DAAR WAAR IK WOON Mirjam Brinks
p 04 / 05
inhoudsopgave
i p 04
1 p 08
Inleiding
Grubbehoeve Amsterdam Zuidoost
3
2 p 38
Weidevenne Purmerend
p 66
Staatsliedenbuurt Amsterdam Westerpark
p 06 / 07
Inleiding
Daar waar ik woon tussen deze muren waar mijn hart is loop ik glimlachend rond Daar waar ik woon onder dat warme dak waar ik mijn leven voel slenter ik de jaren terug Daar waar ik woon ik genietend kan zeggen dat mijn huis thuis is adem ik herinneringen Daar waar ik woon glimlachend mijn leven voel herinneringen adem daar ben ik altijd thuis.
Jelte van der Kooi (oktober 2010)
‘Daar waar ik woon’ laat zien hoe mensen verschillend gebruik maken van dezelfde woning. Dit boek gunt u een kijkje achter de voordeur van bewoners van de flat Grubbehoeve in de Bijlmermeer, de woonzorgcombinatie Zuidland in Purmerend en de Staatsliedenbuurt. Het gaat om Rochdale woningen. De in beeld gebrachte woningen zijn representatief voor de brede doelgroep van deze woningcorporatie: jongeren en ouderen die oude en nieuwe huizen huren of kopen.
Wat betekent een huis voor hen? Hoe ziet hun woning eruit? Wat gebeurt er nog meer naast slapen en eten? Wordt er gewerkt, en hoe dan? Hoe verandert het woninggebruik als er kinderen komen?
Inleiding
Cijfers
p 08 / 09
Woonwensen van verschillende mensen blijken heel divers te zijn. Dé standaard bewoner bestaat niet. Toch zijn veel huizen wel ooit gebouwd voor een gezin. Terwijl 55% van de huizen in Amster dam nu wordt bewoond door slechts één persoon.
55% 55%
Bijna 20% betreft een huishouden van twee
Wat betekent dit voor de toekomst?
Terwijl ontwikkelaars en beheerders zich
volwassenen. De overige 25% van de huishoudens
Moet er nu voor verschillende groepen
hierover buigen, leven bewoners hun
bestaat uit éénoudergezinnen (10%) en gezinnen
specifiek gebouwd worden of moeten
leven. Nu, vandaag, iedere dag. In hun
(15%). Kortom: huizen gebouwd voor gezinnen
woningen aanpasbaar zijn?
woning. Geschikt of niet. De plek blijkt
worden slechts in 15% als zodanig gebruikt.
belangrijker dan het aantal kamers of de
Dat vraagt om flexibiliteit van de overige 85%.
oppervlakte van de woonkamer. In ‘Daar
Passen zij hun wensen aan, of hun woning?
waar ik woon’ laten bewoners zien hoe zij zelf hun thuis hebben gecreëerd.
20% 20% 15% 15% 10% 10%
1-persoons 1-persoons huishouden huishouden
2-persoons 2-persoons huishouden huishouden
1-oudergezin 1-oudergezin
gezin gezin
1
p 010 / 011
Grubbehoeve / Bijlmer, Amsterdam Zuidoost
Amsterdam ’t IJ
Dam
Vondelpark
Grubbehoeve
Grubbehoeve Bijlmer Amsterdam Zuidoost
Grubbehoeve / Bijlmer, Amsterdam Zuidoost
p 12 / 13
Misschien geven haar eenvoudige woorden nog wel het beste weer wat de Bijlmer is: een ultiem geplande wereld voor stereotiepe mensen. De Bijlmer, verrezen eind jaren zestig en begin jaren zeven tig, een tijd waarin planologen, stedenbouwkundigen en architecten zeer veel vertrouwen in de toekomst hadden. Vol overtuiging reali seerden zij op enige afstand van de stad een logistiek goed doordachte wijk, met grote flatgebouwen voor het middenklassegezin en uit gestrekt autovrij groen. De nieuwe stadswijk had een tot ver in de omgeving herkenbaar silhouet dat maar één boodschap verkondigde: hier wordt gewoond. Het vele groen en een rijke flora en fauna konden hier niets aan veran deren. Toen Suriname in 1975 onafhankelijk werd, vonden vele Surinamers er onderdak en vanaf dat moment is het aantal nationaliteiten gestaag toegenomen tot inmiddels 134. In het relatieve isolement ontstond een kleine, fascinerende, kleurrijke samenleving. Er zijn mensen die er vanaf het allereerste begin met hart en ziel wonen, maar ook is er door de jaren heen leegstand geweest doordat velen zich door de nodige sociale problemen niet tot de wijk aangetrokken voelden of de Bijlmer de rug toekeerden.
De Bijlmer, een multiculturele smeltkroes, een voorbeeldwijk en een ontoegankelijke enclave. Het zijn slechts enkele typeringen voor deze buurt die ooit werd opgezet als satelliet van Amsterdam. Annie M.G. Schmidt dichtte destijds: Eens was het een woestenij Nu is het een betonnen wijk Met duizend huizen op een rij en allemaal gelijk
Hoe heeft het nu kunnen gebeuren dat een wijk die in de folders werd aangekondigd als een woonparadijs waar je de nachtegaal zou kunnen horen fluiten, in de loop van veertig jaar transformeerde tot de meest verguisde wijk van Nederland? Volgens Han Michel, advi seur woningbouw/stedenbouw, is ‘de geplande wereld’ de belangrijk ste oorzaak van de problemen in de Bijlmer. “Alles werd beredeneerd, nergens werd rekening gehouden met de factor ‘toeval’. Er is zoveel doorgepland dat het de eerste stadswijk werd waar alles ontregeld raakte. Al maak je de omgeving nog zo mooi en parkachtig, die woningtypologie is enorm kwetsbaar”, meent hij. “Waarom? Kijk naar een grote flat als Grubbehoeve, waar heel veel collectief is. Neem nou de wandeling van de entree, met de lift, over de galerij, langs al die slaapkamers en keukens, naar je woning. Bij het collectieve gedeelte van het complex heeft bijna niemand ‘een goed gevoel’. Het probleem zit hem vooral in de anonimiteit en de grote schaal. Bovendien is bij massale projecten het effect van de zwakke schakel enorm groot. Als één iemand overlast veroorzaakt, hebben er bij wijze van driehon derd mensen last van. Maar gelukkig hebben alle mensen verschil lende ideeën over het wonen. Zo zijn er ook mensen die juist kiezen voor het ‘anonieme wonen’. De flats in de Bijlmer waren echter
Grubbehoeve / Bijlmer, Amsterdam Zuidoost
p 14 / 15
bedoeld als een brede woonformule voor de middengroepen, voor de mainstream. Dat is er niet van gekomen, zo weten we inmiddels. Maar de resterende flats kunnen zeker bestaansrecht houden voor een beperkte groep liefhebbers, als een bijzondere ‘deelmarkt’. Deze liefhebbers kiezen voor de voordelen van het anonieme wonen in de ruime appartementen met het soms meeslepende uitzicht, en maken geen probleem van zaken die andere mensen juist een onoverkome lijk nadeel vinden. Dit fenomeen zal overigens steeds sterker worden. Wat de favoriete woning of woonomgeving van de één is, is in de ogen van een ander juist een nachtmerrie. Er bestaat geen universele kwaliteitsformule meer, ook niet voor huurwoningen. Volkshuisves ting wordt maatwerk.”
Het maaiveld is een ideale speelplek voor de Bijlmerkinderen.
Grubbehoeve Hoogoord was in 1968 de eerste flat die in de Bijlmer werd opgeleverd. Grubbehoeve volgde in 1971. Grubbehoeve is een traditionele honing raatflat met elf verdiepingen en drie aaneengesloten blokken. In de periode van 2005 tot en met 2007 is de flat gerenoveerd en zijn rondom de flat veel woningen gebouwd. Vooral de laagbouwwoningen zijn de bewoners van het eerste uur een doorn in het oog. Zo noemt bewoon ster Karin Moor het “karakterloze wijkjes met nauwe straatjes” en spreekt flatgenoot Henno Eggenkamp van “verkneutering en verkek king” van de wijk. Volgens hem zijn mensen ontzettend bang voor verval en lelijkheid. “En laat dat nu net zijn wat de Bijlmer zo uniek maakt. Het moet hier bruut, ruw, monotoon en lelijk zijn.” De renovatie van Grubbehoeve is niet zonder slag of stoot gegaan. Een deel van de flat stond zelfs op de nominatie om gesloopt te worden. “Eigenlijk is de Bijlmerramp in 1992 de start van de vernieu wing geweest”, zegt Liesbeth Hendriksen, die jarenlang manager woonzaken van Rochdale in de Bijlmer was. Door de ramp zijn de eerste flats gesloopt. Alle complexen waren tot 1984 in bezit van onafhankelijke corporaties. De woningbouwvereniging Nieuw
p 16 / 17
Grubbehoeve / Bijlmer, Amsterdam Zuidoost
Grubbehoeve vormt eigenlijk al vanaf het eerste moment een soort eilandje in de Bijlmer. “De flat kent heel veel emoties. Er heeft altijd eenzelfde groep mensen in gewoond: intelligente, onafhankelijke mensen”, zegt Liesbeth Hendriksen. Volgens Henno Eggenkamp hebben de echte Bijlmerbelievers, waar hij er één van is, nog voor ogen hoe de wijk oorspronkelijk was bedoeld. De bewoners van het eerste uur hadden idealen. Ze zagen de Bijlmer zoals de beroemde Franse architect Le Corbusier de wijk bedacht had: een strikte scheiding tussen wonen, verkeer en werken en ruime flats in een parkachtig landschap. Alleen bij de uitvoering ging alles mis. Zo zouden er volgens de eerste bouwtekeningen na elke vijf portiek woningen een lift en een vuilstortplaats komen. Flatbewoners hadden dan geen galerij, maar konden nog een privéplekje maken, een stoel neerzetten. In plaats daarvan kwamen er wegens geldgebrek toch lange galerijen en werd het voor sommigen wel erg aantrekkelijk de vuilnis van negen hoog over het balkon te gooien.
Amsterdam werd toen opgericht. Hier werd het bezit van alle corpora ties ondergebracht. Er was echter één probleem: de nieuwe corporatie had geen geld. Het destijds rijke Patrimonium is toen gefuseerd met Nieuw Amsterdam en zo kon de vernieuwing starten en de Bijlmer worden ‘gered’. De bewoners van Grubbehoeve waren tegen sloop. Er zijn allerlei initiatieven ontwikkeld om deze flat te behouden. Er is uiteindelijk een constructie bedacht waarbij de huurflat getransformeerd zou worden tot koopflat. De flat was echter te groot om helemaal tot koopflat te maken. Een deel zou gesloopt worden en met de twee overgebleven blokken kon de transformatie beginnen. De groep ‘Koop Je Eigen Bijlmer’ (KJEB) werd opgericht. Met de KJEBers is toen een plan bedacht. Zij konden tegen een gunstig tarief (kostprijs) een woning in het complex kopen. Rochdale betaalde de renovatie met een levensverwachting van 25 jaar. De KJEBbers kochten hiermee als het ware het risico af, waardoor ze goedkoop konden wonen. Zestig mensen hebben hier destijds gebruik van gemaakt.
De metro die de Bijlmermeer verbindt met het centrum van Amsterdam rijdt sinds 1978.
Grubbehoeve / Bijlmer, Amsterdam Zuidoost
p 18 / 19
Eigenlijk klopt er een heleboel in de Bijlmer, maar één ding niet en dat is de sociale veiligheid.” Toch is die sociale veiligheid vooral een probleem voor de mensen buiten de Bijlmer, menen Bijlmerbewoners en Bijlmerkenners. Zo omschrijft bewoner Glenn, die niet zijn achternaam genoemd wil hebben, ‘zijn Bijlmer’ als volgt: “Hier heb ik alles, het mondiale gevoel, dat een mens tot mens maakt, temidden van alle wereldbur gers, zonder onderscheid in geloof, ras, cultuur, zonder vooroordelen. Mijn Zuidoost, mijn Bijlmer, een voorbeeld van hoe het kan. Een vrij plaats voor welk ras dan ook.” Volgens Liesbeth Hendriksen is de kracht van de Bijlmer dat het geen betutteling kent. “Hoe je hier ook op straat loopt, hier wordt niet geoordeeld. Ik denk dat integratie hier voor 95 procent gewoon gelukt is. Alle groepen wonen heel fijn bij elkaar en de buitenwereld ziet het niet...”
Zo waren er meer tegenslagen. De voorzieningen bleven achter. De metro reed pas vanaf 1978. Winkelcentrum Amsterdamse Poort ging pas in 1982 open. Het maaiveld werd niet vrijgehouden zoals de bedoeling was. En er kwamen weinig gezamenlijke ruimtes. Maar, het werd volgens bewoners vooral onveilig doordat het toezicht, dat wel in de plannen was opgenomen, ontbrak. Parkeergarages bleven onbeheerd en huismeesters kwamen er nauwelijks. “De Bijlmer was bij oplevering nog maar een schim van het oorspronkelijke plan”, meent Henno. Desondanks menen bewoners van Grubbehoeve dat het beeld dat de ‘buitenwereld’ heeft van de Bijlmer niet strookt met de realiteit. “Als je kijkt naar de woningen van de Bijlmerbelievers, die overigens allemaal hier in Grubbehoeve wonen, dat zijn stuk voor stuk prachtig opgeknapte stadsappartementen”, meent bewoner Karin Moor. Volgens Nelleke Nelis van de Adviescommissie Wonen (Vacpunt Wonen) zijn de appartementen zelfs een goed voorbeeld van ideale woningen. “Wij kijken vanuit gebruiksvriendelijkheid naar plattegronden en deze woningen hebben een flexibele plattegrond die door de bewoners gemakkelijk aan te passen is aan de eigen smaak en wensen. Bovendien zijn ze ruim, zit er een lift in het gebouw en hebben ze een brede galerij. Met de woningen is echt niets mis.
De Grubbehoeve zou gesloopt worden. Met hulp van de bijlmer believers kon de flat grotendeels behouden blijven.
Grubbehoeve / Bijlmer, Amsterdam Zuidoost
Karin Moor (51) is als kind door haar ouders ‘ontvoerd’ naar de Bijlmer. Nu, vele jaren later noemt ze zich zelf een zogeheten bijlmerbeliever en kent ze alle ins en outs van dit door velen als getto bestempelde stukje Amsterdam. “Ik woon inmiddels bijna 40 jaar in de Bijlmer en kan me geen betere plek voorstellen.”
Ontvoerd naar de
>
De Bijlmermeer was ontworpen als een woon gebied voor de Amsterdamse middenklasse, met veel groen, licht en ruimte rondom de duizenden identieke flatwoningen. “Dit als gevolg van de sociaal-democratische veronderstelling dat iedereen gelijk was. Na de oplevering ontstond juist een leuke mix van keurige burgermensen, artistieke types, vrijgevochten intellectuelen en alcoholisten”, zegt Moor. Om deze geschakeerde samenleving terug te krijgen is Moor in 2002 samen met andere bijlmerbelievers gestart met het initiatief ‘Koop je eigen Bijlmer’ (kjeb). “Rochdale wilde in die tijd de flatwoningen voor een appel en een ei verkopen aan projectontwikkelaars. Wij wilden dat als bewoners ook wel. Het heeft jaren van overleg gekost, maar uiteindelijk is het ons gelukt en zijn zestig woningen via de kjeb gekocht. Sinds 2003 is Moor de trotse eigenaar van deze vijfkamerwoning in Grubbehoeve. Daags nadat ze de handtekening zette onder het koopcon tract heeft ze de plattegrond volledig veranderd. Zo liet ze alle deuren uit de woning slopen en moesten ook de halletjes verdwijnen. “Ik heb een hekel aan hokjes; letterlijk en figuurlijk. De openheid in mijn huis geeft me een gevoel van vrijheid. Bovendien woonde ik hier destijds alleen en dan zijn afgesloten kamers nergens voor nodig. Inmiddels woon ik hier al vijf jaar samen met mijn partner Leen en ook nu moeten we niet denken aan allemaal gescheiden ruimtes.” Moor was twaalf toen ze als kind met haar ouders vanuit Amsterdam West naar hoogbouw flat Kralenbeek in de Bijlmer verhuisde. “Ik vond het vreselijk, een ramp dat we weggin gen. Ik had net verkering en wij gingen verhuizen naar de andere kant van de wereld, naar de middle of nowhere, waar niemand wilde wonen
p 20 / 21 en nog helemaal niets was. Iedereen zei: Moet jij naar de Bijlmer? De hele omgeving reageerde negatief”, zo herinnert Moor zich nog goed. Haar aversie tegen de Bijlmer was van korte duur. “Ik ontdekte al heel snel dat ik in zowel een dorp als in een stad woonde. Een dorp is eenzijdig, maar hier is de bevolking veelzijdig en grootstedelijk. Tegelijkertijd is het heel dorps, iedereen kent elkaar. De sociale contacten zijn er dan ook zeker, maar het dwingende, het elkaar continu in de gaten houden, dat is er gelukkig niet.” “Nog meer positieve punten van de Bijlmer? Je wordt hier niet wakker van het verkeer maar van de vogels. Ik woon in het groen.” Belang rijker nog dan de omgeving vindt Moor de medebewoners van Grubbehoeve. “Dat zijn toch de wat meer vrijgevochten en avontuurlijke types. Ik woon daar graag tussen.” Bij het betreden van haar woning springt meteen de vrolijk gekleurde mozaikmuur in het oog. “Dat is een muur met een verhaal”, zegt Moor. “Ik wilde stoppen met roken, maar dat ging natuurlijk niet zo gemakkelijk. Nu had ik mezelf opdracht gegeven om iedere keer als ik zin kreeg in een sigaret een stukje te gaan mozaiken. Die muur schoot lekker op, maar van het roken heeft het mij op dat moment niet af geholpen.” In de woning van Moor is veel te zien. Zo valt ook een deur achterin de woning meteen op. Deze is beplakt met ‘bomenbehang’. “je kunt wel zien dat wij dol zijn op kamperen”, zegt ze en vervolgt: “plassen doe je achter de bomen.” Het enige wat haar hier in Grubbehoeve een beetje begint tegen te staan, is de afhankelijk heid van stadsverwarming. “Ik zou het liefst helemaal self supporting willen leven. Een beetje als kamperen eigenlijk. Of ik nog woon wensen heb voor de toekomst? Later als ik groot ben wil ik wel een klein huisje, ergens afgelegen, met een moestuin.”
Karin Moor
Grubbehoeve / Bijlmer, Amsterdam Zuidoost
p 22 / 23
De studeerkamer, de entree en de keuken vanuit het midden van de woning gezien.
De woonkamer, de slaapkamer en de leeskamer vanuit het midden van het huis gezien.
>
De oorspronkelijke plattegrond van de woning.
Grubbehoeve / Bijlmer, Amsterdam Zuidoost
Kees Vos (58) heeft twee jaar geleden dit vijfkamer appartement in Grubbehoeve gekocht. Zijn huis lijkt meer op een tweedehandsboekwinkel dan op een woning. Ruim 260.000 boeken staan in de woning opgeslagen. “Achter deze boeken wand is mijn slaapkamer”, zegt Kees en vervolgt: “Waarom zou je muren in je huis laten metselen als boeken dezelfde functie kunnen hebben...”
ik
hou niet zo van
verhuizen
>
Kees woont en leeft in de woonkamer. “Kijk, de keuken zit daar rechts.” En inderdaad, achter een stapel kisten met boeken zie je de keuken. “De vier slaapkamers in huis verhuur ik aan studentes. Per kamer vraag ik 300 euro per maand. Ik zorg dan ook voor de kleine boodschappen zoals wc- papier, koffie, thee, boter. De meisjes kunnen hier in de keuken koken en de badkamer en wc delen ze ook met mij. Beneden, op de begane grond, heb ik nog een werkruimte van 25 vierkante meter. Die gebruik ik als opslag voor boeken. Ik heb nu 135 vierkante meter woning en 25 vierkante meter opslag voor 210.000 euro, een prima deal.” Om via ‘Koop Je Eigen Bijlmer’ (KJEB) een woning te kunnen kopen moet je ooit in de Bijlmer hebben gewoond. Kees heeft in de jaren zeventig een jaar in de flat Hageveld gewoond. “Waarom ik zo graag weer in de Bijlmer wilde wonen? Vanwege de prijs. Ik vind huizenprijzen veel te hoog. Hier is het betaalbaar en dat geeft mij een gevoel van vrijheid. Net als met boeken eigenlijk, die bezorgen mij ook vrijheid, daar kan ik zomaar twee jaar mee stoppen en dan weer verdergaan.” Kees is 25 jaar geleden per toeval in het boekenvak gerold. “Tijdens mijn studie natuurkunde heb ik wat bijverdiend als metselaar. Tijdens het metselen is mijn liefde voor een boekenmuur ontstaan. Een baksteen heeft dezelfde geometrische verhoudingen als een kistje. Als ik ze trapsgewijs stapel, vlaams verband heet dat, dan is het een leuke boekenkast. Zo ben ik de man van de boekenmuur geworden. Ik sta nu op tweedehandsboekenmarkten door het hele land. Mijn boekenkastopbouw zorgt voor orde in de vaak chaotische boekenkast van tweedehands boeken. Met een stapsgewijze opbouw blijft het overzichtelijk. Het lukt me om binnen een uur de boekenmuur met zo’n 20.000 boeken erin op te zetten.” Ook in zijn huis zorgen de boeken voor orde.
p 24 / 25 Behalve als afscheiding van een ruimte, gebruikt hij ze ook als meubilair. Zo doet in het woongedeelte een stapel boeken dienst als bijzettafel en staan in de slaapruimte meerdere stapels boeken naast elkaar met een matras erop. “Dit is mijn bed.” De man van de boekenmuur heeft drie kinderen. “Ze zijn drie jaar geleden de deur uit gegaan. Ik heb twintig jaar met mijn kinderen in de Watergraafsmeer op tachtig vierkante meter gewoond. Ik was huisman. Dertien jaar geleden ben ik gescheiden. Ik ben 23 jaar huisman geweest. Dan moet je natuurlijk niet gaan solliciteren. Toen ben ik met de boeken begonnen, of eigenlijk heb ik het op dat moment verder uitgebouwd. Tijdens het opvoeden van de kinderen ben ik al begonnen met het opzetten van mijn eigen bedrijf. Dat kon ik goed combineren met de kinderen, die gingen immers naar school. Boeken verkopen doe je in het weekend en dan nam mijn vrouw de honneurs waar. Zelfs na de scheiding is dat zo doorgegaan.” Voordat Kees deze woning kocht, zat er een maatschap van dokters in deze ruimte. “Er moest veel gebeuren voordat ik erin kon. Zo moest er een badkamer en een keuken geplaatst worden. Ook had ik aangegeven dat er van de vier slaapkamers drie gemaakt moesten worden en dat de badkamer groter moest worden. Met de verbouwing is van alles misgegaan.” Desondanks is hij erg blij met zijn huis. “Ik blijf hier voorlopig wel wonen. Het verhuren van die kamers bevalt mij goed. Ik heb lol met die meiden. Bovendien hou ik niet zo van verhuizen. Dit is pas mijn derde woning...”
Kees Vos
Grubbehoeve / Bijlmer, Amsterdam Zuidoost
>
De trap naar de kelder vanuit de hal gezien.
De hal vanuit een van de slaapkamers gezien.
De oorspronkelijke plattegrond van de woning.
p 26 / 27
Grubbehoeve / Bijlmer, Amsterdam Zuidoost
Trijntje Sjoertsma (58) verhuisde als jong volwassene in 1976 naar de Bijlmermeer. “Daar was ruimte, groen en vrijheid. En, daar kon je de nachtegaal horen fluiten.” Halverwege de jaren negentig verruilde ze de Bijlmer voor Amsterdam-Oost om in 2005 weer terug te keren. “Deze keer kreeg ik de kans een woning in Grubbehoeve te kopen. En hierdoor alle vrijheid om mijn huis naar mijn eigen smaak in te delen.”
ik wilde
creeëren
ruimte
>
“De redenen waarom ik in de jaren zeventig naar de Bijlmer trok, gelden nu nog steeds. Er is echter een belangrijke reden bijgekomen: de bewoners van Grubbehoeve. Het voelt als thuiskomen.” Voor Trijntje staat Grubbehoeve synoniem aan de Bijlmer. “Ik heb alleen maar in deze flat gewoond.” Samen met haar inmiddels ex-man huurde ze hier in 1973 een driekamerwoning. “Later, toen we twee kinderen kregen en graag meer ruimte wilden, verhuisden we naar een vijfkamerwoning. We leefden als god in Frankrijk, ver van de rest van de wereld. Als ik in de stad kwam, dacht ik: tjezus, wat lopen ze er allemaal modern bij.” In de jaren dat ik in Oost heb gewoond, heb ik altijd contact gehouden met mensen uit Grubbehoeve. Via Karin Moor hoorde ik over ‘Koop Je Eigen Bijlmer’ (KJEB). Dit was voor mij een unieke kans om weer hier te gaan wonen. Bovendien kon ik elders geen eigen huis betalen en nu heb ik voor 96.000 euro een prachtige eigen woning.” Trijntje heeft dit driekamerappartement volledig heringedeeld. Zo heeft ze alle deuren en halletjes eruit gehaald en muren verschoven. “Ik wilde ruimte creëren. Ik woon alleen, dus waarom zou ik halletjes en afgesloten kamers moeten hebben? De enige deuren in mijn huis zijn die van de wc en de slaapkamer. Maar, zelfs aan die deuren wil ik nog iets doen. Ik vind ze zo lelijk.” Wat mijn lievelingsplek is hier in huis? De slaapkamer. Ik vind het heerlijk om ‘s ochtends met mijn krantje op het bed te zitten.” Ze is even stil en vervolgt dan: “Die kamer is af, misschien heeft het daar ook wel mee te maken. Met de andere ruimtes wil ik nog iets. Kijk, hier in de
p 28 / 29 keuken moet echt meer kastruimte komen. Ik heb een chronisch gebrek aan opbergruimte.” In de slaapkamer is een deur naar het balkon met uitzicht op het park. “Hier zit ik ook graag. Vooral nu het weer wat beter wordt, zit ik geregeld ‘s avonds met een boek in mijn hangstoel. Het is hier heerlijk stil.” Ze lacht even en zegt: “Dat zou je niet denken hè in de Bijlmer? Maar toch is het waar. Je hoort alleen het fluiten van de vogels.” En de metro? “Ach, daar raak je aan gewend. Ik hoor hem niet meer.” In haar slaapkamer met open badkamer staat ook een kinderledikant. “Dat is voor mijn tweejarige kleindochter Floortje. Zo af en toe ben ik oppasoma. We slapen dan gezellig samen in dezelfde kamer.” Floortje komt graag bij haar oma in de Bijlmer. “Mijn kinderen, die hier geboren zijn, hebben er meer moeite mee. Ze vinden het jammer dat ik weer ben terug gegaan. Zij hebben het grootste deel van hun jeugd in Oost gewoond, dus ergens begrijp ik dat ook wel.” De mening van anderen vindt Trijntje niet zo interessant. Belangrijker zijn voor haar de contacten met de andere Grubbehoeve bewoners. “Ik ben een tijd erg ziek geweest en toen merkte ik weer hoe sociaal het hier is. Ik kon bij iedereen aanschuiven voor het eten, de mensen hier zorgen echt voor elkaar en zijn er voor elkaar. Het is net een dorp eigenlijk.”
Trijntje Sjoertsma
p 30 / 31
Grubbehoeve / Bijlmer, Amsterdam Zuidoost
Het balkon
>
De keuken vanuit de studeerkamer gezien.
De srudeerkamer vanuit de keuken gezien.
De oorspronkelijke plattegrond van de woning.
Grubbehoeve / Bijlmer, Amsterdam Zuidoost
het
geweten van de Bijlmer
Henno Eggenkamp (65) ook wel het geweten van de Bijlmer genoemd, streek in 1969 neer in de Bijlmer. “Van verkneutering en verkekking was toen nog geen sprake.”
>
Hij heeft heimwee naar die vrolijke chaos van vroeger. “Er hing een vrije, artistieke sfeer, waarin niemand elkaar een strobreed in de weg legde. Het was een gezellig getto waar alles kon en mocht. Kijk, je wilde er net als iedereen zo snel mogelijk weg, daar niet van, maar ondertussen hield je zielsveel van de Bijlmer.” Henno was in de eerste jaren van de Bijlmermeer een van de vele jongeren die in Amsterdam geen leuke betaalbare woonplek kon vinden. “De Bijlmer was eigenlijk het enige alternatief. Door de leegstand die de nieuwe wijk vanaf het begin teisterde, had je de woningen voor het uitzoeken. Hij werd een zogeheten bijlmerbeliever en zette zich in voor het behoud van de oorspronkelijke Bijlmer. Ook is hij initiatiefnemer van het Bijlmer Museum dat is ondergebracht in de collectieve ruimte van Grubbehoeve. Het museum maakt in afwachting van betere tijden een casco-indruk. “Ja, vreselijk vind ik dat. Er is al jaren gehannes over deze ruimte, maar ooit komt het museum er wel.” Waarom ik van de Bijlmer hou? Het is zo on-hollands. Er zijn geen clubjes mensen met dezelfde smaak, gewoontes en wensen. Er is geen cultuur die overheerst. Iedereen is gelijk. En gelukkig zijn er geen straatjes met hun bedompte uitzicht, hun angstig gerangschikte vensterbanken, hun eigen voordeuren, tuinen en auto’s voor de deur. Geen grenzen van status en privé.” Langzaam maar zeker verdwijnen echter de laatste restanten van de oude Bijlmer onder de slopershamer. De typerende honingraatflats maken plaats voor appartementen en kleine wijkjes met huizen en tuinen. Henno gruwt van zijn keuken-uitzicht op de laagbouw van Nieuw Grunder. “Ieder apart binnen zijn eigen Gammaschutting.”
p 32 / 33 Zijn eigen woning is een vijfkamer-appartement, ooit bedoeld voor een gezin met twee of drie kinderen. Een speelplek voor het jonge kind, een grote slaapkamer voor het ouder wordende kind, een eetkamer met schuifwand en een keuken met doorgeefluik. “Een mooie plattegrond, helemaal bedacht volgens de normen van de jaren zestig en de regels van de woningwet”, zegt Henno en vervolgt: “Desondanks zijn er niet veel echte gezinnen gebleven in de Bijlmer. Het merendeel van de bewoners bestaat uit alleenstaanden of eenoudergezinnen.” Henno heeft de woning meteen na eigen wens ingedeeld. Door deuren, kozijnen en houten wandjes te slopen, heeft hij de keuken samen gebracht in een grote ruimte met de woonkamer en de eetkamer. “De eetkamer is loungeplek en slaapkamer. Er is immers niets fijner dan in een grote ruimte je nachtrust pakken. Slaapkamers zijn eigenlijk te klein voor een groot bed en handige spullen om je heen”, zo meent hij. Van de eerste slaapkamer heeft Henno een werkkamer gemaakt. De tweede slaapkamer is een rommelhok en tegelijkertijd het archief van het Bijlmer Museum. De derde en tevens kleinste kamer is een inloop kledingkast. Of ik weg wil uit de Bijlmer? Nee! Om het kort door de bocht te formuleren: Liever een getto in Zuidoost dan een keurige nieuwbouwwijk in Almere of een yuppenstraat in de stad. Liever wat verloedering dan verkekking.” Wat hem betreft hadden de oerlelijke en lompe garages van de Bijlmer niet gesloopt hoeven worden. “Als je alles keurig ordent en gladstrijkt, maak je het zielloos. Je hebt ook lelijke en rare dingen nodig om de boel spannend te houden. Die garages waren ook puur in hun vorm en bouw. Ze waren niet meer dan ze moesten zijn: opbergdozen voor auto’s. Daarnaast mag dan een gebouw dat sterft in schoonheid. Maar verval en lelijkheid moet je niet verbergen.”
Henno Eggenkamp
Grubbehoeve / Bijlmer, Amsterdam Zuidoost
p 34 / 35
De keuken vanuit de woonkamer gezien.
De woonkamer vanaf het balkon gezien.
De oorspronkelijke plattegrond van de woning.
>
die plek is mij
Grubbehoeve / Bijlmer, Amsterdam Zuidoost
De Antilliaanse Shanny Keeps (37) zette in 1996 voor het eerst voet op Nederlandse bodem. Ze logeerde bij haar lievelingszus die in de Bijlmer flat Grubbehoeve woonde. “Vanaf het allereerste moment wist ik al: hier wil ik blijven. Ik heb eerst drie maanden bij haar gelogeerd en kreeg daar na zelf deze driekamerwoning aangeboden. Ik voel me hier al ruim vijftien jaar helemaal thuis.”
heilig
>
Via een hal met links een deur naar de dichte keuken, loop je de woonkamer in. De deur heeft Shanny eruit gehaald. “Zo heb ik nog een beetje het gevoel van ruimte. Ook de deur van de woonkamer naar het andere halletje waar de twee slaapkamers, de badkamer, de wc en een kleine berging op uit komen, heb ik eruit gehaald. Eigenlijk best gek om in deze woning van nog geen 75 vierkante meter twee halletjes te hebben...” Shanny woont hier met haar stiefdochter Evelien en haar tweejarige zoontje Roe. “Nu logeren ze tijdelijk bij mijn zus. We hebben ruzie gehad en ik vond dat ze maar even elders moest afkoelen. Dat komt nu toevallig ook goed uit, een vriendin van mij heeft geen dak boven haar hoofd. Zij gebruikt nu de kamer van Evelien en Roe. Hoe dat straks gaat als mijn dochter weer terug is? Ach, dat zien we dan wel weer. Mijn moeder zei altijd: Waar er één kan eten, kunnen er ook tien eten.’ Dat zal voor slapen niet anders zijn.” Haar eigen slaapkamer zal Shanny niet snel afstaan of delen. “Die plek is mij heilig. Daar leef ik. Zodra ik vrij ben, trek ik mij graag terug op mijn slaapkamer. Dat is de plek waar ik televisie kijk, met vrienden of familie bel en een boek lees.” De woonkamer is de ontmoetingsplek. “Veel mensen hebben een sleutel van mijn huis. Het gebeurt geregeld dat ik na een dag werken thuiskom en er hier mensen op de bank zitten. Dat vind ik alleen maar gezellig.” Enkele jaren geleden heeft ze hier samengewoond. “Helaas is die relatie uit gegaan. Ik zou wel weer een relatie willen en als ik eerlijk ben ook wel kinderen van mezelf.” De Antilliaanse werkt fulltime in een opvanghuis voor dementerende bejaarden. “Dat is best zwaar. Ik heb een groep van zes ouderen. Die mensen worden je familie”, zegt Shanny en
p 36 / 37 voegt eraan toe: “De laatste tijd mis ik mijn eigen familie erg. Mijn vader heeft suikerziekte en onlangs is zijn been afgezet. Nu zorgen mijn vier zussen voor hem. Ik heb ze al gezegd dat ze het niet moeten wagen om hem in een verpleeg huis te stoppen. Mocht dat dreigen te gebeuren, dan laat ik hier alles uit mijn handen vallen en ga ik naar Curaçao om hem te verzorgen.” Behalve in de slaapkamer vertoeft Shanny ook graag in de keuken. “Ik ben dol op koken en kook ook altijd te veel.” Lacht: “Je weet maar nooit wie er komt eten.” Ze heeft er wel eens over gedacht om de keuken open te breken. “Een grote woonkeuken lijkt me wel wat. Maar, dan heb je natuurlijk ook alle etensgeuren in je woonkamer en dat houdt me dan toch weer tegen. Ik heb nu al waxinelichtjes naast het fornuis gezet die ik tijdens het koken aansteek zodat ze de geur van het eten opnemen.” De eerste drie maanden in Nederland heeft Shanny bij haar zus gewoond. “Ik sliep op de bank in de woonkamer en van de berging hadden we een slaapkamer voor de kinderen gemaakt. Iemand van Rochdale kwam kijken hoe wij woonden. Binnen twee weken had zij deze woning voor mij geregeld, echt top.” Het enige wat ik in deze woning mis is bergruim te. Alles wat ik niet gebruik moet ik weggooien. Ik zou dan ook wel een grotere woning willen. Wel hier in Grubbehoeve hoor. Dit is een hele mooie locatie, alles is dichtbij: metro, nacht bussen, winkelcentrum. Bovendien heb ik veel vrienden in de Bijlmer...”
Shanny Keeps
p 38 / 39
Grubbehoeve / Bijlmer, Amsterdam Zuidoost
>
De eethoek en de hal vanuit de woonkamer gezien.
De keuken vanuit de hal gezien.
>
De oorspronkelijke plattegrond van de woning.
p 40 / 41
Weidevenne / Purmerend
Purmerend ‘t IJ
Dam
Vondelpark
Weidevenne
Woonzorgcombinatie Weidevenne Purmerend
Weidevenne / Purmerend
p 42 / 43
“Tachtig procent is oud-Amsterdammer. Met de kinderen zijn ze in de jaren zestig/zeventig naar Purmerend verhuisd. In die tijd vond de grote uitstroom naar de randgemeenten plaats. De kinderen van deze Amsterdammers zijn daar gebleven en hun ouders, inmiddels op leeftijd, gaan nu, soms via een omweg, weer terug naar Purmerend. Deze keer vaak voor de kleinkinderen.” Zo ook Gerrit en Johanna Rietveld, beide 73 jaar oud. Eind 2008 hebben zij de knoop doorgehakt en zijn ze verhuisd naar Zuidland. “Wij wonen al sinds 1985 in Purmerend. Destijds wilden we graag weg uit Amsterdam”, vertelt Gerrit. “Onze driekamerwoning werd te klein met twee opgroeiende kinderen. We hebben er nog wel even aan gedacht om weer terug te gaan naar Amsterdam, maar vanwege onze kinderen en kleinkinde ren wilden we graag in Purmerend blijven.” Uit onderzoek blijkt dat mede door de vergrijzing in Nederland het tekort aan geschikte seniorenwoningen in 2015 zal oplopen tot 400.000. Purmerend vergrijst sneller dan de gemiddelde Nederlandse stad. De demografische gevolgen van de explosieve groei van Purme rend beginnen zich af te tekenen. Purmerend kreeg in 1966 een functie toegewezen als overloopgebied voor de noordelijke randstad die met een enorm woningtekort kampte. Het groeikernenbeleid heeft
In de Vinex-wijk Weidevenne in Purmerend heeft Rochdale samen met De Zorgcirkel het woonzorgcomplex Zuidland gerealiseerd. Sinds 2008 verhuurt de woningbouw vereniging hier seniorenwoningen. Volgens Han Michel, adviseur woningbouw/ stedenbouw, woont hier de oude doelgroep van de corporaties die in de laatste fase van hun leven weer langskomen.
geresulteerd in zeven nieuwe wijken aan de oostkant van de stad. Weidevenne aan de zuidkant is de achtste en tevens laatste uitbrei ding van Purmerend. In 2008 was Weidevenne voltooid en telde de stad 80.000 inwoners. De bevolking van Purmerend is in veertig jaar tijd ruim vervijfvoudigd. Dit jaar (2010) zijn 10.500 inwoners ouder dan 65 jaar. Daarop is de gemeente bij lange na niet voorbereid. In de uitbreidingswijken staan vooral eengezinswoningen. Behalve van de vergrijzende populatie uit Purmerend zelf wordt een groeiende vraag naar seniorenhuisvesting verwacht uit de stadsregio Amsterdam. De senioren van nu zijn niet de bejaarden van vroeger. Niet alleen de omvang, maar ook de aard van de vraag zal veranderen. De verwach ting is dat ouderen in de toekomst gemiddeld grotere en luxere woningen wensen dan nu het geval is. Dit komt doordat een groot gedeelte van de toekomstige senioren over meer geld zal beschikken dan de ouderen van vroeger. Het merendeel van de ouderen dat wil verhuizen, zoekt naar een gelijkvloerse woning in een veilige woon omgeving. Bovendien willen senioren zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen. Daarom moeten grote verzorgingshuizen plaats maken voor klein schalige projecten in de wijk gecombineerd met zelfstandige wonin
p 44 / 45
Weidevenne / Purmerend
In het woonzorgcomplex Zuidland in Weidevenne zijn verschillende vormen van wonen en zorg voor zowel vitale als zorggeïndiceerde senioren in één wooncomplex ondergebracht. De bewoners kunnen een beroep doen op de flexibele mogelijkheden voor zorg die vanuit het centrum worden geleverd. De zorg kan variëren van incidentele hulp na bijvoorbeeld een ziekenhuisopname tot 24-uurszorg aan huis. Daarnaast kunnen bewoners tegen betaling gebruikmaken van allerlei extra servicemogelijkheden als pedicure, kapper, klusjes dienst, huishoudelijke hulp en maaltijdservice. Het ontwerp van het woonzorgcentrum bestaat uit drie gebouwen, die verschillend van maat zijn, maar uiterlijk één geheel vormen. Op de kop van gebouw één staat een toren van 7 verdiepingen met 21 middel dure huurwoningen. De woningen variëren in grootte van 97 vierkan te meter tot 138 vierkante meter gebruiksoppervlak en zijn direct bereikbaar vanuit het zorgcentrum. Op de begane grond is, aan het water, een restaurant en een ontmoetingsplek voor senioren uit de
De loopbrug van gebouw 2 naar het zorgcentrum in gebouw 1. gen waar zorg op maat geleverd kan worden. Zuidland is hier een goed voorbeeld van. Dit zijn immers zorgwoningen en zelfstandige huurwoningen voor senioren in het midden- en-luxe segment. De luxe serviceflat, een huurwoning met zorgvoorzieningen en faciliteiten, was een woonvorm die voordien nog ontbrak in P urmerend. Han Michel noemt deze woningen, die ruim zijn opgezet en alles gelijkvloers hebben, een soort van paradijs voor de midden klassers op leeftijd. Wel is hij van mening dat er niet voldoende is gekeken naar de individuele bewoners. “Ook oude mensen hebben geen stereotiepe leefpatroon. Als je het project Zuidland bekijkt, valt op dat alles nog ouderwets stereotiepe gebouwd is, terwijl de bewoners heel divers zijn. Ontwerp deze woningen ook zo dat een veelzijdig gebruik mogelijk is. Sommige mensen zijn ziek, andere nog kerngezond. En, zelfs als je om lichamelijke redenen daar naartoe gaat, kunnen de kwalen nog heel divers zijn. Neem bijvoorbeeld Charles Voigt. Hij slaapt apart van zijn vrouw omdat naast zijn bed een zuurstofapparaat staat waar hij ‘s nachts aan moet liggen. “De slaapkamer heeft een standaardmaat. Hij had groter moeten zijn, zodat er ruimte is voor dergelijke onvoorziene situaties die de zorg met zich meebrengt.”
wijk gevestigd.
Weids uitzicht vanuit de hal van gebouw 3.
p 46 / 47
Weidevenne / Purmerend
kamer, badkamer en slaapkamer. “Bijvoorbeeld dat de slaapkamer in verband met privacy niet alleen via de woon kamer bereikbaar is”, zegt Nelleke Nelis en legt uit: “Als een bewoner zorg nodig heeft is het prettig dat de verzorgers niet via de woonkamer hoeven.”
De begane grond van gebouw twee is verhuurd aan de Prinsenstich
Met een paar simpele ingrepen zijn deze woningen ook prima te bewonen door jonge mensen.
Volgens Han Michel is het belangrijk dat corporaties veel meer oog hebben voor het feitelijk gebruik van woningen.” Nu blijkt bijvoorbeeld dat veel mannen een werkbank missen. Waarom zit zoiets dan niet in de gemeenschappe lijke ruimte? Dit was vrij eenvoudig te regelen geweest”, zo meent hij. “En dan die deur tussen de woonkamer en slaap-/
ting, een zorginstelling voor (verstandelijk) gehandicapten. Op de
werkkamer. Die is natuurlijk erg leuk, maar het was nog
verdiepingen bevinden zich dertig socialehuurwoningen voor senio
leuker geweest als er een schuifdeur had gezeten. Mensen
ren met een zorgindicatie. Het gebouw is op de tweede verdieping met
kiezen er dan eerder voor om die deur open te laten. Nu heeft
een loopbrug verbonden met het zorgcentrum in gebouw één zodat
het merendeel deze deur dicht en gebruikt hem als muur door
direct zorg aan de bewoners van deze woningen kan worden gegeven.
er een kast voor te zetten.” Volgens hem is dat begrijpelijk.
In het derde gebouw zijn 26 middeldure huurwoningen gerealiseerd.
Er is immers weinig aaneengesloten wand in de woning.
Deze zelfstandige huurwoningen zijn bestemd voor senioren met en
De muur naast de toegangsdeur naar de woonkamer hangt
zonder zorgindicatie. In alle woningplattegronden is rekening
vol met apparaten waardoor daar ook geen hoge kast kan
gehouden met een eventuele behoefte aan zorg in de toekomst.
staan. “Dit zijn natuurlijk geen onoverkomelijke bezwaren.
De woningen zijn rolstoelbezoekbaar, dat wil zeggen: uitgevoerd met
Met een paar simpele ingrepen zijn ze te veranderen.”
brede deuren, een rolstoeltoegankelijke woonkamer en een tweede
Belangrijker vindt de woningbouwadviseur dat hier goed is
toilet.
nagedacht over de toekomst. “We geven met zijn allen hoog op over duurzaamheid. En deze woningen zijn een goed
Volgens Anneke Buiter, bewoner van Zuidland, is er vooral over de
voorbeeld van bouwen voor een lange exploitatietermijn.
zorgmogelijkheden goed nagedacht. “Mijn man heeft een longziekte,
Voor volgend gebruik hoeft hier niet zoveel veranderd te
waardoor hij de hele dag extra zuurstof nodig heeft. Ook zit hij in een
worden. De woningen zijn ruim genoeg voor verschillende
rolstoel. Onze woning is zodanig ingedeeld dat hij met zuurstofslang
doelgroepen. Je gaat hier wonen voor de kwaliteit van de
en rolstoel gemakkelijk kan manoeuvreren. Maar, voor mij als
woning en voor de voorzieningen. Deze woningen zijn ook
gezonde bewoner van dit huis, kom ik toch wel wat onhandigheden
prima te bewonen door jongere mensen. Je hoeft ze alleen
tegen. Zo is de keuken wel erg klein en is er nauwelijks bergruimte.
maar los te koppelen van de zorg en eventueel te verkopen.”
De indeling is duidelijk door een man bedacht”, meent zij. Nelleke Nelis, adviseur van Vacpunt Wonen, een adviescommissie die vanuit gebruiksvriendelijkheid naar plattegronden kijkt, zegt dat een ruimte flexibel en aanpasbaar moet zijn. “Wij kijken vooral naar welke activiteiten iemand wil uitvoeren in huis en wat daarvoor nodig is. Zo is het belangrijk om in seniorenwoningen met een rolstoel, rollator of stok te kunnen bewegen en is het handig wanneer bij een bedlegerige bewoner zorg verleend kan worden aan beide kanten van het bed.” Ook kijkt de adviescommissie naar de relatie tussen woon
p 48 / 49
Weidevenne / Purmerend
m
le k k e
rw
n
dere e i .
>
Bert heeft sinds drie jaar de ziekte van Kahler, dat
leeftijd zijn de vele spullen. Mensen hebben in de
is een vorm van kanker waarbij je botten worden
loop van hun leven veel verzameld en vinden het
aangetast. “Ik moet er rekening mee houden dat ik
moeilijk om daar afstand van te doen. Dat zag ik bij
in een rolstoel terechtkom. Op dit moment is dat
mijn moeder en hier hoor ik er ook veel over.
nog niet aan de orde. Alhoewel onze verhuizing nog
Gelukkig hechten wij niet zo aan spullen.”
geen noodzaak was, is het fijn dat we hier nu al
Bert: “Wij hebben misschien ook wel makkelijk
wonen”, meent hij.
praten. Behalve deze woning hebben wij nog een tweede thuis.” Zodra het weer het toestaat vertrekt
en
h e m ee
Bert (67) en Iet (63) de Wit wonen sinds december 2008 in het woonzorg complex in Weidevenne. Tot die tijd woonden ze jarenlang in een eengezins woning in Zaandam. “Toen het met de gezondheid van mijn man niet zo goed ging, hebben we de knoop doorgehakt”, zegt Iet. “Of dat moeilijk was? Nee, gek genoeg helemaal niet.”
Meteen bij de eerste bezichtiging van deze woning
het echtpaar naar hun chalet op de camping in
wist Bert al dat dit huis het moest worden. “Het
het Brabantse Mierlo. “We komen daar al 34 jaar.
voelde direct goed.” Ook Iet is erg te spreken over
Tot voor kort verbleven we daar vanaf het voorjaar
het huis en de omgeving. “Het is gewoon heerlijk,
tot het einde van de zomer. Nu, met mijn ziekte,
we hebben alles bij de hand: het winkelcentrum om
moet ik om de week terug naar het ziekenhuis voor
de hoek, een station voor de deur en zonodig
controle of chemopillen.”
verzorging in het complex. Bovendien wonen onze zoon en dochter met hun kinderen ook in Purmer
Volgens Bert is de camping hun tuin. “Daarom
end. Ik heb nu lekker iedereen weer om me heen.”
vinden we het ook niet erg dat we hier alleen een
Volgens Iet is over een aantal dingen in de woning
balkon hebben.” Iet lacht en vervolgt: “Eigenlijk
niet goed nagedacht. “Ik noem het maar ‘mannen
hebben wij hier aan de voor- en zijkant een dak-
logica’. Neem nou de muur tussen de keuken en de
terras. We mogen het vast niet als zodanig
tweede slaapkamer. Midden op die muur hangen
gebruiken, maar ik kom er wel om bijvoorbeeld
allemaal apparaten. Nu kun je er geen kast meer
de ramen te lappen.”
tegenaan zetten.” Bert onderbreekt: “Waar hadden ze die apparatuur dan moeten laten? We hebben er
Veel contact met de medebewoners hebben we
toch geen last van.”
niet”, zegt Iet. “Wij zijn natuurlijk vaak naar Mierlo, waardoor we weinig gelegenheid hebben om hier
De tweede slaapkamer wordt in huize De Wit
echte contacten op te doen. Maar ik ben ervan
gebruikt als computerkamer. Ook staat er een
overtuigd dat als we straks wat meer hier zijn,
logeerbed. “Ik vind het belangrijk om een slaapplek
we ook meer contact hebben met de andere
voor de kleinkinderen te hebben.” De deur naar de
bewoners. We voelen ons hier erg thuis.”
woonkamer wordt nooit gebruikt. “Aan deze kant staat het bed ervoor en aan de andere kant staat een kast. Het valt me niet eens meer op dat daar eigenlijk een deur zit”, zegt Iet. Zolang het mogelijk is willen Bert en Iet hier blijven wonen. “Ik kan me voorstellen dat het te groot wordt als je alleen komt te staan”, zegt Iet. “Ik heb dat bij mijn moeder ook gezien. Zij is al ver in de tachtig en woont inmiddels in een bejaardentehuis. Op die leeftijd heb je echt niet veel ruimte nodig. Het grootste probleem met verhuizen op latere
e er o
Bert en Iet de Wit
Weidevenne / Purmerend
p 50 / 51
> De plattegrond van de woning.
Het ‘dakterras’.
De woonkamer vanuit de keuken gezien.
p 52 / 53
Weidevenne / Purmerend
>
Tonnie heeft enkele jaren geleden een herseninfarct
ergens laten, net als het gereedschap. Ik was altijd
gehad en sindsdien loopt en praat ze moeilijk.
aan het klussen en heb veel gereedschap. Hier kan
“We gingen iedere dag wandelen, zij in de rolstoel
ik het echter nergens kwijt.” Charles is even stil en
en ik erachter. Nu dat niet meer gaat, komt ze
vervolgt dan: “Wat moet ik er eigenlijk ook mee.
helemaal niet meer buiten en ja, dat doet me pijn.
Ik kan het toch niet meer gebruiken.”
Maar, genoeg geklaagd. We zijn er nog en we wonen hier. Ik ben echt ontzettend blij dat we hier
Charles krijgt twaalf uur per dag zuurstof.
in dit ‘toverhuis’ terechtkonden.”
“We slapen niet meer naast elkaar, dat kan niet met dat zuurstofapparaat. De bedden staan nu zo
Charles en Tonnie Voigt, beide 67, wonen sinds september 2009 in deze woning in gebouw twee van het woonzorgcomplex. “Of we er gelukkig mee zijn? Ach, wat zal ik zeggen. We hadden geen keus. Ik ben ziek, ik heb de progressieve spierziekte ALS waardoor al mijn spieren het gaan begeven. De dokter had mij nog drie maanden gegeven, dus het is überhaupt al winst dat ik er nog ben.” Charles kijkt liefdevol naar zijn vrouw en zegt: “Weet je wat ik nog het ergste vind? Dat ik niet meer voor haar kan zorgen.”
blij
met
Toverhuis? “Ja,” lacht Charles, “er gebeuren
dat ik straks met de rolstoel van mijn bed naar de
allemaal rare dingen. Als je op een bepaalde knop
badkamer kan. Alles is nu binnen handbereik. Ik
drukt gaat het licht aan, maar tegelijkertijd doet de
vind het wel lekker hier. Ik hou er niet van om
kookplaat het dan niet meer.” Hij kan er wel om
afhankelijk te zijn van anderen. Ik ben erg blij dat
lachen. Tonnie vindt het minder grappig. Zij moest
we zo snel aan de beurt waren voor deze woning.
vooral erg wennen aan de keuken met allerhande
We maken nog geen gebruik van de zorgvoorzie
moderne apparaten. “En hij is zo klein”, meent ze.
ningen. Wel zijn we aangesloten op het alarm. We willen zolang mogelijk alles zelf blijven doen.”
Charles en Tonnie hebben altijd in grote huizen gewoond. Zo woonden ze ruim achttien jaar in de
De voormalig zweminstructeur heeft zelf altijd veel
dienstwoning van het Jan Van Galenzwembad in
aan sport gedaan. “Ik heb op vrij hoog niveau
Amsterdam. Charles was daar zweminstructeur.
geworsteld. Zo’n twee jaar geleden merkte ik
“Op mijn 58ste ben ik met prepensioen gegaan en
ineens dat ik niet meer alles kon. Ik kreeg steeds
zijn we verhuisd naar een grote eengezinswoning in
meer moeite met een schroefje in de muur draaien.
Zaandam en ja, als je dan hier op tachtig vierkante
Dat is vast het begin geweest van deze ziekte.”
meter terechtkomt, is dat wel even wennen.”
Samen met Tonnie heeft hij twee dochters.
De woonkamer vinden ze groot genoeg en met de
“Zij doen erg veel voor ons, zoals boodschappen
kleine keuken valt ook best te leven. Wat ze vooral
en allerhande klusjes in huis. Zelf ga ik op een
missen is een bergruimte. “We hebben hier twee
goede dag met mijn rollator ook nog wel eens naar
slaapkamers, maar geen berging. Van de kleinste
buiten, naar het winkelcentrum. Wel moet ik dan
slaapkamer die in verbinding staat met de woon-
een keer of vier, vijf stoppen, maar het lukt me nog
kamer hebben we een rommelkamer gemaakt. We
wel. Tonnie komt helemaal niet meer buiten.
wilden er een logeerbed neerzetten voor de klein-
Ze durft niet op een scootmobiel te rijden.”
kinderen, we hebben er vier, maar daar is geen
Tonnie knikt instemmend en zegt dan: “Ik ben bang
ruimte voor. Mijn schoonzoon maakt daar nu een
in het verkeer.”
stelling voor de strijkplank en stofzuiger en dergelijke. Het wordt een soort bergkast. Ook de kussens van de stoelen op het balkon moeten we
tover
huis
Charles en Tonnie Voigt
p 54 / 55
Weidevenne / Purmerend
> De plattegrond van de woning.
Uitzicht vanuit de woonkamer.
Het balkon.
Weidevenne / Purmerend
>
p 56 / 57
Toch is Anneke erg blij dat ze de stap hebben gezet.
Zelf slaapt het stel in de slaapkamer aan de
“Ik vind het heerlijk dat ik mijn kinderen nu weer
voorkant. “Deze kamer grenst aan de badkamer en
vaker zie.” Vanuit de woonkamer vult Cees aan: “En
dat is voor mij wel zo makkelijk als ik ‘s nachts naar
dat we onze kleinkinderen zien opgroeien, dat vind ik
het toilet moet. Bovendien zit daar ook het alarm”,
ook wel heel wat waard.” Ze hebben inmiddels twaalf zegt Cees, die het wel een nadeel vindt dat deze
Cees en Anneke Buiter hebben de Brabantse bossen verruild voor Weidevenne. “Nee, niet omdat we genoeg hadden van de mooie natuur en de Brabantse gezelligheid”, zegt Anneke. “Hier is het ook mooi hoor, maar eerlijk gezegd hadden we weinig keus. Toen mijn man ziek werd, hij heeft longfibrose, werd duidelijk dat we moesten verhuizen. Ik kan niet autorijden en al onze zes kinderen wonen hier in de omgeving van Purmerend. Voor hen was het niet te doen om telkens op en neer te rijden. Het was wel even slikken hoor, om onze mooie eengezinswoning te verlaten.”
alle
kinderen en kinderen kinderen kinderen
kleinkinderen kleinkinderen kleinkinderen kleinkinderen kleinkinderen kleinkinderen kleinkinderen kleinkinderen kleinkinderen kleinkinderen
in de buurt
kleinkinderen en een achterkleinkind. Hun huis in
kamer aan de straatkant ligt. “Daar hebben ze niet zo
Moergestel staat nog te koop. “We hebben nu al een
goed over nagedacht. Als we het raam open hebben,
jaar dubbele lasten. Ook staan al onze meubels nog
geeft dat veel herrie en stank.”
daar. Alles wat hier staat, hebben we nieuw gekocht.” Cees heeft een alarmknop voor als zijn vrouw even Oorspronkelijk komen Anneke en Cees allebei uit het
weg is. “En in mijn borstzak heb ik een fluitje, daarop
Noorden, uit de provincie Groningen. “Heel apart,
fluit ik als ik haar nodig heb”, grapt hij. “Ze roept dan:
maar noorderlingen en zuiderlingen kunnen het heel
‘Ik kom er zo aan hoor, even geduld” Hoewel het
goed met elkaar vinden.” Volgens Anneke komt dat
merendeel van Cees en Annekes bezittingen nog in
doordat ze allebei een dialect spreken.”
hun huis in Moergestel staat, hebben ze persoonlijke
Sinds juni 2009 wonen Cees en Anneke in deze
spullen met vooral emotionele waarde al een plekje
vierkamerwoning. “Onze dochter werkt in Purmerend
in deze woning gegeven. Zo hangt het huis vol met
in de zorg. Via haar zijn we hier terechtgekomen. Mijn familiefoto’s. In de hal meteen naast de voordeur man zit vanwege zijn longziekte aan het zuurstof.
prijkt een foto van de ouders van Cees. “Mijn vader
Iedere ochtend wordt hij gewassen en verzorgd door
Folkert is geboren in 1901 en mijn moeder Anje in
iemand van het zorgcentrum. ‘s Avonds kan ik mijn
1903. Deze foto is gemaakt op het erf van hun
man nog zelf verzorgen. Maar, mocht het straks nodig boerderij in Groningen. Daar ben ik opgegroeid.” zijn, dan kunnen we hier snel zorg regelen.” De hele woning is rolstoeltoegankelijk. Cees: “Gelukkig zit ik
Volgens Anneke zouden vrouwen meer betrokken
binnenshuis nog niet in de rolstoel, ik kan met de
moeten worden bij de bouw van huizen. Zij wonen
rollator overal komen.”
immers in een huis. “Deze keuken bijvoorbeeld is duidelijk door mannen bedacht. De koelkast is erg
De woning heeft drie grote slaapkamers, twee zijn in
klein en er zit een minivriesvak in. Ook hadden ze ons
gebruik als logeerkamer. “Ik gebruik de kleinste
een plattegrond van de stopcontacten moeten geven.
logeerkamer eigenlijk als rookkamer. Ik steek er af en
We hadden geen idee waar ze zaten. Ik dacht zelfs
toe een sigaretje op en ga dan even op het balkon
even dat we geen stroom hadden. Je moet een
staan”, zegt Anneke. Verder staat in deze slaapkamer
speciaal knopje indrukken, het lijkt op een hotelscha-
een stapelbed en dozen met boeken die nog
kelaar. Als je het huis verlaat gaat alles vanzelf uit.”
uitgepakt moeten worden. Anneke wil nog wel even kwijt dat ze het prachtige De meeste mensen van hun leeftijd zouden deze
woningen vindt. “En dat je zorg kunt krijgen en toch
woning van ruim 125 vierkante meter te groot vinden.
zelfstandig woont is natuurlijk fantastisch.” Wat ze
Anneke: “Wij wilden juist deze woning. We hebben
ook erg leuk vindt, is het contact met jonge mensen.
een grote familie. Behalve onze kinderen en kleinkin-
“Hieronder zit een consultatiebureau. Ik vind het erg
deren komen ook mijn zussen wel eens slapen.
leuk om dat jonge spul hier te zien rondhuppelen.”
Zij wonen in Groningen en hebben hier allebei een eigen kamer. Dat is erg prettig voor ze, want mijn oudste zus snurkt nogal.”
Cees Buiter is 14 juli 2010 overleden
>
Cees en Anneke Buiter
p 58 / 59
Weidevenne / Purmerend
De plattegrond van de woning.
De keuken vanuit de woonkamer gezien.
De gang in de woning.
p 60 / 61
Weidevenne / Purmerend
>
H (80) en Riek (73) zijn uit voorzorg hier naartoe
woningen, en er belt iemand aan. Tegen de tijd dat
gegaan. “Eerlijk is eerlijk”, zegt H, “We worden
je met rollator bij de voordeur bent, is die persoon
natuurlijk wel een dagje ouder. Er kan zo maar een
al lang weer verdwenen.” Riek vindt de gang vooral
moment komen dat we niet meer alles zelf kunnen
jammer van de ruimte. “Het is een onding, je kunt
en misschien wel medische zorg nodig hebben.
er niets mee.”
Hier is dat binnen handbereik.” In de woonkamer tegen het muurtje tussen de
H en Riek Schooten waren in 2009 de eerste bewoners in lamel 1 van de woonzorgcombinatie. “In het begin hebben we wel een beetje spijt gehad dat we hiernaartoe zijn verhuisd en eerlijk gezegd nu nog wel eens. Niet om de woning hoor, maar om de omgeving. Het is hier vuilig, vies en druk en er is totaal geen groen. Een beetje kommer en kwel eigenlijk. Het huis is prachtig, maar het staat verkeerd.”
Een prachtig huis,
Vijftien jaar wonen ze nu in Purmerend. “Mijn man
keuken en hobbykamer hebben ze een schouw
heeft altijd in de Zaanstreek gewerkt, in de
gezet. “Ik had eigenlijk de antieke kast daar
telefonie.” Ze zijn beide geboren en opgegroeid in
gepland, maar midden op de muur hangen drie
Amsterdam. Nadat H op 58-jarige leeftijd is gestopt
apparaten: alarm, voordeurbel en verwarming. De
met werken hebben ze enkele jaren in de Achter-
hele muur is daardoor weg, je kunt er alleen maar
hoek gewoond. Daarna volgde nog een korte
iets laags tegenaan zetten. De antieke kast staat nu
periode Veenendaal. “We zijn verschrikkelijk aan
noodgedwongen tegen de lange wand, de enige
het verhuizen geweest”, zegt Riek en vervolgt:
muur in de woning. De televisie staat ernaast.
“door onze zoon zijn we weer in Purmerend terecht
Eigenlijk zit de aansluiting in de andere hoek, maar
gekomen. Hij woont in Hoofddorp en heeft twee
daar kun je geen plat tv scherm neerzetten, daar is
kinderen. “Nu we hier wonen zien we onze
echt niet over nagedacht”, meent Riek en realiseert
kleinkinderen ook weer eens; dat is fijn.”
zich dan: “We zijn wel erg aan het klagen he? Dat is niet de bedoeling hoor. We wonen hier echt fijn
De deur van de slaapkamer naar de woonkamer
hoor. Het is een warm zonnig huis.”
staat in huize Schooten altijd open. Riek: Wij hebben deze tweede slaapkamer ingericht als
Het leuke contact met de medebewoners draagt
hobbykamer. Wij zitten hier allebei vaak wat te
zeker bij aan het woongenot. “Onlangs hebben we
knutselen, ik borduur veel en H repareert graag
de hal beneden gezellig gemaakt. We hebben geld
computers. Bovendien vind ik het erg gezellig als ik
ingezameld en er een bankje en planten neergezet
in de keuken bezig ben en H wat in die kamer
en schilderijtjes opgehangen. Het ziet er meteen
rommelt. Op deze manier is het een verlengde van
een stuk vriendelijker uit. Van Anneke Buiter die
onze woonkamer.”
ook in dit gebouw woont, kreeg ik een kaartje als bedankje, zo lief”, zegt Riek. “Ook ben ik hier
Toch mist H nog een echte knutselruimte. “In de
beneden op een creatief clubje gegaan. Wat we
hobbykamer werk ik met computers.” Hij heeft dat
daar doen? Bloemschikken, borduren, kaarten
opgelost door in de berging een werkbank te
maken, allemaal leuke dingen.”
plaatsen. Hier is hij geregeld met gereedschap in de weer en maakt hij alles wat kapot is. De kleinste
Riek en H hebben bewust voor deze driekamerwo-
ruimte wordt multifunctioneel gebruikt. Behalve de
ning gekozen. “Wat moeten we met drie grote
werkbank staat er ook een wasmachine en een
slaapkamers? Aan twee hebben we meer dan
ijskast.
genoeg. We komen uit een appartement van 80 vierkante meter en deze woning is 95 vierkante
“Weet je wat ik in deze appartementen nu zo apart vind?”, zegt H. “Die rare lange gang. Stel je hebt een rollator, niet geheel ondenkbaar in deze
meter. Je moet het ook allemaal schoonhouden...”
H en Riek Schooten
p 62 / 63
Weidevenne / Purmerend
> De plattegrond van de woning.
Het uitzicht vanuit de woning.
De gang in de woning.
p 64 / 65
Weidevenne / Purmerend
Gerrit (73) en Johanna (73) Rietveld hebben eind 2008 de stap gezet om te verhuizen naar Weidevenne. “Je kunt wel wachten, wachten en wachten, maar dan ben je een keer te laat. We komen uit een eengezinswoning met tuin. Deze woning is gelijkvloers en heeft allerhande zorgmogelijkheden voor als je het nodig hebt. Stel, er gebeurt iets en een van ons belandt in een rolstoel. Als je dan nog moet verhuizen, ben je te laat”, meent Gerrit Rietveld.
>
Kijk naar de vorige bewoner van dit huis. Dat was
zegt Johanna Rietveld en vervolgt: “Het idee van
een tachtigjarige man met hartproblemen. Hij heeft
iets gelijkvloers speelde al langer. In onze oude
hier nog geen jaar gewoond, toen is hij overleden.
buurt gingen veel mensen van onze leeftijd weg of
Dat is wat mij betreft een voorbeeld van te laat
dood. Veel jongen mensen kwamen ervoor in de
deze stap gezet hebben. Wij hopen op tijd te zijn en
plaats. Wij vonden het niet zo erg om weg te gaan.”
nu nog vele jaren hier te kunnen leven.”
Gerrit denkt dat het voor de kinderen een hele zorg minder is nu hij samen met zijn vrouw hier zit. “Je
Gerrit moest wel erg wennen aan de ruimte, of
kunt niet verwachten dat een kind voor zijn ouders
eigenlijk het gebrek eraan. “Ik heb nogal wat
gaat zorgen. De sociale controle is hier wat groter
spullen: een hometrainer, een keyboard, een
dan in een straat.”
accordeon en een computer. Vanwege de extra
Met de medebewoners hebben ze veel en goed
berging beneden hebben we voor lamel drie
contact. “In gebouw één worden allerlei activitei-
gekozen. Ik heb daar planken gemaakt en kan er
ten georganiseerd, waar we geregeld met een
nu veel van mijn spullen kwijt.”
groepje bewoners uit gebouw drie naartoe gaan”, zegt Johanna, die vindt dat er veel meer woonzorg-
weg uit
Amsterdam
Gerrit en Johanna wonen inmiddels al 35 jaar in
complexen zouden moeten komen. Gerrit: “En dan
Purmerend. “We hebben mooi Purmerend nog
te bedenken dat ik in eerste instantie niets met de
meegemaakt. Het was echt een dorp. De mentali-
buren te maken wilde hebben. Allemaal bejaarden,
teit van toen is er helaas niet meer. Mijn vrouw en
daar hoorde ik toch echt niet bij...” Nu zegt hij nog
ik zijn beide geboren en getogen in Amsterdam.
nooit zo gezellig te hebben gewoond. “Iedereen is
Ik kom uit de Staatsliedenbuurt en Johanna uit
aardig en behulpzaam, het lijkt wel een grote
Noord. We hebben elkaar in Amsterdam op dansen
familie.”
leren kennen, zoals de meesten in onze tijd. Op een
De tweede slaapkamer is in huize Rietveld in
zolderkamer zonder wc en zonder douche in de
gebruik als hobbykamer voor Gerrit. “Hier staan
Haarlemmerbuurt zijn wij samen begonnen.
veel van mijn spullen. Ik zonder me hier graag af
Dat herinner ik me nog goed hoor.” Daarvandaan is
om muziek te maken. Dit is echt mijn lievelings-
het stel destijds naar oud-West verhuisd, naar de
plek.” Voor een logeerbed is geen plek meer. “In
Jan Pieter Heijestraat. “Onze zoon en dochter zijn
ons vorige huis sliep onze kleinzoon op zolder.
daar geboren.”
Nu hij elf is, wordt slapen bij oma en opa sowieso minder. Als hij dat nog wel een keer wil, dan leggen
In 1985 verhuisde het gezin naar Purmerend.
we toch gewoon een luchtbed in de woonkamer.”
“Wij wilden graag weg uit Amsterdam. Behalve dat
Gerrit heeft tot zijn 65ste gewerkt bij een energie-
de driekamerwoning te klein werd, ging ook het
bedrijf. “Ik wilde zo lang mogelijk doorgaan om
woongenot erg achteruit. Het was een bende in die
mijn pensioen zo hoog mogelijk te krijgen. Het
jaren in Amsterdam. We hebben ook nog gekeken
wonen hier is wel iets duurder dan we gewend zijn,
in de Bijlmer; wat ben ik blij dat we dat niet hebben
maar ik vind het geen probleem om er wat voor te
gedaan.” Vanwege de kinderen en kleinkinderen
moeten laten. We gaan nu gewoon wat minder met
wilden ze graag in Purmerend blijven wonen. “Hoe
vakantie en met kerst vier dagen naar Van der Valk
we hier terecht zijn gekomen? Op een gegeven
met de hele familie zit er ook niet meer in.”
moment waren wij wat aan het wandelen en zagen
Jammer? “Ach, nee hoor. Ik ben blij dat we hier
we een aanplakbiljet van de zorgcirkel over
kunnen wonen. Bovendien hebben we nu iedere
beschermd wonen, zoals ze dat zo mooi noemen”,
dag vakantie...”
Gerrit en Johanna Rietveld
p 66 / 67
Weidevenne / Purmerend
> De plattegrond van de woning.
Het uitzicht vanuit de woning.
De gang in de woning.
p 68 / 69
Staatsliedenbuurt / Amsterdam Westerpark
Amsterdam ‘t IJ
Staatsliedenbuurt Dam
Vondelpark
Staatsliedenbuurt Amsterdam Westerpark
Staatsliedenbuurt / Amsterdam Westerpark
p 70 / 71
Het gebruik van ruimten is de afgelopen honderden jaren steeds veranderd en zal ook in de toekomst blijven veranderen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de grachtenpanden. Hun functie is door de eeuwen heen geregeld gewijzigd. Er is vroeger iets neergezet wat een enorme verandering heeft ondergaan en het werkt nog steeds. Volgens Rene Grotendorst, bestuursvoorzitter van Rochdale, is het wel duidelijk dat woningen bij voorkeur een flexibele gebruiksfre quentie moeten hebben, oftewel dat de plattegrond tijdsbestendig is. “We moeten er echter wel voor waken niet met iedere trend te willen meedoen. Zo was nog niet zo lang geleden de open keuken een trend.
In de Staatsliedenbuurt groeit het a antal éénpersoons huishoudens nog steeds.
Kritiek op woningplattegronden is van alle tijden. Misten de bewoners begin twintigste eeuw vooral een kamer om zich terug te trekken, nu wordt de indeling van een gemiddelde woning in de Staatsliedenbuurt vooral te hokkerig gevonden.
Inmiddels weten we dat Turkse en Marokkaanse huurders juist een gesloten keuken willen. Hetzelfde geldt voor de oppervlakte van de woonkamer ten opzichte van het aantal slaapkamers. Wij als Neder landers gaan voor een grote woonkamer terwijl allochtonen vaak liever meerdere slaapkamers hebben. Als corporatie moeten wij niet alleen kijken naar de huurder van nu maar ook naar die van straks.”
Staatsliedenbuurt / Amsterdam Westerpark
p 72 / 73
tot dat moment vooral de architect van de eenvoudige en sobere arbeiderswoning. Volgens sociaal-geograaf Ton Heijdra was Van der Pek echter meer dan dat. Hij was een duidelijke voorloper van de Amsterdamse School. “De gevels zijn nog geen echte kunstwerken, maar je ziet al wel aandacht voor architectuur. Zo kenmerken zijn woningen zich door een rij gele steentjes in de gevel. Ook heeft de architect de gevel verlevendigd met uitbouwen boven de verdiepingen, die doorlopen boven de daklijsten.” Dit was voor die tijd zeer opmerke lijk. Puur uiterlijke zaken speelden immers nauwelijks een rol bij de beoordeling van arbeiderswoningen. Die moesten degelijk en stoer zijn. De indeling van de woningen werd belangrijker gevonden. Zo is in verschillende architectuurbladen de plattegrond van het eerste woningwetblok uitgebreid beschreven. Een goede arbeiderswoning had in ieder geval een ruim voorvertrek van 3,70 meter bij 4,50 meter, twee kleine slaapkamers, een smal keukentje en een woonkamer met daaraan vast een slaapnis. Dit om meer slaapplekken te creëren en om mogelijk te maken dat vader en moeder, de jongens en de meisjes
Geschiedenis
De Gruyter: van grootgrutter tot hippe buurtkroeg.
afzonderlijk konden slapen. Kritiek op deze nieuwe arbeiderswoningen was er ook al meteen. Zo zouden ze te klein zijn en was er geen vrije kamer waar gezins leden zich in alle rust konden terugtrekken en waar de huisvrouw
De Staatsliedenbuurt, aan het einde van de negentiende eeuw
haar trots op kon uitleven. Architecten kwamen al snel met de
ontstaan, is een eigenzinnige wijk met een rijke geschiedenis.
suggestie van de woonkeuken. Hoe die dan ingepast moest worden,
In 1876 keurde de gemeenteraad van Amsterdam het plan ‘Kalff’ goed
werd echter nog in het midden gelaten. Hieruit valt op te maken dat er
en vanaf dat moment ontstond de mogelijkheid om buiten de oude
ook ruim honderd jaar geleden al vraag was naar flexibele plattegron
stadswallen te bouwen. Jarenlang stond de buurt bekend als de
den.
Koperen Knopenbuurt, omdat er veel ambtenaren woonden. Vanaf 1909 verrezen in deze wijk de eerste woningwetwoningen.
Verhuizen
Deze woningen moesten aan bepaalde eisen voldoen, zoals voldoende
Rond 1930 verhuisden veel Staatsliedenbuurtbewoners naar de
lichtinval, goede ventilatie en de aanwezigheid van stromend water
nieuwe woonwijk De Baarsjes. Deze woningen waren groter en
en een toilet. Sommige waren zelfs ‘luxer’ en hadden de alkoven en
bovendien zorgde de woningbouwvereniging bij verhuizing voor
bedsteden vervangen door aparte slaapkamers. Een verademing voor
nieuw behang en vloerbedekking. Het was in die tijd dan ook gebrui
de arbeiders die tot die tijd onder erbarmelijke omstandigheden
kelijk om vaak te verhuizen. Zo herinnert een bewoner zich nog goed
hadden geleefd.
dat zijn grootouders in de jaren dertig verhuisden van de Van Beunin genstraat naar De Baarsjes omdat ze toe waren aan een nieuw
De eerste woningwetwoningen vallen niet binnen een bepaalde
behangetje.
stroming; het is een soort overgangsbouw van de negentiende-eeuwse bouw naar de Amsterdamse School. Het eerste woningwetcomplex
In de leeggekomen woningen kwamen vooral fabrieksarbeiders
van Amsterdam in de Van Beuningenstraat, ontworpen door architect
wonen. Na de Tweede Wereldoorlog raakte de buurt steeds meer in
Jan Ernst van der Pek, is hier een goed voorbeeld van. Van der Pek was
verval en in de jaren zestig van de vorige eeuw verhuisden velen naar
Staatsliedenbuurt / Amsterdam Westerpark
p 74 / 75
grotere woningen in de uitbreidingswijken
Peter Godijn, senior projectmanager bij projectontwikkelaar Delta
Geuzenveld en Slotervaart, waar rond 1955
Forte, kreeg in 1998 een renovatieopdracht mee. Deze luidde: wonin
de eerste woningen werden gebouwd.
gen opknappen, zonodig samenvoegen en dan verkopen of verhuren.
Andere bewoners vertrokken naar Purme
“Op deze manier moest de woningvoorraad divers gemaakt worden”,
rend en later naar Almere. In de jaren
zegt hij.
zeventig en tachtig waren er tijdens de stadsvernieuwingsoperatie plannen om
Volgens Evert Bartlema, vestigingsdirecteur van Rochdale, is deze
een groot deel van de Staatsliedenbuurt te
missie van de woningbouwvereniging geslaagd en biedt de wijk
slopen en opnieuw op te bouwen. Deze
plaats aan een zeer diverse groep mensen. “Ik vind de Staatslieden
plannen stuitten echter op heftig verzet bij
buurt een van de leukste, meest prettige gemengde wijken van
de bewoners. De woningnood was hoog en
Amsterdam”, zo schrijft hij in het voorwoord van het boek ‘Van
leegstaande woningen werden gekraakt.
woning tot Wonen’.
Er brak een roerige tijd aan met veel rellen en politie. Na een lange strijd door de
De wijk heeft de afgelopen jaren een behoorlijke transformatie
krakers is de grootscheepse sloop voor
doorgemaakt. Was het in de jaren tachtig een no go area, nu is het een
komen en kon met het herstel van de buurt
van de meest gewilde buurten van Amsterdam. Vooral studenten en
worden begonnen.
starters op de arbeidsmarkt willen graag in deze buurt wonen.
De vernieuwing stond al vanaf begin jaren negentig op de agenda, maar ging pas in 1997 formeel van start. Bestuurders concludeerden dat de woningen te klein waren en slecht onderhouden. Dit trok
Van no go area tot gewilde woonwijk
Volgens Han Michel, adviseur woningbouw/stedenbouw, wonen er vooral veel stadsbelievers. “Vroeger was dit de wijk voor al die mensen die tijdens de industriële revolutie van het platteland naar de stad kwamen. Toen had je in deze woningen allemaal kleine kamertjes, voor- en achterkamer en in de hal alkoven. Nu wonen er vooral
vooral huishoudens met lage inkomens en
alleenstaanden of anderhalfpersoonshuishoudens. Voor de bewoners
alleenstaanden aan. Een gedifferentieerd
van nu hoeven alleen maar de muren van toen eruit. Als je je een
woningaanbod werd ingezet om nieuwe
ochtend kwaad maakt is het in één klap een loft.”
huishoudens met een modaal inkomen binnen te halen en ook vast te houden in de
Volgens de woningbouwadviseur hebben veel mensen die er nu
wijk. Gevarieerde wijken zijn immers
wonen op dit moment weinig geld maar wel veel perspectief. Ze zijn
duurzame wijken. Ze helpen ruimtelijke
immers veelal hoog opgeleid. “Voor deze groep is klein niet zielig.
concentratie van maatschappelijke
Ze kiezen voor de sfeer in de wijk, voor het stedelijk wonen”, zegt hij
achterstanden tegen te gaan. Door een
en voegt eraan toe: “Sommige wijken in de stad zullen steeds meer
gevarieerd woningaanbod verwacht
voor de moderne stadsbewoner zijn. Wat mij betreft moeten corpora
Rochdale de binding met de buurt te
ties ernaartoe dat er veel specifieker voor kleine huishoudens platte
versterken, omdat er in iedere levensfase
gronden gemaakt worden.”
een geschikte woning in de buurt is. Juist bij stadsvernieuwing van wijken die nu
De woning van Martijn Han aan de Van der Hoopstraat is hier een
nog een dominant aanbod kennen van
goed voorbeeld van. “Ik woon hier alleen en heb ervoor gekozen zo
sociale-huurwoningen streeft de corporatie
min mogelijk muren in mijn huis te hebben. Ook heb ik geen hal, bij
naar variatie.
mij stap je meteen binnen in de woonkamer.”
Staatsliedenbuurt / Amsterdam Westerpark
p 76 / 77
Huurder David Snippe, die in september (2010) met zijn gezin verhuist naar de Bentinckstraat, is erg blij met de mogelijkheid die hij van Rochdale heeft gekregen om mee te denken over de indeling van zijn nieuwe woning. “Ik had zelf heel duidelijk voor ogen welke verande ringen ik in de plattegrond wilde aanbrengen. Toch kan ik mij voorstellen dat het voor veel mensen prettig is als een architect uitleg geeft bij de plattegronden en laat zien welke mogelijkheden er allemaal zijn.” Volgens de bestuursvoorzitter van Rochdale moet de corporatie echter weer terug naar de roots. Dus niet de consument als medeparticipant? “Op kleine schaal kan dat best. In het verleden moest de bewoner maar afwachten welke producten er door de corporatie geleverd werden. Die tijd ligt steeds verder achter ons. Om onze huurders te binden aan hun woning, en daarmee aan hun wijk, is het van belang dat zij daarop invloed kunnen uitoefenen. Maar ik vind dat we vooral voor ogen moeten houden voor wie we bouwen. En dat is niet alleen voor de toevallige klant van nu. We moeten echt iets verder kijken...”
Ook Willem van der Steen, senior projectmanager bij Deltaforte, de projectontwikkelaar van Rochdale, vindt dat er meer vanuit de bewoner gedacht moet worden. “Luister naar de bewoner en geef ze vrijheid om de woning naar eigen smaak in te delen. Ik vind zelfs dat we nog een stapje verder zouden moeten gaan en de bewoner laten zien wat er allemaal mogelijk is met de woning. Een architect zou al in een vroeg stadium van het ontwikkelproces met toekomstige bewoners om de tafel moeten.”
“We moeten voor ogen houden voor wie we bouwen.”
p 78 / 79
Staatsliedenbuurt / Amsterdam Westerpark
>
Robert Eendebak (25) woont sinds twee jaar in de Van der Hoopstraat. “Een super plek”, meent hij. “Hiervoor woonde ik in de Transvaalbuurt, het getto van Oost. Ik ben dan ook erg blij dat ik deze woning hier in de Staatsliedenbuurt kreeg aange boden. Ik vind een prettige wijk belangrij ker dan de oppervlakte van mijn huis. Bovendien is vijftig vierkante meter voor mij alleen hele maal prima.”
ècht
Hij heeft hier niet altijd alleen gewoond. “Het
Robert en Martijn komen geregeld bij elkaar over
eerste jaar woonde ik hier samen, maar die relatie
de vloer. “Ik speel gitaar en Martijn piano. Met wat
is helaas verbroken.” Robert lacht: “Nee, niet
vrienden vormen we een bandje.” In de woonkamer
vanwege de beperkte ruimte. Zij is danseres en
heeft Robert plek ingeruimd voor zijn drie gitaren.
wilde graag haar vleugels uitslaan. Nu woont ze in
“Ze zijn erg belangrijk voor me. Die rode daar was
Londen. Ik wil juist graag in Amsterdam blijven.”
mijn eerste gitaar. Ik heb hem toen ik zestien was
Toch geeft hij wel toe dat deze woning bij uitstek
van mijn moeder gekregen. Er zaten slechts drie
geschikt is voor één persoon.
snaren op. Gitaarspelen kon ik toen nog niet. Enkele jaren later zag ik in de Melkweg een meisje
In de Staatsliedenbuurt staan veel woningen van
op wie ik graag indruk wilde maken.
deze oppervlakte. Aan de oorspronkelijke plattegronden is goed te zien dat ze allemaal eenzelfde
Zij vroeg mij of ik gitaar kon spelen. Ik blufte dat ik
soort indeling hadden. Een voor- en achterkamer
‘Hotel California’ kon spelen. ‘Oké’, zei ze, ‘dan
met daartussenin een hal met alkoven. De keuken
spreken wij over drie weken af en dan speel jij
en wc waren apart. Tijdens de verscheidene
‘Hotel California’ voor mij.’ Ik ben toen als een gek
renovatieprojecten zijn de alkoven verdwenen en
op zoek gegaan naar een leraar die mij in korte tijd
werd van de voor- of achterkamer een slaapkamer
gitaar kon leren spelen. Dat is me gelukt, en weet
gemaakt. Ook kregen de woningen een douche.
je wat het leuke was, dat meisje, Julie, werd mijn vriendin. We zijn een halfjaar samen geweest. In
mijn
Roberts woning is tijdens de laatste renovatie, ruim
die periode met haar is mijn liefde voor muziek en
twee jaar geleden, opgedeeld in kleine kamertjes.
gitaarspelen ontstaan.”
Vanuit de kleine hal waar je binnenkomt, kun je rechts naar de slaapkamer met daaraan grenzend
Robert heeft bijna zijn hele leven in Amsterdam
een kleine studeerkamer. Links vanuit de hal kom je
gewoond. “Ik ben opgegroeid bij mijn echte ouders
in de woonkamer met open keuken. “Dan heb ik
in Amsterdam-Zuid. Later, in mijn studententijd,
ook nog een washokje en een badkamer en zelfs
heb ik een tijd bij, wat ik mijn pleegouders noem,
een apart toilet. Het is erg hokkerig. Van mij
gewoond. Mijn echte vader is spoorloos. Gelukkig
hadden er wel wat muren uit gemogen.”
is mijn pleegvader een goed voorbeeld voor me geweest. Hij heeft me er samen met zijn vrouw echt
Volgens Robert is de woning niet anders te
doorheen gesleept. Ik ben op een gegeven moment
gebruiken dan dat hij nu doet. “Ik kan niet ergens
mijn ouderlijk huis ontvlucht en bij hen gaan
anders gaan slapen, in de studeerkamer bijvoor-
wonen. Mijn pleegvader is psychotherapeut en ik
beeld past echt geen bed.” De woonkamer
zat bij zijn zoon in de klas op het gymnasium.”
verhuizen naar de voorkant en dan slapen en
plekje
studeren in wat nu de woonkamer is, vindt hij geen
Robert komt nog altijd bij zijn pleegouders thuis.
optie. “Dan moet ik aan de voorkant alsnog een
“Eerlijk gezegd kwam ik er nog vaker toen ik in Oost
muur uitbreken om daar één ruimte te krijgen.
woonde. Ik heb me daar nooit echt thuis gevoeld.
Ach, dat is zoveel gedoe. Ik vind het wel prima zo.”
Toen ik de sleutel van deze woning kreeg was ik zo
Dat er wel degelijk meerdere mogelijkheden zijn
blij dat ik alleen wat muren heb geverfd. Ik wilde er
voor de indeling van deze woningen, blijkt wel uit
meteen in. Dit is echt mijn plekje...”
de woning van bovenbuurman Martijn Han. “Zijn huis is echt chillen. Daar is alles open en daardoor is het een soort van loft geworden.”
Robert Eendebak
Staatsliedenbuurt / Amsterdam Westerpark
>
De plattegrond van de woning.
Het balkon.
Tuin van de onderburen vanaf het balkon gezien.
p 82 / 83
Staatsliedenbuurt / Amsterdam Westerpark
mijn man heeft
1.700 speelgoedauto’s
Jan (63) en Willy (57) Posthuma wonen al hun hele leven in de Staatslieden buurt. Jan is zelfs de Van der Hoopstraat niet uit geweest. “Ik heb 62 jaar een paar deuren verderop gewoond, op nummer 72 III.” Onlangs verhuisde hij samen met zijn vrouw naar de begane grond op nummer 66. “Ik wilde niet, vond het echt vreselijk dat ik mijn huis moest verlaten. Maar, weet je wat nu zo gek is? Ik heb nog geen dag heimwee gehad.”
>
Eind 2009 was het huizenblok waar de familie Post-
naar de hal is sowieso onzin. Daar wordt het alleen
huma woonde aan de beurt voor een grote
maar hokkerig van”, meent Willy.
renovatie. “Dit zou zo’n tien maanden duren en in de tussentijd konden wij in een wisselwoning
Jan: “Wij hebben behoorlijk wat veranderd aan de
terecht”, vertelt Willy. In eerste instantie wilden ze
plattegrond. Zo was aan de straatkant, op de plek
na de renovatie weer terugkeren in hun eigen huis.
van onze keuken vroeger, een slaapkamer en zat de
“We kregen echter deze beganegrondwoning
keuken achterin tegen de tuin aan. Wij vonden dat
aangeboden en dat trok mij toch ook wel. Ik heb
stukje veel te klein voor de keuken en hebben daar
mijn hele leven al een tuin willen hebben en nu
een soort van speelhoekje voor onze kleinzoon
kreeg ik hem ineens in mijn schoot geworpen.”
Jerry (2) gemaakt.” Willy vult aan: “Hij is hier twee dagen per week en voelt zich ook al helemaal thuis.
Jan heeft erg getwijfeld. “Ik had het nooit zo op
Vooral het feit dat oma een tuin heeft vindt hij
tuinen. Bovendien was ons vorige huis lekker groot,
prachtig. ”
zo’n tachtig vierkante meter. Doordat we op drie hoog woonden, konden we de zolder erbij trekken.
Het stel vindt een woning op de begane grond toch
Door de jaren heen hebben we de zolderkamers
wel erg lekker. “We worden ook een dagje ouder.
van alle bewoners in het blok erbij gekregen.”
Het is echt heerlijk dat ik nu met boodschappen zo
Willy vult aan: “Door die ruimte hebben we veel
naar binnen loop”, zegt Willy en vervolgt: “Telkens
spullen verzameld. Mijn man heeft bijvoorbeeld
drie trappen op en af werd best vermoeiend.
1.700 speelgoedauto’s. Die kunnen we hier
Alleen, voor mijn lijn is het minder goed. Daar moet
onmogelijk kwijt. Die autoverzameling zat in
ik nog iets op bedenken.”
vitrinekasten die door het hele huis hingen. Vooral onze slaapkamer hing er vol mee. Ik heb echt
Dat de Staatsliedenbuurt een wijk zou zijn voor
gezegd: in ons nieuwe huis wil ik niet meer tussen
jonge mensen, vindt het stel onzin. Sterker nog: zij
de auto’s slapen.” De auto’s staan nu opgeslagen bij
bewijzen het tegendeel. “Dit is een levensloopwijk”,
vrienden in Amstelveen. “Ik weet nog niet wat ik
grapt Willy. “Wij hebben hier in alle fases van ons
ermee ga doen. In ieder geval hangt er al een
leven gewoond. Nu we op de begane grond wonen
vitrinekast klaar in de schuur”, zegt Jan, die toch
kunnen we ook de toekomstige fase hier blijven
zeker wel zo’n honderd exemplaren wil houden.”
wonen.” Jan: “Nou, niet helemaal toch...” Zijn vrouw kijkt hem lachend aan en vervolgt: “Nee,
Jan en Willy zijn nauw betrokken geweest bij de
inderdaad, we moeten niet in de rolstoel komen of
verbouwing van hun nieuwe huis. Ook deze woning
een rollator nodig hebben. Die passen niet door de
werd aan een grondige renovatie onderworpen.
voordeur. De deur is slechts 59 centimeter en daar
Drie beganegrondwoningen zijn samengevoegd tot
kun je onmogelijk met een rollator door. Maar, we
twee woningen. “Wij hebben nu eigenlijk anderhalf
waren toch niet van plan om daarmee te gaan
huis van in totaal zestig vierkante meter”, zegt
lopen. Kortom: wij zijn nooit weggegaan en zullen
Willy. “Onze slaapkamer was voorheen de hal en de
dat ook in de toekomst niet gaan doen.”
keuken van de buren.” Ook de hal en de badkamer zitten in het voormalige buurhuis. De deuren naar de hal en de slaapkamer hebben ze er meteen uitgehaald. “Wij wonen hier met z’n tweeën en hebben echt geen slaapkamerdeur nodig. Een deur
Jan en Willy Posthuma
Staatsliedenbuurt / Amsterdam Westerpark
>
De plattegrond van de woning.
Jan Posthuma geeft de planten in de tuin water.
Kleinzoon Jerry in de speelhoek bij het raam naar de tuin.
p 86 / 87
Staatsliedenbuurt / Amsterdam Westerpark
>
De buurt en ook de woning waren voor Robbie niet
begonnen. Daarna volgden de Pijp en Bos en
onbekend. “Mijn oom woonde in dit huis. Toen hij
Lommer. Eerlijk gezegd voelde ik me in alle buurten
er vorig jaar uitging, kon ik er zo in.” De woonkamer
wel thuis. Voor mij moet een plek passen bij de
en slaapkamer zijn van elkaar gescheiden door een
levensfase waarin ik zit. Nu past de Staatslieden-
schuifdeur. “Mijn oom had die deur altijd dicht om
buurt goed bij me. Hier wonen veel dertigers die
zo wat meer privacy in zijn slaapkamer te hebben.
net als ik alleen leven.”
wester park als voor tuin wester park als
Bij mij staat deze schuifdeur juist altijd open. Ik hou van een open ruimte waar je van voor naar achter
Op dit moment volgt Robbie een opleiding tot
kunt kijken.”
documentairemaker bij Frans Bromet. “Dit is een mooie aanvulling op mijn studie film-en televisie-
Ook de buitenwereld mag van hem naar binnen
wetenschappen die ik aan de UvA heb gedaan. Ik
kijken. “Ik hou niet van verdoezelen. De meeste
wil het liefst geld verdienen met verhalen maken en
mensen hebben de gordijnen altijd dicht. Ik vind
dan bij voorkeur in het buitenland. Eigenlijk wil ik
dat een gemiste kans. In Amsterdam heb je veel
werkend reizen. Door de prijs van deze woning, nog
meerwaarde doordat je mooie dingen ziet. Ik kijk
geen 350 euro per maand, hou ik die mogelijkheid
zelf graag naar buiten, naar het Westerpark, dan
ook open.”
mogen mensen vanuit het park ook bij mij naar binnen kijken. Ik denk er ook over om op de stoep
Robbie heeft nog niet veel gedaan aan de inrichting
voor mijn raam een bankje te zetten. Dat is zo
van zijn huis. Zo staat de televisie op een kartonnen
heerlijk Amsterdams, al die mensen die voor hun
doos en hangen zijn kleren aan de rail van de
huis zitten. Al zit je hier natuurlijk wel dicht op de
schuifdeur tussen woon- en slaapkamer. “Ja, er
drukke weg.”
moet inderdaad nog wel het een en ander gebeuren. Maar, wat vind je van mijn keuken? Net
Robbie van Zoggel (30) heeft zijn plek in Amster dam gevonden. Sinds april 2009 woont hij in deze woning van vijftig vierkante meter op de begane grond aan de Haarlem merweg. “Een superhuis op een fantastische plek, met het Westerpark als voor tuin.”
Volgens Robbie zijn er plannen om van de Haarlem-
echt design toch?” Hij heeft onlangs de keukenkas-
merweg een rustiger weg te maken. “Als het
ten beplakt met rood plastic. “Zelf vind ik het veel
stoplicht hier op groen staat, scheuren de auto’s
beter dan die saaie standaard witte kastdeuren.”
voorbij. Het is echt de ‘snelweg’ naar West en naar
De komende jaren woont Robbie hier prima.
Haarlem.”
“Of ik het niet te klein vind? Volgens mij ga je pas nadenken over een grotere woning als je met zijn
Hij heeft zich wel even afgevraagd of het niet raar is
tweeën bent. Het lijkt me wel een uitdaging om
om aan de straatkant te slapen. “Deze woning met
hier samen te wonen. Ik hoor aan het geluid bij de
één slaapkamer biedt niet veel andere mogelijkhe-
bovenburen dat dat niet altijd eenvoudig is...”
den. Slapen in de keuken lijkt me geen optie.” Hij is even stil en vervolgt: “Alhoewel, nu ik erover nadenk, ik zou natuurlijk wel hier een wandje kunnen plaatsen.” Hij wijst naar de plek van de eettafel. “Je zou dan nog steeds van de keuken naar de woonkamer kunnen lopen. Van de slaapkamer zou ik dan een eetkamer kunnen maken. Hmmm, dat is misschien helemaal niet zo’n gek idee.” Inmiddels woont hij bijna tien jaar in Amsterdam. “Ik ben op mijn 21ste als student in Noord
Robbie van Zoggel
Staatsliedenbuurt / Amsterdam Westerpark
>
De plattegrond van de woning.
Tuin vanuit de keuken gezien.
Zitkamer vanuit de keuken gezien.
p 90 / 91
Staatsliedenbuurt / Amsterdam Westerpark
>
Kom binnen”, zegt Martijn en zwaait de deur
het verkopen van lampen en t-shirts. Ik heb al een
uitnodigend open. Daar waar de meeste woningen
eigen t-shirtlabel en lampen verkoop ik ook nu al
een hal als entree hebben, sta je hier meteen in de
via internet.”
woonkamer. “Mooi toch”, zegt Martijn. “Een hal is
weer ik speel veel Martijn Han (29) is erg gelukkig met zijn woning in de Van der Hoopstraat. “Ik woonde al in de Staatsliedenbuurt en wilde ook per se in deze wijk blijven wonen.” Martijn houdt van klussen en heeft de plattegrond van zijn woning op geheel eigen wijze ingevuld. “Nu zit mijn stempel op dit huis.”
alleen maar loze ruimte. Je kunt er niets mee”,
Martijn komt oorspronkelijk uit Maarssen. “Op mijn
meent hij. In de woonkamer valt meteen op dat de
twintigste ben ik naar Amsterdam gegaan. Ik
deur naar de slaapkamer eruit is gehaald en dat er
studeerde destijds geneeskunde. Dat heb ik vier
een stuk muur ontbreekt. “Ik hou van ruimtelijk-
jaar gedaan. Ik ontdekte dat het artsenvak heel
heid en licht. Nu komt er aan twee kanten licht
mooi is, maar dat het niet bij mij past. Na mijn
mijn huis binnen, wat een heel open gevoel geeft.”
doctoraal ben ik economie gaat studeren.”
Martijn woont sinds de zomer van 2009 in deze
De promovendus houdt van mooie dingen. Zo hangt
woning. “Ik heb elf jaar op de wachtlijst gestaan.
er een designlamp aan het plafond en staat er op
Toen ik in Amsterdam economie ging studeren heb
de houten eettafel een antieke kandelaar. Na de
ik me ingeschreven.” Hiervoor woonde hij drie jaar
renovatie van enkele maanden kon Martijn
in de Van Hogendorpstraat in een huis van zijn
verhuizen. “Ik heb zelf de muur eruit gehaald.
tante. Zij wilde het huis verkopen en Martijn moest
Op de vloer heb ik donker laminaat gelegd, het lijkt
op zoek naar iets anders. “Ik heb echt veel geluk
echt hout. Ook heb ik alle deuren geverfd. Ik vind
gehad met deze woning. Ik stond op nummer
het erg belangrijk dat de functies slapen en koken
twintig of zo, maar alle mensen voor mij wilden het
in een soort van nis zitten en zijn afgeschermd.
niet. Dit huis werd gerenoveerd en het was een
Verder is het een groot, licht en open geheel.
enorme puinhoop. Ik vermoed dat niemand er
Aan het balkon heb ik tot nu toe nog niets gedaan;
doorheen kon kijken, dat is mijn geluk geweest.”
ik ga daar zeker nog plantjes en dergelijke neerzetten.”
Alles in huis is netjes afgewerkt. Martijn heeft in deze woning van nog geen vijftig vierkante meter, in
Behalve dat dit een prettige wijk is, vind ik het ook
de open ruimte tussen de woon- en slaapkamer,
erg leuk om hier met gelijkgestemden te wonen.
plek gevonden voor zijn piano. “Ik speel weer veel
We zijn allemaal net werkend en rond de dertig.”
de laatste tijd. Mijn onderbuurjongen, Robert, leert
Volgens Martijn zijn de woningen in dit pand bij
mij hoe ik kan improviseren. We hebben met een
uitstek geschikt voor één persoon. “Tegen de tijd
aantal jongens een improvisatiebandje opgericht,
dat ik ga samenwonen, voldoet het niet meer. Nou
erg leuk.”
ja, misschien nog wel even, maar als er kinderen komen wil ik echt een groter huis...”
Martijn is net als Robert aan het promoveren. “Ik heb een aanstelling bij de faculteit Economie aan de UvA. Van mijn salaris kan ik geen huis kopen. Deze woning kost me 400 euro per maand, dat gaat prima.” Volgend jaar is hij klaar met zijn onderzoek. “Ik weet nu al dat ik niet in de wetenschap blijf. Wat ik dan ga doen? Ik word ondernemer. Promoveren is erg leuk en interessant, maar ik ben toch meer een doener. Ik haal mijn energie uit
Martijn Han
Staatsliedenbuurt / Amsterdam Westerpark
>
De plattegrond van de woning.
Het balkon.
De woonkamer vanuit de eethoek gezien.
een
p 94 / 95
Staatsliedenbuurt / Amsterdam Westerpark
>
zwerver
die
“Ik heb in mijn studietijd in verschillende wijken in
het midden van de woning, tegenover de keuken is
de stad gewoond. Halverwege de jaren negentig
geplaatst.”
kwam ik terecht in een antikraakwoning vlakbij het Westerpark. Vanaf dat moment wist ik: in deze
Het grote keukenraam aan de straatkant lijkt op
buurt wil ik langer blijven.”
een etalageruit. Volgens David was dat vroeger daadwerkelijk een etalage. Een deel van deze
Begin jaren negentig trok David van een klein
woning was in de jaren vijftig een melkwinkel.
dorpje in de buurt van Heerhugowaard naar
“Wij vinden het erg prettig dat ons huis heel
Amsterdam. “Ik kwam hier om sociologische
straatgericht is. Hierdoor sta je echt in contact
economie te studeren. Maar eerlijk gezegd ging het
met de buurt.”
me niet zozeer om die studie, ik wilde gewoon naar
David Snippe (40) verhuist na de zomer met zijn vriendin Eugenie en twee kinderen Miep (6) en Faas (3) naar de Bentinckstraat 23A. Hij woont al ruim dertien jaar een paar deuren verderop in de Bentinckstraat. Na zijn studie is hij per toeval in de Staatsliedenbuurt terechtgekomen.
blijven
is
plakken
Amsterdam. Ik was wel klaar in dat kleine dorp en
Op de plattegrond stonden voor de eerste
wilde naar de stad, mijn vleugels uitslaan.”
verdieping drie slaapkamers ingetekend. “Ik heb daar vier kamers van gemaakt. Hierdoor heb ik ook
Al voordat de woningbouwvereniging met de grote
nog een werkkamer. De kamers van de kinderen
renovatie van hun woning op de derde en vierde
zijn aan de achterkant. Ze hebben beide een deur
etage begon, was duidelijk dat de familie Snippe
naar het balkon. Erg stoer vinden ze dat. De andere
niet zou terugkeren. “Dit hele pand ging op de
twee kamers zijn aan de straatkant. Verder is boven
schop. De bovenste etages zouden koopwoningen
een badkamer en een tweede toilet. “In de bad-
worden en de onderste bleven sociale huur. Ik heb
kamer had Rochdale een wasmachineaansluiting
toen aangegeven dat ik deze beganegrondwoning,
gemaakt. Die heb ik weg laten halen waardoor er
die werd samengevoegd met één hoog, wel zag
nu ruimte is voor een douche en een ligbad. De
zitten. Ik had wel door dat dit een mooie indeling
extra wc had van mij wel weggemogen. Vroeger
zou kunnen opleveren. De woning is in totaal zo’n
hadden ze dat toch ook niet. Maar ik hoor nu van
tachtig vierkante meter. “En dan hebben we
iedereen dat we daar nog erg veel gemak van gaan
natuurlijk nog een mooie tuin die voor Amsterdam-
krijgen. Nou ja, we zien het wel.”
se begrippen best groot is.” David realiseert zich dat hij in een luxe positie David is vanaf het allereerste moment nauw betrok-
verkeert: een mooie, ruime woning met tuin in een
ken geweest bij de verbouwing van zijn nieuwe
gewilde buurt in Amsterdam. “Daar staat echter
huis. Gelukkig kreeg ik ruimschoots de kans om
wel tegenover dat deze wijk vroeger toen ik hier
mee te denken over een voor ons passende
kwam een bende was, het was een echte gribus-
indeling. Zo heb ik de keuken verplaatst van de
buurt. Ik had hier, samen met vele anderen
voorkant naar het midden van de begane grond.
natuurlijk, een voortrekkersrol. Wij hebben deze
Nu hebben we aan de straatkant ruimte om een
buurt helpen opbouwen.”
grote eettafel neer te zetten waardoor het een soort van woonkeuken wordt. Ook is het halletje bij
Of de familie Snippe hier nog eens dertien jaar blijft
de voordeur verdwenen. Je stapt nu meteen de
wonen, weet hij niet. “Op dit moment zijn we hier
woonkeuken binnen. “Een hal als entree vind ik
dolgelukkig mee. Ooit hoop ik nog wel een keer
echt loze ruimte. Of we straks het gebrek aan
‘buiten’ te gaan wonen. Op Terschelling bijvoor-
privacy niet gaan missen? Ach, de postbode mag
beeld. Ik ben eigenlijk meer een soort zwerver die
best mijn keuken inkijken. Dat kan toch ook via het
toevallig is blijven plakken.”
raam. En de jassen hangen we bij de trap, die nu in
David Snippe
Staatsliedenbuurt / Amsterdam Westerpark
>
De plattegrond van de woning, begane grond
De plattegrond van de woning, eerste verdieping
De tuin met zicht op de achterkant van de dubbele woning.
Colofon
p 98 / 99
Dit boek verhaalt van een leven. Het leven van de eerste woningwetwoningen in Amsterdam. Het verhaalt van al die mensen die er de afgelopen honderd jaar hebben gewoond, gewerkt of op bezoek kwamen. Dit boek verhaalt ook over de rest van de Van Beuningenstraat. Een meer dan honderd jaar oude straat in de Staatsliedenbuurt. Een eigenzinnige straat met een rijke geschiedenis. Voordat de straat in 1895 werd aangelegd, stonden er vooral molens en herbergen. Al snel werd het de straat van de arbeiders en ambtenaren. Het is ook de straat waar Cor van Hout opgroeide, waar Danny de Munk leerde judoën, waar Willeke Alberti haar grootouders opzocht en waar de kraakbeweging haar hoogtijdagen doormaakte. Het is ook een straat waar eind vorige eeuw behoorlijk de klad in zat door: de woningnood, de verwaarlozing van veel huizen en het ‘slechte’ leefklimaat. Er is veel doorstaan, maar de mensen waren liever strijdbaar dan lijdzaam. Dat heeft de straat gered. De bewoners zelf hebben de herschepping ter hand genomen. Het Rochdalecomplex heeft de afgelopen jaren een geheel eigen leven geleid in deze roerige straat. Een oase, zo noemen oude- en huidige bewoners hun pand. Terwijl de omringende huizen gekraakt en later veelal gesloopt werden, bleven deze eerste woningwetwoningen nagenoeg onveranderd en onaangetast. Het pand is een cultuurhistorisch monument geworden. Hier ligt de basis voor al die tienduizenden woningwetwoningen die later in Nederland zijn gebouwd.
Bos en Lommerplein 303 1055 RW Amsterdam Telefoon 020 - 312 25 55 www.rochdale.nl
[email protected]