Nummer:
284-2
Portefeuillehouder: Onderwerp:
Tj. Hoekstra Vaststellen Verordening op de Weekmarkt in Waterland
De raad van de gemeente Waterland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van weekmarkten in Waterland; gezien het advies van de marktcommissie; gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet, BESLUIT: vast te stellen de navolgende Verordening op de weekmarkten in Waterland. HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland; b. markt: de door het college ingestelde weekmarkt; c. standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel; d. vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder; e. meeloperplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een marktkoopman; f. standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel; g. standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken; h. marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college; i. marktkooplieden: vaste vergunninghouder, meeloper, standwerker; j. carrouselstandplaats: vaste standplaats die roulerend kan worden ingenomen door verschillende marktkooplieden met non-foodartikelen; Artikel 2. Inrichting van de weekmarkt 1. De marktmeester bepaalt de opstelling en indeling van de markt. 2. De marktmeester bepaalt welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als meeloper- en standwerkerplaats. 3. Het college kan voor de markt een maximum aantal standplaatsen per branche vaststellen.
Pagina van 7
1
Artikel 3. Nadere regels Het college stelt nadere regels betreffende het bepaalde in deze verordening. Artikel 4. Voorschriften en beperkingen 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een ingevolge deze verordening verleende vergunning, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning is vereist. 2. Degene aan wie volgens deze verordening een vergunning is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen. HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN OVER VERGUNNINGEN/TOESTEMMINGEN Artikel 5. Vergunning 1. Het is niet toegestaan om een vaste standplaats op de markt in te nemen zonder vergunning van het college. 2. Het is niet toegestaan om een meeloper- en/of standwerkerplaats op de markt in te nemen zonder toestemming van de marktmeester. Artikel 6. Vereisten 1. Voor toewijzing van een standplaats aan een privaatrechtelijke rechtspersoon is vereist: a. dat de aanvrager een geldige registratiekaart (via Hoofdbedrijfschap Detailhandel) overlegt; b. dat de aanvrager in het bezit is van een WA-verzekering; c. dat de aanvrager ingeschreven is in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. 2. Voor toewijzing van een standplaats aan een natuurlijke persoon is vereist: a. dat de aanvrager handelingsbekwaam is; b. dat de aanvrager de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt; c. dat de aanvrager een geldige registratiekaart (via Hoofdbedrijfschap Detailhandel) overlegt. 3. Een aanvraag voor een vaste standplaats dient schriftelijk te worden ingediend. Artikel 7. Intrekking en overschrijving vaste standplaatsvergunning 1. Het college kan een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, als: a. ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. de vergunninghouder niet langer voldoet aan de in artikel 7 genoemde vereisten. 2. Het college stelt nadere regels met betrekking tot de intrekking en overschrijving van vaste standplaatsvergunningen. HOOFDSTUK 3. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 8. Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning 1. Onverminderd artikel 7 kan het college een vergunning voor een standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat: a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt of zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; b. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet, voldoet; c. zelf bepaalt om de standplaats niet in te nemen. 2. Bij intrekking of schorsing van een vaste standplaatsvergunning wordt de volgende procedure gevolgd: a. vergunninghouder wordt mondeling gewaarschuwd; b. bij niet reageren wordt de vergunninghouder vervolgens schriftelijk c. gewaarschuwd; d. bij niet reageren wordt de vergunninghouder vervolgens schriftelijk op de hoogte gesteld van het besluit van het college met betrekking tot schorsing dan wel intrekking van de vaste standplaatsvergunning.
Pagina van 7
2
Artikel 9. Uitsluiting meeloper of standwerker Het college kan de toewijzing van een meeloper- of standwerkerplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, als deze: a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt; b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; c. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet. Artikel 10. Onmiddellijke verwijdering Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een marktkooplieden gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als hij: a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt; b. zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog. Artikel 11. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. Artikel 12. Toezichthouders De marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening. Artikel 13. Intrekking oude verordening De Verordening op de weekmarkt in de kern Monnickendam 1992 wordt ingetrokken. Artikel 14. Overgangsbepalingen 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de "Verordening op de weekmarkt in de kern Monnickendam 1992", inclusief de eerste en tweede wijziging" gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening. 2. Als voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de "Verordening op de weekmarkt in de kern Monnickendam 1992" is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast. 3. De bestaande wachtlijst, zoals van toepassing op de "Verordening op de weekmarkt in de kern Monnickendam 1992" vervalt met de inwerkingtreding van deze verordening. Artikel 16. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan. Artikel 17. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Weekmarktverordening Waterland.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Waterland, gehouden op De raad voornoemd,
drs. E.G.H. Dijk griffier
drs. C. Mooij voorzitter
Pagina van 7
3
BIJLAGE 1: Algemene toelichting op de Weekmarktverordening Waterland. Deze verordening is opgesteld aan de hand van de modelverordening van de VNG. Daarnaast zijn er specifieke aanpassingen gedaan aan de hedendaagse regelgeving en inzichten. Vanwege duidelijker en eenvoudiger regels heeft de VNG is 2008 al haar modelverordeningen kritisch bekeken. Voor de marktverordening betekende dat dat de kaderstellende bevoegdheden van de raad en de uitvoerende bevoegdheden van onder andere het college uit elkaar zijn gehaald. Daarom is de huidige weekmarktverordening gesplitst in een nieuwe weekmarktverordening en beleidsregels voor de weekmarkt in Monnickendam Toelichting belangrijkste wijzigingen: Voor alle artikelen geldt dat overbodige regelgeving is geschrapt en dat belangrijke regels korter, bondiger en duidelijker zijn verwoord. Artikel 1. Begripsomschrijvingen. Vervangt artikel 1 uit de oude verordening. In dit artikel wordt een aantal begrippen dat in de verordening wordt gehanteerd, gedefinieerd. Wijziging Drie begripsomschrijvingen zijn toegevoegd: - College - Standwerken - Carrouselstandplaats Eén begripsomschrijving is verwijderd: - Marktterrein Twee begripsomschrijvingen zijn gewijzigd: - Dagplaats is vervangen door meeloperplaats - Standplaatshouder is vervangen door marktkooplieden Artikel 2. Inrichting van de weekmarkt. Vervangt artikelen 4, 8, 9, 10 uit de oude verordening Dit artikel geeft richtlijnen over de indeling van de weekmarkt. Wijziging De artikelen 4, 8, 9, 10 zijn samengevoegd en herschreven. Artikel 3. Nadere regels. Vervangt artikel 25 uit de oude verordening. Dit artikel geeft aan dat het college nadere regels stelt over de weekmarkt. Artikel 4. Voorschriften en beperkingen. Vervangt artikel 25 uit de oude verordening. Door aan een vergunning of ontheffing voorschriften en beperkingen te verbinden, kan een verfijning in de gewenste rechtstoestand worden aangebracht. Artikel 5. Vergunning. Vervangt artikel 5 uit de oude verordening De vergunning geeft het recht om een standplaats op de markt in te nemen. De vergunninghouder moet voldoen aan de voorschriften en beperkingen die aan de vergunning zijn verbonden (artikel 4). In dit artikel is ook opgenomen dat toestemming moet worden gevraagd voor het innemen van een meerloper/standwerkerplaats. Wijziging Pagina van 7
4
Lid 2 is aangepast om te voorkomen dat zonder toestemming van de marktmeester een meerloper/standwerkerplaats wordt ingenomen. Artikel 6. Vereisten. Dit artikel is een toevoeging ten opzichte van de verordening Artikel 6 geeft aan waar een aanvraag (aanvrager) om vergunning bij zowel een privaatrechtelijke rechtspersoon als bij een natuurlijke persoon aan moet voldoen. Wijziging: Dit artikel regelt de procedure voor de toewijzing van een standplaats aan een privaatrechtelijke rechtspersoon en een natuurlijke persoon. Artikel 7. Intrekking en overschrijving vaste standplaatsvergunning. Vervangt artikel 12 uit de oude verordening. Dit artikel geeft aan in welke gevallen wordt over gegaan tot intrekking van een vaste standplaatsvergunning. Tevens wordt benoemd dat het college over dit artikel nadere regels stelt. Wijziging: De leden a t/m e zijn samengevat en korter & bondiger omschreven. Artikel 8. Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning. Dit artikel is een toevoeging ten opzichte van de oude verordening. In artikel 8 worden de gronden genoemd op basis waarvan een vergunning voor een vaste standplaats kan worden ingetrokken of geschorst. De zinsnede ‘Onverminderd het bepaalde in artikel 7’ geeft aan dat ook de intrekking op grond van artikel 7 een straffende sanctie is. Artikel 9. Uitsluiting meeloper of standwerker. Dit artikel is een toevoeging ten opzichte van de oude verordening. In artikel 8 is de intrekking of schorsing van een vergunning voor een vaste standplaats geregeld. Intrekking of schorsing ligt uiteraard minder voor de hand bij niet-vaste standplaatsen, maar in de praktijk is het van belang gebleken om naast de bevoegdheid tot onmiddellijke verwijdering (artikel 10) ook een vergunninghouder van een dagplaats of standwerkerplaats langduriger van de markt te kunnen verwijderen. Wijziging Artikel 9 is gebaseerd op artikel 12 oude verordening en sluit aan op artikel 7 en 8 nieuwe verordening. Artikel 10. Onmiddellijke verwijdering. Vervangt artikel 26 uit de oude verordening. In artikel 125 van de Gemeentewet is bepaald dat ter uitvoering van wetten, algemene maatregelen van bestuur en provinciale en gemeentelijke verordeningen het gemeentebestuur de bevoegdheid heeft om bestuursdwang toe te passen. Dit artikel bevat voor het college de bevoegdheidsgrondslag om bestuursdwang toe te passen bij overtreding van de marktverordening en de daarop gebaseerde voorschriften. Artikel 11. Strafbepaling. Vervangt artikel 27 uit de oude verordening. Ten aanzien van de in artikel 11 opgenomen strafbepaling geldt dat van overtreding alleen sprake kan zijn indien de verordening een ge- of verbodsnorm (een verplichtende norm) inhoudt. Tegen overtredingen van de in deze verordening opgenomen bepalingen, alsmede tegen handelingen die de orde op de markt op enigerlei wijze kunnen verstoren, verdient voor wat de organisatie betreft een administratieve afhandeling de voorkeur. Artikel 12. Toezichthouders. Dit artikel is een toevoeging ten opzichte van de oude verordening. Het ligt voor de hand de marktmeester als toezichthouder aan te wijzen. Door toevoeging van de marktmeester is verzekerd dat deze na beëdiging als opsporingsambtenaar kan fungeren.
Pagina van 7
5
Artikel 13. Intrekking oude verordening. Vervangt artikel 29, lid 2 uit de oude verordening. De datum waarop de oude regeling vervalt, is de datum waarop de verordening in werking treedt. Artikel 14. Overgangsbepalingen. Dit artikel is een toevoeging ten opzichte van de oude verordening. Een overgangsregeling als hier opgenomen, achten wij noodzakelijk voor de rechtszekerheid van de betrokkenen. In dit artikel is opgenomen dat de wachtlijst met inwerkingtreden van de verordening, is opgegeven. Marktkooplieden die op de wachtlijst stonden en jaarlijks verlenging aanvroegen, zijn de afgelopen vier jaar op de hoogte gesteld van het voornemen om de wachtlijst af te schaffen. De wachtlijst wordt afgeschaft om vernieuwing in het marktaanbod mogelijk te maken en tevens te stimuleren. Zodra er een plek op de markt vrij komt, heeft iedere marktkoopman de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen, ongeacht de branche. Artikel 15. Inwerkingtreding. Vervangt artikel 29, lid 1 uit de oude verordening. De datum waarop de regeling in werking treedt. Artikel 16. Citeertitel. Vervangt artikel 29, lid 1 uit de oude verordening Spreekt voor zich.
Toelichting op de vervallen artikelen: De volgende artikelen uit de oude verordening worden niet opgenomen in de nieuwe verordening. Artikel 3A, lid 1 gebruik van koffie door standplaatshouders: vervallen. Artikel 3A lid 2 vergoeding voor de vergunning: geregeld in de legesverordening en verordening markt- en standplaatsgelden. Artikel 6 vaste standplaats aanwijzen als dagplaats: vervallen. Artikel 7 inschrijven register: vervallen. Artikel 7A inschrijven register voor dagplaats: vervallen. Artikel 7B opzeggen inschrijving register: vervallen. Artikel 15 verboden artikelen: vervallen. Artikel 16 diverse verboden standplaats: grotendeels vervallen en gedeeltelijke opgenomen in vergunning. Artikel 22 verbod vanwege IJkwet: vervallen. Artikel 23 verbod vanwege Wet op de Geneesmiddelen: vervallen. Artikel 24 gebruik rijwiel of bromfiets op marktterrein: vervallen. Artikel 28 bevoegdheid college indien verordening niet voorziet: vervallen.
Pagina van 7
6
BIJLAGE 2: Wijzigingsvoorstellen CVAH ten aanzien van de VNG modelverordening. 1.
Begripsomschrijving (art 1. onder h.) CVAH stelt voor om over te gaan tot afschaffing van de wachtlijst. Dit instrument past niet meer bij het inrichten van een attractieve en kwalitatief goede markt. Opgebouwde rechten moeten wel worden gerespecteerd, wat impliceert dat een overgangsregeling nodig kan zijn voor een bepaalde periode.
2.
Legitimatie (art. 6 Vereisten) De CVAH stelt voor alleen diegene toe te laten tot markten die: a. een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel kunnen overleggen b. een registratiekaart kunnen overleggen (deze kaart wordt verstrekt door het Hoofdbedrijfschap Detailhandel) c. in het bezit zijn van een WA-verzekering. Als de controle op de (publiekrechtelijke) eis door de gemeenten wordt losgelaten, is onze verwachting dat ondernemers zich in veel gevallen niet meer laten inschrijven met alle gevolgen van dien (niet betalen belasting, illegaal te werk stellen van personen etc.).
3.
Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning (art. 8): De CVAH stelt omwille van rechtszekerheid voor om hiervoor een procedure te beschrijven. Dus als eerste stap een mondelinge waarschuwing, daarna schriftelijk etc.
4.
Strafbepaling (art. 11): De CVAH stelt voor het zinsdeel "..of hechtenis van ten hoogste drie maanden".., te verwijderen. Zij vinden een dergelijke maatregel niet meer van deze tijd.
Pagina van 7
7