Innovatie in de jaarrekening Hoe komt de waarde die ondernemingen creëren met innovatie, tot uitdrukking in de jaarrekening? En hoe kunnen innovatieve ondernemingen de waarde van datgene wat zij ontwikkelen beter tot uitdrukking brengen in hun jaarverslaggeving? Arjan Brouwer -Vaktechnisch bureau (National Office), Assurance Kavita Nandram - Audit, Assurance
1. Beperkte opname van immateriële activa in de jaarrekening Bij zowel ondernemingen als overheden staat innovatie hoog op de agenda. Innovatie is van belang om op langere termijn te kunnen blijven concurreren met concurrerende ondernemingen en landen. We kennen allemaal de voorbeelden van ondernemingen die niet in staat zijn geweest om te blijven innoveren en hun rol binnen een sector gemarginaliseerd hebben zien worden. Ook de voorbeelden van bedrijven als Apple, Google, Facebook, ASML en Crucell die dankzij succesvolle innovatie wel veel waarde hebben gecreëerd, zijn alom bekend.
Bij Apple, Google, Facebook, ASML en Crucell valt op dat maar een beperkt deel van de waarde die aandeelhouders aan deze ondernemingen toekennen tot uitdrukking komt op de balans. Crucell werd begin 2011 overgenomen voor een prijs die ongeveer 2,5 keer zo hoog was als de boekwaarde. Voor de andere ondernemingen varieerde de boekwaarde eind 2013 tussen de 12 en 26 procent van de beurswaarde.
16
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2
Een steeds kleiner deel van de waarde van een onderneming wordt bepaald door haar tastbare activa. Juist bij ondernemingen waarvoor innovatie de drijvende kracht is voor de toekomst en de waarde van de onderneming wordt de waarde vooral bepaald door de immateriële activa, zoals patenten, lopende ontwikkelprojecten, de mensen en hun opgebouwde collectieve kennis en vaardigheden die in de toekomst weer voor nieuwe innovaties zullen zorgen.
2. De huidige verslaggevingsregels ten aanzien van de activering van immateriële activa De verwerking van immateriële activa wordt bij toepassing van NL GAAP geregeld in Richtlijn (RJ) 210 en bij toepassing van IFRS in IAS 38. Sterker dan RJ 210 maakt IAS 38 een onderscheid tussen immateriële activa die worden gekocht of via een overname worden verkregen en immateriële activa die intern worden ontwikkeld. Voor de eerste categorie wordt verondersteld dat de onderneming de waarschijnlijkheid van toekomstige economische voordelen heeft afgewogen en dat dit is gereflecteerd in de betaalde prijs waardoor gekochte immateriële activa in beginsel worden geactiveerd. Voor intern ontwikkelde
immateriële activa gelden specifieke eisen waardoor uitgaven voor de interne ontwikkeling van immateriële activa in veel minder gevallen tot activering leiden. Dat leidt niet in alle gevallen tot logische uitkomsten. Zie het voorbeeld in het kader. Voorbeeld Een redelijk succesvolle Nederlandse voetbalclub geeft jaarlijks 5 miljoen euro uit aan de opleiding van jong talent in lijn met de voetbalvisie van de club. Met de regelmaat van de klok stromen talenten door naar het eerste elftal. De meest succesvolle spelers uit de clubhistorie zijn intern opgeleid en ook qua transferopbrengsten worden de investeringen in het intern opleiden van spelers dubbel en dwars terugverdiend. Gekochte spelers daarentegen hebben vaak last van aanpassingsproblemen en de grootste aankopen uit de afgelopen jaren zijn later met verlies doorverkocht. Op basis van de verslaggevingsregels worden de uitgaven voor aangekochte spelers op de balans geactiveerd als immaterieel actief en worden de uitgaven voor de interne opleiding van spelers als kosten verwerkt in de winst-en-verliesrekening.
Voor intern ontwikkelde immateriële activa geldt dat een groot deel hiervan niet geactiveerd mag worden op de balans. Zo mogen intern ontwikkelde goodwill, merken, uitgaverechten, klantenbestanden en gelijksoortige posten niet als actief worden opgenomen. Ook kosten van onderzoek worden niet geactiveerd. Onderzoek heeft als doel om nieuwe kennis en inzichten te ontwikkelen en in deze fase is nog onvoldoende duidelijk of dit proces uiteindelijk zal leiden tot de daadwerkelijke ontwikkeling van een actief dat in de toekomst economische voordelen zal opleveren. In de ontwikkelingsfase wordt de verkregen kennis toegepast met als doel om uiteindelijk te komen tot nieuwe of substantieel verbeterde materialen, apparaten, producten, processen, systemen of diensten. Uitgaven die worden gedaan voor de ontwikkeling van immateriële activa worden geactiveerd als aan de voorwaarden (zie kader) wordt voldaan. Voorwaarden voor activering ontwikkelingskosten • Het is technisch mogelijk het actief te voltooien, zodat het beschikbaar zal zijn voor gebruik of verkoop. • De onderneming heeft de intentie om het actief te voltooien en het te gebruiken of te verkopen. • De onderneming kan het immaterieel vast actief gebruiken of verkopen. • Het actief zal waarschijnlijk toekomstige economische voordelen genereren. • De onderneming beschikt over adequate technische, financiële en andere middelen om de ontwikkeling te voltooien en het immaterieel vast actief te gebruiken of te verkopen. En: • De onderneming kan de uitgaven gedurende de ontwikkeling van het immaterieel vast actief betrouwbaar vaststellen.
Activering vindt pas plaats vanaf het moment dat aan deze voorwaarden wordt voldaan en kosten die in eerdere perioden in de winst-en-verliesrekening zijn verwerkt worden later niet alsnog geactiveerd als op dat moment aan de voorwaarden van activering wordt voldaan. De onderneming houdt voor geactiveerde ontwikkelkosten een wettelijke reserve aan waardoor investeringen in de interne ontwikkeling van immateriële activa ongeacht de verwerkingswijze de vrij uitkeerbare reserves aantast.
3. Praktische consequenties Zou het niet voor de hand liggen dat een onderneming aan de hiervoor genoemde criteria voldoet voordat ze überhaupt materiële bedragen van de aandeelhouders uitgeeft aan de ontwikkeling van immateriële activa en altijd vooraf toetst of een project technisch uitvoerbaar is, economische voordelen gaat opleveren en de kosten op een goede manier bijhoudt? In de praktijk ligt dat genuanceerder. Technische uitvoerbaarheid en economische voordelen nog niet waarschijnlijk Uiteraard zal een onderneming investeren in ontwikkeling met als doel om hiermee in de toekomst economische voordelen te behalen. Maar het is ook zeer goed denkbaar dat een onderneming significant investeert in ontwikkeling terwijl bijvoorbeeld de technische uitvoerbaarheid nog niet is aangetoond of economische voordelen nog niet waarschijnlijk zijn. Innovatie heeft veel te maken met investeren in nieuwe mogelijkheden, die zich nog niet hebben bewezen en waarvoor succes niet is gegarandeerd maar die wel de potentie hebben om aan belangrijke behoeften te voldoen. Denk hierbij aan de ontwikkeling van medicijnen. De praktijk laat zien dat dergelijke ontwikkeltrajecten lang duren en in veel gevallen niet komen tot een succesvol medicijn. Om die reden komen de kosten van een dergelijk
Samenvatting Een steeds kleiner deel van de waarde van een onderneming wordt bepaald door haar tastbare activa. Juist bij ondernemingen waar innovatie de drijvende kracht is voor de toekomst en de waarde van de onderneming, wordt de waarde vooral bepaald door de immateriële activa. In dit artikel gaan we in op de verslaggevingsregels die zorgen voor de relatief beperkte opname van immateriële activa in de jaarrekening en op de wijze waarop innovatieve ondernemingen de waarde van datgene wat zij ontwikkelen beter tot uitdrukking kunnen brengen in de jaarverslaggeving.
ontwikkeltraject over het algemeen niet voor activering in aanmerking. Dat betekent niet dat investering in een dergelijk ontwikkeltraject een onverstandige keuze is voor de onderneming. Zowel vanuit maatschappelijk als vanuit bedrijfseconomisch perspectief kan de waarde die deze onderneming toevoegt significant zijn en kan één succes meer opleveren dan alle mislukte projecten bij elkaar gekost hebben. Dat geldt ook voor het eerder genoemde voorbeeld van de voetbalclub. Als er per jaar honderd jeugdspelers starten dan zal er daarvan misschien maar één succesvol zijn. Van de totale uitgaven binnen de jeugdopleiding wordt dus 99 procent uitgegeven aan spelers die geen economische voordelen opleveren en vooraf is niet bekend welke speler wel succesvol zal zijn. Daarom worden de uitgaven in de winst-en-verliesrekening verwerkt, alhoewel het doen van de uitgaven een goed onderbouwd en rationeel bedrijfseconomisch besluit is. En ook bij de eerste ontwikkeling van mobiele telefonie, zonnepanelen, navigatiesystemen, elektrische auto’s of 3D-printers is het maar zeer de vraag of
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2 17
de desbetreffende ondernemingen op dat moment konden aantonen dat hun ideeën zouden leiden tot de ontwikkeling van een commercieel succesvol product. Middelen voor voltooiing nog niet beschikbaar De beschikbaarheid van middelen om de ontwikkeling te voltooien ligt ook niet altijd voor de hand. In veel gevallen zijn start-up ondernemingen in staat om financiering te vinden voor een eerste fase van de ontwikkeling. Naar gelang de ontwikkeling verder succesvol verloopt zullen ze op basis van de resultaten nieuwe financieringsbronnen interesseren en aanboren om de volgende fase te financieren. In een dergelijke situatie zijn de middelen om de ontwikkeling te voltooien nog niet beschikbaar. Ook dat kan activering van de uitgaven in de weg staan. Ontwikkelingsuitgaven nog niet betrouwbaar vastgesteld Het betrouwbaar vaststellen van de uitgaven voor ontwikkeling kan vooral lastig zijn als onderzoekers en ontwikkelaars binnen één afdeling bezig zijn met zowel onderzoek, ontwikkeling als onderhoud van bestaande producten. Denk hierbij aan een softwarebedrijf waar de technici zowel nadenken over nieuwe mogelijkheden voor een nieuwe generatie van de software, nieuwe modules binnen een bestaand pakket ontwikkelen als bugs in de huidige versie oplossen. Om tot activering van ontwikkelkosten te komen moet de onderneming een goede urenverantwoording en -administratie bijhouden zodat duidelijk is welke uren concreet worden besteed aan de ontwikkeling van producten. Ontwikkelmethodiek sluit niet altijd aan bij criteria Daarbij komt dat lang niet alle ondernemingen in de praktijk een ontwikkelmethodiek volgen waarbij al in een vroegtijdig stadium heel gestructureerd beslissingen worden genomen en gedocumenteerd op alle genoemde punten. De criteria lijken aan te sluiten
18
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2
bij een sterk gestructureerde methodiek als System Development Methodology (SDM), maar steeds meer ondernemingen kiezen voor andere methodieken waarin via meer iteratieve processen en korte ontwikkel ‘sprints’ wordt gewerkt en die voor meer flexibiliteit zorgen. Voor welke methodiek wordt gekozen is een kwestie van persoonlijke voorkeur, maar een SDM-methodiek sluit beter aan bij de activeringscriteria dan de recent meer in opkomst gekomen methodieken.
4. Waardering voor waardecreatie? Investeringen in innovatie leiden in veel gevallen dus tot kosten in de winst-enverliesrekening en de gecreëerde waarde komt vaak niet tot uitdrukking in de jaarrekening. Daar zijn goede argumenten voor, zoals het voorzichtigheidsprincipe. Deze voorzichtige benadering heeft echter ook nadelige kanten. De jaarrekening kan minder relevant zijn naarmate een kleiner deel van de activa die bijdragen aan de generatie van kasstromen niet op de balans zichtbaar is. Het kan ook kortetermijndenken in de hand werken. Als het management van een onderneming wordt afgerekend op de resultaten van dit jaar dan kunnen kostenposten, zoals kosten voor onderzoek en ontwikkeling die pas op langere termijn tot resultaat leiden, het halen van de winstdoelstelling van dit jaar in de weg staan. Die worden mogelijk als eerste teruggeschroefd als dit nodig is om deze doelstelling te behalen. Ook kan het aantrekkelijker zijn om immateriële activa aan te kopen of te verkrijgen via de overname van een onderneming dan om deze zelf te ontwikkelen. Gekochte activa kunnen immers over het algemeen worden geactiveerd terwijl eigen investeringen in de interne ontwikkeling ervan vaak direct leiden tot kosten in de winst-enverliesrekening. Een jaarrekening en jaarverslag die primair zijn gericht op de financiële resultaten zoals behaald onder NL GAAP of IFRS geven voor innovatieve ondernemingen daarom
vaak onvoldoende inzicht in de prestaties van de onderneming en de waarde die wordt gecreëerd. Sturing of beloning op basis van de resultaten die blijken uit deze jaarrekening kunnen tot onwenselijke uitkomsten leiden. Bij innovatieve ondernemingen is voor verantwoording en prestatiebeoordeling daarom een rijkere informatieset noodzakelijk. Wetenschappelijk onderzoek door bijvoorbeeld Amir en Lev in de jaren negentig en meer recentelijk door Eccles en Serafeim toont aan dat wanneer financiële informatie gecombineerd wordt met niet-financiële informatie een betere inschatting gemaakt kan worden van de prestaties in samenhang met de strategie en de gerelateerde risico’s en kansen. Het is van belang dat ondernemingen niet alleen over technische en feitelijke zaken communiceren, maar ook de dialoog aangaan met investeerders en belanghebbenden. Door uit te leggen waarom de onderneming bepaalde keuzes maakt en welke waarden daaraan ten grondslag liggen zal hiervoor meer begrip ontstaan en zijn belanghebbenden beter in staat om de onderneming te waarderen. Eind 2013 heeft de International Integrated Reporting Council (IIRC) het internationale integrated reporting framework gepresenteerd. De ontwikkeling van het raamwerk is het resultaat van intensieve consultatie en marktonderzoek door middel van een pilotprogramma. Het raamwerk is principles-based en dient als leidraad voor ondernemingen die een geïntegreerd jaarverslag opstellen. Uit het raamwerk volgt dat het primaire doel van een geïntegreerd jaarverslag is om investeerders en belanghebbenden meer inzicht te verschaffen in het waardecreatieproces van een onderneming op de korte, middellange en lange termijn. Door een geïntegreerd jaarverslag op te stellen kunnen bijvoorbeeld innovatieve ondernemingen meer inzicht geven in het verband tussen de financiële en nietfinanciële prestaties, de uitdagingen en
risico’s, de toekomstperspectieven en hoe de investeringen in onderzoek en ontwikkeling een bredere invloed hebben op de onderneming en de maatschappij; nu en op de lange termijn. Dit geeft een relevanter beeld van de onderneming.
5. De drie fundamentele stappen De onderneming kan in drie fundamentele stappen meer inzicht verschaffen in haar waardecreatieproces en sturen op impact: Stap 1. De materialiteitsanalyse Stap 2. Het in kaart brengen van het waardecreatieproces Stap 3. Het meten van de impact aan de hand van indicatoren
Stap 1. De materialiteitsanalyse De meest fundamentele stap is de materialiteitsanalyse. De onderneming integreert deze analyse met de dialoog met haar belanghebbenden. Zo kan zij sturen op impact en waardecreatie. De manier waarop de onderneming waarde creëert wordt namelijk bepaald door verschillende belanghebbende groepen en organisaties. En die belanghebbenden bepalen vervolgens wat de materiële onderwerpen zijn om over te rapporteren. Stap 2. Het in kaart brengen van het waardecreatieproces Het in kaart brengen van het waardecreatieproces van de organisatie is
de tweede stap. Hierbij wordt er gekeken welke inputs de organisatie gebruikt, welke activiteiten de organisatie verricht om de outputs te bewerkstelligen en wat dit betekent voor de maatschappij (de resultaten en vervolgens impact). Stap 3. Het meten van de impact aan de hand van indicatoren De derde fundamentele stap is het identificeren van indicatoren om de outcomes te meten, en het berekenen van het deel van de outcome dat aan de organisatie is toe te rekenen (de impact). Hoe dit wordt gemeten hangt af van de beschikbare gegevens en de gekozen breedte en diepte van de impactmeting.
Figuur 1. Sturen op impact
Financiële verslaggeving
Impact
Waarde van de impact
Outcome Output
Input
Total Impact Measurement
100 werknemers zijn opgeleid in gezondheids- en veiligheidsmaatregelen en procedures
Impact Verbeterde kennis van gezondheidsen veiligheidsmaatregelen in de praktijk
Minder verwondingen en blessures als gevolg van de gevolgde training
Waarde van de impact
Productie onderneming investeert € 20.000 in EHBO-training werknemers
Outcome
Output
Input
Voorbeeld
Minder verwondingen en blessures leidt tot kostenbesparing
Bron: ‘Measuring and managing total impact: A new language for business decisions’, PwC 2013.
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2 19
6. Van geïntegreerde verslaggeving naar geïntegreerde bedrijfsvoering Door het verhaal achter de cijfers te vertellen en de focus intern te verleggen naar de KPI’s gebaseerd op de drie fundamentele stappen kan een onderneming haar businessmodel, strategie, prestaties en perspectief op de toekomst zowel intern als extern beter communiceren aan haar investeerders en belanghebbenden. Om extern beter inzicht te kunnen verschaffen is het belangrijk dat er intern goed inzicht is in de waarde van de activiteiten van een organisatie. Geïntegreerde verslaggeving is dan geen doel op zich, maar een weerslag van de geïntegreerde bedrijfsvoering en hiermee samenhangende managementinformatie. Dit wordt ook wel ‘integrated thinking’ genoemd. Dit is ook van belang bij innovatieve bedrijven. Deze ondernemingen moeten in staat zijn en door hun aandeelhouders in staat gesteld worden om beslissingen te nemen gericht op de waardecreatie op de lange termijn. Verslaggeving over het intellectueel kapitaal (voor het succes op lange termijn) en de lopende ontwikkelprojecten (voor het succes op middellange termijn) kunnen hier veel relevanter zijn dan de gerapporteerde winst van het huidige boekjaar. Sterker nog, een hoge(re) winst zou wel eens het gevolg kunnen zijn van gebrek aan inspiratie en onvoldoende investering in onderzoek en ontwikkeling en dus slecht nieuws kunnen zijn voor de toekomstkansen. Door op een meer transparante wijze te rapporteren en meer inzicht te verschaffen in de relatie tussen de financiële en niet-financiële informatie aan gebruikers van de jaarrekening, zullen investeerders en belanghebbenden een betere inschatting kunnen maken van het waardecreatieproces en daarmee de marktwaarde van de immateriële activa van de onderneming.
20 Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2