Innovatie Zorg en Water, opbrengst 2 IP projecten versie 1.0 > opbrengst innovatie Zorg en Water
Inhoud ZORGINNOVATIES
pag. 2
Inleiding Acties 1. uitkomstgestuurde zorginnovaties Inzet Innovatieplatform 2. Implementatie-impuls EPD Inzet Innovatieplatform 3. Experimenteerruimte Inzet Innovatieplatform
pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.
WATERINNOVATIE
pag. 7
Inleiding Acties 1. Kustconferentie Winnen met Water Inzet Innovatieplatform
pag. pag. pag. pag.
2. Advisering Innovatieagenda water Inzet Innovatieplatform
pag. 10 pag. 11
3. Economische analyse voor de deltatechnologische sector Inzet Innovatieplatform
pag. 11 pag. 11
2 2 2 3 4 4 5 5
7 7 7 9
ZORGINNOVATIE Inleiding De zorgvraag groeit en verandert, door een toename van het aantal ouderen en chronisch zieken en de steeds hogere eisen die gesteld worden aan de zorg. De toenemende technologische mogelijkheden nemen toe, maar in de komende jaren wordt een nijpend tekort aan geschoold personeel in de zorg verwacht. Daarom zijn innovatie en verhoging van de arbeidsproductiviteit een noodzaak. Maar innovatie wordt door de praktijk te vaak afgeremd in plaats van gestimuleerd. Het Innovatieplatform heeft zich gebogen over de noodzaak tot innovatie in de zorg en de knelpunten die innovatie in de weg staan. Het IP heeft samen met de medewerkers van de interdepartementale programmadirectie Kennis en Innovatie een SWOT-analyse opgesteld. Hieruit zijn vanuit het Innovatieplatform drie voorstellen voor actie op korte termijn ontstaan en is tevens input geleverd voor de maatschappelijke innovatieagenda die het kabinet voor de zomer zal uitbrengen. Het IP treedt bij deze voorstellen op als ‘buitenboordmotor’ door enkele acties in gang te zetten die snel een noodzakelijke zet in de goede richting kunnen geven.
Acties Voor de zorg stelt het IP om met de volgende drie onderdelen aan de slag te gaan die in dit advies verder worden belicht: 1. Experimenteerruimte en landelijke uitrol succesvolle experimenten 2. Uitkomstgestuurde zorginnovatie 3. Implementatie- impuls EPD Ook initieert het IP samen met de Minister van VWS het Zorginnovatieplatform (ZIP). Dat platform zet zorginnovatie op de agenda’s bij spelers binnen en buiten de zorg en stimuleert opschaling. Het ZIP zal onder meer dit advies van het Innovatieplatform overnemen en is op 23 april 2008 voor het eerst bijeen gekomen. Een lid van het IP, Claudia Zuiderwijk, heeft tevens zitting in het ZIP. 1. Experimenteerruimte en landelijke uitrol succesvolle experimenten Vanuit de zorg worden diverse factoren genoemd die innovatie in de zorg remmen, zoals: financiering, regelgeving en de doorstroom van kennis naar toepassing (nieuwe toetreders en nieuwe producten vinden moeilijk ingang in de zorg). De ‘verzuilde’ financiering staat regelmatig innovatieve ideeën – zoals ketenzorg inclusief preventie –in de weg. Soms zijn gaat het hier slechts om gevoelde belemmeringen, soms worden zij gebruikt om andere redenen om niet te innoveren te maskeren, en soms gaat het om terechte vragen. Het investeringsklimaat in
Zorg en Water, de opbrengst van twee projecten > bijlage P agina 2
de zorg is niet optimaal, onder andere doordat niet altijd sprake is van normale zakelijke verhoudingen en het denken in investeren, rendement en hetgeen daarbij voor het bedrijfsleven gebruikelijk is nog niet altijd ingang heeft gevonden. Hierbij speelt ook de rol van de zorgverzekeraar. Mede door de wijze waarop de bekostiging nu is vormgegeven, vindt de inkoop veelal nog per deelsector van de zorg plaats. Kansen voor kosteneffectieve verschuivingen van de 2e lijn naar de 1e lijn worden daardoor nog onvoldoende benut. Er is behoefte gebleken aan experimenten die bij gebleken succes ook landelijke uitgerold kunnen worden, bijvoorbeeld door opname in het vergoedingenpakket na succesvolle evaluatie of veranderingen in regels en financieringsstructuren. Aan innovatie ideeën ontbreekt het niet in de zorg. Er lopen op dit moment honderd experimenten bij de NZa. Wat mis gaat is dat na afloop van het experiment de implementatie te weinig gebeurt. De overheid zou het delen van ervaringen meer moeten stimuleren. Veel van wat er nodig is bestaat al. Goede voorbeelden moeten meer bekendheid krijgen en verdere exploitatie ervan moet door ondersteunend beleid gestimuleerd worden. Inzet Innovatieplatform Het Innovatieplatform stelt voor om in te zetten op implementatie van succesvolle experimenten. Het gaat om baanbrekende (top)zorginitiatieven die daadwerkelijk op een innovatieve manier bereiken dat mensen bijvoorbeeld langer zelfstandig thuis blijven wonen of sneller thuiskomen na een opname. Daarbij moeten ze op een vernieuwende, geïntegreerde wijze diensten aanbieden, uitblinken in efficiëntie en kwaliteitswinst en/of oplossingen voor de arbeidsmarktproblematiek bieden. Experimenten met transsectoraal werken en projecten die de verbinding leggen tussen preventie en zorg zullen de voorkeur krijgen. Door de unieke positie en rol is het IP in staat deze waardevolle projecten verder te helpen en versnelling van toepassing te bereiken. Bij veel stimuleringsprogramma’s is namelijk tot nu toe de voortgang na afloop problematisch. Het IP organiseert daartoe op 15 mei 2008 de topconferentie “baanbrekende zorginitiatieven”. Er is in april een oproep gedaan daarop te reageren. Daar is massaal gebruikt van gemaakt, meer dan 125 initiatieven zijn bij het IP ingediend. Tien top initiatieven zijn geselecteerd om te bespreken op de conferentie. De minister van VWS heeft zich bereid verklaard om deze initiatieven mogelijk te maken en bij gebleken kwaliteits- en efficiëntiedoelstellingen een landelijke uitrol er van te faciliteren en structurele belemmeringen weg te nemen. De topconferentie moet op basis van de ingediende innovaties het ZorgInnovatiePlatform inzicht geven hoe innovatie in de zorg versterkt kan worden door aanpassing van regels en financieringsstructuren. Het Innovatieplatform draagt de opbrengst van deze dag, een bruidsschat als het ware, over aan het Zorginnovatieplatform en adviseert deze topconferentie uit te laten groeien tot een jaarlijks terugkerend event. Zo kan innovatie een blijvende impuls krijgen. Het Zorginnovatieplatform moet de ijsbreker zijn voor de gekozen experimenten van de topconferentie. Naast opschaling door de minister van VWS kan ook besloten worden om bepaalde innovaties in aanmerking te laten komen voor financiering van (tijdelijke) opstart- en projectkosten en evaluatieonderzoek. Bij verder ontwikkelen van lijnen rond experimenteerruimte wordt zoveel mogelijk synergie gezocht met wat in interdepartementaal verband rondom de maatschappelijke innovatieagenda voor de zorg wordt ontwikkeld.
Zorg en Water, de opbrengst van twee projecten > bijlage P agina 3
2. Uitkomstgestuurde zorginnovatie Publiek, politiek en zorgverzekeraars vragen om meer transparantie in de kwaliteit van zorg, zodat goede zorg /gekozen en beloond kan worden, en minder goede zorg verbeterd. Het sturen op kwaliteit van zorg zou een motor moeten zijn voor innovatie, maar is dat nog onvoldoende. Dat is onder meer te wijten aan het (nog) ontbreken van goede uitkomstindicatoren. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft in opdracht van de minister van VWS het bureau Zorgbrede Transparantie van Kwaliteit opgericht. In overleg met het veld is een begin gemaakt met het opstellen van kwaliteitsindicatoren. Het plan is dat dit nieuwe bureau het ingezette kwaliteitsbeleid zal versterken. De ambitie voor de ziekenhuizen is om voor de tenminste 80 aandoeningen kwaliteitscriteria te formuleren en toe te gaan passen zodat patiënt en consument in staat worden gesteld om geïnformeerd te kiezen (op het niveau van de instelling en aandoeningen) en zorgverzekeraars inkopen op kwaliteit. De op dit moment beschikbare indicatoren van de basisset van de IGZ zijn alleen bedoeld voor toezichtdoeleinden. In opdracht van de IGZ heeft de Plexus Medical Group recent een analyse gemaakt van de IGZ basisset van kwaliteitsindicatoren voor ziekenhuizen. De betrouwbaarheid van die indicatoren blijkt volgens Plexus “matig” te zijn; de vergelijkbaarheid van de procesindicatoren is goed, maar van de uitkomstindicatoren “slecht”. Aan de belangrijkste vraag “zijn de indicatoren valide?” zijn de onderzoekers zelfs niet eens toegekomen. Juist daarop is uit het veld de meeste kritiek gekomen: de indicatoren meten niet wat ze moeten meten. Voor het bureau Zorgbrede Transparantie van Kwaliteit ligt hier een enorme klus, zowel inhoudelijk als in het verbreden van de set voor de verschillende gebruikers(doelen). Dit is een hele onderneming, zeker in aanmerking genomen dat de administratieve belasting van het toch al met schrijfwerk overbelaste veld tot een minimum beperkt moet blijven. Per saldo zal daarbij het aantal registraties dan ook dienen te dalen. Voor de kwaliteit van zorg zijn echter juist de uitkomstregistraties essentieel. Met behulp van onomstreden uitkomstregistratiecriteria en terugkoppeling van de resultaten naar het veld is aanzienlijke gezondheidswinst te behalen, zoals uit onderzoek is gebleken. Uitkomstregistratie is echter lastig en kan alleen bottom-up vanuit het veld worden ontwikkeld. Inzet Innovatieplatform Als ondersteuning van het kwaliteitsbeleid van VWS, heeft het IP een impuls gegeven aan de uitkomstregistratie. In eerste instantie is gekozen voor steun aan een uitgewerkt registratiesysteem voor uitkomsten van behandeling voor colorectale tumoren. Dit project kan als voorbeeld dienen voor een registratiesystematiek die door professionals is ontwikkeld en die, bij gebleken geschiktheid, ook eenvoudig bij andere aandoeningen kan worden toegepast, inclusief methodiek, software en een centrale bureaufunctie. Zonder extra financiële ondersteuning komt dit pilotproject plus vervolg daarop echter niet snel van de grond en voor die financiële ondersteuning pleit het IP. In overleg met het bureau Zorgbrede Transparantie wordt dit project nu verder vormgegeven. De monitoring en rapportage van het project kan onder verantwoordelijkheid van het Zorginnovatieplatform plaatsvinden. Een volgende kwestie is de registratie- en
Zorg en Water, de opbrengst van twee projecten > bijlage P agina 4
verantwoordingsdruk die momenteel op instellingen rust. Zowel individuele zorgverleners als instellingen worden tegenwoordig verplicht en/of gevraagd om tal van gegevens te registreren en te rapporteren. Overheden, inspectie, financiers maar ook certificeringinstanties hebben allen hun eigen systemen en eisen en het kost zorgverlenende instanties steeds meer tijd en geld om hieraan te voldoen. Zowel het bureau Zorgbrede Transparantie van Kwaliteit als het voorstel dragen bij aan het verminderen van de registratielast. Enerzijds omdat de uitvraag wordt gebundeld en geüniformeerd en aan de andere kant omdat de registratie zoveel mogelijk aan de bron gebeurt en uiteindelijk zal samengaan met de normale administratieve handelingen waardoor de registratie zo natuurlijk mogelijk aansluit op de dagelijkse handelingen van de professionals. Bovendien streeft het bureau Zorgbrede Transparantie van Kwaliteit erna om bij het beschikbaar komen van uitkomstindicatoren zoals hierboven beschreven actief op zoek te gaan naar hierdoor overbodig geworden structuur en procesregistraties en die te laten vervallen. 3. Implementatie- impuls EPD Het gebruik van ICT in de zorg loopt achter bij de technische mogelijkheden. Met name het elektronisch patiëntendossier (EPD) is een hangijzer. Het EPD is een instrument is om informatie beter te registeren en uit te wisselen (en zodoende de kwaliteit van de zorg te verbeteren), maar is ook een voorwaarde voor tal van andere ICT-innovaties. Het lopende EPD-beleid lijkt adequaat en past vier instrumenten toe: • Faciliteren door middel van infrastructuur (zoals landelijk schakelpunt en UZI-passen) • Stimuleren van implementatie (onder andere met een ondersteuningsbureau, koploperlocaties, contacten met leveranciers en een gezamenlijk startmoment) • Wetgeving op het BSN (recent goedgekeurd door de Eerste Kamer) en op het EPD (verplichting op aansluiting in voorbereiding) • Financiële prikkels (in totaal is 45 miljoen beschikbaar) De introductie van het landelijk elektronische patiëntendossier zorgt ervoor dat patiëntengegevens en de status van de behandeling straks landelijk inzichtelijk worden voor zorgverleners die daartoe geautoriseerd zijn. Ook de zorgconsument zelf krijgt gemakkelijker dan ooit inzicht in zijn gegevens. Veiligheid en kwaliteit van de zorg zijn gebaat bij goede elektronische beschikbaarheid en uitwisseling van patiëntengegevens. Deze toegankelijkheid impliceert echter ook grote veranderingen in de manier waarop de zorg wordt ingericht. Zorgaanbieders staan soms huiverig tegenover deze nieuwe ontwikkeling. Dat is begrijpelijk aangezien ook voor hen de veranderingen groot zijn. De terughoudendheid van zorgaanbieders uit zich in eerste instantie vaak in vragen over privacy en kwaliteit. Maar de échte vragen hebben een sociaal en cultureel karakter. Veel meer dan vroeger kunnen andere zorgaanbieders meekijken in de werkwijzen van de behandelend arts. Zorgaanbieders zullen meer moeten gaan samenwerken en meer op elkaars gegevens moeten gaan vertrouwen. Daarnaast vindt er een duidelijke verschuiving plaats in de verhouding tussen zorgaanbieder en zorgconsument. Een deel van de patiënten gaat zich opstellen als zorgpartner. Omdat de gegevensuitwisseling zich niet langer beperkt tot lokale of regionale zorgaanbieders, kan de zorgconsument die daaraan behoefte heeft veel gemakkelijker dan voorheen zelf de regie over zijn eigen zorg gaan nemen.
Zorg en Water, de opbrengst van twee projecten > bijlage P agina 5
Organisatorische samenwerking wordt gevoed door inhoudelijke samenwerking en omgekeerd. Onderling vertrouwen is een belangrijke conditie om meer te gaan samenwerken en taken doelmatiger te verdelen. Dit betekent dat er een cultuuromslag moet plaatsvinden waardoor het professionele domeindenken wordt doorbroken, dat er ‘instrumenten’ moeten worden ontwikkeld om samenwerking van de grond te krijgen (gestructureerde onderlinge communicatie en geformaliseerde werkafspraken) en de deskundigheid en vaardigheden van zorgaanbieders ook gericht moeten zijn op samenwerking. Inzet Innovatieplatform Het Innovatieplatform heeft een signaal over deze problematiek afgegeven aan de Minister van VWS en geadviseerd om een ‘denktank’ op te zetten van (1) creatieve denkers op het gebied van communicatie (2) innovatieve specialisten op het gebied van ICT in de zorg, (3) bestuurders van zorginstellingen en (4) zorgprofessionals uit de praktijk. Deze denktank richt zich met name op het verder stimuleren van samenwerking, doorbreken van domeindenken en bevorderen van transparantie op het gebied van informatie-uitwisseling binnen de zorg. Daarmee wordt het draagvlak voor het EPD in het veld verder verhoogd en krijgt de implementatie van het EPD een impuls. Het ZIP organiseert in samenwerking met VWS de eerste denktankbijeenkomst in de eerste helft van 2008.
Zorg en Water, de opbrengst van twee projecten > bijlage P agina 6
WATERINNOVATIE: WINNEN MET WATER Inleiding In een constructieve samenwerking tussen het Innovatieplatform en de programmadirectie Kennis en Innovatie (K&I) is een analyse gemaakt van innovatie in de watersector. Naast de sterke kanten, zwakke kanten en bedreigingen voor innovatie in de watersector zijn de kansen voor waterinnovatie in beeld gebracht. Kansen die een bijdrage leveren aan innovatie in de watersector zijn: • Een, ook met het oog op de klimaatverandering, duurzaam watersysteem in Nederland • Een excellente Nederlandse watersector, zowel op het gebied van deltatechnologie als op het gebied van watertechnologie, die economische en maatschappelijke doelen dient • Nederland verder ontwikkelen als aantrekkelijk land om te wonen en te werken • Exportmogelijkheden van het product water benutten Gezamenlijk is een aantal generieke belemmeringen geïdentificeerd waarvoor oplossingen moeten worden gevonden om een impuls te geven aan waterinnovatie. Deze belemmeringen zijn verwoord in de volgende uitdagingen voor het Innovatieplatform: • Verankeren van de noodzaak tot waterinnovatie • Creëren van ruimte voor risico’s • Creëren van fysieke experimenteerruimte • Creëren van institutionele experimenteerruimte • Bundelen van de krachten van de watersector • Stimuleren van samenwerking over de volle breedte Op grond daarvan komt het Innovatieplatform tot onderstaande drie acties. Acties 1. Kustconferentie Winnen met Water en follow- up acties 2. Advisering Innovatieagenda water 3. Economische analyse voor de deltatechnologische sector
Zorg en Water, de opbrengst van twee projecten > bijlage P agina 7
1. Kustconferentie Winnen met Water en follow- up acties Op 4 februari heeft het Innovatieplatform de kustconferentie ‘Winnen met Water’ georganiseerd onder leiding van de IP-leden Hans de Boer en Suzanne Hulscher. Met ruim tachtig sleutelspelers vanuit het bedrijfsleven, de kennisinstituten en de overheid heeft deze dag zich gericht op het in beeld brengen van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in de Nederlandse kustzone en voor de Nederlandse kust. De waarneming dat het ontbreekt aan fysieke experimenteerruimte voor met name deltatechnologische innovaties vormde de aanleiding voor het Innovatieplatform om de kustconferentie te organiseren. Het Innovatieplatform wil hiermee zijn ijsbrekerrol invullen en de eerste stap zetten naar het bieden van de gewenste etalageruimte in de thuismarkt voor de Nederlandse watersector. Het versterken van ondernemerschap en innovatie vormen voor het Innovatieplatform de primaire insteek om ideeën, projecten en ruimtelijke ontwikkelingen voor de kust of in de kustzone in beeld te brengen. Ondernemerschap en innovatie vormen op zich onvoldoende motivatie voor ambitieuze projecten. Ambitieuze projecten moeten tevens invulling geven aan grote maatschappelijke opgaven waarmee de Nederlandse samenleving wordt geconfronteerd; het bieden van veiligheid, het verduurzamen van onze toekomstige energievoorziening en het bieden van benodigde fysieke ruimte voor het verhogen van de kwaliteit van de leefomgeving (zowel vanuit recreatief als vanuit ecologisch perspectief). Het Innovatieplatform had voor de conferentie als doel het inventariseren van bestaande ideeën, het verrijken van de gewenste ontwikkelingen en het zoeken naar mogelijkheden om de daadwerkelijke realisatie te versnellen. De deelnemers aan de conferentie delen de visie van het Innovatieplatform dat er gebrek is aan etalageruimte voor de Nederlandse watersector. Sinds de Deltawerken zijn er geen bijzondere ontwikkelingen meer geweest waarin Nederland excelleert. Het op deze kustconferentie voorgestelde set aan acties stimuleert hoogwaardige innovatieve ontwikkelingen die exportwaarde hebben. Bovendien geven de geselecteerde projecten een antwoord op de gevolgen van klimaatverandering en energieschaarste. Ze stimuleren het ontwikkelen van ruimte voor recreatie en ruimte voor natuur, dragen bij aan het milieu, verbeteren de kwaliteit van de leefomgeving en ondersteunen de maatschappelijke dynamiek en ondernemerschap van de water-, energie- en milieusector. De projecten, waarbij de tulp als inspiratie diende, leveren ook een bijdrage aan de branding van Nederland.
Zorg en Water, de opbrengst van twee projecten > bijlage P agina 8
Inzet Innovatieplatform Als resultaat van de dag is aan de voorzitter van het Innovatieplatform, minister-president Balkenende en staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat Huizinga een ‘boeket van tulpen’ aangeboden van verder te verkennen concepten: -
Multifunctionele energieconcepten op zee
-
Zeewaartse kustontwikkeling met de zandmotor
-
Een multifunctionele Afsluitdijk
-
Natuurlijke estuariumontwikkeling
Door de aanwezige bewindslieden (minister-president Balkenende en staatssecretaris Huizinga) zijn de resultaten met dank in ontvangst. De follow-up van de conferentie zal als volgt vorm krijgen. Voor het Multifunctionele Energie Eiland formuleert met Ministerie van EZ randvoorwaarden, uitgangspunten en een proces voor de businesscase vorming. Interdepartementaal worden de relevante procedures en wet- en regelgeving in kaart gebracht. Het IP krijgt een makelaarsrol om in en met het veld concepten te genereren en inventariseren. Het IP adviseert(evenals bij het Afsluitdijktraject) hoe in de consultatie van de markt een zodanig klimaat te scheppen is dat de marktpartijen ook daadwerkelijk worden uitgedaagd om met innovatieve ideeën te komen. Het traject van businesscase vorming voor energieopslag op zee (zie de Kamerbrief Energieopslag dd 26 februari 2008) wordt in dit traject geïntegreerd. Op de Kustconferentie van 4 februari heeft de MP de provincie Zuid Holland verzocht om een Plan van Aanpak voor de Zandmotor uiterlijk eind 2008. Het Ministerie van V&W en de provincie Zuid-Holland zijn trekker van de Zandmotor, de pilot Delftlandse kust. Op 23 april is door vertegenwoordigers van betrokken overheden de ambitieovereenkomst ondertekend, als start van de ontwikkelfase. Het traject loopt nu goed. Het IP blijft het project Zandmotor in zijn sensorrol volgen. Het project Natuurlijke Estuariumontwikkeling wordt opgepakt door de partijen in de regio (Zeeland); de Deltaraad en het in oprichting zijnde Programmabureau, de ‘Jonge zeehonden’ die mogelijkheden bedenken voor innovaties in de delta. Daarnaast heeft de ontwikkeling van de Zeeuwse Delta de aandacht van de Deltacommissie. Het Ministerie van V&W is trekker. Kennisontwikkeling is tevens onderdeel van het programma ‘Building with Nature’. Ook bij dit project vervult het IP zijn sensorrol.
Zorg en Water, de opbrengst van twee projecten > bijlage P agina 9
De Staatssecretaris van V&W maakt zich sterk voor het project Multifunctionele Afsluitdijk; dit project moet een "icoon van duurzaamheid" worden. Het Ministerie van V&W is nu gestart met het benaderen van de markt die het gaat uitdagen om met innovatieve, creatieve oplossingen te komen. Voor de Multifunctionele Afsluitdijk zal het IP op hoofdlijnen de volgende rollen vervullen: Functioneren als kritische “spiegel” die in een onafhankelijke rol toeziet en adviseert over mate van innovatie en voortgang. Hiertoe werkt het IP een voorstel uit om de door de consortia ingebrachte voorstellen te toetsen op innovatie en mogelijkheden voor international vermarkting. Onderdeel hiervan is een lijst van criteria, zoals innovativiteit voor wat betreft techniek, schaal, functiecombinaties, inspelen op mondiale vraagstukken en daarmee exportwaarde, klimaatadaptief en/of –mitigerend en vernieuwend voor wat betreft de aanbiedingsconstructie of samenwerkingsvorm. Het IP adviseert hoe in de consultatie van de markt een zodanig klimaat te scheppen is dat marktpartijen ook daadwerkelijk worden uitgedaagd om met innovatieve ideeën te komen. Dit gaat dan over de door de initiatiefnemer te creëren randvoorwaarden (in het voortraject), randvoorwaarden met betrekking tot de mogelijke publiekprivate samenwerkingsvormen en het bieden van een mogelijkheid tot behoud van intellectueel eigendom en uitvoeringsrecht in relatie tot het aanbestedingsrecht. Dit advies kan breder worden benut dan alleen bij dit project. Ingezette en nog in te zetten vervolgstappen na de Kustconferentie Het IP organiseert begin 2009 een “terugkomdag” waarin aan de hand van de vier trajecten wordt gesproken over innovatie in de watersector. In het kader hiervan heeft het IP een onafhankelijke sensorrol bij de projecten, waarbij het de projecten actief volgt en contacten met stakeholders heeft, met respect voor het politiek-bestuurlijke proces wat rond de projecten speelt. Hierover heeft het IP regelmatig contact met de verantwoordelijke departementen. Overkoepelend gaat het IP als “denktank” na, onder andere aan de hand van deze cases, hoe grote projecten in Nederland versneld kunnen worden. In ieder geval verkent het IP de mogelijkheden vanuit een ‘gamma’ invalshoek (principes als verleiding, wisdom en ambitie toepassen als katalysator). 2. Advisering Innovatieagenda water De Innovatieagenda Water van de programmadirectie K&I wordt op korte termijn vastgesteld. Op deze innovatieagenda is voor innovatie in de watersector een aantal acties en projecten genoemd die K&I wil oppakken of ondersteunen. Het Innovatieplatform heeft in de voorbereiding van deze agenda zijn visie gegeven en daarmee ook verschillende initiatieven ondersteund. De volgende projecten sluiten volledig aan bij de analyse en leveren naar de mening van het Innovatieplatform ook een bijdrage leveren aan het versterken van de innovatieve kracht van de watersector en een bijdrage aan het oplossen van maatschappelijke opgaven voor Nederland: Building with nature en Flood Control 2015. Voor beide projecten is door het Innovatieplatform daarom een positief advies gegeven. Door het kabinet is aan beide projecten inmiddels ook de gevraagde steun door de inzet van middelen toegekend.
Zorg en Water, de opbrengst van twee projecten > bijlage P agina 10
Inzet Innovatieplatform Building with Nature (BwN) richt zich op de ontwikkeling van nieuwe volledig geïntegreerde ontwerpconcepten voor de inrichting van rivier-, kust-, en deltagebieden. Dit concept ziet het IP als het toekomstconcept hoe om te gaan met de ontwikkelingen aan grote wateren. Het verder ervaring opdoen met het toepassen van dit concept kan een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van de gevolgen van klimaatverandering, kan oplossingen genereren voor een knelpunt als ruimtegebrek en kan oplossingrichtingen in beeld brengen voor de generieke belemmeringen ‘gebrek aan experimenteerruimte’ en ‘aanbestedingsprocedures en professioneel opdrachtgeverschap’. De innovaties van het programma Flood Control 2015 zorgen ervoor dat de juiste informatie op het juiste moment beschikbaar is om effectievere en efficiëntere beslissingen tijdens dreigend) hoogwater te kunnen nemen. Er vinden enorme technologische ontwikkelingen plaats in informatieverzameling en -verspreiding. Dit projectvoorstel ziet het IP als een projectvoorstel waarin een van de sterke kanten van de watersector, de integraliteit en hoogwaardige monitoring en sensoring van uitvoeringsprojecten, kunnen worden versterkt. Met de resultaten van dit project kan de Nederlandse watersector internationaal sterk worden neergezet. Dit project kan tevens een bijdrage leveren aan het oplossen van de generieke belemmering ‘Versnippering van kennis en praktijk’. De uitkomsten van dit project moeten naar de mening van het Innovatieplatform niet tevoren volledig worden dichtgetimmerd, zodat voldoende ruimte blijft voor tussentijdse aanpassing van het onderzoeksprogramma. 3. Economische analyse voor de deltatechnologische sector Naar de mening van het Innovatieplatform is het gewenst dat een economische analyse van de deltatechnologische sector op korte termijn wordt uitgevoerd. Hierin moet aandacht worden besteed aan zowel de huidige positie van deltatechnologische Nederlandse bedrijven als aan de marktmogelijkheden wereldwijd (de economische potentie). Inzet Innovatieplatform Het Innovatieplatform stelt voor dat de analyse wordt uitgevoerd door de programmadirectie K&I, de sector en bijvoorbeeld ook Platform Beta & Techniek en heeft zijn steun toegezegd.
Zorg en Water, de opbrengst van twee projecten > bijlage P agina 11