Kind- en jeugdzorg
era! o H
151580 28102014
mag naa y b rh a b
s ui
Uw
Ontslagfolder neonatologie
Binnenkort mag uw baby mee naar huis. Dit is natuurlijk geweldig nieuws, het kan ook de nodige vragen bij u oproepen. Deze folder geeft u informatie en praktische tips voor thuis.
Waak- en slaapritme De eerste periode thuis zal wennen zijn zowel voor u als voor uw baby. De omgeving is thuis nu eenmaal anders dan in het ziekenhuis. Zo zijn er nieuwe geluiden, andere geuren en een ander bedje. Die nieuwe indrukken krijgt uw baby te verwerken. Het is dan ook niet raar dat uw baby de eerste paar dagen bijvoorbeeld wat meer huilt en slechter slaapt dan in het ziekenhuis. Ook kan het zijn dat uw baby nog moeite heeft met het vinden van een dag- en nachtritme. Het is goed uw baby een herkenbaar ritme in de zorg te geven. Wij adviseren u niet langer dan 30 tot 45 minuten met een voeding en de verzorging bezig te zijn. Het is belangrijk dat een baby voldoende rust krijgt.
Slapen en rooming-in Wij raden u aan de wieg van de baby bij u op de (slaap)kamer te zetten. U leert uw baby zo goed kennen wat betreft zijn voedingsgewoonten. Rooming-in wordt ook aangeraden in verband met de binding met uw kind en veiligheid. Het advies voor thuis is om uw baby op de rug te laten slapen. Slapen in buikligging wordt afgeraden. Voor meer informatie over veiligheid van de wieg of het bedje verwijzen we u naar de website www.veiligslapen.info/. (www.veiligslapen.info/Veilig%20slapen.) Bij een tweeling wordt geadviseerd deze ieder in een eigen bedje te slapen te leggen.
Voeding Borstvoeding Als u uw baby borstvoeding geeft en u heeft voldoende melkproductie, is het niet nodig uw baby voor en na de voeding te wegen, zoals u mogelijk in het ziekenhuis heeft gedaan. Als uw baby voldoende plast (zes natte luiers per dag) en tussen de voedingen door tevreden is, kunt u ervan uitgaan dat uw baby voldoende drinkt. Uw baby drinkt naar behoefte.
2
De eerste tijd na het ontslag is het voor de meeste baby’s die te vroeg geboren zijn nog niet mogelijk om helemaal op verzoek gevoed te worden, en kunt u het beste de voedingstijden van het ziekenhuis aanhouden. Zo gauw de baby ouder wordt, zichzelf gaat melden en goed drinkt, kunt u langzaam maar zeker gaan ‘voeden op verzoek van de baby’. Als uw baby aankomt in gewicht, krijgt uw baby voldoende voeding binnen. U kunt uw baby eenmaal per week wegen op het consultatiebureau. Bij vragen over borstvoeding kunt u terecht bij ‘Vereniging Borstvoeding Natuurlijk’ en ‘La Leche League Nederland’, voor verwijzing: www.borstvoeding.nl. Als uw productie nog niet voldoende is om uw kindje volledig te voeden, kan de borstvoeding (tijdelijk) worden aangevuld met kunstvoeding . Om de productie te stimuleren, kunt u dan extra kolven. Wij raden u aan om tijdig voor het ontslag een kolf te regelen voor thuis als uw baby nog niet alles aan de borst kan drinken en u nog kolft. Door langzaamaan over te gaan op voeden op verzoek kan het kolven worden afgebouwd. Op de afdeling vindt u informatie waar u een kolf kunt huren. Fopspeen advies voor thuis: In het ziekenhuis heeft uw baby mogelijk een fopspeen gekregen in tijden dat hij nog niet goed of vaak aan de borst kon drinken, of u mogelijk niet aanwezig kon zijn. Nu uw baby naar huis gaat kan hij zijn voedingsbehoefte aan de borst regelen. Bij het voeden op verzoek geeft een baby aan dat hij wil zuigen en aan de borst kan drinken. Het geven van een fopspeen verstoort dit evenwicht, en uw baby kan zo een voeding overslaan. Zeker gedurende de periode dat uw baby leert ‘op verzoek te voeden’, raden wij het regelmatig gebruik van een fopspeen af. Na deze periode, als de voeding goed op gang is, kunt u een fopspeen voor het slapen gaan gebruiken, nadat de baby goed gedronken heeft.
3
Flesvoeding Het is belangrijk om hygiënisch te werken bij de bereiding van flesvoeding. Zorgt u daarom voor een schoon aanrecht. Het maken van alle soorten voeding gaat op dezelfde manier: gebruik per 30ml water 1 afgestreken maatschepje kunstvoeding. In Nederland mag hier koud kraanwater voor gebruikt worden, laat de kraan eerst even stromen voordat u het water gebruikt. Op de verpakking van de voeding staat de verdere informatie, deze kunt u volgen. Wij adviseren om de voeding per fles klaar te maken, overgebleven restjes voeding mogen niet bewaard worden voor later gebruik. NB; in oude huizen (vooral van voor 1945) met loden waterleidingen wordt niet geadviseerd om kraanwater te gebruiken, in verband met mogelijk hoger loodgehalte. Wij adviseren om dan mineraalwater zonder koolzuur te gebruiken voor de bereiding van kunstvoeding. Voor specifieke afspraken over de voedingssituatie van uw baby; zie laatste pagina van het boekje. Verwarmen van moedermelk of kunstvoeding Het opwarmen van de voeding kan in een flessenwarmer of in de magnetron. Bij voorkeur verwarmt u moedermelk in een flessenwarmer. Verwarmen van moedermelk mag in de magnetron, mits op laag vermogen, bij grotere hoeveelheden schudt u tussendoor de melk rustig in het flesje om de warmte te verspreiden. Bij het opwarmen adviseren wij: • de fles niet af te sluiten, zodat de warmte kan ontsnappen • moedermelk rustig op te warmen, tot max. 37 graden als u de magnetron gebruikt met maximaal 180 Watt te verwarmen, zodat de voeding niet te snel wordt verwarmd. De exacte tijdsduur is afhankelijk van de hoeveelheid voeding na verwarming de speen op de fles draaien en de fles zwenken, zodat de warmte wordt verdeeld • de temperatuur van de melk te controleren door middel van een druppel op de binnenkant van uw pols
4
Schoonmaken van fles en speen Spoel de fles en de speen na gebruik om met koud water en daarna met heet water en afwasmiddel. De fles moet goed van binnen worden schoongemaakt. Kook de fles, speen en evt. de fopspeen één keer per dag 3 minuten uit. Na de kraamtijd mogen fles en speen ook 1x daags in de vaatwasser worden gereinigd. Spugen Veel baby’s geven na het voeden een beetje voeding terug. Als u uw baby goed laat boeren, vermindert dat de kans op spugen. Maakt u zich ongerust over het spugen of neemt het spugen toe, raadpleegt u dan uw huisarts.
Buikkrampen Te vroeg geboren kinderen hebben mogelijk wat meer en vaker last van krampjes en spugen doordat het maag-darmstelsel op een andere manier ‘gerijpt’ is dan bij op tijd geboren kinderen. Maar ook op tijd geboren kinderen kunnen hier last van hebben. Buikkrampjes komen plotseling en kunnen lang duren. Mogelijke andere oorzaken bij kunstvoeding zijn: verandering van voeding, te veel voeding, verkeerd bereide voeding of lucht in de buik. Meestal is er geen duidelijke oorzaak en verdwijnen de krampjes na verloop van tijd. Goed laten boeren is een optie. Controleert u ook of het mondje van uw baby goed om de speen sluit, anders krijgt uw baby misschien te veel lucht binnen. Een voorverwarmde doek op het buikje, een lichte massage en wiegen kan soms helpen de baby te kalmeren.
Troosten, onrust Er zijn vele manieren om uw baby te troosten bij ongemak. Wij adviseren om uw baby regelmatig met huid-op-huid contact bij u te nemen. U kan bijvoorbeeld er een gewoonte van maken om na het badje of in de avond bij onrust, de baby bloot bij u tegen uw eigen blote huid te nemen, afgedekt met een dekentje of omslagdoek. Het hoofdje opzij gedraaid zodat uw kindje vrij kan ademen. Dit huidcontact geeft bij uzelf en uw baby hormonen af die rustgevend zijn. Het dragen van een baby in een, voor de leeftijd van uw baby goedgekeurde draagdoek, kan ook voor comfort en rust van de baby zorgen.
5
Natte luiers en ontlasting Als borstgevoede baby’s minstens zes goed natte luiers per dag hebben, mag er vanuit worden gegaan dat de baby voldoende voeding krijgt. Het ontlastingspatroon van een borstgevoede baby kan erg wisselen van zes keer per dag tot één keer in de twee dagen of zelfs een keer in de week. Dit is normaal. De ontlasting is meestal zacht en geelbruin van kleur. Ook kan een baby spuitluiers hebben, dit is geen diarree. Zelden geeft de ontlasting bij borstgevoede baby’s problemen. Bij flesvoeding kunnen baby’s ook een wisselend ontlasting patroon hebben. Zes keer per dag, of een keer in de twee dagen. Sommige te vroeg geboren baby’s hebben last van harde ontlasting. Een baby dat een ijzerdrankje krijgt, kan er ook meer last van hebben. Enkele tips: • u kunt het buikje masseren; • warmte op de buik doormiddel van een vooraf verwarmde doek; • vraag zo nodig advies aan de arts van het consultatiebureau. Als uw baby diarree krijgt (veel waterige ontlasting, slijmerig en plotseling veranderend), neemt u dan contact op met uw huisarts. Er bestaat een risico op uitdroging.
Roken Vermijd altijd dat de baby in een rokerige omgeving verblijft. Dit geldt niet alleen in huis, maar ook in de auto of als u ergens anders op bezoek bent. Ventileer de kamer waarin uw kind slaapt regelmatig, ook als u niet rookt.
Temperatuur Uw baby zal zich snel aanpassen aan de temperatuur thuis. De temperatuur van een slaapkamer mag tussen de 16 en 18 graden zijn, u kunt de baby hier rustig aan laten wennen. Als uw baby zich nog niet helemaal goed op temperatuur kan houden, kunt u een extra molton in bed gebruiken, een mutsje op doen, of een kruik gebruiken. Deze kruik moet bovenop het dekentje worden gelegd met de dop naar beneden (in verband met mogelijk lekken) of onder de deken om
6
het bedje voor te verwarmen als uw kindje uit bed is, en plaats deze weer boven op de dekens als de baby in het bedje ligt. Gebruik liever een kruik dan een extra verwarmde kamer. Een goede temperatuur van uw baby is rond de 37 graden. Als u twijfelt, kunt u de eerste dagen extra temperaturen. Als de temperatuur lager is dan 36,8 graden kunt u een kruikje geven. Als de temperatuur hoger is dan 37,3 graden kunt u iets minder warme kleertjes aantrekken. U kunt een omslagdoek gebruiken als de baby uit bed komt.
Naar buiten Voordat u met uw baby gaat wandelen, moet uw baby zich in huis goed warm kunnen houden en groeien. Houd de eerste uitstapjes kort omdat uw baby nog moet wennen aan de buitenlucht. Pas de kleding aan op de buitentemperatuur. Zo nodig een jasje, in de winter eventueel de wandelwagen voorverwarmen met een kruik. Regen, wind en mist zijn geen fijne omstandigheden voor een wandeling. Pas in de zomer op voor felle zon. Gebruik een zonneschermpje of een parasol ter bescherming en eventueel extra een goede zonnebrandcrème. Tijdens een autorit is het belangrijk dat u uw baby in een goedgekeurd kinderzitje vervoert.
Groei en ontwikkeling na premature geboorte Door de vroeggeboorte kan het zijn dat uw kind zich anders ontwikkelt in vergelijking met leeftijdsgenootjes. Op het consultatiebureau zal bij het beoordelen van de groei en ontwikkeling van uw kind rekening gehouden worden met de vroeggeboorte van uw kind. Er zijn op het consultatiebureau aangepaste groeicurven aanwezig. Bij onderzoeken is het van belang dat er wordt uitgegaan van de uitgerekende datum dat uw kind geboren zou worden, om een eerlijke vergelijking van zijn/haar lengte en ontwikkeling te krijgen. Ook bij adviezen over voeding wordt uitgegaan van de uitgerekende datum dat uw kind geboren zou worden. Maar er is een uitzondering: uw kind krijgt zijn/haar vaccinaties in principe op de normale leeftijd. De gang van zaken rondom de vaccinaties van uw kind is met u
7
besproken bij ontslag uit het ziekenhuis. De vaccinaties van uw kind worden, net als bij alle kinderen, geregeld via het consultatiebureau.
Bezoek Het is fijn voor uw familie en vrienden om eindelijk uw baby te kunnen zien. Probeer toch het aantal bezoekers te beperken. Denk in eerste plaats aan uzelf en uw gezin. Soms is het verstandig met uw familie en vrienden afspraken te maken over de bezoektijden. Wij raden u aan om bezoekers die verkouden zijn of diarree hebben, te vragen pas te komen als ze beter zijn. Ook kinderen met deze verschijnselen of een kinderziekte kunt u beter niet bij uw baby laten. Tenzij het om broertjes of zusjes gaat natuurlijk, dan is goede hygiëne aan te bevelen. Indien iemand een koortslip heeft, adviseren wij: • geen direct contact zoals knuffelen en zoenen • goed handen wassen en de lippen niet meer aanraken
Nazorg Wij dragen de gegevens van uw baby over naar het consultatiebureau. De jeugdverpleegkundige neemt enige dagen na ontslag contact met u op.
8
Meer informatie www.couveuseouders.nl Op deze site vindt u informatie van de Vereniging van Ouders van Couveusekinderen (Aanrader: het boekje ‘Eindelijk thuis. Jij en je couveusebaby, na ontslag uit het ziekenhuis’) www.nvom.net Informatie van de Nederlandse Vereniging voor Ouders van Meerlingen www.borstvoeding.nl Hier vindt u alle informatie van hulpverleners die u kunnen helpen bij vragen over borstvoeding www.veiligheid.nl Informatie over veiligheid in en om het huis voor uw kind www.cjg.nl Informatie over het Centrum voor Jeugd en Gezin, hieronder valt ook het consultatiebureau.
Tot slot Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, bespreek deze dan met de verpleegkundige op de afdeling voor ontslag. Ook als u thuis vragen heeft over uw baby, kunt u vlak na ontslag nog bellen met de afdeling. afdeling B5 Kind & Jeugd, T (0344) 67 46 71. De verpleegkundigen van B5 wensen u en uw gezin het allerbeste!
9
Aantekeningen: Ruimte om vragen te noteren of specifiek voedingsadvies voor uw baby.
10
11
Ziekenhuis Rivierenland Tiel Pres. Kennedylaan 1 4002 WP Tiel Postbus 6024 4000 HA Tiel Tel. (0344) 67 49 11 Fax (0344) 67 44 19 Internetsite: www.zrt.nl