Jeugdzorg en interculturele communicatie: een kwestie van kennis én inzicht © Cor Hoffer cultureel antropoloog /socioloog Parnassia Groep 1
(info: www.corhoffer.nl)
Onderwerpen: • interculturalisatie / diversiteitsbeleid in de gezondheidszorg en jeugdzorg • deskundigheidsbevordering: - cultuur en gezondheidszorg - identiteitsvorming - scholing: methode CVJ • conclusies 2
Interculturalisatie/diversiteitsbeleid in de gezondheids- en jeugdzorg: • visie zorginstellingen (integraal en/of categoraal) • beleid (inzake inhoud en personeel) • praktijk: preventie, diagnostiek, behandeling en communicatie • opleidingen en nascholing ‘interculturele communicatie’ 3
Betekenis cultuur voor de zorg en hulpverlening: • • • •
beleving van ziekte en problemen uiting geven aan ziekte en problemen omgang met ziekte en problemen hulpzoekgedrag
4
5
6
7
8
Casus Marokkaans-Nederlandse jongen • • • • •
vader (Berber, 40 jaar), zoon (14 jaar) klachten: buikpijn, moe, lastig, brutaal begin: half jaar geleden in Marokko oorzaak: boze oog behandeling: koranrecitaties, advies
9
Wat gebeurt hier? • Waarom consultatie religieuze genezer? • Is er contact geweest met de huisarts, schoolmaatschappelijk werk, jeugdzorg? • Wat weet vader van deze instanties? • Welke ideeën heeft vader t.a.v. opvoeding? • Hoe gaat hij met problemen om? • Wat weten hulpverleners van cliënten en hun leefwereld? 10
11
12
13
Interculturele communicatie: begrippen • cultuur • levensbeschouwing • religie • cultuur is vanzelfsprekend
14
Leefwereld cliënten: • • • • • • •
individu / persoon sekse leeftijd opleiding sociaaleconomische positie (sub)cultuur (opvoeding) levensbeschouwing/religie (opvoeding) 15
Twee benaderingen concept cultuur: • statische benadering • dynamische benadering
16
‘Cultuur’ als concept in de zorg: ‘culturaliseren’: • stereotypering • negeren subculturele verschillen • negeren invloed veranderingen in land van herkomst • benadrukken verschillen en negeren overeenkomsten
17
‘De’ Nederlandse cultuur: • • • •
Friezen, Limburgers, Randstedelingen stedelingen en plattelanders Rotterdammers, Amsterdammers rooms-katholieken, protestanten, humanisten, atheïsten, agnosten • werkenden en niet-werkenden • welgestelden en lagere inkomensgroepen 18
Diversiteit en dynamiek: • Surinaamse Nederlanders: Afrosurinamers, Hindostanen (hindoes, moslims), Javanen etc. • Turkse Nederlanders: soennieten, alevieten, Arabieren, Turken, Koerden • Marokkaanse Nederlanders: Berbers, Arabieren 19
Identiteit: • persoon (geslacht, leeftijd, naam etc.) • persoonlijkheid en ideeën van anderen • individuele bewustzijn (Ketner, 2008)
20
Twee benaderingen begrip identiteit: • ‘de’ Nederlandse cultuur en identiteit: integratie = assimilatie (statisch) • identiteit in sociale interacties (dynamisch) ofwel: identificatie (Gowricharn 2004; Ghorashi 2006; Meurs e.a. 2007)
21
22
Voorbeeld: Surinaams-Nederlandse hindoestaanse jongeren • - enerzijds identificatie met India (‘Bollywood’, internet) - anderzijds identificatie met de Nederlandse democratische traditie (individualisering, autonomie etc.) • spanningen met ouders en lokale gemeenschap • acculturatie: cultuurbehoud versus aanpassing 23
Wat te doen? kennis alleen volstaat niet: het gaat om inzicht in de dynamiek van de alledaagse leefwereld van cliënten
24
Cultural Formulation of Diagnosis (CFD): • Aanvulling op DSM IV en de DSM-5 • Doel: systematisch achterhalen van: * * * * *
leven patiënt (cliënt) (medische) geschiedenis patiënt (culturele) belevingswereld patiënt hulpzoekgedrag patiënt sociaal-culturele context
25
GGZ en cultureel interview: • concrete uitwerking CFD • aanvulling op gangbare intake
26
Cultureel Venster Jeugdhulpverlening (CVJ): • • • •
culturele identiteit ouder(s) en kind cultureel perspectief op problemen culturele factoren in de omgeving culturele elementen tussen hulpverlener en cliënt • TriviumLindenhof en het CVJ (Sarneel 2011) 27
Conclusies: • visies op gezondheid, ziekte en problemen zijn cultureel bepaald • noch ‘de’ Nederlander, noch ‘de’ Rotterdammer, noch ‘de’ Surinamer, noch ‘de’ Turk bestaat • aandacht voor identiteitsvorming • devies: open houding 28