DE WATER
special innovatie
waterbeleid en - beheer in uit voering, juni 20 0 8, nummer 131
n i e uws, ac hte rgro n d, o pi n i e
4 ‘Nederland als proeftuin voor innovaties is geweldig idee’ 7 10 12 14
Innovatieambities voor de Afsluitdijk zijn hoog Innovatie in de waterbouw: ontwerpen met de natuur ‘Het gaat erom partijen in beweging te krijgen’ Risico’s van hoog water beheers je met flood control
CO L O FON is een uitgave van het DirectoraatGeneraal Water van het ministerie van Verkeer en Waterstaat in samenwerking met de uitvoeringsorganisatie Nationaal Bestuursakkoord Water (IPO, VNG, Unie van Waterschappen en de ministeries van VenW, VROM en LNV). Het magazine geeft nieuws, achtergronden en meningen over het actuele waterbeleid en de uitvoering daarvan en bericht over activiteiten in het kader van
de water
‘Kennis en innovatie zijn dringend gewenst’ Nederland heeft soms te veel water en soms te weinig, en meestal te veel verkeer. Het oplossen van die problemen vraagt om kennis en innovatie.
De onlangs verschenen Strategische Kennis- en Innovatieagenda Mobiliteit en Water geeft aan waar en hoe het ministerie van Verkeer en Waterstaat, kennisinstellingen en bedrijven elkaar kunnen versterken. Veel is al in
gang gezet. Deze special geeft een indruk van de stand van zaken rond waterinnovatie.
Te veel water én te weinig water. Beide staan ons te wachten en zullen
innovatiespecial
drastische ingrepen nodig maken in de watersystemen. Maar hoe en wanDe in dit blad gepubliceerde meningen weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het beleid van de hierboven genoemde organisaties. Geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit De Water is toegestaan, mits met bronvermelding.
neer, dat weten we nog niet. Al die vraagstukken van morgen kunnen in samenhang worden opgelost, zoals een dijk om te wonen of natuur om het water tijdelijk op te slaan. Voor het aandragen van nieuwe ideeën
hierover, heeft de overheid kennisinstellingen en het bedrijfsleven nodig. Dat is de rode draad die door alle artikelen in deze special loopt, om te be-
Rob Bijnsdorp (BCP), Ine Bruijns (BCP), Henri Cormont (inZicht), Nancy Meijer (Netherlands Water Partnership) Marinka van Nielen-Kiezebrink (Waterdienst), Kees Poot (Waterdienst), Saskia Ras (DGW), Robert-Jan Schoonenboom (DGW), Harm Oterdoom (Waterdienst), Wim van Wijk (BCP).
ginnen het hoofdartikel waarin hoofdrolspelers uit drie betrokken orga-
Aan dit nummer werkte mee Christina Boomsma (NWP).
vaardig wordt geopereerd, is innovatie nodig. Dat komt althans tot uiting
redactie :
fotografie : inZicht, fotografie en advies, tenzij anders vermeld. basisontwerp : dtp :
Eindeloos, Den Haag.
Eurostaq, Amsterdam.
druk :
Antilope, Lier (België).
redactieadres en abonnementenadministratie :
Bijnsdorp Communicatie Projecten (BCP), postbus 194, 1000 AD Amsterdam. Telefoon: (020) 320 82 60, e-mail:
[email protected]. De digitale versie van De Water is te vinden op www.waterkoers.nl www.kaderrichtlijnwater.nl/publicaties en www.waterland.net
ISSN: 0926-3462. Dit magazine is gedrukt op chloorvrij papier. illustratie voorpagina: advies- en ingenieursbureau
dhv gaat in noord-china aan de bohai-zee een duur-
zame kuststad ontwikkelen voor 1 miljoen inwoners. dhv won deze opdracht in een internationale com-
petitie met een innovatief ontwerp van een eilandenen lagunestructuur. artist impression: dhv.
DE WATER , je kunt niet zonder Neem een gratis abonnement:
[email protected]
nisaties vertellen wat zij onder innovatie verstaan. Op het technische vlak zijn we al ver, maar van sociale aspecten weten we eigenlijk nog relatief weinig. Hoe reageren mensen bijvoorbeeld op het besluit de dijken niet
te verhogen en in plaats daarvan bepaalde stukken land af en toe onder
te laten lopen? Ook op het bestuurlijk terrein, waar nog allesbehalve slagin de stelling en in verschillende artikelen.
Dat het kabinet zich de noodzaak van waterinnovatie terdege bewust is,
blijkt uit de activiteiten van de Interdepartementale Programmadirectie Kennis en Innovatie. Deze programmadirectie heeft onder andere een
Maatschappelijke Innovatieagenda Water (MIAW)opgesteld. Hierin wor-
den de prioriteiten van de bestaande innovatienetwerken op het gebied van water bij elkaar gebracht. Binnen deze netwerken werken mini-
steries, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en bedrijven nauw samen. De eerste twee projecten uit de MIAW zijn inmiddels ge-
start: Building with nature en Flood Control 2015. Deze special besteedt aan beide projecten aandacht. Daarnaast krijgt het project Afsluitdijk speciale aandacht. Als innovatie-icoon van het kabinet en speerpunt van het
Innovatieplatform onder leiding van de minister-president, mag dat in deze special niet ontbreken. Zie ook www.waterland.net/afsluitdijk.
Deze voorbeelden vormen slechts een fractie van de vele vernieuwende
activiteiten in de waterwereld. De redactie hoopt dat dit innovatienummer u zal inspireren om ook een bijdrage te leveren aan de oplossing van de watervraagstukken van morgen.
Watersector: gezamenlijke aanpak personeelstekorten is nuttig, maar hoe?
Wat werken in de watersector betekent, is bij jongeren te onbekend. Bovendien is een groot deel van de instromers op de arbeidsmarkt allochtoon. Uit onderzoek blijkt dat zij nog minder affiniteit hebben met de traditionele waterberoepen dan hun autochtone leeftijdgenoten. De sector zal dus zijn best moeten doen om
duidelijk te maken dat er wel degelijk mooie carrièremogelijkheden wachten, dat jongeren in een high-tech omgeving kunnen werken en met oplossingen voor de toekomst bezig kunnen zijn. Activiteiten De bijeenkomsten maakten deel uit van het programma Human Capital Water dat het NWP uitvoert in samenwerking met het Platform Bèta Techniek. De laatste van de serie bijeenkomsten was op 15 april. De circa 120 bezoekers waren het erover eens dat een gezamenlijke aanpak om jongeren te interesseren voor een watercarrière nuttig kan zijn. Maar hoe je dat doet, daarover verschilden de
Experiment laat dijk bezwijken
meningen nog. Verschillende mogelijkheden passeerden de revue. Ze variëren van een mediacampagne tot gezamenlijke banenmarkten, evenementen voor studenten, gezamenlijke traineeships en het opbouwen van een database van potentiële werknemers. Het NWP heeft de vragen en oplossingen die uit de bijeenkomsten naar voren kwamen op een rij gezet. Op basis daarvan kan de sector besluiten aan welke activiteiten behoefte is. Het overzicht is te vinden op: www.nwp.nl/ humancapitalwater. meer informatie:
Netherlands Water Partnership, Renée Vergouwe,
[email protected]
De Stichting IJkdijk, waarin kennisinstituten, bedrijfsleven en overheden participeren, gaat samen met het Innovatie Test Centrum van Rijkswaterstaat een macrostabiliteitsexperiment uitvoeren. Macrostabiliteit, of liever macroinstabiliteit, is het faalmechanisme van waterkeringen, waarbij een dijk over een grotere lengte verzakt. Dit is een van de mogelijke oorzaken van het bezwijken van dijken.
Getij levert duurzame energie
Doel van het experiment is inzicht te krijgen in het mechanisme van macrostabiliteit en in de toepasbaarheid van de modernste meet- en monitoringstechnieken. Deze zomer wordt op het terrein van de IJkdijk in Nieuweschans de eerste proefdijk aangelegd. Deze dijk wordt vervolgens zodanig belast dat hij bezwijkt. André Koelewijn, projectleider IJkdijk en werkzaam bij Deltares: ‘Tijdens dit proces meten we met verschillende technologieën (variërend van glasvezelkabels en meetbuizen tot chiptechnologie) wat er binnen in de dijk gebeurt. Die gegevens verzamelen we. Vervolgens gaan we na of we het moment van de dijkverzakking hadden kunnen voorspellen. Op deze manier hopen we een dijkmonitoringssysteem te kunnen bouwen om Nederland veiliger te maken.’ Aan het project nemen ook verschillende internationale partners deel. Samenwerking nodig voor innovatie ‘Samenwerking leidt tot ontwikkeling’, zei Stan Dessens, bestuurslid van Stichting IJkdijk, tijdens de feestelijke ondertekening op 5 mei van de samenwerkingsovereenkomst met het ITC. ‘Het tijdperk dat bij Willie Wortel plotseling een lampje ging branden en dat hij zijn uitvinding vervolgens ging verkopen, is voorbij. Instituten, bedrijfsleven en overheid hebben elkaar hard nodig om innovaties te realiseren. Zo ook innovaties op het gebied van dijkmonitoring.’ Stichting IJkdijk is opgericht door TNO Informatie- en Communicatietechnologie, Deltares, NV NOM, Stichting IDL en STOWA.
Rijkswaterstaat Zeeland onderzoekt de maatregelen om de waterkwaliteit van de Grevelingen te verbeteren. Deze maatregelen zullen voor meer getij, dynamiek en waterdoorstroming in de Grevelingen moeten zorgen. De studie moet ook een beeld geven van de juiste locaties en grootte van nieuwe doorlaatmiddelen in de Brouwersdam. Herstel van het getij zou goed zijn voor het nu nog stilstaande zoute Grevelingenmeer. De toestand van het water is slecht: te weinig zuurstof, schimmelvlekken, overmatige algenbloei en ophoping van stinkende zeesla. Door een grotere waterdoorstroming als gevolg van meer getijwerking zal de waterkwaliteit aanzienlijk verbeteren.
Om de waterkwaliteit te verbeteren, moet er weer getij in de Grevelingen komen. Rijkswaterstaat onderzoekt de mogelijkheden. Grotere openingen in de Brouwersdam zijn misschien te combineren met een getijdencentrale. Het zou de eerste getijdencentrale in Nederland zijn.
nieuws
Bedrijven in de watersector hebben moeite om gekwalificeerd personeel te vinden. Het Netherlands Water Partnership hield daarom de afgelopen maanden een serie bijeenkomsten voor de sector over de toekomstige situatie op de arbeidsmarkt. Een gezamenlijke aanpak om jongeren voor de watersector te interesseren, is nodig.
Getijdencentrale Parallel aan de verkenningen van Rijkswaterstaat bestudeert het Zeeuwse energiebedrijf Delta NV samen met TU Delft de haalbaarheid van het opwekken van getijdenenergie bij verschillende varianten van doorlaten in de Brouwersdam. RWS bepaalt vervolgens weer de milieueffecten van een dergelijke getijdencentrale. Deze maand worden de eerste resultaten gepresenteerd en dit najaar moet het onderzoek klaar zijn.
meer informatie: Groenservice Zuid-Holland, Lennert Langerak, tel. (010) 298 10 10,
[email protected] www.zichtopdegrevelingen.nl
meer informatie:
Stichting IJkdijk, Wouter Zomer,
tel. (06) 224 042 60, (0570) 645 811,
[email protected], www.ijkdijk.nl
foto : natuur en recreatieschap de grevelingen
3 de water juni 2008
artist impression van de brouwersdam
‘Nederland als proeftuin voor innovaties is geweldig idee’
opinie
v.l .n.r. : annemieke nijhof, tom vereijken en suzanne hulscher
Je kunt vanuit verschillende invalshoeken naar innovatie kijken en het toch roerend met elkaar eens zijn: voor succesvolle innovatie zijn kennisnetwerken nodig waarin wetenschap, overheid en bedrijfsleven participeren. In Nederland komt die samenwerking steeds beter op gang, maar we zijn er nog niet, blijkt uit een gesprek dat De Water heeft met Suzanne Hulscher, hoogleraar waterbeheer aan de Universiteit Twente, Tom Vereijken, directeur van het Innovatie-bureau Watertechnologie, ondergebracht bij het Netherlands Water Partnership, en Annemieke Nijhof, directeur-generaal Water van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Een innovatiespecial moet welhaast vanzelfsprekend
geleden was ik betrokken bij het maken van een werk-
gesprekspartners wat zij onder innovatie verstaan.
uitdaging voor de ingenieurs was de sanering zodanig te
beginnen met een goede definitie, dus vragen we onze
plan voor het onderzoeksprogramma Bodemsanering. De
Suzanne Hulscher: ‘Innovatie is voor mij synoniem aan
vernieuwing, nieuwe dingen bedenken, in een toepassing gieten en verwerken, zodat je er geld mee kunt verdienen. Belangrijk is dat je vrij kunt denken, je buiten gebaande
paden kunt begeven.’ Ze voegt eraan toe dat het niet alleen een technische aangelegenheid is, maar dat er ook maatschappelijke aspecten aan vastzitten: ‘Er zijn ook innova-
versnellen dat het probleem binnen één generatie uit de wereld zou zijn. Na een jaar kwam de paradigma-
wisseling. Het tempo waarin de vervuiling zich in de
bodem verspreidt en afbreekt, is traag. Toen brak het idee door om eens te kijken wat voor onderzoek en kennis no-
dig zijn als je met natuurlijke dynamiek gaat werken. Dan
komen andere vragen en oplossingsrichtingen naar boven.’
ties die niet leiden tot iets wat kan worden vermarkt.’
‘de hele keten vanaf het prille begin – de irritatie waaruit
‘Positieve interactie leidt tot versnelling van innovatie’
is het zo goed’, zegt hij, ‘dat we innovatie in een program-
Nog te weinig wisselwerking
Annemieke Nijhof heeft weer een andere invalshoek:
van het Innovatieplatform. Ze ziet nog te weinig wissel-
Tom Vereijken verstaat onder innovatie het totale proces,
een idee ontstaat – tot en met het businessmodel’. ‘Daarom ma aanpakken waarbij de markt is betrokken.’
‘Voor mij heeft het te maken met het doorbreken van
eigen denkkaders. Anders tegen vraagstukken aankijken
met inzichten die elders zijn ontwikkeld.’ Combineren en verbinden is volgens Nijhof de crux, en dat in de grootst
mogelijke mentale vrijheid. Ze laat de term ‘paradigmawisseling’ vallen en geeft een voorbeeld: ‘Vijftien jaar
4 de water
Suzanne Hulscher is niet alleen hoogleraar, maar ook lid werking tussen wetenschappelijk onderzoek en wat de
markt vraagt. En dat terwijl positieve interactie volgens haar leidt tot versnelling van innovatie. ‘Als Innovatie-
platform denken we na over welke waterinnovatie voor
Nederland belangrijk is en of we die ook in het buitenland kunnen toepassen, waarbij we Nederland als een soort juni 2008
proeftuin zouden kunnen gebruiken. Bij de presentatie van het Tulpeneiland heb ik gemerkt hoe inspirerend zoiets kan zijn.’
Tom Vereijken heeft jarenlang in de watertechnologie
gewerkt. ‘Op een gegeven moment dacht ik: als er zoveel
waterproblemen zijn in Europa, is er dus ook veel markt. En hoe komt het dan dat er, terwijl we zo slim zijn met tech-
nologieën, zo weinig van die ideeën op de markt komen en echt bijdragen aan het oplossen van de waterproblemen?
Daar ben ik me meer op gaan richten. Op initiatief van het
Netherlands Water Partnership is later het European Water Partnership opgericht, waarvan ik voorzitter ben.’ Net als
Nijhof is Vereijken ervan overtuigd dat het combineren en
de klimaatverandering wordt door de maatschappij al
‘Verschillende krachten versterken elkaar. Elders in Europa,
niet verzinnen. Mijn droom is dat ik eraan kan bijdragen
verbinden van verschillende werelden leidt tot synergie.
in Duitsland en Frankrijk, zie je nu varianten van het NWP ontstaan. Zo krijg je innovatie.’
‘Het leren omgaan met onzekerheden is de grootste innovatie die nodig is’ Adaptief vermogen
Volgens Annemieke Nijhof is de overheid vooral bij waterinnovatie betrokken vanuit haar verantwoordelijkheid
voor een goed functionerend watersysteem. ‘We hebben
gauw naar het beleid gekeken, maar het beleid gaat die
wetenschappers, bedrijven en beleidmakers in Nederland en andere landen, die allemaal worstelen met die aan-
passingen, met elkaar te verbinden. Laat mensen in Delft, Dordrecht en Rotterdam maar proeftuinen creëren. Over vijf jaar codificeren wij als overheid wat daar is bedacht. Onze manier van beleid maken wordt daarmee anders.
Het beleid voor adaptatie van klimaatverandering moet innovatie niet in de weg staan.’
Suzanne Hulscher haakt daar op in. ‘Het heeft allemaal met mensen te maken en met netwerken. Een aantal
witte vlekken in onze kennisinfrastructuur. De Neder-
jaren geleden hebben we een onderzoek gedaan naar de
landse watersector, en ook de kenniswereld, is gericht op
veiligheid en kwaliteit, maar heeft nog weinig stilgestaan bij bijvoorbeeld rampenbeheersing. Ook moet de overheid zich afvragen wat vernieuwing belemmert. Wat functio-
neert niet goed? Hoe komt het dat we conservatief zijn in
onze organisatie en daardoor tegen institutionele barrières aanlopen? We zetten deze punten op de agenda en geven een impuls aan onderzoek, bijvoorbeeld door het aan-
wijzen van koploperprojecten. We willen graag samen met de markt en de kenniswereld werken, maar in de praktijk
milieueffecten van het weghalen van grote hoeveel-
heden zand. We hebben daar een model van gemaakt,
maar niemand wilde het hebben. We zijn toen gaan uitzoeken hoe dat kwam. Wat bleek? Er waren drie stromingen: de baggeraars wilden van niets weten, beheerder Rijks-
waterstaat was om onduidelijke redenen afhoudend en
alleen de milieuorganisaties vonden het prachtig. Maar tussen de onderzoekers en deze stromingen was geen interactie. Het gebrek aan interactie is nog steeds een
probleem. Wetenschappers worden afgerekend op hun productie en de hoeveelheid publicaties die ze op hun naam
hebben staan. Het ontbreekt hen aan een drijfveer om met maatschappelijke organisaties te gaan praten.’
‘Je kunt beter voorop lopen dan meelopen’ Mannen van de WIT
Gevraagd naar onze innovatiepositie ten opzichte van het
buitenland, zegt Hulscher: ‘Wij zijn uniek in het nadenken over beschermen tegen hoog water’, maar ze betwijfelt of
de grootschalige ingrepen uit het verleden, zoals de Delta-
werken, genoeg zijn om onze naam in de Verenigde Staten en China hoog te houden.
‘Innovatie leidt tot economische ontwikkeling’, is de
is dat ingewikkeld. Zoals in het geval van de Afsluitdijk,
waar het bedrijfsleven de vraag stelt hoe het zit met de in-
tellectuele eigendom als zij innovatieve ideeën inbrengen. Dan denk je als overheid wel even: “Oh jee”.’
Het leren omgaan met onzekerheden is de grootste in-
novatie die nodig is, meent Nijhof. ‘Wij leggen alles vast. Het adaptief vermogen zit nog niet in onze systemen.
Riolering leggen we bijvoorbeeld aan voor heel lange tijd, ook voor toekomstige generaties. Voor aanpassingen aan
stellige overtuiging van Tom Vereijken. ‘Je kunt beter
voorop lopen dan meelopen, en je moet al helemaal geen achterstand oplopen. “Polderen” helpt daarbij.’ Hij vertelt
over de mannen van de WIT (Watertechnologie Innovatie
Team), mensen uit de praktijk, die als innovatiemakelaars
kijken waar witte vlekken zijn en die proberen ideeën van wetenschappers en bedrijven te koppelen aan subsidie-
regelingen en wetgeving. Inmiddels is er een referentielijst met zo’n dertig projecten met een licentienetwerk. ‘Als je 5 de water juni 2008
is de kennis- en beleidsagenda te bepalen. Het tekent overigens innovatieve mensen dat ze belemmeringen nodig hebben om te kunnen doorpakken. Als iets gaat knellen, word je innovatief.’
Gewoon maar beginnen
Investeren in innovatie loont, maar deze stelling is moeilijk met harde cijfers waar te maken. Hulscher: ‘Het is nauwelijks te voorspellen wat innovatie kan opleveren. Moeten we bijvoorbeeld gaan nadenken over alternatieven om
energie op te wekken? Hoe duurder de benzine wordt, hoe meer draagvlak daarvoor ontstaat. De wetenschap heeft investeringen in innovatie alleen met behulp van wet- en
regelgeving probeert te stimuleren, kom je niet zo ver. Met een economische drive gaat het veel sneller. Ik probeer
randvoorwaarden te scheppen om sectoren bij elkaar te brengen. Dat Nederland een proeftuin voor innovaties
zou kunnen zijn is een geweldig idee. Maar het stagneert. Er is een intermediair nodig om de werelden van weten-
schap en bedrijven bij elkaar te brengen. Daarvoor kan een innovatieprogramma nodig zijn. Soms moet je het proces structureren, om meer potentie naar boven te halen dan wat er bij toeval uitkomt.’
de plicht ver vooruit te denken over waar we toekom-
stige generaties mee opzadelen. Dat geldt zeker ook voor
fysische processen en de gevolgen daarvan in de komende tien, vijftig, honderd of tweehonderd jaar. Nu investeren
in oplossingen is veel goedkoper dan als je dat later doet. Zo’n soort onderbouwing is wel nodig. Precies voorspel-
len is niet mogelijk, dus begin gewoon en bouw intussen modellen.’
Vereijken valt Hulscher bij. ‘Vaak ontstaat innovatie door
maar gewoon te beginnen. Gaandeweg krijg je dan impul-
sen en ideeën. Door signalen uit de haarvaten op te pikken en in het proces mee te nemen, krijg je een dynamiek die
zichzelf in stand houdt. We moeten mensen koesteren die
Boeket van ideeën
Volgens Vereijken zijn randvoorwaarden voor succesvolle innovatie dat je een gemeenschappelijk doel hebt en
een gemeenschappelijk probleem, bijvoorbeeld waterschaarste. Maar Nijhof gelooft niet in één groots, mee-
op deze manier over grenzen heen kijken.’ Hulscher noemt het voorbeeld van de Spaanse architect Gaudi: ‘Het is niet eens zozeer knap wát hij heeft gebouwd, maar dát hij het voor elkaar heeft gekregen.’
slepend concept, wel in een boeket van ideeën, en bovenal
Hoogst genoteerd
elkaar kunnen krijgen. ‘Als je probeert een gemeenschap-
teerd? Vereijken houdt een pleidooi voor innovatieve
in mensen die vanuit een persoonlijke drijfveer veel voor pelijk doel te bereiken, ontstaat veel discussie over dat
doel. De partijen die nu werken aan de ontwikkeling van
de Afsluitdijk en het IJsselmeer, zijn niet zozeer geïnteresseerd in één doel of een gemeenschappelijk beeld, maar
wel in positieve veranderingen: voor elk wat wils dus. Voor de overheid is dus de vraag: als adaptatie een maatschappelijke opgave is, kunnen we dan een programma orga-
niseren dat verbindingen tot stand brengt? De overheid
heeft geld beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van
publiek-private kennisnetwerken in ‘Kennis voor Klimaat’. Als die netwerken er eenmaal zijn, is het geld niet meer
nodig. Dat is de gedachte achter impulsprogramma’s zoals Leven met Water. Onder de noemer van dat programma
vinden op allerlei schaalniveaus ontwikkelingen plaats:
regionaal, lokaal en zelfs op perceelsniveau. Ook dat zijn cruciale innovaties.’
Welke waterinnovatie staat bij de drie het hoogst genoontwikkelingen gericht op Oost-Europa. ‘Veel mensen in Oost-Europa hebben geen drinkwater en sanitaire
voorzieningen. Daarvoor zou ik Nederlandse technologie willen inzetten. Het Nederlandse MKB ziet Oost-Europa
als een risicovolle markt. Een waterfonds voor innovatieve projecten in die regio kan die vrees misschien wegnemen. Nu ligt de kans er, over een paar jaar zijn er kapers op de kust, bijvoorbeeld Franse bedrijven die dan verouderde, want goedkope technologie op de Oost-Europese markt zullen loslaten.’
Hulscher vindt de zandmotor ‘geweldig’ en wil graag na-
denken over de multifunctionele infrastructuur die mogelijk is op een nieuw eiland in zee. Ook Nijhof aarzelt geen
moment met haar antwoord: ‘De zoetwatervoorziening in
West-Nederland. Dat probleem wordt eerder acuut dan dat van de kustbescherming. De tijd dringt en er zijn veel in-
novaties nodig, technische, maar vooral ook institutionele.’
Belemmeringen
‘Innovaties komen in de haarvaten van de samenleving
IB/RB
de overheid openstaat voor signalen die aangeven dat
meer informatie:
tot stand’, zegt Nijhof , ‘en daarom is het zo belangrijk dat dogma’s en regelingen innovatiekansen belemmeren.
Want dat gebeurt vaak. Ik schat in dat tachtig procent van veranderingen voortkomt uit tekortkomingen van het
bestaande beleid en slechts twintig procent uit toekomstverkenningen. Met de klimaatverandering maak ik voor
het eerst mee dat een toekomstig vraagstuk écht in staat
Universiteit Twente, Suzanne Hulscher, tel. (053) 489 42 56,
[email protected] Netherlands Water Partnership, Tom Vereijken, tel. (015) 215 18 83,
[email protected] DG Water, Annemieke Nijhof,
[email protected]
6 de water juni 2008
Van particulier tot rijksoverheid, het lijkt wel of iedereen wat wil met de Afsluitdijk. Het kabinet maakte er zelfs een icoon van voor innovatie, duurzaamheid en economische ontwikkeling. In 2009 wordt een kabinetsbesluit voorbereid over de toekomst van de dijk. Hoe kunnen alle wensen en ideeën over innovatie en ontwikkeling daarin tot ieders tevredenheid worden uitgewerkt? Een uitdagende opgave, die vraagt om een onconventionele aanpak. De Afsluitdijk is één van de weinige door mensenhanden
toe: ‘De dijk voldoet nu niet aan de veiligheidsnorm. Boven-
kunt waarnemen. Daarmee spreekt hij tot de verbeelding.
adequaat te kunnen blijven spuien wanneer de rivieren
gemaakte objecten op de wereld die je vanuit de ruimte
dien zijn maatregelen nodig om overtollig IJsselmeerwater
Tot voor kort vooral bij buitenlanders, maar sinds enige
IJssel en Vecht extremere hoeveelheden water aanvoeren,
tijd staat de dijk ook bij Nederlanders weer volop in de
terwijl de zeespiegel stijgt. Tegelijkertijd verzamelde de
belangstelling. Eind vorig jaar startte het onderzoek naar
provincie Friesland in het kader van het toekomstdebat
de integrale verbetering van de Afsluitdijk, onder leiding
Fryske Fiersichten (Friese Vergezichten) enkele honderden
van een projectteam waaraan de provincies aan weerszij-
ideeën van particulieren en bedrijven voor de langere
den van de dijk deelnemen. Rijkswaterstaat (RWS) trekt
het project, in opdracht van DG Water. De bestuurders van beide provincies en de gemeenten Wieringen en Wûnseradiel – verenigd in een stuurgroep onder leiding van de
termijn. Een flink aantal daarvan bleek te gaan over de
Afsluitdijk: voorstellen over duurzame energie, mobiliteit,
recreatie en toerisme, wonen en export van kennis. Het kabinet benoemde de Afsluitdijk in zijn Watervisie tot icoon
staatssecretaris van VenW – willen rond de jaarwisseling
maximaal vijf uitvoerbare integrale visies op de Afsluitdijk en omgeving aanbieden aan het kabinet. Deze vormen de
basis voor de visie die vanaf 2011 kan worden gerealiseerd. Een denktank, voorgezeten door Ed Nijpels, adviseert de
van duurzaamheid en economische ontwikkeling. Het
Innovatieplatform onder leiding van minister-president Balkenende besloot om hiervan een speerpuntproject te maken van waterinnovatie.’
bestuurders en fungeert als aanjager voor innovaties.
Innovatiegehalte van een 75-plusser
aanleiding tot het project: ‘De Afsluitdijk moet op korte
Aan de ene kant is er de Afsluitdijk zelf: een innovatie van
Innovatie uit zich op verschillende niveaus in het project.
De ambities en de druk zijn dus hoog. Nijpels over de
termijn worden versterkt, om het achterland duurzaam
veilig te houden. We geven daar zo’n 750 miljoen euro aan uit. Hier ligt natuurlijk een geweldige kans om daar meer mee te doen dan alleen de traditionele versterking.’ Wim
Leenderste, RWS-procesmanager van het onderzoek, licht
formaat toen die 75 jaar geleden werd aangelegd. Aan de andere kant is het doel van het project als geheel om te leren hoe innovatie te stimuleren. Daartussenin zijn er
de soms zeer verrassende en vernieuwende individuele concepten, die de afgelopen tijd zijn gegenereerd. Het 7 de water juni 2008
achtergrond
Innovatieambities voor de Afsluitdijk zijn hoog
functies toevoegen aan de dijk, zoals wonen of energiewinning, terwijl je ook de cultuurhistorische waarde ervan
behoudt?’ Ook bij het verzamelen van ideeën bleek het niet voor iedereen eenvoudig om zijn oordeel voor zich te hou-
den. ‘Sommige collega’s had ik wel ducttape over de mond
willen plakken’, verzucht Leendertse. De neiging om ideeën meteen te verwerpen, kon gelukkig worden onderdrukt.
Nijpels: ‘Juist doordat er geen vooropgesteld plan was, heb-
ben we nu een stortvloed aan mogelijke ideeën verzameld.’ Achteraf blijken ze elkaar ook nog aan te vullen.
illustratie : witteveen + bos
impressie van een osmosecentrale in de afsluitdijk. door zoet en zout water via membranen met elkaar in contact te brengen, wordt elektriciteit
Marktverkenning
zout-zoetovergang tussen waddenzee en ijsselmeer.
zet. Nijpels: ‘We hebben de markt gevraagd om maximaal
In de huidige fase van het project is vooral de markt aan
opgewekt. het brakwater dat vrijkomt draagt bij aan een ‘zachtere’
acht integrale plannen voor de Afsluitdijk uit te werken en
opnemen van enkele van deze ideeën in een integrale visie voor de Afsluitdijk, zodanig dat ze uitvoerbaar zijn, elkaar onderling versterken en als (internationale) voorbeelden
fungeren, zou een volgende innovatie kunnen zijn. ‘De belangrijkste innovatie voor dit moment is de procesaanpak van het project’, aldus Nijpels. ‘Door samenwerking een
kans te geven, kan een geweldig creatief proces ontstaan.’
de haalbaarheid en betaalbaarheid daarvan aan te geven.’
De verzamelde ideeën dienen daarbij als een soort toolbox. Leendertse: ‘De plannen moeten voldoen aan de mini-
mumeisen en de ambities. Daarbij moet het bedrijfsleven
voorstellen doen voor het publiek-private vervolgproces en de planning, en een inschatting geven van de globale ef-
fecten. Parallel aan deze marktverkenning werken we een
kaal plan uit, alleen gericht op invulling van het program-
In het project werken verschillende overheden dan ook
ma van eisen. Dat kan als een soort referentiealternatief
nauwer samen met het bedrijfsleven dan de gewoonte is.
Vanaf de start – veel vroeger dan gebruikelijk – zijn er mo-
gelijkheden voor deelname van het publiek en het bedrijfsleven. Nijpels is blij dat hiervoor is gekozen en constateert: ‘De betrokken ambtenaren en organisaties gaan goed om met deze nieuwe manier van werken.’ ‘Een traditionele
aanpak, dat is ingebakken ellende’, vindt Leendertse. ‘Door
de regio’s, het publiek en het bedrijfsleven vanaf het begin te vragen om mee te denken, willen we ervoor zorgen dat
gelden.’ De resultaten worden eind deze zomer voorgelegd aan de denktank. Nijpels: ‘Dan adviseren we welke visies
het best kunnen worden uitgewerkt. Eind dit jaar adviseren we mogelijk ook over een slimme procedure voor de
uitvoering, zodat die voortvarend kan worden opgepakt.
Het moet niet zo zijn dat de uitvoering verzandt in eindeloze besluitvormingstrajecten.’ De bestuurgroep verbindt daaraan dan weer conclusies voor de besluitvorming.
ideeën van anderen ook echt de plek krijgen die ze verdie-
Balanceren op het slappe koord
als RWS niet zonder meer vanzelf gaat, heeft Leendertse
het project is competitie tussen bedrijven dan ook belang-
nen.’ Dat dit binnen een organisatie met een rijke traditie
Competitie daagt uit om het beste naar boven te halen. In
rijk, maar dat kan op gespannen voet staan met – minstens
intussen ondervonden.
even belangrijk – respect voor intellectueel eigendom.
Uitstel van oordeel
Leendertse: ‘Afspraak is dat alle creativiteit eigendom van
‘De afgelopen tijd hebben we besteed om ideeën van het
de bedenker blijft en dat vertrouwelijk wordt omgegaan
publiek en het bedrijfsleven te bundelen. Daarnaast heb-
ben we als overheden onderling een programma van eisen uitgewerkt – waaraan een integraal ontwerp minimaal moet voldoen – en wat onze aanvullende ambities zijn.’
met informatie die in het project wordt verzameld. Het is
namelijk nog onduidelijk hoe een integrale visie eruit ziet
die we vanaf 2011 kunnen gaan uitvoeren. Dat beeld tekent zich nu geleidelijk af, aan de hand van concrete uitwer-
Leerpunt uit deze fase is voor Leendertse hoe belangrijk,
kingen. Alle mogelijke ideeën zijn daarvoor relevant, maar
maar vooral hoe moeilijk het is om niet meteen te oor-
in de loop van het project vallen er ook weer ideeën af. De
delen, maar om creativiteit, innovatie en integratie een
bedenkers daarvan moeten ervan verzekerd zijn, dat ze dan
kans te geven. Het formuleren van de gezamenlijke
nog steeds eigenaar zijn.’ Daar staat ook wat tegenover.
ambities en het programma van eisen lukte volgens hem
Nijpels: ‘Het is een uniek project. De visie die uiteindelijk
aardig op een hoog abstractieniveau, zoals versterking
wordt gerealiseerd, vormt een visitekaartje voor de beden-
van ‘natuurwaarden’ en van ‘regionale landbouw’. Maar
kers en voor Nederland.’
bij concretisering kwamen allerlei tegenstrijdigheden
bovendrijven. Leendertse: ‘Voor natuur zijn bijvoorbeeld
MvN
landbouw langs het IJsselmeer heeft zoetwater nodig. We
meer informatie:
geleidelijke zoet-zoutovergangen gewenst, maar de
waren geneigd hierover als overheden onderling naar
compromissen te zoeken, maar we hebben ervoor gekozen
om de tegenstellingen als dilemma’s te laten voortbestaan. We dagen nu de markt uit om daarvoor innovatieve oplossingen te vinden. In hoeverre kun je bijvoorbeeld nieuwe
8 de water
RWS IJsselmeer, Wim Leendertse, tel. 06 51 57 28 47,
[email protected] DG Water, Els de Wit, tel. (070) 351 85 05,
[email protected] Zie ook www.waterland.net/afsluitdijk
juni 2008
]
gedeputeerde economie, duurzaamheid en waterveiligheid provincie noord-brabant
bas verkerk
De noodzaak om een gezamenlijk belang na te streven – veiligheid tegen water – leidde tot een ijzersterke traditie: het polderen. Polderen staat nu gelijk aan eindeloos praten zonder resultaat. Waarom het misgaat? Elke partij kijkt vanuit haar perspectief naar ‘het’ probleem en komt met haar oplossing. We knippen gemakshalve een groot dilemma op in kleine, schijnbaar makkelijker op te lossen brokjes. Ook de overheid. Ieder bouwt zijn eigen dijkje. Niet het principe van het polderen is daaraan debet, maar wij zelf. We kunnen of durven het polderen niet toe te passen op de zeer complexe problematiek van vandaag. Laten onze voorvaderen ons voorbeeld zijn; die
Het gaat niet vanzelf
Een stelling die ik als bestuurder van harte onderschrijf. Willen we de complexe vraagstukken doelmatig en creatief aanpakken, dan moet de traditionele verzuiling binnen de overheidsapparaten worden doorbroken. Waterkader Haaglanden probeert bestuurlijke integratie in praktijk te brengen. Dat gaat niet vanzelf. Het is eerst nodig om de verschillende opgaven in een gebied met elkaar te verbinden. Er moeten gezamenlijk kwalitatieve ambities worden bepaald. In Haaglanden doen we dat in zogenaamde proeftuinen (polders), waar we de wateropgave combineren met bijvoorbeeld herstructurering
van de glastuinbouw, herinrichting van stedelijk gebied en blauwe diensten in het groen. Met financiële steun van Verkeer en Waterstaat stimuleren we innovatief werken. In technische zin is al een scala van oplossingen voorhanden, maar hoe krijg je het organisatorisch, bestuurlijk en financieel voor elkaar? Daar ligt de grootste uitdaging voor dit vraagstuk, dat overigens niet alleen over water gaat. In onze regio worden energie, een schoon milieu en ruimtelijke kwaliteit in één beweging meegenomen. Daar heb je integratie en samenwerking op alle niveaus voor nodig. En dat vraagt inderdaad om sterke bestuurders met een breed blikveld.
durfden hun eigenbelang ondergeschikt te maken aan het gezamenlijk belang. Om in ons volle land tot succesvolle oplossingen te komen, is het nodig de ruimtelijke én geestelijke vrijheidsgraden groot genoeg te nemen. Het kost veel tijd om eerst de complexiteit echt te begrijpen en dan pas creatieve, niet-conventionele oplossingen te genereren. Moeilijk voor watergerelateerde instanties, waar het de cultuur is problemen zelf op te lossen! En voor bestuurders, die kortetermijndenken tot kunst hebben verheven. Dit vereist visie, durf om problemen vroegtijdig en in volle omvang op te pakken. En een kaderstellende overheid als regisseur van het proces.
Integraliteit maakt projecten meer de moeite waard
In Brabant werken provincie, waterschappen en gemeenten al jaren integraal en gebiedsgericht aan waterprojecten, zowel in het landelijk als het stedelijk gebied. Water zien we namelijk vaak als een stimulerende factor en de drager voor de uitvoering van projecten. Zowel in kwalitatieve als in kwantitatieve zin. Kwantitatief, bij de gezamenlijke bestrijding van overlast en onveiligheid. Kwalitatief, in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water. Water heeft in Brabant een belangrijke plaats naast andere belangen die in een gebied spelen, zoals economie, mobiliteit, recreatie, ecologie, landbouw, maar ook in stedelijke milieus.
9 de water juni 2008
Ik denk dat door de integraliteit projecten niet simpeler worden in de planvorming en uitvoering, maar wel veel meer de moeite waard. Dit kan betekenen dat een aantal projecten wellicht later tot stand komt dan gepland en dat niet elke subdoelstelling voor elk milieucompartiment altijd voor 100 procent wordt bereikt. Maar als provinciaal bestuur streven we juist optimalisatie van het integrale projectresultaat na. Integraal werken duurt wellicht langer, maar per saldo is de oplossing duurzamer, effectiever en dus meer de moeite waard. Hierbij zie ik ook een belangrijke rol voor bedrijven. Zij kunnen innovatie en duurzaamheid benutten als economische kans om slimme integrale oplossingen te bedenken.
stelling
Voorvaderen tot voorbeeld
annemarie moons
arike tomson
secretaris-directeur waterschap noorderzijlvest
‘Water moet zijn plaats vinden in interactie met domeinen als gebiedsontwikkeling, recreatie, toerisme en mobiliteit. Elk domein kent eigen organisaties, procedures en beleid. Bestuurders voelen zich genoodzaakt de strijd aan te gaan met collega’s uit andere domeinen. Deze strijd blijkt echter nauwelijks te winnen. Het thuishonk van de bestuurders is hun gevangenis geworden. Wat we nodig hebben, is bestuur dat integratiegericht werkt. De nieuwe bestuurders moeten snelle en slimme allianties bouwen en hun ambtenaren opdragen gezamenlijke, meervoudige oplossingen te (laten) maken, die vele doelen integreren en maatschappelijk enthousiasme losmaken.’ Dat stelt Geert Teisman, hoogleraar bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit en wetenschappelijk directeur van de stichting Leven met Water.
burgemeester van delft voorzitter stuurgroep waterkader haaglanden
[
Een hoogwaardige behandeling van water vergt aanzienlijke bestuurlijke innovatie
foto : bosk alis
aan de rand van het nationaal park de biesbosch heeft boskalis 150 hectare landbouwgrond herschapen in een natuurgebied, dat bij hoogwater ruimte biedt aan de rivier
Innovatie in de waterbouw:
Ontwerpen met de natuur
achterrond
Het milieu moet er beter van worden als er weer eens een haven wordt uitgebreid. Dat is het principe achter het programma Building with Nature waarin baggeraars en biologen, ambtenaren en ingenieurs zich hebben gevonden. Rijke Dijk – een innovatieproject van Rijkswaterstaat – is een van de thema’s in dit publiek-private project. Ook wordt gekeken hoe je in havens ‘hangplekken voor vissen’ kunt maken. Of hoezeer koraal te lijden heeft van baggerwerkzaamheden en wat daaraan is te doen. ‘De directe aanleiding voor dit programma was onze teleur-
het ook zoeken in innovaties op milieugebied.’ En daar schort
Nederland niet doorgingen of vertraging opliepen. Neem de
kunt in Delft allerlei specialisaties aan je studie toevoegen,
stelling dat enkele grote waterbouwkundige projecten in
het aan bij de opleiding van de weg- en waterbouwers. ‘Je
containerterminal in Vlissingen en van recenter datum de
maar de richting ecologie en waterbouw ontbreekt.’
Tweede Maasvlakte’, zegt Frank Verhoeven, groepsdirecteur van Boskalis. ‘We hebben als bedrijf in beide projecten vele
Milieuonderzoek
oordeelde de Raad van State dat er iets niet in orde was met
dieproject op te zetten. Daartoe werd contact opgenomen
Als volgende stap nam Boskalis het initiatief om een stu-
uren aan voorbereidingen gestoken. Maar in beide gevallen
met collega-baggerbedrijf Van Oord en met het ministerie
de milieu-effectrapportage of dat er niet aan de eisen was
van Economische Zaken. ‘Wij wilden eens praten over het
voldaan. Hoe dan ook, de zaak stagneerde enorm. We zijn
anders opzetten van het fundamenteel onderzoek gericht op
toen tot de conclusie gekomen dat er grote behoefte is aan
baggertechniek dat in Delft wordt uitgevoerd en dat wij als
duidelijke richtlijnen en normen op het gebied van ecologie
en waterbouw. Eisen op het gebied van natuur en milieu zijn
nog te vaak onvoldoende onderbouwd.’ Een recent voorbeeld is de discussie rond het woord ‘significant’ in de Natura
inmiddels een lange reeks van kennisinstituten, ingenieurs-
plan tegen te houden.’
bureaus en overheidsinstellingen heeft aangesloten die ook
Bij die vaststelling wilde Boskalis het niet laten. ‘We zijn ons in de materie gaan verdiepen en kwamen tot de conclusie
dat wij als baggeraar er met technische innovaties alléén niet staat om precisiewerk te leveren en zo min mogelijk vertroe-
10 de water
veel uitgebreider onderzoek te gaan doen op het gebied van onderzoeksprogramma Building with Nature, waarbij zich
het biedt een bezwaarmaker wel de mogelijkheid om een
beling te veroorzaken, maar dat is niet genoeg. We moeten
sloten om, gebruikmakend van dit samenwerkingsverband,
ecologie en waterbouw.’ Uiteindelijk heeft dat geleid tot het
2000-wetgeving. ‘Niemand die nog weet wat dat is. Maar
komen. Onze baggerschepen zijn dan tegenwoordig wel in
baggeraars financieel ondersteunden. We hebben toen be-
financieel bijdragen. Voor de komende vijf jaar beschikt de overkoepelende organisatie, Ecoshape, over een budget
van 27,5 miljoen euro, waarvan het rijk de helft voor zijn rekening neemt.
juni 2008
Omslag
ker manier kunt beschermen en hoe je de bestaande natuur
with Nature is dat milieu een geïntegreerd onderdeel van het
hoeveel vertroebeling van het water koraal eigenlijk kan
Het vernieuwende aan het onderzoeksprogramma Building ontwerp van waterbouwkundige projecten wordt. Verhoeven: ‘Vroeger maakte je eerst een ontwerp voor laten we
kunt stimuleren. Een belangrijk onderwerp is bijvoorbeeld
hebben. Er is al wel veel onderzocht over koraal, maar juist dat effect niet. Als je dat weet, kun je eindelijk de richtlijn
zeggen de Maasvlakte en achteraf toetste je dan of het mi-
dat koraal moet worden beschermd, concreet maken door te
lieutechnisch in orde was. Nu houden we al vanaf het begin
zeggen: “Als je met die en die techniek baggert, veroorzaak
rekening met milieu en natuur.’
‘Het gaat zelfs nog verder’, vult Jan van de Meene, programmamanager van Ecoshape, aan. ‘We geven in het ontwerp
ook aan welke kansen we voor de natuur kunnen creëren als we een bepaald project uitvoeren.’ Als voorbeeld noemt hij het verder ontwikkelen en toepassen van het concept Rijke
je slechts zoveel vertroebeling en dat vormt geen bedreiging voor de koraalriffen.”’
In alle gevallen is de werkwijze zo dat er voorspellings-
methoden zullen worden ontwikkeld. Van de Meene: ‘Dat
doen we door eerst wereldwijd te inventariseren wat er op
dit gebied allemaal al aan onderzoeksresultaten ligt. Verder
Dijk. ‘De dijken in de delta kunnen zó worden bekleed dat
gaan we projecten die nu worden uitgevoerd of binnenkort
allerlei organismes zich er kunnen vestigen. Heb je eenmaal
van start gaan, monitoren. Daarnaast gaan we in de vier
van dat kleine grut, dan komen daar vissen en vogels op af.
eerder genoemde praktijkgevallen gewoon aan de slag: op
Zo kun je van een kale dijk een rijker ecosysteem maken.’ En
dan is er nog de hangplek voor vissen. ‘Kademuren in havens waren tot voor kort niet meer dan een afmeerplek voor zeeschepen. Maar met een paar eenvoudige ingrepen kun je de ruimte tussen de kade en de meerpalen zo inrichten dat vis-
sen zich er happy voelen. Juist op een overgang van zout naar
basis van gedegen onderzoek creatieve oplossingen aandra-
gen. De kennis die zo wordt vergaard, zal worden gebruikt bij toekomstige projecten, waar ook ter wereld. Want ook al is
elke plek anders, havens worden vaak aangelegd in delta’s en die hebben toch ook weer veel gemeenschappelijks.’
zoet water zijn zulke plekken belangrijk, want daar kunnen
Wereldtentoonstelling
heden.’ Uitgevoerd zijn deze ideeën nog amper, maar volgens
nog geen uitkomsten te melden, maar Verhoeven en Van de
trekkende vissen zich aanpassen aan de andere omstandigVan de Meene liggen de schetsen klaar. ‘Ik noem het als
voorbeeld van wat je krijgt als je ecologen en waterbouwers naast elkaar zet. Tot voor kort wisten zij niet van elkaar wat
Zo kort na de start van het onderzoeksprogramma zijn er
Meene verwachten volgend jaar toch al wel met resultaten te kunnen komen. Verder is het de bedoeling dat er de komende jaren op wetenschappelijke congressen verslag zal worden gedaan van de bevindingen. Uiteindelijk willen de deel-
ze deden, nu komen ze tot praktische oplossingen.’
nemers aan Building with Nature dat Nederland weer voorop
Vier onderzoeksgebieden
gaat lopen in de wereld, met aansprekende waterbouw-
In eerste instantie richt Building with Nature zich op vier
kundige projecten waar milieu en bouwwerk op natuurlijke
praktijkgevallen, waarvan drie in Nederland: de zuidweste-
wijze met elkaar zijn verweven en waar buitenlanders graag
lijke delta, de Hollandse kust en het IJsselmeer en Marker-
naar komen kijken.
meer. Verhoeven: ‘Bij de Hollandse kust bijvoorbeeld speelt
Als voorproefje is Building with Nature tot hoofdthema ver-
de vraag of je de zandsuppletie op een veel grotere schaal
klaard van de Nederlandse bijdrage aan de Wereldtentoon-
kunt uitvoeren. Door ergens grote hoeveelheden zand op te
spuiten die de zee vervolgens zelf mag versjouwen. Wij kijken
stelling in Zaragoza deze zomer.
nu hoe we de bult zo neer kunnen leggen dat de natuur
WvW
zoeksgebied is Singapore. ‘Ook daar bestaan plannen om de
meer informatie:
ruimte en nieuwe mogelijkheden krijgt.’ Het vierde onder-
haven uit te breiden en nieuw land in zee te maken. Dat zou
ten koste kunnen gaan van koraalriffen en mangrovebossen, maar wij onderzoeken nu, hoe je de oevers op een natuurlij-
Boskalis, Frank Verhoeven,
[email protected] Ecoshape, Jan van de Meene,
[email protected] www.ecoshape.nl
foto : bosk alis
de supermoderne sleephopperzuiger coastway
11 de water juni 2008
foto : beeldbankvenw.nl
het ijsselmeer. ideeën voor een kwaliteitsimpuls
opinie
‘Het gaat erom partijen in beweging te krijgen’
Bij innovatie wordt al snel gedacht aan technische vernieuwingen, maar kunnen technische experts ook vernieuwend omgaan met hun omgeving? Soepel schakelend naar bestuurders en de burgers die het raakt? Communicatie en burgerparticipatie lijken ingeburgerde begrippen, maar in de praktijk van samenwerken valt nog veel te leren. Het programma Leven met Water probeert de disciplines uit het waterbeheer, de ruimtelijke ordening, wetenschap en praktijk aan elkaar te koppelen. Om te komen tot creatieve oplossingen die werken in de praktijk. Als katalysator bij vernieuwingen.
‘In het waterbeheer praten we over vierkante meters wa-
Goed bevragen
terberging en kubieke meters afvoer, maar het belangrijkst
‘Wanneer je het water de ruimte wilt geven, heb je met veel
Satijn, directeur van het kennisimpulsprogramma Leven
de waterwereld staan velen nog wat onwennig tegenover
zijn eigenlijk de centimeters tussen de oren!’ Zo begint Bert met Water, zijn verhaal over hoe je het water vernieuwend
een plek moet zien te geven. ‘Ingenieurs zijn sterk in feiten en modellen over het waterbeheer’, analyseert Satijn,
krijgen op hoe mensen water beleven.’ Satijn geeft aan
dat we moeten beseffen dat iedereen daar een eigen beeld perceptie van de Afsluitdijk bijvoorbeeld speelt een enorme
ook andere zaken aan de orde: natuur, biodiversiteit, eco-
rol bij de besluitvorming over de toekomstige invulling van
nomie, landbouw, recreatie. Alle sectoren spelen een rol.
de ruimte rond die dijk.’ En behalve verschillen in beleving
Water moet zijn plek in de ruimtelijke ordening, zoals het
spelen er ook verschillende belangen. Satijn: ‘Wanneer je
Nationaal Bestuursakkoord Water die wil, dus delen met
naar oplossingen zoekt voor een probleem is het zaak om
die andere. En daar gaat het nog vaak fout, want waterbe-
alle betrokkenen goed te bevragen. Zo kom je tot een even-
heerders zijn daar niet goed in. Dat komt door hun lange
traditie als verdedigers tegen het water. Eeuwenlang heb-
ben die ingenieurs dat uitstekend gedaan. De dijken waren hún domein. Bij het vinden van ruimte voor water hebben
de waterbeheerders nu echter met meer partijen van doen. Naast veiligheid speelt ook de ruimtelijke kwaliteit een
wichtige oplossing die rekening houdt met de uiteenlopende beleving en belangen. Dat kost weliswaar tijd, maar die verdient zich later dubbel en dwars terug. Doe je dat niet, dan gaan partijen dwarsliggen als het bij hen niet goed voelt en verzeil je in trage gerechtelijke procedures.’
Eén van de onderzoeksprojecten van Leven met Water die
rol en dat betekent dat anderen ook invloed krijgen op dat
hieraan specifiek aandacht geven, is het project Water-
domein. Ook als het gaat om de lange termijn. Dat vraagt
tekens. Dit project biedt waterbeheerders in de praktijk bij
om vooruitdenken, zoals over de contouren voor de ruimtelijke ordening. Veel waterbeheerders zijn daar nog niet
aan gewend.’ Het besef dat het anders moet, breekt volgens Satijn intussen wel door, maar van een doorbraak durft hij
communicatie. Ze weten niet goed hoe ze grip kunnen
bij heeft. ‘Dat is niet in een model te vangen’, zegt hij. ‘De
‘maar bij het gesprek met de gebiedsbeheerders komen
nog niet te spreken.
mensen te maken’, zegt Satijn. ‘In de technisch georiënteer-
een aantal cases een helpende hand bij de communicatie
met belanghebbenden en omwonenden over hun belangen en beleving. In een leergemeenschap worden ervaringen uitgewisseld. Op grond van die ervaringen wordt dit jaar
een handreiking opgesteld die ook anderen straks kunnen gebruiken. 12 de water
juni 2008
Leven met Water
Leven met Water is een kennisimpulsprogramma dat meewerkt aan veranderingen in het waterbeheer. Kernpunten zijn:
• Water zijn nieuwe plek geven;
• Stimuleren van innovatief waterbeheer; • Versterken van de kennisinfrastructuur.
Leven met Water opereert op het grensvlak van weten-
schap en praktijk, van water en ruimte en van bèta- en gammadisciplines. Het programma loopt van 2004 tot en met 2009 en geeft met meer dan tachtig onder-
zoeksprojecten mede uitvoering aan de kennisagenda
van het Nationaal Bestuursakkoord Water. Het kabinet draagt hieraan 22 miljoen euro bij. Het totale budget bedraagt 48 miljoen euro. Binnen Leven met Water
werken de partners van het Bestuursakkoord Water,
kennisinstellingen, hogescholen, universiteiten en het bedrijfsleven samen. Ook zijn er nauwe contacten met Habiforum, Delft Cluster, Klimaat voor Ruimte en het Innovatienetwerk Groene Ruimte en Agrocluster.
Bestuurlijk schakelen
Goed luisteren naar de omgeving is niet het enige, de opstelling in het bestuurlijke proces speelt ook een belang-
Verankeren
rijke rol bij de besluitvorming. Satijn: ‘Je hebt vrijwel altijd
Het aantal voorbeelden van Leven met Water-projecten
een vroeg stadium samenwerking zoeken om het water-
en benutten, is inmiddels legio. De klimaatadaptatie legt
met andere niveaus te maken. Tegenwoordig moet je al in
belang te koppelen aan andere ontwikkelingen. Daardoor is de bestuurlijke opgave voor de waterbeheerder com-
plexer geworden. Je ziet ook dat er soms nog knarsetan-
dend wordt geschakeld tussen de verschillende lagen in de organisaties. Aan soepel meeschakelen schort het nog wel eens. Veel dijkgraven hebben daar wel oog voor, maar an-
dere niveaus in de organisatie hebben er soms nog moeite mee. Het vraagt om een andere opstelling. De kunst is om hen mee te krijgen naar de “dansvloer”.’
waarin partijen samen nieuwe kennis ontwikkelen, delen extra gewicht in de schaal wanneer het gaat om resultaten. Satijn constateert dat er in de afgelopen vier jaar veel is
gebeurd. ‘Plannen zijn in uitvoering genomen, maar veel
werk zal in 2009 nog niet af zijn. Het is daarom zaak het ge-
dachtegoed van Leven met Water te verankeren voor de toe-
komst. De eerste tekenen van duurzame structuren zie ik al, onder meer bij HBO’s en universiteiten. Ook de STOWA ziet voor zichzelf een rol om kennisintegratie en de doorwer-
king daarvan op de agenda te houden.’ Satijn benadrukt de noodzaak om de kennisinfrastructuur te versterken.
De dansvloer is een geliefde metafoor van Satijn voor
‘Je hebt daarbij de wetenschap nodig, maar ook advies-
interactie tussen de domeinen. ‘Het gaat erom partijen in
bureaus en mensen uit de praktijk. Het gaat om een zoda-
beweging te krijgen’, zegt hij. ‘Neem het IJsselmeer. Dat is
nige samenwerking binnen de gehele keten dat we van
in de loop der jaren veranderd in een saaie plas met zeer
troebel water. De natuurwaarde en waterkwaliteit staan
behoorlijk onder druk. Op particulier initiatief zijn ideeën
ontwikkeld voor een kwaliteitsimpuls met daarbij een routekaart om tot een andere inrichting te komen. De private
partijen staan hier al op de dansvloer. Voor Leven met Wa-
ter is het de kunst om nu ook de overheden aan het dansen te krijgen.’ Volgens Satijn is het belangrijk dat partijen bij
die ontmoeting niet hun eigen domein afgrendelen. ‘Natu-
ra 2000 bijvoorbeeld’, zegt Satijn, ‘is eigenlijk een vierkante
elkaar leren en elkaar begrijpen. Zodat het meerwaarde
geeft.’ Satijn constateert ook dat we er nog niet zijn: ‘Je ziet dat implementatie van plannen in de praktijk vaak toch
nog blijft steken op oude structuren. Er wordt niet meege-
danst. Partijen vallen dan terug in hun oude rol. Daarom is
het nodig ook energie te steken in kennisontwikkeling over implementatie. En daarbij moeten we het bedrijfsleven als partner niet vergeten.’
bal. Het behoud van de natuur is daarin het uitgangspunt,
KP
er ook zijn. Het is in de praktijk niet statisch, maar juist dy-
meer informatie:
maar daarmee ga je voorbij aan andere ontwikkelingen die namisch. Daarom zou je een Natura 2010 tot 2050 moeten hebben, zodat je in wisselwerking met de omgeving mee kan gaan met de ontwikkelingen.’
Leven met Water, Bert Satijn, tel. (0182) 54 06 96,
[email protected] www.levenmetwater.nl
13 de water juni 2008
foto : deltares
achtergrond
Risico’s van hoog water beheers je met flood control
Op een overstroming is de samenleving het liefst goed voorbereid. Hoe eerder je maatregelen kunt treffen, hoe groter de kans dat de schade beperkt blijft. Flood control 2015 gaat daarvoor zorgen. Kennis, monitoring en informatie vormen het hart van het watermanagementprogramma dat bedrijven en kennisinstituten hebben opgesteld. Flood Control 2015 heeft drie doelen: grotere waterveiligheid, een impuls voor de economie én meer mensen interesseren voor werken in de watersector. Het water slaat hard tegen de dijk. De dijkgraaf volgt de
Export en veiligheid
Zijn oliejas en verrekijker hangen ongebruikt aan de kap-
Deltares, IBM, ITC, TNO en Stichting IJkdijk zijn de samen-
Arcadis, Fugro, Royal Haskoning, HKV lijn in water,
waterstanden van minuut tot minuut op zijn beeldscherm.
werkende partijen binnen Flood Control 2015. Projectleider
stok. Hij heeft rechtstreeks contact met zijn medewerkers,
Jos Maccabiani van Deltares legt uit hoe het programma
met het KNMI, met de burgemeester en met het ministerie.
tot stand kwam. ‘De overheid vroeg de sector met innova-
Iedereen ziet dezelfde gegevens, iedereen kan live volgen
wat er gebeurt. Wat is de integriteit van de dijk? Hoe is de
stroming? Hoe hoog staat het water? Leveren deze gegevens samen een veiligheidsrisico op? Op zijn scherm verschijnt
(NWP) ging vervolgens op zoek naar partijen die deze
uitdaging wilden aangaan. Een consortium van bedrijven
heeft de handschoen opgepakt. Niet met de bedoeling om
de mededeling dat de wind gaat draaien. Aflandig. Mooi!
opnieuw een Deltaplan uit te voeren. We hebben het in
Dat vermindert de druk op de dijk. Binnen een uur geven
de sensoren het al aan. De bewoners van de risicogebieden
halen opgelucht adem. Zij kregen zojuist een sms: alarmfase oranje is nu fase geel.
Nederland best goed geregeld. Ons beschermingsniveau
gaat uit van ten hoogste één dijkdoorbraak in 1250 jaar. In veel landen ligt die norm aanzienlijk lager. Maar op het
gebied van organisatie, kennis en techniek voor rampenbestrijding is nog veel te winnen. We hebben drie doelen
Als het aan de samenwerkende partijen binnen Flood
met het programma: we maken Nederland weer een stukje
Control 2015 ligt, ziet de toekomst er ongeveer zo uit. Be-
veiliger, we ontwikkelen expertise en producten om onze
stuurders beschikken continu over live gegevens, zodat ze
exportpositie te verbeteren en we willen dat meer mensen
niet meer steekproefsgewijs en alleen op zicht hoeven te
meten. Bovendien zijn alle gegevens uit de modellen van
tieve ideeën te komen. Het Netherlands Water Partnership
de verschillende diensten gecombineerd. Zo heb je altijd de
kiezen voor werken in de watersector.’
juiste informatie op het juiste moment. Dit sluit aan op de
Pilots
om calamiteiten vroeg te zien aankomen en potentiële
mingsrisico’s goed kennen en calamiteiten ver van tevoren
kabinetvisie op het waterbeleid: ‘Het is van levensbelang overstromingsrisico’s goed te kennen.’
Flood Control 2015 moet ervoor zorgen dat we overstro-
zien aankomen, kortom dat de juiste informatie op het
juiste moment aanwezig is. Maccabiani: ‘Eerst inventarise14 de water
juni 2008
ren we alle kennis die we in Nederland hebben en gaan we
technische gebruikers. Neem de bestaande modellen van
we of we de gegevens en modellen van verschillende
dijksterkte. Die gegevens moeten worden gekoppeld, wil-
na welke kennis nog moet worden ontwikkeld. Dan kijken partijen kunnen koppelen. Vervolgens willen we meer en
betere gegevens om de dijken, het weer en de wind continu te monitoren. Dan moeten we die data op een efficiënte
manier weten te ontsluiten. En tot slot zetten we die kennis om in innovatieve producten en in trainingsmateriaal.’
Het programma is al van start gegaan met enkele pilots.
allerlei organisaties over weersvoorspellingen, stromingen, len we eerder en accurater kunnen voorspellen. Het helpt dat wij in het buitenland al dergelijke dingen doen. Een voorbeeld: hier in Nederland testen we sensoren in een
korte ijkdijk, maar wat gebeurt er als je van 3000 kilometer dijk gegevens moet verwerken? In Amerika doen we mee
aan een project waarbij langs de rivier de Hudson sensoren
Maccabiani: ‘Veel mensen kennen wel het voorbeeld van
over 500 kilometer worden geplaatst. Dat sensornetwerk
de ijkdijk; een dijk vol met sensoren die continu gegevens
levert real time-informatie, je krijgt continu live gegevens
leveren over de sterkte van de dijk. In het beheersgebied
van het Hoogheemraadschap van Rijnland loopt een pilot, waarbij we met remote sensing-technieken de sterkte van
uit duizenden sensoren tegelijk. Dan praat je over een echte data-explosie.’
waterkeringen over grotere gebieden in kaart brengen.
Serious gaming
systeem dat bestuurders kan ondersteunen bij beslissin-
singen voor opleidingen en trainingen. IBM heeft de CELL
Uit de wereld van de computerspelletjes komen toepas-
Met het waterschap Brabantse Delta onderzoeken we een gen. Zij moeten moeilijke besluiten nemen, bijvoorbeeld of er wel of niet moet worden geëvacueerd. Welke gegevens hebben zij daarbij nodig en op welke manier kunnen ze
de onzekerheid in voorspellingen verdisconteren? Met het waterschap Groot Salland ontwikkelen we een methode
om de waterstanden, de sterkte van dijken en de mogelijke gevolgen van overstromingen op een geïntegreerde wijze
processor-technologie ontwikkeld, waardoor je met veel
mensen tegelijk in levensechte omgevingen kunt trainen zonder dat je computer traag wordt. Schiferli: ‘Zo kun-
nen mensen waar dan ook in de wereld achter hun eigen beeldscherm met elkaar trainen, scenario’s meerdere
malen naspelen en evalueren. Serious gaming, zoals dat
heet, wordt in veel industrieën al serieus toegepast, maar
ook bij defensie en in de medische wereld. Serious gaming
te berekenen.’
is niet nieuw in de watersector, ook Deltares heeft al een
Roadmap
serious game ontwikkeld. Samen met Deltares en TNO
Ondertussen werken de initiatiefnemers aan het funda-
zijn we de mogelijke andere toepassingen aan het verken-
ment voor het programma: een roadmap die aangeeft
welke thema’s tot 2015 worden aangepakt. Die roadmap is niet in steen gebeiteld. ‘We werken met projecten van zes
tot negen maanden’, zegt Maccabiani. ‘Zo kun je tussentijds makkelijk bijsturen. Hierdoor blijft het programma zich op de relevante vraagstukken richten.’
De overheid is nauw bij het project betrokken als gesprekspartner, potentiële eerste afnemer en financier. De sector en de overheid nemen ieder de helft van de kosten voor
nen. Serious gaming is ook een instrument om jongeren te
interesseren voor het werk in de watersector. Zo kunnen ze op een interactieve manier zien wat er allemaal bij komt kijken om droge voeten te houden. Willen we Nederland
als land van waterexpertise op de kaart houden, dan heb-
ben we goed getraind en geschoold personeel nodig. Ook in de toekomst.’ CB
hun rekening.
Maccabiani: ‘We hebben gezien dat het werkt als overheid
foto : deltares
en sector op die manier samenwerken. Na Katrina waren
wij in de VS als BV Nederland, niet als aparte bedrijven uit een specifieke niche. Door samen te werken, kunnen we
onze kennis beter demonstreren aan het buitenland. Dat versterkt onze exportpositie.’
Data-explosie
IBM is een verrassende naam tussen de initiatiefnemers. Het bedrijf opende onlangs in Nederland een center of
excellence op het gebied van watermanagement. IBM heeft overal waar de omstandigheden het beste zijn – denk aan kennis, proeftuinen, samenwerkingspartners – dergelijke centra rond een bepaald thema. ‘Als Nederlander en IBMmedewerker ben ik er best trots op dat ze zich hier heb-
ben gevestigd’, stelt Djeevan Schiferli. Hij is namens IBM
betrokken bij Flood Control 2015. ‘IBM is vooral sterk in het ontwikkelen van middleware, dus niet de sensoren of mo-
dellen zelf, maar de benodigde hardware, software en ken-
nis om al die modellen en sensoren aan elkaar te koppelen en die data inzichtelijk en begrijpelijk te maken voor niet-
meer informatie: Deltares, Jos Maccabiani, tel. (015) 269 35 00,
[email protected] IBM, Djeevan Schiferli, tel.(020) 213 80 85,
[email protected]
15 de water juni 2008
[
Innovatie van een eenling
]
worden gedaan. Een variant op schotbalken, maar dan niet met balken die van elders moeten worden aangevoerd.
Want stel je voor dat de wegen op het uur u verstopt zitten... Verder moest mijn flexibele waterkering compact
worden zodat je hem in een kleine ruimte kunt opbergen in het wegdek waar hij dienst moet doen.
Het heeft even geduurd maar uiteindelijk is het gelukt om daarvoor een goot te ontwerpen waarvan de afmetingen slechts veertig bij veertig centimeter bedragen. Daarin
kunnen de panelen scharnierend worden opgevouwen.
Bovendien fungeert het bovenste paneel als deksel van de
goot en zit het onderste vast aan het maaiveld. Alle overige panelen worden verticaal opgeslagen in de goot, zodat zij
het deksel ook nog schragen. Tests hebben uitgewezen dat zware vrachtwagens er over heen kunnen rijden zonder
de waterkant
schade aan te richten.
Ik heb mijn vinding Dutchdam genoemd en er verschil-
lende varianten voor bedacht. De ene kan een meter water
keren, een andere 1 meter 60 en een derde zelfs 2 meter 40. Allemaal zijn ze uitvouwbaar en snel in elkaar te zetten.
Twee mannen zetten in hoogstens één minuut een meter
foto : rws, ton borsboom
test van de dutchdam in de deltagoot van
op, inclusief de schoren die de constructie aan de achter-
wl delft hydraulics
zijde overeind houden. En het mooie is: er komt geen bout
Was ik maar een bloemenkraam begonnen. Die verzuch-
of moer aan te pas! Overigens, die schoren passen ook in
ting heb ik wel eens geslaakt in dat lange proces dat heeft
de goot.
geleid tot de Dutchdam. Want ontwerpen is nu eenmaal
een lange weg waar je na honderd stappen vooruit er soms weer negenennegentig terug moet zetten. Gelukkig krijg
je zo af een toe een aanmoedigingsprijs en dat is dan weer een stimulans om door te gaan.
Acht jaar geleden is het al weer dat ik over het idee van
ideeën presenteerde. Ik kreeg vanaf het begin alle me-
dewerking wat mij heeft gestimuleerd door te gaan. Een volgende test was of de constructie bestand was tegen
wrakhout dat er tegen aan bonkte. Daarvoor hebben we in 2006 proeven gedaan met wat we de ‘boemboot’ hebben
een flexibele waterkering begon na te denken. Aanleiding
gedoopt. In de Deltagoot van WL Delft Hydraulics hebben
was de hausse aan nieuws over de opdrijfdam. Dat was
een constructie die uit de grond omhoog kwam als er hoog water dreigde. Het idee kwam er op neer dat langs bij-
voorbeeld een havenkade een sleuf van ruim twee meter
we eerst een pakket hout van 300 kilo en later van 600 kilo tegen de dam laten beuken. Geen probleem!
Inmiddels is het oogsttijd. In Australië wordt de eerste
Dutchdam gebouwd. Deze zomer wordt in het stadje Lis-
moest worden gegraven waarin een kelder moest komen
more, ten noorden van Sydney, in de bocht van een rivier
waarin een opdrijfbare wand werd bewaard. Ook was een
aansluiting op het waterleidingnet of de rivier nodig, want als de nood aan de man kwam, moest die kelder vollopen, waardoor die wand ging drijven en door een nauwe ope-
een dam van 50 meter ingebouwd in het wegdek van een
parkeerterrein dat al herhaalde keren onder water is gelo-
pen. Ook in Engeland, Wales en Ierland worden dit jaar nog Dutchdams aangebracht. Jammer genoeg laat Nederland
ning boven de kade uitkwam.
Het hele systeem leek me nogal foutgevoelig. Nog afgezien van de fysieke voorbereidingen die nodig waren in de
vorm van die kelder – is daar wel plaats voor, gezien alleen al alle kabels, leidingen en ankers? – kon ik me voorstellen dat er van alles mis kon gaan. Wat als de opdrijfdam door obstakels werd gehinderd bij het omhoog komen?
Rijkswaterstaat was meteen enthousiast toen ik mijn
nog even op zich wachten. Kennelijk kijkt men de kat nog uit de boom.
En wat die bloemenzaak betreft. Ik ben er dan weliswaar
geen begonnen, maar ik zou ondertussen voldoende waar hebben om te verkopen. Want Dutchdam is al heel wat keren in de prijzen gevallen.
Kortom, ik geloofde er niet in en dacht: als dit de stand van
Corné Rijlaarsdam, ontwerper
Mijn eerste idee was dat het een waterkering moest wor-
Voor meer informatie:
de techniek is, dan moet ik iets beters kunnen bedenken. den die ter plekke aanwezig is als er een beroep op moet
16 de water
www.dutchdam.nl
juni 2008