INTEGRAAL PERSONEELSBELEID ROELOF VAN ECHTEN COLLEGE

INTEGRAAL

PERSONEELSBELEID ROELOF VAN ECHTEN COLLEGE 2007 - 2011

Versie 1.0 April 2007

Inhoudsopgave 1. Arbo- en milieubeleidsverklaring - Nieuw arbobeleid - Preventieve zorg - Arbo-dienst 2. Organisatie - Arbocommissie - Arbocoördinator en arbowerkgroep - Bedrijfshulpverlening 3. Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) - Aanpak en voortgang - Voorlichting 4. Verzuimbeleid - Overleg - Cijfers 5. Speciale doelgroepen 6.Psychosociale arbeidsbelasting 7. Registratie van ongevallen 8. Registratie van werktijden 9. Financiering Bijlage: Verdeling taken en verantwoordelijkheden

1. Arbo- en milieubeleidsverklaring De algemeen directeur/bestuurder van het Roelof van Echten College is verantwoordelijk voor het schoolbeleid. Het arbobeleid maakt hier deel van uit en daarom gelden de volgende algemene uitgangspunten dus ook voor het arbobeleid: -

de zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn van personeel en leerlingen; het belang van een ongestoorde voortgang van het onderwijsproces; het voldoen aan kwaliteitseisen voor het onderwijs; beleidsafspraken uit overige beleidsdocumenten.

Om deze uitgangspunten te bereiken, organiseert de algemeen directeur/bestuurder de school op een dergelijk manier dat onaanvaardbare risico’s in principe zijn uitgesloten. Verzuim door ziekte en arbeidsongeschiktheid wordt zo veel mogelijk tegengegaan.Per sector worden hiervoor jaarlijks realistische streefcijfers geformuleerd. Seksuele intimidatie, agressie, geweld, pesten en discriminatie worden actief bestreden. Verder is het streven om personeelsleden zo goed en breed mogelijk in te zetten. De school zal een voorbeeld functie vervullen met betrekking tot arbeidsomstandigheden en milieu voor de leerlingen, mede in verband met de toekomstige beroepsuitoefening. Het arbobeleid zal een gelijkwaardige plaats innemen ten opzichte van het financiële, economisch, onderwijskundig en sociale beleid van de schoolorganisatie. De doelstellingen van het arbo- en milieubeleid zullen in samenhang met de schooldoelstellingen worden geformuleerd in overleg met personeelsvertegenwoordiging (PMR) en het reguliere overleg in de schoolorganisatie. Een en ander wordt vastgelegd in het beleidsplan en in het jaarlijks op te stellen jaarplan en getoetst in het jaarverslag. De Risico-inventarisatie en – evaluatie zullen hierbij als uitgangspunt genomen worden. Voor zover gevaren onvermijdelijk zijn, richt de schoolorganisatie zich op een zodanige organisatie en manier van werken dat onaanvaardbare risico’s worden uitgesloten. Bij alle beslissingen en bij de dagelijkse gang van zaken zal daarom de aandacht voor veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu een hoge prioriteit hebben. Hoogeveen, Dr. Ir. A. Weishaupt Algemeen Directeur/Bestuurder,

Arbobeleid in essentie. Het Arbobeleidsplan bevat een omschrijving van het beleid waarmee de hoofddoelstelling wordt verwezenlijkt, en van de hieruit voortvloeiende taken voor de komende vijf jaar. Indien van toepassing wordt voor elk beleidsonderdeel aangegeven: - wie verantwoordelijk is - welke procedures worden gevolgd - welke instrumenten worden gebruikt - welke vorm van interne of externe ondersteuning nodig is - hoe de kwaliteitsborging is geregeld

Preventieve zorg Het bestuur wil risico’s voor veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu zo veel mogelijk voorkomen. Het bestuur laat zich daartoe bij de zorg voor de veiligheid, gezondheid, welzijn van het personeel ondersteunen door deskundige medewerkers, te weten preventiemedewerker(s). De taken van deze medewerker(s) zijn beschreven in de taakbeschrijving van de preventiemedewerker. Bij de bouw en inrichting van de in de toekomst nieuw te bouwen, of te verbouwen schoolgebouwen, verdienen de arbeidsomstandigheden extra aandacht. In de omschrijving van de opdracht voor bouwen inrichtingswerkzaamheden houdt de sector directeur Bedrijfsvoering en Beheer uitdrukkelijk rekening met de arboregelgeving. De arbocoördinator zorgt voor relevante informatie zoals inkoopspecificaties en ziet toe op de naleving van onderhoudscontracten. Deskundige ondersteuning Het bestuur laat zich bij zijn verplichtingen uit de Arbowet bijstaan door een gecertificeerde Arbo-dienst. Het bestuur heeft een contract met Ardyn. Er is een vaste contactpersoon bij de Arbodienst, namelijk de bedrijfsarts mw. C. Oostveen. Elk jaar evalueert het bestuur in samenspraak met het directeurenoverleg het contract met de Arbo-dienst. Zo nodig wordt het bijgesteld. Namens het bestuur is de afdeling P&O het vaste aanspreekpunt voor de Arbo-dienst. Wat betreft de verzuimbegeleiding is de afdeling P&O eveneens het aanspreekpunt voor de Arbo-dienst. De Arbo-dienst overlegt vervolgens met P&O en met de sectordirecteuren.

2. Organisatie Directeur bestuurder

Bestuursbureau: Bestuurssecretaris Directiesecretaresse Beleidsmedewerker P&O

Sectordirecteur VWO/HAVO

Roostermaker Mediathecaris

Sectordirecteur VMBO


Sectordirecteur Bedrijfsvoering en beheer

Sectordirecteur Praktijkonderwijs en zorg


Hoofd administratie Teamleider ICT Medewerker ICT

Adjunctdirecteur

Docent LD Docent LC Docent LB TOA Onderwijsa ssistent

Adjunctdirecteur

Docent LD Docent LC Docent LB TOA Onderwijsa ssistent

AdjunctAdjunctdirecteur directeur

Docent LC Docent LB

AdjunctAdjunctdirecteur directeur

Docent LC Docent LB

Adjunctdirecteur

Docent LD Docent LC Docent LB Praktijkonderwijsassistent

Onderwijs Service Centrum: Teamleider OSC Maatschappelijk deskundige Orthopedagoog/psycholoog Praktisch onderwijsassistent Psychologisch assistent Psycholoog

Teamleider Senior conciërge Conciërge Technisch medew. Toezichthouder Schoonmaker Corveemedew. Kantinebeheerder

Leerlingadministrateur

Senior medew. Medewerker Pers. Adm. Senior medew. Medewerker Fin. Adm. Medew. Secr. Medew. administratie

Arbocommissie Het arbobeleidsplan wordt opgesteld door een arbocommissie die bestaat uit vertegenwoordigers van het bestuur, de schoolleiding en het personeel (uit de personeelsvertegenwoordiging). Het arbobeleidsplan wordt telkens voor een periode van 1 jaar vastgesteld door het bestuur, nadat de personeelsvertegenwoordiging (PMR) het concept heeft goedgekeurd. De arbocommissie bestaat uit de volgende functionarissen;

Interim manager Bedrijfsvoering & Beheer (arbocoördinator)

Conciërge per locatie G (preventietaken)

Conciërge per locatie P (preventietaken)

Conciërge per locatie J+V (preventietaken)

Concierge per locatie NB+A (preventietaken)

Voor het einde van ieder schooljaar evalueert de arbocommissie het gevoerde arbobeleid aan de hand van dit arbobeleidsplan. Het beleid kan worden bijgesteld als hieraan behoefte is. Arbocoördinator en preventiemedewerkers Op school is de sector directeur Bedrijfsvoering en Beheer verantwoordelijk voor het arbobeleid. Hij zorgt voor de verdeling van arbotaken of delegeert dit aan de arbocoordinator. Via het PMR-overleg beschikt het personeel over instemmingsrecht en inspraak bij de totstandkoming van het arbobeleid. De algemeen directeur/bestuurder stelt een arbocoördinator aan, die een ondersteunende arbocommissie leidt. De werkzaamheden van de arbocoördinator en de preventiemedewerkers zijn vastgelegd in een taakbeschrijving. De preventiemedewerkers zorgen samen met de arbocoördinator voor de uitvoering van de arbotaken op de locaties. Bedrijfshulpverlening. De arbocoördinator is verantwoordelijk voor de bedrijfshulpverlening (BHV). De arbo-dienst of een andere deskundige verzorgt de noodzakelijke opleiding voor BHV’ers, die met scholingsgelden wordt bekostigd. Ieder personeelslid dient zodanig om te gaan met brandgevaarlijke stoffen en andere brandgevaarlijke materialen, dat situaties waarin brandgevaar kan ontstaan vermeden worden. Het personeel geeft de leerlingen voorlichting en instructie met betrekking tot

brandpreventie. In de schoolgebouwen zijn voorzieningen aanwezig (blusmaterialen) om in geval van een beginnende brand uitbreiding hiervan te voorkomen. Iedere beginnende brand dient onmiddellijk gemeld te worden bij de per sector aangewezen persoon. In geval van brand wordt onverwijld het ontruimingsplan in werking gesteld. Dit ontruimingsplan dient aangepast te worden aan de situatie per locatie. Hierin is ook de brandrepressie geregeld. Ten behoeve van de brandrepressie zijn enkele personeelsleden geschoold in het bestrijden van kleine en beginnende branden. Hun namen staan vermeld in het ontruimingsplan. Alle personeels leden behoren in het bezit te zijn van een ontruimingsplan. In alle lokalen en in andere daartoe aangewezen vertrekken hangt een instructie voor de in deze lokaliteiten aanwezige personen. In het ontruimingsplan staat vermeld wat te doen bij calamiteiten en wie de verantwoordelijke personen zijn. De arbo-werkgroep zorgt voor een jaarlijkse actualisatie. Enkele malen per jaar vinden ontruimingsoefeningen plaats. Via een fasegewijze opbouw wordt gestreefd naar een ontruiming van het gehele gebouw op een onverwacht moment met enkele complicaties, zoals slachtoffers en geblokkeerde uitgangen. Via mondelinge en/of schriftelijke instructie worden alle werknemers door de werkgroep regelmatig op de hoogte gesteld van het ontruimingsplan. Het personeel moet de instructies in het ontruimingsplan opvolgen en is verplicht aan de oefening mee te werken. De bedrijfshulpverlener moet aantoonbaar ieder jaar deelnemen aan een ontruimingsoefening. 3. Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) De RI&E kan door de deskundige medewerkers ( preventiemedewerkers) uitgevoerd worden onder leiding van de arbocoördinator. Hiervoor kan de Arboleider gebruikt worden. Dit is een zelfhulp instrument dat ontwikkeld voor het Voortgezet onderwijs. Ook kan de arbo-dienst de RI&E uitvoeren. De directie is eindverantwoordelijk voor de RI&E. Resultaten worden aan de PMR voorgelegd. De RI&E wordt ter toetsing voorgelegd aan een kerndeskundige die bevoegd is de RI&E te toetsen zodat aan de wettelijke eis is voldaan. De arbocoördinator bepaalt jaarlijks of gewijzigde omstandigheden een (gedeeltelijke) herhaling van de RI&E vereisen. In ieder geval wordt jaarlijks een veiligheidscontrole uitgevoerd aan de hand van controlelijsten uit de Arboleider. Aanpak en voortgang Conform de Arbowet telt een school na een RI&E een Plan van aanpak op. Dit kan ook aan de arbo-dienst uitbesteedt worden. Hierin staat welke onderwerpen in welke volgorde aan bod moeten komen, welke werkzaamheden hiermee gepaard gaan, wie verantwoordelijk is en hoeveel tijd en geld een en ander kost. Ook is terug te lezen welke activiteiten al zijn uitgevoerd. Er wordt een tijdsplanning gemaakt. Het Plan van aanpak wordt aan de PMR voorgelegd. Aan het eind van het schooljaar wordt het Plan van aanpak geëvalueerd en aangepast voor het volgende jaar. Dit gebeurt aan de hand van een door de arbocoördinator of door de preventiemedewerker te vervaardigen voortgangsverslag (een overzicht van al dan niet gerealiseerde arboactiviteiten). De bevindingen worden op bestuursniveau gebundeld en voorgelegd aan de PMR. Arbobeleidsplan Roelof van Echten College, april 2007 versie 1.0

7

Voorlichting Op grond van de uitkomsten van de RI&E, teamvergaderingen en individuele gesprekken met teamleden wordt bepaald over welke risico’s het voltallige personeel voorlichting moet krijgen. In ieder geval wordt aandacht besteed aan: - de veiligheids- en werkinstructies voor leerkrachten en leerlingen; - werkgebonden risico’s, zoals agressie, geweld en stress; - het verzuimbeleid en bijbehorende protocollen; - de ontwikkeling van het ziekteverzuim op school; - de introductie van nieuwe medewerkers, stagiair(e)s en leerlingen. Nieuwe personeelsleden worden middels de personeelsmap op de hoogte gebracht van de bestaande regelingen en voorschriften. 4. Verzuimbeleid Het bestuur heeft een gemeenschappelijk verzuimbeleid ontwikkeld, inclusief verzuimprotocollen, en ter instemming voorgelegd aan de personeelsvertegenwoordiging. Het verzuimbeleid wordt jaarlijks door het bestuur geëvalueerd en bijgesteld. De schoolleiding is verantwoordelijk voor de uitvoering van het verzuimbeleid en wordt hierin ondersteund door de Arbo-dienst. Zie het verzuimbeleidsplan voor een uitgebreide beschrijving. Het verzuimbeleid is overigens niet meer verplicht in het kader van de Arbowet. Overleg sociaal medisch team. Gemiddeld vier keer per schooljaar komt het sociaal-medisch team (SMT) bij elkaar voor overleg. Het team bestaat uit een (adjunct) sector directeur, de bedrijfsarts en de beleidsmedewerkster P&O. Eventueel wordt het overleg bijgewoond door de betrokken zieke werknemer. Cijfers De verzuimkengetallen die het bestuursbureau verzamelt, worden regelmatig aan de sectordirecteuren bekend gemaakt. Hetzelfde geldt voor de ziekteverzuimgegevens die externe partijen beschikbaar stellen. De sectordirecteuren bespreken de verzuimkengetallen in het teamoverleg en, zo nodig, in het SMT-overleg. Ook dragen de sectordirecteuren hier eens per kwartaal verantwoording over af aan de algemeen directeur/bestuurder. 5. Speciale doelgroepen Het arbo-beleid ten aanzien van speciale groepen dient altijd rekening te houden met individuele verschillen in belastbaarheid en risico beleving en in overleg met de betrokkene te worden toegepast. Aandacht voor oudere (45+) medewerkers, nieuwe leerkrachten, stagiair(e)s en beginnende leerkrachten dient in de begeleiding, functioneringsgesprekken en beoordelingen nadrukkelijk naar voren te komen. Het arbo-beleid ten aanzien van speciale groepen dient altijd rekening te houden met individuele verschillen in belastbaarheid en risico beleving en in overleg met de betrokkene te worden toegepast.

Arbobeleidsplan Roelof van Echten College, april 2007 versie 1.0

8

6. Psychosociale arbeidsbelasting Van de school wordt verwacht dat er beleid gevoerd wordt op het voorkomen of beperken van psychosociale arbeidsbelasting. Dit beleid heeft betrekking op factoren als seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk die in de arbeidssituatie die stress teweeg brengen. De school hanteert een beleid dat alle vormen van (seksuele) intimidatie, agressie, geweld en racistisch gedrag tegen personeel en leerlingen tegengaat. Een klachtenprocedure, een gedragscode en de aanstelling van vertrouwenspersonen maken hiervan onderdeel uit, zie hiervoor de klachten regeling en het MIS protocol. Er zijn afspraken gemaakt die zijn vastgelegd in gedrag- en school regels ( schoolgids en leerlingenstatuut) Op de school is een anti-pest protocol aanwezig. Met betrekking tot werkdruk moeten de risico´s in de RI&E worden beoordeeld. In het plan van aanpak van de RI&E worden maatregelen vastgesteld en uitgevoerd om mogelijke psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen of, indien dit niet mogelijk is, te beperken. 7. Registratie van arbeidsongevallen Een algemene ongevalregistratie wordt schoolbreed bijgehouden. Per sector meldt de arbocoördinator of een daarvoor aangewezen (preventiemedewerker) de arbeidsongevallen die leiden tot de dood, een blijvend letsel of een ziekenhuisopname direct aan de Arbeidsinspectie en rapporteert hierover desgevraagd schriftelijk aan de Arbeidsinspectie. Ook ongevallen die na 24 uur tot een ziekenhuisopname leiden moeten worden gemeld. Elk kwartaal bespreekt de arbocoördinator de ongevallen met de schoolleiding. 8. Registratie van werktijden De schoolleiding voert een arbeidstijdenbeleid voor personeel in overeenstemming met de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit. Per juli 2007 zal een nieuwe vereenvoudigde arbeidstijdenwet ingaan. 9. Financiering Voor de in het Plan van aanpak van de RI&E vermelde onderwerpen die de draagkracht van het schoolbudget te boven gaan, is een procedure vastgesteld. De sector directeur Bedrijf en Beheer verzorgt jaarlijks een budget voorstel. Dit budget voorstel bevat tevens een reservering voor uitgaven bij acute knelpunten.


9

Bijlage: Verdeling taken en verantwoordelijkheden Uitvoering van het arbobeleid vraagt om benoeming en verdeling van taken en verantwoordelijkheden. Een en ander hangt natuurlijk samen met de aard en omvang van de onderwijsinstelling, een standaard is niet voorhanden. De volgende lijst is dan ook als handvat bedoeld. Algemeen directeur/bestuurder / Arbocommissie - arbobeleidsplan vaststellen; - arbobudget vaststellen; - taken en bevoegdheden delegeren, eventueel arbocoördinatoren en preventiemedewerkers aanstellen; - middelen toekennen; - overleg voeren met personeelsvertegenwoordiging; - contract sluiten met de Arbo-dienst of andere gecertificeerde arbodeskundigen; - scholing en training organiseren; - informeren en adviseren over arbozaken. Sectordirecteur BB - RI&E organiseren; - Plan van aanpak vaststellen; - arbotaken verdelen; - taakomschrijving arbocoördinator, bedrijfshulpverlener en preventiemedewerker maken; - arbocoördinator(en), bedrijfshulpverleners en contactpersonen aanstellen; - taakomschrijving arbowerkgroep maken en arbocommissie aanstellen; - overleggen met personeel; - contact onderhouden met Arbo-dienst of andere gecertificeerde arbodeskundigen; - overleg met en informatieverstrekking aan bestuur en vertrouwenspersoon; - verzuimbegeleiding. Personeelsgeleding (P)MR - overleg/advies/instemming t.a.v.: . contract Arbo-dienst . verzuimbeleid . personeelsbeleid . RI&E . Plan van aanpak en voortgangsverslag. Arbocoördinator - arbowerkgroep leiden en stimuleren; - overleggen met en adviseren aan schoolleiding, MR en vertrouwenspersonen; - risico's signaleren; - Plan van aanpak uitvoeren; - RI&E begeleiden; - bedrijfshulpverlening coördineren. Deskundige medewerkers met preventietaken (preventiemedewerkers) - RI&E verrichten en opstellen; - bedrijfshulpverlening invullen; - personeel van informatie voorzien; - risico’s signaleren en bespreken in arbo-overleg. - uitvoeren van arbomaatregelen - overleg met PMR


10

Team- en werkoverleg - opinievorming; - arboknelpunten bespreken; - draagvlak creëren voor maatregelen. Contactpersoon/vertrouwenspersoon - aanspreekpunt voor medewerkers dan wel leerlingen; - informatievoorziening; - klachtenprocedure begeleiden. Bij de uitvoering van het arbobeleid zijn de volgende externe instanties betrokken: Arbo-dienst of andere gecertificeerde arbodeskundigen - begeleiden van verzuim en reïntegratie; - uitvoeren en/of toetsen RI&E; - werkplekonderzoek; - scholing. Arbeidsinspectie - controle arbeidsomstandigheden; - controle uitvoering van Arbowetverplichtingen waaronder: . de registratie van arbeids- en rusttijden; . de uitvoering van de RI&E en het Plan van aanpak.


11

INTEGRAAL PERSONEELSBELEID ROELOF VAN ECHTEN COLLEGE

Recommend Documents