KADERNOTA 2009 – 2012
20 mei 2008
1
2
INHOUDOPGAVE
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Inleiding..................................................................................................... 5 Terugblik Raadsfora ..................................................................................... 7 Het financiële kader ..................................................................................... 9 Overwegingen ........................................................................................... 11 Investeren, ook na 2010 ............................................................................ 27 Nieuw beleid ............................................................................................. 33 Recapitulatie ............................................................................................. 45
------------------
BIJLAGE
: De Staat van ons Collegeprogramma : Dossier Algemene Reserve Investeringen : Dossier Uitvoeringsbeleid bouwregelgeving “ Zicht op Kwaliteit”
3
4
Inleiding Eind januari hebben wij u de beleidsbrief “Focus op Realiseren” aangeboden. Deze beleidsbrief vormde de opmaat naar de bijstelling van de kadernota 2007 – 2010. Wij hebben deze voorstellen gedaan op basis van ons collegeprogramma “Samen maken we Hengelo Zichtbaar Beter” en aan de hand van een “stand van zaken” met betrekking tot de uitvoering van dat programma in de bij de beleidsbrief gevoegde “Staat van ons Collegeprogramma”. Op 4 en 20 maart j.l. hebben wij in de raadsfora over de beleidsbrief kennis kunnen nemen van uw standpunten ten aanzien van de door ons voorgestelde prioriteiten. Wij hebben deze bijeenkomsten als zinvolle bijeenkomsten ervaren en zien hierin een belangrijke stap in de richting van kaderstelling door uw raad aan de voorkant van het beleidsproces. Verder hebben wij tot ons genoegen mogen constateren dat de door ons aangegeven hoofdlijn “bijsturen waar nodig” en “focus op realiseren” op draagvlak mag rekenen. Vervolgens hebben wij uw kanttekeningen en voorkeuren ten aanzien van onze voorstellen en uw eigen ingebrachte voorstellen aan een afweging onderworpen. Deze afweging hebben wij gemaakt in relatie tot de nog beschikbare financiële ruimte. De voorliggende kadernota is het resultaat van de hiervoor bedoelde afweging die heeft plaatsgevonden in het licht van de eerder benoemde topprioriteiten. Uiteraard geldt voor alle beleidsvoornemens in deze kadernota dat hiervoor nog afzonderlijke uitwerkingsvoorstellen aan uw raad zullen worden aangeboden. U hebt op dat moment ook de gelegenheid om uw definitieve inhoudelijke standpunten ten aanzien van de desbetreffende voorstellen te formuleren.
5
6
1. Terugblik Raadsfora Op 29 januari j.l. hebben wij de beleidsbrief “Focus op realiseren” bedoeld als opmaat voor de Kadernota 2009-2012 vastgesteld en aan uw raad aangeboden. Deze kadernota is, zoals bij de bespreking van de vorige kadernota reeds aangekondigd, een actualisatie en bijsturing van de Kadernota 2007-2010, vooral gericht op de jaren 2009 en 2010, maar wel met een doorkijk naar de daaropvolgende jaren. De aanbieding van de beleidsbrief vormde de start van een proces met ruimte voor dialoog. In een tweetal bijeenkomsten (raadsfora) op 4 en 20 maart heeft u de inhoud van beleidsbrief met elkaar bediscussieerd aan de hand van 4 thema’s. Wij hebben deze raadsfora als zinvolle bijeenkomsten ervaren, waarmee een stap verder is gezet in de richting van “de raad meer aan de voorkant van het beleidsproces”. De opzet was dat elk van de 4 thema’s ingeleid werd door één van de fracties, waarna hierover de discussie onder leiding van een externe gespreksleider werd gevoerd. De 4 thema’s waren: o Organisatie en middelen o Binnenstad en openbare ruimte o Sociale ontwikkelingen o Open stad Aan het eind van het tweede raadsforum was er in een “vrije ronde” ook ruimte voor het inbrengen van eigen onderwerpen. Wij hebben ten aanzien van een grote verscheidenheid aan onderwerpen en beleidsvoorstellen verschillende en uiteenlopende opvattingen waargenomen met betrekking tot onze voorkeursselectie en de daarbij voorgestelde fasering. Dit had in een aantal gevallen tot gevolg dat wij ten aanzien van onze voorstellen voor nieuw beleid niet altijd tot een eenduidige conclusie konden komen. Wij hebben ons echter ingespannen om alle overwegingen en suggesties die in de raadsfora aan de orde zijn geweest bij onze overwegingen te betrekken. U vindt dat terug in hoofdstuk 3 “Overwegingen”. Het geheel van de raadsfora werd afgesloten met het peilen van de raad of de fracties zich op hoofdlijnen konden vinden in de beleidsbrief. Wij hebben daarbij geconcludeerd dat het uitgangspunt “focus op realiseren”, afmaken van het beleid en daar waar nodig inspelen op nieuwe ontwikkelingen, niet ter discussie stond. Er zijn veel onderwerpen, waaronder ook nieuw ingebrachte voorstellen, besproken. De thema’s die het meest pregnant aan de orde waren, waren de Algemene Reserve Investeringen en de rol van de raad hierin, het Armoedebeleid en Good Governance en de uitvoering van de plannen in en rond het centrum, inclusief de uitvoering van maatregelen voortvloeiend uit het Binnenstadsdebat. Opvallend was dat de discussie over de Algemene Reserve Investeringen zich met name toespitste op de instrumentele kant en de verhouding tussen sociale en fysieke middelen en in mindere mate over de relatie met de toekomstige investeringsagenda. Verder zijn de topprioriteiten “samen met” .. en de wijze waarop we daar invulling aan hebben gegeven in de beleidsbrief “Focus op realiseren” en de Creatieve Stad niet als thema bediscussieerd. Wij willen er echter op deze plaats op attenderen dat onze visie op regie echter ook een ommezwaai betekent van het werken in ons ambtelijk apparaat en in de wijze waarop wij, het college en uw raad, sturing geven aan de ontwikkeling van de stad. Voor een aantal voorstellen voor nieuw beleid moesten wij concluderen dat er ruimte was voor verschillende interpretaties en dat wij op enkele dossiers onvoldoende duidelijk hebben gemaakt wat de voorstellen voor nieuw beleid inhielden. Wij hebben dat met name opgemaakt uit de discussies rond de thema’s Armoedebeleid, Uitvoeringsplannen Brandweer en bouwregelgeving en Good Governance. Wij hebben dat in deze kadernota geprobeerd verder te verduidelijken. 7
8
2. Het financiële kader Het financiële kader is minder florissant dan wij, gelet op onze ambities, zouden wensen. In het bestuursakkoord was die verwachting zeker gewekt. De basis voor het financiële kader vormt de beleidsbegroting zoals deze door de raad op 7 november 2007 werd vastgesteld. In deze begroting was het Bestuursakkoord tussen kabinet en VNG, financieel vertaald in de junicirculaire voor het Gemeentefonds, verwerkt. Het totale accres van het gemeentefonds is dus begrepen in de begrotingsuitkomst en dus in het financiële kader voor de bijstelling van de kadernota. In het Bestuursakkoord was sprake van een zekere oormerking van dat accres in de vorm van de zogenaamde enveloppen. Van gemeenten werd verwacht dat ze de speerpunten van het beleid van het nieuwe kabinet zouden volgen en delen van dat accres ook op lokaal niveau daarvoor zouden inzetten. Het ging daarbij om zorg, openbare orde en veiligheid, wijken, onderwijs -€ 100 miljoen-, armoedebeleid en schuldhulpverlening -€ 80 miljoen- en Jeugd en Gezin -€ 100 miljoen. De gemeentefondscirculaires, die de basis zijn voor de hoogte van de gemeentefondsuitkering (inclusief) hebben deze enveloppen niet nader geconcretiseerd. Met de wettelijk geregelde autonomie ten aanzien van de aanwending van het gemeentefonds zou dat ook niet logisch zijn. In de gemeentebegroting is dan ook geen rekening gehouden met afgezonderde delen van de gemeentefondsuitkering. Wij zijn overigens van mening dat de speerpunten van het rijksbeleid zowel in de Kadernota 2007-2010 als in de actualisering daarvan in dit voorstel tegemoetkomen aan de essentie van het Bestuursakkoord op de Hengelose schaal. Met de septembercirculaire 2007 is de hoogte van de gemeentefondsuitkering aangepast aan de Macro-economische Verkenningen die ten grondslag hebben gelegen aan de Miljoenennota 2008. Dit geeft aanleiding tot een positieve bijstelling van de hiervoor genoemde budgettaire ruimte. Na een analyse van de septembercirculaire komen wij tot de conclusie dat onze financiële ruimte slechts beperkt is toegenomen. Wij willen op deze plaats u herinneren aan het financiële kader van de kadernota 2007-2010, dat een ruimte voor nieuw beleid liet zien, oplopend van €2.400.000,- in 2007 tot € 4.500.000,- in 2010 o.a. als gevolg van de efficiency taakstelling, gekoppeld aan het nieuwe stadskantoor in Lange Wemen en de taakstelling op inkoop. Wij gaan er van uit dat deze oplopende taakstellingen volgens de voorziene route in de desbetreffende jaarschijven worden gerealiseerd, maar zijn ons ervan bewust dat verdergaande taakstellingen op efficiency als gevolg daarvan als niet haalbaar moeten worden geacht. In het kader van de doorkijk naar de periode na 2010 willen wij daarbij tevens in herinnering brengen dat ook in de volgende collegeperiode nog een aanvullende taakstelling ligt om de realisatie van het nieuwe stadskantoor mogelijk te kunnen maken. Verder hebben wij bij de bepaling van het financiële kader vastgehouden aan de uitgangspunten die wij in ons collegeprogramma hebben verwoord. Zoals vermeld in de beleidsbrief voor het thema Jeugd en Gezin, waarvoor wij reeds middelen beschikbaar hebben gesteld in de kadernota 2007-2010, komen extra middelen als onderdeel van de Brede Doeluitkering Centrum Jeugd en Gezin beschikbaar oplopend tot €495.000 in 2011. Het financiële kader ziet er dus als volgt uit: 2008 Oorspronkelijk begrotingssaldo Effect septembercirculaire BDU Jeugd en gezin Financieel kader
2009
2010
2011
2012
134.000
998.000
559.000
559.000
559.000
700.000
550.000
0
300.000
300.000
104.000 938.000
228.000 1.776.000
351.000 910.000
495.000 1.354.000
*495.000 1.354.000
*= aanname voor 2012, regeling loopt vooralsnog t/m 2011
9
In deze beleidsbrief is door ons bij de vaststelling van het financiële kader uit het oogpunt van de hiervoor bedoelde consistentie van beleid uitdrukkelijk niet gekozen voor de zogenaamde “nieuw voor oud” discussie. Ook de hiervoor bedoelde taakstelling op inkoop en efficiency en de eerder in uw raad besproken spankracht van de organisatie liggen aan deze overweging ten grondslag. We liggen beleidsmatig op koers met de uitvoering van ons collegeprogramma. Wij hechten er grote waarde aan en vinden het in het belang van de stad de uitgezette koers en de daaraan gekoppelde ontwikkelingen de komende twee jaar af te maken. U hebt sinds de vaststelling van de Kadernota 2007-2010 uitwerkingsvoorstellen van incidentele aard aangeboden gekregen voor (delen van ) het Waterplan/ Baggerplan, voor het ontwikkelbudget Netwerkstad Twente, woonzorgzones en het tekort op fase 1 Hart van Zuid. Voor de (gedeeltelijke) uitvoering van de nota duurzame ontwikkeling krijgt u nog een voorstel aangeboden. Wel willen wij in de loop van 2008 in de organisatie beginnen met het doorlichten van de begroting op beleidsmatige ruimte, waarbij gekeken wordt naar de effectiviteit en het rendement van het gevoerde beleid. Hierdoor moet ruimte ontstaan voor nieuw beleid, die vervolgens in het voorjaar van 2010 aan het nieuwe college van burgemeester en wethouders kan worden aangereikt. Wij willen bij de vaststelling van die beleidsmatige ruimte ook uw raad betrekken. In de kadernota 2007-2010 hebben wij tevens voorstellen voor nieuw beleid benoemd, waarvan wij vinden dat ze dermate van belang zijn dat gezocht moest worden naar oplossingen in de sfeer van aanwending van reserves of benutting van incidentele meevallers en verwerving van externe subsidies. Risico’s Naast het feit de we nu halverwege een bestuursperiode zitten, zijn we ook halverwege de GSB –periode. Een groot deel van de kosten voor de wijkaanpak en de 3 stadsdeelregisseurs worden uit deze middelen betaald. Daarnaast worden functies als bedrijfscontactfunctionaris (1fte), medewerkers KOM (1,8 fte) en een deel van het personeel bij Stadstoezicht (waaronder ook de dekking van 14 leerwerkplaatsen voor maximaal 3 jaar) uit GSB-middelen gefinancierd. In totaal betreft het salariskosten van circa € 800.000,-. Naast salariskosten zijn er ook diverse projecten en programma’s die geheel of gedeeltelijk uit GSB worden bekostigd. Hoe de afspraken er in een volgende GSB periode uit zullen zien is op dit moment nog niet voorspelbaar. In de loop van 2008 moet een en ander zich uitkristalliseren. We zullen uiteraard de nodige inspanningen verrichten ten aanzien van de volgende GSB periode. We vertrouwen er op dat een deel van deze kosten in de volgende periode opnieuw uit GSB middelen kunnen worden gefinancierd, maar beschouwen dit desondanks als een risico. In de tussentijd zal in de ambtelijke organisatie waar mogelijk worden ingezet op verschuiving van GSB naar andere projectgelden of bestaande structurele middelen. Het gebruik maken van subsidiestromen en cofinanciering heeft een keerzijde. Er ontstaat immers ook een afhankelijkheid van deze middelen. Op enkele onderdelen zien wij risico’s in dit verband. We denken daarbij aan het mogelijk wegvallen van rijksmiddelen voor het Actieplan Cultuurbereik waaruit o.a. bijdragen voor ’t Lambooijhuis, Heartpool, Oald Hengel en Okart komen. Daarnaast is er een structureel tekort op de exploitatie van ’t HEIM. Ook in de uitvoering van het beleid maatschappelijke opvang (Activiteitencentrum bij de Toren) is sprake van afhankelijkheid van middelen van derden en daarmee een risico in de continuïteit op huidig niveau. Verder is de financiering van de Schuldhulpverlening nog niet helder. Indien de regelgeving rond het werkdeel niet verandert zou na 2009 een financieringsprobleem kunnen ontstaan. Tot slot willen wij in dit verband nog noemen de financiële risico’s door verdere decentralisatie van de AWBZ naar de WMO. In 2009 zouden middelen moeten overkomen voor de uitvoering. Op dit moment is nog niet helder of deze middelen afdoende zullen zijn voor de uitvoering. 10
3. Overwegingen Het college van B&W heeft in de beleidsbrief “focus op realiseren” een aantal vragen geformuleerd en ter bespreking in de raadsfora voorgelegd. Uit de bespreking van de beleidsbrief in de raadsfora menen wij een aantal conclusies te kunnen trekken. We zijn ons er van bewust dat daarbij de kanttekening dient te worden geplaatst dat definitieve standpunten pas ingenomen worden in de raadsvergadering van 24 juni a.s. Bij de bespreking van de beleidsbrief in de raadsfora hebben wij kunnen constateren dat de geformuleerde hoofdlijn van “inspelen op nieuwe ontwikkelingen en extra inspanning op onderdelen waar nodig”, niet principieel ter discussie is gesteld. Wel is ons duidelijk geworden dat er vanuit verschillende fracties op verschillende fronten de wens bestond om de beleidsbrief op onderdelen bij te stellen. Het oordeel over de financiële ruimte kwam in de raadsfora tot uiting in de behoefte aan c.q. het draagvlak voor een oud voor nieuw discussie. Alhoewel enkele fracties hun voorkeur uitspraken voor het direct voeren van een “oud voor nieuw-discussie” leek een meerderheid in te stemmen met het voornemen om in de komende twee jaar te onderzoeken waar meer ruimte kan worden gecreëerd voor nieuw beleid vanaf 2010, door middel van een discussie over heroverwegen van bestaand beleid, slimme oplossingen, beleidsevaluatie en inzet op extra subsidie als nieuw en flexibeler instrument voor grote investeringen.
Op dit moment bestaat er binnen de raad geen breed draagvlak voor de discussie “Oud voor nieuw”.
Wij willen, om tegemoet te komen aan de behoefte aan een vervroegde discussie oud voor nieuw, medio 2009, 1 jaar na vaststelling van de nieuwe kadernota, in een tussenrapportage met een stand van zaken komen over de voortgang van dit traject. Overigens zijn wij, mede naar aanleiding van de door uw raad uitgesproken zorg over de continuïteit van de GSB-middelen voor de wijkaanpak, voornemens om daarbij tevens de laatste ontwikkelingen ten aanzien van het Grote Stedenbeleid, en met name de financiering daarvan, te betrekken. Zoals in de beleidsbrief “Focus op realiseren” reeds aangegeven, is op dit moment nog niet bekend hoe de afspraken er in een volgende GSB periode uit zullen zien. We vertrouwen er op dat een deel van deze kosten in de volgende periode opnieuw uit GSB middelen kunnen worden gefinancierd, maar houden op deze wijze rekening met de mogelijke noodzaak om opnieuw daarin een afweging te moeten maken. Wij zijn overigens, gezien het uitgangspunt “ruimte creëeren voor nieuw beleid vanaf 2010”, voornemens om de besteding van “gevonden”middelen” over te laten aan de nieuwe raad en het nieuwe college.
Medio 2009 komt er wel een tussenrapportage met stand van zaken (o.a. ontwikkeling GSB-gelden) om tegemoet te komen aan de behoefte aan een vervroegde discussie over “oud voor nieuw”. Het doel hiervan is om ruimte te zoeken voor nieuw beleid vanaf 2010.
Zoals hiervoor reeds aangegeven, hebben wij ten aanzien van een grote verscheidenheid aan onderwerpen en beleidsvoorstellen verschillende en uiteenlopende opvattingen waargenomen met betrekking tot onze voorkeursselectie en de daarbij voorgestelde fasering. Dit had tot gevolg dat wij ten aanzien van onze voorstellen voor nieuw beleid niet altijd tot een eenduidige conclusie konden komen. Daarnaast hebben de twee raadsfora geleid tot een palet aan “Nieuwe, ingebrachte voorstellen voor nieuw beleid en suggesties” en “Suggesties die zijn gedaan om te schrappen of te faseren uit de beleidsbrief”. 11
Wij hebben rekening gehouden met de wens van de raad, zoals die in de “Millennium-motie” is verwoord. Wij ondersteunen de acht benoemde millenniumdoelen die in september 2000 door wereldleiders in VN-verband zijn benoemd tijdens de zogenaamde Millenniumtop. Tijdens de top werd afgesproken om gezamenlijk te vechten tegen armoede en honger, ongelijkheid tussen man en vrouw, milieuverontreiniging en HIV/AIDS en om in te zetten op verbetering van de toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en schoon water. Wij blijven koersen op de voorgenomen structurele bijdrage van € 25.000,- en op spoedige uitvoering hiervan. Wij hebben waargenomen dat ten aanzien van de voorstellen omtrent • de woonzorgzones, • acquisitie en behoud van bedrijven en • Versterking Internationale dimensie geen discussie is gevoerd. Wel is de suggestie gedaan om de versterking van de internationale dimensie te schrappen ten faveure van het evenementenbeleid en de stadspromotie. Deze suggestie hebt u in de discussie echter niet overgenomen. Bij het thema Binnenstad is in de discussie ook aandacht gevraagd voor Klein Driene en de Hengelose Es. Wij zijn, kijkend naar de investeringsagenda na 2010, van mening dat Hengelo de komende jaren de handen vol heeft aan de plannen in Hart van Zuid, Binnenstad en Berflo Es. In deze fase laat de investeringsagenda ons inziens dat niet toe. Dat laat onverlet dat aandacht voor deze wijken niet uit het oog mag worden verloren en in de toekomstige investeringsagenda een plaats zou kunnen hebben. Voor de wijk Klein Driene wordt een ontwikkelingsvisie opgesteld die na raadplegingen van bewoners voorgelegd zal worden aan college en raad in het najaar van 2008. Wij zijn van mening dat de prioriteit van dit vraagstuk voor de volgende collegeperiode opnieuw zou moeten worden bepaald. In onderstaande hebben wij alle door ons waargenomen voorstellen en suggesties de revue laten passeren en uit alle gedane voorstellen voor nieuw beleid, zowel van college als van de verschillende fracties keuzes gemaakt, passend binnen de financiële ruimte. De vraag of er nog mogelijkheden zijn om de voorstellen uit de fracties door slimme oplossingen en slim combineren bij reeds ingezette trajecten te betrekken, is ook een onderdeel geweest van onze afweging. De volgende overwegingen hebben een rol gespeeld: a. Samen met en slimme oplossingen Ten aanzien van de vraag “Kan worden ingestemd met het instellen van een Algemene Reserve Investeringen” en “Kan worden ingestemd met de wijze waarop de Algemene Reserve Investeringen (ARI) dient te worden gevoed?” is het beeld ten aanzien van ARI diffuus gebleken. We hebben de verhouding tussen investeringen in de sociale en de fysieke agenda als belangrijk aandachtspunt opgevangen in de discussie. Niet genoeg kunnen wij onderstrepen dat “ARI” niet een doel op zich zelf is, maar een middel om de investeringsbehoefte voor de komende jaren zo veel mogelijk te realiseren. Die investeringsbehoefte wordt in deze kadernota duidelijk in beeld gebracht. Duidelijk moet wel zijn dat een algemene reserve investeringen alleen een financieringsbron kan zijn voor daadwerkelijke investeringen, zaken waarvan het “Sociaal-economisch rendement” zich over meerdere jaren uitstrekt. Van een aantal investeringen die in deze kadernota aan de orde komen moet zeker worden vastgesteld dat deze een sociaal rendement hebben (o.a. Toegankelijkheid bushaltes, Weusthagpark, Veilige routes). Het signaal dat daarover werd afgegeven geeft ons zeker aanleiding in toekomstige investeringsvoorstellen ook nadrukkelijk aandacht te besteden aan dit element. In toekomstige investeringsvoorstellen zal het “Sociaal-economisch rendement” van investeringen nadrukkelijk aandacht krijgen.
12
Over de vraag of alle overschotten naar ARI zouden, menen wij te mogen concluderen dat de meeste partijen sprake is van een eenduidig beeld: niet alle overschotten moeten automatisch in hun geheel naar ARI. Over dotaties aan de Algemene Reserve Investeringen moet expliciete besluitvorming plaatsvinden
Verder hebben wij geconcludeerd dat ARI uitsluitend als een acceptabel instrument wordt beschouwd wanneer de raad hierin een duidelijke positie heeft. Het college heeft dit in haar beleidsbrief ook zo bedoeld. De indruk bestaat dat het verduidelijkende document over de rol van de raad in relatie tot ARI en de toelichting die in enkele fracties is gegeven een (belangrijk) deel van de oorspronkelijke weerstand heeft weggenomen, ook bij de fracties die nog geen standpunt hebben ingenomen. In bijlage (x) hebben wij de toelichting op de rol van de raad opgenomen. Wij stellen daarbij voor om de voeding van ARI in principe te beperken tot twee afwegingsmomenten, gerelateerd aan de behandeling van de begroting, en de eerste berap, in combinatie met het resultaat van de jaarrekening. Ten aanzien van ons uitgangspunt met betrekking tot lokale lasten en tarieven waren de standpunten in de raadsfora helder: bij voorkeur geen tariefsverhoging die verder gaat dan noodzakelijk. Wel is door een enkele fractie uitdrukkelijk aandacht gevraagd voor de investeringsagenda die de komende jaren nog op de raadsagenda zullen staan, grotendeels als uitvloeisel van reeds bestaand beleid. De tarieven zouden ook in die context moeten worden bezien. Verdere verhoging van de tarieven in de komende jaren is daarom niet pertinent uitgesloten indien toekomstige ambities hiertoe noodzaken. Het college kan instemmen met deze zorg. Deze zorg is juist één van de belangrijkste aanleidingen om tot de instelling van een ARI te komen. Wij hebben in de twee raadsfora de observatie gedaan, dat de doorkijk “Na 2010” die wij in onze beleidsbrief “Focus op realiseren” hebben opgenomen, niet is betrokken bij de discussie over ARI. Wij vinden dit jammer. Juist omdat deze doorkijk aangeeft dat, behalve de in de beleidsbrief benoemde investeringen die wij op korte termijn zien, Hengelo op iets langere termijn een flinke en vooral ambitieuze investeringsopgave voor zich heeft liggen. Welke investeringen wij op ons af zien komen hebben wij, zonder in deze fase daarin volledig te kunnen zijn, in hoofdstuk 4 “Investeren, ook na 2010” geschetst. Wij komen echter tot de conclusie dat ook de raad met de betrekking tot bepaalde ontwikkelingen reeds koers heeft gezet in een aantal grote en langlopende investeringen in deze stad. We denken daarbij onder andere aan: Centraal Station Twente, Inrichting van de Westtangent, Uitvoering van het binnenstadsdebat, het stadskantoor in Lange Wemen en het winkelcentrum Esrein. Alleen al voor deze investeringen in de stad, die we al haast als bestaand beleid moeten beschouwen, is in de komende jaren een (netto) investeringsbedrag van zo’n €20.000.000 nodig. Het moge duidelijk zijn dat de structurele voeding en de eenmalige dotatie die wij hebben opgenomen in de beleidsbrief focus op realiseren volstrekt onvoldoende zijn om de investeringsagenda van dit college te financieren, laat staan de investeringen die op langere termijn nog op ons af komen! In de beleidsbrief hebben wij aangekondigd nadere afspraken te willen maken over fasering van investeringen en de voeding van de Algemene Reserve Investeringen. Wij zijn op grond van voorgaande van mening dat de voeding van de hiervoor bedoelde reserve een hoge prioriteit heeft. Wij stellen daarom voor om in het komende najaar over de voeding van de ARI een debat te voeren in relatie tot een MeerjarenInvesteringsagenda.
13
De topprioriteit “samen met” .. is niet als zodanig een thema geweest in de raadsfora. Wij willen, aanvullend op de wijze waarop we daar invulling aan hebben gegeven in de kadernota 2007-2010, meer invulling aan geven. Wij participeren veelvuldig in gezamenlijke projecten en andere samenwerkingsvormen met partners in onze stad. Veelvuldig praten en sturen wij mee gedurende het proces van totstandkoming. In zijn algemeenheid gaan wij als lokale overheid daarmee verder dan het stellen van randvoorwaarden en kaders. Onze visie op regie vraagt ook een ommezwaai van het werken in ons ambtelijk apparaat en in de wijze waarop wij, het college en uw raad, sturing geven aan de ontwikkeling van de stad. In die zin kunnen wij door onze beperkte spankracht ook een remmende factor worden. Onze organisatie kan immers op een bepaald moment niet meer behappen, zowel in het licht van de spankracht, als in financieel opzicht. In bepaalde gevallen willen onze partners in de stad ook graag zelf aan de slag en zouden zij uit de voeten kunnen met regie op hoofdlijnen en de juiste kaderstelling. Wij kiezen daarom voor een meer principiële lijn en meer “sturen op afstand”. Wij moeten daarvoor bereid zijn iets meer inhoud los te laten, wat ook consequenties heeft voor voorstellen voor nieuw beleid die we vanuit die filosofie niet meer op de voorgestelde wijze zouden moeten uitvoeren. We beperken ons tot het stellen van kaders om daarmee meer ruimte te creëren in de toekomst. Als voorbeeld van deze nieuwe werkwijze zijn de Berflo Es en het gezondheidscentrum in Hart van Zuid te noemen, waarbij de inbreng van partners van cruciaal belang is voor de te bereiken resultaten. In het verlengde daarvan ligt ook een andere koers voor de hand met betrekking tot het voorstel voor aankoop van strategisch vastgoed, dat een nauwe relatie heeft met de oprichting van het Stadsontwikkelingbedrijf (SOB). Het SOB is opgericht met als doel het aankopen en ontwikkelen van panden in met name de binnenstad. Zoals in het aan u voorgelegde bedrijfsplan is verwoord is een startkapitaal noodzakelijk. Op grond van onze uitgangspunten “Samen met” en “sturen op afstand” willen wij onderzoeken in hoeverre het stadsontwikkelingbedrijf zou kunnen worden omgevormd in een stadsherstelbedrijf, dat samen met partners in de stad zal worden bestuurd en van middelen worden voorzien. b. Topprioriteiten Topprioriteit Zuidelijk Stadsdeel Hart van Zuid is een project met ambitie en gezien de fasering over een groot aantal jaren een project van lange adem, maar krijgt inmiddels steeds meer vorm. De eerste woningen worden gebouwd en het nieuwe ROC heeft het hoogste punt bereikt. Voor het nieuwe winkelcentrum Esrein wordt binnenkort de planvorming uitgewerkt. Voor de stationsomgeving (CST) worden plannen voorbereid waarin ook het WTC-concept uitgewerkt wordt. De versterking van de internationale dimensie krijgt door de vestiging van het WTC een extra impuls. De investeringen in dit deel van Hengelo zijn groot, maar de invulling ervan is van regionale betekenis. Dit komt ook tot uitdrukking in de prioritering van het Centraal Station Twente op de agenda van Twente. De ontwikkeling van het station Hengelo CS en de stationsomgeving is één van de majeure projecten van de Netwerkstad Twente. Hier zullen de ambities op bovenlokaal niveau worden vormgegeven. De ontwikkeling van het WTC, de vestiging van Metropool, het concept voor het Huis voor Europa en de ontwikkeling van het Agglonet zijn belangrijke motoren voor versterking van Twente tot een kennisintensieve regio en het overbruggen van culturele grenzen. Al deze ontwikkelingen dragen bij aan de versterking en vitalisering van de Hengelose economie. Hart van Zuid en CST zijn daarom een zware topprioriteit in relatie tot de uitvoering van de O’s uit ons collegeprogramma, zoals ook blijkt uit de kadernota 2007-2010, waarin Hart van Zuid en Berflo Es zijn benoemd als topprioriteiten. Op basis van de discussie in de raadsfora, en ook op basis van eerdere raadsbesluiten, hebben wij het volste vertrouwen dat deze plannen voor de stad breed zijn gedragen. 14
Zoals bekend wordt voor het Centraal Station Twente ingezet op middelen van rijk en provincie. In de beleidsbrief hebben wij aangegeven dat ook eigen bijdragen in het project nodig zijn. We schatten in dat het uiteindelijk gaat om een bedrag van € 10 miljoen. Wij hebben in onze beleidsbrief voorgesteld om alvast een eerste bedrag te reserveren ter hoogte van €3 miljoen. In het debat dat wij in het najaar met u willen voeren ten aanzien van de Meerjareninvesteringsagenda in relatie tot ARI willen wij tevens de financiering van de overige investeringen in Hart van Zuid betrekken. In 2007 hebben wij al besloten om tot de ontwikkeling van een nieuw winkelcentrum in Hart van Zuid te komen. Wij hebben waargenomen dat dit beleidsvoornemen niet in de raadsfora ter discussie is gesteld en hebben op grond daarvan besloten om voor de herinrichting van de openbare ruimte in de Industriestraat rekening te houden met een gemeentelijke investering van €1.500.000,-. Topprioriteit Sociale Impuls Eén van de voorstellen voor nieuw beleid die tijdens de bespreking van de beleidsbrief in de raadsfora extra onder de aandacht werd gebracht was de wijkaanpak. Met name het gebrek aan zicht op continuïteit van de financiering van de wijkaanpak doordat de GSB-periode in 2009 eindigt en nog geen nieuwe GSBafspraken zijn gemaakt, waren aanleiding de zorg hierover uit te spreken. Wij delen de zorg voor de continuïteit, temeer omdat het gaat om een wezenlijke werkwijze. Wij hebben echter ook het vertrouwen uitgesproken dat een groot deel van de activiteiten die uit GSB middelen worden gefinancierd, opnieuw middelen beschikbaar zullen zijn in de periode na 2009. Dit moet het komende jaar duidelijk worden. Wel willen wij de laatste stand van zaken met betrekking tot de GSB middelen betrekken bij de eerder genoemde tussenrapportage “oud voor nieuw” . Om te bereiken dat meer kinderen uit arme gezinnen kunnen deelnemen aan sport, cultuur of andere activiteiten, stelt het kabinet in 2008 en 2009 jaarlijks 40 miljoen euro beschikbaar. Met de rijksoverheid wordt hierover een convenant afgesloten. Wij vinden het van belang hier bij aan te sluiten met onze nieuwe nota armoedebeleid geheten “Koers op kansen”. Nog teveel inwoners van Hengelo staan aan de kant en kunnen niet meedoen. In totaal 6% van alle kinderen heeft te maken met het feit dat hun ouders zich in een bijstandssituatie bevinden. In Hengelo leven in totaal 10% van alle huishoudens in Hengelo van een laag inkomen. Om deze mensen, en vooral hun kinderen, volwaardig te kunnen laten deelnemen aan het maatschappelijke leven willen wij een extra inzet plegen. In de vorige kadernota is reeds extra geld beschikbaar gesteld, toch zijn wij van mening dat wij met name op inkomensversterking, bevordering van maatschappelijke participatie en verbetering van de dienstverlening en bestrijding van niet-gebruik een extra impuls nodig is. Tijdens de raadsfora kwam de discussie naar voren of fysieke investeringen niet aantoonbaar sociaal rendement moeten opleveren. Uit uw raad kwam de gedachte naar voren om het instrument van de Maatschappelijke Kosten-Baten-Analyse in te zetten alvorens goedkeuring te geven aan fysieke investeringen. Wij vinden het een goed idee om in fysieke planontwikkelingen aan te geven wat het sociaal economisch rendement is. Dit sluit goed aan bij de “sociale structuurvisie” die momenteel ontwikkeld wordt. Samen met de structuurvisie Hengelo 2030 zijn de kaders voor de (middel)lange termijn helder om zodoende maatschappelijk verantwoorde fysieke investeringen (o.a. via ARI) te kunnen doen. Topprioriteit Versterking van het Jeugdbeleid Zoals uit de Staat van ons Collegeprogramma kan worden opgemaakt is de Versterking van het Jeugdbeleid stevig verankerd in de nieuwe nota Jeugdbeleid van 2007 en in de kadernota 2007-2010. De versterking van het jeugdbeleid is ook zichtbaar in de Brede buurtschool-aanpak, het Peuterspeelzaalwerk, de herstructurering van de sportvelden, de bijstelling van het budget cultuur en school en onze beleidsvoornemens ten aanzien van het Centrum voor Jeugd en gezin. 15
In de beleidsbrief focus op realiseren hebben wij uitgesproken nog een extra impuls te willen geven aan het concept van het centrum voor Jeugd en gezin, waarbij het overigens in deze fase nog niet voldoende helder is hoe de fysieke kant van de realisatie van het centrum voor Jeugd en Gezin vorm gaat krijgen. Mogelijk zal in de nabije toekomst nog een beroep moeten worden gedaan op de nog in te stellen Algemene Reserve Investeringen (ARI). Daarnaast zien wij de uitvoering van de nota Spelen en de herstructurering van de sportvelden waartoe in de vorige Kadernota is besloten, als belangrijke elementen van het jeugdbeleid. Wij hebben geconstateerd dat de versterking van het Jeugdbeleid geen duidelijk thema was voor een fundamentele discussie in de raadsfora en zien daarin een bevestiging van de keuzes van het college. Zowel de voornemens ten aanzien van het Centrum voor Jeugd en Gezin, als ook de voornemens ten aanzien van de herstructurering van de sportvelden en de nota Spelen waren geen aanleiding voor discussie. Wij handhaven daarom deze voorstellen.
Topprioriteit Binnenstad In ons collegeprogramma en de kadernota hebben we het hart van Hengelo, de Binnenstad als prioriteit benoemd. De binnenstad is een plek voor ontspanning en daarnaast een belangrijke economische factor. In de afgelopen maanden is het binnenstadsdebat gevoerd. Met een opkomst van ruim 1000 Hengeloërs waren de bijeenkomsten van het Binnenstadsdebat geslaagd. Het binnenstadsdebat vond plaats nadat in augustus een start gemaakt is met het “ophalen van creatieve ideeën van burgers”. Het voorstel van de expertgroep voor de Hengelose binnenstad, samengesteld uit de ideeën van de Hengeloërs, is inmiddels gereed. Ook in de raadsfora had de Binnenstad een prominente plaats bij de bespreking van de beleidsbrief. Met name de uitvoering van de resultaten uit het binnenstadsdebat en de zorg om samenhang tussen de verschillende plannen in en rond het centrum waren belangrijke onderwerpen in de ogen van de deelnemers aan de discussie. In de kadernota 2007-2010 hebben wij reeds de uitvoering van de maatregelen naar aanleiding van het binnenstadsdebat als prioriteit benoemd, maar waren de kosten ervan nog niet helder. Ook in deze fase kunnen wij bij de actualisatie van de kadernota slechts ruimte reserveren voor de uitvoering ervan. Wij hebben voorgesteld de uitkomsten van het stadsdebat te betrekken bij plannen als Lange Wemen, de stationsomgeving en het binnenstadsprogramma en daarnaast € 1.000.000,- te reserveren voor de uitvoering van maatregelen die niet inpasbaar zijn in de reeds lopende trajecten. Op één fractie na, die het bedrag voor de uitvoering van het stadsdebat aan de hoge kant vond, hebben wij in de raadsfora draagvlak gevonden voor dit voorstel. Wij handhaven dit voorstel. In de discussie werd, met brede instemming, ook de zorg voor samenhang tussen de diverse plannen in de Binnenstad uitgesproken. Hierbij werd erop gedoeld om in de veelheid van plannen een goede eenheid te bewaren en om het functioneren van de Binnenstad in een breder (economisch) perspectief te bezien. Onder andere werd de suggestie gedaan om een stadsarchitect aan te stellen. Ook het college is van mening dat die samenhang van groot belang is. Drie van de vijf kernopgaven uit de Structuurvisie Hengelo 2030 hebben een nauwe relatie met de Binnenstad: “Versterking economische structuur”, “Een binnenstad voor ontmoetingen” en “Ruimtelijke kwaliteit”. Wij zijn echter van mening dat deze samenhang niet persé door een stadsarchitect behoeft te worden bewaakt. Wij denken dat een aanpak, zoals die in de Berflo Es wordt gehanteerd, waarbij een supervisieteam de samenhang tussen de deelplannen bewaakt, een goed alternatief is. Ook werd met het oog op het economisch functioneren van de Binnenstad aandacht gevraagd voor de stadspromotie en het evenementenbeleid. Uit de burgervisie komt naar voren dat met betrekking tot het centrum niet alleen moet worden ingezet op de uitstraling van de sfeer van de gebouwen maar dat er ook levendigheid moet zijn. Die levendigheid moet met name ook worden bepaald door
16
de leuke evenementen, zoals die er de afgelopen tijd zijn geweest. Daarom wordt aandacht gevraagd voor de continuïteit van de evenementen. Het college deelt deze zorg, maar vindt dat stadspromotie een zaak is van iedereen, dus ook van de culturele instellingen en de ondernemers in de stad. Het college heeft in de kadernota 2007-2010 uitdrukkelijk gekozen voor het structureel maken van de middelen voor de evenementen op de markt en de ijsbaan, maar het college is nadrukkelijk van mening dat ook de ondernemers in de binnenstad meer moeten bijdragen en dat de binnenstadsvereniging dit als speerpunt zou moeten zien. Het college is in gesprek met de Vereniging Stadserf Hengelo (VSH) om te bespreken hoe dit in gezamenlijkheid opgepakt kan worden. Tot slot is bij de topprioriteit Binnenstad gesproken over het Hazemijerterrein en Lange Wemen. Ten aanzien van het eerstgenoemde onderwerp hebben wij in de discussie waargenomen dat geen draagvlak was voor de suggestie om het Hazemeijerterrein soberder uit te voeren. Ten aanzien van het stadskantoor Lange Wemen is discussie gevoerd over het al dan niet uitstellen van Lange Wemen in verband met de investeringen in de nieuwe huisvesting van het ambtelijk apparaat. In de kadernota 2007-2010 hebben wij de huisvesting van het ambtelijk apparaat gekoppeld aan de centrale huisvesting in Lange Wemen en daarbij tegelijkertijd een efficiencytaakstelling op ons genomen. Inmiddels hebt u kennis kunnen nemen van de Nota van Uitgangspunten voor het plangebied, waar de huisvesting van het gemeentelijk apparaat onderdeel van uit maakt. Deze huisvesting is een belangrijke drager van het plan, hetgeen tot de conclusie leidt dat uitstel van de nieuwbouw van het stadskantoor tot uitstel van planontwikkeling in het gehele gebied zal leiden. Wij zijn er van overtuigd dat dat feit op zich geen goede ontwikkeling is voor het economisch functioneren van de Binnenstad. Wij constateerden bij de bespreking van dit onderwerp dat de meerderheid zich niet heeft uitgesproken voor uitstellen cq. schrappen van dit plan. Zoals in de kadernota 2007-2010 het uitgangspunt was, moeten nog wel aanvullende middelen worden vrijgemaakt, om tot realisatie te komen. Later dit jaar krijgt uw raad een voorstel voor een finaal besluit over de huisvesting van het ambtelijke apparaat. Top Creatieve Stad Ten behoeve van de vormgeving van de Creatieve Stad wordt gebruik gemaakt van subsidiestromen. Sinds 2005 ontvangt Hengelo niet meer rechtstreeks middelen van het Rijk vanuit de geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving, maar zijn we hiervoor aangewezen op de provincie Overijssel. De jaarlijkse provinciale subsidie bestemmen we voor langlopende kunstprojecten door gerenommeerde kunstinstanties, die een stempel drukken op het kunstklimaat in Hengelo. De provincie verstrekt vanaf 2009 hier geen middelen meer voor. Wij hechten vanuit de gedachte van de Creatieve stad dusdanige grote waarde aan de voortzetting van deze gesubsidieerde activiteiten, dat wij voorstellen om €45.000,- in onze meerjarenraming op te nemen om het wegvallen van deze middelen te kunnen opvangen. Verder stellen wij voor een pm-post op te nemen voor onderzoek naar de haalbaarheid van vestiging van Crea in het Hijsch-complex en een bijdrage in de investeringen op te nemen wanneer in regionaal verband wordt besloten voor vestiging van het Historisch Centrum Twente in het Hijsch-gebouw.
c.
Investeren in de openbare ruimte
Zoals eerder aangegeven komen wij tot de conclusie dat vooral in de openbare ruimte nog veel grote opgaven liggen. Het gebruik en de inrichting van de openbare ruimte zijn in belangrijke mate van invloed op de waardering van onze stad door de Hengelose Bevolking. We noemden als prioritaire investeringen in de openbare ruimte: • de inrichting Westtangent, die niet veel langer uitstelbaar is vanwege de noodzakelijke vervanging van het riool. • de reconstructie Enschedesestraat, deel W. ten Catestraat – Drienerstraat die voortkomt uit Binnenstad in de Breedte, • de reconstructie van de W. de Clerqstraat in 2009, die ten behoeve van het afmaken van dat deel van Hart van Zuid noodzakelijk is. Bij de bespreking van het thema’s Binnenstad en openbare ruimte, zijn veel investeringen de revue gepasseerd. Er zijn voorstellen voor nieuwe investeringen 17
gedaan, voorstellen voor fasering of juist versnelling en voorstellen om investeringen te schrappen. Naast de reeds hiervoor genoemde investeringen waarvoor al stappen in de richting van besluitvorming zijn gezet, daarbij denkend aan: Hart van Zuid/CST, Lange Wemen, etc, hebben wij waargenomen dat aandacht is gevraagd voor de opname in ARI van de volgende investeringsvoorstellen: 1. Reconstructie Enschedesestraat / HOV 2. de uitvoering van de voorstellen voor het Weusthagpark 3. West tangent 4. Middengebied Bij de verdere invulling van ARI en het onderdeel “uitvoering infrastructurele werken” hebben wij hier nadrukkelijk rekening mee gehouden. Daarnaast is aandacht gevraagd voor de uitvoering van het fietsbeleid, waarbij tevens is voorgesteld om structureel voor versterking van het fietsbeleid te kiezen om tot versnelling van de uitvoering te komen. Wij zien vooralsnog dat er voldoende budget voor de uitvoering van het fietsbeleid is en komen op zeer korte termijn met voorstellen voor de bewaakte fietsenstalling en het fietsbeleid, mede op basis van het initiatiefvoorstel “in de hoogste versnelling”. Minder draagvlak leek er te zijn voor de uitvoering van een dynamisch parkeersysteem. We zijn van mening dat de verwijzing naar parkeergelegenheid in de vorm van parkeergarages wel verbetering behoeft, maar realiseren ons dat fasering in verband met Lange Wemen voor de hand ligt. Wij stellen daarom voor om in eerste instantie slechts de bebording van de P-route te verbeteren en daarnaast de verwijzing naar de parkeergarage aan de BP Hofstedestraat te verbeteren en in latere instantie een dynamische parkeerverwijzing opnieuw te beoordelen. Daarbij zullen wij onderzoeken of de exploitanten van parkeergarages kunnen bijdragen aan dit voorstel. Voorts is aandacht gevraagd voor de verkeerssituatie bij de Muziekschool. Hier treden verkeersonveilige situaties op bij het “halen en brengen” van de leerlingen. Het gaat hier met name om leerlingen met grote instrumenten en jonge(re) leerlingen. Over deze situatie bestaat inmiddels contact met het bestuur de muziekschool. De oplossing lijkt gevonden te kunnen worden in de verplaatsing van het “fietsparkeren” bij de muziekschool en het inrichten van een zogenaamde “kiss & ride” inrichting op het plein voor de muziekschool. De kosten hiervoor bedragen worden geraamd op ca. € 20.000,-. Wij willen deze oplossing meenemen in de aanpak voor verkeersonveilige situaties (AVOC) welke wij reeds in de beleidsbrief hadden opgenomen. Tot slot hebben wij, zoals aangekondigd in de beleidsbrief focus op realiseren tevens aan onze organisatie gevraagd om de investeringen in de infrastructuur te herprioriteren en middelen uit GRP en Mobiliteitsfonds in combinatie met een extra reservering zodanig te optimaliseren en op elkaar af te stemmen dat een nieuwe en zo efficiënt mogelijke planning ontstaat in een integraal Meerjaren investeringsplan voor de infrastructuur. De resultaten van deze opdracht hebben geleid tot de volgende conclusies en oplossingen om alsnog tot uitvoering te kunnen komen:
18
•
6.3 HOV Enschede centrum – Hengelo centrum Wij stellen voor dit project gefaseerd uit te voeren, gesplitst in een deel binnen en een deel buiten de bebouwde kom (inclusief kruising Kuipersdijk). Gezien als logisch vervolg op de al in Enschede gerealiseerde HOV-lijn lijkt een start met het laatstgenoemde deel voor de hand te liggen (2,5 mln).
•
6.7 Evaluatie 30-km gebieden (kleine aanpassingen) De kosten worden geraamd op € 300.000, waarvan € 200.000 kan worden gedekt uit het herstraatprogramma 2009-2014; relatie met “veilige routes”.
•
6.8 Opstellen verkeerscirculatieplan /verkeersstructuurplan Vooralsnog willen wij ons inzetten om zonder extra middelen tot uitvoering te komen, daarbij gebruik makend van bestaande middelen voor visieontwikkeling.
•
6.9 Veilige routes van en naar school
De noodzakelijke middelen (€ 100.000) voor de uitvoering van maatregelen zullen uit het herstraatprogramma 2009-2014 worden gedekt. Daarbij wordt ook naar combinaties in de uitvoering gezocht met het voorstel “evaluatie 30km gebieden”. •
6.10 Fietssnelweg (gedeelte Borne-Hengelo) Voor de uitvoering van de fietssnelweg zijn geen middelen gereserveerd, mede omdat de forse onrendabele top (€ 3.000.000,-), dusdanig omvangrijk is ten opzichte van de taakstelling van € 1.500.000,- die aanvankelijk voor de investeringen in de openbare ruimte is aangegeven (na aftrek West Tangent € 900.000) dat deze investering niet inpasbaar is. Er is op dit moment een goede fietsverbinding tussen Hengelo en Borne.
•
6.11 Achterstallig onderhoud bewegwijzering autoverkeer Wij hebben bepaald dat knelpunten uit de budgetten voor lopende projecten zullen worden gedekt. Dit heeft tot gevolg dat, waar mogelijk de bewegwijzering zal worden betrokken bij de planvorming van daarvoor in aanmerking komende projecten en dat in de uitvoering moet worden gefaseerd.
•
6.12 Voorstadhalte gezondheidspark Gelet op eisen van subsidieverstrekkers is het van belang dat de uitvoering spoedig zal plaatsvinden. De kosten van de voorstadhalte zijn echter aanzienlijk hoger dan in eerst instantie geraamd. De vraag rijst of de kosten niet disproportioneel zijn t.o.v. het aantal reizigers dat van deze voorstadhalte gebruik gaat maken. Wij houden rekening met een maximale bijdrage van € 300.000,-.
•
6.13 Aanpassen bebouwde kom grenzen De aanpassing van de bebouwde kom grenzen zullen wij zoveel mogelijk gaan faseren, daarbij zal zoveel mogelijk koppeling plaatsvinden aan regulier onderhoud.
•
6.14 Toegankelijkheid bushaltes De verwachte investering van € 200.000 zal voor de helft door subsidies worden gedekt.
•
6.15 Herinrichting busstation (toegankelijkheid) Om de toegankelijkheid te vergroten is, er van uitgaande dat pas op langere termijn een definitieve herinrichting mogelijk is, een tijdelijke oplossing op korte termijn noodzakelijk. Het investeringsbedrag daarvan wordt geraamd op € 300.000 en kan worden gedekt uit WVG middelen. Voor de structurele aanpak is de prioriteit hoog in relatie tot de uitstraling van de stad. Direct combineren met Centraal Station Twente is het meest efficiënt. Dit vraagt om een slimme planning met uitvoering uiterlijk in 2009.
•
6.17/6.18 Weusthagpark wandel- en fietspad. De aanleg van de voorgestelde wandel- en fietspaden in het Weusthagpark, kan grotendeels (€ 400.000) worden gedekt door te combineren met de uitvoering van het baggerplan (Houtmaatvijver) en kapitalisatie van een deel van het onderhoudsbudget voor dit gebied (€ 200.000). Deze financiële ruimte is taakstellend voor de uitvoering, tenzij het dan nog resterende tekort (€ 120.000) kan worden gedekt met bijdragen van derden. Verder kunnen wij met de in de Kadernota 2007-2010 beschikbaar gestelde middelen voor intensivering groenonderhoud in elk geval voor de investeringsvoorstellen Winkelcentrum Esrein, West-Tangent en Reconstructie Enschedesestraat, rekening houden met een eenmalige bijdrage van € 50.000,-. Met bovenstaande prioritering en oplossingsrichtingen hebben wij de financieringsopgave voor deze investeringsvoorstellen in de openbare ruimte de aanvankelijke (netto) investeringsbedragen gereduceerd van ruim € 7.000.000,naar € 3.000.000,-.
19
Investeringsambitie Openbare ruimte 2009-20..
jaar van inv.
loop-tijd
PRIO
Bedragen x € 1.000
2.500
2010
25
100
2009
25
pm
2009
25
0
2009
10
3.000
0
2008
25
L
pm
pm
2012
25
H
300
300
2008
10
6.13
Aanpassen bebouwde kom grenzen L bebording, fysieke maatregelen (investering 200.000)
pm
pm
2008
25
6.14 6.15
Toegankelijkheid bushaltes mob fonds Herinrichting Busstation (toegankelijkheid)
200 300
100 300
100 0
2009 2008
25 5
6.17
Weusthagpark 7 km fietspad (investering 595.000)
595
120
475
0
2009
25
6.18
Weusthagpark 5 km wandelpad (investering 125.000)
125
125
0
2009
25
Totaal
7.420
1.200
3.000
inv.bedrag bruto
Nr
Omschrijving
6.3
HOV Enschede centrum – Hengelo Centrum (na aftrek subsidie) realisatie
H
2.500
6.7
Evaluatie 30 km/uur gebieden (kleine aanpassingen)
L
300
6.8
Opstellen Verkeerscirculatieplan / Verkeersstructuurplan
L
pm
6.9
Veilige routes van en naar school, alsmede een veilige schoolomgeving
L
100
6.10
Fietssnelweg gedeelte Borne Hengelo. (Investering 3 miljoen)
L
6.11
Achterstallig onderhoud bewegwijzering autoverkeer
6.12
Voorstadhalte gezondheidspark (investering 300.000)
20
H H
bijdragen
begroting
200
100
0
220
tekort tlv alg. midd.
d.
Good Governance,
Bij de bespreking van het onderdeel Good Governance in de raadsfora bleken verschillende interpretaties van dit voorstel te bestaan. Enerzijds vanwege onduidelijkheid over de intenties van het voorstel, anderzijds vanwege het gebruik van de term Good Governance in een iets andere context. Wij richten ons met Good Governance daarbij op de wijkwelzijns- en culturele instellingen. Het uitgangspunt hierbij is dat een goed en transparant bestuur van instellingen, waarbij afspraken tussen gemeente en de instellingen (m.n. subsidieverstrekking) duidelijk zijn, leidt tot goed beheer van financiën en organisatie. Hierbij hoort ook een goed vrijwilligersbeleid, omdat bij veel instellingen de ziel en continuïteit bij de vrijwilligers ligt. Dit jaar zal uw raad hierover nog een nota vrijwilligersbeleid bereiken. Uit de bespreking kwam als conclusie naar voren dat als uitsluitend sprake zou zijn van een onderzoek, er geen draagvlak bestond voor dit voorstel. We constateerden dat sprake zou zijn van een positieve houding ten aanzien van dit voorstel als dit zich met name zou toespitsen op daadwerkelijke hulp aan bedoelde culturele instellingen. Het College onderkent dat sprake is van een aantal problemen bij de wijkwelzijnsen (met name kleine) culturele instellingen. De problemen spitsen zich toe op het op orde krijgen en houden van de eigen organisatie met de (beperkte) financiële ruimte die aan de instellingen gegeven wordt. Voor de wijkwelzijnsinstellingen hebben wij in de vorige kadernota al een extra impuls gegeven voor extra inzet van beheer. De inkomsten van de instellingen bestaan uit (gemeentelijke) structurele en incidentele subsidies en de bijdragen van cursisten cq. deelnemers. De beschikbare financiële middelen van de instellingen staan echter onder druk, onder andere als gevolg van: • toenemende druk op de organisaties om professioneel te werken (goede administraties, goede bereikbaarheid (bijvoorbeeld eigen sites), eisen van subsidieverstrekkers en accountants); • Cao-onderhandelingen waardoor de verhoging van personele kosten meer kunnen toenemen dan de jaarlijkse verhoging van het accrés op de beschikbare budgetten van subsidies; • grote terughoudendheid om deelnemersbijdragen te verhogen uit angst voor teruglopende deelnemersaantallen waardoor subsidies mogelijk ook weer onder druk komen te staan; • eigen ambities om dingen ‘beter’ of ‘meer’ te doen; Mede als gevolg van deze ontwikkelingen is het hoe langer hoe moeilijker om vrijwilligers te vinden die in hun eigen tijd de verantwoordelijkheid voor deze instellingen willen dragen. Het College heeft zorgen over deze ontwikkelingen, maar vindt het toekennen van extra subsidie niet zondermeer de eerste en enige juiste weg. Zoals ook overheden zich moeten bezinnen op vraagstukken als doen wij de juiste dingen? Wat zijn onze kerntaken, hoe kunnen we professionaliseren, efficiency vinden in nieuwe ontwikkelingen en technieken, inkomsten optimaliseren, PR gebruiken om extra inkomsten te genereren, extra, nieuwe subsidiestromen aanboren, samen met andere instellingen oplossingen zoeken of het beheer efficiënter inrichten, moeten ook andere instanties dat doen. Wij willen met dit voorstel een pragmatische handreiking doen in het zoeken van slimme oplossingen en het leren van andere instellingen. Bij dit voorstel voor nieuw beleid veronderstellen wij dat door samenvoegen van de diverse beheersmatige activiteiten van de (kleine) culturele instellingen financiële ruimte kan worden geschapen bij deze instellingen en als gevolg daarvan de verantwoordelijkheid door vrijwilligers / bestuurders beter gedragen kan worden. In tegenstelling tot hetgeen in de discussie is aangenomen, staat het uitvoeren van onderzoek hier niet centraal, maar juist het werkenderwijs en in gezamenlijkheid oplossen van knelpunten. De opdracht die de organisatie met de vaststelling van deze kadernota meekrijgt luidt daarom: 1. Verken met gezamenlijke partijen of het voor de bedrijfsvoering van Muziekschool, Crea en ‘t Heim beter is om beheersmatige activiteiten samen te voegen. 21
2. Verken, samen met vertegenwoordigingen van (kleine) culturele instellingen of zij bij deze samenvoeging baat zouden kunnen hebben. 3. Breng daarbij in beeld of dit financiële voordelen op zou kunnen leveren voor de diverse instellingen. 4. Breng tevens in beeld of de oprichting van een koepelorganisatie soelaas biedt voor bestuurders / vrijwilligers 5. Verken gezamenlijk in hoeverre de voorgaande punten voor de wijkwelzijnsinstellingen van toepassing zijn en kunnen leiden tot verbetering. Uitgangspunt is dat eventuele financiële ruimte die beschikbaar komt door deze operatie, beschikbaar blijft voor de activiteiten van de culturele instellingen. Samenvoeging van beheeractiviteiten en / of het oprichten van een koepelorganisatie is uitdrukkelijk niet bedoeld als bezuinigingsmaatregel. Het is ons voornemen om na vaststelling van deze kadernota, de tweede helft van het jaar te benutten voor de uitvoering en zo mogelijk in januari 2009 aan uw raad te rapporteren. Bij de bespreking van dit voorstel is ook aandacht gevraagd voor het exploitatietekort bij het ‘t HEIM en nadrukkelijk aangegeven dat “Good Governance” in dit specifieke geval onvoldoende zal zijn. Zoals in de beleidsbrief al aangegeven, kunnen de voorwaarden die in 2005 door de gemeente zijn verbonden aan de geldlening niet worden vervuld, als gevolg waarvan een sluitende exploitatie niet mogelijk is. De begroting 2007 liet in eerste instantie een tekort zien van € 175.000.-, taakstellend probeert ’t Heim, o.a. door sponsoring vanuit het bedrijfsleven, dit tekort terug te brengen tot circa €100.000,- . Wij handhaven daarom het voorstel om ten aanzien van het HEIM zowel in te zetten op het zoeken naar oplossingen in het kader van ‘good governance’ als ook rekening te houden met een extra structurele bijdrage van € 50.000,-.
e. Organisatie en organiseren Het thema Organisatie en middelen in het eerste raadsforum heeft zich met name toegespitst op de tarieven, de instelling van de algemene Reserve Investeringen en de “oud voor nieuw”-discussie en in mindere mate op de organisatie. Toch zijn enkele onderwerpen kort de revue gepasseerd. We denken daarbij aan: 1. Efficiencymaatregelen en regionale Samenwerking 2. Digitale dienstverlening 3. Handhaving en vergunningverlening Er is niet gesproken over het in de beleidsbrief geformuleerde beleid ten aanzien van de versterking van het accountmanagement bij de afdeling Economische Zaken en de invoering van een nieuw Functiewaarderingssysteem (FUWA). Wij hebben daaruit de conclusie getrokken dat de niet besproken onderdelen niet ter discussie staan en deze in deze kadernota overgenomen. e.1 Efficiencymaatregelen Door verschillende fracties is uitgesproken dat verdergaande efficiency maatregelen dan de nu voorliggende efficiency taakstellingen niet verantwoord zijn. Wij delen deze mening. Het financieel kader van de kadernota 2007-2010, liet een ruimte voor nieuw beleid zien, oplopend van €2.400.000,- in 2007 tot € 4.500.000,- in 2010. Deze ruimte was o.a. het gevolg van de efficiency taakstelling, gekoppeld aan het nieuwe stadskantoor in Lange Wemen en de taakstelling op inkoop. Wij gaan er van uit dat deze oplopende taakstellingen volgens de voorziene route in de desbetreffende jaarschijven worden gerealiseerd, maar zijn ons ervan bewust dat verdergaande taakstellingen op efficiency als gevolg daarvan als niet haalbaar moeten worden geacht. Daarbij moeten wij ons realiseren dat ook in de volgende collegeperiode nog een aanvullende taakstelling ligt om de realisatie van het nieuwe stadskantoor mogelijk te kunnen maken. Verder is door de raad positief gereageerd op het voorstel over het gezamenlijke belastingkantoor. In het eerste raadsforum is uitgesproken dat dit soort initiatieven moet worden gestimuleerd. Als voorbeeld is een gezamenlijk afdeling Economische Zaken genoemd. Wij zijn van mening dat ook een eigen economisch beleid noodzakelijk blijft, maar vinden het wel zinvol om andere kansen te onderzoeken. 22
Wij denken daarbij aan onderdelen waar specialisatie in uitvoeringswerkzaamheden noodzakelijk is en efficiency mogelijk is. Voorbeelden hiervan zouden kunnen zijn: ICT en (onderdelen van) personeelszaken. e.2 Digitale dienstverlening In de beleidsbrief “focus op realiseren” hebben wij een kortste schets gegeven van de toekomstige, onontkoombare ontwikkelingen die effect hebben op de ambtelijke organisatie. We noemden in dat verband o.a. de invoering van de omgevingsvergunning, deregulering, de afspraken in het kader van bestuursconvenanten met betrekking tot e-dienstverlening en basisregistraties, de komst van de “Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen”, de invoering van de grondroerdersregeling en de implementatie van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening. Deze ontwikkelingen leiden er toe dat het nodige moet worden geïnvesteerd in ICT-oplossingen, herinrichting van werkprocessen, fysieke aanpassingen in de huisvesting en investeringen in kwaliteitszorg. In de raadsfora is met name het digitale “dienstverleningsaspect” van deze voorstellen aan de orde geweest. Kijkend naar het landelijk niveau zou daar nog een kwaliteitsslag kunnen plaatsvinden. Deze conclusie past bij ons voornemen om middelen vrij te maken voor de ontwikkeling en uitbreiding van de dienstverlening. Wij houden daarbij rekening met de kwaliteitseisen die in de hiervoor genoemde convenanten en regelgeving zijn opgenomen. Deze conclusie past ook bij ons voornemen om de gemeentelijke website te verbeteren. Daarbij is door enkele fracties uitgesproken dat de digitale dienstverlening vaak de plaats inneemt van niet-digitale dienstverlening, waarbij het gaat om een verschuiving van werk, waarbij de kosten voor de baten uitgaan. Digitalisering moet op termijn ook efficiencywinst opleveren die dan weer anders ingezet kan worden. We gaan er van uit dat deze ontwikkelingen de eerste twee jaar zeker extra geld gaan kosten, maar de investeringen moeten ook wat opleveren waar het gaat om de beheerskosten. Wij hebben samen met het directieteam de inschatting gemaakt dat de uitvoering van deze ontwikkelingen niet hoeft te leiden tot structurele uitzetting van kosten. Wel zullen, vooral gericht op de invoering en implementatie, extra kosten moeten worden gemaakt. Wij willen daarvoor eenmalig een bedrag van € 300.000,- reserveren. Om e.e.a. nog op tijd te kunnen realiseren is deze reservering al in 2008 noodzakelijk. e.3 Handhaving en vergunningverlening Wij hebben waargenomen dat in de discussie over de omvorming van personele capaciteit van beleid naar beheer met name is gesproken over nut en noodzaak in relatie tot het capaciteitsvraagstuk bij Bouwen en Brandweer. In de discussie zijn drie invalshoeken aan de orde geweest: • de invoering van de omgevingsvergunning en mogelijke daaruit voortvloeiende efficiency. • het belang van een goede dienstverlening en goed toezicht • de vraag of deze omvorming juist niet problemen oplevert bij het goed uitvoeren en beheren van het gemeentelijk beleid. Deze invalshoeken zijn uitdrukkelijk onderdeel geweest van de afweging die we hebben gemaakt over dit capaciteitsvraagstuk. Daarnaast willen wij op grond van onze hiervoor beschreven visie op regie en kaderstelling de komende twee jaar bezien hoe wij een aantal capaciteitsproblemen zouden kunnen oplossen via deregulering, omscholing en omvorming, doorlichting van budgetten en ontwikkelingen die kunnen leiden tot herschikking van inzet. We gaan er vanuit dat u met ons, indachtig het brede draagvlak voor een “oud voor nieuw”-discussie, , , kansen ziet om keuzes te maken door herschikking van capaciteit. Dit kan worden bereikt door er voor te kiezen om bepaalde taken op een ander niveau ??? uit te voeren, door verbeterslagen of door taken anders organiseren. Wij hebben in de beleidsbrief “Focus op realiseren”, willen aangeven dat die “vrijgespeelde” capaciteit in ieder geval zal worden ingezet voor de taken op het gebied van vergunningverlening en handhaving. Wij hebben uit de vragen die zijn gesteld en de kanttekeningen die zijn geplaatst in de raadsfora opgemaakt dat wij niet helder genoeg hebben verwoord hoe groot de urgentie is in dit capaciteitsvraagstuk. Op deze plaats willen wij dat graag toelichten. 23
Waarom is extra capaciteit voor vergunningverlening noodzakelijk? Wij gaven in onze beleidsbrief aan dat er, uitgaande van het BMC-onderzoek en de rapportage door de VROM-inspectie, sprake van een behoorlijke onderbezetting en een forse noodzakelijke capaciteitsuitbreiding. Het realiseren van een adequaat niveau vraagt om extra capaciteit, vooral bij de uitvoering van de bouwregelgeving en bij de uitvoering van taken in het kader van de (brand)preventie. Er is echter veel aan de hand in dit taakveld: • Er is landelijk gezien sprake van een professionaliseringslag in de uitvoering van bouwregelgeving. • Het hiervoor BMC-rapport (2004) geeft aan dat sprake is van een duidelijke ondercapaciteit bij de uitvoering van de taken op het gebied van Bouwen, Milieu en in mindere mate de Brandweer. • In 2005 heeft de VROM-inspectie onderzoek gedaan naar de uitvoering van de VROM-taken, waaronder ook de uitvoering van de bouwregelgeving. • Daarnaast wordt als gevolg van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) per 1 januari 2009 de Omgevingsvergunning ingevoerd. • Verder wordt ingezet op deregulering. Professionaliseringsslag Zoals die op het vlak van uitvoering van milieutaken inmiddels op grond van landelijke wetgeving is gerealiseerd, is ook sprake van een professionaliseringslag in de uitvoering van de bouwregelgeving en brandpreventie, onder andere naar aanleiding van verschillende incidenten zoals, de cafébrand Volendam, het instorten van het parkeerdek bij Van der Valk in Tiel, het instorten van de toneeltoren (in aanbouw) in Hoorn, het instorten van balkons in Maastricht met dodelijke afloop, noodzakelijke ontruimingen van parkeergarages, winkels en woningen aan het Bos en Lommerplein en Osdorpplein in Amsterdam wegens constructieproblemen etc. Voor veel gemeenten zijn deze incidenten aanleiding geweest om de kwaliteit en capaciteit van de uitvoering van bouwregelgeving bij te stellen. Ook in landelijke platforms zijn kwaliteitsslag en de beleidsmatige keuzes tussen wat wel en niet te toetsen en handhaven onderwerp van discussie. Deze beleidsmatige keuzes zijn in Hengelo (bestuurlijk) nog niet gemaakt en zijn in het nog vast te stellen uitvoeringsbeleid verwoord. BMC-rapport De gemeente Hengelo heeft eind 2004 aan BMC (Bestuur & Management Consultants) de opdracht verstrekt onderzoek te doen naar efficiencymogelijkheden binnen de organisatie van de gemeente Hengelo. Dit met het doel om tot inzicht te komen in de mogelijkheden van efficiency van de bedrijfsvoering, die moest leiden tot een bezuiniging van € 940.000,—. In dit onderzoek heeft een Financiële vergelijking en een personele vergelijking plaatsgevonden met een drietal expliciet gekozen gemeenten: Almelo, Helmond en Vlaardingen. Daarnaast heeft een personele vergelijking plaatsgevonden met referentiegemeenten (zelfde inwoneraantal, centrumfunctie en sociale structuur). Daarbij werd geconstateerd dat sprake was van een duidelijk lagere formatie op het onderdeel bouwen. Conclusie was daarbij tevens dat bij piekbelasting in de vergunningverleningsfeer de handhavingstaak werd geminimaliseerd. Dit gold voor de onderdelen Bouwen en Milieu. Dit leidde volgens BMC tot riskante situaties. Het advies was hier om te komen tot een situatie waarin werd gewerkt vanuit door het bestuur vastgestelde normen van vergunningverlening en handhaving, waarbij duidelijk moest zijn welke risiconormen voor het bestuur acceptabel zijn. BMC constateerde tevens dat op het onderdeel bouwvergunningen de gemeente Hengelo minder uit gaf dan de benchmarkgemeenten. VROM-breed onderzoek In het voorjaar van 2005 heeft de VROM-inspectie onderzoek verricht naar de toepassing, naleving en handhaving van de VROM regelgeving in de gemeente Hengelo. Het inspectierrapport was eind 2005 gereed. Naar aanleiding van het onderzoek naar de uitvoering van toezichthoudende taken op het gebied van Bouwen en Ruimtelijke ordening, heeft de VROM-Inspectie te kennen gegeven grote waarde te hechten aan een vastgesteld handhavingsbeleid met daaraan gekoppeld een relatie naar de uit te voeren taken, de benodigde menskracht en middelen en met daarin tevens opgenomen een periodieke evaluatie en rapportage 24
daarvan aan het college en gemeenteraad. Wij hebben met de instemming van uw raad een krediet beschikbaar gesteld voor de totstandkoming van dit beleid, zodat op korte termijn alsnog een aanvang kan worden gemaakt met de opstelling van dit handhavingsbeleid. Dit beleid is in concept gereed. De inhoud cq vaststelling ervan is echter gekoppeld aan besluitvorming in deze kadernota. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) geeft de kaders aan van de nieuwe omgevingsvergunning: één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, ruimte, natuur en milieu. Bij de omgevingsvergunning gaat het om één aanvraag bij één loket met één beslissing na één procedure met één beroepsgang en één toezichthouder. Het overgrote gedeelte van deze omgevingsvergunningen zal verleend worden door de gemeente. De Wabo stelt een aantal eisen aan gemeenten: • De gemeente moet één loket hebben ingericht voor de omgevingsvergunning. • De gemeente moet een aanvraag digitaal kunnen ontvangen. • De gemeente moet één vergunning kunnen afgeven voor de in de Wabo geïntegreerde of aangehaakte beschikkingen. • De gemeente moet gecoördineerd toezicht kunnen organiseren. • De gemeente moet kunnen optreden als één bestuursrechtelijk • handhavingsorgaan. De Wabo geeft niet aan hoe deze eisen moeten worden ingevuld. De pilotervaringen met de omgevingsvergunning maken duidelijk dat ‘de’ aanpak voor de implementatie van de Wabo niet bestaat. De wijze waarop de omgevingsvergunning wordt ingevoerd in de eigen situatie, hangt af van hoe de gemeente nu haar zaken heeft georganiseerd en welke visie zij heeft op dienstverlening. Een misvatting die bij velen bestaat is dat deze ene omgevingsvergunning, die veel bestaande vergunningen moet vervangen, per saldo leidt tot aanzienlijk minder werk. Het Ministerie van VROM heeft aan Capgemini de opdracht gegeven om een businesscase te ontwikkelen om de werkelijk te verwachten baten en lasten in kaart te brengen. Capgemini heeft voorgesteld de ontwikkeling van het Business Case model in drie fasen uit te voeren. De eerste fase - de effecten van de invoering van de Omgevingsvergunning op de bestuurlijke lasten worden bij een pilot-organisatie in kaart gebracht en ondergebracht in een model - is uitgevoerd in de gemeente Groningen. De exacte invloed van de Omgevingsvergunning op de hoeveelheid handhavingstaken blijkt nog moeilijk te voorspellen. Op het vlak van vergunningverlening moet worden uitgegaan van een afname van het aantal vergunningaanvragen ten gevolge van de samenloop tussen diverse vergunningen in de omgevingsvergunning. Deze afname blijkt echter niet tot een afname van het aantal toetsen te leiden. De wettelijke kaders blijven immers gelijk. In Groningen is de aanname gedaan dat het effect op inspecties en handhaving evenredig is aan de afname van het aantal bouwvergunningsaanvragen. Mogelijk levert efficiënter beheer van gegevens ook efficiency voordelen op die te verwachten zijn door de maatregelen ICT-ondersteuning en procesherontwerp (o.a. digitalisering van dossiers). Hier geldt echter dat de kosten voor de baten uitgaan. In Groningen wordt er van uit gegaan dat dit circa 2 fte oplevert. Naar Hengelose schaal vertaald, betekent dit circa 1 fte. Hierbij moet echter wel de kanttekening worden geplaatst dat men in Groningen van een adequaat niveau uitging met betrekking tot de personele capaciteit. Dit in tegenstelling tot de Hengelose situatie. Waarom nu pas een keuze voor uitbreiding? Als eind 2005 duidelijk werd dat er meer capaciteit noodzakelijk was voor de uitvoering van bouwregelgeving waarom dan nu, in 2008, een keuze voor uitbreiding? Een en ander terugfilmend is dit wel te verklaren. Eind 2005 stonden we immers aan de vooravond van een organisatieverandering. Deze organisatieverandering had met betrekking tot de uitvoering van deze taken een tweeledig doel. Enerzijds is met de keuze van het nieuwe organisatiemodel voorgesorteerd op de komst van de Wabo en de omgevingsvergunning, anderzijds is door de herschikking van taken ingezet op een efficiënter werkende organisatie. Deze reorganisatie heeft er ook toe geleid dat de grootste knelpunten in de uitvoerende taken van brandweer bouwen en milieu zijn opgelost door taken te herverdelen en milieucapaciteit hiervoor om te zetten (1 fte). Mede op basis van 25
het rapport van de VROM-inspectie zijn vervolgens medio 2006 door uw raad middelen beschikbaar gesteld voor de opstelling van het door hen bedoelde bouwbeleid en de bijbehorende capaciteitsraming. Dit besluit viel min of meer gelijk met de start van de nieuwe organisatie. Het daarop volgende jaar is vervolgens gebruikt voor de uitwerking van het bouwbeleid. De noodzakelijke capaciteitsuitbreiding voor de uitvoering van dit beleid heeft dus de huidige organisatie als uitgangspunt en is vervolgens na de zomer van 2007 bij de afwegingen in beleidsbrief en deze kadernota betrokken. Dat dit beleid nog niet is vastgesteld is weer terug te voeren op de ontbrekende capaciteit voor de uitvoering ervan. Hiermee zijn we op de zogenaamde kip-en-ei kwestie gekomen. Besluitvorming over de capaciteit is dus weer afhankelijk om het beleid definitief vast te kunnen stellen. Conclusie Op welk niveau deze taken moeten worden uitgevoerd is een kwestie van evenwicht tussen kwaliteit, kwantiteit en capaciteit. Het verschil tussen de benodigde en aanwezige capaciteit vraagt om een afweging ten aanzien van kwaliteit en kwantiteit. Wij zijn van mening dat de tijd rijp is voor deze afweging. Op 1 januari 2009 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van kracht en is de omgevingsvergunning wettelijk gezien een feit. Daarmee is niet alles tot in detail duidelijk, het gaat tenslotte om nieuwe regelgeving en een totaal nieuwe context waarin gewerkt moet worden. Het is echter evident dat om een goede organisatie te kunnen inrichten de kaders vooraf helder moeten zijn, ook qua capaciteit. Vast staat dat de VROM inspectie heeft vastgesteld dat het uitvoeringsbeleid van de bouwregelgeving ontbreekt. Daarnaast heeft de inspectie vastgesteld dat de uitvoering van de bouwregelgeving te wensen overlaat en dat de capaciteit voor uitvoering van deze taken in overeenstemming moet worden gebracht met een goed uitvoeringsbeleid. Het college heeft in haar reactie aan de VROM-inspectie laten weten dat aan beide tekortkomingen wordt gewerkt. De tegenhanger van het kwaliteitsniveau is het risiconiveau. Afhankelijk van de situatie, kunnen tussen twee controlemomenten zich situaties voordoen waarvan de organisatie niet op de hoogte is. Een garantie dat er niets zal gebeuren kan nooit worden bereikt door vergunningen te verlenen en te handhaven, hoeveel energie en menskracht er ook in wordt geïnvesteerd. De kans op gevaarlijke situaties kan ermee wel worden verminderd. Aan elk uitvoeringsniveau hangt dus een risicoprofiel. Verder wordt uit landelijke gevoerde discussies over het uitvoeringsniveau duidelijk dat niet alle regelgeving wordt getoetst of gecontroleerd. Ook in de discussies over deregulering wordt hier voor een deel van uitgegaan. De vraag die wij onszelf bij de opstelling van het concept uitvoeringsbeleid voor de gemeente Hengelo hebben gesteld is ”Welke risico’s vinden wij aanvaardbaar en welke vinden wij onaanvaardbaar? Onze analyse is dat wij op dit moment op een onaanvaardbaar laag uitvoeringsniveau opereren. Het voorgestelde uitvoeringsbeleid lijkt fors, maar heeft geen hoog ambitieniveau. Het voorstel is volgens ons slechts een inhaalslag die leidt tot een middenpositie tussen onvoldoende en ruim voldoende. Op grond van voorgaande zijn wij van mening dat de urgentie van dit capaciteitsvraagstuk dusdanig groot is dat we het in de beleidsbrief genoemde beleidsvoornemen om versterking van de capaciteit in de sector Brandweer, Veiligheid en leefomgeving (in volgorde van prioriteit: met accenten Bouwen (vergunningen, publieksbalie, handhaving en brandweer) een absolute noodzaak is. Enerzijds vindt dat plaats door naast bovenstaande omvorming van capaciteit van beleid naar beheer, de onderbezetting in deze sector op te vangen door in 2009 €150.000,- en vanaf 2010 structureel €300.000,- in de begroting op te nemen, anderzijds zal dit in de komende twee jaar moeten worden geëffectueerd door de hiervoor bedoelde omvorming van capaciteit. Ook de versterking van accountmanagement EZ (€70.000,-) moet op invulling krijgen door verschuiving in capaciteit.
26
4. Investeren, ook na 2010 Bij de vaststelling van deze kadernota gaan we uit van een nieuwe Algemene Reserve Investeringen. De investeringen die wij in deze kadernota hebben aangedragen, achten wij, zoals wij in onze overwegingen hebben aangegeven, zijn slechts een keuze uit een groot aantal toekomstige investeringen. Ze zijn van groot belang voor Hengelo. Met de instelling van ARI en de keuze voor de criteria zijn we er nog niet. Voor de voeding van ARI ten behoeve van de financiële dekking van deze beleidskeuzes hebben wij slechts een aanzet gedaan. Daarnaast hebben wij mogelijkheden aangegeven die bij kunnen dragen aan de voeding van ARI. Hierover willen wij graag in debat met u. Wanneer wij niet slagen in die dekking te voorzien zullen deze investeringen tot nader order moeten worden uitgesteld. Zoals met uw raad afgesproken, hebben wij tevens een doorkijk naar alle in gang gezette activiteiten, opdrachten en investeringen na 2010 in de beleidsbrief cq kadernota opgenomen (paragraaf 4.1.). Wij vinden deze doorkijk belangrijk voor het debat dat wij met u willen voeren in het komende najaar over de meerjaren investeringsagenda, afgezet tegen de voeding van ARI. In paragraaf 4.2 zijn de de beleidsmatige keuzes ten aanzien van de investeringen in deze kadernota opgenomen. Hieruit blijkt ook welke opgave er in financiële zin nog ligt, naast de voorgestelde oplopende structurele voeding en de eenmalige dotatie. 4.1. Doorkijk investeringen na 2010 Hengelo heeft hoge ambities. De structuurvisie Hengelo 2030 geeft in belangrijke mate richting aan de opgaven in de toekomst. Naast Hengelo 2030 wordt in 2008 een sociale structuurvisie ontwikkeld die richting geeft aan de manier waarop sociale en fysieke opgaven integraal vorm krijgen. Bedoelde opdrachten en investeringen zullen ook doorwerken in de komende collegeperiode(n). In dat verband willen wij de volgende ontwikkelingen en plannen onder uw aandacht brengen: Binnenstad De binnenstad, het hart van Hengelo, is een plek voor ontspanning en daarnaast een belangrijke economische factor. De Binnenstad heeft ook een duidelijke positie gekregen in “Hengelo 2030”. Voor zover we dat op dit moment kunnen bezien is het binnenstadsdebat geslaagd. In januari komt de expertgroep met één voorstel voor de Hengelose binnenstad, samengesteld uit de ideeën die de afgelopen maanden door de Hengeloërs zijn aangeleverd. Welke invloed dit voorstel heeft op de ambities voor de Binnenstad is nog niet te voorzien. Ook moeten wij bij de Binnenstad nog denken aan de planvorming rond de Blokkerlocatie, Lange Wemen en Lambertushof. In relatie tot Lange Wemen moet ook de Huisvesting van het ambtelijk apparaat (Nieuwbouw Stadskantoor+verbouw stadhuis) worden genoemd. In de kadernota 2007-2010 hebben wij die gekoppeld aan de centrale huisvesting in Lange Wemen en een efficiencytaakstelling op ons genomen. Om tot realisatie te komen zijn nog wel aanvullende middelen noodzakelijk die de komende jaren moeten worden vrijgemaakt. Later dit jaar krijgt uw raad een voorstel aan de hand waarvan het finale besluit over de huisvesting van het ambtelijke apparaat zal plaatsvinden. Ook de nog resterende uitvoering van het binnenstadsprogramma staat in de toekomst nog op stapel. Het verlichtingsplan en de openbare toiletvoorzieningen vormen onderdeel van de afwegingen. In het kader van Binnenstad in de breedte zal in de komende jaren ook de herinrichting van de Enschedesestraat, deel W. ten Catestraat-Drienerstraat en de Marskant (Willemstraat) nog vragen om afronding. Verder zijn wij op de grens van Binnenstad en Hart van Zuid , zoals bekend bezig met de bouw van Metropool. Hart van Zuid Eind 2004 zijn voor Hart van Zuid de Nota’s van Uitgangspunten vastgesteld voor de deelgebieden Lansinkveld, Langeler Erve en Hoofdinfrastructuur. Ook wordt de 27
herstructurering van de Lansinkesweg en de Industriestraat vanaf 2008 ter hand genomen. De planontwikkeling Hart van Zuid is zover gevorderd, dat voorjaar 2007 gestart is met het opstellen van een Nota van Uitgangspunten voor de Stationsomgeving Centraal Station Twente. Voor de realisatie wordt uitgegaan van bijdragen van rijk en provincie. Het CST heeft een duidelijke positie op de Agenda van Twente. Onderdeel van de plannen rond het Stationsplein vormt de realisatie van het WTC Twente. Daarvoor is in 2005 een licentie door de WTCA verleend. Per 1 september 2007 is een directeur van het WTC Twente aangesteld. De voornaamste activiteit was het opstellen van een businessplan, wat ondertussen gereed is. Nog in voorbereiding zijn ondermeer de herinrichting Hoofdinfrastructuur Lansinkesweg en Industriestraat. Voor het gebied achter de Willem de Clercqstraat wordt nagedacht over mogelijke herinrichting. Er wordt hard gewerkt aan de ontwikkeling van het Hijschgebouw (met naar verwachting een VMBO, parkeergarage etc.), een gezondheidscentrum met meerdere aanbieders van eerstelijnszorg, het voorlopig ontwerp Laan Hart van Zuid en de plannen voor het Winkelcentrum Esrein. Met betrekking tot het Hijschgebouw zijn ook opties mogelijk met functies als Crea of het Historisch Centrum Twente. Mogelijk zijn daarvoor extra middelen in de toekomst noodzakelijk. Herstructurering Berflo Es Onlangs zijn samenwerkingsovereenkomsten en convenanten getekend tussen de woningcorporaties en de gemeente. De totstandkoming van wijkvisies is daar een onderdeel van. De in 2006 voor de Berflo Es ondertekende Samenwerkingsovereenkomst is de basis voor drie buurtplannen. Deze S.O.K. en buurtplannen vormen vervolgens de basis voor de in 2008 af te sluiten realisatieovereenkomst (ROK) waarin nauwkeurig de prestatieafspraken tussen de diverse partijen wordt vastgelegd. Het betreft de deelgebieden Berflo Es Zuid, Veldwijk Zuid en Veldwijk Noord. Ook de herinrichting van de Berflobeek heeft relaties met de herstructurering van de Berflo es. Herstructurering bedrijventerrein: Voor de revitalisering van bedrijventerrein hebben we in de kadernota middelen vrij gemaakt voor de cofinanciering van de Topper 2 aanvraag. Ook zal op termijn het bedrijventerrein Timmersveld punt van aandacht zijn waar het gaat om investeringen. Om verder te gaan dan de realisatie van de topper en 1 en 2 zijn extra middelen noodzakelijk. Overige ontwikkelingen in de stad Ook in de overige delen van de stad hebben de nodige plannen en ontwikkelingsrichtingen met langere doorlooptijden zich aangediend. We noemen in dat verband de realisatie van het Gezondheidspark met daaraan gekoppeld de voorstadhalte, de realisatie van Kristenbos, De verdere ontwikkeling van de Zuidelijke en noordelijke spoorzone, het Weusthagpark, de realisatie van de Brede School, de centra voor Jeugd en gezin, de volgende fase van het FBK (FBK Sportboulevard) en de roep om ontwikkelingsvisies voor Klein Driene, de Hengelose Es en Wilderinkshoek. Daarbij is aandacht voor draagkracht en draaglast, balans in de sociale opbouw, meer gevarieerde woonproducten met kwaliteit, waarbij gedoceerd en kleinschalig ingrijpen het uitgangspunt is, aandacht voor wonen en zorg (o.a. ketensamenwerking), en extra inzet op sociaal en welzijn (o.a. sociaal beheer, sociale activering) en een gezond en passend apparaat aan commerciële functies, dat past bij de aard en de omvang van de buurten. Er zijn nog geen afspraken over uitvoering. Stadsontwikkelingbedrijf/stadsherstelbedrijf Het actief strategisch aankoopbeleid vastgoed en de herontwikkeling van gronden in het stedelijk gebied met het oog op het creëren van kansen voor nieuwe werkgelegenheid en het stimuleren van wonen boven winkels uit het bedrijfsplan van het SOB, zullen in de toekomst een financiële impuls nodig hebben. Voor de realisatie van dit voornemen is een startkapitaal noodzakelijk. Zoals hiervoor onder de noemer “Samen met en slimme oplossingen” aangegeven willen wij nader onderzoeken op welke wijze dit – met externe partners - moet worden vormgegeven.
28
Landelijk gebied Ook in het Buitengebied van Hengelo zijn ontwikkelingen gaande die uiteindelijk zullen leiden tot financiële inspanningen. Daarbij moeten genoemd worden de uitvoering van het inrichtingsplan Middengebied. In de landinrichting Enschede Noord (Inrichtingsplan Enschede Noord) valt ook de stadrand Driene, De uitvoering vindt plaats in het kader van de landinrichting. Een bijdrage voor het inrichtingsplan Middengebied is echter noodzakelijk. Deze maakt onderdeel uit van de afweging in deze beleidsbrief. Voor Woolde/Twickel wordt een ruimtelijke ontwikkelingsvisie opgesteld. Doel is om te komen tot een ruimtelijke ontwikkelingsvisie voor het landgoed Twickel in relatie tot haar omgeving. Voor Hengelo maakt de stadsrand Woolde integraal deel uit van de visie en zal de verbinding tussen de stad en het landgoed onderzocht worden. Dit zal in de toekomst kunnen leiden tot een plan voor de invoering van Groene en Blauwe diensten en het vormen van een fonds voor de uitvoering. Daarnaast zal in 2008 een landschapsontwikkelingsplan Beckum-Oele gereed komen. Tot welke investeringen dit zou moeten leiden is nog niet bekend. Er wordt in dit verband zoveel mogelijk aangehaakt bij het Investeringsbudget landelijk gebied (ILG). Overigens sluiten wij niet uit dat op langere termijn bijdragen noodzakelijk zijn voor de sportfaciliteiten in Beckum en mogelijk een bijdrage noodzakelijk is voor “wijkvoorzieningen”. Infrastructureel Als de grotere investeringen voor de lange en middellange termijn op het infrastructurele vlak moeten genoemd worden de uitwerking van de in de kadernota 2007-2010 opgenomen planvorming van de Laan van Driene, het kruispunt Kuipersdijk – Enschedesestraat en de realisatie van de spoortunnel. Ook de planvorming voor de HOV verbinding Enschede centrum – Hengelo Centrum vraagt te zijner tijd om uitvoering. Verder zullen aanvullende middelen noodzakelijk voor de uitvoering van een nieuw op te stellen fietsbeleid en voor de uitvoering van fietsbeleid op bovenlokaal niveau, daarbij in ieder geval denkende aan het fenomeen fietssnelweg. Tenslotte moet in dit verband nog worden gedacht aan de Spoortunnel van de Amerikalaan.
4.2 Totale Investeringsambitie Kadernota 2009-2012 In deze paragraaf zijn de de beleidsmatige keuzes ten aanzien van de investeringen in deze kadernota opgenomen. Deze investeringen zullen worden ondergebracht in de investeringsagenda van de Algemene Reserve Investeringen. De inrichting van ARI is echter geen tovermiddel; er ontstaat uiteindelijk geen extra financiële ruimte. Feit blijft dat de mate waarin deze investeringen kunnen worden gedaan afhankelijk is van de mate waarin we de voeding van ARI ebben gerealiseerd. Vast staat er in dit opzicht in financiële zin nog een opgave ligt. Wij komen daarbij tot de conclusie dat ook uw raad met de nodige ontwikkelingen reeds koers heeft gezet in een aantal grote en langlopende investeringen in deze stad. We denken daarbij onder andere aan: Centraal Station Twente, Inrichting van de Westtangent, Uitvoering van het binnenstadsdebat, het stadskantoor in Lange Wemen en het winkelcentrum Esrein. Alleen al voor deze investeringen in de stad, Waarvoor al stappen in de richting van besuitvorming zijn gezet, is in de komende jaren een (netto) investering van zo’n €20.000.000 nodig. Het moge duidelijk zijn dat de structurele voeding en de eenmalige dotatie die wij hebben opgenomen in de beleidsbrief focus op realiseren volstrekt onvoldoende zijn om de investeringsagenda van dit college te financieren, laat staan de investeringen die op langere termijn nog op ons af komen! Wij hebben de gekozen voorstellen in ARI als volgt geprioriteerd: 1. Investeringen waar al enige vorm (principe) besluitvorming heeft plaatsgevonden, 2. Investeringen waarvoor binnende bestaande middelen dekking kan worden gevonden 3. Wenselijke investeringen 29
De totale investeringsambitie van deze kadernota ziet er dan als volgt uit: 1.
Investeringen waar al in enige vorm (principe) besluitvorming heeft plaatsgevonden
nr
omschrijving
9.6
Centraal Station Twente
55.000.000
3.000.000
277.500
6.2
Inrichting Westtangent (GVVP)
10.578.000
550.000
49.720
6.19
uitvoering n.a.v. Binnenstadsdebat
1.000.000
1.000.000
86.200
42.000.000
13.500.000
1.500.000
1.500.000
1.450.000
128.035
300.000
100.000
8.830
110.378.000
19.600.000
1.950.285
4.4 6.7
Stadskantoor/Stadhuis fase 1(t.l.v. alg. midd.) Winkelcentrum Esrein-HvZ, Inrichting openbare ruimte Evaluatie 30 km/uur gebieden (kleine aanpassingen) Totaal
investerings- investerings- kap.lasten bedrag bruto bedrag netto
N.B. de cursief gedrukte beleidsvoornemens maakten deel uit van de opdracht aan het ambtelijk apparaat om de investeringen in de openbare ruimte te herprioriteren en middlene uit GRP en mobiliteitsfonds in combinanie met een extra reservering zodanig te optimaliseren dat een zo efficiënt mogelijke planning ontstaat in een Meerjaren investeringsplan
Uitgaande van de besluitvorming over de gedeeltelijke dekking van de lasten van het stadskantoor in de binnenstad wordt duidelijk dat de beschikbare middelen (structureel € 225.000 en incidenteel €1.000.000) volstrekt ontoereikend zijn. De wenselijkheid over nadere afspraken over de voeding van “ARI” is reeds met deze categorie prioriteiten duidelijk. 2.
Investeringen waarvoor binnen de bestaande middelen dekking kan worden gevonden:
nr
omschrijving
6.3
HOV Enschede centrum – Hengelo Centrum (na aftrek subsidie) planvorming Veilige routes van en naar school, alsmede een veilige schoolomgeving Achterstallig onderhoud bewegwijzering autoverkeer Aanpassen bebouwde kom grenzen bebording, fysieke maatregelen Herinrichting Busstation (toegankelijkheid) Weusthagpark 7 km fietspad (investering 595.000) Weusthagpark 5 km wandelpad (investering 125.000) Aankoop Strategisch Vastgoed Totaal
6.9 6.11 6.13 6.15 6.17 6.18 9.1
investerings- investerings kap.lasten bedrag bruto -bedrag netto 50.000 0 0
100.000
0
0
pm
pm
pm
pm
pm
pm
300.000
0
0
595.000
0
0
125.000
0
0
pm 1.170.000
pm 0
pm 0
N.B. de cursief gedrukte beleidsvoornemens maakten deel uit van de opdracht aan het ambtelijk apparaat om de investeringen in de openbare ruimte te herprioriteren en middlene uit GRP en mobiliteitsfonds in combinanie met een extra reservering zodanig te optimaliseren dat een zo efficiënt mogelijke planning ontstaat in een Meerjaren investeringsplan
De categorie voorstellen “te dekken uit bestaande middelen” is ontstaan naar aanleiding van de in de beleidsbrief geformuleeerde opdracht aan de organisatie om binnen de beschikbare financiële ruimte en rekening houdend met bestaande investerings- en onderhoudsbudgetten en mogelijkheden uit een te houden subsidiescan te komen met een gedragen voorstel voor de besluitvorming over deze investeringen. Bovenstaande voorstellen kunnen als gevolg van “slimme oplossingen” (zie pag.15) worden gerealiseerd zonder hiervoor extra middelen beschikbaar te stellen.
30
3.
Wenselijke investeringen
nr
omschrijving
6.3
6.14
HOV Enschede centrum – Hengelo Centrum (na aftrek subsidie) realisatie Voorstadhalte gezondheidspark (investering 300.000) Toegankelijkheid bushaltes mob fonds
1.3
Centrum voor Jeugd en Gezin
9.16
reconstructie Enschedesestraat, deel W.tenCatestraat- Drienerstraat --relatie grp-binnenstad in de breedte Aanpak Avoc locaties.
6.12
6.6 6.8 9.10 9.11
Opstellen Verkeerscirculatieplan / Verkeersstructuurplan Hijsch onderzoek haalbaarheid-- expl lasten pm (Crea) Historisch Centrum Twente, bijdrage Hengelo (Hijsch) Totaal
investerings- investerings- kap. bedrag bruto bedrag netto lasten 2.500.000
2.500.000
226.000
300.000
300.000
41.025
200.000
100.000
8.830
pm
pm
pm
1.000.000
950.000
81.890
200.000
200.000
27.350
pm
pm
pm
pm
pm
pm
pm
pm
pm
4.200.000
4.050.000
385.095
N.B. de cursief gedrukte beleidsvoornemens maakten deel uit van de opdracht aan het ambtelijk apparaat om de investeringen in de openbare ruimte te herprioriteren en middlene uit GRP en mobiliteitsfonds in combinanie met een extra reservering zodanig te optimaliseren dat een zo efficiënt mogelijke planning ontstaat in een Meerjaren investeringsplan
Wij zijn op grond van voorgaande van mening dat de voeding van de hiervoor bedoelde reserve een hoge prioriteit heeft. Wij stellen daarom in deze kadernota stellen voor om in 2008 te starten met een jaarlijkse dotatie aan het investeringscomplex voor grote investeringen die oploopt van € 50.000,- in 2008 tot €225.000,- in 2012 en een eenmalige dotatie in 2009 ter hoogte van €1.000.000,-. Aangezien uit voorgaande moet worden geconcludeerd dat voor de investeringen, die we al haast als bestaand beleid moeten beschouwen, in de komende jaren een (netto) investering van bijna €20.000.000 is gemoeid en de structurele voeding en de eenmalige dotatie die wij hebben opgenomen in de beleidsbrief focus op realiseren volstrekt onvoldoende zijn om de investeringsagenda van dit college te financieren, willen wij met u een route bepalen om tot uitvoering van dit “bestaande beleid” te komen. Wij stellen daarom voor om in het komende najaar hierover een debat te voeren in relatie tot een Meerjaren Investeringsagenda. Voor de voeding van het investeringscomplex denken wij, naast een structurele inbouw in de meerjarenraming aan (extra) dividenduitkeringen, (delen van) batige saldi van jaarrekeningen, extra subsidies t.b.v. projecten, waarvoor reeds middelen beschikbaar waren gesteld. In voorkomende gevallen willen wij over de besteding van deze incidentele middelen een voorstel aan uw raad doen. Daarnaast willen wij met u in gesprek om te bezien hoe het investeringscomplex van start zou kunnen gaan met dotaties uit het resultaat van de doorlichting van reserves en voorzieningen. Door een enkele fractie is in de raadsfora uitdrukkelijk aandacht gevraagd voor deze investeringsagenda. De tarieven zouden ook in die context moeten worden bezien. Het college kan instemmen met deze zorg. Wij sluiten daarom een verdere verhoging van de tarieven in de komende jaren daarom in dit debat niet uit.
31
32
5. Nieuw beleid In dit hoofdstuk vindt u de in hoofdstuk 3 genoemde topprioriteiten gerangschikt naar de programma-indeling zoals die wordt gehanteerd in onze beleidsbegroting.
Programma 1: Mens in Ontwikkeling Beleidsinitiatief 1.3 Centrum voor Jeugd en Gezin (54.000 in 2008) 1.6 Elektronisch kinddossier Totaal
2009
2010
2011
2012
178.000
251.000
395.000
395.000
Binnen beschikbare rijksmiddelen 178.000
251.000
395.000
395.000
1.3 Centrum voor Jeugd en gezin Naast het eigen Hengelose jeugdbeleid wordt in het beleidsprogramma “Alle kansen voor alle kinderen” de ambitie van de rijksoverheid op het terrein van jeugd en gezin uiteengezet. In de bijbehorende beleidsbrief wordt de visie van het kabinet over de regierol van gemeenten in de lokale jeugdketen en de wettelijke verankering van de Centra voor Jeugd en Gezin uiteengezet. Alle ouders, jeugdigen en kinderen moeten als zij dit willen met alle mogelijke vragen over opvoeden en opgroeien en voor hulp terecht kunnen bij een laagdrempelig en herkenbaar punt in de buurt; het centrum voor jeugd en gezin. In 2011 moet er sprake zijn van een dekkend netwerk van CJG. Het wettelijke kader, de Tijdelijke regeling CJG van 9 januari 2008, beschrijft het basispakket voor een Centrum Jeugd en Gezin als volgt: 1. Het uitvoeren van het uniform deel van het basispakket jeugdgezondheidszorg 2. Invulling geven aan de functies uit WMO, prestatieveld 2 (informatie, advies, signalering, toeleiding naar hulp en zorg, lichte hulp en coördinatie van zorg voor jeugdigen) 3. Gebundeld en in samenhang uitvoeren van de integrale jeugdgezondheidszorg en maatschappelijke ondersteuning jeugd. 4. Het bieden van een herkenbaar en laagdrempelig fysiek inlooppunt voor informatie, advies en lichte hulp voor ouders en jeugdigen tot 23 jaar. 5. Het bieden van toegang tot de gehele jeugdketen en toeleiding tot het hulpaanbod. 6. Zorgdragen voor sluitende afspraken over die toegang met instanties die niet onder de gemeentelijke regie vallen zoals Bureaus Jeugdzorg en netwerken binnen het onderwijs. Met dit voorstel wordt een extra impuls gegeven aan het concept van het centrum voor Jeugd en gezin. 1.6 Elektronisch kinddossier In 2008 wordt de rol van de JGZ-instellingen als uitvoerder, samenwerkingspartner en beleidsinformant verder uitgewerkt. De invoering van het elektronisch kinddossier (EKD), zorgcoördinatie en monitoring staan daarbij centraal. Op dit moment is nog onduidelijk of de rijksmiddelen, die hiervoor beschikbaar komen toereikend zullen zijn.
33
Programma 2: Mens in de samenleving
Beleidsinitiatief
2009
2010
2011
2012
0
0
0
0
2.2. Herstructurering sportvelden
50.000
50.000
100.000
100.000
2.7 Exploitatie ’t Heim
50.000
50.000
50.000
50.000
2.12 Beeldende kunst en vormgeving
45.000
45.000
45.000
45.000
145.000
145.000
195.000
195.000
2.1 Twentebad overkapping 50 meter bad
Totaal
2.1
Twentebad overkapping 50-meter bad
Ingezet wordt op vergroting van de trainingscapaciteit en een betere benutting van het bad in de winter. Aan de hand van het haalbaarheidsonderzoek wordt medio 2008 een voorstel voor een overkapping van het buitenbad gedaan. Het college ziet mogelijkheden om dit via de tarieven op te lossen. 2.2
Herstructurering sportvelden
In de notitie “Herstructurering Sportvelden” van juni 2007 staat beschreven dat de gemeente ernaar streeft om in de komende jaren op elk sportcomplex minimaal 1 kunstgrasveld aan te leggen. In 2007 is hier een begin mee gemaakt bij de voetbalverenigingen ATC’65 en Achilles ’12 alsmede bij hockeyvereniging HCT. In deze kadernota wordt de aanleg van 2 kunstgras voetbalvelden (voetbalverenigingen Wilhelminaschool en Juliana ‘32) en een meerjarenonderhoudsplan (inclusief renovatiecyclus) voor de natuurgrasvelden voorgesteld. Naast de hierboven genoemde velden dienen de overige kunstgrasvelden uit grondexploitaties bij/van projecten te komen. Op sportpark Veldwijk heeft FC Twente behoefte aan 2 kunstgrasvelden. Hiervoor zal een apart traject gestart worden. Het voorstel is om deze velden tegen een kostendekkend tarief aan FC Twente te verhuren waarin de investering binnen de periode van afschrijving wordt terugverdiend. 2.7 Exploitatie HEIM De exploitatie van het HEIM staat onder druk staat. De voorwaarden die in 2005 door de gemeente zijn verbonden aan de geldlening aangaande formatie kunnen niet worden vervuld, als gevolg waarvan een sluitende exploitatie niet mogelijk is. De begroting 2007 liet in eerste instantie een tekort zien van € 175.000.-, Taakstellend probeert ’t Heim, o.a. door sponsoring vanuit het bedrijfsleven, dit tekort terug te brengen tot circa €100.000,- . In het kader van ‘good governance’ (zie punt 4 good governance) willen wij ’t Heim meehelpen te zoeken naar een structurele oplossing. Daarnaast houden wij rekening met een structurele bijdrage van €50.000,2.12 Opvang wegvallen provinciale middelen BKV Sinds 2005 ontvangt Hengelo niet meer rechtstreeks middelen van het Rijk vanuit de geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving, maar zijn we hiervoor aangewezen op de provincie Overijssel. De jaarlijkse provinciale subsidie bestemmen we voor langlopende kunstprojecten door gerenommeerde kunstinstanties, die een stempel drukken op het kunstklimaat in Hengelo. De provincie verstrekt vanaf 2009 hier geen middelen meer voor.
34
Programma 3: Zorg voor de mens
Beleidsinitiatief 3.1 Doorontwikkelen Woonzorgzone 3.3 Beleid huiselijk geweld Totaal
2009
2010
2011
2012
0
0
0
50.000* 0 50.000
* dit wordt naar voren getrokken in 2008
3.1. Doorontwikkelen Woonzorgzone Een zo gewoon mogelijk leven ondanks beperkingen door ouderdom of handicap’, vormt de kern van de gemeentelijke opvattingen over wonen, zorg en welzijn. De WMO vormt hiervoor een belangrijke basis en geeft de gemeente de verantwoordelijkheid voor het voeren van beleid ter ondersteuning van kwetsbare burgers. Hengelo wil levensloopbestendige wijken, waarbij het niet alleen gaat om de woningen, maar ook om de kwaliteit van de woonomgeving, de beschikbaarheid en bereikbaarheid van voorzieningen, de sociale infrastructuur en het openbaar vervoer. 3.3 Beleid huiselijk geweld In beleidsmatige zin zien wij het nog op te stellen Beleid huiselijk geweld als een belangrijke bijdrage aan de Sociale Impuls. Voor de uitvoeringvan de acties voortvloeiend uit dit beleid gaan wij er van uit uitvoering binnen de bestaande financiële kaders mogelijk is.
35
Programma 4: Werk en inkomen Beleidsinitiatief
2009
4.4 Winkelcentrum Esrein HvZ (1,5 mln.)
Kapl
4.7 Promotie en acquisitie NWS Twente
Totaal
2011
2012
Kapl
Kapl
kapl
50.000 in 2008
4.9 Verstrekking accountmanagement EZ 4.12 Versterking Armoedebeleid
2010
Opvangen binnen bestaande formatie 20.000
90.000
90.000
90.000
20.000
90.000
90.000
90.000
4.4 Winkelcentrum Esrein Hart van Zuid In 2007 heeft het gemeentebestuur besloten tot het ontwikkelen van een nieuw winkelcentrum in het Esrein, alsmede het opnieuw inrichten van de openbare ruimte Industriestraat. Hiervoor is rekening gehouden met een gemeentelijke investering van €1.500.000,-. Dit geschiedt samen met projectontwikkelaar van Wijnen, zodat cofinanciering tijdens de planvorming noodzakelijk zal zijn.
4.7 Promotie en acquisitie NS Twente Opstellen van een marketingcommunicatieplan gericht op acquisitie en behoud van bedrijven in de regio. De gemeenten Almelo, Borne, Hengelo, Oldenzaal en Enschede vormen gezamenlijk de Netwerkstad Twente. Deze gemeenten beschikken over een divers aantal bedrijventerreinen en willen hun aanbod onder de aandacht brengen. Middels een marketingcommunicatieplan wordt het aanbod in Twente inzichtelijk gemaakt. De nadruk komt te liggen op het presenteren van het volledige aanbod van bedrijventerreinen en een beperkt aantal werklocaties in de Netwerkstad Twente waarbij ondernemers actief geïnformeerd worden bij het vinden van een passend aanbod. Hiervoor worden communicatiemiddelen als website, bedrijvenmagazine, digitale nieuwsbrief ingezet. De totale kosten voor het communicatieplan bedragen ca € 152.000,00 excl. btw. De bijdrage uit Hengelo zal € 50.000,00 tot € 60.000,00 zijn. 4.9 Versterking accountmanagement EZ Om het accountmanagement EZ te completeren is nog een accountmanager voor de detailhandel in de Binnenstad noodzakelijk, conform de Detailhandelstructuurvisie. 4.12 Versterking armoedebeleid Het armoedebeleid richt zich vooral op het bevorderen van maatschappelijke participatie. Enerzijds door het creëren van voorzieningen, anderzijds door het bestrijden van het niet-gebruik. De aandacht richt zich hierbij vooral op gezinnen met kinderen. Het is van groot belang dat kinderen kansen krijgen om de kwaliteiten die ze in zich hebben te ontwikkelen, ongeacht het inkomen van hun ouders. Er is extra ondersteuning nodig om te bereiken dat meer kinderen uit arme gezinnen kunnen deelnemen aan sport, cultuur of andere activiteiten. Lokale initiatieven en organisaties zoals sportfondsen, onderwijsinstellingen, sportverenigingen en culturele instellingen zullen hierbij betrokken worden. Dit staat te lezen in de reeds bij u bekende nieuwe armoede nota “Koers op kansen”.
36
Programma 5: Woonconsumenten Beleidsinitiatief
2009
2010
2011
2012
Geen voorstellen voor nieuw beleid Totaal
Programma 6: Gebruiker openbare ruimte
Beleidsinitiatief 6.1a Uitvoering nota parkeren 6.2. inrichting Westtangent (GVVP en andere infrastructurele werken (max m€ 1,5) 6.3 HOV Enschede Centrum – Hengelo Centrum (na aftrek subsidie) p.m. 6.6 Aanpak Avoc locaties (0,2 mln) 6.7 Evaluatie 30 km/uur gebieden (kleine aanpassingen) (investering 300.000) 6.8 Opstellen Verkeerscirculatieplan / Verkeersstructuurplan 6.9 Veilige routes van en naar school, alsmede een veilige schoolomgeving 6.10 Fietssnelweg gedeelte Borne Hengelo. (Investering 3 miljoen) 6.11 Achterstallig onderhoud bewegwijzering autoverkeer
2009
2010
2011
2012
20.000
20.000
20.000
20.000
Kapl
Kapl
Kapl
Kapl
Kapl
Kapl
Kapl
Kapl
30.000
30.000
30.000
30.000
300.000
300.000
300.000
pm 100.000 300.000 pm
pm
pm
pm
6.12 Voorstadhalte gezondheidspark (investering 300.000)
30.000
30.000
30.000
30.000
6.13 Aanpassen bebouwde kom grenzen bebording, fysieke maatregelen (investering 200.000) 6.14 Toegankelijkheid bushaltes mob fonds
20.000
20.000
20.000
20.000
6.15 Herinrichting Busstation (toegankelijkheid)
100.000 pm
pm
pm
pm
50.000
50.000
50.000
50.000
6.17 Weusthagpark 7 km fietspad (investering 595.000)
59.500
59.500
59.500
59.500
6.18 Weusthagpark 5 km wandelpad (investering 125.000)
12.500
12.500
12.500
12.500
Kapl
Kapl
Kapl
Kapl
722.000
522.000
522.000
522.000
6.16 Nota Spelen (incl. spelen autonoom)
6.19 Uitvoering n.a.v. Binnenstadsdebat (1 mln) Totaal
6.1. Uitvoering Nota parkeren In de nog vast te stellen Nota autoparkeren zijn verschillende maatregelen opgenomen. Hierin is inbegrepen een structurele bijdrage van € 20.000,- bedoeld als bijdrage in het tarief voor bewonersvergunningen die als gevolg van de nota autoparkeren zal gelden. 6.2. Inrichting Westtangent (GVVP) i.r.t. vervanging riolering Geerdinksweg/Weideweg De inrichting van de Westtangent is onderdeel van het Gemeentelijke Verkeer en Vervoersplan. Realisatie daarvan is op korte termijn niet direct voorzien en geredeneerd van uit de verkeerssituatie niet acuut noodzakelijk. De vervanging van de riolering is echter onuitstelbaar (2010) in verband met voortdurende riool/wateroverlast in Hegemansweg/Adamsweg en Hart van Zuid). Reconstructie riool Julianalaan en Oelerweg moet aansluiten op Oelerweg /Geerdinksweg. De middelen hiervoor zijn beschikbaar in het fonds riolering, gereserveerd vanuit het Gemeentelijk Rioleringsplan. Reconstructie verkeerssituatie Oelerweg /Geerdinksweg is toegezegd aan St. Joseph en wijk. Het heeft uit financieel oogpunt de voorkeur om de inrichting van de westtangent te combineren met de vervanging van het riool. 6.3. HOV Enschede Centrum – Hengelo Centrum (na aftrek subsidie) realisatie Het betreft de planvorming van de HOV-doorstroomas Hengelo-Enschede via de Enschedesestraat, in samenwerking met de gemeente Enschede. Wij stellen voor dit project gefaseerd uit te voeren, gesplitst in een deel binnen en een deel buiten de bebouwde kom (inclusief kruising Kuipersdijk). Gezien als logisch vervolg op de al in Enschede gerealiseerde HOV-lijn lijkt een start met het laatstgenoemde deel voor de hand te liggen (2,5 mln). 37
6.6. Aanpak Avoc locaties (verkeersongevallen concentraties). Op grond van de nota Duurzaam Veilig zijn/worden een tiental AVOC-locaties aangepakt. In 2008 staan de laatste 2 locaties (de kruispunten Beethovenlaan /Mozartlaan/Bergweg en J. Haydnlaan /Mozartlaan) op het programma. In 2008 zal een nieuw programma worden opgesteld op basis van de nieuwe gegevens uit de verkeersongevallen gegevens. 6.7 Evaluatie 30 km/uur gebieden (kleine aanpassingen) Op grond van de nota Duurzaam Veilig zijn de wijken per 2008 in Hengelo ingericht volgens het principe van 30 km/uur gebieden. Het is gebleken dat er diverse onvolkomenheden zijn. Aanvullende maatregelen zijn nodig om het project te evalueren en optimaal af te ronden. 6.8 Opstellen Verkeerscirculatieplan / Verkeersstructuurplan De Nota Mobiliteit (is het Nationale Verkeers- en Vervoersplan, NVVP) is in februari 2006 door de Eerste Kamer vastgesteld. Binnen anderhalf jaar moesten op deze nota aangepaste provinciale en regionale verkeers- vervoersplannen worden vastgesteld. Het RMP van de regio Twente is in de zomer van 2007 vastgesteld. Nu is de doorwerking van dit alles in het gemeentelijke beleid aan de orde. De gemeenten worden verplicht een samenhangend en uitvoeringsgericht verkeers- en vervoersbeleid te voeren waarbij de essentiële onderdelen van het NVVP en RMP in acht worden genomen en rekening te houden met het beleid van naburige gemeenten. 6.9 Veilige routes van en naar school, evenals een veilige schoolomgeving Veilige schoolroutes (o.a. vrij liggende fietspaden) op de hoofdroutes naar het voortgezet onderwijs door mee te liften met andere fysieke projecten. Omgevingen van basisscholen hebben nu veelal een standaard 30 km/h inrichting. Terwijl juist bij een basisschool meer maatregelen nodig zijn. Door (voorlopig) bij 10 scholen een Duurzaam Veilige schoolomgeving in te richten wordt het voor iedere weggebruiker duidelijk dat de straat bij de school hoort. Automobilisten zien aan een speciaal schoolzonebord en gekleurde ringen en ballen op het wegdek dat zij zich in een ‘schoolomgeving’ bevinden. Hier geldt dan ook een extra lage snelheidslimiet van 30 of 15 km/uur. 6.11 Achterstallig onderhoud bewegwijzering autoverkeer De bewegwijzering in de bebouwde kom is verouderd en daarnaast door ingrepen in de verkeersstructuur niet op alle plaatsen meer logisch. Op basis van o.a. GVVP: een bewegwijzeringplan opstellen en de bewegwijzering ombouwen tot een systeem van ringbewegwijzering. Daarnaast de veelheid aan verschillende bestemmingsborden te reduceren en te uniformeren 6.12 Voorstadshalte gezondheidspark De realisatie van een voorstadhalte is cruciaal in het bewerkstelligen van een optimaal openbaar vervoersysteem t.b.v. het Gezondheidspark. De veelal regionaal georiënteerde functies binnen het plangebied vereisen een goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Na aftrek van subsidies, de bijdrage uit de grondexploitatie bedraagt het tekort naar verwachting 300.000 euro (2009) 6.13 Aanpassen bebouwde kom grenzen bebording, fysieke maatregelen De vele entrees van de bebouwde kom zijn niet vormgegeven conform de richtlijnen die daar voor gelden. Het is daardoor met name voor automobilisten vaak onduidelijk dat de bebouwde kom van Hengelo wordt binnengereden, met als gevolg dat niet of onvoldoende snelheid wordt geminderd. 6.14 Toegankelijkheid bushaltes Verbeteren van de toegankelijkheid bus door aanpassen van de diverse haltes voor mindervalide reizigers. O.a. door ophogen emplacementen. Bij de HOV haltes is dit reeds gerealiseerd. 38
Niet opgenomen in collegeprogramma, maar wel in de beleidsbegroting. Wordt regionaal opgepakt; is gebaseerd op een wettelijke verplichting dat ca. 60% van de bushaltes in 2010 aan de normen voldoet (ongedekt tekort na aftrek te verwachten subsidies) € 100.000 6.15 Herinrichting Busstation (toegankelijkheid) Om de toegankelijkheid te vergroten is, er van uitgaande dat pas op langere termijn een definitieve herinrichting mogelijk is, een tijdelijke oplossing op korte termijn noodzakelijk. Het investeringsbedrag daarvan wordt geraamd op € 300.000 en kan worden gedekt uit WVG middelen. Voor de structurele aanpak is de prioriteit hoog in relatie tot de uitstraling van de stad. Direct combineren met Centraal Station Twente is het meest efficiënt. Dit vraagt om een slimme planning met uitvoering uiterlijk in 2009. 6.16 Nota Spelen De uitvoering van de Nota Spelen is een belangrijke invulling van de versterking van het jeugdbeleid. In deze nota willen wij in samenwerking met onze partners, waaronder corporaties, komen tot de zogenaamde 3% norm voor speelgelegenheden. De kosten voor de uitvoering zullen worden ondergebracht in afspraken met corporaties bij herstructureringen en in grondexploitaties. Ook willen wij bij de uitvoering van de nota Spelen het Fonds bovenwijkse voorzieningen betrekken. Daarnaast is als gevolg van nieuwe regelgeving extra onderhoud nodig van de speeltoestellen/ speelterreinen. Dit geeft een uitzetting van €50.000,- structureel, die onderdeel uitmaakt van het door ons voorgestelde nieuwe beleid. 6.17 Weusthagpark- 7 km fietspad geen grootschalige aanpak Ter verbetering van de ontsluiting van het Weusthagpark en ter onmiddellijke vergroting van de gebruiksmogelijkheden wordt voorgesteld 7 km fietspad aan te leggen. 6.18 Weusthagpark- 5 km wandelpad Ter verbetering van de ontsluiting van het Weusthagpark en ter onmiddellijke vergroting van de gebruiksmogelijkheden wordt voorgesteld 5 km wandelpad aan te leggen. 6.19 Uitvoering n.a.v. Binnenstadsdebat In ons collegeprogramma en de kadernota hebben we het hart van Hengelo, de Binnenstad als prioriteit benoemd. De binnenstad is een plek voor ontspanning en daarnaast een belangrijke economische factor. In de afgelopen maanden hebben wij het binnenstadsdebat een feit gemaakt. Met een opkomst van ruim 1000 Hengeloërs waren de bijeenkomsten van het Binnenstadsdebat geslaagd. Het binnenstadsdebat vond plaats nadat in augustus een start gemaakt is met het “ophalen van creatieve ideeën van burgers”. In januari komt de expertgroep met één voorstel voor de Hengelose binnenstad, samengesteld uit de ideeën die de afgelopen maanden door de Hengeloërs zijn aangeleverd. Dit voorstel wordt voorgelegd aan het college van B en W en vervolgens, waarschijnlijk in maart, aan de gemeenteraad. In deze fase kunnen wij in de bij de actualisatie van de kadernota slechts ruimte reserveren voor de uitvoering ervan. Veel onderdelen van de prioriteit Binnenstad zijn terug te vinden in programma 9 Stad in ontwikkeling.
39
Programma 7: Mens en milieu
Beleidsinitiatief 7.1 integraal beleidsplan bouw, brandweer en handhaving 7.3 Millenniummotie Totaal
2009
2010
2011
2012
150.000
300.000
300.000
300.000
25.000
25.000
25.000
25.000
175.000
325.000
325.000
325.000
7.1 Integraal beleidsplan bouw, brandweer en handhaving (deels programma 8) Er is, uitgaande van het BMC onderzoek en de rapportage van VROM breed-onderzoek door de VROM-inspectie, sprake van een behoorlijke onderbezetting en een forse noodzakelijke capaciteitsuitbreiding en de spankracht van dit organisatieonderdeel heeft haar grenzen bereikt. Uitgaande van een “gemiddelde” invulling cq ambitie van de beleidsplannen Bouwbeleidsplan, Handhavingbeleidsplan en Brandweerbeleidsplan) is voor de uitvoering een forse capaciteitsuitbreiding noodzakelijk (zie ook Hoofdstuk 3, organisatie en organiseren en de bijlagen). Uitgaande het BMC rapport is met dit voorstel nog steeds sprake van een relatief lage bezetting op de uitvoering van de taken in deze sector.
7.3 Millenniummotie Bij de motie is door de raad geld voor 2007 en 2008 toegekend. Het structureel maken van de € 25.000 zou worden betrokken in de afweging rond de kadernota 2009 - 2012.
40
Programma 8: Inwoners en bestuur Beleidsinitiatief 8.2 Versterken regionale en internationale dimensie van Hengelo 8.3 Ontwikkeling en uitbreiding Edienstverlening 8.7 Invoering FUWA Totaal
2009
2010
2011
2012
50.000
50.000
50.000
50.000
Onderdeel van Organisatie en Organiseren pm
pm
pm
pm
50.000
50.000
50.000
50.000
8.2 Versterken regionale en internationale dimensie van Hengelo In deze collegeperiode is ingezet op de samenwerking in Twente. Het aansturen van Twente als WGR-plus gebied met daarin een bestuurlijke commissie Netwerkstad wordt onderschreven. Er zullen eigen keuzes gemaakt moeten worden over onze inzet in de Netwerkstad. Naast investeren in de Twentse regio en de Euregio moet ook de visie op Europa en de positie van Hengelo in Europees verband verstevigd worden. Ontwikkelingen binnen de Europese Unie (EU) en op wereldschaal als de World Trade Organisation (WTO) hebben direct gevolgen voor ons land. Regelgeving en richtlijnen vanuit Brussel bepalen steeds meer het handelen op lokaal niveau. De VNG heeft niet voor niets het initiatief genomen om de gemeenten ‘Europe proof’ te maken. Ook door onze strategische ligging met o.a. de belangrijke vervoersassen A1 en Berlijnlijn in het grensgebied en door de vestiging van een WTC in Hengelo krijgt de internationale dimensie steeds meer aandacht. Dit komt mede tot uitdrukking in de prioritering van Netwerkstadprojecten. De ontwikkeling van het station Hengelo CS en de stationsomgeving is één van de majeure projecten van de Netwerkstad Twente. Hier zullen de ambities op bovenlokaal niveau worden vormgegeven. De ontwikkeling van het WTC, de vestiging van Metropool, het concept voor het Huis voor Europa en de ontwikkeling van het Agglonet zijn belangrijke motoren voor versterking van Twente tot een kennisintensieve regio en het overbruggen van culturele grenzen. Het internationaal beleid is onlangs geëvalueerd, in 2008 zal nog een nieuwe nota “Hengelo Internationaal beleid” aan uw raad aangeboden worden. 8.3 Ontwikkeling en uitbreiding E-dienstverlening Om de dienstverlening aan burgers en bedrijven te verbeteren wil het kabinet veel meer gebruik maken van de mogelijkheden die door de toepassing van ICT geboden worden. Burgers en bedrijven willen zaken met de overheid eenvoudig kunnen regelen waar en wanneer het hun uitkomt. Daarom verbeteren we onze dienstverlening met slimme en betrouwbare ICT-oplossingen. Daarnaast is een zwaarwegend issue de vermindering van administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Inzet van ICT biedt een uitgelezen kans om de informatieverplichtingen te vereenvoudigen. Hengelo zal forse inspanningen moeten verrichten om de ambities van het Rijksprogramma “de andere overheid” met succes waar te kunnen maken. Daartoe ontbreekt momenteel de menskracht (min. 1 fte) en aanvullende middelen. Dit voorstel maakt onderdeel uit van het totale pakket van maatregelen dat bedoeld is voor o.a. de invoering van omgevingsvergunnning, deregulering, basisregistraties etc (zie Hoofdstuk 3 onder e.2). Hiervoor stellen wij een eenmalige bijdrage van € 300.000,- beschikbaar. 8.7
Invoering FUWA
Per 2008 wordt een inventarisatie gemaakt van eisen te stellen aan een systeem voor functiewaardering. Daarbij worden ook alternatieve systemen van functiewaardering verkend. In deze fase is echter nog niet te voorspellen of dit structurele effecten zal hebben in de begroting.
41
Programma 9: Stad in Ontwikkeling Beleidsinitiatief 9.1 Aankoop strategisch vastgoed (p.m.) 9.4 Ontwerp inrichtingsplan Middengebied (Enschede Noord) 9.6 Hart van Zuid / CST 2e fase co-financiering gemeente FES gelden (investering) 9.10 Crea (Hijsch) 9.11 Historisch Centrum Twente, bijdrage Hengelo Hijsch 9.12 Reconstructie HvZ – W. de Clercqstraat in 2009 9.16 Reconstructie Enschedesestraat deels W. ten Catestraat – Drienestraat (1,0 mln) Totaal
2009
2010
2011
2012
0
0
0
0
222.000 Kapl pm pm 100.000 Kapl
Kapl
322.000
Kapl 0
Kapl 0
9.1 Aankoop strategisch vastgoed (2 miljoen investering) Het Stadsontwikkelingsbedrijf is opgericht met als doel het aankopen en ontwikkelen van panden in vooral de binnenstad. Zoals in het aan u voorgelegde bedrijfsplan is verwoord is een startkapitaal noodzakelijk van ca. 2 miljoen euro. In het verlengde van de principiële lijn van meer “sturen op afstand” (zie hoofdstuk 3, “samen met en slimme oplossingen”) ligt ook een andere koers voor de hand met betrekking tot het voorstel voor aankoop van strategisch vastgoed, dat een nauwe relatie heeft met de oprichting van het Stadsontwikkelingbedrijf (SOB). Op grond van onze uitgangspunten “Samen met” en “sturen op afstand” willen wij onderzoeken in hoeverre het stadsontwikkelingbedrijf zou kunnen worden omgevormd in een stadsherstelbedrijf, dat samen met partners in de stad zal worden bestuurd en van middelen worden voorzien. 9.4 Ontwerp inrichtingsplan Middengebied (Enschede Noord) Het betreft de realisatie van een ecozone en een retentiegebied. Wij hebben bij de besluitvorming over het het inrichtingsplan Middengebied (Enschede Noord) tevens besloten om de bescheiden Hengelose bijdrage in de realisatie van dit plan mee te nemen bij de afweging in deze kadernota. 9.6 Hart van Zuid CST/hart van Zuid 2e fase co-financiering gemeente FES gelden (10.000.000 investering) Hart van Zuid, 2e fase is door de gemeente Hengelo, de provincie Overijssel en de Regio Twente aangemeld bij het Ministerie van VROM als het enige project van Twente waarvoor €35.000.000 wordt gevraagd. Via motie in de 2e kamer is door de Minister VROM dit project in november 2007 alsnog en als enige project in Nederland toegevoegd aan de lijst van 22 projecten die in principe in aanmerking kunnen komen voor de verdeling van de zgn. FES-gelden. De Provincie en de Regio (via Agenda van Twente) worden gevraagd elk €5.000.000 bij te dragen. De gemeente Hengelo dient €10.000.000 als cofinanciering bij te dragen. Als eerste stap zal in 2008 een zgn. MKBA door het Ministerie van VROM worden uitgevoerd. Bij positieve uitkomst zal eind 2008/begin 2009 beschikt worden op basis van een businesscase. 9.10 Crea (Hijsch) In de grondexploitatie voor het deelplan Lansinkveld is een opbrengst geraamd voor het HIJSCH-complex van € 2,6 mln. prijspeil 2005. Deze raming is gebaseerd op een oppervlakte van 27.500 m2 bvo waarvan 10.000m2 bvo aan commerciële functies. Opgemerkt moet worden dat in het programma cultuur onder andere is opgenomen het HCT en Crea. De besluitvorming hierover moet nog plaatsvinden. Thans wordt nog onderzocht of er mogelijk andere passende functie(s) zijn voor de thans beoogde functies. Daarbij wordt vooral onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van een nieuwe accommodatie in het Hijschgebouw voor de onderwijsinstelling “het Genseler”. Hierdoor ontstaan tevens spin-off voordelen ten aanzien van de realisatie van een sportzaal en de vestiging van Crea in het Hijschcomplex. Bij deze raming is ervan uitgegaan dat de parkeergarage budgettair neutraal voor de grondexploitatie kan worden uitgevoerd. Opgemerkt moet worden dat wanneer het aandeel 42
0
aan commerciële functies daalt, de exploitatie van de garage onder druk komt. Vervanging van commerciële functies door maatschappelijke voorzieningen zullen een grotere bijdrage vragen aan de inzet van gemeentelijke financiën.
9.11 Historisch Centrum Twente, bijdrage Hengelo Hijsch Hoe groot de bijdrage aan gemeentelijke middelen zal zijn voor de realisatie van Crea en het HCT is thans nog niet aan te geven, maar zal zeker substantieel zijn. 9.12 Reconstructie HvZ – W. de Clercqstraat in 2009 Deze straat moet in 2009 worden geherprofileerd. ROC en Projectbureau HvZ dragen elk in de uitvoeringskosten 100.000 euro bij. Er ontbreekt nog 100.000 euro aan dekking. 9.16 Reconstructie Enschedesestraat deels W. ten Catestraat – Drienestraat De reconstructie maakt onderdeel uit van de Binnenstad in de breedte en heeft relatie met de uitvoering van het GRP.
43
44
6. Recapitulatie Om de vergelijkbaarheid met de kadernota 2007-2010 te waarborgen, zijn alle voorstellen voor nieuw beleid in deze kadernota in onderstaande tabel op de zelfde wijze als in de kadernota 2007 – 2010 gepresenteerd.
prog
Programma 1 Mens in Ontwikkeling
Nr 1.3 1.6
Beleidsvoornemen Centrum voor Jeugd en Gezin Elektronisch kinddossier
1 1
2008 54
2009 178
2010 251
2011 395
Algemene reserve 2012 investeringen 395 X
Binnen beschikbare rijksmiddelen
prog
Programma 2 Mens in de samenleving
Nr 2.1 2.2 2.7 2.12
Beleidsvoornemen Twentebad overkapping 50 m bad Herstructurering sportvelden HEIM Beeldende Kunst en Vormgeving Good Governance
2008 2 2 2 2 2
2009
50 50 45
2010
2011
Algemene reserve 2012 investeringen
Via exploitatie neutraal 50 100 100 50 50 50 45 45 45
200
prog
Programma 3 Zorg voor de mens
Nr 3.1 3.3
Beleidsvoornemen Doorontwikkelen Woonzorgzone Beleid Huiselijk geweld
2008 3 3
2009 2010 2011
Algemene reserve 2012 investeringen
50 Taakstellend binnen bestaande budgetten
prog
Programma 4 Werk en Inkomen
Nr 4.4 4.7 4.9 4.12
Beleidsvoornemen Winkelcentrum Esrein Promotie en acquisitie NWS Twente Versterking Accountmanagement EZ Versterking armoedebeleid
2008
2009
2010 2011
4 4
Algemene reserve 2012 investeringen X
50
4
20
Opvangen binnen bestaande formatie 90 90 90
2009
Algemene reserve 2012 investeringen
prog
Programma 5 Woonconsumenten
Nr 5.1
Beleidsvoornemen Geen voornemens
2008
2010
2011
5
45
prog
Programma 6 Gebruiker Openbare Ruimte
6.3 6.6
Beleidsvoornemen Nota autoparkeren Uitvoering infrastructurele werken Planvorming HOV HengeloEnschede AVOC (incl aanpassing Muziekschool)
6.16 6.19
Nota spelen (autonoom) Binnenstadsdebat (uitvoering)
2008 6
2009 20
2010 20
2011 20
6 6
X 50
6 6
X X 50
50
50
50
6
X
prog
Nr 6.1 6.2
Algemene reserve 2012 investeringen 20
Algemene reserve 2012 investeringen 300
Programma 7 Mens en Milieu
Nr 7.1
7.3
Beleidsvoornemen Uitvoering beleidsplannen bouwbeleid, brandweer, handhaving Millenniummotie
2008
7 7
2009 150
2010 300
2011 300
25
25
25
25
prog
Programma 8 Inwoners en bestuur
Nr 8.2 8.3 8.7
Beleidsvoornemen Versterking regionale en internationale dimensie Ontwikkeling en uitbreiding dienstverlening etc. Invoering Fuwa
2008 8 8
2009 50
2010 2011 50 50
Algemene reserve 2012 investeringen 50
300
8
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
prog
Programma 9 Stad in Ontwikkeling
9.4 9.6 9.10 9.11 9.12 9.16
Beleidsvoornemen Inrichtingsplan middengebied Centraal Station Twente Crea (Hijsch) Historisch Centrum Twente Reconstructie W.de Clerqstraat Reconstructie Enschedesestraat
Programma 10
Nr --
9
2009
2010
2011
222
9 9
pm
9
100
X X X
9
X
Algemene reserve 2012 investeringen
Middelen
Beleidsvoornemen Inbouw lasten Algemene Reserve Investeringen Eenmalige dotatie Algemene Reserve Investeringen
totaal Beschikbaar volgens financieel kader
46
2008
prog
Nr
Algemene reserve 2012 investeringen
10
2008
2009
2010
2011
50
100
100
175
225
1.000
2010
2011
Algemene reserve 2012 investeringen
2008
2009
976
1838
1031 1300
1350
938
1.776
910 1.354
1.354
BIJLAGE 1
DE STAAT VAN ONS COLLEGEPROGRAMMA
ANALYSE VOORTGANG UITVOERING COLLEGEPROGRAMMA “HENGELO MAKEN WE SAMEN ZICHTBAAR BETER”
Een analyse per programma
47
Programma 1 Mens in ontwikkeling
Nota jeugdbeleid In de nieuwe nota jeugdbeleid van 2007 worden heldere kaders aangegeven waarin het opgroeien en ontwikkelen van het kind centraal staat. Er wordt ingespeeld op de verschillende leefsituaties zoals de thuissituatie, de schoolsituatie, de opvangsituatie, de vrijetijdssituatie en de arbeidssituatie. Hieronder staan de concrete ontwikkelingen en uitwerkingen die met deze verschillende situaties verweven zijn. Centrum voor jeugd en gezin (CJG) Het integraal jeugdbeleid van de afgelopen jaren heeft ons geleerd dat er behoefte is aan een loket voor hulp- en opvoedingsvragen, niet alleen voor kinderen en jongeren met problemen. Het aanbod van hulp en dienstverlening is te veel versnipperd, ondoorzichtig en onvoldoende afgestemd. De ontwikkelingen in het Zuidelijk Stadsdeel (Zorgteams en preventienetwerk) vormen een belangrijke en goede opstap naar de Centra voor jeugd en Gezin, uitgaande van een centrum voor Jeugd en Gezin in elke stadsdeel. Met de komst van de centra komen onze netwerkstructuren er anders uit te zien en ook de preventienetwerken (informatie en advies) vormen een structureel onderdeel van de Centra. Uiterlijk 1 januari 2009 wordt gestart met de daadwerkelijke uitvoering van het concept. Uit het te ontwikkelen concept moet nog blijken hoe wij het Centrum voor Jeugd en Gezin fysiek vorm gaan geven, uiteraard in samenspraak met het werkveld. Programma’s zoals TRIPLE P (opvoedingsondersteuning) zullen samen met de regio geïmplementeerd worden en integraal onderdeel uitmaken van de Centra Jeugd en Gezin. Ook de invoering van het Elektronisch Kinddossier (EKD) en de verwijsindex risicojongeren (VIR) zullen bijdragen aan een goed functioneren van de CJG’s en de coördinatie- en regierol van de gemeente. De ontwikkeling van het CJG sluit geheel aan bij het collegeprogramma op het onderdeel Ongedeelde stad en de topprioriteit Versterking Jeugdbeleid uit de vorige kadernota. Brede buurt school Met de brede buurt school aanpak wordt aangesloten op de wijkgerichte aanpak en kan gewerkt worden aan het vertalen van het integraal jeugdbeleid naar wijkniveau. Daarmee wordt een kans gecreëerd om vraagstukken in de wijk aan te pakken in samenwerking met onderwijs, welzijn en zorg. In de pilotwijk de Berflo Es wordt reeds gewerkt volgens de Brede schoolaanpak. Het moet nu een concrete vertaling krijgen in het programma van eisen voor de Brede School als voorziening en bovendien zijn vertaling krijgen binnen het pedagogische plan. In juni is de intentieverklaring tot samenwerken door de partijen getekend. Het programma van eisen en een gezamenlijk pedagogisch plan zijn in ontwikkeling en zijn omstreeks deze tijd gereed. De Brede Buurtschoolaanpak zoals die wordt ontwikkeld in de pilot ’t Klimrek is op basis van een tussentijdse evaluatie die is uitgevoerd door het NJI (voorheen NIZW) verder verbeterd. De aanpak is succesvol en ondanks het feit dat de eindevaluatie nog plaats moet vinden zal 2007 in het teken staan van de voorbereiding van een implementatie over de hele stad vanaf 2008. Ook dit onderdeel levert een bijdrage aan de Ongedeelde stad en valt binnen de topprioriteit versterking jeugdbeleid. Impuls Brede school Een samenhangend aanbod van onderwijs, sport en cultuur biedt jongeren een rijke omgeving om talent te ontplooien, sociale vaardigheden op te doen en plezier te hebben. Daarom wil dit kabinet in de 40 krachtwijken met voorrang brede scholen opzetten en rond die scholen 2500 ‘combinatiefuncties’ mogelijk maken. Dit staat in de Koersbrief Brede Scholen van het Kabinet van augustus dit jaar. Het kabinet wil samen met gemeenten en met de sport-, onderwijs- en cultuursector deze Impuls Brede Scholen uitwerken en invoeren. Dagarrangementen Doel van het programma is het realiseren van een jeugdvoorzieningenstructuur met een doorlopend aanbod van opvang, onderwijs, overblijf en sport, welzijns- en culturele activiteiten, die nieuwe oplossingen biedt voor ouders om arbeid en zorg te combineren en bijdraagt aan de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen van 0 tot 16 jaar. Voor de segregatie in het onderwijs wordt met name ingezet op bovenschoolse afspraken. Het concept van de brede school kan daarbij eveneens bijdragen aan de doelstellingen over onderwijskansenbeleid. 48
In aansluiting op het wijkgericht werken, burgerparticipatie en de nota jongerenwerk, wil het college jongerenparticipatie bevorderen en meer betrekken bij en mede verantwoordelijk laten zijn voor ontwikkelingen en activiteiten in hun omgeving (zowel op stedelijk als op wijkniveau). De kinderraad, die ook in 2008 zal worden gehouden is hier een vorm van. Hiervoor kunnen verschillende vormen van participatie aangewend worden. Daarnaast wordt er een scholierendebat georganiseerd. Deze laatste twee punten versterken de uitgangspunten van de prioriteiten Versterking Jeugdbeleid en Sociale Impuls. De nieuwe nota jeugdbeleid en de kadernota spelen geven ook belangrijke impulsen aan de prioriteiten Versterking jeugdbeleid en de Sociale impuls. Aanval op de uitval en Kwalificatieplicht. Met ingang van vorig jaar is de leerplichtwet gewijzigd. In deze wet vervangt de kwalificatieplicht de partiële leerplicht. Iedere jongere die niet minstens een mbo2, havo of vwo-diploma heeft op zijn zestiende, blijft onderwijsplichtig tot zijn 18e of het moment van het halen van een startkwalificatie. De invoering van deze wet betekent ook dat de formele plichten die de gemeente heeft in het kader van de leerplichtwet worden vergroot. De methodiek Aanval op de uitval draagt (preventief) bij aan het verminderen van voortijdige schooluitval. De minister en staatssecretaris van OCW willen samen met alle betrokkenen het aantal nieuwe schooluitvallers terugbrengen tot maximaal 35.000 in 2010 Scholen, gemeenten, RMC’s, zorginstellingen, de werkgevers, de rijksoverheid, CWI’s, politie, justitie, ouders en kinderen moeten gezamenlijk de schooluitval aanpakken. De aanval op de uitval wordt ingezet op twee fronten. Ten eerste moet bereikt worden dat veel minder leerlingen stoppen met school voordat ze een startkwalificatie hebben. Ten tweede moeten de leerlingen die toch uitvallen beter en sneller begeleidt worden naar school, werk of slimme combinaties van die twee. Een van de projecten hierbij is Het Stageoffensief (leerwerkstages) dat ook valt onder initiatieven van social return, maatschappelijk verantwoord ondernemen. Onderwijs Het college wil 2008-2009 gebruiken om vanuit zijn regierol afspraken tussen onderwijsinstellingen te initiëren, om segregatie in het onderwijs te voorkómen. Bovenschoolse afspraken over onderwijskansenbeleid maken daartoe onderdeel uit en zullen deel uitmaken van de Lokaal Educatieve agenda. Het schooljaar 2007 – 2008 wordt gebruikt om een gezamenlijke educatieve agenda vast te stellen In het kader van preventief werken en het voorkomen van achterstanden, wordt in Hengelo gewerkt aan het ontwikkelen van een doorgaande leerlijn. Hiertoe wordt een activiteitenaanbod ontwikkeld, dat inzet en professionaliteit van organisaties vraagt, die daar nog niet geheel op zijn toegerust. Een laatste ontwikkeling is het begrip “passend onderwijs”. Op dit moment is de wet- en regelgeving voor leerlingen met een extra zorgbehoefte complex. Scholen en ouders raken verstrikt in een woud van regels. Teveel leerlingen vallen hierdoor tussen wal en schip. Het huidige systeem moet eenvoudiger en flexibeler. De leerling moet centraal komen te staan in de organisatie van het onderwijs. Het idee is daarom dat scholen de verantwoordelijkheid krijgen om voor elke aangemelde leerling een passend onderwijsarrangement aan te bieden. Scholen hebben binnen het kader van deze zogenaamde ‘zorgplicht’ de ruimte om het onderwijs zodanig in te richten dat het aansluit bij de behoefte van de leerlingen en wensen van de ouders. Verder wordt in 2008 een Integraal Huisvestings Plan (IHP) gemaakt zodat er een effectief locatiebeleid is en beter ingespeeld kan worden op huidige en toekomstige ontwikkelingen (b.v. multifunctioneel gebruik schoollokalen). Een belangrijke rol ligt hierbij voor de schoolbesturen zelf. In 2008 zal de verzelfstandiging van het primair en voortgezet openbaar onderwijs afgerond worden. Voor de zomer zal in de raad de definitieve besluitvorming plaatsvinden.
49
Programma 2 Mens in de samenleving Investeren in sport en beweging is investeren in de aanpak van maatschappelijke problemen. Het college heeft stevig ingezet op diverse sport- en bewegingsactiviteiten in de wijken voor ouderen, allochtone vrouwen, (probleem)jongeren en kinderen met overgewicht. Te denken valt aan FIT no FAT project. Ook met FC Twente zijn diverse activiteiten in gang gezet. Hengelo sportstad: Het FBK stadion is vernieuwd en heeft een succesvol EKJ Atletiek 2007 achter de rug en ook de FBK games waren wederom van hoog niveau. De sporthal op het FBK terrein is geheel gerenoveerd. Op diverse voetbalterreinen zijn kunstgrasvelden aangelegd en is de privatisering van de was- en kleedruimten van de meeste sportverenigingen succesvol afgerond. Met de upgrade van al deze sportvoorzieningen is tevens een start gemaakt met het verbinden van sportactiviteiten i.r.t. deze voorzieningen en medegebruik door jeugd en buurt. In het kader van de Ontspannen stad en de topprioriteit versterking Binnenstad en Creatieve stad zijn de volgende ontwikkelingen van belang. Op het gebeid van het stedelijk toerisme, kunst en cultuur heeft Hengelo ingezet op vernieuwing van bijvoorbeeld het Twents techniekmuseum HEIM. Het HEIM houdt de industriële historie levendig in een gerestaureerd voormalig schoolgebouw. Het nieuw te bouwen poppodium Metropool en de nieuwe vestiging van het CBK op het Hazemeyerterrein zullen bijdrage aan een positieve ontwikkeling van de kunst en cultuur beleving in Hengelo. Ook de nieuwe bibliotheek en de vestiging van Het Huis voor Europa dragen hieraan bij. De promotie van Hengelo wordt verder uitgewerkt in de nieuwe Stichting Stadsmarketing/ VVV. Het college gaat inzetten op creatief ondernemerschap/ broedplaatsen en is concreet bezig met het ontwikkelen van het concept Creatieve fabriek op het voormalige Hazemeyerterrein. Hier ontstaat een mix van artisticiteit en commercie die het concept van de creatieve stad weerspiegelt. De amateurkunst en kunsteducatie op scholen is de afgelopen jaren sterk gestimuleerd door gerichte subsidieprogramma’s, dit geldt tevens voor de culturele kernvoorzieningen. De sociale kwaliteit in de wijken is sterk bevorderd door het ingezette beleid van de wijkgerichte aanpak en geeft inhoud aan Ongedeelde stad en de prioriteit Sociale impuls. Er zijn netwerk-structuren opgezet, bewonersparticipatie is opgepakt, en er zijn wijkplannen ontwikkeld. Het college heeft ingezet op vernieuwing van de sociale infrastructuur. Enerzijds is dit gebeurd en gaat gebeuren door realisatie van nieuwe (multifunctionele) zorg- en wijkwelzijnsvoorzieningen en Brede scholen, anderzijds door het voeren van meer regie op programma’s en integraal beleid. In Slangebeek en Hengelose Es zijn nieuwe wijkcentra opgeleverd en wordt de bouw in Klein Driene en de Berflo Es nieuwe voorzieningen voorbereid. Programmatisch werken gemeente en organisaties steeds meer samen om tot een goede sociale infrastructuur in wijken en buurten te komen. Voorbeelden hiervan zijn de implementatie van de woonzorgzone, het jeugdbeleid (zie ook programma 1), de Brede School en MFA (Multifunctionele Accommodatie) in de Berflo Es. De invoering van de WMO heeft ook bijgedragen aan een integralere aanpak en uitvoering van beleid. De gemeentelijke dienstverlening is meer gericht op het welbevinden van bewoners en samen met bewoners en corporaties moet gekeken worden naar verbetering van de leefbaarheid en veiligheid. Deze zaken dragen bij aan de uitgangspunten van de Ongedeelde stad en de topprioriteit Sociale Impuls. Afhankelijk van de Landelijke ontwikkelingen inburgering en educatie op rijksniveau ten aanzien van inburgering en educatie, maken wij de komende periode keuzes over de inzet van inburgeringmiddelen (voor zover daar nog een keuzevrijheid ligt voor gemeenten), het implementatieproces en de invulling van de informatie- en adviesfunctie. Wat betreft de educatiemiddelen is ingezet op degenen die een achterstand hebben opgelopen waardoor zij belemmerd worden bij arbeids- dan wel maatschappelijke participatie. Om de participatie en mondigheid van allochtone burgers te bevorderen, is vanuit de feitelijke leefsituatie van deze doelgroep een passende aanpak geboden. Op het terrein van schooluitval, woon-, zorg- en welzijnsvoorzieningen, vrijwilligerswerk, buurtgerichte activering en het creëren van kansen voor allochtone jongeren wordt, in overleg met de doelgroep, een actief beleid gevoerd. 50
Sociale structuurvisie Om de samenhang tussen de sociale en fysieke programma’s te bewerkstelligen en in te spelen op toekomstige ontwikkelingen( o.a. vergrijzing, diversiteit, ontgroening) en beter aan te haken en leading te zijn bij fysieke ontwikkelingen wordt een sociale structuurvisie ontwikkeld. Naast en in samenhang met het document Hengelo 2030 zal de structuurvisie in 2008 aan de raad aangeboden worden.
51
Programma 3 Zorg voor de mens Voor wat betreft de Zorg en het lokaal gezondheidsbeleid hebben wij ingezet op een toegankelijke, niet bureaucratische en solidaire verstrekking van individuele voorzieningen, via het zorgloket geïndiceerd. In het kader van de WMO zijn inmiddels diverse voorzieningen tot stand gekomen. Dit draagt bij aan een versterking van de uitgangspunten van de Ongedeelde stad en de prioriteit Sociale Impuls. Het zorgloket is inmiddels operationeel en met het oog op ons beleid voor Ouderen zijn we druk met het beleid rond woonzorgzones, dat mede onderdeel vormt van de sociale structuurvisie. In de kadernota 2007-2010 hebben we bovendien voor de versterking van het front-Office voor de uitvoering van de WMO extra middelen beschikbaar gesteld. Het zorgloket speelt een belangrijke rol in de communicatie. De voorgenomen invoering van spreekuren in de wijkservicepunten wordt meegenomen bij de ontwikkeling van de woonzorgzones en in een bredere discussie over de sociale structuurvisie. Verder is er met betrekking tot de individuele verstrekkingen een WMO-Clientenraad i.o. Daarnaast worden in het kader van participatie jaarlijkse conferenties georganiseerd. De organisatie rondom themagerichte raadpleging is nog niet ingevuld en is afhankelijk van het thema. B.v. inzet Internetpanel. Een aantal zaken is mede afhankelijk van de plannen die het huidige kabinet nog heeft. In Hengelo zou een positiebepaling ten aanzien van de ontwikkeling WMO op z’n plaats zijn. Daarnaast streven wij in zijn algemeenheid voor mensen met beperkingen naar een verdere verbetering van de bereikbaarheid van de stad en van de toegankelijkheid van gebouwen, en het zorgdragen voor voldoende specifieke en een goede spreiding van kleine (woon)zorgcombinatie. Dit streven krijgt handen en voeten via o.a. de bouwverordening en maatregelen op maat in het kader van de WMO. Ook met de toegankelijkheid van de openbare ruimte wordt bij herinrichting hiermee rekening gehouden. Voor een versnelde realisatie van de toegankelijkheid van bushaltes, die niet voldoen aan de norm, is ambtelijk een voorstel gedaan dat in de afweging van de bijstelling van de kadernota wordt meegenomen. Om de sociaal economische gezondheidsverschillen op te heffen en gezondheidsproblemen te voorkomen, zijn we in het kader van de preventie gestart met de FIT NO FAT actie. De actie was succesvol en continuering zou zinvol zijn. De continuering maakt onderdeel uit van de brede afweging die gemaakt worden in het kader van de bijstelling van de kadernota 2007-2010. Daarnaast wordt hard gewerkt aan een nieuw jeugdbeleid en alcoholbeleid, dat in 2008 zal worden aangeboden. Daarnaast zijn er voorlichtingprogramma’s in het onderwijs gericht op alcohol en drugsmisbruik. Verder is de notitie Huiselijk geweld bijna gereed. In het kader van de vernieuwing Samenwerkingsvormen beroepsbeoefenaars kan het Gezondheidscentrum in Hart van Zuid worden genoemd, waartoe verschillende partners uit eerstelijnszorg een convenant hebben opgesteld en ondertekend.
52
Programma 4 Werk en inkomen
In ons collegeprogramma hebben we aangegeven dat toename van werkgelegenheid begint bij de intensivering van het Promotie en acquisitie als aantrekkelijke vestigingsplaats voor innovatieve bedrijven. We doen dit door middel van het gemeentelijke accountmanagement op economisch gebied, maar daarnaast hebben we ingezet op een betere promotie en een actieve acquisitie via Netwerkstad en regio Twente. Naast promotie en acquisitie is ook het fysieke aanbod van belang. Geredeneerd vanuit Hengelo als de Ondernemende en Ongedeelde stad hebben wij het Zuidelijke stadsdeel extra aandacht gegeven in de kadernota. De revitalisering van het Industrieterrein Twentekanaal is daarin topprioriteit.. Voor de lokale nieuwe bedrijventerreinen is werk gemaakt van Veldkamp en Oosterveld en zijn er kavels uitgegeven op Westermaat Expres. Voor de herstructurering bedrijventerreinen, met name Twentekanaal Zuid, zijn voorbereidingen getroffen in de sfeer van parkmanagement, is de herontwikkeling Kanaalkwartier aangepakt, is er een herontwikkelingsplan Twentekanaal Middengebied opgesteld en is er een TOPPER II-aanvraag gedaan. Ook is er een project collectieve beveiliging gestart. Verder is in 2006 is een start gemaakt met het Regionale Bedrijventerrein Twente. De eerste uitgiften zijn gedaan in 2007 De insteek van Hengelo blijft om de Uitrol breedband op Twentse schaal op te trekken voor wat betreft de uitrol van een ‘open’ glasvezelnetwerk en het bevorderen van de ontwikkeling en de afname van elektronische diensten. In Twente zijn inmiddels veel initiatieven ontwikkeld om een versnelling te bereiken in de aanleg van glasvezelnetwerken. Hierdoor is de beschikbaarheid van glasvezel snel toegenomen. Met name grote organisaties en bedrijven gebruiken deze faciliteiten voor hun automatisering en de communicatie tussen vestigingen. Ook voor kleinere ondernemingen biedt deze techniek steeds meer voordelen. Verder gaan we er van uit dat we in deze periode de realisatie van het Gezondheidspark flink op weg hebben geholpen. Het Voorontwerp bestemmingsplan en het Beeldkwaliteitplan zijn inmiddels afgelopen jaar in procedure gebracht. In ons collegeprogramma (m.n. Ontspannen en Ondernemende stad) en de kadernota (prioriteit Versterking Binnenstad) hebben we het hart van Hengelo, de Binnenstad als speerpunt benoemd. De binnenstad is een plek voor ontspanning en daarnaast een belangrijke economische factor. In de afgelopen maanden hebben wij het binnenstadsdebat een feit gemaakt. Met een opkomst van ruim 1000 Hengeloërs waren de bijeenkomsten van het Binnenstadsdebat geslaagd. Het binnenstadsdebat vond plaats nadat in augustus een start gemaakt is met het “ophalen van creatieve ideeën van burgers”. In januari komt de expertgroep met één voorstel voor de Hengelose binnenstad, samengesteld uit de ideeën die de afgelopen maanden door de Hengeloërs zijn aangeleverd. Dit voorstel wordt voorgelegd aan het college van B en W en vervolgens, waarschijnlijk in februari, aan uw gemeenteraad. In deze fase kunnen wij in de bij de actualisatie van de kadernota slechts ruimte reserveren voor de uitvoering ervan. Veel onderdelen van de prioriteit Binnenstad zijn terug te vinden in programma 9 Stad in ontwikkeling. Het verlichtingsplan en de openbare toiletvoorzieningen vormen onderdeel van de afwegingen in de beleidsbrief. De Binnenstad heeft ook een duidelijke positie gekregen in Hengelo 2030. Het bedrijfsplan van Stadsontwikkelingbedrijf is inmiddels een feit. Een punt van onderzoek in ons collegeprogramma was een actief aankoopbeleid en herontwikkeling van gronden in het stedelijk gebied ruimte en het creëren van kansen voor nieuwe werkgelegenheid in bestaande wijken was een punt van onderzoek in ons collegeprogramma. Wonen boven Winkels is een van de onderwerpen die daar ook in past. Om dit financieel mogelijk te maken is dit onderdeel van de afwegingen in de beleidsbrief. Verder hebben wij met de Nota Wijkeconomie thema Wijkeconomie in ons collegeprogramma verder vorm gegeven vanuit de gedachtes Ondernemende en Ongedeelde stad. Een sterke wijkeconomie biedt niet alleen economische voordelen, zoals een verbeterd voorzieningenniveau, een versterkte economische structuur en meer werkgelegenheid, maar ook voordelen op het fysieke en sociale vlak. Immers, wanneer bedrijfslocaties in de wijken behouden blijven voor bedrijvigheid, zal de vraag naar 53
bedrijfsruimte elders minder zijn en blijven de wijken multifunctioneel. Na vaststelling door de raad van de Nota Wijkeconomie zijn in dat kader pilots gestart in Klein Driene en Berflo Es. Ook de nota ‘Startersbeleid’ is vastgesteld door uw raad. In dat kader zijn diverse initiatieven ontwikkeld onder meer gericht op een wijkwerkontwikkelingsmaatschappij in de Berflo Es, samenwerking c.q. coaching tussen ondernemers, duurzaam ondernemersschap en de franchiseorganisatie Oostwerk voor de begeleiding van zelfstandigen in de persoonlijke dienstverlening. In 2007 is gestart met de ambitie om per 1 oktober 100 no-riskpolissen voor jongeren af te sluiten. De intentie van deze aanpak dat werkgevers die voortijdig schoolverlaters een leerwerktraject op niveau BBL 1 en 2 aan te bieden, waarbij de overheid het risico van ziektekosten voor zijn rekening zal nemen. De dialoog met het oog op Maatschappelijk verantwoord ondernemen en social return met het bedrijfsleven heeft in belangrijke mate plaatsgevonden. Naast het opstellen van de Nota Sociale Economie, waarin tal van maatregelen en projecten zijn benoemd om aan de doelstelling van MVO en Social Return te voldoen, is er momenteel ook naar aanleiding van een motie in de raad omtrent het behalen van Millenniumdoelstellingen een plan opgesteld dat voldoet aan die eisen. In dat kader en sterk gelieerd aan het thema ‘sociale economie’ is er een platform Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen opgesteld. Verder hebben wij de uitvoering van (gesubsidieerde) arbeidsintegratie als gevolg van de nieuwe Wet Sociale Werkvoorziening vormgegeven door samenvoeging van de uitvoerende Instanties, de Stichting Werken in Midden Twente (SWIMT) en het Sociaal Werkvoorzienings Bedrijf Midden Twente (SWB). Het SWIMT en SWB zullen per 1 januari 2008 samengaan in een nieuwe leerwerkorganisatie. De nieuwe organisatie krijgt een belangrijke rol in het acquireren van vacatures en stageplaatsen in het van de ambitie op gebied van uitstroom waarbij Hengelo de komende jaren voor 440 nieuwe mensen een nieuwe werkplek gerealiseerd gaat worden. Onze ambitie meer banen te creëren aan de onderkant van de arbeidsmarkt is o.a. in de notitie ‘Sterk werk’ concreet gemaakt waarbij de ambitie is geformuleerd om 440 mensen uit de WWB een extra werkplek te vinden. Ook het uitrollen van Buurtgerichte Sociale Activering en Buurtbeheerorganisaties hebben deze collegeperiode hun beslag gekregen Armoedebeleid In ons collegeprogramma hebben wij aangegeven het minimabeleid te willen intensiveren. Hiertoe hebben wij in de kadernota 2007-2010 reeds een belangrijke aanzet gedaan. Verdere intensivering van het armoedebeleid maakt in deze fase van onze collegeperiode onderdeel uit van onze afwegingen. De schuldenproblematiek is daar annex aan.
54
Programma 5 Woonconsumenten Herstructurering woonwijken: In maart 2006 hebben wij een Samenwerkingsovereenkomst Berflo Es ondertekend met de corporaties St. Joseph Wonen en HBS Ons Belang. In 2006 is de aanzet voor een prestatieafspraak gemeente - corporaties over nieuwbouw/herstructurering voorbereid. Wij werken daarom in gezamenlijkheid met de corporaties en andere stakeholders aan het opstellen en vaststellen van gebiedsontwikkelingsvisies. Er wordt voortschrijdend afgesproken voor welke gebieden in de komende twee jaar gebiedsontwikkelingsvisies worden gemaakt. Vooralsnog wordt voor de volgende gebieden een gebiedsontwikkelingsvisie opgesteld c.q. gepland.
1 2 3 4 5 6 7
Wijk Berflo Es Noord Binnenstad Groot Driene Wilderinkshoek Hengelose Es Hasseler Es
gebied Berflo Es Klein Driene Lange Wemen Voorzieningenstrook Nijverheid Hengelose Es Noord
Jaar 2006 2007/ 2008 2008 Vanaf 2009 Vanaf 2009 Vanaf 2009 Vanaf 2009
Er is een convenant met de woningcorporaties in voorbereiding (concept gereed). Het gaat om een opgave van formaat die uiterlijk in het eerste kwartaal van 2008 concreet wordt vastgelegd in een prestatieafspraak nieuwbouw en herstructurering 2008-2012. In het convenant moet de versterkte regierol in het woonbeleid van de gemeente tot uitdrukking komen. Innovatief bouwen in het goedkope segment Van de geplande woningen in de periode 2007-2015 zal 19 procent uit sociale huurwoningen bestaan. De doelstelling 20% sociale woningbouw ligt daarmee binnen bereik. In totaal gaat het om 1.262 sociale huurwoningen. De kwalitatieve uitgangspunten uit het strategische woningbouwprogramma lijken voorlopig nog te sporen met de trends in de woningmarkt. In het programma wordt rekening gehouden met de diverse woonwensen van senioren, de aandacht voor goedkoop en betaalbaar wonen, vervanging van de sociale huurvoorraad, het binnenhouden van regionale woningmarktzoekers (luxe segment), en het wonen met zorg. De nieuwe beleidslijn integrale toegankelijkheid is een recente aanscherping van het woningbouwprogramma en voorziet daarmee in de steeds verder gaande behoefte aan levensloopbestendige woningen. In het kader van Bouwen voor Doelgroepen voorziet de stedelijke planning en programmering in diverse woonzorgcombinaties (wozoco) en ouderen woningen. De eerste wozoco’s zijn inmiddels opgeleverd. Parallel hieraan starten we met een pilot voor een zorgzone in de Berflo-Es (met een wozoco bij het Olympiaplein). De oplevering vindt plaats in 2009. Wonen Zorg en Welzijn Mede in verband met de inventarisatie en de beoordeling van bouwinitiatieven vanuit de zorgsector is het belangrijk te kunnen beschikken over een voorzieningenkaart voor Hengelo. Dit is ook relevant voor het beleid WMO. Er is opdracht verstrekt aan Roset om de inventarisatie t.b.v de voorzieningenkaart uit te voeren. De extramuralisering is in 2006 verwerkt in de totale woningbouwplanning ( 50 woningen/jaar). In 2006 is een begin gemaakt het te bezien of en zo ja hoe hoe de gemeente de verschillende bouwvoornemens kan honoreren, faciliteren of alternatieven kan aanbieden. De realisatie van het LTHP van Carint is in verband met het grote aanbod van projecten in 2006 wel een knelpunt gebleken. Anno 2007 is het bestuurlijk overleg met Carint in gang gezet.
55
Programma 6 Gebruiker openbare ruimte Een belangrijk onderdeel van het programma Gebruiker openbare ruimte is de visieontwikkeling op de contouren (randen) van de stad. In de kadernota 2007-2010 hebben we een belangrijke voorwaarde geschapen voor de uitvoering ervan. Vanaf 2008 is €100.000 per jaar opgenomen voor cofinanciering in het kader van het investeringsfonds Landelijk Gebied (ILG). Inzet van ons collegeprogramma was dat bij voorkeur realisatie van de visie op de contouren van de stad met gebruikmaking van de mogelijkheden van het ILG zou plaatsvinden. Er wordt een programma opgesteld voor het Hengelose landelijke gebied. Hier maken o.a. de structuurvisie Beckum-Oele en het Landschapsontwikkelingsplan Beckum-Oele deel van uit. Ook voor het middengebied tussen Hengelo en Enschede en de aanleg van een eco-zone zijn principe afspraken gemaakt. De financiering daarvan maakt onderdeel uit van de afwegingen inde beleidsbrief. De noodzaak van een goed openbaar vervoersysteem in Twente wordt groter naarmate de wegen verder dichtslibben. De voorstadhalte Gezondheidspark is daarom een speerpunt bij de ontwikkeling van het plangebied. .Daarnaast gaan we experimenteren met gratis openbaar vervoer. Een voorstel hiervoor is inmiddels in het college geweest. De uitwerking ervan past binnen de hiervoor in de kadernota 2007-2010 beschikbaar gestelde middelen. Regio Twente start zelf met pilot voor WMO-pashouders. De fiets: De huidige Uitvoeringsnota fietsen 2003-2006 loopt af. Diverse onderdelen van deze nota zijn uitgevoerd. Op basis van het initiatiefvoorstel van de SP is een aangepast uitvoeringsprogramma door de raad vastgesteld. De wens is om binnen dat programma een regionale fietssnelweg te realiseren. In financieel opzicht is het deel tussen de Kuipersdijk en de gemeentegrens met Enschede gedekt. Voor het deel tussen de Kuipersdijk en de gemeentegrens met Borne is geen dekking. Na aftrek van te verwachten subsidies is het ongedekte deel ca. 3.000.000,-. Voor de Gratis bewaakte fietsenstalling is inmiddels een voorstel gedaan. Voor de periode na 2008 wordt een nieuwe “uitvoeringsnota fietsen 2007-2011” opgesteld. Ook de versnelde oplossing van knelpunten voor de fiets door ondermeer het vervangen van verouderde VRI’s (verkeerslichten) is in uitvoering. Veilige routes van en naar school hebben de hoogste prioriteit. In dat kader moeten bewoners kunnen meedenken over het oplossen van verkeersproblemen in de wijk. Voor een versnelde aanpak zijn geen extra middelen vrijgemaakt. Dit maakt onderdeel uit van de afweging in de beleidsbrief. De aanpak zal ook wanneer geen extra middelen beschikbaar komen getemporiseerd worden gecontinueerd met een financiering uit bestaande middelen. Voorbeeld hiervan is de Hasseler Es.
56
Programma 7 Mens en milieu Het Energiewerkplan is inmiddels afgerond en voor de uitvoering van de Nota duurzame ontwikkeling zijn een aantal nieuwe projecten opgestart. Voor cofinanciering van die projecten is bij VROM subsidie aangevraagd (een éénjarig vervolg op de BANS-regeling). De projecten die hiervoor zijn aangemerkt maken onderdeel uit van het vastgestelde uitvoeringsplan. Daarnaast heeft uw raad in juni een motie aangenomen waarin Hengelo uitgeroepen werd tot Millennium gemeente. De uitvoering van deze motie vraagt een bijstelling en aanpassing van het duurzaamheidbeleid. Zoals in de bedoelde motie staat aangegeven is de uitvoering van de millenniummotie een onderdeel van de integrale afweging die bij de actualisatie van de kadernota en in de beleidsbrief. Ook de oprichting van het warmtenet en het warmtebedrijf vordert. Inmiddels is met de warmtelevering aan het ROC gestart en heeft uw raad ingestemd met de oprichting van Warmtenet Hengelo BV. De mogelijke verkoop van Twence en onduidelijkheid over de bijdragen van derden hebben in eerste instantie geleid tot vertraging en vervolgens tot de oprichting van het Warmtebedrijf, vooralsnog zonder partners. Het waterplan Het waterplan geeft aan hoe wij samen met het waterschap invulling geven aan een duurzaam watersysteem. In de kadernota 2007-2010 hebben wij een bedrag opgenomen van €2.000.000,- voor de uitvoering van het waterplan en het baggerplan. In het kader van het Waterplan zal de beekloop van de Elsbeek in 2008 en deels in 2009 worden hersteld. Bij de herstructurering van de Berflo Es is rekening gehouden met de herinrichting cq het beekherstel van de Berflobeek. Realisatie vindt plaats mede op basis van bijdragen van rijk en provincie. Ook het communicatieplan voor het waterplan Hengelo is inmiddels door ons vastgesteld. Met de uitvoering van het communicatieplan is eind 2007 nog gestart. Deze periode wordt zoals in ons collegeprogramma vermeld, meerdere milieukaarten opgesteld. De risicokaart (op provinciale schaal) is inmiddels een feit. De gemeentebrede milieukaarten lopen gelijk op met de actualisering en digitalisering van bestemmingsplannen. Daarnaast wordt gewerkt aan plaatsing van deze gegevens op internet, zodat milieugegevens ook beter toegankelijk worden voor burgers. In 2009 zal dit een feit zijn. Verder hebben wij in ons collegeprogramma de invoering van diftar nog in deze collegeperiode daadwerkelijk te willen invoeren. In de Contourennota Afvalbeheer(st) zijn een drietal projecten opgenomen die moeten worden beschouwd als randvoorwaarde voor de invoering van tariefsdifferentiatie. Het betreft de invoering van een containermanagementsysteem, die eind 2007 is gestart, de vervanging van blokcontainers door ondergrondse containers en de herinrichting van het afvalbrengpunt in combinatie met de invoering van een pasjessysteem. De uitvoering van deze projecten is zodanig dat invoering van diftar aan het eind van deze periode mogelijk is. Handhaving blijft een punt van zorg. Verdergaande professionaliseringseisen, ook op het vlak van vergunningverlening, zorgen ervoor dat veel extra werk wordt verzet, bij voorkeur op een zo slim mogelijke wijze. Het Programmatisch handhaven is daar een uitvloeisel van .de afgelopen jaren is voortgebouwd aan het thema ‘programmatisch handhaven’, waarbij een projectmatige aanpak van bepaalde handhavingthema’s is opgezet en een integratie tussen verschillende handhavingdisciplines. Ook in het kader van Swingh zijn stappen gezet om de integratie tussen de verschillende disciplines te bevorderen. De programmatische opzet is ook terug te vinden in het nog vast te stellen integraal handhavingsbeleid.
57
Programma 8 Inwoners en bestuur
Momenteel wordt nog gewerkt aan een nieuw aangescherpt Integraal veiligheidsbeleid. Een aantal speerpunten uit het integraal veiligheidsbeleid, waaronder het toezicht in de openbare ruimte met o.a. stadswachten is inmiddels een feit. In de kadernota 2007-2010 hebben wij hiertoe stappen gezet. Het bedrijfsplan van de nieuwe afdeling Stadstoezicht is vastgesteld. Verder is sinds september 2006 er een tweewekelijks casusoverleg waar alle zeer actieve veelplegers worden besproken. Voor allen is een plan van aanpak voor een zorgtraject opgesteld. Op het moment dat de betreffende veelpleger wordt opgepakt of vrijkomt, zal het nazorgtraject worden aangeboden. Ook zijn de projecten keurmerkveilig ondernemen Twentekanaal en keurmerk veilig ondernemen binnenstad gecertificeerd door het keurmerkinstituut KIWA en is de eerste kvo-ster behaald. Bij uitwerking van het werkplan voor de binnenstad is toegewerkt naar een deelname van alle 80-VSH leden detailhandel. Al deze ondernemers hebben van de brandweer een brandveiligheidscheck gekregen en in september 2006 is het collectieve winkelverbod van start gegaan. Op bedrijventerrein Twentekanaal is veel aandacht besteed aan het opzetten van een nieuw collectief beveiligingsplan In deze collegeperiode wordt ingezet op Versterking regionale en internationale dimensie van Hengelo, o.a. door samenwerking in Twentse schaal vanuit de Open stad en de topprioriteit “In Samenwerking Met”. Met de finale besluitvorming over de bestuurlijke structuur van Regio Twente in de regioraad van maart 2007 is Netwerkstad Twente ‘ingevlochten’ in de organisatie van Regio Twente en daarmee ook de versterking van de regionale en internationale dimensie. Op dit moment is alle aandacht gevestigd op de inhoud van de samenwerking via de Agenda van Twente, inclusief de Innovatie Route Twente. In het kader van het Relatiebeheer van andere overheden en derden sturen via Regio Twente, Netwerkstad Twente én samen met de provincie sterk op een grotere mate van coördinatie en programmering van de lobby richting Den Haag en Brussel. Daarbij gaat het zowel om ambtelijke als bestuurlijke aandacht. Een voorbeeld hiervan is het instellen van bestuurlijke duo-schappen (gedeputeerde en projectwethouder/db lid RT) voor majeure projecten of processen. Dat deze fundamentelere aanpak z’n vruchten afwerpt, mag blijken uit het succesvolle traject om Centraal Station Twente als hét Twentse project alsnog op de lijst De versterking van de internationale dimensie krijgt de komende jaren nog een extra impuls door de vestiging van het WTC. Dit komt ook tot uitdrukking in de prioritering van het Centraal Station Twente op de agenda van Twente. De ontwikkeling van het station Hengelo CS en de stationsomgeving is een van de majeure projecten van de Netwerkstad Twente. Hier zullen de ambities op bovenlokaal niveau worden vormgegeven. De ontwikkeling van het WTC, de vestiging van Metropool, het concept voor het Huis voor Europa en de ontwikkeling van het Agglonet zijn belangrijke motoren voor versterking van Twente tot een kennisintensieve regio en het overbruggen van culturele grenzen. Bij de Internationale samenwerking speelt ook nog de toetreding tot Eurocities. De contacten met Plzen worden bestendigd en die met Ogre worden aan het particuliere initiatief overgelaten. De huidige Europese en rijksmiddelen voor deze samenwerking (subsidies) drogen echter op.
58
Programma 9 Stad in ontwikkeling
In de Structuurvisie Hengelo 2030 is de strategische visie van de stad voor de komende 25 jaar vastgelegd. De structuurvisie is op 3 juli 2007 door de raad vastgesteld. De visie dient als integraal beleidskader en leidraad op weg naar 2030. Voor de Ondernemende en Ongedeelde stad en vanuit de topprioriteiten Zuidelijk Stadsdeel en Versterking Binnenstad zijn de volgende projecten te vermelden. Eind 2004 zijn voor Hart van Zuid de Nota’s van Uitgangspunten vastgesteld voor de deelgebieden Lansinkveld, Langeler Erve en Hoofdinfrastructuur. Deze zijn in 2005 vertaald in stedenbouwkundige plannen waarvoor eind 2005 de bestemmingsplanprocedure is gestart. Het bestemmingsplan zal in het eerste kwartaal van 2008 ter vaststelling aan de raad worden aangeboden. In het kader van het bouwrijp maken voor het deelplan Langeler Erve wordt een deel van de hoofdinfrastructuur (Laan Hart van Zuid) aangelegd. Ook wordt de herstructurering van de Lansinkesweg en de Industriestraat vanaf 2008 ter hand genomen. De planontwikkeling Hart van Zuid is zover gevorderd, dat voorjaar 2007 gestart is met het opstellen van een Nota van Uitgangspunten voor de Stationsomgeving Centraal Station Twente. Voor het door ons benoemde speerpunt Stationsomgeving is in mei 2006 een subsidieverzoek ingediend voor de realisatie van een bredere stationsonderdoorgang bij het ministerie van V&W. Deze aanvraag is gehonoreerd. Met deze uitkering en de overige bijdragen van de Regio Twente, Provincie Overijssel en de gemeente Hengelo, is realisatie haalbaar geworden. Met de aanleg van de tunnel wordt in 2008 gestart. Er vindt nog een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse plaats in verband met de FES aanvraag voor CST. Onderdeel van de plannen rond het Stationsplein vormt de realisatie van het WTC Twente. Daarvoor is in 2005 een licentie door de WTCA verleend. Per 1 september 2007 is een directeur van het WTC Twente aangesteld. De voornaamste activiteit is het opstellen van een businessplan inclusief uitgewerkt jaarplan en een begroting voor 2008, dat eind 2007 afgerond is. Het businessplan zal, met zonodig een hernieuwde kredietaanvraag, aan de raad worden voorgelegd. Een WTC vormt een spil in het net van instellingen en bedrijven die internationale activiteiten willen starten of uitbreiden. Het WTC Twente zal zich voornamelijk richten op de thema’s kennis en technologie. De Uitvoering Hart van Zuid is inmiddels gestart. De bouw van het ROC van Twente op de plek van de voormalige gieterij van Stork heeft het hoogste punt bereikt op 26 oktober 2007. Op 13 december j.l. is ook de eerste paal van Metropool geslagen. Verder zij de woningbouwprojecten De Binderij en De Buigerij in uitvoering genomen. Nog in voorbereiding zijn ondermeer de herinrichting Hoofdinfrastructuur Lansinkesweg en Industriestraat. Voor het gebied achter de Willem de Clercqstraat wordt nagedacht over mogelijke herinrichting. Er wordt hard gewerkt aan de ontwikkeling van het Hijschgebouw (met naar verwachting een VMBO, parkeergarage etc.), een gezondheidscentrum met meerdere aanbieders van eerstelijnszorg, het voorlopig ontwerp Laan Hart van Zuid en de plannen voor het Winkelcentrum Esrein. Ook het stadsdebat heeft invloed op de ontwikkeling van de stad. Meer hierover in Programma 4. Stedelijke vernieuwing van naoorlogse wijken: In 2006 is er voor de Berflo Es een Samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de woningcorporaties en de gemeente. Op basis van deze samenwerkingsovereenkomst zijn in 2006 drie buurtplannen uitgewerkt. Deze S.O.K. en buurtplannen vormen de basis voor de in 2008 af te sluiten realisatieovereenkomst (ROK) waarin nauwkeurig de prestatieafspraken tussen de diverse partijen wordt vastgelegd. Het betreft de deelgebieden BerfloEs Zuid, Veldwijk Zuid en Veldwijk Noord. Er zal moet sprake zijn integrale aanpak van met name de sociale problematiek. Hierbij moet in Hengelo vooral worden gedacht aan de samenhang tussen het programma voor het wonen en programma voor de voorzieningen (de ’sociale infrastructuur’ in de Berflo Es). Verandering functie platteland: Het zuidelijk deel van het buitengebied van Hengelo maakt onderdeel uit van het reconstructiegebied Salland en Twente. Voor het totale gebied is een 59
reconstructieplan vastgesteld, gericht op de versterking van de vitaliteit van het platteland. Verder is een structuurvisie voor Beckum vastgesteld. In de kadernota 2007-2010 is vanaf 2008 €100.00 per jaar opgenomen voor cofinanciering Instellen investeringsfonds Landelijk Gebied t.b.v. co-financiering. Er wordt een programma opgesteld voor het Hengelose landelijke gebied. Hier maken o.a. de structuurvisie Beckum-Oele en het Landschapsontwikkelingsplan Beckum-Oele deel van uit. De raad heeft het principebesluit genomen voor de huisvesting van het ambtelijk apparaat in de directe nabijheid van het stadhuis (per 1 januari 2013). De nieuwe Huisvesting moet in het plangebied van Lange Wemen worden gerealiseerd. Binnen deze collegeperiode zal een definitief besluit over de huisvesting worden genomen.
60
Programma 10 Middelen In ons collegeprogramma hebben wij aangegeven te willen toetsen op de in 2005 aangenomen Rotterdam-wet. De wet heeft op onderdelen betrekking op de 100.000 plusgemeenten én de G27 (dus ook Hengelo). De wet geeft instrumenten die het mogelijk maken om onorthodox te handelen. De toets heeft inzichtelijk gemaakt dat we daar momenteel geen actief beleid op hoeven te voeren. Voor het overige blijven wij bij alle te maken afwegingen, waaronder de afwegingen in de beleidsbrief “Actualisatie kadernota 2007-2010: Focus op realiseren” de in ons collegeprogramma genoemde uitgangspunten voor gezond financieel beleid ter harte nemen.
61
prog
Meerjarig overzicht gekozen nieuwe beleidsvoornemens Kadernota 2007-2010 nr 1.1 1.2 1.3 1.4 1.7 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.10 3.1 3.2 4.2 4.3 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.17 5.1 5.3 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.7 7.1 8.2
beleidsvoornemen Brede buurtschool/wijkaanpak Brede school berflo-es bijdrage Centrum voor jeugd en gezin Versterking donna Versterking peuterspeelzaalwerk Herstructurering sportvelden Beheer wijkwelzijnsvoorzieningen Wijkwelzijnsvoorzieningen Berflo-Es Extra impuls bewonersparticipatie Bouw metropool aanvullende investering Vestiging Centrum Beeldende Kunst Aankoopbudget beeldende kunst Cultuur en school Zorgloket 2 fte extra (backoffice) Verhoging budget alcoholmatigingsbeleid Evenementen op de markt concert+ ijsbaan Organisatie stadsdebat Revitalisering bedrijventerreinen Programma sociale economie Startersbeleid Versterking armoedebeleid Versterking armoedebeleid Versterking wijkeconomie Twents bureau voor toerisme Herstructurering Berflo Es bijdrage alg. midd. Deelname stimuleringsfonds volkshuisvesting Spoorse doorsnijdingen Stadstoezicht structureel Experimenten gratis o.v. Bewaakte fietsenstalling centrum Intensivering groenonderhoud nota TOAG (toezicht en fysieke maatregelen) Aanleg warmtenet Internationale samenwerking via NT autonoom
8.4
Agenda voor Twente/Innovatieplatform +p.m Herlocatie stadskantoor Lange Wemen/Renovatie Stadhuis Binnenstad perspectievennota Hart van Zuid (2e fase o.a. WTC, Huis voor Europa)
8.9 9.1 9.3 9.4 9.13
1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 5 6 6 6 6 6 6 7 8
Investeringsfonds landelijk gebied t.b.v. co-fin. (ilg) Planvorming Laan van Driene en kruising kuipersdijk met spoor
Totaal
62
2007 50.000
2008 100.000 80.000 100.000 40.000 150.000 100.000 150.000 80.000 50.000 50.000 270.000 30.000 15.000 100.000 20.000 40.000
2009 150.000 80.000 150.000 40.000 200.000 150.000 150.000 80.000 50.000 50.000 270.000 30.000 15.000 100.000 20.000 40.000
2010 200.000 80.000 200.000 40.000 250.000 200.000 150.000 80.000 50.000 50.000 270.000 30.000 15.000 100.000 20.000 70.000
90.000 50.000 80.000 250.000 50.000 60.000 75.000 75.000
150.000 100.000 200.000 60.000 50.000 100.000 80.000 180.000 50.000 80.000 250.000 50.000 60.000 75.000 75.000
25.000
25.000
200.000 100.000 200.000 60.000 50.000 100.000 80.000 265.000 50.000 80.000 250.000 50.000 60.000 75.000 75.000 155.000 25.000
250.000 100.000 200.000 60.000 50.000 100.000 80.000 265.000 50.000 80.000 250.000 50.000 60.000 75.000 75.000 155.000 25.000
20.000
20.000
200.000 50.000 100.000
400.000
600.000
100.000
100.000
100.000
100.000
100.000
50.000 40.000 100.000 50.000 75.000 50.000 270.000 30.000 15.000 100.000 20.000 40.000 50.000 100.000 100.000 100.000 60.000 50.000 100.000
8 8 9 9 9 9
150.000 150.000
30.000 60.000 60.000 2.505.000 3.460.000 4.130.000 4.590.000
BIJLAGE 2
DOSSIER ALGEMENE RESERVE INVESTERINGEN
Kenmerken, spelregels, voeding
63
Algemene reserve investeringen Kenmerken: ARI is in de eerste plaats een meerjarig investeringsplan
Toelichting Met de invoering van de programmabegroting is voor de raad een integraal beeld van de investeringen grotendeels verdwenen. De lasten van de investeringen verdwijnen in programmatotalen van gemiddeld vijfentwintig miljoen euro. Versnipperd over programma's en beleidslijnen worden nieuwe investeringen toegelicht. Maar zoals gezegd, een totaalbeeld ontbreekt. Met de vaststelling van het investeringsplan worden nog geen kredieten verstrekt en wordt dus nog geen onomkeerbaar beslag op middelen gedaan. Dit gebeurt pas bij de expliciete besluitvorming over elk afzonderlijk krediet.
Rol van de raad Vastellen van: - de duur van het investeringscomplex; - de investeringsambitie; - de prioriteit - de fasering
ARI is daarnaast een beslissingsmodel en daarmee hulpmiddel bij de besluitvorming over afzonderlijke kredieten
Bij elk kredietvoorstel worden de structurele lasten afgezet tegen de lasten van de totale investeringsambitie. Daarbij wordt zichtbaar of, en zo ja hoe groot, een aanvullende ombuigingsnoodzaak is. Is in dat licht de investering verantwoord? Moet er opnieuw worden geprioteerd binnen het investeringsplan?
- vaststellen van de afzonderlijke kredieten
ARI is een toetsingskader voor de besluiten over zich ad hoc aandienende investeringsvoorstellen.
De wereld staat niet stil. Ook tussentijds kan zich een investeringsnoodzaak aandienen. Past die in de lijn die is ingezet met het vaststellen van de ambitie. Zijn er slimme combinaties mogelijk? Moet prioritering of fasering worden aangepast?
ARI is een sturingsinstrument voor het begrotingsbeleid
Op elk moment kan worden overzien tot welke structurele lasten de investeringen leiden en welke structurele dekking beschikbaar is aan het einde van de investeringsperiode. Het dekkingstekort kan in de restantperiode geleidelijk worden ingebouwd of aanleiding zijn tot een hernieuwde afweging van de investeringsambitie
ARI is een reserve
Investeringslasten en de dekking daarvan lopen in de tijd instellen van de gezien niet parallel, gaan zelfs over jaargrenzen heen. algemene reserve Het bij elkaar brengen van investeringslasten en baten investeringen via een reserve is dan de meest voor de hand liggende oplossing. Dat gebeurt ook bij het afzonderen van vermogensbestanddelen voor bijzondere doelen in de vorm van bestemmingsreserves. Om in het kader van het weerstandsvermogen duidelijk zicht te houden op het (wenselijke) niveau van de algemene reserve is vermenging daarmee niet wenselijk.
Spelregels Welke investeringen
Toelichting Via ARI lopen alleen investeringen in activa; deze kunnen zowel een fysieke als een sociale bestemming hebben. Jaarlijks, bij de eerste Berap, wordt de investeringsambitie en de tot dan toe aangewezen dekking daarvan geevalueerd. Den resultaten van deze evaluatie worden betrokken bij de begrotingsvoorbereiding.
Evaluatie
Kredietverlening
64
De vaststelling van de investeringsambitie is slechts een principebesluit. Elke afzonderlijke investering, wordt alvorens wordt overgegaan tot realisatie, in de vorm van een kredietvoorstel aan de raad voorgelegd.
Rol van de raad (zie hiervoor t.a.v. investeringsambitie) Deze evaluatie geeft de raad twee beslismomenten per jaar, namelijk bij de vaststelling van Berap en bij de vaststelling van de beleidsbegroting. De raad besluit voor elke individuele investering.
Voeding Structurele voeding
Toelichting Om aan het einde van de ARI periode de netto lasten van alle investeringen te kunnen dekken, dient het noodzakelijke dekkingsniveau in de begroting te worden ingebouwd, door ombuigingsmaatregelen en het bestemmen van structurele voordelen. Een eerste aanzet tot een bedrag van €225.000 maakt deel uit van deze kadernota.
Rol van de raad Met de jaarlijkse vaststelling van de beleidsbegroting bepaalt de raad tempo en hoogte van de inbouw van de ARIlasten in de begroting.
Incidentele voeding
Incidentele voeding van ARI leidt tot een lager eindsaldo en dus tot lagere structurele lasten aan het eind van de ARI-periode.
De raad besluit over de incidentele voeding van ARI - door een principe besluit om (delen van) nader omschreven incidentele meevallers in ARI te storten; - door ad hoc besluiten over meevallers wanneer ze zich voordoen (het verdient dan wel aanbeveling deze besluiten te beperken tot de logische momenten in de planning&controlcyclus, nl berap en jaarverslag).
65
66
BIJLAGE 3
DOSSIER UITVOERINGSBELEID BOUWREGELGEVING “ZICHT OP KWALITEIT” (CONCEPT)
67