KADERNOTA 2011
Gemeente Aalburg Grote Kerkstraat 32 4261 BE Wijk en Aalburg Postbus 40 4260 AA Wijk en Aalburg telefoon: (0416) 698700 telefax: (0416) 693474 E-mail:
[email protected]
Inhoudsopgave
Inleiding
Programma’s: •
Bestuur
•
Veiligheid
•
Verkeer en openbare ruimte
•
Lokale economie
•
Onderwijs
•
Cultuur, recreatie en sport
•
Werk en inkomen
•
Welzijn en zorg
•
Milieu
•
Bouwen en ruimte
•
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
•
Paragraaf Bedrijfsvoering
•
Niet opgenomen projecten
Recapitulatie budgettaire ontwikkelingen
Inleiding Aanbieding Het eerste instrument in de jaarlijkse planning- en controlcyclus van onze gemeente is de kadernota. Daarmee wordt u als raad in de gelegenheid gesteld om tijdig te sturen op de voorbereiding en ontwikkeling van het in de programmabegroting opgenomen beleid. Het stellen van kaders en het geven van sturing zijn in het duale stelsel de kerntaken van de gemeenteraad. Eén van de mogelijkheden hiertoe is het houden van uw beleidsbeschouwingen en het geven van uw concrete visie op de onderwerpen uit de kadernota 2011 in de raadsvergadering van 13 juli 2010. In de kadernota worden de uitgangspunten voor de komende programmabegroting 2011-2014 vastgelegd. Economische ontwikkelingen Wij zijn ons terdege bewust van de economische situatie waarin Nederland in het algemeen en Aalburg in het bijzonder zich bevinden. Het sluitend maken van de begroting voor 2010 heeft al de nodige inspanningen gekost. Uw raad heeft op verschillende begrotingsposten de kaasschaaf tot op het bot geaccordeerd. Een volgende stap houdt in dat ook Aalburg er niet aan ontkomt om op basis van strategische keuze’s taken niet, substantieel minder of anders uit te voeren. Een procesvoorstel hoe hiermee om te gaan treft u verderop aan. Vooralsnog willen wij het ingezette beleid op het terrein van leefbaarheid van de kernen (Idops) en de ontwikkeling van de projecten te Veen en Eethen als consistente speerpunten van beleid sinds 2008 nadrukkelijk vasthouden en als gezonde ambitie voortzetten. Ook de komende vier jaar zal er nog verder bezuinigd moeten worden. We zullen reeds gestarte projecten proberen af te ronden, maar zullen een pas op de plaats moeten maken voor wat betreft nieuw beleid. Ook de inwoners en bedrijven zullen hierin hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Mogelijkheden zullen wel worden gecreëerd, maar niet altijd meer door de overheid worden uitgevoerd. Voorbeelden die hierbij genoemd kunnen worden zijn: garant stelling Molenstichting: De gemeente staat garant voor restauratie van de molens, waarbij de Molenstichting de inspanningsverplichting heeft om middelen te genereren. Hierbij kan een beroep op burgers en bedrijven worden gedaan; verkeersmaatregelen: hierbij is de mentaliteit van onze inwoners belangrijk; plantsoenen: gezien de ontwikkelingen van de wetgeving op het gebied van onkruidbestrijding zal er de komende jaren een bepaalde mate van acceptatie moeten zijn voor het onderhoudsniveau van de plantsoenen. Het gaat hier om het creëren van begrip in de samenleving tot een gezamenlijke ofwel gedeelde verantwoordelijkheid waarbij nadrukkelijk een appel wordt gedaan op de samenleving. Samen moet het lukken in “ondernemend Aalburg”. Het wordt niet meer vanzelfsprekend dat ondervonden problemen in de samenleving door de overheid opgelost moeten worden. Heel veel problemen zullen terug gelegd moeten worden bij onze burgers en bedrijven om gezamenlijk tot een oplossing te komen op basis van gedeelde verantwoordelijkheden. We zullen met elkaar de discussie aan moeten gaan dat bestaande zekerheden en door de overheid uitgevoerde beleidsvelden voor een deel teruggelegd worden bij burgers en bedrijven. In deze kadernota is een eerste financiële aanzet van het coalitieakkoord inzichtelijk gemaakt, waarbij nadrukkelijk rekening moet worden gehouden met het rijksbeleid, waar wij naar de stand van vandaag redelijkerwijs rekening mee kunnen houden. Wij hanteren hierbij het principe dat naast bestaand beleid alleen nieuwe onderwerpen worden opgepakt die op dit moment wettelijk verplicht en/of noodzakelijk zijn. Gezien de demissionaire situatie van het kabinet verwachten wij eerst in het najaar van 2010 de maatregelen voor de jaren na 2011. Voor wat betreft de Algemene uitkering uit het gemeentefonds zijn verschillende scenario’s te bedenken hoe deze de komende jaren zal ontwikkelen.
Bij het programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien beschrijven wij enkele van de mogelijke
scenario’s. In deze kadernota zijn wij uitgegaan van de aanbeveling van het VNG. Hierbij wordt uitgegaan van een nullijn voor het gemeentefonds na 2011. Dit betekent dat de gemeente zelf de kostenontwikkeling in de komende jaren moet opvangen. Uitgaande van 2% per jaar loopt dit op van € 0 in 2011 tot € 400.000 in 2014. In het najaar verwachten wij meer duidelijkheid over de ontwikkeling van de Algemene uitkering en de maatregelen van het Rijk. Gezien de verwachte impact die dit zal hebben stellen wij voor de periode tot het voorjaar 2011 te benutten om hier strategisch en weloverwogen op te anticiperen. In het najaar van 2010 willen wij hiermee procesmatig starten door met elkaar (gemeenteraad in samenspraak met het college en ambtelijke organisatie) verschillende scenario’s te ontwikkelen, waarbij ook rekening kan worden gehouden met het nieuwe kabinetsplan. Ook stellen wij voor hierbij de strategische visie te herijken aan de ontwikkelingen sinds 2007. Ook de inschakeling van burgerpanel hierbij overwogen worden, zodat ambitie en financieel perspectief meerjarig in balans gebracht zal kunnen worden. In het voorjaar 2011 zullen dan integraal afwegingen en keuzes kunnen worden gemaakt bij de kadernota 2012. Begrotingsindeling / implementatie aanbevelingen De Rekenkamercommissie heeft op 28 april 2009 een onderzoeksrapport “Programmabegroting gemeente Aalburg” gepresenteerd. Op basis hiervan heeft de gemeenteraad op 27 oktober 2009 besloten een projectgroep in te stellen. Deze projectgroep heeft de opdracht gekregen om een advies uit te brengen over de door de Rekenkamercommissie aangereikte aanbevelingen in het onderzoeksrapport. Ook de verordening artikel 212 Gemeentewet zijn hierbij betrokken. De adviezen van de werkgroep zijn aangeboden in de raadsvergadering van 23 februari 2010. Eén van de adviezen was de maatregelen gefaseerd in te voeren. In deze kadernota en bij de samenstelling van de programmabegroting 2011-2014 willen wij een eerste aanzet geven tot implementatie van de aanbevelingen. Per programma wordt het volgende onderscheid gemaakt: speerpunten; going concerntaken (met ontwikkelingen); going concerntaken (lopend). Speerpunten Dit betreft beleidsmatige ontwikkelingen die voor u als raad van belang zijn bij uw kaderstellende en richtinggevende rol. Bij de speerpunten wordt aangegeven op welke wijze dit tot stand is gekomen. Hierbij onderscheiden wij: A. normaal gebruikelijke (going concern) taken; B. nieuwe taken die voortvloeien uit rijksbeleid of bestuursakkoord; C. project gestart op initiatief van de raad of het college. Ook wordt per speerpunt aangegeven wat de eventuele financiële consequenties zijn van de voorgestelde ontwikkelingen. Going concerntaken (met ontwikkelingen) Dit betreft de taken ‘business as usual’ waarbij zich ontwikkelingen voordoen die aanleiding geven om te vermelden in de kadernota. Deze zijn opgenomen na de speerpunten. Going concerntaken (lopend) Dit betreft de taken ‘business as usual’ waarvoor geen directe aanleiding is hiervan iets op te nemen in de kadernota. Na de programma’s en de paragraaf bedrijfsvoering treft u een kort overzicht aan van de onderwerpen die wij gezien de huidige economische omstandigheden op dit moment niet in uitvoering willen nemen. Alleen dan waneer er sprake is van 100% financiering van derden.
Tenslotte is een recapitulatie opgenomen van de budgettaire consequenties. Ook in de programmabegroting 2011-2014 willen wij anticiperen op de aanbevelingen van de projectgroep en de lijn van deze kadernota doorzetten door per programma onderscheid te maken in speerpunten en goïng-concern taken. Ook willen we de volgorde wijzigen door eerst de programma’s op te nemen en daarna de paragrafen. Resultaatverwachtingen van de kadernota Van u als raad wordt (gebruikelijk) verwacht dat u kaders aangeeft voor wat betreft: prioriteitstelling; normstelling ten aanzien van kwaliteit en kwantiteit. Op basis van de door uw raad aangegeven kaders zullen wij vervolgens de begroting samenstellen. Gelet op de grote omvang van het reëel te verwachte begrotingstekort voor 2011 en volgende jaren zal dit geen sinecure zijn en wij verzoeken wij u daarom helder en concreet uw prioriteiten aan te geven. Als voorbeeld hierbij kan worden genoemd hoe om te gaan met onkruidbestrijding. Wij wensen u graag succes bij het maken van uw afwegingen. Mogen de te nemen besluiten dienstbaar zijn aan en strekken tot heil en zegen van onze gemeente en haar inwoners.
Burgemeester en wethouders van Aalburg, de secretaris de burgemeester
Programma Bestuur Hoofdkenmerken Het op democratische wijze laten functioneren van de gemeentelijke bestuursorganen. In het kader van de dualisering van het gemeentebestuur is de taakverdeling tussen raad en college verhelderd. De raad stelt de kaders voor de uitvoering door het college en controleert tussentijds en achteraf of de gestelde doelen zijn bereikt en of het beleid de gewenste effecten heeft gesorteerd. Producten opgenomen onder programma Bestuur bestuursorganen; bestuursapparaat; bestuursondersteuning gemeenteraad en rekenkamerfunctie; bestuurlijke samenwerking; voorlichting en representatie; burgerlijke stand, bevolkingsadministratie etc. verkiezingen.
Speerpunten
Niet-vrijblijvende samenwerking Land van Heusden en Altena Bestuurlijke regionale samenwerking *boven niveau begroting 2010
Financiële consequenties* 2011 2012 2013 25.000 0
25.000 0
25.000 pm
2014 0 pm
Speerpunt
: Niet-vrijblijvende samenwerking Land van Heusden en Altena
Betreft: C. projecten gestart op initiatief van raad en/of college.
Mogelijkheden tot beïnvloeden: Ja, maar rekening houden met convenant, beperkt. Omschrijving: Om de niet-vrijblijvende samenwerking binnen het Land van Heusden en Altena vorm te geven zijn bestuursopdrachten opgesteld. Dit betreft de volgende onderwerpen: Elektronische Dienstverlening Personeel en organisatie ICT Juridische zaken Strategische agenda West-Brabant Veiligheid en crisisbeheersing Economische zaken Cultuur Toerisme en recreatie Communicatie Deze bestuursopdrachten zijn besproken in uw vergadering van december 2009. Uitgangspunt bij deze bestuursopdrachten is samenwerking als ware het een fusie. Zoveel als mogelijk wordt gestreefd naar het op één plaats in één keer uitvoeren van werkzaamheden voor de drie gemeenten. Binnen de meer op de bedrijfsvoering gerichte onderwerpen zoals ICT wordt gewerkt aan het samenbrengen van de medewerkers van de drie gemeenten op één locatie. Dit vergt tot op heden een aanzienlijke extra inzet om de gewenste situatie te bereiken. Naast deze bestuursopdrachten worden andere onderwerpen meer in projectmatige vorm opgestart. Een voorbeeld hiervan is het project Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving. De bedoeling is de samenwerking -rekening houdend met capaciteit en mogelijkheden - op deze manier verder uit te bouwen. De energie die er op alle fronten wordt gestoken in de samenwerking moet op termijn gaan renderen. Samenwerking moet resultaten opleveren in de sfeer van efficiency en kan daarnaast ook de kwetsbaarheid van de gemeenten beperken. Meer dan ooit dringen de financiële beperkingen voor alle gemeenten om elkaar op te zoeken in samenwerking en daarmee de prestaties te verhogen. Inmiddels is aan PriceWaterhouseCoopers de opdracht verleend tot het uitvoeren van een quick-scan in 2011 en een bestuurskrachtmeting in 2013. De centrale vraag hierbij zal zijn: In welke mate en hoe versterkt de samenwerking tussen de drie gemeenten de bestuurskracht van de gemeenten? De bestuurskrachtmeting is bedoeld om te leren en de verbeteringen staan dan ook centraal. Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010: Met ingang van de begroting 2010 wordt een bedrag geraamd voor de programmakosten die voortvloeien uit de samenwerking, ons aandeel voor 2010 € 75.000 inclusief een onrendabele top van € 25.000. Voor de jaren daarna hebben wij de raming verlaagd tot € 50.000. De gemeenten Werkendam en Woudrichem hebben in de begroting 2010 ook meerjarig rekening gehouden met de jaarlijkse totaalraming van € 300.000. Geraamde kosten project/activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): Om aansluiting te vinden bij de bijdragen van gemeente Werkendam en Woudrichem wordt voor gesteld de bijdrage voor de jaren 2011 tot en met 2013 te verhogen met € 25.000 tot € 75.000.
Speerpunt
: Bestuurlijke regionale samenwerking
Betreft: C. project gestart op initiatief van de raad of het college
Mogelijkheden tot beïnvloeden: Nee, het project is in de afrondende fase Omschrijving: Gemeenschappelijke regeling West-Brabant In West-Brabant werken lokale overheden samen middels het Convenant Strategische Samenwerking WestBrabant. Het uitvoerend orgaan De West-Brabantse Vergadering ziet toe op het opstellen en uitvoeren van de strategische agenda voor de samenwerkende gemeenten. Het convenant loopt van rechtswege af op 1 januari 2011. Een heroriëntatie op deze strategische samenwerking is in gang gezet, die vorm krijgt binnen een nieuwe gemeenschappelijke regeling. Tegelijkertijd worden de reeds bestaande samenwerkingsverbanden samengevoegd: de Sociaal-Economische Samenwerking (SES), het Regiobureau Breda, MARB-DUO, Kleinschalig Collectief Vervoer, de beide GGA’s en het Loopbaancentrum West-Brabant.
Kernpunten stroomlijning De stroomlijning van de intergemeentelijke samenwerking in West-Brabant laat zich in enkele kernpunten samenvatten: de huidige regelingen worden teruggebracht tot één regeling; het bestuur van de nieuwe regeling houdt zich uitsluitend bezig met ontwikkeling en uitvoering van de Strategische Agenda; nu bestaande portefeuillehoudersoverleggen worden bestuurscommissies die besluiten over inhoudelijke aangelegenheden die hun beleidsterrein betreffen; de medewerkers die nu voor de verschillende samenwerkingsverbanden werken, worden allen opgenomen in één organisatie: het “West-Brabanthuis”; gemeenteraden hebben adviesrecht over de strategische agenda en komen tweemaal per jaar bijeen in een regiobijeenkomst. Daarnaast krijgen zij uiteraard de gelegenheid in het voorjaar hun zienswijze uit te brengen over de begroting van het volgende jaar. Besluitvormingstraject Het voorstel tot stroomlijning is mede gebaseerd op de uitkomst van een aantal bestuurlijke bijeenkomsten die in 2009 hebben plaatsgevonden. Vervolgens zijn voor de opstelling van de regeling uitgangspunten vastgesteld, waarover een consultatie heeft plaatsgevonden van de gemeenteraden op 7 oktober 2009 te Zevenbergen. Op 23 februari 2010 heeft de gemeenteraad zienswijzen kenbaar gemaakt en een uitspraak gedaan over de richting van de voorstellen. Inmiddels is voor de nieuwe regeling een bestuur i.o. ingesteld. Tot het vierde kwartaal 2010 worden de concept-regeling uitgewerkt: structuur en bevoegdheden bestuurscommissies en adviescommissies; opheffing en liquidatie bestaande samenwerkingsverbanden; ontwikkeling organisatie “West-Brabanthuis”; personele invulling en huisvesting “West-Brabanthuis”; opstellen begroting 2011 en daarmee samenhangende overeenkomsten; omvang en dekking frictiekosten ( voor afbouw bestaande regelingen en opbouw nieuwe regeling). In het laatste kwartaal van 2010 vindt de definitieve besluitvorming in colleges en gemeenteraden plaats, waarna de regeling op 1 januari 2011 in werking kan treden. Verbonden partijen In het kader van de regionale samenwerking heeft de BRG(=bestuurlijke regiegroep) van de West-Brabantse Vergadering eind 2009 ingestemd met de Kadernota Verbonden Partijen. In deze nota is rekening gehouden met de reacties die vanuit de regio zijn gemaakt
Enkele relevante aspecten uit de nota zijn: een afwegingskader voor het aangaan van nieuwe Verbonden Partijen (meestal een gemeenschappelijke regeling). Op basis hiervan kan de gemeenteraad het aangaan van nieuwe Verbonden Partijen toetsen. concrete afspraken over de informatievoorziening tussen Verbonden Partijen en gemeente (college en gemeenteraad). De financiële beheersbaarheid van de Verbonden Partijen wordt hiermede verder vergroot. concrete afspraken over de mogelijkheid voor de gemeenteraad om zienswijzen te geven over de begrotingen van Verbonden Partijen. Deze kadernota zal in september 2010 voor besluitvorming voorgedragen worden. Dit alles tegen de achtergrond van de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad. Thorbecke 2.0 Onder deze naam is een discussie gaande over bestuurlijke vernieuwing van de overheid. Daar krijgt onze gemeente ook mee te maken. Het gaat om een koerswijziging in de verhouding burger-overheid én een koerswijziging in de inrichting van het openbaar bestuur. Een gedachte binnen dit vernieuwingsprogramma is, dat de gemeente zich verder ontwikkelt naar een lokaal bestuur dat dicht bij de burger staat en in staat is zijn dienstverlening effectief en efficiënt te organiseren. Op lokaal niveau vraagt dit een sterke gemeente die zelfstandig of door samenwerking zorgt voor voldoende bestuurskracht, voldoende handelingsruimte bij de uitvoering, duidelijke bevoegdheden van de gemeente richting maatschappelijke organisaties en voldoende financiële middelen voor nu en in de toekomst. Een stap in de richting van dit eindperspectief zou een sterkere inzet van de gemeente moeten zijn op het niveau van de regio via regionale samenwerking. Volgens Thorbecke 2.0 moet in dat verband, niet vrijblijvend, bundeling plaatsvinden van beleid en uitvoering op diverse taakgebieden. De ontwikkeling van de West-Brabantse samenwerking sluit aan op de gedachte over innovatie van bestuurlijk Nederland uit het vernieuwingsprogramma Thorbecke 2.0. Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010: Gemeenschappelijke regelingen West-Brabant: Sociaal-Economische Samenwerking (SES) Regiobureau Breda Gebiedsgerichte Aanpak verkeer en vervoer (GGA Breda) Regeling Milieu en Afval (MARB-DUO) Kleinschalig Collectief Vervoer (KCV Deeltaxi) Loopbaancentrum West-Brabant
€ 36.000 € 15.000 (begrepen in bijdrage aan Regiobureau Breda) € 11.000 € 110.000 € 5.000
Geraamde kosten project/activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): Gemeenschappelijke regeling West-Brabant: Uitgangspunt is 10% besparing op de totale kosten. De verwachting is dat deze de eerste twee jaar nodig is om de frictiekosten te dekken. Daarna zal worden overgegaan tot een definitieve vorm van kostenverdeling.
Ontwikkelingen Going concerntaken Deregulering, vermindering administratieve lasten, verbetering dienstverlening Het begrip Deregulering is langzaam aan het vervagen. In de plaats daarvan komen begrippen voor het voetlicht als terugdringen van administratieve lastendruk en verbeteren van dienstverlening. Een belangrijk platform hiervoor is het programma Minder regels meer service van de VNG en de Ministeries van BZK, EZ en Financiën en het programma Versnellingsagenda. Deze programma’s bevatten initiatieven voor de gemeenten. Wij pakken concrete projecten daaruit successievelijk aan, zoals de implementatie van de herziene model-APV van de VNG, de verbetering van de dienstverlening aan bedrijven en vereenvoudiging van aanvragen voor evenementen, maar ook het inzetten van mediationvaardigheden in bezwaarprocedures. Deregulering Algemene Subsidieverordening (ASV) In 2008 is de algemene subsidieverordening herzien. Bij deze herziening is een dereguleringsslag gemaakt. In 2010 biedt de VNG in het kader van het programma Minder Regels, Meer Service gemeenten de kans om een gedereguleerde ASV te implementeren. De VNG heeft een nieuwe modelverordening ontwikkeld en biedt hierbij een ondersteuningsprogramma aan. Dit ondersteuningsprogramma bestaat uit een aantal bijeenkomsten/werksessies met andere gemeenten om te bepalen waar kansen liggen voor deregulering. Dit ondersteuningsprogramma loopt tot en met december 2010. Gedurende dit traject wordt duidelijk welke verbeteringen kunnen worden doorgevoerd in de algemene subsidieverordening en het subsidieproces. Eventuele aanpassingen van de ASV kunnen in 2011 worden doorgevoerd. EGEM-i/Dienstverlening Algemeen De realisatiefase van het programma EGEM-i kende een formele start op 1 mei 2009. Het programma heeft grote impact op de gemeentelijke dienstverlening, bedrijfsvoering en de onderliggende informatievoorziening. De doorontwikkeling van een vakinhoudelijke gestuurde en activiteitgerichte organisatie naar een dienstverlenende en procesgerichte organisatie heeft gevolgen voor zowel de aansturing van medewerkers als voor de interne samenwerking, binnen en tussen de afdelingen. De bedrijfsvoering wordt – gebruikmakend van o.a. ICT middelen – op een hoger niveau gebracht. Resultaat is een betere dienstverlening en een toegenomen efficiency binnen de bedrijfsvoering. Door uitvoering te geven aan het realisatieplan wordt een sterke en vitale gemeentelijke organisatie gerealiseerd, die de ambities op het gebied van dienstverlening en bedrijfsvoering nu en in de toekomst kan waarmaken en hierbij de samenwerking als middel inzet voor het vergroten van de slagkracht. In het kader van de niet-vrijblijvende samenwerking is voor EGEM-I/Dienstverlening een gezamenlijke bestuursopdracht geformuleerd. Van de regionale samenwerking mag op dit terrein efficiencywinst verwacht worden, alhoewel het niet altijd meevalt om dezelfde keuzes te maken. In 2010 zullen de drie gemeenten ieder beoordelen in hoeverre “waar staat je gemeente.nl” wordt ingezet om de dienstverlening te beoordelen. Naar alle waarschijnlijkheid zal dan in 2011 ervoor gekozen worden om dit gezamenlijk te organiseren. Doorontwikkeling frontoffice In 2008 is onze frontoffice, Aalburgloket, geopend. Bij het Aalburgloket vinden (bijna) alle contacten via alle kanalen met Aalburgse burgers plaats. Contacten waarbij alleen informatie wordt gegeven of tegelijkertijd een aanvraag wordt gedaan of een document wordt geleverd. De burgers krijgen in principe in één keer het juiste en volledige antwoord. Als dat niet kan omdat maatwerk vereist is, wordt een afspraak gemaakt met een ter zake deskundig ambtenaar. Naast vragen op gebied van wonen, bouwen, milieu, omgeving en burgerzaken is in Aalburgloket ook sociale zaken, de WMO, leerplicht en leerlingenvervoer geïntegreerd. In 2015 zijn gemeenten de ingang voor alle burgers, bedrijven en instellingen voor nagenoeg alle vragen aan de overheid. Dit betreft de visie van de commissie gemeentelijke Dienstverlening (commissie Jorritsma). Deze staat beschreven in het Antwoord ©concept. In 2010 worden projecten, die direct of indirect een rol spelen bij de ontwikkeling van de frontoffice en de verbetering van de dienstverlening, gerealiseerd. De meeste van deze projecten staan beschreven in het realisatieplan EGEM-i zoals: de BAG, de WABO (omgevingsvergunning) en het bedrijvenloket.
Ook in 2011 zal volgens het concept worden doorgebouwd. De aandacht zal daarbij ook uit moeten blijven gaan naar de verpakking van de boodschap, de wijze waarop wij communiceren via de kanalen. Daarbij telt het gevoel van de burgers bij deze ontwikkelingen. Voelt men zich voldoende persoonlijk herkend, wordt er mee gedacht en wordt de behandeling als eerlijk ervaren en heeft de burger de indruk dat hij invloed heeft op wat er gebeurt in zijn gemeente. Zo heeft het op een hoger niveau brengen van de dienstverlening echt een positief effect, niet alleen voor het systeem, maar het wordt dan ook zo gevoeld door de burgers. Voor EGEM-i is jaarlijks is een raming beschikbaar van € 16.000.
Programma Verkeer en openbare ruimte Om de verhardingen in de openbare ruimte structureel aan te pakken is in 2002 het wegenbeheerssysteem geactualiseerd. Het wegenbeleidsplan 2002 is vastgesteld in de raadsvergadering van 29 augustus 2002. Dit plan vormt het beleidsmatige planningsinstrument waarmee, op basis van technische en bestuurlijke kwaliteitscriteria, keuzes kunnen worden gemaakt ten aanzien van het beheer en onderhoud alsmede de verbetering en vernieuwing van de wegen. Deze keuzes zijn in het plan vertaald in benodigde financiële en personele middelen. In 2010 wordt gewerkt aan het opstellen van een nieuw beleidsplan verkeer- en vervoer en zal een (start) worden gemaakt met het opstellen van een nieuw wegenbeleidsplan. Gelet op de financiële positie van onze gemeente is het niet mogelijk om het wegenbeleidsplan op basiskwaliteit uit te voeren. De uitvoering zal jaarlijks worden afgestemd op de financiële ruimte die de begroting biedt. Kort samengevat gaat het om: Het aanleggen, beheren en onderhouden van: ♦ wegen, verhardingen bermen en straatmeubilair etc. ♦ openbare verlichting ♦ vijvers, watergangen, loopbruggen en drainagestelsels ♦ plantsoenen en openbaar groen ♦ recreatievoorzieningen, speeltuinen en -plaatsen ♦ begraafplaatsen, aula’s en oorlogsmonumenten De zorg voor: ♦ een geordende en veilige verkeersafwikkeling en -circulatie ♦ exploitatie van de loswal ♦ begravingen Producten opgenomen onder programma Verkeer en openbare ruimte onderhoud en vervangingen van wegen; gladheidsbestrijding; openbaar vervoer; verkeersveiligheid; parkeervoorzieningen; waterbeheersing; parken, plantsoenen en openbaar groen; speeltuinen en speelplaatsen; onderhoud sportvelden en sportvoorzieningen; begraafplaatsen en begravingen.
Speerpunten
Reconstructie van wegen (vervangingen wegen) Wegdektemperatuursensoren voor gladheidsbestrijding Begravingen (aanschaf karren) Groenbeleidsplan (chemische onkruidbestrijding) *boven niveau begroting 2010
Financiële consequenties* 2011 2012 2013 0 1.400 0 120.300
0 1.400 0 120.300
0 1.400 0 120.300
2014 0 1.400 0 120.300
Speerpunt
: Reconstructie van wegen (vervangingen wegen)
Betreft: A. Normaal gebruikelijk (goïng concern) taken.
Mogelijkheden tot beïnvloeden: Ja, vervangingsinvesteringen wegenbeleidsplan Reconstructie van wegen (vervangingen wegen) Voor vervanging van wegen is jaarlijks een vast budget beschikbaar. Verschillen tussen het budget en de werkelijke uitgaven worden afgewikkeld via een bestemmingsreserve. In 2010 zal een nieuw wegenbeleidsplan worden samengesteld. Het budget voor wegen is sinds het opstellen van het plan niet meer gecompenseerd voor kostenontwikkeling. De jaarlijkse korting van 7,5% (vanaf 2007) op het budget is het restant van de korting in verband met meevallende aanbestedingsresultaten als gevolg van conjuncturele omstandigheden. Deze korting is toegepast met ingang van 2004 en was oorspronkelijk 15%. Het budget voor vervanging en onderhoud van wegen wordt met ingang van 2010 structureel met € 100.000 verlaagd. De systematiek van de onderhoudsplanning en beleidsadvisering wordt gehandhaafd. Vervangingsinvesteringen wegenbeleidsplan: Schmitzstraat (restant) Bagijnhof (gedeelte tussen de Grotestraat en Groeneweg) Groeneweg (gedeelte tussen de Bagijnhof en kombord Veen) (restant) Ontsluiting Veensesteeg (bovenwijkse voorziening) Verbeteren verkeersveiligheid De Kromme Nol (inclusief verlichting) Fietspad Bagijnhof richting Veensesteeg Sub-totaal Beschikbaar voor prioriteiten A (zie hierna) Totaal
€ 375.000 € 396.000 € 95.000 € 300.000 € 237.000 € 100.800 € 1.503.800 € 764.425 € 2.268.225
De bovenstaande vervangingsinvesteringen zijn in prioriteitsvolgorde opgenomen. Beschikbare dekkingsmiddelen voor vervangingen wegen etc. op basis van bestaand beleid: Beschikbaar 2010 t/m 2011: Reserve wegen 1-1-2009 € 268.300 Budget 2010 (na bezuiniging 7,5% + € 100.000) € 310.905 Budget 2011 (na bezuiniging 7,5% + € 100.000) € 310.905 Bijdrage provincie voor Kromme Nol € 95.000 Bijdrage provincie voor fiespad Bagijnhof-Veensesteeg € 50.400 Totaal beschikbaar 2009 en 2010 € 1.035.510 Beschikbaar 2012 t/m 2014: Reserve wegen 1-1-2009 € 0 Budget 2012 (na korting 7,5% en bezuiniging € 100.000) € 310.905 Budget 2013 (na korting 7,5% en bezuiniging € 100.000) € 310.905 Budget 2014 (na korting 7,5% en bezuiniging € 100.000) € 310.905 Inzet Algemene reserve grondexpl. Veensesteeg € 300.000 Totaal beschikbaar 2011-2013 Totaal budget 2011 – 2014
€ 1.232.715 € 2.268.225
Uit een inventarisatieronde en op grond van verzoeken van bewoners (o.a. bij kernbezoeken burgemeester) is een groot aantal wensen op het terrein van (onderhoud) van wegen naar voren gekomen. Het honoreren van al deze verzoeken is gelet op de beschikbare financiële middelen niet mogelijk c.q achten wij (nog) niet noodzakelijk. Om uw keuze te bepalen hebben wij in de wensenlijst een prioritering aangebracht. Gelet op onze huidige en verwachte toekomstige financiële positie gaan wij er vanuit dat, bijzondere omstandigheden daargelaten, de onderstaande prioriteitenvolgorde aan weinig verandering onderhevig zal zijn de komende jaren. Prioriteit A Grotestraat (restant) Dimensionering Groeneweg / Bagijnhof Fietspad Meerstraat-Krommenol De Kromme Nol : carpoolplaats
€ 435.500 € pm € pm € 24.000
Tuinstraat tussen Wielstraat en Maasdijk Reconstructie Perzikstraat (inclusief voetpad) Verbetering bewegwijzering Fietsverbinding Veensesteeg / Middenweg
€ 47.250 € 88.000 € 10.000 € (betrekken bij zwembadvoorziening)
Prioriteit B Rozenstraat, oostzijde Aanleg (nieuwe) voetpaden Herstraten voetpaden
€ 154.000 € 109.450 € 55.000
Prioriteit C Verharden De Hoek Fietspad Bergse Maas Aanleg parkeerplaatsen en herinrichting De Vlijt Aanpassen omgeving basisschool Hoeksteen Parkeervakken De Wiek Toegangspad Eindsestraat 12 Kruising Hoefstraat / Ruiterhof Natuurlijk sturen Babyloniënbroek Veensesteeg verkeerssluis Nieuwesteeg verkeerssluis Onderhoud verkeersmaatregelen Verkeersmaatregelen Struinpad Hilsestraat / De Lange Bruggert Parkeervakken Asterstraat
€ 28.050 € 50.000 € 196.000 € 65.000 € 30.000 € 8.500 € 12.500 € 31.500 € 6.000 € 20.300 € 10.000 (budget beheersbegroting) € 25.000 € (recreatie) € 18.000
(uitvoering door provincie) (provinciale subsidie ontvangen, wordt zo mogelijk meegenomen in 60-km project Kromme Nol)
Speerpunt
: Wegdektemperatuursensoren voor de gladheidbestrijding
Betreft: * A. normaal gebruikelijk (going concern) taken C. project gestart op initiatief van de raad of het college
Mogelijkheid tot beïnvloeden: Ja,
Omschrijving: In de begrotingen is al meerdere jaren sprake geweest van optimalisering c.q. bewaking van de gladheidbestrijding. Hierin is begrepen de realisering van een weermeetstation in ons gebied ten behoeve van vroegtijdige signalering van opkomende gladheid en andere weersomstandigheden. De gemeente Woudrichem en Werkendam maken al gebruik van een dergelijk systeem. Dergelijke systemen sluiten ook aan op de systemen van de provincie Noord-Brabant en bevorderen de verkeersveiligheid. Onderling maken de genoemde overheidsdiensten afspraken met elkaar dat zoveel als mogelijk is eenduidig in ons gebied (Land van Heusden en Altena) wordt samengewerkt als wegbeheerders en verantwoordelijken voor de gladheidbestrijding. Gezien de onderlinge afstanden tussen de afzonderlijke weerstations van de andere partners zijn de gegevens daarvan niet altijd relevant voor onze gemeente. Om doeltreffend te kunnen handelen is het raadzaam dat ook de gemeente Aalburg zelf een weerstation heeft dat digitaal wordt gekoppeld. Oproepen worden dan digitaal geregeld, waarbij een aanpassing plaatsvindt in het kader van de bewaking en oproepdiensten van betrokken gladheidbestrijders. In dit kader is organisatie van de gladheidsbestrijding beter gestructureerd, meer in het bijzonder een aanpassing van de wachtdienstregeling, waarin tevens is begrepen de consignatieregeling. Het systeem bewerkstelligt naar verwachting een besparing van circa € 5.000 per jaar ten aanzien van inzet en acties. De besparing wordt ten gunste gebracht van de consignatieregeling. Een weerstation kost circa € 27.000 voor aanschaf. Voorbereidende werkzaamheden zijn in 2010 gestart (€ 1.970 infraroodmeting voor diverse wegvakken) De jaarlijkse beheerkosten worden geraamd op € 5.300. Dit betreft een budget van € 4.000 inzake ondersteuning (bellen, dagelijkse e-mail contacten met meteoroloog). Daarnaast zijn er ook kosten ad € 1.300 voor het onderhoud van het systeem. Het huidige contract met meteo-consult ad € 2.300 komt te vervallen.
Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010: Het huidige contract met meteo-consult € 2.300. Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): Incidenteel: investering in 2011 € 27.000. Structurele meerkosten: Directe lasten (€ 5.300 -/- € 2.300) Kapitaallasten besparing Netto meerkosten
-/-
€ 3.000 € 3.400 € 6.400 € 5.000 € 1.400
Speerpunt
: begravingen (aanschaf karren)
Betreft: * A. normaal gebruikelijk (going concern) taken
Mogelijkheid tot beïnvloeden:* Ja Omschrijving Al enkele jaren wordt, waar mogelijk,op enkele begraafplaatsen dubbeldiep begraven. Hiermee wordt rekening gehouden bij de aanleg van nieuwe begraafplaatsen en bij saneringsplannen. Het dubbeldiep begraven impliceert echter een grote hoeveelheid grondverzet. Meer en meer ontvangt de gemeente vragen hierover van families van de nabestaanden alsook van begrafenisdienaars zo weinig mogelijk grond op te slaan nabij de openliggende graven. In verband met de volgorde van begraven en door de reserveringen (door de jaren heen) wordt het ook steeds complexer en logistiek moeilijk om grond nabij de graven op te slaan. Deze handelwijze is arbeidsintensief. Er zijn mogelijkheden om dit proces te verbeteren door gebruik te maken van speciale kipkarren. Deze passen ook logistiek en Arbo-technisch beter in de uitvoering van de werkzaamheden die verricht moeten worden op een begraafplaats. Voorgesteld wordt om meerdere kipkarretjes aan te schaffen voorzien van een zijdelings kipsysteem. De kosten worden geraamd op een bedrag ad € 25.000.
Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): Investering in 2011 € 25.000. Afschrijving vindt plaats in 10 jaar, zodat de jaarlast € 3.100 bedraagt. Dekking zal plaatsvinden door minder personele inzet.
Speerpunt
: groenbeleidsplan (chemische onkruidbestrijding)
Betreft: A. normaal gebruikelijk (going concern) taken
Mogelijkheid tot beïnvloeden: Ja, er is een keuze mogelijkheid
Omschrijving Van oudsher werd in onze gemeente een hoogwaardig groenonderhoudsbeeld gecreëerd met 5 schoffelrondes per jaar en chemische onkruidbestrijding op begraafplaatsen, verhardingen en in de gemeenteplantsoenen. Dit gebeurde voor een deel met de inzet van de groenploeg van het team gemeentewerken (met extra inhuurkracht in de zomerperiode april tot en met oktober) en voor een ander deel met de inzet van de sociale werkvoorziening (GO!). Van de GO! worden hiervoor uren afgenomen in relatie tot de werkplanning c.q. beheersbegroting. Eind 2008, begin 2009 is een Groenbeleidsplan opgesteld en in de raad van 31 maart 2009 besproken. Tot vaststelling van het groenbeleidsplan door de raad heeft het niet geleid omdat de raad met name de financiële consequenties in breder perspectief (behandeling kadernota en vaststelling begroting 2010) wilde afwegen. Aanvankelijk was de ambitie van het vorige college om alle verhardingen en plantsoenen chemischvrij te onderhouden. Uiteindelijk heeft de raad er echter gekozen voor de zogenaamde uitvoeringsvariant A2. Dit betekent dat alleen de plantsoenen van de kernen van Meeuwen, Eethen en het winkelgebied van Wijk en Aalburg chemischvrij onderhouden zouden worden. Voor de overige plantsoenen zou nog wel gif worden gebruikt. Hoewel voor het halen van het A2 niveau extra kosten van € 74.000 waren geraamd, is door de raad hierop een taakstellende bezuiniging van 50.000 euro voor het begrotingsjaar 2010 (en volgende jaren) opgelegd. Wat onvoldoende in beeld is geweest dan wel onder de aandacht is gebracht , is dat in de loop van 2009 er een algeheel verbod op het gebruik van het chemische bestrijdingsmiddel Casoron in plantsoenen is afgekondigd. Andere middelen zoals Toki en Kerb, die vrij recent op de markt zijn gebracht, en toegestaan zijn voor het gebruik van onkruidbestrijding, kunnen alleen worden toegepast op open terreinen, zoals begraafplaatsen. Deze middelen kunnen dus niet worden toegepast in relatief kleine plantsoenvakken. Wij zijn pragmatisch ingesteld dus de grens van het toelaatbare wordt al steeds opgezocht. Wij gebruiken al andere middelen die voorhanden zijn op onkruiden en plaatsen waar dit kan (Mcpa, Mcpp en Roundup). De resterende 97% van het plantsoenoppervlak is echter kostenbepalend. Gelet op het feit dat wij een duurzame gemeente willen zijn, zullen wij ons moeten voorbereiden op een groenonderhoud zonder gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen. Voor handhaving van het huidige onderhoudsniveau (tussen A en B in) zal het aantal benodigde arbeidsuren met 40% toenemen, met name door toename van de onderhoudsfrequentie en het bewerkingspercentage (meer schoffelen en meer uitharken). Daarnaast is de afgelopen jaren ook sprake geweest van een areaaluitbreiding als gevolg van de aanleg van nieuwe plantsoenen in nieuw gerealiseerde woonwijken of woningbouwprojecten. Personele consequenties Op basis van nacalculatiegegevens is in 2009 in alle kernen chemisch vrij onderhoud verricht in de plantsoenen, waarbij in enkele uitzonderingen zeer beperkt de middelen Toki en Kerb nog konden worden toegepast (open terreinen). Normaliter kan volstaan worden met 5 onderhoudsrondes per jaar. Zonder gebruik van verdelgingsmiddelen was voor het in stand houden van hetzelfde kwaliteitsniveau vorig jaar al 8 à 9 schoffel rondes nodig. Vertaalt in arbeidsuren, alleen nog maar voor de eigen dienst, gaat het om in totaal 10.775 uren, terwijl daar in voorgaande jaren gemiddeld 7.700 uren voor nodig was. Voor het handhaven van het huidige onderhoudsniveau (tussen A en B in) zullen voor inzet eigen dienst ongeveer 1600 uren extra moeten worden opgenomen, omgerekend een budget van ongeveer 85.000 euro.
Inzet medewerkers GO Ook GO! geeft aan dat uitbreiding van mankracht nodig is. Voor het handhaven van het huidige onderhoudsniveau zullen ongeveer 1100 uren extra moeten worden opgenomen, omgerekend een budget van ongeveer 35.000 euro. Per saldo betekent dit dat om het huidige kwaliteitsniveau van onderhoud te handhaven een extra budget van ongeveer 120.00 euro nodig is. Daarmee wordt in praktijk dus een kwaliteitsniveau bereikt tussen A en B in. Zonder deze meerkosten zal het kwaliteitsbeeld van het groen in plantsoenen (nog) verder dalen. Dit in de wetenschap dat in 2009 nog een na-ijl effect van het eerdere gebruik van verdelingsmiddelen aanwezig was. De groei van het onkruid zal daarom naar verwachting de komende jaren toenemen. Bij de bovengenoemde berekening is reaaluitbreiding meegenomen. Ook landelijk valt hetzelfde beeld te constateren. Alle gemeenten in Nederland worden geconfronteerd met een aanzienlijke toename van de kosten voor groenonderhoud in plantsoenen. De meeste gemeenten kiezen er voor om een stap terug te doen in het kwaliteitsniveau. Een uitzondering wordt vaak gemaakt voor winkelgebieden, marktpleinen, gemeentehuizen en representatieve plaatsen. De gemeente Werkendam bijvoorbeeld hanteert ook dit beleid. In uren uitgedrukt gaat het om een geringe toename van 2% tot 3%. Alternatief Een alternatief voor de aanzienlijke toename van de jaarlijkse groenbeheerkosten is een veranderende inrichting van het openbaar groen. Dit kan geleidelijk ontstaan door ontwerpcriteria te hanteren bij (her)inrichtingsplannen als: • het toepassen van onderhoudsvriendelijke bestratingsmaterialen (gladde en uniforme bestratingsmaterialen in grotere maten), zodat de hoeveelheid voegen verminderd wordt. Voor sommige locaties is het toepassen van de materialen met een representatieve uitstraling een vereiste; • het beperkt toepassen van obstakels; • het omvormen van snippergroen naar gras. Deze omvorming vindt in Aalburg al enige jaren plaats. Wij hebben een budget voor omvormen plantsoen van 25.000 euro Onze gemeente is reeds jarenlang actief bezig het openbaar groen om te vormen naar een effectief en efficiënt beheerbaar areaal. Op dit moment is ongeveer 60% van het areaal omgevormd. In de omvorming is altijd rekening gehouden met een juiste balans tussen plantvakken en grasvlakken. Deze variatie is van belang om het kwaliteitsniveau van de inrichting te behouden en kapitaalsvernietiging te voorkomen. Daarnaast is het omvormen van alle vakken naar gras ook niet wenselijk uit het oogpunt van duurzaamheid. Veel vakken zijn namelijk de afgelopen jaren opnieuw aangeplant. Nieuw aangebrachte beplanting kan ca. 20 jaar blijven staan. Door deze vakken nu al om te vormen, wordt de investering van de afgelopen jaren vernietigd. Meeuwen en Eethen zijn overigens al omgevormd conform het beleidsplan. Voor met name nieuwe plantsoenen (areaaluitbreidingen) is een veel langzamere terugverdiencapaciteit mogelijk omdat in de eerste jaren misschien wel meer geschoffeld moet worden vanwege de jonge aanplant. Punt van aandacht is dat de plantsoenen niet helemaal dichtgroeien waardoor, zeker in de woonomgeving, een wel heel gras- of struikachtig beeld ontstaat met weinig (perk)bloemen. Wanneer er gekozen wordt voor het accepteren van een verlaging van het totale groenbeeld zal daarvoor draagvlak moeten worden gecreëerd omdat het woongenot mede bepaald wordt door de kwaliteit van de woonomgeving, inclusief groen. Wij onderzoeken, in samenwerking met onze adviseur BTL Advies, de mogelijkheden om te bezuinigen op het beheer van het openbaar groen. Daarbij wordt ingestoken op drie pijlers van het groenonderhoud in de gemeente Aalburg: 1. mogelijkheden in het aanpassen van de kwaliteit van het onderhoud; 2. mogelijkheden van omvormingen en renovatie van het openbaar groen (zie ook het volgende kopje) 3. ontwikkelingen en innovaties in het groen. Te denken valt daarbij aan het betrekken van burgers bij het onderhoud van het groen (groen adopteren), de mogelijkheid van hakselen. De eerlijkheid gebied te zeggen dat
een voorlopige analyse / uitkomst van de scan leert dat er slechts een zeer marginaal rendement zit in dit onderdeel voor de gemeente Aalburg: machinaal snoeien is iets minder nauwkeurig maar wel goedkoper. Echter dit gebeurd al grotendeels in onze gemeente (weinig rendement); betere inzet van SW-medewerkers met een goede begeleiding. In Aalburg gebeurtdit al optimaal (zie onze hoge score in het jaarverslag van !GO); lagere kwaliteit snoeien: dit is wel beeldverslechterend, echter het is niet kostenbepalend want dat is namelijk het schoffelwerk. Deze onderwerpen zullen beknopt worden omschreven in het rapport ‘Scan groenonderhoud gemeente Aalburg’, wat binnenkort aan ons college wordt voorgelegd. Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010: De meerkosten van het gedeeltelijk chemisch vrij onderhouden (voor uitvoeringniveau A2) waren geraamd op € 74.000. In het kader van bezuinigingen is hier zoals gezegd een bezuinig doorgevoerd van € 50.000 waardoor slechts € 24.000 resteert. De keuze voor uitvoeringsniveau A2 in combinatie met de opgelegde bezuiniging en het verbod op het gebruik van chemische verdelgingsmiddelen is echter in de praktijk een onmogelijke opgave gebleken. Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): Bij handhaving van het onderhoud op het huidig niveau bedragen de meerkosten structureel € 120.300 per jaar.
Ontwikkelingen Going concerntaken Openbare verlichting Vervanging Jaarliijks is een bedrag ad € 33.300 beschikbaar ter vervanging van de openbare verlichting conform het in 2002 vastgestelde beleidsplan. Het beleidsplan is opgemaakt met het oog op het politiekeurmerk veilig wonen. De wijken nabij bejaardenwoningen met het criterium onvoldoende zijn gerenoveerd. Zodra er ruimte in de middelen is, worden eerst de doorgaande routes met hetzelfde criterium gerenoveerd. Over verlichting van achterpaden vindt overleg plaats met de woningcorporaties. Tegen kostprijs kunnen woningbouwverenigingen op ons netwerk aansluiten. Onderhoud Het budget van het onderhoud van de openbare verlichting is € 12.000 per jaar. Dit is de laatste jaren niet meer toereikend en staat sterk onder druk. De reden hiervan is dat er meerdere lichtmasten geplaatst worden door uitbreidingen en renovaties. Ook staan er nog steeds oude lichtmasten, waarvan we geconfronteerd worden met masten en armaturen die doorgeroest zijn. In praktijk blijken de budgetten onvoldoende. Het budget staat onder druk vanwege het onderhouden van het areaal. Het budget is zelfs ontoereikend om vervanging van lampen uit te laten voeren. Daarnaast is een aantal masten sterk verouderd Aspecten die in dit kader het meest van belang zijn, zijn verkeersveiligheid en sociale veiligheid. Quick scan begraafplaatsen Op enkele reserveringen na is de begraafplaats aan de Hardenbergh praktisch vol. Wanneer de aula op de begraafplaats verwijderd wordt betekent dit dat daar een vrijkomende ruimte ontstaat van ruim 400 m2 begraafoppervlak. Deze ruimte kan op een zeer praktische wijze worden ingevuld met nieuwe begraafbeddingen met de mogelijkheid om dubbeldiep te kunnen begraven. De inschatting is dat door deze uitbreiding ruim 180 grafplaatsen op levert. Dit aspect zal worden meegenomen in de quick scan van de begraafplaatsen.
Programma Lokale economie Hoofdkenmerken Een gevarieerde bedrijvensamenstelling evenals (ambulante) handel is kenmerkend voor onze gemeente. Instandhouding van de weekmarkt in de kern Wijk en Aalburg.
Producten opgenomen onder programma Lokale economie markten; overige aangelegenheden ter zake van handel en ambacht.
Speerpunten
Uitvoering beleid EZ *boven niveau begroting 2010
Financiële consequenties* 2011 2012 2013 35.000
35.000
35.000
2014 0
Speerpunt
: uitvoering beleid EZ
Betreft: C. project gestart op initiatief van de raad of het college
Mogelijkheid tot beïnvloeden: Ja, het college heeft de keus meer of minder tijd te besteden aan EZ Omschrijving De gemeenteraad heeft de regionale nota economisch beleid vastgesteld. Een onderdeel van deze nota is het economisch actieprogramma 2009-2012. In dit actieprogramma zijn actiepunten opgenomen. Hiervoor zijn binnen de formatie uren beschikbaar. Alle EZ zaken die niet opgenomen zijn in het actieprogramma kunnen dus niet opgepakt worden. Aangezien er regelmatig EZ vraagstukken passeren is het gewenst hier extra uren voor beschikbaar te stellen. Door de ontwikkelingen rond de totstandkoming van het regionale bedrijventerrein en het opstellen van regionaal economisch beleid is het gewenst dat een verdere inspanning wordt geleverd om dit nieuwe economische beleid gestalte te geven. Daarnaast wordt gestart met de revitalisering van de Bagijnhof. Dit grootse omvangrijke project staat hoog op de prioriteitenlijst van de werkgroep revitalisering. De BOM/BHB heeft aangeboden het voortouw te nemen in het opstellen van een plan van aanpak. De gemeente dient dit echter actief te ondersteunen, daarnaast dient de gemeente vertegenwoordigd te zijn in de werkgroep. Op dit moment hebben wij niet de capaciteit en de kunde in huis dit project adequaat te ondersteunen. Het blijkt in de praktijk dus moeilijk om als kleine gemeente voldoende kennis en tijd vrij te maken om een dergelijk proces tot een goed einde te brengen. Dit klemt temeer daar de ambities om van de regionale economische samenwerking hoog zijn gelegd (RBT, herstructurering bedrijventerreinen, uitvoering economisch actieprogramma). In het bredere perspectief van gemeentelijke samenwerking in het land van Heusden en Altena, waarbij op economisch terrein de denkrichting is naar het samenvoegen van de economische capaciteit van de drie samenwerkende gemeenten, zou een gezamenlijke inhuur van (extra) EZ-personeel een impuls en rendementsverbetering betekenen in het realiseren van de gestelde ambities. Een halve formatieplaats, eventueel voor een tijdelijke periode van 3 jaar, aan extra formatie is noodzakelijk om de bestuurlijke ambities waar te maken. Met de gemeente Woudrichem is de afspraak gemaakt om de daar aanwezige capaciteit op economisch terrein (bestaande vacature) te koppelen aan deze Aalburgse formatie, zodat niet alleen de efficiency wordt vergroot maar ook de werving makkelijker wordt (één hele formatieplaats).
Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010 Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): Voor benodigde formatie wordt de komende drie jaar een bedrag geraamd van € 35.000.
Programma Onderwijs Hoofdkenmerken Goed onderwijs is de sleutel tot maatschappelijk succes. De rijksoverheid is eerst verantwoordelijk voor de inhoud; zij stelt de inhoudelijke kerndoelen en controleert de resultaten via de inspectie. Op lokaal niveau speelt de gemeente als lokale overheid een belangrijke rol. Als lokale overheid richt de gemeente zich onder meer op de huisvesting, op kinderen met (onderwijs) achterstanden en op schoolbegeleiding. Verder zorgt de gemeente voor een netwerk van organisaties en diensten in de omgeving van het onderwijs, zoals leerlingenvervoer en het bestrijden van schooluitval. In regionaal verband biedt de gemeente mogelijkheden voor basiseducatie, beroepsonderwijs en onderwijs aan nieuwkomers. Producten opgenomen onder programma Onderwijs openbaar onderwijs; bijzonder onderwijs; voortgezet onderwijs; schoolbegeleiding; leerplicht; leerlingenvervoer; lokaal onderwijs beleid; volwasseneneducatie.
Speerpunten
Aanpassing brandmeld- ontruimingsinstallaties *boven niveau begroting 2010
Financiële consequenties* 2011 2012 2013
2014
4.600
4.600
4.600
4.600
Speerpunt
: aanpassing brandmeld- ontruimingsinstallaties 3x OBS en 3x BBS
Betreft: * A. normaal gebruikelijk (going concern) taken C. project gestart op initiatief van de raad of het college
Mogelijkheid tot beïnvloeden:* Nee, is een verplichting vanuit de wet, NEN 2535.
Omschrijving: Alle lagere scholen binnen de gemeente Aalburg zijn in de afgelopen jaren inpandig en/of uitpandig gewijzigd. Het gaat hierbij om drie bijzondere en drie openbare lagere scholen. Vanwege de bouwkundige wijzigingen moeten de Programma’s van Eisen (PVE) van de brand- en ontruimingsinstallaties in alle lagere scholen herschreven worden. Hiervoor is opdracht gegeven aan de onderhouder van de installaties. In het programma van eisen staan de uitgangspunten beschreven waaraan de installatie moet voldoen. Na gereedkomen zijn de PVE’s door de brandweer en de verzekeraar goedgekeurd. Uit het PVE blijkt dat de installaties niet voldoen aan de huidige regelgeving. Na deze conclusie heeft de onderhouder de opdracht gekregen een offerte op te stellen voor het aanpassen van alle brandmeld- en ontruimingsinstallaties. Na ontvangst van de offerte is deze gezamenlijk met de brandweer beoordeeld en akkoord bevonden. De aanpassingen aan de installaties betreffen voornamelijk de hiernavolgende onderdelen: 1. uitbreiding van het aantal slow woops (sirenes); 2. uitbreiding van het aantal handbrandmelders; 3. uitbreiding van het aantal nevenindicatoren (visuele melders); 4. uitbreiding van het aantal optische rookmelders; 5. verplaatsen van een aantal flitsers (zwaailichten). De lagere scholen waarin de brandmeld- en ontruimingsinstallatie moet worden aangepast zijn: 1. Prins Willem Alexanderschool te Eethen; 2. J. Henri Dunantschool te Wijk en Aalburg; 3. Den Biekûrf te Babyloniënbroek; 4. De Ark te Meeuwen; 5. Oranje Nassauschool te Veen; 6. Het Fundament te Genderen. De Hoeksteen komt als gevolg van de doordecentralisatie niet in opgaaf voor.
Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010: -Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): De kosten voor het project zijn als volgt opgebouwd: De kosten voor het aanpassen van de brandmeld- en ontruimingsinstallaties in de openbare lagere scholen bedragen: 1. Prins Willem Alexanderschool te Eethen € 5.180 2. J. Henri Dunantschool te Wijk en Aalburg € 5.050 3. Den Biekûrf te Babyloniënbroek € 4.350 Totaal € 14.580 exclusief BTW De kosten voor het aanpassen van de brandmeld- en ontruimingsinstallaties in de bijzondere lagere scholen bedragen: 1. De Ark te Meeuwen € 5.100 2. Oranje Nassauschool te Veen € 8.350 3. Het Fundament te Genderen € 6.300 Totaal € 19.750 exclusief BTW Deze offerte dateert van november 2008. Met een jaarlijkse indexering van 2,5% komt het benodigde budget op een bedrag van € 36.900. De jaarlijkse kapitaallasten bij afschrijving in 10 jaar bedragen € 4.600.
Ontwikkelingen Going concerntaken Huisvestingsprogramma scholen 2011 Voor het huisvestingsprogramma 2011 zijn door de besturen van de bijzondere basisscholen De Ark in Meeuwen en het Fundament in Genderen aanvragen ingediend. Voor het Fundament gaat het om een totaal bedrag van € 67.583 en voor CBS de Ark gaat het om een totaal bedrag van € 9.054 Deze aanvragen worden getoetst aan de meerjarenonderhoudsplanning en aan de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. Op het Programma voorzieningen huisvesting onderwijs worden aanvragen geplaatst die in aanmerking komen voor uitvoering. Op het Overzicht voorzieningen huisvesting onderwijs worden ook de geweigerde aanvragen opgenomen. Er is jaarlijks een gemiddelde raming beschibaar voor voorzieningen van bbs van € 16.182. Verschillen ten opzichte van deze raming worden afgewikkeld middels een specifieke voorziening. De scholen werken meer en meer in grotere verbanden en beschikken daardoor over een grotere kennis, waardoor de vragen toenemen en de financiële gevolgen een risico vormen. Leerplicht Lokaal In de gemeente Aalburg zijn drie leerplichtambtenaren actief, met ieder een eigen specialisatie. Gegevens voor de leerlingadministratie en over verzuim worden via DUO (de vroegere IB-Groep) gemeld als het gaat om het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. De basisscholen melden rechtstreeks verzuim bij de gemeente. De inzet om de leerplichthandhaving goed uit te voeren is mede als gevolg van een bezuiniging over 2010 gericht op meer effect door efficiënter te werken. Beleidsmatig wordt samengewerkt met Werkendam en Woudrichem. Ook met het Parket is een goede samenwerking. Uiteindelijk is het overtreden van de leerplichtwet een strafbaar feit. Proces verbaal hiervoor wordt (na een waarschuwing) in huis opgemaakt. Subregionaal Aalburg voert als LMC (locaal meld- en coördinatiepunt )ook voor Werkendam en Woudrichem taken uit. In 2010 is speciaal hiervoor bij de gemeente Aalburg een ambtenaar voortijdig schoolverlaten aangesteld die werkzaamheden voor de drie gemeenten doet ten behoeve van jongeren tussen 17 en 23 jaar, die dreigen de school voortijdig te verlaten. Ons doel is om zo mogelijk alle jongeren met een startkwalificatie af te leveren. Naast reguliere oplossingen moeten trajecten hiervoor als maatwerk worden ontworpen. Betreffende de leerplicht wordt beleidsmatig samengewerkt. We hanteren min of meer dezelfde regels. Dit betekent dat we altijd op elkaar een beroep kunnen doen. Regionaal De regio West-Brabant heeft zich ten doel gesteld om meer samenhang en professionaliteit te creëren in de uitvoering van de wettelijk leerplicht en RMC-taken (Regionaal meld- en coördinatiepunt) van de gemeente in het kader van het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaters (VSV). Contacten worden onderhouden met uitvoerenden uit de regio West Brabant en ook beleidsmatig weten we elkaar te vinden. Voor de dagelijkse gang van zaken bij de drie gemeenten in het Land van Heusden en Altena is samenwerking in subregionaal verband effectiever. Leerlingenvervoer Naar aanleiding van de Europese aanbesteding leerlingenvervoer is per 1 augustus 2007 een contract afgesloten met de vervoerders voor de periode van 2 jaar met de mogelijkheid tot verlenging van tweemaal 1 jaar. Het college heeft inmiddels besloten om voor het schooljaar 2010-2011 het contract voor de tweede maal te verlengen. Volgens Europese regelgeving betekent dit dat per 1 augustus 2011 het leerlingenvervoer opnieuw Europees aanbesteed moet worden. Met de gemeente Werkendam en Woudrichem is in 2009 afgesproken om te bezien of in 2010 of 2011 moet worden overgegaan tot een gezamenlijke aanbesteding. De gemeente Werkendam heeft echter besloten haar
huidige contract te beëindigen en per 1 augustus 2010 het leerlingenvervoer opnieuw Europees aan te besteden voor 2 jaar met de mogelijkheid tot verlenging van tweemaal 1 jaar. Een consequentie hiervan is dat gemeente Werkendam per 1 augustus 2011 niet mee kan doen met een gezamenlijke aanbesteding. Net als Aalburg moet Woudrichem beginnen met de aanbestedingsprocedure voor het schooljaar 2011-2012. In de begroting 2010 werd in meerjarenperspectief uitgegaan van een taakstellende bezuiniging. De volgende ramingen opgenomen: 2010 € 450.000 2011 € 425.000 2012 € 400.000 Er wordt gewerkt volgens de vastgestelde verordening en daar waar combinatieritten het vervoer goedkoper maken wordt hiervan gebruik gemaakt. Per individuele aanvraag wordt aspectzorgvuldig beoordeeld. Deze inspanningen hebben nagenoeg geen invloed op de omvang van het gebruik. Voorgesteld wordt het budget te handhaven op € 450.000. Het is nog niet bekend wat de kosten zullen zijn voor de procedure van de Europese aanbesteding. Naar schatting zal het om een bedrag van € 15.000 gaan. Volwasseneneducatie en Inburgering en re-integratie vanaf 2009 (Participatiebudget) Door de overheid zijn stappen genomen om de budgetten voor volwasseneneducatie, inburgering en re-integratie te ontschotten. De Wet participatiebudget is hiervoor in werking getreden op 1 januari 2009. De budgetten zijn samengevoegd in één Participatiebudget. Gemeenten krijgen één bedrag om mensen te stimuleren deel te nemen aan inburgering, werk of school: het participatiebudget. Het geld kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor (combinaties van) scholing, loonkostensubsidie, sociale activering, stimuleringspremies, schuldhulpverlening, bijscholing van vrijwilligers, stages, cursussen voor laaggeletterden of inburgeringscursussen. De drie gemeenten werken hiervoor samen op het gebied van inburgering en volwasseneneducatie. Voor de re-integratie wordt lokaal beleid gevoerd en aanbesteed. Voor de inburgering wordt in 2010 een nieuwe aanbesteding gedaan samen met Werkendam en Woudrichem. Echter de middelen die voor Educatie aan het participatiebudget zijn toegevoegd moeten nog tot en met 2011 verplicht worden ingezet bij een ROC. Hiervoor worden afspraken gemaakt met Da Vinci College, waarvoor jaarlijks met het Da Vinci College een overeenkomst wordt gesloten. In 2010 is de rijksbijdrage ten opzichte van 2009 verlaagd van € 154.490 naar € 117.202. Verwacht wordt dat door de overheid in 2011 wederom een bezuiniging van 20 tot 25 % zal worden doorgevoerd. Gezien het feit dat er in de afgelopen jaren de beschikbaar gestelde rijksbijdrage niet geheel kon worden benut zijn de effecten hiervan waarschijnlijk beperkt.
Programma Cultuur, recreatie en sport Hoofdkenmerken Het programma omvat het initiëren en in stand houden van voorzieningen op de gebieden kunst, cultuur, sport, toerisme en recreatie. Op de beleidsterreinen cultuur, recreatie en sport richt de gemeente zich in de eerste plaats op haar eigen inwoners. Sport is een belangrijk bindmiddel binnen de kernen. Sport zorgt voor sociale contacten en sport levert natuurlijk ook een bijdrage aan de gezondheid en het algemene welzijn van de mensen. Producten opgenomen onder programma Cultuur, recreatie en sport bibliotheekwerk; vormings- en ontwikkelingswerk (waaronder muziekonderwijs); sport; zwembad; sportaccommodaties (exclusief “groene” sportvelden); kunst; monumenten; torens en uurwerken; archivering; natuurbescherming; toerisme en recreatie; gemeenschapscentra.
Speerpunten
Onderzoek alternatief zwembad Uitvoeren recreatieve visie Aanleg wandelknooppuntensysteem Nota cultureel erfgoed Restauratie korenmolens te Veen en Wijk en Aalburg Instandhoudingssubsidie molenstichting *boven niveau begroting 2010
Financiële consequenties* 2011 2012 2013 0 pm 8.000 pm 0 4.900
0 pm 0 pm 0 4.900
0 pm 0 pm 0 4.900
2014 107.500 pm 0 pm 0 4.900
Speerpunt
: Onderzoek alternatief zwembad
Betreft: C. project gestart op initiatief van de raad of het college
Mogelijkheden tot beïnvloeden : ja Omschrijving: Op basis van het coalitieakkoord 2010-2014 wordt momenteel een alternatief uitgewerkt waarbij de huidige accommodatie van zwembad Veldzicht het uitgangspunt is. In de eerste Tussenrapportage 2010 wordt melding gemaakt van een onderzoek, uit te voeren door Synarchis Adviesgroep. Het onderzoek is noodzakelijk voor het kunnen maken van een goede vergelijking tussen het alternatieve plan op de locatie Veldzicht en de variant d+ die is ontwikkeld voor de locatie Andel. De afspraak is dat de resultaten van dit onderzoek medio september 2010 tegemoet mogen worden gezien.
Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010:
Geraamde kosten project/activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): Voor de begroting 2011 wordt in verband met het feit dat er nu nog geen andere gegevens bekend zijn, vooralsnog uitgegaan van de financiële lasten zoals besloten door uw raad op 23 februari 2010. Uitgaande van de a+ variant en een aandeel in de kosten voor Aalburg van 47%, bedraagt de financiële jaarlast voor onze gemeente € 296.100. Na aftrek van de dan vrijvallende exploitatielast van zwembad Veldzicht, resteert met ingang van de begroting 2014 een stijging van de bijdrage in de exploitatielasten van maximaal € 107.500.
Speerpunt
: Uitvoeren recreatieve visie
Betreft: * C. project gestart op initiatief van de raad of het college
Mogelijkheid tot beïnvloeden:* Ja
Omschrijving: Het intensiveren van extensieve recreatie & toerisme is een subthema in de Regionale Nota Economisch Beleid (kortweg nota EZ) die in 2008 is vastgesteld. Als doelstelling wordt hierbij aangegeven: ‘Het vergroten van het aantal bezoekers en de bestedingen per bezoeker in het Land van Heusden en Altena zonder afbreuk te doen aan het karakter van de regio’. Om invulling te geven aan deze doelstelling zijn enkele actiepunten geformuleerd, waaronder het opstellen van een recreatieve visie voor het Land van Heusden en Altena. Deze visie wordt in 2010 opgesteld. Hieraan zal een uitvoeringsprogramma worden gekoppeld. Om invulling te kunnen geven aan dit uitvoeringsprogramma is geld nodig. Hoeveel is nog niet bekend. Op dit moment wordt vanuit de discipline cultuur een erfgoedkaart van Aalburg opgesteld. Hieronder verstaan we de combinatie van een gemeentelijke archeologiekaart en een gemeentelijke cultuurhistoriekaart. Ditzelfde gebeurt in Werkendam en Woudrichem. Woudrichem laat ook een kansenkaart maken. Ook voor Aalburg is een kansenkaart gewenst. Het is van belang om het cultuurhistorisch aanbod zo goed mogelijk te vermarkten. Cultuurhistorisch aanbod biedt kansen voor ontwikkeling, omdat cultuurtoerisme nog steeds groeiende is. Zeker voor een gemeente als Aalburg, die (nog) niet beschikt over toeristische ‘highlights’ is het van belang om deze kansen zo goed mogelijk te benutten. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is de zogenaamde lagenbenadering als onderlegger voor ruimtelijke plannen een gebruikelijk aspect. De kosten van het opstellen van een kansenkaart bedragen circa € 7.500,00. Getracht zal worden deze kosten door te leggen bij derden.
Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010: --
Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): pm
Speerpunt
: Aanleg wandelknooppuntensysteem
Betreft: * A. normaal gebruikelijk (going concern) taken
Mogelijkheid tot beïnvloeden: Nee, het is een gezamenlijk project van de samenwerkende gemeenten in de regio West-Brabant waar individuele gemeenten zich eigenlijk niet aan kunnen (en ook niet willen) onttrekken.
Omschrijving: Het fietsknooppuntensysteem functioneert al een aantal jaren heel goed. Nu is SES West-Brabant bezig met de voorbereiding van de aanleg van een wandelknooppuntensysteem in haar werkgebied. Het Land van Heusden en Altena is in 2010 aan de beurt. Het wandelknooppuntensysteem is een belangrijke verbetering van het toeristischrecreatieve voorzieningenniveau in ons gebied. Wandelen wordt steeds populairder als vrijetijdsbesteding.
Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010: --
Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): De kosten voor het project zijn als volgt opgebouwd: plaatsen bewegwijzering en informatiepanelen, via SES West-Brabant incidenteel € 8.000.
Speerpunt
: Nota Cultureel Erfgoed
Betreft: * B. nieuwe taken die voortvloeien uit rijksbeleid of bestuursakkoord C. project gestart op initiatief van het college
Mogelijkheid tot beïnvloeden:* Ja, de Nota Cultureel Erfgoed is een initiatief van het college van burgemeester en wethouders. Een verplichting vanuit de Monumentenwet en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het opstellen van archeologiebeleid waaronder een Erfgoedverordening; Omschrijving: In 2009 is door de gemeente de Nota Cultureel Erfgoed vastgesteld die als beleidskader dient voor het gemeentelijk monumentenbeleid. Gelet op de financiële situatie van onze gemeente zullen wij ons beperken tot ambtelijke inzet. Wettelijk verplichte taken worden opgepakt zoals het opstellen van een (regionale) erfgoedverordening. Eventueel wordt de erfgoedverordening door een externe partij opgesteld. Een mogelijke consequentie hiervan kan zijn dat reeds in gang gezette samenwerkingsafspraken (op onderdelen) onder druk komen te staan of moeten worden beëindigd. Dit geldt bijvoorbeeld voor de selectiecriteria voor het aanwijzen van gemeentelijke objecten en dorpsgezichten. Archeologie in erfgoedverordening Aanleiding voor de nieuwe erfgoedverordening is nieuwe wetgeving, namelijk de Wet op de Archeologische Monumentenzorg en de Wabo. De erfgoedverordening gaat de gemeentelijke monumentenverordening vervangen. De erfgoedverordening combineert de bescherming van monumentale bouwwerken, van archeologische waarden en cultuurhistorische waarden. De gemeente is het bevoegd gezag voor bescherming van archeologische waarden. Om de bescherming van archeologie, monumenten en cultuurhistorische waarden te kunnen regelen dient er beleid opgesteld te worden. Dit kan middels een erfgoedverordening (hoe gaan we om met de geconstateerde waarden?) en een bestemmingsplan (waar ligt welke waarde?). De gemeente gaat daarbij het uitgangspunt hanteren dat voor zover het archeologische beleid niet is verankerd in een bestemmingsplan, de vereiste bescherming wordt geregeld in de erfgoedverordening. De erfgoedverordening en het bestemmingsplan tezamen vormen het nieuwe kader voor het gemeentelijke erfgoedbeleid Archeologiebeleid De herziene Monumentenwet schrijft voor dat gemeenten eigen beleid voor de archeologische monumentenzorg voeren en bescherming bieden aan archeologische waarden in de bodem. In 2010 wordt een inventarisatie opgesteld van de archeologische, monumentale en cultuurhistorische waarden en kansen. In 2011 worden deze waarden en kansen omgezet in regionaal afgestemd erfgoedbeleid. Modernisering van Monumentenzorg De van rijkswege ingezette koers van Modernisering van Monumentenzorg (MoMo) onderschrijven wij. De Minister heeft het voornemen de monumentenzorg te moderniseren. Hierbij stoelt de toekomstvisie op drie pijlers: 1. Cultuurhistorische belangen beter meewegen in de ruimtelijke ordening; 2. Krachtiger en eenvoudiger regels; 3. Herbestemmen van monumenten die hun functie verliezen. Regionale samenwerking drie gemeenten In 2010 hebben de besturen van de drie gemeenten in het kader van de regionale samenwerking afgesproken het beleid omtrent het cultureel erfgoed op elkaar af te stemmen. Dit programma bestaat uit het opstellen van selectiecriteria voor gemeentelijke monumenten, het instellen van een regionale monumentencommissie, de subsidie aan molenstichting Land van Heusden en Altena, het opstellen van een erfgoedkaart en bijbehorend beleidsadvies, het ontwikkelen van definitief erfgoedbeleid en het opstellen van een regionale
Erfgoedverordening. In verband met ontbrekende financiële middelen wordt het bovenstaande programma in principe binnen de reguliere formatie uitgevoerd. Bestuurlijke wens Het gemeentebestuur heeft eerder de wens uitgesproken om een pilotproject aan te vangen ter voorbereiding van het aanwijzen van gemeentelijke monumenten en dorpsgezichten. Het gaat om een project waarbij 15 objecten en drie dorpsgezichten worden beschermd. Voor de uitvoering van een aanwijzingprocedure voor gemeentelijke monumenten zijn geen financiële middelen beschikbaar. Daarom heeft het gemeentebestuur besloten in 2010 een informatieavond te organiseren voor alle zakelijk gerechtigden van de objecten die volgens de uitkomst van de in 2009 gehouden Quick Scan, in aanmerking komen voor een aanwijzing tot gemeentelijke monument. De eigenaren zullen worden geïnformeerd over hoe de gemeente wenst om te gaan met haar monumenten. Daarnaast zullen zij worden gewezen op eventuele flankerende mogelijkheden (kennis, subsidiebronnen). Dit alles moet bijdragen aan een verhoogd cultuurhistorisch besef dat het wonen in een (gemeentelijk) monument met zich meebrengt en tevens wordt beoogd meer draagvlak te verkrijgen voor het gemeentelijk monumentenbeleid.
Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010: --
Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): pm
Speerpunt
: restauratie korenmolens te Veen en Wijk en Aalburg
Betreft: * A. normaal gebruikelijk (going concern) taken C. project gestart op initiatief van de raad of het college
Mogelijkheid tot beïnvloeden:* Ja, is geen verplichting vanuit het wettelijk kader. Omschrijving: Historie Aan beide molens dienen herstelwerkzaamheden uitgevoerd te worden. Voor de herstelwerkzaamheden zijn in periode 2009 monumentvergunningen afgegeven en in periode 2008 restauratiesubsidies aangevraagd. Helaas zijn de molens niet in aanmerking gekomen voor een restauratiesubsidie van het Rijk. In de beheersbegroting 2008 heeft het gemeentebestuur een bedrag groot € 20.000 gereserveerd voor de herstelwerkzaamheden aan de molen te Veen. Voor de molen te Wijk en Aalburg zijn geen middelen in de beheersbegroting gereserveerd. Inspanningsverplichting De Molenstichting Land van Heusden en Altena heeft een subsidiebeschikking ontvangen groot 70% van de restauratiekosten voor het herstel van 4 molens, 1 molen in gemeente Woudrichem, 1 molen in de gemeente Werkendam en voor 2 molens binnen de gemeente Aalburg. De provincie heeft om een garantstelling verzocht voor de overige 30% van de kosten. De molenstichting heeft de gemeenten verzocht zorg te dragen voor deze garantstelling. De drie gemeentebesturen in het Land van Heusden en Altena hebben uitgesproken garant te willen staan voor 30% van de restauratiekosten opgevoerd voor het herstel van de molens De Hoop te Veen en De Twee Gebroeders te Wijk en Aalburg Aalburg. Wij stellen voor garant te staan voor de 30% onder voorwaarde van een inspanningsverplichting voor de Molenstichting. Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010: --
Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): De kosten voor het project zijn als volgt opgebouwd:
Gemeente
Molen
Aalburg Aalburg
Molen De Hoop De Twee Gebroeders
Restauratiekosten € 250.458,47 € 228.525,40
Bijdrage gemeente tbv garantstelling (30%) € 75.137,55 € 68.557,62
Speerpunt
: instandhoudingsubsidie molenstichting tbv instandhouding molens Aalburg Land van Heusden en Altena
Betreft: A. normaal gebruikelijk (going concern) taken C. project gestart op initiatief van de raad of het college
Mogelijkheid tot beïnvloeden: Ja, is geen verplichting vanuit het wettelijk kader.
Omschrijving: Verzoek De Molenstichting het Land van Heusden en Altena heeft aangegeven dat de instandhoudingkosten voor de molens in 2009 hoger zijn dan voorzien. Daarnaast verwacht de stichting dat de toekomstige instandhoudingkosten hoger worden dan voorzien. De stichting verzoekt de gemeente Aalburg ( en buurgemeenten) de huidige jaarlijkse gemeentelijke instandhoudingsubsidie te verhogen om de algemene- en onderhoudskosten te dekken.
Voorstel Het voorstel van de gemeentebesturen van de drie Altena gemeenten aan de stichting luidt dat de gevraagde bijdragen worden gereduceerd tot minimaal 50%. Indien aantoonbaar aan de inspanningsverplichting wordt voldaan, zal het verzoek ingebracht worden bij de belangenafweging bij de Kadernota 2011. Het is aan de gemeenteraden hier een positief besluit over te nemen.
Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010: Onderhoudssubsidie 3 molens € 13.400
Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): De kosten voor het project zijn, conform opgaaf brief molenstichting ingekomen 2 juni 2009, als volgt opgebouwd: voor het jaar 2009 de vastgestelde algemene kosten voor 3 molens € 7.275 jaarlijks een bijdrage in de onderhoudskosten. Voor periode 2009 vastgesteld op € 29.375 € 36.650 50% van de kosten financieren conform voorstel beschikbaar binnen de begroting 2010 verhoging vanaf 2011
€ 18.325 € 13.400 € 4.900
Ontwikkelingen Going concerntaken Sport Sporten en bewegen vormen voor steeds meer Aalburgers een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven, hetgeen onder andere blijkt uit het grote aantal sportverenigingen in de gemeente (circa 28 in totaal). De gemeente Aalburg is een relatief ‘traditionele sportgemeente’, waar sporten als voetbal, gymnastiek, tennis en schaatsen nog altijd populair zijn. Aalburg wijkt hierin niet af van andere plattelandsgemeenten. Vervlechting met andere beleidsterreinen Sport is verweven met vele beleidsterreinen van de gemeentelijke portefeuille. Zo wordt op de terreinen van WMO, volksgezondheid en ouderenbeleid de sport al ingezet als middel en zal dit in de toekomst in toenemende mate gaan gebeuren met andere beleidsterreinen. Hierbij kan men denken aan het jeugdbeleid en het onderwijs. Daarnaast moet sport als doel op zich niet worden vergeten. Acties 2011: o Jeugd. Faciliteren van het bereikbaar en laagdrempelig maken van sportfaciliteiten voor kinderen en jongeren, eventueel middels een premie. Als er vanuit de gemeente initiatieven komen voor de jeugd dan kan dit gefaciliteerd worden. Voorbeelden zijn beweegactiviteiten die voor een grotere groep voor een kortere periode populair zijn., kortere cursussen met grote diversiteit en beweegspellen op de spelcomputer. o Ouderen. De groep ‘Actief en gezond 65+’ voortzetten. Er wordt in beeld gebracht hoe ouderen bereikt kunnen worden. Onderzoeken of het wenselijk is om iedere week een les aan te bieden. o Mensen met een beperking. Maatwerk bieden door de toegankelijkheid en openstelling van de accommodaties te vergroten. Dit wordt bereikt door intermediairs die werken met mensen met een beperking. De intermediairs moeten op de hoogte zijn van mogelijkheden voor deze doelgroep en hen begeleiden naar passende voorzieningen. Samenwerken met andere gemeenten en met organisaties. o Verenigingsleven. Er wordt een sportmarkt georganiseerd met huldigingen. De sportbrochure wordt breder verspreid. Als er vanuit verenigingen initiatieven komen dan kan dit gefaciliteerd worden. Voorbeelden zijn workshops of het organiseren van een sporttoernooi. o Samenwerken met omliggende gemeenten om bewegen van jeugd, ouderen en mensen met een beperking te stimuleren. Er wordt samengewerkt op het gebied van sportbeleid en subsidies. Er wordt gekeken naar sportvoorzieningen en de spreiding van accommodaties. Zo wordt samen met Woudrichem een actieve rol ingenomen ten aanzien van het zwembad, met het oog op therapeutische voorzieningen. De in basis beschikbare raming van voor uitvoeren van de sport van € 20.000 is in de begroting 2010 verlaagd naar € 10.000. Bestuursopdracht Cultuur De bestuursopdracht Cultuur bestaat uit een aantal onderwerpen: muziekonderwijs, bibliotheek, amateurkunst, media, adviescommissie, cultuurprijs en evenementen. In de bestuursopdracht is per jaar en per onderwerp aangegeven welke acties worden uitgevoerd. In 2011 staan de volgende acties op het programma: besluiten of we overgaan tot gezamenlijk beleid op het gebied van muziekonderwijs; gezamenlijk subsidiebeleid ontwikkelen voor instellingen die regionaal actief zijn; 2 keer per jaar een gezamenlijke bijeenkomst voor de drie cultuurraden; organiseren van een regionaal evenement.
Vormings en ontwikkelingswerk In uw raad van 14 juli 2010 wordt een voorstel voorgelegd voor het individuele muziekonderwijs, Algemeen Muzikale Vorming (AMV) en Amateurkunst. Door de keuzes komt er een andere verdeling van de beschikbare middelen tot stand als volgt: Individuele subsidies aanvragen muziekonderwijs € 19.250 Subsidie toe te voegen aan subsidie Amateurkunst € 2.750 Algemene Muzikale Vorming € 6.400 Totaal € 28.400 Door de verdeling ontstaat er een doorgaande lijn in het muziekonderwijs, waarbij ook de muziekverenigingen zijn betrokken. De wijzigingen geschieden budgettair neutraal. onderhoud kerktorens Om in aanmerking te komen voor een onderhoudsubsidie in het kader van de BRIM (Besluit Rijkssubsidiering Instandhouding Monumenten)is in periode 2009 een PIP (periodiek instandhoudingplan) opgesteld voor de rijksmonumentale kerktorens. In het PIP wordt het onderhoudsniveau voor de komende 6 jaar beschreven. Hierna dient het PIP geactualiseerd te worden. De kerken stromen in 2009 in en in 2010 is een aanvraag om een onderhoudssubsidie bij de RACM ingediend. Behalve voor de kerktoren van Drongelen en Babyloniënbroek kan in het kader van het BRIM voor elke kerktoren een instandhoudingsubsidie bij het rijk worden aangevraagd. De aanvragen zijn in april 2010 ingediend. De subsidiepercentages variëren van 30% tot 65% van de subsidiabele kosten. Voor kerkgebouwen waarvan de kerktoren en het schip hetzelfde monumentnummer hebben, maar een gescheiden eigendom 65%. Het gaat hierbij om het kerkgebouw te Veen, Aalburg, Wijk en Eethen. Voor de overige kerktorens geldt een percentage van 30%. Omdat nog geen beschikking is afgegeven en niet zeker is of alle werkzaamheden subsidiabel zijn is het alleen mogelijk een schatting te maken van de te ontvangen subsidie. Voor de kerktoren te Genderen geldt dat alleen het deel van de kerktoren onder de 1e verdiepingsvloer monumentaal is. Het bovenliggende is dat niet. Alleen werkzaamheden onder de 1e verdiepingsvloeren zijn mogelijk subsidiabel.
In de onderstaande tabellen staan de benodigde financiële middelen opgenomen, exclusief te ontvangen instandhoudingsubsidie, afkomstig uit de PIP plannen. Onderhoudskosten (incl contracten) nav PIP-plannen toren incl. 2011 2012 2013 2014 2015 2016 totaal max. sub. contracten 2.814,00 1.039,00 2.473,00 1.135,00 1.666,00 29.411,00 19.117,15 Veen (65%) 20.284,00 Wijk (65%) 9.933,76 5.027,85 917,50 8.152,69 1.757,50 4.067,50 29.856,80 19.406,92 Aalburg (65%) 15.469,00 1.992,00 2.090,00 6.541,00 2.299,00 2.410,00 30.801,00 20.020,65 Genderen 16.931,00 7.412,00 550,00 1.930,00 26.914,00 4.140,00 57.877,00 10.000,00 e (30% tot 1 verd.) Eethen (65%) 4.118,00 2.814,00 1.160,00 1.305,00 1.264,00 1.666,00 12.327,00 8.012,55 Drongelen (0%) 34.865,00 603,00 1.664,00 1.188,00 1.339,00 1.308,00 40.967,00 0 Babyloniënbroek 0 0 0 0 8.300,00 0 8.300,00 0 (0%) Meeuwen (30%) 29.319,00 1.992,00 2.090,00 2.939,00 2.299,00 2.410,00 41.049,00 12.314,7 Totaal
130.919,8
22.654,85
9.510,5
24.528,69
45.307,50
17.667,50
250.588,80
88.871,97
n.b. kosten zijn geraamd door adviesbureaus, met uitzondering van Babyloniënbroek. Hier hebben we enkel € 500 per jaar geraamd voor zowel onderhoud toren als onderhoud klok, met om de 5 jaren € 8.300,00 schilderwerk. 2011 toren Veen bedrag is incl. € 4.000 bliksembeveiliging Voor de kapitaallasten van restauratie torens is jaarlijks een vast budget beschikbaar. In de begroting 2010 is een raming opgenomen van € 36.800. Bovenstaande ramingen bestaan uit onderhouds- en investeringskosten en passen binnen het beschikbare budget voor kapitaallasten.
Programma Werk en inkomen Hoofdkenmerken Het bevorderen van een gelijkwaardige deelname aan het maatschappelijke leven is een belangrijke gemeentelijke taak. In dit verband heeft de gemeente in de eerste plaats de wettelijke taak om uitvoering te geven aan een drietal sociale wetten, ten aanzien van de bijstandsvoorziening (ABW) inkomensvoorziening (IOAW en IOAZ) en bijzondere bijstand. De gemeente heeft een beleid ontwikkeld voor mensen die (langdurig) zijn aangewezen op een minimuminkomen. De instrumenten die de gemeente hiervoor inzet zijn de beleidsregels bijzondere bijstand en de Verordening Minimabeleid. Voor mensen die in een situatie verkeren waarin de afstand tot regulier betaald werk moeilijk te overbruggen is, biedt de gemeente tenslotte mogelijkheden op een (gedeeltelijk) gesubsidieerde arbeidsplaats of op training en scholing. Doelstelling hiervan is het bevorderen van de uitstroom naar betaald werk. Voor handhaving hebben wij allereerst de poortwachterfunctie. Voor vergelijking van inkomensgegevens via het inlichtingenbureau en voor onderzoek in verband met eventuele fraude zijn wij aangesloten bij het RIBO te Breda. Producten opgenomen onder programma Werk en inkomen handhavingsbeleid; bijstandsvoorzieningen; sociale werkvoorziening; inkomensvoorziening; bijzondere bijstand/minimabeleid/kwijtschelding belastingen.
Speerpunten
Geen *boven niveau begroting 2010
Financiële consequenties* 2011 2012 2013 -
-
-
2014 -
Ontwikkelingen Going concerntaken Algemeen De Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet Investeren in Jongeren (WIJ), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Wet Sociale Werkvoorziening, de Wet Inburgering, de Wet op de schuldhulpverlening en de inzet van het gemeentelijk armoedebeleid geven de gemeente de beschikking over een breed instrumentarium om vorm te geven aan de lokale samenleving. Waar het binnen deze regelingen vooral om gaat is participatie in de samenleving. Deelname aan het maatschappelijk verkeer staat centraal. Daarbij gaat werk boven inkomen. Echter er is ook oog voor andere mogelijkheden van participatie zoals vrijwilligerswerk en mantelzorg. Uitvoering van bovenstaande wetten zal in samenhang en combinatie met elkaar moeten gebeuren. Het vertrouwen in de klant staat hierbij voorop. Wordt dit vertrouwen geschonden, dan zullen wij consequent handhaven. Wet Werk en Bijstand en de Wet Investeren in Jongeren Door de economische situatie wordt een toename verwacht van het aantaal WWB-aanvragen doordat in 2010 en 2011 de langdurige WW-uitkeringen aflopen en deze personen aangewezen zullen zijn op een WWB-uitkering. Landelijk is inmiddels al een toename te zien van het aantal WIJ-aanvragen. Het re-integreren (uitstroom) van werklozen blijft daarom het belangrijkste speerpunt bij de uitvoering van de WWB en de WIJ. Wij blijven succesvolle re-integratiemethodieken toepassen en nieuwe methodieken. Denk hierbij aan werken met behoud van uitkeringen, participatiebanen, loonkostensubsidie, opstapbanen en voor de jongeren het werkleeraanbod en het aanbieden van scholing. De jongeren tot 23 jaar worden met name in het kader van de leerplicht begeleid om voortijdig schooluitval te voorkomen en aan de kwalificatieplicht te voldoen zodat de kans op een baan groter wordt en instroom in de WIJ wordt beperkt. Armoedebeleid en Wet op de Schuldhulpverlening Wij hebben bijzondere aandacht voor de minima. De aandacht zal speciaal gericht zijn op ouderen, gehandicapten, chronisch zieken en op hen die langdurig op een minimuminkomen zijn aangewezen. Hierbij werken wij actief samen cq maken wij gebruik van particuliere initiatieven (o.a. de Stichting DAM) en organisaties. Vanaf 2009 heeft onze gemeente een formulierenbrigade die de ouderen bezoekt en op verzoek ondersteuning biedt bij het aanvragen van voorzieningen (o.a. WMO, huur-en zorgtoeslag, bijzondere bijstand enz.). Naast bijzondere bijstand, kwijtschelding gemeentelijk belastingen en de minimaregelingen blijven wij aanvullend beleid ontwikkelen gericht op volwaardige deelname aan het maatschappelijk verkeer. De extra middelen schuldhulpverlening die in 2010 beschikbaar zijn gesteld voor toestroom van nieuwe groepen als gevolg van de economische crisis en voor de beperking van de wacht-en doorlooptijden zullen blijvend worden ingezet. Wet Inburgering Doelstelling is om burgers die van oorsprong niet uit Nederland komen en niet aan een aantal eisen voldoen, toe te rusten met basiskennis van de Nederlandse taal en de samenleving. Dit met het oog op het vergemakkelijken van integratie en participatie. In 2010 wordt de inburgering en re-integratie voor de inburgeraars met de drie gemeenten in Land van Heusden en Altena aanbesteed. De re-integratie voor uitkeringsgerechtigden wordt gemeentelijk aanbesteed en per individueel geval bepaald wat het beste traject is. Wet Sociale Werkvoorziening De Wet Sociale Werkvoorziening is vanaf 2008 onderwerp van vernieuwing. Het kabinet wil met deze vernieuwing bereiken dat mensen in de sociale werkvoorziening vaker (begeleid) aan de slag gaan in een gewoon bedrijf, in plaats van bij of op de sociale werkplaats. WAVA/!GO als uitvoeringsbedrijf voor onze gemeente zal voor deze doelgroep werkplekken op maat gaan zoeken bij een gewone werkgever bij voorkeur met begeleiding. De economische crisis en de landelijke ontwikkelingen op gebied van de arbeidsmarkttoeleiding geven veel onzekerheid voor de langere termijn om het beleid van beschut werk naar gewoon werk te kunnen realiseren.
Programma Welzijn en zorg Hoofdkenmerken Het sociale gezicht van de gemeente wordt in belangrijke mate bepaald door de wijze waarop zij het lokale beleid op het gebied van welzijn, gezondheid en maatschappelijke zorg heeft georganiseerd. Op het terrein van de (gezondheids)zorg is de gemeente vooral regisseur of “inkoper” van diensten die door allerlei verschillende organisaties aan de inwoners van Aalburg worden geleverd. In de vorm van een zorgloket heeft de gemeente inmiddels ook de rol van “zorgmakelaar”. In 2007 is gestart met de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). In januari 2006 is in Aalburg het Loket (wonen, zorg en welzijn) van start gegaan, informatie over en de bereikbaarheid van voorzieningen staan in onze gemeente dicht bij de burger. Deze zogenaamde frontoffice moet dicht bij de burgers georganiseerd blijven. Ten aanzien van de organisatie van de backoffice is het van belang dat kennisdeling en samenwerking ontstaat ten behoeve van kwaliteitsborging – en verhoging. Korte lijnen en een duidelijke communicatie blijven uitgangspunten bij de verdere ontwikkeling. Het jeugdbeleid kenmerkt zich door verschillende overlegniveaus, in het bijzonder gericht op probleemsituaties, zoals bijvoorbeeld het overleg Jeugd en Veiligheid en het netwerk 12 min. Het beleid moet gericht zijn op het gestructureerd bereiken van alle jeugd door hen erbij te betrekken en de eigen verantwoordelijkheid te laten dragen. Jongeren, die jongeren bereiken en helpen, activering van de jongeren zelf. De gemeente heeft hierin een regierol, duurzaam en actief gericht, vanuit bekendheid en betrokkenheid met de problematiek. Verslavingszorg vraagt veel aandacht, preventie is meest effectieve hulp, er is gestructureerd beleid nodig ten aanzien van voorlichting, zowel aan jongeren als aan hun ouders/verzorgers. Een actief beleid voeren op het gebied van uitvoering van kwaliteitsonderzoek en regelgeving van kinderopvang, waarbij acute problemen voortvarend opgelost moeten worden. Producten opgenomen onder programma Welzijn en zorg bejaardenwerk; algemeen maatschappelijk werk; vluchtelingen werk; WMO; sociaal cultureel werk; lokaal sociaal beleid; jeugd- en jongerenwerk; buurtprojecten; peuterspeelzalen/kinderopvang/buitenschoolse opvang; gehandicaptenzorg/ uitvoering WVG; ambulancevervoer; openbare volksgezondheid; jeugdgezondheidszorg; EHBO.
Speerpunten
Lokaal educatieve agenda (LEA) / Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE) en Peuterspeelzalen Dorpsontwikkelingsplannen Jeugdbeleid Centrum voor Jeugd en Gezin *boven niveau begroting 2010
Financiële consequenties* 2011 2012 2013
0 0 0 -19.400
0 0 0 -19.400
0 0 0 -19.400
2014
0 0 0 -19.400
Speerpunt
: Lokaal educatieve agenda (LEA) / Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE) en Peuterspeelzalen
Betreft: B. nieuwe taken die voortvloeien uit rijksbeleid en/of het bestuursakkoord
Mogelijkheden tot beïnvloeden: Deels, LEA: afhankelijk van het onderwerp Deels, VVE en Peuterspeelzalen: verplichting vloeit voort uit de Wet Ontwikkelingskansen door Educatie en Kwaliteit (wet OKE), wet Primair Onderwijs en Wet kinderopvang Omschrijving: LEA In augustus 2006 is de wet op het onderwijsachterstandenbeleid (OAB) van kracht geworden en in augustus 2010 treedt de nieuwe wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) in werking. In deze wetten is een aantal thema’s opgenomen waarover gemeenten en schoolbesturen met elkaar moeten overleggen. Een Lokale Educatieve Agenda (LEA) biedt gemeenten en schoolbesturen, maar ook andere organisaties zoals peuterspeelzalen en kinderopvang, een kader voor overleg en samenwerking op basis van gelijkwaardigheid en partnership. Bestaand en nieuw beleid kan goed worden afgestemd en voor een bepaalde periode worden uitgezet. In de LEA passen o.a. de volgende thema’s: harmonisatie van voorschoolse voorzieningen, Centra voor Jeugd en Gezin, OAB (waaronder Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)), Zorg, Brede school en combifuncties, Leerplicht. Voor een deel van deze onderwerpen is reeds beleid ontwikkeld of in ontwikkeling. VVE De regelgeving ten aanzien van kinderopvang, peuterspeelzalen en voor- en vroegschoolse educatie (VVE) wordt geharmoniseerd. Hiervoor treedt de Wet OKE naar verwachting in werking per 1 augustus 2010. Belangrijkste oogmerken zijn het tegengaan van segregatie in de kinderopvang / peuterspeelzalen, het verhogen van de kwaliteit en het verbeteren van de aansluiting op het eerste jaar van de basisscholen (doorgaande lijn). De gemeenten krijgen de wettelijke taak om voor alle doelgroepkinderen een aanbod voorschoolse educatie te realiseren. Het gaat hierbij om het aanbieden van 4 dagdelen VVE op de peuterspeelzalen of de kinderdagverblijven. Op dit moment worden 2 dagdelen VVE aangeboden. De gemeente kan zelf bepalen hoe de 4 dagdelen aan doelgroep kinderen kan worden aangeboden. Inmiddels is er, anticiperend op de wet OKE, en samen met de deelnemende partijen, beleid ontwikkeld voor de periode 2009 tot en met 2012 gericht op het voorkomen van (taal) achterstanden bij alle kinderen in de leeftijd van 0 tot 6 jaar. Het bovenstaande kon tot stand komen met inzet van gemeentelijke middelen en een rijksbijdrage.. De middelen die van de overheid werden ontvangen voor VVE worden naar verwachting geoormerkt (specifieke uitkering). Dit betekent dat er op dit moment niet met zekerheid gezegd kan worden of onze gemeente nog middelen van de overheid ontvangt voor VVE en hoeveel. Over het wel of niet ontvangen van een specifieke uitkering wordt in de juni-circulaire 2010 meer duidelijkheid verwacht. In de meerjarenbegroting is tot nu toe € 37.100,00 opgenomen voor VVE. Peuterspeelzalen Van de overheid wordt vanaf 2009 een structurele storting ontvangen in het gemeentefonds; voor 2009 € 40.100. Met deze extra middelen is de gemeente in staat te voldoen aan de nieuwe kwaliteitseisen van peuterspeelzaalwerk, met name: 1. leidster/kind/ratio (verhouding aantal leidsters – aantal kinderen): 1 leidster op maximaal 8 kinderen; 2. minimaal 1 gekwalificeerde leidster (Sociaal Pedagogisch medewerker 3 (SPW3)) per groep; 3. groepsgrootte maximaal 16 kinderen.
Met ingang van 1 september 2009 werken de peuterspeelzalen met 2 SPW-ers op een groep van maximaal 16 kinderen. In de begroting 2010 is € 105.000,-- eigen middelen opgenomen voor subsidie peuterspeelzalen, voldoende voor 12 groepen. Nu binnen onze gemeente al wordt voldaan aan deze kwaliteitseisen kan de rijksbijdrage worden ingezet voor het deels compenseren van de ouderbijdrage waardoor de peuterspeelzalen meer toegankelijk worden voor alle kinderen, met name voor doelgroepkinderen. De nieuw te bouwen peuterspeelzalen in Veen en Eethen laten een exploitatietekort zien waar vooralsnog geen oplossing gevonden is. Hiervoor is nu vooralsnog geen oplossing voorhanden. Wij onderzoeken momenteel de mogelijkheden en zullen u voor behandeling van de begroting 2011 hiervan uitsluitsel geven. Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010: LEA: geen middelen beschikbaar VVE: structureel € 37.100 Peuterspeelzalen: structureel € 105.000 Geraamde kosten project/activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010):
-
Speerpunt
: Dorpsontwikkelingsplannen
Betreft: C. project gestart op initiatief van de raad of het college
Mogelijkheden tot beïnvloeden: Ja, uitvoering plannen kan worden getemporiseerd
Omschrijving: De integrale dorpsontwikkelingsplannen (IDOP’s) Meeuwen, Genderen en Veen zijn in 2009 opgesteld. Begin 2010 zijn de actiepunten uit de IDOP’s uitgewerkt in een plan van aanpak. De provincie heeft een subsidieregeling voor het uitvoeren van integrale dorpsontwikkelingsplannen. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Per uit te voeren plan is de subsidie minimaal €200.000 en maximaal € 1 miljoen, er dient sprake te zijn van cofinanciering van 50% en de projecten dienen binnen twee jaar te zijn afgerond. Voor de uitvoering van de IDOP’s is bij de provincie subsidie aangevraagd. In reactie op deze aanvraag heeft de provincie laten weten dat het subsidieplafond is bereikt en dat er op dit moment geen middelen beschikbaar zijn om nieuwe aanvragen te honoreren. Binnen de provincie wordt nu gekeken of er extra middelen kunnen worden aangewend om de subsidieaanvragen te kunnen honoreren. De subsidie van de provincie is erg belangrijk voor de uitvoering van de Idops. Er wordt samen met de andere gemeenten in West-Brabant opgetrokken om dit belang ook nadrukkelijk onder de aandacht te brengen bij de provincie. In juli 2010 wordt hierover duidelijkheid verwacht. Wanneer er geen subsidie wordt verstrekt door de provincie zal besloten moeten worden of de gemeente zelf de middelen ter beschikking stelt of dat er keuzes gemaakt moeten worden welke actiepunten worden uitgevoerd van het reeds beschikbare budget.
Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010:
Geraamde kosten project/activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010):
Speerpunt
: Jeugdbeleid
Betreft: A. normaal gebruikelijk (going concern) taken
Mogelijkheden tot beïnvloeden: Ja
Omschrijving: De gemeente heeft als taak om op lokaal niveau handen en voeten te geven aan het jeugdbeleid. In het jeugdbeleid wordt expliciet aandacht besteed aan prestatieveld 2 van de WMO, wat voornamelijk gericht is op preventief jeugdbeleid. In de WMO (prestatieveld 2) is de opgroei- en opvoedhulp wettelijk verankerd als een lokale overheidstaak. WMO prestatieveld 2 richt zich op 5 functies en stelt gemeenten voor de opgave toe te groeien naar de volgende situatie: 1. Informatie- en adviesfunctie: voor iedereen is duidelijk waar binnen de eigen gemeente informatie en advies over opvoeden en opgroeien te krijgen is. 2. Signaleringsfunctie: voor alle partijen is duidelijk welke afspraken gelden voor het centraal melden van verontrustende signalen van of over gezinnen en jeugdigen. 3. Toeleidingsfunctie: voor alle partijen is duidelijk welke afspraken gelden voor het beoordelen van gesignaleerde problemen en het zo nodig plegen van interventies. Het doorverwijzen van cliënten naar lokale voorzieningen of bureau jeugdzorg. 4. Licht pedagogische hulp: gezinnen en jeugdigen met opvoed- en opgroeiproblemen komen op de juiste plek terecht en worden niet van het kastje naar de muur gestuurd; zo nodig is licht pedagogische ondersteuning beschikbaar. 5. Coördinatiefunctie: voor gezinnen en jeugdigen met meervoudige problemen die daar geen greep (meer) op hebben, is er coördinatie van zorg. Het jeugdbeleid is echter breder dan enkel het preventief jeugdbeleid, het omvat ook de ontwikkelingen op het gebied van de jeugdgezondheidszorg, leerplicht, leerlingenvervoer, netwerken 12 min en jeugd en veiligheid, VVE, EKD, Zorg voor jeugd, het jongerencentrum etc. Hoewel in 2009 al aangekondigd zal in 2010 de nota jeugdbeleid ontwikkeld worden. Deze zal gericht zijn op een inventarisatie van de huidige activiteiten op het gebied van (preventief) jeugdbeleid en op de ontwikkelingen in de toekomst (bijvoorbeeld het centrum voor Jeugd en Gezin). In de nota jeugdbeleid zal beschreven worden hoe het jeugdbeleid in de gemeente Aalburg de komende jaren vorm gegeven gaat worden.
Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010: Voor bestaand beleid zijn reeds budgetten in de begroting 2010 beschikbaar.
Geraamde kosten project/activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): In de loop van 2010 zal duidelijker worden welke kosten en eventuele extra investeringen de uitvoering van de nota jeugdbeleid met zich mee zal brengen voor de toekomst. We gaan er vooralsnog van uit dat een en ander binnen de bestaande middelen past.
Speerpunt
: Centrum voor Jeugd en Gezin
Betreft: B. B. nieuwe taken die voortvloeien uit rijksbeleid en/of het bestuursakkoord
Mogelijkheden tot beïnvloeden: Ja Omschrijving: Elke gemeente moet eind 2011 een of meer Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) hebben. Bij een CJG kunnen ouders, kinderen, jongeren tot 23 jaar en professionals terecht met hun vragen over opvoeden en opgroeien. Het CJG bundelt het aanbod van ondersteuning, bijvoorbeeld van de consultatiebureaus en Bureaus Jeugdzorg. Maar ook bestaat een samenhang tussen CJG's en andere ontwikkelingen in het lokaal jeugdbeleid, zoals de Zorgadviesteams van de scholen (ZAT) en de verwijsindex risicojongeren. De ontwikkeling van het CJG is gerelateerd aan Wmo prestatieveld 2, wat zich richt 'op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden'. Daarnaast dient het CJG gekoppeld te worden aan het EKD (elektronisch kinddossier) en de verwijsindex (signaleringssysteem Zorg voor Jeugd) en partners in de jeugd(gezondheids)zorg. De ontwikkeling van het CJG is in 2008 gestart met de vaststelling van de startnotitie en is in 2009 vervolgd met het visiedocument fase 1. In de loop van 2009 is duidelijker geworden welke invulling het CJG in Aalburg krijgt. Dit proces is in 2010 vervolgd. Het college heeft op 29 juni besloten het CJG te ontwikkelen volgens het soberste scenario variant 1 met scenario 1a . Er zal gewerkt worden aan: stroomlijnen netwerken/ casuistiek tot gezamenlijke werkwijze gezamenlijk onderhandelen met de partners gezamenlijke organisatie opvoedpunten eenduidige samenwerking met externe partners beleidsmatige samenwerking en afstemming gezamenlijke website gezamenlijke deskundigheidsbevordering afstemmingsoverleg coördinatoren Zoals aangegeven zal de ontwikkeling en uitvoering van het CJG binnen de bestaande formatie dienen plaats te vinden. De kosten van de opvoedsite worden, voor zover nu bekend, volledig door de provincie vergoed. Wat betreft de overige kosten verband houdend met het CJG, bv. registratiesysteem, deelname sociale kaart, bestaat nu nog geen duidelijkheid.
Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010: Er is een structurele raming beschikbaar van € 51.300 Geraamde kosten project/activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): De structurele kosten van variant 1 / scenario 1a bedragen € 31.900. Ten aanzien van de opvoedsite kan vermeld worden dat de hiermee verband houdende kosten voor de jaren 2010 en 2011 volledig door de provincie vergoed worden Dit betekent de volgende kostenopzet: Coördinatie (9 uur per week) € 15.500 Frontoffice (4 uur per week) € 16.400 *) Abonnement € 0 Administratieve ondersteuning € 0 Totaal € 31.900
*) Hierbij wordt uitgegaan van een integrale kostprijs die alle activiteiten omvat om het opvoedpunt draaiende te houden zoals telefoonafhandeling, mailafhandeling, opvoedadviezen, overleg tussen partners en gemeenten, registratie, evaluatie, huur, reiskosten en PR. Ten opzichte van de begroting 2010 betekent dit een bezuiniging van € 19.400.
Ontwikkelingen Going concerntaken Gehandicaptenzorg (Wet maatschappelijke ondersteuning) De Wet maatschappelijke ondersteuning is een wet die onder andere in plaats is gekomen van de Wet voorzieningen gehandicapten. Vanuit de wet behoren gemeenten inwoners te compenseren zodat zij in staat zijn: a. een huishouden te voeren (zie WMO Wet maatschappelijke ondersteuning) b. zich te verplaatsen in en om de woning c. zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel d. medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan Hulpmiddelen die nodig zijn, bijvoorbeeld voor het verplaatsen, worden gehuurd. Met de deeltaxi kunnen Wmo-geïndiceerden reizen tegen openbaar vervoerprijzen. In 2010 zal met het opstellen van nieuwe beleidsregels, onder andere samen met de WMO-raad en het gehandicaptenplatform, opnieuw bekeken moeten worden hoe de kosten zijn te beheersen. Daarbij kan gedacht worden aan een eigen bijdrage (niet voor rolstoelen), het onderzoeken van de gebruiksfrequentie, deelgebruik of het ontwikkelen van een stimuleringsbeleid om de aanschaf van bijvoorbeeld eenvoudige voorzieningen zelf te realiseren. Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) De wet maatschappelijke ondersteuning is een participatie- en ondersteuningswet. Omdat gemeenten dicht bij de burgers en zorgvragers staan kunnen zij beoordelen op welke wijze kan worden bevorderd dat een ieder kan meedoen in de maatschappij. Daar waar iemand dat zelf niet kan regelen en ook de omgeving niet, komt de ondersteunende rol van de gemeente om de hoek kijken.. De Wmo kent 9 prestatievelden , de eerste vier zijn tevens onze speerpunten: 1. het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten(IDOP’s); 2. ondersteuning van jeugdigen met problemen met het opgroeien en ondersteuning van ouders met problemen met opvoeden(opvoedondersteuning/centrum Jeugd en Gezin; 3. het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning (Aalburgloket) 4. het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers( mantelzorgconsulent); 5. algemene voorzieningen om mee te doen en zelfstandig te functioneren 6. individuele (of collectieve zoals deeltaxi) voorzieningen ten behoeve van het behoud van het zelfstandig functioneren en om mee te doen( hulpmiddelen en huishoudelijke verzorging);. 7. maatschappelijke opvang, advies en steunpunten huiselijk geweld(door centrumgemeente Breda); 8. de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ (door centrumgemeente Breda); 9. ambulante verslavingszorg(door centrumgemeente Breda). Er heeft bij de huishoudelijke verzorging in 2009 een nieuwe aanbesteding plaatsgevonden. De uurprijs van huishoudelijke verzorging is vanaf 1 januari 2010 met circa 20% verhoogd. Het wettelijk verplichte, jaarlijks te houden WMO- klanttevredenheidsonderzoek verschijnt steeds in juli. Tot nu toe heeft dit onderzoek zich vooral gericht op de klanttevredenheid rond de aanvraag van individuele voorzieningen, prestatieveld 6. Met ingang van 2011 zal, te beginnen met het onderzoek over 2010 het onderzoek zich op andere prestatievelden richten. Dit gebeurt in samenspraak met de WMO-raad, Verdeelmodel Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO uitkering via gemeentefonds) In april 2009 heeft de Tweede Kamer de motie Willemse-van der Ploeg aangenomen waarin het kabinet met klem is verzocht het verdeelmodel Wmo te verfijnen. Er is vervolgens een traject ingezet wat heeft geleid tot een verfijnd en geactualiseerd verdeelmodel. Het verfijnde model wordt van kracht per 1 januari 2011. Door in het nieuwe verdeelmodel naast de bestaande verdeelmaatstaf lage inkomens de maatstaf gemiddeld gestandaardiseerd inkomen te nemen, worden ook inkomens aan de bovenkant gecorrigeerd. Bij hogere inkomens is de zorgbehoefte gemiddeld lager, zijn de eigen bijdragen hoger en daarmee de gemeentelijke kosten lager.
Op basis van de junicirculaire 2010 bedraagt het positieve herverdeeleffect voor de gemeente Aalburg € 9,00 per inwoner. Dit herverdeeleffect komt in twee gelijke stappen van 50 % tot stand. In 2011 wordt op deze wijze 50 % van het effect van het nieuwe verdeelstelsel gerealiseerd, in 2012 100 %. Voor 2011 betekent dit een hoger bedrag voor de WMO van € 56.500 en voor 2012 € 113.000. Vrijwillige inzet E’n van de prestatievelden van de Wmo is het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. Daarop wordt al veel inzet gepleegd. Sinds 1997 is er in de gemeente een vrijwilligerscentrale. Taken van deze vrijwilligerscentrale zijn: o Up to date houden van vacatures o Bemiddeling / bij elkaar brengen van vraag- en aanbod. o Bemiddelen tussen vrijwilliger en vrijwilligersplaats o Werving en behoud van vrijwilligers o Deskundigheidsbevordering van vrijwilligers o Belangenbehartiging van vrijwilligers en promotie van vrijwilligerswerk De centrale wordt nu nog gerund door een vrijwilliger.. In een tijd waarin maatschappelijke participatie een steeds nadrukkelijker plaats krijgt, is het belangrijk dat de gemeente daarin zelf een actievere rol neemt. Vanaf 2011 zal daarom de uitvoering op een andere leest geschoeid gaan worden.
GR OGZ GGD De algemene volksgezondheidstaken worden uitgevoerd door de GGD. Op 16 december 2008 heeft u ingestemd met het nieuwe basistakenpakket van de GGD en de daarbij behorende intensiveringen gedurende de jaren 2009 - 2012. Het basistakenpakket wordt op de onderdelen geïntensiveerd: Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ). Technische Hygiënezorg (THZ). Inzet JGZ in Zorg(advies)teams (ZAT’s). Infectieziektenbestrijding. Naast de kosten die de intensivering met zich meebrengt, is er voor 2011 en de komende jaren ook sprake van kostentoename door uitbreiding op andere taken zoals inspecties op de peuterspeelzalen en gastouderbureaus waardoor de bijdrage voor de GGD hoger uitvalt dan voorgaande jaren. Er is een bestuurlijke werkgroep ingesteld die gaat onderzoeken op welke manier er de komende jaren bezuinigd kan gaan worden. Jeugdgezondheidszorg algemeen De jeugdgezondheidszorg (JGZ) richt zich erop alle kinderen in Nederland dezelfde zorg aan te bieden via het basistakenpakket. In het kader van de Wet Publieke Gezondheid dienen gemeenten het basistakenpakket JGZ aan kinderen van 0 – 19 jaar aan te bieden. De JGZ wordt uitgevoerd door GGD en Thebe. De JGZ-taken van GGD worden bekostigd uit de algemene bijdrage aan GGD in het kader van de volksgezondheid. We ontvangen de Brede Doeluitkering (BDU) jeugd om de activiteiten van Thebe op het gebied van de jeugdgezondheidszorg te bekostigen. Het bedrag wat we de komende jaren ontvangen wat bestemd is voor de JGZ is echter lager dan wat we voorheen ontvingen. Ook heeft Thebe met ingang van 2009 op verzoek van de gemeenten het kostprijsmodel ingevoerd, waardoor er ook een stijging in kosten is ontstaan. Het college heeft echter formeel uitgesproken dat de basistaken in de jeugdgezondheidszorg 0-4jaar binnen het budget van de BDU uitgevoerd moeten worden. Daarnaast is de insteek een integrale jeugdgezondheidszorg. Integrale jeugdgezondheidszorg streeft naar een kniploze jeugdgezondheidszorg voor 0-19 jaar. Op dit moment is er geen sprake van een vlekkeloze overgang van de jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar uitgevoerd door de thuiszorgorganisaties (In Aalburg Thebe) naar de jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar uitgevoerd door de GGD. In het najaar van 2008 hebben alle gemeenten in West- Brabant ingestemd met de bestuursopdracht Integrale Jeugdgezondheidszorg West-Brabant 2008 – 2010. Begin 2010 is gebleken dat de uitvoering van een integrale JGZ (alle instellingen als een uitvoeringsorganisatie) op de voorgestelde manier te kostbaar is. In de loop van 2010 zal bekeken worden of een integrale JGZ ook op een andere minder dure manier gerealiseerd kan worden.
Programma Milieu Hoofdkenmerken De inzameling en afvoer van huishoudelijk afval op milieuhygiënisch verantwoorde wijze. Het aanleggen, beheren en onderhouden van de gemeentelijke riolering. Het formuleren van beleid en planning, het stimuleren en toezien op de realisatie van milieuvoorzieningen en de controle op de naleving van de regelgeving, evenals het voorkomen en corrigeren van foutief dan wel ongewenst handelen in het kader van de milieuhygiëne. Producten opgenomen onder programma Milieu inzameling en verwerking van afval; beheer en onderhoud riolering; milieubeleid en uitvoering milieutaken; ontsmetting en ongediertebestrijding; afvalstoffenheffing; heffing rioolrechten.
Speerpunten
Gratis groen Opstellen bodembeheernota Aanvullende voorschriften AMvB bedrijven als gevolg van overgang van vergunning naar AMvB Duurzaamheidsdoelstellingen Handhaving Bedrijventerreinen *boven niveau begroting 2010
Financiële consequenties* 2011 2012 2013
2014
0 7.500
0 0
0 0
0 0
7.500 pm 40.000
0 pm 40.000
0 pm 40.000
0 pm 40.000
Speerpunt
: Gratis groen / tarieven Afvalstoffenheffing
Betreft: A. normaal gebruikelijk (going concern) taken
Mogelijkheid tot beïnvloeden: Ja Omschrijving Gratis groen De tariefstelling voor het groen is een bevoegdheid van het college in combinatie met het bestuur van het milieustation voor het op het milieustation geleverde groen. Gelet op de lage kosten voor verwerking van groen en de bijdrage die groenafval levert aan de duurzaamheid doelstelling lijkt het steeds meer legitiem om de leges voor groenafval te verlagen of af te schaffen. GFT appartementen complexen Binnen Aalburg maken 268 aansluitingen gebruik van verzamelcontainers het gaat hierbij om appartementen met een onder- of bovengrondse restafvalcontainer. Deze hebben niet de mogelijkheid gft gescheiden aan te bieden. Achtergrond hiervan is dat deze woningen niet over een tuin beschikken hierdoor is de hoeveelheid gering en beperkt deze zich tot de kwalitatief slechte g en f component. Daarnaast is de ruimte om containers bij appartementen te plaatsen vaak beperkt. Ondanks het voorstaande, zijn op verzoek van bewoners een beperkt aantal gft containers uitgezet bij appartementen, het gaat hierbij om burgers die hebben aangeven het belangrijk te vinden het g en f te scheiden van het restafval. De vraag die aan de orde komt is of het redelijk is voor deze huishoudens een apart (lager) tarief in rekening te brengen. Op basis van algemene informatie is onze conclusie dat dit niet redelijk is. En wel om de volgende reden: • Voor het gft betaalt Aalburg een lager storttarief dan voor rest afval. Door het afval niet gescheiden aan te bieden wordt door ons, voor het gft in het restafval, een hoger tarief betaald. • In een deel van de gevallen wordt gebruik gemaakt van ondergrondse verzamelcontainers. De exploitatiekosten (o.a. afschrijving, onderhoud en lediging) van deze containers is per aansluiting aanzienlijk hoger dan bij de reguliere minicontainers. Dit geldt tevens, zij het in mindere mate, voor de bovengrondse verzamel containers. • De afvalstoffenheffing bevat meer componenten dan uitsluitend het inzamelen van het huishoudelijk rest- en gft afval. Te denken valt aan de wijkparkjes en het milieustation. Een verdere differentiatie van de afvalstoffenheffing kan onderdeel uitmaken van een in de toekomst uit te voeren herijking van het afvalbeleid. Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010 In de begroting 2010 is voor 2011 een bedrag opgenomen van € 104.481 Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): Structureel wordt hiervoor een verhoging van de kosten van € 7.000 geraamd. Dit bedrag wordt verdisconteerd in de afvalstoffenheffing.
Speerpunt
: opstellen bodembeheersnota
Betreft: A. normaal gebruikelijk (going concern) taken B. nieuwe taken die voortvloeien uit rijksbeleid of bestuursakkoord
Mogelijkheid tot beïnvloeden: Ja, er is een keus om het niet op te pakken. Dit werkt echter bijzonder kostenverhogend, omdat bij een ontbrekend bodembeleid met bodemkaarten er voor elke partij grond een keuring verplicht is. Daarnaast vertraagt dit uitvoerende werkzaamheden op of in de bodem aanzienlijk en werkt het kostenverhogend voor een ieder die bodemgegevens bij werkzaamheden moet kunnen overleggen. Het actualiseren van het beleid werkt kostenbesparend. Omschrijving: Het budget is noodzakelijk voor het opstellen van een bodembeheersnota. In juli 2006 is een bodemkwaliteitskaart Dorpskernen gemeente Aalburg en een bodembeheersplan Dorpskernen Gemeente Aalburg vastgesteld. In aanvulling hierop is ook de nota Grond in beweging, grondverzet in de gemeenten Aalburg en Woudrichem vastgesteld. 5 jaar na de vaststelling, op 11 juli 2011 vervalt dit beleid en is er in feite geen bodembeleid meer, als niet voor deze tijd opnieuw een bodembeheersnota (huidige naam) wordt vastgesteld. Deze nota voldoet aan de eisen van het Besluit Bodemkwaliteit wat in juli 2008 in werking is te treden en het Bouwstoffenbesluit heeft vervangen. Actualisering en in standhouding van bodembeleid op basis van de laatste inzichten geeft betere mogelijkheden om met grondverzet en de toepassing van grond om te kunnen gaan. Zonder dit beleid moet voor elke partij grond een partijkeuring plaats vinden en zijn meer bodemonderzoeken noodzakelijk. Verder is regionale samenwerking noodzakelijk om met regiogemeenten in het Land van Heusden en Altena en daarbuiten grond uit te kunnen wisselen op basis van bodemkaarten. Meer mogelijkheden om grond uit te kunnen wisselen werken kostenbesparend op uitvoeringsprojecten van en voor de gemeente en de inwoners en ondernemers. Dit voordeel geldt voor de hele regio waarvoor de bodembeheersnota uiteindelijk zal worden vastgesteld. Een gedeelte (de begeleiding) is slechts subsidiabel. Het gevraagde deel is daarnaast noodzakelijk om bodemspecialisten de bodembeheersnota op te laten stellen op basis van de huidige Aalburgse bodemkwaliteitskaart en het bodembeheersplan.
Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010 Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): De incidentele kosten worden voor 2011 geraamd op € 7.500.
Speerpunt
: Aanvullende voorschriften AMvB bedrijven als gevolg van overgang van vergunning naar AMvB
Betreft: A. normaal gebruikelijk (going concern) taken
Mogelijkheid tot beïnvloeden: Nee, is een automatisch gevolg van het in werking treden van het Besluit algemene regels inrichtingen milieu (Barim). Omschrijving: Door het in werking treden van het BARIM (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer) is de (milieu) vergunningplicht voor veel bedrijven komen te vervallen en zijn voor bedrijven met gelijke activiteiten dezelfde uniforme voorschriften van toepassing, de overgang van vergunning naar BARIM is van rechtswege. Er zijn bedrijven die vanwege hun specifieke ligging of activiteiten beschikken over afwijkende voorschriften, het gaat hierbij veelal om strengere voorschriften voor het aspect geluid. Deze zijn in de meeste gevallen tot stand gekomen om omwonende te beschermen tegen overlast. Zoals aangegeven worden de specifieke voorschriften vervangen door algemene voorschriften die in een aantal gevallen niet afdoende zijn. Gelet op het voorstaande en overeenkomstig het advies van de Regionale Milieudienst (RMD) is het noodzakelijk dat er dossieronderzoek plaats vindt, waarbij gekeken wordt voor welke bedrijven het noodzakelijk is “maatwerk voorschriften” op te leggen. Voor deze bedrijven wordt het voordeel van het BARIM (eenduidigheid van voorschriften) deels teniet gedaan. Het is de verwachting dat dit voor een vijftiental bedrijven aan de orde is. Het is echter wel noodzakelijk dat het gehele inrichtingenbestand wordt doorgelicht. Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010 Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): Voor dit project zijn eenmalig kosten geraamd van € 7.500.
Speerpunt
: Duurzaamheidsdoelstellingen
Betreft: C. project gestart op initiatief van de raad of het college
Mogelijkheid tot beïnvloeden: Ja, uw college heeft de keuze de doelstellingen aan te passen Omschrijving Op 11 december 2001 heeft het college doelstellingen geformuleerd ten aanzien van duurzaamheid. Deze doelstellingen zijn op 31 december 2002 door de raad vastgesteld. De gemeente Aalburg heeft als doelstelling om in regionaal verband 5% duurzame energie te realiseren. De doelstelling voor 2020 ligt op 20%. Dit sluit aan bij de landelijke doelstellingen. Op dit moment bedraagt het percentage duurzame energie voor Aalburg 4,2%. Voor de komende jaren moet er nog een aanzienlijke inspanning geleverd worden om te komen tot 20% in 2020. In maart en april 2009 is er een werkgroep duurzaamheid bij elkaar geweest bestaande uit raadsleden ondersteund door een ambtelijke vertegenwoordiger om initiatieven op te starten. SLOK Op dit moment loopt er een initiatief van het MARB. Het zogenaamde SLOK-project. Dit project ontwikkelt in regionaal verband initiatieven voor duurzaamheid. Vanuit Aalburg zijn er verder geen initiatieven om de doelstellingen voor 2010 en 2020 in projecten uit te werken. Tevens zijn er geen extra budgetten en is er geen ambtelijke capaciteit beschikbaar. Zonnecollectoren gemeentelijke gebouwen In het kader van duurzaamheid en haar voorbeeldfunctie heeft het gemeentebestuur het voornemen uitgesproken zonnecollectoren te plaatsen op de gemeentelijke gebouwen. Voorgesteld wordt om het voorbeeld van Werkendam hierin te onderzoeken. De gemeente Werkendam heeft een overeenkomst gesloten met International Solar BV uit Den Bosch om te komen tot plaatsing van PV-panelen op gemeentelijke gebouwen. Het komt er op neer dat de gemeente niet zelf investeert in de zonnecollectoren. Plaatsing is afhankelijk van de toewijzing van een SDE-subsidie. De subsidieaanvraag is gedaan door International Solar namens de Gemeente Werkendam. International Solar plaatst en onderhoudt de PV-panelen (of regelt een derde partij om dit te doen). Zij krijgt ook de opbrengsten. De gemeente ontvangt een vergoeding (percentage van opbrengst) voor het gebruik van de daken. Ook kan het gebouw de geproduceerde stroom, tegen een nog nader te bepalen tarief (indicatie 8-12 ct./kWh) inkopen. Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): PM
Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010 Voor SLoK is een raming opgenomen van in totaal € 17.748. In dit bedrag is begrepen de bijdrage die binnen de Algemene uitkering beschikbaar is gesteld, groot € 8.748. Het restant van € 9.000 is een eigen gemeentelijke bijdrage. Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): Voor duurzaamheid voor 2011 tot en met 2014 voorlopig een pm-post geraamd.
Speerpunt
: handhaving bedrijventerreinen
Betreft: C. project gestart op initiatief van de raad of het college
Mogelijkheid tot beïnvloeden: Ja, uw college heeft de keuze om niet verder te gaan met het traject. Omschrijving Met als uitgangspunt om te komen tot een kwaliteitsverbetering op de bedrijventerreienen in onze gemeente zal meer aandacht worden besteed aan het toezien op naleefgedrag van regelgeving (toezicht en handhaving). Omdat alles tegelijkertijd oppakken niet haalbaar is, zal er sprake zijn van een volgordelijkheid op basis van prioriteiten. Waar mogelijk zal ook aansluiting worden gezocht bij de de (regionale) herstructureringsopgave. In dit licht heeft, in vervolg op een eerdere handhavingsactie in 2007, in 2010 op een deel van het bedrijventerrein Bagijnhof te Veen een integrale handhavingsactie plaats gevonden. Van deze actie zijn waarnemingsrapporten opgesteld. In 2010 dient een plan van aanpak te worden opgesteld. In het plan van aanpak zullen keuzes worden gemaakt. Gekozen moet worden welke strategie gevolgd moet worden ten aanzien van de geconstateerde overtredingen. Het is onvermijdelijk dat hier een aantal juridische procedures uit volgt. Uiteraard is het zeer gewenst om op minnelijke wijze de overtredingen ongedaan te maken. Toch zal juridische capaciteit en middelen onontbeerlijk zijn om dit omvangrijke multidisciplinaire project tot een goed einde te brengen.
Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010 Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): De kosten worden voor 2011 tot en met 2014 geraamd op € 40.000
Ontwikkelingen Going concerntaken Aanschaf ondergrondse afvalcontainers milieuparkjes In 2010 wordt een ondergronds milieuparkje in Meeuwen opgeleverd. In Wijk en Aalburg is in 2007 een ondergronds milieupark aanwezig. In totaal staan er vijf milieuparkjes in de gemeente. Het is wenselijk vanuit esthetisch oogpunt en functioneel oogpunt om over te gaan tot de aanschaf van ondergrondse afvalcontainers op de locaties Genderen, Veen en Eethen. Daarnaast is nog een ondergrondse container bij het milieuparkje in Wijk en Aalburg noodzakelijk. Dit kan worden gecombineerd met een perscontainer voor plastic. Dan kan de bestaande container voor plastic voor kleding worden omgebouwd (inwerpopening). De perscontainer hoeft minder vaak te worden geleegd (1x per week nu 4x per week bij verwacht stijgend aanbod) nodig. Locatie
aantal containers
Afvalsoort
Raming
Wijk en Aalburg
1 perscontainer
Plastic
€ 25.000
Wijk en Aalburg
1 betonput en aanpassing bestaande plastic container i.c.m perscontainer
Kleding
€ 3.000
Genderen
4
Glas, plastic, drankenkartons en kleding
€ 25.000
Veen
4
Idem
€ 25.000
Eethen
4
Idem
€ 25.000
Totaal
13
Idem
€ 103.000
(nieuw € 7.000)
In de investeringsplanning bij de begroting 2010 is een bedrag opgenomen van € 25.000 voor een ondergrondse container in Genderen. Voor de aanschaf van ondergrondse containers wordt totaal een bedrag geraamd van € 103.000. Gelet op de benodigde kosten willen zijn er in onze ogen twee opties: 1. niet aanleggen 2. gefaseerd de rest aanleggen (overeenkomstig eerder geformuleerd raadsstandpunt) Wij stellen voor om gefaseerd de rest van de ondergrondse containers aan te leggen. Daarbij hebben wij de mogelijkheid nog onderzocht of het huren van een perscontainer voor plastic een aantrekkelijk alternatief zou kunnen zijn. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat niet het geval is. Afschrijving en rente en de doorberekende exploitatiekosten zijn hoger. Dekking van deze investeringen vindt plaats via de afvalstoffenheffing.
Programma Bouwen en ruimte Hoofdkenmerken Het met in achtname van en op basis van de rijks- en provinciale wetgeving treffen van alle relevante maatregelen ten behoeve van een zo geordend en doelmatig mogelijk gebruik van de ruimte. Dit houdt onder meer in dat het gemeentelijk grondgebied wordt voorzien van adequate ruimtelijke plannen. De uitvoering van deze ruimtelijke plannen - zowel qua voorzorg (vergunningverlening) als handhaving - geschiedt binnen de wettelijk toegestane kaders. Voorziening in de woningbehoefte, zowel in kwantitatief (voldoende woningen) als kwalitatief (geschikte woningen) opzicht. Toezicht op toegelaten instellingen (woningcorporaties). Stelselmatige inspanning op stedenbouwkundig, sociaal, economisch, cultureel en milieuhygiënisch gebied, gericht op behoud, herstel, verbetering, herindeling of sanering van het bebouwde gedeelte van het gemeentelijk grondgebied. Uitvoering van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van de Woningwet. Algemene werkzaamheden verband houdende met actieve grondexploitaties. Beheer en exploitatie van woningen etc. en landerijen welke niet tot de openbare dienst behoren. Producten opgenomen onder programma Bouwen en ruimte voorbereiding en handhaving van bestemmingsplannen; woningbouw; stads- en dorpsvernieuwing; bouwaanvragen/bouwvergunningen; woningen/landerijen; grondexploitaties.
Speerpunten
Handhaving constateringen uit de BAG Investering randapparatuur door invoering Wabo *boven niveau begroting 2010
Financiële consequenties* 2011 2012 2013 20.000 12.500
20.000 12.500
20.000 12.500
2014 20.000 12.500
Speerpunt
: handhaving constateringen uit de BAG
Betreft: A. normaal gebruikelijk (going concern) taken
Mogelijkheid tot beïnvloeden: Ja, gefaseerde aanpak is mogelijk. Omschrijving Uit het BAG-project is gebleken dat op diverse percelen bouwwerken zijn geplaatst, zonder dat een vergunning is verleend. Voor al deze bouwwerken zal een handhavingsactie moeten worden opgestart. In beginsel heeft de gemeente namelijk een handhavingsplicht. Dit is ook vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het is echter niet mogelijk om deze zaken tegelijk op te pakken. Een gefaseerde aanpak is praktisch gezien mogelijk, mede omdat er geen handhavingsverzoeken liggen. Verder gaat het niet om excessieve bouwwerken, waardoor ze geen hoge prioriteit hebben. Onderdeel van de aanpak is wel dat alle eigenaren/gebruikers worden aangeschreven met de mededeling dat het bouwwerk illegaal is geplaatst, dit door middel van wrakingsbrieven. Op deze wijze kan handhaving in de toekomst nog worden opgepakt, zonder dat de bouwwerken onder overgangsrecht komen te vallen. Vervolgens kan dan de handhaving per bouwwerk gefaseerd worden opgepakt. In het kader van de pre-audit van de BAG die op 10 juni 2010 is gehouden, is vanuit het Ministerie VROM aangegeven dat de gemeente hier actie op moet zetten. Gelet op het feit dat jaarlijks een BAG audit zal worden gehouden, hebben we weinig andere keus dan deze taak (gefaseerd) op te pakken. Primair zal onze insteek gericht zijn op legalisatie van geconstateerde overtredingen. Tevens zal hierbij zoveel mogelijk aansluiting worden gezocht bij toekomstige bestemmingsplanactualisaties. Kanttekening daarbij is dat wel voorkomen moet worden dat handhavingsperikelen tot vertraging van de doorlooptijd van bestemmingsplanprocedures leidt.. Bovendien kan het effect hebben op de kostenramingen van de bestemmingsactualisaties. Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010 Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): Voorgesteld wordt vanaf 2011 een structurele raming op te nemen van € 20.000
Speerpunt
: investering randapparatuur door invoering Wabo
Betreft: A. normaal gebruikelijk (going concern) taken B. nieuwe taken die voortvloeien uit rijksbeleid of bestuursakkoord C. project gestart op initiatief van de raad of het college
Mogelijkheid tot beïnvloeden: Ja, de gemeente kan zelf een keuze maken in welk type apparatuur wordt aangeschaft. Omschrijving Door de digitalisering van omgevingsvergunningaanvragen, zal de toetsing van de aanvragen steeds meer plaats gaan vinden vanaf beeldschermen en andere apparatuur, zoals digitale schoolborden, plotters, scanners en printers. Onze verwachting is dat er in 2011 nog niet in grote aantallen digitale (omgevings)vergunningaanvragen zullen worden ontvangen. Het jaar 2011 kan daarom worden benut om een betere inschatting hiervan te maken. Overigens past deze lijn wel in onze visie over (toenemende) digitalisering. Wij stellen daarom een gefaseerde investering voor met een afschrijvingstermijn van 5 jaar. Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010 Voor de Wabo is in de investeringsplanning een bedrag opgenomen van € 50.000 voor hardware. Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): Deze extra investering wordt eveneens voorlopig geraamd op € 50.000. Fasering: 2011 € 12.500 2012 € 12.500 2013 € 12.500 2014 € 12.500
Ontwikkelingen Going concerntaken Grondexploitaties De grondexploitaties staan onder invloed van de verslechtering van de markt van onroerend goed, dalende grondprijzen en terugtrekking van de private partijen uit de markt. Dit heeft wel gevolgen voor de waardering van de gronden. Positief is dat recente planontwikkelingen voor de Zuidrand van Eethen en De Eng te Veen voor ons als gemeente geen financiële risico’s meebrengen. Voor al onze grondexploitaties zullen wij u bij de begroting geactualiseerde calculaties overleggen. Blokland Het bestemmingsplan is vastgesteld en in werking getreden. De verkoop van 6 bouwkavels verloopt moeizaam. Op slechts 2 percelen rust een optie. Voor de 4 grotere percelen is geen belangstelling getoond. Meander en Sir-55 bereiden plannen voor van ieder 8 woningen met wisselende belangstelling. De Eng De samenwerkingsovereenkomst met Woonlinie is getekend. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft weerstand van het waterschap opgeleverd. Inmiddels is het ontwerpbestemmingsplan in voorbereiding en zal naar verwachting in september 2010 in procedure worden gebracht. Alad terrein Het bestemmingsplan is vastgesteld en in werking getreden. Voor een gedeelte van het plan is vermoedelijk een planherziening noodzakelijk vanwege de inpassing van 18 zorgappartementen voor de SOVAK. Daarvoor zijn momenteel verkennende gesprekken bezig. Kerkverreweide II Gesprek gehad met A. ’t Lam en A. Bax betreffende zelfrealisatie van het achterste deel van het perceel van A. ’t Lam. De juridisch bindende samenwerking middels een anterieure overeenkomst met Tankens-Zijlstra wordt nu opgestart. Hierna kan het bestemmingsplan in procedure worden gebracht, naar verwachting in kwartaal 4. Plassengebied Veen Op 22 december 2009 heeft uw raad het Masterplan Plassengebied Veen vastgesteld. Het plan behelst naast een ruimtelijke studie een beeldschets van mogelijke ruimtelijke inpassingen, waarbij naast een aantal voorwaarden (o.a. een budgettair neutrale exploitatie) de doelen van het plan zijn vastgelegd. Het betreft: • Verbetering van de veiligheid; • Heldere en handhaafbare ruimtelijk uitgangspunten ten aanzien van de onrechtmatige bewoning van recreatieverblijven; • Verbeteren van de beeldkwaliteit c.q. oplossen van de te grote bebouwingsintensiteit op de Veense Put; • Versterken van de openbare recreatieve en toeristische functie van het Plassengebied Veen; • Versterken van de natuurlijke en landschappelijke (EHS) waarden binnen het Plassengebied Veen; • Verplaatsing van voetbalvereniging Achilles Veen binnen 5 jaar mogelijk maken; • De vrijkomende gronden inzetten ten behoeve van de integrale gebiedsontwikkeling. In vervolg op het Masterplan is in 2010 een projectgroep gestart om de uitgangspunten van het hiervan uit te werken naar een Plan van Aanpak en een Programma van Eisen. Hierin wordt geschetst hoe de (gemeentelijke) doelstellingen zoals die in het Masterplan zijn geformuleerd tot stand kunnen worden gebracht. Het planproces is opgeknipt in 6 fases, die elk worden afgesloten met een beslismoment (door college of raad). Iedere fase moet in principe geheel worden afgerond voordat naar een volgende fase wordt gegaan.
De volgende 6 fases worden onderscheiden: Fase 1: Masterplan Fase 2: Plan van Aanpak (PvA) Fase 3: Programma van Eisen (PvE) Fase 4: Voorontwerp bestemmingsplan Fase 5: Ontwerp plan(nen) Fase 6: Realisatie Het gehele plan komt in nauw overleg tot stand met diverse partijen en belangengroepen (natuurlijke en niet natuurlijke (rechts)personen, die ieder vanuit hun eigen belang het projectresultaat zullen beïnvloeden. Door het vroegtijdig betrekken van deze actoren in het proces, worden enerzijds de diverse individuele belangen in beeld gebracht. Anderzijds betekent dit een intensief en interacties proces waarvan de uitkomsten op voorhand niet bekend zijn en wat de uitkomsten van het projectresultaat beïnvloed. In 2010 is door de projectgroep getoetst welke aanvullingen nog noodzakelijk zijn om een Programma van Eisen op te kunnen stellen en welke onderzoeken vereist zijn om de ruimtelijke ontwikkelingen (bestemmingsplannen) te kunnen realiseren. Een gedegen analyse waaruit het Programma van Eisen voort vloeit is noodzakelijk om alle mitsen en maren te onderzoeken om dit project te kunnen ontwikkelen. Uitgangspunt is om het plan verder uit te ontwikkelen en te laten realiseren door externe marktpartijen. Zuidrand Eethen Inleiding Ten zuiden van het dorp Eethen spelen diverse ruimtelijke en maatschappelijke vraagstukken die om een integrale gebiedsontwikkeling vragen. De voorgenomen plannen zijn opgedeeld in vijf (zes) plandelen teneinde fasegewijs de ontwikkeling te kunnen realiseren en op deze wijze bewoners, huurders en gebruikers van de voorzieningen zoals de school en gymzaal, zo min mogelijk te verhuizen c.q. overlast te verzorgen. Procedure Om de voorgenoemde plannen planologisch mogelijk te maken is op 27 april 2010 het bestemmingsplan Zuidrand Eethen, gewijzigd vastgesteld door de gemeenteraad van Aalburg. De gewijzigde onderdelen van het bestemmingsplan bestaan uit enkele ambtshalve wijzigingen en wijzigingen naar aanleiding van zienswijzen. De wijzigingen staan beschreven en beargumenteerd in de’ Nota van Zienswijzen bestemmingsplan ‘Zuidrand Eethen’’ die tevens op 27 april 2010 door de gemeenteraad van Aalburg is vastgesteld. Volgens artikel 8.2 van de Wet ruimtelijke ordening kan met ingang van 6 mei 2010 gedurende zes weken beroep worden ingesteld tegen het vaststellingsbesluit. Beroep kan worden ingesteld door: iedereen die tijdig zijn of haar zienswijze tegen het eerdere ontwerpbestemmingsplan bij de gemeenteraad kenbaar heeft gemaakt; iedere belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest om zijn zienswijze tegen het voorgaande ontwerpbestemmingsplan bij de gemeenteraad kenbaar te maken; iedere belanghebbende, voor zover het beroep wordt ingesteld tegen wijzigingen die de gemeenteraad van Aalburg bij de vaststelling van het plan heeft aangebracht in het plan. Uitvoering Inmiddels is gestart met de aanleg van het kunstgrasveld voor voetbalvereniging GDC en zijn de voorbereidingen voor plandeel B grotendeels getroffen. Met name de infrastructuur voor de weg die plandeel B zal gaan ontsluiten en de kruising Molensteeg – Nieuwe Steeg – Raadhuisstraat, zijn al gevorderd in de voorbereiding. Naar verwachting zal direct na de zomer gestart worden met de uitvoering van plandeel B, de ‘Boerenerven’.
Woonvisie De woningmarkt is sinds 2008 drastisch gewijzigd. Om inzicht te krijgen in de huidige woningmarkt is het noodzakelijk deze markt te onderzoeken en vast te leggen in een geactualiseerde woonvisie. Op basis van deze woonvisie kunnen nieuwe volkshuisvestings/ prestatieafspraken gemaakt worden met de woningbouwcorporaties en de provincie. Het is niet ondenkbaar dat daarbij ook enkel zorgaanbieders worden betrokken, omdat verwacht wordt dat de woningmarkt door de vergrijzing, veranderende gezinssamenstelling en economische crisis behoorlijk aan het veranderen is. Het zou goed kunnen zijn dat op termijn woningbouwcorporaties zich meer op zorg gaan toeleggen en op een kleiner kwalitatief hoogwaardiger woningbouwbestand. Om meer grip te krijgen op deze veranderende markt is het actueel houden van de woonvisie noodzakelijk. Aan de hand van de woonvisie kunnen prestatieafspraken worden gemaakt met de woningbouwcorporaties, zorgaanbieders en de provincie. Daarnaast wordt aan de hand van de woningbouwbehoefte ook nieuwe woningbouw afgewogen en is de woonvisie een belangrijk toetsingskader voor de bestemmingsplannen en bouwaanvragen. Er is een wens de woonvisie op te pakken met de andere gemeenten in het Land van Heusden en Altena. Daarbij actualiseert Werkendam haar woonvisie jaarlijks en Woudrichem is onlangs begonnen met de algehele actualisatie van de woonvisie. Uitgangspunt is zodoende de drie geactualiseerde woonvisies uiteindelijk in 1 gezamenlijke woonvisie Land van Heusden en Altena te kunnen samenvoegen. Prestatieafspraken Aan het lokale woonbeleid wordt door de gemeente en de woningcorporaties vanuit hun gezamenlijke verantwoordelijkheid invulling gegeven. Deze samenwerking wordt vastgelegd in zogenaamde prestatieafspraken of een prestatieovereenkomst. Dit is belangrijk, omdat gemeenten en woningbouwcorporaties van elkaar afhankelijk zijn voor het realiseren van de lokale woonopgave. Samen sturen op ambities, elkaar contracteren op prestaties en beoordelen op resultaten dragen hieraan bij. Dit vereist een goede onderlinge samenwerking en het maken van resultaatgerichte en meetbare afspraken. Aan de hand van een actuele woonvisie kan invulling worden gegeven aan deze afspraken. Hierbij kan gekeken worden aan de hoeveelheid woningen die de gemeente en de corporaties de komende periode in ontwikkeling nemen, maar ook de kwaliteit van nieuwe woningen, het verbeteren van die van bestaande woningen, de huisvesting van bijzondere doelgroepen en de kwaliteit van de leefomgeving. Ten aanzien van de prestatieafspraken geldt dat er wel de wens is om gezamenlijk met de twee andere gemeenten op te trekken, maar wel afzonderlijk van elkaar prestatieafspraken te maken. Huisvestingsverordening De Huisvestingswet biedt gemeenten instrumenten om ongewenste ontwikkelingen in de woningmarkt tegen te gaan. In principe geldt op de Nederlandse woningmarkt vrije vestiging. Bij schaarste kunnen gemeenten echter regels stellen. Het zijn vooral de woningcorporaties die de regels uitvoeren, maar ook particuliere verhuurders en verkopers van woonruimte kunnen onder deze regels vallen. In maart 2010 is deze Huisvestingswet controversieel verklaard. Vermoedelijk wordt deze na het zomerreces opnieuw behandeld, waardoor er in 2011 een nieuwe huisvestingswet is. Als gevolg daarvan is de gemeente verplicht beleid in de vorm van een ‘Huisvestingsverordening’ vast te stellen. De huisvestingsverordening is de doorvertaling van de Huisvestingswet in het gemeentelijke beleid en omvat regels omtrent de verdeling, splitsing en omzetting van woonruimte. Hierbij moet gedacht worden aan het aanhouden van een wachtlijst voor woningzoekenden of bijvoorbeeld lotingsvoorwaarden voor de verkoop van vrije kavels. De bedoeling is om deze verordening in de LHA-samenwerking op te pakken.
Programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Hoofdkenmerken In dit programma worden de inkomsten en uitgaven van de gemeente, die niet direct aan een programma zijn toe te rekenen, toegelicht. Het gaat hierbij om belastingen, de Algemene uitkering uit het gemeentefonds, werken voor derden en onvoorziene uitgaven. Het betreft met name de onroerende-zaakbelastingen en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Deze middelen hebben geen vastgesteld bestedingsdoel. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing en de rioolrechten zijn opgenomen in het programma milieu. De leges worden op de betreffende programma’s verantwoord. Producten opgenomen onder programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien geldleningen en financieringen; deelnemingen; beleggingen; algemene uitkering gemeentefonds; uitvoering WOZ; opbrengsten OZB; mutaties in reserves.
Hierna zijn de projecten en activiteiten afzonderlijk vermeld die nog op de planning staan en nog niet of slechts beperkt in uitvoering zijn.
Speerpunten
Algemene uitkering
Financiële consequenties* 2011 2012 2013 5.700
120.600
242.200
2014 397.700
*boven niveau begroting 2010
Algemene loonkostenontwikkeling Op 15 mei 2010 hebben het college van Arbeidszaken van de VNG en de vakbonden een principe akkoord gesloten over de CAO van de gemeente ambtenaren. Partijen leggen het akkoord met een positief advies voor aan hun leden. Op basis van het principe akkoord gaan wij uit voor 2011 uit van een loonstijging van 2 %. Daarnaast houden wij rekening met een jaarlijkse verhoging van 0,8 % voor incidentele ontwikkelingen binnen de organisatie. Deze stijging van 2,8 % betekent een verhoging van de salariskosten van € 100.000. Voor de jaren 2012-2014 wordt de loonkostenontwikkeling op 0 % gesteld. Voor prijsontwikkelingen stellen wij voor 2011 een nullijn voor.
Speerpunt
: Algemene uitkering
Betreft: B. taak die voortvloeit uit rijksbeleid en/of het bestuursakkoord.
Mogelijkheden tot beïnvloeden: Omschrijving: Algemeen Voor de bepaling van de Algemene uitkering zijn een aantal varianten uitgewerkt. Wij hebben voor de kadernota geopteerd voor de eerste variant en daarmee het advies van de VNG om te kiezen voor de nullijn overgenomen. Deze variant is op dit moment de meest logische keuze. Variant 1: advies VNG nullijn gemeentefonds na 2011 Het VNG Expertisecentrum Gemeentefinanciën heeft op 7 juni 2010 een reactie gegeven op de vraag: waarmee moeten gemeenten rekening houden bij het opstellen van de begroting van 2011 en de meerjarenbegroting? In een presentatie op het VNG Jaarcongres zijn de (mogelijke) ontwikkelingen op een rij gezet. De VNG gaat voorlopig uit van de nullijn voor het gemeentefonds na 2011. De (internationale) economie en de keuzes van het nieuwe kabinet zullen de exacte ontwikkeling van de gemeentefinanciën de komende jaren bepalen. Het beeld voor 2011 is sober maar helder, daarna zijn de inkomsten vanuit het rijk zeer onzeker. Van alles is mogelijk: van ad hoc-ingrepen in het gemeentefonds en specifieke uitkeringen, tot decentralisatie van taken met kortingen en herverdeeleffecten. Ook of en hoe het gemeentefonds weer wordt gekoppeld aan de rijksuitgaven (normeringsmethodiek: gelijk de trap op, gelijk de trap af) is nog onzeker. Het VNG Expertisecentrum Gemeentefinanciën adviseert gemeenten voorlopig om tot en met 2015 uit te gaan van de nominale nullijn voor het gemeentefonds. Bij een loon- en prijsontwikkeling van 2% per jaar en nominaal gelijkblijvende inkomsten is het effect op de totale omvang van het gemeentefonds € 320 miljoen per jaar. Door areaaluitbreiding komt daar per jaar nog eens circa € 80 miljoen bij. Alleen al voor loon- en prijsstijgingen betekent dit voor alle gemeenten tot en met 2015 een bedrag van bijna € 1.3 miljard. Indien de loon- en prijsstijgingen voor de komende 4 jaar worden doorgerekend en ook de inflatiecorrectie op de OZB opbrengsten wordt toegepast, geeft dit ten opzichte van de in de begroting 2010 opgenomen ramingen, het volgende beeld.
Variant 1: VNG nullijn algem ene uitkering
M JB 2010-2013 Aalburg
2011 2012 2013 2014 9.465.800 9.441.200 9.407.300 9.407.300
Algem ene uitkering (junicirc.)
9.585.600 9.585.600 9.585.600 9.585.600
Saldo
119.800
144.400
178.300
178.300
Specifieke uitkering W MO
-56.000
-56.000
-56.000
-56.000
0
-25.000
-66.000
-107.000
-150.000
-300.000
-450.000
-600.000
35.500
71.000
106.500
142.000
-50.700
-165.600
-287.200
-442.700
Stelpost AU M JB 2010-2013 Aalburg
45.000
45.000
45.000
45.000
Financieel effect na inzet stelpost
-5.700
-120.600
-242.200
-397.700
Afnam e decentralisatie- en integratie uitkeringen Prijs- en looninflatie 2 % Hogere OZB opbrengst door inflatiecorrectie Financieel effect
Variant 2: rapporten brede heroverwegingen Op 1 april 2010 zijn de rapporten ‘brede heroverwegingen’ aan de Tweede Kamer aangeboden. Op 20 beleidsterreinen zijn beleidsvarianten met besparingmogelijkheden geïnventariseerd om politieke keuzes voor te bereiden over toekomstige bezuinigingen. Voor de ontwikkeling van het gemeentefonds is het rapport van de werkgroep openbaar bestuur van belang. De werkgroep openbaar bestuur stelt een volumekorting voor van € 1.7 miljard, ofwel ongeveer 10% van de huidige omvang van het gemeentefonds. Op 9 april 2010 heeft de VNG een reactie gepubliceerd op dit voorstel. De VNG wijst de voorgestelde volumekorting af en steekt uiteindelijk in op handhaving van de zogenaamde normeringsmethodiek, ook wel bekend als 'samen de trap op en samen de trap af ’. Die methodiek is tijdelijk tot en met 2011 buiten werking gesteld. Het herleven van die methodiek werkt volgens de VNG veel gunstiger uit dan de voorgestelde volumekorting. Bij handhaving van de nomeringsmethodiek blijft de korting in die jaren dan beperkt tot € 0,5 miljard. Er zijn bij deze variant een aantal opties mogelijk. Indien de verschillende mogelijkheden (optie 1; 10 % korting op gemeentefonds in 2012-2015; optie 2: 10 % korting op gemeentefonds in 2012-2018 en optie 3: korting € 0.5 mld op gemeentefonds in 2012-2015) voor de gemeente Aalburg worden doorgerekend, geeft dit het volgende beeld.
Variant 2: 10 % daling algem ene uitkering
optie 1: Korting 10 % algem ene uitkering (bedrag in 2011 € 9.585.600 junicirc.2010) optie 2: Korting 10 % algem ene uitkering uitsm eren over twee kabinetsperioden optie 3: Herstel in 2012 van de norm eringssystem atiek korting € 0.5 m ld op gem eentefonds
2011
2012
2013
2014
164.800
-50.600
-256.700
-496.700
164.800
69.400
-16.700
-136.700
164.800
-100.600
-66.700
-66.700
Bij optie 2 wordt aangegeven dat de bezuiniging op het gemeentefonds over een langere periode wordt uitgesmeerd zodat de gemeenten meer tijd krijgen om de maatschappelijke gevolgen op een zorgvuldige manier op te vangen. De maximale bezuiniging van 10 % (€ 960.000) wordt in dit geval in 2018 bereikt. Variant 3: doorrekening junicirculaire 2010 Op 9 juni 2010 is de junicirculaire 2010 gepubliceerd. Deze circulaire geeft een beeld voor 2010 en 2011. Voor de accresontwikkeling van 2012 en volgende jaren is er geen nieuwe informatie bekend. In de meerjarenbegroting 2010-2013 zijn wij voor 2011 en later uitgegaan van een constante algemene uitkering. Indien de algemene uitkering wordt doorgerekend voor 2012 tot en met 2014 en de bestaande systematiek wordt e toegepast (1 jaar van de meerjarenbegroting in lopende prijzen en andere drie jaren in constante prijzen) geeft dit het volgende beeld.
Uitkeringsfactor sept. 2009 Uitkeringsfactor juni 2010
2011 1.525 1.530
2012 1.525 1.494
2013 1.525 1.462
2014 1.525 1.436
MJB 2010-2013 Aalburg
9.466.000 9.441.000 9.407.000 9.407.000
Aalburg junicirculaire 2010
9.586.000 9.382.000 9.076.000 8.864.000
Financieel effect
120.000
-59.000
-331.000
-543.000
Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010: 2011 2012 2013 2014
€ 9.466.000 € 9.441.000 € 9.407.000 € 9.407.000
Geraamde kosten project/activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): Samenvattend ontstaan bij de keuze voor variant 1 voor de komende jaren de volgende nadelige effecten: 2011 € 5.700 2012 € 12.600 2013 € 242.200 2014 € 397.700
Paragraaf Bedrijfsvoering Hoofdkenmerken De gemeente moet voor de burgers een betrouwbare partner zijn met transparante uitgangspunten en procedures. De bedrijfsvoering heeft als reikwijdte de gemeentelijke organisatie. De inwoners mogen van de gemeente verwachten dat de gelden rechtmatig, doelmatig en doeltreffend besteed worden. Eerder was er sprake van een grote hoeveelheid aan informatie over zowel het bestuur als de organisatie die veelal dubbel werd vermeld. Nu is een meer consequente verdeling aangebracht. Informatie met betrekking tot het bestuur en bestuurlijke ontwikkelingen is opgenomen onder het programma Bestuur en ten aanzien van de organisatie onder deze paragraaf Bedrijfsvoering.
Speerpunten
Veilig werken op hoogte *boven niveau begroting 2010
Financiële consequenties* 2011 2012 2013 35.000
0
0
2014 0
Speerpunt
: veilig werken op hoogte
Betreft: * B. nieuwe taken die voortvloeien uit rijksbeleid of bestuursakkoord
Mogelijkheid tot beïnvloeden:* Ja, doch ingeval er voor wordt gekozen geen veiligheidsvoorzieningen aan te brengen, dan mogen werknemers in eigen dienst het dak niet meer betreden. Alle werkzaamheden (inclusief inspectie) dienen dan uitbesteed te worden aan derden. Nee, is een verplichting vanuit de Arbo Omschrijving: Een grote categorie ongevallen in de bouwnijverheid wordt gevormd door het vallen. Het werken op hoogte wordt als risicovol gezien. Helaas wennen we aan het risico waardoor de aandacht op dit punt kan verslappen. Een werkplek moet worden beveiligd indien de valhoogte groter is dan 2,5 m1. Juist omdat ongevallen van hoogte vaak een fatale afloop hebben, is het belangrijk aan werken op hoogte aandacht wordt besteed. De Arbowet stelt dat valgevaar moet worden voorkomen. Om te komen tot een afweging van welke voorzieningen minimaal noodzakelijk zijn wordt door Aboma Keboma een RI (risico inventarisatie) op een drietal representatieve gebouwen uitgevoerd. Op basis van deze RI’s wordt bekeken welk overig gemeentelijk vastgoed voorzien moeten worden van veiligheidsvoorzieningen. In 2010 is er een bedrag van € 5.000 beschikbaar gesteld voor het opstellen van een rapportage van de risico-inventarisatie. Met het opstellen van een rapportage wordt eerdaags mee aangevangen. Nadat de voorzieningen in beeld zijn dienen deze uitgevoerd/aangebracht te worden. Het betreft de volgende gebouwen: • sportzalen (3 st) • onderwijsgebouwen (7 st) (nog uitzoeken wie verantwoordelijk is voor deze kosten: bevoegd gezag of gemeente, nader overleg met Daniëlle van Elst) • gemeentehuis (1 st) • aalburgloket (1 st) • brandweerkazerne (1 st) • jongerencentrum (1 st)
Raming opgenomen jaarschijf 2011 in begroting 2010: -Geraamde kosten project/ activiteit begroting 2011 (boven niveau begroting 2010): De kosten voor het project zijn als volgt opgebouwd: 1. opstellen RI (risico inventarisatie) door Aboma Keboma voor drie representatieve objecten € 5.000,00 exclusief BTW; In 2010 is hiervoor reeds een bedrag opgenomen. Let wel: dit betreft exclusief de scholen. 2. bepalen veiligheidsvoorzieningen die voortvloeien uit de rapportage, kosten p.m. 3. gemeentelijk vastgoed voorzien van veiligheidvoorzieningen. De kosten voor het gemeentehuis en AalburgLoket zijn geraamd op € 7.000 per gebouw. Deze kosten zijn opgenomen in de beheersbegroting 2010. Voor de overige gebouwen is de verwachting dat deze kosten ook op circa € 7.000 per gebouw geraamd worden. 4. Instructie werknemers inzake veiligheidsvoorzieningen, kosten p.m. 5. jaarlijks keuren veiligheidsvoorzieningen, kosten p.m. 6. onderhoudskosten veiligheidsystemen, kosten p.m. Totaal kosten 2011, incidenteel € 35.000,00
Niet opgenomen projecten Algemeen Hieronder treft u een kort overzicht aan van de onderwerpen die wij gezien de huidige economische omstandigheden op dit moment niet in uitvoering willen nemen. Alleen dan waneer er sprake is van 100% financiering van derden willen wij tot aanpak en uitvoering overgaan. Struinpad Hillsestraat – de Lange Bruggert Er zijn plannen om een struinpad aan te leggen tussen de Hillsestraat en de Lange Bruggert. Dit pad moet langs de westzijde van het kanaal komen met een oversteek ter hoogte van de Lange Bruggert. Om het kanaal over te steken past het in de trend van een struinpad om dit te doen met een trekpont. Het is nog niet bekend wie tezijnertijd. het pad aanlegt, mogelijk dat dit voor rekening van het Waterschap komt en dat wij de kosten van de trekpont voor onze rekening nemen. Raming € 20.000. Revitalisering Wijkse Bol en uitbreiding Trident De Wijkse Zeilvereniging Trident en de gemeente willen de jachthaven en omgeving, inclusief de loswal, uitbreiden, verbeteren, verfraaien en veelzijdiger maken. Aanleg passantenhaven Drongelen Bij Drongelen ligt een havenkom met loswal die geschikt kan worden gemaakt voor gebruik door toervaarders. Capaciteit 5 tot 6 boten die eventueel dubbel kunnen liggen. We hebben de aanleg van een passantenhaven in Drongelen ingebracht in het project Brabant aan Zee. In dit project werken West-Brabantse gemeenten samen om waterrecreatie te bevorderen, wat een doelstelling is in de Strategisch Agenda. De kosten voor het project zijn worden geraamd op € 150.000. Versterking functie uiterwaarden Afgedamde Maas De uiterwaarden kunnen nog aantrekkelijker en beter toegankelijk worden gemaakt om te wandelen. Om het gebied beter te ontsluiten denken we aan: aanleg/verbetering van paden, bankjes plaatsen, bewegwijzering aanbrengen, promotie, et cetera. Verbetering van de natuurfunctie en behoud van de landbouwfunctie zijn randvoorwaarden. Brabants Landschap heeft samen met ons en in overleg met de grondeigenaren een plan gemaakt, inhoudende een recreatief wensbeeld en projecten voor de uiterwaarden, met kostenraming. De kosten van de projecten die op korte termijn uitvoerbaar zijn, worden geraamd op € 61.900. De jaarlijkse beheerkosten bedragen € 8.700. Waarschijnlijk is cofinanciering vanuit bijvoorbeeld de provincie Noord-Brabant mogelijk. Hierbij wordt gestreefd naar een percentage van 50%. Het onderhoud van de graspaden op het Wijkerzand wordt gefinancierd via het Groen Blauw Stimuleringskader. Restauratie historische brugmuren Op enkele locaties houdt de gemeente oude brugmuren in stand. Deze locaties betreffen situaties ter plaatse van vroegere en bestaande bruggen en/of duikers. In historisch opzicht is het goed deze in goede staat van onderhoud te hebben. Esthetisch geeft dat een fraai beeld. De versterking in het straatbeeld geeft verder ook ondersteuning aan de verkeers- en woonbeleving. Ondermeer komen hiervoor in aanmerking de brugmuren in Genderen aan de Rondedans/Kerkstraat, de muren van de brug aan de Hoofdstraat/Buitenstraat, Hoofdstraat/Genderensedijk, Doeverensestraat/Tol, aan de Tol, Grote Kerkstraat, Oude Weidesteeg e.d. De totale kosten van de restauraties worden geraamd op en bedrag ad. € 27.500.
energielabel overheidsgebouwen Energielabel verplicht bij verkoop of verhuur Voor de volgende categorieën utiliteitsgebouwen is een energielabel verplicht bij verkoop of verhuur: • bijeenkomstgebouwen • gezondheidszorggebouwen • horecagebouwen • kantoorgebouwen • onderwijsgebouwen • sportgebouwen • winkels De onderwijsgebouwen (basisonderwijs) zijn in eigendom van onze gemeente. Hiervan hebben we geen inkomstenderving. De gebouwen worden niet verhuurd, maar worden ter beschikking gesteld aan de basisscholen. De sportgebouwen (gymzalen) worden ter beschikking gesteld aan de scholen, dus ook hier geen inkomstenwerving. Alleen buiten de schooluren worden de gymzalen verhuurd aan sportverenigingen en derden.
Permanente labelplicht In gebouwen groter dan 1000 m2 waarin overheidsdiensten of overheidsinstellingen zijn gehuisvest, en die voor het publiek toegankelijk zijn, dient permanent een energielabel aanwezig te zijn. Dit label mag maximaal 10 jaar oud zijn. Onder een overheidsdienst of overheidsinstelling worden zowel onderdelen van de centrale overheid als van medeoverheden begrepen. Het gaat om dienstverlening door overheden, zoals ministeries, provincies, gemeenten, rechtbanken en waterschappen, in welke vorm dan ook. Het gaat dus niet alleen om gebouwen waarin bijvoorbeeld de balie van een stadsdeelkantoor is gevestigd, maar bijvoorbeeld ook om gebouwen waarin een gemeentelijke sportaccommodatie is gevestigd. De gemeente Aalburg heeft twee publiektoegankelijke gebouwen welke onder deze wet vallen. Het betreft het gemeentehuis en Aalburgloket. Hiervoor zijn in 2010 middelen in de beheersbegroting opgenomen (conform NIBAG-rapport).
Voorstel Tijdens een bezuinigingsronde in het kader van de kadernota 2010 zijn de voorgestelde middelen voor de overige gebouwen niet opgenomen. Het college heeft later in het jaar aangegeven dat dit wel een wens zou zijn, dit in het kader van een voorbeeldfunctie van de overheid. Daarom worden de kosten van de overige gebouwen opnieuw opgevoerd. Het betreffen alle bij de gemeente in eigendom zijnde gebouwen: • sportzalen (3 st) • onderwijsgebouwen (7 st) • gemeentewerf (1 st) • brandweerkazerne (1 st) • jongerencentrum (1 st) De kosten worden geraamd op € 1.166 excl.btw per gebouw, totaal € 15.200
Recapitulatie budgettaire ontwikkelingen kadernota 2011 ingedeeld naar programma's Nr.
Omschrijving
Investering Mutatie reserves/ bijdragen
Beginsaldo begroting 2010
Exploitatiebudgetten 2011 2012
2013
2014
168.000
110.000
100.000
100.000
25.000 0
25.000 0
25.000 pm
0 0
0 0
0 0
0 pm , 0 0
6.300
6.300
6.300
6.300
0
0
0
0
0 1.400 0 120.300
0 1.400 0 120.300
0 1.400 0 120.300
0 1.400 0 120.300
pm 0
pm 0
pm 0
pm 0
35.000
35.000
35.000
0
4.600
4.600
4.600
4.600
0 0 15.000 25.000 0
0 0 0 50.000 0
0 0 0 50.000 0
0 0 0 50.000 0
0 pm 8.000 pm 0 4.900
0 pm 0 pm 0 4.900
0 pm 0 pm 0 4.900
107.500 pm 0 pm 0 4.900
Going concern taken (met ontwikkelingen) Sport Bestuursopdracht cultuur Vormings- en ontwikkelingswerk Onderhoud kerktorens
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Programma Werk en inkomen Speerpunten Going concern taken (met ontwikkelingen) Wet werk en bijstand en Wet Investeren in Jongeren Armoedebeleid en Wet op de Schuldhulpverlening Wet Inburgering Wet Sociale Werkvoorziening
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Programma Bestuur Speerpunten Niet vrijblijvende samenwerking LvHA Bestuurlijke regionale samenwerking Going concern taken (met ontwikkelingen) Deregulering EGEM-i Programma Veiligheid Speerpunten Veiligheidshuis Going concern taken (met ontwikkelingen) Openbare orde en veiligheid Programma Verkeer en openbare ruimte Speerpunten Reconstructie van wegen Wegdektemperatuursensor gladheidbestr. (investering) Begravingen aanschaf karren Groenbeleidsplan (chemischvrije onkruidbestrijding) Going concern taken (met ontwikkelingen) Openbare verlichting Quick scan begraafplaatsen
27.000 25.000
Programma Lokale economie Speerpunten Uitvoering beleid EZ (extra formatie) Going concern taken (met ontwikkelingen) Programma Onderwijs Speerpunten Aanpassing brandmeld- en ontruimingsinstallaties (afschrijving 10 jaar/ 5% op basis van annuïteiten)) Going concern taken (met ontwikkelingen) Huisvestingsprogramma scholen 2011 Leerplicht Leerlingenvervoer, kosten aanbesteding Leerlingenvervoer (handhaving budget niveau 2010) Volwasseneducatie
36.900
Programma Cultuur, recreatie en sport Speerpunten Zwemvoorziening Uitvoeren recreatieve visie Aanleg wandelknooppuntensysteem Nota cultureel erfgoed Restauratie korenmolens te Veen en Wijk en Aalburg Instandhoudingssubsidie molenstichting
- 99 -
Programma Welzijn en zorg Speerpunten Lokaal educatieve agenda Dorpsontwikkelingsplannen Jeugdbeleid Centrum voor Jeugd en Gezin (scenario 1a), bezuiniging Going concern taken (met ontwikkelingen) Gehandicaptenzorg (Wet maatschappelijke ondersteuning) WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) GR OGZ/ GGD Jeugdgezondheidszorg algemeen
0 0 0 -19.400
0 0 0 -19.400
0 0 0 -19.400
0 0 0 -19.400
0 pm pm 0
0 pm pm 0
0 pm pm 0
0 pm pm 0
0 7.500 7.500 pm 40.000
0 0 0 pm 40.000
0 0 0 pm 40.000
0 0 0 pm 40.000
103.000
0
0
0
0
50.000
20.000 12.500
20.000 12.500
20.000 12.500
20.000 12.500
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
100.000 5.700
100.000 120.600
100.000 242.200
100.000 397.700
35.000
0
0
0
622.300
631.200
742.800
945.800
Programma Milieu Speerpunten Gratis groen Opstellen bodembeheersnota Aanvullende voorschriften AMvB Duurzaamheidsdoelstellingen Handhaving Bedrijventerreinen Going concern taken (met ontwikkelingen) Milieuparkjes
Programma Bouwen en ruimte Speerpunten Handhaving constateringen uit de BAG Investering randapparatuur door invoering Wabo Going concern taken (met ontwikkelingen) Grondexploitatie Plassengebied Veen Zuidrand Eethen Woonvisie en prestatieafspraken Prestatieafspraken Huisvestingsverordening Programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Algemene loonkostenontwikkeling Algemene uitkering Paragraaf Bedrijfsvoering Speerpunten Veilig werken op hoogte Going concern taken (met ontwikkelingen) -
Reservemutaties: -
Totaal tekorten