Ervaringen en trainingsbehoefte professionals jeugdzorg
transformatie jeugdzorg FoodValley
INHOUDSOPGAVE 1.
Inleiding .......................................................................................... 2 1.1. Aanleiding..................................................................................................... 2 1.2. Doel- en probleemstelling ............................................................................ 2 1.3. Methode ....................................................................................................... 2 1.4. Respons ....................................................................................................... 2
2.
Resultaten uitvoeringsprofessionals .............................................. 3 2.1. Kennis en ervaringen nieuwe werkwijze ...................................................... 3 Signaleren .................................................................................................... 3 Toetsen bij een collega................................................................................. 3 Gespreksvoering .......................................................................................... 4 Ernst van het signaal wegen ........................................................................ 5 Samenwerken en zorg coördineren ............................................................. 5 2.2. Bekendheid en gebruik Verwijsindex ........................................................... 7 2.3. Bekendheid en gebruik coordinatie van zorg............................................... 7
3.
Belangrijkste Resultaten ................................................................ 8 3.1. Kennis en Ervaringen................................................................................... 8 3.2. Leerbehoefte ................................................................................................ 8 3.3. Bekendheid en gebruik Verwijsindex ........................................................... 8 3.4. Bekendheid en gebruik coördinatie van zorg............................................... 8
4.
Bijlage ............................................................................................. 9
1. INLEIDING
1.1. AANLEIDING De FoodValley-gemeenten werken samen aan de decentralisatie van de jeugdzorg. Belangrijk onderdeel daarin is de transformatie met als doel om medewerkers op een andere manier te laten werken (o.a. vroegsignalering, samenwerken, stimuleren eigen kracht). De afgelopen jaren is er al een aantal ontwikkelingen in gang gezet die daartoe een eerste aanzet hebben gegeven: opstart/doorontwikkeling Centra voor Jeugd en Gezin, invoering Meldcode, invoering Verwijsindex en afspraken over Coördinatie van zorg. Voor al deze ontwikkelingen hebben medewerkers diverse trainingen gevolgd. Onder medewerkers is behoefte om deze ontwikkelingen en trainingen in onderlinge samenhang te bezien. En er is - zeker gezien de eisen die de nieuwe Jeugdwet stelt - behoefte aan extra kennis en vaardigheden. Hierbij gaat het onder andere om vroegsignalering, toetsen bij een collega, gespreksvoering met ouders, coördinatie van zorg en ernst van het signaal wegen. De samenwerkende gemeenten willen aan deze behoefte tegemoet komen door een regionaal trainingsaanbod te ontwikkelen. Om te weten waar precies behoefte aan is met betrekking tot training en wat de ervaringen van de professionals en hun managers tot nu toe zijn met de nieuwe manier van werken, heeft het onderzoeksbureau van de gemeente Ede (Strategie & Onderzoek) in opdracht van de samenwerkende FoodValley-gemeenten een inventarisatie uitgevoerd.
1.2. DOEL- EN PROBLEEMSTELLING Doel van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de ervaringen en trainingsbehoefte van professionals en managers rond het veranderende jeugdstelsel. De probleemstelling luidt: In hoeverre hebben professionals en managers in de jeugdzorg behoefte aan en ervaring met training rond het veranderende jeugdstelsel?
1.3. METHODE • • •
1
Ruim 700 uitvoeringsprofessionals en circa 50 managers ontvingen een uitnodiging per e-mail om mee te doen aan een online-enquête. De responstijd betrof circa 3 weken. Halverwege de responstijd ontvingen de respondenten een herinneringsmail.
1.4. RESPONS • • •
•
1
In totaal hebben 234 van de 730 uitgenodigde uitvoeringsprofessionals de enquête ingevuld (32%). In totaal hebben 19 van de 47 uitgenodigde managers de enquête ingevuld (40%). De enquête vond gedeeltelijk plaats in de vakantieperiode. Bovendien klopten niet alle mailadressen, hetgeen van invloed was op de respons. Desondanks is de respons redelijk goed te noemen. De respons is niet gelijk verdeeld. In Veenendaal, Renswoude, Rhenen hebben naar verhouding minder uitvoeringsprofessionals een vragenlijst ingevuld, hetgeen (deels) te verklaren is door het feit dat de enquête in deze gemeenten in de vakantieperiode is uitgezet.
De resultaten van de enquête onder managers zijn verwerkt in een aparte rapportage 2
2. RESULTATEN UITVOERINGSPROFESSIONALS
2.1. KENNIS EN ERVARINGEN NIEUWE WERKWIJZE Signaleren • • •
Een ruime meerderheid van de professionals geeft aan voldoende kennis te hebben m.b.t. signaleren en te weten hoe een vervolg te geven aan een zorgsignaal Wel geeft één op de tien aan niet te weten hoe een onderbuikgevoel te onderbouwen met feiten. Een kwart heeft neutraal geantwoord op deze stelling. Driekwart meent dat meer kennis over signaleren van meerwaarde is (Tabel 2-1)
Tabel 2-1 Stellingen m.b.t. signaleren (N=234) Ik heb voldoende kennis om signalen te herkennen dat een kind niet goed opgroeit/zich niet goed ontwikkelt Ik weet hoe een vervolg te geven aan een signaal dat zorg nodig is Ik weet hoe een onderbuikgevoel te onderbouwen met feiten Meer kennis over signaleren is van meerwaarde voor de uitvoering van mijn werk
Mee eens
Mee oneens
79%
6%
85%
3%
64%
10%
76%
7%
Bron: enquête Strategie & Onderzoek 2013
• •
•
Uit een andere vraag blijkt dat 32% meer zou willen leren over het thema signaleren en 53% misschien De voorkeur gaat vooral uit naar een plenaire cursus (50%), E-learning (31%) of training op de werkvloer (30%); persoonlijke coaching (8%) en rollenspellen (11%) worden het minst geprefereerd 29% heeft de afgelopen twee jaar een training gevolgd over het thema signaleren; waarvan 76% de training zou aanbevelen
Toetsen bij een collega • • •
•
63% van de professionals raadpleegt vaak een collega wanneer hij/zij zich zorgen maakt over een kind; 35% soms en 1% nooit Nagenoeg iedereen is in staat om collega’s duidelijk te maken waarom hij/zij zich zorgen maakt over een kind Circa één op de zes vindt dat er onvoldoende tijd is om zorgsignaleren te bespreken met collega’s, waaronder met name medewerkers in de gezondheidszorg (29%). Ongeveer een kwart heeft deze stelling neutraal beantwoord Voor iets meer dan 60% is meer kennis over het toetsen bij een collega van meerwaarde (Tabel 2-2)
3
Tabel 2-2 Stellingen m.b.t. toetsen bij een collega (N=234) Mee eens
Mee oneens
Ik ben voldoende in staat om collega’s duidelijk te maken waarom ik mij zorgen maak over een kind
97%
0%
In mijn directe werkomgeving heb ik voldoende mensen met wie ik kan overleggen over een bepaalde casus
90%
1%
Er is voldoende tijd beschikbaar om zorgsignalen te bespreken met collega’s (bijvoorbeeld in het teamoverleg)
59%
17%
Meer kennis over het "toetsen bij een collega" is van meerwaarde voor het uitvoeren van mijn werk
61%
20%
Bron: enquête Strategie & Onderzoek 2013
• •
•
7% zou meer willen leren over het thema toetsen bij een collega; en 39% misschien Hierbij is vooral een plenaire cursus gewenst (49%), training op de werkvloer (39%) of Elearning (24%); rollenspellen en videotraining (9%) worden het minst vaak genoemd als gewenste vorm 9% heeft de afgelopen 2 jaar een training gevolgd over het thema toetsen bij een collega; waarvan 71% de training zou aanbevelen
Gespreksvoering • • • •
Een kwart van de professionals vindt het lastig om aan ouders te vertellen dat ze zich zorgen maken; en ook ongeveer een kwart is neutraal over deze stelling Bijna één op de tien geeft aan onvoldoende vaardigheden te hebben voor de gespreksvoering met ouders Tevens een kwart kiest er soms bewust voor om niet met ouders in gesprek te gaan; 30% oordeelt neutraal over deze stelling Volgens bijna 70% is meer kennis over gesprekvoering van meerwaarde (Tabel 2-3). De medewerkers met een onderwijsfunctie geven minder vaak aan dat meer kennis van meerwaarde voor hen is (53%).
Tabel 2-3 Stellingen m.b.t. gespreksvoering (N=234) Mee eens
Mee oneens
Ik vind het lastig om aan ouders te vertellen dat ik me zorgen maak over hun kind
27%
46%
Ik heb voldoende vaardigheden om in een gesprek aan ouders te vertellen dat ik me zorgen maak over hun kind
72%
9%
Ik kies er soms voor NIET met ouders in gesprek te gaan over mijn zorgen over hun kind, vanwege de risico’s voor de veiligheid van de gezinsleden
26%
40%
Meer kennis over het voeren van gesprekken met ouders is van meerwaarde voor de uitvoering van mijn werk
69%
11%
Bron: enquête Strategie & Onderzoek 2013
• •
•
29% zou meer willen leren over het thema gespreksvoering met ouders; en 41% misschien. De behoefte onder professionals met een onderwijsfunctie is beperkter. Plenaire cursus (49%), rollenspel (28%) en training op de werkvloer (27%) zijn de meest gewenste werkvormen; videotraining (16%) en persoonlijke coaching (19%) het minst gewenst 29% heeft de afgelopen twee jaar een training gevolgd over het thema gespreksvoering; waarvan 77% de training zou aanbevelen
4
Ernst van het signaal wegen •
• •
De meerderheid van de professionals is van mening voldoende kennis te hebben over risico- en beschermende factoren en zegt hiervan gebruik te maken bij het inschatten van een zorgsituatie; bijna een kwart oordeelt neutraal Wel geeft ruim één op de tien aan niet goed in te kunnen schatten wat de ernst van een zorgsituatie is; een op de drie is het niet eens, niet oneens met deze stelling Bijna 70% vindt dat meer kennis over risico- en beschermende factoren van meerwaarde is; ruim 20% is het niet eens, niet oneens met deze stelling (Tabel 2-4)
Tabel 2-4 Stellingen m.b.t. ernst van het signaal wegen (N=234) Mee eens
Mee oneens
Ik heb voldoende kennis over risico- en beschermende factoren die bij de opvoeding van kinderen een rol spelen
69%
7%
Ik maak voldoende gebruik van mijn kennis over risico- en beschermende factoren bij het inschatten van een zorgsituatie in mijn dagelijks werk
76%
5%
Ik kan op basis van mijn huidige kennis over risico- en beschermende factoren heel goed inschatten wat de ernst van een zorgsituatie is
56%
11%
Meer kennis over risico- en beschermende factoren is van meerwaarde voor de uitvoering van mijn werk.
69%
8%
Bron: enquête Strategie & Onderzoek 2013
•
• •
28% zou meer willen leren over het thema ernst van het signaal wegen; 50% misschien. De behoefte onder medewerkers in het maatschappelijk werk/jeugdhulpverlening is het sterktst: 44% van hen zou zeker meer willen leren. Een plenaire cursus (64%), training op de werkvloer (26%) en E-learning (25%) worden het meest geprefereerd; rollenspellen (7%) en persoonlijke coaching (10%) het minst 18% heeft de afgelopen 2 jaar een training over het onderwerp ernst van het signaal wegen gevolgd, waarvan 79% de training zou aanbevelen.
Samenwerken en zorg coördineren • • •
•
Bijna alle professionals (97%) hebben weleens te maken gehad met een situatie waarbij ze met andere hulpverleners moesten samenwerken; de meerderheid zelfs vaak. Professionals zijn vooral tevreden over de aspecten werkafspraken maken en informatie delen: meer dan 60% is hier tevreden over Omgaan met verschillende financieringsstromen en knopen doorhakken zijn de aspecten waar de grootste ontevredenheid over is: een kwart of meer is hier ontevreden over (Tabel 2-5) Wel zijn er verschillen tussen functies: medewerkers in het maatschappelijk werk/ jeugdzorg zijn over vrijwel alle aspecten het meest tevreden. Medewerkers in het onderwijs zijn daarentegen over de meeste aspecten het minst vaak tevreden.
5
Tabel 2-5 Tevredenheid aspecten m.b.t. samenwerken en zorg coördineren (N=226) Informatie delen Werkafspraken maken Afspraken vastleggen in een gezinsplan Betrekken van het gezin Regie voeren (coördinatie van zorg) Knopen doorhakken Elkaar aanspreken op taken en verantwoordelijkheden Omgaan met verschillende financieringsstromen Opschalen/toepassen escalatiemodel
Tevreden
Ontevreden
62%
13%
63%
9%
22%
19%
46%
14%
41%
20%
41%
25%
42%
21%
15%
29%
18%
13%
Bron: enquête Strategie & Onderzoek 2013
• • •
•
Nagenoeg iedereen heeft weleens informatie uitgewisseld met professionals van andere organisaties De meerderheid weet welke regels hierbij van toepassing zijn; 5% niet De meerderheid informeert ouders bij het uitwisselen van informatie; toch heeft drie op de tien er ook weleens voor gekozen om het niet te doen. Medewerkers met een toezicht- of beleidsfunctie informeren ouders het minst vaak (48%) en geven relatief vaak aan neutraal te zijn over deze stelling (30%). Ongeveer de helft weet welke regels van toepassing zijn bij de coördinatie van zorg; ongeveer één op de zes niet en ruim een kwart antwoordt neutraal (Tabel 2-6)
Tabel 2-6 Stellingen m.b.t. samenwerken en zorg coördineren (N=234) Ik heb weleens informatie uitgewisseld met professionals/hulpverleners van andere organisaties Ik weet welke regels van toepassing zijn bij het uitwisselen van informatie Ik informeer ouders als ik gegevens met andere partijen uitwissel Ik heb weleens informatie uitgewisseld ZONDER de ouders te informeren Ik weet welke regels van toepassing zijn bij de coördinatie van zorg
Mee eens
Mee oneens
97%
1%
82%
5%
82%
3%
56%
29%
51%
16%
Bron: enquête Strategie & Onderzoek 2013
• •
• •
90% van de professionals wil graag meer leren over één of meer aspecten m.b.t. samenwerken en zorg coördineren De aspecten waar de professionals vooral meer over willen leren zijn: opschalen, regie voeren, afspraken vastleggen in een gezinsplan en omgaan met verschillende financieringsstromen 38% heeft de afgelopen 5 jaar een training gevolgd over één of meer aspecten Informatie delen, regie voeren en betrekken van het gezin zijn de aspecten waar vooral trainingen over zijn gevolgd (Tabel 2-7)
6
Tabel 2-7 Behoefte om meer te leren (N=234) Wil meer leren
Heeft training gevolgd
22%
21%
17%
10%
43%
12%
32%
18%
45%
20%
23%
6%
30%
11%
43%
2%
47%
7%
10%
62%
Informatie delen Werkafspraken maken Afspraken vastleggen in een gezinsplan Betrekken van het gezin Regie voeren (coördinatie van zorg) Knopen doorhakken Elkaar aanspreken op taken en verantwoordelijkheden Omgaan met verschillende financieringsstromen Opschalen/toepassen escalatiemodel Geen van bovenstaande Bron: enquête Strategie & Onderzoek 2013
2.2. BEKENDHEID EN GEBRUIK VERWIJSINDEX • • •
Nagenoeg alle ondervraagde professionals geven aan de Verwijsindex te kennen. Slechts 4% niet. 74% van de professionals bekend met de Verwijsindex maakt weleens gebruik van de Verwijsindex, waarvan de meerderheid een paar keer per jaar (Tabel 2-8) Medewerkers met een onderwijsfunctie maken het minst vaak gebruik van de Verwijsindex (55%)
Tabel 2-8 Frequentie gebruik Verwijsindex (N=225)
Nooit
26%
Paar keer per jaar
60%
Ongeveer 1x per maand
5%
Een paar keer per maand
5%
1x per week of vaker
3%
Bron: enquête Strategie & Onderzoek 2013
2.3. BEKENDHEID EN GEBRUIK COORDINATIE VAN ZORG • • •
De helft van de professionals geeft aan de richtlijnen voor coördinatie van zorg te kennen; binnen het onderwijsveld slechts 26%. Bijna alle professionals (97%) die bekend zijn met de richtlijnen, werken ook volgens de richtlijnen. Ook is gevraagd naar de frequentie: 37% werkt altijd volgens de richtlijnen, 60% soms en 3% (vrijwel) nooit
7
3. BELANGRIJKSTE RESULTATEN
3.1. KENNIS EN ERVARINGEN •
• •
• • •
De meerderheid van de professionals heeft aangegeven voldoende kennis/vaardigheden te bezitten m.b.t. signaleren, toetsen bij een collega, gespreksvoering, ernst van het signaal wegen. Opvallend is dat volgens een groot deel meer kennis toch van meerwaarde zou zijn voor de uitvoering van het werk. Er wordt al regelmatig samengewerkt met collega’s en andere hulpverleners. Daarbinnen is veel tevredenheid, met name over het maken van werkafspraken en informatie delen. Binnen het maatschappelijk werk/jeugdhulpverlening is de tevredenheid rond samenwerken en zorgcoördineren het grootst en in het onderwijsveld het kleinst. Omgaan met verschillende financieringsstromen en knopen doorhakken komen wel als verbeterpunten naar voren. Overige aandachtspunten genoemd door respondenten zijn: o Beter weten hoe een onderbuikgevoel te onderbouwen o Meer tijd beschikbaar om zorgsignalen te bespreken met collega’s (m.n. in de gezondsheidszorg) o Het lastig vinden om aan ouders te vertellen dat ze zich zorgen maken o Het niet goed in kunnen schatten van de ernst van een zorgsituatie o Het niet informeren van ouders bij het uitwisselen van informatie
3.2. LEERBEHOEFTE •
•
• •
De behoefte om meer te leren is het grootst rond het thema signaleren. Maar ook de leerbehoefte rond het thema ernst van het signaal wegen en gesprekvoering is omvangrijk. M.b.t. coördinatie van zorg is vooral behoefte om meer te leren over opschalen, regie voeren, afspraken vastleggen in een gezinsplan en omgaan met verschillende financieringsstromen Een plenaire cursus, e-learning of training op de werkvloer zijn de meest gewenste werkvormen Persoonlijke coaching en rollenspellen zijn het minst populair. Alleen voor gespreksvoering worden rollenspellen wel vaak geprefereerd
3.3. BEKENDHEID EN GEBRUIK VERWIJSINDEX • •
De Verwijsindex is bij nagenoeg alle professionals bekend. De meerderheid zegt ook gebruik te maken van de Verwijsindex.
3.4. BEKENDHEID EN GEBRUIK COÖRDINATIE VAN ZORG • •
De richtlijnen voor coördinatie van zorg zijn bij de helft bekend. Bijna iedereen die er bekend mee is, geeft aan er ook gebruik van te maken.
8
4. BIJLAGE Vragenlijst medewerkers Signaleren Eerst stellen we u enkele vragen over het thema signaleren. 1. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen? (Antwoord categorieën: zeer eens, eens, neutraal, oneens, zeer oneens, weet niet a. Ik heb voldoende kennis om signalen te herkennen dat een kind niet goed opgroeit/zich niet goed ontwikkelt. b. Ik weet hoe een vervolg te geven aan een signaal dat zorg nodig is. c. Ik weet hoe een onderbuikgevoel te onderbouwen met feiten. d. Meer kennis over het thema signaleren is van meerwaarde voor de uitvoering van mijn werk. 2. Zou u meer over het thema signaleren willen leren? a. Ja, namelijkNNNN.. b. Nee → Ga door naar vraag 5 c. misschien 3. U heeft aangegeven meer te willen leren over het thema signaleren. Naar welke vorm gaat uw voorkeur uit? (max 2 antwoorden mogelijk) a. Plenaire cursus b. Persoonlijke coaching c. Training op de werkvloer d. Rollenspel e. Videotraining f. E-learning via mijn eigen computer g. Lezen studiemateriaal in mijn eigen tijd h. Anders, nlNNNNNNNN.. 4. Heeft u de afgelopen 2 jaar een training/cursus gevolgd over het thema signaleren? NB Het betreft hier ook interne trainingen (gegeven door uw eigen organisatie) a. Ja, namelijk ............(naam training) doorNNNNNN.(naam instantie/persoon die training gaf) b. Nee → Ga door naar vraag 7 5. Zou u deze training/cursus aanbevelen aan uw collega’s? a. Ja b. Nee c. Misschien Toetsen bij een collega De volgende vragen gaan over het thema toetsen bij een collega. 6. Raadpleegt u weleens een collega, wanneer u zich zorgen maakt over een kind? a. Ja, vaak → ga door naar vraag 8 b. Ja, soms → ga door naar vraag 8 c. Nee, nooit 7. Waarom raadpleegt u nooit een collega? (max. 2 antwoorden) a. Ik weet niet hoe ik dat moet aanpakken b. Dat durf ik niet c. Daar is geen tijd voor d. Dat is niet gebruikelijk binnen ons team e. Ik weet niet wie ik daarvoor zou kunnen raadplegen f. Daar heb ik geen behoefte aan g. Anders namelijk, NNNN.
9
8. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen? (Antwoordcategorien: zeer eens, eens, neutraal, oneens, zeer oneens, weet niet) a. Ik ben voldoende in staat om collega’s duidelijk te maken waarom ik mij zorgen maak over een kind b. In mijn directe werkomgeving heb ik voldoende mensen met wie ik kan overleggen over een bepaalde casus c. Er is voldoende tijd beschikbaar om zorgsignalen te bespreken met collega’s (bijvoorbeeld in het teamoverleg) d. Meer kennis over het thema toetsen bij een collega is van meerwaarde voor het uitvoeren van mijn werk 9. Zou u meer over het thema toetsen bij een collega willen leren? a. Ja, namelijkNNNN.. b. Nee → Ga door naar vraag 11 c. misschien 10. U heeft aangegeven meer te willen leren over het thema toetsen bij een collega. Naar welke vorm gaat uw voorkeur uit? (max 2 antwoorden mogelijk) a. Plenaire cursus b. Persoonlijke coaching c. Training op de werkvloer d. Rollenspel e. Videotraining f. E-learning via mijn eigen computer g. Lezen studiemateriaal in mijn eigen tijd Anders, nlNNNNNNNN.. 11. Heeft u de afgelopen 2 jaar een training/cursus gevolgd over het thema toetsen bij een collega. NB Het betreft hier ook interne trainingen (gegeven door uw eigen organisatie) a. Ja, namelijk ............(naam training) doorNNNNNN.(naam instantie/persoon die training gaf) b. Nee → ga door naar vraag 13 12. Zou u deze training/cursus aanbevelen aan uw collega’s? a. Ja b. Nee c. Misschien Gespreksvoering De volgende vragen gaan over het thema voeren van gesprekken met ouders. 13. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen? (Antwoord categorieën: zeer eens, eens, neutraal, oneens, zeer oneens, weet niet) a. Ik vind het lastig om aan ouders te vertellen dat ik me zorgen maak over hun kind b. Ik heb voldoende vaardigheden om in een gesprek aan ouders te vertellen dat ik me zorgen maak over hun kind c. Ik kies er soms voor niet met ouders in gesprek te gaan over mijn zorgen over hun kind, vanwege de risico’s voor de veiligheid van de gezinsleden d. Meer kennis over het voeren van gesprekken met ouders is van meerwaarde voor de uitvoering van mijn werk. 14. Zou u meer over het thema gespreksvoering willen leren? a. Ja, namelijkNNNN.. b. nee c. misschien 15. U heeft aangegeven meer te willen leren over het thema gespreksvoering. Naar welke vorm gaat uw voorkeur uit? (max 2 antwoorden mogelijk) a. Plenaire cursus b. Persoonlijke coaching c. Training op de werkvloer d. Rollenspel 10
e. f. g. h.
Videotraining E-learning via mijn eigen computer Lezen studiemateriaal in mijn eigen tijd Anders, nlNNNNNNNN..
16. Heeft u de afgelopen 2 jaar een training/cursus gevolgd over het thema gespreksvoering? NB Het betreft hier ook interne trainingen (gegeven door uw eigen organisatie) a. Ja, namelijk ............(naam training) doorNNNNNN.(naam instantie/persoon die training gaf) b. Nee → ga door naar vraag 18 17. Zou u deze training/cursus aanbevelen aan uw collega’s? a. Ja b. Nee c. Misschien Ernst van het signaal wegen De volgende vragen gaan over het thema ernst van het signaal wegen. 18. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen? a. Ik heb voldoende kennis over risico- en beschermende factoren die bij de opvoeding van kinderen een rol spelen b. Ik maak voldoende gebruik van mijn kennis over risico- en beschermende factoren bij het inschatten van een zorgsituatie in mijn dagelijks werk c. Ik kan op basis van mijn huidige kennis over risico- en beschermende factoren heel goed inschatten wat de ernst van een zorgsituatie is d. Meer kennis over risico- en beschermende factoren is van meerwaarde voor de uitvoering van mijn werk. 19. Zou u meer over het thema ernst van het signaal wegen willen leren? a. Ja, namelijkNNNN.. b. nee c. misschien 20. U heeft aangegeven meer te willen leren over het thema ernst van het signaal wegen. Naar welke vorm gaat uw voorkeur uit? (max 2 antwoorden mogelijk) a. Plenaire cursus b. Persoonlijke coaching c. Training op de werkvloer d. Rollenspel e. Videotraining f. E-learning via mijn eigen computer g. Lezen studiemateriaal in mijn eigen tijd h. Anders, nlNNNNNNNN.. 21. Heeft u de afgelopen 2 jaar een training/cursus gevolgd over het thema ernst van het signaal wegen? NB Het betreft hier ook interne trainingen (gegeven door uw eigen organisatie) a. Ja, namelijk ............(naam training) doorNNNNNN.(naam instantie/persoon die training gaf) b. Nee → ga door naar vraag 23 22. Zou u deze training/cursus aanbevelen aan uw collega’s? a. Ja b. Nee c. Misschien Samenwerken en zorg coördineren De volgende vragen gaan over het thema samenwerken en zorg coördineren.
11
23. Heeft u weleens te maken gehad met een situatie waarbij u met een of meer andere hulpverleners moest samenwerken? a. Ja, vaak b. Ja, soms c. Nee, nooit → ga door naar vraag 25 24. Graag willen we weten hoe u het samenwerken ervaren heeft. Hoe tevreden bent u in het algemeen over NNNNNNN? (Antwoord categorieën: zeer tevreden, tevreden, neutraal, ontevreden, zeer ontevreden, weet niet/geen mening). a. Informatie delen b. Werkafspraken maken c. Afspraken vastleggen in een gezinsplan d. Betrekken van het gezin e. Regie voeren (coördinatie van zorg) f. Knopen doorhakken g. Elkaar aanspreken op taken en verantwoordelijkheden h. Omgaan met verschillende financieringsstromen i. Opschalen/toepassen escalatiemodel 25. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen? a. Ik heb weleens informatie uitgewisseld met professionals/hulpverleners van andere organisaties b. Ik weet welke regels van toepassing zijn bij het uitwisselen van informatie c. Ik informeer ouders als ik gegevens met andere partijen uitwissel d. Ik heb weleens informatie uitgewisseld zonder de ouders te informeren e. Ik weet welke regels van toepassing zijn bij de coördinatie van zorg 26. We noemen enkele onderdelen rond het thema samenwerken/zorg coördineren. Kunt u aangeven waarover u meer wilt leren? a. Informatie delen b. Werkafspraken maken c. Afspraken vastleggen in een gezinsplan d. Betrekken van het gezin e. Regie voeren (coördinatie van zorg) f. Knopen doorhakken g. Elkaar aanspreken op taken en verantwoordelijkheden h. Omgaan met verschillende financieringsstromen i. Opschalen/toepassen escalatiemodel 27. Kunt u voor de volgende onderdelen aangeven of u denkt dat meer kennis erover van meerwaarde is voor het uitvoeren van uw werk? a. Informatie delen b. Werkafspraken maken c. Afspraken vastleggen in een gezinsplan d. Betrekken van het gezin e. Regie voeren (coördinatie van zorg) f. Knopen doorhakken g. Elkaar aanspreken op taken en verantwoordelijkheden h. Omgaan met verschillende financieringsstromen i. Opschalen/toepassen escalatiemodel 28. Kunt u aangeven of u over de volgende onderdelen de afgelopen 5 jaar een cursus/training heeft gevolgd? NB Het betreft hier ook interne trainingen (gegeven door uw eigen organisatie) a. Informatie delen b. Werkafspraken maken c. Afspraken vastleggen in een gezinsplan d. Betrekken van het gezin e. Regie voeren (coördinatie van zorg) f. Knopen doorhakken g. Elkaar aanspreken op taken en verantwoordelijkheden h. Omgaan met verschillende financieringsstromen i. Opschalen/toepassen escalatiemodel 12
29. Door wie werd deze cursus/training gegeven? 30. Zou uw deze cursus/training aanbevelen aan uw collega’s? a. Ja, namelijkNNNNNNN. b. Nee Verwijsindex Ook willen we graag weten of u bekend bent/gebruik maakt van de Verwijsindex. 31. Kent u de Verwijsindex? a. Ja b. Nee 32. Maakt u weleens gebruik van de Verwijsindex? a. Nee, nooit b. Ja, een paar keer per jaar c. Ja, ongeveer 1 keer per maand d. Ja, een paar keer per maand e. Ja, 1 keer per week of meer 33. Kent u de richtlijnen voor Coördinatie van zorg? a. Ja b. Nee 34. Werkt u volgens de richtlijnen voor Coördinatie van zorg? a. Altijd b. Soms c. (Vrijwel) nooit Achtergrondvragen 35. Wat is uw functie? 36. In welke gemeente is uw organisatie werkzaam? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Ede b. Barneveld c. Nijkerk d. Rhenen e. Renswoude f. Scherpenzeel g. Veenendaal h. Wageningen 37. Heeft u opmerkingen n.a.v. deze vragenlijst? We danken u hartelijk voor het invullen van deze vragenlijst
13
Colofon Uitgave Oktober 2013 Gemeente Ede, afdeling Strategie & Onderzoek Opdrachtgever Gemeente Ede, samenwerkende FoodValley-gemeenten Samenstelling en redactie Saskia Heins & Bart van Steenis) Contactadres
[email protected]