Inhoudsopgave Kadernota 2012.
1. Raadsvoorstel Kadernota 2012 d.d. 24 mei 2011 2. Concept-raadsbesluit
3. Kadernota 2012 4. Bijlage 1. Meerjarenperspectief 2012 -2015 5. Bijlage 2. Vergelijking lokale lastendruk met die van andere gemeenten 6. Bijlage 3. Richtinggevende uitspraken van de raad (raadsbesluit 1 februari 2011)
GEMEENTERAAD ENKHUIZEN RAADSVOORSTEL VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS 2011030
KADERNOTA 2012 Inleiding
Hierbij bieden wij u de Kadernota 2012 aan, inclusief een voorstel tot het doorvoeren van bezuinigingen voor de periode 2012 - 2015. In de kadernota verwoorden wij de uitgangspunten welke de basis kunnen zijn voor de op te stellen
programmabegroting van uw raad. Tevens doen wij een voorstel met betrekking tot de noodzakelijk door te voeren bezuinigingen om tot een structureel sluitende
meerjarenperspectief 2012 – 2015 te komen. Ons voorstel is daarbij vooral geënt op die richtinggevende uitspraken waar uw raad, conform het raadsbesluit van
1 februari 2011, het over “eens” is.
Beoogd resultaat
Vaststelling van richtinggevende kaders voor het te voeren beleid voor de begroting 2012, inclusief het meerjarenperspectief 2012 – 2015, op een zodanige manier dat op termijn tot een structureel sluitende begroting wordt gekomen. Wettelijk- / beleidskader Op grond van de Gemeentewet is uw raad belast met een kaderstellende rol en behoort het budgetrecht, waaronder het vaststellen van de programmabegroting, tot uw bevoegdheid. Korte toelichting
De afgelopen jaren is de “Kadernota” soms verschenen in de vorm van een “nota” en soms in de vorm van een “raadsbrief”. Gelet op het belang van deze Kadernota 2012 hebben wij weer gekozen voor een echte nota.
Normaal richt de Kadernota zich alleen op het komende begrotingsjaar, zowel ten aanzien van de te hanteren uitgangspunten als ten aanzien van beleidsvoornemens voor dat jaar. Deze Kadernota 2012 heeft echter twee functies, namelijk: 1.
de gebruikelijke functie inclusief het meerjarenperspectief 2012 - 2015. Dit meerjarenperspectief speelt een grote rol, omdat dit overzicht leidend is voor de omvang van het bedrag van de noodzakelijke bezuinigingen;
2.
de wijze waarop het berekende tekort door “bezuinigingen” (verlaging kosten
en/of verhoging opbrengsten) structureel gedekt kan worden en welke mogelijkheden er zijn voor een incidentele dekking.
Wij hebben hier het woord bezuinigingen gebruikt. Juist omdat het komen tot een sluitende begroting een mix kan zijn van kostenreductie en opbrengstverhoging, dekt dit woord niet volledig de lading. Feitelijk zijn de te nemen maatregelen
ombuigingen in het beleid. Daar waar in de Kadernota 2012 het woord bezuinigingen wordt gebruikt, dient dit dan ook gelezen te worden vanuit het brede perspectief. Uitgangspunten begroting 2012 en meerjarenperspectief 2012-2015
In de Kadernota 2012 staan de uitgangspunten vermeld die wij zouden willen hanteren voor het opstellen van de begroting 2012. In de kern betekent dit dat de (primitieve) begroting 2012 wordt opgesteld op basis van het bestaande beleid, dus
“beleidsarm”. Dit is de gebruikelijke methodiek en zeker ook passende in een tijd van financiële krapte. Dit betekent tevens dat, naast het doorvoeren van autonome mutaties zowel aan de uitgaven- als de inkomstenkant, de begroting wordt
opgesteld conform een nullijn. Voor een totaaloverzicht van de te hanteren uitgangspunten voor de begroting 2012, verwijzen wij u hierbij naar de nota. Duidelijk is dat, gelet op de financiële positie van de gemeente, het beleidsprogramma 2012 een zeer terughoudend karakter moet hebben. Beleid zal in 2012 wel voorbereid (kunnen) worden, en op zeer beperkte schaal zal dit ook tot
besluitvorming kunnen leiden, maar dit zal alleen zaken kunnen betreffen die geen uitstel dulden, dan wel via reserves en voorzieningen (bijv. riolering) gedekt kunnen worden.
In de kolom 2012 van het meerjarenperspectief 2012 – 2015 (zie hierna) zijn slechts twee posten opgenomen (begraafplaats en archeologie) die nieuwe middelen vragen. Dit beperkte aantal wordt mede veroorzaakt doordat de lasten
van investeringen waartoe besloten wordt, eerst in de begroting worden opgenomen in het jaar nadat de voorziening klaar is. Echter ook in de kolom 2013 staan weinig ruimtevragende voorzieningen.
Het meerjarenperspectief 2011- 2014 zoals dit bij de vaststelling van de begroting 2011 is behandeld, is in het licht van de noodzakelijke bezuinigingen, de afgelopen
maanden door ons kritisch tegen het licht gehouden. Daarbij is steeds individueel beoordeeld of beoogde beleidswensen qua planning nog altijd realistisch zijn, of deze in het licht van de financiële mogelijkheden nog altijd prioriteit genieten en op welke wijze de dekking daarvan plaats van vinden (incidenteel, reserves e.d.). In de Kadernota 2012 is aangegeven welke uitgangspunten hebben geleid tot dit
nieuwe meerjarenperspectief 2012-2015. Dit geactualiseerde en zorgvuldig samengestelde overzicht, waarin de raadsbesluiten zijn verwerkt tot en met de
vergadering van 10 mei 2011, alsmede de structurele effecten van de Voorjaarsnota 2011 (raad 31 mei), laat de volgende tekorten zien: Berekend
2012
2013
2014
2015
Geraamd
€ 711.500,-
€ 1.221.900,-
€ 1.272.400,-
€ 1.513.050,-
Afgerond
€ 700.000,-
€ 1.200.000,-
€ 1.300.000,-
€ 1.500.000,-
Het gaat naar onze mening te ver om dit overzicht op deze plaats van een uitgebreide toelichting te voorzien. Graag verwijzen wij u dan ook naar dit
overzicht. Uit dit overzicht blijkt dat ten opzichte van het meerjarenperspectief van
2011-2014 een aantal investeringen in tijd doorgeschoven is naar een volgend jaar, en dat een aantal andere voorzieningen, gelet op de beschikbare middelen, naar onze mening geen prioriteit meer heeft in deze planperiode. Bezuinigingen Om te komen tot een structureel sluitende begroting in de nabije toekomst, dient
gekomen te worden tot een bijstelling van het beleid. Om tot draagvlak en tot een zorgvuldige afweging van belangen te komen, is zowel het doorlopen proces als de inhoud daarvan belangrijk. Beide onderdelen zullen wij hieronder toelichten. Het doorlopen proces Vooral door kortingen die worden doorgevoerd door de rijksoverheid, is al langer
bekend dat tot ingrijpende bezuinigen overgegaan moet worden. Het proces om dit vorm en inhoud te geven is door ons gestart met de Kaderbrief bezuinigingen 2013
van 26 januari 2010. Hierover heeft binnen uw raad destijds geen besluitvorming plaatsgevonden. Na de coalitiebesprekingen, waarin dit onderwerp uitgebreid is besproken, werd
vervolgens op 11 januari 2011 door uw raad, op basis van een amendement, een procesplan voor de bezuinigingen vastgesteld. In dit besluit werd opgenomen dat door uw raad eerst een discussie gevoerd zou worden over de bezuinigingsmogelijkheden. Op basis van deze discussie is in de raadsvergadering van 1
februari 2011 een lijst met richtinggevende uitspraken vastgesteld. Uitspraken waar uw raad het over “eens” is en uitspraken waar de meningen over verdeeld zijn. Het
vastgestelde procesplan voorziet in behandeling van de bezuinigingsvoorstellen in de raad, gelijktijdig met de Kadernota 2012. In overleg met uw raad is ten slotte afgesproken dat wij ten aanzien van de bezuinigingen met een “gesloten” voorstel zullen komen, dat “realistisch en politiek haalbaar moet zijn”. Gesloten betekent in dit geval een concreet voorstel met maatregelen waarbij het geraamde tekort volledig en structureel gedekt wordt,
zonder dat er extra bezuinigd wordt ten behoeve van het creëren van ruimte voor
nieuw beleid. Dit laat onverlet dat uw raad het uitgebrachte voorstel altijd kan amenderen. Indien deze situatie zich voordoet, is tevens afgesproken dat uw raad voor die wijzigingen zelf de dekking aangeeft.
Het raadsbesluit van 1 februari 2011 betreffende de richtinggevende uitspraken, is voor ons de leidraad geweest om te komen tot dit bezuinigingsvoorstel. Met deze Kadernota 2012 voldoen wij aan onze toezegging. Inhoudelijk voorstel Bij ons voorstel hebben wij ons vooral laten leiden door de 10 richtinggevende uitspraken waar uw raad het over “eens” is. Deze uitspraken hebben een groot
draagvlak binnen uw raad, zonder dat daarbij naar onze mening sprake is van een rangorde. Uit de tekst van de richtinggevende uitspraken blijkt evenwel dat de
gemeente als eerste naar zichzelf moet kijken. Waar kan zij efficiënter en soberder werken. Bij deze categorie hebben wij dan ook de hoogste prioriteit gelegd.
Door geen bezuinigingsvoorstellen te doen betreffende de uitspraken waar de meningen binnen uw raad over verdeeld zijn, wordt ondermeer bereikt dat aan het
huidige sociale beleid van onze gemeente, niet getornd wordt. Wij maken ons sterk om de aanspraken op de WMO, de sociale voorzieningen inclusief de 120%regelingen en het minimabeleid onverkort te handhaven. Behoudens een stijging met een regulier inflatiepercentage blijven de extra lasten voor de burger beperkt tot die heffingen waarvoor de gemeentelijke kosten nog niet volledig gedekt zijn.
Als wij naar deze 10 richtinggevende uitspraken kijken, dan heeft een aantal uitspraken nadrukkelijk een relatie met elkaar. Om deze reden hebben wij drie hoofdcategorieën samengesteld. Dit zijn: 1. 2. 3.
eigen bedrijfsvoering, korting op bestaande budgetten en verkoop gemeenteeigendommen (uitspraak 1 tot en met 5 plus nummer 8);
externe budgetten voor subsidies en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen (uitspraak 7 en 10); verhoging
gemeentelijke
inkomsten
door
kostendekkendheid
van
gemeentelijke belastingen (uitspraak 6 en 9). Zoals hierboven verwoord hebben wij het zwaartepunt van de bezuinigingen gelegd bij ons zelf. Belangrijke onderdelen daarvan zijn: het vasthouden van minimaal de nullijn voor bestaande budgetten voor een periode van 4 jaar, waar mogelijk
budgetten ook daadwerkelijk verlagen, het verder doorvoeren van efficiencymaatregelen, en het verkopen van gemeentelijke eigendommen. Dit laatste onderdeel vloeit mede voort uit het binnenkort te behandelen Accommodatie- en vastgoed beleidsplan. Regionaal is naar de gemeenschappelijke regelingen een taakstelling uitgezet waarbij de bijdrage van de deelnemende gemeenten in 2014 10% lager moet zijn
dan in 2010. Analoog hieraan willen wij dezelfde korting van 10% toepassen op een viertal professionele organisaties die van ons subsidie ontvangen. Daarnaast staan wij een zodanige verdere verzelfstandiging en commercialisering voor van het
gemeenschapshuis De Nieuwe Doelen, dat zij op termijn van ons geen subsidie meer hoeven te ontvangen. Ons is gebleken dat een aantal gemeentelijke belastingen niet kostendekkend is.
Het betreft hier de rioolheffing, de afvalstoffenheffing en de begrafenisrechten. Op basis van gestandaardiseerde landelijke normen mogen meer kostencomponenten aan deze heffingen worden toegerekend dan wij nu doen. Dit betekent dat die kosten nu ten laste van de algemene middelen worden gebracht. Hoewel de
technische belastingcapaciteit veel hoger is, hebben wij bij ons voorstel ook rekening gehouden met een benchmark van de huidige landelijke en regionale tarieven. Op basis van die gegevens hebben wij de taakstelling voor dit onderdeel beperkt. Hoewel wij in de Kadernota inzicht geven hoe deze taakstelling feitelijk
ingevuld zou kunnen worden, is het aan uw raad daar een definitief oordeel over te geven. Het invoeren van nieuwe belastingen wordt door ons niet voorgesteld.
Uitgaande van een bezuinigingsopdracht van € 1,5 miljoen komen wij tot de volgende bezuinigingstaakstelling per categorie: •
Categorie 1: eigen bedrijfsvoering c.a.
€
825.000,--
•
Categorie 2: subsidies en gemeenschappelijke regelingen
-
355.000,--
•
Categorie 3 : kostendekkendheid belastingen
-
320.000,--
------------€ 1.500.000,--
========== Hoewel bezuinigingen altijd pijn doen, is naar onze mening de pijn op deze wijze
rechtvaardig en evenwichtig over de categorieën verdeeld, in lijn met de uitspraken van uw raad In dit raadsvoorstel willen wij ons beperken tot deze hoofdlijn. In de Kadernota
2012 zijn deze categorieën van een nadere toelichting en fasering voorzien, waar we op deze plaats naar verwijzen.
Communicatie
De belangrijkste bezuinigingstaakstelling ligt bij onszelf. De opdracht om tot een concrete invulling van deze taakstelling te komen, hebben wij intern uitgezet. De eerste resultaten daarvan zullen wij aan u voorleggen, gelijktijdig met de begroting 2012. De zogenaamde “100-puntenlijst” zal daarbij als leidraad dienen.
De taakstelling voor de gemeenschappelijke regelingen hebben wij met de diverse dagelijks besturen al veel eerder gecommuniceerd. Ook in de toekenning van subsidies aan verenigingen en instellingen hebben wij de laatste 2 jaar, in algemene zin, de mogelijkheid van toekomstige kortingen op de subsidies
aangegeven. De professionele organisaties die nu specifiek in beeld zijn voor een korting op de subsidie hebben wij hiervan onlangs op de hoogte gesteld. Met betrekking tot de maatregelen om inkomsten te verruimen (bijv. kostendekking belastingen) ten slotte, stellen wij slechts een volume voor als taakstelling. Indien
dit volume door uw raad als richtinggevend kader wordt overgenomen, is de
onderlinge verdeling daarvan over de diverse belastingssoorten, in overleg met uw raad onderwerp van nadere studie. Definitieve besluitvorming hierover zal bij de behandeling van de begroting 2012 kunnen plaatsvinden.
Ter afronding
Deze Kadernota 2012 is samengesteld op basis van de huidige gegevens en de beschikbare informatie en is bedoeld voor uw raad om richting te geven voor het verder opstellen van de begroting 2012, het doorvoeren van bezuinigingen en het sluitend maken van het meerjarenperspectief 2012 – 2015. In de komende periode
zal er ongetwijfeld nieuwe informatie op ons afkomen, welke tot bijstellingen moeten leiden.
Op macro-niveau zijn de gegevens van het Bestuursakkoord dan wel bekend, maar wat dit voor individuele gemeenten betekent is nog uiterst onzeker. In het kader van de decentralisatie van taken zal, bij aanvaarding van dit Bestuursakkoord, het
maximale negatieve effect € 15,-- per inwoner zijn (ons risico € 275.000,--). Daarnaast zijn ook plussen te benoemen, zoals de wijziging van de systematiek (“samen trap op, samen trap af”) en de afschaffing van de RUD-korting. Wij gaan er van uit dat eerst in de september-circulaire meer duidelijkheid komt wat een Bestuursakkoord betekent voor individuele gemeenten. Omdat steeds het
uitgangspunt is geweest om uit te gaan van de laatst bekende cijfers van het Gemeentefonds, zullen wij deze effecten, net als die van de mei-circulaire, eerst betrekken bij de behandeling van de begroting 2012 in november 2011. Voorstel Gelet op het bovenstaande stellen wij u voor:
1. kennis te nemen van de Kadernota 2012, inclusief het geactualiseerde meerjarenperspectief 2012 - 2015;
2. in te stemmen met de in de Kadernota 2012 opgenomen uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2012;
3. het geactualiseerde meerjarenperspectief 2012 – 2015 als uitgangpunt te nemen voor de noodzakelijke bezuinigingen, resulterende in een structureel bedrag van € 1,5 miljoen in 2015;
4. de drie benoemde hoofdcategorieën, voortvloeiende uit de door uw raad
vastgestelde richtinggevende uitspraken, met de daarbij behorende bedragen en fasering, als kaderstellende taakstelling te beschouwen om tot een structureel sluitend meerjarenperspectief 2012 – 2015 te komen;
5. mede afhankelijk van het mogelijk beschikbaar komen van nieuwe informatie,
bij de behandeling van de begroting 2012 tot definitieve besluitvorming te komen.
Enkhuizen, 24 mei 2011 Burgemeester en wethouders van E n k h u i z e n De loco-secretaris,
(J.W.Th.M. Slagter)
De burgemeester,
(J.G.A. Baas)
GEMEENTERAAD ENKHUIZEN RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Enkhuizen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 mei 2011, nummer: 2011030; gelet op de bepalingen van de Gemeentewet waaruit de kaderstellende rol van de raad blijkt
besluit: 1. kennis te nemen van de Kadernota 2012, inclusief het geactualiseerde meerjarenperspectief 2012 - 2015;
2. in te stemmen met de in de Kadernota 2012 opgenomen uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2012;
3. het geactualiseerde meerjarenperspectief 2012 – 2015 als uitgangpunt te nemen voor de noodzakelijke bezuinigingen, resulterende in een structureel bedrag van € 1,5 miljoen in 2015;
4. de drie benoemde hoofdcategorieën, voortvloeiende uit de eerder vastgestelde richtinggevende uitspraken, met de daarbij behorende bedragen en fasering, als kaderstellende
taakstelling te beschouwen om tot een structureel sluitend meerjarenperspectief 2012 – 2015 te komen;
5. mede afhankelijk van het mogelijk beschikbaar komen van nieuwe informatie, bij de behandeling van de begroting 2012 tot definitieve besluitvorming te komen.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Enkhuizen in zijn openbare vergadering van 31 mei 2011 De raad voornoemd,
de griffier,
H.C. Lankman
de voorzitter,
J.G.A. Baas
Kadernota 2012 Inleiding De afgelopen jaren is de “Kadernota” soms verschenen in de vorm van een “nota” en soms in de vorm van een “raadsbrief”. Gelet op het belang van deze Kadernota 2012 hebben wij weer gekozen voor een echte nota. Normaal richt de Kadernota zich alleen op het komende begrotingsjaar, zowel ten aanzien van de te hanteren uitgangspunten als ten aanzien van beleidsvoornemens voor dat jaar. De Kadernota 2012 heeft echter twee functies, namelijk: 1. de gebruikelijke functie inclusief het meerjarenperspectief 2012 -2015 (hierna: MJP). Dit MJP speelt een grote rol, omdat dit overzicht leidend is voor de omvang van het bedrag van de noodzakelijke bezuinigingen; 2. de wijze waarop het berekende tekort door “bezuinigingen” (verlaging kosten en/of verhoging opbrengsten) structureel gedekt kan worden en welke mogelijkheden er zijn voor een incidentele dekking. Wij hebben hier het woord bezuinigingen gebruikt. Juist omdat het komen tot een sluitende begroting een mix kan zijn van kostenreductie en opbrengstverhoging, dekt dit woord niet volledig de lading. Feitelijk zijn de te nemen maatregelen ombuigingen in het beleid. Daar waar in deze nota het woord bezuinigingen wordt gebruikt, dient dit dan ook gelezen te worden vanuit het brede perspectief. De hierboven vermeldde tweedeling houden we in de opbouw van deze nota vast. Achtereenvolgens zullen wij dan ook behandelen: Hoofdstuk 1:
Begroting 2012
1.1 Uitgangspunten begroting 2012 1.2 Beleidsvoornemens 2012 1.3 Meerjarenperspectief 2012 – 2015
Hoofdstuk 2: 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
Bezuinigingen
Algemeen Het doorlopen proces Algemene uitgangspunten bij ons voorstel Categorie 1: Bezuinigingen eigen bedrijfsvoering c.a. Categorie 2: Subsidies en gemeenschappelijke regelingen Categorie 3: Kostendekkendheid belastingen Fasering en reserves Ter afronding
In het overleg met uw raad is afgesproken dat wij ten aanzien van de bezuinigingen met een “gesloten” voorstel zullen komen, dat “realistisch en politiek haalbaar moet zijn”. Gesloten betekent in dit geval een concreet voorstel met maatregelen waarbij het geraamde tekort volledig en structureel gedekt wordt, zonder dat er extra bezuinigd wordt ten behoeve van het creëren van ruimte voor nieuw beleid. Dit laat onverlet dat uw raad het uitgebrachte voorstel altijd kan amenderen. Indien deze situatie zich voordoet, is tevens afgesproken dat uw raad voor die wijzigingen zelf de dekking aangeeft.
Hoofdstuk 1: Begroting 2012 1.1 Uitgangspunten begroting 2012 Onlangs hebben wij de te hanteren uitgangspunten en autonome mutaties voor de primitieve begroting 2012 vastgesteld. Zoals gebruikelijk zal deze begroting slechts bestaan uit het bestaande beleid, de begroting wordt dus “beleidsarm” opgesteld. Het beleidsprogramma 2012 wordt afzonderlijk gepresenteerd en maakt deel uit van het meerjarenperspectief (1e jaarschijf), waar uw raad zich over moet uitspreken. De uitgangspunten welke voor het opstellen van de begroting zullen gaan gelden, zijn de volgende: ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
¾
de basis voor de begroting van de structurele lasten en baten is het bestaande beleid, waarbij raadsbesluiten, genomen tot en met de raadsvergadering van 5 juli 2011, worden meegenomen; voor het geraamde aantal inwoners op 1 januari 2012 wordt uitgegaan van 18.250, voor het aantal woonruimten is dat 8.475; rekening wordt gehouden met voor de gemeente autonome ontwikkelingen zoals wijzigingen in het aantal bijstandsgerechtigden, algemene uitkeringen, doeluitkeringen etc; indien van toepassing wordt rekening gehouden met areaaluitbreiding zoals voor het beheer van de openbare buitenruimte; voor 2012 wordt voor de individuele budgetten de nullijn aangehouden. Prijsstijgingen worden dus niet gecompenseerd. Alleen daar waar sprake is van onvermijdelijke kostenstijgingen als gevolg van meerjarige prijsafspraken (contracten) of externe tarieven (b.v. energie) worden begrotingsposten aangepast; ook voor het subsidieprogramma wordt de nullijn aangehouden, behalve voor de looncomponent van die instellingen, die niet de mogelijkheid hebben om de loonstijging binnen hun begroting te compenseren; de stijging van de loonsom voor eigen personeel (brutosalarissen, werkgeverslasten en premies) wordt in 2012 ten opzichte van de begroting 2011 beperkt tot 1,5%; rekening wordt gehouden met salariswijzigingen op grond van rechtspositieregelingen; voor de bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen wordt in de begroting 2012 de nullijn aangehouden (regionale afspraak). Besluitvorming over aanvullende bezuinigingen worden afgewacht alvorens hier in de begroting rekening mee te houden; voor rente voor te lenen “kort” geld wordt uitgegaan van 4%. de opbrengst van lokale heffingen 2012 wordt verhoogd ten opzichte van de raming 2011 met het inflatiepercentage (consumentenprijsindexcijfer) van het voorgaande jaar. Voor 2012 bedraagt de verhoging op grond van het inflatiepercentage over 2010 1,3%. Daarnaast wordt rekening gehouden met areaaluitbreiding (toename waarde vastgoed door uitbreiding); gemeentelijke tarieven, zoals voor de camping, haven etc, worden verhoogd met het inflatiepercentage (consumentenprijsindexcijfer) in 2010. De verhoging bedraagt 1,3%;
Door in de begroting uit te gaan van het bestaande beleid, blijft het budgetrecht van uw raad overeind staan. Besluiten tot beleidswijzigingen zullen via begrotingswijzingen in de begroting worden verwerkt. 1.2 Beleidsvoornemens 2012 Duidelijk is dat, gelet op de financiële positie van de gemeente, het beleidsprogramma 2012 een zeer terughoudend karakter zal hebben. Beleid zal in 2012 wel voorbereid (kunnen) worden, en op zeer beperkte schaal zal dit ook tot besluitvorming kunnen leiden, maar dit zal alleen zaken betreffen die geen uitstel dulden, dan wel via reserves en voorzieningen (bijv. riolering) gedekt kunnen worden. In de kolom 2012 van het meerjarenperspectief 2012 – 2015 (zie hierna) zijn slechts twee posten opgenomen (begraafplaats en archeologie) die nieuwe middelen vragen. Dit beperkte aantal wordt mede veroorzaakt doordat de lasten van investeringen waartoe besloten wordt, eerst worden opgenomen in het jaar nadat de voorziening klaar is. Echter ook in de kolom 2013 staan weinig ruimtevragende voorzieningen.
1.3 Meerjarenperspectief 2012 - 2015 Het meerjarenperspectief zoals dat zou kunnen gelden voor de jaren 2012 – 2015 (MJP) hebben wij de afgelopen maanden aan een kritisch blik onderworpen en geactualiseerd aan de laatste ontwikkelingen en inzichten. Dit MJP is als bijlage 1 bij deze Kadernota gevoegd. Dit geactualiseerde MJP laat de volgende tekorten zien: Berekend
2012
Geraamd Afgerond
€ 711.500,-€ 700.000,--
2013 € 1.221.900,-€ 1.200.000,--
2014 € 1.272.400,-€ 1.300.000,--
2015 € 1.513.050,-€ 1.500.000,--
Ter toelichting geldt dat in het MJP 2012 - 2015: • de besluiten zijn verwerkt tot en met de raadsvergadering van 10 mei 2011 (renovatie Drommedaris ad € 22.000,--); • de structurele mutaties zijn verwerkt voortvloeiende uit de jaarrekening 2010 en de Voorjaarsnota 2011 (raad 31 mei); • tot en met 2015 de effecten zijn doorgerekend van het bestaande beleid (autonome mutaties, reguliere aanpassing belastingtarieven e.d.); • de effecten van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds zijn verwerkt van de laatst bekende circulaire (december), dus exclusief de effecten van de mei-circulaire en het Bestuursakkoord; • de lasten zijn verwerkt volgens een bruto-verantwoording. In dit overzicht is dus normaal rekening gehouden met kostenverhogingen door inflatie; • alleen structurele lasten zijn geraamd, zonder rekening te houden met mogelijke subsidies. Daarnaast zijn voor enkele posten P.M-ramingen opgenomen. Eenmalige lasten dienen gedekt te worden uit de post “Onvoorzien” (bedragen tot € 25.000,--) of t.l.v. van de algemene reserve worden gebracht (bedragen boven € 25.000,--); • de kapitaallasten van investeringen eerst zijn verwerkt in het jaar nadat de voorziening gereed is gekomen; • schommelende kosten (bijv. verkiezingen) zijn verwerkt via een egalisatiereserve. Niet verwerkt in het MJP zijn vanzelfsprekend de beleidswijzigingen waarvoor nog bestuurlijke keuzes bestaan, want deze maken onderdeel uit van het bezuinigingsvoorstel. In het MJP 2011 -2014, zoals behandeld bij de vaststelling van de begroting 2011, werd voor het jaar 2014 een tekort geraamd van afgerond € 900.000,--. Ter vergelijking: In het bijgestelde MJP 2012 2015 is dit voor 2014 € 1.300.000,--. Het verschil wordt voor het grootste deel veroorzaakt doordat in het nieuwe MJP wel wordt uitgegaan van kostenverhogingen door inflatie. Uitgaande van een inflatiepercentage van 2% betekent dit voor de beïnvloedbare posten in de begroting een bedrag van € 100.000,-- per jaar. Cumulatief over een periode van 2012 - 2015 is dit dus € 400.000,--. Het gaat naar onze mening te ver om dit overzicht op deze plaats van een uitgebreide toelichting te voorzien. Graag verwijzen wij u dan ook naar dit overzicht. Wel merken wij op dat uit dit overzicht blijkt dat ten opzichte van het MJP van 2011-2014 een aantal investeringen in tijd doorgeschoven is naar een volgend jaar, en dat een aantal andere voorzieningen naar onze mening geen prioriteit heeft in deze planperiode. Tot de eerste categorie behoort o.a. de realisering van een brede school in de binnenstad. Gelet op het tijdsbeslag dat de voorbereiding, de besluitvorming en het doorlopen van procedures vraagt, voorzien wij dat eerst in 2014 met de bouw gestart kan worden. Gelet op de realisatietermijn zal deze school niet eerder klaar zal zijn dan in 2015. Gelet op de geldende systematiek betekent dit dat de kapitaallasten dan eerst in 2016 op de gemeentebegroting drukken. Tot de tweede categorie behoort o.a. de herinrichting van de Melkmarkt, de verbindingsroute Weelenpad –Oosterdijk en de aanleg van een voetpad langs de Bosmankade. Uitgaande van dit zorgvuldig samengestelde MJP 2012 – 2015 geldt er dus een bezuinigingstaakstelling van € 1.500.000,--, uiterlijk te bereiken in 2015.
Hoofdstuk 2: Bezuinigingen 2.1 Algemeen Dat gemeenten voor een behoorlijke bezuinigingsopgave staan is al langer bekend. Door het opleggen van kortingen op de uitkeringen die gemeenten en provincies van de rijksoverheid krijgen, wordt het steeds lastiger om het eigen huishoudboekje op orde te houden. Vooral gemeenten hebben het moeilijk omdat zij, naast lagere rijksvergoedingen, ook geconfronteerd worden met het afbouwen van subsidies door de provincies. Zoals uit het MJP 2012 -2015 blijkt geldt voor onze gemeente een bezuinigingsopgave van € 1,5 miljoen in 2015. Dit is exclusief de effecten van het te sluiten Bestuursakkoord. 2.2 Het doorlopen proces De bezuinigingsdiscussie in onze gemeente is gestart met de Kaderbrief bezuinigingen 2013 van ons college van 26 januari 2010. Anticiperend op geluiden vanuit Den Haag, werden in die kaderbrief twee scenario’s uitgewerkt (€ 1,1 resp. € 3 miljoen) op welke wijze de bezuinigingen beleidsmatig het hoofd geboden zouden kunnen worden. Dit heeft ondermeer geleid tot de zogenaamde “100-puntenlijst”. Omdat er in maart 2010 verkiezingen waren, is deze kaderbrief destijds door uw raad niet inhoudelijk behandeld. Bij de gesprekken, na de verkiezingen, over de vorming van de diverse mogelijke coalities, zijn de bezuinigingen steeds nadrukkelijk een onderwerp van discussie geweest. De uit deze gesprekken naar voren gekomen informatie is bij het verdere proces van de bezuinigingen betrokken. Op 11 januari 2011 werd door uw raad een procesplan voor de bezuinigingen vastgesteld, op basis van een aangenomen amendement. In dit besluit werd opgenomen dat door uw raad eerst een discussie gevoerd zou worden over de bezuinigingsmogelijkheden. Op basis van deze discussie, zo vervolgt het besluit, wordt een lijst met richtinggevende uitspraken geformuleerd welke als basis dient voor het participatietraject. Het procesplan voorziet in behandeling van de bezuinigingsvoorstellen in de raad, gelijktijdig met de Kadernota 2012. Om nog meer duidelijkheid te krijgen over de vraag waar uw raad mogelijkheden ziet om te bezuinigingen en waar juist niet, is er op 31 januari 2011 een raadsconferentie in De Nieuwe Doelen gehouden, ter voorbereiding op de besluitvorming in de raadsvergadering van 1 februari. Tijdens die vergadering zijn door uw raad richtinggevende uitspraken geformuleerd. Uit het genomen besluit blijkt dat uw raad over 10 uitspraken het “eens” is en dat er 25 uitspraken geformuleerd zijn, waar de meningen over verdeeld zijn. Alle beschikbare informatie is vervolgens gebruikt voor een verdiepingsslag, waarbij de reële mogelijkheden en de maatschappelijke en financiële effecten van de diverse richtinggevende uitspraken, van een technische toelichting zijn voorzien. De verslagen van deze bijeenkomsten behoren tot dit dossier. Omdat de duidelijkheid rondom het Bestuursakkoord uitbleef, en het opstellen van de begroting 2012 voortgang moet hebben waardoor er beperkt tijd overbleef, is rondom deze fase van de bezuinigingen afgezien van een participatietraject (beginspraak). Afhankelijk van de werkelijke effecten van het Bestuursakkoord kan dit in een tweede fase als nog gaan plaatsvinden. In overleg met uw raad is ten slotte afgesproken dat wij ten aanzien van de bezuinigingen met een “gesloten” voorstel komen, dat “realistisch en politiek haalbaar moet zijn”. Gesloten betekent in dit geval een concreet voorstel met maatregelen waarbij het geraamde tekort volledig en structureel gedekt wordt, zonder dat er extra bezuinigd wordt ten behoeve van het creëren van ruimte voor nieuw beleid. Het raadsbesluit van 1 februari 2011 betreffende de richtinggevende uitspraken (zie bijlage 3), is voor ons de leidraad geweest om te komen tot een bezuinigingsvoorstel. Met deze Kadernota voldoen wij aan onze toezegging.
2.3 Algemene uitgangspunten bij ons voorstel Bij ons voorstel hebben wij ons vooral laten leiden door de 10 richtinggevende uitspraken waar uw raad het over “eens” is. Deze uitspraken hebben een groot draagvlak binnen uw raad, zonder dat daarbij naar onze mening sprake is van een rangorde. Uit de tekst van de richtinggevende uitspraken blijkt evenwel dat de gemeente als eerste naar zichzelf moet kijken. Waar kan zij efficiënter en soberder werken. Bij deze categorie hebben wij dan ook de hoogste prioriteit gelegd. Door geen bezuinigingsvoorstellen te doen betreffende de uitspraken waar de meningen binnen uw raad over verdeeld zijn, wordt bereikt dat aan het huidige sociale beleid van onze gemeente, niet getornd wordt. Wij maken ons sterk om de aanspraken op de WMO, de sociale voorzieningen inclusief de 120%-regelingen en het minimabeleid onverkort te handhaven. Behoudens een stijging van een regulier inflatiepercentage blijven extra de lasten voor de burger beperkt tot die heffingen waarvoor de gemeentelijke kosten nog niet volledig gedekt zijn. Als wij naar deze 10 richtinggevende uitspraken kijken, dan heeft een aantal uitspraken nadrukkelijk een relatie met elkaar. Om deze reden hebben wij drie hoofdcategorieën samengesteld. Dit zijn: 1. eigen bedrijfsvoering, korting op bestaande budgetten en verkoop gemeente-eigendommen (uitspraak 1 tot en met 5 plus nummer 8); 2. externe budgetten voor subsidies en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen (uitspraak 7 en 10); 3. verhoging gemeentelijke inkomsten door kostendekkendheid van gemeentelijke belastingen (uitspraak 6 en 9). Zoals hierboven verwoord hebben wij het zwaartepunt van de bezuiniging gelegd bij ons zelf. Belangrijke onderdelen daarvan zijn: het vasthouden van minimaal de nullijn voor bestaande budgetten voor een periode van 4 jaar, het verder doorvoeren van efficiencymaatregelen, en het verkopen van gemeentelijke eigendommen. Dit laatste onderdeel vloeit mede voort uit het binnenkort te behandelen Accommodatie- en vastgoed beleidsplan. Regionaal is naar de gemeenschappelijke regelingen een taakstelling uitgezet waarbij de bijdrage van de deelnemende gemeenten in 2014 10% lager moet zijn dan in 2010. Analoog hieraan willen wij de zelfde korting van 10% toepassen op een viertal professionele organisaties die van ons subsidie ontvangen. Daarnaast staan wij een zodanige verdere verzelfstandiging en commercialisering voor van het gemeenschapshuis De Nieuwe Doelen, zodat zij op termijn geen subsidie meer hoeven te ontvangen van de gemeente. Ons is gebleken dat een aantal gemeentelijke belastingen niet kostendekkend is. Het betreft hier de rioolheffing, de afvalstoffenheffing en de begrafenisrechten. Op basis van gestandaardiseerde landelijke normen mogen meer kostensoorten aan deze heffingen worden toegerekend dan wij nu doen. Dit betekent dat die kosten nu ten laste van de algemene middelen worden gebracht. Hoewel de technische belastingcapaciteit veel hoger is, hebben wij bij ons voorstel ook rekening gehouden met een benchmark van de huidige landelijke en regionale tarieven. Op basis van die gegevens hebben wij de taakstelling voor dit onderdeel beperkt. Het invoeren van nieuwe belastingen wordt door ons niet voorgesteld.
Uitgaande van een bezuinigingsopdracht van € 1,5 miljoen komen wij tot de volgende taakstelling per categorie: • • •
Categorie 1: eigen bedrijfsvoering c.a. € 825.000,-Categorie 2: subsidies en gemeenschappelijke regelingen - 355.000,-Categorie 3 : kostendekkendheid belastingen - 320.000,--------------------€ 1.500.000,-===========
Ons voorstel zullen we concreet langs deze drie hoofdlijnen hieronder nader toelichten.
2.4 Categorie 1: Bezuinigingen eigen bedrijfsvoering c.a. 1. De gemeente kijkt als eerste naar zichzelf: waar kan zij efficiënter en soberder werken? Denk aan slimmer inkopen en inhuren, minder bureaucratie door efficiënter te werken, minder representatieve activiteiten.
2. Samenwerking met Stede Broec en Drechterland moet worden bevorderd daar waar dat voordelen oplevert. Denk aan samenwerking van brandweer, belastingen en ICT.
3. De kwaliteit van brandweer, rampenbestrijding en veiligheid blijft gewaarborgd, bezuinigingen mogen alleen gerealiseerd worden door efficiencymaatregelen. 4.
Organisatoren van evenementen zullen moeten bijdragen in de extra kosten die de gemeente hierdoor moet maken. Daarnaast gaat de gemeente in gesprek met het bedrijfsleven over hun bijdrage in gemeentelijke kosten (profijtbeginsel). Denk aan de kosten voor toezicht, parkeren, etc.
5. Alle onderhoudsprojecten zullen kritisch worden bekeken en getoetst op nut en noodzaak. 8. Het beheer van de sportaccommodaties kan en moet efficiënter, beheer en onderhoud zouden kunnen worden overgedragen naar de gebruikers. De richtinggevende uitspraken 1 tot en met 5 houden nadrukkelijk met elkaar verband. Om die reden hebben wij deze posten in één bezuinigingstaakstelling gevat. Bij uitspraak 8 is meer sprake van een “technische” wijziging omdat er door verkoop van eigendommen een boekwinst gerealiseerd kan worden. Dat laat onverlet dat ook door dit afstoten, in het verlengde van uitspraak 1, efficiencywinst behaald kan worden op het beheer van vastgoedaccommodaties. Ad 1. Zoals bekend is in het kader van “Enkhuizen in de greep” een aanzienlijke efficiencyslag gemaakt in de ambtelijke organisatie. Desalniettemin zijn ook wij van mening dat in het kader van de bezuinigingen in eerste instantie gekeken moet worden naar mogelijkheden om de efficiency verder te verbeteren, inkoopvoordelen te realiseren en te bekijken waar in de ambtelijke en bestuurlijke organisatie versoberd kan worden. Wij hebben daarbij goed begrepen dat juist de kwaliteit van de brandweer, rampenbestrijding en veiligheid gewaarborgd moeten blijven. Ad 2. De voordelen van de SED samenwerking zullen in eerste instantie vooral liggen op het terrein van de gezamenlijke inkoop. De SED samenwerkingsagenda van 2011 levert pas op langere termijn andere (formatie-)voordelen op vooral als functies worden uitgevoerd voor meerdere gemeenten. In een aantal gevallen zal er zelfs eerst geïnvesteerd moeten worden waarvoor incidentele dekking moet worden gezocht. Ad 3. Bij de brandweer zijn in SED-verband zeker synergievoordelen te benoemen maar daarbij geldt dat de meeste investeringen nog jarenlang kapitaallasten opleveren. In de bestuursopdracht van de brandweer is voor 2011 nog geen rekening gehouden met het inventariseren van het benodigde materiaal. Daarnaast is de gemeente niet autonoom is zijn beslissingsbevoegdheid. De regionale brandweer c.q. de veiligheidsregio speelt hierin nog een rol. En ten slotte bestaat er voor de inverdieneffecten een verdeelsleutel van 33,33% per gemeente. Ad 4. Bij de opheffing van de buitendienst is besloten de kosten van het plaatsen van dranghekken bij evenementen voor rekening van de gemeente te blijven nemen. In de begroting 2010 was hiervoor een bedrag € 5.000,-- opgenomen. Uit de rekeningcijfers blijkt dat hiervoor € 13.600,-- is uitgegeven. In de begroting 2011 is voor dit doel € 9.000,-- geraamd. Hoewel het om een relatief gering bedrag gaat is het alleszins redelijk dat deze kosten voor rekening van organisatoren van een evenement komen.
Het rechtlijnig toepassen van het niet meer betalen van deze kosten door de gemeente zal echter bij niet commerciële activiteiten tot problemen c.q. het niet meer organiseren van het evenement, kunnen leiden. Wij staan dan ook een splitsing voor. Wanneer organisatoren van evenementen de gemaakte kosten niet kunnen doorberekenen (zoals bijv. Koninginnedag.), dan blijven deze kosten voor rekening van de gemeente. Wanneer de kosten door de organisator wel kunnen worden doorberekend (aan bijv. de horecaondernemer of de standplaatshouders), dan wordt van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. De meest praktische methode daartoe is door in de evenementenvergunning een bepaling op te nemen, dat de vergunninghouder voor zijn rekening zorgt voor afzetting in de vorm van dranghekken. Plaatsing vindt plaats op basis van een plaatsingsplan op aanwijzing van de gemeente. Wij verwachten hiermee de kosten van het plaatsen van de dranghekken te houden op het niveau van de begroting 2011. Er wordt op deze wijze weliswaar geen directe bezuiniging gerealiseerd, doch er zal ook geen overschrijding meer plaatsvinden. Ad 5. Met betrekking tot het onderhoud van de stad is door uw raad gekozen voor een basiskwaliteitsniveau. Dit niveau zal door ons worden gemonitord. Daarbij moet in acht worden genomen dat hiervoor op basis van bestekken contracten zijn gesloten. Voorzien wordt dat een samenvoeging van het reinigingsbestek en het veegbestek (nu gescheiden) vanaf 2013 een financieel voordeel kan opleveren. Binnen de andere bestekken liggen afspraken (verplichtingen) vast die betrekking hebben op de correctie van prijscompensatie c.q. uurtarieven. De diverse bestekken hebben wisselende looptijden. Zoals bekend wordt conform het bestaande beleid, om achterstand in onderhoud in te halen jaarlijks een bedrag van € 100.000,-- tot en met 2014 extra gestort in de onderhoudsfondsen. In afwachting van de monitoring handhaven wij die storting. Ad 8. Bij de uitwerking van de bezuinigingsvoorstellen is deze uitspraak breder opgepakt en verbreed tot alle accommodaties. In het binnenkort te behandelen Accommodatie- en vastgoedbeleidsplan worden voor de financiële optimalisering 10 kansen genoemd (zie samenvatting, blz. 9 van het rapport). Tevens wordt een indicatie gegeven van de revenuen van een aantal kansen. Deze vallen uiteen in: 1. Centralisering vastgoedorganisatie 2. Takendiscussie 3. Verkoop panden (excl. SMC)
jaarlijkse besparing € 25.000,-- tot € 50.000,--; eenmalige netto opbrengst € 1.300.000,--; eenmalige netto opbrengst € 2.200.000,--.
Daarnaast worden overige optimaliseringskansen benoemd, zonder dat deze in geld gekwantificeerd kunnen worden. Bij de opgenomen revenuen willen wij de volgende kanttekeningen plaatsen. Ad 1. De kosten gaan voor de baat uit. Om de optimaliseringskansen te kunnen benutten zal er eenmalig geïnvesteerd moeten worden (ca. € 100.000,--). Hiervoor zal incidentele dekking gevonden moeten worden. Indien alles op orde is, zal inderdaad en structurele (efficiency) besparing gerealiseerd kunnen. Rekening houdende ook met de andere kansen, wordt deze organisatorische besparing voorlopig gesteld op maximaal € 50.000,--. Ad 2. De eenmalige opbrengst i.v.m. de takendiscussie is zeer discutabel. Deze wordt namelijk gevormd door verkoop van de beide campings. Camping De Vest is reeds “verzelfstandigd” en die in het REZ maakt onderdeel uit van het project “Herontwikkeling recreatieoord”. Door uw raad is al uitgesproken dat deze ook moet worden verzelfstandigd en als randvoorwaarde is meegegeven dat deze herontwikkeling (Vlekkenplan) minimaal budgettair neutraal moet verlopen. De opbrengst van de verkoop van de camping maakt daar deel van uit en kan dus niet twee keer ingezet worden. Deze eenmalige opbrengst moet dus vervallen.
Ad 3. Verkoop van gemeentelijke panden is wel reëel. Voor het ene pand zal dit eerder en gemakkelijker kunnen dan voor een ander pand. Het hiervoor opgenomen netto bedrag van € 2.2 miljoen moet: • enerzijds verlaagd worden in verband met de voorgenomen sloop van het pand Dreef 2, zodra deze vrij komt; • anderzijds verhoogd worden in verband met de verkoop van Het Witte Hert 4 en het Sociaal Medisch Centrum, waartoe door uw raad eerder besloten is. Daarmee komt het meer reële bedrag van de eenmalige opbrengst op € 3.200.000,--. In het meerjarenperspectief wordt voor investeringen uitgegaan van een vaste jaarlast van 10%. Afhankelijk van de afschrijvingstermijn en het rentepercentage is dit in werkelijkheid doorgaans lager. Door de opbrengst te gebruiken voor vervroegde afschrijving van investeringen met een maatschappelijk nut, wordt niet alleen de rente, maar ook de afschrijvingslast bespaard. Analoog aan de investeringen zou het op zich te verdedigen zijn om van dezelfde forfaitaire berekening van 10% uit te gaan. Omdat de besparing op relatief korte termijn gerealiseerd kan worden en de rente nu laag ligt, dient echter uitgegaan te worden van een meer realistisch percentage van 8%. Uitgaande van een eenmalige netto opbrengst van € 3.200.000,-- en een besparing van 8%, bedraagt het structurele effect van deze verkopen € 255.000,--. Conclusie Hoewel wij op dit moment nog niet concreet kunnen aangeven waar wij deze efficiencyslag kunnen realiseren stellen wij voor een taakstelling op te nemen. De hoogte van de taakstelling van de eerste vijf onderdelen baseren wij enerzijds op de verwachte inflatie en anderzijds op de hoogte van de beïnvloedbare kosten. Voor 2015 betekent dit een structurele bezuiniging van € 570.000,-- (onderdeel a). Waar kosten beïnvloedbaar zijn zullen wij voor bestaande budgetten in ieder geval de nullijn hanteren (geen prijscompensatie). Indirect betekent dit een behoorlijke bezuiniging van circa € 100.000,-- per jaar. Dit laat onverlet dat waar dit mogelijk dan wel noodzakelijk is, wij ook budgetten daadwerkelijk zullen verlagen. De komende periode zullen wij benutten om deze opgedragen taakstelling nader te concretiseren. De eerder samengestelde “100-puntenlijst” zal hierbij nadrukkelijk worden betrokken. Door verkoop van eigendommen en de boekwinst in te zetten voor vervroegde afschrijving kan daarnaast een besparing gerealiseerd worden van € 255.000,-- (onderdeel b) Opgemerkt wordt hierbij dat de investeringsopgave die in het Accommodatie- en vastgoed beleidsplan is opgenomen, niet of nauwelijks is opgenomen in het MJP 2012 – 2015 omdat deze buiten deze planperiode valt.
Taakstelling 2015 (a+b)
€ 825.000,--
2.5 Categorie 2: Subsidies en gemeenschappelijke regelingen 7. Alle gemeentelijke subsidies zullen kritisch worden bekeken op besparingsmogelijkheden, bovendien wordt er gestreefd naar een eenvoudiger en efficiënter systeem. 10. Ook de bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen (zaken die samen met andere gemeenten worden uitgevoerd) worden evenredig meegenomen in de bezuinigingen. Ad 7. Conform deze richtinggevende uitspraak hebben wij de subsidies aan een kritische blik onderworpen. Welke keuzes daarbij ook worden gemaakt, maatschappelijk en financieel zal een korting bij de betreffende subsidie ontvangende partij, altijd pijn doen. Wij willen op deze post ook niet meer bezuinigen dan strikt noodzakelijk is. Om deze reden hebben wij niet voor een kaasschaafmethode gekozen. In die situatie zouden alle partijen die subsidie ontvangen gekort worden. Dit leidt in relatie tot de besparing in geld, tot onevenredig veel maatschappelijke onrust.
Wij hebben er daarom voor gekozen om alleen een korting toe te passen op de subsidie die verstrekt wordt aan een viertal grote, professionele organisaties. Ons voorstel is om de subsidie aan deze organisaties op termijn te verlagen met 10%, analoog aan de korting welke wordt opgelegd aan gemeenschappelijke regelingen (zie hierna). Daarnaast is overleg gevoerd met het bestuur van het gemeenschapshuis De Nieuwe Doelen. Inzet van beide partijen is om te komen tot een volledige verzelfstandiging, waardoor op termijn geen subsidie ten behoeve van de exploitatie meer noodzakelijk is. De huidige subsidie bedraagt € 70.000,--, welke dus bespaard kan worden. Aan vier grote organisaties, te weten ¾ de stichting Recreatie Voorzieningen Enkhuizen (zwembad); ¾ stichting Welzijnswerk Enkhuizen; ¾ Stichting Muziekschool Oostelijk Westfriesland; en ¾ de stichting Bibliotheek Westfriesland-Oost wordt in totaal € 1.534.235,-- subsidie toegekend. Een korting van 10% betekent in geld een bedrag van € 155.000,--. Met het bestuur van het zwembad is eerder over een korting van 10% gesproken. Het bestuur heeft de bereidheid uitgesproken te willen beoordelen of dit haalbaar is en daarbij aan te geven wat de consequenties daarvan zijn. Stichting Welzijnswerk Enkhuizen ontvangt van alle organisaties het hoogste bedrag aan subsidie, namelijk (€ 575.000,--). Dit totale bedrag is opgebouwd uit verschillende onderdelen voor een diversiteit aan activiteiten. Hoewel ook hier per onderdeel wordt uitgegaan van een korting van 10%, is het voor ons bespreekbaar indien er tussen de verschillende onderdelen een differentiatie plaatsvindt. Zo is het ons bekend dat bij de stichting wordt nagedacht over een concentratie van voorzieningen, waardoor IJsselzand weliswaar een buurtfunctie blijft behouden (verhuurcentrum), maar geen subsidie van de gemeente meer hoeft te ontvangen. Onze muziekschool is een traject ingegaan om te komen tot een fusie met de Muziekschool Gerard Boedijn uit Hoorn. Deze bundeling van krachten moet tot kostenbesparingen kunnen leiden. Naar onze mening moet ten slotte ook de bibliotheek een bijdrage kunnen leveren door het treffen van efficiencymaatregelen in de bedrijfsvoering. De afgelopen twee jaar zijn alle gesubsidieerde instellingen al geïnformeerd over de mogelijkheid dat op de subsidie gekort zal moeten worden. Nieuw is dit beleidsvoornemen voor hen dan ook niet. Dat laat onverlet dat op een zorgvuldige manier, bij voorkeur in overleg met de organisaties, tot een fasering van deze korting moet worden gekomen. De totale taakstelling voor de gesubsidieerde instellingen komt hiermee op € 225.000,--. Ad 10. De opgelegde bezuinigingen bij de gemeenschappelijke regelingen, oplopende van 5% in 2012, via 7,5% in 2013 tot 10% in 2014, worden op dit moment in kaart gebracht voor de begrotingen 2012. In de conceptbegrotingen van de GR’en is over het algemeen met deze eerste stap rekening gehouden. Wij realiseren ons dat de grootste problemen liggen in latere jaren. Toch zullen wij hen aan de opgelegde bezuinigingstaakstelling houden. De totale omvang van onze bijdrage aan deze regelingen bedraagt op dit moment € 1.324.000,-. Een taakstelling van 10% betekent een besparing in 2014 van afgerond € 130.000,--. Taakstelling 2015:
€ 355.000,--
2.6 Categorie 3: Kostendekkendheid belastingen 6. De gemeente zal waar mogelijk op verantwoorde wijze de afschrijvingstermijnen van openbare of infrastructurele werken verlengen, waardoor geld bespaard wordt. Denk aan de afschrijvingstermijn van de riolering.
9. Verhoging van een aantal gemeentelijke inkomsten is bespreekbaar, mits het gaat om zaken die nu niet kostendekkend zijn. Denk aan bijvoorbeeld de grafrechten die nu de kosten niet dekken.
De richtinggevende uitspraken 6 en 9 houden nauw verband met elkaar. Naast rioolheffing en begrafenisrechten, mogen ook de kosten van afvalverwijdering voor 100% in de tarieven worden doorberekend. Om die reden hebben wij deze posten gezamenlijk in één bezuinigingstaakstelling gevat. Omdat voor de overige tarieven van de belastingen slechts een normale indexering geldt en wij geen voorstellen doen om nieuwe belastingen in te voeren, beschouwen we overige belastingen niet. Temeer omdat op basis van inschattingen de huidige tarieven voor leges dienstverlening op een kostendekkend niveau liggen. De exacte kostentoerekening hiervan moet overigens nog plaatsvinden. In algemene zin wordt opgemerkt dat tot 100% kostendekking gekomen worden door de tarieven te verhogen, maar waar mogelijk, ook door kostenreductie. Rioolheffing Exclusief de extra kosten, die aan de rioolheffing toegerekend kunnen worden, zijn de kosten en opbrengsten voor riolering nu “budgettair neutraal” in de begroting opgenomen. Immers eventuele verschillen worden verrekend met een voorziening. De inkomsten en uitgaven zijn in de begroting 2011 geraamd op € 1.230.000,--. Daarmee lijken de kosten voor 100% gedekt, maar de werkelijkheid is genuanceerder. Een deel van de kosten die voor riolering c.a. wordt gemaakt, wordt namelijk gedekt uit de algemene middelen. Deze kosten afgerond € 295.000,-- (zie onderstaande tabel) worden nog niet (volledig) toegerekend aan de riolering en dus aan de rioolheffing, terwijl dat wettelijk wel toegestaan is: Baggeren binnenwateren excl. havens en onderhoud waterwegen (25%) Kwijtschelding rioolheffing Kosten heffing en invordering Opbrengst aanmaningen en dwangbevelen Compensabele BTW Nog te verhalen maximaal Afgerond
67.000 26.600 59.845 -5.400 147.675 295.720 295.000
Zoals hierboven aangegeven kan op basis van gestandaardiseerde normen van de VNG circa € 295.000,-- extra toegerekend worden aan de rioolheffing waardoor de totale kosten maximaal € 1.525.000,-- bedragen. Kostendekkendheid kan naast een tariefsverhoging ook bereikt worden door kostenreductie. Door de afschrijvingstermijn van de investeringen voor de riolering te verlengen van 25-35 naar 40 jaar, kunnen de kosten met € 80.000,-- verminderd worden tot € 1.445.000,--. Deze gegevens leiden tot het volgende overzicht: Huidige kosten en opbrengsten rioolheffing
€ 1.230.000,--
Kosten na aanpassingen riolering (afschrijving en kostentoerekening) € 1.445.000,-Aanvullend nog maximaal te verhalen € 215.000,-Uitgaande van de huidige opbrengst betekent dit dat thans circa 85% van de maximaal toe te rekenen kosten gedekt worden. Hierbij merken wij nog het volgende op: De feitelijke bruto belastingopbrengst was de afgelopen jaren fors hoger (in 2010 € 1.340.000,--). De “eenmalige vermindering” die afgelopen jaren aan de burgers is verleend (in 2010 € 150.000,--) is echter ingaande 2011 structureel in de tarieven verwerkt. Daarmee is de verwachte opbrengst (zowel netto als bruto) voor 2011 € 1.230.000,--. Afvalstoffenheffing In de huidige begroting worden de lasten en baten voor het onderdeel ‘’afvalverwerking” beide geraamd op € 2.400.000,--. Ook ten aanzien van de kosten van afvalverwerking geldt dat een deel van de kosten nog niet (volledig) wordt bekostigd uit de afvalstoffenheffing en dus nu gedekt wordt uit de algemene middelen.
Het gaat hierbij om de volgende kostencomponenten. Veegkosten naar 50% Overige kosten afvalstoffen Perceptiekosten BTW Nog te verhalen maximaal
69.500 11.000 98.500 120.000 299.000
Deze gegevens leiden tot het volgende overzicht: Huidige kosten en opbrengsten afvalstoffenheffing
€ 2.400.000,--
Kosten na aanpassingen kostentoerekening € 2.699.000,-Aanvullend nog maximaal te verhalen € 299.000,-Uitgaande van de huidige opbrengst betekent dit dat thans circa 89% van de maximaal toe te rekenen kosten gedekt worden. Hierbij merken wij het volgende op: Om te groeien naar een situatie van 100% kostendekking, is de afgelopen jaren het tarief voor de afvalstoffenheffing extra verhoogd met 3 keer 5%. Het jaar 2011 is daarbij het derde en laatste jaar. Begrafenisrechten Ten slotte is bekend dat ook de gemeentelijke begraafplaats niet kostendekkend geëxploiteerd wordt. De kosten worden weliswaar volledig toegerekend aan de begraafplaats, maar de inkomsten zijn niet hoog genoeg om de lasten te dekken. De huidige baten en lasten van de begraafplaats zijn de volgende: Lasten van de begraafplaats 333.000 Toekomstige lasten van de begraafplaats (zie meerjarenperspectief 201232.000 2015) als gevolg van investeringen Totale lasten begraafplaats 365.000 Baten begraafplaats 152.000 Aanvullend nog maximaal te verhalen 213.000 Uitgaande van de huidige opbrengst betekent dit dat thans circa 42% van de toe te rekenen kosten gedekt worden. De vraag is op welke wijze en in hoeverre de kostendekkendheid van de begraafplaats kan worden verhoogd. Een onderzoek hiernaar is nu gaande. De kostendekkendheid kan worden verhoogd door lasten te verlagen (bezuinigingen) of inkomsten te verhogen (tarieven verhogen of intensiever gebruik van de begraafplaats). Dit leidt tot kostenbesparing en/of extra inkomsten. Door ons wordt betwijfeld in hoeverre het mogelijk is om tot een volledige kostendekkende begraafplaats te komen. Een complicerende factor daarbij zijn de graven waarvoor de rechten eeuwigdurend afgekocht zijn en het grafonderhoud dat eeuwigdurend afgekocht is. Een verhoging van de kostendekkendheid zou éénzijdig komen te liggen bij de rechthebbenden van de graven waarvoor geen afkoop heeft plaatsgevonden. Anticiperende op de resultaten van het onderzoek zijn wij van mening dat daarom een deel van de kosten niet verhaald zal kunnen worden en ten laste van de algemene middelen zal blijven. De nieuw te maken kosten volgens het MJP 2012 – 2015 (€ 32.000,--) moeten door (intensiever) gebruik zonder meer terugverdiend kunnen worden. De huidige tarieven laten zien dat onze gemeente een “goedkope” gemeente is. Niet alleen qua nominale tarieven, maar zeker ook gelet op de geboden kwaliteit. Benchmark en recapitulatie Om tot 100% kostendekking te komen, kan er in technische zin dus nog een bedrag van € 807.000,-aan kosten verhaald worden via de heffingen. Wij realiseren ons heel goed dat naast de technische mogelijkheden van kostentoerekening, er ook andere factoren een rol spelen bij de vaststelling van de individuele belastingtarieven. Naast mogelijk een verschil in politieke zin, is een belangrijke afweging
daarbij een benchmark om te beoordelen hoe onze tarieven zich verhouden tot die in de vergelijkbare gemeenten regio en het gemiddelde in het land. Wij verwijzen u hiervoor naar bijlage 2. Onze indruk daarbij is dat onze gemeente met betrekking tot het tarief voor de afvalstoffenheffing aan de bovengrens zit. Wat daarvan de oorzaak is, kunnen wij op dit moment niet aangeven. Wellicht zijn onze kosten, vanwege specifieke oorzaken, hoger dan in andere gemeenten. Indien uw raad, conform de richtinggevende uitspraak nummer 9 besluit om een aantal gemeentelijke inkomsten te verhogen, teneinde het kostendekkingspercentage te verhogen, dan liggen, naar onze mening, de meest reële mogelijkheden bij de rioolheffing en de begrafenisrechten. De onderlinge verhouding is nader door uw raad te bepalen, maar een budgettaire ruimte van € 320.000,-- achten wij haalbaar. Daarbij merken wij op dat budgettaire ruimte los gezien moet worden van het effect op de belastingtarieven. Indien, zoals hierboven wordt beschreven, besloten wordt om de afschrijvingstermijn van de rioleringsinvesteringen te verlengen, dan valt er een bedrag van € 80.000,-- aan de huidige kostenkant van de riolering vrij. Dit biedt de mogelijkheid om andere kosten, die nu gedekt worden uit de algemene middelen, als nog aan de riolering toe te rekenen, zonder dat de tarieven daarvoor hoeven te stijgen. Op deze wijze ontstaat er in de begroting wel budgettaire ruimte. De conclusie is dan ook dat indien gekozen wordt voor: • het verlengen van de afschrijvingstermijn van de rioleringsinvesteringen (besparing € 80.000,--); • een budgettaire taakstelling in 2015 van € 320.000,--; dit macro-gezien tot een verhoging van belastingopbrengsten moet leiden van € 240.000,--. Om aan te geven wat dit zou kunnen betekenen voor de diverse belastingen, geven wij ter illustratie een voorbeeld. In dit voorbeeld gaan wij er van uit: • dat de belastingopbrengst extra moet stijgen met € 240.000,--; • dat de opbrengst afvalstoffenheffing niet extra wordt verhoogd omdat de huidige tarieven, gelet op een benchmark, dat niet toelaten; • dat de opbrengst begrafenisrechten, inclusief lasten nieuwe investeringen (€ 32.000,--), extra mag stijgen met € 75.000,--; • dat de opbrengst rioolheffing extra mag stijgen met het restantbedrag van € 165.000,--. Exclusief de opbrengst voortvloeiende uit de nieuwe investeringen, dient macro-gezien de opbrengst begrafenisrechten dan verhoogd te worden met € 43.000,--. Omdat de huidige opbrengsten worden geraamd op € 152.000,--, betekent dit een extra verhoging van 28% over 4 jaar. Macro-gezien betekent een verhoging van € 165.000,-- voor de rioolheffing, bij een opbrengstraming van € 1.230.000,--, een procentuele verhoging van 13,4% over een periode van maximaal 4 jaar. Voor het tarief voor een huisaansluiting (eigenaar/gebruiker) betekent dit een verhoging van € 18,09. Taakstelling 2015:
€ 320.000,--
2.7 Fasering en reserves Hiervoor hebben wij de steeds de financiële taakstelling in 2015 weergegeven. Doelstelling van ons is immers een gezond en verantwoord financieel beleid waarbij de wensen niet uitstijgen boven de financiële mogelijkheden. Ook het provinciale toezicht gaat uit van de situatie dat bij een niet structureel sluitende begroting, in ieder geval uit het meerjarenperspectief moet blijken dat de begroting in de toekomst wel sluitend is. Indien in de tussenliggende jaren er een incidenteel tekort ontstaat, dan dient dit gedekt ook incidenteel gedekt te worden. Onze inzet is echter om te komen tot een ombuigingsvoorstel waarbij het inzetten van incidentele middelen, zo beperkt mogelijk is. Met inachtneming van de reactie van uw raad op de richting die wij aangeven in deze Kadernota 2012, willen wij een definitief voorstel hiertoe uitbrengen bij de begroting 2012.
Na vaststelling van het nieuwe MJP 2012 – 2015 inclusief de bezuinigingen in november 2011, zullen wij de voortgang van de ombuigingsvoorstellen steeds monitoren. Verslag hiervan zullen we steeds doen in de normale planning- en controlcyclus.
Dit alles laat onverlet dat wij in deze Kadernota een inzicht willen geven hoe deze fasering er uit zou kunnen zien. Bij die fasering hebben wij de volgende uitgangspunten aangehouden: ¾ ¾ ¾ ¾
het zwaartepunt van de ombuigingen ligt bij categorie 1, (eigen bedrijfsvoering e.d.) en binnen die categorie zou de procentuele fasering over de jaren circa 30 : 30 : 30 : 10% kunnen zijn waarbij de bedragen worden afgerond tot logische getallen; binnen categorie 2 (subsidies en gemeenschappelijke regelingen) is de korting op de budgetten 5% (2012), 7,5% (2013) resp. 10% (2014) voor de individuele instellingen. Voor onze begroting zou dit een fasering betekenen van 50 : 25 : 25 : 0%; voor de begrafenisrechten hebben wij enerzijds rekening gehouden met het jaar waarin de nieuwe investeringen tot lasten leiden (volledige dekking) en anderzijds met een gelijkmatige verdeling over de 4 jaren; voor de rioolheffing hebben we enerzijds rekening gehouden met de verlenging van afschrijvingstermijnen in 2012 en anderzijds met een extra verhoging van twee keer 6,7% (of afgerond € 9,--) voor de jaren 2012 en 2013 (totaal € 18,09 per huisaansluiting of 13,4%).
Deze uitgangspunten zouden leiden tot het volgende overzicht met de cumulatieve bedragen per jaar; Berekend
2012
Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3 Totaal Taakstelling Verschil
€ € € €
2013
250.000,-175.000,-200.000,-625.000,--
€ 500.000,-€ 265.000,-€ 290.000,-€ 1.055.000,--
€ 700.000,--/- € 75.000,--
€ 1.200.000,--/- € 145.000,--
2014 € € € €
+
2015
750.000,-355.000,-310.000,-1.415.000,--
€ 825.000,-€ 355.000,-€ 320.000,-€ 1.500.000,--
€ 1.300.000,-€ 115.000,--
€ 1.500.000,-Sluitend
Volgens deze fasering zou er over de totale planperiode 2012 – 2015 per saldo slechts een incidenteel bedrag van afgerond € 100.000,-- incidenteel gedekt moeten worden. 2.9 Ter afronding Deze Kadernota 2012 is samengesteld op basis van de huidige gegevens en de beschikbare informatie en is bedoeld voor uw raad om richting te geven voor het verder opstellen van de begroting 2012, het doorvoeren van bezuinigingen en het sluitend maken van het MJP 2012 – 2015. In de komende periode zal er ongetwijfeld nieuwe informatie op ons afkomen, welke tot bijstellingen zullen leiden. Op macro-niveau zijn de gegevens van het Bestuursakkoord dan wel bekend, maar wat dit voor individuele gemeenten betekent is nog uiterst onzeker. In het kader van de decentralisatie van taken zal, bij aanvaarding van dit Bestuursakkoord, het maximale negatieve effect € 15,-- per inwoner zijn (risico € 275.000,--). Daarnaast zijn ook plussen te benoemen, zoals de wijziging van de systematiek (“samen trap op, samen trap af”) en de afschaffing van de RUD-korting. Wij gaan er van uit dat eerst in de september-circulaire meer duidelijkheid komt wat dit Bestuursakkoord betekent voor individuele gemeenten. Omdat steeds het uitgangspunt is geweest om uit te gaan van de laatst bekende cijfers van het Gemeentefonds, zullen wij deze effecten, net als die van de mei-circulaire, eerst betrekken bij de behandeling van de begroting 2012 in november.
Enkhuizen, 24 mei 2011 Burgemeester en wethouders van E n k h u i z e n De loco-secretaris,
(J.W.Th.M. Slagter)
De burgemeester,
(J.G.A. Baas)
Bijlage 1 Meerjarenperspectief 2012 - 2015. Bijgewerkt op : 19 mei 2011
Bedragen tussen ( ) verlagen de begrotingsruimte.
Programma
Beleidsveld
Omschrijving
bedrag
af-
investering schr. term.
jaarlast
jaarlast
jaarlast
jaarlast
2012
2013
2014
2015
nieuwe inv.
nieuwe inv.
nieuwe inv.
nieuwe inv.
10%
10%
10%
10%
Toelichting
Begrotingsruimte op 1 juni 2011 Dekkingsmiddelen
Stand nieuw beleid volgens primitieve begroting 2011
233.000
233.000
233.000
233.000 stand primitieve begroting 2011
Begrotingswijzigingen tijdens begrotingsbehandeling: Beheer openb.buitenruimte
Riolering
GRP2, Riolering binnenstad deelgebied C (2011)
650.000
0
0
0
0 de lasten worden gedekt uit de rioolheffing
Riolering
GRP2, Uitbreiding riolering Gependam t.b.v. veerdiensten (2011)
150.000
0
0
0
0 de lasten worden gedekt uit de rioolheffing
Riolering
GRP2, Riolering binnenstad deelgebied H (Zuiderhavendijk en Ooster770.000
0
0
0
0 de lasten worden gedekt uit de rioolheffing
Onderwijs
Meerjarenhuisvestingsplan Primair Onderwijs 369.000
(34.000)
(34.000)
(34.000)
havenstraat (2011) Onderwijs en Kinderopvang
Investeringen 2011
(34.000) Betreft noodlokaal Driespan en nieuwbouw De Wegwijzer Berekening lasten op basis van normen en afschrijvingstermijn financiële verordening.
Dekkingsmiddelen
Algemene uitkering
Verhoging integratie - uitkering WMO septembercirculaire 2010
100.000
100.000
100.000
100.000 Op grond van de septembercirculaire 2010
Soc. Voorz. en Werkgel.h.
WMO
Toevoeging aan budget WMO
(100.000)
(100.000)
(100.000)
(100.000) Extra middelen WMO worden toegevoegd aan het budget WMO
Beheer openb.buitenruimte
Beheer openb. Buitenr.
Ophoging dotaties aan onderhoudsvoorzieningen
(200.000)
(300.000)
(400.000)
(400.000) kadernota 2010, ophoging onderhoud(svoorzieningen) voor beheer openbare buitenruimte, BOR, civieltechniek, havens, buitensportacommodaties, gemeentelijke gebouwen (w.o. monumenten). vanaf 2014 geen verdere ophoging meer noodzakelijk
Dekkingsmiddelen
Financiën
€ 3 miljoen ontrekken aan de algemene reserve en inzetten voor ver-
238.000
238.000
238.000
238.000 Op deze wijze is een deel van de rekeningresultaten in de
snelde afschrijvingen van investeringen met maatschappelijk nut
afgelopen jaren worden omgezet in ruimte voor nieuw beleid. Was al opgenomen in de kaderbrief 2011, alleen is bij de uitwerking het bedrag uitgekomen op 238.000 i.p.v. 240.000
Begrotingswijzigingen na begrotingsbehandeling. Verkeer en Vervoer
Verkeer en Vervoer
Gemeentelijke bijdrage N 302 Westfrisiaweg
Welzijn, Cultuur en Sport
Welzijn
Subsidie Bonte Veer
Economische Zaken,
Leges
Door wijziging APV minder inkomsten van standplaatsen, terrassen,
Dekkingsmiddelen
Belastingen
introductie precariobelasting i.v.m. vervallen leges terrasvergunningen
Welzijn, Cultuur en Sport
Buitensport
Hockey initiatief Enkhuizen
Economische Zaken
Opstellen Hertvisie
p.m.
0
0
0
(130.000)
(130.000)
(130.000)
(48.000)
(48.000)
(48.000)
40.000
40.000
40.000
(9.500)
(9.500)
0 Raad 7 december 2010. geen jaarlasten, éénmalige dekking ten laste van reserves
Toerisme en Recreatie
en reclameborden
(130.000) Raad 7 december 2010. bij Vaststelling subsidieplafonds
(48.000) Raad 7 december 2010. financiële consequenties wijzigingen APV 40.000 Raad 7 december 2010. Ter compendsatie van vervallen leges terrasvergunningen
0
0 Raadsbesluit 1 maart 2011
Economische zaken, Toerisme en Recreatie
80.000
Raad 5 april 2011 .Ten laste van de Algemene Reserve
Economische zaken, Toerisme en Recreatie
Bouwgrondexploitatie
Aankoop grond Haling 17E
Beheer openb.buitenruimte
Beheer openb.buitenr.
Aanpassing gebouw De Drommedaris in 2011/2012
650.000
Raad 10 mei 2011. Aankoop ten laste van bouwgrondexploitatie.
1.835.000
(22.000)
(22.000)
(22.000) Raad 10 mei 2011. Er is rekening gehouden met subsidies tot 80% van het investeringsbedrag ad 1.835.000. De lasten van het voorbereidingskrediet worden verrekend met de hogere huur. Lasten berekend op afschrijvingstermijn volgens de financiële verordening, annuïteit 25 jaar
Subtotaal 1
Gemeente Enkhuizen
89.500
1
(32.500)
(123.000)
(123.000)
mjp 2012 - 2015
Bijlage 1 Meerjarenperspectief 2012 - 2015. Bijgewerkt op : 19 mei 2011
Bedragen tussen ( ) verlagen de begrotingsruimte.
Programma
Beleidsveld
Omschrijving
bedrag
af-
investering schr. term.
jaarlast
jaarlast
jaarlast
jaarlast
2012
2013
2014
2015
nieuwe inv.
nieuwe inv.
nieuwe inv.
nieuwe inv.
10%
10%
10%
10%
Toelichting
Ruimtescheppende maatregelen volgens bestaand beleid Dekkingsmiddelen
Belastingen
verhoging Onroerende zaakbelastingen
40.000
100.000
160.000
220.000 stijgingspercentage in 2011 1,3%, na 2011 2%
Dekkingsmiddelen
Belastingen
verhoging overige belastingen
23.000
58.000
93.000
128.000 stijgingspercentage in 2011 1,3%, na 2011 2%
Dekkingsmiddelen
Belastingen
opbrengst vermakelijkhedenretributie.
8.000
16.000
24.000
30.000 Raadsbesluit 6 december 2005, 2009 convenant met exploitanten
Ruimtescheppende maatregelen, nieuw beleid Dekkingsmiddelen
Belastingen
verhoging rioolheffing
p.m.
p.m.
p.m.
p.m. verhogen van de rioolheffing naar kostendekkend niveau
Dekkingsmiddelen
Belastingen
verhoging afvalstoffenheffing
p.m.
p.m.
p.m.
p.m. verhogen van de afvalstoffenheffing naar kostendekkend niveau
Dekkingsmiddelen
Belasingen
invoeren wintertarief haven voor electra
p.m.
p.m.
p.m.
p.m. Het invoeren van het wintertarief kan leiden tot een lagere
Zie ombuigingsvoorstellen
Zie ombuigingsvoorstellen
opbrengst van 25.000 euro.
Subtotaal 2
Gemeente Enkhuizen
71.000
2
174.000
277.000
378.000
mjp 2012 - 2015
Bijlage 1 Meerjarenperspectief 2012 - 2015. Bijgewerkt op : 19 mei 2011
Bedragen tussen ( ) verlagen de begrotingsruimte.
Programma
Beleidsveld
Omschrijving
bedrag
af-
investering schr. term.
jaarlast
jaarlast
jaarlast
jaarlast
2012
2013
2014
2015
nieuwe inv.
nieuwe inv.
nieuwe inv.
nieuwe inv.
10%
10%
10%
10%
Toelichting
Autonome mutaties Algemene Uitkering Dekkingsmiddelen
Algemene uitkering Mutatie op grond van circulaires t/m decembercirculaire 2010
(354.000)
(351.000)
(76.000)
(146.000) Ontwikkeling van de algemene uitkering, waarin als laatste
(begroot in 2011 primitief € 18.825.000 + wijziging bij begrotings-
de decembercirculaire 2010 is meegenomen
behandeling € 100.000 i.v.m. hogere integratie - uitkering WMO septembercirculaire 2010 = € 18.925.000) en decembercirculaire waarvan gelabeld voor: DU Peuterspeelzaalwerk (septembercirculaire 2010)
(31.000)
(31.000)
(31.000)
AWBZ-pakketmaatregel (septembercirculaire 2010)
(100.000)
(100.000)
(100.000)
(31.000) gereserveerd voor extra lasten peuterspeelzaalwerk om kwaliteit te verhogen
(100.000) gereserveerd voor extra lasten AWBZ-pakketmaatregel Het voornemen is de middelen in te zetten voor Er op af. Het project Er op af duurt 2 jaar. Daarna is het bedrag beschikbaar voor AWBZ pakketmaatregelen
Alle
Personeelslasten
Alle
Bedrijfsvoering
algemene salarisstijging
(130.000)
(260.000)
(390.000)
(520.000) verwachte loon- en premiestijging na 2011 1,5% per jaar.
Bedrijfsvoering
incidentele verhogingen
(40.000)
(80.000)
(120.000)
(160.000) verhogingen op basis van rechtspositieregelingen
35.000
6.000
(23.000)
(22.000) toe- c.q. afname afschrijvingen
(67.000)
(36.000) toe- c.q. afname rentekosten
Kapitaallasten Diversen
mutaties in afschrijvingen
Diversen
mutaties in rentelasten.
zwembad na 2015 afgeschreven: vrijval 275.000.
Alle
(76.000)
(147.000)
Loon- en prijsstijgingen Diversen
hogere lasten a.g.v. indexering van prijzen
Diversen
contractueel vastgelegde prijsstijgingen
Dekkingsmiddelen
Belastingen
meer OZB door toename aantal woningen/bedrijven
Economische zaken, Toe-
Economische zaken
verkoop aandelen NUON
(100.000)
(200.000)
(300.000)
(400.000) de indexering bedraagt 2% per jaar.
(50.000)
(100.000)
(150.000)
(200.000) stelpost voor onvermijdelijke prijsstijgingen
10.000
20.000
30.000
0
0
0
0 De opbrengst ad 1.242.000 per 1 juli 2011 is ingezet voor de
0
0
0 De opbrengst ad 1.242.000 per 1 juli 2013 is ingezet voor de
40.000 stelpost voor jaarlijkse areaaluitbreiding op basis van het huidige (verbouw)volume
risme en Recreatie
dekking van de Westfrisiaweg
dekking van de Westfrisiaweg
37.000 per 1 juli 2015 te ontvangen € 1.740.000
Voorjaarsnota 2011
Structurele mutaties
1.000
Subtotaal 3
Gemeente Enkhuizen
(835.000)
3
1.000
(1.242.000)
1.000
(1.226.000)
1.000 Structurele mutaties volgens de voorjaarsnota 2011
(1.537.000)
mjp 2012 - 2015
Bijlage 1 Meerjarenperspectief 2012 - 2015. Bijgewerkt op : 19 mei 2011
Bedragen tussen ( ) verlagen de begrotingsruimte.
Programma
Beleidsveld
Omschrijving
bedrag
af-
investering schr. term.
jaarlast
jaarlast
jaarlast
jaarlast
2012
2013
2014
2015
nieuwe inv.
nieuwe inv.
nieuwe inv.
nieuwe inv.
10%
10%
10%
10%
Toelichting
Projecten ingezet beleid en nieuw beleid. Bedijfsvoering Bedrijfsvoering
Centrale huisvesting
p.m.
p.m
p.m
p.m
Automatisering
Project SSC ICT West Friesland
p.m.
0
0
0
0 opgenomen in het coalitieprogramma 0 SSC voor vier gemeenten (SEDM) met aansluitmogelijkheden voor meer gemeenten. Dekking uit budget automatisering en vrijval kapitaallastenkrediet realisatie ELO.
Automatisering
Nieuw programma @genda
p.m.
0
0
0
0 Programma NUP en @Antwoord zijn hierin opgenomen. Dekking uit budget automatisering en krediet realisatie Elo.
Programma 1 Bestuurlijke Organisatie
Bestuurlijke organisatie
Burgerzaken
Modernisering GBA
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m. Mogelijk wordt hiervoor een bijdrage van het rijk ontvangen.
Bestuurlijke organisatie
Burgerzaken
Digitalisering Burgerlijke Stand
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m. Mogelijk wordt hiervoor een bijdrage van het rijk ontvangen.
Bestuurlijke organisatie
Verkiezingen
Automatisering verkiezingsproces
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m. Mogelijk wordt hiervoor een bijdrage van het rijk ontvangen.
Bestuurlijke organisatie
Verkiezingen
In 2011 éénmaal, in 2014 driemaal, in 2015 éénmaal
p.m.
0
0
0
0 Fluctuaties kunnen worden opgevangen door een reserve te vormen voor verkiezingen.
Programma 2 Veiligheid Veiligheid
Brandweer
Investeringen in voertuigen/apparatuur C2000 (2013 / 2014)
Veiligheid
Brandweer
Aanschaf van helmen, ademluchttoestel en kleding
94.000
(7.500) 0
0
(9.400) investeringen in C2000(2013) en motorspuitaanhanger (2014) Aanschaf van helmen, ademluchttoestel (2012 60.000 euro) en kleding ( 2013 36.000 euro) Deze éénmalige uitgaven worden t.l.v. de algemene reserve gebracht
Programma 3 Verkeer en Vervoer Verkeer en Vervoer
Verkeer en Vervoer
Aanpassing kruising G.Brandweg/Douwe Brouwerweg (2014)
116.000
(5.800) lasten gehalveerd: werk met werk. Het investeringsjaar is
Verkeer en Vervoer
Verkeer en Vervoer
Gommerwijk, veiligheid (2014)
82.000
25
(4.100) lasten gehalveerd: werk met werk. Het investeringsjaar is
Verkeer en Vervoer
Verkeer en Vervoer
Gommerwijk, fietsstroken (2014)
96.000
25
(4.800) lasten gehalveerd: werk met werk. Het investeringsjaar is
Verkeer en Vervoer
Verkeer en Vervoer
Aanpassingen op de Haling
Verkeer en Vervoer
Verkeer en Vervoer
Ontsluiting Schepenwijk 2e fase
Verkeer en Vervoer
Verkeer en Vervoer
Fietsverbindingen bedrijventerreinen
600.000
40
Verkeer en Vervoer
Verkeer en Vervoer
Parkeren Gerard Brandtweg (2014)
21.000
15
Verkeer en vervoer
Verkeer en vervoer
Invoering parkeerplan
Verkeer en vervoer
Verkeer en vervoer
Herinrichting Verlaat en omgeving
700.000
Verkeer en vervoer
Verkeer en vervoer
Herinrichting Karnemelksluis
550.000
Verkeer en vervoer
Verkeer en vervoer
Herinrichting Melkmarkt
210.000
Verkeer en vervoer
Verkeer en vervoer
Aanleg fiets verbindingsroute Weelenpad Oosterdijk
Verkeer en vervoer
Verkeer en vervoer
Aanleg voetpad langs Bosmankade
Verkeer en vervoer
Verkeer en vervoer
Aanleg parkeerplaatsen noordzijde binnenstad
verschoven naar 2014, gelijktijdig met riolering
verschoven naar 2014, gelijktijdig met riolering
verschoven naar 2014, gelijktijdig met riolering
p.m.
0
0
0
0 kadernota 2009, i.o.m Hoogheemraadschap, eventuele lasten
0
0
0
0 Ten laste van de reserve Voorzieningen Schepenwijk.
t.l.v. reserve stadsuitleg
2.193.000
kadernota 2009, uitstel tot na 2015.
(1.050) lasten gehalveerd: werk met werk. Het investeringsjaar is verschoven naar 2014, gelijktijdig met riolering
0
0
0
0 kadernota 2009, uitgangspunt betaald parkeren budget. neutraal
(49.000)
(49.000)
(49.000) Gelijktijdig met vervanging riolering. Investering een jaar verscho-
(39.000)
(39.000) Investering 2013 Gelijktijdig met vervanging riolering
ven van 2011 naar 2012
0
90.000 150.000
0
p.m.
p.m.
0
0
0 Investering verschoven tot na 2015
0
0
0 Investering verschoven tot na 2015
0 p.m.
0 p.m.
0 Investering verschoven tot na 2015 p.m. Op basis van vastgesteld parkeerbeleid
Programma 4 Beheer Openbare Buitenruimte
Gemeente Enkhuizen
4
mjp 2012 - 2015
Bijlage 1 Meerjarenperspectief 2012 - 2015. Bijgewerkt op : 19 mei 2011
Bedragen tussen ( ) verlagen de begrotingsruimte.
Programma
Beleidsveld
Omschrijving
bedrag
af-
investering schr. term.
Beheer openb.buitenruimte
Beheer openb.buitenr.
Opstellen beeldkwaliteitplan binnenstad
Beheer openb.buitenruimte
Beheer openb.buitenr.
Acties vanuit vastgoed- en accommodatiebeleid
Beheer openb.buitenruimte
Beheer openb.buitenr.
Nieuwe veiligheidsmaatregelen op platte en flauw hellende daken
Beheer openb.buitenruimte
Riolering
GRP2, Riolering binnenstad deelgebied H (Westerstraat tussen Oude
40.000
jaarlast
jaarlast
jaarlast
jaarlast
2012
2013
2014
2015
nieuwe inv.
nieuwe inv.
nieuwe inv.
nieuwe inv.
10%
10%
10%
10%
0
Toelichting
Eénmalige last, ten laste van de algemene reserve, verschoven van 2011 naar 2012 (coproductie beheer en RO)
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m. Er wordt een rapport vastgoed- en accommodatiebeleid vastgesteld.
o.g.v.ARBO wetgeving (uitvoering 2012)
Gracht en Van Bleiswijkstraat (2012)
100.000
(10.000)
(10.000)
(10.000) Nieuwe veiligheidseisen
800.000
0
0
0 de lasten worden gedekt uit de rioolheffing
0
0 de lasten worden gedekt uit de rioolheffing, uitvoering combine-
voorbereid
Riolering
GRP2, Riolering Gommerwijk Oost 1 (2013)
1.100.000
Riolering
GRP2, Riolering Gommerwijk Oost 2 (2014)
1.200.000
Riolering
GRP2, Riolering Enkhuizen Noord
ren met verkeersmaatregelen, zie hierboven.
0 de lasten worden gedekt uit de rioolheffing, uitvoering combineren met verkeersmaatregelen, zie hierboven.
650.000
0 de lasten worden gedekt uit de rioolheffing
Programma 5 Onderwijs en Kinderopvang Onderwijs en Kinderopvang
Onderwijs
Meerjarenhuisvestingsplan Primair Onderwijs
Onderwijs en Kinderopvan
Onderwijs
Investeringen 2012 Investeringen 2014/2015
239.000
(16.000)
(16.000)
3.039.000
(16.000) Betreft nieuwbouw lokaal Pancratisschool Betreft nieuwbouw De Tweemaster en nieuwbouw De Veste (Brede School). Kapitaallasten op basis van afschrijving Investering verschoven naar 2015 . Jaarlast m.i.v. 2016 149.000 euro.
Investeringen 2014
199.000
(13.000) Betreft uitbreiding Driespan. Eerst kapitaallasten m.i.v. 2015
Programma Volksgezondheid en milieu Volksgezondheid en
Begraafplaats
Milieu
onderhoud graven (grafkelders)
(17.000)
(17.000)
(17.000)
(17.000) onderhoud graven (door aanbrengen grafkelders) lasten betrekken bij kostendekkendheid tarieven
Volksgezondheid en
Begraafplaats
Milieu
inbreiding begraafplaats (2013)
150.000
(15.000)
(15.000) Inbreidingsplannen noordkant begraafplaats lasten betrekken bij kostendekkendheid tarieven
Volksgezondheid en
Milieu
Regionale Uitvoeringsdiensten
p.m.
p.m.
p.m.
p.m. Extra middelen noodzakelijk in de aanvangsperiode
Milieu Programma 8 Welzijn, Cultuur en Sport Welzijn, Cultuur en Sport
Sportbeleid
Sport en bewegen
Welzijn, Cultuur en Sport
Sportbeleid en Onder-
Combinatiefuncties uitbreiding van 1,2 naar 2,56 FTE
en Onderwijs
wijs
0
45.600
45.600
(52.000)
(52.000)
45.600 eigen bijdrage nationale impuls wordt beëindigd in 2013 (52.000) Het voorstel is om de gemeentelijke bijdrage te dekken uit het nu in de begroting opgenomen bedrag voor Sport en Bewegen Tot nu toe is er vanuit gegaan dat dit bedrag zou vrijvalllen (zie hierboven bij Sport en Bewegen))
Welzijn, Cultuur en Sport
Cultuurbeleid
Regionale bibliotheekvisie
Welzijn, Cultuur en Sport
Cultuurbeleid
Realisatie kunst in de buitenwijken (17.500) en taxatie van de beelden
0
0
0
0 Eventuele financiële consequenties voorhands nog onbekend
19.500
0
0
0
0 Voorgestelde dekking uit reserve kunst- en museumbeleid
50.000
0
0
0
0 Voorgestelde dekking uit reserve kunst- en museumbeleid
0
0
in de openbare buitenruimte (2.000) (op grond van cultuurnota) Welzijn, Cultuur en Sport
Cultuurbeleid
Depot voor kunstcollectie (op grond van cultuurnota)
Welzijn, Cultuur en Sport
Welzijn
Project Er op af
Lasten 200.000 euro, worden gedekt uit de gerserveerde post voor AWBZ pakket maatregelen (100.000) , bijdragen van derden en bestaande begrotingsposten. Project duurt 2 jaar
Programma 9 Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Gemeente Enkhuizen
5
mjp 2012 - 2015
Bijlage 1 Meerjarenperspectief 2012 - 2015. Bijgewerkt op : 19 mei 2011
Bedragen tussen ( ) verlagen de begrotingsruimte.
Programma
Beleidsveld
Omschrijving
bedrag
af-
investering schr. term.
Volkshuisvesting en RO
Ruimtelijke Ordening
Uitwerking / realisatie Landschapsplan
p.m.
jaarlast
jaarlast
jaarlast
jaarlast
2012
2013
2014
2015
nieuwe inv.
nieuwe inv.
nieuwe inv.
nieuwe inv.
10%
10%
10%
10%
p.m.
p.m.
p.m.
Toelichting
p.m. aandachtspunt nog geen bedragen bekend
ISV3 programma. Herontwikkeling Molenweg/Postweg (2013)
175.000
ISV3 programma. Herontwikkeling Vijzelstraat (2012)
500.000
0
0
0 Krediet is al gevoteerd
100.000
0
0
0 Vervalt, hiervoor in de plaats komt de Harpstraat
(17.500)
(17.500) Herontwikkeling eerste fase. Totaal 325.000 euro, waarvan ISV subsidie 150.000.
ISV3 programma. Herontwikkeling Piet Rodenburgstraat e.o.(2012) ISV3 programma. Herontwikkeling REZ (2014) Verkeer en vervoer
Verkeer en vervoer
ISV3 programma Herinrichting Harpstraat (2012)
3.000.000
0 Na 2014, lasten komen ten laste van bouwgrondexploitatie
125.000
(3.000)
(3.000)
(20.000)
(20.000)
(20.000)
0
0
0
(3.000) ISV subsidie 100.000 euro Investering één jaar verschoven van 2011 naar 2012
Gemeenschappelijke Regeling Archeologie Westfriese gemeenten
(20.000) Bedrag is verhoogd van 10.000 naar 20.000 euro
Programma 10 Economische zaken, Toerisme en Recreatie. Economische zaken, toerisme en recreatie
idem
Jaarlijkse verfraaiing winkelgebied met bloembakken
0 De jaarlijkse kosten ad 10.000 euro worden ten laste van het ondernemingsfonds gebracht.
Economische zaken, toerisme en recreatie
idem
uitvoeringsprogramma HERT visie
p.m.
EZ, toerisme en recreatie
idem
Herstructurering Krabbersplaat
p.m.
0
EZ, toerisme en recreatie
idem
Parkmanagement
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m. budgettaire gevolgen nog onduidelijk
EZ, toerisme en recreatie
idem
(Integraal evenementenbeleid
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m. budgettaire gevolgen nog onduidelijk
idem
Bouwgrondexploitatie
eerste uitwerking gebiedsvisie
p.m.
0 p.m.
0 budgettaire gevolgen nog onduidelijk p.m. budgettaire gevolgen nog onduidelijk
15.000
Ten laste van bouwgrondexploitatie
Subtotaal 4
Gemeente Enkhuizen
0 p.m.
(37.000)
6
(121.400)
(200.400)
(231.050)
mjp 2012 - 2015
Bijlage 1 Meerjarenperspectief 2012 - 2015. Bijgewerkt op : 19 mei 2011 Programma
Bedragen tussen ( ) verlagen de begrotingsruimte. Beleidsveld
Omschrijving
bedrag
af-
investering schr. term.
jaarlast
jaarlast
jaarlast
jaarlast
2012
2013
2014
2015
nieuwe inv.
nieuwe inv.
nieuwe inv.
nieuwe inv.
10%
10%
10%
10%
Toelichting
Recapitulatie: Projecten ingezet beleid, lasten na 2010
Gemeente Enkhuizen
(37.000)
(121.400)
(200.400)
(231.050)
Beschikbare ruimte volgens sub 1, 2 en 3
(674.500)
(1.100.500)
(1.072.000)
(1.282.000)
Saldo ruimte voor aanvullend nieuw beleid
(711.500)
(1.221.900)
(1.272.400)
(1.513.050)
7
mjp 2012 - 2015
Bijlage 2 Vergelijking lokale lastendruk 2011 Enkhuizen met die van andere gemeenten.
Rioolheffing
Afvalstoffenheffing
OZB
Totaal
Enkhuizen
135
335
185
655
Hoorn
131
289
181
601
Medemblik
160
332
192
684
Stede Broec
140
280
206
626
Landelijk gemiddeld *
172
269
230
671
*Bron: rapportage COELO inzake tarieven gemeentelijke belastingen 2011.