RIS181841_14-DEC-2011
rv 172
Gemeente Den Haag
Bestuursdienst BSD/2011.1687 RIS 181841_111213
Voorstel van het college inzake vaststellen Verordening rechtspositie wethouders 2012. Inleiding De thans geldende verordening is gebaseerd op de modelverordening van de VNG uit 2007. Naar aanleiding van gewijzigde wet- en regelgeving op rechtspositioneel en fiscaal terrein (o.a. de invoering van de Werkkostenregeling) is ten opzichte van de huidige verordening een aantal artikelen gewijzigd of vervallen. De verordening is eveneens in overeenstemming gebracht met de separaat aangeboden Gedragscode voor het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag. Het college stelt voor een nieuwe verordening vast te stellen. In de verordening zijn bepalingen opgenomen over de rechtspositie van de wethouders. De grondslag hiervoor is te vinden in de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit wethouders. In deze wetten en nadere regelgeving zijn alle voor de rechtspositie van belang zijnde onderwerpen geregeld. Voor een aantal voorzieningen geldt dat de gemeente de vrijheid heeft om deze voorzieningen bij verordening te regelen. Buiten voornoemde verordening, regeling en besluit, genieten wethouders als zodanig geen inkomsten in welke vorm dan ook, ten laste van de gemeente. Ten opzichte van de huidige gemeentelijke verordening is een aantal artikelen gewijzigd. De aanpassingen worden per artikel toegelicht. Met ingang van 1 januari 2012 gaat de gemeente over op de Werkkostenregeling. De Werkkostenregeling is een fiscale faciliteit in de loonbelasting. Volgens de Werkkostenregeling mogen bepaalde vergoedingen en verstrekkingen belastingvrij worden toegekend tot een maximum van 1,4% van de fiscale loonsom. Dit wordt de vrije ruimte genoemd of algemeen forfait. Voor vergoedingen en verstrekkingen boven die grens is de gemeente in beginsel 80% loonheffing verschuldigd. Sommige vergoedingen en verstrekkingen komen niet ten laste van de vrije ruimte, zoals de gerichte vrijstellingen ( vb. verhuiskosten) of de nihilwaarderingen (vb. mobiele telefoon, mits > 10% zakelijk gebruik). Indien de invoering van de Werkkostenregeling van invloed is op de vergoeding en verstrekking, wordt dit bij het betreffende artikel aangegeven.
Toelichting per artikel Artikel 1: Begripsomschrijvingen De niet gebruikte begripsbepalingen ‘Verplaatsingskostenregeling 1989’, ‘Reisregeling binnenland’ en ‘Reisregeling buitenland’ zijn vervallen. Aan de Gedragscode voor het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag is het jaartal 2012 toegevoegd. Artikel 2: Onkostenvergoeding In dit artikel is de vaste vergoeding geregeld voor aan het ambt van wethouder verbonden kosten. De vergoeding is opgebouwd op basis van de volgende kostencomponenten: representatie vakliteratuur contributies, lidmaatschappen telefoonkosten bureaukosten, porti zakelijke giften bijdrage aan fractiekosten ontvangsten thuis excursies. De hoogte van de kostenvergoeding wordt bij gemeentelijke verordening bepaald. Wel is in het Rechtspositiebesluit wethouders het maximale bedrag van de kostenvergoeding aangegeven. In artikel 2 is de hoogte van de kostenvergoeding bepaald op het maximale bedrag. Het wordt jaarlijks per 1 januari herzien aan de hand van de consumentenprijsindex.
Raadsvoorstellen 2011
1
Hiervoor is in de gemeente geen nadere besluitvorming nodig als in de verordening in algemene zin is aangegeven of de onkostenvergoeding gelijk is aan het door de minister te bepalen maximum of een percentage daarvan. Aan het artikel is een tweede lid toegevoegd. Hierin is bepaald, dat de onkostenvergoeding verminderd wordt met 9% en verhoogd met 12 euro, indien op grond van artikel 8 een mobiele telefoon ter beschikking is gesteld. In de vaste onkostenvergoeding is een component telefoonkosten opgenomen. Deze bedraagt 9% van de onkostenvergoeding. Bij het verstrekken van een mobiele telefoon is sprake van overbedeling. De component telefoonkosten kan daarom verminderd worden. Anderzijds is ook bij wethouders sprake van gebruik van de privételefoon voor zakelijke doeleinden. Voor dit doel ontvangt de burgemeester maandelijks 12 euro netto per maand. Het is redelijk om, wanneer plaatselijk de component telefoonkosten wordt gekort, deze korting tot een bedrag van 12 euro per maand van de onkostenvergoeding achterwege te laten. Het Rechtspositiebesluit wethouders bepaalt, dat ingeval de Werkkostenregeling in een gemeente wordt ingevoerd de onkostenvergoeding verplicht netto uitbetaald wordt en dat de netto-vergoeding ten laste komt van de vrije ruimte. Artikel 3 Reiskosten woon/werkverkeer Dit artikel is niet gewijzigd. Voor wethouders is in artikel 3 een belastingvrije vergoeding voor het woon-werkverkeer geregeld overeenkomstig de bepalingen bij en krachtens het Rechtspositiebesluit wethouders en de Regeling rechtspositie wethouders. Bij gebruik van de eigen personenauto bedraagt de vergoeding 0,15 euro (2011) per afgelegde kilometer. Artikel 4 Zakelijke reis- en verblijfkosten binnen- en buitenland In dit artikel zijn de artikelen 4 en 6 van de huidige verordening samengevoegd. De tekst is aangepast. In de Regeling rechtspositie wethouders zijn de vergoedingen voor reis- en verblijfkosten voor zowel binnen- als buitenland geregeld in artikel 4. Ingevolge artikel 4 van het Rechtspositiebesluit wethouders worden vergoed: de zakelijke reiskosten voor het gebruik van het openbaar vervoer; bij gebruik van de eigen auto een bedrag van 0,28 euro per afgelegde kilometer; de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten. In de huidige verordening was opgenomen dat reiskosten voor zakelijke reizen gesaldeerd konden worden. In verband met de invoering van de Werkkostenregeling is deze saldering komen te vervallen. De vergoeding boven de fiscaalwettelijk vastgestelde belastingvrije vergoeding valt op basis van het Rechtspositiebesluit wethouders verplicht in de vrije ruimte van de Werkkostenregeling. Voor buitenlandse dienstreizen zijn in de Gedragscode voor het college nadere gedragsregels vastgesteld. Daarbij gaat het om expliciete besluitvorming in het college over buitenlandse reizen en over uitnodigingen daartoe op kosten van derden. Daarnaast gaat het bijvoorbeeld ook om de rekening en verantwoording achteraf, zowel inhoudelijk als financieel. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden. Deze zijn vastgelegd in de voornoemde Gedragscode voor het college. Met een Europese instelling wordt bedoeld een aan de Europese Unie gelieerde instelling. Deze reizen worden wel geregistreerd in het digitale reisregister. In overeenstemming met de huidige verordening en eerder genomen collegebesluiten zijn leden 3 en 4 toegevoegd. De onnodige verwijzing naar het Reisbesluit Buitenland is komen te vervallen. Het is toegestaan bij vliegreizen met een duur langer dan ongeveer twee en een half uur businessclass te vliegen, is de duur korter dan ongeveer twee en een half uur, dan wordt economyclass gevlogen. In plaats van businessclass kan de wethouder ook economy plus reizen. Dit is een aanzienlijke kostenbesparing ten opzichte van businessclass. Indien direct aansluitend aan de reis een druk programma volgt, kan overwogen worden om toch businessclass te vliegen. Miles die, met de Frequent Flyer Card, opgespaard worden op dienstreizen mogen niet worden aangewend voor privé-cadeaus zoals vouchers, gratis tickets of vakantiereizen. Van de bij de Frequent Flyer Card behorende faciliteiten mag op dienstreizen wel gebruik gemaakt worden.
Raadsvoorstellen 2011
2
Artikel 5: Dienstauto Dit artikel is niet gewijzigd. Dit artikel bepaalt dat de dienstauto voor het woon-werkverkeer kan worden gebruikt en voor het reizen ten behoeve van nevenfuncties die de wethouder vervult uit hoofde van zijn ambt. In lid 2 is bepaald dat het kort inlassen van activiteiten zoals bezoek, het wegbrengen dan wel afzetten van personen dan wel het doen van een boodschap is toegestaan, als dit efficiënt en doelmatig is met betrekking tot de beschikbaarheid en de inzetbaarheid van de wethouder voor de gemeente. De dienstauto is verder niet beschikbaar voor privé-gebruik. Artikel 6: Cursus, congres, seminar of symposium Behoudens het artikelnummer is dit artikel niet gewijzigd. Een onderscheid is gemaakt tussen cursussen, congressen e.d. die door of vanwege de gemeente in het gemeentelijk belang zijn georganiseerd en cursussen, congressen e.d. waaraan de individuele wethouder in verband met de vervulling van het wethouderschap op eigen initiatief deelneemt. Partijgebonden bijeenkomsten kunnen niet ten laste van de gemeente worden gebracht. Om die reden wordt in het tweede lid het algemeen belang van de cursus etc. benadrukt. In het laatste geval zijn er aanvullende voorwaarden gesteld (inhoudelijke informatie over de cursus of het congres en een kostenspecificatie). Artikel 7: Computer en internetverbinding Behouden het artikelnummer is dit artikel niet gewijzigd. Voor de uitoefening van het ambt van wethouder wordt op aanvraag een computer met bijbehorende apparatuur, software en faciliteit voor internetverbinding in bruikleen ter beschikbaar gesteld. Bijbehorende apparatuur is apparatuur die is bestemd om aan de computer te worden gekoppeld om informatie uit te wisselen. Voorbeelden hiervan zijn een modem, een printer, een fax. In overeenstemming met de huidige verordening en eerder gemaakte afspraken met de gemeentelijke dienst Intern Dienstencentrum (IDC), wordt een computer met bijbehorende apparatuur alleen voor zakelijk gebruik ter beschikking gesteld. Dit mede uit beheersoverwegingen door het IDC, Cluster Automatisering. Ingevolge de Werkkostenregeling wordt de waardering van de laptop en van de daarbij behorende mobiele modem (lees chip internetverbinding) op nihil gesteld, wanneer de laptop ter beschikking wordt gesteld aan de wethouder en hij deze geheel of gedeeltelijk op de werkplek gebruikt en het gebruik minimaal 90% zakelijk is. De werkplek in deze is de werkplek op het stadhuis. Door de laptop ook op het stadhuis (naast het gebruik elders) te gebruiken komt deze voorziening niet ten laste van de vrije ruimte. Hetzelfde geldt voor de internetverbinding die in de laptop zit, deze valt ook in de nihilwaardering. In de bruikleenovereenkomst is onder andere geregeld dat op de computer geen software door de wethouder mag worden geïnstalleerd. Het model van die overeenkomst is door het college vastgesteld. Met dit raadsvoorstel wordt voorgesteld om aan de wethouders alleen de mogelijkheid te bieden om computers ter beschikking te stellen, omdat dit beter aansluit bij de praktijk. De ter beschikking gestelde computers beschikken over een voorziening voor een internetverbinding. De kosten daarvan komen ten laste van de gemeente. Om die reden is het niet meer opportuun om de aanleg- en abonnementskosten van een eigen internetvoorziening te vergoeden. In het voorliggende voorstel komt de vergoedingsregeling te vervallen. Artikel 8: Mobiele telefoon Behoudens het artikelnummer is dit artikel niet gewijzigd. Op de bezoldiging van de wethouder die de mobiele telefoon mede gebruikt voor privé-doeleinden wordt voor dit privé-gebruik een door het college bepaald bedrag ingehouden. Omdat de mobiele telefoon meer dan 10% zakelijk wordt gebruikt valt deze voorziening ingevolge de Werkkostenregeling in de nihilwaardering. Deze voorziening komt derhalve niet ten laste van de vrije ruimte. Artikel 9: Fietsregeling Met de nieuwe verordening is het voor wethouders nog steeds mogelijk gebruik te maken van de fietsregeling. Daarbij wordt aangesloten op de regeling die voor de gemeenteambtenaren geldt. Het gaat hier niet om een rechtspositionele aangelegenheid maar om een fiscale faciliteit voor werknemers. Een wethouder kan een fiets aanschaffen tegen inlevering van een deel van de bezoldiging of van de eindejaarsuitkering. Artikel 10: Reis- pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming Behoudens het artikelnummer is dit artikel niet gewijzigd. Sinds de dualisering van het gemeentebestuur kunnen personen van buiten de gemeenteraad tot wethouder worden benoemd.
Raadsvoorstellen 2011
3
Dat kunnen ook personen zijn die niet in de gemeente zelf wonen. Die zijn op grond van de Gemeentewet verplicht om te gaan wonen in de gemeente waar zij wethouder zijn geworden. In artikel 10 is geregeld dat zij bij verhuizing naar de gemeente in aanmerking komen voor een verhuiskostenvergoeding en eventueel voor vergoeding van reis- en pensionkosten in afwachting van de verhuizing. De vergoedingen vallen ingevolge de Werkkostenregeling in de nihilwaardering en komen derhalve niet ten laste van de vrije ruimte. Volledigheidshalve meld het college, dat in het oude artikel 10 een regeling was opgenomen met betrekking tot het spaarloon en de levensloop. Met het Belastingplan 2012 van het Rijk wordt voorgesteld deze regelingen met ingang van 2012 te laten vervallen. Dit heeft gevolgen voor deze verordening. Voorgesteld wordt de bepalingen met betrekking tot de levensloop en het spaarloon te laten vervallen. Het overgangsrecht van deze verordening voorziet erin, dat, ingeval het Belastingplan 2012 op het punt van het spaarloon- en van de levensloopregeling niet wordt aangenomen, het huidige verordeningsartikel met betrekking tot het spaarloon en de levensloop in de verordening wordt opgenomen. Artikel 11: Outplacement Dit artikel regelt een outplacementvoorziening en is uitsluitend van kracht op voormalig wethouders die afgetreden zijn voor 27 april 2010. Voor de huidige en toekomstige wethouders is de sollicitatieplicht en outplacement geregeld in de APPA en het Besluit sollicitatieplicht APPA voor gewezen politieke ambtsdragers. Artikelen 12 t/m 15 De procedure van declaratie In artikel 12 zijn drie betalingswijzen aangegeven. In de artikelen 13 t/m 15 is vervolgens per geval aangegeven welke betalingswijze aan de orde is en welke procedurevoorschriften in acht genomen moeten worden. De formulieren met betrekking tot declaratie van vooruitbetaalde kosten, rechtstreekse facturering bij de gemeente en verantwoording voor het gebruik van de creditcard dienen binnen 2 maanden te worden ingediend. In artikel 14 en 15 is de term begeleidingsformulier gewijzigd in declaratieformulier. Declaratie van vooruitbetaalde kosten (artikel 13) Daarbij gaat het om vergoeding van de volgende kosten: zakelijke reis- en verblijfkosten binnen- en buitenland; reis- en pensionkosten en verhuiskosten. Rechtstreekse facturering bij de gemeente (artikel 14) Rekeningen kunnen rechtreeks bij de gemeente in rekening worden gebracht in de volgende gevallen: zakelijke reis- en verblijfkosten; deelname aan cursussen, congressen, seminars en symposia; reis- en pensionkosten en verhuiskosten. Gebruik creditcard (artikel 15) Aan wethouders kan onder voorwaarden een creditcard beschikbaar worden gesteld voor functionele uitgaven ten laste van de gemeente. Gebruik van creditcards is mogelijk voor reis- en verblijfkosten bij buitenlandse dienstreizen. In overeenstemming met de vorige verordening is aan artikel 15 toegevoegd dat de creditcard beschikbaar is gesteld voor de duur van de reis naar en het verblijf in het buitenland en voor kosten gemaakt in het buitenland, als bedoeld in artikel 4. Ook mogen met de creditcard geen kasopnamen worden gedaan, er wordt geen pincode verstrekt. Artikel 17: Overgangsrecht Onder verwijzing naar de toelichting bij artikel 10 is in dit artikel overgangsrecht opgenomen. Artikel 18: Inwerkingtreding De inwerkingtreding is 1 januari 2012. Besluitvorming: Gezien het vorenstaande stelt het college de raad voor het volgende besluit te nemen: De raad van de gemeente Den Haag,
Raadsvoorstellen 2011
4
Gezien het voorstel van het college van 22 november 2011, Gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders, Gelet op artikel 44, tweede en derde lid en artikel 147 van de Gemeentewet, Besluit: vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING Rechtspositie wethouders 2012 Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243; b. Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders; c. Gedragscode voor het college: Gedragscode voor het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag 2012; d. gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet. e. mobiele telefoon: daaronder wordt mede verstaan toestellen waarbij communicatie een centrale rol speelt, zoals een smartphone. Hoofdstuk II Voorzieningen voor wethouders Artikel 2 Onkostenvergoeding 1. De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders. 2. Indien de wethouder op grond van artikel 8 van deze verordening een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking is gesteld bedraagt de onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten, in afwijking van het eerste lid, 91% van het voor hem ingevolge het eerste lid geldende bedrag, vermeerderd met 12 euro, met dien verstande dat de vergoeding niet meer bedraagt dan het in het eerste lid geldende bedrag. Artikel 3 Reiskosten woon-werkverkeer De tegemoetkoming voor het reizen tussen zijn woning en de plaats van tewerkstelling van de wethouder is gelijk aan de vergoeding bedoeld in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders. Artikel 4 Zakelijke reis- en verblijfkosten binnen- en buitenland 1. De vergoeding voor reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt is gelijk aan de vergoeding bedoeld in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders. 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden. 3. Het is toegestaan bij vliegreizen met een duur langer dan ongeveer twee en een half uur businessclass te vliegen, is de duur korter dan ongeveer twee en een half uur, dan wordt economyclass gevlogen. 4. De wethouder die het voornemen heeft een buitenlandse dienstreis te maken meldt dit voornemen (reisbestemming- en doel) vooraf in de collegevergadering, conform de regels die zijn vastgelegd in de Gedragscode voor het college. Artikel 5 Dienstauto 1. De wethouder kan voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruik maken van een dienstauto met of zonder chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de gemeente ingehuurde auto.
Raadsvoorstellen 2011
5
2. De dienstauto met of zonder chauffeur kan door de wethouder ook worden gebruikt voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling en voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de wethouder vervult uit hoofde van zijn ambt. Indien het efficiënt en doelmatig is met betrekking tot de beschikbaarheid en de doelmatigheid van de wethouder, is het kort inlassen van bepaalde activiteiten toegestaan. 3. Indien de wethouder op grond van artikel 3 een tegemoetkoming ontvangt in de reiskosten tussen de woning en de plaats van tewerkstelling wordt een korting op die tegemoetkoming toegepast ter grootte van a. 1/20 deel van de tegemoetkoming in de betreffende maand voor elke dag waarop zowel van de woning naar de plaats van tewerkstelling als omgekeerd van de plaats van tewerkstelling naar de woning gebruik is gemaakt van de dienstauto; b. 1/40 deel van de tegemoetkoming in de betreffende maand voor elke dag waarop alleen hetzij van de woning naar de plaats van tewerkstelling hetzij omgekeerd van de plaats van tewerkstelling naar de woning gebruik is gemaakt van de dienstauto; 4. Indien de wethouder voor reizen ten behoeve van in het tweede lid bedoelde nevenfuncties gebruik maakt van de gemeentelijke dienstauto en daarvoor een vergoeding van reiskosten ontvangt wordt die vergoeding in de gemeentelijke kas gestort. Artikel 6 Cursus, congres, seminar of symposium 1. De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente. 2. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder. Artikel 7 Computer en internetverbinding 1. Op aanvraag worden aan de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het ambt een computer, bijbehorende apparatuur, software en faciliteit voor internetverbinding in bruikleen ter beschikking gesteld, die door hem geheel of nagenoeg geheel zakelijk dient te worden gebruikt. 2.
De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
3.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 8 Mobiele telefoon 1. Op aanvraag wordt de wethouder voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld. 2.
De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
3.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
4. Op de bezoldiging van de wethouder die de mobiele telefoon mede gebruikt voor privédoeleinden wordt voor dit privé-gebruik een nader door het college te bepalen bedrag ingehouden. Artikel 9 Fietsregeling 1. De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling, waarbij naar keuze van de wethouder de bezoldiging dan wel eindejaarsuitkering wordt verminderd met de vergoeding voor de fiets. Ter zake wordt aangesloten bij de regeling die voor gemeenteambtenaren geldt. 2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente. Artikel 10 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming
Raadsvoorstellen 2011
6
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van: a. reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders; b. verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2
van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 11 Outplacement 1. In dit artikel wordt verstaan onder: a. belanghebbende: degene die opgehouden is wethouder te zijn voor 27 april 2010 en in het genot is van een uitkering op grond van artikel 131 tot en met 136 van de Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers; b. outplacementbureau: bureau of organisatie bij voorkeur aangesloten bij een brancheorganisatie voor outplacement en loopbaanbegeleiding. 2. Het college besluit op aanvraag omtrent de toekenning van outplacementfaciliteiten. De kosten van de outplacementfaciliteiten komen voor rekening van de gemeente. Het college sluit daartoe een schriftelijke overeenkomst met het outplacementbureau. Eventuele reis-, verblijf- en verwervingskosten komen voor rekening van belanghebbende. 3.
De outplacementfaciliteiten worden toegekend voor de periode van ten hoogste één jaar.
4. In de gevallen waarin dit artikel niet of niet in redelijkheid voorziet is het college bevoegd een voorziening te treffen. Hoofdstuk III De procedure van declaratie Artikel 12 Betaling van kosten Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door a. betaling uit eigen middelen (zie artikel 13); of b. rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente (zie artikel 14); of c. een gemeentelijke creditcard (zie artikel 15). Artikel 13 Declaratie van vooruit betaalde kosten 1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 4 en 10 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald. 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. De wethouder dient het declaratieformulier binnen 2 maanden bij de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken. Artikel 14 Rechtstreekse facturering bij de gemeente 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 4, 6 en 10 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente. 2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen. 3. De wethouder dient het declaratieformulier en de factuur binnen 2 maanden in bij de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar. Artikel 15 Gebruik creditcard 1. De vergoeding van kosten, gemaakt in het buitenland, als bedoeld in de artikel 4 kan plaatsvinden door gebruikmaking van de gemeentelijke creditcard. 2. Een gemeentelijke creditcard wordt de wethouder op aanvraag in bruikleen ter beschikking gesteld voor de duur van de reis naar en het verblijf in het buitenland, voor het doen van uitgaven in
Raadsvoorstellen 2011
7
het buitenland, die voor vergoeding of tegemoetkoming ten laste van de gemeente in aanmerking komen. Aan de verstrekking van de creditcard kunnen voorwaarden worden verbonden. 3. De gemeentesecretaris draagt zorg voor de aanvraag, verstrekking en intrekking van gemeentelijke creditcards. De wethouder ondertekent daartoe een houderschapsovereenkomst met de gemeente. Het college stelt de houderschapsovereenkomst op. 4. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het declaratieformulier creditcard, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen. 5. Het declaratieformulier creditcard en de betaalbewijzen worden binnen 2 maanden ingediend bij de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar. 6. Bij beëindiging van het ambt van wethouder wordt de creditcard onverwijld ingeleverd. 7. Verlies of diefstal van de creditcard wordt direct gemeld bij de betreffende creditcardmaatschappij en zo spoedig mogelijk ook bij de gemeente. Het eigen risico bij verlies en diefstal komt, mits is voldaan aan de daarvoor geldende regels, voor rekening van de gemeente. 8.
Met de creditcard worden geen kasopnamen gedaan.
Hoofdstuk Vl Citeertitel en inwerkingtreding Artikel 16 Intrekking oude regeling De Verordening rechtspositie wethouders 2007 wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop deze verordening in werking treedt. Artikel 17 Overgangsrecht Indien het wetsvoorstel tot Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012; nummer 33003) op het punt van het spaarloon en de levensloop niet wordt aangenomen en de spaarloon en/of de levensloopregeling derhalve niet met ingang van 1 januari 2012 komt te vervallen, wordt na artikel 10 een nieuw artikel toegevoegd, luidende als volgt: Artikel 10a Spaarloonregeling/levensloopregeling 1. De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling. 2. De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964. 3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling. 4. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente. Artikel 18 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012. Artikel 19 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders 2012. Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van De griffier, wnd.
Raadsvoorstellen 2011
De voorzitter.
8