Jeugdzorg Driedaagse Noord-Holland. 145 Ervaringen met de jeugdzorg Verslag van interviews en berichten

Jeugdzorg Driedaagse Noord-Holland 145 Ervaringen met de jeugdzorg Verslag van interviews en e-mailberichten

Arnhem, april 2007

Jeugdzorg Driedaagse Noord-Holland 145 Ervaringen met de jeugdzorg Verslag van interviews en e-mailberichten

Uitgebracht aan: Provinciale Staten van Noord-Holland Seinpost Adviesbureau BV drs. I. de Vries Med. Foto’s: Peter Voerman, Fotostudio De Oude School, Westervelde Projectnummer: 27041

© Seinpost Adviesbureau BV. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Arnhem, april 2007

Inhoudsopgave 1

Inleiding

1

2

D e r e s p o n d e n t e n e n h u n e r v a r i n g e n m et j e u g d z o r g

5

2.1

Gegevens over de respondenten

5

2.2

Meldingen over houding/werkwijze in de jeugdzorg

2.3

De klachten nader bezien

11

2.4

Meldingen over het systeem in de jeugdzorg

12

2.5

Nadere analyse

14

2.6

Gevraagd naar vervolg op de melding

15

2.7

De voornaamste bevindingen Jeugdzorg Driedaagse

16

3

V er g e l i j k i n g e n 3.1

4

Conclusies

Bijlagen

9

19 22 23

4.1

Taken van de provincie

23

4.2

Organogram actoren in de Jeugdzorg

25

4.3

Gespreksformulier

27

Jeugdzorg Driedaagse

1

Seinpost Adviesbureau BV

Inleiding

Aanleiding Na de invoering van de Wet op de Jeugdzorg in 2005, is de rol van de provincie aanzienlijk veranderd. Via de wet op de Jeugdzorg heeft de provincie de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg. Als planner en subsidiegever van de jeugdzorg bepaalt de provincie welk zorgaanbod er waar en bij welke zorgaanbieder in Noord-Holland beschikbaar is. Daarbij hebben gemeenten een preventieve taak om te voorkomen dat problemen van jongeren verergeren en deze jongeren aangewezen raken op de jeugdzorg. De provincie maakt daarover afspraken met de gemeenten. Jeugdzorg staat hoog op de agenda van de provincie. De commissie ontvangt periodiek rapportages over de stand van zaken en spreekt ook geregeld met aanbieders in de jeugdzorg en met Bureau jeugdzorg. Opgrond van beleidsstukken, presentaties over jeugdzorg, werkbezoeken e.d., ontstaat een duidelijk beeld dat in deze sector hard gewerkt wordt aan het aanpakken van de problemen, inefficiëntie, wachttijden en bureaucratie. Deze pogingen tot verbetering van de jeugdzorg zijn vaak succesvol. Toch blijft er sprake van knelpunten als aanhoudende wachtlijsten èn verkokering bij de organisaties in de jeugdzorg. De statencommissie constateert herhaaldelijk dat er nog steeds zaken zijn die het beeld van ineffectiviteit en inefficiëntie in de jeugdzorg in stand houden. Als planner en subsidiegever in de jeugdzorg vinden Provinciale Staten (PS) het belangrijk om inzicht te hebben in de sector. Om overzicht en inzicht te krijgen hebben PS, via een motie in september 2006, het initiatief genomen een driedaags meldpunt in te richten. Alle betrokkenen/belanghebbenden bij de jeugdzorg zijn via dit meldpunt in de gelegenheid gesteld hun ervaringen met de jeugdzorg in Noord-Holland te delen met de Statenleden. PS kon horen wat de praktijk is in de jeugdzorg en ook de werkelijkheid achter de cijfers leren kennen. Zo kon men horen waar de goede kanten en minder sterke kanten van de Jeugdzorg liggen. Het doel Het doel van de driedaagse jeugdzorg was na te gaan waar de sterke en zwakke schakels in de jeugdzorgketen zitten. Van de bevindingen is een verslag gemaakt voor PS, dat in hoofdlijnen de uitkomsten van de telefoongesprekken, e-mails en brieven weergeeft. Deze rapportage zal worden besproken in de statencommissie. Pagina 1



Gebied Hoewel de stadsregio Amsterdam een eigen verantwoordelijkheid en eigen middelen bezit voor de jeugdzorg in de stadsregio, is de beldriedaagse voor de gehele provincie Noord-Holland georganiseerd. De leden van de Provinciale Staten zijn immers ook volksvertegenwoordigers voor de inwoners van de stadsregio. Bovendien, vanuit het zicht van de melders is er geen scheiding tussen provincie en stadsregio. Uitvoering Provinciale Staten van Noord-Holland hebben de jeugdzorgdriedaagse Noord-Holland gehouden op 20, 21 en 22 februari 2007. Een team van 28 statenleden heeft in drie dagen van 9.00-21.00 uur ruim 145 reacties ontvangen. ‘De statenleden van de provincie Noord-Holland willen weten wat de kwaliteit is van de jeugdzorg in de provincie Noord-Holland. Dit kan met behulp van uw ervaringen!’ stond op de vele folders en op de website van de provincie. 145 Meldingen zijn bij de statenleden binnen gekomen, verreweg de meeste telefonisch. De vraag: ‘Wat vindt u van de jeugdzorg in Noord-Holland?’ stond centraal. Aan Seinpost Adviesbureau BV is gevraagd een verslag van deze driedaagse te maken op grond van de door de statenleden ingevulde gespreksprotocollen en de ingestuurde e-mailberichten. (Een voorbeeld van een gespreksformulier treft u als bijlage aan). In hoofdstuk 2 wordt aangegeven wie er reageerden, wat de ervaringen van de respondenten met de jeugdzorg zijn èn vanuit welk perspectief die ervaring werd gemeld (cliënt, professional of anderszins). In hoofdstuk 3 worden de uitkomsten van de driedaagse vergeleken met de resultaten van twee eerder in andere provincies gehouden jeugdzorgdriedaagsen te weten in Zuid-Holland (in 2006) en in Groningen (in 2005).

Pagina 2



Pagina 3


Pagina 4



2


De respondenten en hun ervaringen met jeugdzorg

Tijdens de Jeugdzorg Driedaagse namen 141 personen contact op met Statenleden. Een viertal heeft tweemaal contact opgenomen. Dat brengt het aantal reacties op 20, 21 en 22 februari en in de week erna (e-mailreacties die nog binnenkwamen) op een totaal van 145. Deze respons geeft aan hoe sterk de jeugdzorg bij de betrokkenen leeft. Een brede schakering aan personen heeft gereageerd. De meesten per telefoon, maar ook een aantal per e-mail. Persoonlijke verhalen werden verteld en met de statenleden gedeeld, emoties, frustraties, woede en verbazing geuit. Alle gesprekken zijn vastgelegd in een gespreksprotocol. Op grond van deze gegevens en de vragen naar achtergrond, betrokkenheid bij de jeugdzorg, reden van bellen of e-mailen, eventuele klachten, is een beeld te schetsen van de respondenten en hun ervaringen met de jeugdzorg. Dit hoofdstuk doet daarvan verslag. Daarbij gaan wij voorbij aan de vele emoties die werden gedeeld. Niet om die te ontkennen of negeren. Zeker niet. Maar in een verslag als het onderhavige moet worden getracht alle informatie zoveel mogelijk te objectiveren. De groep personen die gereageerd heeft, kan worden beschouwd als een panel van deskundigen. Een breed samengesteld panel van ter zake kundigen in de jeugdzorg. Het panel heeft tenminste een tweetal kwaliteiten gemeen: relatie en betrokkenheid bij de jeugdzorg èn de opvatting dat het de moeite waard is ervaringen met en in de Jeugdzorg te delen met statenleden.

2.1

Gegevens over de respondenten

Achtergrondkenmerken Van de 145 reacties zijn er 107 (74%) van vrouwen en 38 (26%) van mannen.

Pagina 5



Leeftijd van de respondenten Leeftijd

Aantal

Percentage

tot 29

5

3%

30-39

8

6%

40-49

31

21%

50-59

29

20%

60-69

8

6%

70 en ouder

1

1%

Van 43% van de respondenten is de leeftijd onbekend. Het grootste deel van de leeftijd van het jeugdzorgdriedaagse panel ligt tussen de 40 en 60 jaar.

Herkomst van de respondenten De respondenten wonen voor het grootste gedeelte in de Noord-Holland: 90%. Dat betekent dat één op de 10 respondenten niet in Noord-Holland woont, maar wel gereageerd heeft. Van de respondenten woont 66% in Noord Holland en een 25% in de stadsregio Amsterdam (de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang vormen samen de Stadsregio Amsterdam.) Herkomst Aantal Percentage

1

Noord-Holland

Regio A'dam

Elders

Totaal

95

35

15

145

66%

24%

10%

100%

Daarmee is Noord-Holland buiten de stadsregio zeer goed vertegenwoordigd.

1

In tabellen wordt met Noord-Holland steeds het gebied buiten de stadsregio Amsterdam bedoeld.

Pagina 6



Relatie van de respondenten met de jeugdzorg De vraag hoe de respondent met de jeugdzorg te maken heeft gehad als cliënt, als familie, als hulpverlener of als kennis (van de cliënt) is als volgt beantwoord: Relatie met jeugdzorg Als cliënt

Noord-Holland

Regio Amsterdam

Elders

Totaal

% Totaal

12

8

-

20

13,8%

2

-

-

2

1,4%

Als familie

32

11

7

50

34,5%

Als hulpverlener

57

20

6

83

57,2%

2

1

1

4

2,8%

Cliënt vroeger

Als kennis

In dit schema zijn de aantallen reacties geordend naar herkomst van de melder. Omdat er per respondent meerdere categorieën kunnen worden ingevuld, overstijgt het aantal reacties de 100%. Opvallend is dat meer dan de helft van de respondenten hulpverlener is!

2,8%

13,8% 1,4%

Als cliënt Cliënt vroeger Als familie

57,2%

34,5%

Als hulpverlener Als kennis

Percentage respondenten jeugdzorgdriedaagse Noord-Holland 2007

Pagina 7



Hoe hoorde de respondent van de Jeugdzorg Driedaagse? via krant

4%

via radio

26%

via TV Noord-Holland

3%

via site provincie

8%

via site statenfractie

1%

via posters

1%

via bekende

8%

anders

4%

niet ingevuld

55%

Bij ‘anders’ worden genoemd: via de website van Bureau Jeugdzorg, via mededelingenbord bij de werkgever, en via de Stichting Misplaatst, of via een pleegoudermeeting. Ook een aantal hulpverleningsinstellingen die op de driedaagse hebben gewezen, worden genoemd.

via anders via krant

via bekende

via radio

via krant

via posters

via TV N-H

via site statenf ractie

via site prov

via site prov

via radio

via TV N-H

via site statenf ractie via posters via bekende via anders

De periode waarop de melding betrekking heeft is als volgt verdeeld: Periode waarop de melding betrekking heeft

Nu

Maximaal

Een half tot

Langer dan

een half jaar

1 jaar geleden

een jaar geleden

3%

39%

geleden 56%

2%

Het grootste deel van de reacties gaat over de actuele situatie van de respondenten. 39% Van de reacties heeft betrekking op een situatie van langer dan een jaar geleden. Pagina 8


2.2


Meldingen over houding/werkwijze in de jeugdzorg

De reden om te reageren: Reden

Aantal

Percentage

De bejegening door de hulpverlener

29

20%

De bereikbaarheid/beschikbaarheid van de

27

19%

Informatieverstrekking

26

18%

Wijze van onderzoek

33

23%

Hulpverleningsplan/rapportage

19

13%

Resultaat van de geboden hulp

41

28%

Manier van beslissen

33

23%

Privacy

2

1%

Anders

-

-

hulpverlener

Soms werden door de respondenten meerdere redenen genoemd om te reageren. Deze zijn in de tabel allemaal meegenomen. (Vandaar dat het percentage in de tabel opgeteld tot meer dan 100% komt). Het resultaat van de geboden hulp, de manier van beslissen en de wijze van onderzoek worden in een kwart van de reacties genoemd als reden om contact op te nemen met de statenleden.

Pagina 9



Oordeel van de respondenten Gevraagd is naar het ‘overall’ oordeel van de beller over de jeugdzorg.

Oordeel respondent 61

70

%

60 50 40

28

30

%

20

8

10

%

0

negatief

neutraal

4 % niet ingevuld positief percentage

Het merendeel (bijna tweederde) van de respondenten heeft een negatief oordeel. Toch zijn er ook respondenten (12%) die positief of neutraal oordelen over de jeugdzorg. Uitgesplitst in aantallen ziet dat er als volgt uit: De reden

Negatief

Neutraal

Positief

23

2

1

de hulpverlener

23

1

1


22

Wijze van onderzoek

30

1

1


18

1

-


36

2

1


31

1

1

2

-

-

De bejegening door de hulpverlener De bereikbaarheid/beschikbaarheid van

Privacy

1

10% Van de respondenten meldt dat deze niet te maken heeft met de houding of werkwijze van de jeugdzorg.

Pagina 10


2.3


De klachten nader bezien

De respondenten is ook gevraagd of zij een officiële klacht hebben ingediend of van plan zijn in te dienen. Officiële klacht

Noord-Holland

Regio A'dam

Elders

Eindtotaal

Ja

10%

5%

2%

17%

Nee

30%

14%

4%

48%

8%

3%

1%

12%

26%

5%

4%

35%

Geen klacht, wil wel indienen Niet vermeld

Ruim één op de zeven respondenten heeft een klacht ingediend. En bijna de helft niet. De verhouding klacht ja en nee is in Noord-Holland buiten de ROA en binnen de stadsregio: steeds 1 op 3, er is daar geen verschil tussen beide gebieden. Van alle reacties is in 24 gevallen (17%) een klacht ingediend. In 18 reacties (12%) wordt gesproken van de intentie om een klacht in te dienen. Onderstaand een overzicht van degenen die de klachten ontvingen: Klacht ingediend bij:

Aantal

Hulpverlener

8

Leidinggevende

5

Klachtencommissie

-

Anders

14

Bij ‘Anders’ worden instanties genoemd als de Rechtbank, de Raad voor de Kinderbescherming, de vertrouwenspersoon en het AKJ (Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg). In een aantal gevallen is bij meer dan één instantie een klacht ingediend.

Pagina 11



Melding gaat over:

Aantal

Bureau Jeugdzorg/AMK NH

48

Bureau Jeugdzorg/AMK Amsterdam

33

OCK het Spalier

10

Parlan

9

Maatschappij Zandbergen

-

Orthopedagogisch Centrum ’t Gooi

-

De Bascule

6

Amstelduinen

-

Raad voor de Kinderbescherming

3

GGZ RIAGG

4

Triversum

4

Anders

28

Bij ‘Anders’ worden onder andere genoemd: Stichting Jeugd & Gezin, Willem Schrikkerstichting, Platform SCJF Haarlem, en een Bureau Jeugdzorg buiten de provincie Noord-Holland.

2.4

Meldingen over het systeem in de jeugdzorg

Uitgesplitst naar de verschillende aspecten van het systeem van jeugdzorg zoals in het verslagformulier is opgenomen, is de beleving van de melders als volgt: Welk onderdeel van het systeem

negatief

neutraal

niet ingevuld

positief

34

3

3

1

36

1

8

11

1

5

van jeugdzorg Wachtlijsten/doorlooptijden Samenwerking tussen instellingen Samenwerking tussen overheden Bekendheid van de jeugdzorg Imago van de jeugdzorg Wet op de jeugdzorg

Pagina 12

2 2 7

1



In totaal is de beoordeling door de respondenten verdeeld over de regio’s van de provincie als volgt (in absolute aantallen): Oordeel systeem

Noord-Holland

Regio A'dam

Elders

Eindtotaal

Negatief

52

19

5

76

Neutraal

5

1

Positief

-

1

1

2

38

14

9

61

Niet ingevuld

6

Uitgesplitst naar de achtergrond van de melder is de beoordeling van het systeem van jeugdzorg als volgt: Oordeel systeem

Cliënten

Familie

Hulpverleners

Negatief

9

28

45

Neutraal

-

1

5

Positief

-

2

1

11

21

31

Niet ingevuld

Hebben de ervaringen van de respondenten te maken met (bijvoorbeeld) wachtlijsten, met samenwerking of met het imago van de jeugdzorg? Een overzicht van de reacties: Welk aspect van het systeem van jeugdzorg

Wachtlijsten/doorlooptijden

2 2

8 38

17

Samenwerking tussen instellingen Samenwerking tussen overheden Bekendheid van de jeugdzorg

41

Imago van de jeugdzorg Wet op de jeugdzorg

Pagina 13



In voorgaand diagram is te zien dat 41% van de reacties betrekking heeft op de samenwerking tussen de instellingen en 38% handelt over de wachtlijsten en doorlooptijden.

2.5

Nadere analyse

De inhoudelijke reacties zijn daarna nogmaals bekeken en gerubriceerd naar het onderdeel van de jeugdzorgketen waarop zij betrekking hebben (zie bijlage 4.1 en 4.2). Bureau Jeugdzorg, de Pleegzorg, de Hulp-op-Indicatie, meldingen die te maken hebben met gezinsvoogden of die te maken hebben met onderwijs, of die van algemene aard zijn. De verdeling: Melding heeft

Aantal

Percentage

Bureau Jeugdzorg

36

25%

Pleegzorg

31

21%

HOI

27

19%

Voogden

21

14%

Onderwijs gerelateerd

12

8%

Algemene aard

18

12%

betrekking op:

De categorie ‘Algemene aard’ betreft meldingen over werkdruk, wachtlijsten in het algemeen, gebrek aan financiële middelen. Onderwijs gerelateerde meldingen betreffen enkele malen het gebrek aan afstemming met Bureau Jeugdzorg zoals ervaren vanuit het (speciaal)onderwijs. Over ‘voogden’ wordt geregeld gemeld dat zij vaak wisselen, te weinig tijd hebben, dat de communicatie met de ouders niet optimaal verloopt. Bij HOI (Hulp Op Indicatie-instellingen), de hulpverleningsinstellingen waar naar Bureau Jeugdzorg verwijst, betreffen vaak de lange wachtlijsten van deze instellingen (volgens de melders), en een moeizame communicatie met de instelling.

Pagina 14



Pleegzorg betreft o.a. meldingen door grootouders die zorg op zich genomen hebben; pleegouders die zich niet gesteund voelen door instanties. De categorie ‘BJZ’ herbergt een scala van meldingen: melders die zich niet serieus genomen voelen, klachten over de gebrekkige organisatie èn situaties waaraan (volgens de melders) door BJZ niets gedaan wordt.

2.6

Gevraagd naar vervolg op de melding

De melders konden aangeven of zij een verslag willen ontvangen en een uitnodiging voor de bespreking van het verslag in de Statencommissie. Daarnaast konden de statenleden die de melder te woord stonden en het gesprek vastlegden, de melder vragen om deel te nemen aan een rondetafelgesprek met de nieuwe commissie. Het verzoek om het verslag te ontvangen werd veel gedaan zoals onderstaande cijfers illustreren. Wenst verslag te ontvangen? ja

75 %

nee

25 %

Verdeeld over de herkomst van de melders is dat in aantallen als volgt verdeeld: Verslag ontvangen?

Noord-Holland

Regio A'dam

Elders

totaal

Ja

69

31

8

108

Nee

26

4

7

37

Voor het ronde tafelgesprek zijn 91 melders geselecteerd. Dat betekent dat meer dan 60% van de melders is gevraagd om deel te nemen. Verdeeld over de regio’s van de provincie en daarbuiten zijn de uitnodigingen als volgt verdeeld: Uitnodiging ronde tafelgesprek Ja

Noord-Holland

Regio A'dam

Elders

totaal

59

27

5

91

Pagina 15



2.7 De voornaamste bevindingen Jeugdzorg Driedaagse ¾ Er waren 145 reacties. ¾ 66% van de reacties kwam uit Noord-Holland en 24% uit de stadsregio Amsterdam. ¾ 57% van de reacties was van hulpverleners, 15% van cliënten (vroeger of nu) en 35% van familie. ¾ De voornaamste redenen om te bellen: het resultaat van de geboden hulp, de manier van beslissen, de wijze van onderzoek en de bereikbaarheid/beschikbaarheid van de hulpverlener. ¾ De meeste klachten handelen over de ‘samenwerking tussen instellingen’. Gedoeld wordt hierbij vooral op de aansluiting tussen indicatiestelling en hulpverleningsinstelling. ¾ Familie/cliënten èn hulpverleners maken zich het meeste zorgen over de samenwerking tussen de instellingen. Tweede grote klacht betreft de wachtlijsten. ¾ 61% oordeelt negatief over (het contact met) de jeugdzorg; ¾ 12% van de respondenten oordeelt positief of neutraal. ¾ 17% van de respondenten diende reeds een klacht in; 12% wil dat alsnog doen. Pagina 16



¾ 21% van de meldingen heeft met een pleegzorgsituatie te maken.

Pagina 17


Pagina 18



3


Vergelijkingen

In dit hoofdstuk geven we een beknopte vergelijking tussen de resultaten van dit onderzoek in Noord-Holland, de Jeugdzorgdriedaagse in Zuid-Holland (2006) en de meldweek Jeugdzorg Provincie Groningen in 2005. Dit, voor zover gegevens beschikbaar èn vergelijkbaar zijn. De vergelijking met Zuid-Holland is beter te maken omdat het meldformulier dat door de statenleden gebruikt is, goed overeenkomt met het Zuid-Hollandse formulier. Zowel het formulier als de opzet van de rapportage van de provincie Groningen zijn anders, zodat vergelijken niet altijd mogelijk is. Als we kijken naar aantallen en de verhouding mannen en vrouwen die zich gemeld hebben bij de statenleden, zien we dat Zuid-Holland bijna twee keer zoveel meldingen als Noord-Holland heeft ontvangen, en Groningen iets minder dan Noord-Holland. De verdeling ‘vrouw ↔ man’ van de melders is in alle drie de provincies nagenoeg gelijk. Herkomst

Noord-Holland 2007

Zuid-Holland 2006

Groningen 2005

Aantal

145

295

128

% vrouwen

74%

75%

74%

% mannen

26%

25%

26%

2

De volgende tabel verdeelt de respondenten in hun positie t.o.v. de jeugdzorg.

Relatie met jeugdzorg

Noord-Holland

Zuid-Holland

Groningen

Als cliënt

15%

17 %

Nb

Als familie

35%

28%

Nb

Als hulpverlener

57%

42 %

± 10%

3%

3%

Als kennis

Opvallend is het aantal hulpverleners dat zich( met name in Noord-Holland) meldt. De bekendheid van de ‘Jeugdzorgdriedaagse’ kan hiervan oorzaak zijn.

2

98 telefoongesprekken + 25 e-mails + 5 brieven Pagina 19



Hoe men werd geattendeerd op de Jeugdzorgdriedaagse leert de volgende tabel: Noord-Holland

Zuid-Holland

Groningen

4%

14%

40%

Via radio en of TV

29%

14%

23%

Via site provincie

8%

3%

1%

Via site statenfractie

1%

-

-

Via posters

1%

-

4%

Via bekende

8%

8%

4%

59%

35%

17%

Via krant

Anders, en/of onbekend

Hier is vergelijken moeilijk omdat dit gegeven van 60% van de respondenten onbekend is. De ‘reden van melden’ is goed te vergelijken met het onderzoek in Zuid-Holland (2006). Reden

Noord-Holland

Zuid-Holland

De bejegening door de hulpverlener

20%

25 %

De bereikbaarheid/beschikbaarheid

19%

19 %


18%

18 %

Wijze van onderzoek

23%

25 %


13%

19 %


28%

18 %


23%

Niet gevraagd

Privacy

1%

2%

Anders

-

17 %

van de hulpverlener

Opvallend zijn de grote overeenkomsten tussen de twee onderzoeken. De vraag of een klacht is ingediend, werd met Ja beantwoord door: Klacht ingediend Ja

Pagina 20

Noord-Holland

Zuid-Holland

17 %

11%

Groningen 8%



De organisaties waarop de meldingen betrekking hebben: Melding heeft betrekking over:

%

%

%

Noord-Holland

Zuid-Holland

Groningen

56%

42%

31%

hulpverleningsinstellingen)

20%

9%

0%

Pleegzorg

21%

nb

13%

Gezinsvoogdij

14%

nb

22%

Bij BJZ

Bij BJZ

9%


2%

8%

7%

GGZ RIAGG

3%

-

3%

19%

7%

0%

Bureau Jeugdzorg/AMK Hulp op indicatie (geïndiceerde

AMK

Anders

Als we, tenslotte, kijken naar op de aspecten van het systeem waarop de meldingen betrekking hebben: Welk onderdeel van het systeem van jeugdzorg Wachtlijsten/doorlooptijden Samenwerking tussen instellingen Samenwerking tussen overheden Bekendheid van de jeugdzorg Imago van de jeugdzorg Wet op de jeugdzorg

Noord-Holland negatief

Zuid-Holland negatief

23%

27%

25%

33%

8%

8%

1%

2%

1%

9%

5%

11%

Ook hier vallen de grote overeenkomsten op.

Pagina 21


3.1


Conclusies

De voornaamste conclusies bij de vergelijking van de resultaten van de onderzoeken in Noord-Holland, de Jeugdzorgdriedaagse in Zuid-Holland (2006) en de meldweek Jeugdzorg Provincie Groningen in 2005: ¾

Er is een grote groep hulpverleners dat reageert. In Noord-Holland vormen zij de meerderheid van de melders.

¾

Wijze van onderzoek, bejegening en beschikbaarheid worden zowel in Zuid- als Noord-Holland het meest gemeld.

¾

Meldingen die betrekking hebben op het Bureau Jeugdzorg gaan vooral over de samenwerking tussen de instellingen en de wachtlijsten/doorlooptijden.

¾

De verhouding vrouwen/mannen die melden in de drie vergeleken onderzoeken is 3 op 1.

Pagina 22


4


Bijlagen

4.1

Taken van de provincie

In de jeugdzorg is sprake van een groot aantal actoren op lokaal, regionaal, provinciaal en nationaal niveau. De Wet op de Jeugdzorg heeft de taken op de verschillende niveaus beschreven en heeft als expliciete ambitie dat tussen provinciale/regionale jeugdzorg en gemeentelijk jeugdbeleid een perfecte aansluiting bestaat. De gemeenten verzorgen het ‘preventieve’ aanbod en de provincie het ‘curatieve’. Een korte taakomschrijving van provincie en gemeente: De provincie is verantwoordelijk voor: ¾

Aansluiting tussen gemeentelijk en provinciaal jeugdzorgbeleid.

¾

Het Bureau Jeugdzorg (indicatiestelling, casemanagement, ambulante hulp, naast AMK, jeugdreclassering en [gezins]voogdij).

¾

Het zorgaanbod dat beschikbaar moet zijn na indicatiestelling.

De vijf taken die aan de gemeenten zijn toevertrouwd volgens de Wet op de Jeugdzorg: ¾

Informatie verstrekken (aan ouders, kinderen en jongeren).

¾

Signaleren van problemen door onderwijs, jgz., etc.

¾

Beschikbaar maken van de sociale kaart voor ouders en jongeren.

¾

Pedagogische hulp.

¾

Coördineren van zorg op lokaal niveau (bijv. hulp in het gezin).

Pagina 23



Schematisch is de keten van de provinciale jeugdzorg als hieronder te visualiseren: (het gehele organigram van actoren in de jeugdzorg is als bijlage 2 opgenomen)

Gemeenten: vijf taken convenanten met de

b.

Bureau Jeugdzorg

a.

zorg-

c.

instellingen

provincie

d. figuur 1 provinciale taken: de kern legenda:

a.= aanmelding en instroom bij Bureau Jeugdzorg b.= onterechte vraag aan BJZ, vraag voor (terug naar) gemeentelijke voorzieningen c.= melding bij zorginstelling op grond van indicatiebesluit BJZ d.= voltooide behandeling, jongere terug in eigen leefomgeving

Pagina 24


4.2


Organogram actoren in de Jeugdzorg

Huisarts

Lokale algemene voorzieningen • Leerplicht/Regionale melden coördinatiecentra • Jeugdgezondheidszorg (GGD/thuiszorg/consultatiebureau) • Algemeen Maatschappelijk Werk/School • Algemeen Welzijn bijv: - Opvoedbureau - Jongereninformatiepunt - Ouder- en Kindcentra • Peutercentra en kinderopvang

Jeugd-geestelijke gezondheidszorg aanbod (j-ggz)

Bureau Jeugdzorg Indicteert en verwijst

Advies en Meldpunt Kindermishandeling

Jeugdbescherming

Jeugd-licht verstandelijk gehandicaptenaanbod (j-lvg)

Jeugdreclassering

Onderwijs

Bureau HALT

Politie

Kinderrechter doet uitspraak

Jeugdzorgaanbod (combinatie van): • Jeugdhulp • Verblijf • Observatiediagnostiek

Jusitiële jeugdinrichtingen: Civiel-rechtelijk (OTS) Strafrechtelijk (na strafbaar feit)

Raad voor de Kinderbescherming Onderzoekt, adviseert en bereidt besluiten voor

Zelfstandig Gemeente Provincie Ministerie van Justitie Ministerie van Onderwijs Ministerie van VWS Verwijzing cliënten

Pagina 25


Pagina 26



4.3


Gespreksformulier

JEUGDZORG 3-daagse Provincie Noord-Holland invullen per telefoontje/melding Naam Statenlid:

Datum & Tijdstip:

I. Gegevens beller a. Geslacht

O man

b. Woonplaats

...........................

c. Leeftijd invullen

O vrouw

O N-H

O stadsregio Amsterdam

......

jaar

d. Met jeugdzorg te maken (gehad): - als cliënt?

O Ja

O vroeger wel

O nee

- als familie/hulpverlener/kennis/..

O Ja

O vroeger wel

O nee

e. Van 3 daagse gehoord via:

O krant O radio O TV Noord-Holland O website provincie O website statenfractie…………. O posters O bekende O anders:……………………………………………………..

II. Inhoud melding a. Waarom belt degene?

Kern van de boodschap:

b. Welke periode ?

O nu O korter dan een half jaar geleden O tussen een half jaar en een jaar geleden O langer dan een jaar

Pagina 27



c. Heeft het te maken met de

O

houding/werkwijze van de

O

jeugdzorg?

nee, ja : O

bejegening door hulpverlener,

O

bereikbaarheid/beschikbaarheid hulpverlener,

(Zie bijlage 1) Svp na afloop van het gesprek de

O

informatieverstrekking,

categorieën aangeven in bijlage

O

wijze van onderzoek,

O

hulpverleningsplan/rapportage,

d. Wat is het oordeel van de beller ?

O

O

manier van beslissen

O

resultaat van de geboden hulp

O

privacy

O

anders: ..............

Positief

Toelichting:

Pagina 28

O Neutraal

O Negatief


e. Heeft u een officiële klacht


O

Ja

O Nee

ingediend? - Zo ja, bij wie/wat heeft u de klacht ingediend?

O hulpverlener O leidinggevende O klachtencommissie O anders nl….…………………………………………………………

- Zo nee, wilt u een officiële klacht

O

Ja

O Nee

indienen? (Zo ja, doorverwijzen naar AKJ voor verdere ondersteuning 020-5219950)

f. Over welke instelling gaat het ?

Bureau jeugdzorg/AMK: O

NH

O Stadsregio Amsterdam

Amsterdam, Amstelland/Meerlanden,

O

OCK het Spalier

Zaanstreek/Waterland

O

Parlan

O

Maatschappij Zandbergen

regio Amsterdam omvat

O

Orthopedagogisch Centrum ’t Gooi

O

De Bascule

O

Amstelduin (lichtverstandelijk gehandicapten)

O


O

GGZ (RIAGG)

O

Triversum (kinderen jeugdpsychiatrie)

O

Anders (zie bijlage 2 organogram ): ………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………

Pagina 29



g. Heeft het te maken met het

O

wachtlijsten/doorlooptijden

systeem van de jeugdzorg?

O

samenwerking tussen instellingen

O

samenwerking tussen overheden

O

bekendheid van de jeugdzorg

O

imago van de jeugdzorg

O

Wet op de jeugdzorg

O

anders: ............

(zie bijlage 1)

O Positief

O Neutraal

Toelichting: III. Nazorg a. Wil de beller een verslag ontvangen

O Ja

O Nee

en een uitnodiging voor de

Naam:

bespreking van verslag in de

Adres:

statencommissie ?

Postcode/Woonplaats:

Zo ja, adresgegevens noteren:

Telefoonnummer(s): Emailadres:

c. SELECTIEF !!!!!

O Ja, dan gegevens noteren

Wil de beller een bijdrage leveren

Naam:

aan een rondetafelgesprek ?

Adres:

Zodra het rapport gereed is en de

Postcode/Woonplaats:

nieuwe commissie aangetreden is. Telefoonnummer(s): Emailadres: Overige opmerkingen:

Pagina 30

O Negatief

Jeugdzorg Driedaagse Noord-Holland. 145 Ervaringen met de jeugdzorg Verslag van interviews en berichten

Recommend Documents