Gemeente Den Haag
rv 34 Bestuursdienst BSD/2011.2076 RIS 247393_120529
GEWIJZIGD VOORSTEL
Voorstel van het college inzake Integraal Veiligheidsplan 2012-2015 Den Haag. Voor ligt het Integraal Veiligheidsplan 2012-2015 met als bijlagen het resultaat van de raadpleging van de bewoners en de Veiligheidskaart 2011. De Hoofdlijnenbrief Veiligheidsbeleid 2011-2015(RIS 180708) en de bijlagen, waaronder het Werkplan Openbare Orde en Veiligheid 2011-2015 (RIS 180708a) zijn op 22 juni behandeld in de commissie Bestuur. De commissie Bestuur heeft toen de aanpak van het Veiligheidsbeleid langs drie sporen onderschreven: 1. 2. 3.
Aanpakken van zware en veel voorkomende criminaliteit; Gebiedsgerichte aanpak: gebiedsgerichte inzet in wijken en buurten in combinatie met een persoonsgerichte en groepsgerichte aanpak van overlastgevende en criminele jongeren, veelplegers en ex-delinquenten; Stevige aanpak van de georganiseerde criminaliteit, strafrechtelijk en bestuurlijk.
Bij de behandeling in de commissie heeft de burgemeester aangegeven dat het veiligheidsplan voor de periode 2012-2015 na dialoog met de stad ter vaststelling aan de raad zal worden voorgelegd. Dialoog met inwoners De dialoog met inwoners van Den Haag heeft plaatsgevonden. Er is uit de participatieladder gekozen voor het raadplegen van bewoners. Een representatieve groep van 1.000 inwoners is persoonlijk benaderd om hun mening te geven. Daarnaast zijn respondenten geworven via social media als Twitter, Linkedin, Hyves, Facebook, Haagse fora en lokale nieuws- en opiniesites. Bewoners konden zo hun ideeën, wensen en meningen naar voren brengen en hadden de gelegenheid om aan te geven welke veiligheidsthema’s prioriteit moeten krijgen. Hieruit is gebleken dat de bewoners de hoofdlijnen en prioriteiten van het veiligheidsbeleid onderschrijven. Bij dit raadsvoorstel zit een bijlage (ligt ter inzage) waarin wordt ingegaan op het resultaat van de raadpleging en wat daarmee is gedaan. Wetsvoorstel Regierol gemeenten In juni ging het college ervan uit dat in de loop van 2011 het wetsvoorstel Regierol Gemeenten door de Tweede Kamer behandeld zou worden. De Tweede Kamer heeft het wetvoorstel echter aangehouden vanwege de samenhang met de nieuwe Politiewet. De integrale gemeentelijke veiligheidsplannen gaan in combinatie met de prioriteiten van het Openbaar Ministerie (OM) het fundament vormen voor de beleidsplannen van de regionale politie eenheden en worden daardoor ook in belangrijke mate bepalend voor de lokale inzet van de politie. De verwachting is dat in het jaar na de gemeenteraadsverkiezingen (2015) wordt gestart met deze systematiek. Door nu het Integraal Veiligheidsplan 2012-2015 door de gemeenteraad vast te laten stellen, anticipeert het college op het toekomstige wettelijk kader. Zodoende is Den Haag goed voorbereid op de nieuwe systematiek van de Politiewet en de wet Regierol Gemeenten. Het Integraal Veiligheidsplan dat de raad bij dit raadsvoorstel aantreft is een actualisering van de hoofdlijnenbrief en het werkplan OOV dat in juni 2011 uitgebreid is behandeld met de Commissie Bestuur. Sindsdien zijn aantoonbare resultaten bereikt. In dit raadsvoorstel komt het college terug op een drietal kenmerken van de Haagse Veiligheidsaanpak: -
Den Haag doet wat werkt, en maken het beter waar mogelijk; Hard als het moet en zacht als het kan; Samenwerking is de sleutel tot succes.
Doen wat werkt, beter waar mogelijk De Haagse veiligheidsaanpak werkt. De aanvankelijke stijging in aangiften voor geweld tegen personen is vanaf 2009 een halt toegeroepen en dankzij gerichte gezamenlijke inspanningen is het gelukt om in 2011 verbetering te boeken op ernstige delicten als overval en straatroof. Ook op de prioriteit woninginbraak zijn positieve resultaten geboekt. Dat blijkt zowel uit een dalend aantal aangiften als uit een toenemend aantal opgepakte verdachten. Deze positieve trend wordt bevestigd in Raadsvoorstellen 2012
1
de Haagse cijfers van de landelijke Integrale Veiligheidsmonitor die per 1 maart is vrijgegeven. Het onveiligheidsgevoel bij de burger neemt over 2011 met 3% af. Dit is voor het eerst sinds 2008. Dat resultaat is positief, maar we zijn er nog niet. Bovendien is het onveiligheidsgevoel een lastig te hanteren indicator. Onveiligheidsgevoel is belangrijk, maar ook subjectief en wordt zowel door de situatie als door de responderende persoon bepaald. Daarbij spelen factoren een rol die voor het college niet of maar beperkt zijn te beïnvloeden, zoals aandacht voor criminaliteit in de media. Om deze topindicator te verrijken kunnen de meest objectieve indicatoren uit de Veiligheidskaart worden toegevoegd aan de topindicator voor het veiligheidsbeleid, namelijk slachtofferschap, totaal aantal aangiften van (en vanaf 2012 ook anderszins vastgestelde) misdrijven en totaal aantal overlastmeldingen. Kijkend naar daders is het college vooral bezorgd over de ontwikkeling binnen criminele jeugdgroepen. Te veel "nieuwe veelplegers" zien misdaad als de makkelijkste manier om aan de kost te komen en moeten hard worden aangepakt. Maar het college weet wat werkt en het college blijft de effectief gebleken instrumenten inzetten. Daarbij blijft het college de aanpak steeds aanpassen aan de omstandigheden en verbeteren waar mogelijk. Hard als het moet en zacht als het kan Een belangrijk uitgangspunt in de Haagse veiligheidsaanpak is ”hard als het moet en zacht als het kan“. Onveiligheid en criminaliteit wordt een halt toegeroepen met harde acties waar nodig. Dit gebeurt met een gebiedsgerichte, zichtbare inzet voor veiligheid, gekenmerkt door massale inzet en grootschalige acties in gebieden en op locaties waar criminaliteit en onveiligheid zich concentreert: de hot spots en de hot areas. Hierbij wordt gestreefd naar een optimaal effect door een goed afgestemde toepassing van bestuurlijke en strafrechtelijke maatregelen. Hiermee geeft het college een krachtig signaal af dat criminaliteit en overlast niet worden getolereerd. Repressie alleen is echter niet voldoende; waar mogelijk wordt gezocht naar preventieve maatregelen om te voorkomen dat uitwassen ontstaan. De combinatie van repressie, preventie en nazorg, hard als het moet en zacht als het kan, maakt de Haagse samenleving veiliger. Samenwerken sleutel tot succes Samenwerken is de sleutel tot succes. De ambities van het Haagse veiligheidsbeleid gaan dan ook hand in hand met die van de belangrijkste veiligheidspartners: het OM en de politie. Ook is duidelijk dat veiligheidsvraagstukken zich niet laten oplossen in kokers van de overheid, daarom wordt ook de samenwerking gezocht met de Haagse burgers. Alleen samen komen we tot een veiliger Den Haag, daarom wil het college blijven vernieuwen en verbeteren als het gaat om bewonersbetrokkenheid en ketensamenwerking. Typisch Haagse voorbeelden Hieronder volgt een aantal voorbeelden hoe in het afgelopen jaar volgens de genoemde uitgangspunten “hard als het moet en zacht als het kan” samen is opgetreden, voortbouwend op effectief gebleken methoden. Criminele en overlastgevende jeugdgroepen De aanpak van criminele en overlastgevende jeugdgroepen (hotgroups) is sterk gestoeld op bovengenoemde uitgangspunten. De mix van repressie, preventie en nazorg hard als het moet en zacht als het kan in combinatie met een integrale benadering gericht op de groep, de omgeving en het individu leiden tot een effectieve probleemgerichte aanpak. Deze aanpak heeft zich in de praktijk bewezen en wordt met kracht voortgezet. De basis van de aanpak is een gedegen analyse van de jeugdgroepen. De gedetailleerde kennis die Den Haag zo verkrijgt maakt het mogelijk dat Den Haag alle groepen scherp in beeld hebben, en een sluitende aanpak kunnen ontwikkelen. Achterliggende gedachte is dat de aanpak van problematische jeugdgroepen een gunstig effect zal hebben op het aantal (roof)overvallen, woninginbraken en geweldsdelicten. Bij de probleemgerichte aanpak van criminele jeugdgroepen zijn in het afgelopen jaar successen geboekt. Voor door de driehoek geprioriteerde criminele jeugdgroepen geldt – net als bij hinderlijke en overlastgevende groepen- dat met de gehele keten gezamenlijk een plan van aanpak wordt opgesteld. De politie vervult hierbij een sleutelrol en de gemeente heeft de regie op het totaal van de aanpak. Het OM neemt het initiatief voor de strafrechtelijke aanpak en bewaakt de voortgang hiervan vanuit zijn verantwoordelijkheid voor het strafrechtelijk onderzoek. In 2011 zijn 244 aanhoudingen verricht voor feiten gepleegd door leden van criminele groepen. Van sommige groepen, zoals de Delftselaan, zat begin dit jaar vrijwel de hele harde kern vast. Mede daardoor nam de criminaliteit, waaronder met name woninginbraken, fors af. Tegelijkertijd heeft de probleemgerichte benadering laten zien dat de werkelijkheid van vandaag de dag complexer is dan waar tot nu toe van werd uit gegaan Raadsvoorstellen 2012
2
Tot op heden zijn in de jaarlijkse inventarisatie van de Problematische Jeugdgroepen alle groepen als afzonderlijke entiteiten beschouwd (volgens de Beke-methode). De afgelopen jaren is echter gebleken dat bij een aantal criminele jeugdgroepen sprake is van onderlinge samenwerking bij het ontplooien van crimineel gedrag. Denk hierbij aan jongeren uit verschillende jeugdgroepen, die met elkaar woninginbraken en straatroven plegen. Omdat de scheidslijn zowel tussen als binnen groepen vervaagt, lijkt de term ‘crimineel (jeugd)netwerk’1 in een aantal gevallen meer recht te doen aan de werkelijke situatie. Zo kan op dit moment in Den Haag gesproken worden van twee criminele (jeugd)netwerken, waarbinnen respectievelijk zes in het verzorgingsgebied van bureau Heemstraat en twee in het verzorgingsgebied van bureau Beresteinlaan als subgroepen/hangplaatsen kunnen worden onderscheiden. Het lijkt erop, dat de tot het netwerk behorende criminelen veelal fungeren als negatieve rolmodellen voor de overige, al dan niet delinquente jongeren in de buurt. Op basis van een verdiepende analyse van wat er werkelijk aan de hand is, kan worden overgegaan tot een probleemgerichte aanpak. In dit verband is sprake van een verbreding van de succesvolle Mammoet-aanpak van de Delftselaan. Hierbij wordt een gerichte, repressieve aanpak van een 60-tal kernleden gecombineerd met maatregelen ter versterking van de sociale cohesie en controle in de wijk (kwaliteit openbare ruimte, bevorderen van doorstroming e.d.). Dit vraagt tevens een grote betrokkenheid van wijkbewoners. In het kader van het teruggeven van het gebied aan de bewoners wordt het niveau van weerbaarheid op een hoger niveau getild, zodat er weer sprake kan zijn van sociale controle. Positieve rolmodellen spelen daarbij een belangrijke rol. Al met al is vooralsnog de conclusie dat met de introductie van het criminele (jeugd)netwerk méér recht wordt gedaan aan de huidige werkelijkheid van de jeugdgroepenproblematiek dan wanneer strikt wordt vastgehouden aan de gebruikelijke driedeling in hinderlijk, overlastgevend en crimineel. Vanzelfsprekend zal zo’n meer realistische benadering uiteindelijk helpen de problematiek meer doeltreffend aan te pakken. Onderstaande grafiek laat het aantal geïnventariseerde jeugdgroepen vanaf 2007 zien. Op basis van de jaarlijkse inventarisatie volgens de Beke shortlist, verrijkt met de informatie die de afgelopen periode beschikbaar is gekomen , waren er in het jaar 2011 in Den Haag: 23 hinderlijke,15 overlastgevende en 6 criminele groepen en 2, hierboven genoemde, criminele (jeugd)netwerken. Jeugdgroepeninventarisaties DEN HAAG 2007 t/m 2011 (incl. criminele (jeugd)netwerken 2011) 28
27
Aantal jeugdgroepen
30
23
21
20 17
16
15
14 7
9
9 6
4
2007 (62)
2 2008 (44) hinderlijk
overlastgevend
2009 (46) crimineel
2010 (50)
2011 (46)
crimineel (jeugd)netwerk
3 1
Criminele (jeugd)netwerken bestaan niet per definitie alleen uit jeugdigen. Ook jong volwassenen (ouder dan 24 jaar) maken soms deel uit van het netwerk.
Raadsvoorstellen 2012
3
Rolmodellen Een recent voorbeeld van geslaagde samenwerking tussen gemeente, politie en bewoners zijn de rolmodellen. De kracht van rolmodellen ligt in het informele netwerk dat wordt opgebouwd onder wijkbewoners. Dat netwerk is in staat de voorheen onbereikbare achterban van de bewoners in de wijken te bereiken en te activeren als vrijwillig ‘rolmodel’. Deze rolmodellen houden samen met de politie toezicht op overlastlocaties tijdens evenementen. Deze rolmodellen genieten aanzien en gezag binnen de groepen overlastgevers. Hiermee kunnen zij criminaliteit voorkomen, tegenhouden en terugdringen. Tijdens de afgelopen jaarwisseling is het project Rolmodellen Escamp uitgebreid naar Transvaal, Schilderswijk West en Wateringseveld, Dit is zeer positief verlopen. Het college overweegt komende zomer tijdens het Europees kampioenschap voetbal wederom een beroep te doen op de rolmodellen. Het college hoopt dat verdere uitbreiding van dit project het activeren van bewoners voor de veiligheid en leefbaarheid van hun directe omgeving weer een stap dichter bij brengt. Hierbij geldt wel de kanttekening dat de inzet van burgers altijd aanvullend is op wat de overheid doet. Onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester blijft de daadwerkelijke ordehandhaving uitdrukkelijk bij de politie. Grootschalige acties Doubletstraat en de Zevensprong Grootschalige integrale acties die een krachtig signaal afgeven aan de stad vonden onder andere plaats in de Doubletstraat en op de Zevensprong. De Zevensprong is het kruispunt waar De La Reyweg, Apeldoornselaan, Paul Krugerlaan, Beeklaan, Regentesselaan, Loosduinseweg-en kade samenkomen. Op deze locatie hebben drie grootschalige acties plaatsgevonden. Reden hiervoor waren de aanhoudende signalen van bewoners, ondernemers, politie en buurtwerkers over criminaliteit en overlast. Tijdens de acties is gecontroleerd op fraude, criminele activiteiten en naleving van de vergunningsvoorschriften. De acties hebben tot dusver geleid tot zes aanhoudingen, zeven bestuurlijke maatregelen en 25 schriftelijke waarschuwingen. De actie van april 2011 in de Doubletstraat heeft meerdere aanwijzingen voor mensenhandel opgeleverd. Dit heeft inmiddels tot aanhoudingen geleid. Ook zal het handhavingsarrangement voor seksinrichtingen en escortbedrijven, verder worden aangescherpt, zodat sneller handhavend kan worden opgetreden. In het Coalitieakkoord “Aan de slag!” 2010-2014 is afgesproken dat het college een planstudie zal uitvoeren waarbij het sluiten van de huidige prostitutieactiviteiten in de Doubletstraat het streven is. Het college heeft inmiddels een procesvoorstel gedaan voor de uitvoering van een onderzoek naar de haalbaarheid van de verschillende scenario’s, waarmee de raad heeft ingestemd. Op grond daarvan kan een integrale en weloverwogen afweging worden gemaakt.
Raadsvoorstellen 2012
4
Naast de gebiedsgerichte inzet vindt ook een thema gerichte aanpak van veiligheidsproblemen plaats. Een voorbeeld hiervan is de integrale aanpak van de hennepteelt. Onder regie van de gemeente worden op jaar basis circa 300 hennepkwekerijen ontmanteld. De integrale aanpak hennepteelt wordt de komende jaren in samenwerking met het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC) Haaglanden/Hollands Midden doorontwikkeld. Daarbij krijgen bestaande instrumenten een plaats (ontmantelen kwekerijen), maar zal de aandacht zich ook richten op de criminele structuren achter de hennepteelt en op de rol van de growshops. Onderwijs : een belangrijke partner De preventie van problemen begint met het investeren in de jeugd en de wijken. Scholen spelen hierin een belangrijke rol. De brede buurtschool is één van de topproriteiten van het college en een goed voorbeeld waar de partners samen preventief inzetten. Onderwijs, welzijn, sport, cultuur, bibliotheken, peuterspeelzalen, kinderopvang en Centra voor Jeugd en Gezin: als daar tussen een goed samenwerking plaatsvindt, dan versterkt dat de ontwikkeling van het opgroeiende kind en de wijk. En juist dat is wat binnen de brede buurtschool gebeurt. Deze samenwerking met partners in de wijk- een kenmerk van de brede buurtschool- is een belangrijke voorwaarde om kinderen, jongeren, hun ouders en wijkbewoners zich optimaal te laten ontwikkelen. De school als spil in de wijk, de school als ontmoetingsplek. Iedere organisatie die participeert in deze samenwerking heeft daarbij een eigen waardevolle expertise. De school kan zich richten op het geven van goed onderwijs. Welzijn kan zich richten op maatschappelijke ontwikkeling en het stimuleren van het welbevinden van burgers. Sportverenigingen en culturele instellingen zorgen voor verbinding in de wijk door het aanbieden van sportieve en culturele activiteiten. Sportieve activiteiten hebben daarnaast ook een positief effect op de gezondheid van bewoners. Zorginstellingen richten zich primair op het verlenen van zorg aan bewoners. In de samenwerking kunnen organisaties elkaar ondersteunen, aanvullen en van elkaar leren. Jongeren die zich goed kunnen ontwikkelen op alle vlakken, zullen minder snel op het verkeerde pad gaan. De brede buurtschool als spil in de wijk en een ontmoetingsplek die ook ’s avonds en in het weekend optimaal wordt benut. Dit sluit ook aan bij het concept Buurthuis van de toekomst. Het vergroot de sociale samenhang en het gevoel van veiligheid in de wijk. Stadsdelen als scharnierpunt naar een veilige en leefbare stad Een gebiedsgerichte aanpak is mogelijk als een goed beeld bestaat van het veiligheids- en leefbaarheidsklimaat in de stad. De stadsdelen vormen daarbij een cruciale schakel, zoals afgesproken in Handhaven op Haagse Hoogte en de Hoofdlijnen van het Haagse Veiligheidsbeleid. De Bestuurlijke Stuurgroep Veiligheid en Leefbaarheidshandhaving neemt periodiek de veiligheids- en leefbaarheidssituatie van een stadsdeel onder de loep. Dit gebeurt op basis van een quickscan van de politie die inzicht geeft in de veiligheid en overlast en een leefbaarheidsscan van het stadsdeel. De rol van de stadsdelen is verzwaard door het veiligheidsoverleg te benutten als hét scharnierpunt voor de aanpak van veiligheids- en leefbaarheidsproblemen, inclusief het beter met elkaar verbinden van handhaving en herstel. Naast de stadsdeeldirecteur, bureauchef van politie, OOV accounthouder en chef handhavingsteam van de Dienst Stadsbeheer neemt ook het OM deel aan de veiligheidsoverleggen. Dit moet de stadsdelen meer slagkracht geven om in gebieden waar dat nodig is met elkaar snel en effectief te reageren op veiligheids-en leefbaarheidsproblemen. In de loop van 2011 is ook het kernteam gebiedsgericht werken van start gegaan. Deze medewerkers van de afdeling Openbare Orde en Veiligheid kennen de weg in de stadsdelen en hebben specialistische kennis opgebouwd bij de aanpak van overlastgevende jeugdgroepen. Zij hebben via de burgemeester een korte lijn naar de Driehoek en zijn in staat snel een verbinding te leggen met het Veiligheidshuis en andere ketenpartners. Dit geeft de stadsdelen extra slagkracht om veiligheids- en leefbaarheidsproblemen snel te signaleren en de kop in te drukken. Met de Veiligheidskaart wordt de raad jaarlijks geïnformeerd over de veiligheidsontwikkeling in de stadsdelen. De veiligheidskaart over het jaar 2011 is toegevoegd. De aangiften en overlastmeldingen volgens de politiecijfers stijgen heel licht, maar voor wat betreft de aangiften komt dit volledig voor rekening van een stijging in doorrijden na ongeval (parkeerschade met onbekende dader e.d.). Het aantal aangiften voor een misdrijf Wetboek van Strafrecht daalt met 1%, net als het aantal overlastmeldingen jeugd.
Raadsvoorstellen 2012
5
De belangrijkste resultaten van het onderdeel Integrale Veiligheidmonitor zijn als volgt: 34% van de Hagenaars voelt zich wel eens onveilig (was 37% in 2010) 7% van de Hagenaars voelt zich vaak onveilig (was 7%) 34% is in 2011 één of meer keer slachtoffer geweest van enig misdrijf (was 35%) 22% van de ondervonden misdrijven is uitgemond in een aangifte (was 26%) Maatwerk in plaats van generieke maatregelen Overlastwet Als het gaat om het vinden van oplossingen voor veiligheidsproblemen dan heeft maatwerk op locaties en individuen (hotspots en hotshots) de voorkeur boven generieke maatregelen, die beperkingen opleggen aan iedereen. De Commissie Bestuur bleek deze voorkeur te delen bij de bespreking van de evaluatie van het noodgebied, een van de gebiedsgerichte instrumenten waarover de burgemeester beschikt. In lijn met deze benadering zal er naar toe worden gewerkt om het huidige noodgebied af te bouwen. Ook zal de juridische grondslag voor de aanwijzing van een noodgebied niet worden verruimd. Onder de huidige regeling kan verwijdering uit het noodgebied alleen plaatsvinden als het overlastgevend gedrag een relatie heeft met gebruik van of handel in harddrugs. Een verruiming van de juridische grondslag zou tot gevolg hebben dat verwijdering uit het aangewezen gebied ook kan plaatsvinden bij lichtere vormen van overlast, zoals intimiderend gedrag, hinderlijk rondhangen en vernielingen. Dit past niet in een benadering waar maatwerk de voorkeur heeft boven generieke maatregelen. Daarom zal bij bestrijding van overlast in wijken en buurten voortaan waar mogelijk het instrumentarium van de Overlastwet (individueel gebiedsverbod /groepsverbod) worden toegepast. Het persoonsgerichte instrumentarium van de Overlastwet maakt maatwerk mogelijk. Dit is een belangrijk voordeel ten opzichte van generieke maatregelen, zoals de aanwijzing noodgebied. Bij gebiedsgerichte maatregelen heeft het overlastgevend gedrag van een beperkte groep consequenties voor iedereen die zich in het aangewezen gebied bevindt, ook goedwillende burgers. Een ander nadeel van gebiedsgerichte maatregelen is, dat er een stigmatiserende werking van uit kan gaan voor het aangewezen gebied. Als maatwerk dan toch onvoldoende effect sorteert dan zal waar nodig het gebiedsgericht instrumentarium worden ingezet. De eerste ervaringen met de toepassing van de Overlastwet bij de aanpak van overlast in wijken en buurten zijn ruim een jaar na inwerkingtreding positief. Het instrumentarium - individueel gebiedsverbod of een groepsverbod eventueel in combinatie met een meldingsplicht – biedt mogelijkheden om overlastsituaties (waaronder jongerenoverlast) gedoseerd en gericht aan te pakken. Sinds de inwerkingtreding hebben de burgemeester en de officier van justitie de Overlastwet in Den Haag tientallen keren met succes toegepast. Volledigheidshalve nog de kanttekening dat de Overlastwet tot dusver in de praktijk een beperkte meerwaarde heeft als het gaat om de bestrijding van voetbalvandalisme. Om de wet ook bij voetbalvandalisme slagvaardig in te kunnen zetten is het gewenst om het instrumentarium sneller (al na één ordeverstoring) en langer – (bijvoorbeeld maatregel voor een voetbalseizoen) in te kunnen zetten. De burgemeesters van de G4-gemeenten hebben de minister van Veiligheid en Justitie hierop in een brief gewezen en de minister verzocht om te bevorderen dat de wet op deze onderdelen wordt aangescherpt. Preventief fouilleren Een andere gebiedsgerichte maatregel is de aanwijzing veiligheidsrisicogebied, waardoor het mogelijk wordt om personen in het aangewezen gebied preventief te fouilleren. De juridische grondslag voor deze gebiedsaanwijzing door de burgemeester is, dat uit feiten en omstandigheden moet blijken dat sprake is van een verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, of ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. De politie volgt de ontwikkeling van wapenbezit in de stad nauwgezet, zodat als dat nodig is tijdig tot een gebiedsaanwijzing kan worden overgegaan. Dit punt is regelmatig onderwerp van gesprek in de driehoek. Momenteel ligt het wetsvoorstel preventief fouilleren ter behandeling bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel bevat voorstellen voor verruiming van de fouilleerbevoegdheden. De burgemeester zal de gemeenteraad voordat het wetsvoorstel inwerking treedt tijdig informeren over de gevolgen voor de huidige aanpak in Den Haag. Financiën Het raadsvoorstel integraal veiligheidsplan 2012-2015 is conform begrotingsprogramma 4, veiligheid (zie tabel begroting 2011). Dit is inclusief de extra middelen die reeds bij het coalitieakkoord 2010-2014 structureel voor veiligheid beschikbaar zijn gesteld. Eveneens wordt gebruik gemaakt van het incidentele Veiligheidsfonds (bestemmingsreserve). Dit betekent dat het raadsvoorstel geen gevolgen heeft voor de reeds afgesproken budgetten, zowel qua jaarschijven als budgetonderdelen.
Raadsvoorstellen 2012
6
Het voorgestelde veiligheidsplan 2012-2015 past ook binnen het budget van OM en politie. Deze geldstroom verloopt niet via de gemeenten.
Conclusie In dit raadsvoorstel heeft het college de hoofdlijnen geschetst van de veiligheidsaanpak in de komende jaren. Het beeld dat uit een raadpleging van de Haagse bewoners naar voren komt is dat zij de hoofdlijnen ondersteunen en net als het college een hoge prioriteit toekennen aan de aanpak van overvallen, woninginbraak, geweld en straatroof. De bewoners hebben waardevolle suggesties gedaan voor de Haagse Veiligheidsaanpak. In de bijlage leest de raad op welke wijze het college hieraan tegemoet is gekomen. De komende jaren wordt langs deze lijnen verder gewerkt aan het veiliger maken van Den Haag. Het college zal de gemeenteraad jaarlijks aan de hand van de jaarplannen/jaarverslagen van onder meer het Regionaal Informatie-en Expertise Centrum (RIEC) Haaglanden/Hollands Midden, het Veiligheidshuis en de Veiligheidskaart informeren over de voortgang en de behaalde resultaten. Het college zet de Haagse Veiligheidsaanpak met volle overtuiging voort en blijft hierover continu in dialoog met de gemeenteraad en met de stad. Het college pakt problemen actief aan, maar is ook realistisch. De economische omstandigheden en de teruggang van de politiecapaciteit zullen hun weerslag hebben. Dat maakt dat intelligent en creatief opereren noodzakelijk is. Daarbij blijft het college de problemen integraal benaderen en wordt de samenwerking binnen de gemeente, met gemeentelijke partners en met bewoners en ondernemers krachtig voortgezet. Alleen samenwerkend komen we tot een veiliger Den Haag. Besluit Gezien het vorenstaande stelt het college de raad voor het volgende besluit te nemen: De raad van de gemeente Den Haag; Gezien het voorstel van het college van 13 maart 2012,
Raadsvoorstellen 2012
7
Besluit: I.
in te stemmen met de drie sporen zoals opgenomen in het Integraal Veiligheidsplan 2012-2015 met de daarbij behorende ambities en maatregelen waarlangs het Integraal Veiligheidsbeleid vorm krijgt: a. b. c.
II.
Aanpakken van zware en veel voorkomende criminaliteit; Gebiedsgerichte aanpak: gebiedsgerichte inzet in wijken en buurten in combinatie met een persoonsgerichte en groepsgerichte aanpak van overlastgevende en criminele jongeren, veelplegers en ex-delinquenten; Stevige aanpak van de georganiseerde criminaliteit, strafrechtelijk en bestuurlijk.
in te stemmen met de volgende binnen het spoor aanpakken van zware en veel voorkomende criminaliteit te realiseren ambities, die overeenkomen met de landelijke prioriteiten van de politie en het Openbaar Ministerie: a. Alle criminele jeugdgroepen in Den Haag worden aangepakt, prioritering vindt plaats op basis van actuele ontwikkelingen; b. In 2015 moet het aantal overvallen met 10% zijn gedaald ten opzichte van het
aantal in 2011 (93); c. In 2015 moet het aantal straatroven met 25% zijn gedaald ten opzichte van het aantal in 2011 (733); 2 d. In 2015 moet de verdachtenratio van overvallen stijgen naar 45,0; e. In 2015 moet de verdachtenratio van straatroof stijgen naar 40,0; f. Een verbetering van de verdachtenratio van woninginbraken ten opzichte van het
resultaat in 2011 (11,1); g. Een verbetering van de verdachtenratio van geweld ten opzichte van het resultaat in 2011 (70,1); h. In 2015 heeft Burgernet tenminste 25.000 deelnemers en in 5% van de opgeloste zaken een rol gespeeld; i. Uitbreiding inzet buurtpreventie- en interventieteams voor inbraakpreventie en andere preventieprojecten.
III.
in te stemmen met de volgende binnen het spoor gebiedsgerichte aanpak te realiseren ambities en maatregelen: a. b.
c.
d. e.
f. g. h.
De Bestuurlijke Stuurgroep Veiligheid en Leefbaarheidshandhaving geeft richting aan een probleemgerichte aanpak van veiligheids-en leefbaarheidsproblemen in de stadsdelen; De Bestuurlijke Stuurgroep Veiligheid en Leefbaarheidshandhaving bestaat uit de burgemeester, de hoofdofficier van justitie, de korpschef van de politie, de wethouder Financiën en Stadsbeheer (verantwoordelijk voor de handhaving van de leefbaarheid van de openbare ruimte) en de wethouder Onderwijs en Dienstverlening (verantwoordelijk voor de deconcentratie); De Bestuurlijke StuurgroepVeiligheid en Leefbaarheidshandhaving behandelt tenminste 1x per jaar op basis van quick-scans van de politie en de leefbaarheidsscans van de stadsdelen de veiligheid en de leefbaarheid van een stadsdeel en neemt zonodig besluiten om de aanpak bij te stellen en knelpunten op te lossen; De gemeenteraad wordt jaarlijks met de veiligheidskaart geïnformeerd over de ontwikkeling van de veiligheid en het onveiligheidsgevoel in de stadsdelen; De stadsdelen hebben een veiligheidsoverleg waaraan deelnemen de stadsdeeldirecteur,de bureauchef van politie, de accounthouder veiligheid van de Bestuursdienst, het hoofd van het handhavingteam en een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie; Het veiligheidsoverleg moet zich ontwikkelen tot het scharnierpunt voor een probleemgerichte aanpak van veiligheids-en leefbaarheidsproblemen in de stadsdelen; Alle overlastgevende groepen worden onder regie van de gemeente aangepakt; Overlast in wijken en buurten wordt voortaan bij voorkeur aangepakt met het 8
2
Verdachtenratio is het aantal afgehandelde verdachten (Bron: BOSZ) gedeeld door het aantal misdrijven (Bron: BHV). Deze indicator is onderdeel van de landelijke doelstellingen en vervangt de indicator ‘oplossingspercentage’. Beide zien toe op hetzelfde effect, namelijk het verhogen van de pakkans. Raadsvoorstellen 2012
8
i. j.
V.
instrumentarium van de Overlastwet (individueel gebiedsverbod en/of groepsverbod). Als dat onvoldoende effect sorteert dan zal waar nodig en mogelijk het gebiedsgericht instrumentarium worden ingezet; In de stadsdelen vinden naar behoefte integrale acties plaats in het kader van leefbaarheid en veiligheid; Verdere uitbreiding van het project Rolmodellen naar Den Haag Zuid-West, Transvaal Wateringseveld, Schilderswijk-West en Laak en daarna mogelijk ook naar andere delen van de stad.
in te stemmen met de volgende binnen het spoor aanpak georganiseerde criminaliteit te realiseren ambities en maatregelen: a. b. c.
d. e. f. g.
Jaarlijks minstens 300 hennepkwekerijen opsporen en ontmantelen, aanpakken van de structuren achter de kwekerijen en growshops; Inzet Bibob instrument bij de bestrijding van vastgoedfraude aan de hand van een risicoanalyse van 2.500 subjecten met een bezit van meer dan vijf panden die uit een scan naar voren zijn gekomen; Coffeeshops worden periodiek getoetst aan de wet Bibob; strafbare feiten die samenhangen met de achterdeurproblematiek worden in de Bibob-procedure alleen aangerekend als sprake is van verwevenheid met georganiseerde of andere vormen van zware criminaliteit; Gecombineerde strafrechtelijke en bestuursrechtelijke aanpak mensenhandel door intensiveren toezicht en handhaving op prostitutie; Aanscherpen handhavingsarrangement seksinrichtingen en escortbedrijven; Professionals bij de gemeente en bij zorginstellingen worden getraind in het herkennen van signalen die duiden op mensenhandel en in het effectief helpen van slachtoffers; Informeren publiek over ernst en aard van de problematiek en over wat burgers aan de bestrijding van mensenhandel kunnen doen.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 7 juni 2012. De griffier.
De voorzitter.
De bij het Integraal Veiligheidsplan behorende bijlagen liggen ter inzage op de leeskamer van de Griffie, map no. 9.
Raadsvoorstellen 2012
9