rv 228 Dienst Stedelijke Ontwikkeling DSO/2008.2883 RIS 158610_081118
Gemeente Den Haag RIS158610_25-NOV-2008
Voorstel van het college inzake vaststelling bestemmingsplan Witte Vlekken. INLEIDING Bij raadsmedeling, van 27 mei 2008 (rm 2008.115-RIS 155272), heeft het college de raad het Ontwerp-bestemmingsplan Witte Vlekken toegezonden. Begrenzing plangebied Het plangebied bestaat uit diverse kleine witte vlekken en ligt verspreid over het grondgebied van de gemeente Den Haag. Het plangebied bestaat uit de volgende locaties: Schuttersduin en Bankastraat 99; Nieuwe Parklaan en Wagenaarweg (klein stukje achter het perceel); Doorniksestraat; Seinpoststraat; Wassenaarsestraat 2 t/m 20; Zaanstraat 5; Beeklaan (m.u.v. middenberm)/Fultonstraat; Kranenburgweg (Van Boetzelaerlaan 2, strook aan de zijde van Kranenburgweg). Aanleiding bestemmingsplan Op 14 december 2006 heeft de raad de nota "Bestemmingsplannen, in relatie tot het actualiseringsprogramma en tot de Structuurvisie Den Haag 2020" vastgesteld. In deze nota zijn onder meer als prioriteit I gebieden opgenomen waarvoor een gebrekkig juridisch-planologisch kader geldt. Deze gebieden dienen daarom van een adequate juridisch-planologische regeling te worden voorzien. Vervolgens heeft de gemeenteraad op 29 maart 2007 ingestemd met het voorbereidingsbesluit "Witte vlekken-gebieden" (rv 39 – RIS143868). In dat voorbereidingsbesluit is opgenomen dat binnen de looptijd van het voorbereidingsbesluit een bestemmingsplan in procedure wordt gebracht voor alle gebieden waarvoor momenteel nog geen bestemmingsplan geldt. Het is van belang dat alle witte vlekken spoedig worden voorzien van een bestemmingsplan, omdat op 1 juli 2008 de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking is getreden. In het kader van de nieuwe wet zal het hele grondgebied van Den Haag moeten worden voorzien van actuele bestemmingsplannen. Doel bestemmingsplan Het is overwegend conserverend van aard en heeft primair tot doel de bestaande situatie vast te leggen, maar niet te bevriezen. In het bestemmingsplan wordt daarom ook enige flexibiliteit geboden. In de bestemming “Woondoeleinden” wordt ruimte gegeven aan uitbreiding in de vorm van aanbouwen en bijgebouwen. De bestemming “Maatschappelijke Doeleinden” is ruim geformuleerd om een uitwisselbaarheid van diverse, binnen de bestemming passende functies mogelijk te maken. Structuurvisie Den Haag 2020 Op grond van de Structuurvisie dient langs doorgaande wegen en groen bebouwing in vijf lagen mogelijk te worden gemaakt. In het plangebied komen geen doorgaande wegen voor waarlangs op basis van de Structuurvisie bebouwing in vijf lagen moet worden opgericht. PROCEDURE Afzien van inspraak Bij besluit van burgemeester en wethouders, d.d. 27 mei 2008, (kenmerk DSO/2008.1485 – RIS 155273) heeft het college, op grond van artikel 2 van de "Inspraak- en samenspraakverordening gemeente Den Haag", juncto artikel 150 van Gemeentewet, besloten geen inspraak te verlenen voorafgaande aan de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan Witte Vlekken. Terinzagelegging ontwerp-bestemmingsplan tevens vooroverleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) Op 9 juni 2008 is het ontwerp-bestemmingsplan toegestuurd aan overlegpartners, waaronder Provincie Zuid-Holland, VROM Inspectie, Hoogheemraadschap Delfland, wijkverenigingen en overige bij het plan betrokken instanties. Tegelijkertijd is aan de overlegpartners de kennisgeving van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan toegezonden. Aan de omwonenden is de kennisgeving van de terinzagelegging toegestuurd.Het ontwerp-bestemmingsplan heeft van 17 juni tot en met 28 juli 2008 ter inzage gelegen in het Gemeentelijk ContactCentrum en de Stadsdeelkantoren Segbroek en Scheveningen. Raadsvoorstellen 2008
1
Het college biedt de raad hierbij het ontwerp ter vaststelling aan. Het plan bestaat uit de kaarten S 10747 t/m S10754, de voorschriften en gaat vergezeld van een toelichting. Ter besparing van de kosten is het plan, de raad bij raadsmededeling d.d. 27 mei 2008 (rm 2008.115-RIS 155272) reeds toegezonden, niet opnieuw bijgevoegd. INGEKOMEN REACTIES BRO 10/ZIENSWIJZEN Naam en adres Reg-nr. Reactie ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening DSO/2008.2441 Provincie Zuid-Holland, Directie Ruimte en Mobiliteit, Afdeling Ruimte en Wonen, Zuid-Hollandplein 1, 2509 LP Den Haag JZ/2008.136 Kamer van Koophandel Haaglanden, Postbus 29 718, 2502 LS Den Haag Zienswijzen ontwerp-bestemmingsplan JZ/2008.241 Hulpverleningsregio Haaglanden, Postbus 52 158, 2505 CD Den Haag Ra 204/2008 Hoogheemraadschap van Delfland, Postbus 3 061, 2601 DB Delft Ra 190/2008 Algemene Vereniging voor Natuurbescherming voor ’s-Gravenhage en omstreken, Badhuisstraat 175, 2584 HH Den Haag Ra 178/2008 Wijkvereniging Duttendel en Wittebrug, Postbus 84 475, 2508 AL Den Haag Ra 160/2008 C. Harteveld, Seinpoststraat 120f, 2586 HC Den Haag Ra 182/2008 Mevrouw D.H. Siemens, Schuitenweg 9-11, 2586 AE Den Haag Ra 187/2008 Mevrouw M.A. Ferrier van Det, Yvinya b.v., Willemstraat 73, 2514 HL Den Haag. Ontvankelijkheid zienswijzen De zienswijzen zijn tijdig ingekomen en voldoen derhalve aan de wettelijke vereisten. Behandeling reactie Bro 10 en zienswijzen DSO/2008.2441: Provincie Zuid-Holland De Provincie Zuid-Holland heeft in het kader van artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening meegedeeld dat het bestemmingsplan in overeenstemming is met het provinciale ruimtelijk beleid en dat het geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen. Verder bericht de provincie dat op 9 oktober 2007 Gedeputeerde Staten categorieën van gevallen hebben aangewezen waarvoor vrijstelling ex artikel 19 lid 2 WRO kan worden verleend. Gezien het voorgaande kan in dit geval die vrijstelling worden verleend voor alle planonderdelen, mits die onderdelen ook de instemming hebben van de Inspecteur voor de Ruimtelijke Ordening. Ten aanzien van deze reactie merkt het college het volgende op De reactie van de provincie wordt voor kennisgeving aangenomen. JZ/2008.136: Kamer van Koophandel Haaglanden De Kamer van Koophandel heeft in het kader van artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening meegedeeld dat het bestemmingsplan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen. Ten aanzien van deze reactie merkt het college het volgende op De reactie van de Kamer van Koophandel wordt voor kennisgeving aangenomen. JZ/2008.241: Hulpverleningsregio Haaglanden De Hulpverleningsregio Haaglanden heeft de volgende zienswijze (geciteerd). “Vanwege het overwegend consoliderende karakter van het ontwerp-bestemmingsplan en de kleine plangebieden is gekozen voor een brief en geen uitgebreide rapportage. Op basis van de ontvangen informatie over de externe veiligheidsaspecten, wil ik u het volgende melden. In de verschillende plangebieden zijn de volgende externe veiligheidsaspecten aanwezig: Transport gevaarlijke stoffen Binnen 150 meter van de plangebieden ‘Kranenburgweg’ en ‘Schuttersduin en Bankastraat 99’ ligt een transportroute gevaarlijke stoffen, namelijk de Houtrustweg en de Raamweg. De circulaire ‘Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen’ is op beide gedeelten van toepassing. Omdat er geen verhoging is van de personendichtheid is een berekening van het groepsrisico niet noodzakelijk. In 2007 is door het Bureau externe veiligheid Haaglanden voor de Raamweg het groeprisico berekend. Hieruit bleek dat het groepsrisico ruim onder de oriënterende waarde lag. Voor de Houtrustweg zijn geen berekeningen bekend, maar aangezien het hier gaat om een historische transportroute gevaarlijke stoffen naar Scheveningen en de Norfolk uit Scheveningen is vertrokken, wordt aangenomen dat het vervoer van routeplichtige stoffen minimaal zal zijn. Aangenomen mag worden dat ook hier het groepsrisico ver onder de oriënterende waarde zal liggen.
Raadsvoorstellen 2008
2
Opslag natriumhyplochloriet Op ongeveer 130 meter van het plangebied ‘Zaanstraat 5’ ligt het textielverzorgingsbedrijf Edelweiss. Hier wordt in een tank 1500 liter natriumhyplochloriet opgeslagen. Bij een incident in dit bedrijf waarbij deze totale hoeveelheid zou vrijkomen, ligt het plangebied ‘Zaanstraat 5’ binnen de zogenaamde alarmeringsgrenswaarde (afhankelijk van de windsnelheid en windrichting). Dat wil zeggen dat aanwezigen schade kunnen ondervinden van de vrijgekomen, giftige stof. Tijdens een incident moeten maatregelen worden getroffen (bijvoorbeeld ramen en deuren sluiten) zodat de aanwezigen beter beschermd zijn tegen de giftige stof. De plangebieden zijn nauwelijks veranderd ten opzichte van de huidige situatie. De regionale brandweer is zich hiervan bewust en heeft daar in haar advies ook rekening mee gehouden, maar mede met het oog op de toekomst doe ik hierbij wel een aantal adviezen. Niet alle adviezen kunnen opgenomen worden in het bestemmingsplan, maar zijn bedoeld voor andere afdelingen binnen de gemeente. 1. Het is noodzakelijk om de omwonenden van de Houtrustweg en de Raamweg op de hoogte te brengen van de gevaren van de transportroute gevaarlijke stoffen. En daarbij een instructie te geven wat te doen bij een ongeval van een tankwagen met gevaarlijke stoffen. Hierbij is het belangrijk dat men weet hoe er gealarmeerd moet worden en wat juist wel, en wat juist niet gedaan moet worden. Dergelijke informatie moet periodiek worden verstrekt (bijvoorbeeld één keer per twee jaar). 2. Voor het bestrijden van een ongeval van een (tank)wagen met een gevaarlijke stof op de transportroute, is veel water noodzakelijk. Niet alleen voor het blussen van een eventuele brand, maar ook voor het neerslaan van een gifwolk. Langs de Houtrustweg en de Raamweg ligt een kanaal. Dit biedt voldoende bluswater, maar het opbouwen duurt enkele minuten langer dan werken met brandkranen. Wel is het belangrijk deze watervoorziening ook in de toekomst te borgen. 3. Het bereik van de alarmsirenes dient groot genoeg te zijn om de aanwezige mensen binnen de zone die bij de maatgevende scenario's in het uiterste geval ontruimd dient te worden, te kunnen waarschuwen. Gebleken is dat binnen het plangebied de landelijke alarmsirenes voldoende dekking bieden. NB. Bij een ongeval met gevaarlijke stoffen is het belangrijk dat de omgeving op de hoogte gebracht wordt. Het proces van waarschuwen en alarmering van de bevolking is een regulier proces in de incidentbestrijding en wordt uitgevoerd door de regionale brandweer. Wel is het belangrijk voor een gemeente om erbij stil te staan dat het hierbij om grote afstanden kan gaan, tot enkele honderden meters vanaf de weg of inrichting, afhankelijk van de soort en de hoeveelheid vrijgekomen stof.” Ten aanzien van deze zienswijze merkt het college het volgende op De zienswijze is voor kennisgeving aangenomen De opmerkingen zijn doorgegeven aan de gemeentelijke Afdeling Externe Veiligheid. Ra 204: Hoogheemraadschap van Delfland Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft de volgende zienswijze (geciteerd). “Niet instemmen Wij kunnen niet instemmen met het ontwerp-bestemmingsplan. In het plan is onvoldoende invulling gegeven aan het beleid van Delfland zoals vermeld in de Handreiking Watertoets 2007. Het betreft het thema afvalwater en riolering. Afvalwater en riolering Binnen het plangebied liggen in de Beeklaan rioolwatertransportleidingen van Delfland in de ondergrond. Deze leidingen zijn niet op de plankaart opgenomen. In een bijlage is een figuur opgenomen met daarin de ligging van de afvalwatertransportleidingen. Wij verzoeken u deze leidingen en aan beide zijde van de leidingen een strook van 5 m primair te bestemmen.” Ten aanzien van deze zienswijze merkt het college het volgende op De rioolwatertransportleidingen zijn primair in het bestemmingsplan bestemd. Op grond van het bovenstaande acht het college de zienswijzen gegrond. Ra 190/2008: Algemene Vereniging voor Natuurbescherming voor ’s-Gravenhage en omstreken, De Algemene Vereniging voor Natuurbescherming heeft de volgende zienswijze (geciteerd). “In verschillende nieuwe (voor)ontwerpbestemmingsplannen staat dat op grond van de “Structuurvisie Den Haag 2020” langs doorgaande wegen en groen bebouwing in vijf lagen mogelijk dient te worden gemaakt. Waar dit nog niet het geval is, wordt bebouwing in vijf lagen toegestaan (zie ontwerp bestemmingsplan Vruchten- en Heesterbuurt, Bloemenbuurt, Waldeck, Nieuw-Waldeck, Raadsvoorstellen 2008
3
voorontwerpbestemmingsplan Duttendel). In de structuurvisie op blz. 43 onder De Stedelijke Agenda staat echter: “Langs doorgaande wegen en groen zal bij herstructurering in principe worden uitgegaan van een bouwhoogte van minimaal 5 lagen”. “In principe” wil echter niet zeggen dat dit automatisch het geval moet zijn. “ Het is namelijk zeer wel mogelijk dat een bouwhoogte van vijf lagen langs groen en wegen negatieve effecten heeft op de natuur. Groengebieden, ecologische verbindingszones en beschermde bomenrijen kunnen schadelijke gevolgen ondervinden van schaduw, extra wind(turbulenties) en temperatuurveranderingen. Langs groen en langs/in ecologische verbindingszones is het juist nodig een minder intensief gebruik na te streven, zodat flora en fauna een zo groot mogelijk gebied tot hun beschikking krijgen. Als er een wand van hoge bebouwing langs wegen staat, zal de barrièrewerking van deze wegen alleen maar toenemen. (Dit terzijde: het verbaast ons eveneens dat u door dit beleid een groter aantal inwoners gaat blootstellen aan de hogere gehaltes van schadelijke stoffen in de lucht (fijn stof, stikstofdioxide enz.,) en verkeerslawaai langs doorgaande wegen.) Dit beleid kan dus in strijd zijn met het behoud en herstel van groengebieden, ecologische verbindingszones en bomen, zoals de Gemeente dat onder andere voor staat in haar beleidsplannen “Groen kleurt de stad”, de nota “Stedelijke Ecologische Verbindingszones” of de nota “Haagse Bomen”. In Groenproof, het initiatiefvoorstel van Groenlinks voor het waarborgen van het groenbelang in ruimtelijke ontwikkelingen (RIS 147 097 -18 januari 2008), is besloten dat: a. bij voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen het opstellen van een groenanalyse door de initiatiefnemer verplicht wordt gesteld, met hierin de gevolgen van de plannen voor het bestaande groen op de planlocatie en het totaalbeeld in de stad; b. bij alle ruimtelijke plannen en besluiten te expliciteren op welke wijze rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor het bestaande groen, inclusief een gemotiveerde afweging van het groenbelang tegen andere belangen, en verzoekt het college voorstellen te doen voor de manier waarop deze afweging plaats zal vinden. Daarom verzoeken wij het college te onderzoeken wat het effect is van woningen van vijf bouwlagen op flora en fauna in belendende groengebieden, ecologische zones en bomenrijen alvorens deze in nieuwe bestemmingsplannen toe te staan naast deze gebieden. Men zou in en naast ecologische verbindingszones en naast groengebieden eerder maatregelen verwachten die meer ruimte bieden voor natuur, zoals het tegengaan van bestrating door voorschriften in de bestemmingsplannen die de verharding van tuinen tegen gaat. In het bestemmingsplan voor de Bloemenbuurt wordt bijvoorbeeld in de voorschriften (artikel 11) voor Natuur en ecologische verbindingen dan ook opgenomen dat er geen verhardingen in mogen. In de nota “Haagse Bomen” staat dat de steeds voortschrijdende verharding stress bij bomen veroorzaakt, en: “Het is van belang te stimuleren dat bewoners hun voortuinen groen inrichten en niet geheel verharden” (p14/15). Groen is goed tegen klimaatverandering, het broeikasgas koolstofdioxide wordt erdoor geabsorbeerd. Open aarde met natuurlijke beplanting brengt meer natuur in de stad, helpt met het verstevigen van ecologische verbindingen tussen groengebieden, draagt bij tot het vastleggen van fijn stof, en tot de opvang van water dat anders overlast veroorzaakt. In oudere bestemmingsplannen staan bepalingen die verharding tegengaan, zoals in het Van Stolkpark (1981): niet meer dan 30% van de oppervlakte verharden in een tuin (zie artikel 17); of het Statenkwartier (1992): daar mogen onbebouwde gronden bij woningen niet als parkeerterrein worden gebruikt en moeten kantoren een vergunning vragen voor het aanbrengen van verharding, die alleen wordt gegeven voor hooguit 50% van het achtererf (zie artikel 29 en 30). In geen van de genoemde nieuwe bestemmingsplannen staan voorschriften om verharding te beperken. We stellen dan ook voor dat er een voorschrift komt in deze bestemmingsplannen dat niet meer dan 50% van het erf mag worden bebouwd of bestraat, in ieder geval naast groengebieden of naast of in ecologische verbindingszones. (Dat is voor Witte Vlek Van Boetzelaerlaan/Kranenburgweg ook beter in overeenstemming met het bestemmingsplan voor de wijk waarin dit ligt, het Statenkwartier.) Daardoor krijgt natuur in de stad een grotere kans. Een beleid voor een meer groen Den Haag door minder verharding kan ook worden ondersteund door andere maatregelen, zoals het beter handhaven van bestemmingsplannen waarin bepalingen staan hieromtrent en van de plicht tot herplanten van bomen, actieve campagnes voor aanplant van bomen, voor vogel/egel/vlinder/amfibievriendelijke tuinen/ bedrijventerreinen, premies voor het verwijderen van verharding en vervangen door open aarde met natuurlijke beplanting, aanleg grastegels, groene daken, vervoersmanagement bij bedrijven, een belasting per verhard oppervlak (zoals in Duitsland).
Raadsvoorstellen 2008
4
De laatste mogelijkheid zou kunnen worden onderzocht in het kader van project 2a “vergroening gemeentelijke belastingen” (Milieu Projectenplan 2006-2010). Het spreekt voor zich dat andere belastingen zoals de WOZ dan omlaag moeten. In een aantal nieuwe plannen, Witte vlekken, Spoorwijk, Kraayenstein staat de volgende definitie in artikel 1, begrippen, tuin: gedeelte van het erf dat hoofdzakelijk is beplant of bestraat al dan niet ten behoeve van parkeren op eigen terrein. Erf is de oppervlakte van het bouwperceel uitgezonderd de oppervlakte van het bouwvlak. De AVN stelt voor dit in het bestemmingsplan te vervangen door: Tuin: gedeelte van het erf dat hoofdzakelijk is ingenomen door plantengroei. Dat biedt ook ruimte voor een spontane vestiging van planten. Parkeren kan altijd nog in het deel van het erf waar geen tuin is, bij voorkeur uiteraard op grastegels. Om een meer groene stad te krijgen moet men bestrating van tuinen voor parkeren juist zoveel mogelijk voorkomen, en daar draagt deze beschrijving van het begrip tuin niet toe bij. Samenvattend vragen wij u in de nieuwe bestemmingsplannen: Verhoging tot vijf bouwlagen niet toe te staan naast groengebieden, naast of in ecologische verbindingszones en naast bomenrijen, behalve als onderzoek heeft aangetoond dat hierop geen negatieve effecten te verwachten zijn. In de voorschriften artikel(en) op te nemen dat niet-bebouwde gedeeltes niet meer dan 30%50%, afhankelijk van de plek, mogen worden verhard, in ieder geval naast groengebieden en ecologische verbindingszones (zie voor voorbeelden artikelen in bestemmingsplan Statenkwartier of Van Stolkpark). In artikel 1, begrippen: “tuin: gedeelte van het erf dat hoofdzakelijk is beplant of bestraat al dan niet ten behoeve van parkeren op eigen terrein vervangen” door: “Tuin: gedeelte van het erf dat hoofdzakelijk is ingenomen door plantengroei”. Wij verzoeken u de (voor)ontwerp-bestemmingsplannen aan te passen overeenkomstig het bovenstaande.” Ten aanzien van deze zienswijzen merkt het college het volgende op In het plangebied zijn geen doorgaande wegen in de zin van de Structuurvisie gelegen; de verhoging naar vijf bouwlagen is in dit bestemmingsplan derhalve niet aan de orde. Het bebouwen van erven wordt tegengegaan door middel van de op de plankaart opgenomen bouwvlakken en de in de voorschriften opgenomen regels met betrekking tot aan- en uitbouwen. Het tegengaan van het verharden van erven is in dit geval echter niet wenselijk gezien de geringe omvang van de erven. Alleen bij zeer uitgestrekte erven en/of erven met een hoge natuurwaarde kan een dergelijke regeling worden overwogen. Voor wat betreft het aanpassen van de begripsbepaling van tuinen geldt hetzelfde: het tegengaan van het verharden van tuinen is vanwege de geringe omvang niet opportuun. Op grond van het bovenstaande acht het college de zienswijzen ongegrond. Ra 178/2008: de heer Robbert van den Helm, namens de Wijkvereniging Duttendel en Wittebrug De Wijkvereniging Duttendel en Wittebrug heeft de volgende zienswijze (geciteerd). “Met genoegen kan ik u namens de Wijkvereniging Duttendel en Wittebrug meedelen dat wij instemmen met het binnen onze wijk gelegen plandeel Nieuwe Parklaan (groenstrook) van het Ontwerp-bestemmingsplan Witte vlekken. Het vastleggen van de bestaande situatie als groengebied (inclusief de mogelijkheid van het plaatsen van een beeldend kunstwerk) wordt door ons als zeer positief beoordeeld. Met betrekking tot het eveneens binnen onze wijk gelegen plandeel Wagenaarweg 12 (stukje tuin achter perceel) kunnen wij instemmen met de bestemming woondoeleinden (inclusief tuin en erf).” Ten aanzien van deze zienswijze merkt het college het volgende op De zienswijze is voor kennisgeving aangenomen. Ra 160: de heer C. Harteveld, Seinpoststraat 120f, 2586 HC Den Haag De heer Harteveld heeft de volgende zienswijze (geciteerd). “Dit schrijven richt ik tot U, omdat er in de Seinpoststraat iets anders aan de hand is op het gebied van milieu dan namens BenW wordt gesuggereerd in het bestemmingsplan Witte vlekken, 4 milieu. Ik begin bij toelichting punt 4.2, Bodem Seinpoststraat. Deze flats zijn gebouwd op bouwgrond waar vroeger een haven was, in de volksmond HET VUILE GAT genoemd. Waarom die naam? Er was een tanerij, een kuiperij, een garage, een schildersbedrijf enz. en iedereen gooide zijn troep maar in het water, zelfs mensen uit Den Haag. Bij dempen van dit water kwam dus dit alles aan het licht en nu komt “DE WET VAN MURPHY” bij mij aan waaien, want wat blijkt, bij het bouwrijp maken heeft de gemeente Den Haag in samenwerking met het grondbedrijf Fugro de vuile grond vermengt met schone grond om de vervuiling terug te brengen. Het kan lang duren maar deze vervuiling komt met het grondwater omhoog en dat is nu het geval, zie bijlagen.(Ligt ter inzage)
Raadsvoorstellen 2008
5
Petrochemisch gas is gevaarlijker dan roken, en dat gas hangt hier dag en nacht in fietsenberging en woningen wat aanleiding geeft tot hoofdpijn, tranende ogen, droge mond enz. Vooral nadat men gaten in de fundering heeft geboord om het gas te meten en te laten ontsnappen via roosters in de gevel. Zelfs op stations, waar frisse lucht genoeg is, mag men niet roken, maar wij als bewoners mogen rustig de PAK-dampen inademen. Conclusie: de bodem verontreiniging is hier veel erger als de gemeente doet voor komen. Om nog even terug te gaan naar 4.2, op de Kranenburgerweg was geen haven zoals “HET VUILE GAT”. Ik hoop dat ik de raadsleden met dit schrijven voldoende voorlichting heb gegeven om maatregelen te nemen. Uw reactie op dit schrijven zie ik met belangstelling tegemoet.” Ten aanzien van deze zienswijze merkt het college het volgende op Van de locatie Seinpoststraat 120-122 zijn geen bodemonderzoeken bekend. Tevens komen in de gemeentelijke bestanden geen bodembedreigende bedrijfsactiviteiten op deze locatie voor. Daarnaast is er geen informatie over een sanering op deze locatie. Er is ter plaatse van de Seinpoststraat 120-122 geen haven geweest, wel is nabij een haven gedempt. Deze was gesitueerd tussen de Havenkade en de Badhuiskade en was bereikbaar via een kanaal aan de Havenkade. In 1991 is een bodemonderzoek uitgevoerd op de naastgelegen locatie Seinpoststraat 100-117. Hierbij zijn alleen licht verhoogde gehalten aangetoond en was er geen aanleiding voor nader onderzoek. Ook is in 2003 een bodemonderzoek uitgevoerd op de naastgelegen locatie Rijslag 17-21 waarbij alleen licht verhoogde gehalten zijn aangetoond en er geen aanleiding was voor nader onderzoek. Het vermengen van verontreinigde grond met schone(re) grond is een saneringstechniek die niet is toegestaan en hier dan ook niet is toegepast. Op grond van het bovenstaande acht het college de zienswijzen ongegrond. Ra 182: Mevrouw D.H. Siemens, Schuitenweg 9-11, 2586 AE Den Haag Mevrouw Siemens heeft de volgende zienswijze (geciteerd). “Naar aanleiding van uw brief over het bestemmingsplan Witte Vlekken ben ik in het stadsdeelkantoor Scheveningen gaan kijken. En wat schetst mijn verbazing: uw vlekje grenst aan mijn plaatsje (schuttinkje weg en ik heb een echte tuin). Ik ben de enige die op deze woonhoogte zit en het zou zo fijn, geweldig en grandioos zijn als ik dat stukje witte vlek van u zou kunnen mogen huren of kopen. Mijn buren links hebben een souterrain met tuin in de diepte. Mijn buren rechts zitten een halve meter hoger grenzend aan de tuin van de witte vlek-buren. Ik hoop dat ik in aanmerking kom voor dit stukje grond. Ik woon sinds 1950 op dit adres, maar van een echte tuin kon ik alleen maar dromen. We hebben een piepklein tuintje met een watervalletje gemaakt, alleen kunnen we er niet omheen zitten (om de waterval). Als de heining van mijn tuintje weg is, heb ik een lange smalle tuin. In volle spanning wacht ik uw uitslag af.” Ten aanzien van deze zienswijze merkt het college het volgende op Het verzoek is doorgestuurd naar en in behandeling genomen door het Gemeentelijk Grondbedrijf. Ra 187: Mevrouw M.A. Ferrier van Det namens Yvinya b.v., Bankastraat 99, 2585 EJ Den Haag Mevrouw Ferrier van Det heeft namens Yvinya b.v. de volgende zienswijze (geciteerd). “Als eigenaar van het pand Bankastraat 99 Den Haag maak ik hierbij gebruik van de gelegenheid mijn zienswijze kenbaar te maken over het ontwerp bestemmingsplan. In verband met een mij op 8 november 2006 verstrekte bouwvergunning die inmiddels is geëffectueerd, dient naar mijn mening een groter bouwvlak op de plankaart te worden aangegeven, nl. een bouwvlak dat correspondeert met de vergunde situatie. Verder is het zo dat overeenkomstig de verstrekte bouwvergunning de maatschappelijke voorzieningen in het pand niet alleen zijn gerealiseerd op de begane grond laag, maar ook op de verdiepingen. De onder 5.3.1 onder A van de voorschriften opgenomen beperking van maatschappelijke voorzieningen tot uitsluitend de begane grond dient naar mijn mening dan ook te vervallen. Graag verzoek ik u om bij vaststelling van het bestemmingsplan het bouwvlak en het betreffende voorschrift aan te passen.” Ten aanzien van deze zienswijze merkt het college het volgende op Het bouwvlak is overeenkomstig de vergunde situatie aangepast. Tevens is de bestemming van het perceel gewijzigd van Woondoeleinden met een afwijkende bestemming Maatschappelijke Doeleinden op de begane grond naar een bestemming Maatschappelijke Doeleinden voor het gehele pand. Op grond van het bovenstaande acht het college de zienswijze gegrond. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID Het bestemmingsplan Witte vlekken is een beheersbestemmingsplan: het legt de bestaande situatie vast maar maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. De gemeente Den Haag verwacht dat ter uitvoering van dit plan geen kosten worden gemaakt. Nieuwe ontwikkelingen die binnen de marge van het vastleggen van de bestaande situatie mogelijk zijn, worden op particulier initiatief genomen en zijn daarom niet van invloed op de economische uitvoerbaarheid van het plan.
Raadsvoorstellen 2008
6
AMBTSHALVE WIJZIGINGEN Plankaart Ter plaatse van het perceel Zaanstraat 5 is op de plankaart een afwijkende bestemming op de begane grond opgenomen, te weten ‘bedrijfsdoeleinden’. De groene rand langs de bestemming Maatschappelijke Doeleinden in de Doorniksestraat heeft de bestemming Natuur gekregen. Voorschriften Artikel 4.2.1 sub d van de voorschriften is gewijzigd in: ‘de hoogte van een aanbouw niet meer dan de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m mag bedragen; Aan artikel 11.1.1 is sub b de volgende tekst toegevoegd: ‘het overschrijden van bebouwingsof bestemmingsgrenzen voor zover betrekking hebbende op erkers, balkons, galerijen, buitentrappen, luifels en soortgelijke bouwwerken’. Toelichting - Aan paragraaf 4.7.1 ‘Groen kleurt de stad’ is de volgende tekst toegevoegd: ‘De groene rand langs de witte vlek Doorniksestraat maakt deel uit van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur’. Tevens is als bijlage bij de toelichting een overzichtskaart van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur gevoegd. STAAT VAN WIJZIGINGEN Plankaart - De bestemming van het perceel Bankastraat 99 is gewijzigd van Woondoeleinden met een afwijkende bestemming Maatschappelijke Doeleinden op de begane grond naar een bestemming Maatschappelijke Doeleinden voor het gehele pand. Tevens is het bebouwingsvlak ter plaatse gewijzigd. -
Ter plaatse van het perceel Zaanstraat 5 is op de plankaart een afwijkende bestemming op de begane grond opgenomen, te weten ‘bedrijfsdoeleinden’.
-
De groene rand langs de bestemming Maatschappelijke Doeleinden in de Doorniksestraat heeft de bestemming Natuur gekregen.
-
De verwijzingen naar de artikelnummers van de voorschriften worden vernummerd met inachtneming van de aan de Voorschriften toegevoegde artikelen.
Voorschriften - Artikel 4.2.1 sub d van de voorschriften is gewijzigd in: ‘de hoogte van een aanbouw niet meer dan de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m mag bedragen; 7.1
7.2 7.3
7.4
Toegevoegd na artikel 6 (Groen (G)): artikel 7 Natuur (N) Bestemmingsomschrijving De voor ‘Natuur’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. ecologische verbindingszone; b. natuurgebied één en ander met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, fiets-, wandel- en ruiterpaden, groen, water en overige voorzieningen, alsmede recreatie en educatie zoals nader omschreven in het vijfde lid. Bouwregels De hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer bedragen dan 2 m. Specifieke gebruiksregels a. Recreatie en educatie zijn in beperkte mate als ondergeschikt medegebruik toegestaan. b Het gebruik van de gronden mag geen afbreuk doen aan de instandhouding en zo mogelijk versterking van natuur- en landschapswaarden. Aanlegvergunning
Raadsvoorstellen 2008
7
a.
Het is verboden op of in de op de op de plankaart aangeduide gronden behorende bij deze bestemming zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de hieronder te noemen werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren: - het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen, egaliseren, alsmede het scheuren van grasland; - het aanleggen of verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; - het verwijderen van bomen of andere opgaande beplanting, anders dan bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand, voor zover de Boswet of op die wet gebaseerde regelingen niet van toepassing zijn; - de aanleg van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen; - de aanleg van dijken of andere taluds of de vergraving of ontgraving van reeds bestaande dijken of taluds; - de aanleg van waterlopen of de vergraving, verruiming of demping van reeds bestaande waterlopen; - de aanleg van ondergrondse constructies, installaties of apparatuur, behoudens indien deze werken en werkzaamheden zijn aan te merken als een normaal bestanddeel van een doelmatige bedrijfsvoering; b De onder a genoemde verboden gelden niet: - indien en voor zover de in het eerste lid genoemde werken en werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband het normale beheer of onderhoud van de gronden; - indien en voor zover deze vorm van gebruik van de grond verenigbaar is met het doel waarvoor de betreffende grond volgens het plan is bestemd; - ten aanzien van werken en werkzaamheden die dienen ter instandhouding of voltooiing van werken die op het moment van de tervisielegging van het ontwerpplan reeds bestaan of in uitvoering zijn genomen. c De werken en werkzaamheden als bedoeld onder a zijn slechts toelaatbaar, indien en voor zover deze: - geen ingrijpende beletselen teweegbrengen voor een doelmatig gebruik overeenkomstig de bestemming; - geen neveneffecten teweegbrengen, die de doelmatigheid van de bestemming van de gronden elders in het plangebied ingrijpend verstoren. - Toegevoegd na artikel 9 (Verkeersdoeleinden-verblijfsstraat): artikel 10 Rioolwaterpersleiding (dubbelbestemming) 10.1 Doeleindenomschrijving 10.1.1 De op de plankaart voor Rioolwaterpersleiding (dubbelbestemming) aangewezen gronden zijn primair bestemd voor een ondergrondse rioolwaterpersleiding, secundair voor de bestemmingen in artikel 8 en 9 van deze voorschriften voor zover deze met de bestemming Rioolwaterpersleiding (dubbelbestemming) samenvallen. 10.2 10.2.1
Bouwvoorschriften Voor het bouwen op de voor Rioolwaterpersleiding (dubbelbestemming) aangewezen gronden binnen een strook van 5 m ter weerszijden van de hartlijn van de leiding gelden de volgende bepalingen: a ten behoeve van een ondergrondse rioolwaterpersleiding zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan; b ten behoeve van de bestemmingen in artikel 8 en 9 van deze voorschriften zijn geen bouwwerken toegestaan.
10.3 10.3.1
Vrijstelling Burgemeester en wethouders kunnen ingevolge artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstelling verlenen van het bepaalde in 10.2.1 onder b voor het bouwen van bouwwerken, onverminderd het bepaalde in artikel 8 en 9 van deze voorschriften en met dien verstande dat bouwwerken uitsluitend zijn toegestaan voor zover de belangen van de ondergrondse rioolwaterpersleiding daardoor niet wezenlijk worden geschaad Op de voorbereiding van een vrijstelling als bedoeld in 10.3.1 is de uniforme voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing met dien verstande dat: a burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij het Hoogheemraadschap van Delfland.
10.3.2
10.4
Aanlegvergunning
Raadsvoorstellen 2008
8
10.4.1
Onverminderd het bepaalde in 10.1.1 is het verboden op of in de voor Rioolwaterpersleiding (dubbelbestemming) bestemde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, geen onderhoudswerkzaamheden zijnde, uit te voeren binnen een strook van 5 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leiding: a het afgraven van gronden met meer dan 0,3 m; b het aanbrengen van diepwortelende beplantingen; c het uitvoeren van heiwerken of het op andere wijze indrijven van voorwerpen dieper dan 0,5 m.
-
Aan artikel 11.1.1 is sub b de volgende tekst toegevoegd: ‘het overschrijden van bebouwings- of bestemmingsgrenzen voor zover betrekking hebbende op erkers, balkons, galerijen, buitentrappen, luifels en soortgelijke bouwwerken’.
-
De artikelen worden vernummerd met inachtneming van bovenvermelde toevoegingen.
Toelichting - Aan paragraaf 4.7.1 ‘Groen kleurt de stad’ is de volgende tekst toegevoegd: ‘De groene rand langs de witte vlek Doorniksestraat maakt deel uit van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur’. - Tevens is als bijlage bij de toelichting een overzichtskaart van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur gevoegd. - Toegevoegd aan paragraaf 5.3 ‘Bestemmingsbepalingen’: Artikel 7 Natuur (N) Deze bestemming is toegekend aan de groene rand langs de bestemming Maatschappelijke Doeleinden in de Doorniksestraat. Deze bestemming is primair gericht op handhaving en waar mogelijk verbetering van de oorspronkelijke groenstructuur. Artikel 10 Rioolwaterpersleiding (dubbelbestemming) Deze bestemming is opgenomen ter bescherming van ondergrondse rioolwaterpersleidingen van het Hoogheemraadschap Delfland. De strook waarop deze dubbelbestemming van toepassing is meet 10 m in de breedte: 5 m aan weerszijden van de centrale as van de rioolwaterpersleiding. -
De artikelnummers in de paragrafen 5.3 tot en met 5.5 worden vernummerd met inachtneming van bovenvermelde toevoegingen.
BESLUITVORMING Gezien het vorenstaande stelt het college de raad voor het volgende besluit te nemen: De raad van de gemeente Den Haag, Gezien het voorstel van het college van 28 oktober 2008, Gelet op de Wet en het Besluit op de ruimtelijke ordening, Besluit: met overneming van de door het college in het hiervoor vermelde voorstel aangegeven overwegingen, welke worden geacht deel uit te maken van dit besluit: I.
de zienswijzen, in het bij dit besluit behorende voorstel onder "Ingekomen zienswijzen" opgenomen, ontvankelijk te verklaren;
II.
de zienswijzen van de Provincie Zuid-Holland, de Kamer van Koophandel, de Hulpverleningsregio Haaglanden, de Wijkvereniging Duttendel en Wittebrug en mevrouw D.H. Siemens voor kennisgeving aan te nemen;
III.
de zienswijze van het Hoogheemraadschap Delfland en Mevrouw M.A. Ferrier van Det namens Yvinya b.v., in het bij dit besluit behorende voorstel onder "Ingekomen zienswijzen" opgenomen, gegrond te verklaren;
IV.
de overige zienswijzen ongegrond te verklaren;
V.
tot herziening van de op het plangebied Witte Vlekken, betrekking hebbende bestemmingsplannen:
Raadsvoorstellen 2008
9
-
Bestemmingsplan Archipelbuurt/Willemspark II, vastgesteld bij raadsbesluit 634, d.d. 11 januari 1982; Bestemmingsplan Wittebrug, vastgesteld bij raadsbesluit 349, d.d. 28 augustus 1978; Bestemmingsplan Belgisch Park, vastgesteld bij raadsbesluit 181, d.d. 13 april 1981; Bestemmingsplan Renbaankwartier, vastgesteld bij raadsbesluit 88, d.d. 5 februari 1979; Bestemmingsplan Scheveningen Dorp-Oost, vastgesteld bij raadsbesluit 627, d.d. 15 december 1980; Bestemmingsplan Rivierenbuurt, vastgesteld bij raadsbesluit 490, d.d. 28 september 1981; Bestemmingsplan Regentesse-/Valkenboskwartier-Noord vastgesteld bij raadsbesluit 200, d.d. 21 mei 1984; Bestemmingsplan Statenkwartier e.o., vastgesteld bij raadsbesluit 269, d.d. 27 augustus 1992; Partiële Herziening diverse bestemmingsplannen (dakopbouwen), vastgesteld bij raadsbesluit 91, d.d. 22 april 1999; Bestemmingsplan Parapluherziening Seksinrichtingen, vastgesteld bij raadsbesluit 199, d.d. 25 november 2004; Parapluherziening Detailhandel Vuurwerk, vastgesteld bij raadsbesluit 207, d.d. 25 november 2004; Parapluherziening Uitwerkings- en wijzigingsbepalingen o.g.v. artikel 11 WRO vastgesteld bij raadsbesluit 34, d.d. 8 maart 2007.
VI. met inachtneming van de Staat van wijzigingen, vast te stellen het Bestemmingsplan Witte Vlekken, bestaande uit de kaarten S 10747 t/m S 10754 en voorschriften, zoals deze bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte bescheiden zijn aangegeven, toegelicht en beschreven. Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van De griffier.
De voorzitter.
Een set van de ingekomen reacties Bro en zienswijzen, alsmede het Ontwerp-bestemmingsplan Witte Vlekken, liggen voor de raadsleden ter inzage in de leeskamer Griffie B03.17 (map no.71 ).
Raadsvoorstellen 2008
10