrouwen snel groeit en er geen ruimte is voor de kinderen. Er wordt daarom een ruimte gezocht die beter aansluit. Met het prioriteren van emancipatie binnen de integratienota, is aan dit verzoek voldaan door de Gemeente Bussum.
29