Intakerapportage casus Toezicht Kalversector
Dit geanonimiseerde document is in licentie gegeven op basis van een Creative Commons Licentie.
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
Inhoudsopgave 1
2
3
4
5
6
Inleiding ........................................................................................................................4 1.1
Aanleiding............................................................................................................. 4
1.2
Intakeproces ......................................................................................................... 4
1.3
Scope van de casus................................................................................................ 5
1.4
Achtergrond .......................................................................................................... 6
1.5
Belang van de casus voor de kalversector ................................................................. 7
1.6
Belang van de casus voor toezichthouders op de kalversector ...................................... 9
1.7
Belangen en inzet van de departementen................................................................ 10
Huidige situatie kalverketen .........................................................................................11 2.1
Stapeling van Kwaliteitssystemen en controles......................................................... 11
2.2
Informatiestromen ............................................................................................... 12
2.3
Beleefde knelpunten en oplossingsrichtingen in de kalverketen .................................. 13
2.4
Voordelen voor alle partijen................................................................................... 15
2.5
Draagvlak en focus: prioriteit voor drie knelpunten/wensen in de kalverketen .............. 15
2.6
Juridische toetsing ............................................................................................... 16
Gewenste situatie kalverketen......................................................................................17 3.1
Informatie tussen kalversector en overheid laten stromen ......................................... 17
3.2
Digitalisering informatiestromen in de kalverketen ................................................... 18
De casus Toezicht Kalversector .....................................................................................20 4.1
InfoKalf .............................................................................................................. 20
4.2
Digitalisering van de VKI- en AM-keuringen ............................................................. 21
4.3
Digitalisering van de PM-keuringen en ketenkeuring ................................................. 22
4.4
Terugkoppeling slachtkeuringsbevindingen .............................................................. 23
Uitvoering Casus Toezicht Kalversector .......................................................................24 5.1
Werking en doel .................................................................................................. 24
5.2
Aanpak............................................................................................................... 24
5.3
Roadmap en planning ........................................................................................... 25
5.4
Organisatie casus................................................................................................. 25
5.5
Resultaten Sggv-casus Toezicht Kalversector ........................................................... 27
5.6
Overdracht van de casus....................................................................................... 27
Initiële business case ...................................................................................................28 6.1
Voordelen voor de kalversector en de nieuwe VWA ................................................... 28
6.2
Voordelen financieel gemaakt: ‘besparingen’ na opschaling van de casus vanaf 2012 .... 29
6.3
Lasten als gevolg van uitvoering van de Sggv casus in de kalversector ........................ 31
6.4
Afweging van baten en lasten ................................................................................ 31
6.5
Bijdrage aan algehele reductie van de administratieve lasten ..................................... 32
3
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
1
INLEIDING
1.1 Aanleiding Het ministerie van Economische Zaken (hierna EZ) en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna LNV) willen de administratieve lasten voor ondernemers in de landbouwsector verminderen. Het programma Slim geregeld, goed verbonden (hierna Sggv) van EZ, dat zich richt op snellere en goedkopere informatie-uitwisseling tussen overheid en bedrijfsleven, is hiertoe in 2009 gevraagd te onderzoeken of in de landbouwsector mogelijkheden bestaan voor potentiële casussen. De toen uitgevoerde inventarisatie geeft als conclusie dat binnen de kalfsketen mogelijkheden bestaan om de kosten voor controle en toezicht te verlagen door verdere digitalisering en verbetering van de informatie-uitwisseling tussen de kalversector en de overheid. Dit jaar hebben EZ en LNV aan Sggv gevraagd een intake uit te voeren voor deze casus. Deze intake biedt de basis voor overheden en bedrijfsleven om met Sggv de casus te starten.
1.2 Intakeproces Criteria De intake heeft tot doel de casus voor te bereiden zodat deze van start kan gaan. Dit omvat: • borgen van het commitment van alle betrokkenen in het bedrijfsleven en alle betrokken overheden voor het uitvoeren van de casus; • borgen dat de sector zich opstelt als initiatiefnemer voor de casus; • opstellen van een schets voor de oplossingsrichting voor de casus; • opstellen van de businesscase voor de casus; • vaststellen dat de oplossingsrichting past binnen de wettelijke kaders; • vaststellen dat de problematiek in de casus een ketenvraagstuk is, waar de aanpak van Sggv toepasbaar en van waarde is, en • besluitvorming door ketenpartners en EZ (als opdrachtgever van Sggv) tot start van de casus, onder andere aan de hand van deze intakerapportage. Aanpak De afgelopen weken zijn daartoe gesprekken gevoerd met de kalversector en de toezichthouders bij de overheid. Dit om de bereidheid te toetsen om stappen te zetten die leiden tot een vermindering van de administratieve lasten in de sector en beperking van de inspectielast bij de overheid. Zowel de Algemene Inspectiedienst (hierna AID) als de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (hierna nVWA) zien mogelijkheden voor een verbeterd toezicht in de kalfsketen en zijn bereid gevonden deel te nemen aan de casus. Eventuele stappen voor verbeterd toezicht passen ook in het huidige beleid van de Nieuwe 1 Voedsel en Waren Autoriteit nVWA (nieuwe VWA). Gesprekken met het Productschap voor Vee en Vlees (PVV) en de VanDrie Group geven vanuit het oogpunt van de sector aanknopingspunten voor een casus ter vermindering van de keuringslast veroorzaakt door de overheid en de informatie-uitwisseling met de overheid. Door de gesprekken met de ketenpartners en inventarisatie van de genoemde aanknopingspunten is de oplossingsrichting voor de casus geconcretiseerd en is tevens de businesscase tot stand gekomen. 1
De Algemene Inspectiedienst (AID), Plantenziektenkundige Dienst (PD) en Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) fuseren. In 2012 vormen deze inspectiediensten van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) één nieuwe organisatie. De integratie heeft tot doel om het toezicht te vernieuwen en tegelijk een efficiëntere en effectievere handhavingorganisatie te zijn. Als voorbereiding op de fusie per 1 januari 2012 hebben de PD, de AID en de VWA hun organisaties bijeengebracht tot een tijdelijke werkorganisatie van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nieuwe VWA). Bron http://www.vwa.nl/organisatie. 4
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
Er is bij alle partijen de bereidheid gevonden om in gezamenlijkheid de kansen voor verbetering in de kalverketen met Sggv vorm te geven en daarmee de eerste stap te zetten op weg naar reductie van de inspectielast in de sector. Deze bereidheid is eveneens uitgesproken op de recent gehouden werksessie met ketenpartners d.d. 30 juni 2010.
1.3 Scope van de casus De scope van de intake omvat de keten vanaf de aanvoer van kalveren, via de kalverhouder tot en met de slachterij. Verder vallen de controles van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (hierna SKV) (toezicht op de IKB Regeling Vleeskalveren en illegale groeibevorderaars en residuen) en het toezicht door AID en VWA binnen de scope. Dit om de kans op draagvlak te vergroten.
* AM = ante mortem (voor het slachten), PM = post mortem (na het slachten) Figuur 1. Scope van de intake ten opzichte van de gehele kalverketen.
Sggv voert op dit moment een casus Verbeterd Toezicht Vleesketen (hierna VTV) uit onder leiding van de Regiegroep Gericht Toezicht Vleesketen. De casus in de kalverketen zal hierop kunnen aansluiten. De casus VTV richt zich op het toezicht op procescriteria in de slachterij vanuit de Verordening Microbiologische Criteria (verordening (EG) 2073/2005 ) en de Verordening Dierlijke Bijproducten (verordening (EG) 1774/2002). Binnen deze casus wordt Continuous Control Monitoring (hierna CCM) voor zowel de varkensslachterijen als kalverslachterijen toegepast. De casus ontwikkelt scenario’s voor de beoogde opschaling naar de gehele keten van bedrijven, meerdere toezichthouders en/of voor meerdere verordeningen.
5
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
1.4 Achtergrond Toezicht en kwaliteitssystemen in de kalversector Centraal in het toezicht op de kalversector staat de eigen verantwoordelijkheid van de bedrijven voor de kwaliteit in de keten. Bij het borgen van de kwaliteit wordt op een drietal aspecten gekeurd en toezicht gehouden: • voedselveiligheid (o.a. gebruik van antibiotica) • dierenwelzijn (o.a. huisvesting en transport) • dierengezondheid (o.a. hart- en longafwijkingen) Voor deze drie aspecten zijn Europese verordeningen opgesteld en vertaald naar een nationale uitvoering van het toezicht. De eerstelijnskeuring en -toezicht doet de sector zelf. IKB Vleeskalveren is het kwaliteitssysteem van de kalversector en betreft de uitvoering van het Kalverbesluit (kalverhouderijen) en VKI (Voedselketeninformatie) voor de aanvoer van kalveren op de slachterijen. De slachterijen voeren zelf primair de keuringen uit, maar conform Europese regelgeving wordt elk kalf door een dierenarts van de nieuwe VWA gekeurd. Na slachting ziet een dierenarts toe op de keuring van de karkassen. Uitvoering van de vele verordeningen op de drie kwaliteitsaspecten levert een veelheid aan toezicht- en kwaliteitssystemen op. In Tabel 1 is een beknopt overzicht opgenomen van de toezichthoudende organisaties, verordeningen, controles en kwaliteitssystemen in de kalversector. Verderop komen deze namen en begrippen in context terug. Controlerende
Wet
Systemen
Controles
SKV (voorschriften IKB Regeling Vleeskalveren)
· ·
Kalverbesluit (huisvesting) Hygiëne verordeningen
SKV-database
· Erkenningcontrole (1x) · Jaarlijkse controle (3800 x 1 uur)
SKV (voorschriften IKB Regeling Vleeskalveren)
·
Import vee en vlees
GT-SKV
·
Transportverordening
5% controle op transporten en aanmelding bij Dienst Regelingen
Nieuwe VWA (welzijn en voedselveiligheid)
·
Transportverordening
ISI
· · ·
Kalverbesluit Hygiëne verordeningen Richtlijn 96/23 EG
· Jaarlijkse Steekproef 10% alle bedrijven (380 x 8 uur) · Nationaal Plan
Nieuwe VWA (voedselveiligheid)
·
Hygiëne verordeningen
·
Levensmiddelen hygiëne
RSG (register slachtgegeven)
Controle VWA dierenarts in de slachthuizen voor en na elke slacht (1,5 milj. slachtingen)
Dienst Regelingen
·
Regeling I&R
I&R
Aanleveren gegevens per kalf bij geboorte en verplaatsing
instantie (aandachtspunt)
(registratie) Bedrijf in Kalversector Wet
Systemen
6
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
Kalverhouder
HACCP (Europese voedselveiligheidsvoorschriften voor bedrijven)
Bedrijfssysteem met VKI (Voedsel Keten Informatie
VanDrie Group (integratie van kalverhouderijen en slachterijen)
HACCP (Europese voedselveiligheidsvoorschriften voor bedrijven)
Safety Guard (kwaliteitssysteem voor bewaken voedselkwaliteit en diergezondheid)
Tabel 1. Toezichthoudende organisaties, verordeningen, controles en kwaliteitssystemen in de kalversector.
Economisch belang kalversector Export is voor de Nederlandse kalversector van groot belang. De cijfers laten zien dat het overgrote deel van het geslachte kalfsvlees naar het buitenland gaat. Parameter
Aantal
Aantal bedrijven in de keten
2.500
Aantal vleeskalveren
900.000
Aantal slachterijen
5 (grote)
Aantal slachtingen
1,5 milj
Export kalfsvlees
200.000 ton
Waarde van de export
> 1 miljard euro
Tabel 2. Overzicht van de productie en export van de kalversector in 2008 (bron: PVV kengetallenfolder 2008).
Vanwege het belang van export voor de sector is de ‘license to produce’ voor de kalverketen van groot belang. Uitbraak van dierziekten met als gevolg een exportverbod naar andere landen vormt een groot afbreukrisico voor de kalversector en raakt daarmee de Nederlandse export gevoelig. Een exportverbod raakt de slachterijen onevenredig hard. Naast de directe kosten van niet geëxporteerd vlees kost het herstel van imago in de markt nodige tijd en geld. De consequenties van de sancties van de EU op niet voldoen aan de hygiëne en dierwelzijn richtlijnen kunnen voor individuele kalverhouderijen ook erg groot zijn, doordat bij overtreding de slachtpremies niet of gedeeltelijk worden toegekend.
1.5 Belang van de casus voor de kalversector Het initiatief voor de inhoud van de casus ligt bij de sector. Dit betekent dat het belang van de sector voorop staat in de mogelijke verbeteringen in de informatieverwerkende processen in de keten en de uitwisseling van informatie met toezichthouders. Hieronder passeren de stakeholders in de kalverketen.
7
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
•
Productschap Vee en Vlees (PVV) Het PVV neemt continu initiatief de informatievoorziening in de keten te verbeteren. Naast de digitalisering van de VKI en vooraanmelding van aanvoer van jonge kalveren, staat nu het digitaliseren van het medicijngebruik (antibiotica) op stapel. Het PVV ziet kansen op verbetering in de informatie-uitwisseling met de overheid, maar dan wel met voordelen voor beide partijen. Dit betekent concreet dat extra informatie voor VWA en AID, wat het PVV betreft, zou moeten leiden tot het verminderen van controles en daarmee verlagen van de kosten. Daarbij staat het PVV open voor bonus-malustoezicht: bedrijven met een hoog risico intensiever controleren en bedrijven met een laag risico minder controleren. Het PVV ziet mogelijkheden bij het ontdubbelen van de controles op illegale groeibevorderaars op de boerderij en op residuen in de slachterij. De opslag van de monsterresultaten in de SKVdatabase (IKB Regeling Vleeskalveren) maakt het mogelijk deze te delen met de VWA. Dit kan een deel van de controles uit het Nationaal Plan vervangen. Het PVV ziet met de AID graag stappen gezet worden op het terrein van samenwerking inzake preventie van dierziekten bij import van jonge kalveren.
•
VanDrie Group De VanDrie Group is voorstander van een verdere vereenvoudiging en transparantie in de controles en keuringen op de kwaliteit in de kalverketen. Dit alles in het belang van een continue productie en export. Een duidelijk doel is de vermindering van de kosten van controles en keuringskosten, bijvoorbeeld vereenvoudiging van de AM-keuring (ante mortem, voor het slachten) door meer voorbereiding van de eigen stalmeester zodat onder de verantwoordelijkheid van een dierenarts deze keuring door een assistent toezichthoudend dierenarts kan worden uitgevoerd. De VanDrie Group ziet het liefst dat de gegevens uit het SKV-systeem (illegale groeibevorderaars en residuen, vooraanmelding importen en VKI-info) door de overheid benut worden voor toezicht op Europese regelgeving en bij calamiteiten. Tot noch toe was de indruk dat hiervoor terughoudendheid bestond. Transparantie en hergebruik van gegevens staat voorop. De VanDrie Group is voorstander van verdere verbetering van gegevensuitwisseling met de overheid. Zo beschikt de VanDrie Group samen met de andere kalverhouders via GT-SKV (Garantie Traceringsysteem-SKV), over importgegevens van alle in Nederland geïmporteerde nuchtere kalveren, die direct voor I&R registratie kunnen worden benut. Dit bespaart de kalverhouders een extra aanmelding bij I&R. De VanDrie Group constateert dat transport van kalveren een maatschappelijk issue is, en daarom urgent is. Zo heeft de VanDrie Group de wens transport gegevens via GT-SKV zelf te melden aan LNV, dan hoeft de kalverhouder dit niet te doen. De VanDrie Group ziet kansen voor verbetering in de samenwerking met de overheid en hoopt op een positieve start van de casus met Sggv.
8
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
Figuur 2. Scope kalverketen
1.6
Belang van de casus voor toezichthouders op de kalversector De toezichthouders op de kwaliteit in de kalverketen hebben als ultiem belang de handhaving van de regelgeving op het dierenwelzijn, de dierengezondheid, de volksgezondheid en de duurzaamheid van de kalversector. Hiervoor voeren de AID en VWA de Europese wetten uit in een Nationaal Plan. •
AID De AID stelt vast dat de SKV in 2009 de normen voor welzijn op de kalverbedrijven beter heeft toegepast en daarop gecontroleerd. Dit geeft vertrouwen en biedt de basis voor een arrangement op afstand in de primaire sector voor zowel toezicht op hygiëne als op welzijn. Dit past in de beweging die de AID nu maakt in het kader van de fusie met VWA tot de nieuwe VWA (nVWA).
•
VWA De VWA voert controles uit in de kalversector. De focus ligt bij de VWA op toezicht op groeibevorderaars, hygiënecode (HACCP), medicijngebruik, welzijn, voedselveiligheid en diergezondheid. Daarin staat de verantwoording naar Europa centraal. Jaarlijks voert de VWA het Nationaal Plan uit om kwaliteit in de kalversector te handhaven en te voldoen aan de controleplicht vanuit de EU. De VWA ziet een mogelijke verbetering in het toezicht op de levende keuring aan de poort van de slachterij. Dit is een intensieve keuring die bij niet toelaten tot het slachtproces leidt tot veel schade voor de sector. Indien de VWA kan beschikken over informatie uit een robuust kwaliteitssysteem van de sector zelf met betrekking tot de diergezondheid en het dierwelzijn, is het mogelijk de intensiteit van het toezicht bij de levende keuring voor de slacht (Ante Mortem, AM) te reduceren. VWA blijft conform de huidige wetgeving altijd de levende keuring uitvoeren.
9
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
Verder ziet de VWA mogelijkheden in het terugkoppelen van de resultaten van de PM-residuen (Post Mortem, na het slachten) monstercontroles en slachtkeuringsbevindingen. De IKB Regeling Vleeskalveren en de uitvoering daarvan door de SKV vormen voor de VWA het vertrekpunt voor verbeteringen. Wel ziet de VWA graag dat middels de SKV de IKB Regeling Vleeskalveren in de praktijk robuust is, per kalf een dossier wordt opgebouwd (rugzakje) en de informatiestromen in de keten toegankelijk zijn voor de VWA.
1.7 Belangen en inzet van de departementen Zowel voor het ministerie van Economische Zaken als voor het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bieden de mogelijkheden voor een potentiële casus perspectief. Uiteraard passen de contouren van de casus in het beleid van beide departementen om te komen tot verdere reductie van de administratieve lastendruk voor het bedrijfsleven. Ook passen de mogelijkheden van de casus in het streven van het Programma Vernieuwing Rijksdienst in het streven naar een kleinere en slagvaardiger overheid. Daartoe biedt EZ via het Sggv-programma graag de mogelijkheden voor ondersteuning. Ook LNV kent in dit kader een aantal ondersteuningsprogramma’s, waaronder het DDV-programma. De casus wordt in ieder geval met steun van LNV uitgevoerd. LNV zal daarenboven in de komende periode nagaan of ondersteuning vanuit deze programma’s tot de mogelijkheden kan behoren.
10
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
2
HUIDIGE SITUATIE KALVERKETEN
2.1 Stapeling van Kwaliteitssystemen en controles De keten in de kalversector is naar analogie van de rundveesector ingericht. Centrale schakel in de keten zijn de kalverhouderijen. Daar worden de kalveren (blank en rosé) gemest tot het juiste gewicht en gaan vervolgens naar het slachthuis. Na de slacht splitst de keten zich in het bewerken van het vlees of het verwerken ervan in vleesproducten. Tenslotte ligt het in de schappen van de retail, of indien het bij de slacht is afgekeurd bij het destructiebedrijf of verwerkingsbedrijf. Naast de bedrijven die onderdeel zijn van de keten zijn er ook toeleveranciers (o.a. diervoeders), dierenartsen en dienstverleners (o.a. transporteurs en handelaren).
Figuur 3. De Kalverketen.
De kalversector kent een eigen kwaliteitssysteem IKB Vleeskalveren. IKB Vleeskalveren kent intensieve informatiestromen, zowel binnen de keten als vanuit de keten naar de controlerende (toezichthoudende) instanties AID en VWA. Binnen IKB Vleeskalveren voert de SKV jaarlijks controles uit bij alle kalverhouderijen en registreert deze informatie in de eigen database. Bij Dienst Regelingen (een agentschap van het ministerie van LNV, hierna DR) moet elk kalf aangemeld en in I&R geregistreerd zijn. Daarnaast voeren AID (kalverhouderijen en verzamelplaatsen) en VWA (slachthuizen en diervoeders) controles uit op het dierwelzijn en de diergezondheid (illegale groeibevorderaars en ziektes). Dit brengt administratieve lasten met zich mee voor de kalverhouderijen en controlekosten voor de slachterijen. De kalverketen kent via de VanDrie Group een sterke ketenregie. Dit betekent dat processen van de kalverhouderij en de productie van de slachthuizen en be-/verwerkingsbedrijven zijn geoptimaliseerd.
11
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
Het gaat zover dat ook de levering van diervoeders en het transport naar de destructiebedrijven in één hand is.
2.2 Informatiestromen De informatievoorziening binnen de keten is gericht op het vergroten van het rendement en de kwaliteit van de slachterij. In de praktijk betekent dit dat informatie bedoeld voor de handhaving alleen binnen de schakel (kalverhouderij en slachterij) beschikbaar is. Vanaf 1 januari 2009 is het volgens EU-verordening 853/2004 ook verplicht om relevante informatie over de gezondheid en voedselveiligheid van kalveren mee te leveren bij aflevering voor de slacht. Dit wordt Voedsel Keten Informatie (VKI) genoemd. VKI is een verplichting voor de kalverhouder. Bij de controle aan de poort (de stal) van het slachthuis moet voor elk kalf een VKI-formulier beschikbaar zijn. Dit formulier moet de transporteur overhandigen aan de controleur van de slachterij. De informatie is deels digitaal en deels op papier beschikbaar. Het slachthuis doet in eerste instantie een oordeel over de VKI. Daarna wordt het aan de VWA-dierenarts voorgelegd: de VWA-dierenarts verifieert als het ware de beslissing van het slachthuis en kan eventueel daarna de beslissing van het slachthuis corrigeren. De controlerende dierenarts in de stal kan gebruikmaken van de VKI-informatie, in de praktijk gebeurt dit niet altijd. De gegevens voor diergezondheid en transport die bij de VanDrie Group aanwezig zijn, zijn niet beschikbaar voor de VWA en de AID. De informatie uit controles wordt op verschillende plaatsen geregistreerd. Zo heeft de SKV een eigen database en de AID het digitale dossier, mede gebaseerd op I&R gegevens (DR). VWA doet eigen risicoanalyses op administraties van de slachthuizen. De VWA en de AID hebben minimale inzage in de gegevens van de SKV.
Figuur 4. Informatiestromen in de kalverketen (huidige situatie)
12
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
In de huidige situatie is dus sprake van een stapeling van kwaliteitssystemen en controles in de kalversector en daarmee voor de overheid. Deze sluiten onderling onvoldoende aan en wisselen niet of nauwelijks informatie uit. Er zijn kwaliteitssystemen bij de kalverhouder, VanDrie Group en de SKV. De controles worden uitgevoerd door de SKV, de AID en de VWA. Vooral bij de kalverhouder en de slachterij vinden er controles plaats door de SKV en de VWA/AID. Het zijn in feite geen “dubbele” controles maar het gebeurt vanuit verschillende verantwoordelijkheden: zelfcontrole door de SKV en uitvoering van het Nationaal Plan door de VWA/AID). Dit betreft de controle op illegale groeibevorderaars op de kalverhouderij en de controle op residuen in de slachterij (gegevens Nationaal Plan residuen). De nieuwe VWA slaat alle controle en keuringsbevindingen op in de database van het VWA-lab en RSG (Register Slachtgegevens) met de bevindingen van de slachtkeuringen. Ook zijn er private certificerende instellingen, die bedrijven als de VanDrie Group certificeren voor bijvoorbeeld HACCP. Er ligt een overlap tussen datgene wat de VWA controleert en wat bedrijven als de VanDrie Group laten certificeren. De VanDrie Group hanteert een eigen kwaliteitssysteem Safety Guard. Hiermee is de VanDrie Group in staat elk stuk kalfsvlees terug te traceren tot de kalverhouderij of nog verder terug van GT-SKV naar de buitenlandse NUKA (veehouder van Nuchtere Kalveren). De VanDrie Group maakt voor haar slachtproductie gebruik van de digitale VKI-gegevens van de SKV. De SKV heeft de beschikking over de slachtgegevens uit de slachterij.
2.3 Beleefde knelpunten en oplossingsrichtingen in de kalverketen Uit de gesprekken met de sector zijn een aantal knelpunten en gerelateerde wensen naar voren gekomen. In onderstaand schema zijn er 5 knelpunten/wensen weergegeven.
Figuur 5. Knelpunten en wensen van de sector in de kalverketen.
13
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
Het gaat om de volgende knelpunten/wensen: 1. Voorkomen dubbele controles en verminderen van keuringskosten Concreet gaat het om de monstercontroles bij de kalverhouders voor illegale groeibevorderaars en de PM- monstercontroles op residuen in de slachterijen. Deze vallen binnen het Nationaal Plan van de VWA, EU richtlijn 96/23, maar vormen ook onderdeel van de geregelde SKV–controles (Monitoring Kritische Stoffen Kalf). De wens van de sector is dat de SKV de monstercontrole doet en de VWA daarop toezicht houdt. Dit betekent dat moet worden bekeken onder welke voorwaarden het Nationaal Plan kan worden aangepast en hoe de SKV-controles gebruikt kunnen worden binnen het kader van de Europese regelgeving. Bij enkelvoudige monstercontrole op het boerenerf en in de slachterij treedt er een besparing op van toezichtkosten. Een andere mogelijkheid is het laten uitvoeren van de levende keuring (AM-keuring) door een officiële assistent onder verantwoordelijkheid van de dierenarts (locatieverantwoordelijk). Dit verminderd de keuringskosten per slachting. 2. Benutting van informatie over import van jonge kalveren Binnen het huidige Garantie Traceringsysteem van de SKV is het mogelijk digitaal importgegevens van nuchtere kalveren ter beschikking te stellen aan de AID en de VWA voor toezicht op de invoer van kalveren. Deze gegevens kunnen ook worden gebruikt in tijden van calamiteiten (bij uitbraak van dierziekten). Dezelfde gegevens kunnen ook namens de kalverhouders digitaal als I&R gegevens aan DR worden verstrekt. 3. Uitwisseling van het ‘VKI Beeld’ De kalveren gaan per koppel van de kalverhouderij met transportwagens naar de slachterij. Bij de poort van de slachterij vindt de ‘levende keuring’ plaats. De slachterij voert zelf een controle uit op de correcte aanvoer van gezonde en schone kalveren. De dierenarts in de stal van het slachthuis verifieert de VKI-gegevens die horen bij de aangevoerde kalveren die door het slachthuis moeten worden aangeboden en keurt fysiek de kalveren op volksgezondheid, diergezondheid en welzijn. Afkeuren (niet tot de slacht toelaten) van een kalf leidt tot afkeuren van de aangevoerde kalveren en levert bij niet tijdige ontdekking grote financiële schade op. De VKI- gegevens zijn reeds digitaal beschikbaar voor het slachthuis en de SKV maar zijn niet digitaal beschikbaar voor de VWA. De VKI gegevens voor het VKI-beeld van de VWA hebben betrekking op voedselveiligheid. Indien de VWA voorafgaand aan de levende keuring kan beschikken over informatie uit een robuust kwaliteitssysteem met informatie over diergezondheid en dierenwelzijn is het mogelijk om gebaseerd op risico bij AM- en/of PM- keuringen de uitval te beperken en daarmee de keuringskosten en gevolgschade te verminderen. De kern is dat binnen een koppel kalveren een afwijkend kalf kan worden geïdentificeerd. Dit betekent dat vastgesteld moet worden welke gegevens nodig zijn om het ‘VKI Beeld’ compleet te maken. Anderzijds bevat de VKI-systematiek ook een terugkoppeling door de VWA van slachtkeuringsbevindingen ten behoeve van de leverancier. Dit laatste wordt momenteel niet gerealiseerd. De kalversector wil binnen haar mogelijkheden meewerken aan de uitwisseling van VKI-gegevens, maar ook al die gegevens die wettelijk verplicht zijn en kunnen bijdragen aan een betere keuring in de slachterijen (AM en PM). 4. Terugkoppeling slachtkeuringsbevindingen door de nieuwe VWA De kalversector heeft behoefte aan de slachtbevindingen, die de nieuwe VWA heeft vastgelegd. Dit zijn de resultaten van keuringen en onderzoeken, die in het primaire proces van de slachterij zijn gehouden. Met de ter beschikkingstelling van deze informatie zijn de kalverhouderijen in staat hun kalveren gezonder en schoner aan te voeren bij de slachterij. Dit levert de kalverhouder een hogere prijs op per kilogram kalfsvlees.
14
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
5. IKB-controles op welzijn Deze controles worden zowel door de SKV als de AID uitgevoerd. De sector wil graag op termijn met de AID en de VWA komen tot eenduidige afspraken over controles en ketentoezicht op het gebied van welzijn in de geest van de huidige juridische regelgeving. Hiervoor biedt de bestaande versterkte handhaving van de welzijnsnormen binnen IKB Vleeskalveren een vertrouwenwekkend aanknopingspunt. De AID herkent de verbeterde handhaving binnen de IKB Regeling Vleeskalveren en ziet mogelijkheden voor een toezichtarrangement. Voor de sector is het welzijn van de kalveren dus van belang, maar op dit moment de minst relevante van de verbeterpunten, ook gelet op de mogelijk aanzienlijke wijziging in de nabije toekomst door de nieuwe Welzijnsmonitor Vleeskalveren.
2.4 Voordelen voor alle partijen Het oplossen van bovengenoemde knelpunten en het honoreren van de wensen levert voordelen op voor alle betrokken stakeholders. De sector ziet het aantal controles verminderen. Het PVV kan de kalverhouders voorhouden dat in ruil voor extra VKI-gegevens naar de overheid, zij en de SKV wint bij digitale informatie over VWA-slachtkeuringen. IKB Vleeskalveren krijgt meer status binnen de sector en bij de overheid doordat meer gegevens daarin raadpleegbaar zullen zijn. Voor de VanDrie Group is de eenvoud en transparantie van de controles in de slachterij een grote winst. Niet alleen minder kosten bij de levende keuring en de residuenbemonstering, maar ook een grotere zekerheid op consistentie in de productie. Voor de AID en de VWA bieden afspraken rond het GT-SKV, de VKI en welzijn de mogelijkheid de jaarlijkse inspectiearrangementen efficiënter in te richten (daarvoor is bijstelling van het Nationaal Plan van de VWA benodigd) en daarmee het aantal inspecties en inspecteurs te verminderen. Dit past in de taakstelling van de nieuwe VWA en sluit aan bij het eigen programma tot verbetering van het toezicht.
2.5 Draagvlak en focus: prioriteit voor drie knelpunten/wensen in de kalverketen In de voorgaande paragraaf zijn 5 knelpunten/wensen genoemd voor verbetering van het toezicht op de kalversector. Voor de uiteindelijke casus zijn hieruit de knelpunten/wensen naar voren gekomen, waarvoor draagvlak is bij alle partijen en die realiseerbare voordelen opleveren. Na een nadere analyse van de oplossingen voor de 5 knelpunten/wensen blijkt dat: • het Voorkomen van dubbele controles voor wat betreft de monsternames in het kader van het Nationaal Plan moeilijk realiseerbaar is. De nieuwe VWA geeft aan dat er niet veel mogelijkheden zijn; overheidsmonsters blijven overheidsmonsters. De EU staat niet toe dat een derde partij dat doet. De Nationaal Plan-monsters zijn bedoeld als check op de normale (private) keuringen. De EU schrijft voor dat deze door de VWA worden uitgevoerd; • de Benutting van informatie over import van jonge kalveren blijkt van een andere orde dan de overige knelpunten/wensen. Door de relatie met import en de stakeholder DR is vereist dit mogelijk op zich een casus. Sggv wil hierover het gesprek met de VanDrie Group voeren, en; • bij de IKB controles op welzijn rond welzijnsarrangementen vindt de sector dat het nu niet het moment is om daar in het kader van Sggv stappen te ondernemen. Hiermee richt de focus van de casus zich op het verminderen van de keuringskosten in de slachterij (AM- en PM-keuringen) (1), digitalisering en uitwisseling van VKI gegevens (3) en terugkoppeling van
15
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
slachtkeuringsbevindingen (4). Verder blijkt uit de eerste analyse dat de beschikbaarheid van VKIgegevens voor de VWA en het verminderen van de keuringskosten bij de AM-keuring nauw met elkaar samenhangen. Dit resulteert in een Sggv-casus met focus op drie verbeteringen: 1. het benutten van de digitale VKI voor de AM-keuring op de slachterij, met een focus op ‘relevante’ VKI-informatie voor de AM, die de drie aspecten voedselveiligheid, dierenwelzijn en dierengezondheid omvatten. Deze uitgebreide VKI heet VKI+; 2. het terugkoppelen van slachtkeuringsbevindingen door de nieuwe VWA aan de kalversector, en; 3. het benutten van de digitale AM-gegevens van de slachterij voor de PM-keuring door de nieuwe VWA. Voordat deze drie gewenste verbeteringen binnen een Sggv-casus worden uitgewerkt is het goed een beeld te schetsen van de gewenste situatie van de informatiehuishouding in de kalverketen. Deze is bepalend voor de oplossingsrichting van de verbeteringen.
2.6 Juridische toetsing Volgens de ketenpartners zijn de gewenste 3 verbeteringen passend te realiseren binnen de bestaande wet en regelgeving. Bij de definitieve vormgeving van de casus en de specifieke uitwerking van de thema’s zal dit meer in diepgang worden onderzocht.
16
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
3
GEWENSTE SITUATIE KALVERKETEN
3.1 Informatie tussen kalversector en overheid laten stromen De kern van de huidige problematiek is dat beschikbare informatie in de kalverketen niet wordt uitgewisseld en daarmee innovaties in het toezicht op de kalversector en lastenreducties worden verhinderd. Om de informatie te kunnen laten stromen is digitalisering nodig van de informatie rond controles en keuringen. Daarnaast is een centrale voorziening nodig waarlangs sector en overheid elkaars gegevens kunnen uitwisselen. Er is letterlijk verbinding nodig, maar ook overdrachtelijk. Doordat de sector laat zien dat zij zich in de praktijk aan de gemaakte afspraken met de nieuwe VWA houdt, zal de nieuwe VWA meer bereid zijn stappen te zetten in de richting van risicogebaseerd toezicht. Momenteel verloopt dit proces moeizaam. De basis voor het laten stromen van de informatie ligt gelegen in de wil van alle partijen elkaar het vertrouwen te gunnen en via kleine concrete resultaten deze ook te bekrachtigen. De oplossingsrichting voor de voorgestelde verbeteringen in de controles en informatievoorziening is gebaseerd op een voorziening die de informatie-uitwisseling tussen sector en overheid borgt. InfoKalf van de SKV kan hierin voorzien. InfoKalf kan de digitale verbinding tussen kalversector en overheid gaan vormen (zie figuur 6.). Zowel sector als overheid blijven ieder vanuit hun eigen belang en verantwoordelijkheid informatie over kwaliteitsparameter in de kalverketen registreren en benutten. Door uitwisseling via InfoKalf hebben zowel overheid als sector de beschikking over elkaars gegevens.
Figuur 6. Ontsluiten informatie tussen kalversector en overheid met InfoKalf.
17
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
Als er eenmaal zo’n voorziening is, zal bij toenemend vertrouwen het aantal uitwisselingen van gegevens groter worden. Dit opent de weg voor verdere lastenreductie en innovaties in de kalversector. Deze leiden tot vernieuwde processen die de kalversector transparanter en rendabeler maken. Voor de nieuwe VWA opent dit de weg naar risicogebaseerd en gerichter toezicht. Ketenpartners hebben de volgende uitgangspunten voor de ontsluiting van informatie via InfoKalf genoemd: Kalversector Met betrekking tot de kalversector zijn de volgende uitgangspunten genoemd: • de sector voert consistent zelfkeuring (gezondheid, welzijn en voedselveiligheid) uit op primaire bedrijven en slachterijen. Dit kan middels IKB Regeling Vleeskalveren; • de sector stelt VKI-informatie ter beschikking aan de nieuwe VWA; • actuele informatie bij keuring en toezicht wordt digitaal beschikbaar gesteld aan de nieuwe VWA; • de sector stelt de gegevens beschikbaar aan de overheid, door deze in de centrale voorziening toegankelijk te maken voor de VWA en de AID. De sector blijft eigenaar van de gegevens; • de centrale voorziening dient ook voor de terugkoppeling van toezicht gegevens van de VWA en de AID naar de sector; • leren van bestaande centrale voorzieningen in de runderketen en schaapketen. Naar analogie daarmee ligt een InfoKalf als centrale voorziening voor de hand; • de gegevens binnen InfoKalf zijn beschermd voor concurrenten. Nieuwe VWA Met betrekking tot de nieuwe VWA zijn de volgende uitgangspunten genoemd: • de nieuwe VWA stelt slachtkeuringsbevindingen ter beschikking aan de kalversector; • de nieuwe VWA helpt mee met het mogelijk maken van een ATDA op de AM keuring. Streven is met de ATDA het aantal AM uren te reduceren, maar de locatie dierenarts blijft eindverantwoordelijk voor de AM keuring; • de nieuwe VWA digitaliseert haar eigen AM- en PM-bevindingen. Algemeen geldt dat voor een goede werking van InfoKalf er heldere afspraken nodig zijn over toegang, inzage en gebruik van gegevens uit InfoKalf.
3.2 Digitalisering informatiestromen in de kalverketen De voorgestelde ontsluiting van de informatie en verdere digitalisering en aanpassing van de ketenprocessen heeft consequenties voor de informatiestromen tussen kalverhouder, slachthuis, de VWA, de SKV en de VanDrie Group. Voor de gegevensuitwisseling tussen kalversector en overheid is inrichting van InfoKalf gewenst. Dit naar analogie van InfoRund en InfoSchaap. InfoKalf is een voorziening waarmee gegevens tussen kalversector en overheid kunnen worden uitgewisseld.
18
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
Figuur 7. Gewenste digitalisering informatiestromen in de kalversector.
De informatie in de keten wordt via InfoKalf realtime geactualiseerd. Op dit moment zit de meeste sectorbrede informatie in de database van SKV (IKB Kalf). Het ligt voor de hand dat InfoKalf rond de SKV-database wordt opgezet en/of daarmee samenvalt. Vanuit InfoKalf kunnen alle ketenpartners over kalversectorgegevens beschikken. Dan ontstaat de situatie dat vanuit hun eigen verantwoordelijkheid zowel de nieuwe VWA als de SKV als de VanDrie Group als de overige bedrijven binnen de sector dezelfde informatie kunnen benutten voor handhaving van de kwaliteit in de keten en het toezicht daarop. Dit bevordert de transparantie en innovaties in de keten en maakt het mogelijk snel in te grijpen bij afwijkingen en calamiteiten. Voor de verbeterde ontsluiting en digitalisering zijn de volgende aanpassingen nodig: • digitale beschikbaarheid VKI+ bij de VWA voorafgaand aan de slachting; • nauwgezette uitvoering van de VKI+ beoordeling en analyse eigen keuring door het slachthuis; • digitale beschikbaarheid van AM-resultaten bij PM-keuringen; • kunnen en mogen uitvoeren van zichtkeuringen als onderdeel van een ketenkeuring; • digitale registratie van PM-bevindingen; • digitale terugkoppeling van slachtkeuringsbevindingen van de VWA aan slachterij en kalverhouderij, en; • aanpassing van de AM- en PM-keuringssystematiek middels protocollen voor VKI+ en Ketenkeuring.
19
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
4
DE CASUS TOEZICHT KALVERSECTOR De voorgestelde oplossingsrichting voor de ontsluiting en digitalisering van de informatiestromen in de kalverketen, om de drie benoemde knelpunten op te lossen, vormt de basis van de architectuur voor de Sggv-casus Toezicht Kalversector, dat aan de sector en overheidsinstanties kan worden voorgelegd.
Figuur 8. Opties voor de Sggv-casus Toezicht in de Kalversector.
Op basis hiervan kunnen een viertal opties aan de orde komen: 1. InfoKalf voor informatie-uitwisseling tussen kalversector en overheid (prototype); 2. digitalisering van de VKI+ en AM-keuringen (gebruik VKI+ bij AM); 3. digitalisering van de PM-keuringen en invoering ketenkeuring (gebruik AM-gegevens), en 4. digitalisering slachtkeuringsbevindingen nieuwe VWA (terugkoppeling naar de kalversector). Deze opties worden in de volgende paragrafen uitgewerkt.
4.1 InfoKalf Met InfoKalf als centrale voorziening voor de informatie-uitwisseling in de kalversector is de sector in staat te innoveren en is de nieuwe VWA in staat risicogebaseerd gericht toezicht te organiseren en/of het bestaande toezicht efficiënter uit te voeren. Deze voorziening is gesitueerd bij de sector. De SKV (slachterij) plaatst relevante VKI-informatie op het platform en de VWA-dierenarts kan inkijken tijdens de AM- en PM-keuringen. Anderzijds kunnen de kalverhouders en slachterijen via InfoKalf digitaal beschikken over de slachtkeuringsbevindingen.
20
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
Voor het realiseren van deze voorziening voor informatie-uitwisseling en de bijbehorende koppelingen zijn eenmalige investeringen nodig en zullen exploitatielasten ontstaan. De investering kan beperkt blijven door aansluiting te zoeken bij de resultaten van de bestaande Sggv-casus Toezicht Vleesketen.
4.2 Digitalisering van de VKI- en AM-keuringen Huidig keuringsproces (AM en PM) Op grond van de EU-verordeningen 853/2004 en 854/2004 mogen alleen kalveren worden geslacht die levend zijn gekeurd door een keuringsdierenarts (VWA dierenarts of practitioner) of door een ATDA (assistent toezichthoudend dierenarts), onder verantwoordelijkheid van de op het bedrijf aanwezige toezichthoudende dierenarts. Alle aangevoerde dieren ondergaan een AM-keuring. Jaarlijks vinden 1,5 miljoen aanvoeren en slachtingen plaats. De kalveren worden gekeurd op voedselveiligheid, diergezond en dierwelzijn. De kalverhouder zendt voedselketeninformatie (VKI) met de kalveren mee. De VKI-gegevens moeten conform de EU-wetgeving vóór de aankomst op het slachthuis zijn aangeleverd: • de slachterij moet de VKI m.b.t. de te slachten dieren opvragen; • de slachterij moet de informatie controleren en er actief gebruik van maken, en • de slachterij moet de informatie na beoordeling (en voor de slacht) aan de VWA ter beschikking stellen. Het slachthuis is verplicht gezonde en schone dieren aan te voeren. De medewerkers van het slachthuis moeten de dieren beoordelen en een analyse maken van de VKI-gegevens. Samen met de beoordeling van het slachthuis en de VKI-gegevens worden de kalveren ter keuring aangeboden aan de dierenarts (AM) in de stal. De resultaten van de AM-keuring bepalen de slachtlijn, dat wil zeggen het vervolgproces na de dood van het kalf. Na de slacht worden alle karkassen tijdens de PM-keuring door medewerkers van de KDS (BV Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector) met behulp van voorgeschreven insnijdingen gekeurd. De dierenarts (PM) in de hal houdt toezicht op de verwerking van de karkassen en registreert afwijkingen, geeft opdracht tot onderzoeken (antibiotica of bacteriologisch) en stuurt het slachtproces bij ingeval van afwijkingen. De dierenarts in de hal wordt bijgestaan door een officiële assistent (ATDA) die helpt bij registratie en aanvragen voor onderzoeken.
Figuur 9. Huidige situatie AM- en PM-keuringen.
21
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
Digitaal VKI en verbetering AM-keuring Bij digitale beschikbaarheid van VKI en een betrouwbare aanlevering van kalveren aan de AM-keuring door het slachthuis is het mogelijk dat de AM-keuring wordt verricht door een ATDA. Deze vervangt de dierenarts AM, alleen indien er ten minste één dierenarts aanwezig is. Als daarnaast de AM-gegevens digitaal beschikbaar zijn voor de PM-keuringen kunnen keuringen sneller worden verricht of is het mogelijk te werken met zichtkeuringen als onderdeel van de ketenkeuring. Ketenkeuringen betekenen minder insnijdingen door keurmeesters van KDS. Indien de dierenarts (PM) digitaal kan beschikken over MKS-, VKI- en AM-gegevens is deze in staat nauwkeuriger en gerichter toezicht te houden op de PM-keuring. Als de dierenarts de slacht keuringsbevindingen digitaal kan registreren geeft dat ruimte voor de ATDA (PM) om bij aanvoer de AM- keuring te verrichten en levert dat in eerste instantie tijdswinst op. Digitalisering van VKI- en keuringsgegevens en uitwisseling daarvan met de VWA bij volledige vervanging van de AM-keuring door een ATDA levert een vermindering op van de keuringslast ter waarde van één voltijds dierenarts op jaarbasis per slachterij. Een tussenstap kan worden gezet door de dierenarts (AM) te vervangen door een ATDA (AM), indien het bedrijf over een robuust kwaliteitssysteem beschikt met informatie over diergezondheid en dierenwelzijn (VKI+). Voorwaarde voor deze procesverbetering is dat er voldoende zelfregulerend vermogen is in de slachterij om deze veranderde invulling van de verantwoordelijkheid waar te maken. Zeker in het licht van de eisen die niet EU-landen stellen. Volledige digitalisering van VKI+ is nodig voor een verbetering van het keuringsproces. Verder is een digitale beschikbaarheid van de VKI+ gegevens met het oordeel van het slachthuis nodig voor inzage door de ATDA en/of de dierenarts. Dit betekent aanpassing van de systemen van de slachterijen. De ATDA zou een handcomputer moeten hebben bij het uitvoeren van de AM-keuring.
4.3 Digitalisering van de PM-keuringen en ketenkeuring Ketenkeuring Op grond van EU-verordening 1244/2007 is zichtkeuring mogelijk in een kalverslachterij. Hiervoor is een risicoanalyse van het bedrijf noodzakelijk. De aanwezigheid van VKI+ is een voorwaarde en digitalisering ervan draagt bij aan verbetering van de informatievoorziening vanuit de primaire fase naar slachthuis, hetgeen voor zichtkeuring mogelijk noodzakelijk is. Zichtkeuring betekent in de praktijk een mix van insnijdingen en “op het oog” keuren. Hiervoor is minder tijd van KDS keurmeesters nodig aan de slachtlijnen. De VanDrie Group stelt voor bij deze vorm van keuren te spreken van ketenkeuring. Dit impliceert zichtkeuring. Voordat ketenkeuring kan worden geïmplementeerd is een grondige risicoanalyse nodig voor de aspecten diergezondheid, welzijn en voedselveiligheid. Ketenkeuring dient in een protocol sluitend beschreven te zijn. Digitalisering PM-keuring Ook de dierenarts (PM) en de officiële assistenten (KDS) hebben baat bij digitale slachtinformatie. Voor de laatste is een vaste opstelling van een systeem effectiever dan een handheld. De VWA werkt nu aan de upgrade van het eigen keuringsregistratiesysteem, RSG fase II. Hierin wil de VWA per (koppel) dieren een set met gegevens vastleggen, waaronder de VKI-gegevens en eventueel later welzijnsinformatie. Met deze gegevens stelt de dierenarts (PM) van de VWA in staat risicogebaseerd gericht zichtkeuringen toe te staan en eventueel standaardonderzoeken bij bepaalde slachtlijnen achterwege te laten. Deze digitalisering vergt een investering van de zijde van de slachterij en VWA.
22
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
4.4 Terugkoppeling slachtkeuringsbevindingen Voordat de kalverhouder digitaal de beschikking heeft over de keuringsresultaten van zijn (koppel) aangevoerde kalveren zijn een aantal aansluitingen en normalisaties nodig. De keuringsbevindingen omvatten: • de reguliere KDS-keuringen; • de keuringen en monsternames volgens het Nationaal Plan van de VWA, en; • de resultaten van PM-onderzoeken. Deze keuringsbevindingen worden digitaal aangeleverd door de laboratoria aan de nieuwe VWA waar ze in RSG fase II worden bewaard. De dierenarts van de nieuwe VWA is in staat via een handheld de PM-gegevens door te sturen naar de RSG fase II-database. KDS heeft een digitale koppeling met de systemen van de nieuwe VWA. Vanuit de RSG II-database gaat de informatie via InfoKalf naar kalverhouderijen, de SKV en SafetyGuard (VanDrie Group). Hiermee is de informatiecirkel rond. De kalverhouder kan in het eigen systeem de informatie benutten voor aanpassing van het mesten van de kalveren. Dit levert na verloop van tijd een vermindering van het aantal afgewezen kalveren op bij de aanvoer op het slachthuis, door betere voeding, huisvesting, terugdringen van antibioticagebruik en nauwkeuriger koppellogistiek.
23
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
5
UITVOERING CASUS TOEZICHT KALVERSECTOR
5.1 Werking en doel Het verder ontsluiten en digitaliseren van de kalverketen en het vernieuwde toezicht daarop is een traject van meerdere jaren, waarin reeds belangrijke stappen zijn gezet. De casus van Sggv kan een belangrijke vervolgstap betekenen. Belangrijk is dat de kalversector de komende jaren haar verantwoordelijkheid voor dierenwelzijn en diergezondheid nog meer weet te vertalen naar een transparant en controleerbaar proces. Dit biedt een basis voor de nVWA om toezichtarrangementen aan te gaan met de sector en daarop de eigen registratiesystemen aan te passen. Als eenmaal deze verbetercyclus in beweging is gebracht, stimuleert dat de kalversector tot verdere innovaties, die dan ook weer de voedselveiligheid en diergezondheid bevorderen. Dit geeft op haar beurt de nVWA de mogelijkheid Risico Gebaseerd Toezicht in de kalverketen in te voeren. Centraal in de casus staat de ambitie (door digitalisering van VKI en door terugkoppeling van slachtgegevens) de noodzakelijke onderlinge informatie-uitwisseling tussen overheid en sector te laten ‘stromen’. Hiervoor is het wenselijk een eerste prototype van een uitwisselingsplatform genaamd ‘Infokalf’ te realiseren.
5.2 Aanpak Om dit te bereiken hebben de ketenpartners aangegeven de volgende vervolgstappen te willen zetten: 1. het ontwikkelen van een prototype InfoKalf (werkgroep InfoKalf); 2. digitalisering Slachtkeuring gegevens (werkgroep koppelingen); 3. digitalisering VKI+ en AM keuring (werkgroep VKI/AM); 4. digitalisering PM (werkgroep PM); 5. procesverbetering Kalverketen o.b.v. protocollen (werkgroep protocollen). Afgelopen jaren is de les geleerd dat verbeteringen niet vanzelf gaan in de kalversector. Voor het welslagen van de casus is het nodig dat de sector en de overheid continu met elkaar afstemmen over wat bedoeld wordt en wat haalbaar is, om in vertrouwen met elkaar stappen te kunnen zetten. Hiertoe is het wenselijk dat elk deelproject een eigen werkgroep kent voor de inhoudelijke afstemming. Om dit in werking te zetten kan als eerste stap in de casus een werkgroep van start gaan om de definitieve opzet van de casus verder vorm en inhoud te geven en met de juiste personen te bemensen. Deze werkgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de sector (PVE, Van Drie Group, SKV), overheid (nVWA, LNV) en het Sggv programma. De aan te stellen casusmanager zorgt voor een representatieve kalverketen werkgroep voor de inhoudelijke kaderstelling. Naast deze inhoudelijke werkgroep is er ook een technische werkgroep nodig voor de regie op de realisatie van de technische infrastructuur. De werkgroep VKI+ /AM doet eerst de voorbereiding en realisatie van de VKI (voedselveiligheid) en vervolgens (januari 2011) de uitbreiding van de VKI met Welzijn/Transport en Diergezondheid, genoemd VKI+.
24
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
5.3 Roadmap en planning Al eerder is opgemerkt dat de beoogde verbeteringen in de kalversector een traject van meerdere jaren is. Het is nodig helder onderscheid te maken tussen wat de ketenpartners middels de Sggv casus in de kalverketen wil gaan realiseren/faciliteren en wat daarna door de sector en nVWA als vervolg zelfstandig wordt opgepakt en gerealiseerd. Hieronder is globaal aangegeven op welke wijze de vier opties van de kalvercasus de komende jaren zouden kunnen worden gerealiseerd. Activiteit
Start casus InfoKalf - ontwerp en bouw - praktijktest InfoKalf VKI en AM - VKI-digitaal (voedselveiligheid) - digitaal AM (ontwerp en bouw) - digitaal VKI+ (ontwerp en bouw) - protocol VKI+ - praktijktest VKI+ en AM - ATDA vervangt DA (AM) PM en Ketenkeuring - digitaal PM (ontwerp en bouw) - protocol ketenkeuring - praktijktest Slacht- en keuringsinformatie - info digitaal beschikbaar voor sector
2010 Sggv-casus Q3 Q4
2011 Q1
2012 Q2
Q3
Q4
Q1
Ketenpartners Q2 en verder
Opschaling door ketenpartners
Overdracht casus Tabel 3. Roadmap van de beoogde veranderingen binnen de casus en na overdracht aan ketenpartners
Duidelijk valt af te lezen dat ketenpartners in de Sggv-casus in 2010 en 2011 de infrastructuur neerzetten en dat de sector en nVWA in het jaar daarna zelfstandig de inhoudelijke invulling daarvan verder uitbouwen. Als het vliegwiel van de informatie-uitwisseling via InfoKalf eenmaal goed draait, kunnen ook gegevens van ‘Aanvoer’ en ‘Verzamelplaatsten’ (zie overzicht informatiestromen kalverketen) aan InfoKalf worden toegevoegd.
5.4 Organisatie casus De aanpak van de casus vraagt om een organisatie en sturing die zorgt voor balans tussen draagvlak enerzijds en slagkracht anderzijds. Hiervoor is het nodig dat de ketenpartners en Sggv ieder in hun kracht worden gezet en hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. Uitgangspunt is dat de casus gedragen wordt door de ketenpartners en dat Sggv faciliteert in het proces en kennis inbrengt waar nodig. Voor het behalen van de
25
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
resultaten per december 2011 is naast technische en inhoudelijke kennis ook een juridische inbreng vereist voor het vervaardigen van de benodigde protocollen voor VKI+ en Ketenkeuring. De aanpak en roadmap zoals hiervoor geschetst vragen om een parallelle ontwikkeling van de opties, wat inhoudt dat deze in verschillende werkgroepen worden voorbereid en uitgevoerd. Dit alles leidt tot de volgende opzet van de casus organisatie:
Figuur 10. Organisatiestructuur casus Toezicht kalversector
Een stuurgroep onder leiding van de sector stuurt de casus aan via de casusmanager. Sggv stelt de casusmanager aan, in goed overleg met de ketenpartners uit de sector. De casusmanager valt onder verantwoordelijkheid van Sggv en is verantwoordelijk voor het behalen van de resultaten. Voor de inhoudelijke en technische kaders en samenhang kan deze de werkgroepen ‘digitalisering’ en ‘techniek’ benutten. De inhoudelijke werkgroep (‘digitalisering’) bewaakt het concept van de casus (informatie moet stromen) en geeft de andere werkgroepen het inhoudelijke kader. De technische werkgroep zorgt voor de opzet van de technische infrastructuur en bewaakt de technische samenhang en technische uniformiteit. De werkgroep ‘digitalisering’ is samengesteld uit medewerkers uit de sector en een Informatie Analist/Architect van Sggv, trekker is nVWA. De werkgroep ‘techniek’ bestaat uit medewerkers van SKV, de leverancier en een Architect (infrastructuur) van Sggv, trekker is SKV. Daar waar de Directie Regelingen betrokkenheid heeft bij de uitvoering van de casus zal deze betrokkenheid via het departement LNV worden gerealiseerd. De werkgroepen zijn samengesteld op het realiseren van een deelresultaat van de casus. 1. Werkgroep Infokalf levert een werkend InfoKalf op. Trekker is SKV. 2. Werkgroep Koppelingen verbindt InfoKalf met alle ketenpartners en maakt de koppeling van VKI met nVWA en de koppeling van Slacht keuringbevindingen met InfoKalf. Trekker is SKV. 3. Werkgroep VKI+/AM zorgt voor digitalisering van VKI+ en de AM. Trekker is VanDrie Group. 4. Werkgroep PM zorgt voor een digitalisering van PM informatie. Hiervoor is de uitkomst van werkgroep VKI+/AM nodig. Trekker is nVWA. 5. Werkgroep Protocollen zorgt voor reglementen voor VKI+ en Ketenkeuring. Trekker is Sggv.
26
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
De werkelijke bemensing en tijdsbesteding van de nVWA in de verschillende werkgroepen zijn onderwerp van gesprek bij de vormgeving van de organisatiestructuur van deze casus. De nVWA zal naar gelang hun mogelijkheden uren hiervoor inzetten.
5.5 Resultaten Sggv-casus Toezicht Kalversector Als beoogde resultaten van de Sggv-casus Toezicht Kalversector kunnen de volgend aspecten worden benoemd: • Werkend prototype InfoKalf • Werkende koppelingen met InfoKalf (SKV) bij nVWA, enkele kalverhouders en VanDrie Group • Digitaal VKI+ in werking bij 1 slachterij • Digitale VKI+ ondersteuning van de ATDA bij de AM keuring met informatie over: o Voedselveiligheid o Welzijn/Transport o Diergezondheid • Digitale terugkoppeling van Slacht Keurbevindingen van nVWA van 1 slachterij aan Kalversector • Digitaal PM in werking bij 1 slachterij • Protocollen VKI + en Ketenkeuring
5.6 Overdracht van de casus Wanneer de casus de planning zoals beoogd zal na afronding van de casus in december 2011 de definitieve overdracht naar de ketenpartners plaatsvinden. Deze overdracht zal gebeuren mede op basis van een hernieuwde businesscase, een gedragen exploitatiemodel en na het opstellen van definitieve afspraken tussen de ketenpartners over het verdere vervolg.
27
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
6
INITIËLE BUSINESS CASE De casus is een eerste stap op de nieuw ingeslagen weg van digitalisering en ontsluiting van informatie in de kalversector, met name met betrekking tot de informatie-uitwisseling tussen sector en overheid. Dit is te kenmerken als een strategische stap met het doel ruimte te creëren voor innovaties in het toezicht en reductie van toezichtlasten. In deze business case worden de verwachte investeringen afgewogen tegen de verwachte besparingen na uitvoering van de casus. Deze initiële business case laat een positief beeld zien van deze financieeleconomische afweging. Bij het verwachte verloop van de casus en uitrol van de resultaten is in 2014 de investering terugverdiend. Daarnaast zijn er kwalitatieve voordelen (niet financieel gemaakte, niet financieel te maken voordelen) die ontstaan voor de kalversector en toezichthouders met betrekking tot grotere betrouwbaarheid in het veilig, gezond en diervriendelijk houden, transporteren en slachten van kalveren. Deze business case is een momentopname op basis van huidige inzichten. Wij raden aan de businesscase periodiek en bij afwijkingen van het verwachte verloop van de casus te herijken, in ieder geval na de praktijktest en voor de uitrol in de sector.
6.1 Voordelen voor de kalversector en de nieuwe VWA Digitalisering en ontsluiting van informatie tussen sector en overheid kennen onderstaande voordelen. De nummers achter de items corresponderen met de nummering in tabel 4 van financieel gemaakte voordelen. De overige hier genoemde voordelen zijn kwalitatief gelaten en niet financieel gemaakt. Kalversector • Minder keuringskosten bij vervanging van de dierenarts (AM) door een assistent (ATDA) (1) • Door goede voorbereiding slachthuis (stalmeester) minder werk assistent (ATDA) (2) • Door invoering ketenkeuringen minder handelingen/tijd nodig voor PM-keuringen (3) • Grotere opbrengst kalf door minder snijverlies tijdens PM-keuring (4) • Door risicogebaseerde onderzoeken op karkassen minder laboratoriumkosten • Minder administratieve werkzaamheden door slachthuismedewerker bij AM-keuring, en • Snellere terugkoppeling slachtkeuringsbevindingen aan slachterij en kalverhouderij Nieuwe VWA • Minder tijd voor keuringsanalyse door VWA bij digitale beschikbaarheid VKI in RSG fase II (5) • Minder dierenartsen nodig voor toezicht op de kalversector (6) • Geen ATDA PM meer nodig (7) • Minder inspecties op kalverhouderij en bij transport naar slachterij (8) en (9) • Mogelijkheid tot risico gebaseerd keuren en toezicht waardoor minder keuringen nodig, en • Transparantie van het slachtproces bij AM en PM
28
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
6.2 Voordelen financieel gemaakt: ‘besparingen’ na opschaling van de casus vanaf 2012 Met uitrol in de kalverketen na de casus kunnen besparingen gerealiseerd worden. Deze besparingen worden mogelijk gemaakt door verbetering van de digitale informatie-uitwisseling tussen de nieuwe VWA en de kalversector. Als InfoKalf en VKI+ ingericht en operationeel zijn, zijn er verschillende besparingen te bereiken. Randvoorwaardelijk daarbij zijn de consistentie en continuïteit die de sector (kalverhouderij en slachterij) zelf weet vol te houden met betrekking tot de keuring op welzijn, gezondheid en voedselveiligheid. Na de implementatie van InfoKalf en VKI+ en de realisatie van de verbeteringen is er zicht op de volgende besparingen bij de drie belangrijkste stakeholders: kalverhouderijen, slachterijen en nieuwe VWA. De genoemde verwachte besparingen gelden bij volledige uitrol in de kalverketen, waarvoor in de casus een proefopstelling wordt gerealiseerd. De besparingen zijn gebaseerd op een werkend InfoKalf,
uitgebreide VKI informatie (VKI+) en een invoering van ketenkeuring in de slachterijen per medio 2013 . Besparing door
Besparing(*)
Bron
Aantal
Totaal
Kalversector 1
Digitaal VKI+ en AM
ATDA vervangt DA bij AM
€ 20 / uur
VWA en PVE
9.500 uren
€ 190.000
2
Digitaal VKI+ en AM
75% minder AM uren voor ATDA
€ 80 / uur
PVE
7125 uren
€ 570.000
3
Ketenkeuring PM
Minder KDS
€ 110.000 / fte
sector
3,5 fte
€ 385.000
4
Ketenkeuring PM
Minder snijverlies
€ 0,25 / kalf
sector
800.000 stuks
€ 200.000
Totaal kalversector
€1.345.000
(Nieuwe) VWA 5
Digitaal VKI
Minder uren analyse VKI
€ 100 / uur
VWA
400 uren
€ 40.000
6
Digitaal AM/PM
Minder overhead per dierenarts AM
€ 20 / uur
VWA
9.000 uren
€ 180.000
7
Digitaal PM
Minder ATDA uren PM
€ 80 / uur
VWA
5.000 uren
€ 400.000
8
Digitaal VKI+/ AM en PM
Minder inspecteurs kalverhouderijen
€ 130.000 / fte
AID
0,5 fte
€ 65.000
9
Digitaal VKI+/ AM en PM
Minder inspecteurs transport kalveren
€ 130.000 / fte
AID
0,5 fte
€ 65.000
Totaal nieuwe VWA
€ 750.000
(*) Deze besparingen zijn bepaald op basis van goed overleg met de betreffende ketenpartners. Tabel 4. Verwachte jaarlijkse besparingen vanaf 2012 voor sector en overheid door uitrol van de casus
Toelichting bij de besparingen voor de kalversector 1. Door een digitaal VKI+ in de slachterij is de levende keuring uit te voeren door een officiële assistent (ATDA) in plaats van een dierenarts. Wij schatten het uurtarief van een ATDA gemiddeld € 20 lager dan het uurtarief van een dierenarts. Als referentie dient het jaar 2009 met 9.500 uren AM.
29
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
2.
3.
4.
Door een digitaal VKI+ in de slachterij is de stalmeester in staat de levende keuring door de nVWA optimaal voor te bereiden. Uitzonderingen worden digitaal doorgegeven aan de ATDA. Deze is alleen aanwezig bij de aanvoer van kalveren, 2 uur per dag. Dat is 75% besparing op de huidige inzet van een volledige dag. Als referentie dient het jaar 2009 met 9.500 uren AM (75% besparing op 9.500 uren is 7.125 uren). Voorwaarde is dat VKI+ digitaal voorhanden is. Of en in welke mate deze besparing gaat optreden is afhankelijk van de goedkeuring van het nieuwe AMkeuringsproces door de nVWA. Het is in het gunstigste geval zo dat de ATDA alle kalveren AMkeurt zonder hulp van de dierenarts. De ATDA zal alles waar wel wat aan mankeert aan de dierenarts moeten overlaten. Naarmate het aantal “gemankeerde” kalveren toe of afneemt, zullen ook de besparingen toe of afnemen. In de Business Case is gerekend met het meest optimistische scenario van de verbeterde AM-keuring, in de praktijk kan dit lager uitvallen. Indien de AM-gegevens en de PM-gegevens digitaal ter beschikking staan van de KDS keurmeesters en de dierenarts in de slachterij en er een protocol is voor de ketenkeuring is het mogelijk dat de KDS keurmeesters minder insnijdingen moeten verrichten, omdat kalveren een vrijverklaring hebben vanaf de kalverhouderij. Dit betekent dat per slachterij langs de orgaanlijnen één KDS-medewerker minder nodig is. Voor 3,5 slachterij (blank kalfsvlees) is dit van toepassing. Wij schatten de kosten van een KDS-medewerker op gemiddeld € 110.000 per fte. Met het verrichten van minder insnijdingen (o.a. wangen en hart) vanwege de invoering van ketenkeuring is er minder snijverlies. Hierdoor zijn bijvoorbeeld de kalfswangen geschikt voor de verkoop. Dit levert de slachterij € 0,25 per geslacht kalf op. Dit is van toepassing op 800.000 kalveren per jaar.
Toelichting bij de besparingen voor de nieuwe VWA 5. Door de VKI+ gegevens digitaal ter beschikking te stellen is per jaar 400 uren minder nodig voor de analyse van de voedselveiligheidssituatie in de kalversector. 6. In de uiteindelijke situatie is er per 2013 nog 1 dierenarts per slachterij. Dit betekent een besparing van 5 dierenartsen AM bij de nieuwe VWA. Het is aannemelijk dat bij een krimp van de nieuwe VWA ook de kosten voor de overhead zullen afnemen. Aanname hier is € 20 per uur besparing op overhead door het per verdwenen uur inzet van een dierenarts. Vijf dierenartsen maal 1.800 uur per jaar is 9.000 uur per jaar. 7. In de huidige praktijk is er een ATDA die de PM-dierenarts assisteert. Deze ATDA-uren worden niet in rekening gebracht bij de slachterij (wettelijk niet toegestaan), tenzij de ATDA de Toezichthoudend DierenArts (TDA) vervangt.Ook LNV betaalt de nieuwe VWA deze uren niet. Door een digitale PM- en ketenkeuring is het mogelijk de ATDA bij PM in 2012 weg te laten uit de slachterij. Dit heeft betrekking op 5.000 uren per jaar. Wij schatten het uurtarief van een ATDA op € 80. Los van dit voornemen de ATDA bij PM weg te laten, blijft het een vraag naar de toekomst, gezien de werkzaamheden op een slachthuis, zoals monstername Nationaal Plan, of een TDA alleen in staat is alle voorkomende werkzaamheden op een slachterij uit te voeren 8. Een digitaal VKI+ AM en PM betekent in de praktijk dat er minder verdenkingen zijn en dus ook minder inspecties op de kalverhouderij. Voor de gehele sector is de schatting dat 0,5 fte
9.
inspecteur vrijkomt voor andere werkzaamheden. Wij schatten de kosten van inspecteurs gemiddeld op € 130.000 per fte. Deze besparing is afhankelijk van de feitelijke inspecties die de komende jaren zullen plaatsvinden. Afgelopen jaren is bij IKB bedrijven minder geïnspecteerd. Een digitaal VKI+ AM en PM betekent in de praktijk dat er minder verdenkingen zijn en dus ook minder inspecties bij het transport van kalveren van de houderij naar de slachterij. Voor de gehele sector is de schatting dat 0,5 fte inspecteur vrijkomt voor andere werkzaamheden. Wij schatten de kosten van inspecteurs gemiddeld op € 130.000 per fte. Deze besparing is afhankelijk van de feitelijke inspecties die de komende jaren zullen plaatsvinden. Afgelopen jaren is bij transport vanaf IKB bedrijven minder geïnspecteerd.
30
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
6.3 Lasten als gevolg van uitvoering van de Sggv casus in de kalversector Voor realisatie van de resultaten die in paragraaf 5.5 zijn benoemd, is een eenmalige investering nodig van € 700.000 voor uitvoering van de Sggv-casus. Een detaillering van de investeringen is te vinden in bijlage 2, met ook de indicatieve toedeling naar de partners. Daar is tevens een toelichting per investering gegeven. Exploitatielasten zijn op dit moment moeilijk in te schatten. De SKV houdt rekening met een exploitatielast van € 100.000 per jaar voor InfoKalf en de VKI+ applicatie. De werkelijke exploitatielasten voor de SKV en de extra exploitatielast bij de nieuwe VWA en VanDrie Group zal bij de herijking van de businesscase moeten worden meegenomen. Categorie
Uitvoerende organisatie
Eenmalig 2010/2011
Jaarlijks 2012 en verder
Investering voor uitvoering casus
Zie bijlage 2
€ 700.000
-
Exploitatielasten InfoKalf en VKI+ applicaties
SKV
€ 100.000
Exploitatielasten nieuwe VWA
Nieuwe VWA
PM
Exploitatielasten VanDrie Group
VanDrie Group
PM
Totaal
€ 700.000
€ 100.000 (en 2 PM-posten)
Tabel 5. Lasten als gevolg van uitvoering van de casus
De PM-posten in de exploitatielasten vormen een onzekerheid in de totale lasten en werken daarmee door in de afweging van de baten tegen de lasten.
6.4 Afweging van baten en lasten De afweging van baten en lasten is opgenomen in tabel 5. De PM-posten in de lasten geven onzekerheid over de hoogte van het resultaat. Wij verwachten dat de PM-posten van een kleinere grootteorde zullen zijn dan het huidig verwacht resultaat van € 1.995.000 jaarlijks. Ondanks de onzekerheid verwachten we daardoor een positief resultaat. Onderdeel van de casus zou moeten zijn deze onzekerheid te beheersen als risico en aan te sturen op zo spoedig mogelijke concretisering door de nieuwe VWA en de VanDrie Group van de wijzigingen in hun exploitatielasten als gevolg van de uitrol van de casus.
31
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
Overzicht kosten en baten
Eenmalig 2010/2011
Jaarlijks 2012 en verder
Kalversector
-
€ 1.345.000
Nieuwe VWA
-
€ 750.000
Baten
Totaal baten
€ 2.095.000
Lasten Kosten alle partijen i.k.v. Sggv-casus
€ 700.000
-
Kalversector
-
€ 100.000 + 1 PM-post
Nieuwe VWA
-
PM
Totaal lasten
€ 700.000
€ 100.000 + 2 PM-posten
Resultaat (baten minus lasten)
- € 700.000
€ 1.995.000 + 2 PM-posten
Tabel 6. Afweging van baten en lasten voor uitrol van de casus.
6.5 Bijdrage aan algehele reductie van de administratieve lasten Totale toezichtlasten kalversector De totale lasten voor de kalversector veroorzaakt door toezicht berekenen wij hier langs twee wegen (er zijn ons geen directe gegevens bekend met betrekking tot deze lasten). Ten eerste berekenen we de totale lasten op basis van een eerdere studie naar toezichtlasten in de vleesketen uit 2007. Ten tweede berekenen we de totale lasten op basis van gegevens over bestede uren van de VWA en de VanDrie Group over het jaar 2009. Wij kiezen voor een berekening langs twee wegen om de betrouwbaarheid en bandbreedte van de totale lasten te kunnen vaststellen. De gevonden bandbreedte bedraagt € 4,3 tot € 4,6 miljoen totale toezichtlasten. Berekenmethode 1: Toezichtlasten op basis van nulmeting vleesketen 2007 In 2007 is een nulmeting van de toezichtlasten in de primaire sector en vleesketen uitgevoerd. Daarin zijn over de toezichtlasten de volgende conclusies getrokken: “Met uitzondering van de lasten als gevolg van het permanent toezicht binnen de grotere slachterijen, wordt de toezichtlast in kwantitatieve zin (euro) als relatief beperkt beschouwd. De gemiddelde lasten per bedrijf variëren tussen de € 148 voor de veehouderijen en € 13.851 voor de vleesketen bedrijven (exclusief de grote slachterijen). De administratieve lasten van toezicht voor de grotere slachterijen (inclusief het permanente toezicht) is gemiddelde €777.916 per bedrijf.“ – Bron: Capgemini, Eindrapportage nulmeting toezichtlasten.
32
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
Primaire sector en Vleesketen, februari 2007 In de kalversector zijn 2.500 kalverhouderijen en 5 grote slachterijen actief. Wanneer bovenstaande cijfers voor de vleesketen van toepassing zijn op de kalversector, dan komen de totale toezichtlasten via deze berekeningsmethode op € 4.259.580. Onderstaand is e.e.a. uitgewerkt. Aantal bedrijven
Adm.laten per bedrijf
Totaal
Kalverhouderijen
2.500
€ 148,-
€ 370.000,-
Slachterijen
5
€ 777.916,-
€ 3.889.580,-
Totale adm lasten
€ 4.259.580,-
Tabel 7. Totale administratieve lasten kalversector (berekeningsmethode 1).
Berekenmethode 2: Toezichtlasten op basis van bestede uren 2009 Op de 5 kalverslachterijen zijn er in 2009 door de nieuwe VWA in totaal 9.500 uren gemaakt door dierenartsen voor AM-keuringen en 10.500 uren door dierenartsen voor PM-keuringen. Het gemiddelde uurtarief voor dierenartsen op de slachterij bedraagt € 100. Daarmee bedraagt de totale toezichtlast voor de nieuwe VWA € 2.000.000,- ; uit te splitsen als € 950.000 (= 9.500 x € 100) voor AM-keuringen 2 en € 1.050.000 (= 10.500 x € 100) voor PM-keuringen . Daarnaast zijn er voor de vleeskeuring per slachterij gemiddeld 4 KDS-medewerkers aanwezig. We hanteren voor de kosten per KDS-medewerker een bedrag van € 110.000 per fte, per jaar.Daarmee bedraagt de totale toezichtlast voor KDS-medewerkers voor de 5 grote kalverslachterijen € 2.200.000,-. Voor de toezichtlast op de kalverhouderij houden we de gegevens uit berekenmethode 1 aan. De totale toezichtlasten op de kalverhouderijen bedragen € 370.000 (= 2.500 x € 148). De totale toezichtlasten in 2009 in de kalversector (scope Sggv casus) bedroegen derhalve €4.570.000. Onderstaand is e.e.a. nog eens in tabelvorm weergegeven.
Aantal uur of fte Tarief
Totaal bedrag
Kalverslachterij AM-keuring
Aantal uur of Aantal fte per bedrijven slachthui s 1900 uur 5
9.500 uur
€ 100,-/uur
€
Kalverslachterij PM-keuring
2100 uur
5
10.500 uur
€ 100,-/uur
€ 1.050.000,-
Kalverslachterij KDS
4 fte
5
20 fte
€ 110.000,-/fte
€ 2.200.000,-
€ 148,-
€
Kalverhouderij
2500
Totaal
950.000,-
370.000,-
€ 4.570.000,-
Tabel 8. Totale administratieve lasten kalversector (berekeningsmethode 2).
2
In het onderzoeksrapport van SIRA Consulting, ”Eindrapport administratieve lasten vleeskeuring en handel dierlijke bijproducten”, februari 2008, bedragen de lasten van de PM-keuringen € 185.700,- per grote slachterij. Voor de 5 grote kalverslachterijen tezamen is dit € 928.500 (= 5 x € 185.700,-).
33
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
Vermindering van de toezichtlasten toe te rekenen aan de Sggv-casus Toezicht Kalversector Na uitvoering van de Sggv-casus Toezicht Kalversector treedt er vanaf 2013 jaarlijks een besparing op van €1.345.000 (zie tabel 4). Alle genoemde toezichtactiviteiten van overheden worden doorbelast aan de sector. De vermindering van de toezichtlast voor de sector bedraagt daarmee 29,4% tot 31,6% (afhankelijk van één van de gekozen bovenstaande berekenmethoden). Administratieve lasten Totaal
Administratieve lasten Reductie in casus Toezicht Kalversecor
Percentage
Berekeningsmethode 1
€ 4.259.580,-
€1.345.000,-
29,4%
Berekeningsmethode 2
€ 4.570.000,-
€1.345.000,-
31,6%
Tabel 9. Percentage reductie van de administratieve lasten in de casus Toezicht Kalversector
34
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
BIJLAGE 1
FORMULIER VOEDSELKETENINFORMATIE SLACHTKALVEREN (SKV)
Dit formulier moet tot nader order met de dieren meegaan naar de slachterij. Vanaf 1 januari 2010 moet de informatie uiterlijk om 12.00 uur op de dag voorafgaande de eerste levering naar slacht van de kalveren bij de slachterij aanwezig zijn!! Gegevens kalverhouder en gegevens dieren UBN: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Naam: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Adres: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Postcode, woonplaats: ………………………………………………………………………………………………………………………………. Koppelnummer(s) (SKV AM-91): ……………………………………………………………………………………………………………… NB: dit/deze nummer(s) staat/n op SKV-certifica(a)t(en) vermeld.
Aspecten voedselketeninformatie *Omcirkel wat van toepassing is
1.
Is er relevante informatie te melden over de status van het herkomstbedrijf, of de regionale gezondheidsstatus van de kalveren?** o
2.
Nee/ja *
Is er relevante informatie te melden over de gezondheidsstatus van de kalveren, bv. de aanwezigheid van een afgebroken injectienaald?** o
Nee/ja *
3a. Bevinden één of meerdere kalveren zich nog in de wettelijke wachttermijn van toegediende diergeneesmiddelen op de datum van slacht? o
Nee/ja *
3b. Is de af te leveren (deel)koppel in de 35 dagen voorafgaande aan de slacht ziek geweest en/of behandeld geweest met diergeneesmiddelen? Zo ja, informatie invullen in onderstaande tabel. o
Nee/ja *
Koppel/oormerknummers Diagnose en/of reden van behandeling 3c. Zijn er kalveren behandeld met diergeneesmiddelen waarvan de wachttermijn in de 7 dagen voorafgaande aan de dag van slachten is verlopen? Zo ja, informatie invullen in onderstaande tabel. o
Nee/ja *
Koppelbeh. / Oormerknrs.
Reg. NL middel
Naam middel
Datum begin behandeling
Datum eind behandeling
Wachttermijn in dagen
35
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
4.
Einde wachttermijn
Zijn er aanwijzingen dat er ziekten aanwezig zijn die de veiligheid van het vlees in het gedrang zouden kunnen brengen?** o
5.
Nee/ja *
Zijn er onderzoeksgegevens beschikbaar die relevant zijn voor de bescherming van de volksgezondheid?** o
6.
Nee/ja *
Is er relevante informatie bekend over eerdere keuringen vóór en na het slachten (slachtkeuringsinformatie) van dieren van hetzelfde bedrijf?** o
7.
Nee/ja *
Is er relevante informatie bekend over productiegegevens die ziekten aan het licht kunnen brengen?** o
8.
Nee/ja *
De naam en het adres van de dierenarts, die normaliter diensten verleent aan het bedrijf van herkomst: o o o
Naam: ………………………………………………………………………………………………………………… Adres:……………………………………………… ………………………………………………………………… Postcode, woonplaats, tel: …………………………………………………………………………………
Toelichting aspecten VKI 1. Gelden er vervoersbeperkingen of andere voorwaarden als gevolg van calamiteiten voor de voedselveiligheid, zoals de aanwezigheid van dioxine of dierziekten? 2. Geef hier aan of er sprake is van een afgebroken injectienaald; geef de plaats van de naald aan. Vermeld hier verder of er andere bijzonderheden te vermelden over de gezondheid van de dieren. 3. a. De veehouder verklaart hiermee dat het kalf/de kalveren behorende tot het AMnummer op het SKV-certificaat niet binnen de geldende wachttermijnen wordt/worden afgeleverd. 3.b. Vermeld moet worden of de af te leveren dieren in de afgelopen 35 dagen zijn behandeld en waarvoor dat was. Als meer dan 5% van de dieren behorend tot de af te leveren dieren door middel van een koppelkuur wordt behandeld, dient deze vraag met ‘ja’ te worden beantwoord en dient de reden van behandeling te worden vermeld op het formulier. 3.c. Alle middelen moeten worden vermeld waarvan de wachttermijn voor organen en vlees in de laatste zeven dagen voorafgaande aan de SKV-certificering is verlopen, bv.: • een middel met een wachttermijn van 3 dagen dat 6 dagen geleden is toegediend; • een middel met een wachttermijn van 7 dagen dat 10 dagen geleden is toegediend; • een middel met een wachttermijn van 28 dagen dat 33 dagen geleden is gebruikt. LET OP: voor producten met een lange wachttermijn kunnen dit dus behandelingen zijn van méér dan 35 dagen geleden! “Cascademiddelen” hebben een wachttermijn van minimaal 28 dagen. Bij een wachttermijn van 28 dagen moeten ze dus vermeld worden als ze 35 of minder dagen geleden zijn gebruikt. Cascademiddelen zijn: • magistraal bereide middelen;
36
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
• • •
middelen die alleen voor andere diersoorten zijn toegelaten; middelen die voor andere aandoeningen zijn toegelaten; en middelen met een registratie in een ander EU-land.
Zowel de duur van de wachttermijn als de datum van het einde van de wachttermijn dient te worden genoteerd. 4. Zijn er voor de consument gevaarlijke aandoeningen bij dieren van het bedrijf geconstateerd, b.v. ziekten zoals salmonellose (aantoonbare infectie), ziekte door zoönotische E. Coli? 5. Zijn er positieve uitslagen beschikbaar die een belang hebben voor de volksgezondheid? Het gaat bv. om onderzoeken die zijn uitgevoerd: • door of in opdracht van de dierenarts; • van overheidswege; • in kader van de PVV-monitoring kritische stoffen. 6. Het gaat hierbij om keuringsgegevens die van belang zijn voor de volksgezondheid. Vooralsnog betreft dit informatie over AB-positieven, afgekeurde nieren, levers en spuitplekken. 7. De kalverhouder beoordeelt zelf of productiegegevens afwijkend zijn. In ieder geval wordt een uitval > 7% als afwijkend beschouwd.
37
Intakerapportage casus Toezicht kalversector
BIJLAGE 2 AID AM ATDA CCM DA DR EZ GT-SKV HACCP IKB-Kalf InfoKalf I&R KDS LNV MKS nVWA PM PVV RSG Sggv SKV KI VKI+ VTV VWA
LIJST VAN AFKORTINGEN
Algemene Inspectiedienst Ante Mortem Assistent Dierenarts Continuous Control Monitoring Dierenarts Directie Regelingen, ministerie van LNV Ministerie van Economische Zaken Garantiesysteem Tracering SKV-vleeskalveren Hazard Analysis and Critical Control Points (kwaliteitsysteem sector) Integraal Ketenbeheersing Kalversector Informatiesysteem voor de Kalversector (beoogd) Identificatie- en Registratiesysteem voor runderen Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Monitoring Kritische Stoffen Kalf Nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit Post Mortem Productschap Vee en Vlees Register Slachtgegevens Slim geregeld, goed verbonden Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector Voedsel Keten Informatie Voedsel Keten Informatie (met dierenwelzijn en dierengezondheid) Verbeterd Toezicht Vleesketen (Sggv-casus Vleesketen) Voedsel- en Waren Autoriteit
39