Kadernota 20132013-2016
Olst-Wijhe, mei 2012 doc. nr.: 12.011235
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE............................................................................................................................ 2 1. INLEIDING EN SAMENVATTING ................................................................................................. 3 2. THEMA’S ........................................................................................................................................ 9 2.1 Thema Wonen, onderdeel veiligheid ........................................................................................ 9 2.2 Thema Wonen, onderdeel leefomgeving, verkeer ................................................................... 9 2.3 Thema Economie, toerisme en recreatie ............................................................................... 12 2.4 Thema Jeugd en onderwijs ..................................................................................................... 12 2.5 Thema Sport en cultuur ........................................................................................................... 13 2.6 Thema Zorg ............................................................................................................................. 13 2.7 Bedrijfsvoering ......................................................................................................................... 15 2.8 Financiële samenvattingen en afweging nieuw beleid .......................................................... 16 3. PERSPECTIEF GRONDEXPLOITATIES ........................................................................................ 16 4. FINANCIEEL (MEER)JARENPERSPECTIEF ................................................................................. 27 5. BEGROTINGSRICHTLIJNEN ....................................................................................................... 33
Kadernota 2013-2016
2
1. INLEIDING EN SAMENVATTING 1.1 Inleiding Hierbij bieden wij u de Kadernota 2013-2016 ter vaststelling aan. De functie van dit instrument is aan te geven, waar de komende jaren de beleidsaccenten worden gelegd binnen de financiële mogelijkheden van onze gemeente. In de Kadernota vindt een bijstelling plaats van het meerjarenperspectief op basis van o.m. de Septembercirculaire 2011. Voorts worden de kaders aangegeven voor het opstellen van de Beleids- en financiële begroting voor 2013 en de meerjarenraming 2014-2016. Daarmee wordt voldaan aan hetgeen in de door uw raad vastgestelde Financiële verordening 2007 is geregeld. Dit hoofdstuk bevat een samenvatting van de Kadernota 2013-2016.
1.2 Context De ambities voor komende jaren worden in belangrijke mate bepaald door voortzetting van de uitvoering van reeds door uw raad vastgestelde kaders en de onzekerheid rondom de aanvullende rijksbezuinigingen, die op de gemeenten afkomen. Nu het kabinet is gevallen en de omvang en inhoud van de door te voeren rijksbezuinigingen nog niet duidelijk zijn, blijven het voor de gemeente (voorlopig) financieel onzekere tijden. In deze kadernota doen wij ondanks deze onzekerheid voorstellen om te anticiperen op nieuwe rijksbezuinigingen.
1.3 Beeld meerjarenperspectief BeleidsBeleids- en Financiële begroting 2012 In de Begroting 2012-2015 heeft uw raad ingestemd met een totaalpakket aan maatregelen van uiteindelijk € 1.735.569 (realisering uiterlijk jaarschijf 2015), naast de al doorgevoerde bezuinigingen van € 760.000 (in fase 1 opgenomen in de begroting 2011) en € 150.000 (bedrijfsvoering) bij de vaststelling van de begroting 2011. De implementatie van de heroverwegingsmaatregelen wordt bewaakt. Wij constateren, dat de maatregelen fase 1 (opgenomen in de begroting 2011) zijn gerealiseerd. Wij gaan er van uit, dat de maatregelen fase 2 onverkort gerealiseerd worden. Het meerjarenperspectief 2012-2015 liet positieve eindsaldi zien voor de jaren 2013, 2014 en 2015. Bij de begroting 2012 zijn deze saldi gereserveerd voor het opvangen van financiële risico’s (Beleidsbegroting, pag. 8). Onderdeel
2012 *€ 1.000 0
Saldi
2013 *€ 1.000 + 17
2014 *€ 1.000 + 94
2015 *€ 1.000 + 187
In dit meerjarenperspectief zijn de volgende budgetten voor risico’s, onvoorzien en nieuw beleid opgenomen: Omschrijving risicobudget (tevens eindsaldi) onvoorziene uitgaven nieuw beleid (restant) Totaal beschikbare stelposten
2012 * € 1.000
2013 * € 1.000 0 45 89 134
2014 * € 1.000 17 45 96 158
2015 * € 1.000 94 45 49 188
2016 * € 1.000 187 45 54 286
187 45 54 286
1.4 Autonome ontwikkelingen Na de behandeling en vaststelling van de Beleidsbegroting 2012 is er sprake van verschillende autonome ontwikkelingen. Deze vloeien voort uit bestaand beleid of externe ontwikkelingen,
Kadernota 2013-2016
3
waarmee in de begroting 2013 rekening moet worden gehouden. Het gaat om de volgende ontwikkelingen. a. Heroverwegingsmaatregelen 2011 met een incidenteel karakter De heroverwegingsbesluiten fase 2 (Kadernota 2012-2015) bevatten twee heroverwegingsmaatregelen met een incidenteel karakter (duur van vier jaar), t.w. de opbrengsten door verkoop van groenstroken (een heroverwegingsbedrag van € 39.000 vervalt vanaf 2016) en het doorschuiven van de herinrichting van het Olasfaterrein in Olst tot 2016 (€ 44.000 vanaf 2016). Totaal € 83.000 vanaf 2016. b. Grondexploitaties U heeft in 2011 besloten het gebied Noordmanshoek niet als bedrijventerrein te ontwikkelen. De aangekochte gronden zijn afgewaardeerd naar agrarische waarde en de boekwaarde is opgenomen in de staat van activa van de algemene dienst. Eenzelfde besluit wordt voorgesteld voor de gronden Zonnekamp Oost (2e fase). In de huidige situatie betekent dit een verhoging van de lasten met € 32.000. c. Algemene uitkering (AU) De effecten uit de september- en decembercirculaire zijn voor onze gemeente doorgerekend op basis van de in de begroting 2012-2015 gehanteerde eenheden. De aanpassingen als gevolg van taakmutaties zijn hierop gecorrigeerd. Het resultaat ten opzichte van de geraamde bedragen is bijna € 220.000 negatief in 2012 en aflopend naar € 70.000 positief in 2015. Jaar
2012
2013
2014
2015
Verschil AU afgerond x 1.000
-219
-163
-2
70
d. AU: nog te realiseren bezuinigingen Vanuit het Rijk zijn verschillende mutaties verwerkt in de Algemene Uitkering. Het gevolg van aanpassing wet- en regelgeving, samenwerking in uitvoering en dergelijke. Voor structureel € 59.000 is binnen de huidige begroting nog geen passende oplossing gevonden. e. Kapitaallasten Op basis van de uitkomsten in de jaarrekening 2011 is een herrekening gemaakt van de kapitaallasten voor de komende jaren. De investering in de kunstgrasvelden Wijhe valt hoger uit, doordat de Belastingdienst begin 2012 heeft laten weten dat de btw niet compensabel is. Daarnaast zijn onder meer de kapitaallasten voor het materieelplan brandweer in de jaarschijf 2016 hoger. f. Personele lasten De ABP premie voor de werkgever is extra gestegen met ongeveer 0,5%. Dit betekent een verhoging van de lasten met € 45.000. De verhoogde pensioenpremie is afgesproken tot en met 2013. Daarnaast heeft het College voor Arbeidszaken een eindbod aan de bonden gedaan met betrekking tot de cao-gemeenten, dat uitgaat van 2% salarisstijging. Dit is 1,25% hoger dan geraamd: een stijging van de salariskosten. Vanaf 2016 zijn de wachtgeldverplichtingen lager.
Kadernota 2013-2016
4
g. Rente/ dividend De BNG halveert de dividenduitkering, omdat de bank als gevolg van Europese regelgeving gedwongen is een hoger eigen vermogen aan te houden. Structureel is hiermee een bedrag gemoeid van -€ 21.000. h. Begrotingsrichtlijnen Uitzondering op de in de begrotingsrichtlijnen gehanteerde 0-lijn zijn de afspraken met de instellingen, die zorgen voor de primaire voorzieningen en de nog lopende contractuele verplichtingen. Ingeschat wordt dat dit een verhoging van de lasten laat zien van € 25.000 structureel. i. Brandweerkazerne Welsum Uw raad heeft in februari jl. besloten tot de bouw van een nieuwe brandweerkazerne in Welsum en de kosten ervan mee te nemen in de begroting 2013 e.v. Dit levert het onderstaande beeld op. Onderdeel Investering brandweerkazerne Welsum Extra exploitatie brandweerkazerne Welsum Totaal benodigd
2013
2014
2015 -43 -10 -53
2016 -42 -10 -52
-41 -10 -51
j. Verhoging budget door autonome ontwikkelingen Er doet zich een aantal autonome ontwikkelingen in bestaand beleid voor. Deze betreffen de Regionale uitvoeringsdiensten (€ 36.000 structureel), collectief vraagafhankelijk vervoer (regiotaxi, per saldo € 65.000 structureel) en het dierenasiel (€ 1.260 structureel). k. Voordelen Een structureel voordeel levert de exploitatie van het nieuwe gemeentehuis op. Totaal voorlopig te begroten op € 50.000. In hoofdstuk 4 Financieel meerjarenperspectief worden bovenstaande autonome ontwikkelingen verder onderbouwd. Het nieuwe meerjarenperspectief laat, rekening houdend met de autonome ontwikkelingen het volgende beeld zien. Omschrijving Heroverweging 2011 Grondexploitaties Algemene uitkering (AU) AU: nog te realiseren bezuinigingen Kapitaallasten Personele lasten Rente/dividend Begrotingsrichtlijnen Brandweerkazerne Welsum Verhoging budget autonome ontwikkelingen Voordelen Totaal financieel perspectief
Kadernota 2013-2016
2012 * € 1.000
2013 * € 1.000
2014 * € 1.000
2015 * € 1.000
2016 * € 1.000 -83
-32 -219 -54 -22 -94 -21 -
-163 -59 -28 -202 -21 -25
-1
-443
-102
-2 -59 -27 -215 -21 -25 -53 -102
70 -59 -33 -215 -21 -25 -52 -102
70 -59 -35 -188 -21 -25 -51 -102
50 -550
50 -454
50 -387
50 -444
5
1.5 Perspectief Grondexploitatie De grondexploitatieopzetten worden periodiek doorgerekend. Op basis een actualisatie per 1 januari 2012 zijn voor de diverse exploitaties nieuwe begrotingen gemaakt voor de komende jaren op basis van bijgestelde inzichten en verwachtingen. In hoofdstuk 4 wordt verder ingegaan op de grondexploitaties. Samengevat komen de voorstellen neer op: 1. Een afboeking van een drietal exploitaties (Welsum, Den Nul en Spoc) met een (restant) boekwaarde tot een totaal bedrag van € 0,2 miljoen ten laste van de Algemene Reserve Grondexploitaties; 2. Een afwaardering van twee exploitaties (niet in exploitatie genomen gronden: Kleistraat Olst en Lt. Andersonstraat Wijhe) naar agrarische waarde (€ 4,- per m2). Het daarmee gepaard gaande bedrag van € 0,1 miljoen wordt ten laste gebracht van de Algemene Reserve Grondexploitaties; 3. Een bedrag van € 0,325 miljoen wordt onttrokken aan de Algemene reserve en toegevoegd aan het weerstandsvermogen van de grondexploitaties; 4. De boekwaarde van de gronden de Kleistraat en Lt. Andersonstraat wordt opgenomen in de staat van vaste activa van de algemene dienst; 5. Het woningbouwgebied Zonnekamp Oost fase 2 wordt niet ontwikkeld; 6. De gronden, die zijn aangekocht voor de woningbouwontwikkeling Zonnekamp Oost fase 2, worden afgewaardeerd naar agrarische waarde (€ 4,- per m2); 7. De boekwaarde van de gronden van Zonnekamp Oost fase 2 van € 1.137.276 wordt opgenomen in de staat van vaste activa van de algemene dienst.
1.6 Nieuwe beleidsambities In de Beleidsbegroting 2012 (pag. 120) is van de stelpost nieuw beleid het volgende budget beschikbaar: Onderdeel Budget nieuw beleid (restant)
2013
2014 96
2015 49
2016 54
54
Omdat er vanaf 2013 beperkt financiële ruimte is in de stelpost nieuw beleid, zal ruimte gecreëerd moeten worden om nieuwe beleidsambities te kunnen uitvoeren. Ruimte voor nieuwe beleidsambities voor de komende vier jaar is tweeledig. Enerzijds dienen zich nieuwe beleidsambities aan die in deze bestuursperiode nog uitgevoerd kunnen worden (uitvoering vanaf 2013). Anderzijds is het wenselijk nieuwe beleidsruimte te reserveren voor beleidsambities voor de nieuwe raadsperiode vanaf 2014. Om deze budgettaire ruimte te creëren zou daarop nu al ingespeeld kunnen worden door voor de nieuwe raadsperiode een stelpost nieuw beleid op te nemen tot € 200.000 structureel. Op dit moment dienen zich onderstaande nieuwe beleidsambities voor het komende jaar aan. Deze zijn te beschouwen als nieuw beleid, ten aanzien waarvan een keuze kan worden gemaakt. In hoofdstuk 2 worden deze toegelicht.
Kadernota 2013-2016
6
Nieuw beleid
2013 * € 1.000
Investeringen Fietspad Mengerweg Veilige schoolzones Budgetuitbreiding Voet- en fietsbrug Fortmond Ongediertebestrijding/eikenprocessierups Aanpak huiselijk geweld Kunst en cultuur Beheer en onderhoud korenmolens Impuls brede school, sport Totaal aanvullende budgetvragen
Onderdeel Restant stelpost nieuw beleid
2014 * € 1.000
3 50 10 16 19 60 158
2013
2015 * € 1.000
2016 * € 1.000
6 23
6 23
6 23
3 50 10 16 19 60 187
3 50 10 16 19 60 187
3 50 10 16 19 60 186
2014
2015
2016
96
49
54
54
Toevoeging aan de stelpost voor nieuw beleid
104
151
146
146
Stelpost nieuw beleid
200
200
200
200
Wij stellen voor om alleen de autonome ontwikkelingen mee te nemen in de ontwerpbegroting 2013 en de overige nieuwe beleidsambities niet. Bij de behandeling van deze Kadernota kan uw raad aangeven met welke nieuwe beleidsambities wij voor 2013 rekening moeten houden. Daarbij geldt wel nieuw voor oud (de ruimte moet worden gevonden door heroverweging van bestaand beleid).
1.7 Ontwikkeling financieel (meerjaren)perspectief en risico’s Naast de gesignaleerde ontwikkelingen is in het meerjarenperspectief een aantal risico’s te onderkennen. Deze hebben onder meer betrekking op de aangekondigde decentralisatieprojecten (Begeleiding AWBZ, Jeugdzorg en de Wet werken naar vermogen) en de aangekondigde nieuwe rijksbezuinigingen. De omvang van de risico’s staat op dit moment nog niet vast. Voorgesteld wordt de positieve saldi van de meerjarenraming uit de begroting 2012 te reserveren voor het opvangen van de financiële risico’s van de decentralisatieprojecten. De gebruikelijke Meicirculaire over de algemene uitkering uit het Gemeentefonds, die pas in juni zal verschijnen, verschaft naar verwachting duidelijkheid over de door het Rijk via het gemeentefonds op te leggen bezuinigingen. In het Lenteakkoord, dat door het kabinet is vertaald in de Voorjaarsnota wordt een bedrag genoemd van in totaal € 400 miljoen, hetgeen voor onze gemeente een bedrag betekent van ca. € 400.000 structureel. De genoemde risico’s zijn uitgewerkt in hoofdstuk 4 van deze Kadernota.
1.8 1.8 Dekkingsmaatregelen/Heroverwegingsopdracht Wij zullen bij de behandeling van de begroting 2013 een sluitend meerjarenperspectief 2013-2016 presenteren. Op grond van het bijgestelde financiële perspectief en de op ons af komende rijksbezuinigingen hebben wij aan de directie een bestuursopdracht gegeven om te komen met voorstellen om het meerjarenperspectief 2013-2016 materieel in evenwicht te brengen. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: 1. Het amendement van uw raad bij de behandeling van de Kadernota 2012-2015 met betrekking tot de OZB verhoging is onderdeel van het sluitend maken van de meerjarenbegroting. Uw raad heeft toen - in het kader van de heroverweging – besloten Kadernota 2013-2016
7
de door ons voorgestelde cumulatieve OZB verhoging voor 2012 e.v. van 2 % bovenop de inflatiecorrectie, te laten vervallen. Toen, maar ook bij de vaststelling van de begroting 2012 is aangegeven, dat - als in de jaren daarna feitelijk blijkt, dat de externe omstandigheden vragen om meer financiële ruimte – deze OZB verhoging alsnog kan worden doorgevoerd. 2. Om nieuwe beleidsambities te kunnen uitvoeren zal ruimte gecreëerd moeten worden door het heroverwegen van bestaand beleid. 3. Verder gelden de uitgangspunten en scenario’s, zoals vastgesteld in de notitie “De gemeente Olst-Wijhe heroverweegt op maat met de samenleving”. Binnen deze uitgangspunten en scenario’s worden aanvullende heroverwegingsvoorstellen gedaan, die moeten leiden tot een structureel sluitend financieel meerjarenperspectief. Dit leidt tot de volgende mogelijke taakstelling: Omschrijving
96 -400
-454 -187 -200 49 -400
-387 -187 -200 54 -400
2016 * € 1.000 -444 -186 -200 54 -400
Subtotaal Cumulerende OZB verhoging 2%
-1012 66
-1192 134
-1120 203
-1176 284
Totaal
-946
-1058
-917
-892
Totaal financieel perspectief Evt. nieuw beleid voor oud v.a. 2013 Evt. aanvulling stelpost nieuw beleid v.a. 2014 Beschikbaar uit stelpost nieuw beleid Mogelijke rijksbezuinigingen
2013 * € 1.000
2014 * € 1.000 -550 -158
2015 * € 1.000
1.9 Samenvattend voorstel Deze Kadernota bevat de volgende voorstellen: 1. Het vaststellen van de begrotingsrichtlijnen voor de ontwerpbegroting 2013. 2. De aangegeven autonome ontwikkelingen worden meegenomen bij het opstellen van de begroting 2013. Verdere nieuwe beleidswensen dienen nader te worden afgewogen bij de discussie over de begroting 2013. 3. Voor het overige de Kadernota 2013-2016 vaststellen.
Kadernota 2013-2016
8
2. THEMA’S 2.1 Thema Wonen, onderdeel veiligheid 2.1.1 Autonome ontwikkelingen bestaand beleid Toename opvang dierenasiel Onze gemeente is wettelijk verplicht zwerfdieren op te vangen. In de afgelopen jaren zien we een toename van het aantal zwerfdieren in onze gemeente. Dit leidt tot extra kosten voor de opvang van deze dieren. Jaarlijks is een extra bedrag van € 1.260 nodig.
Aanpak huiselijk geweld Tot 1 januari 2011 was centrumgemeente Apeldoorn formeel verantwoordelijk voor de aanpak van Huiselijk Geweld in de regio Stedendriehoek. In de praktijk hevelde Apeldoorn een budget over naar de gemeente Deventer die vervolgens met de gemeenten Raalte en Olst-Wijhe afspraken maakte over de aanpak van Huiselijk Geweld in deze subregio. Vanwege congruentie van de veiligheidsregio’s, hebben wij ons per 2011 aangesloten bij de regio IJsselland voor de aanpak van Huiselijk Geweld. In verband met een uniforme werkwijze voor politie, Openbaar Ministerie (OM) en hulpverleners verplicht centrumgemeente Zwolle ons om te werken volgens de afspraken die gemaakt zijn in de regio IJsselland. Centrumgemeente Zwolle financiert het meldpunt en de crisishulpverlening en gemeenten financieren de lokale ketencoördinator. Onze gemeente beschikt tot op heden niet over een lokale ketencoördinator. Wij hebben besloten deze functie per 1 april 2012 neer te leggen bij het Steunpunt Huiselijk Geweld. De extra kosten hiervoor bedragen jaarlijks € 9.600.
Drank- en Horecawet Na inwerkingtreding van de nieuwe Drank- en Horecawet (vermoedelijk per begin 2013) moet het toezicht vanuit de gemeentelijke organisatie geregeld worden. Met de VNG is afgesproken welke (extra) taken gemeenten gaan uitvoeren. De overdracht van het toezicht op de Drank- en Horecawet maakt deel uit van de afspraken. In het door ons op te stellen handhavingsuitvoeringsprogramma worden aan de hand van een risico-analyse prioriteiten gesteld en aangegeven hoeveel capaciteit ingezet wordt op een bepaalde taak. Dan is tevens inzichtelijk welke (financiële) consequenties dit met zich meebrengt.
2.1.2 Nieuwe beleidsontwikkelingen geen
2.2 Thema Wonen, onderdeel leefomgeving, verkeer 2.2.1 Autonome ontwikkelingen bestaand beleid Vervanging diverse kunstwerken (bruggen) Om de twee jaar worden al onze betonnen, houten en stalen bruggen en de duikers groter dan rond 1000 mm geïnspecteerd. Uit deze inspectie is gebleken dat twee houten bruggen in Olst en een betonbrug in Wijhe vervangen dienen te worden. Verder dient een duiker in Herxen om veiligheidsredenen verlengd te worden. De twee houten bruggen over de Kortrickvijver zijn slecht en dienen vervangen te worden. De raming voor het vervangen van deze bruggen komt uit op € 70.000. De betonbrug naar het zwembad in Wijhe is te licht voor het transport, dat via deze brug moet plaatsvinden en dient ook vervangen te worden. De kosten zijn geraamd op € 75.000. Kadernota 2013-2016
9
De kosten van het verlengen van de duiker in Herxen zijn geraamd op € 15.000. Alle ramingen zijn excl. btw. In 2006 is het beleidsplan kunstwerken opgesteld met hierin een vervangingsonderhoudsschema tot en met 2025. Dit schema is opgesteld aan de hand van afschrijvingstermijnen en ingeschatte vervangingskosten. Omdat gebleken is, dat de onderhoudstoestand van de houten bruggen slecht is en de brug in Wijhe te licht is bevonden, dienen zij binnen de toen ingeschatte afschrijvingstermijnen te worden vervangen. Hierdoor dient de investering, die tussen 2016 en 2025 was gepland, naar voren te worden gehaald. Ons voornemen is de benodigde investeringen uit incidentele middelen te bekostigen.
Programma Vitaal Platteland Het huidige programma Vitaal Platteland wordt bekostigd uit de subsidieregelingen LEADER en Provinciaal meerjarenprogramma (Pmjp). Ten aanzien van het LEADER budget hebben wij op 21 februari 2012 besloten dit budget tot het einde van 2015 beschikbaar te houden. De financiering voor Pmjp projecten loopt definitief af in 2013. Vanuit Vitaal Platteland worden projecten ondersteund die bijdragen aan de vitaliteit van het platteland. Voor LEADER zijn dit onder andere het buurthuis Elshof, Biomassalland, mountainbikeroutes rond Olst en wandelommetjes rond Wesepe, Welsum en Boerhaar. Vanuit het Pmjp worden onder andere fietspaden, kulturhusen, dorpsontwikkelingsplannen en Groen-Blauwe Diensten gefinancierd. Het Bestuurlijk Gebiedsoverleg Salland (BGO), waar de verantwoordelijke bestuurders van de Sallandse gemeenten, het Waterschap Groot Salland en de provincie Overijssel in vertegenwoordigd zijn, heeft op 22 februari 2012 besloten een evaluatie van het huidige LEADER en Pmjp programma uit te voeren en een visiestuk (De Kracht van Salland Buiten) op te stellen voor een eventueel gebiedsprogramma voor de periode na 2013. De evaluatie is in juni 2012 gereed, de visie wordt in oktober 2012 opgeleverd. In de visie worden de thema’s opgenomen die voor de komende jaren van belang zijn voor het Sallandse platteland. De volgende thema’s zijn voorzien: - Landbouw - Sociaal maatschappelijke ontwikkelingen - Lokale kennis, kracht en ondernemerschap - Ruimte en mobiliteit - Duurzaamheid - Water - Economie De Kracht van Salland Buiten zoekt de aansluiting bij de ambities uit de collegeprogramma’s van de provincie Overijssel (De Kracht van Overijssel) en o.a. onze gemeente (Samen Doorzetten, met ambitie en veerkracht en oog voor een sociaal vitale gemeente). Bestaande plannen en ambities worden gebundeld om de kracht van Salland luister bij te zetten. Zo houden we het Sallandse platteland vitaal! Het programma dient binnen de reeds beschikbare middelen te worden uitgevoerd.
2.2 2.2.2 Nieuwe beleidsontwikkelingen Aanleg fietspad langs Mengerweg De bewoners van Wesepe, met name kinderen die richting sportvelden gaan, ervaren het gebruik van de Mengerweg tussen het dorp en de sportvelden als gevaarlijk (tussen onderdoorgang N348 en het pad naar het terrein voormalige Sturkomeat). De weg is relatief smal en wordt ook gebruikt door snelverkeer. Op grond hiervan is door ons toegezegd de aanleg van een fietspad langs de Mengerweg mee te nemen in de afweging nieuw beleid in deze kadernota. Het Kadernota 2013-2016
10
bestemmingsplan is aangepast. Als de uitvoering van het fietspad prioriteit krijgt, kunnen we overgaan tot aankoop van de ondergrond en aanleg van het pad in 2013. De totale kosten voor het realiseren van dit fietspad zijn geraamd op € 50.000 (excl. btw).
Veilige schoolzones In het Coalitieakkoord 2010-2014 is opgenomen te onderzoeken hoe de verkeersveiligheid rond scholen kan worden verbeterd. Onze gemeente heeft veertien basisscholen. Op tien scholen zijn verkeersouders aktief. Deze zijn onze gesprekspartners voor verkeerstechnische zaken. In de afgelopen tien jaar is als gevolg van reconstructies de verkeerssituatie rondom de scholen verbeterd. De scholenzone Ter Stegestraat e.o. in Olst wordt dit jaar, gelijktijdig met de reconstructie van het gebied, aangepakt. Bij een viertal scholen is de oude situatie nog van kracht en vooral deze scholen (Matzerschool, Peperhofschool, OBS Dijkzicht in Welsum en de Holsthoek in Den Nul) komen met herinrichtingvoorstellen. Hierbij moet gedacht worden aan Kiss en Ride stroken, verkeersdrempels, wegversmallingen en bebordingen. Om in het algemeen de schoolzone’s te accentueren is het wenselijk om bij alle scholen zogenaamde accentpalen en hekjes in fel gekleurde tinten te plaatsen. Voor het treffen van dergelijke voorzieningen is een netto bedrag van € 250.000 excl. Btw, en inclusief kosten voorbereiding en toezicht geraamd.
Eikenprocessierups Sinds 2008 is binnen de gemeentegrenzen de eikenprocessierups (epr) aangetroffen. De epr kan leiden tot ernstige gezondheidsklachten bij mensen en dieren. In 2008 werden er slechts enkele nesten aangetroffen. In 2009 was er sprake van honderden nesten op gemeentelijke bomen. Inmiddels is de epr verspreid over heel Nederland. Door te kiezen voor selectieve bestrijding (preventief spuiten en wegzuigen van nesten) in combinatie met een uitgebreide informatie kan de overlast worden beperkt. De bestrijding van nesten vindt plaats op gemeentelijke bomen. Bomen van particulieren worden niet meegenomen. De eigenaar van de eiken is verantwoordelijk voor het voorkomen van gezondheidsklachten. Geschat wordt dat met dit beleid € 50.000 (excl. btw) benodigd zal zijn.
Instandhouding molens De instandhoudingsproblematiek van de vier in onze gemeente aanwezige complete korenmolens is bij regelmaat onderwerp van zorg. Het onderhoud is immers enorm kostbaar gelet op de zeer specifieke elementen, waarmee de molens zijn opgebouwd en omdat de molens extra blootgesteld worden aan de weersinvloeden. Bovendien zijn de kosten van de verzekeringspremie fors en kan een deel van het onderhoud niet door vrijwilligers uitgevoerd worden vanwege de ARBO-eisen voor veiligheid. Reeds vele jaren worden drie van de vier molens door vrijwilligers beheerd en zijn twee stichtingsbesturen actief namelijk de De Wijhese molen (molen te Wijhe en De Vlijt in Marle) en Bökkers Mölle (één molen). Na de opheffing van de molens als bedrijfswerktuig en de vorming van de stichtingsbesturen, hebben de gemeentebesturen van Olst en Wijhe het tot hun verantwoordelijkheid gerekend om een financiële bijdrage uit de gemeentelijke middelen te leveren teneinde een deel van de kosten te dekken. Aangezien de stichtingsbesturen de alarmklok luidden wegens dreigend verval van de molens, ging uw raad in 2006 akkoord met een voorstel om de jaarlijkse bijdrage te verdubbelen naar € 21.380 voor de periode van 2007 tot en met 2012. Inmiddels is genoemde periode bijna verstreken en is het zaak om te bezien of de bijdrage kan worden verlaagd of moet worden gecontinueerd. Uit de door de stichtingsbesturen overgelegde stukken blijkt, dat het verlagen van de bijdrage niet aanbevelenswaardig is. De tekorten op de exploitatie nemen dan toe. Het instandhouden
Kadernota 2013-2016
11
wordt moeilijker. Desondanks mag het gemeentebestuur aan de eigenaren vragen om een bijdrage te leveren aan de algemene situatie, waarin wij verkeren in deze crisistijd. Recent hebben wij alle besturen en organisaties -gelet op de heroverwegingsoperatie- kenbaar gemaakt, dat de bijdragen van de gemeente met 20 % moeten worden gekort. Opgemerkt wordt, dat de hierbovengenoemde bijdrage vastgesteld is in 2006. Sindsdien zijn de kosten gestegen. Gelet op de ontwikkeling van het CBS-indexcijfer van 2006 tot 2012 stellen wij voor om de bijdrage met 11% te verlagen. Het bedrag wordt dan € 19.028, te verdelen over Bökkers Mölle € 9.149, Wijhese Molen € 8.544 en Welsum € 1.335. Gelet op het gebleken structurele karakter van de noodzaak om de bijdragen te leveren, ligt het permanent maken ervan in de rede.
2.3 2.3 Thema Economie, toerisme en recreatie 2.3 2.3.1 Autonome ontwikkelingen bestaand beleid Herinrichting Olasfaterrein In het kader van de heroverwegingsoperatie is de herinrichting van het Olasfaterrein tot na 2015 doorgeschoven. Dit in verband met de sanering van het Olasfaterrein. Voor de kadernota 20132016 betekent dat, dat de € 44.000 ten behoeve van de herinrichting van het Olasfaterrein in de laatste jaarschijf van het meerjarenperspectief 2013-2016 wordt opgenomen.
2.4 2.4 Thema Jeugd en onderwijs 2.4 2.4.1 Nieuwe beleidsontwikkelingen Notitie passende verantwoordelijkheid (budget ondersteuning zorgleerlingen) Bij de besluitvorming in de Kadernota 2012 zijn de voorstellen over de logopedische screening en schoolbegeleiding en de twee daarop betrekking hebbende amendementen aangehouden. Afgesproken is, dat wij in overleg met onze onderwijspartners een inhoudelijke notitie zouden voorbereiden. Deze notitie heeft als doel inzicht te geven in de wettelijke kaders, die de komende jaren van invloed zijn op ons lokale onderwijsbeleid. Op basis van dit inzicht kan een afgewogen besluit genomen worden over de gemeentelijke budgetten, die wij willen inzetten om onze verantwoordelijkheid in het lokale onderwijs vorm te geven. Op 16 april 2012 heeft uw raad opiniërend gesproken over de notitie ‘Passende verantwoordelijkheid’ en de financiële consequenties. Ons voorstel is om de budgetten schoolbegeleiding en logopedie samen te voegen tot één budget voor ondersteuning van zorgleerlingen, zodat het mogelijk wordt om maatwerk en flexibiliteit te realiseren. Wij willen daarbij benadrukken, dat het om ondersteuning gaat, die niet vergoed wordt door een zorgverzekering. Op het moment dat er andere mogelijkheden zijn om de ondersteuning te financieren, dan zal het onderwijs daarvan gebruik maken. Op het totale budget voeren wij een korting door van 20%, conform ons voorstel van de Heroverweging in 2011. Daarnaast is in het Heroverwegingsvoorstel een bijdrage vanuit de onderwijsbesturen opgenomen. Hierover is met de schoolbesturen afgesproken dat deze bijdrage verrekend wordt met de subsidieverstrekking aan de scholen.
Voortzetting Impuls Brede school, sport en cultuur (programma 5) Naar aanleiding van de evaluatie van de Buurt, Onderwijs- en Sportprojecten (BOS-impuls) heeft de raad besloten om tot 1 januari 2013 een vervolg te geven aan het stimuleren van sport- en cultuurdeelname van onze jeugd door de inzet van combinatiefunctionarissen sport en cultuur Kadernota 2013-2016
12
te financieren. Voor de financiering hiervan wordt gebruik gemaakt van de rijksbijdrage die wij ontvangen uit de Impuls Brede school, sport en cultuur. Op 7 mei jl. is een voorstel aan uw raad voorgelegd om ook na 1 januari 2013 te blijven inzetten op sport- en cultuurdeelname door middel van de inzet van combinatiefunctionarissen. De financiering hiervan is een gedeeltelijke verantwoordelijkheid van het Rijk (40%), gemeente (40%) en het werkveld (20%). Voor onze gemeente betekent dit, dat - op basis van ons voorstel -vanaf 2013 € 60.000 per jaar nodig is om deze activiteiten voort te zetten.
2.5 2.5 Thema Sport en cultuur 2.5 2.5.1 Nieuwe beleidsontwikkelingen Voortzetting culturele evenementen en activiteiten (programma 5) In 2010 heeft uw raad de evaluatie van ons kunst- en cultuurbeleid vastgesteld en op basis daarvan beleid voor de jaren 2011 tot en met 2014 geformuleerd. Onderdeel van dit beleid was de voortzetting van een aantal culturele activiteiten of evenementen (o.a. fietstheatertocht, IJsselproms, nazomerfestival en jongerenevenement). Daarnaast is er een aantal initiatieven opgestart binnen het provinciaal cultuurarrangement dat om voortzetting vraagt. Destijds is in deze nota al vastgesteld dat vanaf 2013 € 20.000 per jaar nodig is om genoemde activiteiten en evenementen te kunnen voortzetten. In de lijn van de heroverwegingsoperatie die in 2011 heeft plaatsgevonden stellen wij voor om een korting van 20% op dit budget toe te passen en uit te gaan van een bedrag van € 16.000 per jaar. Dit is ook mogelijk omdat een tweetal evenementen, te weten het Kolkfestival en de winterfair op landgoed De Haere, niet levensvatbaar bleek te zijn (te weinig deelnemers of te hoge kosten die onvoldoende gedekt werden door subsidies, fondsen of sponsoren).
2.6 Thema Zorg 2.6 2.6.1 Autonome ontwikkelingen bestaand beleid Collectief Vraagafhankelijk vervoer In de loop van 2011 werd steeds duidelijker dat het gebruik van het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV), beter bekend als de Regiotaxi, door inwoners met een Wmo-indicatie structureel aan het toenemen is. Met de toename van het gebruik zijn ook de kosten voor de gemeente behoorlijk gestegen. Daarnaast zijn er wijzigingen in de Wmo-jurisprudentie op het gebied van de Regiotaxi. In het tot en met 2011 geldende beleid stond dat als iemand een inkomen heeft van 1,5 keer de geldende bijstandsnorm dat hij of zij niet in aanmerking komt om in het kader van de Wmo tegen een gereduceerd tarief gebruik te maken van de Regiotaxi. De Centrale Raad van Beroep heeft echter op 19 december 2011 een uitspraak gedaan waarin wordt gesteld dat het toepassen van een inkomensgrens met betrekking tot het CVV in strijd is met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Mede naar aanleiding van het advies van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is het beleid zo aangepast dat er bij de beoordeling of iemand tegen een gereduceerd Wmo-tarief met het CVV mag rijden geen inkomensgrens meer wordt gehanteerd. Het gevolg is wel dat de doelgroep groter wordt, zodat de verwachting is dat het gebruik nog verder toeneemt. Hierbij wordt nog opgemerkt dat bij het beoordelen van een aanvraag voor het CVV wordt bekeken of iemand aan de (medische) criteria voldoet. Deze criteria zijn een voortvloeisel uit diverse jurisprudentiezaken op dit gebied en er zijn dan ook geen mogelijkheden om hier bijvoorbeeld strenger mee om te gaan. Daarnaast zijn er voor de middellange afstanden geen Kadernota 2013-2016
13
vervangende vervoersvoorzieningen voor de doelgroep. Verder wordt nog gemeld dat het bedrag dat de gebruikers zelf betalen voor het vervoer (de zogenoemde reizigersopbrengsten) overeenkomt met het reguliere Openbaar Vervoer tarief. Om rechtsongelijkheid te voorkomen mag dit tarief niet worden opgehoogd voor de Wmo-gebruikers van de Regiotaxi. Kortom er zijn geen alternatieven. De structurele kostenstijging door de beleidswijziging en de toename van het gebruik van het CVV door inwoners met een Wmo-indicatie worden geschat op € 70.000. Door de toename van het gebruik wordt verwacht dat de reizigersopbrengsten voor de gemeente met € 5.000 toenemen.
Sociale Toekomstvisie in voorbereiding Uitgangspunt is dat de uitvoering van de Sociale Toekomstvisie past binnen de huidige budgettaire kaders en de rijksbudgetten die wij in de komende jaren gaan ontvangen in verband met de overheveling van taken in het sociale domein naar gemeenten (Wwnv, extramurale begeleiding en jeugdzorg). Naar verwachting wordt wel een incidenteel budget gevraagd om een aantal ontwikkelingen/speerpunten uit de visie verder uit te gaan werken (bijv. haalbaarheidsonderzoek Cittaslow, brede lokale welzijnsorganisatie). Duidelijkheid hierover wordt in het najaar 2012 verwacht (uitvoeringsprogramma voor komende vier jaar moet dan gereed zijn).
Voorzieningen Welsum (uitbreiding dorpshuis) Een samenhangend plan voor woningbouw, infrastructuur, voorzieningen (o.a. dorpshuis en brandweerkazerne) wordt verkend. Een krediet voor de bouw van een nieuwe brandweerkazerne is beschikbaar gesteld. Daarnaast is vanuit Pmjp provinciaal subsidie beschikbaar en is bij de Kadernota 2012 een stelpost in onze begroting opgenomen voor een woonzorgproject in Welsum.
Project Zorg en wonen, 2.0 Eind 2011 zijn wij gestart met het project Zorg en wonen, 2.0. Dit project beoogt de digitale dienstverlening ten behoeve van ouderen te versterken en is één van de uitwerkingen van onze beleidsvoornemens uit het Masterplan Wonen, welzijn en zorg. Aan een testpanel van 15 ouderen in onze gemeente is een iPad uitgedeeld. Deze iPad kan gebruikt worden om te beeldtelefoneren met zorgaanbieders, gemeente of woningcorporatie. Mensen kunnen op de iPad zien wie er voor hun eigen voordeur staat, een spelletje doen of via de webcam een kerkdienst volgen. Ook wordt er gewerkt aan een zorgagenda, waarvan zowel de client, mantelzorgers als de professionele zorgverlener gebruik kan maken. Op deze manier ondersteunt het project de zorg aan en de zelfredzaamheid van ouderen op een moderne manier en draagt zij bij aan de wens van ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen dorp te blijven wonen. Het project is een initiatief van onze gemeente en wordt uitgevoerd samen met de Stichting Kulturhus Olst-Wijhe en Stimuland (provinciale steunfunctie). Binnen het project wordt samengewerkt met tal van maatschappelijke organisaties, waaronder de Stichting SeniorWeb Olst-Wijhe die de deelnemers helpt bij het zich eigen maken van deze moderne apparatuur. De provincie Overijssel heeft dit vernieuwende project gesubsidieerd vanuit de subsidieregeling “Innovatie sociale infrastructuur”. Overigens wordt nu in de publiciteit de projectnaam iGeranium gebruikt.
Kadernota 2013-2016
14
2.7 2.7 Bedrijfsvoering Ambities in context De bedrijfsvoering van gemeenten in z’n algemeenheid en zeker ook van onze gemeente staat in de komende jaren voor grote opgaven. In het kader van de heroverwegingsoperatie wordt vanuit de bedrijfsvoering de komende jaren een bijdrage gevraagd van structureel € 450.000. Daarnaast vragen de decentralisatie-operaties (met efficiency-kortingen) en naar alle waarschijnlijk nieuwe bezuinigingen vanuit de rijksoverheid om veel inventiviteit, creativiteit en flexibiliteit van de bedrijfsvoering van onze organisatie. Daarbij blijven de kaders van het Coalitieakkoord uiteraard leidend, waarin onder meer wordt gesteld dat blijvend geïnvesteerd moet worden in de kwaliteit van de organisatie. De Olst-Wijhe Academie vormt hierin een belangrijk instrument. Kwaliteit die met name tot uitdrukking zal moeten komen op de terreinen, waar de kracht van de kleine gemeente optimaal kan worden benut: communicatie en participatie; dienstverlening en partnership. Borging van kwaliteit (en reductie van kwetsbaarheid en kosten) van de bedrijfsvoering wordt gezocht door middel van samenwerking met de gemeenten Deventer en Raalte. Naast samenwerking zal ook het efficiënter maken van onze bedrijfsprocessen (Lean-trajecten) en een optimale inzet van i.c.t.-middelen centraal staan bij de uitdaging om met minder mensen dezelfde kwaliteit te kunnen blijven leveren voor onze inwoners, bedrijven en instellingen.
i-NUP De overheidsbrede implementatie-agenda Dienstverlening e-overheid, kortweg i-NUP, beschrijft de ambities voor de komende vier jaar, met vier hoofdlijnen: Het loket voor burgers, Digitale dienstverlening aan bedrijven, het Stelsel van Basisregistraties en het Implementatie programma voor ondersteuning bij de realisatie. Het I-NUP heeft een looptijd van 2012 tot en met 2015. Binnen deze periode dienen overheden de informatievoorziening en digitale dienstverlening aan de burgers/bedrijven op orde te hebben. Daarvoor is eenmalig een implementatiebudget beschikbaar gesteld. Dit budget zal in 2015, middels een efficiencykorting op de uitkering uit het gemeentefonds weer terug betaald moeten worden. Uiteraard zal bij de uitvoering intensief samen gewerkt worden met Deventer en Raalte. Waar nodig zullen we de specifieke wensen vanuit de kleinschaligheid van een plattelandsgemeente daarbij niet uit het oog verliezen. Wij streven ernaar om de beoogde efficiency voordelen te effectueren door te anticiperen op de ontwikkelingen zoals de RUD's, de samenwerking DOWR en introductie van Het Nieuwe Werken. Het I-NUP realiseren binnen het beperkte beschikbare bedrag is een grote uitdaging op het gebied van de bedrijfsvoering.
Investeren in medewerkers In het Coalitieakkoord is benadrukt dat Olst-Wijhe ook in tijden van krapte blijvend wil investeren in haar medewerkers. In 2012 zijn we gestart met het oprichten van de Olst-Wijhe Academie. Met deze academie bieden we alle medewerkers een trainings- en ontwikkelprogramma aan, waardoor de kwalificaties en competenties van elke medewerker groeien. Bij succesvolle implementatie zal aan het einde van de driejarige looptijd van de academie ook een belastingvoordeel te behalen zijn. De academie is echt een voorbeeld waarbij het management inventief en creatief uitvoering geeft aan de ambitie om een permanent lerende organisatie en bovenal een ontwikkelgemeente te zijn en vooral ook te blijven. Immers zonder additionele middelen krijgt het opleidingsbeleid van de gemeente een impuls en in tijden van krapte kan ook een financieel voordeel tegemoet worden gezien.
Kadernota 2013-2016
15
2.8 2.8 Financiële samenvattingen en afweging nieuw beleid 2.8 2.8.1 Financiële samenvatting en afweging nieuw beleid NIEUW BELEID 2012 * €1.000
2013 * €1.000
Investeringen Fietspad Mengerweg Veilige schoolzones
2015 * €1.000
2016 * €1.000
62329-
62329-
62228-
-
35010161960158-
35010161960158-
35010161960158-
35010161960158-
-
158-
187-
187-
186-
budgetuitbreidingen Voet- en fietsbrug Fortmond Ongediertebestrijding/eikenprocessierups Aanpak huiselijk geweld Kunst en cultuur Beheer en onderhoud korenmolens Impuls brede school, sport
TOTAAL AANVULLENDE BUDGETVRAGEN
2014 * €1.000
-
2.8 2.8.2 Afweging nieuw beleid Wij stellen voor om alleen de autonome ontwikkelingen mee te nemen in de ontwerpbegroting 2013 en de overige nieuwe beleidsambities niet. Bij de behandeling van deze Kadernota kan uw raad aangeven met welke nieuwe beleidsambities wij voor 2013 rekening moeten houden. Daarbij geldt wel nieuw voor oud (de ruimte moet worden gevonden door heroverweging van bestaand beleid).
3. PERSPECTIEF GRONDEXPLOITATIES 3.1 Inleiding De grondexploitatieopzetten zijn in het voorjaar van 2012 opnieuw doorgerekend. Hierbij zijn nieuwe begrotingen gemaakt voor de komende jaren op basis van bijgestelde inzichten en verwachtingen. In het perspectief grondexploitaties in deze kadernota gaan we op het volgende in: • de uitgangspunten (paragraaf 2) • de doorgevoerde wijzigingen op hoofdlijnen in de grondexploitaties (paragraaf 3) • het nieuwe beeld en resultaten (paragraaf 4) • de opgestelde risicoanalyse en het weerstandsvermogen (paragraaf 5).
3.2 Uitgangspunten Uitgangspunten en parameters Algemeen De boekwaarden per 1 januari 2012 zijn in de grondexploitaties verwerkt. Ook de stortingen ten gunste van de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen die in 2011 geboekt zijn, zijn verwerkt. Daarnaast zijn er per project nieuwe ontwikkelingen en verwachtingen.
Kadernota 2013-2016
16
Fondsvoedingen In alle exploitaties die dit kunnen dragen is per vierkante meter nog te verkopen bouwgrond een afdracht van € 5 berekend voor de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen. In de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen is momenteel een budget aanwezig van € 586.423. Parameters In alle exploitaties zijn er conform de grondprijzenbrief 2012 geen grondprijsstijgingen doorgevoerd van 1 januari 2011 naar 1 januari 2012 voor de te verkopen kavels. Alle bedragen voor zowel uitgaven als inkomsten zijn geraamd op prijspeil 1 januari 2012. Voor de nog te maken uitgaven is rekening gehouden met prijsstijgingen vanaf 1 januari 2012 van 2%. Er is niet gerekend op een stijging van de opbrengsten. In alle projecten is gerekend met de volgende percentages voor rente, kostenstijging en opbrengstenstijging: • Kostenstijging: 2% • Opbrengstenstijging: 0% • Rente: 5% Het percentage onvoorzien verschilt per project. Dit is afhankelijk van de fase waarin het project zich bevindt. Vergevorderde projecten hebben een laag percentage omdat naarmate het project langer duurt, er meer onduidelijkheid bestaat over rentestijgingen en -dalingen. Projecten in een vroege projectfase hebben vanwege de grotere onzekerheid een hoger percentage onvoorzien. Niet meegenomen projecten In het voorgaande jaar werd gerapporteerd over meer grondexploitaties dan nu het geval is. Dit jaar worden vijf grondexploitatiecomplexen afgesloten. Hierop wordt in dit hoofstuk nader ingegaan. Boekhoudkundige regels Volgens verplichte toepassing van de te hanteren boekhoudkundige regels moet voor ieder verliesgevend project per direct een voorziening gevormd worden of aanwezig zijn ter hoogte van het geraamde tekort. Dit heeft geleid tot bijstelling en vorming van diverse voorzieningen. Nog niet gerealiseerde winsten mogen hierin niet bij voorbaat meegerekend worden vanwege het voorzichtigheidsprincipe. De winsten mogen pas genomen worden wanneer ze daadwerkelijk gerealiseerd zijn.
3.3 Doorgevoerde wijzigingen (hoofdlijnen) Inleiding In hoofdlijnen kunnen de volgende aanpassingen genoemd worden als oorzaken van grote wijzigingen in het nieuwe perspectief voor de grondexploitaties. Voor alle grondexploitaties zijn de volgende acties uitgevoerd: •
•
Het aanpassen van de civieltechnische ramingen. In elke grondexploitatieberekening zijn kosten voor bouw- en woonrijpmaken opgenomen. Deze eenheidsprijzen zijn gezien de marktomstandigheden naar beneden bijgesteld. Op dit moment zijn de prijzen betrekkelijk laag. Omdat de kans bestaat dat de kosten in de toekomst weer wat gaan stijgen, is in de prijzen hiermee rekening gehouden. Voor bijna alle projecten heeft dit per saldo geresulteerd in een daling van de civieltechnische raming. De periode waarin bouwgrond naar verwachting wordt uitgegeven is verlengd.
Kadernota 2013-2016
17
•
Dit ten opzichte van de verwachting van de uitgifte van bouwgrond die in de Kadernota 2012-2015 was opgenomen. Hierdoor kennen bijna alle projecten een langere looptijd. Het gevolg hiervan is dat niet alleen de rentekosten toenemen, maar ook dat de plankosten hoger uitpakken. Een project met een lange doorlooptijd en weinig activiteiten heeft relatief hoge plankosten. Hieronder wordt bij ‘Woningbouwplanning’ nader ingegaan op de gevolgen voor het woningbouwprogramma. De berekening van de plankosten is gewijzigd. Met de plankosten worden bedoeld: de uren die gemaakt moeten worden, maar ook het uitvoeren van onderzoek, het maken van plannen en bijvoorbeeld het opstellen van overeenkomsten. Hiervoor is een rekensystematiek gehanteerd die aansluit bij de ministeriële regeling voor plankosten. Via deze methode wordt op basis van een aantal karakteristieken van een project de complexiteit van het project bepaald. Vervolgens moet worden aangegeven welke producten nog moeten worden gemaakt, welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd en wat de fasering is. Op basis hiervan wordt uitgerekend welk bedrag aan plankosten nog mag worden verwacht. Het gevolg hiervan is dat alle plankostenbegrotingen in de grondexploitaties zijn verhoogd.
Bijdrage Bovenwijkse Voorzieningen De beleidslijn is het vormen van een Reserve Bovenwijkse Voorzieningen ten laste van zowel eigen exploitaties als particuliere exploitaties van € 5 per m2. Nu is het zo dat niet elke grondexploitatie deze last kan dragen zonder in een negatief resultaat te belanden. In de Nota Bovenwijkse Voorzieningen is opgenomen dat enkel projecten die dat kunnen dragen de bijdrage Bovenwijkse Voorzieningen afdragen.
3.4 Nieuw beeld en resultaten Boekwaarden per 1 januari 2012 Overzicht exploitaties Meente Noord
Boekwaarde Boekwaarde 1-1-2012
Boekwaarde 1-1-2011
1.042.636
1.007.255
81.362
76.324
Wesepe Bedrijventerrein
1.936.354
1.367.728
Wesepe Woningbouw
1.293.122
2.315.218
Noorderkoeslag
3.193.101
3.775.342
Boerhaar
239.912
618.274
De Enk
908.848
297.835
Zonnekamp Oost fase 1 *
4.555.611
5.153.270
Bieënkorf/Molenstraat
405.749
369.493
Zonnekamp west
35.901
3.985
Krijtenberg
53.540
34.207
12.208 155.208
102.146
Meente Zuid
vm. gemeentehuis Wijhezicht Zonnekamp Oost fase 2 *
Totaal
913..552 13.913
* Zonnekamp Oost fase 1; fase 2 is afgewaardeerd en afgeboekt.
Kadernota 2013-2016
18
Resultaten per 1 januari 2012 Naar aanleiding van bovenstaande aanpassingen is het resultaat van de grondexploitaties gewijzigd. In onderstaande tabel is dit weergegeven. In de kolom 2011 staan de berekende resultaten uit 2011 met een netto contante waarde1 per 1 januari 2011. In de kolom 2012 staan de dit jaar berekende resultaten, waarbij bovengenoemde aanpassingen zijn gedaan. De hiergenoemde resultaten hebben een contante waarde per 1 januari 2012. Waar een minteken voor het getal staat, is het resultaat verlieslatend. In de laatste twee kolommen staat de eindwaarde weergegeven met het jaartal waarin het project afloopt volgens de meest recente fasering die is opgenomen in de grondexploitatie. Eindwaarde Eindwaarde per 2012 31 december…
2011
2012
verschil
-463.126
-323.955
139.171
beter
Meente zuid Wesepe bedrijventerrein Wesepe woningbouw
174.842
191.450
16.608
beter
191.450
232.709,00
371.523
188.172
-183.351 minder
188.172
228.724,00
0
-370.450
-370.450 minder
Noorderkoeslag
-140.065
440.907
-46.952
-115.001
580.972 beter 68.049 minder
-1.293.399
-1.267.687
426.974
0
-426.974 minder
0
-489.786
-489.786 minder
1.453.985
1.264.790
-189.195 minder
1.264.790
1.614.228,00
Krijtenberg vm Gemeentehuis Wijhezicht
236.066
211.503
-24.563 minder
211.503
222.078,00
-
0
-
Totaal
719.848
-270.057
-989.905
Meente noord
verliezen winsten
-502.561,00
-323.955
2020 2012 2015 2016
-370.450
-472.798,00 2022
Boerhaar Enk Zonnekamp Oost * Bieënkorf Bieënkorf /Molenstraat **
25.712
beter
440.907
754.101,00 2013
-115.001
-126.789,00
-1.267.687
1.444.106,00 1,00
2013 2028 2014
-489.786
-566.989,00 2016
Zonnekamp west
-
0
-2.566.879 2.296.822
*: Zonnekamp Oost: Resultaat 2011 heeft betrekking op fase 1 en fase 2 samen. Het resultaat 2012 gaat alleen over fase 1. Hier wordt op ingegaan in de alinea Zonnekamp Oost. **: Voor Bieënkorf/Molenstraat is in het voorgaande jaar nog geen verliesvoorziening getroffen, dit gebeurt nu wel
Effecten op toekomstige fondsvoedingen Op basis van de door uw raad op 12 december 2011 vastgestelde Nota Bovenwijkse Voorzieningen geldt dat tot en met 2014 een bedrag van € 784.745 benodigd is voor de financiering van de in de Nota Bovenwijkse Voorzieningen benoemde projecten. Bij vaststelling van de Nota Bovenwijkse Voorzieningen was geraamd dat de grondexploitaties die dat kunnen dragen een bedrag van € 310.802 bijdragen tot en met 2014. Op basis van de herziene grondexploitaties wordt tot en met 2014 een bedrag van € 224.731 bijgedragen aan het fonds. Dit 1
Om de resultaten van grondexploitaties met elkaar te kunnen vergelijken worden de nominale kosten en opbrengsten gedurende de grondexploitatieperiode teruggerekend naar geld op hetzelfde tijdstip, dit is de netto contante waarde (NCW). Strikt gezien kun je de contante waarde van 2011 en 2012 niet met elkaar vergelijken omdat je dan te maken hebt met een afwijking van 5%, de rente die je over een jaar misloopt. In de praktijk geeft dit het meest heldere inzicht.
Kadernota 2013-2016
19
2012 2012
is € 86.071 minder dan bij vaststelling van de Nota Bovenwijkse Voorzieningen is geprognosticeerd. Er was in 2010 reeds een bedrag aanwezig van € 563.569 in het fonds Bovenwijkse Voorzieningen. Met de toevoegingen van rente en bijdragen uit grondexploitaties tot 1-1-2012 komt dit op € 586.423. Dit betekent het volgende: Moment: Vaststelling Nota Bovenwijkse Voorzieningen (gerekend met cijfers 1-1-2011) Stand 1-1-2012
Reeds Reeds aanwezig 1-1- aanwezig 2011 1-1-2012 € 536.569
-
Verwachte Totaal tot Benodigd tot Voldoende bijdrage tot 2014 2014 aanwezig? 2014 € 310.802 € 874.371 € 784.745
€ 586.423*
€ 224.731
€ 811.154
€ 784.745
* Stand per 1-1-2012 is € 563.569 + (rente € 8.454) + (toevoegingen uit grondexploitaties 2011 € 14.400) = €586.423
Het benodigde bedrag tot 2014 is € 784.745. Dit betekent dat er voldoende wordt bijgedragen. De overmaat is wel afgenomen. Hierbij is van belang op te merken dat volgens de verplichte toepassing van de te hanteren boekhoudregels voor ieder project per direct een voorziening gevormd moet worden ter hoogte van het geraamde tekort. Winst mag in principe pas worden genomen als het project gerealiseerd is. Dit betekent dat niet mag worden verrekend tussen de winst- en verliesgevende projecten. Te zien is dat de resultaten voor Meente Noord, Meente Zuid en Noorderkoeslag zijn verbeterd. Voor de overige projecten is het resultaat lager geworden. Opvallend zijn de verschillen tussen 2011 en 2012 in de projecten Wesepe Woningbouw, Noorderkoeslag en Zonnekamp Oost. Op deze drie projecten wordt nader ingegaan: Wesepe Woningbouw In Wesepe Woningbouw is het resultaat lager, doordat de verkaveling van het nog uit te geven deelplan is gewijzigd. Dit naast de hierboven genoemde algemene wijzigingen. Omdat de vraag naar grote kavels de laatste jaren drastisch is verminderd is het plan aangepast aan de vraag in de markt. De grootste kavels zijn uit het plan gehaald, hiervoor in de plaats zijn middelgrote kavels ingetekend. Op basis van het woningbouwaantal in het bestemmingsplan is het aantal kavels gelijkgebleven aan het voorgaande plan. Dit betekent dat er minder grond uitgegeven kan worden, dus dat er minder inkomsten zijn. Noorder Koeslag Het resultaat voor Noorderkoeslag is verbeterd. De nadere uitwerking van het plan laat een groter oppervlak uitgeefbare grond zien dan eerder was verwacht, wat betekent dat er meer inkomsten worden gegenereerd dan in de grondexploitatie van het voorgaande jaar was berekend. Ook is de civieltechnische raming aangepast, dit draagt tevens bij aan de verbetering van het resultaat. Zonnekamp Oost Zonnekamp Oost bestaat uit twee fasen. Fase 1 is in 2011 bouwrijp gemaakt, ook is in 2011 gestart met kaveluitgifte. Hiervoor is net als vorig jaar een exploitatieberekening opgesteld. De ontwikkelingen van fase 2 liggen in de verdere toekomst en kennen daardoor veel onzekerheden. De grondexploitatie voor fase 2 is uitgefaseerd tot 2028 en de woningbouwontwikkelingen starten in 2022, het laatste gedeelte wordt volgens de planning woonrijp gemaakt in 2028. Door de lange fasering zijn de rentekosten hoog, met name gelet op de hoge boekwaarde van Kadernota 2013-2016
20
aangekochte gronden bij de start van het project. Ook het effect van de andere tijdsinvloeden (kosten- en opbrengstenstijging) is bij langlopende projecten als deze erg groot. Op dit moment kan niet worden gesproken over een reëel en stellig voornemen voor bebouwing in de nabije toekomst. Dit betekent dat fase 2 voorlopig wordt stopgezet en de grond wordt afgewaardeerd op basis van de huidige bestemming. Dit betekent financieel het volgende: Fase 1 Fase 2 Totaal
fase 2 afwaarderen € 0 verliesvoorziening ** € 1.137.276 afwaardering € 1.137 1.137. 137.276 afwaardering
Het voordeel van afwaarderen en voorlopig stoppen van fase 2 is dat het risico op de grond nul is geworden. Mocht in de toekomst besloten worden het gebied te ontwikkelen, dan is het eenvoudiger een financieel haalbaar plan te maken. Er hoeft immers geen rekening te worden gehouden met een hoge boekwaarde uit het verleden waar vanuit het project niet meer op kan worden gestuurd. Overige opvallende grondexploitaties • Voor de Bieënkorf/Molenstraat was vorig jaar nog geen verliesvoorziening getroffen. Omdat het de bedoeling is dit gebied op korte termijn te ontwikkelen moet dat nu wel gebeuren. • De Enk kent een tekort van € 1,3 miljoen. Hiervoor is in het verleden al een voorziening getroffen. Er is dus geen sprake van een aanvullend tekort. • Park Wijhezicht is een nieuwe exploitatie. Het gaat om de sloop van het gemeentehuis en de verkoop van de bouwrijpe grond aan Salland Wonen. Verliesvoorziening In de overzichtstabel zijn vijf projecten opgenomen met een geraamd verlies per 1 januari 2012 van totaal € 2,5 miljoen. Dit zijn de complexen Meente Noord, De Enk, Boerhaar, Molenstraat en Wesepe Woningbouw. Tegenover deze verliezen zijn conform de te hanteren boekhoudkundige regels voorzieningen gevormd ter hoogte van de geraamde tekorten. Afgelopen jaren is een voorziening getroffen tot een bedrag van € 1,9 miljoen. Per saldo is een aanvullende voorziening gevormd van € 0,6 miljoen. Conform de gestelde kaders in de Nota Grondbeleid wordt de aanvulling van de verliesvoorziening gevormd ten laste van de algemene reserve grondexploitatie. Onder financiële consequenties wordt hier nader op ingegaan. Niet meegenomen projecten Deze projecten worden afgewaardeerd en afgeboekt. Het gaat om de volgende grondexploitatiecomplexen: •
Noordmanshoek: Noordmanshoek is het voorgaande jaar reeds afgesloten, maar wordt hier nog kort benoemd. De grond voor de bedrijventerreinontwikkeling Noordmanshoek is in 2011 afgeboekt naar € 4 per m2. De rentelasten over het bedrag van € 4 per m2 komen ten laste van de algemene dienst. In de tweede helft van 2011 is een start gemaakt met de alternatieve invulling van het terrein Noordmanshoek. In 2012 wordt hier een vervolg aan gegeven en wordt voorgelegd hoe verder te gaan met dit terrein.
•
Den Nul: De boekwaarde voor de locatie Den Nul is ultimo 2011 € 32.585. Het gaat hier om een woningbouwontwikkeling door een derde partij. De gemeente heeft geen grond
Kadernota 2013-2016
21
aangekocht en heeft ook niet het plan om hier gronden aan te kopen. Dit project wordt afgeboekt ten laste van de algemene reserve grondexploitatie. •
Welsum: De boekwaarde voor het complex Welsum is ultimo 2011 € 146.513. In de tweede berap 2011 is een overschrijding van het voorbereidingskrediet gerapporteerd. Het voornemen was dit voorbereidingskrediet over te laten gaan in een grondexploitatie. Tot op heden is nog geen grond aangekocht voor ontwikkelingen in Welsum. Dit complex wordt gesloten en de boekwaarde valt ten laste van de algemene reserve grondexploitatie. Als het plan Welsum in een verder stadium is, kan worden besloten over het al dan niet starten van een grondexploitatie.
•
Kleistraat: In het verleden is hier strategisch grond aangekocht, deze grond is al in een eerder stadium afgewaardeerd tot een waarde van € 5,- per m2. De rente wordt jaarlijks ten laste van de algemene reserve grondexploitatie gebracht. Om alle afgewaardeerde gronden gelijk te stellen wordt voorgesteld om verder af te waarderen tot € 4,- per m2. Deze voorraad grond wordt overgeboekt naar de algemene dienst, de extra afwaardering van € 29.764 komt ten laste de algemene reserve grondexploitatie. De gronden zijn gemeentelijk grondbezit, er wordt blijvend gezocht naar mogelijkheden voor inkomsten.
•
Lt. Andersonstraat: De boekwaarde voor dit complex ultimo 2011 is € 164.141, de daadwerkelijke voorraad grond 17.175 m2, dit resulteert in een boekwaarde van € 9,56 per m2. Voorgesteld wordt om dit af te waarderen tot € 4,- per m2. De voorraad grond wordt overgeboekt naar de algemene dienst, de extra afwaardering van € 95.441 komt ten laste van de algemene reserve grondexploitatie. De gronden zijn gemeentelijk grondbezit, er wordt blijvend gezocht naar mogelijkheden voor inkomsten.
•
De Lange Slagen/SPOC: De boekwaarde hiervoor bedraagt ultimo 2011 € 29.726. Dit complex wordt afgesloten en de boekwaarde wordt afgeboekt ten laste van de algemene reserve grondexploitatie (conform uw raadsbesluit in 2006).
Woningbouwplanning De nieuwe fasering in de grondexploitaties heeft gevolgen voor de woningbouwplanning. De nieuwe fasering betekent dat er in de gemeentelijke exploitaties 44 woningen minder worden opgeleverd in de periode 2010-2015 dan gepland. In het Uitvoeringsplan Woningmarkt is uitgegaan van een toevoeging van 498 woningen aan de woningvoorraad. De nieuwe fasering betekent dus dat de planning op 454 woningen uit komt. Dat is exact het aantal woningen, dat we aanvankelijk met de provincie zijn overeengekomen. Inmiddels is er sprake van geactuliseerde afspraken, die er toe kunnen leiden, dat het aantal in een volgende actualisatie van de exploitatieopzetten weer moet worden bijgesteld. Daarnaast is het mogelijk, dat er vertraging optreedt bij particuliere projecten. Financiële consequenties De belangrijkste voorstellen en conclusies worden in deze alinea beschreven. Dit wordt samengevat in tabel 4 en 5. 1. Conclusie verliesvoorziening grondexploitaties Er zijn vijf projecten met een geraamd verlies van totaal € 2,5 miljoen. Dit zijn de complexen Meente Noord, De Enk, Boerhaar, Molenstraat en Wesepe woningbouw. Tegenover deze verliezen wordt conform de te hanteren boekhoudkundige regels een voorziening gevormd ter
Kadernota 2013-2016
22
hoogte van de geraamde tekorten. Afgelopen jaren is een voorziening getroffen tot een bedrag van € 1,9 miljoen. Per saldo dient een aanvullende voorziening te worden gevormd van (€ 2,5 – € 1,9 =) € 0,6 miljoen. Conform de gestelde kaders in de Nota Grondbeleid wordt de verliesvoorziening gevormd ten laste van de algemene reserve grondexploitatie. 2. Afboeken en afwaarderen grondexploitaties • Voor een drietal projecten met een restant boekwaarde (Welsum, Den Nul en SPOC) wordt een totaalbedrag van € 208.824 afgeboekt. • Twee projecten (niet in exploitatie genomen gronden: Kleistraat en Lt. Andersonstraat) worden afgewaardeerd naar agrarische waarde ( € 4 per m2), dit betekent afwaardering van een bedrag van € 125.205. • Het totaalbedrag van € 334.029 voor afboeken en afwaarderen wordt ten laste gebracht van de algemene reserve grondexploitatie. • De resterende boekwaarde van de gronden wordt opgenomen in de staat van vaste activa van de algemene dienst. • Volgend jaar staan de projecten Welsum, Den Nul, SPOC, Kleistraat en Lt. Andersonstraat niet meer op de lijst van de grondexploitaties. De gronden aan de Kleistraat en Lt. Andersonstraat zijn nog wel gemeentelijk grondbezit, er wordt blijvend gezocht naar mogelijkheden voor inkomsten. 3. Conclusie weerstandsvermogen Op basis van de gehanteerde risicoanalyse is een bedrag berekend voor het benodigd weerstandsvermogen. Er wordt uitgebreid ingegaan op de risicoanalyse in hoofdstuk 3.5 van het perspectief grondexploitaties. Het benodigd weerstandsvermogen bedraagt € 1,9 miljoen. In het voorgaande jaar werd het weerstandsvermogen berekend op € 3,6 miljoen. Door de verandering van het weerstandsvermogen is er een totaal vrijval surplus van € 3,6 € 1,9 = € 1,7 miljoen. 4. Conclusie Zonnekamp Oost fase 2 wel afwaarderen Wij stellen uw raad voor om Zonnekamp Oost fase 2 af te waarderen. Hiervoor is een extra bedrag benodigd van € 1,1 miljoen. Voor € 0,8 miljoen is dit op te vangen binnen de hierboven aangegeven mutatie algemene reserve grondexploitatie. Voor € 0,325 miljoen stellen wij voor dit ten laste van de Algemene Reserve te brengen.
Samenvattend In onderstaande tabel worden de financiële voorstellen en conclusies inzichtelijk gemaakt. Zonnekamp Oost fase 2 afwaarderen Treffen verliesvoorziening voor grondexploitaties Afboeken/afwaarderen aantal grondexploitaties Zonnekamp Oost fase 2 el afwaarderen Totaal Weerstandsvermogen Extra reserve benodigd
Kadernota 2013-2016
Jaarrekening met cijfers 1-1-2011 (miljoen) - € 1,9
€ 3,6
Nu: Jaarrekening met cijfers 1-1-2012 (miljoen) - € 2,5
Verschil (miljoen)
Opmerkingen
- € 0,6
- € 0,3
- € 0,3
- € 1,1
- € 1,1
Toegevoegd uit algemene reserve aan algemene reserve grondexploitatie Toegevoegd uit algemene reserve aan algemene reserve grondexploitatie Toegevoegd uit algemene reserve aan algemene reserve grondexploitatie
€ 1,9
- € 2,0 € 1,7 - € 0,3
Valt vrij door verlaging weerstandsvermogen Wordt genomen uit reserve nader te bestemmen middelen.
23
3.5 Globale risicoanalyse op grondexploitaties Inleiding De risicoanalyse is uitgevoerd om het weerstandsvermogen2 te bepalen. In de voorgaande Kadernota werd een benodigd weerstandsvermogen van € 3,6 miljoen berekend. Op basis van de opnieuw uitgevoerde risicoanalyse is het benodigde weerstandvermogen per 1-1-2012 € 1,9 miljoen. Het ontstane surplus van € 1,7 miljoen (€ 3,6 - € 1,9) wordt afgeroomd ten gunste van de algemene middelen zoals beschreven in de nota grondbeleid. Algemeen Bij het in exploitatie nemen van omvangrijke uit- en inbreidingslocaties loopt de gemeente mede gelet op de relatief lange doorlooptijden en hoge omzetten forse financiële risico’s. In zijn algemeenheid zijn aan het exploiteren van ruimtelijke plannen met name de volgende risico’s verbonden: • De uitgifte van de bouwgronden start (mogelijk door procedurele, verwervingstechnische of economische redenen) later, terwijl de voorinvesteringen (grondverwerving, planontwikkelingskosten en eventueel kosten bouwrijp maken gronden) voor een aanzienlijk gedeelte al zijn gedaan; • De fasering van de investeringen en opbrengsten in de tijd verlopen niet volgens de oorspronkelijke planning, waardoor er extra renteverliezen optreden; • De gronden worden niet tegen de geraamde prijzen en de hierbij geraamde indexaties afgezet; • De behoefte voor de aangeboden gronden met de voorgenomen bestemming is lager dan bij de start van het project werd aangenomen. • Aan de kostenkant voltrekt zich een prijsstijging of dient er zich een rentestijging aan, die niet kan worden gecompenseerd door een verhoging van de opbrengsten uit grondverkoop. De huidige grondexploitaties zijn in het licht van de huidige economische verwachtingen beoordeeld en op diverse onderdelen aangepast. Zoals eerder toegelicht zijn de grondexploitaties geactualiseerd op de volgende punten; looptijd, kosten van civieltechnische werkzaamheden en plankosten. Daarnaast hebben er projectspecifieke actualisaties plaatsgevonden. Dit betekent dat een gedeelte van bovengenoemde risico’s is ondervangen in de aparte grondexploitaties. Toch blijven er uiteraard risico’s bestaan. Om tot een kwantificering van de risico’s te komen is een aantal risicoscenario’s doorgerekend. Hierin worden zowel kansen als risico’s meegewogen in de berekening van het benodigde weerstandsvermogen. Elk risico en elke kans wordt gewaardeerd door het effect te berekenen op het totaal van grondexploitaties als de kans of het risico zich daadwerkelijk voordoet en dit effect te vermenigvuldigen met een ingeschatte kans van zich voordoen. Deze risicoanalyse heeft een subjectief karakter en houdt geen rekening met “extreme weersituaties” die zich zouden kunnen voordoen bij bijvoorbeeld een volledig instortende huizenmarkt. Het totaal berekende bedrag kan als benodigd weerstandsvermogen in de Reserve Grondexploitatie worden gezien. 2
Het weerstandsvermogen bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om mogelijke risico’s, te dekken, zonder dat de begroting en het beleid aangepast hoeven te worden. Het weerstandsvermogen voor het grondbedrijf wordt berekend door het uitvoeren van een risicoanalayse, deze is te vinden in bijlage 1.
Kadernota 2013-2016
24
Risicobeoordeling in globale zin De risico’s en kansen zijn telkens doorgerekend op alle grondexploitaties. Dit leidt tot een benodigd weerstandvermogen van afgerond € 1,9 miljoen. In de voorgaande Kadernota werd een benodigd weerstandsvermogen van € 3,6 miljoen berekend. Het grote verschil in het weerstandsvermogen vergeleken met het voorstaande jaar is te verklaren doordat een aantal als risico benoemde punten nu als verwachting is opgenomen in de grondexploitaties. Dit betreft de langere looptijd van verschillende projecten, het opnemen van een post onvoorzien in alle grondexploitaties en rekenen met een opbrengstenstijging van 0%. Uiteraard zijn er andere risico’s voor in de plaats gekomen, maar ten opzichte van het voorgaande jaar kan het benodigd weerstandsvermogen verlaagd worden. De belangrijkste risico’s en kansen in de analyse zijn: - Het risico dat de meeste impact heeft op het resultaat van de grondexploitaties is een daling van de grondprijs. - Ook wordt de kans dat een aanpassing van de grondprijs noodzakelijk is, als relatief groot aangemerkt. - Andere risico’s met een groot negatief effect op het resultaat zijn een vertraging in de inkomsten en een jaarlijkse opbrengstendaling. - Kansen die zich mogelijk voordoen zijn het behalen van aanbestedingsvoordeel op de civieltechnische werken. De geprognotiseerde impact hiervan op de grondexploitaties is relatief klein omdat dit al voor een deel is opgenomen in de herziening van de civiele ramingen. Het benodigde weerstandvermogen van afgerond € 1,9 miljoen moet in de Reserve Grondexploitatie aanwezig zijn per 1 januari 2012 of op korte termijn. De risicoanalyse wordt weergegeven in onderstaande samenvattende tabel:
Kadernota 2013-2016
25
Risicoanalyse op hoofdlijnen (bedragen in miljoenen in euro's) Risico of kans RISICO'S
Impact op Kans op resultaat voordoen
Impact*kans
Beheersmaatregelen
In alle grondexploitaties rente 0,5% negatiever (uitgaven rente)
€ 0,25
10%
In alle grondexploitaties een jaarlijkse kostenstijging van 3% (ipv 2%)
€ 0,49
25%
Ontwikkelingen volgen, € -0,03 goed treasurybeleid volgen Slim aanbesteden, goede € -0,12 timing
In alle grondexploitaties een jaarlijkse opbrengstendaling van 1% (ipv 0%)
€ 0,98
20%
Woningmarkt volgen, € -0,20 inspelen op kansen
In alle grondexploitaties een daling van de grondprijs met 10%
€ 2,74
40%
€ -1,10 Markt volgen
In alle grondexploitaties een vertraging van de inkomsten met 2 jaar
€ 2,58
25%
Inzetten op verkoop en € -0,65 promotie activiteiten
€ 0,04
25%
Optant 'warm houden' en zo nodig andere koper € -0,01 zoeken
In alle grondexploitaties rente 0,5% positiever (uitgaven rente)
€ 0,25
10%
Ontwikkelingen volgen, € 0,03 goed treasurybeleid volgen
In alle grondexploitaties een opbrengstenstijging van 1% (ipv 0%)
€ 1,03
10%
Opleving in de markt € 0,10 herkennen
In 2012 en 2013 in alle grondexploitaties een aanbestedingsvoordeel op de civieltechnische kosten van 15%
€ 0,25
40%
Gebruik maken van de € 0,10 honger op de markt
Projectspecifiek risico; uitgifte Meente Zuid 3 jaar later KANSEN
TOTAAL IMPACT MAAL KANS
Kadernota 2013-2016
€ -1,87
26
4. FINANCIEEL (MEER)JARENPERSPECTIEF (MEER)JARENPERSPECTIEF 4.1 Inleiding Op basis van de Financiële verordening legt de raad in de kadernota de kaders vast voor het komende begrotingsjaar en de drie volgende jaren. De nota vormt daarmee een jaarlijkse herijking van het beleid over een planperiode van vier jaar. In dit onderdeel van de nota wordt ingegaan op de financiële positie. Het beeld is gebaseerd op het bestaande financieel beleid dat u in de begroting 2012 hebt vastgesteld. We tonen thans de meest actuele positie. Zo zijn de resultaten van de jaarrekening 2011 in het perspectief meegenomen.
4.2 Financieel perspectief beleidbeleid- en financiële begroting 2013 4.2.1 Uitgangspositie 2011 Startpunt voor de analyse van de financiële positie bij deze kadernota is het meerjarenperspectief op basis van bestaand beleid, zoals dit bij de behandeling van de Beleidsen financiële begroting 2012-2015 (pag. 119) is vastgesteld: Onderdeel saldi conceptbegroting 2012-2015 (nieuw) nieuw beleid: beleid afbouw stelpost onderuitputting dekkingsmiddelen: effecten rente-aanpassing inbreng (restant) risicobudget Saldi
2012 - 271
2013 - 139
2014 +8
2015 + 126
- 25
- 50
- 75
- 100
+ 180 + 116 0
+ 90 + 116 + 17
+ 45 + 116 + 94
+ 45 + 116 + 187
Het meerjarenperspectief 2012-2015 liet positieve eindsaldi zien voor de jaren 2013, 2014 en 2015. Bij de begroting 2012 zijn deze saldi gereserveerd voor het opvangen van financiële risico’s. Onzekerheden en risico’s overheersen nog steeds bij het opstellen en beoordelen van het financieel perspectief. Een dominante factor voor het financieel perspectief voor de komende jaren wordt gevormd door de landelijke ontwikkelingen. Vaststaat dat een (substantieel) deel van de rijksbezuinigingen terecht zal komen bij de lagere overheden, vooral bij provincies en gemeenten. Onduidelijk is nog steeds wat de omvang precies zal zijn en langs welke weg de gemeenten met rijksbezuinigingen worden geconfronteerd. Er is nog geen sprake van een krachtig en blijvend economisch herstel. Dat betekent dat de risico’s bij conjunctuurgevoelige taken, vooral de grondexploitatie en de uitvoering van de Wet werk en bijstand, onverminderd groot blijven. In dit meerjarenperspectief zijn de volgende budgetten voor risico’s, onvoorzien en nieuw beleid opgenomen: Omschrijving risicobudget (tevens eindsaldi) onvoorziene uitgaven nieuw beleid (restant) Totaal beschikbare stelposten
Kadernota 2013-2016
2012 * € 1.000
2013 * € 1.000 0 45 89 134
2014 * € 1.000 17 45 96 158
2015 * € 1.000 94 45 49 188
2016 * € 1.000 187 45 54 286
27
187 45 54 286
4.2.2 Autonome ontwikkelingen Na de behandeling en vaststelling van de Beleidsbegroting 2012 is er sprake van verschillende nieuwe ontwikkelingen.
Heroverwegingsmaatregelen met een incidenteel karakter De heroverwegingsbesluiten fase 2 (Kadernota 2012-2015) bevatten twee heroverwegingsmaatregelen met een incidenteel karakter (duur van vier jaar), t.w. de opbrengsten door verkoop van groenstroken (een heroverwegingsbedrag van € 39.000 vervalt vanaf 2016) en het doorschuiven van de herinrichting van het Olasfaterrein in Olst tot 2016 (€ 44.000 vanaf 2016). Een en ander betekent dat in de meerjarenraming vanaf 2016 rekening dient te worden gehouden met deze bedragen.
Grondexploitaties U hebt in 2011 besloten om het gebied Noordmanshoek niet als bedrijventerrein te ontwikkelen. De aangekochte gronden zijn afgewaardeerd naar agrarische waarde en de boekwaarde is opgenomen in de staat van activa van de algemene dienst. Eenzelfde besluit wordt voorgesteld voor de gronden Zonnekamp Oost (2e fase). In de huidige situatie betekent dit een verhoging van de lasten met € 32.000. De mogelijkheden van herbestemming van de grond worden onderzocht. Uitgangspunt hierbij is dat een kostendekkende oplossing wordt gevonden. Daarom wordt dit vanaf 2013 ingeschat als risico.
Ontwikkeling Algemene uitkering Algemeen In de begroting 2012-2015 is conform de daarover gemaakte afspraken uitgegaan van de stand van zaken uit de meicirculaire 2011. Er is gerekend met de eenheden (denk aan aantal wooneenheden, aantal bijstandsontvangers), zoals die in de begroting 2012-2015 zijn gehanteerd. Op deze stand van zaken moeten van uit de volgende gebeurtenissen aanpassingen plaatsvinden: 1. september- en decembercirculaire 2011 2. wijziging eenheden voor berekening AU September- en decembercirculaire 2011 De effecten uit de september- en decembercirculaire zijn voor onze gemeente doorgerekend op basis van de in de begroting 2012-2015 gehanteerde eenheden. De aanpassingen als gevolg van taakmutaties zijn hierop gecorrigeerd. Het resultaat ten opzichte van de geraamde bedragen is bijna € 220.000 negatief in 2012 en aflopend naar € 70.000 positief in 2015. Jaar Geraamde algemene uitkering Berekende algemene uitkering Verschil (- = nadelig) Verschil als gevolg van taakmutaties Structureel verschil AU Verschil AU afgerond x 1.000
Kadernota 2013-2016
2012
2013
2014
2015
15.333.584 15.238.285 -95.299
15.161.563 15.084.283 -77.280
15.054.629 15.094.538 39.909
14.526.929 14.646.154 119.225
123.591
85.636
41.450
48.898
-218.890
-162.916
-1.541
70.327
-219
-163
-2
70
28
Wijziging eenheden voor berekening AU Voor 2012 zijn zowel in de begroting als in de herrekende AU de eenheden gebruikt, zoals die in de begroting zijn gehanteerd. In het vervolgtraject van het samenstellen van het meerjarenperspectief maken we een nieuwe berekening voor de AU, waarbij de meest recente eenheden(actualisatie op grond van invoering van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen) worden gebruikt. Op dit moment is niet aan te geven of dit tot een voor- of nadeel leidt. De wijziging van de gemeentelijke eenheden spelen hierin een rol, maar ook de toe- of afname van de landelijke totalen hebben effect.
Taakstellingen uit de AU/nog te realiseren bezuinigingen Vanuit het Rijk zijn verschillende mutaties verwerkt in de Algemene Uitkering. Het gevolg van aanpassing wet- en regelgeving, samenwerking in uitvoering en dergelijke. Voor structureel € 59.000 is binnen de huidige begroting nog geen passende oplossing gevonden.
Kapitaallasten Op basis van de uitkomsten in de jaarrekening 2011 is een herrekening gemaakt van de kapitaallasten voor de komende jaren. De investering in de kunstgrasvelden Wijhe valt hoger uit. In voorgaande berekeningen werd verondersteld dat de btw compensabel zou zijn. Dit is begin 2012 door de Belastingdienst afgewezen. Daarnaast zijn de kapitaallasten voor het materieelplan brandweer in de jaarschijf 2016 hoger en gaat het verder om kleine aanpassingen als gevolg van verschuiving of geringe afwijkingen.
Personele lasten De ABP premie voor de werkgever is extra gestegen met ongeveer 0,5%. Dit betekent een verhoging van de lasten met € 45.000. De verhoogde pensioenpremie is afgesproken tot en met 2013. Vanaf 2014 bestaat het risico van verlenging van deze afspraak, afhankelijk van de ontwikkelingen bij het ABP. Bij het benoemen van de risico's bij de begroting 2012 was al aangegeven dat de salarislasten aan de 'zuinige kant' begroot waren. Het eindbod van het College voor Arbeidszaken dat aan de bonden is gedaan, gaat uit van 2% salarissstijging. Dit is 1,25% hoger dan geraamd: een stijging van de salariskosten. Vanaf 2016 zijn de wachtgeldverplichtingen lager.
Rente/dividenduitkering Ondanks de turbulentie op de internationale kapitaalmarkten heeft de Bank Nederlandse Gemeenten alle doelstellingen in 2011 gerealiseerd en is het resultaat maar een fractie lager dan in 201o. Desondanks halveert de BNG de dividenduitkering, omdat de bank als gevolg van Europese regelgeving gedwongen is een hoger eigen vermogen aan te houden. Een deel van de winst wordt hiervoor ingehouden. Voor onze gemeente betekent dit een nadelig effect van € 21.000 structureel vanaf 2012.
Begrotingsrichtlijnen Voor de begroting 2013-2016 wordt uitgegaan van de 0-lijn. Dat betekent dat geen loon- en prijscompensatie wordt doorberekend. Uitzondering op deze regel zijn de afspraken met de instellingen, die zorgen voor de primaire voorzieningen en de nog lopende contractuele verplichtingen. Ingeschat wordt dat dit een verhoging van de lasten laat zien van € 25.000 structureel.
Brandweerkazerne Welsum Uw raad heeft in februari jl. besloten tot de bouw van een nieuwe brandweerkazerne in Welsum en de kosten ervan mee te nemen in de begroting 2013 e.v. Dit levert het onderstaande beeld op. Kadernota 2013-2016
29
Onderdeel Investering brandweerkazerne Welsum Extra exploitatie brandweerkazerne Welsum Totaal benodigd
2013
2014
2015 -43 -10 -53
2016 -42 -10 -52
-41 -10 -51
Nieuw beleid autonome ontwikkelingen Er doen zich een aantal autonome ontwikkelingen in bestaand beleid voor. Deze betreffen de Regionale uitvoeringsdiensten, collectief vraagafhankelijk vervoer (regiotaxi) en het dierenasiel.
Regionale uitvoeringsdiensten (RUD) De invoering van de regionale uitvoeringsdiensten kost ons € 36.000 als bijdrage aan de structuurkosten van het netwerk.
Collectief vraagafhankelijk vervoer (Regiotaxi) De structurele kostenstijging door de beleidswijziging en de toename van het gebruik van het CVV door inwoners met een Wmo-indicatie worden geschat op € 70.000. Door de toename van het gebruik wordt verwacht dat de reizigersopbrengsten voor de gemeente met € 5.000 toenemen. Verwezen wordt naar de toelichting in 2.7 Thema Zorg.
Dierenasiel Verwezen wordt naar de toelichting in 2.1 Thema Wonen, onderdeel veiligheid.
Voordelen Een structureel voordeel levert de exploitatie van het nieuwe gemeentehuis op. Totaal voorlopig te begroten op € 50.000. 4.2.3 Totaaloverzicht autonome ontwikkelingen meerjarenraming 2013-2016 De geschetste autonome ontwikkelingen geven het volgende financiële beeld. Omschrijving Heroverweging 2011 Grondexploitaties Algemene uitkering (AU) AU: nog te realiseren bezuinigingen Kapitaallasten Personele lasten Rente/dividend Begrotingsrichtlijnen Brandweerkazerne Welsum Verhoging budget autonome ontwikkelingen Voordelen Totaal financieel perspectief
2012 * € 1.000
2013 * € 1.000
2014 * € 1.000
2015 * € 1.000
2016 * € 1.000 -83
-32 -219 -54 -22 -94 -21 -
-163 -59 -28 -202 -21 -25
-1
-443
-102
-2 -59 -27 -215 -21 -25 -53 -102
70 -59 -33 -215 -21 -25 -52 -102
70 -59 -35 -188 -21 -25 -51 -102
50 -550
50 -454
50 -387
50 -444
4.2.4 Ruimte voor nieuwe beleidsambities In de Beleidsbegroting 2012 is van de stelpost nieuw beleid het volgende budget beschikbaar (pag. 120):
Kadernota 2013-2016
30
Onderdeel Budget nieuw beleid (restant)
2013
2014 96
2015 49
2016 54
54
Omdat er vanaf 2013 beperkt financiële ruimte is in de stelpost nieuw beleid, zal ruimte gecreëerd moeten worden om nieuwe beleidsambities te kunnen uitvoeren. Ruimte voor nieuwe beleidsambities voor de komende vier jaar is tweeledig. Enerzijds dienen zich nieuwe beleidsambities aan die in deze bestuursperiode nog uitgevoerd kunnen worden (uitvoering vanaf 2013). Anderzijds is het wenselijk nieuwe beleidsruimte te reserveren voor beleidsambities voor de nieuwe raadsperiode vanaf 2014. Om deze budgettaire ruimte te creëren zou daarop nu al ingespeeld kunnen worden door voor de nieuwe raadsperiode een stelpost nieuw beleid op te nemen tot € 200.000 structureel. Op dit moment dienen zich onderstaande nieuwe beleidsambities voor het komende jaar aan. Deze zijn te beschouwen als nieuw beleid, ten aanzien waarvan een keuze kan worden gemaakt. In hoofdstuk 2 worden deze toegelicht. Nieuw beleid
2013 * € 1.000
Investeringen Fietspad Mengerweg Veilige schoolzones Budgetuitbreiding Voet- en fietsbrug Fortmond Ongediertebestrijding/eikenprocessierups Aanpak huiselijk geweld Kunst en cultuur Beheer en onderhoud korenmolens Impuls brede school, sport Totaal aanvullende budgetvragen
Onderdeel Restant stelpost nieuw beleid
2014 * € 1.000
3 50 10 16 19 60 158
2013
2015 * € 1.000
2016 * € 1.000
6 23
6 23
6 23
3 50 10 16 19 60 187
3 50 10 16 19 60 187
3 50 10 16 19 60 186
2014
2015
2016
96
49
54
54
Toevoeging aan de stelpost voor nieuw beleid
104
151
146
146
Stelpost nieuw beleid
200
200
200
200
Wij stellen voor om alleen de autonome ontwikkelingen mee te nemen in de ontwerpbegroting 2013 en de overige nieuwe beleidsambities niet. Bij de behandeling van deze Kadernota kan uw raad aangeven met welke nieuwe beleidsambities wij voor 2013 rekening moeten houden. Daarbij geldt wel nieuw voor oud (de ruimte moet worden gevonden door heroverweging van bestaand beleid). 4.3 Nieuwe Risico’s
Decentralisatieprojecten Voor de drie decentralisatieprojecten (Begeleiding AWBZ, Jeugdzorg en de Wet werken naar vermogen) wordt vooralsnog uitgegaan van max. € 262.500 (€ 15 maal 17.500 inwoners) aan meerkosten (ook genoemd in de Kadernota 2012-2015).
Kadernota 2013-2016
31
Onderdeel Stelpost risico’s
2013 + 17
2014 + 94
2015 + 187
2016 +187
Het meerjarenperspectief 2012-2105 liet positieve eindsaldi voor de jaren 2013, 2014 en 2015 zien. Bij de begroting 2012 is voorgesteld deze saldi te reserveren voor het opvangen van financiële risico’s.
Aangekondigde rijksbezuiniging 2013 en volgende jaren De gebruikelijke Meicirculaire over de algemene uitkering uit het Gemeentefonds, die pas in juni zal verschijnen, verschaft naar verwachting duidelijkheid over de door het Rijk via het gemeentefonds op te leggen bezuinigingen. In het Lenteakkoord, dat door het kabinet is vertaald in de Voorjaarsnota wordt een bedrag genoemd van in totaal € 400 miljoen, hetgeen voor onze gemeente een bedrag betekent van ca. € 400.000 structureel.
Rente/dividenduitkering Hierboven is aangegeven dat de BNG de dividenduitkering gaat verlagen. Voor andere deelnemingen (Vitens en rechtsopvolgers van Essent) kan dit ook gaan gelden. Uit de huidige cijfers kan worden afgeleid dat dit een nadelig effect kan hebben van € 35.000. Een risico in de begroting wat tot nu toe door eenmalige uitkeringen is gecompenseerd.
Stelpost onderuitputting In de Begroting 2012 is de stelpost onderuitputting (in vier jaar) fasegewijs afgebouwd van € 200.000 in 2011 naar € 100.000 in 2015. Vanwege de afname van investeringen en scherpere ramingen van budgetten bestaat het risico dat we er niet meer in slagen om deze ramingen in de toekomst waar te maken. Dit is een risico voor de meerjarenramingen. 4.4 Dekkingsmaatregelen Wij zullen bij de behandeling van de begroting 2013 een sluitend meerjarenperspectief 2013-2016 presenteren. Op grond van het bijgestelde financiële perspectief en de op ons af komende rijksbezuinigingen hebben wij aan de directie een bestuursopdracht gegeven om te komen met voorstellen om het meerjarenperspectief 2013-2016 materieel in evenwicht te brengen. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: 1. Het amendement van uw raad bij de behandeling van de Kadernota 2012-2015 met betrekking tot de OZB verhoging is onderdeel van het sluitend maken van de meerjarenbegroting. Uw raad heeft toen - in het kader van de heroverweging – besloten de door ons voorgestelde cumulatieve OZB verhoging voor 2012 e.v. van 2 % bovenop de inflatiecorrectie, te laten vervallen. Toen, maar ook bij de vaststelling van de begroting 2012 is aangegeven, dat - als in de jaren daarna feitelijk blijkt, dat de externe omstandigheden vragen om meer financiële ruimte – deze OZB verhoging alsnog kan worden doorgevoerd. 2. Om nieuwe beleidsambities te kunnen uitvoeren zal ruimte gecreëerd moeten worden door het heroverwegen van bestaand beleid. 3. Verder gelden de uitgangspunten en scenario’s, zoals vastgesteld in de notitie “De gemeente Olst-Wijhe heroverweegt op maat met de samenleving”. Binnen deze uitgangspunten en scenario’s worden aanvullende heroverwegingsvoorstellen gedaan, die moeten leiden tot een structureel sluitend financieel meerjarenperspectief.
Kadernota 2013-2016
32
Dit leidt tot de volgende mogelijke taakstelling: Omschrijving
96 -400
-454 -187 -200 49 -400
-387 -187 -200 54 -400
2016 * € 1.000 -444 -186 -200 54 -400
Subtotaal Cumulerende OZB verhoging 2%
-1012 66
-1192 134
-1120 203
-1176 284
Totaal
-946
-1058
-917
-892
Totaal financieel perspectief Evt. nieuw beleid voor oud v.a. 2013 Evt. aanvulling stelpost nieuw beleid v.a. 2014 Beschikbaar uit stelpost nieuw beleid Mogelijke rijksbezuinigingen
2013 * € 1.000
2014 * € 1.000 -550 -158
2015 * € 1.000
5. BEGROTINGSRICHTLIJNEN BEGROTINGSRICHTLIJNEN Beleidskader Gedeputeerde Staten toetsing begroting 2013 Het college van Gedeputeerde Staten heeft in haar rol van toezichthouder op de gemeentefinanciën het beleidskader voor de toetsing van de begroting 2013 vastgesteld. Uitgangspunten om voor het begrotingsjaar 2013 voor het repressieve toezicht in aanmerking te komen zijn: 1. de begroting 2013 dient in evenwicht te zijn of als dat niet het geval is, dient de meerjarenraming aannemelijk te maken dat dit evenwicht in 2016 uiterlijk tot stand zal worden gebracht; 2. de jaarrekening 2011 dient in evenwicht te zijn. Indien de jaarrekening niet in evenwicht is kan dat, afhankelijk van de aard van het tekort, van invloed zijn bij de bepaling van het toezichtregime; 3. de vastgestelde jaarrekening 2011 en de begroting 2013 dienen tijdig, respectievelijk voor 15 juli en 15 november 2012, aan Gedeputeerde Staten te zijn gezonden. Met het hiervoor genoemde evenwicht wordt ‘materieel evenwicht’ bedoeld. Hiervan is sprake indien, op basis van het bestaande beleid en het aanvaarde vastgestelde nieuwe beleid, de structurele lasten tenminste worden gedekt door structurele baten en de incidentele lasten worden gedekt door incidentele baten. Daarbij dienen de begrotingen/meerjarenramingen uiteraard volledig en reëel te zijn. Toetsingsaspecten Gedeputeerde Staten 1. Algemene Uitkering Uitgangspunt is de mei/juni circulaire 2012 en de daarin opgenomen uitkeringsfactoren. Punt van aandacht is de wijziging van het aantal woonruimtes. De invoering van de herverdeling zal niet eerder plaatsvinden dan in 2014. 2. Gevolgen decentralisatie van rijkstaken Gevraagd wordt om inzicht te geven in de financiële gevolgen die de decentralisaties van rijkstaken voor onze gemeente hebben. 3. Sociale werkvoorzieningschappen De financiële positie van de sociale werkvoorzieningschappen zijn een bron van zorg. Naast de financiële consequenties voor de gemeentelijke begroting wordt gevraagd om oog te houden voor de verantwoordelijkheid en behoud van deze sociale voorzieningen.
Kadernota 2013-2016
33
4. Bezuinigingsmaatregelen/taakstellingen Alle in de begroting opgenomen bezuinigingsmaatregelen/taakstellingen moeten op programmaniveau zijn ingevuld en worden beoordeeld op hardheid en haalbaarheid. Van belang is dat de Raad, als hoogste bestuursorgaan, een uitspraak doet over de invulling. 5. Taakstellingen verbonden partijen Taakstellingen die zijn opgelegd aan verbonden partijen, zoals gemeenschappelijke regelingen, worden alleen als reëel beschouwd als op bestuurlijk niveau is besloten dat de taakstelling aan de betreffende organisatie wordt opgelegd. 6. Grondexploitaties en onderzoeksthema 2012 Ondanks dat veel gemeenten hun verantwoordelijkheid hebben genomen met betrekking tot oplopende tekorten c.q. verliezen door afwaardering van boekwaarden of vorming van voorziening, blijft de grondexploitatie een substantieel risico. De verwachting is niet, dat dit beeld de komende jaren zal veranderen en omdat er wellicht gemeenten in financiële problemen komen wordt het in 2011 gestarte onderzoek in 2012 voortgezet op basis van de jaarrekening 2011. 7. Schuldpositie gemeenten Er is steeds meer aandacht voor de schuldpositie van gemeenten. Een hogere schuld beperkt de flexibiliteit van de begroting, doordat rente en aflossingsverplichtingen voor langere tijd vastliggen. Rentestijging kan een gemeente in problemen brengen. De rente risico norm (RRN) heeft als doel het renterisico te beperken tot een deel van de vaste schuld. De maximaal toegestane aflossingsverplichting op de vaste schuld is bepaald op 20% van het jaarlijkse begrotingstotaal van de gemeente. 8. Incidentele lasten en baten Het vaststellen van de incidentele lasten en baten is van belang bij de bepaling van het materieel evenwicht van de begroting en is een verplichting vanuit de BBV. De BBV wordt op 1 januari 2013 op dit onderdeel aangepast. Het overzicht van incidentele lasten en baten voor de begroting 2013 moet op basis van de nieuwe wetgeving worden opgesteld. 9. Negatief eigen vermogen De BBV bepaalt dat reserves geen negatief saldo mogen hebben. 10. Dividend In de begroting 2013 mag het normale dividend worden geraamd voor 100% van het in 2012 ontvangen en verantwoorde dividend, zijnde het normale dividend van het (voor-)vorig jaar (2011). Het meerder geraamde dividend wordt aangemerkt als incidenteel. Gevraagd wordt om het voorzichtigheidsprincipe toe te passen en de ramingen neerwaarts bij te stellen als de vooruitzichten hierop duiden. 11. Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen De paragraaf moet aan de in de BBV art.12, lid 2 gestelde eisen voldoen. Bezuinigingen op jaarlijks en groot onderhoud op wegen, riolering, water, groen en gebouwen zijn alleen mogelijk als aannemelijk wordt gemaakt dat dit niet zal leiden tot achterstallig onderhoud en/of juridische claims.
Kadernota 2013-2016
34
12. Opstellen krimpparagraaf Indien een gemeente te maken krijgt of heeft met afname van de bevolking wordt geadviseerd om een paragraaf demografische ontwikkeling op te nemen in de begroting (en vervolgens in de jaarrekening). 13. Modernisering financieel toezicht De Gemeentewet/Provinciewet en het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GFT) worden aangepast per 1 januari 2013. De term “duurzaam financieel evenwicht” wordt gewijzigd in ‘structureel en reëel evenwicht”. De begroting 2013 en de meerjarenraming 2014-2016 worden nog op de wetten en kaders getoetst. 14. Financieel toezicht op gemeenschappelijke regelingen Voorlopig blijft het toezicht op de gemeenschappelijke regelingen gehandhaafd. Afschaffen gaat gepaard met versterking van de paragraaf verbonden parijen en de informatieplicht van de deelnemers richting desbetreffende regelingen. 15. Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF) Het wetsontwerp omvat: - het aandeel van provincies, gemeenten en waterschappen wordt jaarlijks vastgesteld door de minister van BZK; - Bij het vaststellen van de toezichtsvorm wordt beoordeeld of de gemeente zich heeft gehouden aan het aandeel van het EMU-saldo in het begrotingsjaar; - Indien sprake is van overschrijding van het toegestaan aandeel in het EMU-saldo door de decentrale overheid zal er in het daarop volgende jaar een korting plaatsvinden op het provincie- dan wel gemeentefonds.
Begrotingsrichtlijnen 20132013-2016 Algemeen De Beleids- en financiële begroting 2013-2016 wordt gebaseerd op de beleids- en financiële begroting 2012-2015, vastgesteld door de raad d.d. 7 november 2011, inclusief de begrotingswijzigingen tot en met de 1e bestuursrapportage 2012 en geaccordeerde mutaties uit deze Kadernota 2013-2016. Loonkostenmutatie gemeentepersoneel De loonkosten van het gemeentepersoneel worden gebaseerd op: • de voor de begroting 2012 vastgestelde formatie, inclusief de door het college van burgemeester en wethouders goedgekeurde formatieve af- en bijramingen en besluiten met rechtspositionele consequenties; • een raming salarisontwikkeling is gebaseerd op de recent afgesloten CAO voor gemeentepersoneel. Voor de ontwerpbegroting 2013 wordt uitgegaan van een totale salarisstijging van 2%; • de (harde) taakstellingsbedragen op de salariskosten voor 2013 en volgende jaren worden per vakgroep in mindering gebracht op het beschikbare salariskosten budget; • structurele effecten van het personeels- en beloningsbeleid (o.a. functiewaardering en toekennen periodieken en arbeidsmarkttoelagen).
Kadernota 2013-2016
35
Loon- en prijsmutatie professionele welzijnsinstellingen Voor compensatie van loonkostenontwikkeling van primaire voorzieningen gelden ten opzichte van 2012 de landelijke richtlijnen ten aanzien van de CAO Welzijn en CAO bibliotheek (publicatie VNG). Prijsmutatie (algemeen) Betreffende de stijging van de prijzen is in de Kadernota 2010-2013 voorgesteld om aan te sluiten bij de korte termijnraming voor de Nederlandse economie, volgens de prijsindex overheidsconsumptie netto materieel (IMOC), naar de peildatum van 1 april 2011. Gezien de bezuinigingstaakstellingen van onze gemeente en de verdere rijksbezuinigingen die op de gemeenten afkomen, wordt voorgesteld in deze uitzonderlijke situatie rekening te houden met een prijsmutatie van 0 % voor 2013, met uitzondering van de contractueel afgesproken prijsmutaties. Het 0 % percentage is ook van toepassing voor subsidies die de gemeente verstrekt aan instellingen, verenigingen etc (inclusief instellingen voor primaire voorzieningen). Bijdrage aan gemeenschappelijke regelingen/samenwerkingsverbanden In principe wordt uitgegaan van de gemeentelijke bijdrage per inwoner, zoals deze is vastgesteld in de primitieve begroting 2012 en de wijzigingen daarop op basis van de door de samenwerkingsverbanden vastgestelde begrotingswijzigingen over het jaar 2012. Gelet op de actuele situatie is uitgangspunt voor 2013 en volgende jaren de 0-lijn te hanteren. Eventuele financiële consequenties van besluitvorming door de regio, die buiten het genoemde kader vallen worden afzonderlijk gemeld bij de behandeling van de Beleids- en financiële begroting 2013. Algemene heffingen A. Gemeentelijke belastingen (algemene middelen)
1. Onroerende-zaakbelastingen Eigenarenbelasting woningen en eigenaren- en gebruikersbelasting niet-woningen Alle onroerende zaken worden jaarlijks gewaardeerd. Dit heeft dus ook gevolgen voor de ozbtariefberekeningen. Voorgesteld wordt de ramingen 2013 voor de ozb-tarieven uitgegaan van een opbrengststijging van 2%, gebaseerd op gegevens van het Centraal Planbureau (CPB) vanwege de optredende inflatie. Daarnaast wordt in de komende heroverweging uitgegaan van een extra opbrengst van 2%, zoals eerder in deze nota is aangegeven.
2. Hondenbelasting Het tarief hondenbelasting wordt jaarlijks geïndexeerd. Op basis van deze richtlijnen bedraagt de verhoging 2 %.
3. Toeristenbelasting Te baseren op besluitvorming (raadsbesluit november 2010) in het kader van de heroverwegingsoperatie. B. Heffingen en rechten
1. Rioolrecht Op 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken in werking getreden. Ter bekostiging van deze (nieuwe) zorgtaken is de verbrede rioolheffing ingevoerd. De nieuwe zorgtaken zijn verwerkt in het door de raad vastgestelde Verbreed gemeentelijk
Kadernota 2013-2016
36
rioleringsplan (VGRP). Kaderstelling voor de berekening van de tarieven maakt hier onderdeel vanuit.
2. Afvalstoffenheffing De tarieven worden gebaseerd op de meest actuele ramingen voor het verzamelen en verwerken van afval. Voorgesteld wordt om de tarieven - zoals gebruikelijk- vast te stellen bij de behandeling van de Beleids- en financiële begroting.
3. Overige leges, rechten en tarieven De opbrengsten van de leges en overige rechten en tarieven voor gemeenschapsvoorzieningen worden trendmatig verhoogd met 2%. Als de kostenontwikkelingen en de uitwerking van de heroverwegingsvoorstellen ten aanzien van de kostendekkendheid daartoe aanleiding geven zullen nadere voorstellen worden gedaan. Rentepercentages Voor de rente van tijdelijk op te nemen financieringsmiddelen met een korte looptijd ‘kortgeld’ wordt voor 2013 2,5 % geraamd, conform besluitvorming beleids- en financiële begroting 20122015. Voor het begrotingsjaar 2014 en de volgende jaren wordt 2,75% aangehouden. Gelet op de renteontwikkeling op de kapitaalmarkt wordt het verantwoord geacht het vaste rente-omslagpercentage vast te stellen op 4%. Voor de berekening van kapitaallasten van toekomstige investeringen – ook na consultatie van de Bank Nederlandse Gemeenten- wordt het percentage van 5 % gehanteerd. Voor de berekening van de z.g. bespaarde rente geldt een percentage van 1,5 %, voor rentebijschrijving aan de reserves wordt eveneens een percentage van 1,5% aangehouden. Verloop inwoners en woningen Voor berekeningen van het meerjarig financieel perspectief worden de volgende ramingen gehanteerd: Tabel verloop inwoners en woningen Stand per:
1 januari 2012 1 januari 2013 1 januari 2014 1 januari 2015 1 januari 2016
Inwoners3
17.659 17.663 17.668 17.673 17.678
Woningen
7.091 7.243 7.313 7.400 7.426
3
De geprognosticeerde aantallen zijn gebaseerd op een voorzichtige inschatting van de bevolkingsontwikkeling.
Kadernota 2013-2016
37