Inhoudsopgave. 1 Profiel van ZINN. 2 Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap. 3 Beleid, inspanningen en prestaties

Jaardocument 2014

2

Jaardocument 2014

(Thuis)zorg, Wonen en Welzijn

3

Inhoudsopgave 1

Profiel van ZINN 1.1 Structuur 1.2 Kerngegevens 1.3 Samenwerkingsrelaties

2

Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5

3

Raad van Bestuur Raad van Toezicht Bedrijfsvoering Cliëntenraad Ondernemingsraad

Beleid, inspanningen en prestaties 3.1 3.2 3.3 3.4

Meerjarenbeleid Algemeen beleid Algemeen kwaliteitsbeleid Kwaliteit t.a.v. cliënten 3.4.1 Kwaliteit van zorg 3.4.2 Klachten 3.5 Kwaliteit t.a.v. medewerkers 3.5.1 Personeelsbeleid 3.5.2 Kwaliteit van het werk 3.6 Samenleving en belanghebbenden 3.7 Financieel beleid

4

Jaarrekening

Jaardocument 2014


4

Voorwoord Dit jaardocument is de formele verantwoording over het gehele bedrijfsproces in 2014 van de stichting ZINN. Verantwoording over de keuzes die gemaakt zijn ten aanzien van het beleid, financieel-bedrijfseconomische resultaten, sociale aspecten in de personele voorzieningen, corporate governance en de positie van de cliënten. Hier werken bijna 2.000 medewerkers en ongeveer 600 vrijwilligers in alle facetten van de ouderenzorg voor meer dan 2.000 cliënten, binnen en buiten de locaties van ZINN. Acht woonzorglocaties, zes in de stad Groningen (Patrimonium/ De Es, Platina, De Pelster, Menno Lutter, Zuiderflat en De Brink), één in Hoogezand (De Burcht) en één in Haren (De Dilgt), met verschillende thuiszorgposten en buurthuiskamers in en om deze locaties. Het was een uitdagend jaar, ingezet (overheids-)beleid kreeg vorm, zoals het scheiden van wonen en zorg en er werd geanticipeerd op reductie van de huishoudelijke verzorging. De overgang per 1 januari 2015 van AWBZ naar Wmo, Wlz en Zvw is voorbereid, voor langer thuiswonende ouderen lanceerde ZINN het Langer Thuis Pakket. Het leidende thema in 2014 was dan ook ‘Maatwerk’. ZINN streeft naar een passend antwoord op elke vraag. Met trots werd daarnaast in december het eerste exemplaar van ’Daar zou ik zelf willen wonen’ overhandigd aan staatssecretaris Martin van Rijn. Een fraai vormgegeven, historisch overzicht van de ouderenzorg aan de hand van de geschiedenis van ZINN, geschreven door Wil Legemaat. Het geeft een prachtig beeld van onze organisatie in historisch perspectief en hoe de organisatie zich steeds heeft aanpast aan de tijd. Het is mooi om te laten zien dat het ook goed kan gaan in de ouderenzorg. In 2015 werken we verder aan het verlenen van uitstekende zorg en diensten aan onze cliënten, met de nadruk op de directe werkrelatie tussen uitvoerend medewerker en de cliënt. Thema’s daarbij zijn ‘Excellente teams’ en ‘de Mantelzorger’.

W.J. Koopmans-Kornelius, Voorzitter Raad van Bestuur

Haren, april 2015

Jaardocument 2014


5

1 Profiel van ZINN In het jaardocument beschrijven wij de activiteiten van de organisatie in het afgelopen jaar en leggen daarover verantwoording af. Het gaat om de verantwoording over de bedrijfsvoering, inhoud van het beleid, vormgeving van de organisatie en de zorgverlening. Naam verslagleggende rechtspersoon Adres Postcode Plaats Telefoonnummer RSIN Identificatienummer K.v.K. E-mailadres Internetpagina

Stichting ZINN Dilgtweg 3 9751 ND Haren (050) 5345678 805399343 410 13557 [email protected] www.zinnzorg.nl

1.1 Structuur van de organisatie De juridische structuur van de organisatie is per 31 december 2014 als volgt:

stichting ZINN ZINN Behandeldiensten bv

ZINNfysiq bv

ZINN Pluszorg bv

Stichting Zorg & Wonen Noord Nederland

ZINN Service bv

De hoofdstructuur van ZINN bestaat, naast een Raad van Toezicht, uit een eenhoofdige Raad van Bestuur met een managementteam (MT) met de volgende samenstelling. Drie clustermanagers, met een lijnverantwoordelijkheid voor de betreffende clusters in de brede zin van het woord. Vanwege het vertrek van één van hen is halverwege het verslagjaar gestart met een indeling in twee clusters. Dit is naar tevredenheid verlopen en op 1 januari 2015 geformaliseerd. De clustermanagers worden ondersteund door de overige managementteamleden: de controller, hoofd Facilitair Bedrijf, hoofd Personeel & Organisatie en directeur ZINN Behandeldiensten. Op basis van begroting en jaaractieplannen worden maandelijks de resultaten besproken met de bestuurder, controller en de clustermanager. We spreken over resultaatverantwoordelijke eenheden (RVE).

Jaardocument 2014


6

ZINN bv’s Onder de stichting ZINN vallen een aantal bv’s. ZINN is grootaandeelhouder van deze bv’s. De directeur /bestuurder van ZINN is bestuurder/directeur en de Raad van Toezicht van ZINN toezichthouder van de bv’s. ZINN Service bv biedt eten en drinken / restaurants op de verschillende locaties van ZINN. De bv biedt eveneens particuliere diensten die op commerciële basis worden aangeboden aan bewoners en ouderen in de wijk. ZINN Service is een btw-plichtige bv, die hangt onder de (lege) stichting Zorg & Wonen Noord Nederland. ZINN Behandeldiensten bv en ZINN fysiq bv (welke organisatorisch binnen ZINN Behandeldiensten valt) zijn niet-btw-plichtige bv’s. Vooralsnog koopt ZINN de behandelingen in bij ZINN Behandeldiensten bv. ZINN Pluszorg bv is niet btw-plichtig en biedt particuliere zorg aan, vooralsnog uitgevoerd door medewerkers van ZINN. Structuur primaire processen Het intramurale primaire proces is georiënteerd op de ZorgZwaartePakket (ZZP)-indicatie de cliënt. Voor de geriatrische revaidatiezorg is dat gebaseerd op DBC’s en voor de thuiszorg op de thuiszorgindicatie. Op basis van een zorgleefplan en bijbehorende procedures en protocollen wordt de zorg in overleg met de cliënt en zijn familie bepaald, verantwoord en geëvalueerd. De organisatie is verdeeld in organisatorische eenheden van ongeveer 30 tot 60 bewoners / cliënten en wordt geleid door een leidinggevende zorg. De leidinggevende kent het zorgproces, de cliënt, familie en de medewerkers en is spil in de coördinatie van wonen, welzijn en zorg. Binnen de organisatorische eenheden werken Eerst Verantwoordelijk Verzorgenden (EVV-ers). Deze medewerkers hebben maximaal tien bewoners onder hun hoede en zijn het directe aanspreekpunt in de dagelijkse zorg rondom de bewoner / cliënt. ZINN kent twee vormen van wonen; in een woongroep van maximaal 10 bewoners, met elk een eigen appartement van max. 25 m2 en een gezamenlijke huiskamer, of individueel wonen in een appartement van 45 – 60 m2. De thuiszorg werkt binnen een organisatorische eenheid met respectievelijk een leidinggevende, een coördinerend wijkverpleegkundige en een persoonlijk begeleider op een populatie van 30 – 50 cliënten. De thuiszorgteams werken vanuit verschillende locaties en zijn georiënteerd op de omliggende buurten en wijken. Structuur ondersteunende diensten Op basis van de indeling binnen het managementteam heeft elk MT-lid zijn eigen expertise en inbreng in de bedrijfsvoering. Het managementteam is, onder leiding van de directeur, verantwoordelijk voor het gehele bedrijfsproces met ieder zijn of haar eigen expertisegebied. Het Facilitair Bedrijf heeft als ondersteunende dienst een belangrijke bijdrage in het primaire proces, zoals op het gebied van gebouwbeheer en schoonmaak. Elk cluster heeft een leidinggevende voor facilitaire zaken, onder de hiërarchische leiding van de clustermanager en functionele leiding van het hoofd Facilitair Bedrijf. De personeelsadviseurs krijgen functionele leiding van het hoofd P&O. De afdeling Opleiding & Ontwikkeling wordt eveneens aangestuurd door het hoofd P&O. De economische en administratieve dienst geeft uitvoering aan de financiële planning en control van de organisatie. Stafmedewerkers voor inkoop, kwaliteit en beleid en de afdeling marketing en cliëntenservice vullen de ondersteunende diensten aan.

Jaardocument 2014


Organigram per 1 januari 2015 Raad van Toezicht

ZINN

8

1.2 Kerngegevens

Kernactiviteiten ZINN levert in 2014 de volgende AWBZ-functies: · huishoudelijke verzorging · persoonlijke verzorging · verpleging · verblijf · behandeling · begeleiding · revalidatiezorg ZINN biedt intramurale zorg en thuiszorg vanuit 8 locaties in de stad Groningen, de gemeente Haren en Hoogezand. De thuiszorg werkt in 2014 met 2 sectoren: huishoudelijke verzorging (vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)) en verzorging/verpleging (V&V). ZINN ontplooit verder activiteiten op het gebied van persoonsalarmering, verhuur van ruimten en recreatieve en ondersteunende activiteiten in de wijk door middel van buurthuiskamers.

Kerngegevens ZINN 2014 Cliënten per einde verslagjaar Aantal intramurale cliënten Aantal cliënten revalidatie Aantal cliënten dagactiviteiten Aantal extramurale cliënten (exclusief cliënten dagactiviteiten) Capaciteit Aantal beschikbare plaatsen met AWBZ-verblijf per einde verslagjaar Productie in verslagjaar Aantal intramurale verzorgingsdagen Aantal intramurale verpleegdagen Aantal dagen dagactiviteiten Aantal uren extramurale productie (exclusief dagactiviteiten) Personeel Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Aantal FTE personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Waarvan overige bedrijfsopbrengsten

Aantal/bedrag 754 51 103 545 929 123.153 160.408 16.337 142.535 1.943 827 74.904.336 63.084.921 11.822.415

Werkgebieden ZINN is werkzaam in zorgkantoorregio Groningen en richt zich in hoofdzaak op de regio’s Groningen, Haren en Hoogezand. De verpleeghuiscliënten komen voor een deel uit een ruimere regio, Noord-Nederland. Vanuit de multifunctionele woonzorglocaties en buurthuiskamers wordt ook in 2014 een breed scala aan wijkgerichte voorzieningen geboden, zoals activiteiten, begeleiding, eten en drinken en particulieren zorg en diensten.

Jaardocument 2014


9

1.3 Samenwerkingsrelaties Met Zorgkantoor Groningen is tweemaal dit jaar overleg gevoerd en zijn afspraken gemaakt over productie (aantal ZZP’s en bijbehorend tarief), ontwikkeling eigen organisatie, kwaliteit, innovatie en bouw (capaciteit) op basis van het meerjarenbeleidsplan. Met de gemeenten Groningen, Haren en Hoogezand-Sappemeer wordt intensief samengewerkt op het gebied van welzijn: Wijksteunpunten, Alzheimer Café’s (in samenwerking met Alzheimer Nederland) en de Wmo-zorg. Het is belangrijk om goede contacten met de gemeenten te onderhouden om de burgers binnen de betreffende gemeente de juiste zorg, diensten en welzijn te kunnen bieden. ZINN participeert in overleggen met de gemeente over het Wmo beleid. In Haren is een samenwerkingsovereenkomst getekend om met zorgaanbieders, welzijnsinstanties, thuiszorg en de gemeente Haren de komende jaren de transitie in de zorg gezamenlijk te ontwikkelen. De specialisten ouderengeneeskunde en psychologen van ZINN brengen hun expertise op het gebied van complexe ouderenproblematiek in ten nutte van huisartsen en cliënten thuis en binnen een samenwerkingsverband met woonzorgcentra De Zonnehof en Westerholm in Haren. In het verslagjaar is gezamenlijk gewerkt binnen het project “Psychiatrische zorg aan ouderen”. Vanuit ZINN wordt deelgenomen aan de projecten palliatieve zorg en dementiezorg. Dit zijn provinciale projecten om de kwaliteit van de zorg te verbeteren en de continuïteit in de zorg te waarborgen door middel van scholing aan zgn. aandachtsvelders en casemanagers dementie. Met UMCG Beatrixoord is een samenwerkingsproject gaande, waarbij cliënten, die (nog) niet revalideerbaar zijn, ter overbrugging deelnemen aan de groepen dagbehandeling binnen locatie De Dilgt. Begin 2014 is het Universitair Netwerk Ouderenzorg opgericht, een samenwerkingsverband van het UMCG en 10 ouderenzorgorganisaties in noordoost Nederland, waaronder ZINN. Het samenwerkingsverband wil door onderzoek, innovatie en kennisdeling de kwaliteit van (complexe) zorg voor ouderen verbeteren en tevens wetenschap en ouderenzorgpraktijk dichter bij elkaar brengen. De activiteiten van het UNO-UMCG richten zich op dementie, medicatieveiligheid en zorginnovatie. NOVO en ZINN werken samen in de buurthuiskamer Oosterhaar in Haren, waar cliënten van ZINN en van NOVO dagopvang en -begeleiding wordt geboden. Gemeente Haren , NOVO en ZINN Service hebben samenwerking gezocht bij het opzetten van een wasservice voor Wmo-cliënten in deze gemeente. Met het Martiniziekenhuis is een samenwerkingsrelatie op het gebied van medicijnverstrekking. De expertise van het Martiniziekenhuis wordt benut bij het voorschrijven, de distributie en logistiek van medicatie binnen ZINN. De medicatie voor alle verpleeghuisbewoners van ZINN is in 2014 door de ziekenhuisapotheek van het Martiniziekenhuis geleverd. Samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen en Hanzehogeschool Groningen vindt plaats binnen projecten voor onderzoek en ontwikkeling. Voorbeelden zijn het CAVE-project (Computer Aided Virtual Environment) in locatie Coendershof en een leerwerkplaats voor studenten HBO-Verpleegkunde in locatie De Burcht. In Selwerd hebben ZINN locatie Patrimonium, de gemeente Groningen en Calibris een wijkleerbedrijf opgezet.

Jaardocument 2014


10

Met serviceflat Groenestein, gelegen naast ZINN locatie Coendershof in Groningen, is in 2014 onderzocht of en hoe samenwerking tussen beiden mogelijk en wenselijk is. Beide partijen willen elkaar als naaste buren versterken. Dit heeft begin januari 2015 geresulteerd in de ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst tussen beide partijen.

2 Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap Het besturen van de organisatie wordt gedaan vanuit de Corporate Governance Code: de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht werken vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid in het afwegen van maatschappelijke belangen en partijen. ZINN hanteert de Good Governance Code van de branche.

2.1 Raad van Bestuur De Raad van Bestuur dient primair het belang van de stichting in relatie tot de maatschappelijke functie van de stichting. Zij maakt bij de beleidsvorming een evenwichtige afweging van de belangen van allen die bij de stichting betrokken zijn. Er is een reglement van de Raad van Bestuur waarin taken, bevoegdheden en verantwoording zijn vastgelegd. De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor het totale beleid van de stichting en is daarover rechtstreeks verantwoording verschuldigd aan de Raad van Toezicht. Zij draagt zorg voor draagvlak binnen de organisatie bij implementatie van beleid. De Raad van Bestuur onderkent de waarde van het vertegenwoordigend overleg namens cliënten (Cliëntenraad), namens werknemers (Ondernemingsraad) en namens overige groeperingen (zoals medische staf) als een functioneel element in de organisatie en benut dit overleg ten volle. De Raad van Bestuur neemt de vigerende wet- en regelgeving ter zake in acht, bevordert de totstandkoming van de benodigde reglementen en handelt conform deze reglementen. De Raad van Bestuur vervult tevens de rol van aandeelhouder in de dochter- vennootschappen.

Samenstelling Raad van Bestuur Naam mevr. W.J. Koopmans-Kornelius

Bestuursfunctie Bestuurder

Nevenfuncties Lid Raad van Toezicht Noordermaat te Assen; Lid Advisory Board Hanzehogeschool

De Stichting volgt in het bezoldigingsbeleid van de Raad van Bestuur de Adviesregeling van de NVTZ. Het functioneren van de bestuurder wordt besproken in een jaarlijks functioneringsgesprek in aanwezigheid van twee RvT-leden (de remuneratiecommissie).

Jaardocument 2014


11

2.2 Raad van Toezicht Er is een reglement van de Raad van Toezicht, waarin invulling van de zetels, onafhankelijkheid, bezoldiging, taken en werkwijze zijn beschreven. De bezoldiging is conform de Corporate Governance Code. De samenstelling van de Raad van Toezicht is gebaseerd op profielschetsen met verschillende referentiekaders (zorginhoudelijke, medische, financieel-economische, juridische, bouwkundige en bedrijfskundige). Samenstelling Raad van Toezicht ZINN Naam Dhr. mr. L.J. Klaassen

Functie Voorzitter

Aandachtsgebied Remuneratiecommissie

Mevr. J.G. Vlietstra

Kwaliteitscommissie

Dhr. H. Sikkema

Remuneratiecommissie

Dhr. A.M.J. Vogd

Auditcommissie

Dhr. B. Dreijer

Auditcommissie, Kwaliteitscommissie

De Raad van Toezicht evalueert aan de hand van een checklist van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders jaarlijks zijn eigen functioneren. Commissies De Raad van Toezicht kent drie commissies, namelijk een auditcommissie, remuneratiecommissie en commissie kwaliteit/inhoud. De commissies bereiden de besluitvorming in de RvT-vergadering voor. De leden van de auditcommissie doen dit vooral op het gebied van financiën, begroting, jaarrekening en vastgoedzaken. De leden van de commissie kwaliteit/inhoud houden zich bezig met de kwaliteit van zorg, cliëntveiligheid, contacten met de inspectie, e.d. Het functioneren van de commissies wordt jaarlijks geëvalueerd. Verslag Raad van Toezicht In 2014 heeft de Raad van Toezicht zes maal vergaderd, telkens in aanwezigheid van de Raad van Bestuur. In elke vergadering wordt het voortgangsverslag van de Raad van Bestuur, met daarin onder andere de vaste onderdelen kwaliteit/klachten en bedrijfsvoeringaspecten, de financiële rapportage en het ziekteverzuim besproken. Onderwerpen die daarnaast in de vergaderingen o.a. aan de orde zijn geweest: - Jaarrekening 2013, accountantsverslag 2013 - Treasury jaarplan 2014 - Verbeterplan externe audit maart 2014 - Toekomstbestendigheid van ZINN - Toelichting op ZINN Behandeldiensten door de directeur Behandeldiensten BV - Toelichting op ZINN Service door de leidinggevende ZINN Service BV - Managementletter 2014 van de accountant - Begroting 2015 met toelichting van de controller, in relatie tot meerjaren begroting tot 2022 - MT uitgangspunten jaaractieplannen 2015

Jaardocument 2014


12

-

Transitie in zorg en de daaruit voortvloeiende capaciteit Samenwerking met Groenestein serviceflat Beleidsplan 2015-2020

De leden van de Raad van Toezicht en leden van de Centrale Cliëntenraad, Ondernemingsraad en MT ontmoeten elkaar jaarlijks voorafgaand aan één van de RvT-vergaderingen in aanwezigheid van de Raad van Bestuur. In deze ontmoetingen kwamen o.a. aan de orde: - casuïstiek rondom klachten - behandelkwaliteit en krimp - ‘nieuwe´ service en diensten - eten & drinken-concept in een BV-structuur - flexibiliteit/productie en diensten ontwikkelingen in het kader van de transitiewet langdurige zorg - strategisch beleidsplan 2015 – 2020 - wet zorg en dwang - healthy aging

2.3 Bedrijfsvoering Een gezonde bedrijfsvoering met een adequate beheersing van de financiële middelen is belangrijker dan ooit, omdat aan het begrip ‘ondernemerschap’ en ‘eigen risicodrager’ door de overheid steeds meer gewicht wordt gegeven. Hierbij valt te denken aan de wijziging van de financiering van vastgoed door integrale opname van kapitaalslasten in de tarieven (normatieve huisvestingscomponent), verlaging van de tarieven op basis van ZZP’s, minder afgifte van indicaties, risicodragende bedrijfsvoering (o.a. leegstand voor eigen risico) en een steeds merkbaarder concurrentie. Door een goed planning- en controlsysteem en maandelijkse managementinformatie zijn de resultaten goed te volgen en heeft het management passende acties ondernomen, met een positief resultaat. ZINN stuurt op de doelstellingen, die in het Meerjarenbeleid, de jaarlijkse uitgangspunten van het managementteam en de daarop gebaseerde jaaractieplannen van de afdelingen zijn opgenomen. Verbeterpunten en daaruit volgende maatregelen worden besproken en geëvalueerd binnen de kwaliteitscommissie, MT en clusteroverleggen. Uitvoering van deze maatregelen is een taak van het middenkader onder voortgangsbewaking van het MT. De bedrijfsprocessen zijn vastgelegd en beschreven in hun onderlinge samenhang. De risico’s in de processen zijn in 2014 geïnventariseerd om daarmee de meest kritische processen in kaart te brengen en te borgen. Bedrijfsontwikkelingen van de overheid en de gevolgen daarvan voor ZINN worden twee maal per jaar binnen een MT-sessie geanalyseerd en gevormd tot een MT-uitgangspunten / -actieplan voor het jaar daaropvolgend. Dit krijgt thematische aandacht in het halfjaarlijkse bedrijfsvoeringsoverleg met het volledige middenkader. Met deze bijeenkomsten wordt het draagvlak voor ontwikkelingen en veranderingen vergroot en de saamhorigheid gestimuleerd.

Jaardocument 2014


13

2.4 Cliëntenraad ZINN heeft voor alle locaties een lokale cliëntenraad. De lokale cliëntenraden zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van alle ‘cliëntengroepen’ (verzorging, verpleging, aanleunwoningen en thuiszorg). Een aantal leden van de cliëntenraad is bewoner en een aantal is familielid van bewoners. Daarnaast bestaat een centrale cliëntenraad, die gevormd wordt door één afgevaardigde uit iedere lokale cliëntenraad met een onafhankelijke voorzitter. De samenwerkingsovereenkomst tussen cliëntenraden en Raad van Bestuur met het daarbij behorend huishoudelijk reglement zijn door zowel de Raad van Bestuur als de centrale cliëntenraad ondertekend. De lokale raden vergaderen met de clustermanager en hebben ook informeel overleg zonder de clustermanager. De centrale cliëntenraad heeft in 2014 vier keer vergaderd met de Raad van Bestuur en één keer een ontmoeting gehad met de Raad van Toezicht. Zowel de lokale als de centrale cliëntenraden krijgen secretariële ondersteuning van de organisatie. Samenstelling van de Centrale Cliëntenraad (december 2014) Naam De heer C. Beuker De heer L. Venema De heer L. Bos Mevrouw H. Noordhoff De heer J.C. Perlee Mevrouw T.G.J. Peters De heer H. ten Doeschate De heer L. de Vries De heer L. Bos

Rol technisch voorzitter secretaris lid lid lid lid lid Lid Lid

Afgevaardigd van locatie De Burcht De Brink /Coendershof De Dilgt Menno Lutter De Es /Patrimonium De Pelster Platina Zuiderflat

Overzicht De volgende notities werden besproken en van advies voorzien: · Kaderbrief 2015 · Tarievenlijst 2015 · Procedure zorg en dwang · Verandering organisatiestructuur · Nieuw concept eten en drinken · Beleidsuitgangspunten mantelzorg · Verrekening broodmaaltijdvergoeding In veel gevallen werden de positieve adviezen voorafgegaan door suggesties of aanpassingen of aandachtspunten. Deze zijn naar tevredenheid van de cliëntenraad overgenomen door de directie. De volgende onderwerpen kwamen eveneens in de overleggen aan de orde: · Landelijke ontwikkelingen in de zorg en de manier waarop ZINN hiermee omgaat · Evaluatie wijziging ureninzet op PG woongroepen · Kerstdiners · Financiën De ontmoeting van de centrale cliëntenraad met de Raad van Toezicht had als thema ‘flexibilisering’: hoe anticipeert ZINN op de verandering in vraag en aanbod en wettelijke

Jaardocument 2014


14

veranderingen in de zorg. De leden van de cliëntenraden zijn uitgenodigd voor de vrijwilligersdag, de kerstproeverij en de ontvangst van het eindejaarsgeschenk. Thema bijeenkomst In april heeft de jaarlijkse themabijeenkomst plaatsgevonden. Voor deze bijeenkomst zijn de leden van alle lokale cliëntenraden uitgenodigd. Doel van de bijeenkomst is een hernieuwde kennismaking en uitwisseling van gedachten rond een thema. Het thema in 2014 was zelfredzaamheid. Bij de bijeenkomst was een gastspreker van het LOC uitgenodigd. Achterban contacten Met bewoners en familie werd op verschillende wijze contact gehouden, door o.a. artikelen in de Bewonerskranten, het bijwonen van een aantal huiskamerbijeenkomsten en gesprekken met bewoners en leidinggevenden.

2.5 Ondernemingsraad De OR van ZINN bestaat uit vijftien medewerkers. Als vertegenwoordiger van de medewerkers levert de OR, vanuit verschillende invalshoeken, een bijdrage aan de totstandkoming en implementatie van het beleid van de organisatie. De OR streeft naar een balans tussen de belangen van de organisatie en die van de medewerkers. Hierin vervult de OR een constructieve rol. In 2014 vergadert de OR ZINN wekelijks in zijn geheel of in OR commissie(s). Verder vergadert OR ZINN één maal per zes weken met de directie. Eén keer per jaar overlegt OR ZINN met de Raad van Toezicht. De OR heeft in oktober 2014 een tweedaagse cursus gevolgd om zich te bekwamen in het ORwerk. Leden van de OR commissie Strategie en Organisatie bezoeken regelmatig (landelijke) themadagen voor ondernemingsraden. Dit om op de hoogte te blijven van de (maatschappelijke) ontwikkelingen in den lande en wat dit kan betekenen voor (zorg)organisaties. De OR commissie Financieel en Bouw en de OR commissie Personeel en Arbo hebben structureel contact met ZINN deskundigen op hun specifieke aandachtsgebied. OR ZINN maakt zich sterk om de medewerkersparticipatie binnen ZINN te stimuleren. In 2014 heeft de OR, mede voor het werven van nieuwe OR-leden en het stimuleren om te stemmen bij de verkiezingen, de achterban op alle locaties bezocht. Verder staan de agenda’s en verslagen van de overlegvergaderingen gepubliceerd op een, voor alle medewerkers toegankelijke, intranetpagina. In het jaar 2014 is instemming verleend aan: · verplichte inschrijving in het Kwaliteitsregister · afsluiten collectieve WGA hiaatverzekering voor alle medewerkers · doorbetaling van zieke medewerkers met een nul-uren of een min-max contract · gedragscode ZINN (o.a. rookbeleid) · procedure en formulier jaargesprek · procedure preventie lichamelijke overbelasting medewerkers · regeling vakantiespreiding

Jaardocument 2014


15

· procedure verzuim · procedure werkbelevingsonderzoek · procedure weigering uitvoering zorgtaken Geen instemming is verleend aan : · het heffen van een boete bij niet-afmelden scholing In het jaar 2014 is advies gegeven over: · profiel bedrijfsarts · kaderbrief 2015 · organisatiestructuur van 3 naar 2 clustermanagers/opdelen van ZINN van 3 naar 2 clusters · gewijzigde positionering van maatschappelijk werk binnen ZINN · duurzame inzetbaarheid personeel · integratie HV en V&V · beleidsnotitie Welzijn 2015-2020

·

beleidsnotitie Mantelzorg 2015-2020

3 Beleid, inspanningen en prestaties 3.1 Meerjarenbeleid Eind 2014 is het Strategisch Beleidsplan 2015 – 2020 ‘Op weg naar een excellente organisatie’ vastgesteld. “ZINN biedt respectvolle en goede zorg. We willen woonsfeer en zorg bieden, waar we onze eigen ouders aan zouden toevertrouwen. We willen de beste in de regio zijn. Dat doel willen er kostendekkend bereiken.“ Dat is de missie van ZINN. Ieder mens is uniek en ieder mens heeft zijn eigen levensgeschiedenis. Dat is voor de medewerkers van ZINN een belangrijk uitgangspunt in hun denken en doen. Kwetsbare, oudere cliënten moeten hun leven zo gewoon mogelijk kunnen voortzetten, zo lang mogelijk thuis en zoveel mogelijk onder eigen regie. Het beleidsplan 2015- 2020 gaat in op de transitie die heeft plaatsgevonden naar de thuiswonende cliënt, met de nadruk op eigen regie, mogelijkheden en verantwoordelijkheid. Daarbij is er een essentiële rol weggelegd voor de familie en mantelzorger. Zij worden als samenwerkingspartner door ZINN benaderd om een actieve bijdrage in de continuïteit van zorg en welzijn te leveren. Goede communicatie is daarbij cruciaal. ZINN wil zich onderscheiden als excellente zorgorganisatie met een bovengemiddelde cliënt- en medewerkerstevredenheid en een verzuim onder het landelijk gemiddelde. Van de medewerkers wordt een toenemende eigen verantwoordelijkheid, ondernemerschap en goede communicatieve vaardigheden verwacht. Zij moeten kunnen omgaan met complexe zorgvragen, de kritische nieuwe oudere en veranderende rol van de mantelzorger. ZINN heeft een meerjarig integraal huisvestingsplan vastgesteld met als uitgangspunt: vier grote locaties met een infrastructuur waar alle vormen van zorg en diensten rendabel gegeven kunnen worden voor hooggeïndiceerden in groepswoningen en ouderen met een lage indicatie in huurappartementen. Deze grote locaties zijn bovendien een uitvalsbasis op het gebied van (thuis)zorg, welzijn, activiteiten en diensten voor bewoners van de wijk.

Jaardocument 2014


16

3.2 Algemeen beleid Algemeen ZINN profileert zich in de regio als specialist op het gebied van ouderenzorg. Van eerste zorgvraag (persoonsalarmering) tot zorg in de eindfase (palliatieve zorg). Bij deze keten van zorg heeft ZINN in 2014 nadruk gelegd de thuiszorg en –diensten. Het leidende thema in 2014 is maatwerk. De belangrijkste beleidspunten worden in de volgende alinea’s uitgelicht. Zorg De AWBZ-zorg wordt ingekocht door Menzis. Meer dan voorheen heeft Menzis bij de zorginkoopvoorwaarden gestuurd op inhoudelijke zorgkwaliteit, rapportages en samenwerking met ziekenhuizen en artsen. Men toetst ook de aandacht die gegeven wordt aan het sociale netwerk, de mantelzorgers en de mensen rondom de thuiswonende cliënt. Revalidatiezorg wordt ingekocht door de verzekeraars. ZINN biedt in 2014 een revalidatiearrangement (DBC) dat voor verzekerden en verzekeraars aantrekkelijk is. De afdeling voor geriatrische revalidatiezorg voor mensen met cognitieve problemen is succesvol. Het scheiden van wonen en zorg heeft in 2014 geleid tot beleidsmatige en administratieve veranderingen, waaronder het ontwikkelen van all-in arrangementen. De bewoner verblijft onder eigen regie in een veilige, comfortabele woonzorglocatie van ZINN met ruimte voor ontmoeting, gezelligheid en activiteiten. ZINN richt zich door de veranderingen in het overheidsbeleid intramuraal meer dan voorheen op cliënten met een zware, complexe zorgvraag. Daarnaast breidt ZINN haar doelgroep uit met cliënten met een lichte zorgvraag, die een appartement in een woonzorglocatie willen huren. Zo blijft de dynamiek binnen de woonzorglocaties van ZINN behouden met een mix van vitale en minder vitale ouderen. Thuiszorg De veranderingen in overheidsbeleid en financiering leiden er bovendien toe dat thuiszorg een prominente rol binnen ZINN heeft gekregen. In 2014 is nagedacht over specialismen die ZINN aan de thuiszorg toe kan voegen. Dit resulteert eind 2014 in het MTH team, een team vakbekwame verpleegkundigen binnen ZINN Thuiszorg die zijn gespecialiseerd in het uitvoeren van medisch technische handelingen thuis. Het team heeft een goede samenwerking met huisartsen en ziekenhuizen. Ook is het Multidisciplinair Spreekuur opgericht voor cliënten met een complexe zorgvraag en kunnen onze casemanagers dementie door verwijzers ingeschakeld worden bij (een vermoeden van) dementie. Door de afname van zorg met verblijf, toename van thuiszorg in onze woonzorgcentra en complexere zorg in de wijk, is het van belang dat de thuiszorg optimaal wordt georganiseerd. ZINN Thuiszorg werkt met teams voor maximaal 40 tot 50 cliënten. Voor elk team zijn in 2014 twee wijkverpleegkundigen beschikbaar die de zorg rondom de cliënt coördineren en onder andere verantwoordelijk zijn voor het indiceren van de cliënten. Om het geheel van thuiszorg te monitoren is een project gestart met behulp van externe ondersteuning. In drie thuiszorgteams wordt geëxperimenteerd met slimmer werken en méér zelforganisatie in het team. De thuiszorg V&V wordt wijkverpleging. Vanuit de overheid/gemeente worden indicaties voor huishoudelijke verzorging verder afgebouwd. In 2014 heeft de reductie minimaal plaatsgevonden en was het voor de organisatie van de huishoudelijke verzorging gecompliceerd om de toegezegde zorg aan de burger door de

Jaardocument 2014


17

gemeenten (met deze tijdelijkheid boven het hoofd) verantwoord te realiseren. Om cliënten toch huishoudelijke hulp kunnen geven, biedt ZINN de huishoudelijke verzorging tevens aan als particuliere service. Langer Thuis Pakket Om tot een overzichtelijk geheel aan producten, diensten en zorg voor (potentiële) thuiswonende cliënten te komen heeft ZINN het Langer Thuis Pakket ontwikkeld. Onder meer persoonsalarmering, thuiszorg, particuliere diensten en behandeldiensten zijn door middel van informatie, gadgets en tips geclusterd in een fraai vormgegeven pakket. De campagne rondom de lancering van het pakket krijgt halverwege 2015 een vervolg. De thuiszorgpost in Selwerd heeft in dit kader een breder doel, naast huisvesting voor een thuiszorgteam, het promoten van alle diensten en zorg thuis. Het servicepunt is volledig ingericht in de stijl van het Langer Thuis Pakket. In 2015 wordt dit geëvalueerd. ZINN Service In 2014 heeft ZINN Service bv zich verder ontwikkeld tot een entiteit gericht op particuliere diensten. In dit verslagjaar zijn 15 diensten ontwikkeld. De diensten worden in samenwerking met onderaannemers aan de hand van een marketingplan afzonderlijk en gezamenlijk in de markt gezet. De doelgroep is (thuiswonende) ouderen in Groningen, Haren en Hoogezand. Met name de maaltijd-, was- en verhuisservice blijken succesvol. Facilitair bedrijf De facilitaire processen richten zich met name op schoonmaak, logistiek en onderhoud van de gebouwen. In 2014 is een elektronisch bestel- en factureringssysteem (EBF) aangeschaft en zijn het kassasysteem en de telefooncentrale vervangen. Deze grote projecten zijn afgerond. In 2014 hebben ook de verbouw- en nieuwbouwprocessen veel aandacht en energie gevraagd van het facilitair bedrijf. In Selwerd is in het najaar van 2014 de nieuwbouw van ZINN locatie De Es gestart. De verwachte oplevering is begin 2016. Dan start Woningstichting Patrimonium naast De Es met de bouw van een woontoren met ruime appartementen voor ouderen, die nu of in de nabije toekomst een zorgvraag hebben en dicht bij de voorzieningen van een woonzorglocatie willen wonen. De nieuwbouw van De Brink in Helpman verloopt in 2014 volgens planning en budget. De tweede fase, het nieuwe hoofdgebouw, is begin 2015 opgeleverd en dan start ook de laatste fase, de renovatie van 40 appartementen voor revalidatie en palliatieve zorg. Het karakter van de Pelsterhof (door het scheiden van wonen en zorg en het openen van een buurtrestaurant) en Coendershof (transitie van verpleeghuis naar woonzorglocatie) is sterk veranderd. Daarom is besloten deze namen te wijzigingen in respectievelijk De Pelster en De Brink. De Buurthuiskamer De dagbehandeling vindt sinds 2014 plaats in de ZINN Buurthuiskamers in diverse wijken van Groningen, Haren en Hoogezand. De thuiswonende cliënten met of zonder (AWBZ of Wmo) indicatie komen voor gezelligheid, structuur of ter ontlasting van de mantelzorger naar de laagdrempelige buurthuiskamers. Er zijn zowel professionele medewerkers als vrijwilligers aanwezig. De samenwerking met gemeenten, huisartsen en zorginstellingen voor dagopvang van mensen met een verstandelijke beperking verloopt naar wens.

Jaardocument 2014


18

Welzijn In dit verslagjaar komt de financiering van welzijnsactiviteiten verder onder druk te staan. ZINN anticipeert hierop door de organisatie van welzijn anders vorm te geven. Meer dan ooit worden adequate vrijwilligers ingezet. Om hen te blijven boeien, worden diverse scholingen aangeboden via de Vrijwilligersacademie Groningen. De ontwikkelingen in de care sector vragen om een extra geldstroom vanuit fondsen en het bedrijfsleven ten behoeve van welzijnsactiviteiten. Plannen om welzijn onder te brengen in een separate stichting worden in 2014 voorbereid. Uitwerking en implementatie volgt in 2015. In 2015 zal de mantelzorger nadrukkelijk betrokken blijven worden bij de diverse activiteiten op de woongroepen. ICT Het web-ECD voor mobiele digitale verslaglegging is in 2014 geïmplementeerd. Met behulp van het web-ECD wordt de kwaliteit van zorg verhoogd. In 2015 krijgen ook cliënten en hun 1 e contactpersoon toegang tot een deel van het cliëntdossier via het Verwantenportaal. De voorbereidingen voor een verbeterd, intern communicatieportaal zijn in 2014 gestart. Een pilot met tablets op de zorgafdeling heeft de nodige hobbels aan het licht gebracht. De uitrol van het gebruik van tablets ZINN breed laat na afronding van de pilot daarmee nog op zich wachten. De basis is in 2014 gelegd voor het digitaal toegankelijk maken van het eigen personeelsdossier aan de medewerker. Dit leidt tot verdere efficiency en digitalisering van P&O processen. Marketing Door toenemende concurrentie is het belangrijk voor ZINN om zich te onderscheiden in en positioneren op de noordelijke zorgmarkt. Door de afdeling Marketing is in 2014 verder gebouwd aan een goede naamsbekendheid. ZINN profileert zich als moderne, ondernemende zorgorganisatie op het gebied van ouderenzorg met de focus op de cliënt en een diversiteit aan zorg en diensten. Het verslagjaar wordt afgesloten met een grote, regionale marketingcampagne ter promotie van het Langer Thuis Pakket voor thuiswonende ouderen. In 2015 krijgt deze campagne een follow-up. Om potentiele cliënten in een vroeg stadium in kaart te kunnen brengen en te volgen is er in 2014 een Customer Relations Management (CRM) gebouwd. In 2015 wordt het CRM in gebruik genomen. Met projecten als ‘ZINN in team’ wordt op de werkvloer het ZINN-gevoel bij medewerkers gevoed en de trots op de organisatie benadrukt.

3.3 Algemeen kwaliteitsbeleid De systematische kwaliteitszorg is ingericht volgens het schema De Maatstaf van CIIO (gebaseerd op de ISO 9001 norm). Centraal staat het voortdurend zoeken naar mogelijkheden voor verbeteringen: in de wijze waarop medewerkers met hun werk bezig zijn, in de relatie met de cliënten, in de bejegening en vormgeving van cliënt- en klantrelaties en in de wijze waarop we processen doelmatig willen organiseren. De procesbeschrijvingen en procedures zijn ondergebracht in het handboek kwaliteit, vastgelegd in het intranet van ZINN. Alle medewerkers hebben toegang tot het kwaliteitsmanagementsysteem DKS.

Jaardocument 2014


19

Relatie kwaliteitsmanagementsysteem, jaarplancyclus en beleid ZINN stuurt op de doelstellingen, die in het Meerjarenbeleid, de uitgangspunten van het managementteam en de daarop gebaseerde jaaractieplannen van de afdelingen zijn opgenomen. Verbeterpunten en daaruit volgende maatregelen worden besproken en geëvalueerd. Uitvoering van deze maatregelen is een taak van de MT-leden. De bedrijfsprocessen zijn vastgelegd en beschreven in hun onderlinge samenhang. Verschillende verantwoordelijkheden zijn benoemd en de risico’s in de processen zijn geïnventariseerd en geborgd. Interne en externe audits Het kwaliteitssysteem en de uitwerking daarvan in het dagelijks werken worden periodiek gecontroleerd door middel van een interne – en een externe audit. De interne audit wordt uitgevoerd door eigen auditoren, voor de externe audit wordt een gecertificeerde organisatie ingeschakeld. In 2014 zijn drie interne audits uitgevoerd door teams van MT-leden en interne auditoren. De audits zijn op alle locaties uitgevoerd met behulp van het format ten behoeve van rapportage. De volgende onderwerpen zijn geaudit: het proces instroom nieuwe cliënten, bekwaamheid personeel (BIG registraties), Hygiëne (HACCP en infectiepreventie), gedragscode, regels sfeervol wonen. De uitkomsten zijn per auditteam direct teruggekoppeld aan de betreffende leidinggevende en clustermanager. De verbeterpunten zijn opgenomen in de monitor verbeterpunten. In het eerste kwartaal van 2014 heeft een uitgebreide externe audit plaatsgevonden voor vernieuwing van het kwaliteitscertificaat CIIO. ZINN heeft een nieuw kwaliteitscertificaat voor drie jaar gekregen. Ook hier zijn de verbeterpunten opgenomen in de monitor. Veiligheid Veiligheid, in de ruimste zin van het woord, voor cliënten én voor medewerkers, vraagt veel aandacht. Opvolging van wet- en regelgeving op dit terrein, het uitvoeren van diverse audits, de RI&E, MIC- en MIM-maatregelen, blijven constante monitoring vragen. Eind 2014 is, mede als uitvloeisel van de uitkomsten van de externe audit, een aantal kritische processen benoemd met daarbij de risicofactoren en te nemen maatregelen. In 2014 zijn ontruimingsoefeningen gehouden in alle locaties. Indien een calamiteit/incident plaatsvindt, wordt dit direct geëvalueerd. Zo nodig wordt het calamiteitenplan aangepast en/of worden verbeterpunten meegenomen in de ontruimingsoefeningen. Voor BHV scholing is een extern bedrijf ingehuurd. Iedere BHV-er neemt verplicht deel.

3.4 Kwaliteit ten aanzien van cliënten 3.4.1 Kwaliteit van zorg Cliënttevredenheidsonderzoek In 2014 is een cliënttevredenheidsonderzoek gehouden onder de thuiszorg cliënten van ZINN. Het onderzoek is uitgevoerd door Bureau ARGO. De uitkomsten zijn gebruikt voor jaaractieplannen van 2015. Tijdens de halfjaarlijkse evaluatie door de directie van alle jaaractieplannen van de afdelingen komt ook de voortgang van de verbeterpunten vanuit het cliënttevredenheidsonderzoek aan de orde. In 2015 zal weer een extern cliënttevredenheidsonderzoek onder intramurale cliënten worden gehouden.

Jaardocument 2014


20

MIC (Meldingen Incidenten Cliënten) In 2014 heeft de MIC commissie 4 keer vergaderd. De leidinggevenden leverden per kwartaal rapportages aan. De kwaliteitsverpleegkundigen hebben een rol in de borging van de MIC procedure in samenwerking met leidinggevenden. In 2014 is het MIC formulier in het ECD vereenvoudigd. Daarnaast is er een workflow ingebouwd. Leidinggevende/kwaliteitsverpleegkundige kunnen zo ieder binnengekomen MIC incident analyseren volgens de prisma – methode en een oorzakenanalyse toepassen. De voorwaarden voor een goede rapportage zijn in 2014 gerealiseerd. De daadwerkelijke rapportfunctie voor leidinggevenden wordt begin 2015 opgeleverd. Het analyseren van incidenten volgens de prisma-methode (op zoek naar de basisoorzaak en daarop acties ondernemen en monitoren of deze acties effect hebben) is nog niet voldoende geïmplementeerd. In 2015 worden alle leidinggevenden en kwaliteitsverpleegkundigen geschoold in het gebruik van de prima-methode/oorzakenclassificatie om te komen toe een goede incidentanalyse, maar bovenal een incident kunnen afwegen op ernst en indien noodzakelijk onmiddellijk passende maatregelen treffen. Van OER naar VIP In voorgaande jaren is op alle afdelingen individueel wonen het Onder Eigen Regie (OER-) model geïmplementeerd. Dit behelst dat de wensen van de bewoner het uitgangspunt zijn voor de zorg (route) van de medewerker. ZINN heeft de werkwijze van OER omgezet naar een eigen ZINN werkwijze. We spreken nu niet meer over OER maar over VIP (Vraag, Invloed, Planning). Er wordt gewerkt met 4 VIP hulpmiddelen: VIP- intake, VIP-wensenkaart, VIP-planning en VIP-bril. In 2015 wordt de implementatie van de VIP elementen geëvalueerd. ECD In 2013 is een nieuw ECD ontworpen en vervolgens uitgebreid getest. De implementatie van dit hernieuwde ECD is in oktober 2013 gestart. Per juni 2014 werken alle afdelingen met het vernieuwde Web ECD. Eind 2014, begin 2015 vindt een uitgebreide ECD audit plaats om te bezien waar nog verbeterpunten zijn ten aanzien van het gebruik van het ECD. Ketenzorg ZINN neemt deel aan twee netwerken om de ketenzorg in de provincie Groningen ten aanzien van dementie en palliatieve zorg te verbeteren. Binnen ZINN hebben een aantal medewerkers palliatieve zorg en casemanagers dementie als specifiek aandachtspunt om de zorg voor cliënt en zijn/haar netwerk optimaal te regelen. Mantelzorg De rol van familie en mantelzorgers is essentieel binnen de (ouderen)zorg. Wie kent de cliënt / bewoner beter dan zijn naaste? Hun bijdrage is, ook vanwege transitie in de zorg en de veranderende (participatie)samenleving, een belangrijke schakel in de continuïteit van zorg en welzijn. Mantelzorgers en familie worden actief benaderd om een bijdrage te blijven leveren. Een werkgroep heeft eind 2014 de opdracht gekregen om de samenwerking tussen cliënt, mantelzorger en zorgverlener te intensiveren en te verbeteren. Belangrijk aandachtspunt daarbij is ook het leren managen van verwachtingen over en weer. Met gerichte activiteiten voor mantelzorgers en medewerkers wordt dit beleid in 2015 ondersteund.

Jaardocument 2014


21

3.4.2 Klachten Procedure Soms lopen zaken niet zoals de cliënt dat zou willen. Dat willen we graag horen, om er wat aan te kunnen doen én er van te leren om zo onze zorgen dienstverlening te verbeteren. Komen klager en respectievelijk leidinggevende, clustermanager en directeur er in een gesprek niet uit, dan kan de klacht worden ingediend bij de interne klachtencommissie. De interne klachtencommissie werkt volgens een vastgestelde klachtenprocedure. Wordt de klacht via de klachtencommissie niet tot tevredenheid opgelost, dan kan men de klacht extern kenbaar maken bij de Klachtencommissie Zorg in de provincie Groningen, waarbij ZINN is aangesloten. Klachten die betrekking hebben op de wet BOPZ kunnen uitsluitend bij de externe Klachtencommissie Zorg worden ingediend. De voorbereidingen voor een nieuwe klachtenprocedure, die aansluit op de in 2015 te verwachten nieuwe wetgeving, zijn gestart. Interne klachtencommissie De interne klachtencommissie van ZINN bestaat in 2014 uit: - Mevr. Margot IJlst, klachtenfunctionaris (beleidsambtenaar gemeente Haren); - Mevr. Thérèse van Schie, klachtenfunctionaris (beleidsambtenaar gemeente Groningen); - Dhr. Klaas Oosterhuis, klachtenfunctionaris (geestelijk verzorger ZINN); - Mevr. Alexandra Oud, secretaris (kwaliteit en beleid ZINN). Klachten en aanbevelingen In 2014 heeft de klachtencommissie 4 x vergaderd, waarvan eenmaal met de algemeen directeur om het jaarverslag 2013 van de interne klachtencommissie te bespreken. In 2014 zijn 21 klachten gemeld, ten opzichte van 16 in 2013. Alle klachten zijn in de lijn opgelost. De interne klachtencommissie is geïnformeerd over deze klachten en de afhandeling ervan. De aard van de klachten betrof met name gebrekkige communicatie en bejegening. De klachtencommissie is tevreden over de wijze waarop de klachten zijn afgehandeld. Wel benadrukt zij dat de klachtenprocedure nogmaals nadrukkelijk onder de aandacht wordt gebracht bij cliënten en familie.

3.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 3.5.1 Personeelsbeleid

Aan het einde van het verslagjaar waren binnen ZINN 1.943 medewerkers in loondienst exclusief stagiaires, verdeeld over 827 FTE. In 2014 zijn er in totaal 336 mensen in dienst gekomen en 372 medewerkers hebben de organisatie verlaten (beide exclusief stagiaires en vakantiekrachten). Het uitstroompercentage is 19,1%, in 2013 was dit nog 23,4 %. Relatief gezien is met name het verloop binnen de Huishoudelijke Verzorging en het Flexbureau weer groot. Wanneer we deze buiten beschouwing laten, komen we op een uitstroompercentage van 10,3 %.

Jaardocument 2014


22

In- en uitstroom 2013 – 2014 Aantal

Stagiaires

Vakantiekrachten

Totaal

2013

2014

2013

2014

2013

2014

2013

2014

In dienst

527

336

245

186

34

21

806

543

Uit dienst

463

372

246

230

34

21

743

623

Recruitment ZINN wil zich onderscheiden als excellente zorgorganisatie en als goede werkgever op de arbeidsmarkt. In 2014 is ZINN gestart met het herinrichten van het werving- en selectieproces. Nieuwe medewerkers die voldoen aan de kerncompetenties van ZINN zijn een absolute voorwaarde voor excellent functionerende teams. In het komende jaar wordt het werving- en selectieproces verder vormgegeven en stevig in de organisatie neergezet. Aandachtspunten zijn gerichte arbeidsmarktbenadering, structureel profileren van ZINN als werkgever middels een doorlopende arbeidsmarktcampagne en centrale werving en selectie. Kortom: recruitment. Opleiding en ontwikkeling Het opleidingsbeleid ondersteunt de ontwikkeling van medewerkers onder meer door het per functie verplicht stellen van een jaarlijks aantal te behalen punten. Via het leermanagementsysteem ‘Het Leerportaal’ kunnen medewerkers zich inschrijven op een open cursusaanbod. Deelname wordt in het persoonlijke e-portfolio in Het Leerportaal geregistreerd. In 2014 is het aantal cursussen in het opleidingsprogramma uitgebreid en is de frequentie van het cursusaanbod toegenomen. Daarnaast is deelname aan cursussen toegankelijker gemaakt door meer scholing op locatie, clustering van klinische lessen en avondscholing. ZINN stimuleert de deelname aan het Kwaliteitsregister V&VN. Via dit register wordt deskundigheidsontwikkeling bevordert en verschaffen medewerkers zichzelf een landelijk kwaliteitspaspoort. In 2014 nam ruim 60% van de verzorgenden en verpleegkundigen in vaste dienst deel aan dit kwaliteitsregister en voldeden zij aan de door het register gestelde gemiddelde puntennorm. Mede op basis van dit succes is besloten om deelname aan het kwaliteitsregister V&VN verplicht te stellen voor alle verzorgenden en verpleegkundigen, werkzaam bij ZINN. Leren zien we als een integraal proces dat verder gaat dan de beroepsvorming binnen het leerlingstelsel. Er wordt veel geïnvesteerd in doorstroom van zittend personeel naar een hoger opleidingsniveau, maar er is vooral ook veel aandacht voor bij- en nascholing en het leren in de praktijk. Via een eigen leermanagementsysteem – Het Leerportaal – kunnen medewerkers zich inschrijven voor een grote diversiteit aan geaccrediteerde cursussen. Medewerkers kunnen hierdoor ook goed invulling geven aan de eigen verantwoordelijkheid voor hun professionalisering. Al in 2010 is het ZINN Gilde - voor niveau 1 studenten – gestart en in 2014 uitgebreid met het Wijkleerbedrijf Selwerd. Het Gilde is een mooie aanvulling op de zorg die geleverd wordt aan de bewoners. Omdat opleidingsinspanningen niet automatisch tot verbetering van het functioneren leiden, is in 2014 een pilotproject ‘ZINN-Leren’ gestart. Dit project beoogt door structuur en ondersteunende

Jaardocument 2014


23

methodieken het werkplekleren vorm te geven en de cultuur van de lerende organisatie te vestigen. ZINN werd, met 4 andere organisaties uit het land, genomineerd voor het Beste Calibris Leerbedrijf in 2014. ZINN verdiende de nominatie als enige zorgorganisatie in het noorden, voor haar inspanningen en resultaten op het gehele gebied van opleiden.

3.5.2 Kwaliteit van het werk Excellente teams De kerncompetenties van de medewerker binnen ZINN zijn gedefinieerd. Een nieuwe professionaliteit van de medewerker vraagt klantgerichtheid, integriteit, sensitiviteit, samenwerking, resultaatgerichtheid en ondernemingszin. KISSRO – competenties die ZINNbreed zijn ontwikkeld en zullen worden ingezet bij werving en selectie, opleiding en ontwikkeling en functioneren van medewerkers. De focus van ZINN ligt in het komende jaar op het realiseren van excellente teams. Door middel van gerichte scholing en het sturen op de juiste competenties van medewerkers willen we de kwaliteit van onze dienstverlening verbeteren en op topniveau houden. Het vormgeven van dit veranderings- en cultuurproces is essentieel voor de komende jaren. Duurzame inzetbaarheid Uitval van medewerkers vanwege arbeidsverzuim blijft een belangrijk aandachtspunt. Het verzuim is ook in 2014 5,4% (voortschrijdend twaalfmaandelijks gemiddelde). Continuïteit en stabiliteit in de bezetting hangen nauw samen met een laag verzuim. Daarom gaat de aandacht ook met name uit naar het frequent verzuim en de preventieve kant van verzuim. De samenwerking tussen de verschillende partijen in de verzuimbegeleiding, de zogenaamde providerboog, is uitgebreid en geoptimaliseerd. Het thema duurzame inzetbaarheid is in 2014 verder uitgewerkt. In jaargesprekken tussen medewerker en leidinggevende krijgt dit prioriteit. Hierbij wordt de eigen verantwoordelijkheid van de medewerker voor gezondheid, veiligheid en ontwikkeling gestimuleerd. Flexibiliteit, mobiliteit, demotie, eigen regelmogelijkheden, belastbaarheid zijn onderwerpen die structureel aandacht vragen. De voorbereidingen voor het project ‘ZINN werkt gezond’ zijn gestart. Kwaliteit en continuïteit van zorg, een laag verzuim en excellent functionerende medewerkers en teams hangen nauw samen met een fitte medewerker. Als werkgever willen we medewerkers ondersteunen op het gebied van voeding, beweging en ontspanning. Het komende jaar worden deze thema’s uitgewerkt in diverse interessante acties en workshops voor medewerkers. Flexibiliteit en mobiliteit De medewerker binnen ZINN is flexibel inzetbaar en staat positief tegenover mobiliteit. Door de afbouw van diverse teams binnen ZINN (o.a. locatie Menno Lutter, teams huishoudelijke verzorging), de bouw van nieuwe locaties (De Brink en De Es) en de ontwikkeling van thuiszorgteams heeft mobiliteit van medewerkers in 2014 veel aandacht gekregen. Tientallen medewerkers hebben binnen of buiten ZINN een andere werkplek gekregen. Er is aandacht gegeven aan individuele verhalen van medewerkers in ZINN&beeld, waardoor een breed draagvlak is gecreëerd voor flexibiliteit en mobiliteit. Door individuele gesprekken, gerichte

Jaardocument 2014


24

scholing en herplaatsingstrajecten krijgen medewerkers begeleiding bij in- en externe mobiliteit. Ook 2015 vraagt flexibiliteit en mobiliteit van de medewerker binnen ZINN. Een speerpunt wordt de beschikbaarheid en inzet van de flexmedewerkers. Arbobeleid De eind 2013 uitgevoerde Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) leverde een aantal verbeterpunten op. Om deze efficiënt en effectief aan te pakken is het RI&E-team ingesteld. In dit team is elke locatie vertegenwoordigd door een assistent preventiemedewerker. Deze assistent preventiemedewerkers ondersteunen het oppakken van de verbeterpunten binnen hun aandachtsgebied. Vanaf 2015 zal het RI&E team er zorg voor gaan dragen dat de arbo-thema’s cyclisch en op toegankelijke wijze onder de aandacht van de organisatie worden gebracht, waarna via de digitale ZorgRI&E op het betreffende thema een audit wordt uitgevoerd.

3.6 Samenleving en belanghebbenden Als organisatie heeft ZINN een maatschappelijk doel: de kwaliteit van leven van ouderen en andere zorgvragers zoveel mogelijk te continueren. Zorgorganisaties werken met gemeenschapsgeld. Dit gegeven is een extra stimulans om verantwoord met onze middelen om te gaan. De cliënten en hun familie / mantelzorger zijn in eerste instantie de belangrijkste belanghebbenden. De zorg is gebaseerd op de “Norm Verantwoorde Zorg”. Cliënten worden betrokken bij het opstellen van het zorgleefplan en geven hun goedkeuring eraan. Conform procedures en protocollen wordt de dienstverlening in brede zin methodisch en toetsbaar verleend. ZINN hecht grote waarde aan een actieve betrokkenheid van familieleden (mantelzorgers) bij het wel en wee van hun naaste. Mantelzorgers kennen de levensgeschiedenis van onze bewoners het beste en kunnen vanuit hun betrokkenheid een wezenlijke bijdrage leveren aan het woonen welzijnsklimaat. ZINN onderschrijft het uitgangspunt dat het actief betrekken van familie belangrijk is; een cultuurverandering op het punt van familieparticipatie nodig. Het werk op de locaties kan niet alleen door professionele krachten worden gedaan; dat wordt onbetaalbaar. ZINN verwacht van familieleden ondersteuning bij de activiteiten voor de bewoners. In de intake wordt dit expliciet met familie besproken door de medewerker van cliëntenservice. Er worden diverse activiteiten uitgevoerd om familieparticipatie te verhogen. Positief neveneffect van inzet van mantelzorgers is dat zij de medewerkers scherp houden door hun kritische betrokkenheid. Vrijwilligers Met uitsluitend professionele krachten is het voor de organisatie onmogelijk om de doelen te bereiken die ons voor ogen staan. Medewerkers hebben baat bij vrijwilligers die meehelpen de werkdruk te verminderen. Verder hebben cliënten ook behoefte aan zorg en aandacht die niet professioneel gebonden is. Mensen ontlenen aan het vrijwilligerswerk dat ze verrichten vaak ook zingeving en status. Daarom doet ZINN voor verschillende taken een beroep op de inzet van vrijwilligers. Op alle locaties zijn zij actief en wordt getracht zoveel mogelijk de deur gastvrij open te zetten voor familie, mantelzorgers, wijkbewoners en andere bezoekers. ZINN kent naast de reguliere vrijwilliger ook ‘betaalde’ vrijwilligers. Deze vrijwilligers krijgen een kleine

Jaardocument 2014


25

vergoeding voor hun activiteiten. De betaalde vrijwilligers moeten aan bepaalde eisen voldoen om in aanmerking te komen voor deze vergoeding. Dit is vastgelegd in de werkinstructie inzet vrijwilliger-plus. In de procedure vrijwilligers is beschreven hoe de organisatie rondom de inzet van vrijwilligers is geregeld. Vrijwilligers Academie Groningen Het inzetten van vrijwilligers is een middel om de samenleving te betrekken bij ons doel en een manier om ons als het ware te wortelen in de samenleving. Op een eigen Vrijwilligers Academie worden modules aangeboden voor vrijwilligers van ZINN. Door hen gratis opleidingen aan te bieden, werken de vrijwilligers soepeler met professionals en beleven zij meer plezier aan hun werk. De academie verzorgt in 2014 opnieuw vijftien verschillende modules, die in eigen beheer zijn ontwikkeld door specialisten binnen ZINN. Stagemogelijkheden In het kader van de maatschappelijke stage biedt ZINN aan leerlingen · een boeiende kennismaking met de ouderenzorg; · de ervaring om een ander te helpen, te plezieren, te laten genieten, te ondersteunen; · de mogelijkheid om dit buiten de schooltijden te doen, individueel of groepsgewijs; · verschillende afdelingen waar de maatschappelijke stage uitgevoerd kan worden. Zo kunnen leerlingen bijvoorbeeld bij Bureau Welzijn meehelpen bij activiteiten, bij de woonafdelingen mee zorgen voor gezelligheid, koffieschenken, een wandelingetje maken of voorlezen en bij het facilitair bedrijf meehelpen in de keuken of helpen met de bediening in het restaurant. Ook via samenwerking met basisscholen worden jongeren binnengehaald op de verschillende locaties. Onderzoek In 2014 is binnen ZINN de commissie onderzoek & wetenschap ingesteld. Opdracht is het verzamelen van onderzoeksvragen intern en extern en het beoordelen van deze onderzoeksvragen op relevantie binnen ZINN. Verder bewaakt deze commissie de privacy zowel op cliëntniveau als op organisatieniveau. Op deze wijze wordt de implementatie van onderzoeksresultaten gestimuleerd en bewaakt en de contacten met externe instanties, die betrokken zijn bij lopend onderzoek binnen ZINN (universiteit, opleidingen, bedrijfsleven etc.) gecoördineerd. Begin 2014 is verder het Universitair Netwerk Ouderenzorg opgericht, een samenwerkingsverband van het UMCG en 10 ouderenzorgorganisaties in noordoost Nederland, waaronder ZINN. Het samenwerkingsverband wil door onderzoek, innovatie en kennisdeling de kwaliteit van (complexe) zorg voor ouderen verbeteren en tevens wetenschap en ouderenzorgpraktijk dichter bij elkaar brengen. Overige belanghebbenden ZINN werkt samen met vele organisaties in ketenzorg, zoals UMCG, Martiniziekenhuis, het Palliatief Netwerk, NOVO, GGz, MJD en Verslavingszorg. Daarnaast is er samenwerking met de betrokken gemeenten, de woningstichtingen Patrimonium, Talma, Lefier en De Huismeesters, huurdersverenigingen van seniorencomplexen, kerken, scholen en kinderopvang SKSG, Stichting Kinderopvang Haren /BSO en COP.

Jaardocument 2014


26

3.7 Financieel beleid

Resultaat Het boekjaar 2014 is afgesloten met een positief resultaat van ruim € 2,1 miljoen ten opzichte van € 3,0 miljoen in 2013. Dit resultaat is behaald met een omzet van € 75 miljoen in 2014, respectievelijk € 76 miljoen in 2013. Eigen vermogen Het eigen vermogen steeg in 2014 van circa € 16,1 miljoen tot circa € 18,2 miljoen. De solvabiliteit steeg naar 19,79%, de vermogensratio naar 24,33%. Daarmee wordt voldaan aan de vereisten van het Waarborgfonds Zorg. Liquiditeit De liquiditeit nam in 2014 met € 0,3 miljoen af tot circa € 10,0 miljoen. Deze liquiditeit zal mede worden aangewend ter dekking van de nieuwbouwprojecten De Brink en De Es (Selwerd) en de investeringen inventaris en instandhouding. % 2014

% 2013

Vermogensratio

24,33

21,26

Solvabiliteit

19,79

19,16

51,82 51,99

108,99 109,23

Liquiditeit

Quick ratio Current ratio

Verwachtingen voor 2015 ZINN verwacht voor 2015 een lager rendement dan in 2014. De komende jaren zal de druk op de tarieven blijven toenemen vanwege de toename van de vergrijzing en de overheidsmaatregelen, zoals scheiden van wonen en zorg. Vastgoed De bouw van locatie De Brink (voorheen Coendershof) is volgens planning en binnen de begroting verlopen. Begin 2015 was de oplevering van het hoofdgebouw, afronding van renovatie van het laatste bouwdeel van De Brink wordt eind 2015 verwacht. De eerste fase van nieuwbouw van locatie Patrimonium is gestart in de zomer van 2014 met het slaan van de eerste paal van De Es. Ook dit bouwtraject verloopt volgens planning.

Jaardocument 2014


27

Gebruikte afkortingen AWBZ

Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

BIG

Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg

CCR

Centrale Cliëntenraad

DKS

Document Kwaliteit Systeem

ECD

Elektronisch Cliënten Dossier

EVV

Eerst Verantwoordelijke Verzorgende / Verpleegkundige

Fte

Full-time equivalent

GRZ

Geriatrische Revalidatie Zorg

HV

Huishoudelijke verzorging

LOC

Landelijk Overleg Cliëntenraden

MIC

Melding Incidenten Cliënten

MIM

Melding Incidenten Medewerkers

MT

Managementteam

OR

Ondernemingsraad

PG

Psychogeriatrie

RUG

Rijks Universiteit Groningen

RvB

Raad van Bestuur

RvT

Raad van Toezicht

UMCG

Universitair Medisch Centrum Groningen

UNO

Universitair Netwerk Ouderenzorg

VIP

Vraag, Invloed, Planning

VZ/VP

Verzorging / Verpleging

Wlz

Wet langdurige zorg

Wmo

Wet maatschappelijke ondersteuning

ZINN

Zorgorganisatie in Noord Nederland

Zvw

Zorgverzekeringswet

ZZP

Zorg Zwaarte Pakket

Jaardocument 2014


Jaarrekening 2014 ZINN


INHOUDSOPGAVE

Pagina

5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.1.5 5.1.7 5.1.8 5.1.9 5.1.10 5.1.11 5.1.12 5.1.13 5.1.14 5.1.15 5.1.16

Jaarrekening 2014 Geconsolideerde balans per 31 december 2014 Geconsolideerde resultatenrekening over 2014 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2014 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2014 Mutatieoverzicht materiële vaste activa Mutatieoverzicht financiële vaste activa Mutatieoverzicht vaste activa o.g.v. art. 5a Regeling verslaggeving WTZi Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten Overzicht langlopende schulden ultimo 2014 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2014 Enkelvoudige balans per 31 december 2014 Enkelvoudige resultatenrekening over 2014 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling enkelvoudige jaarrekening Toelichting op de balans per 31 december 2014

28 29 30 31 40 50 51 52 55 56 57 68 69 70 72

5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5

Overige gegevens Vaststelling en goedkeuring jaarrekening Resultaatbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Nevenvestigingen Controleverklaring

73 73 73 73 74


5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING


5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 5.1.1 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014 (na resultaatbestemming) Ref.

31-dec-14 €

31-dec-13 €

2 3

75.812.379 4.640.714 80.453.093

62.579.691 6.247.394 68.827.085

4 5 6 7 9

37.833 0 0 1.656.905 9.951.311 11.646.049

32.808 456.091 3.327.512 1.288.462 10.280.030 15.384.903

92.099.142

84.211.988

31-dec-14 €

31-dec-13 €

206.148 17.090.214 200.000 725.849 18.222.211

206.148 15.067.516 200.000 664.194 16.137.858

ACTIVA

Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Onderhanden werk uit hoofde van DBC's Vorderingen uit hoofde van bekostiging Overige vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa

Ref. PASSIVA

Groepsvermogen Kapitaal Bestemmingsreserves Bestemmingsfondsen Algemene en overige reserves Totaal eigen vermogen

10

Voorzieningen

11

10.312.000

10.670.000

Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)

12

41.164.947

43.318.824

6 13

1.320.794 21.079.190

0 14.085.306

92.099.142

84.211.988

Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) Schulden uit hoofde van bekostiging Overige kortlopende schulden

Totaal passiva

Pagina 28


5.1.2 GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014 Ref.

2014 €

2013 €

16 17

63.084.921 4.263.044

63.819.875 4.563.600

18 19

4.983.287 195.681

4.700.508 369.742

20

2.377.403

2.467.205

74.904.336

75.920.930

BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBCzorgproducten; inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) Omzet DBC's / DBC-zorgproducten Subsidies (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties) Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten

BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten

21

49.464.969

47.977.354

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa

22

5.627.622

5.855.759

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa

23

0

825.771

Overige bedrijfskosten

24

15.713.514

16.166.668

Som der bedrijfslasten

70.806.105

70.825.552

BEDRIJFSRESULTAAT

4.098.231

5.095.378

-2.013.884

-2.046.975

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING

2.084.347

3.048.403

RESULTAAT BOEKJAAR

2.084.347

3.048.403

2014 €

2013 €

1.916.711 105.982 0 61.654 2.084.347

9.448.432 121.751 -6.644.103 122.323 3.048.403

Financiële baten en lasten

25

RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserve WMO Bestemmingsreserve egalisatie afschrijvingen Algemene reserve

Pagina 29


5.1.3 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT Ref. €

2014 €

€

2013 €

Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: - afschrijvingen - mutaties voorzieningen - afrondingen (zie mutatie eigen vermogen)

4.098.231 11.626.008 5.627.622 -358.000 6

22 11

5.095.378

6.681.530 -2.306.300 0 5.269.628

Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - vorderingen - vorderingen/schulden uit hoofde van bekostiging - onderhanden werk - kortlopende schulden (excl. schulden aan banken)

4 7 6 5 13

-5.025 -368.443 4.648.306 456.091 2.927.529

Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest

25 25

-2.379 -15.264 1.700.109 -456.091 20.618 7.658.458

1.246.993

17.026.317

10.717.601

88.320 -2.102.204

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten

4.375.230

3.261 -2.050.236 -2.013.884

-2.046.975

15.012.433

8.670.626

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa

2 2

-17.253.630 0

-5.556.797 36.127 -17.253.630

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten

-5.520.670

Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden

12 12

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie geldmiddelen Stand geldmiddelen per 1 januari Stand geldmiddelen per 31 december Mutatie geldmiddelen Toelichting: Er is gebruik gemaakt van de indirecte methode.

Pagina 30

4.066.355 -2.153.877

0 -2.143.191 1.912.478

-2.143.191

-328.719

1.006.765

10.280.030 9.951.311 -328.719

9.273.265 10.280.030 1.006.765


5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.1 Algemeen Algemene gegevens en groepsverhoudingen Zorginstelling ZINN is statutair (en feitelijk) gevestigd te Haren, op het adres Dilgtweg 3. De belangrijkste activiteten zijn het leveren van intramurale zorg en thuiszorg aan ouderen. ZINN komt voort uit de Stichting Holding Zorg en Wonen waaronder Stichting Zorginstellingen 't Gooregt en Christelijke Zorgvoorzieningen De Borg waren opgenomen. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi. Continuïteitsveronderstelling Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Vergelijkende cijfers De cijfers voor 2013 zijn, waar nodig, geherrubriceerd om vergelijkbaarheid met 2014 mogelijk te maken. Consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening zijn tevens opgenomen de stichtingen en vennootschappen die tot de groep behoren. Dit betreft de volgende stichtingen en vennootschappen: • Stichting ZINN; • Stichting Zorg en Wonen Noord Nederland; • ZINN Service B.V. (voorheen Particuliere Faciliteiten Haren/Hoogezand B.V.) (indirect belang) • ZINN Pluszorg B.V. (voorheen Particuliere Zorg Haren/Hoogezand B.V.) • ZINN Behandeldiensten B.V. • ZINN Fysiq B.V. Alle deelnemingen zijn volledig onderdeel van de groep, het betreft 100% deelnemingen. Zie onderdeel 5.1.16 voor de specificatie van gestort kapitaal en vermogen per bv en stichting. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van zorginstelling ZINN De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van de onderneming en haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend dan wel waarover de centrale leiding bestaat. Groepsmaatschappijen zijn deelnemingen waarin de onderneming een meerderheidsbelang heeft, of waarop op een andere wijze een beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Bij de vaststelling of beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend, worden financiële instrumenten betrokken die potentiële stemrechten bevatten en direct kunnen worden uitgeoefend. Participaties die zijn verworven uitsluitend met het doel om ze binnen afzienbare termijn weer te vervreemden, worden niet geconsolideerd. Nieuw verworven deelnemingen worden in de consolidatie betrokken vanaf het tijdstip waarop beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie betrokken tot het tijdstip van beëindiging van deze invloed. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlinge schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd, net als de binnen de groep gemaakte winsten. De groepsmaatschappijen zijn integraal geconsolideerd, waarbij het minderheidsbelang van derden afzonderlijk tot uitdrukking is gebracht.͒ Verbonden rechtspersonen Alle groepsmaatschappijen, zoals opgenomen in paragraaf consolidatie, evenals de deelnemingen toegelicht onder de toelichting op de financiële vaste activa worden aangemerkt als verbonden partij. Transacties tussen groepsmaatschappijen worden in de consolidatie geëlimineerd. Verder is ook het groepshoofd ZINN aan te merken als verbonden partij. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag. Dienstverlening van ZINN aan de bv's, wordt op basis van zakelijke grondslag doorberekend. Pagina 31


5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Voor zover niet anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen voor de gearmortiseerde kostprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Als een transactie ertoe leidt dat bijna alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of bijna alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of van betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.

Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijnen van immateriële en materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op bedrijfsterreinen en op vaste activa in ontwikkeling en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd: • Bedrijfsgebouwen : 3 %. • Machines en installaties : 5 %. • Andere vaste bedrijfsmiddelen : 10 %. Groot onderhoud: Kosten voor periodiek groot onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen.

Pagina 32


5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Financiële vaste activa Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer van de stemrechten. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de desbetreffende deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt waardering plaats tegen deze lagere waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de resultatenrekening. De leningen aan niet-geconsolideerde deelnemingen worden als eerst opgenomen tegen reële waarde, de vervolgwaardering tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. De grondslagen voor overige financiële vaste activa zijn opgenomen onder het kopje Financiële Instrumenten. Dividenden worden verantwoord in de periode waarin zij betaalbaar worden gesteld. Rentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende post. Eventuele winsten of verliezen worden verantwoord onder de financiële baten en lasten.

Vaste activa - bijzondere waardeverminderingen Vaste activa met een lange levensduur worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de geschatte contante waarde van de toekomstige nettokasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. De opbrengstwaarde is gebaseerd op de geschatte verkoopprijs minus de geschatte kosten welke nodig zijn om de verkoop te realiseren. ZINN heeft m.b.v. een meerjarenbegroting een aantal scenario’s uitgewerkt: - Scenario 1 real base; dit scenario gaat uit van een conservatief realistische bezettingsgraad per locatie met een uitstroom van lage zzp´s en een instroom van huurders. Het scenario gaat uit van dalende opbrengsten. - Scenario 2 opbrengsten -10%; - Scenario 3 zzp bezetting -10%, verhuur bezetting 10%; Het verschil tussen de boekwaarde per 31 december 2014 en de contante waarde van de toekomstige kasstromen is in deze scenarios positief . Er zijn geen aanpassingen gedaan aan de waardering van het vastgoed.

Pagina 33


5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Vervreemding van vaste activa Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde. Voorraden Voorraden zijn gewaardeerd tegen kostprijs. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden, overige te betalen posten en afgeleide financiele instrumenten. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Deze worden door de instelling gescheiden van het basiscontract en apart verantwoord indien de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract en het daarin besloten derivaat niet nauw verwant zijn, indien een apart instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat aan de definitie van een derivaat zou voldoen en het gecombineerde instrument niet wordt gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening.

Financiële instrumenten, inclusief de van de basiscontracten gescheiden afgeleide financiële instrumenten, worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden gescheiden van het basiscontract, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Verstrekte leningen en overige vorderingen Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Overige financiële verplichtingen Financiële verplichtingen die geen deel uitmaken van een handelsportefeuille worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd op basis van de effectieverentemethode. Afgeleide financiële instrumenten (Waardering van afgeleide financiële instrumenten op kostprijs of lagere marktwaarde) Afgeleide instrumenten worden gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde, tenzij hedge accounting onder het kostprijs hedge model wordt toegepast. Indien kostprijs hedge accounting wordt toegepast, vindt eerste waardering plaats tegen reële waarde. Zolang het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke risico van een toekomstige transactie die naar verwachting zal plaatsvinden, vindt geen herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de verwachte toekomstige transactie leidt tot verantwoording in de winst- en verliesrekening, wordt de met het afgeleide instrument samenhangende winst of het met het afgeleide instrument samenhangende verlies in de resultatenrekening verwerkt. Indien de afgedekte positie van een verwachte toekomstige transactie leidt tot de opname in de balans van een niet-financieel actief of een niet-financiële verplichting past de instelling de kostprijs van dit actief aan met de afdekkingsresultaten die nog niet in de resultatenrekening zijn verwerkt. Een verlies voor het percentage groter dan de omvang van het afgeleide instrument ten opzichte van de afgedekte positie wordt op basis van kostprijs of lagere marktwaarde direct in de resultatenrekening verwerkt. Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, worden de afdekkingsrelaties beëindigd. De cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de resultatenrekening was verwerkt, wordt als overlopende post in de balans opgenomen totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening.

Pagina 34


5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING De instelling documenteert de hedgerelaties in specifieke/generieke hedgedocumentatie en toetst periodiek de effectiviteit van de hedgerelaties door vast te stellen dat geen sprake is van overhedges. Indien afgeleide instrumenten niet langer voldoen aan de voorwaarden voor ‘hedge accounting’, aflopen of worden verkocht of wanneer de instelling niet langer kiest voor hedge accounting wordt hedge accounting beëindigd. De tot dat moment in het vermogen verantwoorde resultaten blijven in het eigen vermogen uitgesteld tot het moment dat de toekomstige transactie plaatsvindt. Indien de transactie naar verwachting niet meer plaatsvindt, worden de in het eigen vermogen uitgestelde cumulatieve hedgeresultaten naar de resultatenrekening gebracht. Periodiek wordt de effectiviteit van de hedgerelaties getoetst door vergelijking van de cumulatieve reëlewaardewijziging van de afgedekte positie met de cumulatieve waardewijzigingen van de afgeleide instrumenten. De laagste van de cumulatieve waardewijziging van de afgedekte positie en de cumulatieve waardewijziging van de afgeleide instrumenten wordt in de herwaarderingsreserve uitgesteld. Indien sprake is van een reëlewaardeafdekking (reële waarde hedge accounting) van een opgenomen actief of verplichting of niet in de balans opgenomen bindende overeenkomst worden de resultaten uit de herwaardering van het afgeleide instrument op hetzelfde moment in de resultatenrekening verwerkt als het resultaat op de afgedekte positie voor zover deze betrekking hebben op de reëlewaardewijziging van het specifieke risico van de afgedekte post of positie. De instelling documenteert de hedgerelaties in specifieke/generieke hedgedocumentatie en toetst periodiek de effectiviteit van de hedgerelaties door vast te stellen dat geen sprake is van overhedges. Financiële instrumenten die deel uitmaken van een handelsportefeuille Financiële instrumenten (activa en verplichtingen) die worden aangehouden voor handelsdoeleinden worden gewaardeerd tegen reële waarde en wijzigingen in die reële waarde worden verantwoord in de winst-enverliesrekening. In de eerste periode van waardering worden toerekenbare transactiekosten als last in de resultatenrekening verwerkt. Gekochte leningen en obligaties Gekochte leningen en obligaties waarvan de instelling de intentie heeft deze tot het einde van de looptijd aan te houden, en hiertoe ook in staat is, worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. De overige gekochte leningen en obligaties worden, voor zover deze aan een beurs genoteerd zijn, gewaardeerd tegen reële waarde. Wijzigingen in die reële waarde worden verantwoord in de resultatenrekening. Niet-beursgenoteerde gekochte leningen en obligaties worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.

Pagina 35


5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten De toerekening van opbrengsten, kosten en winstneming op Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s/DBCzorgproducten gebeurt naar rato van de verrichte prestaties (‘percentage of completion’-methode) per balansdatum op basis van de tot de balansdatum gemaakte kosten voor de DBC/het DBC-zorgproduct in verhouding tot de geschatte totale kosten van de DBC/het DBC-zorgproduct. Uitgaven die verband houden met kosten voor de DBC/het DBC-zorgproduct die na de balansdatum tot te verrichten prestaties leiden, worden als activa verwerkt indien het waarschijnlijk is dat ze in een volgende periode zullen leiden tot opbrengsten. Verwachte verliezen op onderhanden projecten worden onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening als last verwerkt. Vorderingen De eerste waardering van vorderingen is tegen reële waarde, inclusief transactiekosten. (Door toepassing van de effectieve rentemethode worden transactiekosten als onderdeel van de amortisatie in de winst- en verliesrekening verwerkt). De vervolgwaardering van vorderingen is tegen geamortiseerde kostprijs (indien geen sprake van agio/disagio of transactiekosten dan geamortiseerde kostprijs gelijk aan nominale waarde). Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. De voorziening is gebaseerd op de debiteurenbedragen die langer dan 1 jaar openstaan. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorzieningen (algemeen) Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichting en verliezen af te wikkelen. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Voorziening huisvesting De voorziening heeft betrekking op boekwaarde- en huurproblematiek van bestaande panden sluiting van locaties en herzienings-BTW. Er wordt geen disconteringsvoet gehanteerd. Voorziening personele kosten De voorziening personele kosten betreft een voorziening voor arbeidsongeschiktheid, jubilea persoonlijk levensfase budget. Het onderdeel jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 3%. Het onderdeel persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+. Het persoonlijk budget levensfase kwalificeert als een beloning met opbouw van rechten. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst eenmalig uit te keren PBL-uren. De berekening is gebaseerd op de CAO-bepalingen, blijfkans, leeftijd en resterende dienstjaren tot het bereiken van de 55-jarige leeftijd. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 5%. Voorziening verlieslatende contracten De voorziening verlieslatende contracten is ter dekking van de exploitatie tekorten die de WMO contracten en het contract wijkverpleging met zich mee zullen brengen. De voorziening voor verlieslatende contracten betreft het negatieve verschil tussen de verwachte voordelen uit de door de instelling na de balansdatum ontvangen prestaties en de onvermijdbare kosten om aan de verplichtingen te voldoen. De onvermijdbare kosten zijn de kosten die tenminste moeten worden gemaakt om van de overeenkomst af te komen, zijnde de laagste van enerzijds de kosten bij het voldoen aan de verplichtingen en anderzijds de vergoedingen of boetes bij het niet voldoen aan de verplichtingen. Pagina 36


5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Schulden Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar. De schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. 5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Opbrengsten De opbrengsten uit dienstverlening worden verantwoord naar rato van de verrichte prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum en in verhouding tot in totaal te verrichten diensten (onder de voorwaarde dat het resultaat betrouwbaar kan worden geschat, dit indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: a. het bedrag kan op betrouwbare wijze worden bepaald; b. waarschijnlijke economische voordelen; c. de mate waarin de dienstverlening op de balansdatum is verricht kan op betrouwbare wijze worden bepaald; en d. gemaakte kosten en kosten die nog moeten worden gemaakt kunnen betrouwbaar worden bepaald; als dat niet kan dan opbrengsten slechts verwerken tot het bedrag van de kosten van de dienstverlening). Bij de berekening van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten is wel/geen rekening gehouden met de naindexering. De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord. Personele kosten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voorzover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen De aan het Pensioenfonds Zorg en Welzijn te betalen premie wordt als last in de winst-en-verliesrekening verantwoord en, voor zover de aan het Pensioenfonds Zorg en Welzijn te betalen premie nog niet is voldaan, als verplichting op de balans opgenomen. ZINN heeft geen verplichting tot het doen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn, anders dan het voldoen van toekomstig hogere premiebijdragen. Om deze reden worden de op een periode betrekking hebbende premiebijdragen in die periode ten laste van het resultaat gebracht.

Pagina 37


5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Stichting ZINN heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Werknemers die hiervoor in aanmerking komen, hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon, berekend over de jaren waarin een werknemer bij ZINN pensioen heeft opgebouwd. De verplichtingen die voortvloeien uit deze rechten van het personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. ZINN stort hiervoor premies, waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door zijn financiële verplichtingen) dit toelaat. Per 1 januari 2014 moest het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 104,5% hebben. De dekkingsgraad (na indexatie) bedroeg toen 109%. Per 1 januari 2015 gelden nieuwe regels voor pensioenfondsen. Hierbij hoort ook een nieuwe berekening van de dekkingsgraad. De ‘nieuwe’ dekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden. Door een gemiddelde te gebruiken, zal de dekkingsgraad nu minder sterk schommelen. Op 31 december 2023 moet de dekkingsgraad minimaal 123% zijn. Het pensioenfonds verwacht hieraan te kunnen voldoen, en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. ZINN heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. ZINN heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Financiële baten en lasten De financiële baten en lasten betreffen van derden en groepsmaatschappijen ontvangen (te ontvangen) en aan derden en groepsmaatschappijen betaalde (te betalen) interest. Tevens is hieronder opgenomen het aandeel van de stichting in het resultaat van de op nettovermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen danwel ontvangen dividenden van deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend en waardeveranderingen van financiële vaste activa en effecten.

Overheidssubsidies Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruitontvangen baten zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat de groep zal voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies ter compensatie van door de groep gemaakte kosten worden systematisch als opbrengsten in de winst-en-verliesrekening opgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt. Subsidies ter compensatie van de groep voor de kosten van een actief worden systematisch in de winst-en-verliesrekening opgenomen gedurende de gebruiksduur van het actief. Een krediet afgesloten tegen een lagere rente dan de marktrente, wordt als schuld in de balans opgenomen waarbij waardering plaatsvindt zoals opgenomen onder Financiële instrumenten. Het verschil tussen het hogere ontvangen bedrag van het krediet en de boekwaarde bij eerste verwerking betreft het voordeel als gevolg van de lagere rente. Dit voordeel wordt verwerkt als overheidssubsidie. 5.1.4.4 Grondslagen van segmentering In de jaarrekening wordt overeenkomstig de Richtlijn Zorginstellingen een segmentatie van de resultatenrekening gemaakt in de volgende segmenten awbz/zvw, wmo en particulier. Bij de verdeling van de resultatenrekening per operationele segment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De verdeling van indirecte kosten over de te onderscheiden zorgsoorten geschiedt op basis van de volgende uitgangspunten: • in het segment WMO zijn de indirecte kosten toegerekend o.b.v. omzet aandeel • in het segment particulier zijn indirecte kosten toegerekend o.b.v.omzetaandeel of o.b.v. een vast overhead %

Pagina 38


5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING

5.1.4.5 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Betalingen welke voortvloeien uit langlopende leningen worden voor het gedeelte dat betrekking heeft op de rente opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als kasstroom uit financieringsactiviteiten. In deze opstelling is de mutatie van de kortlopende schulden aan de kredietinstellingen begrepen in de mutatie van de liquide middelen. Kasstromen uit financiële afgeleide instrumenten die worden verantwoord als reëlewaarde-hedges of kasstroomhedges worden in dezelfde categorie ingedeeld als de kasstromen uit de afgedekte balansposten. Kasstromen uit financiële derivaten waarbij hedge accounting niet langer wordt toegepast, worden consistent met de aard van het instrument ingedeeld, vanaf de datum waarop de hedge accounting is beëindigd.

5.1.4.6 Waarderingsgrondslagen WNT Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de stichting zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd.

Pagina 39


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA 1. Immateriële vaste activa Toelichting: Niet van toepassing

2. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa

50.474.972 3.382.594 4.014.106 17.940.707 0

50.776.664 3.621.275 3.920.166 4.261.586 0

Totaal materiële vaste activa

75.812.379

62.579.691

2014 €

2013 €

Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Bij: herwaarderingen Af: afschrijvingen Af: bijzondere waardeverminderingen Af: terugname geheel afgeschreven activa Af: desinvesteringen

62.579.691 17.253.630 0 4.020.942 0 0 0

62.133.870 5.556.797 0 5.074.849 0 0 36.127

Boekwaarde per 31 december

75.812.379

62.579.691

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:

Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.7. Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-meldingsplichtige vaste activa, de WMG-gefinancierde vaste activa en de Kleinschalige Woonvoorzieningen per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.9. In toelichting 5.1.10 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.

Pagina 40


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA 3. Financiële vaste activa De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Vordering op grond van compensatieregeling Oude vkp's/verbouwingen

4.605.633 35.081

6.140.843 106.551

Totaal financiële vaste activa

4.640.714

6.247.394

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Boekwaarde per 1 januari Afschrijvingen

6.247.394 -1.606.680

7.854.075 -1.606.681

4.640.714

6.247.394

Boekwaarde per 31 december

Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de financiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.8.

Pagina 41


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA 4. Voorraden De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Voedingsmiddelen Leenemballage

16.426 21.407

16.426 16.382

Totaal voorraden

37.833

32.808

31-dec-14 €

31-dec-13 €

522.622 431.870 90.752

456.091 0 0

0

456.091

Saldo per 31-dec-14

€

Af: ontvangen voorschotten €

5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten De specificatie is als volgt:

Onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten Af: verwerkte verliezen Af: ontvangen voorschotten Totaal onderhanden werk

De specificatie per categorie DBC's / DBC-zorgproducten is als volgt weer te geven: Stroom DBC's / DBC-zorgproducten

Gerealiseerde kosten en toegerekende winst €

Af: verwerkte verliezen

€

Geriatische Revalidatie Zorg

522.622

431.870

90.752

0

Totaal (onderhanden werk)

522.622

431.870

90.752

0

Toelichting: Het onderhanden werk per 31-12-2014 van nog geopende (en niet afgesloten DBC´s wordt gewaardeerd door deze DBC´s fictief af te sluiten per 31-12 en hiervan de DBC waarde te nemen. Het verwerkte verlies van € 431.870 betreft de verwacht overschrijding van de GRZ productieafspraak 2014. Het totale GRZ voorschot bedraagt € 622.000, hiervan is € 90.752 in mindering gebracht op het onderhanden werk. Het resterende deel € 531.248 is gesaldeerd met de ¨nog te factureren dbc omzet¨ onder ¨overige vorderingen¨.

Pagina 42


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA 6. Vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging Vorderingen uit hoofde van bekostiging:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

1. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort

0

3.327.512

Totaal vorderingen uit hoofde van bekostiging

0

3.327.512

Schulden uit hoofde van bekostiging:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

1. Schulden uit hoofde van financieringsoverschot

-1.320.794

0

Totaal schulden uit hoofde van bekostiging

-1.320.794

0

Specificatie vorderingen en schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk financieringsoverschot t/m 2011 €

2012 €

2013 €

2014 €

totaal €

Saldo per 1 januari

0

0

2.211.875

Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Subtotaal mutatie boekjaar

0 0 0

0 0 0

67.760 -4.226.361 -4.158.601

625.932

625.932 67.760 -4.226.361 -3.532.669

Saldo per 31 december

0

0

-1.946.726

625.932

-1.320.794

Stadium van vaststelling (per erkenning): ZINN

c

c

c

a

2.211.875 625.932

a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa

Waarvan gepresenteerd als: - vorderingen uit hoofde van financieringstekort AWBZ - vorderingen uit hoofde van financieringstekort ZVW

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Af: waarvan correcties voorgaande jaren Af: ontvangen voorschotten CAK AWBZ Af: ontvangsten zorgverzekeraars ZVW Af: onderhanden werk dbc's 2013 Totaal financieringsverschil

Pagina 43

31-dec-14 €

31-dec-13 €

-1.320.794 0 -1.320.794

2.211.875 1.115.637 3.327.512

2014 €

2013 €

63.084.921 67.762 62.391.227 0 0

68.520.383 522 61.607.478 3.128.780 456.091

625.932

3.327.512


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA 7. Overige vorderingen De specificatie is als volgt:

Vorderingen op debiteuren Nog te factureren omzet DBC's / DBC-zorgproducten Overige vorderingen: Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Overige overlopende activa Totaal overige vorderingen

31-dec-14 €

31-dec-13 €

723.832 506.700

800.419 0

76.392 234.370 115.611

129.164 314.623 44.256

1.656.905

1.288.462

Toelichting: De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt € 4.000 Onderdeel van de post ¨Nog te factureren omzet DBC´s¨ is de verrekening van € 531.248 i.v.m. het resterende deel van de GRZ bevoorschotting (zie ook 5. Onderhanden werk). Er zijn geen overige vorderingen die een langere looptijd hebben dan 1 jaar

8. Effecten Toelichting: Niet van toepassing

9. Liquide middelen De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Bankrekeningen Kassen Spaarrekeningen

9.648.343 5.731 297.237

6.567.279 8.250 3.704.501

Totaal liquide middelen

9.951.311

10.280.030

Toelichting: De liquide middelen zijn direct opeisbaar.

Pagina 44


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PASSIVA 10. Groepsvermogen Het groepsvermogen bestaat uit de volgende componenten:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Kapitaal Bestemmingsreserves Bestemmingsfondsen Algemene en overige reserves

206.148 17.090.214 200.000 725.849

206.148 15.067.516 200.000 664.194

Totaal groepsvermogen

18.222.211

16.137.858

Kapitaal Saldo per 1-jan-2014 €

Resultaatbestemming €

Overige mutaties €

Saldo per 31-dec-2014 €

Kapitaal

206.148

0

0

206.148

Totaal kapitaal

206.148

0

0

206.148

Saldo per 1-jan-2014 €




Bestemmingsreserves: Bestemmingsreserve WMO Reserve aanvaardbare kosten

-234.738 15.302.254

105.982 1.916.711

0 -5

-128.756 17.218.970

Totaal bestemmingsreserves

15.067.516

2.022.693

-5

17.090.214





Bestemmingsfonds ZINN bus

200.000

0

0

200.000

Totaal bestemmingsfondsen

200.000

0

0

200.000





Algemene reserves

664.194

61.654

-1

725.849

Totaal algemene en overige reserves

664.194

61.654

-1

725.849

Het verloop is als volgt weer te geven:

Bestemmingsreserves Het verloop is als volgt weer te geven:

Bestemmingsfondsen Het verloop is als volgt weer te geven:

Algemene en overige reserves Het verloop is als volgt weer te geven:

Toelichting: De bestemmingsreserve WMO is het gevolg van resultaten voortkomend uit WMO activiteiten. Het bestemmingsfonds ZINN Bus heeft als bestemming de vervanging van de ZINN bus. De algemene reserves is de reserve die wordt opgebouwd door de resultaten uit niet AWBZ of WMO gefinancierde dienstverlening. De overige mutaties betreft het in een aantal jaar opgebouwde afrondingsverschillen.

Pagina 45


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PASSIVA 11. Voorzieningen Het verloop is als volgt weer te geven:

Voorziening huisvesting Voorziening personele kosten Voorziening verlieslatende contracten Totaal voorzieningen


Dotatie

Onttrekking

Vrijval

€

€

€


8.640.000 1.530.000 500.000 10.670.000

0 420.000 972.000 1.392.000

1.409.000 336.000 0 1.745.000

0 5.000 0 5.000

7.231.000 1.609.000 1.472.000 10.312.000

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: 31-dec-2014 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) Hiervan langlopend (> 5 jaar)

4.063.000 6.249.000 487.000

Toelichting per categorie voorziening: Voorziening huisvesting De voorziening heeft betrekking op onderhoud, boekwaarde- en huurproblematiek van bestaande panden , sluiting van locaties en herzienings-BTW. Voorziening personele kosten: De voorziening personele kosten betreft een voorziening voor arbeidsongeschiktheid, mobiliteit, jubilea en persoonlijk levensfase budget. Voorziening verlieslatende contracten De voorziening verlieslatende contracten is ter dekking van de exploitatie tekorten die de WMO contracten en het contract wijkverpleging met zich mee zullen brengen.

12. Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Schulden aan banken Overige langlopende schulden

41.164.947 0

43.318.824 0

Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)

41.164.947

43.318.824

2014 €

2013 €

Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen

45.472.701 0 2.153.877

47.615.892 0 2.143.191

Stand per 31 december

43.318.824

45.472.701

2.153.877

2.153.877

41.164.947

43.318.824

Het verloop is als volgt weer te geven:

Af: aflossingsverplichting komend boekjaar Stand langlopende schulden per 31 december

Pagina 46


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PASSIVA Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar)

2.153.877 41.164.947 32.639.986

2.153.877 43.318.824 34.587.833

Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. Toelichting: Om renterisico’s voortvloeiende uit haar bedrijfsmatige activiteiten te beheersen, maakt ZINN gebruik van financiële instrumenten zoals renteswaps en swaptions (bij ING). Deze instrumenten worden nooit speculatief gebruikt. De combinatie van een renteswap en een variabele financiering, fungeert effectief als een fixe lening. Daalt de marktrente na het afsluiten van een renteswap, dan ontwikkelt zij een negatieve marktwaarde en vice versa. Per 31 december 2014 heeft ZINN een vijftal renteswaps met een totale hoofdsom van € 39,8 mln. en twee swaptions van in totaliteit € 10 mln. in de boeken staan. Deze instrumenten zijn ter dekking van het renterisico op de variabel rentende leningen, aangetrokken voor de financiering van de De Dilgt en De Burcht. De marktwaarde bedraagt per 31 december 2014 circa € 7,1 mln negatief. Zolang de hedgerelatie blijft bestaan, heeft deze marktwaarde geen direct effect en betreft het slechts een boekhoudkundige waardering. Omdat alle swaps gekoppeld zijn aan een variabele financiering bij de ING is tegensluiten onwaarschijnlijk. Overzicht derivaten Dealcode ISLN000008 ISLN000009 ISLN000010

type Payer Payer Swaption

hoofdsom (€) 10 mln. 6 mln. 5 mln.

rente % 3,385% 2,680% 3,000%

ingangsdatum 3-1-2011 3-1-2011 2-1-2026

ISLN000017 ISLN000018 ISLN000053

Payer Payer Swaption

10 mln. 7,5 mln. 5 mln.

4,045% 3,410% 3,500%

1-7-2011 1-7-2011 2-1-2026

2-1-2026 4-1-2021 2-1-2041

ISAN000004

Payer

6,3 mln.

4,180%

1-4-2008

1-4-2028

einddatum 2-1-2026 2-1-2018 3-1-2039

Het contract waaronder de swaps en swaptions bij ING gesloten zijn kent geen marktwaardeverrekening en is ‘goedgekeurd’ door het Waarborgfonds voor de Zorgsector. Zie tabel 5.1.11 voor de gestelde zekerheden 13. Overige kortlopende schulden De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Schulden aan banken Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen

5.500.000 4.623.757 2.153.877 2.502.865 1.416.491 614.269

1.433.645 1.971.362 2.153.877 2.157.853 1.293.031 597.688

Vakantiegeld Vakantiedagen Overige schulden Nog te betalen kosten

1.560.952 1.699.693 35.821 971.465

1.593.981 1.529.300 34.123 1.320.446

21.079.190

14.085.306

Totaal overige kortlopende schulden

Toelichting: ZINN beschikt over een kasgeld faciliteit van € 42 mln bij de BNG. De kasgeld faciliteit wordt aangewend om op korte termijn de bouwactiviteiten van ZINN te financieren. Uiteindelijk zal deze lening geconsolideerd worden in een langlopende lening.

Pagina 47


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PASSIVA 14. Financiële instrumenten Algemeen De instelling maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de instelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen. De instelling handelt niet in deze financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de instellingen verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico’s. Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren zijn voor circa 95% geconcentreerd bij vier grote afnemers (zorgkantoor Groningen, Zorgverzekeraar Menzis, gemeenten Hoogezand & Groningen). Het kredietrisico is beperkt aangezien de betalingen grotendeels al hebben plaatsgevonden. Renterisico en kasstroomrisico ZINN heeft ultimo 2014 € 40,9 mln aan langlopende leningen met variabele rente. Het renterisico wort voor € 34,1 mln afgedekt door swaps. Over het verschil van € 6,8 mln is sprake van renterisico. De impact van een renteaanpassing van 1% bedraagt circa € 70.000. Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, effecten, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.

15. Niet in de balans opgenomen regelingen Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten Het verloop is als volgt weer te geven:

2014 €

2013 €

Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte Bij: investeringsruimte verslagjaar Af: investeringen verslagjaar

11.624.361 94.154 870.941 0

9.920.845 252.982 1.450.534 0

Beschikbare investeringsruimte 31 december

12.589.456

11.624.361

Lopende investeringsprojecten leggen het volgende beslag op de beschikbare investeringsruimte: Langdurige huurcontracten Met de Christelijke Woningstichting Patrimonium te Groningen zijn de volgende langdurige huurcontracten aangegaan.

Locatie

jaarhuur per 1-7-2014

aangegaan op

Menno Lutter Patrimonium Pelsterhof Platina Zuiderflat Buurthuiskamer Zuiderflat

1-7-1991 1-7-1991 1-2-1994 1-4-1995 1-1-2006 1-5-2013

eindigt per

1-1-2016 1-1-2016 1-1-2018 1-1-2018 1-1-2026 onbep.tijd

Met Woningbouwvereniging De Huismeesters te Groningen zijn de volgende langdurige huurcontracten van toepassing De Cirkel 15-10-2002 15-10-2022 De Dilgt woontorens 15-12-2011 19-1-2022

Pagina 48

0


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PASSIVA Met Woningbouwvereniging Lefier te Hoogezand zijn de volgende langdurige huurcontracten van toepassing Buurthuiskamer de Ruyterstraat 1-1-2012 31-12-2016 Buurthuiskamer Thorbeckelaan 1-1-2012 31-12-2026 Met Stichting Woonborg te Tynaarlo zijn de volgende langdurige huurcontracten van toepassing Buurthuiskamer Mellensteeg 17-9-2012 16-9-2017 Buurthuiskamer Erasmusheem 1-4-2013 31-3-2015 Met Emmen 55 Beleggingen B.V. te Emmen zijn de volgende langdurige huurcontracten van toepassing Buurthuiskamer Elzenlaan 1-1-2015 1-1-2018

De totale verpliching uit hoofde van huur bedragen ultimo 2014 € 12.108.559

Operational lease De verplichtingen uit hoofde van operational lease bedragen ultimo 2014 € 160.932. Contract

aagegaan op

Contract 1 Century Contract 2 Century Contract 3 Century Contract 4 Century Contract 5 Century Contract 6 Century Contract 7 Century Contract 8 Veenman

12-11-2012 13-9-2012 13-9-2012 13-9-2012 26-2-2013 31-10-2013 15-7-2014 23-7-2012

Pagina 49

eindigt per 11-11-2017 12-9-2017 12-9-2017 12-9-2017 25-12-2018 30-10-2018 14-7-2019 22-7-2017


5.1.7 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA

Bedrijfsgebouwen en terreinen €

Machines en installaties €

Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting €

Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen - cumulatieve waardeveranderingen

71.309.884 0 17.558.418 2.974.802

8.056.353 0 4.435.078 0

7.073.179 0 3.153.013 0

4.261.586 0 0 0

0 0 0 0

90.701.002 0 25.146.509 2.974.802

Boekwaarde per 1 januari 2014

50.776.664

3.621.275

3.920.166

4.261.586

0

62.579.691

Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - bijzondere waardeverminderingen

2.526.717 0 2.828.409 0

130.733 0 369.414 0

917.059 0 823.119 0

13.679.121 0 0 0

0 0 0 0

17.253.630 0 4.020.942 0

- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen

2.173.886 0 2.173.886

2.739.804 0 2.739.804

698.082 0 698.082

0 0 0

0 0 0

5.611.772 0 5.611.772

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

Mutaties in boekwaarde (per saldo)

-301.692

-238.681

93.940

13.679.121

0

13.232.688

Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen - cumulatieve waardeveranderingen

71.662.715 0 18.212.941 2.974.802

5.447.282 0 2.064.688 0

7.292.156 0 3.278.050 0

17.940.707 0 0 0

0 0 0 0

102.342.860 0 23.555.679 2.974.802

Boekwaarde per 31 december 2014

50.474.972

3.382.594

4.014.106

17.940.707

0

75.812.379

10%/5%/2%

10%/5%

33,3%/20%/10%

0,0%

0,0%

- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo

Afschrijvingspercentage

Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en Niet aan het vooruitbetalingen bedrijfsproces op materiële dienstbare vaste activa materiële activa € €

Totaal €

Pagina 50


5.1.8 MUTATIEOVERZICHT FINANCIELE VASTE ACTIVA

Boekwaarde per 1 januari 2014 Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2014

Vordering op grond van compensatieregeling €

Overige vorderingen €

Totaal

6.140.843 -1.535.210

106.551 -71.470

6.247.394 -1.606.680

4.605.633

35.081

4.640.714

€

Pagina 51


5.1.9 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi 5.1.9.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa

NZa-IVA

Grond

Gebouwen

€

Terreinvoorzieningen €

€

Semi perm. gebouwen €

Verbouwingen €

€ Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen - cumulatieve waardeveranderingen

0 0 0 0

994.374 0 0 0


0

Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd

166.639 0 147.185 0

56.114.489 0 10.671.027 2.753.158

0 0 0 0

9.113.107 0 4.215.392 221.644

7.404.091 0 4.224.013 0

994.374

19.454

42.690.304

0

4.676.071

0 0 0 0

1.155.000 0 0 0

0 0 8.330 0

130.894 0 1.764.566 0

0 0 0 0


0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0


0

1.155.000

Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen - cumulatieve waardeveranderingen Boekwaarde per 31 december 2014

0 0 0 0 0,0%


Subtotaal vergunning €

Totaal

4.261.586 0 0 0

78.054.286 0 19.257.617 2.974.802

90.701.002 0 25.146.509 2.974.802

3.180.078

4.261.586

55.821.867

62.579.691

0 0 509.314 0

0 0 298.207 0

13.679.121 0 0 0

14.965.015 0 2.580.417 0

17.253.630 0 4.020.942 0

0 0 0

1.914.203 0 1.914.203

2.666.106 0 2.666.106

0 0 0

4.580.309 0 4.580.309

5.611.772 0 5.611.772

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

-8.330

-1.633.672

0

-509.314

-298.207

13.679.121

12.384.598

13.232.688

2.149.374 0 0 2.149.374

166.639 155.515 0 11.124

56.245.383 12.435.593 2.753.158 41.056.632

0 0 0 0

7.198.904 2.810.503 221.644 4.166.757

4.737.985 1.856.114 0 2.881.871

17.940.707 0 0 17.940.707

88.438.992 17.257.725 2.974.802 68.206.465

102.342.860 23.555.679 2.974.802 75.812.379

0,0%

5,0%

2%/5%

0,0%

5%-10%

5,0%

0,0%

Pagina 52

Installaties Onderhanden Projecten € €

€


5.1.9 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi 5.1.9.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa

Trekkings rechten

Onderhanden Projecten

Subtotaal

Instandhouding

Onderhanden Projecten

€

€

€

€

€

Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen

0 0 0

0 0 0

0 0 0

5.573.537 0 2.735.879

0 0 0

5.573.537 0 2.735.879

5.573.537 0 2.735.879


0

0

0

2.837.658

0

2.837.658

2.837.658

Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen

0 0 0

0 0 0

0 0 0

1.371.556 0 617.406

0 0 0

1.371.556 0 617.406

1.371.556 0 617.406


0 0 0

0 0 0

0 0 0

333.381 0 333.381

0 0 0

333.381 0 333.381

333.381 0 333.381


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0


0

0

0

754.150

0

754.150

754.150

Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen

0 0 0

0 0 0

0 0 0

6.611.712 0 3.019.904

0 0 0

6.611.712 0 3.019.904

6.611.712 0 3.019.904


0

0

0

3.591.808

0

3.591.808

3.591.808

0,0%

0,0%

10%/14%

0,0%


Pagina 53

Subtotaal

Subtotaal meldingsplichtige activa € €


5.1.9 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi 5.1.9.3 WMG-gefinancierde vaste activa

Inventaris €

Vervoermiddelen €

Automatisering €

Subtotaal WMG €

Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen

6.298.191 0 2.706.365

42.602 0 23.030

732.386 0 423.618

7.073.179 0 3.153.013


3.591.826

19.572

308.768

3.920.166

Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen

682.181 0 662.596

40.868 0 19.221

194.010 0 141.302

917.059 0 823.119


442.218 0 442.218

10.787 0 10.787

245.077 0 245.077

698.082 0 698.082

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

19.585

21.647

52.708

93.940

Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen

6.538.154 0 2.926.743

72.683 0 31.464

681.319 0 319.843

7.292.156 0 3.278.050


3.611.411

41.219

361.476

4.014.106

10%/14%/20%

33,3%

20,0%

- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo)


Pagina 54


5.1.10.1 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN Projectgegevens Nummer

Briefnummer

Datum

Omschrijving

Nieuwbouw Coendershof Nieuwbouw Patrimonium

Investeringen

WTZi-type

t/m 2013

nvt nvt

Totaal

2014

Goedkeuringen Nominaal bedrag WTZi

t/m 2014 ondergereed handen

3.217.572 1.044.014

14.100.078 4.995.629

0 1.155.000

14.100.078 3.840.629

4.261.586

19.095.707

1.155.000

17.940.707

Indexering WTZi

Jaar van oplevering

Aangepaste goedkeuring

0 0 0

0

0

5.1.10.2 SPECIFICATIE IN HET BOEKJAAR GEREEDGEKOMEN PROJECTEN Projectgegevens Nummer

Briefnummer

Datum

Omschrijving

Grond nieuwbouw Patr. Totaal

Investeringen WTZi-type

Activapost

nvt

grond

WTZi €

WMG €

Overige €

Totaal €

1.155.000 1.155.000

Pagina 55

0

0

Toekomstige lasten Afschrijving WTZi Rentekosten € €

1.155.000

0

28.875

1.155.000

0

28.875

2016 2016


BIJLAGE 5.1.11 Overzicht langlopende schulden ultimo 2014

Leninggever

Datum

Hoofdsom

Totale looptijd

Soort lening

€ BNG (98642) BNG (101950) ING (364) ING (873) ING (000) ING (868) Totaal

30-dec-03 30-jun-06 30-jun-06 1-apr-08 1-apr-09 1-dec-10

4.000.000 1.500.000 1.500.000 6.300.000 21.650.000 21.200.000

Nieuwe Werke- Restschuld lijke- 31 december leningen in 2013 2014 rente %

15 15 15 20 30 30

Hypothecaire Onderhandse Onderhandse Euroflex Euroflex Euroflex

4,65% 4,23% 4,48% var var var

€ 1.333.334 800.000 800.000 5.058.367 18.401.000 19.080.000 45.472.701

Aflossing in 2014

€ 0 0 0 0 0 0 0

Pagina 56

€ 266.666 100.000 100.000 258.545 722.000 706.666 2.153.877

Restschuld Restschuld 31 december over 5 jaar 2014 €

Resterende looptijd in jaren eind 2014

Aflossingswijze

€

1.066.668 0 700.000 200.000 700.000 200.000 4.799.822 3.330.986 17.679.000 14.069.000 18.373.334 14.840.000 43.318.824 32.639.986

Aflos-sing 2015

Gestelde zekerheden

€ 4 7 7 14 25 26

lineair lineair lineair annuitair lineair lineair

266.666 100.000 100.000 258.545 722.000 706.666 2.153.877

positieve hypotheek pos/neg hypotheek pos/neg hypotheek pos/neg hypotheek pos/neg hypotheek pos/neg hypotheek


5.1.12 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING 5.1.12.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014 SEGMENT AWBZ/ZVW 2014 €

2013 €

63.084.921

63.819.874

665.566

565.967

4.983.287

4.700.508

195.681

369.742

1.844.003

2.156.436

70.773.458

71.612.527

45.997.871

44.284.893

5.614.408

5.843.609

0

825.771


15.230.548

15.752.470


66.842.827

66.706.743

BEDRIJFSRESULTAAT

3.930.631

4.905.784

-2.013.920

-2.046.848


1.916.711

2.858.936

RESULTAAT BOEKJAAR

1.916.711

2.858.936

2014 €

2013 €

1.916.711 0 0

9.448.432 -6.644.103 54.607

1.916.711

2.858.936


BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa


RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld:

Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserve egalisatie afschrijvingen Algemene reserve

Pagina 57


5.1.12.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014 SEGMENT WMO 2014 €

2013 €

3.147.360

3.568.642

1.447

1.485

3.148.807

3.570.127

2.986.818

3.309.570

5.369

9.844

0

0

50.638

128.962


3.042.825

3.448.376

BEDRIJFSRESULTAAT

105.982

121.751

0

0


105.982

121.751

RESULTAAT BOEKJAAR

105.982

121.751

2014 €

2013 €

105.982

121.751

105.982

121.751

BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBCzorgproducten; inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten

BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten



Toevoeging/(onttrekking): Bestemmingsreserve WMO

Pagina 58


5.1.12.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014 SEGMENT Particulier 2014 €

2013 €

Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBCzorgproducten; inclusief Wmo-huishoudelijke hulp)

450.118

428.991

Overige bedrijfsopbrengsten

531.953

309.285

Som der bedrijfsopbrengsten

982.071

738.276

480.280

382.891

4.252

2.305

0

0


435.921

285.237


920.453

670.433

BEDRIJFSRESULTAAT

61.618

67.843

36

-127


61.654

67.716

RESULTAAT BOEKJAAR

61.654

67.716

2014 €

2013 €

61.654

67.716

61.654

67.716

BEDRIJFSOPBRENGSTEN:

BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa



Toevoeging/(onttrekking): Algemene reserve

Pagina 59


5.1.12.2 AANSLUITING TOTAAL RESULTAAT MET RESULTAAT SEGMENTEN

2014 €

2013 €

1.916.711 105.982 61.654

2.858.936 121.751 67.716

2.084.347

3.048.403

2.084.347

3.048.403

Resultaat volgens gesegmenteerde resultatenrekeningen: SEGMENT AWBZ/ZVW SEGMENT WMO SEGMENT Particulier

Resultaat volgens geconsolideerde resultatenrekening

Pagina 60


5.1.12 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING BATEN 16. Toelichting opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies)

63.084.921

63.819.875

Totaal

63.084.921

63.819.875

17. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBC-zorgproducten; inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Opbrengsten in opdracht van andere instellingen Eigen bijdragen en betalingen cliënten voor niet-verzekerde zorg en opbrengsten uit aanvullende zorgverzekering Persoonsgebonden en -volgende budgetten Opbrengsten uit Wmo-prestaties op het gebied van huishoudelijke hulp (inclusief onderaanneming) Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties

91.118 81.580

77.719 86.304

80.622 3.151.081 858.643

43.964 3.568.642 786.971

Totaal

4.263.044

4.563.600

2014 €

2013 €

Gefactureerde omzet DBC's / DBC-zorgproducten Mutatie onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten

4.916.756 66.531

4.244.417 456.091

Totaal

4.983.287

4.700.508

18. Omzet DBC's / DBC-zorgproducten De specificatie is als volgt:

Pagina 61


5.1.12 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING

19. Subsidies (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties) De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds) Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies

118.075 77.606

178.596 191.146

Totaal

195.681

369.742

2014 €

2013 €

Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel en verhuur onroerend goed):

2.377.403

2.467.205

Totaal

2.377.403

2.467.205

2014 €

2013 €

Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten

38.472.803 5.971.898 3.149.599 1.316.705

37.661.350 5.283.851 3.124.099 1.272.839

Subtotaal Personeel niet in loondienst

48.911.005 553.964

47.342.139 635.215

Totaal personeelskosten

49.464.969

47.977.354

985 99

978 106

1.084

1.084

0

0

20. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt:

LASTEN 21. Personeelskosten De specificatie is als volgt:

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: AWBZ WMO Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden Aantal personeelsleden dat buiten Nederland werkzaam is

Pagina 62


5.1.12 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING LASTEN 22. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Afschrijvingen: - materiële vaste activa - financiële vaste activa

4.020.942 1.606.680

4.249.078 1.606.681

Totaal afschrijvingen

5.627.622

5.855.759

Waarvan nacalculeerbare afschrijvingen: - materiële vaste activa - financiële vaste activa

1.987.833 71.470

2.257.217 71.470

Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten

2014 €

Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening waarvan nacalculeerbare afschrijvingen

5.627.622 2.059.303

In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten: - WTZi-vergunningplichtige vaste activa - WTZi-meldingsplichtige vaste activa - WMG-gefinancierde vaste activa - Kleinschalige Woonvoorzieningen Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten

2.580.417 617.406 823.119 0 4.020.942

Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa

102.342.860 23.555.679 18.150.856

23. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Bijzondere waardeverminderingen van: - materiële vaste activa

0

825.771

Totaal

0

825.771

Toelichting: De bijzondere waardevermindering betreft buiten gebruik gestelde inventarissen.

Pagina 63



24. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten

4.580.883 2.703.550 1.875.995

4.506.540 2.984.613 1.982.635

Onderhoud en energiekosten: - Onderhoud - Energiekosten gas - Energiekosten stroom Subtotaal

660.178 834.052 621.636 2.115.866

745.677 935.765 629.101 2.310.543

Huur en leasing Dotaties en vrijval voorzieningen

4.442.220 -5.000

4.693.490 -311.153

15.713.514

16.166.668

De specificatie is als volgt:

2014 €

2013 €

Rentebaten Subtotaal financiële baten

88.320 88.320

3.261 3.261

Rentelasten Subtotaal financiële lasten

-2.102.204 -2.102.204

-2.050.236 -2.050.236

Totaal financiële baten en lasten

-2.013.884

-2.046.975

Totaal overige bedrijfskosten

25. Financiële baten en lasten

26. Buitengewone baten en lasten Toelichting: Niet van toepassing

Pagina 64



27. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders

Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie? Wat is de samenstelling van het bestuur of de directie?

1 1

De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2014 is als volgt: Naam

W.J. Koopmans-Kornelius

1 Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 2 Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van het bestuur? 3 Zo nee: tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 4 Is deze gewezen bestuurder sindsdien nog in dienst van uw organisatie (Zo ja: dan dienen de gegevens over de bezoldiging van deze gewezen bestuurder met functienaam en eigennaam te worden vermeld onderaan de WNT-tabel onder 26.)? 5 Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst? 6 Welke salarisregeling is toegepast? 7 Wat is de deeltijdfactor? (percentage) 8 Beloning (incl. salaris, vakantiegeld, a. Waarvan: verkoop verlofuren b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren 9 Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen in natura (o.a. huisvesting, auto (mede) voor privégebruik, laagrentende leningen, etc.)? 10 Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen 11 Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies 12 Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn (o.a. werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU, sabbatical, aanvulling sociale uitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc.) 13 Winstdelingen en bonusbetalingen 14 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband 15 Totaal bezoldiging (8 t/m 14, excl. 8a en b)

Pagina 65

1-7-2000 ja

nvt 1 1 100% 172.719 1.403 0

0 3.767 8.847

20.044 0 0 205.377



De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht van de zorginstelling over het jaar 2014 is als volgt:

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

Klaassen LJ Naam 1-1-2010 Vanaf welke datum was de toezichthouder voor het Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van de Raad ja zie hieronder Nevenfunctie(s) 10500 Beloning (incl. salaris, vakantiegeld, 0 Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen Vaste en variabele onkostenvergoedingen 0 Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies 1442 0 Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar Winstdelingen en bonusbetalingen 0 0 Uitkeringen in verband met beëindiging van het Totaal bezoldiging (4 t/m 10) 11.942

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

Naam Vlietstra JB 26-4-2012 Vanaf welke datum was de toezichthouder voor het Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van de Raad nee zie hieronder Nevenfunctie(s) 7000 Beloning (incl. salaris, vakantiegeld, 0 Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen Vaste en variabele onkostenvergoedingen 0 Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies 525 0 Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar Winstdelingen en bonusbetalingen 0 0 Uitkeringen in verband met beëindiging van het Totaal bezoldiging (4 t/m 10) 7.525

Sikkema H 25-8-2008 nee zie hieronder 7000 0 0 525 0 0 0 7.525

Vogd AMJ 1-1-2010 nee zie hieronder 7000 0 0 525 0 0 0 7.525

Nevenfuncties Rvt Klaassen LJ voorzitter Raad van Toezicht ZINN voorzitter Raad van Toezicht Wilhelmina Ziekenhuis te Assen voorzitter Raad van Toezicht RTV Noord te Groningen voorzitter Maatschappelijke Adviesraad Stichting Philadelphia Zorg te Amersfoort lid Raad van Toezicht Groninger Forum voorzitter NNO-fonds te Groningen onafhankelijke Raadsman schadeafhandeling gaswinning Groningen voorzitter Gebiedscoöperatie Westerkwartier te Leek Sikkema H vicevoorzitter Raad van Toezicht ZINN voorzitter RvC bij WoonFriesland voorzitter RvT bij Piter Jelles Scholengemeenschap lid RvC Fryslan Miljeu lid Ledenraad RABO bank Leeuwarden Noord West Friesland adviseur SESAM Academie Vogd AMJ lid Raad van Toezicht ZINN honorair Consul voor de Bondsrepubliek Duitsland in de provincies Groningen en Drenthe lid Raad van Commissarissen NV NOM voorzitter Raad van Commissarissen Topform Nederland BV voorzitter Meubelboulevard Groningen voorzitter Raad van Toezicht Fonds Ondernemend Groningen lid Raad van Advies Stichting Oude Groninger Kerken lid instellingsadviesraad Alfa College Dreijer B lid Raad van Toezicht ZINN Vlietstra JB lid Raad van Toezicht ZINN lid Eerste Kamer der Staten-Generaal Raad van Commissarissen van Afvalsturing Friesland in de hoedanigheid van president-commissaris lid van het bestuur van LandschappenNL voorzitter Stichting "Het Groninger Landschap"

lid Raad van Advies Herinneringscentrum Kamp Westerbork ambassadeur Noord-Nederlands Orkest

Pagina 66

Dreijer B 1-1-2010 nee zie hieronder 7000 0 0 525 0 0 0 7.525



28. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) De bezoldiging van de functionarissen die over 2014 in het kader van de WNT verantwoord worden, is als volgt: 1 2 3 4 5

Alg. Directeur 1-7-2000 nvt 100,00%

Voorzitter rvt 1-1-2010 nvt nvt

Vice-voorz. rvt 25-8-2008 nvt nvt

Lid rvt 1-1-2010 nvt nvt

171.316 0 171.316 3.767

10.500 0 10.500 0

7.000 0 7.000 0

7.000 0 7.000 0

20.044

0

0

0

0

0

0

0

Totaal bezoldiging in kader van de WNT (7 tm. 10)

195.127

10.500

7.000

7.000

11

Beloning 2013

194.952

10.500

7.000

7.000

1 2 3 4 5

Functionaris (functienaam) In dienst vanaf (datum) In dienst tot (datum) Deeltijdfactor (percentage) Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) Winstdelingen en bonusbetalingen Totaal beloning (5 en 6) Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (in €) Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband (in €)



7.000 0 7.000 0

7.000 0 7.000 0

0

0

0

0

Totaal bezoldiging in kader van de WNT (7 tm. 10)

7.000

7.000

11

7.000

7.000

Functionaris (functienaam) In dienst vanaf (datum) In dienst tot (datum) Deeltijdfactor (percentage) Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) Winstdelingen en bonusbetalingen Totaal beloning (5 en 6) Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (in €)

6 7 8 9 10

Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband (in €)

6 7 8 9 10

Beloning 2013

Verplicht toevoegen eigennaam van gewezen topfunctionarissen (dat wil zeggen voormalige bestuurders of leden van de raden van toezicht): Niet van toepassing.

Motivatie overschrijding van de maximale bezoldiging: De raad van toezicht heeft vastgesteld dat de algemeen directeur valt onder bezoldigingscategorie F. De algemeen directeur maakt gebruik van het overgangsrecht.

29. Honoraria accountant

2014 €

2013 €

43.560 8.470 0 0

43.560 14.490 0 0

52.030

58.050

De honoraria van de accountant over 2014 zijn als volgt: 1 2 3 4

Controle van de jaarrekening Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) Fiscale advisering Niet-controlediensten

Totaal honoraria accountant

30. Transacties met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de instelling, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag. De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders is opgenomen onder punt 27. Pagina 67


5.1.13 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2014 (na resultaatbestemming) Ref.

31-dec-14 €

31-dec-13 €

2 3

75.413.928 5.480.485 80.894.413

62.414.344 6.959.826 69.374.170

5

0

456.091

6 7 9

0 1.733.859 8.818.707 10.552.566

3.327.512 1.383.992 8.875.245 14.042.840

91.446.979

83.417.010

31-dec-14 €

31-dec-13 €

206.148 17.290.214 0 725.849 18.222.211

206.148 15.267.519 0 664.195 16.137.862

ACTIVA

Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten Vorderingen uit hoofde van bekostiging Overige vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa

Ref. PASSIVA

Eigen vermogen Kapitaal Bestemmingsreserves Bestemmingsfondsen Algemene en overige reserves Totaal eigen vermogen

10

Voorzieningen

11

10.220.000

10.612.000

Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)

12

41.164.944

43.318.823

6 13

1.320.794 20.519.030

0 13.348.325

91.446.979

83.417.010

Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) Schulden uit hoofde van bekostiging Overige kortlopende schulden

Totaal passiva

Pagina 68


5.1.14 ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2014 Ref.

2014 €

2013 €

16 17

63.084.921 3.304.045

63.819.874 3.660.392

18 19

4.983.287 160.954

4.700.508 299.256

20

3.777.660

4.402.660

75.310.867

76.882.690


BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten

21

48.909.050

47.838.590

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa

22

5.540.306

5.825.816

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa

23

0

825.771


24

16.920.206

17.528.275


71.369.562

72.018.452

BEDRIJFSRESULTAAT

3.941.305

4.864.238

-2.016.022

-2.048.986

1.925.283

2.815.252

159.064

233.151

159.064

233.151

2.084.347

3.048.403

2014 €

2013 €

1.916.711 105.982 0 61.654 2.084.347

9.448.432 121.751 -6.644.103 122.323 3.048.403


25

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING Resultaat uit deelnemingen

26

Buitengewoon resultaat RESULTAAT BOEKJAAR

RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserve WMO Bestemmingsreserve egalisatie afschrijvingen Algemene reserve

Pagina 69


5.1.15 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING ENKELVOUDIGE JAARREKENING

5.1.15.1 Algemeen

De onderdelen van de enkelvoudige jaarrekening die significant afwijken van de geconsolideerde jaarrekening worden verder toegelicht. Het betreft de onderdelen deelnemingen (financiele vaste activa), overige vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden. Voor de overige posten is afgezien van een nadere toelichting op de balans- en verlies- en winstrekening. Hiervoor wordt verwezen naar de geconsolideerde jaarrekening.

Pagina 70


5.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS ACTIVA 3. Financiële vaste activa Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen: Naam en rechtsvorm en woonplaats rechtspersoon

Kernactiviteit

Verschaft kapitaal

Kapitaalbelang (in %)

Eigen vermogen €

Resultaat €

Rechtstreekse kapitaalbelangen >= 20%: dienstverlening St ZWNN

18.000

100%

259.977

87.834

ZINN Pluszorg B.V.

Aanvullende zorg

18.000

100%

197.900

50.387

ZINN Behandeldienst B.V.

Behandeldiensten

18.000

100%

35.374

6.457

ZINN Fysiq B.V.

Fysiotherapie

18.000

100%

219.618

14.386

712.869

159.064

31-dec-14 €

31-dec-13 €

977.773 506.700

941.667 0

76.392 59.562 0 113.432

129.164 174.453 94.630 44.078

1.733.859

1.383.992

Totaal deelnemingen

7. Overige vorderingen De specificatie is als volgt: Nog te factureren omzet DBC's / DBC-zorgproducten Vorderingen op debiteuren Nog te factureren omzet DBC's / DBC-zorgproducten Overige vorderingen: Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Vorderingen op participanten en op maatschappijen waarin wordt deelgenomen Overige overlopende activa Totaal overige vorderingen

Toelichting: De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt € 4.000 Onderdeel van de post ¨Nog te factureren omzet DBC´s¨ is de verrekening van € 531.248 i.v.m. het resterende deel van de GRZ bevoorschotting (zie ook 5. Onderhanden werk). Er zijn geen overige vorderingen die een langere looptijd hebben dan 1 jaar

9. Liquide middelen De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Bankrekeningen Kassen Spaarrekeningen

8.798.100 4.906 15.701

5.297.044 8.250 3.569.951

Totaal liquide middelen

8.818.707

8.875.245

Toelichting: De liquide middelen zijn direct opeisbaar.

Pagina 71


5.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PASSIVA 13. Overige kortlopende schulden De specificatie is als volgt:

31-dec-14 €

31-dec-13 €

Schulden aan banken Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen

5.500.000 4.260.482 2.153.878 2.296.675 1.382.992 585.954

1.433.645 1.710.956 2.153.877 1.963.613 1.273.406 586.264

Vakantiegeld Vakantiedagen Overige schulden Schulden aan participanten en aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen Nog te betalen kosten

1.442.624 1.537.000 35.002 462.322 862.101

1.484.021 1.473.000 34.093 0 1.235.450

20.519.030

13.348.325

Totaal overige kortlopende schulden

Toelichting: ZINN beschikt over een kasgeld faciliteit van € 42 mln bij de BNG. De kasgeld faciliteit wordt aangewend om op korte termijn de bouwactiviteiten van ZINN te financieren. Uiteindelijk zal deze lening geconsolideerd worden in een langlopende lening.

Pagina 72


5.2 OVERIGE GEGEVENS


5.2 OVERIGE GEGEVENS 5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De raad van bestuur van Stichting ZINN heeft de jaarrekening 2014 vastgesteld in de vergadering van 23 april 2015. De raad van toezicht van de Stichting ZINN heeft de jaarrekening 2014 goedgekeurd in de vergadering van 23 april 2015. 5.2.2 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 5.1.2. 5.2.3 Gebeurtenissen na balansdatum Geen 5.2.4 Nevenvestigingen Stichting ZINN heeft geen nevenvestigingen. 5.2.5 Controleverklaring De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina.

Pagina 73

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Pagina 74

Inhoudsopgave. 1 Profiel van ZINN. 2 Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap. 3 Beleid, inspanningen en prestaties

Recommend Documents