INHOUDSOPGAVE INLEIDING ....................................................................................................... 3 Algemeen ................................................................................................. 3 Reikwijdte ................................................................................................. 3 Relatie bestuursopdracht Wmo ................................................................ 4 Sturing en regie ........................................................................................ 5 ALGEMENE ONTWIKKELINGEN ................................................................... 6 MISSIE, VISIE EN DOELSTELLINGEN........................................................... 8 Missie en visie .......................................................................................... 8 Doelstellingen ........................................................................................... 10 ANALYSE VAN DE BESTAANDE SITUATIE ................................................. 16 Sterke punten ........................................................................................... 16 Punten die extra aandacht behoeven ....................................................... 17 PRESTATIEVELDEN IN DE WMO .................................................................. 19 5.1 Het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten ............................................................................. 19 5.1.1 Opdracht Wmo ........................................................................ 19 5.1.2 Huidig beleid............................................................................ 19 5.1.3 Visie......................................................................................... 20 5.1.4 Doelstellingen .......................................................................... 20 5.1.5 Prioriteiten en activiteiten ........................................................ 21 5.1.6 Rol van de gemeente .............................................................. 21 5.1.7 Toetsen aan strategische uitgangspunten............................... 21 5.2 Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met het opgroeien en ondersteuning van ouders ............................. 23 5.2.1 Opdracht Wmo ........................................................................ 23 5.2.2 Huidig beleid............................................................................ 23 5.2.3 Visie......................................................................................... 24 5.2.4 Doelstellingen .......................................................................... 24 5.2.5 Prioriteiten en activiteiten ........................................................ 25 5.2.6 Rol van de gemeente .............................................................. 25 5.2.7 Toetsen aan strategische uitgangspunten............................... 25 5.3 Informatie, advies en cliëntondersteuning ........................................ 27 5.3.1 Opdracht Wmo ........................................................................ 27 5.3.2 Huidig beleid............................................................................ 27 5.3.3 Visie......................................................................................... 27 5.3.4 Doelstellingen .......................................................................... 28 5.3.5 Prioriteiten en activiteiten ........................................................ 29 5.3.6 Rol van de gemeente .............................................................. 29 5.3.7 Toetsen aan strategische uitgangspunten............................... 29 5.4 Ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers ............................. 31 5.4.1 Opdracht Wmo ........................................................................ 31 5.4.2 Huidig beleid............................................................................ 31 5.4.3 Visie......................................................................................... 31 5.4.4 Doelstellingen .......................................................................... 32 5.4.5 Rol van de gemeente .............................................................. 32 5.4.6 Prioriteiten en acties op hoofdlijnen......................................... 33 5.4.7 Toetsen strategische uitgangspunten...................................... 33
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
1
5.5 Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of chronische psychisch probleem of psychosociaal probleem ................................................................... 35 5.5.1 Opdracht Wmo ........................................................................ 35 5.5.2 Huidig beleid............................................................................ 35 5.5.3 Visie......................................................................................... 36 5.5.4 Doelstellingen .......................................................................... 37 5.5.5 Rol van de gemeente .............................................................. 37 5.5.6 Prioriteiten en acties op hoofdlijnen......................................... 37 5.5.7 Toetsen strategische uitgangspunten...................................... 37 5.6 Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer................................................................... 39 5.61 Opdracht Wmo ......................................................................... 39 5.6.2 Huidig beleid............................................................................ 39 5.6.3 Visie......................................................................................... 40 5.6.4 Doelstellingen .......................................................................... 41 5.6.5 Rol van de gemeente .............................................................. 42 5.6.6 Prioriteiten en acties op hoofdlijnen......................................... 42 5.6.7 Toetsen strategische uitgangspunten...................................... 42 5.7 Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld (7) OGGZ, de openbare geestelijke gezondheidszorg (8) Ambulante verslavingszorg (9) ......................................................... 43 5.7.1 Opdracht Wmo ........................................................................ 43 5.7.2 Huidig beleid............................................................................ 43 5.7.3 Visie......................................................................................... 44 5.7.4 Doelstellingen .......................................................................... 45 5.7.5 Rol van de gemeente .............................................................. 45 5.7.6 Prioriteiten en acties op hoofdlijnen......................................... 45 5.7.7 Toetsen strategische uitgangspunten...................................... 46 6. De Wmo, de Wet Werk en Bijstand (WWB) en Wet collectieve preventie volksgezondheid (WCPV) ........................ 47 6.1 Wet Werk en Bijstand ................................................................. 47 6.2 Wet collectieve preventie volksgezondheid (WCPV) .................. 49 7. Financiën.......................................................................................... 51 7.1 Inkomsten ................................................................................... 51 7.2 Financieel overzicht.................................................................... 52 7.3 Conclusie.................................................................................... 52 BEGRIPPENLIJST…………………………………………………………………..53
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
2
1. INLEIDING Algemeen Welzijn en zorg zijn twee terreinen die sterke onderlinge verbanden kennen en die – mits goed op elkaar aangesloten- elkaar kunnen versterken. Een samenhangende aanpak doorbreekt immers schotten en bevordert de samenwerking in een ketenaanpak. Bovendien kan het leiden tot meer efficiency. De geplande invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) versterkt het streven om te komen tot integraal beleid op welzijn en zorg. De Wmo vervangt de oude Welzijnswet en de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg). Daarnaast worden delen uit de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz) overgeheveld naar de gemeente. Vanaf 1 januari 2007 zal namelijk de huishoudelijke verzorging worden overgeheveld en op termijn zal ook de ondersteunende en activerende begeleiding en de cliëntondersteuning voor gehandicapten onder de Wmo gaan vallen. De Wmo geeft de gemeenten de opdracht om op 9 prestatievelden beleid te ontwikkelen en activiteiten en voorzieningen te realiseren. Onderliggende beleidsnota omvat de overkoepelende visie ten aanzien van het beleid op de negen prestatievelden. De negen prestatievelden zijn: 1. Het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten; 2. Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met het opgroeien en ondersteuning van ouders met problemen met opvoeden; 3. Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning; 4. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers; 5. Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem; 6. Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer; 7. Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld; 8. OGGZ, de openbare geestelijke gezondheidszorg; 9. Ambulante verslavingszorg. In hoofdstuk 5 worden deze prestatievelden verder uitgewerkt. Reikwijdte De reikwijdte van de nota betreft de beleidsterreinen Welzijn, Jeugd, Ouderen, Gezondheid, Zorg. De afdeling Welzijn is aanzienlijk breder, maar de onderwerpen Werk en Inkomen, Onderwijs en Educatie, Cultuur, Recreatie en Toerisme zullen niet uitdrukkelijk aan de orde te komen. In hoofdstuk 6 zal de relatie met de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv) en de Wet Werk en Bijstand (WWB) verder worden uitgediept.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
3
Relatie bestuursopdracht Om te komen tot een succesvolle invoering van de Wmo heeft de gemeenteraad een bestuursopdracht vastgesteld. De bestuursopdracht betreft een aantal algemene- en een aantal inhoudelijke kaders. Vervolgens heeft het college de bestuursopdracht vertaald in een plan van aanpak. Daarnaast heeft het college rondetafelgesprekken gevoerd en is er een klankbordgroep gevormd. Op basis van de bestuursopdracht, het plan van aanpak en de gesprekken die zijn gevoerd kunnen de volgende strategische kaders worden gesteld: 1. De gemeente Hattem wil inzetten op basisvoorzieningen; 2. De gemeente Hattem wil inzetten op de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers (informele netwerken); 3. De gemeente Hattem wil inzetten op preventie en signalering; 4. De gemeente Hattem wil bij de verstrekking van individuele voorzieningen mogelijkheden voor keuzevrijheid en maatwerk bieden; 5. De gemeente Hattem wil zorgdragen voor een gesloten keten op het gebied van welzijn en zorg; 6. De gemeente Hattem wil voor de toegang van voorzieningen gebruik maken van één loket op het gebied van welzijn en zorg; 7. De uitvoering is klantgericht en resultaatgericht; 8. De gemeente Hattem streeft naar integraal beleid; 9. De gemeente wil in de voorbereiding van de Wmo participatie vormgeven door middel van een klankbordgroep en rondetafelgesprekken; 10. Het financiële uitgangspunt is budgettair neutraal; Onder basisvoorziening verstaat de Dikke van Dale: “minimaal noodzakelijke voorzieningen”. Dit is een definitie die op meerdere manieren is te interpreteren. Wat is noodzakelijk en wat is minimaal? Voor de gemeente Hattem betekent dit in ieder geval dat het voorzieningenniveau aansluit bij de basisbehoefte van de inwoners. Tevens gaat het hierbij om basisvoorzieningen in het sociale domein, waar de gemeente zowel in directe zin (bijvoorbeeld financiële) als in indirecte zin (bijvoorbeeld regisserend bemoeienis heeft. Het streven is om de basisvoorzieningen zo flexibel mogelijk in te zetten zodat zij ook in de toekomst blijven aansluiten bij de behoefte van de burgers. Om het begrip te verhelderen kan onderscheid worden gemaakt in enerzijds een fysieke voorziening en anderzijds de inzet van menskracht.. Basisvoorzieningen in de vorm van fysieke voorzieningen zijn alle fysieke accommodaties binnen het sociale domein zoals scholen, De Marke, verzorgingshuizen, verpleeghuizen, bibliotheek, zwembad, de Doelen etc. Bij basisvoorzieningen waarbij met name de inzet van menskracht aan de orde is, gaat het om de beschikbaarheid van huisartsen, medewerkers in de jeugdgezondheidszorg, maatschappelijk werkers, inzet leerplichtambtenaren, inzet sociaal cultureel werk, ouderenwerk, organiseren activiteiten etc. Ook hierbij is er vrijwel altijd een gebouwelijke vertaling van de in te zetten functie (huisartsenpraktijk, instelling voor maatschappelijk werk etc.) te maken, maar het gebouw is hier slechts de afgeleide vorm van de basisvoorziening.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
4
Binnen zowel de fysieke voorzieningen als de inzet van menskracht is een gedeelte van het aanbod voor iedereen beschikbaar. Er is echter ook een gedeelte van het aanbod dat slecht voor specifieke groepen wordt ingezet. Hierbij kan worden gedacht aan specifieke activiteiten in De Doelen voor bijvoorbeeld kwetsbare ouderen. Dit valt in dit kader wel onder het begrip basisvoorzieningen, omdat het in principe wordt gerealiseerd binnen een accommodatie en door menskracht, die vanuit een basisvoorziening wordt gesubsidieerd. Tevens kunnen preventieve voorzieningen een onderdeel zijn van de basisvoorzieningen. Sturing en regie De invloed die de gemeente kan uitoefenen op het terrein van welzijn en zorg is divers. Op bepaalde onderdelen voert de gemeente beleidsmatig de regie, soms is de gemeente uitvoerder en een andere keer faciliteert zij alleen. Vaak zijn maatschappelijke vraagstukken dermate complex dat een adequate regierol van de gemeente van groot belang is. De gemeente Hattem wil deze rol ook op zich nemen door inzicht te hebben -of waar nodig te krijgen- in de problematiek, een visie te ontwikkelen en vaak samen met anderen oplossingen te kiezen en realiseren. Dit betekent dat burgers, belangenorganisaties en instellingen/bedrijven een steeds belangrijkere rol krijgen in de beleidsontwikkeling. Dit maakt de verschillende partijen verantwoordelijk voor de bereikte resultaten. Een belangrijk sturingsmiddel dat de gemeente hierbij heeft zijn subsidies, welke zullen worden ingezet op basis van gerichte prestaties/activiteiten. Vervolgens zullen de prestaties ook moeten worden gemeten en het beleid worden geëvalueerd en eventueel worden bijgesteld. De gemeente wil in het beleid de behoefte van burgers een centrale plaats geven. De participatie in de Wmo zal dan ook een belangrijke plaats innemen. Tot aan de invoering van de Wmo is gekozen voor een klankbordgroep. Na de invoering zal het proces worden geëvalueerd zal er een vernieuwde vorm van participatie worden gerealiseerd. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld een platform.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
5
2. ALGEMENE ONTWIKKELINGEN Overheidsbeleid is pas succesvol als ze aansluit bij veranderingen in de samenleving. Daarom is het van belang om autonome trends in de samenleving in beeld te hebben. Hiertoe wordt op de volgende trends ingegaan. • Individualisering De individualisering van de maatschappij heeft effecten op de deelname van mensen aan het sociaal leven. Mensen worden in hun opvattingen minder gestuurd door de maatschappelijke verbanden waarvan ze deel uit maken. Mensen richten hun leven steeds sterker op grond van autonome keuzes in. Hierdoor wordt de samenleving pluriformer en het verwachtingspatroon van mensen ten aanzien van de overheid diverser. Ook worden mensen mondiger en behartigen zij hun eigen belang beter. Naarmate de samenleving individualistischer wordt, is het lastiger om verbondenheid in de samenleving te realiseren. Ondanks de toenemende individualisering kent Hattem een sterke samenleving waarin mensen elkaar kennen en op elkaar letten. Een blik in de gemeentegids laat een grote hoeveelheid aan verenigingen en stichtingen zien, iets wat het beeld van een sterke sociale cohesie versterkt. Dit is een sterk punt en en dat moet behouden blijven. • Taken combineren Steeds meer mensen, mannen en vrouwen combineren een veelheid aan taken. Ze werken, zorgen voor een familielid en voeden kinderen op. Zijn verder nog vrijwilliger, sporten en stellen ook nog eens kwaliteitseisen aan al deze activiteiten. Het gevolg is dat iedereen het erg druk heeft. Hierdoor ontstaan nieuwe vragen over mobiliteit, woningbouw en voorzieningen. Het gaat steeds meer om het zo efficiënt mogelijk omgaan met tijd. Een bijzondere groep binnen de ‘taakcombineerders’ is de groep die mantelzorg verleent. De vraag naar mantelzorg zal naar verwachting toenemen, gezien de vergrijzing en de trend dat mensen met een zorgvraag zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Hier wordt dan ook in de uitwerking van prestatieveld 4 nader aandacht aan besteed. • Digitalisering Onze samenleving digitaliseert in rap tempo. Internet of e-mail is voor veel mensen de normaalste zaak van de wereld. Toch is het nog geen 10 jaar geleden dat de meeste mensen deze ontwikkelingen helemaal niet kenden. Dankzij deze technologische ontwikkelingen en geautomatiseerde vernieuwingen is het mogelijk om bijvoorbeeld geavanceerde zorg te leveren voor mensen met een lichamelijke handicap. De keerzijde is echter dat technologische vernieuwing leidt tot steeds snellere veranderingen die juist voor kwetsbare groepen niet altijd even makkelijk zijn bij te benen. Dit kan leiden tot een tweedeling tussen mensen die de vernieuwingen wel bij kunnen houden en mensen die aan de kant blijven staan omdat ze er geen greep meer op hebben.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
6
• Vermaatschappelijking van de zorg Onder vermaatschappelijking van de zorg wordt verstaan: het streven naar een zo min mogelijke institutionalisering van de zorg en een zo groot mogelijke maatschappelijke integratie van een cliënt. Vermaatschappelijking betekent een verschuiving van grootschalig, intramuraal georiënteerde zorg naar kleinschalige 'community mental health', ofwel naar zorg aan huis en begeleiding (op het gebied van werken, wonen, dagbesteding, etc) in de samenleving, waarbij niet alleen de cliënt, maar ook de samenleving zelf als actor wordt gezien. De komst van de Wmo maakt deel uit van een complete herziening van het zorgstelsel die er op gericht is om een duidelijke scheiding aan te brengen tussen cure (op genezing gerichte zorg, bijv. ziekenfondswet), care (behandeling en verzorging, minder genezing, bijv. chronische zorg) en participatie. Deze laatste omvat al die prestaties en voorzieningen van gemeenten die de participatie van mensen met een beperking bevorderen. Centraal staan activiteiten die het mogelijk maken om deel te nemen aan de samenleving. Hiermee krijgen gemeenten expliciet de opdracht om maatschappelijke ondersteuning van mensen met een zorgvraag te bevorderen. • Decentralisatie De Wmo past in de lijn van het huidige kabinetsbeleid. Het kabinet kiest voor decentralisatie van beleid naar het gemeentelijk niveau. Qua vorm en inhoud kent de Wmo grote overeenkomsten met de Wet Werk en Bijstand (WWB). Beide wetten hebben de komende jaren forse impact op het gemeentelijk handelen. Ze beogen de zelfredzaamheid en participatie van burgers te versterken en richten zich op voorzieningen die het burgers mogelijk moeten maken om de regie over hun eigen leven zo snel mogelijk weer op te pakken; de nadruk ligt op de eigen verantwoordelijkheid en de regie over het eigen bestaan. Pas wanneer dat niet lukt kunnen burgers in de visie van het kabinet een beroep doen op voorzieningen. Verder richten de twee wetten zich toch vooral op burgers die behoren tot de kwetsbare groepen als het niet op eigen kracht lukt. Het komt erop neer dat deze wetten er zijn voor mensen die door belemmeringen als werkloosheid, taalachterstanden en/of psychische of lichamelijke beperkingen de hulp van de gemeente nodig hebben.Tenslotte hebben de gemeenten in alle twee de wetten grote verantwoordelijkheden, zowel financieel, als beleidsmatig en uitvoeringstechnisch. Ook decentralisatie van het Rijk naar de provincie vindt plaats. Hierbij moet worden gedacht aan de Wet op de jeugdzorg en de discussie over veiligheidsregio’s. Dit kan gevolgen hebben voor Hattem, daar zij als Gelderse gemeente maatschappelijk georiënteerd is op Overijssel. Het is van belang dat bij het nieuw te ontwikkelen beleid steeds rekening wordt gehouden met de natuurlijke gang van de burger van Hattem, zodat een kind met opgroeiproblemen zich niet ineens hoeft te melden in Apeldoorn in plaats van Zwolle omdat er een provinciegrens tussen Hattem en Zwolle ligt. De keten van welzijn en zorg moet gesloten zijn en blijven, zodat ouderen, kinderen, kwetsbare groepen etcetera zo adequaat mogelijk geholpen kunnen worden.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
7
3. MISSIE, VISIE EN DOELSTELLINGEN Missie en visie Missie De gemeente Hattem wil een gemeente zijn waarvan de inwoners, ongeacht hun eventuele beperkingen, kunnen deelnemen aan de samenleving. Hiervoor wil de gemeente de kwaliteit van het bestaan van de burgers van Hattem in stand houden en waar nodig bevorderen of herstellen. Visie De kern van het beleid van de gemeente Hattem kan worden samengevat als “beleid voor iedereen”. Hiermee wordt bedoeld dat de gemeente werkt aan een situatie waarbij alle Hattemers zich thuis kunnen voelen in de gemeente, ongeacht de situatie waarin men zich bevindt. Hierbij wordt gestreefd naar een situatie waarin mensen zich (indien mogelijk) zo lang mogelijk zelfstandig redden en ook maatschappelijk meedoen. Indien iemand zich niet zelfstandig kan redden wordt er vanuit gegaan dat er in eerste instantie een beroep kan worden gedaan op de omgeving (mantelzorgers, vrijwilligers). Wanneer dit niet mogelijk is zullen de professionele organisaties (en de gemeente vanuit de Wmo) de “ketens” gesloten houden. Dit betekent dat het basisvoorzieningenniveau breed en adequaat moet zijn, er voldoende vrijwilligers en mantelzorgers zijn en er maatwerk wordt geleverd met betrekking tot de individuele voorzieningen. Tevens betekent dit, dat preventieve voorzieningen gericht moeten worden ingezet zodat mensen zolang en zoveel mogelijk zelfstandig kunnen functioneren. Hierdoor wordt tevens het beroep op mantelzorgers/vrijwilligers en individuele voorzieningen beperkt. Dit brengt ons bij de volgende figuur.
Preventieve voorzieningen
Individuele voorzieningen Ondersteuning Door vrijwilligers/mantelzorgers Basisvoorzieningen
Preventieve voorzieningen
Figuur 1: Het Wmo-beleid in piramidevorm
De Hattemse situatie is in figuur 1 bewust in piramidevorm weergegeven. In de visie van de gemeente moet er een goed en breed basisvoorzieningenniveau aanwezig zijn voor alle burgers. Dit betekent dat het streven is om het standaardvoorzieningenniveau zoveel mogelijk geschikt te laten zijn voor alle mensen, oftewel ook voor mensen met een beperking. Het meedoen aan de samenleving is namelijk alleen mogelijk wanneer er in de samenleving niet allerlei (fysieke) belemmeringen zijn die het zelfstandig participeren feitelijk onmogelijk maken. Een goed voorbeeld van een brede basisvoorziening is de Regiotaxi. Deze vorm van openbaar vervoer is voor iedereen, dus ook voor gehandicapten goed toegankelijk. Dit is uiteraard niet altijd mogelijk. Op een aantal onderdelen zullen specifieke voorzieningen noodzakelijk zijn.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
8
Voor een deel zal dit tot uiting komen in de individuele voorzieningen en voor een deel zal dit een aanvulling zijn op het basisvoorzieningenniveau (zie ook onder de definitie van basisvoorziening in hoofdstuk 2). Voor een groot aantal burgers van de gemeente Hattem is het basisvoorzieningenniveau voldoende. Ze hebben een huis, een baan, financiële middelen, bewegen zich in netwerken, zijn gezond en hebben perspectief voor de toekomst. Voor deze groep zal het beleid zich naast het basisvoorzieningenniveau met name richten op het stimuleren van het bewegen in netwerken (als vrijwilliger of mantelzorger) oftewel om zich te bewegen in de tweede laag van de piramide. Deze tweede laag is gericht op de grote groep mantelzorgers en vrijwilligers. Deze groep zal zelf gebruik maken van de basisvoorzieningen en tegelijkertijd de ondersteuning zijn voor een groep mensen die anders gebruik hadden moeten maken van individuele voorzieningen. Voor de stabiliteit van de piramide is het dus van groot belang dat de basis breed is en dat er voldoende vrijwilligers en mantelzorgers zijn, die er voor zorgen dat het aantal mensen dat een beroep doet op individuele voorzieningen zoveel mogelijk wordt beperkt. Het beleid van de gemeente zal er op zijn gericht om de groep mantelzorgers en vrijwilligers zoveel mogelijk te ondersteunen en te faciliteren. Boven aan de piramide staan de individuele voorzieningen. Er is namelijk een groep die dermate kwetsbaar is dat noch het basisvoorzieningenniveau, noch de omgeving (mantelzorgers en vrijwilligers) een oplossing kunnen bieden. Voor deze kwetsbare groep zullen adequate individuele voorzieningen aanwezig moeten zijn. Belangrijk hierbij is dat er maatwerk kan worden geleverd. Tevens is het van belang dat de voorzieningen dusdanig zijn georganiseerd dat ze goed en eenvoudig toegankelijk zijn en dat ze aansluiten bij de behoefte. Een bijzondere rol in de piramide hebben de preventieve voorzieningen. Binnen alle beleidsvelden op het terrein van welzijn en zorg geldt dat voorkomen beter is dan genezen. Of het nu gaat om het voorkomen van jeugdcriminaliteit of het voorkomen van ziekte, de winst voor de betrokkene en voor de samenleving is enorm, als vroegtijdig kan worden verhinderd dat iemand afglijdt. Binnen het preventiebeleid gaat het om het leveren van een gerichte bijdrage aan het voorkomen van het probleem door de risicofactoren te verminderen en/of de beschermende factoren te versterken. De verwachting is dat een goede inzet van preventie ervoor zorgt dat mensen zolang en zoveel mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren. De preventieve voorzieningen kunnen voor een deel worden ondergebracht in het basisvoorzieningenniveau en voor een deel hebben mantelzorgers en vrijwilligers een preventieve werking op het gebruik van individuele voorzieningen. Tevens kunnen bepaalde individuele voorzieningen een preventieve werking hebben op het gebruik van andere individuele voorzieningen. Een voorbeeld hierbij is dat een kleine woningaanpassing in de vorm van het aanpassen van de keuken er toe bij kan dragen dat er geen beroep hoeft te worden gedaan op de maaltijdvoorziening. Het uitgangspunt om de piramide stabiel te houden is dat het van belang is dat er op alle terreinen preventieve maatregelen worden genomen, met als doel het aantal individuele voorzieningen zoveel mogelijk te beperken. Om de totale piramide stabiel te houden is het daarnaast van belang dat de ketens op het gebied van zorg en welzijn gesloten blijven/worden. Dit betekent dat er aansluiting in de jeugdzorg wordt gevonden, maar ook dat bijvoorbeeld welzijns- en zorgvoorzieningen in het ouderenbeleid dusdanig zijn afgestemd dat mensen hun hele leven in de gemeente Hattem kunnen blijven wonen.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
9
Doelstellingen De missie en visie kan worden vertaald naar de volgende doelstellingen: Het realiseren van een stabiele piramide, waarbij er sprake is van een “gesloten keten” op het gebied van zorg en welzijn door:
1
2
3
4
Basisvoorzieningen
Het realiseren van basisvoorzieningen, die zoveel mogelijk geschikt zijn voor alle inwoners van de gemeente Hattem. Mantelzorg/vrijwilligerswerk Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers en het stimuleren van deelname aan informele netwerken om zo het beroep op professionele ondersteuning en zorg zo gering mogelijk te laten zijn. Individuele voorzieningen Het bieden van kwalitatief verantwoorde voorziening voor mensen die niet zelfstandig of met behulp van hun omgeving kunnen functioneren. Preventieve voorzieningen Inzetten op preventie en signalering van kwetsbare groepen om mensen zo lang en zoveel mogelijk zelfstandig te kunnen laten functioneren.
ad. 1 Het realiseren van basisvoorzieningen, die zoveel mogelijk geschikt zijn voor alle inwoners van de gemeente Hattem. In het voorgaande is aandacht besteed aan de ambities van de gemeente Hattem om te komen tot een “gesloten keten”. Daarbij aansluitend betekent dit, dat het basisvoorzieningenniveau in ieder geval moet aansluiten bij de behoefte van de bewoners. Hierbij is het van belang dat het basisvoorzieningenniveau in de gemeente zoveel mogelijk toegankelijk is voor alle mensen. Hierbij moet natuurlijk worden opgemerkt dat dit niet altijd goed mogelijk is en dat er soms specifieke voorzieningen noodzakelijk zijn. Het uitgangspunt is echter om in een vroegtijdig stadium (in de planvorming) rekening te houden met eventuele maatregelen voor mensen met een beperking (bijvoorbeeld levensloopbestendig bouwen). De gemeente richt zich in dit beleidskader op basisvoorzieningen in het sociale domein, waar de gemeentelijke overheid in directe (bijvoorbeeld financiële) of indirecte zin (bijvoorbeeld beleidsmatig of regisserend) een rol speelt. Het gaat hierbij om fysieke locaties zoals De Marke, bibliotheek etcetera, maar ook om de inzet van menskracht. Hierbij kan worden gedacht aan de beschikbaarheid van huisartsen, maatschappelijk werkers etcetera. De gemeente streeft ernaar om basisvoorzieningen zoveel mogelijk flexibel in te zetten. Er zijn hierbij allerlei trends en ontwikkelingen in de samenleving die ervoor zorgen dat de gewenste basisvoorzieningen binnen ons beleid niet eenduidig kunnen worden benoemd. Steeds zal er een nieuwe afweging moeten worden gemaakt om te bepalen welke voorziening in welke omvang, op welke schaalgrootte en in welke hoedanigheid gerealiseerd, dan wel geïnitieerd dient te worden.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
10
Belangrijke randvoorwaarden bij besluitvorming over het realiseren van een voorziening zijn betaalbaarheid, beleidsinhoudelijke grondslagen en wettelijke eisen. Een voorbeeld hierbij is de afweging omtrent de realisatie van een zwembad. In deze nota wordt per prestatieveld een verdieping aangebracht op het basisvoorzieningenniveau. Ad. 2 Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers en het stimuleren van deelname aan informele netwerken om zo het beroep op professionele ondersteuning en zorg te verminderen. Mantelzorg en vrijwilligerswerk krijgen de komende jaren en belangrijke rol. De gemeente Hattem wil de komende jaren de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers dan ook centraal stellen. Vrijwilligers “Iedereen moet meedoen” is het motto van dit kabinet. Meedoen met werk, maar ook met vrijwilligersactiviteiten, in het verenigingsleven, op school en in de buurt. Meedoen versterkt de sociale verbanden tussen mensen ofwel de “civil society”. In Hattem zijn veel informele netwerken in de vorm van sportverenigingen, bonden, kerken etcetera. Vrijwilligers zijn onmisbaar in Hattem. Toch staat de vrijwillige inzet onder druk. Het totale aantal vrijwilligers blijft door de jaren heen weliswaar stabiel, maar de gemiddelde tijd die wordt geïnvesteerd neemt af. De gemeente Hattem wil nu een breed gedragen beleid voor vrijwillige inzet neerzetten. Belangrijk hierbij is het gericht ondersteunen van vrijwilligersorganisaties. Het vrijwilligerssteunpunt zal hiervoor worden geïntegreerd in het loket zorg en welzijn Het aanbod van vrijwillige inzet moet laagdrempelig zijn, zodat het ook een vangnet vormt voor de meest kwetsbaren in de samenleving die niet in staat zijn om gericht hulp te vragen. Door de vergrijzing, de extramuralisering en de ontwikkeling dat iedereen zo lang mogelijk zelfstandig wil blijven wonen, neemt de vraag naar welzijn en zorg in de thuissituatie toe (zie ook Nota wonen, zorg en welzijn in Hattem: nu èn in de toekomst). Met name voor de groep thuiswonende zorgvragers is het van belang om een goede samenhang te realiseren in de vele vormen van vrijwilligere en professionele ondersteuning. Het loket zorg en welzijn krijgt hier een belangrijke rol. Een knelpunt is in de toekomst dat er wellicht onvoldoende vrijwilligers zijn, omdat vanwege de vergrijzing een te grote groep hulpvragers is ten opzichte van de groep die hulp zal moeten bieden. Dit betekent dat we zuinig moeten zijn op “onze” vrijwilligers. Daarnaast is het van groot belang dat de overgang tussen vrijwilligers en professionele organisaties goed verloopt. Mantelzorg. Hoe zou de gemeente Hattem er zonder mantelzorger er uit zien? Zou het beroep op de welzijnsdiensten, de thuiszorg en verzorgingshuizen explosief stijgen? Waarschijnlijk wel. In Hattem zijn namelijk veel mensen die zorg ontvangen. Een deel van deze zorg bestaat uit professionele zorg, maar het grootste gedeelte wordt echter verleend door mantelzorgers. Uit diverse landelijke onderzoeken blijkt dat 75% van de aangeboden zorg op het conto van de mantelzorger kan worden geschreven (bron: Zorg nabij, notitie over mantelzorgondersteuning”).
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
11
Tevens wordt in een onderzoek van Erasmusuniversiteit geconcludeerd dat mantelzorgers gemiddeld zeven jaar zorg aan één persoon geven. Ze besteden er vijf uur per dag aan, 60% van hen zeven dagen per week. Als belangrijkste taken worden genoemd: - huishoudelijke activiteiten o boodschappen doen o klaarmaken eten en drinken o schoonmaken van het huis o wassen, strijken en naaien - verplaatsen buitenshuis o familiebezoek en uitstapjes o contacten met de gezondheidszorg (bijvoorbeeld bezoek aan huisarts of specialist en het maken van afspraken) - Onderhoudsklussen aan het huis en de tuin - Regelen van financieel administratieve zaken. Mantelzorgers geven aan dat zij, naast voldoening de zorg ook zwaar vinden. De overbelasting van de mantelzorgers kan er toe leiden dat ze de zorg niet langer op kunnen brengen, dat gezondheidsklachten worden ontwikkeld en zij misschien zelf een beroep moeten doen op de gezondheidszorg. Veel mantelzorgers ondervinden problemen bij het verlenen van zorg en bij het realiseren van de wens om –naast het verlenen van zorg- op een volwaardige wijze in het maatschappelijk leven te participeren. Zij willen graag:: -
praten met anderen in dezelfde situatie informatie of geestelijke en emotionele ondersteuning van een professionele hulpverlener een dagdeel in de week vrijaf (bijvoorbeeld voor het uitoefenen van een hobby) af en toe een weekend of een week er tussenuit
In prestatieveld 4 zal dieper worden ingegaan op de positie en ondersteuning van mantelzorgers. Van belang hierbij is om aan te geven dat dè mantelzorger niet bestaat. Het verlenen van mantelzorg is een rol, die veel mensen in een bepaalde periode in hun leven vervullen, op allerlei verschillende manieren en in diverse omstandigheden. Mantelzorgondersteuning is van groot belang, waarbij de aansluiting met professionele zorg en informele inzet goed op elkaar moeten worden afgestemd. ad.3 Het bieden van kwalitatief verantwoorde voorziening voor groepen die niet zelfstandig of met behulp van hun omgeving kunnen functioneren. Aandacht voor kwetsbare groepen Zoals reeds is beschreven kan niet iedereen zich zelfstandig redden. Een aantal mensen heeft hulp van de gemeente nodig. De bijzondere aandacht van de gemeente voor kwetsbare groepen vraagt om een precieze omschrijving van het begrip kwetsbaarheid.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
12
De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) omschrijft kwetsbaarheid als volgt: Mensen die op verschillende terreinen ernstige problemen ondervinden, bijvoorbeeld wonen, dagbesteding, contacten, psychische en fysieke gesteldheid en om redenen samenhangend met de ernst en complexiteit van die problematiek geen gebruik kunnen, mogen, durven of willen maken van voorzieningen die zijn bedoeld om één of meerdere van deze problemen te verlichten. RMO legt de nadruk op verschillende leefgebieden van mensen. Mensen worden in deze definitie niet meteen in alle opzichten kwetsbaar verklaard, maar hun kwetsbaarheid wordt toegespitst op bepaalde domeinen. Dat men in bepaalde opzichten kwetsbaar is, wil nog niet zeggen dat men op andere vlakken niet zelfredzaam is. Dit neemt niet weg dat bepaalde personen worden geconfronteerd met een cumulatie van kwetsbaarheid, doordat problemen in verschillende domeinen zich opstapelen. De cumulatie wordt vaak “getriggerd” door een dramatisch “life-event”. Een relatie loopt op de klippen, waardoor iemand excessief gaat drinken, zijn of haar baan verliest, in een verder sociaal isolement komt en ten slotte ook nog door financiële problemen dakloos kan worden. Zo raakt men in korte tijd kwetsbaar op een groot aantal gebieden. De cumulatie maakt hun situatie ernstig. Een ander voorbeeld is: gerelateerd aan ouderdom. Het spreekwoord “ouderdom komt met gebreken” suggereert dat het alleen een kwestie is van lichamelijk en geestelijke gezondheid. Maar de werkelijkheid is veel complexer. Een strenge winter met dagenlang sneeuw, een werkster die verhuist, een grote groep luidruchtige jongeren voor de deur: de zorgen stapelen zich op en wie lost ze op? Kenmerkend is dus ook hier dat er op veel gebieden tegelijkertijd iets moet gebeuren: aan het huis, aan de regeling van het dagelijkse leven en aan de persoonlijke zorg. Dat vraagt om veel organisatievermogen, terwijl de kracht daartoe nu juist minder wordt. In de twee bovenstaande voorbeelden wordt duidelijk dat de kwetsbaarheid niet van het een op het andere moment bestaat, maar dat er een proces aan voorafgaat. Het tweede centrale element in de definitie van RMO is het verband dat wordt gelegd met het functioneren van voorzieningen, Hiermee wordt duidelijk dat kwetsbaarheid mede een gevolg is van de wijze waarop de samenleving en de overheid omgaan met de problemen van kwetsbare groepen. De RMO stelt dat hoewel de groep kwetsbare mensen uiterst heterogeen is, er wellicht één noemer is, die voor al deze mensen geldt: kwetsbare mensen hebben contact gehad met voorzieningen, geprobeerd om hulp te krijgen, maar zijn daarin niet geslaagd, om welke reden dan ook. In het vervolg van dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de relatie tussen kwetsbaarheid en voorzieningen omdat zich in die schakeling de betrokkenheid van de gemeentelijke overheid manifesteert. De visie van het RMO geeft een bevestiging van het feit dat kwetsbaarheid steeds op individueel niveau bekeken moet worden. Het is niet mogelijk en niet gewenst om doelgroepen in het beleid op een eenvoudige en eendimensionale wijze te benoemen als kwetsbare groepen. Toch is het wel mogelijk om risicogroepen te benoemen. Mensen die op basis van hun leefsituatie een grotere kans hebben om in een kwetsbare situatie te geraken.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
13
Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) heeft in oktober 2004 een rapport over Sociale uitsluiting in Nederland gepubliceerd. Voortbordurend op bovenstaande dimensies van kwetsbaarheid heeft het SCP onderzoek gedaan naar de risicogroepen in Nederland die op een of andere wijze te maken hebben met één of meer vormen van sociale uitsluiting. Op grond van haar onderzoek komt het SCP tot de volgende conclusie: - Eén op de tien volwassen Nederlanders heeft te maken met één of meer vormen van sociale uitsluiting; - Sociale uitsluiting hangt vooral samen met een slechte gezondheid en op de tweede plaats met een laag inkomen; - Een combinatie van risicofactoren leidt tot een hogere mate van sociale uitsluiting. Het SCP constateert dat de volgende risicogroepen een relatief grote mate van sociale uitsluiting hebben, waarbij de groepen in de onderstaande lijst zijn gerangschikt naar de mate van risico op sociale uitsluiting. De bovenste groepen hebben het meeste risico op sociale uitsluiting: 1. 2. 3. 4. 5.
Mensen met een (zeer) slechte gezondheid Mensen met geringe mate van psychisch welbevinden Huishoudens met een inkomen onder 105% van het sociaal minimum Eénoudergezinnen Huishoudens met meerdere werkloosheidsperiodes in de afgelopen 5 jaar (alleen huishoudens < 65 jaar) 6. Huishoudens met een WW-, Wwb-, WAO-uitkering (alleen huishoudens < 65 jaar) 7. Huishoudens met inkomen in de laagste inkomensgroepen 8. Niet westerse allochtonen 9. Mensen met een slechte beheersing van het Nederlands 10. Geen werkenden in huishouden (alleen huishouders < 65 jaar)
ad. 4 Inzetten op preventie en signalering van kwetsbare groepen om mensen zo lang en zoveel mogelijk zelfstandig te kunnen laten functioneren. Het inzetten op preventie en vroegtijdige signalering is er op gericht om te voorkomen dat mensen in een kwetsbare positie geraken en situaties van kwetsbaarheid vroegtijdig signaleren, zodat verdere escalaties van problematiek wordt voorkomen. “Voorkomen is namelijk beter dan genezen”. In alle facetten van het welzijnsbeleid is dit het uitgangspunt. Of we het nu hebben over jeugdoverlast of criminaliteit of eenzaamheid bij ouderen. Binnen het preventiebeleid op de diverse deelterreinen gaat het om het leveren van een gerichte bijdrage aan het voorkomen van het probleem door de risicofactoren te verminderen en/of door de beschermende factoren te versterken. De inzet ten aanzien van preventie is binnen welzijn en zorg verschillend van karakter. Binnen het domein van de volksgezondheid gaat het onder meer heel concreet om het voorkomen van ziektes door inenting. Bij het voorkomen van probleemgedrag zoals criminaliteit gaat het om bewustwording of in het gezondheidsbeleid is het van belang om te stimuleren dat mensen voldoende bewegen.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
14
Hoewel in het beleid nadrukkelijk aandacht is voor de preventie van problemen, leert de praktijk dat er toch altijd mensen buiten de boot vallen of dreigen te vallen. Koppeling tussen inzet op preventie en inzet op vroegtijdige signalering van problemen en mogelijke uitval ligt dan ook voor de hand. Omdat complexe problemen en kwetsbaarheid zelden van de ene op de andere dag ontstaan, is het van belang om het ontstaan van problemen te signaleren. Indien schulden zich opstapelen, als gedrag wijst op psychische problemen, als een oudere vrijwel nooit meer buiten komt, als kinderen op school plotseling slechter gaan presenteren, als het huis steeds verder verwaarloosd en vervuild raakt; dient door buitenstaanders actie te worden ondernomen. Als tijdig wordt ingegrepen kan escalatie van problematiek meestal worden voorkomen. Afstemming tussen de verschillende instanties is van groot belang. Onder andere kan het overlastnetwerk hierin een belangrijke rol vervullen.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
15
4. ANALYSE VAN DE BESTAANDE SITUATIE Een belangrijke stap bij het ontwikkelen van nieuw beleid is het analyseren van de bestaande situatie. Waar staan we er goed voor en waaraan dient nog extra aandacht te worden besteed? Sterke punten Over het algemeen is Hattem een prettige stad om te leven, wat mede komt door onderstaande sterke punten. • Goed voorzieningenniveau Hattem heeft een goed voorzieningenniveau, getuige bijvoorbeeld de aanwezigheid van multi functioneel centrum de Marke, de verzorgingshuizen, de kinderopvangvoorzieningen, de vele (sport)accommodaties, speelvoorzieningen en de mooie binnenstad met monumentale panden en de verschillende kunstobjecten die er staan. Ook de keur aan winkels in de binnenstad zorgt ervoor dat een Hattemer voor veel zaken in de eigen gemeente terecht kan en niet persé is aangewezen op een naburige plaats als Zwolle of Wezep. Gevolg (maar ook oorzaak) hiervan is een grote sociale binding met de eigen gemeente, wat voor de uitvoering van de Wmo een belangrijke waarde is. • Sterke sociale cohesie Ondanks de toenemende individualisering kent Hattem een sterke samenleving waarin mensen elkaar kennen en op elkaar letten, zoals reeds aangegeven in hoofdstuk 2. Een blik in de gemeentegids laat een grote hoeveelheid aan verenigingen en stichtingen zien, iets wat het beeld van een grote sociale cohesie versterkt. Ook de kerkgemeenschappen spelen een grote rol bij de instandhouding van de sterke sociale cohesie. Bij deze sterke bindingen liggen dan ook de mogelijkheden om te werken aan een goede ondersteuningsstructuur voor mensen met een beperking of zorgvraag. • Strategische ligging De ligging van Hattem is strategisch, daar het vlak bij de stad Zwolle ligt en dus gebruik kan maken van alle voorzieningen aldaar. Denk hierbij bijvoorbeeld aan winkels, bioscopen, theater, ziekenhuis, middelbaar en hoger onderwijs. Daarnaast maken de ligging langs de IJssel (Hanzestad)) en bij de bossen Hattem een mooie plek om te wonen. Verder is Hattem zowel vanuit het zuiden als het noorden goed te bereiken via de A28 of de A50. Hiermee is het niet alleen voor de inwoner van Hattem een prettige plek, maar ook voor de toerist, die Hattem dan ook goed weet te vinden.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
16
Punten die extra aandacht behoeven Hoewel Hattem er over het algemeen genomen goed voorstaat, zijn ook hier punten te benoemen die nog extra aandacht behoeven; met name moet dan gedacht worden aan: • Territoriale incongruentie De IJssel geldt bij Hattem als provinciegrens tussen Overijssel en Gelderland. Er is op verschillende beleidsterreinen(veiligheid, jeugdzorg) een tendens gaande om de provinciegrenzen als leidende grens voor een regio te beschouwen. Probleem dat hierbij voor Hattem ontstaat is dat Hattem Gelders is, maar maatschappelijk veelal georiënteerd is op Zwolle (ziekenhuis, zorg, scholen, bioscoop of winkels). Het is dus van belang hierop goed de aandacht gevestigd te houden, zodat zonodig maatwerkafspraken gemaakt kunnen worden. Het belangrijkste is dat de burger van Hattem geen hinder ondervindt van bestuurlijk gekozen grenzen. • Geen volledig zicht op de volledige omvang van de problematiek Hoeveel mantelzorgers zijn er in Hattem, danwel zijn er nodig? Is er veel zorg achter de voordeur? Wordt er veel onderling opgelost? En waar schiet die informele zorg dan nog te kort? In hoeverre zijn de aantallen huiselijk geweld of jeugdzorgproblematiek in Hattem daadwerkelijk bekend bij zorginstanties? Hoewel er hard aan wordt gewerkt om het zicht op bovenliggende vragen te verbeteren, blijft dit een lastig punt om volledig informatie over te krijgen. Natuurlijk zijn er monitoringscijfers en verantwoordingsverslagen, maar juist bij dit soort precaire vragen blijft het lastig het beeld volledig te krijgen en daarmee de keten van zorg gesloten te hebben. • Relatief snelle vergrijzing 16,5% van de bevolking in Hattem is op 1 januari 2005 65 jaar of ouder. Daarnaast is 20,4% tussen de 50 en de 64 jaar. Hiermee is 36,9% ouder dan 50. Deze percentages zijn iets hoger dan gemiddeld in de regio Noordwest Veluwe, waar respectievelijk 14,2% 65+-ers en 18,5% 50-64-jarigen zijn. Over 10 jaar zal het percentage 65 jarigen of ouder dus gestegen zijn en wellicht relatief sneller dan in de omgeving. Een risico hierbij is dat de verhouding draagkrachtigen/zorgverleners - zorgbehoeftigen scheef komt te liggen. • Terugloop vrijwilligers Hoewel Hattem een sterke sociale cohesie kent, waarin veel vrijwilligerswerk wordt gedaan, kennen wij ook hier het probleem dat het aantal vrijwilligers terugloopt. Dit is één van de conclusies die getrokken is in de Wmo-avond met de gemeenteraad en vrijwilligersorganisaties. Oorzaken hiervoor zijn divers, zo zijn er bijvoorbeeld steeds meer gezinnen waarin beide ouders werken, waardoor er minder tijd is voor vrijwilligerswerk.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
17
• Gesloten keten ouderenzorg Het is in de visie van de gemeente Hattem van belang dat er sprake is van een gesloten keten, waarbij het mogelijk is dat een inwoner van Hattem verschuift van zelfstandig wonen, zelfstandig wonen in een zorgwoning in een woonservicegebied, wonen in een verzorgingshuis en wonen in een verpleeghuis. Hierbij zijn op het gebied van verpleeghuiszorg nog tussenvormen mogelijk. In de provincie Noord-Holland zijn namelijk goede ervaringen opgedaan met kleinschalig wonen voor mensen met dementie. Het uitgangspunt voor welke vorm van (verpleeghuis)zorg dan ook moet zijn dat het welzijn van mensen voorop staat. De bewoner moet worden benaderd als individu, waarbij medewerkers inlevend zijn, sprake is van privacy, de voorziening huiselijk en vertrouwd ingericht is en de wensen van bewoners (indien mogelijk) centraal staan. Er mag geen sprake zijn van medicalisering, maar het gaat om het welbevinden van de bewoner. Door tussenvormen als kleinschalig wonen voor mensen met dementie te realiseren, wordt de keten van ouderenzorg beter gesloten. Hierbij dient nog wel de capaciteit verder uitgebreid te worden. Inmiddels hebben De Bongerd, Driezorg, Triada Wonen en de gemeente Hattem een intentieverklaring getekend om te komen tot twee woonzorgzones (bij De Bongerd en de Hof van Blom). Op korte termijn zal het ijsbaanterrein + terrein Hof van Blom opnieuw worden ingericht.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
18
5. PRESTATIEVELDEN IN DE WMO 5.1 Het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten 5.1.1 Opdracht Wmo Het prestatieveld 'bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten' is een breed prestatieveld, waarbij de gemeente een grote vrijheid heeft om lokaal invulling te geven en prioriteiten te stellen. Er zijn vele manieren waarop gemeenten de sociale samenhang en leefbaarheid kunnen bevorderen. Zorgen voor aantrekkelijke plekken waar burgers elkaar kunnen ontmoeten is daar een voorbeeld van. Ook sport kan een belangrijke rol spelen bij het bereiken van de doelstellingen op dit beleidsterrein en door de gemeente bevorderd en ondersteund worden. Om een goed leefbare woonomgeving te hebben en te houden, is de inzet van de naaste omgeving (familie, buren, sportvereniging, enz.) cruciaal. Hierom moet er voor worden gezorgd dat de voorzieningen in Hattem optimaal aansluiten bij initiatieven en behoeften van bewoners. Het ligt dan ook voor de hand dat de gemeente bij de uitwerking van dit beleidsterrein zoveel mogelijk aansluit bij initiatieven van de bewoners, of dergelijke initiatieven stimuleert. Daarnaast ontstaat en bestaat de sociale samenhang en de leefbaarheid door de inzet van de door de gemeente gefinancierde professionele organisaties, welke voorzien in de behoeften van burgers van Hattem. Hierbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld sociaal cultureel werk of bijvoorbeeld De Doelen. De activiteiten uit dit prestatieveld passen vooral in de huidige Welzijnswet. Met de Wmo zal dit terrein sterker in het teken komen te staan van het voorkomen van zwaardere (duurdere) vormen van zorg en ondersteuning, welke deels onder de verantwoordelijkheid van de gemeente komen. 5.1.2 Huidig beleid De aandacht voor sociale samenhang en leefbaarheid is zoals gezegd niet nieuw. Wettelijk gezien was er de opdracht om vanuit de Welzijnswet ontplooiingsmogelijkheden van mensen te vergroten en hun zelfredzaamheid en deelname aan de samenleving te stimuleren, mede om te voorkomen dat mensen in een achterstandspositie geraken. Lokaal is hier nader invulling aan gegeven door middel van het welzijnsjaarprogramma. Hierbij wordt gestreefd naar: • een evenwichtig aanbod van welzijnsactiviteiten en voorzieningen die afgestemd zijn op de wensen en behoeften van de bevolking; • in het beleid wordt rekening gehouden met de ontwikkeling van nieuwe initiatieven en vormen van welzijnsactiviteiten, voor zover mogelijk door middel van het beter benutten van reeds aanwezig (gesubsidieerde) voorzieningen; • bij het realiseren van welzijnsvoorzieningen zal voorrang worden gegeven aan activiteiten die er op gericht zijn de positie van groepen uit de bevolking, die in een achterstandssituatie verkeren, te verbeteren; • waar het particulier initiatief in gebreke blijft, tracht de gemeente de burgers ertoe te brengen initiatieven te ontwikkelen; • de instellingen die activiteiten organiseren, moeten democratisch functioneren. Dit houdt in: directe participatie van de betrokkenen in het beleid van de instelling, alsmede in de programmering, vormgeving;
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
19
• •
er wordt rekening gehouden met de identiteit van groepen en er wordt gestreefd naar een duidelijke samenhang binnen en tussen de verschillende werksoorten, als ook in relatie met andere plannen en activiteiten op het gebied van zorg, (volwassen)educatie en recreatie.
Naast het welzijnsjaarprogramma zijn er nog meerdere beleidsnotities die verband houden met dit prestatieveld. Dit zijn: *Ouderenbeleid *Preventief jeugdbeleid *Speelruimtebeleid *Sportnota *Bibliotheekvernieuwing *Cultuurnota Ook in de Wmo zullen er voor bovenstaande beleidsterreinen aparte beleidsnota’s bestaan. In deze nota’s kunnen meerdere prestatievelden aan de orde komen. Zo heeft de nota jeugdbeleid raakvlakken met prestatievelden 1, 2 en 3. De Wmo beleidsnota zal daarbij als kapstok dienen, de basisvisie van waaruit de afzonderlijke nota’s worden ontwikkeld en op elkaar afgestemd zullen zijn. 5.1.3 Visie In de Wmo ligt het accent op zowel individuele burgers als op gemeenschappen en -anders dan in de Welzijnswet- wordt er ook een relatie gelegd tussen het individuele en het collectieve niveau. De basisvoorzieningen (de onderste laag uit de piramide van figuur 1) zijn de collectieve voorzieningen welke voor iedereen beschikbaar zijn en welke mede tot doel hebben de druk op de individuele zorgvoorzieningen te verlagen. In dit prestatieveld gaat het vooral om gemeenschappen (heel Hattem, een buurt, of een vereniging) en de collectieve basisvoorzieningen. Het is van belang de sterke sociale samenhang in Hattem in stand te houden en zonodig te verhogen, omdat de mate van identificatie met Hattem een belangrijke voorwaarde is voor de mate waarin mensen bereid zijn zich voor anderen in Hattem in te zetten. Oftewel; wanneer iemand zich in een buurt thuis voelt, zal diegene bijvoorbeeld sneller in een bestuur van een speeltuinvereniging zitting nemen of een een zieke buurvrouw helpen. Als er veel burgerinitiatieven zijn (sport- of muziekverenigingen, De Doelen etc.) is het mogelijk om het voorzieningenniveau en daarmee de sociale samenhang en de leefbaarheid hoog te hebben en te houden. De gemeente wil daarom aansluiten bij de inzet en inspelen op behoeften van de eigen inwoners en daar waar het gaat om het algemeen belang zonodig ondersteunen. 5.1.4 Doelstellingen De doelstelling in dit prestatieveld is het hebben en houden van een aanvaardbaar niveau van leefbaarheid waar mensen zich in ruimte mate medeverantwoordelijk voelen. Het gaat daarbij om het actief betrekken van zoveel mogelijk burgers bij het maatschappelijk leven en het stimuleren van samenhang en samenwerking tussen de verschillende maatschappelijke organisaties.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
20
Dit wordt bereikt door enerzijds het huidig beleid te continueren en daarnaast door de aandacht uit te laten gaan naar samenhangend beleid ten gunste van vermindering van individuele voorzieningen. In het jaarplan Wmo 2007, welke een uitwerking zal zijn van deze vierjarige nota, zal deze samenhang verder worden uitgewerkt. 5.1.5 Prioriteiten en activiteiten Om de doelstelling op het terrein van sociale samenhang en leefbaarheid te bewerkstelligen, is het realiseren van basisvoorzieningen het uitgangspunt. Deze voorzieningen zijn een plaats voor ontmoeting, ontspanning en ontwikkeling. Hierbij moet gedacht worden aan De Marke, speelplekken of De Doelen. Een adequate inzet van deze basisvoorzieningen kan een preventieve werking hebben door tal van risicofactoren te verminderen en/of beschermende factoren te versterken. Zo kan sport mensen op de lange termijn gezonder houden en kan het inloopcentrum in de Hof van Blom de eenzaamheid onder ouderen verminderen. De inzet van de gemeente zal zich de komende tijd vooral richten op het onderhouden en zonodig versterken van de samenhang en samenwerking tussen de verschillende organisaties om hiermee de keten van welzijn en zorg gesloten te houden. 5.1.6 Rol van de Gemeente De gemeente speelt bij het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid een regisseurs rol. Dit houdt in dat zij overzicht over de hele situatie houdt, verantwoordelijkheid voor het geheel neemt, beleidslijnen uitzet en waar nodig samenwerking organiseert. De invulling hiervan kan verschillen. Als er sprake is van een positieve situatie ligt het accent op de eigen verantwoordelijkheid van de burger of maatschappelijke organisatie en volgt de gemeente de ontwikkelingen die er zijn en wil hierop zonodig faciliterend of stimulerend inspelen. Dit houdt overigens niet in dat ieder (nieuw) initiatief wordt gestimuleerd of bekostigd, maar er wordt wel bekeken of er een gemeentelijke rol is en op welke wijze deze kan worden ingevuld. Op plaatsen waar sociale samenhang en leefbaarheid sterk verminderd zijn, zal de gemeente proberen sterker te sturen en ervoor te zorgen dat –via bijvoorbeeld maatschappelijke organisaties- hierin een kentering komt. 5.1.7 Toetsen aan strategische uitgangspunten Kaders Wat wordt ermee gedaan? De gemeente Hattem wil inzetten op ba- Dit betreft de instandhouding van voorziesisvoorzieningen; ningen als onder andere De Marke, De Doelen, SCW, SWO, sportvoorzieningen en speeltuinen. Dit betreft geen volledige opsomming van de basisvoorzieningen! De gemeente Hattem wil inzetten op de Door middel van het verstrekken van subsiondersteuning van vrijwilligers en mantel- dies kunnen verenigingen en stichtingen zorgers (informele netwerken); worden gefaciliteerd cq. ondersteund. De gemeente Hattem wil inzetten op Een leefbare wijk met een sterke sociale preventie en signalering; samenhang werkt preventief op overige vormen van zorg en versterken de signalerende rol. De gemeente Hattem wil bij de verstrek- nvt king van individuele voorzieningen mogelijkheden voor keuzevrijheid en maatwerk bieden;
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
21
De gemeente Hattem wil zorgdragen voor Mensen die elkaar kennen, merken sneller een gesloten keten op het gebied van wanneer er iets aan de hand is (signalering) welzijn en zorg; en zullen elkaar zonodig sneller helpen cq. voor passende zorg aan de bel trekken. De gemeente Hattem wil voor de toegang Informatie over bijvoorbeeld subsidie kan van voorzieningen gebruik maken van verkregen worden via het loket één loket op het gebied van welzijn en zorg; De uitvoering is klantgericht en resultaatgericht;
Het beleid sluit aan bij behoeften van de bevolking
De gemeente Hattem streeft naar integraal beleid;
Het beleid op prestatieveld 1 sluit aan op de beleidsnota’s die hieruit voortvloeien en op beleid uit de andere prestatievelden. De nota Wmo wordt in de klankbordgroep besproken
De gemeente wil in de voorbereiding van de Wmo participatie vormgeven door middel van een klankbordgroep en rondetafelgesprekken; Het financiële uitgangspunt is budgettair neutraal;
Het totale bedrag dat aan subsidies wordt uitgekeerd, blijft hetzelfde
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
22
5.2 Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met het opgroeien en ondersteuning van ouders met problemen met opvoeden 5.2.1 Opdracht Wmo Het prestatieveld 'op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden' heeft betrekking op de in een gemeente wonende jeugdigen – en in voorkomende gevallen hun ouders – bij wie sprake is van een verhoogd risico als het gaat om ontwikkelingsachterstand of uitval zoals schooluitval of criminaliteit, maar voor wie zorg op grond van de Wet op de jeugdzorg niet nodig is dan wel voorkomen kan worden. Dit beleidsterrein geldt als aanvulling op in andere wetgeving vastgelegde taken, zoals de Wcpv en de Leerplichtwet. Vijf functies Het ligt voor de hand dat de gemeente bij dit prestatieveld aansluiting zoekt bij de door VNG, IPO, Rijk en MO-groep overeengekomen vijf functies van het preventief jeugdbeleid die er op lokaal niveau tenminste moeten zijn. Naast informatie en advies, betreffen dit de functies 'signaleren van problemen', 'toegang tot het hulpaanbod', 'licht-pedagogische hulp' en 'coördinatie van zorg'. Bij de functie 'signalering' gaat het bijvoorbeeld om de coördinatie tussen signalerende instanties. De functie 'toeleiding tot het hulpaanbod' heeft betrekking op het totale lokale en regionale hulpaanbod, zoals voor- en vroegschoolse educatie, onderwijsachterstandsbeleid en HALT-voorzieningen. Bij 'pedagogische hulp' gaat het om het bieden van opvoedingsondersteuning aan ouders en gezinnen waar problemen zijn of dreigen te ontstaan, en om schoolmaatschappelijk werk. 'Coördinatie van zorg' betreft het afstemmen en zo mogelijk bundelen van zorg in het geval dat meerdere hulpsoorten nodig zijn om een jeugdige of gezin te ondersteunen voorzover deze niet reeds onder de Wcpv (basistaken jeugdgezondheidszorg) is gebracht. 5.2.2 Huidig beleid Uitgaande van de indeling van de vijf functies is het volgende in Hattem reeds gerealiseerd: • informatie en advies -opvoedingsvoorlichting -oudercursussen (Opvoeden Zo) • vroegtijdige signalering • toeleiding naar het hulpaanbod -Multi Disciplinair Team 0 - 12 jarigen (MDT 0-12 ) -Multi Disciplinair Team 12-24 jarigen (MDT 12-24) -netwerk Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) -overlastnetwerk -Halt De functies vroegtijdige signalering en toeleiding naar het hulpaanbod zijn in Hattem veelal geschakeld. Zo hebben in de MDT’s zowel signalerende als lokale en regionale hulpverleningsinstellingen zitting. • licht pedagogische hulp
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
23
-spreekuren JGZ en AMW -opvoedadviesbureau 0-4 jarigen • coördinatie van zorg -MDT 0-12 en 12-24 Regionaal (regio IJssel-Vecht) wordt gewerkt aan de ontwikkeling van gezinscoaching bij meervoudige problemen. Het is de bedoeling te komen tot een vorm die aansluit bij de lokale situatie van de verschillende gemeenten. Het kan dus zo zijn dat er in Hattem een andere vorm gekozen gaat worden dan in Zwolle of Dalfsen. De basisstructuur zal echter identiek zijn, zodat er regionaal overdracht kan plaatsvinden. Daarnaast heeft Hattem samen met alle gemeenten in Overijssel een convenant getekend met de provincie Overijssel (verantwoordelijk voor jeugdzorg). Ook hier gaat het om het ontwikkelen en/of versterken van de vijf aansluitingstaken van de gemeente in relatie tot de jeugdzorg. 5.2.3 Visie Jeugdbeleid raakt vele terreinen zoals gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting en ook hulpverlening. Een jongere ervaart zijn wereld echter als één geheel. Om jeugdbeleid te laten slagen, is afstemming tussen al deze beleidsterreinen van grootste belang. Het hier benoemde prestatieveld ‘jeugdzorg’ dient dus goed aan te sluiten bij de overige beleidsterreinen die kinderen, jongeren of hun ouders aangaan. De ouders moeten met hun opvoedingsvragen/ - problemen in eerste instantie terecht kunnen bij de basisvoorzieningen waar zij met hun kinderen komen. (scholen, peuterspeelzalen, kinderopvang). Ook jongeren met vragen moeten de weg hierin kunnen vinden (scholen, sociaal cultureel werk). Als er meer hulp nodig is, moeten deze instellingen terug kunnen vallen op andere instellingen zoals het maatschappelijk werk of de jeugdgezondheidszorg waarna zonodig adequate doorverwijzing plaats kan vinden. Wanneer er meer zorg binnen een gezin nodig is zal deze zorg gecoördineerd moeten worden. Wanneer er hiaten worden gesignaleerd dan zal in gezamenlijkheid gekeken moeten worden op welke wijze hiervoor oplossingen gevonden kunnen worden 5.2.4 Doelstellingen Voortvloeiend uit het huidige beleid en passend in de doelstellingen van de Wmo zijn er vier doelstellingen geformuleerd. • Het instandhouden van basisvoorzieningen ter ondersteuning van jeugdigen en ouders gericht op het voorkomen van (verergering van) pedagogische problemen en het versterken van de draagkracht en competentie van ouders • Het sluitend maken van de keten van netwerken die problemen met opgroeien en opvoeden signaleren. • Het sluitend maken van het aanbod van zorg zodat de gesignaleerde problemen worden aangepakt. • Outreachend werken om hiermee moeilijk bereikbare ouders/ gezinnen te bereiken
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
24
5.2.5 Prioriteiten en activiteiten De vijf vastgestelde functies van het preventief jeugdbeleid die er op lokaal niveau tenminste moeten zijn en die aansluiten op de jeugdzorg, zijn de rode draad voor het realiseren van een sluitende keten van voorzieningen en netwerken die problemen met het opgroeien kunnen signaleren en aanpakken. De komende periode zal dan ook gewerkt worden aan de verdere invulling van deze functies. Voor wat betreft informatie en advies zal met name nog aandacht worden besteed aan het ontwikkelen van een informatiepunt in het loket Wmo en de verdere ontwikkeling van een lokale sociale kaart. Hiermee kan de signalering verder worden versterkt en daarmee een snellere doorverwijzing naar passende zorg. Verder zal ook gewerkt worden aan de ontwikkeling van een gezinscoachsfunctie die passend is voor de lokale Hattemse situatie. 5.2.6 Rol van de Gemeente De gemeente heeft in het jeugdbeleid een preventieve en signalerende regisseursrol. Met behulp van de algemene voorzieningen moeten ernstige opgroei- en opvoedproblemen zo veel mogelijk worden voorkomen dan wel de problemen tijdig worden gesignaleerd. Hiertoe heeft de gemeente ook een stimulerende en initiërende rol, door verschillende partijen bij elkaar te brengen rond vragen op het gebied van opgroeien en opvoeden en samenwerking op basis van een gezamenlijke visie te bevorderen. De regiegroep jeugdbeleid heeft hierin een belangrijke coördinerende rol. 5.2.7 Toetsen aan strategische uitgangspunten Kaders Wat wordt ermee gedaan? De gemeente Hattem wil inzetten op ba- Instandhouding kinderopvang, peuterspeelsisvoorzieningen; zalen, jeugdgezondheidszorg (bijv. consultatiebureau) etc. De gemeente Hattem wil inzetten op de nvt ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers (informele netwerken); De gemeente Hattem wil inzetten op preventie en signalering;
MDT’s, VVE, sociale kaart, wmo-loket
De gemeente Hattem wil bij de verstrek- Een Hattems kind kan voor vrijwillige jeugdking van individuele voorzieningen moge- zorg zowel bij bureau jeugdzorg Apeldoorn lijkheden voor keuzevrijheid en maatwerk als bureau jeugdzorg Zwolle terecht bieden; De gemeente Hattem wil zorgdragen voor Gemeentelijk jeugdbeleid en provinciale een gesloten keten op het gebied van jeugdzorg worden op elkaar aangesloten welzijn en zorg; De gemeente Hattem wil voor de toegang Ook voor opvoed- en opgroeivragen moet van voorzieningen gebruik maken van men bij het Loket Zorg en Welzijn ter inforéén loket op het gebied van welzijn en matie en ter doorverwijzing terecht kunnen. zorg; De uitvoering is klantgericht en resultaatgericht;
Het kind moet zo snel en adequaat mogelijk geholpen worden
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
25
De gemeente Hattem streeft naar integraal beleid; De gemeente wil in de voorbereiding van de Wmo participatie vormgeven door middel van een klankbordgroep en rondetafelgesprekken;
preventief jeugdbeleid, jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg en jeugd en veiligheidsbeleid sluiten op elkaar aan. De kadernota wordt besproken in de klankbordgroep
Het financiële uitgangspunt is budgettair neutraal;
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
26
5.3 Informatie, advies en cliëntondersteuning 5.3.1 Opdracht Wmo Het derde prestatieveld van de Wmo betreft het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. Voor gemeenten is dit een nieuwe verantwoordelijkheid. Het is voor het eerst dat de wetgever deze taak expliciet benoemt. Onder “informatie en advies” worden activiteiten en voorzieningen verstaan die burgers en cliënten informeren en adviseren over voorzieningen binnen de Wmo (en aanpalende voorzieningen). De gemeente is vrij om inhoudelijk vorm te geven aan dit prestatieveld. Dit betekent onder andere dat het geen wettelijke plicht is om bijvoorbeeld een zorgloket in de gemeente te realiseren. Het kabinet geeft echter in de toelichting bij de wettekst wel aan dat het wenselijk is dat gemeenten zich laten leiden door de één loketgedachte. Een burger zou zich in principe niet vaker dan één maal tot de gemeente behoeven te wenden om over het totaal van voorzieningen de nodige informatie te verkrijgen. Met een lokaal loket is echter nog niet het gehele prestatieveld gevuld. Cliëntondersteuning valt immers ook binnen het prestatieveld. Cliëntondersteuning heeft tot doel de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van de cliënten te bevorderen. Dit kan informatie en advies zijn, maar vooral ook uitgebreide vraagverheldering en kortdurende ondersteuning bij keuzes op diverse levensterreinen. Ten behoeve van de uitvoering van deze taak stelt het rijk voor om per 1 januari 2008 de subsidie voor cliëntondersteuning voor mensen met beperking (in casu subsidie voor MEEorganisaties) over te hevelen naar de gemeenten. 5.3.2 Huidige situatie In de praktijk blijkt dat de (Hattemse) burger nog vaak, voor producten die met elkaar (kunnen) samenhangen, bij verschillende loketten terechtkomt. Zo wordt een rolstoel aangevraagd bij het loket van de afdeling Welzijn, maaltijdvoorzieningen en personenalarmering bij Stichting Welzijn Ouderen (SWO), een indicatie voor een zorgwoning bij de Hof van Blom en komen vragen over vrijwilligerswerk bij het Vrijwilligerssteunpunt terecht. Naast deze loketten kennen we buiten de gemeentegrenzen eveneens diverse loketten: het CWI, het CIZ-loket (Centrum Indicatiestelling Zorg) en het loket bij de ziektekostenverzekeraar. Kortom; op veel plekken wordt informatie en advies gegeven.Een centraal loket op het gebied van zorg en welzijn kent de gemeente Hattem nog niet. Inmiddels heeft de raad aangeven prioriteit te willen geven aan de realisatie van een loket Zorg en Welzijn (zie o.a. bestuursopdracht Wmo). Ook cliëntondersteuning vindt in Hattem plaats. Dit vindt echter nog niet op grote schaal plaats. De MEE-organisatie biedt ondersteuning aan mensen met een verstandelijke, lichamelijk en/of zintuiglijke beperking of chronische ziekte. Het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) biedt eveneens cliëntondersteuning.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
27
5.3.3 Visie Om een einde te maken aan de verschillende loketten in de gemeente Hattem is het van belang dat er één centraal punt in de directe omgeving van de hulpvrager komt, waar hij terecht kan met zijn hulpvraag op het gebied van met name zorg en welzijn. Voor een grote groep mensen kan een digitaal loket voldoende zijn, maar voor de kwetsbare groep mensen zal er een fysiek loket moeten worden gerealiseerd. Om de functie van een loket goed neer te kunnen zetten wordt er gekozen voor een breed loket. In de visie van de gemeente Hattem biedt het loket een laagdrempelige en toegankelijke dienstverlening, waarbij de situatie van de burger centraal staat. Het loket zal een voorziening zijn die informatie, vraagverheldering, advies, en toegang biedt tot individuele en collectieve voorzieningen op het terrein van wonen, zorg en welzijn. Daarnaast zal de klant zowel telefonisch, fysiek (balie of huisbezoeken) en digitaal moeten kunnen worden geholpen. De informatie en het advies dienen objectief te zijn en zich naast de gemeentelijke voorzieningen ook te richten op aanpalende voorzieningen. Het uitgangspunt is dat de gemeentelijke backoffice op het gebied van individuele voorzieningen (o.a. rolstoelen, vervoersvoorzieningen, woonvoorzieningen en huishoudelijke verzorging) is gekoppeld aan de frontoffice. De indicatiestelling zal dan ook voor een deel vanuit het loket (bv. d.m.v. huisbezoeken) worden uitgevoerd. Van hieruit zal afstemming en doorverwijzing naar cliëntondersteuning moeten plaatsvinden. Cliëntondersteuning gaat een stap verder dan informatie en advies en richt zich op mensen die voor een vraag of een situatie staan die zodanig complex is dat de persoon het niet zelf of met zijn omgeving kan oplossen. Tevens zal er goede aansluiting met de backoffice moeten worden gerealiseerd. Inmiddels is het e.e.a. door het college nader uitgewerkt. De definitie die hierbij wordt gehanteerd is: Het loket in de gemeente Hattem is een voorziening die informatie, vraagverheldering, advies, bemiddeling en cliëntondersteuning geeft en toegang biedt tot individuele en collectieve voorzieningen op het terrein van wonen, zorg en welzijn. Hieronder vallen tevens ondersteuning vrijwilligerswerk en mantelzorg. Naast het loket is een goede sociale kaart onontbeerlijk (inmiddels is een papieren versie gerealiseerd). Tevens zullen de werkprocessen in het loket zo worden ingericht dat een cliënt snel en adequaat antwoord krijgt. Hierbij is het uitgangspunt dat er sprake is van een klantgerichte benadering, waarbij de doorlooptijden van aanvragen zo kort mogelijk zijn. 5.3.4 Doelstellingen De gemeente wil op 1 februair 2007 een loket Zorg en Welzijn operationeel hebben. Het loket heeft tot doel vragen van burgers adequaat te kunnen beantwoorden op het terrein van met name zorg en welzijn, vanuit de visie dat zorg- en welzijnsvoorzieningen toegankelijk dienen te zijn en te zijn ingericht op basis van vragen en behoeften van mensen. Door een goede en tijdige informatievoorziening kunnen (eventuele) gezondheidsproblemen wellicht worden voorkomen en wordt er meegewerkt aan een situatie dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Na een goede vraagverheldering dient er een adequate afstemming met de backoffice plaats te vinden.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
28
Daarnaast zal de visie op het onderdeel cliëntondersteuning in 2007 nader worden uitgewerkt. Tot slot zal in het loket Zorg en Welzijn gebruik worden gemaakt van een sociale kaart. Het loket zal worden gerealiseerd in het stadhuis. Het loket zal bereikbaar zijn via de hoofdingang. Een digitaal loket zal in 2007 nader worden uitgewerkt. Het resultaat voor burgers Burgers van de gemeente Hattem hebben niet langer te maken met verschillende loketten, maar kunnen terecht bij één loket op het gebied van zorg en welzijn. De klant kan hierbij uitgaan van kwalitatief goede informatie die aansluit bij de vraag. Tevens merkt de burger niet hoe het in de backoffice is geregeld. Tot slot zullen de doorlooptijden voor aanvragen worden verkort. 5.3.5 Rol van de gemeente De gemeentelijke regierol wordt in der Wmo nog sterker. Dit komt onder andere tot uiting in het loket. In de Wmo is voor het eerst de functie informatie, advies en cliëntondersteuning genoemd als verantwoordelijkheid van de gemeente. De rol van de gemeente is enerzijds regie (met name op het gebied van de betrokkenheid van andere partijen op het gebied van zorg en welzijn) en anderzijds als uitvoerder in het loket. 5.3.6 Prioriteiten en acties op hoofdlijnen Informatie en advies De realisering van een loket Zorg en Welzijn heeft grote prioriteit. Op 1 februari 2007 wil de gemeente Hattem een loket operationeel hebben. In 2007 zal worden onderzocht in hoeverre een digitaal loket kan worden ontwikkeld. Tevens zal een sociale kaart zijn ontwikkeld. Cliëntondersteuning In de komende periode zal de functie cliëntondersteuning nader in kaart moeten worden gebracht. 5.3.7 Toetsen uitgangspunten Kaders De gemeente Hattem wil inzetten op basisvoorzieningen;
Wat wordt ermee gedaan? Het loket Zorg en Welzijn is een basisvoorziening, waar iedere burger met een alle vragen op het gebied van Zorg en Welzijn (en beperkt wonen) terecht kan. In de praktijk zullen vooral kwetsbare groepen en hun verzorgers behoefte hebben aan informatie, advies en ondersteuning.
De gemeente Hattem wil inzetten op de Ondersteuning van vrijwilligers en mantelondersteuning van vrijwilligers en mantel- zorgers wordt een onderdeel van het loket zorgers (informele netwerken); Zorg en Welzijn. Daarnaast vindt er nauwe samenwerking met vrijwilligersorganisaties (o.a. Voor Mekaar) plaats.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
29
De gemeente Hattem wil inzetten op preventie en signalering;
De gemeente Hattem wil bij de verstrekking van individuele voorzieningen mogelijkheden voor keuzevrijheid en maatwerk bieden;
Door een goede en tijdige informatievoorziening wordt geprobeerd problemen te voorkomen of zo vroeg mogelijk op te lossen. NVT
De gemeente Hattem wil zorgdragen voor Het loket Zorg en Welzijn staat aan de een gesloten keten op het gebied van voorkant van de “gesloten keten”. Indien welzijn en zorg; hier de informatie- en adviesfunctie goed wordt uitgevoerd, kan dit problemen in een later stadium voorkomen of verminderen. De gemeente Hattem wil voor de toegang Zie uitwerking prestatieveld. van voorzieningen gebruik maken van één loket op het gebied van welzijn en zorg; De uitvoering is klantgericht en resultaatgericht;
De gemeente Hattem streeft naar integraal beleid;
De gemeente wil in de voorbereiding van de Wmo participatie vormgeven door middel van een klankbordgroep en rondetafelgesprekken;
Het financiële uitgangspunt is budgettair neutraal;
Het uitgangspunt voor het inrichten van de werkprocessen in het loket Zorg en Welzijn is een klantgerichte en resultaatgerichte benadering. Er is gekozen voor een breed loket Zorg en Welzijn, waarbinnen een integrale benadering wordt nagestreefd. In de toekomst zal de integrale benadering verder gestalte moeten krijgen en zal er aansluiting worden gevonden bij de gemeentebrede organisatieontwikkeling. De nota is besproken in de klankbordgroep. De reactie treft u bijgevoegd aan. Tevens zijn rondetafelgesprekken gevoerd. Voor wat betreft het loket zijn de volgende organisaties hierbij betrokken: - De Bongerd - Hof van Blom - Stichting Sociaal Cultureel Werk - Stichting Welzijn Ouderen - Triada Wonen - Vérian Met het loket Zorg en Welzijn zullen structurele en incidentele kosten zijn gemoeid. Deze kosten zijn geraamd in het implementatieplan afdeling Welzijn. In hoofdstuk 7 wordt voor 2007 een stelpost geraamd van € 25.000,-
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
30
5.4 Ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers 5.4.1 Opdracht Wmo De Wmo zet in op het meedoen en de zelfredzaamheid van burgers. Het ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers is in de Wmo als prestatieveld opgenomen. Mantelzorg omschrijft het kabinet als langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoeven door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortkomt uit de sociale relatie. De bedoeling van de Wmo is om meer gebruik te maken van de kracht van informele netwerken en de bijdrage van vrijwilligers en leden van het sociale netwerk van zorgbehoevende te vergroten. Het gaat hierbij in de regel om algemene beleidsmaatregelen en minder vaak om individuele voorzieningen. Het wetsvoorstel biedt hiervoor wel ruimte indien een gemeente dat wenst te doen. 5.4.2 Huidig beleid Vrijwilligers en mantelzorger nemen een ontzettend belangrijke plaats in binnen het beleid op het gebied van maatschappelijk ondersteuning. De gemeente Hattem kent tientallen vrijwilligersorganisaties en er wordt een grote druk uitgeoefend op de mantelzorgers. Voor wat betreft het vrijwilligerswerk heeft de gemeente in het jaar 2004 een vrijwilligerssteunpunt gerealiseerd. Dit steunpunt was bestemd voor de ondersteuning van vrijwilligers en instanties. Inmiddels heeft het steunpunt diverse resultaten geboekt: er is een groot netwerk opgebouwd, veel vrijwilligersorganisaties zijn geholpen, er is een website gemaakt, een digitale vacaturebank gerealiseerd en vele projecten zijn afgerond. Inmiddels is de subsidie voor het VSP stopgezet en is vanuit het college een gedeelte van het invoeringsbudget Wmo toegekend om te komen tot integratie van het VSP in het loket Zorg en Welzijn. De belangrijkste taken van het VSP in 2006 zijn: informatie, advies en verwijzing, onderhouden netwerk en integratie bij het te ontwikkelen loket. Het onderhouden van de vacaturebank en de coördinatie van maatschappelijke stages zijn ondergebracht bij de reguliere taken van SCW. Met betrekking tot mantelzorgondersteuning is er in de gemeente Hattem nog geen steunpunt of informatiepunt mantelzorg. Vanuit het Steunpunt mantelzorg in Harderwijk worden mantelzorgers incidenteel ondersteund. Er is echter vast punt waar Hattemers terecht kunnen met vragen op het gebied van mantelzorg Inmiddels is er enige tijd geleden wel Stichting Voor Mekaar opgericht. Deze stichting geeft in Hattem reeds ondersteuning door middel van praktische hulp en lichte zorg (bijvoorbeeld: gezelschap houden, wandeling maken, praatje maken, begeleiding ziekenhuis, boodschap doen, hulp bij hobby of sport, kleine huishoudelijke reparatie, licht verzorgende hulp etcetera). 5.4.3 Visie Vrijwilligers en mantelzorgers zijn onmisbaar in de gemeente Hattem. Toch staat de vrijwillige inzet onder druk. Bijvoorbeeld door regelgeving of door het ontbreken van voldoende vrijwilligers of mantelzorgers. In de visie van de gemeente Hattem wordt aan de ene kant uitgegaan van het realiseren van een goede basisvoorzieningenniveau, waardoor het “doen” van vrijwilligerswerk wordt gestimuleerd.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
31
Anderzijds zal er een ondersteuningstructuur noodzakelijk zijn voor mantelzorgers en vrijwilligers. Deze structuur dient burgers aan te moedigen vrijwilligerswerk te doen en ook werkelijk ondersteuning te bieden aan mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties (en vrijwilligers). De rol van de gemeente is hierbij met name ruimtescheppend en faciliterend, waarbij het loket een goed basis kan zijn om de eerste vragen op het gebied van vrijwilligerswerk en mantelzorg te kanaliseren (frontoffice). De gemeente realiseert zich dat mantelzorg en vrijwilligerswerk duidelijk onderscheiden moeten worden, maar tegelijkertijd zijn ze ook aan elkaar verbonden. Vrijwilligerswerk in de vorm van vrijwillige ondersteuning van mantelzorgers, vrijwillige thuishulp en ander vrijwilligerswerk in de zorg- en welzijnssector spelen in de uitvoering van de Wmo een cruciale rol. Met name dankzij mantelzorg kunnen mensen langer zelfstandig thuis blijven wonen. Deze zorg wordt onbetaald en onverplicht verricht. De zorg voor zieke familieleden of vrienden kan een zware belasting zijn voor het privé-leven. De gemeente heeft een rol om de mantelzorgers zoveel mogelijk te ontlasten. Om te voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken, is het van belang dat ze naast de zorg ook andere dingen kunnen doen en er bijvoorbeeld eens een weekend of week tussenuit kunnen. Veel mantelzorgers kunnen hun inspanningen dan ook alleen volhouden als ze deze af en toe eens uit handen kunnen geven aan vrijwilligers of aan de professionele zorg. Een goede afstemming tussen mantelzorgers, vrijwilligersorganisaties en professionele organisaties is daarbij van groot belang. De verwachting is dat het aantal mantelzorgers en vrijwilligers de komende jaren onder druk komen te staan. De vraag naar beide groepen zal groot zijn, terwijl de instroom naar verwachting minder groot zal zijn. De gemeente wil daarom inzetten op ondersteuning van deze groepen en de randvoorwaarden zo aantrekkelijk mogelijk maken. Tevens zal de gemeente een faciliterende en stimulerende rol op zich nemen ten opzichte van welzijnsorganisaties (zoals Stichting Voor Mekaar en front- en backoffice mantelzorg/vrijwilligerswerk). De gemeente gaat uit van professionele ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties, waarbij deze functie wordt aangevuld door vrijwilligers. Concreet betekent dit dat er ondersteuning komt voor vrijwilligers, mantelzorgers en organisaties. In overleg met verschillende instellingen in Hattem zal worden onderzocht hoe de ondersteuning van beide terreinen daadwerkelijk kan worden vormgegeven. Er wordt uitgegaan van professionele ondersteuning, waarvoor vooralsnog een bedrag wordt geraamd van ongeveer € 30.000,-. 5.4.4. Doelstellingen Vanuit onze visie zijn de volgende doelstellingen geformuleerd. - Wij ondersteunen mantelzorgers en organisaties die mantelzorgers ondersteunen. Hierbij wordt uitgegaan van professionele ondersteuning aangevuld met vrijwilligers. - Wij ondersteunen vrijwilligers en (vrijwilligers)organisaties. Hierbij wordt aangesloten bij de vraag van vrijwilligers. - Wij nemen maatregelen om te zorgen dat vrijwilligerswerk aantrekkelijk wordt gevonden (o.a. verzekering en activiteiten)
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
32
5.4.5 Rol van de gemeente Voor de uitvoering van de dit prestatieveld zal de gemeente met name een regierol vervullen. Concreet betekent dit dat in overleg wordt getreden met diverse instanties. Daarnaast zal de gemeente een faciliterende en stimulerende rol vervullen door subsidie te verstrekken voor de vele vrijwilligers en mantelzorgers (o.a. waarderingssubsidie). Daarnaast zal structureel subsidie worden verleend ten behoeve van ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. 5.4.6 Prioriteiten en acties op hoofdlijnen Ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers neemt voor de gemeente Hattem een belangrijke plaats in. Dit komt onder ander tot uiting in het stimuleren en aantrekkelijk maken van vrijwilligerswerk (o.a. verzekering). Daarnaast zal professionele ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorg in het begin van 2007 zijn gerealiseerd. 5.4.7 Toetsen uitgangspunten Kaders De gemeente Hattem wil inzetten op basisvoorzieningen;
Wat wordt ermee gedaan? Als basis geldt hier de ondersteuning aan alle vrijwilligers en mantelzorgers in Hattem
De gemeente Hattem wil inzetten op de Vrijwilligers en mantelzorgers worden geondersteuning van vrijwilligers en mantel- zien als de belangrijkste peiler om de Wmo zorgers (informele netwerken); te laten slagen. Professionele ondersteuning + aanvullende voorwaarden (o.a. verzekeringen) om het werk aantrekkelijk te houden worden gerealiseerd. De gemeente Hattem wil inzetten op Vrijwilligerswerk en mantelzorg hebben een preventie en signalering; preventieve werking op overige vormen van zorg. Vrijwilligersorganisaties hebben daarnaast een signalerende taak. De gemeente Hattem wil bij de verstrek- Nvt. king van individuele voorzieningen mogelijkheden voor keuzevrijheid en maatwerk bieden; De gemeente Hattem wil zorgdragen voor Hierin vormen vrijwilligers en mantelzorgers een gesloten keten op het gebied van een belangrijke plaats in. Hierbij kan met welzijn en zorg; name worden gedacht aan SWO, Voor Mekaar etc. De gemeente Hattem wil voor de toegang Het loket zal ook de toegang vormen voor van voorzieningen gebruik maken van vragen e.d. op het gebied van mantelzorg één loket op het gebied van welzijn en en vrijwilligerswerk. zorg; De uitvoering is klantgericht en resultaatgericht; De gemeente Hattem streeft naar integraal beleid;
Een goede samenwerking tussen loket Zorg en Welzijn en organisaties is van groot belang. Korte lijnen en goede afspraken. Integraal beleid komt hierin met name tot uiting op het gebied van zorg en welzijn.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
33
De gemeente wil in de voorbereiding van Deze nota wordt besproken in de klankde Wmo participatie vormgeven door bordgroep. middel van een klankbordgroep en rondetafelgesprekken;
Het financiële uitgangspunt is budgettair neutraal;
In hoofdstuk 7 wordt een financieel overzicht gegeven, waarbij de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers niet financieel neutraal verloopt, maar dit wordt gedekt uit inkomsten met betrekking tot huishoudelijke verzorging.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
34
5.5 Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of chronische psychisch probleem of een psychosociaal probleem. 5.5.1 Opdracht Wmo De prestatievelden 5 en 6 zijn nauw met elkaar verbonden. In beide prestatievelden gaat het om het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch of psychosociaal probleem. In prestatieveld 5 gaat het daarbij om algemene maatregelen en voorzieningen die de doelgroep ten goede komen zonder dat die doelgroep een individueel beroep op de gemeente hoeft te doen. In prestatieveld 6 gaat het om individuele voorzieningen waarvoor men zich tot de gemeente dient te wenden. Hiervoor wordt ook de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning vastgesteld. Daarnaast is er een belangrijk verschil in de doelstelling van het prestatieveld. Bij prestatieveld 6 gaat het om het verlenen van voorzieningen ten behoeve van het behoud van het zelfstandig functioneren of deelname aan het maatschappelijk verkeer. Voorzieningen dienen mensen in staat te stellen om te blijven participeren in de samenleving (bijvoorbeeld door verstrekking van een rolstoel door de gemeente). In prestatieveld 5 gaat het om de opdracht om de deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren te bevorderen. Het doel is om kwetsbare groepen die op achterstand staan of dreigen te geraken bij de samenleving te betrekken. 5.5.2 Huidig beleid De opdracht om deelname aan het maatschappelijk verkeer te bevorderen is niet nieuw. Ook in de Welzijnswet had de gemeente de opdracht om beleid te voeren voor bijvoorbeeld ouderen en gehandicapten met als doel om hun zelfredzaamheid te vergroten en hun deelname aan de samenleving te stimuleren. In de “oude” Welzijnswet werden de doelgroepen ouderen en gehandicapten expliciet genoemd. In de Wmo gaat het om mensen die door een beperking op achterstand dreigen te geraken, dus niet meer om een doelgroep, maar om mensen in een kwetsbare positie. Daarnaast gaat het in de Wmo om mensen met een chronisch psychiatrisch of psychisch probleem. Dit is nieuw ten opzichte van de Welzijnswet. Ook mensen met een psychiatrisch of psychosociaal probleem worden nu als groep voor het gemeentelijke beleid genoemd. De Wmo sluit hiermee aan op de visie dat niet de doelgroep centraal dient te staan, maar de mensen die zich in een kwetsbare positie bevinden of op achterstand dreigen te geraken door belemmeringen of zorgvragen. Zie hiervoor ook de contourennota met betrekking tot de subsidieverordening. Binnen prestatieveld 5 is de vermaatschappelijking van de zorg een belangrijke trend. De manier waarop mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking leven en wonen is veranderd en zal steeds meer veranderen. Steeds meer mensen willen (zolang mogelijk) thuis wonen en zorg- en welzijnsvoorzieningen thuis of in de directe omgeving ontvangen. Voor wat betreft deze ontwikkeling wordt niet op nul begonnen, omdat er al veel langer sprake is van extramuralisering. In Hattem is onder andere de nota Wonen, zorg en welzijn in Hattem: nu èn in de toekomst” hier een uitvloeisel van.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
35
Daarnaast is recentelijk de nota “Het Hattemse model voor wonen, zorg en welzijn; plan voor woonzorgzones en groepswoningen voor dementerenden in Hattem” afgerond. Dit plan gaat uit van de visie van een gesloten keten op het gebied van zorg en welzijn. De woonzorgzones zullen worden gerealiseerd om de Hof van Blom en De Bongerd. 5.5.3 Visie Om mee te kunnen doen aan de samenleving is het voor mensen met een beperking of zorgvraag van belang dat de belemmeringen om te kunnen participeren zo veel mogelijk worden weggenomen. In de visie van de gemeente Hattem wordt er gestreefd naar beleid voor iedereen. Er wordt gestreefd naar een “gesloten keten”, waarbij alle Hattemers zich thuis kunnen voelen, ongeacht de situatie waarin men zich bevindt. Het basisaanbod van voorzieningen in Hattem moet zoveel mogelijk toegankelijk en geschikt zijn voor mensen met een zorgvraag. Toegankelijkheid van voorzieningen gaat echter verder dan alleen de fysieke toegankelijk. Ook bij de uitvoering van de dienstverlening en de activiteiten zullen instellingen steeds toegerust moeten zijn voor mensen met een beperking. Voor wat betreft de fysieke toegankelijkheid betekent dit dat beleid steeds integraler zal worden ontwikkeld. Ruimtelijke plannen of plannen op het gebied van zorg en welzijn dienen geïntegreerd tot stand te komen. Naast de toegankelijkheid van basisvoorziening is het van belang om ook voor groepen die op achterstand staan bijzondere ontmoetingsactiviteiten in stand te houden. Hierbij kan worden gedacht het ontmoetingsactiviteiten van Stichting Welzijn Ouderen. Om kwetsbare groepen te bereiken en hun sociale isolement te verminderen werkt het soms drempelverlagend om activiteiten voor een groep te organiseren. Mensen stappen makkelijker af op activiteiten die hen vertrouwd voorkomen. Hierbij is wel het uitgangspunt dat het organiseren van groepsactiviteiten voor de doelgroep geen doel op zich is, doorstroom naar reguliere voorzieningen of reguliere activiteiten dient uitgangspunt te zijn. Daarnaast is de individuele aanpak voor mensen in een kwetsbare positie van belang. Vroegtijdige signalering van de problematiek en een goede ketenaanpak zijn hierbij zeer belangrijk. Op dit front gebeurt er natuurlijk al veel. SCW en SWO richten zich steeds meer op kwetsbare groepen. Tot slot heeft de gemeente Hattem de afgelopen periode belangrijke stappen genomen om te komen tot een gesloten keten op het gebied van wonen, zorg en welzijn voor met name kwetsbare ouderen. Deze doelgroep zal verder uitgebreid moeten worden met andere kwetsbare groepen. Met de nota “Wonen, zorg en welzijn in Hattem nu èn in de toekomst” is hiermee een start gemaakt. Het plan “Het Hattemse model voor wonen, zorg en welzijn; plan voor woonzorgzones en groepswoningen voor dementerenden in Hattem” geeft hier verdere invulling aan. Op korte termijn zal de stap worden gemaakt dat ook daadwerkelijk zorgwoningen worden gebouwd, kleinschalige projecten voor dementerenden worden gerealiseerd en dat de welzijnsvoorzieningen aansluiten bij de vragen en het wonen en de zorg.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
36
5.5.4 Doelstellingen Hoewel er ten aanzien van dit prestatieveld al veel in gang is gezet, zal er nog veel moeten worden verzet om de vermaatschappelijking van de zorg vorm te geven. De volgende doelstellingen kunnen hiervoor worden gesteld: - Het verbeteren van de toegankelijkheid van de basisvoorzieningen in Hattem voor mensen met een beperking. Hiervoor wordt in 2007 een integrale werkgroep opgestart. - Het verder ontwikkelen van een sluitende keten op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Hiermee wordt ook bedoeld de ontwikkeling van woonzorgzones om onder andere De Bongerd en Hof van Blom. 5.5.5 Rol van de gemeente De gemeente heeft op dit prestatieveld met name een regierol als het gaat om het vormgeven van de integrale aanpak op het terrein van wonen, zorg en welzijn. Vanuit deze regierol zal de gemeente samenwerking zoeken met de aanbieders en zorgvragers uit Hattem. De partijen zullen bij elkaar worden gebracht en de samenwerking zal worden bevorderd, waarbij de eigen verantwoordelijkheid van iedere partij niet uit het oog moet worden verloren. Een goed voorbeeld van de rol van de gemeente is de aanpak bij het “plan voor zorg voor dementerenden”. Daarnaast bestaat de rol van de gemeente met name uit subsidieverstrekker. De gemeente stelt prioriteiten vast in het welzijnsbeleid, vertaalt die vervolgens naar doelstellingen en producten en vervolgens naar subsidie richting een instelling. Het hoe en wat is beschreven in de contourennota subsidieverstrekking en de daarbij geldende beleidsregels. 5.5.6 Prioriteiten en acties op hoofdlijnen Prioriteit binnen dit prestatieveld krijgt de afstemming wonen, zorg en welzijn. Met name de inrichting van twee woonzorgzones zal de komende jaren de volle aandacht krijgen. 5.5.7 Toetsen uitgangspunten Kaders De gemeente Hattem wil inzetten op basisvoorzieningen; De gemeente Hattem wil inzetten op de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers (informele netwerken); De gemeente Hattem wil inzetten op preventie en signalering;
De gemeente Hattem wil bij de verstrekking van individuele voorzieningen mogelijkheden voor keuzevrijheid en maatwerk bieden;
Wat wordt ermee gedaan? De basisvoorzieningen moeten goed toegankelijk zijn. Vrijwilligers en mantelzorg krijgen een belangrijke plaats bij het sluitend maken van de welzijns/zorg keten. Binnen de aanpak op het terrein van wonen, zorg en welzijn is de vroegtijdige signalering van problemen bij zelfstandig wonende zorgvragers belangrijk. Vanuit de regierol van de gemeente zal hiervoor bij de instellingen ook aandacht worden gevraagd. N.v.t.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
37
De gemeente Hattem wil zorgdragen voor In de visie wordt uitgegaan van een sluiteneen gesloten keten op het gebied van de keten op het gebied van wonen, zorg en welzijn en zorg; welzijn. De gemeente Hattem wil voor de toegang Op 1 januari 2007 zal een loket Zorg en van voorzieningen gebruik maken van Welzijn gerealiseerd zijn, dat toegankelijk is één loket op het gebied van welzijn en voor alle Hattemers. zorg; De uitvoering is klantgericht en resultaatgericht; De gemeente Hattem streeft naar integraal beleid;
De toegang tot de woningen, zorg en welzijn wordt zijn klantgericht mogelijk vorm gegeven. Wonen, zorg en welzijn betekent integraal beleid.
De gemeente wil in de voorbereiding van De nota Wmo wordt in de klankbordgroep de Wmo participatie vormgeven door besproken. middel van een klankbordgroep en rondetafelgesprekken; Het financiële uitgangspunt is budgettair neutraal;
De gemeente heeft met name een regierol, waardoor het e.e.a. budgettair neutraal kan verlopen.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
38
5.6 Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer. 5.6.1 Opdracht Wmo De Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) wordt volledig ondergebracht bij de Wmo. Dit betekent dat alle voorzieningen (woonvoorzieningen, rolstoelen en vervoersvoorzieningen) onder de reikwijdte van prestatieveld 6 van de Wmo komen te vallen. Daarnaast wordt het product huishoudelijke verzorging vanuit de Awbz toegevoegd aan de Wmo. Centraal begrip in de Wmo is het compensatiebeginsel, ook wel compensatieplicht genoemd. Deze draagt de gemeente op om burgers met een beperking ten gevolge van ziekte of gebrek te compenseren, zodat zij in staat zijn; - een huishouden te voeren; - zich te verplaatsen in en om de woning; - zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel - medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. De compensatieplicht is wezenlijk anders dan de zorgplicht. De compensatieplicht gaat niet uit van voorzieningen, maar van het resultaat dat voor de burger wordt beoogd. Het is aan de gemeente te bepalen op welke manier de compensatie wordt geboden. De doelgroep van de Wmo beperkt zich niet alleen tot mensen met een fysieke handicap, ook mensen met een chronische psychiatrische of een psychosociale problematiek kunnen een beroep doen op de individuele voorzieningen. De administratieve uitvoering en indicatiestelling, ook voor de nieuwe individuele voorzieningen, valt onder de gemeentelijke beleidsvrijheid. Bij het inkopen van producten, zoals rolstoelen of huishoudelijke verzorging gaat de Wmo uit van het primaat “privaat”, op basis van Europese aanbestedingsrichtlijnen. Daarnaast kan de gemeente zelf bepalen of een eigen bijdrageregeling en hoe een persoonsgebonden budget worden ingevoerd. 5.6.2 Huidige situatie Wvg Het instandhouden, bevorderen van de zelfstandigheid en deelname aan maatschappelijke activiteiten van mensen met een lichamelijke handicap is het uitgangspunt van de gemeente Hattem bij de uitvoering van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg). De Wvg wordt al sinds 1994 door de gemeente uitgevoerd. De uitvoering van de Wvg is ondergebracht bij de afdeling Welzijn. Vanuit deze afdeling worden rolstoelen, vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen verstrekt. De gemeente Hattem gaat uit van het principe dat alle inwoners met fysieke beperkingen een beroep moeten kunnen doen op woon, rolstoel en vervoersvoorzieningen. Een (beperkte) eigen bijdrage wordt wel voor woon- en vervoersvoorzieningen gevraagd. Bij deze wordt de medische noodzaak van te voren vastgesteld en worden voorzieningen die algemeen gebruikelijk zijn niet vergoed. Dit is overigens een term die in Hattem nog verder doorontwikkeld kan worden. De voorziening wordt verstrekt in natura, of in de vorm van een financiële bijdrage. Aangezien de Wvg een raamwet is, heeft de gemeente Hattem de regels en criteria voor een adequate toepassing van de voorzieningen vastgelegd in een verordening en daarnaast in soort en hoedanigheid uitgewerkt in een verstrekkingenboek.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
39
Uitgangspunt daarbij is dat de gemeente Hattem kiest voor de meest goedkope en adequate voorziening. Er is geen sprake van een persoonsgebonden budget. Toegang tot voorzieningen Om in aanmerking te komen voor een voorziening in het kader van de Wvg wordt een aanvraag gedaan bij de afdeling Welzijn. Vervolgens vindt er indicatiestelling plaats. Door middel van een huisbezoek door een ambtenaar van Hattem of de adviseur van de gemeente wordt de aanvraag gedetailleerd in kaart gebracht. Vervolgens wordt op basis van het advies een besluit genomen. Overige individuele voorzieningen De Stichting Welzijn Ouderen Hattem (SWO) verstrekt maaltijden en personenalarmering aan inwoners van Hattem. De gemeente Hattem heeft een subsidierelatie met SWO. Er wordt een eigen bijdrage gevraagd. 5.6.3 Visie Algemeen De gemeente Hattem wil individuele voorzieningen inzetten als aanvulling op basisvoorzieningen en ondersteuning door vrijwilligers en mantelzorgers. Individuele voorzieningen zijn bestemd voor burgers die het zonder deze voorzieningen niet redden om mee te doen aan de samenleving. Voor wat betreft de Wvg-voorzieningen wordt aansluiting gevonden bij het huidige beleid. Dit betekent dat het huidige voorzieningenniveau zoveel mogelijk het uitgangspunt is. In de ontwikkelde Wmo-verordening is dit ook vertaald. Daarnaast heeft de gemeenteraad het product “Hulp bij het Huishouden” vastgesteld en is dit vertaald in de Verordening. Keuzevrijheid Het uitgangspunt is dat burgers keuzevrijheid krijgen. Middels een Europese aanbesteding wordt een contract afgesloten met drie aanbieders op het gebied van Hulp bij het Huishouden. Daarnaast kunnen mensen kiezen voor een Persoonsgebondenbudget (PGB). De huidige Wvg-voorzieningen worden ondergebracht in de Wmoverordening, waarbij mensen de mogelijkheid krijgen om een voorziening in natura (geleverd door de middels een Europese aanbesteding gecontracteerde leverancier) of een PGB te krijgen. Deze systematiek vergroot de keuzevrijheid van burgers aanzienlijk. Besluit maatschappelijke ondersteuning De financiële consequenties worden vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hattem. Het besluit gaat uit van een heldere eigen bijdrage regeling, waarbij de uitvoeringskosten laag worden gehouden. Het uitgangspunt in het besluit is dat de eigen bijdrage voor Hulp bij het Huishouden overeenkomstig de huidige systematiek in de Awbz wordt vastgesteld. Tevens zal het PGB in het Besluit nader worden uitgewerkt. Het uitgangspunt is dat burgers de keuze krijgen voor een voorziening in natura of een Persoonsgebonden budget. Het PGB past in de basisfilosofie van de Wmo: eigen verantwoordelijkheid, keuzevrijheid en vraaggestuurde zorgverlening. De uitvoering (inning eigen bijdrage) komt bij het CAK (uitvoeringskantoor voor de huidige Awbz-bijdrage) te liggen. Het CAK stemt de eigen bijdrage af op de Awbz eigen bijdrage.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
40
Verstrekkingenboek Het verstrekkingenboek (beleidsregels )zal een nadere uitwerking van de Verordening zijn en wordt door het college vastgesteld. Het begrip algemeen gebruikelijk zal hier ook nadere invulling krijgen. Toegang tot de voorzieningen Om te zorgen dat de voorzieningen daadwerkelijk terechtkomen bij burgers die het nodig hebben is toegangsbewaking en indicatiestelling van belang. De toegang wordt gezien als middel om de schaarste aan middelen rechtvaardig te verdelen. Door te toetsen of iemand aan de criteria voldoet om voor een voorziening in aanmerking te komen, wordt bewerkstelligd dat de voorzieningen terechtkomen bij mensen die deze daadwerkelijk nodig hebben. Deze criteria dienen transparant en objectiveerbaar te zijn vastgelegd, waardoor het voor de cliënt duidelijk is waarom hij wel/niet voor een voorziening in aanmerking komt. De criteria en de werkprocessen worden vastgelegd in de verstrekkingenboek Wmo. Allereerst is het uitgangspunt in de gemeente Hattem dat iedere Hattemer zijn vraag op het gebied van zorg en welzijn op één punt kan doen. Dit zal plaatsvinden bij het loket Zorg en Welzijn. Na het indienen van een aanvraag wordt gestreefd naar een integrale beoordeling van de Wmo-producten (o.a. rolstoel, vervoer en huishoudelijke verzorging). In de toekomst kan worden gedacht aan een integrale beoordeling van zowel Wmo-producten als Awbz-producten. Vooralsnog kan worden aangesloten bij de huidige Wvg-systematiek. Een zorgconsulent van de gemeente indiceert de eenvoudige aanvragen en bij de complexe aanvragen wordt door een externe instantie geadviseerd. Wanneer welke procedure wordt gevolgd, wordt in het verstrekkingenboek vastgelegd. Tevens worden de criteria vastgelegd in het verstrekkingenboek. 5.6.4 Doelstellingen - Iedere burger van Hattem, die op basis van de vastgestelde regelgeving recht heeft op individuele voorzieningen heeft toegang tot die voorziening - 80% van de cliënten is tevreden over de dienstverlening van zowel de eigen organisatie als van de partners, waarmee contracten zijn afgesloten rond de levering van individuele voorzieningen. Dit wordt bepaald middels een jaarlijks klanttevredenheidsonderzoek Tevens zijn de praktische doelstellingen gehaald: - Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hattem vastgesteld voor o1/10/06 (is inmiddels gebeurd) - Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hattem vastgesteld voor 15/11/06 - Verstrekkingenboek maatschappelijke ondersteuning gemeente Hattem vastgesteld voor 01/01/07 - Europese aanbesteding hulpmiddelen en huishoudelijke verzorging gereed in oktober, zodat op 1 januari 2007 kan worden gestart met de levering. - Werkprocessen individuele voorzieningen beschreven.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
41
5.6.5 Rol van de gemeente De rol van de gemeente is groot in dit prestatieveld. De aanvragen voor individuele voorzieningen worden gedaan bij het loket Zorg en Welzijn, de indicatiestelling en verstrekking van voorzieningen zijn eveneens gemeentelijke taken. De gemeente sluit daarnaast contracten met leveranciers. Al met al heeft de gemeente veel sturingsmogelijkheden en is zij slechts gedeeltelijk afhankelijk van andere partijen. 5.6.6 Prioriteiten en acties op hoofdlijnen Zie hiervoor doelstellingen. 5.6.7 Toetsen uitgangspunten Kaders De gemeente Hattem wil inzetten op basisvoorzieningen;
Wat wordt ermee gedaan? Dit prestatieveld betreft de individuele voorzieningen.
De gemeente Hattem wil inzetten op de Mantelzorgers en vrijwilligers zijn noodzaondersteuning van vrijwilligers en mantel- kelijk voor de sluitende keten (bij bijvoorzorgers (informele netwerken); beeld huishoudelijke verzorging) De gemeente Hattem wil inzetten op preventie en signalering;
Tijdens de indicatiestelling heeft de gemeente eveneens een preventieve en signalerende functie De gemeente Hattem wil bij de verstrek- Keuzes worden geboden doordat er met king van individuele voorzieningen moge- drie aanbieders voor huishoudelijke verzorlijkheden voor keuzevrijheid en maatwerk ging een contract wordt afgesloten. Daarbieden; naast bestaat de mogelijkheid voor een persoonsgebonden budget.
De gemeente Hattem wil zorgdragen voor Dit prestatieveld richt zich met name op een gesloten keten op het gebied van kwetsbare groepen en vormt hierdoor een welzijn en zorg; onderdeel van de keten. De gemeente Hattem wil voor de toegang van voorzieningen gebruik maken van één loket op het gebied van welzijn en zorg; De uitvoering is klantgericht en resultaatgericht;
Alle aanvragen voor individuele voorzieningen worden in het loket Zorg en Welzijn gedaan. Er wordt gestreefd naar een klantgerichte benadering, waarbij een klant snel en adequaat antwoord krijgt op zijn vragen. Een voorbeeld is een eventuele pilot “klaarterwijl-u-wacht”. Het streven is om geïntegreerd aanvragen te behandelen. De nota wordt in de klankbordgroep besproken.
De gemeente Hattem streeft naar integraal beleid; De gemeente wil in de voorbereiding van de Wmo participatie vormgeven door middel van een klankbordgroep en rondetafelgesprekken; Het financiële uitgangspunt is budgettair Zie hiervoor hoofdstuk 7. neutraal; 8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
42
5.7 Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld (7) OGGZ, de openbare geestelijke gezondheidszorg (8) Ambulante verslavingszorg (9) 5.7.1 Opdracht Wmo Bovengenoemde beleidsterreinen zijn in de Wmo benoemd als de prestatievelden 7, 8 en 9. Ze zijn afzonderlijk benoemd vanwege de verwijzing die in andere wetgeving naar de definities van deze terreinen wordt gemaakt. Aangezien op alle 3 de terreinen er vooral taken zijn weggelegd voor een centrumgemeente en regiogemeenten zoals Hattem voornamelijk aansluitingstaken hebben, is er lokaal voor gekozen om de drie prestatievelden gezamenlijk te beschrijven. Maatschappelijke opvang Maatschappelijke opvang omvat activiteiten bestaande uit het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door een of meerdere problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Vrouwenopvang en huiselijk geweld Onder vrouwenopvang wordt begrepen het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan vrouwen die, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten in verband met problemen van relationele aard of geweld. OGGZ Onder het bieden van openbare geestelijke gezondheidszorg wordt nagenoeg hetzelfde verstaan als hetgeen nu in de Wet collectieve preventie volksgezondheid hieronder wordt verstaan. Te weten: het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg. Het bieden van psychosociale hulp bij rampen wordt niet in de Wmo ondergebracht. Dit desbetreffende deelgebied is daarom expliciet uitgezonderd van het begrip openbare geestelijke gezondheidszorg in de Wmo. Ambulante verslavingszorg Ambulante verslavingszorg doelt op activiteiten bestaande uit ambulante hulpverlening, gericht op verslavingsproblemen, en preventie van verslavingsproblemen, inclusief activiteiten in het kader van overlastbestrijding van overlast door verslaving. 5.7.2 Huidig beleid Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingszorg In de Welzijnswet is vastgelegd dat alle gemeenten een verantwoordelijkheid hebben op het terrein van de maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid. De gemeente Zwolle krijgt hiervoor als centrumgemeente een specifieke uitkering en dient hiervoor –in samenwerking met de regiogemeenten- zorg te dragen.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
43
Met betrekking tot maatschappelijke opvang en is er sinds 1 januari 2006 een adviesen steunpunt huiselijk geweld in Zwolle operationeel. Momenteel wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een regionale backoffice, voor een sluitende zorgketen. Als er sprake is van huiselijk geweld bij kinderen is er daarnaast een Advies en Meldpunt kindermishandeling (AMK) in Zutphen. Het CAD in Zwolle is de instelling die zich bezig houdt met de zorg voor verslaafde mensen (o.a. uit Hattem). Deze instelling houdt zich bezig met preventie en voorlichting, hulpverlening, consultatie en reclasseringswerkzaamheden.Ten aanzien van verslavingsbeleid is er in Hattem verder een aantal preventieve activiteiten, deze zijn met name voor kinderen en jongeren. Zo is er een preventietraject op zowel het basisonderwijs als op het voortgezet onderwijs in Hattem. Verder bestaat het traject Chill out en qua integrale signalering is er voor jongeren het MDT en het overlastnetwerk. Voor volwassenen bestaat dit nog niet. OGGZ In de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv) is de verantwoordelijkheid voor de openbare gezondheidszorg momenteel vastgelegd. Het gaat hier om het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van OGGZ, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de OGGZ. Onder de OGGZ wordt ook de collectieve preventie van (ernstige) psychosociale zorg begrepen. Een van de belangrijkste onderwerpen binnen de OGGZ is bemoeizorg. Bemoeizorg is voor mensen die in een zorgwekkende situatie verkeren en hier zelfstandig geen verandering in kunnen brengen. Ze hebben adequate hulp nodig maar zullen hier zelf niet om vragen. Meestal kampt de persoon met meerdere problemen en betreft het een complexe situatie. Op basis van signalen uit de omgeving wordt de helpende hand geboden. Deze signalen zijn veelal afkomstig van mensen die zich zorgen maken om de (toekomstige) cliënt. Bemoeizorg wordt uitgevoerd door Team Via. Door met alle betrokken organisaties uit de regio IJssel Vecht (bijv. Riagg, Zwolse Poort, CAD, Regio IJssel Vecht) samen te werken binnen één team, worden deskundigheid en ervaring gebundeld waardoor een vangnet ontstaat voor de meest kwetsbaren in de maatschappij. 5.7.3 Visie Als er in een thuissituatie sprake is van schulden, onaangepast gedrag, een psychische stoornis, ernstige verslavingszorg of geweld in huis dan is het ons inziens de taak van de gemeente om voor deze burgers zorg te dragen. Als mensen hiervoor hun huis uit moeten, dan zijn daarvoor passende instellingen in Zwolle. Preventie is van het grootste belang, er moet worden voorkomen dat mensen in een dergelijke situatie belanden. Hoe eerder een probleem wordt gesignaleerd, hoe groter de kans is dat er een goede oplossing voor komt.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
44
Het is daarom noodzakelijk dat er een sluitend integraal hulpverleningsaanbod (basisvoorziening) is, waarbij gesignaleerde problemen zo snel mogelijk op de juiste plek komen en er zo snel en adequaat mogelijk een passende oplossing wordt gezocht. Vervolgens moet er een sluitend signaleringsnetwerk zijn, opdat voorkomen wordt dat er bijvoorbeeld een gezin waar sprake is van huiselijk geweld, en dat al sinds lange tijd bekend was, terwijl er geen actie is ondernomen. Tenslotte is het belangrijk dat de signalen integraal opgepakt worden door de betrokken instanties, opdat op een zo kort mogelijke termijn de juiste zorg geboden kan worden. 5.7.4 Doelstellingen Algemeen • De taakverdeling centrumgemeente/ regiogemeente wordt geconcretiseerd, zodat exact duidelijk is wat een centrumgemeentetaak en wat een regiogemeentetaak is. • Het sluitend maken van de keten van netwerken die problemen aangaande huiselijk geweld, OGGZ en verslaving signaleren. Vrouwenopvang en huiselijk geweld • De Hattemer bevolking wordt ervan bewust gemaakt dat geweld, ook in huis, onacceptabel is en dat er een hulpaanbod beschikbaar is. OGGZ •
Bemoeizorg is een belangrijk onderdeel in de ketenaanpak, hierom zal de bemoeizorg in stand moeten worden gehouden en zonodig worden versterkt.
Verslavingsbeleid • De aansluiting met de curatieve zorg (in Zwolle) moet goed geregeld zijn. Territoriale incongruentie (politieregio/zorgregio) mag hierin geen obstakel vormen. 5.7.5 Prioriteiten en activiteiten De gemeente zal zich de komende tijd vooral bezig houden met de ontwikkeling van een signaleringsnetwerk voor volwassen, zodat signalering en toeleiding naar de zorg gecoördineerd en zo snel mogelijk plaatsvindt. 5.7.6 Rol van de Gemeente Zwolle is de centrumgemeente en als zodanig verantwoordelijk voor het beleid van een regio van 15 gemeenten waaronder ook Hattem valt. Hiertoe is zij wettelijk verplicht het beleid voor de regio te ontwikkelen en ontvangt zij een specifieke uitkering. Hattem heeft als regiogemeente de taak ervoor te zorgen dat de preventie en de signalering zodanig is geregeld dat toeleiding naar de zorg adequaat plaatsvindt. Hiervoor zullen lokaal de betrokken partijen bij elkaar moeten worden gebracht en zullen de taken en verantwoordelijkheden van alle partners helder moeten worden vastgesteld.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
45
5.7.7 Toetsen aan strategische uitgangspunten Kaders De gemeente Hattem wil inzetten op basisvoorzieningen;
Wat wordt ermee gedaan? Dit vindt plaats door inspraak te hebben op het beleid dat hierop in Zwolle wordt gevoerd De gemeente Hattem wil inzetten op de Met name t.a.v. de signalering is dit van ondersteuning van vrijwilligers en mantel- belang. Signalerenden moeten weten waar zorgers (informele netwerken); zij terecht kunnen. De gemeente Hattem wil inzetten op preventie en signalering; De gemeente Hattem wil bij de verstrekking van individuele voorzieningen mogelijkheden voor keuzevrijheid en maatwerk bieden;
Sluitend signaleringsnetwerk is van grootste belang voor vroegtijdige aanpak van problemen. nvt
De gemeente Hattem wil zorgdragen voor Sluitend signaleringsnetwerk realiseren en een gesloten keten op het gebied van evt. obstakels in aansluiting op curatieve welzijn en zorg; zorg wegnemen. De gemeente Hattem wil voor de toegang M.b.t. de instellingen binnen deze prestatievan voorzieningen gebruik maken van velden is een sociale kaart ontwikkeld één loket op het gebied van welzijn en zorg; De uitvoering is klantgericht en resultaatgericht;
Signalering dient zo snel en adequaat mogelijk plaats te vinden
De gemeente Hattem streeft naar integraal beleid;
Afstemming tussen welzijnsbeleid en zorgbeleid, en lokaal en regionaal beleid.
De gemeente wil in de voorbereiding van Deze nota wordt besproken in de klankde Wmo participatie vormgeven door bordgroep. middel van een klankbordgroep en rondetafelgesprekken; Het financiële uitgangspunt is budgettair neutraal;
De gemeente heeft met name een regierol in de toeleiding, waarbij het e.e.a. budgettair neutraal kan verlopen
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
46
6. De WMO, Wet Werk en Bijstand (WWB) en Wet collectieve preventie volksgezondheid 6.1. Wet Werk en Bijstand De Wet Werk en Bijstand (WWB) heeft op 1 januari 2004 de Algemene bijstandswet opgevolgd; een wet met een bijna 40 jarige traditie het vangnet van het sociale zekerheidsstelsel te zijn. De WWB is dit ook, doch deze wet is veel meer gefocust op werk en het toeleiden naar werk van belanghebbenden die hier zelfstandig niet in slagen. In het proces naar werk worden belanghebbenden ondersteund met een uitkering, als zij (nog) niet zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien. De WWB is een wet in medebewind, wat betekent, dat de gemeente zelf een verordeningsplicht heeft op een groot aantal onderdelen en hiermee de uitvoering aan kan passen op de lokaal noodzakelijke situatie. Als financiële prikkel om de wet zo doelmatig mogelijk uit te voeren, is de gemeente volledig financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet. De wet legt de nadruk op maatschappelijke (arbeids) participatie met als doel financiële onafhankelijkheid. In de notitie ‘Hattem aan het werk’, wordt de Hattemse visie op werken nader uiteen gezet. In het kort luidt deze dat iedereen die een WWB uitkering ontvangt, mee doet in het proces naar werk of activering. Voorop staat dat langdurige inactiviteit moet worden vermeden. Daarnaast wordt in de contacten met belanghebbenden de nadruk op het principe van wederkerigheid gelegd: het wordt als reëel beschouwd dat belanghebbenden in ruil voor de uitkering die door de gemeenschap wordt gefinancierd, iets nuttigs voor deze gemeenschap terugdoen. Voor wie het traject naar betaald werk nog een brug te ver is, kan met een sociaal activeringstraject een eerste stap richting het einddoel worden gezet. Sociale activering kan bestaan uit vrijwilligerswerk al dan niet met begeleiding. Een reïntegratiebedrijf neemt een belanghebbende in traject en gaat samen op zoek naar een (begeleide) vrijwilligersplek. Daarnaast worden andere voorwaarden gecreëerd om toch zoveel mogelijk weer naar het einddoel – betaalde arbeid – toe te werken. De Wmo is ook gebaseerd op het principe van zelfredzaamheid bij individuele hulpvragen op de terreinen wonen, welzijn en zorg (individuele voorzieningen). Ook hier is de gemeente een sociaal vangnet, indien gebruikelijke zorg in de directe omgeving via mantelzorg of vrijwilligerswerk geen mogelijkheden biedt. Daarnaast is, net als bij de WWB, de gemeente volledig financieel verantwoordelijk voor de uitvoering. Beide wetten hebben overeenkomsten. Hieronder worden overeenkomsten en verschillen tussen beide wetten behandeld.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
47
Overeenkomsten Zowel de WWB als de Wmo hebben hetzelfde uitgangspunt, namelijk de zelfredzaamheid te bevorderen. Bij de WWB heeft de gemeente Hattem ingezet om iedereen naar betaald werk toe te leiden, waarbij enig perspectief op werk bestaat. Dit gebeurt door middel van Work First, arbeidsmarkttrajecten en scholing en activering. Indien er (voorlopig) geen perspectief op werk bestaat, volgt een sociale activeringstraject. In de Wmo is het principe van zelfredzaamheid nog steviger vastgelegd. Bij een zorgvraag is de volgorde: eerst de burger zelf, dan de hulp in de nabije omgeving zoeken en daarna pas een beroep doen op de voorzieningen van de gemeente. De doelgroepen van de WWB en de Wmo komen voor een deel bij elkaar als het gaat om inkomensafhankelijkheid samen met zorgafhankelijkheid. Als puur gekeken wordt naar de overlap tussen de WWB caseload en de behoefte aan een individuele Wvg/Wmo voorzieningen, dan betreft het een overlap van ongeveer 10-15%. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor beide wetten zowel in financieel, beleidsmatig als uitvoeringstechnische zin. De financiële verantwoordelijkheid van de WWB betekent voor de gemeente Hattem dat het uitkeringsbestand zo klein mogelijk gehouden moet worden door een goede poortwachterfunctie en een nauwe samenwerking met de partners uit de keten van werk en inkomen. Gemeenten moeten zo goed mogelijk anticiperen op tussentijdse wijzigingen in het budget WWB dat zij toegezegd krijgen vanuit het Rijk. Budgetten die sinds 2004 stelselmatig naar beneden zijn bijgesteld. Bij een groeiende caseload in relatie tot een budget welke berekend wordt op historische cijfers, komt de gemeente al heel snel niet meer uit met haar budget en ontstaat een tekort. In de Wmo moet het beroep op (dure) zorgvoorzieningen zoveel mogelijk beperkt worden, door de uitvoering effectief en efficiënt te organiseren. De uitvoering van beide wetten zouden door middel van samenwerking van elkaars uitvoering kunnen profiteren om zo elkaars doelstellingen te behalen. Een voorbeeld: De gemeente heeft bij de inkoop van huishoudelijke zorg in het Europese aanbesteding de inschrijvende partijen de opdracht gegeven om aan te geven welke rol zij kunnen vervullen bij het aan het werk helpen van WWB-cliënten. Verschillen WWB en WMO De Wmo is er voor alle kwetsbare burgers zonder bijvoorbeeld een leeftijdscriterium. Daarbij is het scala aan voorzieningen veel groter. De WWB richt zich op belanghebbenden uit Hattem vanaf 18 jaar, die niet zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien en waarvoor geen voorliggende voorziening open staat. In de WWB is het uitgangspunt dat iedereen weer zelfstandig in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien door middel van werk. De Wmo heeft als doel: deelname aan maatschappelijke activiteiten en daarmee sociale redzaamheid. Conclusie: verder onderzoeken waar WWB en Wmo samen winst kunnen boeken Uit de voorgaande overeenkomsten en verschillen van beide wetten is gebleken dat er voor een gedeelte van de WWB-caseload een directe overlap is met individuele Wmo-voorzieningen.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
48
Het zijn echter met name de flankerende, collectieve voorzieningen in de Wmo die voor de WWB belanghebbenden een belangrijke functie kunnen vervullen. Te denken valt aan onder andere: maatschappelijk werk, welzijnsvoorzieningen en volwasseneneducatie. Het is goed om op de overlappende onderdelen in de beleidsontwikkeling en – uitvoering van beide wetten de integrale benadering te kiezen. Bij de invoering van de Wmo zijn de volgende aandachtspunten waaraan in dit licht aandacht besteed dient te worden: • Financiële relaties of tegenstellingen. Het heffen van een Eigen bijdrage regeling voor individuele voorzieningen (Wmo) in relatie tot de toegangscriteria voor Bijzondere bijstand (bijv. een inkomenstoets), schuldhulpverlening en het minimabeleid in algemene zin. Naast toegangscriteria is ook een vergelijking nodig tussen bijv. het verstrekkingenpakket van de Bijzondere bijstand en het voorzieningenpakket van de Wmo. • Het verder inrichten van administratie en ICT. De afdeling Welzijn werkt momenteel voor zowel de WWB als de Wvg met Civision Welzijn. Tot slot dient nog te worden vermeld dat in de Europese aanbestedingen in het kader van de Wmo aandacht is voor de rol van de werkzoekende vanuit de WWB. In twee aanbestedingstrajecten (hulpmiddelen en hulp bij het huishouden) hebben de inschrijvende bedrijven de uitdaging gekregen om mee te denken over de reïntegratie van de WWB-cliënt. 6.2 Wet collectieve preventie volksgezondheid (WCPV) Op basis van de Wcpv is de gemeente verplicht elke vier jaar een gemeentelijk gezondheidsbeleid vast te stellen. Dit gaat dan met name over de totstandkoming en continuïteit van de samenhang binnen collectieve preventie en curatieve gezondheidszorg (technische hygiëne zorg, medische milieukunde, epidemiologisch onderzoek, het bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen en openbare geestelijke gezondheidszorg) de uitvoering van infectieziektebestrijding en de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg. Het kabinet heeft de taken en verantwoordelijkheden van de Wcpv naast de prestatievelden van de Wmo gelegd en gekeken welke onderdelen van de Wcpv beter in de Wmo zouden passen. Richtlijn daarbij was het verschil in doelstelling van beide wetten. De doelstelling van de Wmo is maatschappelijke ondersteuning. De Wcpv heeft primair tot doel taken en verantwoordelijkheden op het gebied van openbare gezondheidszorg vast te leggen. Vanwege de samenhang met maatschappelijke opvang stelt het kabinet voor om de openbare geestelijke gezondheidszorg in de Wmo te regelen (prestatieveld 8), met uitzondering van de psychosociale hulp bij rampen. Daarnaast zijn er echter nog andere raakvlakken tussen de Wcpv en de Wmo, omdat volksgezondheid en maatschappelijke ondersteuning elkaar bevorderen. Daarom is het van belang om de samenhang en afstemming tussen beide in het oog te houden. Het betreft hier met name de samenhang op de volgende onderdelen: • uitvoering van jeugdgezondheidszorg (samenhang met prestatieveld1,2) • gezondheidsvoorlichting en opvoeding (samenhang met prestatieveld 3) • epidemiologisch onderzoek, oftewel de gezondheidsmonitoren leveren informatie op voor alle prestatievelden uit de Wmo
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
49
•
het bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen (van toepassing op alle prestatievelden)
Zoals hierboven is aangegeven zal op basis van de WCPV elke vier jaar een nota gezondheidsbeleid vast moeten worden gesteld. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe regionale basisnota volksgezondheid. Hierbij gaat het vooral om de wettelijke taken uit de Wcpv. Voorafgaand aan bekrachtiging van deze nota in de gemeenteraad zal worden afgestemd met de nota Wmo zodat de Wmo een kapstok vormt voor de Wcpv-nota en er vanuit eenzelfde visie wordt gewerkt.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
50
7. Financiële aspecten Wmo De Wmo geeft de gemeente de opdracht beleid te voeren op de verschillende prestatievelden. Hieraan zijn uiteraard financiën verbonden. Hieronder treft u een overzicht aan van de te verwachten inkomsten en uitgaven. De daadwerkelijke bestaande inkomsten en uitgaven op het gebied van de welzijnswet blijven buiten deze paragraaf. Het overzicht beperkt zich dus tot de nieuwe taken en de uitgaven/inkomsten Wvg, omdat hier de laatste jaren een overschrijding van de begroting heeft plaatsgevonden. 7.1. Inkomsten De Wmo gaat uit van een aantal inkomstenbronnen voor gemeenten om de uitvoering van de wet te bekostigen. Daarin valt onderscheid te maken tussen “nieuwe” inkomsten en reeds bestaande inkomsten. Bestaande inkomsten De gemeente ontvangt jaarlijks algemene middelen via het gemeentefonds. De gemeentelijke uitgaven voor het welzijnsbeleid en de kosten voor de Wvg worden uit de algemene middelen betaald. Nieuwe inkomsten: Door de invoering van de Wmo wordt de huishoudelijke verzorging overgeheveld van de Awbz naar de Wmo. Het Rijk hevelt het bijbehorende budget over. Het kabinet kiest ervoor dit middels een integratie-uitkering te doen. Een integratie-uitkering maakt deel uit van het gemeentefonds, maar kent een eigen, afwijkende verdelingsen volumeregeling. Zo blijft het mogelijk om de inkomsten te vergelijken met de uitgaven. Voor de duidelijkheid: het zijn wel algemene dekkingsmiddelen en dus geen doeluitkering. Het kabinet heeft voor de hoogte van de integratie-uitkering een objectief verdeelmodel ontwikkeld. Dit model is opgebouwd uit een aantal indicatoren. Voorbeelden hiervan zijn het aantal inwoners, aantal ouderen, aantal uitkeringsgerechtigden etc. Voor het jaar 2007 is het totale budget gebaseerd op historische informatie (uitgaven 2005). Op basis van de meicirculaire ontvangt de gemeente Hattem ongeveer € 730.031, - voor de huishoudelijke verzorging. Dit bedrag is exclusief de uitvoeringskosten en inclusief het persoonsgebonden budget. Op basis van de huidige verdeling is de verwachting dat Hattem een zogenaamde “voordeelgemeente” is. Voor de uitvoeringskosten is een bedrag opgenomen van € 80.977,structureel per jaar.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
51
7.2 Uitgaven De uitgaven van in de Wmo zijn onder te verdelen in de huidige uitgaven in het kader van de Welzijnswet, de Wet voorzieningen gehandicapten en de nieuwe taak “Hulp bij het huishouden”. Zoals reeds is beschreven blijven de uitgaven van de welzijnswet buiten beschouwing. In onderstaande tabel wordt een inschatting gemaakt van de uitgaven en de inkomsten in 2007. Onzeker hierbij is de daadwerkelijk vraag naar met name Hulp bij het Huishouden, de daadwerkelijke uitkomsten van de Europese aanbestedingen. Op basis van de momenteel bekende gegevens kan de volgende begroting worden gemaakt. Product Lasten Hulp bij het huishouden Wvg-hulpmiddelen Woonvoorzieningen Vervoersvoorzieningen Kapitaalslasten overname hulpmiddelen Ondersteuning mantelzorg/vrijwilligerswerk Stelpost vorming loket Zorg en Welzijn Begroting algemene dienst Totaal
Baten € 695.527,-¹ € 375.100,€ 197.775,€ 100.000,€ 99.552,-
€
812.955,-
€
675.000,-
€ 30.000,-
€
10.000,-
€ 25.000,-
€ 1.522.954,-
€ 24.999,€ 1.522.954,-
¹De uitgaven bij het product Hulp bij het Huishouden zijn als volgt tot stand gekomen. Verwachte vraag 35.000 uur¹ Verwachte uitgaven zorg in natura € 612.500,- ² Verwachte uitgaven Persoonsgebonden budget € 165.127,-³ Verwachte inning eigen bijdrage (gegevens Ce€ 82.100,beon) Totale kosten Hulp bij het Huishouden € 695.527,¹ Gebaseerd op gegevens van het CAK ² 35.000x60%x€ 14,50 (uurtarief) + 35.000 x 40%x € 22,- (uurtarief) ³ Gebaseerd op huidig aantal PGB’s
7.3 Conclusie Ondanks het voorlopige overzicht blijven er onduidelijkheden over de Wmo. Zowel voor wat betreft de daadwerkelijk inkomsten als de uitgaven. De uitgaven zijn te beinvloeden door het afsluiten van gunstige contracten. De daadwerkelijke instroom is afhankelijk van diverse factoren. De Wmo is derhalve wel een risico voor gemeenten. Bovendien is het belangrijkste motief voor het kabinet om delen van de Awbz over te hevelen naar de Wmo de financiële onbeheersbaarheid van de Awbz. Het kabinet hoopt met het inruilen van een volksverzekering (een deel van de Awbz) voor een gemeentelijke voorziening (Wmo) geld te besparen. De gemeenten zullen daardoor naar verwachting op het terrein van zorg en welzijn een risicodragende partij worden, wellicht niet direct bij de invoering, maar wel in de nabije toekomst. Het streven is daarom om een “houdbaar” beleid te voeren, waarbij er sprake is van een doelmatige inzet van middelen. Eventuele financiële meevallers zullen dan ook worden gereserveerd ten behoeve van eventuele tekorten in de toekomst.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
52
Begrippenlijst Wmo Begrip
Definitie
AMW
Algemeen maatschappelijk werk
AWBZ
De AWBZ is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. De AWBZ vergoedt kosten van langdurige medische zorg. Bijvoorbeeld de kosten van verpleging in een verpleeghuis, maar ook de kosten van preventieve zorg, zoals een inentingscampagne. Verder vergoedt de AWBZ de thuiszorg die onder andere de ook huishoudelijke verzorging uitvoert. Deze huishoudelijke verzorging valt per 1 januari 2007 onder de Wmo.
Basisvoorziening Voorzieningen in het sociale domein die aansluiten bij de basisbehoeften van de burgers, waarmee de gemeente in directe (bijv. financieel) en/of indirecte zin (bijv. regisserend) bemoeienis heeft. Civil society
Een goede 'civil society' (of met een Nederlands woord 'zorgzame samenleving') is een maatschappij waarin mensen oog voor elkaar hebben en voor elkaar klaarstaan. Dat slaat op familie en buren, maar ook op de vrijwilligers van uw muziek- of sportvereniging en op de mensen maaltijden bezorgen of zieken bezoeken.
CIZ
Centrum Indicatiestelling Zorg
Mantelzorg
Mantelzorg is zorg die noodzakelijkerwijs langdurig, onbetaald en vanuit een persoonlijke betrokkenheid wordt verleend door familie, vrienden en mensen uit de naaste omgeving. Vaak is Mantelzorg zorg die anders geïndiceerd zou worden.
MDT
Multi Disciplinair Team
PGB
Bij een persoonsgebonden budget (pgb) krijgt de burger geld van de gemeente om de hulp die nodig is zelf te regelen. Vaak moet een deel van de kosten door de aanvrager worden betaald. Een pgb wordt ook wel een 'financiële tegemoetkoming' genoemd.
Oggz
De taken van de gemeente op het gebied van Openbare geestelijke gezondheidszorg zijn: het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de Oggz, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de Oggz.
Voorziening in
Bij een voorziening in natura krijgt u de hulp die u nodig hebt en betaalt
deWelzijn gemeente kosten aan de leverancier. U krijgt dus geen financiële53 natura 8-9-2008 Kadernota ende zorg 2007-2010 vergoeding, maar rechtstreekse hulp. VVE
Voor- en vroegschoolse eductatie
Wcpv
In de Wet collectieve preventie volksgezondheid zijn de taken en de verantwoordelijkheden van de gemeente ten aanzien van de collectieve preventie op het gebied van de openbare gezondheidszorg vastgelegd. Het doel van de Wcpv is gezondheidsbescherming, gezondheidsbevordering en ziektepreventie.
Welzijnswet
De Welzijnswet is een van de wetten waarvoor de Wmo in de plaats komt. De Welzijnswet regelt het welzijnswerk. Maatschappelijk werk, de peuterspeelplaats of het jongerenwerk zijn allemaal vormen van welzijnswerk.
Wmo
De Wet maatschappelijke ondersteuning. Vervangt per 1 januari de Welzijnswet, de Wvg en delen uit de Awbz.
Wvg
De Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) is een van de wetten waarvoor de Wmo op 1 januari 2007 in de plaats komt. De Wvg bepaalt dat gemeenten ervoor moeten zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Het gaat om mensen met een handicap, mensen met een chronische ziekte en ouderen. In de Wvg zitten drie soorten voorzieningen: woonvoorzieningen, rolstoelen en vervoersvoorzieningen. Deze voorzieningen zitten per 1 januari 2007 in de Wmo.
8-9-2008 Kadernota Welzijn en zorg 2007-2010
54