instituut Beleid & Management Gezondheidszorg
Bedrijvigheid en innovatie in de Rotterdamse zorg
Jeroen van Wijngaarden Marlieke de Ruyter Robbert Huijsman
In opdracht van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam, Gemeente Rotterdam 2010
1.
Inleiding
Aanleiding De gemeente Rotterdam wil zich profileren als een stad voor innovatoren en ondernemers in de zorg. Enerzijds om daarmee mogelijke oplossingen te creëren voor de problemen waar de zorg door onder meer de toenemende vergrijzing mee zal kampen (o.a. personeelstekorten en stijgende kosten), anderzijds om daarmee bedrijvigheid aan te trekken voor deze stad. Daarom heeft het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR), sector economie, van de gemeente Rotterdam het Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg (iBMG) de opdracht gegeven om een onderzoek uit te voeren naar de condities onder welke bedrijvigheid kan bijdrage aan innovatie in de zorg. Met name is het OBR geïnteresseerd in de condities die door haar of haar partners zijn te beïnvloeden. Voor u ligt een beknopt verslag van dit onderzoek, met daarin de bevindingen op hoofdlijnen. Samen met de PowerPoint presentatie ‘Bedrijvigheid en Innovatie in de zorg’ (bijlage 1) vormt dit het eindverslag van het project. Het verslag biedt naast analyses en aanbevelingen een aantal conceptuele kaders aan die handzaam zijn bij het analyseren, discussiëren en het maken van keuzes door veldpartijen zo bleek ook tijdens de presentaties aan de klankbordgroep en de projectgroep. Op basis van dit onderzoek volgt een scriptie en een wetenschappelijke publicatie waarin gedetailleerder wordt ingegaan op de casussen. In het onderzoek zijn we niet zozeer geïnteresseerd in de aard van de innovatie alswel de ontwikkeling, implementatie en verspreiding ervan. Daarom wordt in navolging van Rogers een brede definitie gehanteerd van wat een innovatie is: An innovation is an idea, practice, or object that is perceived as new by an individual or other unit of adoption. It matters little...whether or not an idea is “objectively new”... If an idea seems new to the individual, it is an innovation (Rogers 2003). Vraagstelling Welke condities kunnen de gemeente Rotterdam en haar partners veranderen of creëren om door middel van bedrijvigheid de ontwikkeling, implementatie en verspreiding van innovaties in de zorg te stimuleren? Deelvragen 1. Wat zijn relevante kenmerken van innovatie in de zorg? 2. Wat zijn op hoofdlijnen de sterke en zwakke punten van de bestaande kanalen om innovatie in de zorg te stimuleren? 3. Wat zijn de barrières om door middel van bedrijvigheid innovatie in de zorg te stimuleren? 4. Wat zijn de kansen om door middel van bedrijvigheid innovatie in de zorg te stimuleren? 5. Welke aanbevelingen kunnen daarmee worden gedaan aan de gemeente Rotterdam en haar partners? 2.
Onderzoeksmethoden
Het onderzoek is opgezet als een meervoudige casus studie op basis van kwalitatieve onderzoeksmethoden. Data is verzameld met behulp van focusgroepen (projectgroep + klankbordgroep), interviews en documentanalyses. Bij de start van het onderzoek zijn twee begeleidingsgroepen ingesteld; een projectgroep en een klankbordgroep. De projectgroep heeft meegedacht over de selectie en de analyse van de cases en bestond met name uit beleidsmedewerkers van zorginstellingen, kennisinstellingen en de gemeente Rotterdam, maar ook uit een lector en een manager. De klankbordgroep heeft gereflecteerd op de totale analyse
en de aanbevelingen, hierin zaten bestuurders van zorgorganisaties, programmamanagers vanuit de gemeente, een adviseur van Syntens, een lector en een hoogleraar. In totaal zijn 10 casussen (bijlage 2) geselecteerd voor dit onderzoek, waarvoor 12 interviews zijn afgenomen met sleutelpersonen. Daarbij zijn zowel zorginhoudelijke, proces, service als systeem innovaties geselecteerd zowel uit de cure als de care. Gezien de tijdsduur was het niet mogelijk om de sector preventie expliciet te betrekken. Daarnaast zijn ook nog 10 interviews afgenomen met respondenten die een belangrijke rol spelen bij bedrijvigheid en innovatie in de Rotterdamse zorg. Het betrof open interviews, die allen op band zijn opgenomen en letterlijk zijn uitgetypt. Ook zijn relevante documenten opgevraagd en geanalyseerd. 3.
Ontwikkeling, implementatie van verspreiding van innovaties in de zorg
3.1
Modellen voor de ontwikkeling, implementatie en verspreiding van innovaties
Conceptueel Geïnspireerd op de literatuur (Gibbons 1994, Rogers 2003, Latour 1987) en de bevindingen uit dit onderzoek komen twee modellen naar voren die in de praktijk leidend lijken te zijn voor hoe naar innovatie in de zorg wordt gekeken: het lineaire model en het interactie model. Het lineaire model Het lineaire model gaat er vanuit dat kennis en innovaties hoofdzakelijk ontwikkeld worden door (formele) kennisinstellingen; veelal wetenschappelijk van aard, waarvoor met name specifieke gespecialiseerde professionals verantwoordelijk zijn (mono-disciplinair). Wat goede kennis en wat een goede innovatie is moet op basis van wetenschappelijke normen bepaald en geëvalueerd worden. Er is een lineair verband tussen ontwikkeling, implementatie en verspreiding: pas als een innovatie is uitontwikkeld dient een eerste implementatie plaats te vinden die vervolgens geëvalueerd moet worden voordat tot verspreiding kan worden over gegaan. Het interactie model Het interactie model gaat er vanuit dat voor het oplossen van problemen kennis en innovaties nodig zijn die afgestemd zijn op de praktijk context. Kennis en innovaties worden daarbij gecreëerd in een netwerk van partijen (kennisinstellingen, ondernemers, overheden (triple helix) en gebruikers), waarbij verschillende disciplines een rol spelen, inclusief praktijk deskundigen. De relatie tussen ontwikkeling, implementatie en verspreiding is niet lineair, maar dit verloopt parallel en er is continu een wisselwerking (interactie). Niet primair wetenschappelijke normen dienen te bepalen wat goede innovaties zijn, maar behoeften en belangen van de deelnemers en gebruikers. Het betreft een onderhandelingssituatie.
Lineair model
Interactie model
•Problemen worden benoemd en opgelost binnen een wetenschappelijke gemeenschap.
•Voor het oplossen van problemen is kennis nodig die toegepast en afgestemd is op de praktijk context
•Mono-disciplinair
•Kennis wordt gecreëerd in een netwerk van verschillende partijen.
•Kennis komt voort uit formele kennis-instituten •Er is een lineaire relatie tussen ontwikkeling, implementatie, diffusie. •Wetenschappelijke normen bepalen wat ‘goede’ kennis en innovaties zijn.
•Inter (trans) disciplinair
•Er is wederzijdse beïnvloeding tussen ontwikkeling, implementatie, diffusie (cyclisch). •Kennis en innovaties komen alleen tot stand wanneer de belangen van verschillende betrokkenen zijn meegenomen; er is sprake van een onderhandelingssituatie.
Praktijk Het onderzoek laat zien dat succesvolle ontwikkeling, implementatie en verspreiding van innovatie in de zorg veelal via het interactie model verloopt, maar dat verschillende actoren (ook ondernemers) denken vanuit het lineaire model. Dat leidt tot veel misvattingen en belemmeringen:
Bij innovatie wordt te vaak alleen gedacht aan uitvinden, terwijl het meestal gaat om het toepasbaar maken van bestaande ideeën, handelingen, producten voor de zorg of voor een nieuwe doelgroep.
Verschillende respondenten geven aan dat de meeste technologie die nodig is voor bijvoorbeeld e-Health al bestaat. Het gaat er met name om deze technologie goed in te passen in de context van de zorg.
In de zorg vraagt innovatie steeds meer om ‘maatwerk’ gericht op de gebruiker (zorgaanbieders, professionals en/of zorggebruikers). Terwijl te vaak ontwikkelaars en ondernemers denken in uitontwikkelde standaard eindproducten, want die zijn makkelijker en goedkoper te verspreiden.
. Ondanks een werkzaam ontwerp wordt de kantelstoel alleen in het Reuma verpleeghuis gebruikt en is het door niemand anders aangeschaft. Er zijn wel geïnteresseerde komen kijken, maar die wilden graag aanpassing aan het ontwerp. Daar was echter niet in voorzien en het zou dus extra geld kosten;’ Bij ons zit het ingebouwd in de vloer, een verpleeghuis wilde het staande op de vloer hebben; wat volgens mij maar een beperkte aanpassing vraagt’. ‘Volgens mij speelt ook nog mee dat design belangrijk is in de tandartspraktijk. Ze hebben allemaal van die mooie Italiaanse design stoeltjes staan, ja dan wil je er niet zo’n groot lomp apparaat naast hebben staan’
Verspreiding van innovaties vraagt daarom zowel om een goed als een dienst. Het goed bevat de gestandaardiseerde basiscomponenten van de innovatie in de vorm van bijvoorbeeld een model, voorbeeld praktijk, product of instrument. De dienst is erop gericht de componenten van het goed (in enige mate) af te stemmen op de behoefte van de individuele gebruiker en/of te ondersteunen bij de implementatie ervan.
Het adviesbureau Innoqare ondersteunt ziekenhuizen bij het herinrichten van hun logistieke processen. Hiervoor hebben zij een software pakket ontwikkeld waarin de instrumenten zitten waarmee instellingen hun processen kunnen analyseren, herinrichten en onderhouden. Dit pakket is het goed wat het adviesbureau verkoopt. Dat maakt het ook mogelijk om na enige tijd upgrades te verkopen. Om het goed te gebruiken hebben instellingen echter wel de dienstverlening van het bureau nodig, omdat veel kennis over implementeren niet te expliciteren valt, maar gebaseerd is op ervaring.
Ondernemers zijn vaak te gericht op patenten, omdat ze bang zijn dat hun innovatie anders door anderen wordt gekopieerd. Terwijl het aanvragen en handhaven van patenten kostbaar en tijdrovend is. Daarnaast bestaat de kans dat de ondernemer dan stopt met doorontwikkelen, omdat anders zijn patent aangepast moet worden. In veel gevallen kan de ondernemer zich beter richten op het blijven verbeteren van de innovatie.
Zo stelt een adviseur van Syntens: In de farma heb je echt een patent op dit moment nog nodig, maar ik denkt dat dat gaat kantelen. Ik raad het ondernemers in de medische branche en in de zorg heel erg af. a is het al moeilijk om te krijgen, meestal is de technologie al bekend. Het gaat meer om de toepassing. Het gaat het er mij gewoon om, van zet het gewoon snel in de markt en zorg dat je gewoon een goed product hebt.
Innovatie is niet altijd gebaat bij wetenschappelijk onderzoek in een vroeg stadium; kostbaar, tijdrovend. Innovaties moeten ook de tijd en de mogelijkheid hebben om in de praktijk vorm te krijgen. Onderzoekinstellingen richten zich te veel op summatief onderzoek. Bij dergelijk onderzoek moet een innovatie feitelijk al bijna uitontwikkelt zijn en mag het gedurende het onderzoek nauwelijks worden aangepast; denk aan een trial-onderzoek. Met name proces, service en systeem innovaties zijn juist gebaat bij formatief onderzoek. Bij dergelijk onderzoek hoeft een innovatie niet klaar te zijn en kan het gedurende het onderzoek worden bijgesteld op basis van de bevindingen. Het onderzoek levert dan dus feedback voor verbetering. Met name ten aanzien van zorginhoudelijke innovaties en vooral in de klinische zorg wordt door autoriteiten de eis gesteld dat het ‘evidence based’ is; elders veel minder. Er is te weinig gerichte interactie tussen kennisinstellingen, ondernemers, gebruikers, zorgverzekeraars en overheden over innovatie in de zorg, waardoor voor het innoveren vaak belangrijke stakeholders en kenniscomponenten ontbreken.
3.2 Vormen van innovaties
Conceptueel Op basis van de bevindingen en de literatuur is een onderscheid te maken in 4 vormen van innovaties die relevant zijn voor dit onderzoek; zorginhoudelijk, service, proces en systeem innovaties (Hartley 2006). Zorginhoudelijke innovaties richten zich direct op de inhoud van de te verlenen zorg, doordat het nieuwe idee, de handeling, of het product de manier van zorg verlenen beïnvloedt. Een voorbeeld is de nieuwe diagnostische technieken die het Bedrijf River Diagnostics gebruikt om te bepalen welk type kanker iemand heeft. Service innovaties betreft nieuwe manieren waarop de zorg wordt aangeboden aan cliënten. Dat hoeft niet altijd een verandering te betekenen van de inhoud van de zorgverlening. Een voorbeeld is de Oogbus die het Oogzorgnetwerk inzet om bij mensen in de wijk te komen en daar via bestaande methoden hun ogen te screenen. Proces innovaties betreft nieuwe manieren waarop de organisatorische processen vorm worden gegeven door zorgaanbieders. Als voorbeeld kan genoemd worden de activiteiten van het adviesbureau Innoqare waarmee logistieke processen in ziekenhuizen worden verbeterd. Systeem innovaties betreft vernieuwingen van de randvoorwaarden waaraan zorgaanbieders onderhevig zijn in de vorm van regels, procedures en bekostiging. Een voorbeeld is Humanitas die al experimenteerden met het scheiden van wonen en zorg in verzorgingshuizen toen het formeel nog niet mogelijk was. Deze categorieën sluiten elkaar in de praktijk niet volledig uit. Innovaties zullen vaak onder twee (of zelfs meer) categorieën te scharen zijn. Daarnaast is nog een onderscheid te maken tussen innovaties gericht op de drie grote terreinen in de zorg; preventie, cure en care. Praktijk Het onderzoek maakt duidelijk dat met name ten aanzien van zorginhoudelijke innovaties en enigszins als het gaat om innovaties rond preventie (voor zover die uit de incubators komen) er structureel aandacht wordt besteed aan het stimuleren van bedrijvigheid voor de verspreiding van innovaties. Het betreft dan de incubator die verbonden is aan de Erasmus Universiteit en het netwerk Medical Delta (LUMC, ErasmusMC, TU-Delft). Hierbij spelen zowel overheden, kennisinstellingen, zorgaanbieders, als ondernemers een rol. Ten aanzien van de overige vormen van innovatie zijn er her en der kleine initiatieven waarbij veelal niet alle relevante spelers betrokken zijn. Het Zorgportaal is een initiatief wat in potentie andere vormen van innovatie kan gaan betrekken op het gebied van e-Health.
Preventie Preventie
Cure Cure
Care Care
Zorginhoudelijke Zorginhoudelijke Innovaties Innovaties Service Service Innovaties Innovaties Proces Proces Innovaties Innovaties Systeem Systeem Innovaties Innovaties
3.3
Verspreidingskanalen van innovaties in de zorg
Conceptueel Uit het onderzoek blijkt dat verspreiding van innovaties in de zorg hoofdzakelijk verloopt via netwerken. Het betreft dan een verzameling van partijen die elkaar al kennen of via wederzijdse relaties in contact komen en gedurende een langere periode samenwerkingsrelaties aangaan. Dat is één van de redenen waarom het voor nieuwkomers moeilijk is om hun ideeën en producten te slijten; zij zijn nog niet verbonden aan bestaande netwerken. Daarbij kan wel een onderscheid gemaakt worden tussen gesloten en open netwerken. Voor gesloten netwerken geldt dat een partij zich er formeel voor langere periode aan verbindt, waar tegenover ook verplichtingen staan, denk bijvoorbeeld aan ‘Quality collaboratives’ als Sneller Beter. Open netwerken zijn informeler van aard, minder verplichtend en hoofdzakelijk gebaseerd op het kennen en vertrouwen van elkaar, voorbeelden daarvan zijn informele netwerken van zorginstellingen en professionals. Een tweede onderscheid is die tussen commerciële en niet-commerciële verspreidingskanalen. Binnen niet-commerciële kanalen is bij verspreiding geen sprake van een winst-oogmerk; verspreiding zal zelfs geheel of gedeeltelijk gratis plaatsvinden. Bij commerciële kanalen zal verspreiding wel gericht zijn op het maken van winst door de partijen die de innovatie aanbieden. De combinatie van deze twee indelingen leidt tot een matrix met vier varianten van verspreidingskanalen.
Innovatie kanalen ‘Open’ ‘Open’ netwerken netwerken
‘Gesloten’ ‘Gesloten’ netwerken netwerken
Niet Niet -commercieel commercieel
•Individueel •Individueel •Specifieke •Specifieke instellingen instellingen •Professionals •Professionals •Ziektebeelden •Ziektebeelden •Geografisch •Geografisch gebied gebied •… •…
•Quality •Quality collaboratives collaboratives •….. •…..
Commercieel Commercieel
•Informeel •Informeel •Gefaciliteerd •Gefaciliteerd door door incubators, incubators, Medical Medical Delta, Delta, Syntens. Syntens. •… •…
•(Franchise •(Franchise model model Oogzorgnetwerk) Oogzorgnetwerk) •.... •....
Praktijk Uit het onderzoek is op hoofdlijnen gekeken naar de sterke en zwakke punten van de verschillende verspreidingskanalen. Deze staan in de bijgevoegde sheets 11,12,13, en 15 weergegeven. Het betreft een indicatie op basis van de interviews, het is niet gebaseerd op diepgaand casus-onderzoek. We konden bijvoorbeeld geen bestaand voorbeeld vinden van een Rotterdams commercieel gesloten netwerk. Het Franchise model van het Oogzorgnetwerk zou in potentie een commercieel netwerk kunnen zijn, maar er is voor gekozen om zich niet op winst te richten. ‘Ik weet wel dat het in de zorg ook lastig is als je iets nieuws ontwikkelt, een nieuw concept of een leuk programma, een zorgprogramma, dat er heel veel belemmeringen zijn om dat te verspreiden, want: het is van ons, het is hier ontwikkeld, het mag vooral niet zomaar aan anderen gegeven worden. Dat is denk ik ook wel heel typisch voor in de zorg, dat men dat niet makkelijk… innovaties met elkaar deelt, aldus een lector zorginnovatie.
Door meerdere bestuurders van zorgorganisaties wordt geconstateerd dat in Rotterdam partijen graag bij elkaar willen komen, maar vooral om niets te missen. Het ontbreekt bestaande netwerken aan actie-gerichtheid
Dit onderzoek richt zich met name op de commerciële ‘open’ netwerken. Verschillende respondenten constateren dat met de invoering van de marktwerking niet-commerciële netwerken minder geschikt worden voor verspreiding van innovaties, zeker als de partijen elkanders directe concurrenten zijn, zoals de ziekenhuizen in de Rotterdamse regio. Vooral proces- en service innovaties worden dan niet meer met elkaar gedeeld. Opvallend is dat commerciële partijen, zoals adviesbureaus wel toegang hebben tot deze instellingen, doordat zij een rol spelen bij de invoering van dergelijke innovaties en hen geen beperkingen in de weg worden gezet om wat zij geleerd hebben ook bij het concurrerend ziekenhuis in te voeren.
Met de invoering van de marktwerking lijken bestaande niet-commerciële kanalen zich wat af te sluiten, ten gunste van commerciële verspreidingskanalen. 4.
Kansen en bedreigingen voor bedrijvigheid en innovatie
Uit het onderzoek komen een aantal kansen en bedreigingen om door middel van bedrijvigheid innovatie te stimuleren. Bedreigingen Een deel van de bedreigingen zijn al onder 3.1 besproken. Daarnaast wordt door verschillende respondenten aangegeven:
In Rotterdam zijn weinig productiebedrijven aanwezig die ‘goedkoop’ nieuwe zorgproducten kunnen produceren. Rotterdam heeft geen Technische Universiteit Huidige incubator in het Erasmusm MC is minder aantrekkelijk voor ondernemers van buiten het Erasmus MC, mede vanwege de aanwezige facititeiten. Andere steden hebben al goed ontwikkelde incubators en Science parken voor Life Sciences. Partijen vinden elkaar niet voldoende: ondernemers, ontwikkelaars, producenten, kennis instellingen, financiers. Het ontbreekt bij partijen vaak aan relevante kennis om een goed business model te ontwikkelen en de zorgmarkt te betreden. Startende’ ondernemers hebben moeite om toegang te krijgen tot financieringsbronnen. o Zorgorganisaties zijn ‘huiverig’ om met ‘startende’ ondernemers in zee te gaan. Het ontbreekt hen vaak ook aan incentives om te innoveren. o Veel verschillende subsidiepotten met verschillende eisen en langdurige aanvraag trajecten. o Subsidiegevers verwachten veelal co-financiering: dat vraagt veel tijd en papierwerk. o ‘Private investors’ verwachten een goed business model en veelal binnen twee à drie jaar ‘return on investment’. o Het is moeilijk om aan structurele financiering te komen in de zorg.
De kousentrek machine waarmee cliënten zelf hun steunkousen kunnen uittrekken levert in potentie veel arbeidsbesparing en daarmee kosten besparingen op. Het is de ontwikkelaars echter lange tijd niet gelukt om financiering te krijgen voor dit product. Voor verzekeraars pasten het niet in hun pakket en ook thuiszorginstellingen waren lange tijd niet geïnteresseerd omdat het hen klandizie zou kosten. (Onderzoeksfinanciering voor universiteiten niet gericht op doorontwikkeling, implementatie en verspreiding.) ‘Startende’ ondernemers hebben moeite om passende huisvesting te vinden. o Veelal niet flexibel: niet gericht op ‘snelle’ groei en krimp. o Niet representatief. o Noodzakelijke faciliteiten ontbreken of te duur om te realiseren. o Betaalbare huisvesting ongunstig gesitueerd: t.o.v. kennisinstellingen, zorginstellingen, andere ‘zorg’-ondernemers. o Of hoge huren. o
Kansen Uit het onderzoek komen echter ook duidelijk kansen naar voren: Rotterdam heeft verscheidene innovatieve zorginstellingen (ook careinstellingen); een aantal met een landelijke of zelfs internationale reputatie. Potentieel goede springplanken voor ondernemers. Met name de care-organisaties zijn via bestaande netwerken goed met elkaar verbonden. Hierdoor zijn gezamenlijke initiatieven mogelijk. Rotterdam heeft verschillende kennis- en onderwijsinstellingen met relevante kennis voor innoveren in de zorg: 2 Hogescholen, Erasmus universiteit, Erasmus MC. De Hogeschool Rotterdam is bezig zogenaamde ‘innovation labs’ op te zetten, waarbij studenten van verschillende studierichtingen (b.v. ict, verpleegkunde, management) samen met lectoren in opdracht van bedrijven of instellingen aan innovaties werken. Rotterdam heeft een gespecialiseerd instituut voor Beleid en Management in de zorg. Rotterdam heeft via Medical Delta goede contacten met de TU-Delft en het LUMC. Rotterdam heeft een toonaangevend ontwikkelingsbureau voor innovatieve producten voor de zorg: ‘Spark’. Via de incubator in het Erasmus MC zijn er contacten met het Medtech Partners Platform. Aan dit platform zijn ontwikkelingsbedrijven gekoppeld uit Eindhoven met overcapaciteit die tegen lage prijzen kunnen en willen produceren. In Rotterdam lopen al initiatieven rond e-health en Domotica zoals: Project Pendrecht een wijkproject waarbij de Hogeschool, ondernemers, zorginstellingen, woningbouw coöperaties samenwerken om e-health en Domotica applicaties voor de wijk toepasbaar te maken. Zorgportaal; een infrastructuur waarmee zorginstellingen, zorgprofessionals en klanten gegevens kunnen uitwisselen en diensten en producten op het gebied van e-health kunnen worden ontsloten. De gemeente ziet zorg economie als speerpunt. Daarmee zijn voor Rotterdam veel voorzieningen aanwezig die het mogelijk maken om juist op die terreinen bedrijvigheid en innovatie te stimuleren waar het nog niet gestructureerd gebeurt, namelijk rond proces, service en systeem innovaties en dan met name voor de care.
5.
Conclusies en Aanbevelingen
De voorgaande analyses zijn zowel besproken in de klankbordgroep als de projectgroep. Op basis van hun input zijn de volgende aanbevelingen geformuleerd betreffende de condities die de gemeente Rotterdam en haar partners moet creëren om door middel van bedrijvigheid de ontwikkeling, implementatie en verspreiding van innovaties in de zorg te stimuleren Algemene aanbevelingen
Stel een netwerk facilitator aan die zich richt op het in contact brengen en houden van zorgondernemers, ontwikkelaars (b.v. Spark), producenten (b.v. Medtech Partners Platform), zorginstellingen, overheden, kennisinstellingen en financiers.
Maak helder op welke thema’s zorgaanbieders een gedeelde behoefte hebben aan innovatie. Bijvoorbeeld omdat de ontwikkelkosten te hoog zijn voor de afzonderlijke leden. De thema’s die benoemd worden moeten concreter zijn dan e-health of Domotica. Zorgaanbieders constateren dat te vaak door andere wordt bepaald waar zij aan zouden moeten werken.
Richt een tweede incubator in voor de zorg die onafhankelijk is van een kennisinstelling. o Op een centrale locatie met goede verbindingen met kennis- en zorginstellingen. Met een representatieve uitstraling, flexibele ruimtes en huurcontracten, met de aanwezigheid van relevante faciliteiten. Waarin ondernemers in de zorg van verschillende pluimage gevestigd zijn en voorzieningen met elkaar kunnen delen (vergaderzalen, kantine, receptie) om uitwisseling te stimuleren.
Leg daarbij het accent op het samen met de praktijk ontwikkelen, implementeren en verspreiden van innovaties in de zorg. Met name de care biedt goede mogelijkheden voor Rotterdam; het is een groeimarkt en Rotterdam heeft veel innovatieve care organisaties.
Stimuleer en ondersteun incubator-bedrijven om een ‘goed’ business plan op te stellen. Syntens kan hierbij een rol vervullen.
Maak afspraken met de Hogeschool en de EUR om deze toegankelijk te maken voor (in ieder geval) ondernemers uit de incubator en zorgaanbieders, zodat zij toegang (Business portals) hebben tot relevante kennis.
Koppel gericht studenten van de Hogescholen en de Erasmus-universiteit (iBMG) aan de incubator en zorgaanbieders om te werken aan innovaties (innovation lab, scripties). Denk ook aan het opzetten van relevante masters of specialisaties.
Leg meer de nadruk op actie-onderzoek of formatieve evaluaties van innovaties (met tussentijdse terugkoppeling om de innovatie te versterken) dan op summatieve evaluaties.
Geef innovaties de tijd en de ruimte om zich te ontwikkelen voordat er onderzoek plaatsvindt.
Betrek zorgverzekeraar Achmea bij de incubator om financiering mogelijk te maken van beloftevolle initiatieven.
Leg relaties tussen incubator-bedrijven en bestaande zorgondernemers. Houd hen op de hoogte van relevante ontwikkelingen binnen de incubator.
Aanbevelingen voor de gemeente Rotterdam
Identificeer de strategische partners voor innovatie in de zorg. Breng deze op kort termijn met elkaar in contact en probeer met hen inhoud te geven aan de algemene aanbevelingen.
Promoot Rotterdam als stad voor ondernemers in de zorg in de relevante media.
Zorg voor een website (zorg), e-mailadres, telefoonnummer waar ‘potentiële’ ondernemers terecht kunnen met vragen.
Stel een subsidie in voor PR en marketing van bewezen innovaties.
Probeer in het kader van de gemeentelijke verantwoordelijkheid rond de WMO, betrokken aanbieders te stimuleren om mee te werken aan innovaties.
Creëer een platform waarmee ondernemers hun diensten en producten onder de aandacht kunnen brengen van zorgaanbieders.
Maak bestaande subsidieregelingen inzichtelijk (en houd dit actueel) voor ‘zorg’-ondernemers en zorgaanbieders. Richt bijvoorbeeld een subsidiebureau in die kennis heeft van bestaande regelingen en kan ondersteunen bij aanvragen.
Aanbevelingen aan ondernemers Ontwikkel eerst een helder businessmodel.
Vraag alleen patenten en octrooien aan voor innovaties wanneer dat echt noodzakelijk is; richt je primair op het blijven doorontwikkelen van innovaties en het leveren van (reproduceerbaar) maatwerk.
De weg naar structurele financiering is lang en moeizaam. Richt je eerst op andere verdienmodellen; creëer momentum door successen in de media te brengen.
Referenties Wetenschappelijke literatuur Buchanan DA, Fitzgerald L, Ketley D, 2007. The sustainability and spread of organizational change. London: routledge. Gibbons M, Limoges C, Nowotny H, Schwartzman S, Sott P, Trow M. The new production of knowledge: the dynamics of science and research in contemporary society. London: Sage Publications. Greenhalgh T, Rober G, Bate P, Kyriakidou O, Macfarlane F, Peacock R, 2004. How to spread good ideas: A systematic review of the literature on diffusion, dissemination and sustainability of innovations in Health Service Delivery and Organization. London: University college London, and NHS Service Delivery and Organization Research Programme. Hansen TM, Birkinshaw J. 2007. The innovation value chain. Harvard Business Review p. 121- 130. Hartley, J. 2006 Innovation in Governance and Public Services. Institute of Public Management en Public services, Warwick Business School. Latour B. 1987. Science in action. Cambridge. Harvard University Press. Lazer D, Friedman A. 2007. The network structure of exploration and exploitation. Administrative Science Quarterly 52: 667-694. Rogers, E. 2003. The diffusions of innovation (fifth edition). New York: Free press. Sethi R, Iqbal Z 2008. Stage gate-controls, learning failure, and adverse effects on novel new products. Journal of Marketing 72: 118-134. Rapporten Erasmus MC 2008. Eindrapportage incubator faciliteiten Erasmus MC ten behoeve van de subsidieregeling Infrastructuur Technostarters. Innovatieplatform. Van Voornemens naar Voorsprong: kennis moet circuleren. Nauta F, Veling P. 2010. Herijking innovatiebeleid Rotterdam; naar regionale ecosystemen voor innovatie. Raemakers HJ, Christmas DEA. 2009. Business Concept Science Boulevard. Twynstra Gudde. Technopartner. 2009. kennisexploitatie.
Rotterdam
Werkt:
projectplan
voor
subsidieregeling
Bijlage 1 Sheets presentatie
Bedrijvigheid en innovatie in de zorg Jeroen van Wijngaarden Marlieke de Ruyter Robbert Huijsman
Vraagstelling Welke condities kunnen de gemeente Rotterdam en haar partners veranderen of creëren om door middel van bedrijvigheid, de ontwikkeling, implementatie en verspreiding van innovaties in de zorg te stimuleren?
3
Deelvragen 1
Wat zijn relevante kenmerken van innovatie in de zorg?
2
Wat zijn op hoofdlijnen de sterke en zwakke punten van de huidige kanalen om innovatie in de zorg te stimuleren?
3
Wat zijn de bedreigingen om door middel van bedrijvigheid innovatie in de zorg te stimuleren?
4
Wat zijn kansen om door middel van bedrijvigheid innovatie in de zorg te stimuleren?
5
Welke aanbevelingen kunnen worden gedaan aan de gemeente Rotterdam en haar partners?
4
Definities Innovatie: Het ontwikkelen, implementeren en verspreiden van nieuwe ideeën, goederen, diensten en/of processen. Bedrijvigheid: Het ontplooien van commerciële activiteiten.
5
Cases
6
Lineair model
Interactie model
•Problemen worden benoemd en opgelost binnen een wetenschappelijke gemeenschap.
•Voor het oplossen van problemen is kennis nodig die toegepast en afgestemd is op de praktijk context
•Mono-disciplinair
•Kennis wordt gecreëerd in een netwerk van verschillende partijen.
•Kennis komt voort uit formele kennis-instituten •Er is een lineaire relatie tussen ontwikkeling, implementatie, diffusie. •Wetenschappelijke normen bepalen wat ‘goede’ kennis en innovaties zijn.
•Inter (trans) disciplinair
•Er is wederzijdse beïnvloeding tussen ontwikkeling, implementatie, diffusie (cyclisch). •Kennis en innovaties komen alleen tot stand wanneer de belangen van verschillende betrokkenen zijn meegenomen; er is sprake van een onderhandelingssituatie.
7
1
Innovatie in de zorg gaat niet hoofdzakelijk over uitvinden!
8
1
Kenmerken • Innovatie draait vaak om het toepasbaar maken van bestaande technieken/concepten voor de zorg of voor een nieuwe doelgroep. • Implementatie van innovaties vraagt vaak om ‘maatwerk’. Verspreiding vraagt om ‘repliceerbaar maatwerk’. Daarom is er meestal behoefte aan zowel een goed als een dienst. • Met name t.a.v. zorginhoudelijke innovaties en vooral in de klinische zorg wordt de eis gesteld dat het ‘evidence based’ is; elders veel minder. • De zorg kent verschillende systeemfouten die innovatie belemmeren.
9
1
Kenmerken Zorginhoudelijk Zorginhoudelijk
Diagnostiek: Diagnostiek: Skyline, Skyline, River River diagnostics diagnostics (Incubator (Incubator Erasmus Erasmus MC) MC) Eerstelijns Eerstelijns geboortecentrum geboortecentrum
Service Service
E-health/Domotica E-health/Domotica Pendrecht, Pendrecht, Pameijer, Pameijer, Kantelstoel Kantelstoel Oogbus Oogbus van van het het Oogzorgnetwerk, Oogzorgnetwerk, kousentrek kousentrek machine machine Zorgconcept Zorgconcept Humanitas Humanitas Prinsenhof Prinsenhof project project Pameijer Pameijer
Proces Proces
Theory Theory of of constraints constraints concept concept Innoqare Innoqare Franchise model Oogzorgnetwerk Franchise model Oogzorgnetwerk
10
Innovatie kanalen ‘Open’ ‘Open’ netwerken netwerken
‘Gesloten’ ‘Gesloten’ netwerken netwerken
Niet Niet -commercieel commercieel
•Individueel •Individueel •Specifieke •Specifieke instellingen instellingen •Professionals •Professionals •Ziektebeelden •Ziektebeelden •Geografisch •Geografisch gebied gebied •… •…
•Quality •Quality collaboratives collaboratives •….. •…..
Commercieel Commercieel
•Informeel •Informeel •Gefaciliteerd •Gefaciliteerd door door incubators, incubators, Medical Medical Delta, Delta, Syntens. Syntens. •… •…
•(Franchise •(Franchise model model Oogzorgnetwerk) Oogzorgnetwerk) •.... •....
11
2
Niet-commerciële ‘open’ netwerken Sterkte: • Gericht op wederkerigheid en ‘gratis’ verspreiden. • Gericht op afstemmen en samenwerken. • Kan creativiteit losmaken. • …. Zwakte: • Vaak niet heel doelgericht; nadruk ligt eerder op verspreiden dan op ontwikkelen en implementatie. • Veelal eerder gericht op het verspreiden van een goed dan een dienst; weinig maatwerk. • Werkt alleen als er een balans wordt ervaren tussen het ‘brengen en halen’. • Kwetsbaar in een marktomgeving. • …
12
2
Niet-commerciële ‘gesloten’ netwerken Sterkte • Richt zich vaak zowel op het verspreiden en implementeren van een goed samen met een dienst. • Veelal gesubsidieerd en daarmee relatief betaalbaar voor deelnemers. • De innovatie is vaak op kwaliteit getoetst. • … Zwakte • Richt zich veelal meer op verspreiden en implementeren dan ontwikkelen. • Beperkt toegankelijk • Kwetsbaar in een marktomgeving. • ..
13
2
Commerciële ‘gesloten’ netwerken Sterkte • Zal zich meestal richten op het ontwikkelen, implementeren en verspreiden van een goed samen met een dienst. • Incentives aanwezig om te blijven innoveren. • Doelgericht. • ….. Zwakte: • Beperkte verspreiding van innovaties (bv. concurrenten). • Moeilijker toegankelijk voor kleine aanbieders. • Private partijen maken mogelijk ‘winst’ met publieke middelen, wat niet per se geïnvesteerd wordt in de zorg (geldt niet voor het Oogzorg Netwerk). • …
14
2
Innovatie kanalen ‘Open’ ‘Open’ netwerken netwerken
‘Gesloten’ ‘Gesloten’ netwerken netwerken
Niet Niet -commercieel commercieel
•Individueel •Individueel •Specifieke •Specifieke instellingen instellingen •Professionals •Professionals •Ziektebeelden •Ziektebeelden •Geografisch •Geografisch gebied gebied •… •…
•Quality •Quality collaboratives collaboratives •….. •…..
Commercieel Commercieel
•Informeel •Informeel •Gefaciliteerd •Gefaciliteerd (incubator, (incubator, Medical Medical Delta, Delta, Syntens) Syntens) … …
•Franchise •Franchise model model Oogzorgnetwerk) Oogzorgnetwerk) •.... •....
15
2
Commerciële ‘open’ netwerken Sterkte: • Zal zowel gericht zijn op het ontwikkelen, implementeren en verspreiden van een goed samen met een dienst: ‘maatwerk’. • Incentives aanwezig om te blijven innoveren. • Relatief toegankelijk, ook voor initiatieven van buiten de sector. • ….. Zwakte: • Private partijen maken ‘winst’ met publieke middelen, wat niet per se geïnvesteerd wordt in de zorg. • Commerciële initiatieven verdrijven mogelijk niet-commerciële vormen van verspreiding. • …
16
3
Bedreigingen (1) • In Rotterdam zijn weinig productiebedrijven aanwezig die ‘goedkoop’ nieuwe zorgproducten kunnen produceren. •
Rotterdam heeft geen Technische Universiteit
• Huidige incubator is minder aantrekkelijk voor ondernemers van buiten het Erasmus MC. Andere steden hebben al goed ontwikkelde incubators en Science parken voor Life Sciences.
17
3
Bedreigingen (2) • Veel partijen denken nog te lineair. Uitvinden Uitvinden → → Patentaanvraag Patentaanvraag → → Productontwikkeling Productontwikkeling → → Verkoop Verkoop
• De nadruk ligt te veel op uitvinden. • Innovatie is niet altijd gebaat bij wetenschappelijk onderzoek; kostbaar, tijdrovend. Innovaties moeten ook de tijd en de mogelijkheid hebben om in de praktijk vorm te krijgen. • Vaak wordt een goed aangeboden/ontwikkeld en vergeet men de bijbehorende dienst (ook vise versa).
18
3
Bedreigingen (3) • Partijen vinden elkaar niet voldoende. ondernemers, ondernemers, ontwikkelaars, ontwikkelaars, producenten, producenten, zorginstellingen, zorginstellingen, overheden, overheden, kennisinstellingen, kennisinstellingen, financiers financiers
• Het ontbreekt bij partijen vaak aan relevante kennis om een goed business model te ontwikkelen en de zorgmarkt te betreden. productkenmerken, productkenmerken, bedrijfsvoering, bedrijfsvoering, verandermanagement, verandermanagement, juridische juridische aspecten, aspecten, verdienmodel, verdienmodel, marketing, marketing, kenmerken kenmerken van van de de doelgroep, doelgroep, relevante relevante spelregels spelregels in in de de sector sector
19
3
Bedreigingen (4) • ‘Startende’ ondernemers hebben moeite om toegang te krijgen tot financieringsbronnen. – Zorgorganisaties ‘huiverig’ om met ‘startende’ ondernemers in zee te gaan. Ontbreekt hen vaak ook aan incentives om te innoveren. – Veel verschillende subsidiepotten met verschillende eisen. – Subsidiegevers verwachten veelal co-financiering: vraagt veel tijd en papierwerk. – ‘Private investors’ verwachten een goed business model en veelal binnen twee à drie jaar ‘return on investment’. – Moeilijk om aan structurele financiering te komen in de zorg. – (Onderzoeksfinanciering voor universiteiten niet gericht op doorontwikkeling, implementatie en verspreiding.)
20
3
Bedreigingen (5) • ‘Startende’ ondernemers hebben moeite om passende huisvesting te vinden. – Veelal niet flexibel: niet gericht op ‘snelle’ groei en krimp. – Niet representatief. – Noodzakelijke faciliteiten ontbreken of te duur om te realiseren. – Betaalbare huisvesting ongunstig gesitueerd: t.o.v. kennisinstellingen, zorginstellingen, andere ‘zorg’-ondernemers. – Of hoge huren.
21
4
Kansen (1) • Rotterdam heeft verscheidene innovatieve zorginstellingen (ook care-instellingen); een aantal met een landelijke of zelfs internationale reputatie. Potentieel goede springplanken voor ondernemers. • Met name de care-organisaties zijn via bestaande netwerken goed met elkaar verbonden. Hierdoor zijn gezamenlijke initiatieven mogelijk.
22
4
Kansen (2) • Rotterdam heeft verschillende kennis- en onderwijsinstellingen met relevante kennis voor innoveren in de zorg: 2 Hogescholen, Erasmus universiteit, Erasmus MC. – De Hogeschool Rotterdam is bezig zogenaamde ‘innovation labs’ op te zetten, waarbij studenten van verschillende studierichtingen (b.v. ict, verpleegkunde, management) samen met lectoren in opdracht van bedrijven of instellingen aan innovaties werken. – Rotterdam heeft een gespecialiseerd instituut voor Beleid en Management in de zorg.
• Rotterdam heeft via Medical Delta goede contacten met de TUDelft en het LUMC.
23
4
Kansen (3) • Rotterdam heeft een toonaangevend ontwikkelingsbureau voor innovatieve producten voor de zorg: ‘Spark’. • Via de incubator in het Erasmus MC zijn er contacten met het Medtech Partners Platform. Aan dit platform zijn ontwikkelingsbedrijven gekoppeld uit Eindhoven met overcapaciteit die tegen lage prijzen kunnen en willen produceren.
24
4
Kansen (4) • In Rotterdam lopen al initiatieven rond e-health en Domotica: – Project Pendrecht: Hogeschool, ondernemers, zorginstellingen, woningbouw cooperaties. – ‘Zorgportaal’; een infrastructuur waarmee zorginstellingen, zorgprofessionals en klanten gegevens kunnen uitwisselen.
• De gemeente ziet zorg als speerpunt.
25
Preventie Preventie
Cure Cure
Care Care
Zorginhoudelijke Zorginhoudelijke Innovaties Innovaties Service Service Innovaties Innovaties Proces Proces Innovaties Innovaties Systeem Systeem Innovaties Innovaties
26
5
Aanbevelingen producenten
zorgaanbieders
financiers
gevestigde zorgondernemers
cliëntenorganisaties
gemeente
kennisinstellingen
aanbieders wonen en welzijn
27
5
Aanbevelingen • Breng zorgaanbieders en ondernemers/ontwikkelaars in contact. – Om gezamenlijk innovaties te bedenken voor de zorg. – Om bestaande technieken/concepten toepasbaar te maken voor de zorg. – Om springplanken te creëren voor ondernemers.
• Vraag zorgaanbieders om als ambassadeurs op te treden binnen hun netwerken voor ‘goede’ innovaties.
28
5
Aanbevelingen • Stel een netwerk facilitator aan die zich richt op het in contact brengen en houden van zorgondernemers, ontwikkelaars (b.v. Spark), producenten (b.v. Medtech Partners Platform), zorginstellingen, overheden, kennisinstellingen en financiers.
!
29
5
Aanbevelingen • Richt een tweede incubator in voor de zorg die onafhankelijk is van een kennisinstelling. – Op een centrale locatie met goede verbindingen met kennis- en zorginstellingen. Met een representatieve uitstraling, flexibele ruimtes en huurcontracten, met de aanwezigheid van relevante faciliteiten. Waarin ondernemers in de zorg van verschillende pluimage gevestigd zijn en voorzieningen met elkaar kunnen delen (vergaderzalen, kantine, receptie) om uitwisseling te stimuleren.
• Leg daarbij het accent op het samen met de praktijk ontwikkelen, implementeren en verspreiden van innovaties in de zorg. Met name de care biedt goede mogelijkheden voor Rotterdam.
30
5
Aanbevelingen • Stimuleer en ondersteun incubator-bedrijven om een ‘goed’ business plan op te stellen. • Maak afspraken met de Hogeschool en de EUR om deze toegankelijk te maken voor (in ieder geval) ondernemers uit de incubator en zorgaanbieders, zodat zij toegang (Business portals) hebben tot relevante kennis. productkenmerken, productkenmerken, bedrijfsvoering, bedrijfsvoering, verandermanagement, verandermanagement, juridische juridische aspecten, aspecten, verdienmodel, verdienmodel, marketing, marketing, kenmerken kenmerken van van de de doelgroep, doelgroep, relevante relevante spelregels spelregels in in de de sector sector
31
5
Aanbevelingen • Koppel gericht studenten van de Hogescholen en de Erasmusuniversiteit (iBMG) aan de incubator en zorgaanbieders om te werken aan innovaties (innovation lab, scripties). Denk ook aan het opzetten van relevante masters of specialisaties. • Leg meer de nadruk op actie-onderzoek of formatieve evaluaties van innovaties (met tussentijdse terugkoppeling om de innovatie te versterken) dan op summatieve evaluaties. • Geef innovaties de tijd en de ruimte om zich te ontwikkelen voordat er onderzoek plaatsvindt.
32
5
Aanbevelingen • Betrek zorgverzekeraar Achmea bij de incubator om financiering mogelijk te maken van beloftevolle initiatieven. • Leg relaties tussen incubator-bedrijven en bestaande zorgondernemers. Houd hen op de hoogte van relevante ontwikkelingen binnen de incubator.
33
5
Aanbevelingen: gemeente • Promoot Rotterdam als stad voor ondernemers in de zorg in de relevante media. • Identificeer de strategische partners voor innovatie in de zorg. • Zorg voor een website (zorg), e-mailadres, telefoonnummer waar ‘potentiële’ ondernemers terecht kunnen met vragen. • Stel een subsidie in voor PR en marketing van bewezen innovaties. • Probeer in het kader van de gemeentelijke verantwoordelijkheid rond de WMO, betrokken aanbieders te stimuleren om mee te werken aan innovaties. • Creëer een platform (b.v. zorgportaal) waarmee ondernemers hun diensten en producten onder de aandacht kunnen brengen van zorgaanbieders.
34
5
Aanbevelingen: gemeente • Maak bestaande subsidieregelingen inzichtelijk (en houd dit actueel) voor ‘zorg’-ondernemers en zorgaanbieders. Richt bijvoorbeeld een subsidiebureau in die kennis heeft van bestaande regelingen en kan ondersteunen bij aanvragen.
!
35
5
Aanbevelingen: ondernemers • Ontwikkel eerst een helder businessmodel. • Vraag alleen patenten en octrooien aan voor innovaties wanneer dat echt noodzakelijk is; richt je primair op het blijven doorontwikkelen van innovaties en het leveren van (reproduceerbaar) maatwerk. • De weg naar structurele financiering is lang en moeizaam. Richt je eerst op andere verdienmodellen; creëer momentum door successen in de media te brengen.
36
5
Aanbevelingen producenten
zorgaanbieders
financiers
gevestigde zorgondernemers
cliëntenorganisaties
gemeente
kennisinstellingen
aanbieders wonen en welzijn
Bijlage 2 Onderzochte cases
River diagnostics: Voortgekomen uit onderzoek binnen het Erasmus MC is River diagnostics een zelfstandige onderneming die diagnostische apparatuur verkoopt waarmee gedetailleerde analyses kunnen worden gemaakt van cellen en weefsels middels Raman Spectoscopy.
Skyline Diagnostics: Voortgekomen uit onderzoek binnen het Erasmus MC is Skyline Diagnostics een zelfstandige onderneming die zich richt op het ontwikkelen en toepassen van diagnostische producten voor patiënten met kanker.
Het eerste lijnsgeboortecentrum: het betreft een nieuw zorgconcept; een Kraamhotel waar door verloskundigen zorg wordt verleend voor mensen die niet thuis willen bevallen, maar geen indicatie hebben voor ziekenhuisopname.
Het Francise concept van het Oogzorgnetwerk: het betreft een netwerk van Oogheelkundige afdelingen van ziekenhuizen en het Oogziekenhuis Rotterdam gericht op het onderlinge uitwisselen van kennis en innovatie. De leden van dit netwerk betalen lidmaatschap waarmee zij een kenniscentrum financieren dat ondersteunt bij de uitwisseling.
De OOGbus van het Oogzorgnetwerk: De OOGbus is een innovatief zorgproduct van het Oogzorgnetwerk. In de OOGbus is al het diagnostisch instrumentarium aanwezig om eerstelijns oogzorg bij mensen thuis (in de wijk) te brengen.
Het TOC concept van InnoQare: TOC is gericht op het verbeteren van doorlooptijden in logistieke processen. Door InnoQare is dit concept toepasbaar gemaakt voor ziekenhuiszorg.
Het Zorgconcept van Humanitas: Humanitas heeft een zorgconcept waarin mensen worden gestimuleerd zo lang mogelijk dagelijkse dingen zelf te blijven doen. Dat komt mede tot uitdrukking in hun levensloopbestendige woningen. Mensen huren een eigen woning en kunnen daarbij zoveel zorg inhuren als ze nodig hebben.
Ontmoetingscentrum Prinsenhof: het betreft een initiatief van en voor wijkbewoners opgezet in samenwerking met een woningcorporatie (de Nieuwe Unie) en een zorgaanbieder (Pameijer). Het centrum is gevestigd tussen 3 flats met levensloopbestendige woningen en biedt de bewoners maar ook andere wijkbewoners faciliteiten voor ontmoeting, welzijn en zorg.
De kantelstoel: De kantelstoel is ontwikkeld door het Reuma Verpleeghuis Rotterdam om op een patiëntvriendelijker manier tandheelkundige zorg te geven aan mensen in rolstoel. De rolstoel wordt daarvoor op een plateau geplaatst die kan kantelen, zodat de tandarts eenvoudiger in de mond kan komen.
De kousentrek machine; het betreft een innovatief apparaat waarmee dragers van steunkousen zelf instaat worden om de steunkousen uit te trekken.
Erasmus Universiteit Rotterdam INSTITUUT BELEID & MANAGEMENT GEZONDHEIDSZORG Bezoekadres
Burgemeester Oudlaan 50 3062 PA Rotterdam Postadres
Postbus 1738 3000 DR Rotterdam Telefoon Fax E-mail Internet
010 408 85 55 010 408 90 94
[email protected] www.bmg.eur.nl