Onze eerste afspraak met Katrin Hauspie valt in het water, of liever in de waterpokken van kleine Helena. In juni werd Helena vier, een leeftijd waarop mama liefst in de buurt is als koorts en jeuk toeslaan. Nieuwe afspraak bij Domus op donderdag 8 mei. We zoeken een rustig wind- en zonvrij hoekje op het terras en even later komt er een sportieve jonge vrouw met rugzakje vriendelijk lachend op ons af. Ze heeft Françoise herkend, en dat is wederzijds. De herinneringen aan Paridaens borrelen op. Katrins middagpauze is beperkt, dus nemen we een vlugge start met de klassieke eerste vraag.
Katrin, hoe en op welke leeftijd kwam je in Paridaens terecht? We woonden in Haacht. Voor het middelbaar onderwijs waren we op Mechelen georiënteerd, maar daar hadden alle scholen in 1980 al voor het Vernieuwd Secundair Onderwijs gekozen. In Leuven kon ik nog de Grieks-Latijnse volgen. De afstand was geen probleem en bovendien was ik niet de enige van mijn gemeente om elke dag naar Leuven te sporen. Toen ik in de loop van mijn schoolloopbaan nog een paar keer een keuze moest maken, bleef ik bij Grieks-Latijn. In de laatste jaren zat ik in een gemengde klas Latijn-Wiskunde/Grieks-Latijn, met als klassenleraar Noël Golvers. Er was nog één klas Grieks-Latijn en één klas Latijn-Wetenschappen binnen de Oude Humaniora, zoals de richting Klassieke Talen toen werd genoemd.
Heb je nog speciale herinneringen aan die zes jaar Paridaens? Een eerste flits. De dag van mijn eerste kerstrapport. Keurig in uniform kwam ik maar net op tijd. Tot mijn ontreddering vond ik alleen lege, stille lokalen in plaats van de drukke bijenkorf vol spanning die ik had verwacht. Eindelijk kwam ik zuster Michel tegen. Bezorgd maande ze mij aan naar de speelplaats te gaan, waar iedereen verzameld was vanwege een bomalarm. Voor mij op dat moment een hele opluchting! Wij hadden regelmatig les in de Broekstraat (nu Janseniusstraat), recht tegenover het Iers college. Op warme zomerdagen werkten de studenten er met open raam en met de radio als studiebegeleiding. Onze leraren vroegen om de muziek stiller te zetten, maar achter hun rug moedigden wij de studenten aan om ze net nog wat harder te zetten. 2007-2008 - Paridaensinfo 3
33
In het eerste jaar aten we onze middagboterham in de klas omdat een deel van de school, en daarbij ook de refter, was ingestort. In 1983 kwam de nieuwbouw klaar en kregen we een supermoderne refter met een heleboel andere mogelijkheden erboven en ernaast. Toen ik in het vierde jaar zat, in 1984, werd het uniform afgeschaft. Ik herinner mij natuurlijk mijn klasgenoten, of de meisjes met wie ik in de loop van de zes jaren in de klas heb gezeten: Herlinde De Brabander, Katrien Smeyers, Els Vander Borght, Katia Manhaeve, Ann Lemaître, Kristien Plomteux. Met de elf oud-leerlingen van mijn klasje zijn we vorig jaar nog samengekomen, ook Noël Golvers was er bij. Samenkomen op de eigenlijke oudleerlingendag lukt om diverse redenen moeilijker.
Katrien Smeyers ken ik toevallig ook! Ze zat ook bij mij in het jaar toen ik na mijn pensionering cursussen kunstgeschiedenis volgde. En je oud-leraren? Aan de meeste van mijn leraren bewaar ik goede herinneringen. Op de eerste plaats natuurlijk aan mijn leraren klassieke talen. Hun aanpak was zeer verschillend, maar bij allen, zonder uitzondering, heb ik plezier beleefd en veel geleerd. Ook de lessen literatuur van mevrouw Van Raes zullen me altijd bijblijven. Ze spoorde ons aan, ook na onze schooltijd, de nieuwe tendensen in de literatuur te blijven volgen. Het was niet nodig, vertelde ze, haar dan te komen opzoeken om lectuurlijstjes te vragen: het leuke zou zijn om zelf te gaan snuisteren in de boekhandel of in de bibliotheek. En die raad probeer ik inderdaad op te volgen. Mevrouw Van Raes bracht ons trouwens nog meer bij dan literatuur. Wij leerden van haar bijvoorbeeld hoe te solliciteren. Verder denk ik nu spontaan ook aan de zachte en lieve mevrouw Cox van L.O. en aan de aangename muzieklessen van mijnheer Lambrechts in onze geliefde en romantische toren. In het eerste jaar moest ik voor het feest van de bejaarden 'Adieu mein kleiner Gardenoffizier' zingen.
In 1986 studeerde je af in Paridaens. En wat daarna? Ik aarzelde tussen rechten en geschiedenis, waarbij ik vooral voor oude geschiedenis belangstelling had. Mevrouw Van Boxmeer wees mij er op dat een historicus van de oudheid goed en nauwkeurig de oude teksten moet kunnen lezen, en dus werd het Klassieke Filologie. Daarna had ik de smaak van het studeren helemaal te pakken, al heb ik altijd al graag gestudeerd. Ik deed nog Byzantijnse en Vroegchristelijke Studies, in 1992 behaalde ik een baccalaureaat in Kerkelijk Recht en in 1993 ben ik in juli en augustus voor twee maanden naar Jeruzalem gegaan waar ik - met een beurs van de Vlaamse Gemeenschap - aan de Hebrew University een zomercursus Modern Hebreeuws heb gevolgd. In 2002 bracht ik mijn doctoraatsverhandeling voor. En in zekere zin studeer ik nog altijd.
Heb je bepaalde herinneringen aan die tijd in Israël? Als ik daarover begin, geraak ik niet uitgepraat. Het was net voor de vredesonderhandelingen, die helaas niet veel hebben uitgehaald, maar het was toen nog relatief veilig. Ik ben op plaatsen geweest die achteraf werden geteisterd door niets ontziende bomaanslagen, bijvoorbeeld in Eilat. Toch mocht ik om veiligheidsredenen niet op de bezette Jordaanoever komen, hoewel ik contact 34
Paridaensinfo 3 - 2007-2008
had met een Joodse familie die daar woonde. En er waren overal zeer veel militairen in het straatbeeld, mannen én vrouwen. Soms zelfs gewapende burgers. Dat gaf mij een akelig gevoel. In het noorden van Israël zag ik nog veel restanten van de oorlog van 1967. De Israëli's vertelden mij niet zonder trots hoe ze de Golanhoogte hadden veroverd, maar ook hoe ze de Hullay Valley malariavrij hebben gekregen door het aanplanten van eucalyptusbomen. Verder herinner ik mij de prachtige natuur en de meerdaagse kameeltochten in de woestijn met onze 'klas'. Een andere tocht naar de top van de Sinaï, met een overnachting in open lucht en dan 's morgens de schitterende zonsopgang, weliswaar in aanwezigheid van honderden Japanse - toeristen met flitsende camera's. De weg naar de Rode Zee, aan de rand van de woestijn, met beneden het diepblauwe van de zee; één en al natuurschoon. Het gezicht vanuit de vesting Masada op de Jordaan die overgaat in de Dode Zee, en het heerlijk dobberen - of is het liggen? - op het zoute water van de Dode Zee. En natuurlijk de cultuur. Aan de voet van de Sinaï ligt het Catharinaklooster, waar prachtige handschriften worden bewaard. Met mijn ouders en mijn broer die op bezoek kwamen, zijn we naar de grotten van Qumran geweest, waar de bekende Dode Zeerollen werden gevonden. De kuststreek heb ik ook bezocht, onder andere Akko en zijn hospitaal van de Johannieters. En dan vertel ik nog niets over Jeruzalem zelf. Een wereld op zich. Alles bij elkaar was het voor mij een mooie tijd: zonnig, ontspannend én leerrijk!
Wat was het onderwerp van je doctoraat? De titel ervan luidt: La version de la Septante d' Ezéchiel: Traduction annotée d' Ez 1-24 et étude grec d' Ezéchiel par une sélection de particularités lexicales et grammaticales. Kan je ons uitleggen wat je precies hebt gedaan? Na mijn studie Klassieke Filologie werd ik opgebeld door professor Johan Lust van de Faculteit Godgeleerdheid, met de vraag om wetenschappelijk medewerker te worden aan het Greek-English lexicon of the Septuagint. De Septuaginta is een Griekse vertaling van het Oude Testament, dat oorspronkelijk in het Hebreeuws werd geschreven. Die vertaling is gemaakt voor de Griekssprekende joden in Egypte. Ze is de oudste bekende vertaling van het Oude Testament: ze dateert nog uit de voorchristelijke periode. Volgens de overlevering is ze gemaakt door zeventig mensen, vandaar Septuaginta (Latijn voor zeventig). Die vertaling is om verschillende redenen zeer belangrijk. De christelijke kerkvaders, die een grote invloed op het christendom hebben uitgeoefend, kenden het Oude Testament immers alleen door deze Griekse vertaling. De Septuaginta heeft ook als legger gediend voor de vertalingen in het Latijn, het Egyptisch, enzovoort. De Septuaginta is niet alleen de oudste vertaling van het Oude Testament, ze is ook de oudst bewaarde tekst van het Oude Testament. De Hebreeuwse versie kennen we enkel via handschriften van de tiende eeuw na Christus - de teksten van Qumran (de Dode Zeerollen) uit de tweede eeuw voor Christus niet te na gesproken - maar die bevatten in hoofdzaak alleen tekstfragmenten. In Parijs is er een project opgestart om een Franse vertaling van de hele Septuaginta te maken: 2007-2008 - Paridaensinfo 3
35
‘La Bible d' Alexandrie'. Er zijn al een vijftiental boeken uitgegeven, onder meer Genesis en Exodus. In Leuven heeft professor Lust zich geëngageerd voor het boek Ezechiël, dat achtenveertig hoofdstukken bevat. Ezechiël is één van de zogenaamde grote profeten uit het Oude Testament. Hij schreef in de zesde eeuw voor Christus, vóór en tijdens de Babylonische ballingschap (587 v. Chr.). In de eerste vierentwintig hoofdstukken kondigt hij de val van Jeruzalem aan in 587. In de laatste hoofdstukken doet hij een aantal heilsorakels voor Juda, met als sluitstuk het visioen van de heropbouw van het nieuwe Israël en van de nieuwe tempel in Jeruzalem. Dit bijbelboek is uit het Hebreeuws naar het Grieks vertaald in de derde eeuw voor Christus. Ik heb voor mijn doctoraat de eerste vierentwintig hoofdstukken van het boek Ezechiël vanuit het Grieks naar het Frans vertaald. Ik heb ook de taal van de hele tekst bestudeerd. De invloed van het Hebreeuws op het Grieks van de Septuaginta is vaak overduidelijk, en een enkele keer moeten we zelfs de Hebreeuwse tekst ernaast leggen om het Grieks te begrijpen. Toch is de taal van de Septuaginta meer dan eens 'goed Grieks', dat zich niet laat dicteren door de Hebreeuwse brontaal. Dit heb ik kunnen aantonen aan de hand van de studie van een paar grammaticale constructies. De taal interesseert mij het meest en ik houd mij graag bezig met vragen als “Waarom zegt men het op die manier?”, “Hoe werd dat begrepen?” Mijn promotor was professor Willy Clarysse van het departement Klassieke Filologie, mijn copromotor was professor Johan Lust. Op de verdediging heb ik onder meer ook Ria Van Boxmeer uitgenodigd. Ze heeft tenslotte een belangrijke rol gespeeld in mijn studiekeuze, door mij de liefde voor de Griekse taal bij te brengen én door mij te wijzen op het belang van de taal, ook bij het beoefenen van de geschiedenis. En wat na het doctoraat? Het werd de start van een postdoctoraal project. Voor het eerst heb ik een eigen project, en wel bij het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen. Op dit ogenblik werk ik aan de verwerking van de commentaar die een vijfde-eeuwse kerkvader, Theodoretus van Cyrus, heeft gemaakt op Ezechiël. Dat is nog steeds voor de reeks 'La Bible d' Alexandrie'. Het was oorspronkelijk een driejarenproject dat verlengd is geworden tot vijf jaar en dat loopt tot eind september 2008. Nu is er een nieuwe aanvraag ingediend, waarvan ik in juli zal weten of die wordt gehonoreerd.
Waarom de verlengingen? In 1999 ben ik getrouwd met Johan Coenen. Ik heb mijn man leren kennen op de Faculteit Godgeleerdheid, waar hij op dat ogenblik als informaticus werkte. Intussen hebben we twee dochtertjes: Helena van bijna vier en Guinevere van twee. Ze zijn geboren tijdens mijn postdoctoraat. Wegens zwangerschaps-, borstvoedings- en ouderschapsverlof werd mijn mandaat opgeschort en verlengd. Ik vind het erg belangrijk om ook mijn rol als echtgenote en als moeder zo goed mogelijk te vervullen en een juist evenwicht te vinden tussen werk en gezin.
Waar heeft je gezin zich genesteld en waarom daar? 36
Paridaensinfo 3 - 2007-2008
We wonen in Halle-Booienhoven, een deelgemeente van Zoutleeuw. Mijn man is afkomstig van Kortessem. Toen we nog niet getrouwd waren, fietste ik wel eens naar Kortessem over het fietspad dat aangelegd is op de oude spoorwegberm van Tienen naar Borgloon. Ik vond het toen al een schitterende streek. Nu hebben we daar in de kleine dorpskern een huis kunnen kopen met een grote tuin en de prijs was schappelijk. Het is aangenaam wonen daar.
Je hebt onlangs opnieuw contact gezocht met zuster Hilde, zo vertelde ze ons. Hoe kwam je bij zuster Hilde terecht? Ik ben actief in het parochieleven van Halle- Booienhoven en van Zoutleeuw. Bénédicte Lemmelijn, collega en theologe, Veerle Van Mele en ik zingen tijdens de gezinsvieringen met gitaarbegeleiding. Heel fijn om te doen. De vastenactie van Broederlijk Delen was dit jaar gericht op Haïti. Bij de zoektocht naar geschikte liederen herinnerde ik me dat zuster Hilde ons in het eerste jaar van de humaniora een Creools liedje had aangeleerd. Ik kende het zelfs nog. Alleen: ik wist niet zeker of ik alles wel goed uitsprak, en bovendien wist ik niet meer zo goed wat de Creoolse woorden precies betekenden. Via professor Lieven Boeve van de Faculteit Godgeleerdheid en zijn vrouw Maryleen Verhaevert, lerares in Paridaens, ben ik aan het emailadres van zuster Hilde geraakt, en zodoende. Ik ben intussen bij zuster Hilde geweest en ze heeft mij - op haar eigen bescheiden wijze - verteld over haar verblijf in Haïti en over het missiewerk van de Dochters van Maria daar, nu onder de leiding van de Haïtiaanse algemene overste. En we hebben het liedje in de kerk kunnen zingen en het was een groot succes! Via zuster Hilde heb ik ook contact kunnen hebben met Luc Claessens, het hoofd van Broederlijk Delen, wat ook zeer boeiend was.
Van waar je engagement in de kerk? Ook in mijn ouderlijke parochie in Haacht was ik lid van het zangkoor en van de liturgische werkgroep. Als je je engageert word je gedwongen om intensiever en bewuster met geloof en kerk bezig te zijn. Het leert mij veel bij over het geloof en over de bijbel. En met het slinkend aantal priesters moeten de jonge mensen hun verantwoordelijkheid opnemen. Er resten ons nog vele vragen, maar spijtig genoeg zit de middagpauze van Katrin erop. Dank voor de prettige babbel en voor het kijkje in het warmhartige leven van een lieve en gedreven oud-leerlinge! Hermine Van Langendonck Ezechiël 19,119,1-9 Klaaglied over de koningen van Israël Eens was je moeder een krachtige leeuwin! Door leeuwen omringd bracht zij haar welpen groot. Een van haar welpen koos zij uit. Hij werd een sterke leeuw, 2007-2008 - Paridaensinfo 3
37