Inkoopboek nieuwe Wmo-taken en Jeugdzorg

Inkoopboek nieuwe Wmo-taken en Jeugdzorg Inkoopboek voor zorgaanbieders en dienstverleners die diensten leveren (of voornemens zijn diensten te gaan leveren) in de gemeenten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren

Versie 2: 30 juni 2015

Praktische afspraken voor een goede samenwerking In Peel 6.1 werken de zes Peelgemeenten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren in één regio samen. Zo ontstaat een krachtige samenwerking die de kwaliteit van de dienstverlening aan klanten waarborgt. In juli 2014 is Peel 6.1 gestart, een samenwerking tussen de Peelgemeenten. Hieronder valt een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie voor de verstrekking van individuele voorzieningen binnen de Wmo, Jeugdzorg, Minimabeleid en Schulddienstverlening. Dit handboek is bestemd voor zorgaanbieders en dienstverleners die diensten leveren (of het voornemen hebben om diensten te leveren) aan inwoners uit de Peelgemeenten. Dit handboek gaat zowel over verlening van diensten in de vorm van zorg in natura als in de vorm van persoonsgebonden budgetten. Dit inkoopboek heeft betrekking op Jeugdzorg en de zogenaamde nieuwe taken Wmo, te weten: begeleiding, beschermd wonen en kortdurend verblijf. In dit boek zijn praktische afspraken verzameld die van belang zijn voor het goed verlopen van de samenwerking tussen de zes Peelgemeenten en aanbieders van zorg in natura en pgbdienstverlener. Het doel van dit handboek is om aanbieders en dienstverleners zo goed mogelijk te informeren over het inkooptraject en de werkwijze met betrekking tot leveren van zorg en facturering. Onderhoud inkoopboek Het inkoopboek wordt beheerd en onderhouden door Peel 6.1 Zorg en Ondersteuning. Het is de taak van Peel 6.1 om te zorgen dat het boek actueel blijft. Telkens na een wijziging zal de gewijzigde versie (met datumvermelding) via de website www.peel6-1.nl beschikbaar worden gesteld. Dit inkoopboek heeft dus een dynamisch karakter. Aanpassing vindt plaats indien nodig / gewenst. De laatste versie van het inkoopboek is de geldende versie. Van u als gebruiker krijgen wij graag input ter verbetering en completering. Alleen op die manier verkrijgt en behoudt het inkoopboek praktische waarde. Opmerkingen over dit inkoopboek en suggesties voor verbetering kunt u mailen naar [email protected]. Disclaimer Dit inkoopboek is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld, maar aan de inhoud van dit inkoopboek kunnen geen rechten worden ontleend. De Peelgemeenten aanvaarden derhalve geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele onvolledigheid of onjuistheden in de tekst of mogelijke nadelige gevolgen daarvan.

Inkoopboek Peelgemeenten, 30 juni 2015

Pagina 2

Inhoud inkoopboek Deel 1 – Zorginkoop

pagina 4

De Peelgemeenten hebben afspraken gemaakt met zorgaanbieders over de aard, de omvang, de prijs en de kwaliteit van de te leveren zorg. Die afspraken zijn vastgelegd in overeenkomsten. De overeenkomsten zijn tot stand gekomen in overleg met aanbieders. Dit past binnen het traject van bestuurlijk aanbesteden. 1. Bestuurlijke aanbesteding 2. Overeenkomsten 3. Overeenkomst sluiten 4. Overgangsrecht Deel 2 - Zorg leveren

pagina 17

1. Wmo: toegangsproces en opdrachtverstrekking 2. Mutatie opdrachtverstrekking Wmo 3. Jeugdhulp: aanvang ondersteuning en berichtenverkeer 4. Mutatie opdrachtverstrekking Jeugdzorg 5. Kwalititeitseisen Wmo 6. Guido (Wmo) 7. Eigen bijdrage Wmo (zorggegevens aanleveren bij CAK) 8. Calamiteiten en geweldsincidenten Deel 3 - Zorg declareren

pagina 32

1. Indienen factuur Wmo-voorzieningen 2. Indienen factuur jeugdhulp Deel 4 - Persoonsgebonden budgetten

pagina 36

Contact

pagina 42

Bijlagen en formulieren Alle bijlagen en formulieren bij dit inkoopboek vindt u op de website van Peel 6.1 onder het kopje aanbieders: http://www.peel6-1.nl/peel/aanbieders.


Pagina 3

Deel 1 - Zorginkoop 1.

Bestuurlijke aanbesteding

De Peelgemeenten hebben gekozen voor ‘bestuurlijk aanbesteden’. Bestuurlijk aanbesteden is een inkoopmethodiek waarbij de traditionele verhouding tussen een inkoper (overheid) en leverancier (aanbieder) is losgelaten. Het belangrijkste kenmerk van bestuurlijk aanbesteden is overleg tussen de Peelgemeenten en aanbieders. Voor de inkoop van nieuwe taken per 1 januari 2015 hebben de Peelgemeenten de volgende keuze gemaakt:  Een deel van de jeugdzorg wordt gecontracteerd via gemeente Eindhoven (verblijf). Meer informatie hierover is te vinden op www.21voordejeugd.nl. Voor vragen kunt u contact opnemen met [email protected].  Voor de overige jeugdzorg-taken en voor alle nieuwe Wmo-taken is gekozen voor het proces van bestuurlijk aanbesteden. Bizob (Bureau Inkoop en Aanbestedingen Zuidoost- Brabant) ondersteunt de Peelgemeenten in het inkoop- en aanbestedings traject.

Overleg Bestuurlijk aanbesteden wordt gekenmerkt door overleg. Partijen (gemeenten en aanbieders) gaan met elkaar in gesprek en vanuit overleg komt een contract tot stand. Binnen het proces van bestuurlijk aanbesteden in de Peel bestaan voor de contracten jeugdzorg, begeleiding, beschermd wonen en kortdurend verblijf twee overlegstructuren (overlegtafels) tussen de Peelgemeenten en aanbieders: 1. Fysieke overlegtafel (FOT) Hierin zitten vertegenwoordigers van diverse partijen met elkaar aan tafel zitten. 2. Virtuele overlegtafel De virtuele overlegtafel biedt iedereen die niet aan de fysieke overlegtafel zit de mogelijkheid om zijn/haar inbreng digitaal te leveren. Fysieke overlegtafel Ongeveer 20 zorgen welzijnspartijen in de Peelgemeenten zitten aan de fysieke overlegtafel. Er is een aparte tafel voor Jeugd en een aparte tafel voor Wmo. Overige partijen kunnen deelnemen aan de virtuele overlegtafel. De deelnemers aan de fysieke overlegtafel zijn geselecteerd op basis van objectieve selectiecriteria die door de colleges van burgemeester en wethouders zijn vastgesteld. Binnen de fysieke overlegtafels zijn werkgroepen geformeerd. Het aantal werkgroepen kan variëren evenals de samenstelling hiervan. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat medewerkers van de Peelgemeenten en aanbieders die vanuit de inhoud de meest directe betrokkenheid hebben deelnemen. Indien gewenst aangevuld met anderen, bijvoorbeeld leden van Wmo-raden. De overlegstructuur wordt gekenmerkt door transparantie. Van de fysieke overlegtafel-bijeenkomsten en werkgroepbijeenkomsten worden verslagen of afsprakenlijsten gemaakt. Deze worden gepubliceerd op de website van Peel 6.1: www.peel6-1.nl. De fysieke overlegtafelbijeenkomsten en de bijeenkomsten van de werkgroepen zijn niet openbaar. Inkoopboek Peelgemeenten, 30 juni 2015

Pagina 4

Virtuele overlegtafel Naast de fysieke overlegtafel is er een virtuele overlegtafel. Via de virtuele overlegtafel kunnen aanbieders:  een vraag stellen of een opmerking plaatsen;  een idee/voorstel indienen; en/of  een reactie geven op een deelovereenkomst of de ontwikkelagenda. Daarvoor kunt u een mail sturen naar [email protected] of [email protected]. Bizob beantwoordt de vraag zo snel mogelijk. Een idee/voorstel relevant voor alle aanbieders wordt geagendeerd voor de fysieke overlegtafel. Basisovereenkomst Om deel te kunnen nemen aan de fysieke en virtuele overlegtafel moet een aanbieder de basisovereenkomst tekenen. In deze basisovereenkomst zijn de spelregels met betrekking tot dit bestuurlijk aanbestedingsproces opgenomen. Twee andere belangrijke kenmerken van bestuurlijk aanbesteden zijn:

Flexibiliteit De afspraken zoals die vast zijn gelegd in een overeenkomst kunnen aangepast worden gedurende de looptijd van het contract. Deze flexibiliteit is nodig omdat zowel de Wmo-taken als de jeugdzorgtaken nieuw zijn. De materie is complex en vele zaken zijn nog vol in ontwikkeling. De procedure inzake wijziging van een overeenkomst ligt vast in de basisovereenkomst.

Nieuwe aanbieders De overeenkomsten staan open voor alle partijen die onder de daarin genoemde voorwaarden de betreffende ondersteuning kunnen leveren. Dit betekent, ten opzichte van het klassieke Europese aanbesteden, dat er veel meer aanbieders – ook op een later moment dan de ingangsdatum van de contracten - gecontracteerd (kunnen) worden. Dit komt de keuzevrijheid van burgers ten goede. Onder een aanbieder verstaan we: een entiteit die zorg, maatschappelijke en/of aanpalende dienstverlening aanbiedt aan inwoners van de Gemeente. Dit kan ook een combinatie zijn van meerdere aanbieders die zich presenteren als een juridische entiteit. Overigens staat het aanbieders vrij om – zonder voorafgaande toestemming van de gemeente -, derden (onderaannemers) in te schakelen bij de uitvoering van een opdracht.


Pagina 5

2.

Overeenkomsten

Welke overeenkomsten zijn er? De Peelgemeenten hebben de volgende overeenkomsten opgesteld:  Basisovereenkomst Sociaal Domein Wet maatschappelijke ondersteuning;  Deelovereenkomst Wmo, Maatwerkvoorziening Begeleiding;  Deelovereenkomst Wmo, Maatwerkvoorziening Beschermd Wonen;  Deelovereenkomst Wmo, Maatwerkvoorziening Kortdurend Verblijf;  Basisovereenkomst Jeugdzorg;  Deelovereenkomst Jeugdzorg, Specialistische ondersteuning; en  Deelovereenkomst Jeugdzorg, Jeugd en gezinswerk Basisovereenkomsten De basisovereenkomst betreft een relationele overeenkomst. Deze overeenkomst geeft regels voor de samenwerking tussen de Peelgemeenten en aanbieders van diensten. De overeenkomst gaat over communicatie-, overleg- en besluitvormingsstructuren, toe- en uittredingsbepalingen en sancties. De basisovereenkomst gaat niet over de levering van diensten. Daar gaan de deelovereenkomsten over. Om deel te kunnen nemen aan één of meerdere deelovereenkomsten dient een aanbieder de basisovereenkomst getekend te hebben. Deelovereenkomsten De deelovereenkomsten gaan over de levering van diensten. In de deelovereenkomsten staat kort gezegd vermeld wat de inhoud, de voorwaarden en de tarieven zijn voor het uitvoeren van de betreffende vorm van ondersteuning. De overeenkomsten staan open voor alle aanbieders die onder de daarin genoemde voorwaarden hun diensten kunnen leveren. Partijen, die aan de voorwaarden voldoen, kunnen op ieder tijdstip instappen.

Inhoud overeenkomsten en bijlagen De drie deelovereenkomsten Wmo nieuwe taken hebben een gelijke opbouw, maar ook met de deelovereenkomsten Jeugdzorg is veel gelijkenis. De overeenkomsten zelf hebben een beperkte omvang en bevatten algemene artikelen zoals toepassing van algemene voorwaarden, de duur van de overeenkomst, opzegging en ontbinding van de overeenkomst … De deelovereenkomsten dienen door de aanbieder te worden uitgevoerd met inachtneming van landelijke en lokale wetgeving. Het is de verantwoordelijkheid van de aanbieder zelf om kennis te dragen van toepasselijke wetgeving. Overeenkomsten Jeugdzorg Voor jeugd zijn er voor alle zes de Peelgemeenten gelijke kaders aan de orde, en dat zijn: 

de Jeugdwet



de verordening jeugdhulp 2015 Peelgemeenten


Pagina 6



de nadere regels jeugdhulp 2015 Peelgemeenten.

Op www.peel6-1.nl (onder het kopje jeugdhulp) kunt u de uitgangspunten voor jeugdhulp teruglezen. Peel 6.1 heeft voor het jaar 2015 de ambulante jeugdzorg voor een deel laten inkopen door de gemeente Eindhoven (deel dat viel onder de Zorgverzekeringswet) en zij heeft zelf twee deelovereenkomsten opgesteld: de overeenkomst specialistische ondersteuning en de overeenkomst jeugd en gezinswerk. Deze laatste twee overeenkomsten zijn flexibel en dat betekent dat aanbieders op elk moment dat zij dat willen kunnen tekenen. Deelovereenkomst specialistische ondersteuning De dienstverlening die hierin beschreven staat, betreft de jeugdzorg die voorheen viel onder de AWBZ en de provinciale jeugdzorg. De gangbare zorgvormen (NZA-codes en de provinciale vormen hebben P-codes gekregen) staan hier met vastgestelde tarieven opgenomen. Het betreft 0-urencontracten waarbij prijs/kwaliteitsafspraken zijn gemaakt. Deelovereenkomst Jeugd en gezinswerk De jeugd- en gezinswerkers is de Peelregionale vorm van de generalist die volgens de Wrap around Care methode ondersteuning biedt aan multiproblemgezinnen. Het betreft zware en complexe problematiek waarbij intensieve inzet nodig is om de regie in het gezin te herstellen. Voor jeugd- en gezinswerkers geldt een trajectfinanciering. De toedeling en het beëindigen van casussen vindt plaats via onafhankelijk aansturing die tevens coacht op het toepassen van de WAC-methode. Ambulante jeugdzorg via de gemeente Eindhoven De ambulante jeugdhulp die viel onder de zorgverzekeringswet is door Eindhoven aanbesteed en er is op dit moment geen mogelijkheid meer om hierop in te tekenen. Meer informatie over deze inkoop is te vinden op www.21voordejeugd.nl. Overeenkomsten nieuwe Wmo-taken Het landelijk kader betreft de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Voor wat betreft relevante lokale wetgeving gaat het om de Verordening Maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Nadere regels Maatschappelijke ondersteuning 2015. De zes Peelgemeenten hebben ieder afzonderlijk hun eigen set van verordening en nadere regels. De verordeningen van de zes afzonderlijke Peelgemeenten zijn qua inhoud volledig gelijk. Voor wat betreft de Nadere regels is er tussen de zes Peelgemeenten een tweetal verschillen. De verschillen hebben evenwel betrekking op een thema (woningaanpassing: artikelen 2.2 en 4.3 van de nadere regels) dat niet relevant is voor aanbieders van nieuwe Wmo-taken. Bijlagen overeenkomsten Wmo Bij de deelovereenkomsten horen zes bijlagen die integraal onderdeel uitmaken van de overeenkomst en hierna nader worden belicht. Deze bijlagen gaan over de volgende zaken: 1. Dienstverleners, resultaat en activiteiten 2. Toegang Maatwerkvoorziening


Pagina 7

3. Tarieven 4. Ontwikkelagenda 5. Social return 6. Algemene inkoopvoorwaarden Bijlage 1: Dienstverleners, resultaat en activiteiten De inzet van Wmo-maatwerkvoorzieningen dienen een doel. Maatwerkvoorzieningen worden alleen ingezet indien de inzet met het oog op de participatie / zelfredzaamheid van mensen nodig wordt geacht. Om die reden wordt in bijlage 1 van de deelovereenkomsten beschreven uit welke resultaten en activiteiten de maatwerkvoorziening kan bestaan. De aanbieder die deel wil nemen aan een deelovereenkomst moet beschrijven welke diensten/producten en activiteiten de organisatie biedt. Deze informatie moet de aanbieder zelf invoeren en beheren in Guido, een digitaal overzicht dat de cliënt helpt de juiste aanbieder te vinden. Verderop in dit handboek staat meer informatie over Guido. Indien aanbieders resultaten / activiteiten toegevoegd willen zien in bijlage 1 van de afzonderlijke overeenkomsten, kunnen zij daartoe een verzoek indienen via de procedure zoals beschreven in de basisovereenkomst (artikelen 7 tot en met 10). Bijlage 2: Toegang Maatwerkvoorziening In bijlage 2 is het proces van toegang beschreven: een inwoner heeft een hulpvraag en wat dan? Het proces van besluitvorming wordt beschreven: verstrekking maatwerkvoorziening zorg in natura aan de inwoner inclusief het proces tot het komen van het daadwerkelijke aanbod zorg in natura (opdrachtverstrekking door de gemeente aan aanbieder). Ook het proces nadien - monitoring, gegevensuitwisseling - wordt beschreven. Voor de uitvoeringspraktijk is bijlage 2 zeer belangrijk. Daarom is dit proces verderop in dit inkoopboek apart beschreven. Bijlage 3: Tarieven Zorginzet / algemeen gebruikelijke kosten: Belangrijk om te vermelden is dat de tarieven mede zijn gebaseerd op de directe contacttijd / directe zorgverlening tussen aanbieder en cliënt. Onder directe zorgverlening wordt in ieder geval niet verstaan:  activiteiten van niet-uitvoerenden (leidinggevende, staf, management, administratie);  activiteiten met betrekking tot het opstellen van een zorg- of werkplan; en  reistijd, bijscholing. Deze bijkomende activiteiten / inzet kunnen dus niet extra gedeclareerd worden. Daarnaast mag de aanbieder het bedrag alleen gebruiken voor direct aan de maatwerkvoorziening gerelateerde kosten. Aanbieder mag het bedrag dus niet gebruiken voor compensatie van kosten die te beschouwen zijn als algemeen gebruikelijk (zoals abonnementskosten, gebruikelijke kosten verbonden aan het uitoefenen van een hobby of sport, uitstapjes, et cetera). Uitzondering hierop vormt voeding als kostenpost indien het kortdurend verblijf of beschermd wonen betreft.


Pagina 8

Begeleiding: tarief overgangsrecht en nieuwe cliënten De deelovereenkomst maakt onderscheid tussen twee tarieven: een tarief voor cliënten die onder het overgangsrecht vallen en een tarief voor nieuwe klanten (onder wie mede begrepen de cliënten voor wie een bestaande AWBZ-indicatie afloopt in 2015).  Tarief overgangsrecht per 1 januari 2015 De tarieven zijn gebaseerd op de systematiek van de AWBZ waarbij op de werkelijke tarieven die de aanbieder met het Zorgkantoor was overeengekomen voor 2013 een generieke korting wordt toegepast van 11,5 %. Stel dat het tarief voor een aanbieder in 2013 96% was van het max NZAtarief 2013, dan bedraagt het tarief voor 2015 84,5% van het max NZA-tarief. Dit betekent dus feitelijk dat de tarieven overgangsrecht per aanbieder kunnen verschillen. Per aanbieder die het contract sluit wordt daarom, aanvullend op de deelovereenkomst, een zogenaamd addendum opgesteld waarin de voor de betreffende aanbieder geldende tarieven voor 2015 specifiek worden vastgelegd.  Tarief nieuwe cliënten per 1 januari 2015 In paragraaf 1.2 van bijlage 3 van de overeenkomst staan de tarieven voor nieuwe klanten. De tariefstelling is gebaseerd op een nieuwe categorie-indeling waarbij de systematiek van de AWBZ (tarieven relateren aan doelgroep en / of grondslag) is losgelaten. Bijlage 3 is tot stand gekomen door een nauwe samenwerking tussen de Gemeente en vertegenwoordigers van aanbieders in een werkgroep. Met de huidige bijlage 3 is de eerdere opgemaakte en vastgestelde bijlage 3 (versie 18 september 2014) komen te vervallen. In 2015 evalueren Gemeente en aanbieders bijlage 3. Kortom, tariefstelling blijft in ontwikkeling.  Vervoer begeleiding groep Zowel de tariefstelling voor overgangs- als nieuwe klanten is exclusief (noodzakelijk) vervoer van de klant. Voor wat betreft vervoer geldt de tariefstelling zoals genoemd in paragraaf 1.1 van bijlage 3. Het tarief 2015 betreft een retour per dag. De aanbieder is overigens verplicht het vervoer te organiseren indien het gemeentelijk besluit tot maatwerkvoorziening tevens vervoer van- en naar de dagbesteding omvat. Kortdurend verblijf De deelovereenkomst maakt geen onderscheid tussen cliënten die onder het overgangsrecht vallen en nieuwe klanten. Voor alle klanten geldt één tarief ongeacht type klant of grondslag. Het tarief 2015 bedraagt per etmaal € 54,50. In dit bedrag zit tevens een bedrag voor huisvestingskosten. Het gaat uitsluitend om de verblijfscomponent (zogenaamde bed, bad en brood). Eventueel benodigde aanvullende zorg/diensten tijdens het kortdurend verblijf (bijvoorbeeld begeleiding of persoonlijke verzorging) valt daar niet onder en dient apart te worden geïndiceerd. Let op: permanent toezicht maakt wel onderdeel uit van de dienstverlening (zie bijlage 1 van de overeenkomst), wat betekent:  het bieden van fysieke zorg, zodat tijdig in kan worden gegrepen bij bijvoorbeeld valgevaar, of complicaties bij een ziekte en/of  het verlenen van zorg op ongeregelde en/of frequente tijden, omdat de verzekerde zelf niet (meer) in staat is om hulp in te roepen en/of


Pagina 9

 het preventief ingrijpen bij gedragsproblemen (voorkomen van escalatie en gevaar). De aanbieder hoeft niet te zorgen voor het vervoer van – en naar de locatie van kortdurend verblijf. Dat is aan de cliënt om te organiseren. Indien de klant (met behulp van zijn omgeving) daartoe niet in staat is, kan aanvullend op de toekenning van de maatwerkvoorziening voor kortdurend verblijf, door de gemeente een Wmo-maatwerkvoorziening voor vervoer worden afgegeven. Overigens hanteren we in de praktijk een bepaalde mate van flexibiliteit bij de daadwerkelijke inzet van kortdurend verblijf. Het is inwoners toegestaan om toegekende etmalen kortdurend verblijf per maand op te sparen en in te zetten voor één langere periode van vakantie. Kortdurend verblijf / Spoedopvang Onder kortdurend verblijf kan ook het noodzakelijke verblijf vallen in het kader van spoedzorg (ook wel crisisopvang genoemd). Spoedzorg/opvang kan liggen op het terrein van de WLZ, ZVW maar ook op het terrein van de Wmo. De VNG heeft een informatiekaart Spoedzorg (versie 30 april 2015) opgemaakt waarin in wordt gegaan op de afbakeningsproblematiek tussen de drie wetten: wanneer valt een situatie onder welke wet? Hoewel in de deelovereenkomst kortdurend verblijf het thema spoedopvang niet expliciet wordt gemaakt, heeft voor wat betreft Wmo-spoedzorg het bepaalde in deze deelovereenkomst te gelden inclusief de tariefstelling kortdurend verblijf. Kortdurend verblijf in het kader van spoedopvang/crisisopvang wordt toegekend voor de (aaneengesloten) periode die het betreft. Dit is dus anders dan in geval van een “reguliere” toekenning kortdurend verblijf waarbij in beginsel wordt uitgegaan van een maximum van 3 etmalen per week. Beschermd wonen Voor 2015 stelt de Gemeente tarieven vast op basis van de huidige systematiek binnen de AWBZ, voor de bestaande aanbieders. Een bestaande aanbieder is een aanbieder in 2014 bekend via contractering van (een vorm van) Beschermd wonen bij een Zorgkantoor in Nederland. De tarieven zijn gebaseerd op de werkelijke tarieven in 2013 die de aanbieder met het Zorgkantoor was overeengekomen voor de kosten van de zorg. Door ondertekening van de deelovereenkomst (artikel 13 lid 2) machtigt aanbieder Peel 6.1 om de werkelijke tarieven zoals ontvangen over 2013 door aanbieder op te vragen teneinde Peel 6.1 in staat te stellen om, met inachtneming van het hierboven benoemde kortingspercentage, het tarief 2015 zoals geldend voor aanbieder te bepalen. Voor iedere aanbieder afzonderlijk wordt een addendum bij deze deelovereenkomst inzake de tariefstelling 2015 opgesteld. Voor nieuwe aanbieders (zij die geen contract hadden met een Zorgkantoor in 2014 inzake (een vorm van) beschermd wonen) geldt het volgende tarief: maximum NZA 2013 /- 10 % korting = 90 % van maximum NZA-tarief 2013. De NZA-tarieven 2013 worden genoemd in de deelovereenkomst. Er wordt uitgegaan van de vier bestaande zorgzwaartepakketten GGZ-C (3 t/m 6). Voor bestaande aanbieders die in 2015 nieuwe producten gaan leveren (d.w.z. een vorm van beschermd wonen/ prestatie binnen de NZA-structuur niet gecontracteerd in 2014) geldt het maximum


Pagina 10

NZA-tarief 2013 minus bestaande korting op huidige producten (producten /vormen van beschermd wonen gecontracteerd in 2014) waarbij de hoogste korting (op een gecontracteerd product beschermd wonen in 2014) bepalend is. Vervoer Door Peel 6.1 kán worden vastgesteld dat vervoer noodzakelijk is indien de cliënt niet in staat is om zelfstandig te reizen. Dit kan overigens uitsluitend aan de orde zijn bij vervoer van en naar een dagbestedingslocatie. Hierbij zal uiteraard maximaal gekeken moeten worden door de betrokken aanbieder naar andere mogelijkheden qua vervoer. De tarieven staan opgenomen in de Deelovereenkomst Maatwerkvoorziening Beschermd Wonen. Bijlage 4: Ontwikkelagenda In het proces van bestuurlijk aanbesteden / decentralisatie van de taken van de AWBZ naar de Wmo maken we een onderscheid tussen de begrippen transitie en transformatie. Hiermee bedoelen we te zeggen dat de gemeenten vanaf 1 januari 2015 de nieuwe taken uitvoeren maar dat daarmee het veranderingsproces - de echte transformatie - nog zeker niet klaar is. In dat kader hebben we, in gezamenlijkheid met de aanbieders aan de fysieke overlegtafel, een zogenaamde ontwikkelagenda opgesteld waarin we onderwerpen benoemd hebben die gemeenten en aanbieders de komende tijd in gezamenlijkheid doorontwikkelen. Bijlage 5: Social return Social Return is het opnemen van sociale voorwaarden en eisen in inkoop- en aanbestedingstrajecten, zodat aanbieders een bijdrage leveren aan de ondersteunning van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In bijlage 5 van de drie deelovereenkomsten, wordt beschreven op welke wijze de aanbieder invulling dient te geven aan social return. De aanbieder moet een plan van aanpak opstellen om aan te tonen op welke wijze invulling wordt gegeven aan social return. In bijlage 5 wordt vermeld dat de aanbieder binnen 14 dagen na sluiten van de deelovereenkomst contact dient op te nemen met een door Peel 6.1 aan te wijzen contactpersoon. De praktische uitrol van social return moet echter nog vormgegeven worden. Hiervoor is de werkgroep Social Return ingesteld. Bijlage 6: Algemene inkoopvoorwaarden Ingevolge artikel 3 van de overeenkomst zijn de algemene inkoopvoorwaarden van de gemeente Helmond van toepassing op de overeenkomst tussen gemeenten en aanbieders. Een tweetal artikelen uit de algemene inkoopvoorwaarden is niet van toepassing: zie artikel 3, leden 2 en 3. Inkoopvoorwaarden van een aanbieder zijn niet van toepassing. Dit laat, met inachtneming van artikel 3, vijfde lid, van de overeenkomst onverlet dat de aanbieder bij de uitvoering van de overeenkomst, met cliënten kan afspreken dat de inkoopvoorwaarden of reglement van aanbieder wel van toepassing zijn op de verhouding tussen aanbieder en de cliënt. Indien er tegenstrijdigheden zijn tussen basisovereenkomst, deelovereenkomst en algemene inkoopvoorwaarden, dan heeft de volgende rangorde te gelden:  Basisovereenkomst;  Deelovereenkomst met bijlagen 1 tot en met 5;  De algemene inkoopvoorwaarden. Inkoopboek Peelgemeenten, 30 juni 2015

Pagina 11

3.

Overeenkomst sluiten

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe te komen tot een overeenkomst met de peelgemeenten (met uitzondering van de producten die Eindhoven mede namens de zes Peelgemeenten inkoopt).

Welke deelovereenkomsten kunnen worden afgesloten?  Overeenkomst Wmo, Maatwerkvoorziening begeleiding  Overeenkomst Wmo, Maatwerkvoorziening beschermd wonen  Overeenkomst Wmo, Maatwerkvoorziening kortdurend verblijf  Overeenkomst Jeugdzorg, Specialistische ondersteuning  Overeenkomst Jeugdzorg, Jeugd- en gezinswerkers

Wat moet u doen om een overeenkomst met Peel6.1 aan te gaan? U conformeert zich aan gestelde voorwaarden en gepubliceerde tarieven door de volledige overeenkomsten met bijlagen te ondertekenen. U kunt de overeenkomsten en bijlagen downloaden vanaf de website www.peel6-1.nl/peel/aanbieders. Het gaat om de volgende overeenkomsten (afhankelijk welke dienst u wilt leveren) en bijlagen: A. Overeenkomst Wmo  Basisovereenkomst Wet maatschappelijke Ondersteuning  Eigen Verklaring “Extramurale begeleiding Peelgemeenten” (documentnummer: BIZOB-2014GG-BU-001) en daarnaast  Deelovereenkomst begeleiding en/of  Deelovereenkomst beschermd wonen en/of  Deelovereenkomst kortdurend verblijf B. Overeenkomst Jeugdzorg  Basisovereenkomst jeugdhulp  Eigen Verklaring “Jeugdzorg Peelgemeenten” (documentnummer: BIZOB-2014-AS-BU-002) en daarnaast  Deelovereenkomst Jeugd- en gezinswerkers  Bijlage inschrijving (keuze voor J&G, J&G+, of beide) en/of  Deelovereenkomst Specialistische ondersteuning  Bijlage inschrijving (aangeven welke diensten kunnen worden geboden)


Pagina 12

C. Bijlagen Uw inschrijving moet daarnaast in alle gevallen de volgende vier bijlagen bevatten. Als u meerdere overeenkomsten tekent, hoeven deze bijlagen maar één keer ingeleverd te worden. Bijlage 1: Gedragsverklaring aanbesteden Bijlage 2: Uittreksel uit het beroeps- of handelsregister Bijlage 3: Verklaring van de belastingdienst Bijlage 4: Formulier “informatie uitvraag dienstverlener” Indienen documenten U kunt de getekende overeenkomsten en bijlagen opsturen naar: Bizob t.a.v. Peel6.1 Postbus 215 5688 ZL Oirschot Daarnaast ontvangen wij deze documenten ook graag per mail. Het mailadres daarvoor is [email protected] of [email protected] Bevestiging U krijgt van Bizob een bericht als de inschrijving akkoord is. Bizob stuurt vervolgens uw gegevens door naar Peel 6.1 (ter verwerking van uw gegevens in het systeem) en naar Guido.

Aandachtspunten bij de inschrijfdocumenten Eigen Verklaring De Eigen Verklaring moet ondertekend worden door een daartoe bevoegd persoon en ingeleverd worden met een handtekening. Gedragsverklaring aanbesteden (bijlage 1) Zoals bedoeld in artikel 4.1 van de Aanbestedingswet 2012. Op het tijdstip van het indienen van het verzoek tot deelneming mag de Gedragsverklaring niet ouder zijn dan twee jaar of een aanvraag daartoe. Indien u niet tijdig een Gedragsverklaring aanbesteden heeft ontvangen maar deze wel aangevraagd heeft kunt u de aanvraag als bewijsstuk indienen. Als uw organisatie verder voldoet aan de gestelde eisen, zal de overeenkomst afgesloten worden nadat de Gedragsverklaring aanbesteden is ontvangen. Uittreksel uit het beroeps- of handelsregister (bijlage 2) Aandacht: dit uittreksel is niet ouder dan zes maanden gerekend vanaf tijdstip van insturen basisovereenkomst en deelovereenkomst. Uit dit uittreksel moet blijken dat de Eigen Verklaring en Verklaring inschrijfformulier zijn ondertekend door een natuurlijk persoon die vertegenwoordigingsbevoegd is. Stel dat de bestuurder een rechtspersoon is dan moeten alle uittreksels bijgevoegd worden tot de rechtspersoon waaruit de natuurlijk persoon blijkt. Dit kan met zichtbare handtekening op papier of per mail in pdf in originele versie met een controleerbare digitale handtekening.


Pagina 13

Verklaring van de belastingdienst (bijlage 3) Deze verklaring is op het tijdstip van het indienen van de inschrijving, niet ouder dan zes maanden. Indien u niet tijdig de verklaring van de belastingdienst heeft ontvangen maar deze wel aangevraagd heeft kunt u de aanvraag als bewijsstuk uploaden in de kluis van TenderNed. Als uw organisatie verder voldoet aan de gestelde eisen, zal de overeenkomst afgesloten worden nadat de verklaring belastingdienst is ontvangen. Met de verklaring belastingdienst wordt de "Verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen" bedoeld, dat door het belastingkantoor dat uw aangifte afhandelt afgegeven kan worden en waarin de belastingdienst verklaart dat uw bedrijf alle verschuldigde belasting en premies heeft betaald.

4.

Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht nieuwe Wmo-taken Het overgangsrecht geldt voor iedereen die op 1 januari 2015 een AWBZ-indicatie heeft. Tijdens het overgangsrecht houden cliënten recht op de zorg / zorgomvang die in hun AWBZ-indicatiebesluit staat. Begeleiding en kortdurend verblijf Het overgangsrecht geldt voor de duur van de indicatie, maar uiterlijk tot 1 januari 2016. Als de indicatie eindigt, dan kan de cliënt zich tot Peel 6.1 Zorg en Ondersteuning wenden voor een melding/aanvraag ingevolge de Wmo 2015. De hulpvraag van de cliënt wordt geheel conform de regels/principes van de Wmo 2015 afgewikkeld waaronder ook kantelingsaspecten en de criteria voor pgb. Beschermd wonen Mensen van 18 jaar of ouder met een AWBZ-indicatie voor beschermd wonen kunnen hiervan gebruik blijven maken gedurende een overgangsperiode van minimaal vijf jaar (1 januari 2020) of, indien de lopende indicatie voor een kortere termijn geldt, voor de duur van die indicatie. Let wel: het overgangsrecht voor wat betreft de verstrekkingsvorm pgb is maximaal 1 jaar. Dit betekent dat pgb-houders uiterlijk per 1 januari 2016 of een zin-aanbod krijgen van de gemeente (ter vervanging pgb) of een pgb (waarbij de Wmo-regels bepalen of iemand in aanmerking blijft komen voor een pgb ingevolge de Wmo 2015), conform de dan geldende tarieven en voorwaarden. Zorg in natura / switch van zin naar pgb Peel 6.1 probeert om ervoor te zorgen dat mensen tijdens de periode van het overgangsrecht dezelfde zorgverlener kunnen houden. Als Peel 6.1 geen contract heeft met een zorgaanbieder, moet de cliënt naar een andere zorgaanbieder. Deze switch van aanbieder is een feitelijke handeling waartegen geen bezwaar/beroep open staat. De aanspraak/het besluit blijft namelijk dezelfde.


Pagina 14

Als een cliënt na 1 januari wil switchen van zin naar pgb kan hij daartoe een aanvraag doen bij Peel 6.1. Het wettelijk kader van de Wmo 2015 omtrent het pgb geldt dan. Dit betekent dat er een toets zal plaatvinden aan de voorwaarden voor het verstrekken van een pgb zoals deze gelden vanaf 1 januari 2015 waaronder de pgb-tarieven zoals deze vastliggen in de Nadere regels Maatschappelijke ondersteuning 2015. De omvang van de indicatie blijft in verband met het overgangsrecht evenwel onaangetast tot 1 januari 2016 (begeleiding) of 1 januari 2020 (Beschermd wonen). Pgb Zolang de indicatie geldt, blijft het pgb even hoog als in 2014. Ook de omvang van de zorg blijft gelijk. Wel is trekkingsrecht van toepassing. Wijziging in het pgb-budget vóór afloop van het overgangsrecht, kan uitsluitend na een gesprek met de cliënt én met diens instemming met de wijziging. Aan de cliënt kan dan ook de keuze voorgelegd worden of hij zijn zorg liever in natura wil ontvangen of vanuit het nieuwe pgb-aanbod vanuit de Wmo 2015. Geen verzilvering op 1 januari 2015 Mensen die wel een AWBZ indicatie hebben, maar feitelijk nog geen zorg afnemen op 1 januari 2015 (zorg wordt niet verzilverd), behouden het recht op die zorg, zoals die beschreven is in de indicatie. Zij moeten de gemeente in de gelegenheid stellen om in gezamenlijk overleg te bezien op welke wijze de zorg het beste kan worden ingevuld. De gemeente is immers gehouden een goede invulling van de ondersteuning te bieden na afloop van de duur van de AWBZ indicatie. Indien mensen de bestaande indicatie willen verzilveren in de vorm van een pgb, vindt de pgb-toets plaats volgens de Wmo-regels inzake pgb van 2015. Ook gelden dan de pgb-tarieven zoals deze vastliggen in de Nadere regels Maatschappelijke ondersteuning 2015.

4.2 Overgangsrecht Jeugdzorg Vanaf 2015 komt bijna alle jeugdhulp onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Het overgangsrecht geldt voor iedereen die op 1 januari 2015 een indicatie heeft. Tijdens het overgangsrecht houden cliënten recht op de zorg / zorgomvang die in hun indicatiebesluit staat. Het overgangsrecht geldt voor de duur van de indicatie, maar uiterlijk tot 1 januari 2016. Als de indicatie eindigt, dan kan de cliënt zich tot Peel 6.1 Zorg en Ondersteuning wenden voor een melding / aanvraag ingevolge de Jeugdwet. De hulpvraag van de cliënt wordt geheeld conform de regels/principes van Jeugdwet afgewikkeld. Als de gemeente geen contract heeft met de zorgaanbieder, dan is de gemeente verplicht de rekening te betalen voor jeugdhulp van aanbieders die zij niet gecontracteerd hebben, mits de jeugdhulp bij deze aanbieders al is ingezet voor 1 januari 2015 en doorloopt na 1 januari 2015. Ook in de jeugdzorg is een pgb mogelijk. Zolang men gebruik maakt van het overgangsrecht, gelden dezelfde tarieven en dezelfde omvang als in 2014. De pgb-tarieven en de daarmee samenhangede voorwaarden voor een pgb-verstrekking welke gaan gelden na het eindigen van het overgangsrecht worden door de gemeente bepaald. Ook kan de gemeente aanvullende voorwaarden stellen, zoals een apart (lager) tarief voor informele hulpverleners.


Pagina 15

Jeugdige wordt 18 in 2015 Op het moment dat een jeugdige in 2015 18 jaar wordt, kunnen zich 2 situaties voordoen: 1.

Als hij nog een overgangsrecht op jeugdhulp heeft en diezelfde zorg op grond van een andere wet (Zvw, Wlz, of Wmo) kan worden verleend, is de gemeente niet meer jeugdhulpplichtig. Dat wil niet zeggen dat er geen noodzaak meer bestaat voor die zorg, want dat is immers in het indicatiebesluit vastgesteld. Afhankelijk van de specifieke vorm van zorg, zal de meerderjarige het zorgtraject kunnen voortzetten op grond van een andere wet: de Zvw, de Wlz of de Wmo. De Jeugdwet (en daarmee ook het overgangsrecht ogv de jeugdwet) is niet meer op hem van toepassing. Begeleiding en verblijf Wanneer de jeugdige de leeftijd van 18 jaar bereikt in 2015, zal de BJZ-indicatie verblijf of begeleiding voortgezet kunnen worden op basis van de Wmo. Hiertoe dient de cliënt een melding /aanvraag te doen bij de gemeente. De beoordeling ingevolge de Wmo betreft een volle Wmo-toetsing: dus eerst een Wmo-toets of een individuele maatwerkvoorziening dient te worden verstrekt en vervolgens een toets op de verstrekkingsvorm. Het is dus geen automatisme dat verleende inzet wordt gecontinueerd.

2. Als het een vorm van jeugdhulp betreft die voor meerderjarigen niet op grond van een andere wet kan worden voortgezet (dit zal dan gaan om ‘jeugdzorg’, niet zijnde jeugd-ggz of jeugdlvg), dan blijft de gemeente wèl verantwoordelijk voor het voortzetten van de jeugdhulp op grond van het indicatiebesluit, onder dezelfde condities als vóór 1 januari 2015 met inachtneming van overgangsrecht. Dus tot uiterlijk 1 januari 2016. Mocht na afloop van de looptijd van het indicatiebesluit nog aanvullende ‘jeugdzorg’ nodig blijken te zijn, dan zal de gemeente dit tot uiterlijk de 23e verjaardag moeten voortzetten. Voor noodzakelijke hervatting binnen een half jaar voor het bereiken van de leeftijd van 23 geldt hetzelfde.


Pagina 16

Deel 2 – Zorg leveren 1. Wmo: toegangsproces en opdrachtverstrekking In bijlage 2 van de deelovereenkomsten staat het toegangsproces Wmo beschreven: een inwoner heeft een hulpvraag en wat dan? In dit hoofdstuk worden een aantal aspecten inzake melding/aanvraag en toekenning uit bijlage 2 van de deelovereenkomsten nader uitgewerkt.


Pagina 17

Toelichting op toegangsproces Wmo  Een inwoner meldt zich bij Peel 6.1 met een Wmo-hulpvraag. Dit kan schriftelijk, telefonisch of digitaal. Ook iemand anders kan namens de inwoners de melding doen.  Na de melding wordt contact opgenomen met de inwoner of zijn vertegenwoordiger en wordt, kort gezegd, beoordeeld of de hulpvraag Wmo betreft. Indien de hulpvraag Wmo betreft vindt een zogenaamd vraagverhelderingsgesprek plaats. Dit gesprek wordt gevoerd met de inwoners. De inwoner kan zich hierbij laten bijstaan door iemand uit zijn netwerk of een cliëntondersteuner.. Uitgangspunt is dat het gesprek bij de klant thuis wordt gevoerd indien het een nieuwe klant betreft voor Peel 6.1 of indien de situatie daarom vraagt.  Na melding kan de inwoner een persoonlijk plan indienen (artikel 2.3.2, tweede lid, Wmo 2015). Via een persoonlijk plan kan de inwoner – indien hij dat wil – zijn ondersteuningsvraag nader toelichten en motiveren. Dit hoeft dus niet. Het is geen verplichting. Een persoonlijk plan kan de inwoner naar eigen inzicht opstellen. Er is geen bestaand format voor. Let op: een persoonlijk plan is iets anders dan een pgb-plan.  Via het gesprek maar ook via andere kanalen (waaronder dus eventueel ook een persoonlijk plan), verkrijgt de Wmo-consulent inzicht in de klant en zijn situatie. Zo kan de Wmo-consulent – met inachtneming van privacy-wetgeving – informatie opvragen bij u als aanbieder indien u als aanbieder ondersteuning verleent / hebt verleend aan de klant. Uw informatie / visie ondersteunt het meldings-aanvraagproces. De regie in het proces ligt bij de gemeente/Wmo-consulent.  Een belangrijk onderdeel in het proces betreft het zogenaamde kantelingsvraagstuk. Een maatwerkvoorziening Wmo is niet aan de orde indien de klant in staat is om met behulp van de inzet van zijn netwerk (mantelzorger, familie, anderen uit het sociaal netwerk) tot een oplossing te komen.  In het proces tot toekenning van een maatwerkvoorziening komt aan de orde of de klant de ondersteuning wenst in de vorm van zorg in natura of pgb. Indien de burger kiest voor zorg in natura dan kan / zal hij met behulp van Guido een geschikte aanbieder (kunnen) zoeken. De Wmoconsulent is in dit proces ondersteunend en bewaakt met name dat de voorgestane aanbieder past bij de problematiek van de klant (het te behalen resultaat).  Afgifte van een beschikking en toekenning van een maatwerkvoorziening vindt gelijktijdig plaats met de opdrachtverstrekking aan de aanbieder. De aanbieder ontvangt van de gemeente de opdrachtverstrekking (in de vorm van een bericht tot toewijzing per mail waarin de inhoud (het te behalen resultaat) en duur van de opdracht worden vermeld. Deze opdrachtverstrekking wordt eenzijdig door de gemeente opgesteld op basis van de vertaling van de contractafspraken naar de zogenaamde Verwijsindex Wmo Peel 6.1. U vindt de verwijsindex op www.peel6-1.nl. De aanbieder heeft in beginsel de plicht om de opdracht te aanvaarden. Indien de aanbieder de opdracht niet wil aanvaarden of een aanvaarde opdracht wil beëindigen dan gelden hiervoor specifieke procesafspraken (zie bijlage 2 van de overeenkomst).


Pagina 18

 Na opdrachtverstrekking komen aanbieder en klant onderling tot nadere afspraken over de precieze invulling (welke activiteiten) van de ondersteuning (met inachtneming van beschikking / opdrachtverstrekking). Deze afspraken leggen aanbieder en klant gezamenlijk vast in een plan van aanpak. Dit laatste geldt niet in geval van maatwerkvoorziening kortdurend verblijf: een plan van aanpak is niet aan de orde. Het plan van aanpak voor beschermd wonen dient opgemaakt te worden conform een uniform format. Het plan van aanpak voor begeleiding is vormvrij. De aanbieder mag gebruik maken van een eigen format waarin in ieder geval een vertaalslag van de resultaatsgebieden naar concrete activiteiten is benoemd inclusief een tijdsplanning met evaluatiemomenten.  Het plan van aanpak voor beschermd wonen dient door aanbieder aan de gemeente op verzoek verstrekt te worden, in ieder geval als bijlage bij de eerste jaarlijkse voortgangsrapportage (conform een uniform format). Voor begeleiding behoeft de aanbieder geen voortgangsrapportages op te stellen. (Dit in tegenstelling tot wat daarover in de deelovereenkomst begeleiding staat). Het plan van aanpak begeleiding is een dynamisch document waarin tussenrapportages/evaluaties telkens worden opgenomen. Zodoende fungeert het telkens geactualiseerde plan van aanpak begeleiding als een voortgangsrapportage dat door een Wmo-consulent opgevraagd kan worden. Aan het einde van de opdracht wordt een eindrapportage (uniform format) door aanbieder verstrekt aan de gemeente. Dit geldt zowel voor begeleiding, beschermd wonen als kortdurend verblijf.

(Voortijdige) Beëindiging In de deelovereenkomsten (bijlage 2) wordt beschreven op welke wijze de opdrachtverstrekking (voortijdig) kan eindigen (op initiatief cliënt, gemeente dan wel aanbieder). Daaraan kan worden toegevoegd dat dit voor de aanbieder wat betreft facturatie betekent hij sowieso niet meer kan declareren aan kosten zorginzet die daadwerkelijk zijn geleverd.


Pagina 19

2.

Mutatie opdrachtverstrekking Wmo

Mutatie van een lopende opdracht wordt gerealiseerd door de opdracht af te sluiten. De aanbieder sluit de opdracht af door toezending van een mailbericht (mailbericht gebaseerd op WMO307 – nog in ontwikkeling) naar Peel 6.1, Zorg en Ondersteuning: [email protected]. Indien de gemeente een nieuw (gewijzigd) besluit neemt tot ondersteuning, ontvangt de klant een nieuwe beschikking van Zorg en Ondersteuning. De aanbieder die het aangaat ontvangt dan via een mail een (nieuw) toewijzingsbesluit/opdrachtverstrekking. Op korte termijn gaat de toewijzing verlopen via WMO301. Er zijn verschillende mutaties mogelijk: 1. Er is meer of minder ondersteuning nodig dan overeengekomen; 2. De cliënt wenst ondersteuning te krijgen via een andere zorgaanbieder; 3. De cliënt verhuist naar een andere gemeente; 4. De cliënt overlijdt; 5. De cliënt wil een andere ondersteuningsvorm (van PGB naar Zorg in Natura of andersom). Per mutatie / wijziging gelden onderstaande procedures. 1. Minder of meer ondersteuning Gedurende de opdracht kan de ondersteuningsbehoefte van de cliënt veranderen. Indien deze verandering binnen dezelfde categorie ondersteuning opgevangen kan worden (bijvoorbeeld in de categorie begeleiding individueel 4-8 uur per week) is er geen actie nodig. Indien de aanbieder van mening is dat een wijziging van categorie moet plaatsvinden, neemt de 1 aanbieder contact op met Peel 6.1. Indien de gemeente vervolgens een nieuw (gewijzigd) besluit neemt tot ondersteuning (omvang ondersteuning), ontvangt de klant een nieuwe beschikking van Zorg en Ondersteuning. De aanbieder ontvangt dan een nieuwe opdrachtverstrekking van Peel 6.1. Als er sprake is van meerdere verstrekkingen (bijvoorbeeld begeleiding individueel en begeleiding groep) en er maar één verstrekking verandert, wordt voor wat betreft het ongewijzigde besluit geen opdrachtverstrekking verzonden aan de aanbieder. 2. Wisseling van zorgaanbieder Als een cliënt de ondersteuning wil krijgen van een andere organisatie, dan moet hij dit kenbaar maken bij Peel 6.1. Dat kan hij doen door te bellen naar 14 0492. Het volgende is dan aan de orde:  Peel 6.1 beëindigt de opdrachtverstrekking bij de huidige aanbieder (via mailbericht WMO307).  De huidige aanbieder verzendt een eindfactuur over de geleverde zorg conform de afspraken uit de deelovereenkomst.  De nieuwe aanbieder krijgt een opdrachtverstrekking van Peel 6.1.  Uitgangspunt is dat de zorg aan de cliënt doorloopt en dat begindatum bij de nieuwe aanbieder en de einddatum bij de huidige aanbieder naadloos op elkaar aansluiten.

1

Verderop in dit boek vindt u een pagina met alle contactgegevens.


Pagina 20

3. Verhuizing Als een cliënt verhuist naar een gemeente die deel uitmaakt van het samenwerkingsverband Peel 6.1 (Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren), verandert er niets voor de aanbieder. De aanbieder is voor alle zes de Peelgemeente gecontracteerd. Bij een verhuizing naar een gemeente die geen deel uitmaakt van het samenwerkingsverband Peel 6.1 wordt de opdrachtverstrekking beëindigd. De aanbieder krijgt een mail van Peel 6.1 om dit te bevestigen. Indien de (voorgenomen) verhuizing (buiten de 6 Peelgemeenten) bekend is bij de aanbieder, dan geeft de aanbieder dit door aan Peel 6.1. De cliënt wordt geïnformeerd door Peel 6.1 en kan zich melden zich bij de nieuwe gemeente. Als hier een contract is met dezelfde zorgaanbieder dan kan de zorg doorlopen mits de nieuwe gemeente hiervoor een opdrachtverstrekking afgeeft. Mocht de huidige zorgaanbieder niet gecontracteerd zijn dan bekijkt de nieuwe gemeente de oplossingen met de cliënt. 4. Overlijden Bij overlijden van een cliënt wordt de opdrachtverstrekking beëindigd. Indien dit bekend is bij een aanbieder dan wordt deze melding doorgegeven aan Peel 6.1. Dit wordt formeel bevestigd door Peel 6.1 middels een beëindiging van de opdrachtverstrekking. 5. Wijziging ondersteuningsvorm Als de cliënt een andere ondersteuningsvorm wil, dan moet de cliënt contact opnemen met Peel 6.1. Bij akkoord geeft de gemeente een nieuwe beschikking af. Als de cliënt van een pgb naar zin overstapt, dan krijgt de aanbieder een opdrachtverstrekking van Peel 6.1. Als de cliënt overstapt van zin naar pgb, dan krijgt de aanbieder een beëindiging van de opdrachtverstrekking van Peel 6.1. Opmerking: Het berichtenverkeer tussen gemeenten en aanbieders is nog volop in ontwikkeling. Als er nieuwe ontwikkelingen zijn op dit gebied wordt u hierover geinformeerd in een nieuwsbrief.

3.

Jeugdhulp: aanvang ondersteuning en berichtenverkeer

Voor jeugdzorg is niet Peel 6.1, maar zijn de lokale opvoedondersteuners en het CJG van uw gemeente het eerste aanspreekpunt en de toegang. Peel 6.1 verzorgt voor jeugdzorg wel de administratieve afwikkeling (verleningsbesluit verstrekken, gegevens en facturering verzorgen). In geval van crisis De toegang kan overigens in een crisissituatie anders zijn. Op het moment dat er sprake is van een spoed- of crisissituatie bij een kind onder de 18 jaar waar u als aanbieder bij betrokken bent, bent u het eerste aanspreekpunt. Indien het niet lukt om de noodzakelijke hulp te bieden binnen de ondersteuning die op dit moment toegekend is:  Neemt u binnen kantoortijden contact op met de betrokken opvoedondersteuner of jeugd- en gezinswerker.


Pagina 21

 Indien er geen opvoedondersteuner of jeugd- en gezinswerker betrokken is kunt u contact opnemen met de consulenten jeugd van Peel 6.1 via 0800-5566555 of [email protected]. Geef dan a.u.b. duidelijk aan dat het om een spoed-/ of crisissituatie gaat.  Buiten kantoortijden kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Zorg via telefoonnummer 0880666 999. Zij zijn 24/7 bereikbaar.

Addendum Samen met de Regio Gemeenten (waaronder Eindhoven) zijn afspraken gemaakt over invulling van administratieve processen. Deze processen staan beschreven in het addendum 2.0. U vindt dit addendum op www.peel6-1.nl onder aanbieders.

Procedure aanvang ondersteuning Jeugd De procedure bij aanvang van de ondersteuning vindt u in paragraaf 2 van het addendum 2.0. Peel 6.1 gebruikt twee formats voor de communicatie met zorgaanbieders:  Route 1: Nieuwe cliënten via Opvoedondersteuners en Jeugd en Gezinswerkers. Peel 6.1 stuurt een toekenning ondersteuning (iJW301) naar de zorgaanbieder.  Route 2: Nieuwe cliënten via verwijzing medisch specialist en justitiële uitspraak. De zorgaanbieders moet een verzoek tot toewijzing versturen naar Peel 6.1. U vindt deze formats op www.peel6-1.nl onder aanbieders. Zowel in geval van route 1 als route 2, meldt de aanbieder de start van de zorgverlening via het bericht Melding aanvang jeugdzorg (iJW 305).

Diagnose behandelcombinaties (DBC) Voor de werkwijze mbt de toewijzing van DBC’s wordt verwezen naar paragraaf 3 uit het addendum 2.0. U kunt hierbij de formats gebruiken zoals genoemd onder punt 2 (procedure aanvang ondersteuning)

Berichtenverkeer Jeugd Voor het berichtenverkeer tussen zorgaanbieders en Peel 6.1 zijn er twee werkwijzen: 1. Structurele werkwijze 2. Alternatieve werkwijze De structurele werkwijze van het berichtenverkeer gaat via twee knooppunten. De gemeenten geven berichten door via het Gemeentelijk GegevensKnooppunt (GGK). De zorgaanbieders geven berichten door via VECOZO. Beide knooppunten worden aan elkaar verbonden. Uitwisseling van berichten tussen gemeenten en zorgaanbieders zal dus op deze wijze gerealiseerd worden. Deze werkwijze is


Pagina 22

nog niet operationeel. Streefdatum hiervoor is 1 juli 2015. Tot die tijd geldt een alternatieve werkwijze waarbij alle berichten (zie addendum 2.0) per post worden verstuurd. Op de website van Peel 6.1 (www.peel6-1.nl) is de verwijsindex opgenomen die het berichtenverkeer ondersteunt. Zorgaanbieders moeten de productcodes uit deze index gebruiken bij het berichtenverkeer en facturering. Het juiste gebruik van de nieuwe productcodes is van groot belang voor o.a. een snelle afhandeling van de factuur. Heeft u vragen over de productcodes? Neem dan contact op met Peel 6.1. U vindt de contactgegevens verderop in dit boek.

4.

Mutatie opdrachtverstrekking Jeugdzorg

De werkwijze m.b.t. het doorgeven van een wijziging in het ondersteuningstraject (iJW307) vindt u in paragraaf 4 van het addendum. U vindt het addendum op www.peel6-1.nl onder aanbieders. Voor de communicatie tussen zorgaanbieders en Peel 6.1 wordt gebruik gemaakt van een nog vast te stellen format.

5.

Kwaliteitseisen Wmo

In de onderscheidende Deelovereenkomsten zijn de eisen opgenomen die aan de kwaliteit van de dienstverlening worden gesteld. In zijn algemeenheid betreft dit: a. Er worden niet meer kwaliteitsbepalingen gehanteerd dan nodig is. b. De kwaliteitsbepalingen zijn in het belang -en ter bescherming- van de inwoner en de medewerkers van aanbieders. c.

In ieder geval worden de voor aanbieder geldende wettelijk vastgelegde kwaliteitsbepalingen nageleefd, waaronder de bepalingen daaromtrent in hoofdstuk 3 van Wmo 2015 alsook de bepalingen daaromtrent in of bij de Verordening maatschappelijke ondersteuning ingevolge artikel 2.1.3 Wmo 2015.

Het betreft hierbij in ieder geval: Aanbieder zorgt voor een goede kwaliteit van voorzieningen, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen, door: a. de voorziening veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht te verstrekken; b. het afstemmen van voorzieningen op de persoonlijke situatie en reële behoefte van de cliënt; c. het afstemmen van voorzieningen op andere vormen van zorg; d. erop toe te zien dat beroepskrachten tijdens hun werkzaamheden in het kader van het leveren van voorzieningen handelen in overeenstemming met de professionele standaard, zoals geldend in hun branche; e. het treffen van een regeling voor de afhandeling van klachten van cliënten ten aanzien van gedragingen van aanbieder jegens een cliënt; f.

het treffen van een regeling voor medezeggenschap van cliënten over voorgenomen besluiten van aanbieder die voor de gebruikers van belang zijn.


Pagina 23

Het college kan bij nadere regeling bepalen welke verdere eisen worden gesteld aan de kwaliteit van voorzieningen, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen. Een belangrijk uitgangspunt bij de dienstverlening is cliënttevredenheid. Kwaliteit van dienstverlening wordt in belangrijke mate beoordeeld door de cliënt en/of zijn mantelzorgers/netwerk. Beschermd wonen Specifiek voor de maatwerkvoorziening Beschermd wonen geldt voor zowel zorg in natura als voor een persoonsgebonden budget dat de dienstverlening in ieder geval dient te voldoen aan de norm “Verantwoorde zorg”. Tevens dient de dienstverlener (zowel Zin als pgb) te beschikken over een voor de sector erkend keurmerk. Ontwikkelagenda Kwaliteit is nadrukkelijk een onderwerp voor de Ontwikkelagenda. Aan de hand van de Wmouitvoeringspraktijk wordt beoordeeld of en welke aanvullende kwaliteitsnormen van toepassing zijn. Kwaliteitstoezicht Wmo Peel 6.1 ziet toe op de naleving van de gestelde kwaliteitseisen via periodieke overleggen met aanbieders, een jaarlijks cliëntervarings-onderzoek en het zo nodig in overleg met de Inwoner ter plaatse controleren van de geleverde Individuele Maatwerkvoorziening (art.13 Wmo 2015). Aanbieders verlenen hun medewerking aan door Peel 6.1. uit te voeren onderzoeken naar de uitkomsten van de uitgevoerde Maatwerkvoorzieningen. Deze onderzoeken zijn gericht op het meten van resultaat. Via voortgangs- en eindrapportages zal hiertoe de nodige beleidsinformatie door aanbieders worden verschaft. De Gemeente toetst de uitvoering van de Maatwerkvoorziening per jaar op een aantal indicatoren. Deze indicatoren worden gezien als elementen in het benoemen van de kritische succes- en faalfactoren. In combinatie met gegevens vanuit het cliëntervaringsonderzoek geven zij een indicatie voor de kwaliteit van de geleverde dienstverlening. Voor de ontwikkeling hiervan wordt gebruik gemaakt van de landelijk vastgestelde standaarden. In de toekomst kunnen deze indicatoren leiden tot sanctionering in de vorm van opzegging van de overeenkomst vanwege een onvoldoende kwaliteitsniveau. Dit maakt onderdeel uit van de Ontwikkelagenda. Om deze toets te kunnen realiseren zijn aanbieders verplicht tot registratie en levering van de indicatoren conform aanwijzing daartoe van de Gemeente. Dit in een nog te ontwikkelen rapportage format. Hierbij wordt aangesloten bij de noodzakelijke gegevensset ten behoeve van de gemeentelijke monitor voor het Sociaal Domein. Daarnaast is de aanbieder verplicht medewerking te verlenen aan een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek, door Peel 6.1. te houden. Indien de aanbieder zelf klanttevredenheidsonderzoeken uitvoert (in relatie tot de Maatwerkvoorziening) informeert zij Peel 6.1. direct en uit eigen beweging over de uitkomsten daarvan. Peel 6.1. wordt, desgevraagd, nader inzicht geboden in de onderzoeksresultaten en de wijze van totstandkoming.


Pagina 24

Te toetsen indicatoren a. Uitval: a. aantal voortijdige beëindigingen door de aanbieder als percentage van het totaal aantal Individuele opdrachtverstrekkingen; b. aantal voortijdige beëindigen door Inwoner als percentage van het totaal aantal Individuele opdrachtverstrekkingen. b. Klachten: Aantal en % afgezet tegen het totaal aantal individuele opdrachtverstrekkingen door de aanbieder ontvangen schriftelijke (via post / email) klachten over geboden maatwerkvoorziening naar aard en oorzaak inclusief een overzicht van afwikkeling en op basis van klachten getroffen maatregelen. c. Calamiteiten: c. iedere calamiteit die bij de verstrekking van een voorziening heeft plaatsgevonden; d. geweld bij de verstrekking van een voorziening. d. Resultaat: Inzicht in het aantal beëindigde opdrachten waarbij per beëindigde opdracht wordt aangegeven of c.q. in hoeverre het vooraf bepaalde resultaat middels de Individuele Opdrachtverstrekking is behaald.

6.

Guido

Voor aanbieders van Wmo begeleiding geldt een verplichte deelname aan Guido Guido is de digitale sociale kaart van de zes Peelgemeenten. Een hulpmiddel, dat de inwoners en aanbieders in een gemeente snel verwijst naar relevante informatie en instanties. Guido wordt bovendien door Wmo-consulenten gebruikt om samen met cliënten een aanbieder te kiezen bij wie een maatwerkvoorziening in de vorm van zorg in natura wordt afgenomen. Cliënten krijgen hiervoor een code waarmee ze toegang krijgen tot een afgeschermd gedeelte van de website. Guido is nog niet beschikbaar voor Jeugdzorg en andere Wmo-taken, maar hier wordt wel aan gewerkt. Guido in het kort 

Als gecontracteerde zorgaanbieder heeft u een of meerdere diensten of producten die kunnen worden afgenomen. Zie daartoe bijlage 1 van de deelovereenkomsten.



Inwoners van de Peel die vanaf 2015 een maatwerkvoorziening krijgen, hebben de vrijheid om te kiezen met welke zorgaanbieder zij dit willen gaan invullen.



Guido wordt gebruikt door de Wmo-consulenten/professionals en door de inwoners die een maatwerkvoorziening krijgen om alle opties met elkaar te vergelijken en deze keuze te faciliteren.



Gecontracteerde aanbieders moeten daarom verplicht hun aanbod in Guido opnemen.


Pagina 25

Medewerking aan Guido verplicht In de overeenkomst met Peel 6.1 (bijlage 1) is uw medewerking aan Guido geregeld. Die verplichting is belangrijk, omdat we er zeker van moeten zijn dat alle activiteiten die door aanbieders ingezet kunnen worden op Guido te vinden zijn. Maar wat houdt deze verplichting precies in?  Als u het contract heeft getekend, meldt Bizob u aan bij Guido. Binnen enkele dagen ontvangt de geregistreerde contactpersoon voor uw organisatie per email de inloggegevens en een handleiding.  Zoals u weet zijn de verschillende diensten voor maatwerkvoorziening Begeleiding ondergebracht in een beperkt aantal categorieën. Deze zijn vertaald in eenvoudige lettercodes, die door de Wmoconsulenten worden gebruikt, en die inwoners in de arrangementsbrief toegezonden krijgen. Met deze code(s) kunnen zij vervolgens op Guido een overzicht krijgen van al het beschikbare aanbod.  Elke dienst/product dat u aanbiedt, moet binnen Guido te vinden zijn. Daarvoor dient u een aanbod-pagina aan te maken, die u koppelt aan de juiste indicatiecode(s). Als u een dienst/product heeft die binnen meerdere indicatiecodes past, dan kunt u bij het aanmaken van de aanbod-pagina meerdere codes aanvinken. Heeft u echter voor meerdere codes verschillende diensten of producten, dan maakt u voor elke dienst/product een aparte aanbodpagina aan (  Uw aanbod is op dit moment alléén zichtbaar voor mensen die een indicatiecode hebben. Wilt u uw organisatie breder profileren, dan maakt u ook een organisatiebeschrijving aan. Uw organisatie is dan binnen heel Guido te vinden, voor alle bezoekers (zie ook ‘Organisatiebeschrijving maken’, verderop).  U beheert zelf uw teksten en eventuele afbeeldingen op Guido. U ontvangt hiervoor een inlogaccount, dat aan uw pagina’s is gekoppeld. Het is natuurlijk in uw eigen belang dat de gegevens op Guido correct en actueel zijn. U mag deze dan ook zo vaak aanpassen als u wilt.

Kosten De teksten in Guido worden gescreend door een professionele redactie. Voor deze werkzaamheden plus het aanmaken en beheren van inlogaccounts en het publiceren van uw informatie betaalt u een bijdrage. De hoogte van de bijdrage hangt af van de soort en hoeveelheid pagina’s die u aanmaakt. In onderstaande tabel wordt dit toegelicht.

Soorten informatie op Guido De kosten van Guido zijn afhankelijk van het soort informatie en de hoeveelheid pagina’s. Er zijn vier soorten informatie: Organisatievermelding Onder een organisatievermelding verstaan we een korte, algemene, beschrijvende tekst van een organisatie en algemene contactgegevens (NAWT en website). Deze informatie is vrij toegankelijk voor alle bezoekers van Guido. Iedere partij die een aanbod plaatst, dient ook een (kosteloze) organisatievermelding toe te voegen. In de beschrijving mag geen reclame gemaakt worden voor producten en diensten.


Pagina 26

Formeel aanbod Onder formeel aanbod verstaan we diensten en producten die alléén geleverd worden op basis van de gesloten deelovereenkomst met de gemeente. Voor elke afzonderlijke dienst/product wordt een beschrijvende pagina toegevoegd, en deze informatie is alleen zichtbaar voor bezoekers met een indicatiecode. Een formele aanbieder moet minimaal één product/dienstbeschrijving toevoegen. Elk product of dienst moet een eigen pagina krijgen (combineren mag dus niet). Informeel aanbod Hieronder verstaan we met name diensten en producten die om niet, tegen minder dan, of maximaal tegen kostprijs vrij worden aangeboden en/of worden aangeboden door aanbieders die als vrijwilligersorganisatie kunnen worden aangemerkt – een en ander ter beoordeling van Guido. Commercieel aanbod Onder commercieel aanbod verstaan we diensten en producten die tegen betaling rechtstreeks aan burgers worden aangeboden door aanbieders en die als commercieel kunnen worden aangemerkt – een en ander ter beoordeling van de redactie van Guido. Tariefstructuur Soort informatie Organisatievermelding

Formeel aanbod

Commercieel aanbod Informeel aanbod

Entreekosten

Aantal product/dienstpagina’s

€ 0,-

Jaartarief

1

€ 0,-

Maximaal 3

€ 100,-

4 of meer

€ 450,-

€ 100,-

Per item

€ 150,-

€ 0,-

Onbeperkt/Fair use

€ 0,-

€ 100,-

Toelichting tarieven:  Organisatievermelding is altijd verplicht en kosteloos.  Formeel aanbod: Elke nieuwe organisatie betaalt bij aanvang contract € 100,- eenmalige entreekosten, plus € 100,- per jaar. Binnen dat bedrag mogen maximaal 3 afzonderlijke product- of dienstenpagina’s worden aangemaakt. Zodra er 4 of meer productpagina’s worden aangemaakt (ook al is dat op 31-12) , wordt € 350,- extra gefactureerd. Bij verlenging geldt dat aan het begin van het jaar gekeken wordt hoeveel productpagina’s er voor een organisatie actief staan. Zijn dat er 4 of meer, dan wordt € 450,- gefactureerd, zijn dat er minder, dan wordt € 100,- gefactureerd. De maximale jaarbijdrage is dus € 450,-.  Commercieel aanbod: € 100 eenmalige entreekosten plus € 150,- per item per jaar. Dus als een aanbieder 1 item heeft dat elke maand wijzigt (aanbieding van de maand) is het € 150,-. Zet de aanbieder er bijvoorbeeld in de zomermaanden 3 vaste producten bij, dan zijn de kosten voor dat jaar dus € 600,-. De maximale jaarbijdrage is dus afhankelijk van het totale aantal afzonderlijke product/dienstpagina’s dat actief staat.


Pagina 27

 Informeel aanbod: is volledig gratis en in principe onbeperkt (fair use policy – als een aanbieder veel meer items online zet dan de gemiddelde aanbieder kan in extreme gevallen verzocht worden dit in te perken – een en ander ter beoordeling van Guido).  Op basis van de situatie per 1 januari van een kalenderjaar ontvangt elke organisatie een factuur voor het komende jaar. In de database van Guido wordt per organisatie bijgehouden hoeveel individuele producten en/of diensten er in dat jaar daadwerkelijk online staan. Op basis daarvan kan tijdens het lopende kalenderjaar een aanvullende factuur worden verzonden als er extra pagina’s worden aangemaakt. Een bestaande productpagina mag vooralsnog ongelimiteerd gewijzigd worden. Bij instap tijdens een lopend kalenderjaar is altijd de volledige bijdrage verschuldigd.

Deelname aan Guido in geval van pgb-begeleiding Deelname aan Guido is alleen verplicht in geval van het aangaan van een contract Zorg in Natura Wmo begeleiding met de Peelgemeenten. Verplichte deelname aan Guido is niet aan de orde indien u diensten begeleiding verricht op basis van pgb. Dit laatste houdt verband met een belangrijk Wmouitgangspunt inzake pgb: regievoering door de burger. Indien een burger kiest voor een persoonsgebonden budget, heeft de burger vervolgens – binnen de grenzen van de Wmo / verstrekte maatwerkvoorziening – de vrijheid om zijn/haar dienstverlener te kiezen. De gemeente heeft daar geen rol in. Dat neemt niet weg dat u zich als pgb-dienstverlener kunt profileren via Guido en zichtbaar kunt maken voor burgers/budgethouders pgb. U kunt dat doen als commerciële aanbieder. U komt dan – voor iedereen zichtbaar – met uw bedrijf / informatie op Guido te staan binnen de relevante categorieën.

7.

Eigen bijdrage Wmo (zorggegevens aanleveren bij CAK)

Inwoners die een maatwerkvoorziening Wmo ontvangen, betalen een deel van de kosten zelf. Dit is de eigen bijdrage. De hoogte van de eigen bijdrage wordt bepaald door het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Dit is afhankelijk van het inkomen en vermogen, leeftijd, samenstelling van een huishouden en de omvang van de zorg van klanten. Ook voor Jeugdzorg dient een eigen bijdrage betaald te worden. Dit is aan de orde indien een kind voor één of meerdere dagen of dagdelen per week buitenshuis verblijft. De gemeente bepaalt wie de ouderbijdrage verschuldigd is. Voor wat betreft het bepalen en opleggen van de eigen bijdrage door het CAK, zijn aanbieders (conform de deelovereenkomsten) verplicht om zorggegevens aan te leveren bij het CAK.

Hoe kunt u zorggegevens Wmo aanleveren bij het CAK? Aanleveringen van zorggegevens verlopen via het CAK Extranet. U kunt hierop inloggen via de volgende url: https://keten.hetcak.nl/. Afhankelijk van de manier van aanleveren kunt u vervolgens kiezen voor een applicatie. Heeft u nog geen toegang tot het CAK Extranet? Vul dan het aanvraagformulier voor zorgaanbieders in op de website van het CAK. Vanaf 2015 kunt u op een AGB-code alle zorg (conform de conversietabel) aanleveren. Een WZAcode kent beperkingen. Daarop kunnen geen productcodes in de 300- (overgangscliënten)


Pagina 28

aangeleverd worden. Wij raden u dan ook aan een (bestaande) AGB-code te gebruiken. Heeft u geen bestaande code? Dan kunt u bij Vektis een AGB-code aanvragen. Het is mogelijk een WZA-code aan te vragen bij het CAK, maar gezien de beperkingen die een WZA-code kent, raden wij dit af. Vektis geeft een 8-cijferige AGB-code uit. Voor aanleveringen aan het CAK haalt u de eerste 2 cijfers eraf, zodat de AGB-code uit 6 cijfers bestaat.

CAK-codes Wmo 2015 Om na afloop van een periode van 4 weken de juiste gegevens bij het CAK aan te kunnen leveren heeft Peel 6.1 CAK-codes vastgelegd voor de diverse nieuwe categorieën. Aanbieders moeten deze codes gebruiken als ze de daadwerkelijk geleverde uren zorg op cliëntniveau doorgeven aan het CAK. Het CAK stelt vervolgens op basis van deze gegevens de eigen bijdrage voor de klant vast. Belangrijk hierbij is om onderscheid te maken tussen cliënten die vallen onder het overgangsrecht en nieuwe cliënten / cliënten na een herindicatie. Dit is voor de klant van groot belang omdat de eigenbijdragesystematiek verschilt voor deze cliëntgroepen. Bij een onjuiste codering kan dit grote gevolgen hebben voor de hoogte van de eigen bijdrage die aan de klant wordt opgelegd. N.B. Voor begeleiding groep geldt dat 1 dagdeel geleverde zorg = 1 uur zorgproductie in de aanlevering bij het CAK. CAK-codes Wmo

Overgang

Nieuw

Begeleiding individueel planbaar

BGI

303

403

Begeleiding individueel niet planbaar

BGI extra

304

404

Begeleiding groep 4 - 8 personen

BGG

311

411

Begeleiding groep 7 - 15 personen

BGG extra

312

412

Kort Verblijf

Kort V

X

428

Jeugdzorg Voor de werkwijze m.b.t. de ouderbijdrage voor jeugdzorg verwijzen wij u naar paragraaf 6 uit het addendum 2.0. U vindt het addendum op www.peel6-1.nl onder aanbieders.

8.Calamiteiten en geweldsincidenten Wmo en Jeugd Toezicht bij calamiteiten en geweldsincidenten Het toezicht in de Wmo en jeugdhulp heeft met name betrekking op:  toezicht op de kwaliteitseisen die worden gesteld aan voorzieningen, waaronder de deskundigheid van beroepskrachten; het betreft hier dus het toezicht op de zorgaanbieders en PGB-dienstverleners;


Pagina 29

 toezicht bij calamiteiten en geweldsincidenten door of tegen cliënten en of medewerkers . Een calamiteit is: “een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die tot een ernstig schadelijk gevolg of tot de dood heeft geleid.” De toezichthouder moet ervoor zorg dragen dat er onderzoek plaatsvindt naar de calamiteit. Doel hiervan is te leren hoe in de toekomst dergelijke calamiteiten voorkomen kunnen worden. Conform vastgelegd in de Jeugdwet en artikel 3.4 van de Wmo 2015 en zoals vastgelegd in de deelovereenkomsten dient een zorgaanbieder aan de met Kwaliteitstoezicht belaste ambtenaar onverwijld melding te doen van:  iedere calamiteit die bij de verstrekking van een voorziening heeft plaatsgevonden;  geweld bij de verstrekking van een voorziening. Daarnaast dient een zorgaanbieder of dienstverlener ook de gemeente te informeren. Op het moment dat zich een calamiteit of geweldsincident voordoet, worden de volgende werkzaamheden door de gemeente gecoördineerd:  Het in werking zetten van het communicatie- en calamiteitenprotocol Wmo/Jeugd;  Het opdracht geven / dan wel zelf uitvoeren van nader onderzoek en opstellen van een rapportage van bevindingen en aanbevelingen. Bij jeugdhulp is het wettelijk de Inspectie voor de Jeugdzorg die het nader onderzoek uitvoert.

Onderzoek bij calamiteiten en geweldsincidenten Wmo en Jeugd Als een calamiteit of geweldsincident zich heeft voorgedaan, wordt er nader onderzoek ingesteld naar de achtergronden hiervan. Dit gebeurt door –of onder verantwoordelijkheid van- de toezichthouder. De toezichthouder zal in de regel van zijn bevindingen een verslag of rapport opmaken, waarin de feitelijke situatie wordt beschreven en hij zijn oordeel geeft over de situatie, inclusief eventuele aanbevelingen. Het is vervolgens aan het college (voor de Wmo) en de Inspectie (Jeugd) om passende maatregelen te nemen, bijvoorbeeld een (waarschuwings-)brief of gesprek met de aanbieder, of zelfs een last onder dwangsom. Het is ook denkbaar om tevens maatregelen te treffen in het kader van het contractbeheer, bijv. opzegging van de overeenkomst.

Toezichthouder Jeugd De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Veiligheid en Justitie zijn verantwoordelijk voor het landelijk toezicht op de naleving van de Jeugdwet en het onderzoek naar de kwaliteit van de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Bij het toezicht op basis van de Jeugdwet treden de inspecties gezamenlijk op. Toezicht binnen de Jeugdwet betekent dat de inspectie(s) informatie verzamelen over de kwaliteit van de jeugdzorg, zich een oordeel vormen en zo nodig ingrijpen. Ook kijken de inspecties of het beleid voor de jeugdzorg in de praktijk goed werkt.


Pagina 30

Toezichthouder Wmo De zes gemeenten binnen de Peelregio beleggen het toezicht op de kwaliteit en bij calamiteiten bij de GGD Zuidoost-Brabant, die hiervoor speciale toezichthoudende ambtenaren aanwijst. Er zal een telefoonnummer beschikbaar worden gesteld waar dienstverleners een calamiteit kunnen melden.

Communicatie- en calamiteitenprotocol Voor de jeugd en de Wmo is er een gezamenlijk communicatie- en calamiteitenprotocol opgesteld, waarin wordt vastgelegd hoe zorginstellingen calamiteiten moeten melden, en de communicatie hierover. Dit protocol (Communicatieprotocol Peelregio bij Calamiteiten Jeugd en Wmo) staat op de website van Peel 6.1. In dit protocol worden per gemeente (één of meerdere) functionarissen benoemd die direct aanspreekbaar zijn in het geval van een calamiteit. Een overzicht van de namen hiervan is bekend bij zowel de uitvoeringsorganisatie van Peel 6.1, bij de verantwoordelijke wethouders, als bij de aanbieders. Wij verzoeken eveneens aan de gecontracteerde aanbieders om bij het Bizob ([email protected] of [email protected]) de contactgegevens van hun bestuurders aan te leveren, zodat er in voorkomende gevallen snel overleg kan worden georganiseerd over alle noodzakelijke stappen.


Pagina 31

Deel 3 – Zorg declareren 1.

Indienen factuur Wmo-voorzieningen

Dit hoofdstuk gaat over het facturen van nieuwe Wmo-taken (begeleiding, beschermd wonen en kort verblijf). Bij de uitwerking van de richtlijnen is het van belang om onderscheid te maken tussen richtlijnen voor de korte termijn (tot 1 juli 2015) en voor de periode hierna. Het uitgangspunt is dat we factuur/declaratieberichten gaan uitwisselen conform de iWMO standaard (iWMO 303 en het bijbehorende retourbericht iWMO304) via de landelijke infrastructuur die hiervoor is opgezet (Vecozo schakelpunt voor de zorgaanbieders en Gemeentelijk Gegevens Knooppunt – GGK voor de zorgaanbieders). Om deze gegevensuitwisseling goed te laten verlopen moet u gebruik maken van de zogenaamde Verwijsindex Wmo Peel 6.1.. Om tijdige betaling van de facturen voor de komende maanden te kunnen verzorgen met zo min mogelijke administratieve lasten (voor uitvoeringsorganisatie en zorgaanbieders) hebben we twee opties waarvan u gebruik kunt maken. Aanbieders met een opdrachtbevestiging van Peel 6.1 kunnen de geleverde zorg factureren aan Peel 6.1. U kunt hiervoor een verzamelfactuur indienen met als bijlage een specificatie op individueel klantniveau. U kunt voor deze bijlage verschillende formats gebruiken. Meer informatie hierover volgt na de informatie over de factuureisen

Factuureisen Wmo Uw factuur moet een aantal zaken bevatten. Zie daarvoor het document Algemene factuurvereisten belastingdienst. Dit document staat op de website van Peel 6.1. Daarnaast moet de factuur voldoen aan het gestelde onder “Wijze van administreren, verantwoorden, bekostigen, declareren” in de overeenkomsten m.b.t. begeleiding, beschermd wonen en kortdurend verblijf. De factuur kunt u op papier per post of via mail (pdf) sturen naar: Peel 6.1 Zorg en Ondersteuning inzake gemeente XXX (waarop de declaratie betrekking heeft) t.a.v. crediteurenadministratie Postbus 227 5700 AE Helmond e-mail: [email protected] Let op: factuur en specificatie op klantniveau dienen op gelijke wijze aangeleverd te worden, dus beide per post of beide per mail.

Specificatie op individueel klantniveau Voor de specificatie op individueel klantniveau zijn er tot 1 juli 2015 twee mogelijkheden:


Pagina 32

1. U levert de gegevens aan in een bestand in CSV-/Excel formaat conform iWMO 303 formaat. U vindt dit Excelbestand op www.peel6-1.nl. U vindt hier ook een gedetailleerde invulinstructie. Hierbij kunt u gebruik maken van het hierbij horende landelijk gedefinieerde declaratie bericht in Excel formaat (zie eveneens de Invulinstructie WMO 303 bericht). Desgewenst kunt u ook gebruik maken van de landelijk beschikbaar gestelde WMO/Jeugd berichten convertor. https://www.istandaarden.nl/istandaarden/Modules/Berichtenconverter-Wmo-en-Jeugdwet.html 2. U levert de gegevens aan in een bestand in CSV-/Excel formaat conform de WMO bulkfactuurstandaard. U vindt dit Excelbestand op www.peel6-1.nl. U vindt hier ook een gedetailleerde invulinstructie. Zie voor uitleg hierover: het document “Invulinstructie WMO bulkfactuur standaard. In dit document is ook een voorbeeld Excel bestand toegevoegd. Hoe kunt u de specificaties aanleveren? Voor de aanlevering van bestanden met specificaties op klantniveau zijn er tot 1 juli 2015 twee mogelijkheden: 1. Via het Vecozo schakelpunt. Als u gebruik maakt van het Vecozo schakelpunt moet u dit aangeven op de verzamelfactuur. 2. Fysiek afgeven van een gegevensdrager (b.v. een usb-stick) inclusief de papieren verzamelfactuur in een gesloten envelop bij de receptie van Peel 6.1 Zorg en Ondersteuning, Zandstraat 94 in Helmond.

Tarief overgangsrecht of tarief nieuwe klant? De algemene regel is dat mensen met een AWBZ-indicatie die in 2015 doorloopt, de uit die indicatie voortvloeiende rechten en plichten behouden tot het einde van de indicatie, uiterlijk tot 1 januari 2016. Tijdens de duur van de AWBZ-indicatie heeft het overgangsrechttarief te gelden zoals vastgelegd in bijlage 3 van de deelovereenkomsten. Na afloop AWBZ-indicatie Na afloop indicatie AWBZ, kan zorg gecontinueerd worden ingevolge de Wmo. Dit met inachtneming van de Wmo-regels (landelijk en lokaal) waaronder ook het tarief voor nieuwe klanten. In het kader van de Wmo 2015 hebben gemeenten een doorlooptijd van 8 weken voor de procedure van melding tot afgifte Wmo-beschikking. De Wmo-beschikking wordt naar de klant gestuurd. De betrokken aanbieder ontvangt een toewijzingsbericht (iWMO301) over de toekenning (o.a. ingangsdatum, einddatum, product categorie en productcode en omvang van de zorg). Vanaf de ingangsdatum van het besluit Wmo (die dus direct aansluit op einddatum AWBZ-indicatie) geldt het nieuwe tarief. Op dit moment verloopt de communicatie via mail. De komende periode wordt de overstap gemaakt naar geautomatiseerd berichtenverkeer. Het kan voorkomen dat de formele afhandeling van een aanvraag (afhandeling rapportage / toezending beschikking aan klant) nog dient plaats te vinden, maar dat al wel helder is dat de zorg na einddatum AWBZ gecontinueerd gaat worden ingevolge de Wmo 2015. Ook in die situaties ontvangt de betrokken aanbieder, vooruitlopend op de formele Wmo- toekenning aan de klant, via een mail bericht over de toekenning en kan, na einddatum AWBZ, zorg geleverd worden op basis van het tarief voor nieuwe klanten.


Pagina 33

Als nog niet duidelijk is of de zorg gecontinueerd wordt ingevolge de Wmo Het komt voor dat na einde indicatietermijn AWBZ nog geen duidelijkheid bestaat over het recht en de omvang van de zorg ingevolge de Wmo. Dit kan zijn omdat er nog geen huisbezoek heeft plaatsgevonden of omdat er wel een huisbezoek heeft plaatsgevonden maar er nog een nader onderzoek nodig is voor wat betreft vaststelling recht op een maatwerkvoorziening ingevolge de Wmo. Om te voorkomen dat in die situaties de continuïteit van zorg in gevaar komt, krijgt de aanbieder via een mail van de gemeente bericht dat de AWBZ-zorg “verlengd” wordt. Daarbij geldt het overgangsrecht-tarief. Als het Wmo-onderzoek vervolgens is afgerond en er dus duidelijkheid is over de zorgomvang vanuit de Wmo, wordt een beschikking afgegeven. Deze beschikking behelst 2 besluiten: 1. het (formele) besluit tot “ verlenging” van de AWBZ-zorg tot een genoemde datum x (waarbij het overgangstarief heeft te gelden tot datum x) en 2. het besluit tot toekenning van een Wmo-maatwerkvoorziening vanaf datum y (waarbij vanaf datum y het tarief voor nieuwe klanten heeft te gelden). Indien het Wmo-besluit echter een afwijzing van zorg inhoudt, dan zal de datum van het besluit onder 1) in ieder geval zo gesteld worden dat ingezette zorg door de aanbieder (na einde indicatietermijn AWBZ) volledig wordt bekostigd door de gemeente (op basis van het overgangstarief). Gelijk onder 2) ontvangt de aanbieder via mail het toewijzingsbericht van het Wmo-besluit.

Afhandeling van uw factuur Nadat u uw factuur inclusief de specificaties op individueel cliëntniveau ingediend heeft bij beoordelen wij of uw factuur voldoet aan de algemene factuureisen en de specificaties op individueel klantniveau. Als uw factuur niet aan de eisen voldoet, nemen wij contact met u op om zo snel mogelijk tot een correcte indiening van de factuur te komen en de betaling te kunnen laten plaatsvinden binnen de betalingstermijn.

Nog vragen? Heeft u vragen over het indienen van een factuur, dan kunt u uw vraag mailen naar [email protected]. Wij nemen dan zo snel mogelijk contact met u op. Wij verzoeken u om bij ‘onderwerp’ duidelijk aan te geven waar het bericht over gaat (b.v. Facturering “nieuwe” Wmo). Vermeld in het bericht a.u.b. naam en telefoonnummer van de contactpersoon.

2.

Indienen factuur Jeugdzorg

Voor de werkwijze m.b.t. de facturatie verwijzen wij u naar paragraaf 5 uit het addendum. U vindt het addendum op www.peel6-1.nl onder aanbieders. We maken onderscheid in de facturatie van zorg waarbij gewerkt wordt met de DBC systematiek (o.a. Jeugd GGZ) en overige jeugdzorg.


Pagina 34

Tijdelijke oplossing voor factuur DBC Samen met aanbieders voor Jeugd GGZ wordt bekeken om de werkwijze m.b.t. facturatie aan te passen t.o.v. wat in het addendum 2.0 is afgesproken. Er zijn afspraken gemaakt voor een tijdelijke oplossing, wat het volgende inhoudt: Bij de zorgvorm DBC is het in de voorfactuur niet altijd mogelijk om de definitieve productcode aan te geven. Bij DBC wordt daarom gebruik gemaakt van de productcode 32801 “DBC voorfactuur”. Op het moment dat er, aan het einde van een ondersteuningstraject, een eindfactuur wordt gestuurd, wordt de volledige DBC in rekening gebracht, conform de genoemde maximale tarieven behorende bij het NZA product in de aanbesteding. De voorfacturen op “DBC voorfacturen” worden daarbij gecrediteerd en verrekend met de eindfactuur. Facturatie afspraken overige zorgvormen In het addendum 2.0 is opgenomen dat er sprake kan zijn van 2 soorten facturaties: 1. Het versturen van een factuur per maand; 2. Het versturen van een voorfactuur per maand en een eindfactuur aan het einde van het ondersteuningstraject en aan het einde van een boekjaar. Een aantal opdrachtnemers, te weten opdrachtnemers die geen ondersteuning leverden in 2013 in Zuidoost Brabant en vrijgevestigde opdrachtnemers met minder dan 10 cliënten, kunnen geen gebruik maken van optie 2. De ontvangen facturen dienen in alle gevallen te voldoen aan de in het addendum gestelde factuurvereisten. Indien dit niet het geval is worden de facturen geretourneerd. U kunt uw facturen sturen naar: Peel 6.1 Zorg en Ondersteuning inzake gemeente XXX (waarop de declaratie betrekking heeft) t.a.v. crediteurenadministratie Postbus 227 5700 AE Helmond e-mail: [email protected]

Nog vragen? Heeft u vragen over het indienen van een factuur, dan kunt u uw vraag mailen naar [email protected]. Wij nemen dan zo snel mogelijk contact met u op. Wij verzoeken u om bij ‘onderwerp’ duidelijk aan te geven waar het bericht over gaat (b.v. Facturering jeugdhulp). Vermeld in het bericht a.u.b. naam en telefoonnummer van de contactpersoon.


Pagina 35

Deel 4 - Persoonsgebonden budgetten De deelovereenkomsten handelen over de verstrekking van voorzieningen in de vorm van zorg in natura. Via een persoonsgebonden budget (pgb) kan ook zorg worden geleverd. Het staat aanbieders vrij om naast zorg in natura ook zorg via pgb’s te leveren en vice versa. Alleen kiezen voor zorg in natura of zorgverlening via pgb’s kan uiteraard ook. De Jeugdwet stelt striktere voorwaarden voor het verstrekken van pgb’s dan de Wmo. De regels voor de verstrekking van een voorziening in de vorm van een pgb liggen voor de Wmo vast in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de lokale Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 (hoofdstuk 5) en de lokale Nadere regels 2015 (hoofdstuk 4). De zes Peelgemeenten hebben ieder afzonderlijk een verordening en een set nadere regels. Wat betreft de regels inzake pgb’s zijn de regels uniform en dus voor alle zes Peelgemeenten gelijk. Voor jeugd zijn er voor alle 6 gemeenten gelijke kaders aan de orde, en dat zijn:  de Jeugdwet  de verordening jeugdhulp 2015 Peelgemeenten  de nadere regels jeugdhulp 2015 Peelgemeenten. Op de website kunt u de uitgangspunten voor Jeugd teruglezen. In dit hoofdstuk wordt een aantal belangrijke uitgangspunten met betrekking tot pgb’s nader toegelicht. Het betreft een aantal aspecten die louter zien op pgb-verstrekking. Voor wat het proces van melding/aanvraag in het algemeen, gelden ook voor pgb, de processtappen zoals neergelegd in bijlage 2 van de deelovereenkomsten.

Keuzevrijheid? Indien een inwoner aanspraak maakt op een individuele maatwerkvoorziening Wmo, dan kan de inwoner in beginsel kiezen voor de verstrekkingsvorm: of in de vorm van zorg in natura of in de vorm van een pgb. Dit belangrijke principe van keuzevrijheid ligt vast in de wet (artikel 2.3.6., eerste lid Wmo 2015). Voor Jeugdzorg ligt dit anders. Cliënten die vallen onder de Jeugdwet, dienen gemotiveerd aan te geven waarom een voorziening in natura niet passend en toereikend is. In die zin is zorg in natura voor Jeugdzorg een voorliggende voorziening ten opzicht van een pgb.

Criteria Wmo en Jeugd Het is niet zo dat een maatwerkvoorziening altijd in de vorm van een pgb wordt verstrekt indien een inwoner dat wenst. Ingevolge de wet en nadere regels moet een inwoner aan drie criteria te voldoen (waarbij dan voor Jeugdzorg nog specifiek heeft te gelden dat zorg in natura voorliggend is op pgb): 1. de aanvrager is – eventueel met hulp van zijn sociaal netwerk of wettelijk vertegenwoordiger – in staat tot een redelijke waardering van zijn belangen en in is in staat om de aan een pgb verbonden taken op een verantwoorde wijze uit te voeren. Dit criterium betekent feitelijk dat de aanvrager in staat moet zijn om de regie te voeren op zijn traject. Hiermee wordt niet alleen bedoeld dat de


Pagina 36

aanvrager in staat moet zijn tot uitvoering van administratieve taken die behoren bij een pgb, maar betekent met name ook dat de aanvrager zijn traject / het handelen van de dienstverlener moet kunnen beoordelen en indien nodig in staat is om te handelen jegens een dienstverlener (bijstelling dienstverlening, kritisch aanspreken van …). 2. de aanvrager dient zich gemotiveerd op het standpunt te stellen dat hij de maatwerkvoorziening als een pgb geleverd wenst te krijgen in plaats van in de vorm van zorg in natura. Dit criterium betekent feitelijk dat de aanvrager moet laten zien dat hij er over na heeft gedacht en een hele bewuste keuze maakt voor een pgb. Het is vervolgens niet aan de gemeente om inhoudelijk een oordeel te vellen over de keuze. De toets van de gemeente in deze blijft beperkt tot een processuele toets: heeft de burger zich voldoende gemotiveerd? 3. het derde criterium betreft een beoordeling van de inzet. Wordt met de door de aanvrager voorgestane inzet van het pgb gewaarborgd dat de dienst veilig, doeltreffend en cliëntgericht wordt verstrekt? Hierbij weegt de gemeente mee of de voorgestane in te zetten voorzieningen door de dienstverlener in redelijkheid geschikt zijn voor het doel waarvoor het pgb wordt verstrekt. Wordt met de inzet het voorgestane resultaat bereikt? Dit betekent feitelijk dat de gemeente voorafgaande aan de afgifte van de beschikking tot verstrekking van een maatwerkvoorziening dient te weten hoe de aanvrager na toekenning zijn pgb wenst in te zetten. Deze toets wordt primair gemaakt aan de hand van het pgb-plan. Daar waar de gemeente aan aanbieders zorg in natura diverse eisen stelt via de deelovereenkomsten, stelt de gemeente op voorhand geen formele (kwaliteits-)eisen aan dienstverleners pgb. Het hebben van een klachtenregeling, het hebben van algemene voorwaarden, het beschikken over een keurmerk … : dit zijn geen eisen die de gemeente stelt aan een dienstverlener pgb. Dit vanuit het principe dat de verantwoordelijkheid voor beheer en uitvoering van een pgb bij de budgethouder (burger) ligt. Een zeer belangrijke uitzondering hierop betreft Wmo-beschermd wonen. Ingevolge artikel 5.1 van de nadere regels voor wat betreft een pgb voor beschermd wonen een aanvullende specifieke kwaliteitseis wordt gesteld. De dienstverlener moet in ieder geval voldoen aan de norm “Verantwoorde zorg” en tevens moet de dienstverlener beschikken over een voor de sector erkend kenmerk.

Toets pgb-plan Teneinde te toetsen of de aanvrager in aanmerking komt voor een pgb (de criteria zoals hierboven geschetst), dient hij een pgb-plan in te dienen. Voor het pgb-plan wordt een uniform door Peel 6.1 vastgesteld format gebruikt. Dit pgb-plan moet door de aanvrager zelf – eventueel met hulp van derden – ingevuld worden. Indien het ingevulde pgb-plan voor Peel 6.1 niet afdoende is om de maatwerkvoorziening te verstrekken in de vorm van een pgb, vindt in beginsel een afwijzing plaats. Dat wil zeggen: een maatwerkvoorziening kan toegekend worden maar niet via de verstrekkingsvorm pgb. Zorg in natura is dan de aangewezen verstrekkingsvorm. Indien de aanvrager het daar niet mee eens is, kan hij bezwaar maken tegen het besluit. Bij eventuele twijfel kan de gemeente eventueel – alvorens een besluit te nemen – ook nadere informatie opvragen bij aanvrager of derden. Dit laatste uiteraard met inachtneming van privacywetgeving.


Pagina 37

Hoogte pgb In de nadere regels hebben de Peelgemeenten de pgb-tarieven vastgelegd. Een principieel uitgangspunt is dat de hoogte van een pgb niet meer kan bedragen dan de kosten die de gemeente zou hebben gehad in geval van de inzet via zorg in natura (Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 5.1, tweede lid en Verordening Jeugdhulp). Dit is dus een absolute begrenzing. Belangrijk om te weten is dat Peel 6.1 twee verschillende pgb-tariefstellingen onderscheidt: een tarief voor professionele dienstverleners en een tarief voor particuliere inzet (waaronder mede de inzet door het sociaal netwerk wordt begrepen). Van een professionele dienstverlener is – als het gaat om een zzp-er – sprake als de dienstverlener als zelfstandige staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en daarnaast beschikt over een Verklaring arbeidsrelatie (var) wuo of dga. Het kan zijn dat startende ondernemers op basis van deze eisen niet bezien zou kunnen worden als een professionele dienstverlener (ontbreken van de juiste var). Om de onwenselijke situatie te voorkomen dat startende ondernemers niet in aanmerking zouden kunnen komen voor het tarief voor professionele dienstverlener, zullen we, op basis van feiten en omstandigheden beoordelen of een dienstverlener toch als een professionele dienstverlener kan worden aangemerkt. Particuliere inzet betreft vervolgens die inzet die niet wordt geleverd door een professionele dienstverlener. Pgb-tarief Wmo-begeleiding (professionele inzet): Zie daartoe artikel 4.5 van de nadere regels. Concreet leidt dit tot de volgende tariefstellingen per 1 januari 2015 voor begeleiding door professional.

Planbaar

Categorieprijs zin per

pgb-tarief uur

maand 1 tot 2 uur p/w begeleiding ind.

€ 247,75

€ 38,12

2 tot 4 uur p/w begeleiding ind.

€ 575,30

€ 44,25


€ 1.272,58

€ 48,95


€ 339,25

€ 52,19


€ 919,84

€ 70,76


€ 1.801,86

€ 69,30

Categorieprijs zin per maand

pgb-tarief per dagdeel

Deels planbaar

4 tot 8 personen Tot 16 uur p/w per cliënt bg groep (1 tot 4 dagdelen)


€ 511,39

€ 59,01

Pagina 38

16 tot 24 uur p/w per cliënt bg groep(4 tot 6 dagdelen) 24 tot en met 36 uur p/w per cliënt bg groep (6 tot en met 9 dagdelen)

€ 1.136,37 € 1.501,27

€ 52,45 € 46,19

7 tot 15 personen Tot 16 uur p/w per cliënt bg groep (1 tot 4 dagdelen) 16 tot 24 uur p/w per cliënt bg groep (4 tot 6 dagdelen) 24 tot 36 uur p/w per cliënt bg groep (6 t/m 9 dagdelen)

€ 340,33 € 704,85 € 1.057,79

€ 39,27 € 32,53 € 32,55

Pgb-tarief voor Wmo kortdurend verblijf (professionele inzet): Zie artikel 4.6, derde lid, van de nadere regels. Het pgb-tarief is gelijk aan het tarief zorg in natura, te weten een bedrag van € 54,50 per etmaal. Pgb-tarieven Wmo Beschermd wonen De vorm en omvang van beschermd wonen via een pgb wordt op gelijke wijze vastgesteld als zorg in natura, vooralsnog in de vorm van 4 zorgzwaartepakketten GGZ C (3 t/m 6). Zie hiervoor de Deelovereenkomst Maatwerkvoorziening Beschermd Wonen. Voor het pgb Wmo Beschermd wonen gelden twee tarieven: 1. tarief voor de professionele dienstverlener Onder professionele dienstverlener wordt verstaan een entiteit die beroepsmatig zorg, maatschappelijke en/of aanpalende diensten aanbiedt aan burgers. Van beroepsmatig aanbod is in geval van een zelfstandige zonder personeel sprake indien de dienstverlener als zelfstandige staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en daarnaast beschikt over een Verklaring arbeidsrelatie wuo of dga. De hoogte van het pgb-tarief voor beschermd wonen door een professionele dienstverlener (zoals genoemd onder a) is gelijk aan het tarief zorg in natura voor een nieuwe aanbieder, zoals vermeld in de deelovereenkomst Maatwerkvoorziening Beschermd Wonen. 2. tarief voor particuliere inzet Particuliere inzet betreft de inzet die niet wordt geleverd door een professionele dienstverlener zoals beschreven onder 1. Onder particuliere inzet wordt mede begrepen inzet door het sociaal netwerk. De hoogte van het pgb voor beschermd wonen bij particuliere inzet bedraagt het tarief zoals genoemd onder 1 (tarief zorg in natura voor een nieuwe professionele dienstverlener) minus 20%.


Pagina 39

Vervoer Wmo Anders dan in geval van zorg in natura, ligt het vervoer van en naar de dagbesteding (begeleiding groep) primair bij de cliënt. Dit betekent dat de gemeente op de eerste plaats beoordeelt of de cliënt eigenstandig het vervoer kan regelen (zelf dan wel met behulp van inzet sociaal netwerk). Indien die mogelijkheid er niet is, wordt beoordeeld of de cliënt reeds beschikt over een vervoersvoorziening ingevolge de Wmo die passend en toereikend kan worden geacht voor vervoer van en naar de dagbesteding. Als beide mogelijkheden er niet zijn, wordt aan de cliënt, naast het pgb, een vervoersvoorziening verstrekt (waarbij het primaat cvv heeft te gelden). Deze toets vindt op gelijke wijze plaats indien een pgb wordt verstrekt voor kortdurend verblijf. Ook in geval van beschermd wonen – dat wil zeggen dagbesteding op een andere locatie dan de woonlocatie – vindt deze toets plaats. Kortom, vervoer maakt – in tegenstelling tot zorg in natura – nooit onderdeel uit van een pgb. Indien Wmo-vervoer noodzakelijk wordt geacht, wordt vervoer als een aparte maatwerkvoorziening toegekend.

Zorgovereenkomst Nadat de gemeente een beschikking heeft afgegeven aan de cliënt tot toekenning van een individuele maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb, is het aan de cliënt om met de dienstverlener een zorgovereenkomst op te stellen en deze op te sturen naar de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De overeenkomst hoeft niet naar Peel 6.1 Zorg en Ondersteuning. De cliënt krijgt een brief van de SVB waarin wordt gevraagd om de zorgovereenkomst. De SVB toetst de zorgovereenkomst arbeidsrechtelijk (wordt het arbeidsrecht in acht genomen). De gemeente toetst de zorgovereenkomst op inhoud: toetsing op afgesproken tarief met dienstverlener en toetsing aan de inhoud van het pgb-plan. Nadat beide toetsen (positief voor de cliënt) hebben plaatsgevonden, kan uitvoering van het pgb van start gaan.

Besteding en uitbetaling pgb Ingevolge de nadere regels (artikel 4.2) dient het volledige bedrag aan pgb verantwoord te worden. Dit betekent, in tegenstelling tot de AWBZ, dat er geen verantwoordingsvrij bedrag wordt gehanteerd. Het persoonsgebonden budget moet besteed worden aan het doel/resultaat waarvoor het is verstrekt, dus direct aan de maatwerkvoorziening gerelateerde kosten van zorg en ondersteuning. Dit betekent dat alleen die activiteiten / kosten van de dienstverlener worden vergoed die rechtstreeks het doel of resultaat ondersteunen. Dit betekent dat het pgb in ieder geval niet besteed kan worden aan:  bemiddelings- en administratiekosten;  kosten verbonden aan opstellen pgb-plan;  reistijd, vervoers- en parkeerkosten van de dienstverlener;  overheadkosten van de dienstverlener waaronder mede begrepen kosten van de dienstverlener tot opstellen van een zorg- of werkplan; en Inkoopboek Peelgemeenten, 30 juni 2015

Pagina 40

 feestdagen- en/of eenmalige uitkering of cadeau aan dienstverlener;  kosten die te beschouwen zijn als algemeen gebruikelijk (zoals abonnementskosten, gebruikelijke kosten verbonden aan het uitoefenen van een hobby of sport, uitstapjes, et cetera). Indien de cliënt een hoger tarief wil betalen aan de dienstverlener dan het pgb-tarief zoals de gemeente dat heeft toegekend, dan staat dat de cliënt vrij. De cliënt moet dan wel een bijstorting doen bij de SVB op het budget. De SVB betaalt vervolgens de gefactureerde prijs aan de dienstverlener. Dit laatste ingevolge het trekkingsrecht: de cliënt stuurt facturen van de dienstverlener naar de SVB. Na controle betaalt de SVB rechtstreeks het bedrag uit aan de dienstverlener. Overigens bestaat er een zekere mate van flexibiliteit voor wat betreft een spreiding van de ureninzet. Dat houdt in dat de tijdsbesteding aan een klant, - met het oog op wat een cliënt nodig heeft (maatwerk) -, per week kan fluctueren.


Pagina 41

Contact Peel 6.1, Zorg en ondersteuning Telefoon:

14 0492

Bezoekadres: Zandstraat 94, 5705 AZ Helmond Postadres: Postbus 227, 5700 AE Helmond E-mailadressen Uw vraag gaat over: 

Bestuurlijke aanbesteding van begeleiding, beschermd wonen of kortdurend verblijf. Email: [email protected]



Bestuurlijke aanbesteding Jeugdzorg Email: [email protected]



Huishoudelijke ondersteuning Email: [email protected]



Facturen en administratieve gegevens Email: [email protected].



Pgb Email: [email protected],

Wij verzoeken u om duidelijk aan te geven waar het bericht over gaat. Vermeld in het bericht a.u.b. naam en telefoonnummer van de contactpersoon. Wij nemen dan zo snel mogelijk contact met u op. Discussie? Indien u als aanbieder in het contact met een consulent van Peel 6.1, Zorg en Ondersteuning, naar uw beleving, niet tot gewenste afspraken /afstemming komt, kunt u contact opnemen met één van onze teammanagers. Wmo Helmond

Anton v.d. Linden

[email protected]

140492/0492-587294

Wmo andere 5

Sanny Vullers

[email protected]

140492/0492-702573

Anton v.d. Linden

[email protected]

140492/0492-587294

gemeenten Jeugd


Pagina 42

Inkoopboek nieuwe Wmo-taken en Jeugdzorg

Recommend Documents