Schoolondersteuningsplan - en profiel Winkler Prins 2015
2
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
INHOUD 1. Inleiding
5
2.
Winkler Prins: openbare school voor voortgezet onderwijs
6
3.
Missie, visie en kernwaarden
6
4.
Winkler Prins binnen het Samenwerkingsverband Groningen Ommelanden 20.02
8
5.
Aannamebeleid Winkler Prins 2015
9
6. Ondersteuningsaanbod
11
7.
Schoolondersteuningsprofiel Winkler Prins 2015
12
8.
Schoolondersteuningsplan 2015
13
9.
Mate van basisondersteuning
35
Bijlage 1: Basisondersteuning
45
Bijlage 2: Protocollen en documenten m.b.t. het ondersteuningsprofiel van de school
74
Bijlage 3: Contactgegevens Winkler Prins 2014-2015
75
Bijlage 4: Afspraken Samenwerkingsverband
77
Bijlage 5: Doorstroomgegevens
78
Bijlage 6: Gegevens leerlingenpopulatie
80
Bijlage 7: Begrippenlijst
81
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
3
4
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
1. Inleiding De wetgeving Passend Onderwijs (2014) is de basis voor de wijze waarop in Nederland de begeleiding van leerlingen vormgegeven wordt. De belangrijkste instanties hierbij zijn: ●● de school waar de leerling ingeschreven staat ●● het samenwerkingsverband (SWV) waar de school onderdeel van uit maakt ●● de gemeente waar de leerling woont. Dit schoolondersteuningsplan en -profiel 2015 Winkler Prins beschrijft de binnen onze school beschikbare onderwijsondersteuning. Onderdeel van dit schoolondersteuningsplan is het schoolondersteuningsprofiel: een schematisch overzicht van vormen van ondersteuning per deelschool. Het schoolondersteuningsplan is een uitwerking van dit schoolondersteuningsprofiel. Het geeft aan welke ondersteuning de school wel en soms ook niet kan bieden binnen onze eigen organisatie. In het geval wij de ondersteuningsbehoefte niet kunnen aanbieden, gaan wij met ouders en andere partners binnen en/of buiten het SWV op zoek naar een passend traject voor de leerling. Dit plan is ontstaan als gevolg van de wijzigingen in de Wet Voortgezet Onderwijs, die zijn ingegaan op 1 augustus 2014 als gevolg van de invoering van de wetgeving rondom passend onderwijs. Het sluit aan bij het oude zorgplan van onze school (dat met de vaststelling van dit schoolondersteuningsprofiel is vervallen) en het ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband Groningen Ommelanden 20.02 (SWV GO) waarbij het Winkler Prins is aangesloten. Binnen dit SWV wordt door de scholen in de regio samengewerkt om passend onderwijs te realiseren.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
5
2. Winkler Prins: openbare school voor voortgezet onderwijs Iedereen welkom Winkler Prins is een school voor openbaar voortgezet onderwijs. De openbare school staat open voor alle kinderen en medewerkers, ongeacht hun levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, afkomst, geslacht, of seksuele geaardheid. Iedereen is dus welkom op onze school. Op onze school respecteren wij elkaar en hebben wij aandacht voor de verschillen en overeenkomsten tussen leerlingen, ouders en medewerkers. Wij zorgen er voor dat ieder kind en iedere medewerker zich thuis voelt, ongeacht de sociale, culturele of levensbeschouwelijke achtergrond. Wij verwachten van alle leerlingen, ouders en medewerkers dat zij vanuit een positieve betrokkenheid bij de uitgangspunten van het openbaar onderwijs zullen participeren binnen onze school. 3. Missie, visie en kernwaarden Winkler Prins heeft voor de jaren 2014-2018 een nieuw Strategisch Beleidsplan vastgesteld. Uit dit SBP de volgende passages. 3.1 Missie van Winkler Prins Aantrekkingskracht Al vanaf 1866 is Winkler Prins een toonaangevende school voor openbaar voortgezet onderwijs, sterk geworteld in de Veendammer samenleving en de regio. Wij zijn de school waar jonge mensen graag zijn voor een plezierige schooltijd. Wij zijn ook de school waar betrokken, gemotiveerde, bevoegde en bekwame medewerkers graag willen werken aan het ontdekken en ontwikkelen van de talenten van onze leerlingen. Winkler Prins zorgt voor kwalitatief goed onderwijs en een passende begeleiding van onze leerlingen. Onze veilige en ambitieuze leeromgeving geeft ouders en verzorgers het vertrouwen dat het beste in hun kinderen naar boven wordt gehaald. Het eigentijdse en innovatieve onderwijs biedt onze leerlingen maximale kansen succesvol hun weg te vinden bij vervolgonderwijs, beroep en maatschappij. 3.2 Onze visie Met elkaar in dialoog De dialoog is de belangrijkste cultuuruiting op onze school. De dialoog staat voor: • Open communicatie en elkaar aanspreken • Onderling vertrouwen en sterke betrokkenheid • Nieuwsgierigheid en delen van ervaringen • Onderlinge waardering en gelijkwaardigheid. Alleen wanneer er een oprechte dialoog is, kan er sprake zijn van een samenwerking waarin we open zijn naar elkaar en vertrouwen hebben in elkaar. Dat is nodig om samen te komen tot optimale prestaties en plezier in werken en leren. Optimale prestaties komen ook tot stand door een goede samenwerking met de ouders van onze leerlingen. Plezier in leren Wij bieden kansen om talenten optimaal te ontplooien, zodat jongeren als mens tot bloei kunnen komen. Wij helpen hen zich te ontwikkelen tot zelfstandige en verantwoordelijke mensen die weten wie zij zijn, wat zij kunnen en wat zij willen. We sluiten aan bij de belevingswereld en hulpvragen van onze leerlingen en bieden hulp en begeleiding, zoveel als nodig en mogelijk is. Voor ieder is er een passende leerroute. We leren samenwerken en samenleven. Talentontwikkeling doen we breed, ook op het gebied van sport, kunst en maatschappij. Plezier in werken Mensen werken graag op onze school. Betrokkenheid bij het werk en passie voor het werken met jonge mensen zijn voorwaarden voor iedereen die op onze school wil komen werken. Collegialiteit, sociale betrokkenheid en een goede onderlinge sfeer vergroten het plezier in werken. Dat alles in een werkomgeving waarin de professionele medewerker ruimte krijgt zijn bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het team en de leerling.
6
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Er is ruimte voor ambitie. Initiatief wordt verwacht van iedereen. Samen werken we aan de ontwikkeling van onze organisatie. We realiseren aansprekende resultaten waar we trots op mogen zijn Voortbouwen op kwaliteit We kunnen onze ambities alleen waarmaken vanuit een gezonde financiële bedrijfsvoering. Daarvoor zijn we samen verantwoordelijk. De onderliggende processen, randvoorwaarden en diensten zijn minimaal voldoende om de doelstellingen van onderwijs mogelijk te maken. Dienstbaarheid is vanzelfsprekend. We werken effectief en efficiënt en zoeken voortdurend naar mogelijkheden voor een optimale huisvesting. We communiceren transparant over onze opbrengsten, zowel binnen de school als ook daarbuiten. Dit alles vraagt om een juiste balans tussen mensgericht en resultaatgericht werken. 3.3 Kernwaarden Onze school heeft vier kernwaarden benoemd als uitgangspunt. Deze vormen de basis voor het samen realiseren van de aantrekkelijke, ambitieuze leer- en werkomgeving. • Authentiek: In een open en veilige leer- en werkomgeving kan en mag iedereen zichzelf zijn • Respectvol: We werken samen op basis van gelijkwaardigheid en respect • Betrokken: Ieder voelt zich verantwoordelijk voor het welzijn en welbevinden van de ander; we laten niemand alleen en niemand achter • Kwaliteitsgericht: We willen het beste in leerlingen en in ons zelf naar boven blijven halen. We stellen eisen aan elkaar en spreken met elkaar over de behaalde resultaten. Dit vraagt van iedereen een open houding en de permanente bereidheid om zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden. We verliezen onze eigen ontwikkeling nooit uit het oog. Passend onderwijs
Doelen
Passend onderwijs houdt in dat we leerlingen begeleiden en ondersteunen in hun ontwikkeling en voorbereiding op een zo zelfstandig mogelijke plaats in onze samenleving. Als dat een speciale leerlijn of route vraagt, dan willen we dat waarmaken, ook voor leerlingen die nu nog speciaal onderwijs volgen. Dit willen we zoveel als mogelijk thuisnabij realiseren: binnen onze eigen school, eventueel in speciale voorzieningen. Indien dat niet lukt, werken we samen met onze partners in het samenwerkingsverband. Samen zorgen we voor een dekkend onderwijs- en ondersteuningsaanbod. We werken handelingsgericht: niet vanuit beperkingen van leerlingen, maar vanuit hun vragen en mogelijkheden. Hierbij ligt het accent op het versterken van het primaire proces. Onze medewerkers staan centraal in deze ontwikkeling. We investeren in de bestaande expertise van onze medewerkers. Door een nog grotere handelingsbekwaamheid zijn medewerkers in staat onze leerlingen goed te begeleiden.
•
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
•
• • •
• • •
We formuleren een breed en herkenbaar ondersteuningsprofiel We bieden alle aangemelde leerlingen een passende plaats, indien mogelijk binnen onze school, indien nodig binnen ons samenwerkingsverband We gaan uit van de mogelijkheden en hulpvragen van leerlingen We zetten onze ondersteuningsstructuur in voor een succesvolle schoolloopbaan van onze leerlingen Medewerkers worden verder geschoold in het omgaan met verschillen tussen leerlingen binnen en buiten klassenverband We realiseren een dekkend ondersteuningsaanbod met onze partners in het samenwerkingsverband Het aantal voortijdig schoolverlaters (VSV) is niet hoger dan 2% Leerlingen krijgen een rol in de begeleiding van leerlingen
7
4. Winkler Prins binnen het Samenwerkingsverband Groningen Ommelanden 20.02 4.1 Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Het onderwijsaanbod, inclusief de lichte en zware ondersteuning van het SWV, wordt beschreven in het Ondersteuningsplan van het SWV. In het Ondersteuningsplan staat ook de indicatiesystematiek voor toegang tot het VSO beschreven, evenals de wijze waarop de beschikbare middelen worden verdeeld. Dit ondersteuningsplan is op zijn beurt weer gebaseerd op de schoolondersteuningsprofielen van de diverse schoolbesturen die in het SWV zitting hebben. In het schoolondersteuningsprofiel legt het schoolbestuur ten minste eenmaal per vier jaar vast welke ondersteuning de school kan bieden aan leerlingen die dat nodig hebben. Het schoolondersteuningsprofiel wordt opgesteld door leraren, ondersteuningscoördinatoren, schoolleiding en bestuur. In het profiel wordt aangegeven welke ondersteuning de school kan bieden en welke ambities de school heeft voor de toekomst. In dit profiel worden ook de grenzen beschreven van de ondersteuning die wij kunnen verlenen. Medewerkers, leerlingen en ouders hebben adviesrecht op het schoolondersteuningsprofiel via de medezeggenschapsraad van de school. De school plaatst het profiel in de schoolgids of op de website, zodat voor iedereen (medewerkers, ouders, leerlingen en andere partijen) inzichtelijk is wat de mogelijkheden van de school zijn voor extra ondersteuning. 4.2 Schoolondersteuningsprofiel Winkler Prins Het schoolondersteuningsprofiel geldt voor een periode van vier jaar: 2014-2018. Daarbij is het wel de bedoeling dat tussentijdse wijzigingen en/of aanpassingen jaarlijks verwerkt worden in dit schoolondersteuningsprofiel. Belangrijke wijzigingen en/of aanpassingen worden ter advies aan MR voorgelegd. In 2014 heeft de MR een positief advies gegeven over het toen opgestelde schoolondersteuningsprofiel. In dit document is dit profiel op onderdelen aangepast en vraagt het bevoegd gezag opnieuw advies aan de MR. Winkler Prins maakt onderdeel uit van het samenwerkingsverband Groningen Ommelanden 20.02 (SWV) waarin veertien schoolbesturen VO, drie schoolbesturen v(s)o en vijf opting-in besturen zijn vertegenwoordigd. Op directieniveau en op het niveau van de ondersteuningscoördinatoren neemt Winkler Prins deel aan overleggen binnen het samenwerkingsverband. 4.3 Schoolondersteuningsplan Winkler Prins Het schoolondersteuningsplan 2015 is een uitwerking van het schoolondersteuningsprofiel. De ondersteuning die we kunnen bieden wordt in dit schoolondersteuningsplan nader toegelicht. Hiervoor gold nog het ‘oude’ Zorgplan 2010, dat na vaststelling van dit schoolondersteuningsplan komt te vervallen. Er is gekozen voor een meer compactere vorm. Dit onderdeel wordt aan de MR aangeboden ter instemming.
8
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
5. Aannamebeleid Winkler Prins 2015 Iedereen welkom Winkler Prins is een school voor openbaar voortgezet onderwijs. De openbare school staat open voor alle kinderen, ongeacht hun levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, afkomst, geslacht, of seksuele geaardheid. Iedereen is dus welkom op onze school. Op onze school respecteren wij elkaar en hebben wij aandacht voor de verschillen en overeenkomsten tussen leerlingen, ouders en medewerkers. Wij zorgen er voor dat ieder kind en iedere medewerker zich thuis voelt, ongeacht de sociale, culturele of levensbeschouwelijke achtergrond. Wij verwachten van alle leerlingen, ouders en medewerkers dat zij uit respect voor de ander zullen participeren binnen onze school. Overgang primair onderwijs – voortgezet onderwijs Voor de overgang van primair onderwijs (PO) naar voortgezet onderwijs (VO) hanteren de in de Samenwerkingsverbanden PO en VO vertegenwoordigde schoolbesturen een provinciebrede, gezamenlijke aanpak. Het hierbij gebruikte instrument staat bekend als de ‘Plaatsingswijzer’. De scholen voor PO en VO vinden het een gezamenlijke verantwoordelijkheid dat, in samenwerking met de ouders, bij de start van het schooljaar voor elke leerling een passende plaats in het eerste jaar VO wordt gerealiseerd. Het doel van deze aanpak is het verhogen van de kans dat de leerling succesvol, bij voorkeur zonder onderbrekingen, de opleiding afrondt waarin de leerling in het VO is geplaatst. Met deze aanpak wordt voor de professionals in de scholen voor Primair Onderwijs (PO) en Voortgezet Onderwijs (VO) het beleid en de procedures vastgelegd voor het advies van het PO en de aanmelding, toelating en plaatsing van leerlingen in het regulier VO bij de overgang van de leerling van PO naar VO. Uitgangspunten voor de gezamenlijke besturen PO-VO zijn: • Ouders, PO en VO werken samen toe naar een eenduidig en enkelvoudig advies voor een passende plek in het VO • Verdere professionalisering van het advies voor leerlingen groep 8 • Aanmeldingen in relatie tot de zorgplicht: het is belangrijk om alle aanmeldingen bij het VO goed in beeld te hebben • Overdracht van gegevens zoveel mogelijk automatiseren • Gezamenlijk integraal beleid van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs en verbetering van het proces van de overgang PO-VO • Leerlingen met (mogelijke) extra ondersteuning in het VO tijdig in beeld krijgen De wettelijke bezwaarprocedures bij aanmelding, toelating en plaatsing zijn van toepassing op de beschreven regelingen. Het beleid en de procedures gelden voor de toelating en plaatsing vanuit het PO op de VO-scholen in de regio Noord, Zuid- Oost en West van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Voortgezet Onderwijs 20.02 (SWV Groningen Ommelanden VO 20.02) en daarmee dus ook voor Winkler Prins. Meer over deze aanpak is te vinden op http://www.passendonderwijsgroningen.nl Zij-instroom Leerlingen die worden aangemeld na een verhuizing, worden in principe toegelaten en geplaatst in de niveaugroep waarin men op de vorige school ook was geplaatst. Zij-instromers van andere scholen uit Veendam en omgeving zijn uiteraard ook welkom. Plaatsing van deze leerling is in overleg met de toeleverende school en afhankelijk van o.a. beschikbare plek binnen de gewenste deelschool, het ingeschatte niveau van uitstroom versus gewenste instroom van de leerling en de ondersteuningsbehoefte van de leerling.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
9
Doorstroomeisen Voor leerlingen die na het behalen van hun diploma willen doorstromen naar een hoger niveau (bijvoorbeeld van Mavo 4 naar Havo 4) gelden doorstroomeisen. Deze doorstroomeisen zijn nodig om te voorkomen dat leerlingen een keuze maken voor een opleiding die te moeilijk is. De doorstroomeisen zijn gebaseerd op landelijke afspraken en zijn te vinden op www.winklerprins.nl. Wanneer lukt een plaatsing op school niet? Er kunnen omstandigheden zijn waardoor plaatsing op onze school niet tot de mogelijkheden behoort. Hiervan kan sprake zijn in de volgende gevallen: 1. Wij kunnen niet voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling als het uitstroomperspectief van de leerling niet kan worden gerealiseerd in de klas. In het schoolondersteuningsprofiel (www.winklerprins.nl) van onze school staat beschreven welke aanvullende ondersteuning we kunnen bieden aan leerlingen die dat nodig hebben en welke aanvullende ondersteuning niet. Wanneer de ondersteuningsvraag door onze school niet gerealiseerd kan worden, zullen wij in overleg met de ouders van de aangemelde leerling, de partners in ons Samenwerkingsverband en partners in de gemeenten op zoek gaan naar een plaats op een andere school of voorziening binnen het Samenwerkingsverband of de gemeente waar de noodzakelijke ondersteuning wel geleverd kan worden. 2. Er dreigt verstoring van de orde, rust en veiligheid. Wanneer de overtuiging bestaat dat de leerling de orde, rust en veiligheid op de school zal verstoren, kan dat reden zijn een leerling niet te plaatsen. Er kan gekeken worden naar een observatieplaatsing om vast te stellen wat het perspectief van de leerling is en welke ondersteuning daarvoor nodig is vanuit het onderwijs en/of vanuit de gemeente (afhankelijk van de zwaarte van de problematiek). Op basis van het vastgestelde perspectief zullen wij in overleg met de ouders van de aangemelde leerling, de partners in ons Samenwerkingsverband en partners in de gemeenten op zoek gaan naar een plaats op een andere school of voorziening binnen het Samenwerkingsverband of de gemeente waar de noodzakelijke ondersteuning wel geleverd kan worden. Het toetsingskader hiervoor zijn de in de schoolgids vermelde Afspraken, regels en procedures en de binnen de deelscholen geldende schoolregels.
10
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
6. Ondersteuningsaanbod De wet op Passend Onderwijs is op 1 augustus 2014 van kracht. Alle scholen in Nederland worden geacht Passend Onderwijs te leveren. De kern daarvan is, dat alle leerlingen de beste ontwikkelingskansen krijgen. Dat geldt ook voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben om het onderwijs te volgen. Opdracht voor alle scholen is nauwkeurig te kijken welke ondersteuning de school al biedt en waar een school zich verder moet ontwikkelen. Van elke school wordt namelijk verwacht, dat zij een basiszorg kan bieden aan leerlingen met veelvoorkomende beperkingen en leerproblemen. Daarnaast kan elke school bekijken waar zij extra expertise in heeft of wil verkrijgen. 6.1 Basisondersteuning en extra ondersteuning Op onze school bieden we alle leerlingen basisondersteuning in de vorm van een basisarrangement voor alle leerlingen. Daarnaast bieden we op onze school sommige leerlingen verdiepende- of intensieve basisondersteuning. Tot slot geven we, leerlingen voor wie de intensieve basisondersteuning niet voldoende is, extra ondersteuning in de vorm van arrangementen. Voor deze leerlingen wordt een ontwikkelingsperspectief plan (OPP) opgesteld, waarin wordt opgenomen welke problematiek speelt en welke ondersteuning wordt geboden. Dit plan wordt afgestemd met docenten en ouder(s)/verzorger(s). • • •
•
Onder basisondersteuning verstaan we het handelen dat ingezet kan worden door alle docenten voor alle leerlingen m.b.t. het behalen van de doelen zowel onderwijskundig als ook leergebied overstijgend. Verdiepende basisondersteuning omvat het handelen dat ingezet kan worden door docenten voor leerlingen die naast het basisarrangement extra uitdaging nodig hebben m.b.t. het behalen van de doelen zowel onderwijskundig als ook leergebied overstijgend. Onder intensieve basisondersteuning verstaan we het licht curatieve en preventieve handelingen die ingezet kunnen worden voor leerlingen die binnen de basisondersteuning extra instructie, begeleiding nodig hebben m.b.t. het behalen van de doelen zowel onderwijskundig als ook leergebied overstijgend. Extra onderwijsondersteuningsarrangementen omvatten het handelen dat op basis van het OPP ingezet wordt door docenten in samenwerking met in- en externe professionals voor leerlingen die aanvullend extra ondersteuning nodig hebben om de minimum doelen zowel onderwijskundig als ook leergebied overstijgend te behalen. Een arrangement bestaat uit meerdere onderdelen: expertise, aandacht en tijd, voorzieningen, mogelijkheden gebouw, samenwerking met onderwijsen ketenpartners en biedt zo een complete aanpak. Extra ondersteuning kan zich richten op: o Leer- en ontwikkelingsondersteuning o Fysiek-medische ondersteuning o Sociaal-emotionele en gedragsondersteuning o Begeleiding thuissituatie.
Op onze school werken we met protocollen en documenten waarin de afspraken van de ondersteuning wordt beschreven. Uitgangspunten • We gaan voor een 4 op de vijfpuntsschaal binnen twee jaar Alle scholen binnen het SWV bieden de afgesproken basisondersteuning. Er heeft een nulmeting plaatsgevonden binnen de school waarbij de huidige situatie, ontwikkelpunten en ambities zijn beschreven. De norm die hiervoor binnen het SWV is gelegd houdt in dat het thema op een vijfpuntsschaal minimaal een vier scoort. Dit wordt binnen twee jaar gerealiseerd. • We werken handelingsgericht Onderwijsbehoeften worden op onze school vertaald in uitvoerbare en haalbare handelingssuggesties. • We werken met een ontwikkelingsperspectief We werken met een ontwikkelingsperspectief bij leerlingen die aanvullend op de basisondersteuning extra ondersteuning nodig hebben om het uitstroomperspectief te kunnen behalen.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
11
7. Schoolondersteuningsprofiel Winkler Prins 2015
1: BASISONDERSTEUNING Onderdelen 1a Mentoraat 1b Taal 1c Rekenen 1d Voorlichtingsactiviteiten 1e Loopbaanbegeleiding 1f Individuele ontwikkelingsplanning
Brugjaar X X X X X
V/H X X X X X
Mavo X X X X X
K/B X X X X X
Pro X X X X X X
1g 1h
Ouder- en leerlingcontacten Huisbezoeken
X
X
1i 1j
Ouder- en thema-avonden X X X Warme overdracht X X X 2: VERDIEPENDE BASISONDERSTEUNING
X X
X X
Mavo
K/B
Pro
X
X
Onderdelen 2a Pluslessen
X
X
X
Brugjaar
V/H
X
2b
Hoogbegaafden
2c
Voortraject Entree-onderwijs
X
X X
3: INTENSIEVE BASISONDERSTEUNING Onderdelen 3a Sociaal emotionele ondersteuning 3b Ondersteuning bij het leren 3c Dyslexieondersteuning 3d Logopedie
Brugjaar X X X
V/H X X X
Mavo X X X
K/B X X X
Pro X X X X
3e 3f 3g 3h 3i 3j 3k
Ondersteuningsteam Intern Expertise en Consultatie Team Sociale veiligheidscoördinatie Psycholoog/orthopedagoog Schoolmaatschappelijk werk Afstemming ketenpartners Vertrouwenspersoon
X X X X X X
X X X X X X
X X X X X X
X X X X X X
X X X X X X
X
X
X
X
X
3l 3m
Ondersteuning allochtone ouders Leerwerktraject
X
X
X
X
X
X
4: EXTRA ONDERWIJSONDERSTEUNINGSARRANGEMENTEN
Tussenvoorziening
Onderdelen 4a Leerweg Ondersteunend Onderwijs (LWOO) 4b Leerling Gebonden Financieringbegeleiding 4c Begeleiding zieke leerlingen 4d Zorg Advies Team (ZAT)
12
Brugjaar
V/H
X
Mavo
K/B
X
X
Pro
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X X
X X
X X
X X
4e
Reboundarrangement
X
X
4f
Schakelarrangement
X
X
4g
Symbiose-arrangement
X
X
4h
Opvangarrangement
X
X
X X
4i 4j 4k
Observatie-arrangement Thuiszitters-arrangement Leerstofcoördinatie
X X
X X
X X
X X
X X
X
X
X
X
X
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
8. Schoolondersteuningsplan 2015 In dit hoofdstuk worden de diverse vormen van ondersteuning zoals weergegeven in het schoolondersteuningsprofiel op de vorige pagina uitgewerkt. Het doel van deze uitwerkingen is aan belanghebbenden binnen en buiten de school te beschrijven hoe de ondersteuning binnen de school wordt vormgegeven. Basisondersteuning Basisondersteuning kan door alle docenten voor alle leerlingen worden ingezet om de onderwijskundige en leergebied overstijgende doelen te behalen. Onderdeel 1a Deelschool
Mentoraat Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Iedere leerling binnen Winkler Prins heeft een mentor en de mentor neemt het grootste gedeelte van de begeleiding van leerlingen voor zijn rekening. De mentor is begeleider van de mentorklas, helpt bij problemen van leerlingen en geeft ondersteuning bij studievaardigheden en keuzebegeleiding. Daarnaast onderhoudt de mentor contact met de ouder(s)/verzorger(s) van leerlingen.
Wat is het doel:
De mentorklas en individuele leerlingen blijven door actieve betrokkenheid van de mentor, zowel op cognitief als sociaal emotioneel gebied, in beeld bij de docentengroep.
Voor wie:
Alle leerlingen van Winkler Prins
Door wie:
De mentor, dit is een vakdocent die daarnaast mentortaken heeft.
Wanneer:
Iedere klas heeft wekelijks een mentoruur. Er wordt naar gestreefd dat de mentor zijn/haar vak lessen ook verzorgd aan de leerlingen uit de mentorklas.
Extra informatie
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
13
Onderdeel 1b Deelschool
Taal Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Lessen in taalvaardigheden zijn gericht op het behalen van de vastgelegde landelijke referentieniveaus. Deze niveaus geven aan over welke basiskennis leerlingen in ieder geval moeten beschikken. Daarnaast wordt er ondersteuning geboden die gericht is op het verminderen van achterstanden en problemen met leesvaardigheid, op klassikaal, groeps- en individueel niveau.
Wat is het doel:
Leerlingen behalen het voor hun beoogde referentieniveau taal. Leerlingen die niet aan het niveau voldoen worden tijdig opgemerkt en extra ondersteund.
Voor wie:
Alle leerlingen van Winkler Prins.
Door wie:
Vakdocenten Nederlands. Daarnaast hebben alle taalambassadeurs die extra aandacht besteden aan taal.
Wanneer:
Taal is geïntegreerd in de lessen Nederlands en wordt gedurende de hele schoolloopbaan aangeboden. In toenemende mate wordt, onder de noemer ‘taalbewust lesgeven’, ook aandacht besteed aan de rol van taal in de overige lessen.
Extra informatie
Taalbeleidsplan Winkler Prins.
Onderdeel 1c Deelschool
deelscholen
Rekenen Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Lessen in Rekenen zijn gericht op het behalen van de vastgelegde landelijke referentieniveaus. Deze niveaus geven aan over welke basiskennis leerlingen in ieder geval moeten beschikken. Winkler Prins biedt extra inzet op het gebied van rekenonderwijs door Rekenen als vast onderdeel in de lessentabel op te nemen.
Wat is het doel:
Leerlingen behalen het voor hun beoogde referentieniveau rekenen. Verder wordt de kennis onderhouden en op het bij de leerweg passende niveau gebracht.
Voor wie:
Alle leerlingen van Winkler Prins.
Door wie:
Docenten met affiniteit voor het vak Rekenen.
Wanneer:
Rekenen is als vast onderdeel in de lessentabellen van de verschillende deelscholen opgenomen.
Extra informatie
Leerlingen met ernstige rekenproblematiek krijgen extra ondersteuning via een intensief rekentraject naast de reguliere lessen.
14
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Onderdeel 1d Deelschool
Voorlichtingsactiviteiten Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Voorlichting over maatschappelijk relevante thema’s en sociale veiligheid aan leerlingen van Winkler Prins.
Wat is het doel:
Het informeren van leerlingen en ze kennis laten maken met verschillende maatschappelijke onderwerpen.
Voor wie:
Alle leerlingen van Winkler Prins.
Door wie:
Voor de voorlichting worden medewerkers van Winkler Prins of externe sprekers gevraagd die betrokken zijn bij de gepresenteerde onderwerpen.
Wanneer:
Op verschillende momenten gedurende het schooljaar worden deze voorlichtingen verzorgd.
Extra informatie
De voorlichtingsbijeenkomsten worden zo veel mogelijk in het jaarrooster van de leerling opgenomen.
Onderdeel 1e Deelschool
Loopbaanbegeleiding Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Leerlingen (en ouder(s)/verzorger(s) worden ondersteund bij het kiezen van een vakkenpakket, profiel, sector, vervolgstudie of beroep. Binnen de verschillende deelscholen is aandacht voor loopbaanbegeleiding waarin leerlingen via opdrachten, vragenlijsten en oefeningen vragen beantwoorden die bij studie- en beroepskeuze aan bod komen om zo tot een goede keuze te komen. Daarnaast kunnen leerlingen deelnemen aan verschillende voorlichtingsdagen, beurzen en studiemarkten en meelopen bij een vervolgstudie of deelnemen aan bedrijfsbezoeken.
Wat is het doel:
Leerlingen ondersteunen en voorbereiden op het maken van een keuze voor een vervolgroute.
Voor wie:
Alle leerlingen van Winkler Prins.
Door wie:
De loopbaanbegeleider begeleidt het proces van de vakkenpakketkeuze, studie- en beroepskeuze. Ook tijdens de mentoruren wordt er aandacht besteed aan keuzebegeleiding.
Wanneer:
Gedurende de hele schoolloopbaan bij Winkler Prins vindt er ondersteuning plaats bij de vervolgstudie- en/of beroepskeuze van leerlingen. Dit kan ook tijdens het mentoruur plaatsvinden. Er zijn vaste momenten voor individuele gesprekken met leerlingen en ouder(s)/verzorger(s), vakkenmarkten en andere activiteiten. Op verzoek van de leerling kunnen meerdere gesprekken plaatsvinden met de loopbaanbegeleider.
Extra informatie
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
15
Onderdeel 1f Deelschool
Individuele ontwikkelingsplanning Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro x
Wat is het:
Individuele gesprekken tussen de mentor en leerling waarin de doelen op didactisch en sociaal-emotioneel gebied besproken en/of geëvalueerd worden. Deze doelen worden vervolgens beschreven in het individuele ontwikkelingsplan (IOP) van de leerling.
Wat is het doel:
De individuele leerling inzicht geven in en actief betrekken bij het eigen leerproces en de eigen ontwikkeling.
Voor wie:
Alle leerlingen van het Praktijkonderwijs.
Door wie:
De mentor.
Wanneer:
Het Individueel Ontwikkelingsplan (IOP) van de leerling wordt twee keer per schooljaar geëvalueerd en vernieuwd. De coaching tussen mentor en leerling vindt dagelijks plaats.
Extra informatie
Het Praktijkonderwijs ontwikkelingsplan op.
Onderdeel 1g Deelschool
stelt
voor
iedere
leerling
een
individueel
Ouder- en leerlingcontacten Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Contactmomenten tussen de ouder(s)/verzorger(s) en leerlingen met de mentor, docent of andere medewerkers van Winkler Prins.
Wat is het doel:
De ouder- en leerling contacten hebben tot doel ouder(s)/verzorger(s) te informeren over de ontwikkeling van de leerling op onderwijskundig en sociaal-emotioneel gebied en ouders de gelegenheid te bieden zelf contact op te nemen/onderhouden met de mentor of docent of andere medewerkers van Winkler Prins wanneer zij vragen hebben.
Voor wie:
Ouder(s)/verzorger(s), leerlingen, mentoren en docenten.
Door wie:
Mentoren, docenten en medewerkers van Winkler Prins.
Wanneer:
In de jaarplanning is vastgelegd op welke vaste momenten gedurende het schooljaar contactmomenten zijn. Daarnaast bestaan er, zowel voor de school als ouders, buiten de georganiseerde momenten om mogelijkheden om contact op te nemen.
Extra informatie
Winkler Prins maakt gebruik van het Leerlingvolgsysteem Magister. Dit systeem is een logboek waarin de ontwikkeling van de leerling wordt gevolgd en waar de cijfers, absentiegegevens en het OPP van de leerling worden vastgelegd. Ouder(s)/verzorger(s) krijgen een inlogcode om de ontwikkeling van hun kind(eren) te kunnen volgen.
16
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Onderdeel 1h Deelschool
Huisbezoeken Brugjaar
VWO/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro x
Wat is het:
De mentor van de leerlingen van het Praktijkonderwijs bezoekt ieder schooljaar de ouder(s)/verzorger(s) van de leerling thuis.
Wat is het doel:
Kennis maken met de ouder(s)/verzorger(s) en leerlingen in hun eigen omgeving. Een goed contact opbouwen en onderhouden tussen school en ouders.
Voor wie:
Alle leerlingen van het Praktijkonderwijs en hun ouder(s)/verzorger(s).
Door wie:
De mentor.
Wanneer:
Tenminste een keer per leerjaar vindt een huisbezoek plaats. Indien nodig of gewenst, kan een mentor vaker op huisbezoek gaan.
Extra informatie
Onderdeel 1i Deelschool
Ouder- en thema-avonden Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Een contactmoment tussen ouder(s)/verzorger(s) en school. De ouderavonden staan vaak in het teken van voorlichting over het lopende schooljaar, de overgang naar een andere deelschool of het vervolgonderwijs. De Ouderraad en school organiseren daarnaast jaarlijks een algemene ouderavond waar een interessant en actueel thema wordt gepresenteerd.
Wat is het doel:
Het verstrekken van informatie aan de ouder(s)/verzorger(s) over het schooljaar en een actueel thema. Het bevorderen van de contacten en betrokkenheid tussen ouders onderling en ouders en de school.
Voor wie:
Alle ouder(s)/verzorger(s) van leerlingen van Winkler Prins.
Door wie:
De ouder- en thema-avonden worden binnen alle deelscholen van Winkler Prins georganiseerd. De Ouderraad is betrokken bij de organisatie van thema-avonden.
Wanneer:
Een aantal keren per jaar gedurende het schooljaar worden ouder- en themavonden georganiseerd. De data voor deze avonden worden in de jaarplanning van de verschillende deelscholen opgenomen.
Extra informatie
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
17
Onderdeel 1j Deelschool
Warme overdracht Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Bij de verschillende schakelmomenten waarin een leerling wisselt van basisschool naar voortgezet onderwijs, binnen Winkler Prins van deelschool of leerjaar of vanuit Winkler Prins naar vervolgonderwijs vindt een persoonlijke overdracht plaats. Bij deze overdracht wordt informatie uitgewisseld en het dossier van de betreffende leerling overgedragen.
Wat is het doel:
Veranderingen van school of leerjaar succesvol laten verlopen en daarmee de continuïteit van het leerproces van de leerling te borgen.
Voor wie:
Leerlingen.
Door wie:
Betrokken medewerkers van toeleverende en ontvangende scholen en vervolgonderwijs.
Wanneer:
Op het moment dat het schakelpunt tussen scholen of leerjaren zich aandient, vindt de persoonlijke overdracht plaats.
Extra informatie
18
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Verdiepende basisondersteuning Verdiepende basisondersteuning omvat de extra ondersteuning die ingezet kan worden door docenten voor leerlingen die naast het basisarrangement uitdaging nodig hebben om hun onderwijskundige en leergebied overstijgende doelen te behalen. Onderdeel 2a Deelschool
Pluslessen Brugjaar
Vwo/Havo
x
Mavo
Kader/Basis
x
x
Pro
Wat is het:
Pluslessen zijn extra keuzelessen voor leerlingen uit het brugjaar en de tweede klassen van het vmbo. In de pluslessen komen onderwerpen aan bod die niet in de reguliere lessen worden besproken, zoals bijvoorbeeld fotografie of Chinees. Iedere serie van pluslessen duurt 6 weken.
Wat is het doel:
Leerlingen de gelegenheid geven zich verder te ontwikkelen en informeren over onderwerpen die niet tijdens de reguliere lesuren gegeven worden.
Voor wie:
Alle leerlingen uit het brugjaar en de tweede klassen van het vmbo.
Door wie:
Docenten van Winkler Prins.
Wanneer:
De pluslessen vinden wekelijks plaats en worden op een vast lesuur per week gegeven. Dit is opgenomen in het lesrooster van de leerling.
Extra informatie
Alle leerlingen ontvangen extra informatie over de pluslessen en hun keuzemogelijkheden. Dit wordt tijdens het mentoruur besproken. Naast de pluslessen zijn er plus-steunlessen voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Meer hierover bij 3a sociaal-emotionele ondersteuning.
Onderdeel 2b Deelschool
Hoogbegaafden Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x Wat is het:
De ondersteuning van hoogbegaafde leerlingen. De ondersteuning bestaat uit het ontwikkelen van studievaardigheden (leren leren) en individuele gesprekken.
Wat is het doel:
Tijdig signaleren van hoogbegaafde leerlingen en ze meer uitdaging en ondersteuning bieden op school.
Voor wie:
Leerlingen van Winkler Prins die hoogbegaafd zijn of waarvan het vermoeden bestaat dat ze hoogbegaafd zijn.
Door wie:
Docenten en ondersteuningcoördinator brugjaar.
Wanneer:
Hoogbegaafde leerlingen worden, indien zij die behoefte hebben, een uur per week ondersteund.
Extra informatie
Winkler Prins is één van de partners in het platform Hoogbegaafdheid. Dit platform is door het Centrum voor Jeugd en Gezin Veendam opgezet.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
19
Onderdeel 2c Deelschool
Voortraject (schakel) Entree-onderwijs Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro x
Wat is het:
Voorbereiding van leerlingen uit het praktijkonderwijs op instroom in het Entree-onderwijs. Na het jaar schakel-entree kunnen de leerlingen, als dit tot hun mogelijkheden behoort, doorstromen naar het Entreeonderwijs. (voorheen bekend als mbo-1).
Wat is het doel:
Leerlingen via een schakeltraject voorbereiden op instroom in het Entreeonderwijs.
Voor wie:
Leerlingen vanaf het derde leerjaar van het Praktijkonderwijs die de cognitieve mogelijkheden hebben om door te stromen naar het MBO. Uiterlijk in het derde leerjaar wordt het uitstroomprofiel van de leerling vastgesteld.
Door wie:
Het schakeltraject is een samenwerking tussen de Praktijkschool en het MBO.
Wanneer:
Vanaf leerjaar 4 en hoger (minimum leeftijd is 16).
Extra informatie
20
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Intensieve basisondersteuning Intensieve basisondersteuning bestaat uit licht curatieve en preventieve handelingen die ingezet kunnen worden voor leerlingen die binnen de basisondersteuning extra instructie en begeleiding nodig hebben. Winkler Prins heeft een breed aanbod van intensieve basisondersteuning en de specifieke onderdelen worden hieronder toegelicht. Onderdeel 3a Deelschool
Sociaal-emotionele ondersteuning Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Winkler Prins heeft verschillende vormen van ondersteuning die kunnen worden aangeboden aan de leerling wanneer sociaal-emotionele problematiek wordt gesignaleerd. De ondersteuning kan bestaan uit individuele gesprekken of groepsgericht zijn, zoals bijvoorbeeld sociale weerbaarheidstrainingen en faalangstreductietrainingen. Binnen elke deelschool en afhankelijk van de problematiek van de leerling kan dit anders ingericht worden. Binnen het brugjaar wordt deze ondersteuning veelal ingezet via de plus-steunlessen.
Wat is het doel:
Het vergroten van het sociaal- emotionele welbevinden van leerlingen.
Voor wie:
Leerlingen bij wie sociaal-emotionele problematiek is gesignaleerd.
Door wie:
Leden van de ondersteuningsteams, leerlingbegeleiders en docenten die zijn opgeleid om individuele of groepsgerichte ondersteuning te verzorgen.
Wanneer:
Gedurende het schooljaar wordt, voor een beperkte periode, ondersteuning geboden.
Extra informatie Onderdeel 3b Deelschool
Ondersteuning bij het leren Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Wanneer leerlingen en/of docenten problematiek ervaren bij de ontwikkeling van de leerling met de lesstof of de manier van studeren, kan leerondersteuning worden geboden. De ondersteuning bestaat bijvoorbeeld uit bijlessen of remediale hulp. In het brugjaar kunnen plus-steunlessen aan leerlingen worden aangeboden. Binnen de mentoruren wordt er extra aandacht besteed aan studievaardigheden.
Wat is het doel:
Leerlingen die problemen ervaren met de lesstof of studeren tijdig ondersteuning bieden om zo het schooljaar te kunnen vervolgen.
Voor wie:
Leerlingen die tegen problemen aanlopen bij verschillende vakken of leren in het algemeen.
Door wie:
Vakdocenten
Wanneer:
Indien leerlingen behoefte hebben aan extra ondersteuning en als zij aangemeld worden door vakdocenten of mentoren. Voor leerlingen uit het brugjaar is een uur per week ingeroosterd voor extra begeleiding.
Extra informatie Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
21
Onderdeel 3c Deelschool
Dyslexieondersteuning Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
In het brugjaar zijn er steunlessen dyslexie waar leerlingen aan deel kunnen nemen. De ondersteuning in de andere deelscholen is voornamelijk gericht op het gebruik van bepaalde hulpmiddelen met als doel de zelfstandigheid van de leerling met betrekking tot het school- en huiswerk te vergroten. Leerlingen die dyslectisch zijn, krijgen een dyslexiekaart. Deze kaart geeft recht op extra tijd bij toetsen en op het gebruik van bepaalde hulpmiddelen. Bij een vermoeden van dyslexie wordt een diagnostisch traject in gezet.
Wat is het doel:
Leerlingen met dyslexie op die wijze ondersteunen en begeleiden dat zij een diploma kunnen behalen die past bij hun capaciteiten en interesses.
Voor wie:
Leerlingen van Winkler Prins met de diagnose dyslexie of waarvan vermoed wordt dat zij dyslectisch zijn.
Door wie:
Elke deelschool van de Winkler Prins heeft een eigen dyslexiecoach.
Wanneer:
Leerlingen met dyslexie kunnen gedurende het hele schooljaar gebruik maken van faciliteiten en extra begeleiding.
Extra informatie
Winkler Prins heeft Dyslexiebeleid opgesteld waarin is opgenomen hoe dyslectische leerlingen worden begeleid.
Onderdeel 3d Deelschool
Logopedie Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro x
Wat is het:
Leerlingen met taal- of spraakproblematiek ondersteunen. De geboden ondersteuning is afhankelijk van de problematiek van de leerling en in hoeverre de leerling er op school, tijdens stage of in contact met medeleerlingen door belemmerd wordt.
Wat is het doel:
Het functioneren van de leerling op gebied van taal/spraak of communicatief gebied verbeteren.
Voor wie:
Alle leerlingen van het Praktijkonderwijs.
Door wie:
De logopedist van Winkler Prins.
Wanneer:
De ondersteuning vindt wekelijks voor een beperkte periode plaats. Bij ernstige problematiek zal verbinding gezocht moeten worden met externe hulpverleners.
Extra informatie
22
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Onderdeel 3e Deelschool
Ondersteuningsteam Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Team van interne deskundigen op het gebied van onderwijskundige en psychosociale ontwikkeling van leerlingen.
Wat is het doel:
Het geven van handelingsadviezen aan docenten, het toewijzen van intensieve basisondersteuning, het evalueren van trajecten en doorverwijzen naar het Zorg Advies Team (ZAT).
Voor wie:
Leerlingen, ouder(s)/verzorger(s), mentoren, docenten en leerlingbegeleiders.
Door wie:
De ondersteuningscoördinatoren van de deelscholen, de intern ambulant begeleider, schoolpsycholoog en schoolmaatschappelijk werker.
Wanneer:
De ondersteuningsteams hebben ten minste maandelijks een bespreking.
Extra informatie
Onderdeel 3f Deelschool
Intern Expertise en Consultatie Team Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Team van experts op het gebied van ondersteuning die begeleidt of adviseert bij complexe ondersteuningsvragen binnen de school.
Wat is het doel:
Het geven van handelingsadviezen aan de ondersteuningscoördinatoren van de deelscholen, het beoordelen van de toelaatbaarheid van zij-instromers met complexe ondersteuningsbehoeftes, het begeleiden van het aanvragen van Toelaatbaarheidsverklaringen (TLV) voor het speciaal onderwijs.
Voor wie:
Ondersteuningscoördinatoren Tussenvoorziening.
Door wie:
Ondersteuningscoördinator schoolbreed, orthopedagoog-generalist Winkler Prins.
Wanneer:
Gedurende het hele schooljaar.
van
de
deelscholen, intern
team
ambulant
van
begeleider,
Extra informatie
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
de
23
Onderdeel 3g Deelschool
Sociale veiligheidscoördinatie Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Het coördineren, ondersteunen en adviseren op het gebied van sociale veiligheidskwesties zoals (digitaal)pesten, incidenten rondom social media, discriminatie en machtsmisbruik. Het coördineren van het pakket aan preventieve maatregelen, zoals voorlichting en (thema)lessen binnen de (deel)school die worden aangeboden om de sociale veiligheid te vergroten.
Wat is het doel:
Het vergroten van sociale veiligheid binnen alle geledingen van de Winkler Prins
Voor wie:
Alle leerlingen en medewerkers van Winkler Prins
Door wie:
Sociale veiligheidscoördinatoren
Wanneer:
Het hele schooljaar
Extra informatie
Het volledige overzicht van lessen en maatregelen is te vinden in het sociale veiligheidsplan van de school
Onderdeel 3h Deelschool
Psycholoog/Orthopedagoog-Generalist Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
De schoolpsycholoog/orthopedagoog-generalist heeft een adviserende rol binnen de ondersteuningsteams en het zorg advies team. De schoolpsycholoog/orthopedagoog-generalist ondersteunt kortdurend leerlingen met leer- en ontwikkelingsproblemen. Een diagnostisch onderzoek (o.a. dyslexie) kan onderdeel zijn van deze ondersteuning. Wanneer intensieve ondersteuning nodig is, zal in overleg met ouder(s)/ verzorger(s) gekeken worden bij welke externe instantie dit mogelijk is.
Wat is het doel:
Leerlingen met leer- en ontwikkelingsproblemen signaleren en ondersteunen bij onderwijs gerelateerde problematiek.
Voor wie:
Leerlingen met leer- en ontwikkelingsproblematiek die worden doorverwezen door het ondersteuningsteam, hun ouder(s)/verzorger(s) en de school.
Door wie:
De psycholoog/orthopedagoog-generalist van de school
Wanneer:
De begeleiding vindt plaats wanneer een leerling via het ondersteuningsteam onder de aandacht gebracht wordt bij de psycholoog/orthopedagoog en er aanleiding is voor verdere ondersteuning.
Extra informatie
24
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Onderdeel 3i Deelschool
Schoolmaatschappelijk werk Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
De schoolmaatschappelijk werker heeft een adviserende rol binnen de ondersteuningsteams en het zorg advies team. De schoolmaatschappelijk werker ondersteunt leerlingen met problemen thuis en probeert, in overleg met de leerling, voor een oplossing te zorgen.
Wat is het doel:
Leerlingen ondersteunen bij problemen in de gezinssituatie, zodat het functioneren van de leerling op school verbetert.
Voor wie:
Leerlingen die thuis problemen hebben en waar dit van invloed is op hun functioneren op school.
Door wie:
De schoolmaatschappelijk werker.
Wanneer:
De begeleiding vindt plaats wanneer een leerling via het ondersteuningsteam onder de aandacht gebracht wordt bij de schoolmaatschappelijk werker en er aanleiding is voor verdere ondersteuning.
Extra informatie
Onderdeel 3j Deelschool
Afstemming ketenpartners Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Overleg tussen de school, ouder(s)/verzorger(s) en andere partijen die bij de ondersteuning van de leerling en het gezin betrokken zijn.
Wat is het doel:
Tot afstemming komen met alle betrokkenen die ondersteuning bieden aan de leerling.
Voor wie:
Voor leerlingen die naast school te maken hebben met andere (hulpverlenende) instanties.
Door wie:
De mentor en leerlingbegeleider zorgen vanuit Winkler Prins voor het contact tussen school, ouder(s)/verzorger(s) en andere betrokkenen.
Wanneer:
Gedurende het hele schooljaar.
Extra informatie
De sociale kaart geeft een overzicht van organisaties op het gebied van zorg- en dienstverlening in de regio.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
25
Onderdeel 3k Deelschool
Vertrouwenspersoon Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Leerlingen, ouder(s)/verzorger(s) en medewerkers kunnen bij klachten een beroep doen op ondersteuning van een van de vertrouwenspersonen. De ondersteuning kan variëren van het bieden van een luisterend oor tot en met het begeleiden van een officiële klacht bij de landelijke klachtencommissie.
Wat is het doel:
Degene die een klacht heeft zo goed mogelijk te ondersteunen bij het vinden van een oplossing.
Voor wie:
Alle leerlingen, ouder(s)/verzorger(s) en medewerkers van Winkler Prins die klachten hebben over de school.
Door wie:
Winkler Prins heeft twee vaste vertrouwenspersonen.
Wanneer:
Wanneer een leerling, ouder/verzorger of medewerker een klacht heeft over de school, kunnen zij contact opnemen met een van de vertrouwenspersonen. Hierbij is het wel de bedoeling dat eerst gepoogd wordt de klacht op te lossen waar deze is ontstaan.
Extra informatie
Winkler Prins heeft een Klachtenregeling waarin extra informatie is opgenomen over de invulling van de rol van vertrouwenspersoon. Deze klachtenregeling is via de website van Winkler Prins, via Infocentrum, te raadplegen.
Onderdeel 3l Deelschool
Ondersteuning allochtone ouders Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Het betrekken van allochtone ouder(s)/verzorger(s) bij het onderwijsleerproces van hun kind. Dit wordt gedaan door het persoonlijk informeren over het Nederlandse schoolsysteem. De schoolcontactpersoon (of een intermediair) ondersteunt docenten en ondersteuningscoördinatoren als tolk bij oudergesprekken.
Wat is het doel:
Goede communicatie tussen ouders en Winkler Prins. Betrokkenheid van ouders bij het onderwijsleerproces van hun kind.
Voor wie:
Allochtone ouders van leerlingen van Winkler Prins. Hierbij gaat het vooral om ouders die de Nederlandse taal niet goed spreken.
Door wie:
De schoolcontactpersoon en/of een intermediairs (tolk).
Wanneer:
Wanneer een allochtone leerling op Winkler Prins komt, gaat de schoolcontactpersoon op huisbezoek. Op verzoek van ouders of de school kan verdere ondersteuning in de communicatie ook op andere momenten tijdens de schoolloopbaan van de leerling geboden worden.
Extra informatie
De schoolcontactpersoon spreekt een aantal vreemde talen. Voor de talen die zij niet spreekt wordt een intermediair (tolk) ingeschakeld. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de sociale kaart van het Centrum voor Jeugd en Gezin.
26
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Onderdeel 3m Deelschool
Leerwerktraject Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x Wat is het:
Het leerwerktraject is een route voor VMBO leerlingen die niet in staat zijn om in alle vakken van de VMBO basisberoepsgerichte leerweg examen te doen. Via het leerwerktraject kan een leerling in de laatste twee jaren van het VMBO meer praktijklessen volgen en doorstromen richting MBO niveau 2. Het traject bestaat uit twee dagen stage en het volgen van de beroepsgerichte vakken en de vakken Nederlands en Maatschappijleer. De leerling moet in een aantal vakken examen doen (waaronder Nederlands en het beroepsgerichte vak) en kan na diplomering doorstromen naar mbo niveau 2 in dezelfde beroepsrichting.
Wat is het doel:
Leerlingen via een aangepast traject aansluiting geven op vervolgonderwijs op MBO niveau 2.
Voor wie:
Voor leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg die deeluitvallen hebben en waarschijnlijk geen examen kunnen doen in de vakken wiskunde, Engels en/of natuur- en scheikunde.
Door wie:
De stagebegeleider van de deelschool.
Wanneer:
Gedurende de laatste twee schooljaren van de basisberoepsgerichte leerweg van het VMBO.
Extra informatie
De stagebedrijven waar onderdelen van het leerwerktraject plaatsvinden, moeten gecertificeerd zijn voor leerwerktrajecten.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
27
Extra onderwijsondersteuningsarrangementen De extra ondersteuningsarrangementen omvatten het handelen dat op basis van het ontwikkelingsperspectief (OPP) ingezet wordt door docenten, in samenwerking met in- en externe professionals, voor leerlingen die aanvullende ondersteuning nodig hebben. De arrangementen bestaan uit meerdere onderdelen en ieder geval expertise, aandacht en tijd, voorzieningen en samenwerking met onderwijs- en ketenpartners en biedt zo een complete aanpak. Onderdeel 4a Deelschool
Leerweg ondersteunend onderwijs (LWOO) Brugjaar x
Wat is het:
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
x
x
Pro
Sommige leerlingen hebben extra ondersteuning nodig bij het volgen van een leerweg binnen het vmbo. Dit is in de meeste gevallen een basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg, maar soms ook het mavo. Voor leerlingen met een LWOO-indicatie worden groepsplannen opgesteld. Extra hulp wordt gegeven binnen de eigen groep en de extra aandacht is mogelijk doordat de klassen klein worden gehouden. Waar mogelijk wordt geprobeerd het aantal docenten beperkt te houden. Het kan voorkomen dat een leerling met een LWOO-indicatie wordt geplaatst in een reguliere klas en dat maatwerk ondersteuning wordt aangeboden. Dit wordt dan beschreven in het Ontwikkelingsperpectief Plan (OPP) van de leerling. Winkler Prins heeft een brede ondersteuningsstructuur om leerlingen extra ondersteuning buiten de klas te kunnen bieden wanneer dit nodig is.
Wat is het doel:
Vmbo-leerlingen die genoeg capaciteiten, maar extra ondersteuning nodig hebben, een diploma te laten halen.
Voor wie:
Leerlingen met een LWOO-indicatie. Deze indicatie kan worden aangevraagd wanneer uit een test blijkt dat de leerling op ten minste twee van de vier onderdelen (Technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, inzichtelijk rekenen) minimaal 1 ½ jaar leerachterstand heeft en het IQ 90 of lager is. Wanneer het IQ hoger is, moet er naast de leerachterstanden sprake zijn van sociaal-emotionele problematiek.
Door wie:
Docenten en onderwijs ondersteunend personeel die werkzaam zijn binnen de deelschool.
Wanneer:
Gedurende de periode wanneer extra ondersteuning gewenst is. Dit kan de hele schoolloopbaan zijn.
Extra informatie
28
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Onderdeel 4b Deelschool
LGF-begeleiding Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
De begeleiding van leerlingen met een geïndiceerde specifieke begeleidingsbehoefte. Leerlingen met een beperking of stoornis kunnen door middel van leerlinggebonden financiering regulier onderwijs volgen. De onderwijsbehoefte en geboden ondersteuning worden beschreven in het Ontwikkelingsperspectief Plan van de leerling. Met de invoering van de Wet Passend Onderwijs in augustus 2014 is de Wet op leerlinggebonden financiering komen te vervallen en worden er geen nieuwe indicaties mee afgegeven. Vanaf 2016 wordt de LGF door het Samenwerkingsverband niet meer ondersteund.
Wat is het doel:
Leerlingen met een beperking of stoornis via extra ondersteuning en middelen regulier onderwijs te laten volgen.
Voor wie:
Leerlingen die zonder deze begeleiding naar het Voortgezet Speciaal Onderwijs zouden gaan.
Door wie:
De ondersteuning wordt gegeven door medewerkers van de ondersteuningsstructuur van Winkler Prins.
Wanneer: Extra informatie
Vanaf 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Met de invoering van de wet hebben scholen een zorgplicht. Dit betekent dat zij voor alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een passend onderwijsprogramma en begeleiding moeten bieden.
Onderdeel 4c Deelschool
Begeleiding zieke leerlingen Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Extra onderwijsondersteuning voor leerlingen die acuut, ernstig en/of langdurig ziek worden of ziek zijn. De ondersteuning kan bestaan uit het adviseren over een plan op maat voor de leerling, contacten onderhouden tussen school, ziekenhuis en thuis en het begeleiden van de leerling. Zo kan bijvoorbeeld ICT worden ingezet voor onderwijs op afstand en het onderhouden van contacten met klasgenoten.
Wat is het doel:
Het welbevinden van zieke leerlingen bevorderen en het beperken of voorkomen van onderwijsachterstanden.
Voor wie:
Leerlingen die als gevolg van ziekte langdurig niet naar school kunnen.
Door wie:
Winkler Prins maakt gebruik van de Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen (OZL).
Wanneer:
Als een leerling, als gevolg van ziekte, gedurende langere tijd niet in staat is lessen op school te volgen wordt onderwijsondersteuning en andere begeleiding geboden.
Extra informatie
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
29
Onderdeel 4d Deelschool
Zorg Advies Team (ZAT) Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Een team van interne en externe deskundigen op het gebied van onderwijskundige en psychosociale ontwikkeling van leerlingen. Het team houdt zich bezig met ondersteunings- en zorgvragen rondom leerlingen. Vanuit het ZAT wordt de regie over de ondersteuning en zorg gevoerd.
Wat is het doel:
Het geven van handelingsadviezen aan de school, het afstemmen van de zorg en ondersteuning, de evaluatie van trajecten en het toewijzen van arrangementen in de tussenvoorziening van de school.
Voor wie:
Leerlingen voor wie de basisondersteuning niet voldoende is (waardoor het ontwikkelingsperspectief in gevaar komt), hun ouder(s)/verzorger(s) en de school.
Door wie:
De leden van het Zorg Advies Team.
Wanneer:
Het Zorg Advies Team heeft maandelijks overleg.
Extra informatie
30
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Tussenvoorziening Winkler Prins heeft een tussenvoorziening, genaamd Time Out, voor leerlingen die de lessen binnen het reguliere onderwijs tijdelijk niet kunnen volgen. In de tussenvoorziening worden arrangementen aangeboden met het doel toe te werken naar terugkeer in het reguliere onderwijs, door te stromen naar vervolgonderwijs of werk, of leerlingen die niet naar school gaan weer toe te leiden naar het onderwijs. Naast het volgen van het reguliere onderwijsprogramma dat de leerling ook had op de school van herkomst, is er in de tussenvoorziening aandacht voor sociaal emotionele problematiek van leerlingen. Er worden programma’s aangeboden voor het ontwikkelen van sociale en mentale vaardigheden, voorbereiding op de arbeidsmarkt en vrijetijdsbesteding. In de tussenvoorziening zijn er verschillende evaluatiemomenten tussen leerling, school, school van herkomst en ouder(s)/verzorger(s). Voor elke leerling wordt een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) opgesteld. Hieronder worden de arrangementen kort toegelicht. Onderdeel 4e Deelschool
Reboundarrangement Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
In dit arrangement wordt de leerling extra ondersteuning geboden die aansluit bij de ondersteuningsbehoefte, zodat de leerling weer terug kan keren in de klas of deelschool van herkomst.
Wat is het doel:
Leerlingen tijdelijk ondersteunen om uiteindelijk terug te keren naar de klas of deelschool van herkomst.
Voor wie:
Alle leerlingen die tijdelijk in de tussenvoorziening zitten.
Door wie:
Een vast team van leerkrachten, een leerstofcoördinator, de intern ambulant begeleider, schoolpsycholoog en een coördinator.
Wanneer:
Gedurende het hele schooljaar is instroom mogelijk. Het Zorg Advies Team geeft toestemming voor plaatsing in de tussenvoorziening.
Extra informatie
In de folder Time Out, te raadplegen op de website van Winkler Prins, via Infocentrum, is extra informatie over de tussenvoorziening en de verschillende arrangementen te vinden.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
31
Onderdeel 4f Deelschool
Schakelarrangement Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Het schakelarrangement biedt leerlingen tijdelijk extra ondersteuning om te zorgen dat de leerling daarna kan schakelen naar een andere school of werk.
Wat is het doel:
Leerlingen extra ondersteunen waardoor ze de overstap naar een andere school, Voortgezet speciaal onderwijs, een MBO-instelling of richting arbeid kunnen maken.
Voor wie:
Alle leerlingen die tijdelijk in de tussenvoorziening zitten.
Door wie:
Een vast team van leerkrachten, een leerstofcoördinator, de intern ambulant begeleider, schoolpsycholoog en een coördinator.
Wanneer:
Gedurende het hele schooljaar is instroom mogelijk. Het Zorg- en advies team geeft toestemming voor plaatsing in de tussenvoorziening.
Extra informatie
In de folder Time Out, te raadplegen op de website van Winkler Prins, via Infocentrum, is extra informatie over de tussenvoorziening en de verschillende arrangementen te vinden.
Onderdeel 4g Deelschool
Symbiose-arrangement Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Een arrangement met onderdelen van extra ondersteuning als een kleinere klas, individuele begeleiding, prikkelarme omgeving en veel structuur die aansluit bij de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Dit arrangement is voor leerlingen waarvoor de reguliere setting (nog) niet passend genoeg is en het voortgezet speciaal onderwijs (nog) niet de juiste plek is om onderwijs te volgen. De leerling is in staat in meer of mindere mate lessen in de reguliere setting dan wel in het voortgezet speciaal onderwijs te volgen, maar haalt via de tussenvoorziening een diploma.
Wat is het doel:
De leerling het diploma bij Winkler Prins in de eigen regio en met de ondersteuning die daarvoor nodig is, te laten behalen.
Voor wie:
Alle leerlingen waarvan de reguliere setting niet passend genoeg is.
Door wie:
Een vast team van leerkrachten, een leerstofcoördinator, de intern ambulant begeleider, schoolpsycholoog en een coördinator.
Wanneer:
Gedurende het hele schooljaar is instroom mogelijk. Het Zorg- en advies team geeft toestemming voor plaatsing in de tussenvoorziening.
Extra informatie
In de folder Time Out, te raadplegen op de website van Winkler Prins, via Infocentrum, is extra informatie over de tussenvoorziening en de verschillende arrangementen te vinden.
32
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Onderdeel 4h Deelschool
Opvangarrangement Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Dit arrangement wordt ingezet om leerlingen extra te ondersteunen en zo mogelijk in te laten stromen bij de arrangementen Rebound, Schakel of Symbiose. Het gaat hier om leerlingen die al andere hulpverleningstrajecten hebben doorlopen en op wachtlijsten staan van jeugdzorginstellingen.
Wat is het doel:
De leerling tijdelijk op te vangen en te ondersteunen voor ze instromen in de arrangementen Rebound, Schakel of Symbiose.
Voor wie:
Leerlingen die op wachtlijsten staan van jeugdzorginstellingen.
Door wie:
Een vast team van leerkrachten, een leerstofcoördinator, de intern ambulant begeleider, schoolpsycholoog en een coördinator.
Wanneer:
Gedurende het hele schooljaar is instroom mogelijk. Het Zorg- en advies team geeft toestemming voor plaatsing in de tussenvoorziening.
Extra informatie
In de folder Time Out, te raadplegen op de website van Winkler Prins, via Infocentrum, is extra informatie over de tussenvoorziening en de verschillende arrangementen te vinden.
Onderdeel 4i Deelschool
Observatie-arrangement Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Leerlingen vanuit het basis-, voortgezet – , voortgezet speciaal onderwijs of het thuiszitters arrangement extra ondersteunen en het juiste onderwijsperspectief duidelijk krijgen. Vervolgens kan de leerling doorstromen naar Rebound, Schakel, Opvang of Symbiose.
Wat is het doel:
Het juiste onderwijsperspectief van de leerling duidelijk te krijgen en te zorgen voor doorstroom naar dit juiste perspectief.
Voor wie:
Alle leerlingen vanuit basis-, voortgezet – , voortgezet speciaal onderwijs of leerlingen uit het thuiszitters arrangement.
Door wie:
Een vast team van leerkrachten, een leerstofcoördinator, de intern ambulant begeleider, schoolpsycholoog en een coördinator.
Wanneer:
Gedurende het hele schooljaar is instroom mogelijk. Het Zorg Advies Team geeft toestemming voor plaatsing in de tussenvoorziening.
Extra informatie
In de folder Time Out, te raadplegen op de website van Winkler Prins, via Infocentrum, is extra informatie over de tussenvoorziening en de verschillende arrangementen te vinden.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
33
Onderdeel 4j Deelschool
Thuiszittersarrangement Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Het thuiszitters arrangement bestaat uit extra ondersteuning voor leerlingen die (tijdelijk) niet naar school gaan om ze weer deel te kunnen laten nemen aan het onderwijs.
Wat is het doel:
De leerling door te laten stromen naar een van de andere arrangementen uit de tussenvoorziening.
Voor wie:
Leerlingen die leerplichtig zijn, maar niet naar school gaan.
Door wie:
Een vast team van leerkrachten, een leerstofcoördinator, de intern ambulant begeleider, schoolpsycholoog en een coördinator.
Wanneer:
Gedurende het hele schooljaar is instroom mogelijk. Het Zorg Advies Team geeft toestemming voor plaatsing in de tussenvoorziening.
Extra informatie
In de folder Time Out, te raadplegen op de website van Winkler Prins, via Infocentrum, is extra informatie over de tussenvoorziening en de verschillende arrangementen te vinden.
Onderdeel 4k Deelschool
Leerstofcoördinatie Brugjaar
Vwo/Havo
Mavo
Kader/Basis
Pro
x
x
x
x
x
Wat is het:
Het coördineren van leerstofstromen tussen de deelscholen en de Tussenvoorziening. De leerstofcoördinator van de Tussenvoorziening begeleidt de leerlingen bij het plannen van de leerstof en de toetsen.
Wat is het doel:
De leerlingen die op de Tussenvoorziening geplaatst zijn, blijven qua leerstof bij volgens het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) van de deelschool. Bij achterstanden in de leerstof, worden deze zo mogelijk ingehaald.
Voor wie:
Alle leerlingen van de Tussenvoorziening.
Door wie:
Leerstofcoördinator van de tussenvoorziening, de deelschool en de docenten.
Wanneer:
Gedurende de plaatsing op de Tussenvoorziening.
Extra informatie
Zie notitie leerstofcoördinatie.
34
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
9. Mate van basisondersteuning Het samenwerkingsverband dient te bepalen wat het niveau van de basisondersteuning is. Hiermee wordt bedoeld wat elke school tenminste in huis dient te hebben aan expertise en voorzieningen voor leerlingen. Er zijn 13 thema’s geformuleerd, te beschouwen als het niveau basisondersteuning dat geldt voor alle scholen van het SWV te weten: Thema 1: Leerlingen ontwikkelen zich in een veilige omgeving. Thema 2: De school heeft continu zicht op de ontwikkeling van leerlingen. Thema 3: Het personeel werkt opbrengst- en handelingsgericht aan het realiseren van de ontwikkelingsperspectieven van leerlingen. Thema 4: Het personeel werkt met effectieve methoden en aanpakken. Thema 5: Het personeel werkt continu aan de eigen handelingsbekwaamheid en competenties. Thema 6: Voor alle leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte en/of ondersteuningsvraag is een ambitieus ontwikkelingsperspectief (OPP) vastgesteld. Thema 7: De school draagt leerlingen zorgvuldig over. Thema 8: Ouders (en leerlingen) zijn nauw betrokken bij de school en de arrangementen. Thema 9: De school voert een helder beleid op het terrein van onderwijsondersteuning. Thema 10: De school heeft haar ondersteuningsprofiel vastgesteld. Thema 11: De school bepaalt jaarlijks de effectiviteit van het basisaanbod en de extra ondersteuning en past het beleid zo nodig aan. Thema 12: De school heeft een effectieve interne zorgstructuur. Thema 13: De school heeft een effectief zorgteam. Een vervolgstap is (in de periode van dec. 2012 tot maart 2013) uitgevoerd m.b.v. een nulmeting: hoe scoren de scholen ten aanzien van de geformuleerde thema’s en bijbehorende indicatoren. De methodiek die gevolgd wordt voor de scholen laat de scholen per thema scoren op een schaal 1 tot 5: 0 niets ingevuld 1 niet 2 nauwelijks 3 in enige mate 4 sterke mate 5 zeer sterke mate De ambitie is dat alle scholen van het SWV uiterlijk in jaar 2 tenminste op elk thema een 4 scoort. Het invullen van de o-meting basisondersteuning leidt tot een zogenaamd spindiagram waarmee per school en uiteindelijk ook voor het hele SWV kan worden bepaald hoe de actuele score eruit ziet en op welke onderdelen scholen (en dus ook het SWV) nog stappen dient te zetten. De geformuleerde basisondersteuning vormt tevens de basis voor het schoolondersteuningsprofiel van elke school. Dit wordt een wettelijke verplichting in het kader van passend onderwijs.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
35
Resultaten van de 0-meting van de diverse teams/locaties Spindiagram gemiddelden van het team/locatie Brugjaar
Spindiagram gemiddelden van het team/ locatie Havo/Vwo
36
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Spindiagram gemiddelden van het team/ locatie Mavo
Spindiagram gemiddelden van het team/ locatie Vmbo K/B
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
37
Spindiagram gemiddelden van het team/ locatie Praktijkonderwijs:
Spindiagram gemiddelden van het team/ locatie Rebound:
38
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Spindiagram totaaloverzicht gemiddelden van alle teams/locaties:
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
39
Ambities Om de norm van een vier op elk thema te realiseren hebben we in kaart gebracht wat de ambities van de school zijn en hoe deze ambities worden gerealiseerd.: Brugjaar: - m.b.t. het basisondersteuning - Expliciet omschrijven van de interventies rondom het thema veiligheid die impliciet worden ingezet. - Normen, schoolstandaarden en analysemomenten omschrijven en vastleggen en koppelen aan de cyclus van besprekingen. - Het beschrijven van de handelingscyclus op groeps- en individueel niveau. - Deelnemen/opzetten van een vorm van intern overleg om scholingsbehoefte vast te stellen en vorm te geven o.a. collegiale consultatie/expertise uitwisseling deelscholen/begeleiden in de klas bij extra onderwijsbehoeften leerlingen/groep. - Inzichtelijk maken van de leerlijn taal met bijbehorende doelen (werkgroepen en het sectieoverleg). - Het systematisch volgen/analyseren van leerlingen na uitstroom opnemen in de bestaande cyclus van analyses. - Ouderbetrokkenheid vergroten o.a. wensen/verwachtingen m.b.t. onderwijs en onderwijsondersteuning. - Huiswerk opnemen in de ouder-portal van Magister - Visie op Passend Onderwijs gedragen door het gehele team, zichtbaar in de klas en goed op papier. - Inzet en rol van de zorgcoördinatie bespreken op basis van thema 12. - m.b.t. de extra ondersteuning - Ontwikkelen van een doorgaande leer- en begeleidingslijn van leerjaar 1 naar leerjaar 2. - Effecten van de ondersteuning/ het arrangement (beter) in kaart brengen en beschrijven. - Het extra handelen inzetten vanuit het einddoel/perspectief. Welk handelen is nodig om het perspectief van de leerling te realiseren. Op basis van de handelingscyclus op groeps- en individueel niveau – evalueren – check: ligt de leerling/groep nog steeds op koers? Hierbij wordt de gehele PDCA cirkel doorlopen. - Vanuit de cyclus rondom het werken met handelingsplannen toewerken naar het OPP. Hierbij zal meer aandacht komen voor het cognitieve, onderwijskundige deel: Wat is het perspectief van de leerling en wat heeft de leerling nodig om daar te komen. - PDCA doorlopen m.b.t. de effectiviteit van de ondersteuning. In kaart brengen welke arrangementen (individueel) het afgelopen jaar geboden zijn (wat en hoe). Evaluatieverslag (o.a. effectiviteit rebound/extra ondersteuning/maatschappelijk werk etc.) - Docenten/mentoren bekend maken met de actuele sociale kaart.
40
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Havo/Vwo: - m.b.t. het basisondersteuning - Preventief inzetten op het thema veiligheid - De school wil locatiespecifieke zaken gaan benoemen in plannen en protocollen rondom veiligheidsbeleid. - Onderzoeken van mogelijkheden om het thema pesten te verwerken in het mentoraat(sprogramma) van 3e - 6e klassen. - Mentoraat begeleidingsdocument ontwikkelen voor leerjaar 2 en 3. - De tussenbalans vergadering afstemmen op de cyclus van toetsing/registratie/observatie. - Opbrengsten en afspraken van de leerling/rapportbesprekingen vastleggen, bijvoorbeeld in het LVS. - Bij aanschaf van nieuwe methoden de mogelijkheden voor differentiatie onderzoeken. - Onderzoeken van het werken met groepsplannen om differentiatie binnen de lessen vorm te geven . - Scholing in het ‘omgaan met verschillen’. - Ontwikkelen van taal en rekenbeleid, zodra dit er is kan het ook worden meegenomen in de handelingsplannen (of OPP). - Expliciteren van het docent handelen dat bij de PTA’s/planning/studiewijzer wordt ingezet om de doelen te realiseren. De doelen en het handelen (docent + leerling) bespreken met de groep/ leerling. - m.b.t. de extra ondersteuning - Opnemen van de didactische doelen/handelen in de handelingsplannen. - Verbinden en systematisch analyseren van alle gegevens. O.a. uitslagen van CITO koppelen aan magister om de leerlijn in beeld te brengen en systematisch extra ondersteuning in te zetten. - Onderzoeken op welke manier de leerling en ouders meer betrokken kunnen worden bij het onderwijsarrangement. - Expliciet maken wat de extra onderwijsbehoefte (cognitief/sociaal emotioneel) zijn van een groep/ leerling, vaak is deze kennis/handelen wel aanwezig, maar is die impliciet. - Inzet van de zorgcoördinator middels algemene voorlichting en coaching van docenten bij extra ondersteuningsbehoefte op leerling/groepsniveau. Mavo: - m.b.t. het basisondersteuning - Ouderbetrokkenheid m.b.t. het volgen/begeleiden van (leer) ontwikkelingen bespreken op ouderavonden. - Ouderbetrokkenheid vergroten door expliciet te vragen naar wensen, verwachtingen, ervaringen en afspraken rondom het onderwijs (ondersteunings)proces. - Schoolbrede beleidsontwikkeling rondom pesten. - (Door)ontwikkelen van taalbeleid. - Meer docenten geven binnen nu en 2-3 jaar les in de verschillende jaarlagen m.b.t. om de doorlopende leer/ontwikkellijnen vorm en inhoud te geven. - Het volgen van de leerlingen (individueel) verbinden aan groeps- en schoolanalyses . - Ontwikkelen van PTA’s/studiewijzer voor klas 2. Hierbij is specifiek aandacht voor het pedagogisch/didactisch handelen dat hierbij ingezet kan worden. - Het verbreden van didactische vaardigheden. Hoe organiseer ik het in de les? - Inzetten op het expliciteren van normen en schoolstandaarden waardoor de school duidelijker kan zijn in de advisering/determinatie en/of de extra ondersteuning die nodig is. (In het brugjaar beter determineren en inzichtelijk maken of het handelen effectief/passend bij het perspectief is (geweest).
- m.b.t. de extra ondersteuning - Opnemen van de toets/observatiegegevens taal en rekenen in de handelingsplannen. - Het aanpassen van handelingsplannen en ontwikkelingsperspectieven koppelen aan docenthandelen (op individueel- en groepsniveau). - De school kan leerlingen met autistisch spectrum stoornissen een stuk tegemoet komen d.m.v. het (door)ontwikkelen van een helder en gestructureerd programma, verwoord in groepsplannen/ PTA’s met behulp van verlengde instructie/materialen.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
41
- - -
De inzet en mogelijkheden van de extra/intensieve ondersteuning expliciteren. Planmatig de inzet en opbrengsten van de extra ondersteuning analyseren en evalueren op school- groeps- en leerlingniveua. Bij extra ondersteuning op individueel en of groepsniveau docenten begeleiden bij het organiseren van de ondersteuning in de klas.
Vmbo K/B: - m.b.t. het basisondersteuning - Vanuit de beschikbare gegevens en TVO lijsten meer preventief inzetten op extra onderwijsbehoeften. - Een aantal min. standaarden te bepalen voor taal en rekenen. - Onderzoeken van de mogelijkheid om groepsplannen structureel in te zetten.
- m.b.t. de extra ondersteuning - De inzet van het extra docenthandelen dat wordt ingezet te expliciteren en mee te nemen in de cyclus van besprekingen. - Docenten hebben behoefte aan een scholing omgaan met verschillen (met name gericht op gedrag). - De basis voor het werken vanuit toekomstperspectief is in ruime mate aanwezig, deze basis wordt expliciet gemaakt en t.z.t. gekoppeld aan het format OPP. - Onderzoeken mogelijkheid aanbod/arrangement onderwijs + ondersteuning vanuit de rebound. - Warme overdracht van de extra ondersteuning in de overdracht van het brugjaar naar B/K. - Het opstellen van een rapport bij (tussentijdse) uitstroom te standaardiseren voor leerlingen met extra ondersteuning. - Expliciteren van de extra en /of intensieve ondersteuning die wordt geboden binnen de school. - De gegevens m.b.t. inzet en effectiviteit van de extra ondersteuning systematischer analyseren op school- groepsniveau. Praktijkonderwijs: - m.b.t. het basisondersteuning - Centrale registratie op basis van gezamenlijke afspraken (incidenten/overdracht) - Een samenhangend systeem/werkwijze opzetten om de ontwikkeling integraal zichtbaar te maken. Op basis van dit systeem/werkwijze in beeld brengen liggen we op koers t.o.v. het uitstroomprofiel/OPP? - Beschrijven/expliciteren van de leerlijnen taal en rekenen per uitstroomroute (o.a. passende perspectieven SLO). - De doelen waarnaar toe wordt gewerkt expliciet te maken. (vb. inzet landelijke PrO scan). - Clusteren van onderwijsbehoeften, het handelen dat hierbij ingezet wordt beschrijven in een groepsplan. - Het inzichtelijke maken van de inzet van de cognitieve/didactische inzet passend bij de uitstroomroutes (PDCA analyseren, handelen en evalueren of de doelen en inzet passend/ effectief zijn geweest). Hierbij wordt gestart door de didactische leerlijnen/doelen op basis van de uitstroomroutes van de bovenbouw te vertalen naar de onderbouw. - Inzetten/opzetten van collegiale consultatie en intensieve uitwisseling. - Ouders actief te (blijven) betrekken bij het (onderwijs)proces. - m.b.t. de extra ondersteuning - Opzetten/kunnen aanbieden van individuele weerbaarheidstraining. - De inzet en opbrengsten van extra ondersteuning expliciteren is een belangrijk aandachtspunt. Op basis hiervan systematisch analyseren, handelen en evalueren van de extra ondersteuning. - De inzet van de zorg/ondersteuningsstructuur actualiseren. - Preventief inzetten op ouderondersteuning of toeleiden naar ouderondersteuning bij extra ondersteuningsbehoefte.
42
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Rebound: - m.b.t. het basisondersteuning - Expliciteren/vastleggen welk handelen wordt ingezet en de analyse en evaluatiemomenten vastleggen (cyclisch). - De resultaten/opbrengsten op groepsniveau systematischer analyseren en evalueren. - Afspraken inzet en verantwoordelijkheden rebound/aanleverende (deel)scholen expliciteren. Wat is nodig om het onderwijskundige doel te realiseren? - Onderzoeken van de mogelijkheden om een groepsplan op basis van OPP te realiseren o.a. terug naar deelschool, andere school/instantie of doorstroom MBO. - Extra ondersteuning (scholing/materiaal) aanbieden op gebied van o.a. NT2, en taal en rekenen. - Checklist aanmeldformulier/hulpvraagformulier: wensen en verwachtingen ouders opnemen, specifiek omschrijven - Checklist aanmeldformulier/hulpvraagformulier: Opnemen wat of welke hulp heeft ouder nodig? Waar kun je dat krijgen? - Ouders ontvangen een kopie van het overdrachtsrapportage bij overdracht naar een andere school.
- m.b.t. de extra ondersteuning - Onderzoeken van de mogelijkheid om cluster 4 leerlingen een onderwijsprogramma op maat of schakeltraject naar MBO (extra arrangement indien geen AVI-E6 Technisch lezen/1F-2F: rekenen en taal-niveau ) te kunnen bieden. - Analyseren welke competenties nodig zijn om de geboden ondersteuningsarrangementen te kunnen bieden. Welke uitbreiding is gewenst/noodzakelijk om de arrangementen te realiseren? Dit kan worden gerealiseerd door scholing, of bij uitbreiding van personeel specifieke expertise aan te vullen. - Het personeel van de rebound zet de volgende ondersteuning in binnen de deelscholen : om bijwonen rapportvergaderingen, geven equiptrainingen, ondersteuning docenten (deskundigheid), observatie tijdens lessen, mediation. - Onderzoeken van de mogelijkheden om leerlingen eerder of bij terugkeer intensiever te begeleiden in de deelschool o.a. dagjournaal opsturen/ agressie regulatie - Ketenpartners Rebound in kaart brengen – welke ondersteuning kunnen/worden aangeboden op het gebied van intensieve begeleiding, overleg, overdracht - Procedures rondom de extra ondersteuning expliciteren. - Ontwikkelen van een schoolweigeringsarrangement - Systematisch analyseren en evalueren van de inzet en effectiviteit van de geboden ondersteuning op groeps- en leerlingniveau. - Jaarlijks de samenwerking en opbrengsten van de ondersteuning evalueren met de deelscholen - Onderzoeken van mogelijke ondersteuning van de Rebound aan deelscholen/andere scholen binnen het SWV (expertise/kennis/kunde).
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
43
Grenzen aan het onderwijs op onze school De school heeft begin 2012 ten aanzien van een aantal orthobeelden de mogelijkheden en grenzen van de ondersteuning per deelschool/team in kaart gebracht. Dit is onderverdeeld in kunde, ambitie en grenzen van de ondersteuning. Daarnaast is er een onderdeel ‘middengroep’. Een combinatie van meerdere orthobeelden bij dezelfde leerling of in een groep kan ook betekenen dat de ondersteuning die nodig is, niet gerealiseerd kan worden (bijvoorbeeld een kind met ADHD, faalangst en dyslexie). Hetzelfde kan gelden voor een groep waar een veelvoud van hetzelfde (of meerdere verschillende) orthobeeld voorkomt (bijvoorbeeld een klas waarin tien leerlingen ODD hebben). Het totaaloverzicht is hieronder weergegeven:
Korte verklaring: • • • • •
44
Kunde: datgene waarvan men aangeeft het in de huidige situatie van de schoolzelf te kunnen opvangen (onder een aantal bij de grenzen geformuleerde algemene voorwaarden) Grens: datgene waarvan men aangeeft dat op deze school geen passend onderwijs kan worden geboden (tenzij aan extreem zware voorwaarden wordt voldaan) Ambitie: datgene waarvan men gedurende de dag, collectief, besluit dat daaraan in de komende tijd de meeste aandacht moet worden besteed en dat het op termijn tot een kunde moet worden Middengroep: betreft de mogelijkheid tot plaatsing bij verwijzing waarbij een diepgaander onderzoek noodzakelijk is om plaatsbaarheid vast te stellen. 1.1. zeer slechthorend MG5; G1 betekent 5 deelscholen/teams scoren middengroep; 1 deelschool/team scoort grens.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Bijlage 1: Basisondersteuning Thema 1) Leerlingen ontwikkelen zich in een veilige omgeving. 1. De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. 2. De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen. 3. De school heeft inzicht in de incidenten die zich voordoen op school. 4. De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten. 5. De school heeft een veiligheidsbeleid dat gericht is op het afhandelen van incidenten. 6. Het personeel zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. 7. De school hanteert regels voor veiligheid en omgangsvormen. 8. Het personeel gaat vertrouwelijk om met informatie over leerlingen. Om de norm van een vier op elk thema te realiseren hebben we in kaart gebracht WAT de actiepunten van de school zijn en HOE deze worden gerealiseerd.: Brugjaar:
Havo/Vwo:
Alle punten scoren 4 of hoger , thema 1 voldoet daarmee aan lat SWV. Dit wordt zichtbaar door: • Actueel veiligheidsplan, incidentenregistratie, actief werken met Magister, nieuw pestprotocol, veiligheid rondom de school (o.a. toezicht bij het hek), plaatsen camera’s, programma’s o.a. sociale vaardigheden/social media/vuurwerk. • De opbrengsten in vensters voor verantwoording, DUO onderzoek, tevredenheidsonderzoek ouders, medewerkers en leerlingen • Er zijn korte lijnen met leerlingen en ouders, en ketenpartners o.a. met politie • Leerlingen zijn al vanaf basisschool groep 8 goed in beeld. Actiepunt: Expliciet omschrijven van de interventies rondom het thema veiligheid die impliciet worden ingezet.
Punt 2: De veiligheidsbeleving is inzichtelijk door de enquêtes die onder leerlingen en ouders wordt gehouden. Punt 1/3: Actie wordt ondernomen op het moment dat het zichtbaar is. Er zijn korte lijnen van de mentor naar zorg/ondersteuningslijn. Actiepunt: Preventief inzetten op het thema veiligheid. De taken van het mentoraat zijn duidelijk beschreven in het zorgplan van Winkler Prins. Punt 4: Actiepunt: De school wil locatie specifieke zaken gaan benoemen in plannen en protocollen rondom veiligheidsbeleid. Aandachtspunt: Wat te doen met pestgedrag wat buiten de klas plaatsvindt. Wat is van de school, wat is van de mentor. Actiepunt: Onderzoeken van mogelijkheden om het thema pesten te verwerken in het mentoraat(sprogramma) van 3e - 6e klassen.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
45
Mavo:
De structuur van Winkler Prins waarborgt veiligheid. Leerling- en oudertevredenheidsonderzoeken worden centraal geregeld. Er is veel overleg tussen zorgcoördinator en mentor. Overstijgende zaken worden door de zorgcoördinator of deelschoolleider opgepakt. De school zet in op korte lijnen met ouders. Vanuit de tevredenheidsenquêtes zijn de volgende speerpunten meegenomen: • Ouderbetrokkenheid m.b.t. het volgen/begeleiden van (leer) ontwikkelingen bespreken op ouderavonden • Schoolbrede beleidsontwikkeling rondom pesten • Het verzuimprotocol is aangepakt (dit heeft ook resultaat opgeleverd, ook volgens inspectie, rol van magister. Verzuim staat open voor ouders).
Vmbo K/B:
Praktijkonderwijs:
46
Als iets zich voordoet dan wordt er direct gereageerd. Preventief en reactief. Reactief handelen is vooral zichtbaar in directheid en snelheid van handelen. Preventief handelen is zichtbaar in het Alcohol en drugs project ; Veilig uitgaan veilig thuiskomen, voorstelling, Loverboys project gedaan voor meisjes. In mentorlessen wordt op een methodische manier gewerkt. Rondom mentoraat wordt leefstijl in de onderbouw ingezet, in de bovenbouw bestaat het uit coaching en LOB. Punt 3: In geval van een incident volgt registratie in Iris, Magister en volgt oudercontact, wordt leerling even naar huis sturen, bij geweld ook wel eens een schorsing. Leerlingtevredenheid wordt via VO spiegel WP breed uitgevoerd. Pesten wordt WP breed opgepakt (5 sporen beleid). Door media aandacht voor pesten worden nu ook meer zaken gemeld.
Punt 1: Er is sprake van een afgesloten locatie, kleinschalig en overzichtelijk. Onder- en bovenbouwplein met gescheiden regels. Er is toezicht in vrije ruimtes. De school doet mee aan de cyclus van het landelijk werkverband (Stimulans. Uitstroommonitor, tevredenheidsonderzoeken). Er is sprake van gezamenlijk handelen t.a.v. veiligheid. Dit is een wederkerig onderwerp in teambesprekingen. Punt 3: Incidenten zijn wel bekend bij mentoren, maar worden niet centraal geregistreerd. Er is wel een incidentenformulier, schriftelijk. Meer terugkoppeling zou wenselijk zijn, maar is lastig doordat er veel part time medewerkers zijn. Er wordt gewerkt middels een duo mentoraat, overdracht is er wel maar niet altijd op dezelfde manier. De ouder- en leerlingenquêtes zijn positief. Actiepunt: Centrale registratie op basis van gezamenlijke afspraken (incidenten/overdracht) Er is een project Pesten gedaan dit schooljaar, hierbij zijn gedrag- en omgangsregels onderwerp van gesprek. Er zijn momenteel grote groepen in de onderbouw. Daardoor is er tijd nodig om een groepsgevoel te kweken, Actiepunt: In sommige gevallen is naast een individuele weerbaarheidstraining wenselijk.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Rebound:
Alle punten scoren 5 , thema 1 voldoet daarmee aan lat SWV. Er wordt veel aandacht besteed op de Rebound aan het thema veiligheid. Bij het intakegesprek is dit een belangrijk thema. Er is altijd een docent bij de leerling(en). Punt 1: Dit blijkt uit tevredenheidsonderzoek ouders/leerlingen en gesprekken met leerlingen en ouders Punt 2: Dit blijkt uit gesprekken met leerlingen en uit het dagjournaal Punt 6: Voor alle leerlingen wordt de Equipmethodiek gehanteerd. Aanwezig: Veiligheidsplan WP breed, incidentenregistratie, contactprotocol, dagjournaal. Omschrijven/vastleggen van acties/handelen dat als vanzelfsprekend wordt ervaren en op de werkvloer/in de groep duidelijk zichtbaar zijn. Actiepunt: Expliciteren/vastleggen welk handelen wordt ingezet en de analyse en evaluatiemomenten vastleggen (cyclisch).
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
47
Thema 2) De school heeft continu zicht op de ontwikkeling van leerlingen. 1. De school heeft normgroepen en of schoolstandaarden vastgesteld voor de resultaten die zij met alle leerlingen nastreeft. 2. De normen, schoolstandaarden bevatten in elk geval de referentieniveaus taal. 3. De normen, schoolstandaarden bevatten in elk geval de referentieniveaus rekenen. 4. Ten minste tweemaal per jaar worden de resultaten van de leerlingen geanalyseerd. 5. De resultaten van de leerlingen worden ten minste 2x per jaar op schoolniveau geanalyseerd. 6. De resultaten van de leerlingen worden ten minste 2x per jaar op groepsniveau geanalyseerd. 7. De resultaten van de leerlingen worden ten minste 2x per jaar op individueel niveau geanalyseerd. 8. De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de ontwikkeling van leerlingen . 9. Het personeel volgt en analyseert systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. 10. De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen extra ondersteuning nodig hebben . Om de norm van een vier op elk thema te realiseren hebben we in kaart gebracht WAT de actiepunten van de school zijn en HOE deze worden gerealiseerd.: Brugjaar:
Havo/Vwo:
48
Alle punten scoren 4 of hoger , thema 2 voldoet daarmee aan lat SWV. Dit blijkt uit : Punt 1: leerling is in beeld vanaf groep 8. Warme overdracht + plaatsing leerling op niveau in de groep (perspectief leerling bv Havo). Er zijn overgangsnormen en standaarden op basis van de eindtermen. Punt 2 & 3: Er is een commissie die taal en rekenbeleid ontwikkeld. Punt 4: De school werkt met OBIT toetsen. Punt 6: Actiepunt: Ontwikkelen van een doorgaande leer- en begeleidingslijn van leerjaar 1 naar leerjaar 2. Punt 10: Er zijn structurele momenten waarop gekeken wordt hoe de leerling zich ontwikkelt. Onderwijskundig/sociaal-emotioneel/verzuim wordt vastgelegd in Magister. Alg: Overlegmomenten zijn vastgelegd in het jaarrooster. Zorgplan beschrijft uitvoerig hoe de leerling op school in beeld is. Overleg momenten zijn: • Werkmiddagen • Tussenbalansvergadering sociaal-emotioneel • Rapportbesprekingen gericht op cognitieve deel (cijfers) • Zorgteamoverleg – integrale aanpak Actiepunt: normen, schoolstandaarden en analysemomenten omschrijven en vastleggen en koppelen aan de cyclus van besprekingen.
Er is, op Winkler Prins een duidelijke cyclus van leerlingbesprekingen; Tussenbalans, leerlingbespreking, rapportbespreking. Gegevens worden verwerkt in het LVS (magister). Punt 4: Er is een mentoraat begeleidingsdocument waarin de leerling zelf analyses maakt van zijn/haar vorderingen. Actiepunt: Mentoraat begeleidingsdocument ontwikkelen voor leerjaar 2 en 3. Punt 10: De vergadering vindt plaats op het moment dat er nog weinig cijfermatige gegevens zijn en daardoor is het lastig om leerlingen ‘vroeg’ in beeld te hebben. Actiepunt: De tussenbalans vergadering afstemmen op de cyclus van toetsing/registratie/observatie.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Mavo:
Vmbo K/B:
Praktijkonderwijs:
Cyclus van leerlingbespreking, rapportvergadering, tussenbalans is Winkler Prins breed hetzelfde. Punt 2 en 3: t.a.v. taal en rekenen zijn er een aantal zaken in ontwikkeling. Rekenen staat weer op het rooster voor klas 3 en 4. Het niveau wordt bepaald op basis van CITO en voortgangstoetsen. Er is een coördinator Rekenen. Taal moet nog ontwikkeld worden, dit zit voor een deel in het toewerken naar het examen Nederlands. Er is wel een taalcoördinator. Actiepunt: (Door)ontwikkelen van taalbeleid. Punt 5: Aandacht voor het denken vanuit het perspectief; waar leiden wij toe op? Er is veel aandacht voor doorlopende lijn, doordat onder- en bovenbouw docenten nu wisselen. Actiepunt: Meer docenten geven binnen nu en 2-3 jaar les in de verschillende jaarlagen m.b.t. om de doorlopende leer/ontwikkellijnen vorm en inhoud te geven. Punt 9: De vorderingen van leerlingen worden gevolgd en waar nodig wordt er extra ondersteuning gegeven in pluslessen, waarbij er bijvoorbeeld aandacht is voor rekenen. Actiepunt: Het volgen van de leerlingen (individueel) verbinden aan groeps- en schoolanalyses .
Het gebruik van het LVS en de cyclus van leerlingbespreking (6 wekelijks) en rapportvergaderingen maakt dat we goed zicht hebben op de ontwikkeling van leerlingen. De koppeling naar ouders is gelinkt aan deze cyclus. Zowel de cognitieve resultaten als sociaal emotioneel worden besproken. Het gebruik van VTO lijsten (onvoldoende prestaties/gedrag) tijdens leerlingbespreking waarmee geprioriteerd om urgentie te bepalen. Actiepunt: Vanuit de beschikbare gegevens en TVO lijsten meer preventief inzetten op extra onderwijsbehoeften. Punten 2 en 3: De koppeling met taal en reken is nog niet erg specifiek. We doen er dingen mee, maar het is geen ambitie. Soms zit leerling aan plafond en moet je compenseren. Actiepunt: om een aantal min. standaarden te bepalen voor taal en rekenen. Punt 5 Op schoolniveau zijn we begonnen met analyses om de populatie en de prestaties van de populatie systematischer in beeld te krijgen.
Punt 1: De school vindt het moeilijk normgroepen en of schoolstandaarden vast te stellen. Voor leerlingen met een PrO indicatie doet de school dat wel. Binnen 8 week IOP, tussen leerjaar 2 en 3 wordt bepaald wat de mogelijke uitstroom is. Leerling heeft ieder jaar een voorlopig uitstroomprofiel. (VUP). Punten 2 en 3: Voor leerlingen met een MBO uitstroom mogelijkheid zijn taal- en rekenreferenties verwerkt in de methoden. Voor andere leerlingen is veelal nog geen standaard bepaald. Actiepunt: Beschrijven/expliciteren van de leerlijnen taal en rekenen per uitstroomroute (o.a. passende perspectieven SLO). Punt 8: Er is nog geen samenhangend systeem van genormeerde instrumenten om de voortgang te meten. De school doet nu mee aan de nulmeting van het CITO, om te kijken of leerling goed zit. Het uitgangspunt van de school is om de onderkant van de populatie te bedienen. De vraag is ‘hoe kun je het pedagogische doel verbinden aan cognitieve ondersteuning.’? Actiepunt: om de een samenhangend systeem/werkwijze op te zetten om de ontwikkeling integraal zichtbaar te maken. O.b.v. dit systeem/werkwijze in beeld brengen liggen we op koers t.o.v. het uitstroomprofiel/OPP?
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
49
Rebound:
50
Algemeen: Binnen de Rebound ligt de focus op de sociaal-emotionele ontwikkeling. De deelschool is verantwoordelijk voor het onderwijskundige deel. De deelschool moet dit deel op orde hebben bij aanmelding en overdracht aan Rebound. De vragenlijst is ook als zodanig ingevuld. Het traject van een leerling start met 6 weken observatie, in deze periode wordt de hulpvraag van de leerling vastgesteld en aanpak bepaald (wordt: ontwikkelingsperspectief) Punt 2: Aangeleverd door en onder verantwoordelijkheid van de deelschool Punt 3: Aangeleverd door en onder verantwoordelijkheid van de deelschool Punt 6: Er wordt regelmatig over de groep gesproken. Actiepunt: de resultaten/opbrengsten op groepsniveau systematischer analyseren en evalueren. Punt 8: Er zijn genormeerde gegevens aanwezig vanuit deelscholen: AVL, CITO, dossier leerling. CITO wordt jaarlijks afgenomen. Punt 9: De vaardighedenlijst wordt per leerling wekelijks gescoord en geëvalueerd. Vervolgens wordt het handelingsplan bijgesteld en worden nieuwe doelen geformuleerd. Het toewerken naar OPP vraagt een focus op perspectief leerling, wat nodig om doel te halen? Actiepunt: Afspraken inzet en verantwoordelijkheden rebound/aanleverende (deel)scholen expliciteren. Wat is nodig om het onderwijskundige doel te realiseren? Actiepunt: Onderzoeken van de mogelijkheid om cluster 4 leerlingen een onderwijsprogramma op maat of schakeltraject naar MBO (extra arrangement indien geen AVI-E6 Technisch lezen/1F-2F: rekenen en taal-niveau ) te kunnen bieden.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Thema 3) Het personeel werkt opbrengst- en handelingsgericht aan het realiseren van de ontwikkelingsperspectieven van leerlingen. 1. De school past o.g.v. verzamelde toetsgegevens 2x per jaar de groepsplannen aan. 2. De school past o.g.v. verzamelde toetsgegevens 2x per jaar de groepshandelingsplannen aan. 3. De school past o.g.v. verzamelde toetsgegevens tweemaal per jaar de handelingsplannen aan. 4. De school past o.g.v. toetsgegevens ten minste 2 keer jaar de ontwikkelingsperspectieven voor individuele leerlingen aan. 5. O.b.v. een analyse van de gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de leerlingen met extra onderwijsbehoeften. 6. De school voert de zorg planmatig uit. 7. De school evalueert regelmatig de effecten van de arrangementen.
Om de norm van een vier op elk thema te realiseren hebben we in kaart gebracht WAT de actiepunten van de school zijn en HOE deze worden gerealiseerd.
Brugjaar:
Havo/Vwo:
Punt 1, 2, 3: Actiepunt: Het beschrijven van de handelingscyclus op groeps- en individueel niveau. Punt 7: Actiepunt: Effecten van de ondersteuning/ het arrangement (beter) in kaart brengen en beschrijven. Actiepunt t.a.v. de extra ondersteuning: • Het extra handelen inzetten vanuit het einddoel/perspectief, Welk handelen is nodig om het perspectief van de leerling te realiseren. Op basis van de handelingscyclus op groeps- en individueel niveau – evalueren – check: ligt de leerling/groep nog steeds op koers? Hierbij wordt de gehele PDCA cirkel doorlopen.
Punt 1 en 2: Er wordt niet met groepsplannen gewerkt. Er is een planning, studiewijzer, PTA, sectieoverleg. Deze zijn leidend voor het onderwijs dat aan klassen wordt gegeven. Daarnaast heeft een docent in beeld welke leerlingen bepaalde ondersteuning behoeven, dit staat echter niet beschreven. Men gebruikt de OBIT methode voor het ontwikkelen en geven van lessen. Het stellen van doelen zou specifieker kunnen. Dit vraagt een vertaling van het PTA naar bijbehorend docent handelen. Aanbeveling is om leerlingen hierbij te betrekken, zodat voor hen ook helder is aan welke doelen ze werken. Actiepunt: Expliciteren van het docent handelen dat bij de PTA’s/planning/ studiewijzer wordt ingezet om de doelen te realiseren. De doelen en het handelen (docent + leerling) bespreken met de groep/leerling. Punt 3: De handelingsplannen worden aangepast, maar niet altijd op basis van toetsgegevens. Vooral de sociaal emotionele kant wordt hierin beschreven. Actiepunt: Opnemen van de didactische doelen/handelen in de handelingsplannen. Punt 4: Het ontwikkelingsperspectief van leerlingen komt naar voren tijdens rapportbesprekingen. Hier wordt ook de verschillende (on)mogelijkheden besproken. Actiepunt: Opbrengsten en afspraken van de leerling/ rapportbesprekingen verwerken, bijvoorbeeld in het LVS.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
51
Mavo:
Vmbo K/B:
Praktijkonderwijs:
52
Punt 1: Er is voor elke groep een plan voor de komende weken, in de lijn van het PTA en of studiewijzer. In klas 3 en 4 ligt er wel van alles aan het PTA ten grondslag. In klas 2 nog niet. Actiepunt: Ontwikkelen van PTA’s/studiewijzer voor klas 2. Hierbij is specifiek aandacht voor het pedagogisch/didactisch handelen dat hierbij ingezet kan worden. Punt 3: De handelingsplannen worden wel aangepast, maar niet altijd op basis van toetsgegevens. Actiepunt: Opnemen van de toets/observatiegegevens taal en rekenen in de handelingsplannen. Punt 1-4: Het handelingsgericht werken verbinden aan alle gegevens (cyclus) is een goede basis voor het toewerken naar groepsplannen. Actiepunt: Het aanpassen van handelingsplannen en ontwikkelingsperspectieven koppelen aan docenthandelen (op individueel- en groepsniveau).
Punt 1: Groepsplannen zijn er wel, zij het impliciet. Gezamenlijk handelen en werken vanuit een format voor groepsplan is incidenteel. Onderzoeken van de mogelijkheid om groepsplannen structureel in te zetten. Punt 2: Groepshandelingsplannen worden wel eens gemaakt voor klassen waar het relevant is. Deze zijn vooral gericht op het sociaal emotionele vlak, soms ook wel cognitief. In het docententeam worden afspraken gemaakt. Maar deze staan niet in een format en zijn geen volwaardig groepshandelingsplan. Punt 3: Handelingsplannen worden aangepast wanneer dat nodig is, de aanpak staat beschreven. De evaluatie bevat leerling en docenthandelen. Er is een duidelijk beeld van interventies die werken. Punt 6: De evaluatie van extra ondersteuning wordt niet vermeld. Dit is zichtbaar in cijferlijst door de melding dat bijlessen afgelopen zijn. Punt 7: De effecten van ondersteuning evalueren we in de cyclus (afspraken bekijken en evalueren, heeft dit gewerkt) In het zorgteam wordt besproken wat er gedaan is en of het heeft geholpen. Actiepunt is om de inzet van het extra docenthandelen dat wordt ingezet te expliciteren en mee te nemen in de cyclus van besprekingen.
Deze school werk niet met groepsplannen, maar gaat uit van individueel onderwijs. Alle leerlingen hebben een IOP. Actiepunt: Clusteren van onderwijsbehoeften, het handelen dat hierbij ingezet wordt beschrijven in een groepsplan. Punten 1-4: De school past de plannen niet aan op basis van toetsgegevens, omdat deze vaak niet voorhanden zijn. Veel van de benodigde competenties voor stages zitten wel in het hoofd maar zijn geëxpliciteerd. Hierbij wordt vaak de proefondervindelijke aanpak gebruikt. Actiepunt is om de doelen waarnaar toe wordt gewerkt expliciet te maken. (vb. inzet landelijke PrO scan). De didactische vertaling van de uitstroomperspectieven zijn meer zichtbaar in de bovenbouw. Actiepunt: De didactische leerlijnen/doelen op basis van de uitstroomroutes van de bovenbouw worden vertaald naar de onderbouw. Ambitie is om expliciet te maken welke systematiek achter het handelen zit. (A,B,C indeling (achterblijven, middenmoot, verder dan gemiddeld).
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Rebound:
Punt 1, 2, 3: In eerste instantie ligt verantwoordelijkheid toetsgegevens bij toeleverende school. Er wordt niet met groepsplannen gewerkt. Althans, het wordt niet zo genoemd, er is geen schriftelijk groepsplan. Er wordt wel uitgebreid besproken in het team hoe met de groep moet worden omgegaan. De focus ligt op de sociaal-emotionele ontwikkeling. Actiepunt: Onderzoeken van de mogelijkheden om een groepsplan op basis van OPP te realiseren o.a. terug naar deelschool, andere school/instantie of doorstroom MBO. Punt 5: dit vindt plaats bij de intake en de observatie Punt 7: Er wordt binnen het team gesproken over het effect van de ondersteuning, dit vindt niet structureel en cyclisch plaats. • Systematisch analyseren en evalueren van de ingezette ondersteuning.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
53
Thema 4) Het personeel werkt met effectieve methoden en aanpakken. 1. De school heeft extra (ortho-didactische) materialen voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften. 2. Het personeel stemt de werkvormen af op relevante verschillen tussen leerlingen. 3. Het personeel geeft leerlingen met extra onderwijsbehoeften extra en directe feedback gericht op het leren van de leerling. 4. De school gebruikt materialen en of methoden die differentiatie mogelijk maken. 5. De school biedt leerlingen met een leerlinggewicht bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van die leerlingen. 6. Het personeel stemt de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. 7. Het personeel stemt de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. 8. Het personeel stemt de verwerking af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. 9. Het personeel stemt de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. 10. Het personeel is op de hoogte van het dyslexieprotocol. 11. Het personeel biedt activiteiten en pedagogisch-didactische maatregelen in de klas aan die passen bij de behoeften van dyslectische leerlingen. 12. Het personeel is op de hoogte van autistisch spectrum stoornissen. 13. Het personeel stemt activiteiten en pedagogisch-didactische maatregelen in de klas af op de behoeften van leerlingen met autistisch spectrum stoornissen. 14. Het personeel stemt het huiswerk binnen de lessen af met de leerlingen.
Brugjaar:
Havo/Vwo:
54
Om de norm van een vier op elk thema te realiseren hebben we in kaart gebracht WAT de actiepunten van de school zijn en HOE deze worden gerealiseerd.: Punt 1: er zijn wel ortho-didactische materialen, deze zijn niet op één specifieke plek verzameld of als zodanig vastgelegd. Actiepunt: uitwisselen en vastleggen van de extra didactische materialen die binnen de lessen worden ingezet. Punt 5: Er is veel aandacht voor de taal- taalachterstanden o.a. middels in de lessen en extra ondersteuning die geboden wordt. Op basis van de instroomgegevens wordt bepaald welke leerlingen extra ondersteuning geboden kan worden (in of buiten de les).
Punt 1: Er zijn weinig extra ortho-didactische materialen voorhanden in de les. Extra zorg en aandacht wordt buiten de les geboden. Vraag 2: Er wordt hoofdzakelijk klassikaal/docent gestuurd lesgegeven. Het omgaan met specifieke verschillen gebeurt buiten de klas. Er wordt wel gekeken naar individuen, maar geven iets mee naar huis of geven extra tijd. Bijvoorbeeld door een leerling te laten ondersteunen buiten de les door een V6 leerling. Punt 7 8 en 9: Actiepunt; Bij aanschaf van nieuwe methoden de mogelijkheden voor differentiatie onderzoeken. Actiepunt: Onderzoeken van het werken met groepsplannen om differentiatie binnen de lessen vorm te geven . Actiepunt: Scholing in het ‘omgaan met verschillen’
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Mavo:
Punten 1 en 2: Het afstemmen op verschillen en gebruik van extra/ondersteunend materiaal daarbij gebeurt nu impliciet. aandachtspunt is om het extra handelen te benoemen in een groepsplan. Hiermee maak je handelen expliciet. Punt 12: Het personeel is in enige mate op de hoogte van autistisch spectrum stoornissen. Door meer uitwisseling aan te brengen in onder- en bovenbouw docenten kan dit verbeteren (pedagogische harten) Punt 13: Actiepunt: De school kan leerlingen met autistisch spectrum stoornissen een stuk tegemoet komen d.m.v. het (door)ontwikkelen van een helder en gestructureerd programma, verwoord in groepsplannen/ PTA’s met behulp van verlengde instructie/materialen.
Vmbo K/B:
Praktijkonderwijs:
Rebound:
Punt 10 en 11:Het personeel biedt alle leerlingen maatregelen aan die specifiek voor leerlingen met taal achterstanden bedoeld zijn. Deze doelgroep kinderen is vaak niet te testen op dyslexie.
Punt 5: Verantwoordelijkheid ligt nu bij deelschool. Om naar een score van 4 te kunnen zal perspectief helder moeten zijn + extra aanbod dat nodig is om het perspectief van de leerling te realiseren. Hiervoor is een nauwe samenwerking met de toeleverende deelschool van belang. Actiepunt: Extra ondersteuning (scholing/materiaal) aanbieden op gebied van o.a. NT2, en taal en rekenen
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
55
Thema 5) Het personeel werkt continu aan de eigen handelingsbekwaamheid en competenties. 1. Het personeel beschikt over didactische competenties voor de begeleiding van leerlingen met extra onderwijsbehoeften. 2. Het personeel beschikt over organisatorische competenties voor de begeleiding van leerlingen met extra onderwijsbehoeften. 3. Het personeel beschikt over pedagogische competenties voor de begeleiding van leerlingen met extra onderwijsbehoeften. 4. Het personeel staat open voor reflectie en voor ondersteuning bij hun handelen. 5. Het personeel werkt continu aan handelingsgerichte vaardigheden. 6. Het personeel krijgt de mogelijkheid in teamverband te leren. 7. Het personeel krijgt de mogelijkheid in teamverband te werken. 8. Het personeel wordt gestimuleerd voor deelname aan lerende netwerken. 9. Het personeel wordt gefaciliteerd voor deelname aan lerende netwerken.
Om de norm van een vier op elk thema te realiseren hebben we in kaart gebracht WAT de actiepunten van de school zijn en HOE deze worden gerealiseerd.: Brugjaar:
Havo/Vwo:
Mavo:
56
Thema 5 punt 5: er zijn korte lijnen tussen docenten onderling waarin reflectie en afstemming op het docent handelen wordt besproken. Punt 9: Actiepunt: Deelnemen/opzetten van een vorm van intern overleg om scholingsbehoefte vast te stellen en vorm te geven o.a. collegiale consultatie/expertise uitwisseling deelscholen/begeleiden in de klas bij extra onderwijsbehoeften leerlingen/groep.
Thema 5, punt 1 / 2: Bij de begeleiding van leerlingen met extra behoeften ligt de focus op de basisondersteuning. De school verwacht ook niet dat iedereen meer en extra en zorg biedt in de les. Het is een bewuste keuze om deze extra ondersteuning plaats te laten vinden buiten de les. Punt 5: Het werken aan eigen handelingsgerichte vaardigheden vindt de school een verantwoordelijkheid van de docent. De docent moet zijn of haar vak bijhouden en daar af en toe scholing voor volgen. Uitgangspunt is dat een docent flexibel is, gevarieerd kan lesgeven en didactisch bekwaam is. Rust Reinheid en Regelmaat zijn kernwoorden hierbij. Thema 5, punten 5 en 6: Actiepunt: Structureel werken aan de eigen ontwikkeling o.a. gesprek over passend onderwijs, gezamenlijk handelen en samen te verkennen wat de volgende stap is. Punten 8 en 9: Het deelnemen aan lerende netwerken is vooral qua tijd moeilijk, omdat we de 1040 uren norm moeten halen. Financieel is er weinig ruimte op dit punt. Het is wel mogelijk om docenten in een werkgroep samen te werken aan (nieuwe)ontwikkelingen. Er is een inductiegroep startende docenten. Actiepunt: Er is behoefte aan het verbreden van didactische vaardigheden. Hoe organiseer ik het in de les?
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Vmbo K/B:
Praktijkonderwijs:
Rebound:
Punt 8: Er zijn verschillende activiteiten die worden georganiseerd in het kader van lerende netwerken; deelschoolbreed of teambreed. Het personeel neemt deel aan sectorale netwerk bijeenkomsten. Hierbij is het vertalen van een handelingsplan naar gezamenlijk handelen een thema. Netwerkbijeenkomsten zijn vooral gericht op praktische zaken. Inhoudelijk is er regelmatig aandacht voor sociaal emotionele problematiek. Actiepunt: Docenten hebben behoefte aan een scholing omgaan met verschillen (met name gericht op gedrag).
Thema 5, punten 6 en 7: Actiepunt: inzetten/opzetten van collegiale consultatie en intensieve uitwisseling. Punt 8: De Interne expertise proberen we te verspreiden doormiddel van interne studiedagen. Iedere dinsdag is er een vorm van overleg. Er zijn ook Winkler Prins brede studiedagen. Punt 9: Het personeel wordt niet altijd gefaciliteerd voor deelname aan lerende netwerken. De factoren tijd en financiën zijn hierbij van belang.
Alle punten scoren een 4 of hoger , thema 5 voldoet daarmee aan lat SWV. Actiepunt: Analyseren welke competenties nodig zijn om de geboden ondersteuningsarrangementen te kunnen bieden. Welke uitbreiding is gewenst/noodzakelijk om de arrangementen te realiseren? Dit kan worden gerealiseerd door scholing, of bij uitbreiding van personeel specifieke expertise aan te vullen.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
57
Thema 6) Voor alle leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte en/of ondersteuningsvraag is een ambitieus ontwikkelingsperspectief (OPP) vastgesteld. 1. OPP heeft een vaste structuur volgens een vast format. 2. Het OPP bevat in elk geval tussen- en einddoelen. 3. Het OPP bevat in elk geval een leerlijn die gekoppeld is aan de referentieniveaus taal en rekenen. 4. Het OPP bevat in elk geval leergebiedoverstijgende doelen passend bij het uitstroomperspectief. 5. Het OPP bevat de inzet van middelen en extra menskracht. 6. Het OPP is handelingsgericht opgesteld. 7. Het OPP bevat evaluatiemomenten. 8. Het OPP maakt deel uit van het leerlingdossier. 9. Het OPP heeft een integraal karakter (één-kind-één-plan) met andere ondersteuning. 10. Het OPP is leidend voor het personeel en eventuele externe begeleiders.
Om de norm van een vier op elk thema te realiseren hebben we in kaart gebracht WAT de actiepunten van de school zijn en HOE deze worden gerealiseerd.: Brugjaar:
Havo/Vwo:
Mavo:
58
Actiepunt: Vanuit de cyclus rondom het werken met handelingsplannen toewerken naar het OPP. Hierbij zal meer aandacht komen voor het cognitieve, onderwijskundige deel: Wat is het perspectief van de leerling en wat heeft de leerling nodig om daar te komen. Actiepunt: Inzichtelijk maken van de leerlijn taal met bijbehorende doelen (werkgroepen en het sectieoverleg).
Er is nog geen format vastgesteld voor een OPP. Dit thema is ingevuld vanuit het perspectief van het handelingsplan. Punt 3; Actiepunt: Ontwikkelen van taal- en rekenbeleid, zodra dit er is kan het ook worden meegenomen in de handelingsplannen (of OPP). Actiepunt: Verbinden en systematisch analyseren van alle gegevens. O.a. uitslagen van CITO koppelen aan magister om de leerlijn in beeld te brengen en systematisch extra ondersteuning in te zetten.
Het OPP moet nog worden opgesteld. Vanuit de cyclus rondom het werken met handelingsplannen toewerken naar het OPP. Wat is het perspectief van de leerling en wat heeft de leerling nodig om daar te komen. Actiepunt: In het brugjaar beter determineren en inzichtelijk maken of het handelen effectief/passend bij het perspectief is (geweest).
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Vmbo K/B:
Praktijkonderwijs:
Rebound:
Vanuit de cyclus rondom het werken met handelingsplannen toewerken naar het OPP. Wat is het perspectief van de leerling en wat heeft de leerling nodig om daar te komen. Actiepunt: De basis voor het werken vanuit toekomstperspectief is in ruime mate aanwezig, deze basis wordt expliciet gemaakt en t.z.t. gekoppeld aan het format OPP. Actiepunt: Onderzoeken mogelijkheid aanbod/arrangement onderwijs + ondersteuning vanuit de rebound.
Thema 6, punt 3: De school geeft aan dat een leerlijn die gekoppeld is aan taal- en rekenen voor AKA leerlingen te realiseren is. De school streeft wel naar het ontwikkelen van cognitieve delen, maar niet voor alle leerlingen. Bij taalbeleid is het streven is om leerling zover mogelijk naar een niveau 1F te brengen. Percentage dat het haalt is heel laag. Punt 5: De inzet en opbrengsten van extra ondersteuning expliciteren is een belangrijk aandachtspunt, daar is men mee bezig.
Thema 6 voldoet bijna volledig aan de vastgestelde norm van het SWV Punt 3: Een schoolbrede commissie/werkgroep houdt zich bezig met de referentieniveau’s taal/rekenen. Taal/rekenen is belangrijk voor vervolgplaatsing/onderwijs. De deelschool levert gegevens aan. Actiepunt: leerlingen meer kunnen bieden op gebied van taal en rekenen
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
59
Thema 7) De school draagt leerlingen zorgvuldig over. 1. Bij leerlingen met extra onderwijsbehoeften vindt warme overdracht plaats van de vorige school. 2. Het OPP van een leerling sluit aan bij het OPP van de vorige school van de leerling. 3. Het OPP van leerlingen wordt binnen de school warm overgedragen bij de overgang naar een nieuwe mentor. 4. Het OPP van leerlingen wordt warm overgedragen bij de overgang naar een andere school. 5. De school koppelt in het eerste jaar de ontwikkeling van leerlingen met extra onderwijsbehoeften terug naar de vorige school. 6. De school volgt de leerlingen die de school hebben verlaten ten minste gedurende een jaar op cognitief leerrendement. 7- De school volgt de leerlingen die de school hebben verlaten ten minste gedurende een jaar op sociaalemotionele ontwikkeling. Om de norm van een vier op elk thema te realiseren hebben we in kaart gebracht WAT de actiepunten van de school zijn en HOE deze worden gerealiseerd.: Brugjaar:
Havo/Vwo:
Mavo:
60
OPP gelezen als handelingsplan. Punt 1 t/m 5: Dit blijkt uit: Leerling van basisschool worden warm overgedragen, ook zijn ze vroeg in beeld bij de school. Er vinden op meerdere tijdstippen schoolbezoeken plaats, er is goed contact met de aanleverende scholen en docenten van het WP. Het zelfde geldt voor overdracht naar andere deelschool/hele school/nieuwe school. Punt 6/7: Dit vindt op basis van casuïstiek plaats op de deelscholen/directeuren. Actiepunt: Het systematisch volgen/analyseren van leerlingen na uitstroom opnemen in de bestaande cyclus van analyses.
Punt 6: De school volgt leerlingen op cognitief leerrendement. Soms krijgt de school van hogescholen een overzicht van de vorderingen. Van 1 universiteit krijgen we een rendementsoverzicht. We sturen leerlingen 3 jaar lang een enquête die vraagt naar de voortgang, de respons is laag. Vraag 7: Leerlingen worden niet gevolgd in hun sociaal emotionele ontwikkeling. Dat punt heeft nu geen prioriteit.
Leerlingen komen vanuit het brugjaar binnen met een optimistisch beeld. Actiepunt: Door in te zetten op het expliciteren van normen en schoolstandaarden kan de school duidelijker zijn in de advisering/determinatie en/of de extra ondersteuning die nodig is.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Vmbo K/B:
Praktijkonderwijs:
Rebound:
Lees voor OPP nu handelingsplan. Punt 2: Leerlingen komen in hun tweede schooljaar binnen op deze deellocatie. Er is nog geen grip op de vraag of het OPP (handelingsplan) van het brugjaar aansluit bij het tweede jaar. Actiepunt: Warme overdracht van de extra ondersteuning in de overdracht van het brugjaar naar B/K. Punt 4: Ten aanzien van de warme overdracht naar een andere school is het MBO niet altijd actief. Intergrip wordt ingevuld.
Punt 4: De overdracht vindt wel plaats naar een aantal MBO vestigingen (Eelde, Veendam). Van veel andere MBO locaties is er weinig aandacht voor de overdracht. Van de school is de wens/inzet om een goede overdracht realiseren. Punt 6 en 7: De leerlingen worden na het verlaten van de school 2 jaar lang gevolgd. De bestendigheid wordt gecontroleerd en in het netwerkoverleg besproken. Iedere maandagavond is er een avondschool voor oud leerlingen. Huidige leerlingen gaan daar ook wel eens naartoe. (15 – 20 oud leerlingen).
Punt 6: Een leerling die de Rebound verlaat wordt standaard een half jaar gevolgd en er vindt een zelfevaluatie van de leerling plaats. Actiepunt: nazorgformulier opstellen om leerling cognitief & sociaal-emotioneel te volgen na afronden Rebound traject. Het personeel van de rebound zet de volgende ondersteuning in binnen de deelscholen : om bijwonen rapportvergaderingen, geven equiptrainingen, ondersteuning docenten (deskundigheid), observatie tijdens lessen, mediation. Actiepunt: onderzoeken van de mogelijkheden om leerlingen eerder of bij terugkeer intensiever te begeleiden in de deelschool o.a. dagjournaal opsturen/ agressie regulatie. Actiepunt : Ketenpartners Rebound in kaart brengen – welke ondersteuning kunnen/worden aangeboden op het gebied van intensieve begeleiding, overleg, overdracht.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
61
Thema 8) Ouders (en leerlingen) zijn nauw betrokken bij de school en de arrangementen. 1. De school bevraagt ouders regelmatig over hun wensen bij de begeleiding van hun kinderen. 2. De school bevraagt ouders regelmatig over hun verwachtingen bij de begeleiding van hun kinderen. 3. De school bevraagt ouders regelmatig over hun ervaringen met hun kind thuis. 4. De school bevraagt ouders regelmatig over hun kennis van de ontwikkeling van hun kind op school en thuis. 5. De school informeert ouders tijdig over de voortgang in de ontwikkeling van hun kinderen. 6. De school informeert ouders regelmatig over de voortgang in de ontwikkeling van hun kinderen. 7. De school betrekt ouders bij het opstellen van het onderwijsarrangement. 8. De school betrekt ouders bij het evalueren van het onderwijsarrangement. 9. De school maakt samen met de leerling en de ouders afspraken over de begeleiding en wie waarvoor verantwoordelijk is. 10. Als een leerling de school verlaat, stelt de school samen met de ouders en de leerling een (onderwijskundig)rapport op. 11. De ouders ontvangen hiervan een kopie. 12. De school ondersteunt ouders en leerlingen bij de overgang naar een andere school. Om de norm van een vier op elk thema te realiseren hebben we in kaart gebracht WAT de actiepunten van de school zijn en HOE deze worden gerealiseerd.: Brugjaar:
Havo/Vwo:
62
Punt 1: Niet als zodanig opgenomen in aanmeldingsformulier en gebruikt in het intakegesprek. Punt 2: De verwachtingen van ouders komen niet expliciet aan bod tijdens aanmelding/intake Punt 3: er wordt aandacht besteed aan een goede relatie met ouders/verzorgers. Er zijn 5 x per jaar gespreksmomenten. In deze gesprekken komt dit wel ter sprake, maar niet volgens gespreksformat. Punt 5/6: ouders hebben inzage in Magister (verzuim & cijfers). Punt 10: er wordt niet samen met ouders een OWR opgesteld. Ouders hebben wel inzage en moeten aanmeldingsformulier ondertekenen en verlenen hiermee goedkeuring. Actiepunt: Ouderbetrokkenheid vergroten o.a. wensen/verwachtingen m.b.t. onderwijs en onderwijsondersteuning. Actiepunt: Docenten noteren het huiswerk in Magister, dit onderdeel opnemen in de ouder-portal van Magister
Punt 7: De school betrekt ouders bij het opstellen van het onderwijsarrangement in het geval van zorgleerlingen. In de cyclus van gesprekken wordt altijd gelegenheid wordt geboden aan ouders om in gesprek te komen met functionarissen van de school. Punt 8: De school bespreekt het onderwijsarrangement met ouders. Punt 9: De school maakt, in het geval van zorgleerlingen, afspraken over de begeleiding. Daarbij worden geen concrete afspraken gemaakt over wie verantwoordelijkheid draagt. De school ziet het onderwijsproces als haar verantwoordelijkheid. Vraag 10 en 11: In het geval van zorgleerlingen wordt er een gesprek gevoerd met leerling en ouders om het onderwijskundig rapport en de vervolgstappen te bespreken. Bij extra onderwijsbehoeften gaat er bij de overstap naar het HBO gaat er iemand van de school mee voor de overdracht. Actiepunt is om te onderzoeken op welke manier de leerling en ouders meer betrokken kunnen worden bij het onderwijsarrangement.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Mavo:
Vmbo K/B:
Praktijkonderwijs:
Rebound:
Punt 1-4 en 9: De wensen, verwachtingen en ervaringen worden besproken bij leerlingen met handelingsplannen. De school maakt wel afspraken over de begeleiding. Deze worden niet altijd beschreven in de plannen. Bijvoorbeeld gekoppeld aan de loopbaanbegeleiding. Bij extra zorg en ondersteuning zijn we wat terughoudend, veel extra ondersteuning vindt plaats in de les zelf. Actiepunt: Ouderbetrokkenheid vergroten door expliciet te vragen naar wensen, verwachtingen, ervaringen en afspraken rondom het onderwijs (ondersteunings)proces. Punt 10: De school doet mee aan registratie in Intergrip. Er kunnen handmatig gegevens worden toegevoegd aan zorgleerlingen. Informatie wordt meegeven naar afleverende scholen. In voorkomende gevallen doet de decaan doet dit wel. Punt 11: Er wordt ouders geen kopie gegeven van het onderwijskundig rapport.
Punt 10 Het opstellen van een (onderwijskundig)rapport hangt af van de vraag/behoefte vanuit ouders. Bij de clusterleerlingen gebeurt dit standaard. Punt 11 In een aantal gevallen wordt een kopie gemaakt van het (onderwijskundig)rapport. Actiepunt is om het opstellen van een rapport bij (tussentijdse) uitstroom te standaardiseren voor leerlingen met extra ondersteuning.
Punt 7: Het PrO is een onderwijsarrangement. Dus worden ouders betrokken bij het begeleidingsplan. Het PrO is wel vaak een gedwongen keuze, waardoor er regelmatig sprake is van een acceptatie probleem. De school is wel proactief in het benaderen van ouders. Punt 10: Het IOP wordt besproken met ouders. Gezamenlijkheid zit in het traject ingebouwd en in de vraag wat haalbaar is voor deze leerling. Punt 11: De ouders krijgen in voorkomende situaties een kopie van het onderwijskundig rapport. Actiepunt: ouders actief te (blijven) betrekken bij het (onderwijs)proces.
Punt 1/2: de school gaat hierover in gesprek met ouders. Wederzijdse verwachtingen worden uitgesproken, niet expliciet vastgelegd. Bij het vaststellen van de hulpvraag na de observatieperiode, is het goed om vast te leggen wat de gezamenlijke aanpak, het gezamenlijke handelen van ouders en school is. Actiepunten: • Checklist aanmeldformulier/hulpvraagformulier: wensen en verwachtingen ouders opnemen, specifiek omschrijven • Checklist aanmeldformulier/hulpvraagformulier: Opnemen wat of welke hulp heeft ouder nodig? Waar kun je dat krijgen? • Ouders ontvangen een kopie van het overdrachtsrapportage bij overdracht naar een andere school.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
63
Thema 9) De school voert een helder beleid op het terrein van onderwijsondersteuning. 1. De school heeft een expliciete versie op Passend Onderwijs. 2. Deze visie wordt gedragen door het hele team. 3. De school heeft vastgelegd wat een leerling met extra onderwijsbehoeften is. 4. De procedures en afspraken zijn duidelijk. 5. De inzet van extra middelen is duidelijk. 6. De school weet wat de onderwijsbehoeften van haar leerlingen zijn. Om de norm van een vier op elk thema te realiseren hebben we in kaart gebracht WAT de actiepunten van de school zijn en HOE deze worden gerealiseerd.: Brugjaar:
Havo/Vwo:
Mavo:
64
Punt 2: Het AVS traject is integraal besproken. Docenten zijn zich ervan bewust dat er nog iets gedaan moet worden. Inzichten vertalen naar plannen en implementeren. Actiepunt: Visie op Passend Onderwijs gedragen door het gehele team, zichtbaar in de klas en goed op papier.
Actiepunt: Expliciet maken wat de extra onderwijsbehoefte (cognitief/sociaal emotioneel) zijn van een groep/leerling, vaak is deze kennis/handelen wel aanwezig, maar is die impliciet.
Punt 5: De school zou een slag kunnen maken om de inzet van extra middelen inzichtelijk te krijgen. Wat doen we, wat kost het tijd/middelen en wat is het rendement? Nu worden gelden vaak algemeen ingezet, bijvoorbeeld voor klassenverkleining (bij LWOO indicaties). In de basis is de zorg/ondersteuning al zo geïntegreerd in het basisaanbod, waardoor je een heel aantal zaken al geregeld hebt. Actiepunt is om de inzet van de extra/intensieve ondersteuning expliciteren.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Vmbo K/B:
Praktijkonderwijs:
Rebound:
Actiepunt: Expliciteren van de extra en /of intensieve ondersteuning die wordt geboden binnen de school. Bijvoorbeeld samenwerking met ketenpartners, multidisciplinair overleg, leerwerkplekkenstructuur
Actiepunt: Expliciteren van de extra ondersteuning die binnen/buiten de lessen wordt ingezet.
Alle punten scoren een 5 , thema 9 voldoet daarmee aan lat SWV. Actiepunt: Procedures rondom de extra ondersteuning expliciteren. Actiepunt: Ontwikkelen van een schoolweigeringsarrangement.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
65
Thema 10) De school heeft haar ondersteuningsprofiel vastgesteld. 1. Het ondersteuningsprofiel is na overleg met het team vastgelegd. 2. De MR stemt in met het ondersteuningsprofiel. 3. Het ondersteuningsprofiel is onderdeel van het schoolplan. 4. Het ondersteuningsprofiel is onderdeel van de schoolgids. 5. Het ondersteuningsprofiel is onderdeel van het zorgplan (schoolondersteuningsplan). 6. Het ondersteuningsprofiel bevat een oordeel over de kwaliteit van de basiszorg. 7. Het ondersteuningsprofiel bevat een beschrijving van het basisaanbod en de extra ondersteuning middels arrangementen. 8. Het ondersteuningsprofiel biedt aanknopingspunten voor verdere ontwikkeling van de ondersteuning (ambities). Om de norm van een vier op elk thema te realiseren hebben we in kaart gebracht WAT de actiepunten van de school zijn en HOE deze worden gerealiseerd.: Brugjaar:
Havo/Vwo:
Mavo:
66
Punt 1 t/m 8. Het ondersteuningsprofiel zal worden besproken met het MT, team, MR en zal op basis hiervan worden bijgesteld en worden opgenomen in het schoolplan, schoolgids en zorgplan. Het thema is in ontwikkeling waarbij het huidige zorgplan aanpast zal worden aan de nieuwe structuren/begrippen
Punt 1 t/m 8. Het ondersteuningsprofiel zal worden besproken met het MT, team, MR en zal op basis hiervan worden bijgesteld en worden opgenomen in het schoolplan, schoolgids en zorgplan.
Punt 1 t/m 8. Het ondersteuningsprofiel zal worden besproken met het MT, team, MR en zal op basis hiervan worden bijgesteld en worden opgenomen in het schoolplan, schoolgids en zorgplan.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Vmbo K/B:
Praktijkonderwijs:
Rebound:
Punt 1 t/m 8. Het ondersteuningsprofiel zal worden besproken met het MT, team, MR en zal op basis hiervan worden bijgesteld en worden opgenomen in het schoolplan, schoolgids en zorgplan.
Punt 1 t/m 8. Het ondersteuningsprofiel zal worden besproken met het MT, team, MR en zal op basis hiervan worden bijgesteld en worden opgenomen in het schoolplan, schoolgids en zorgplan.
Punt 1 t/m 8. Het ondersteuningsprofiel zal worden besproken met het MT, team, MR en zal op basis hiervan worden bijgesteld en worden opgenomen in het schoolplan, schoolgids en zorgplan.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
67
Thema 11) De school bepaalt jaarlijks de effectiviteit van het basisaanbod en de extra ondersteuning en past het beleid zo nodig aan. 1. De school evalueert jaarlijks de ondersteuning. 2. De school bepaalt jaarlijks de effectiviteit van de ingezette ondersteuningsmiddelen. 3. De school evalueert jaarlijks de resultaten van alle leerlingen. 4. De school evalueert jaarlijks het onderwijsleerproces 5. De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten 6. De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 7. De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. Om de norm van een vier op elk thema te realiseren hebben we in kaart gebracht WAT de actiepunten van de school zijn en HOE deze worden gerealiseerd.: Brugjaar:
Havo/Vwo:
Mavo:
68
Punt 2: Er wordt een kwantitatieve analyse gemaakt. Wat betreft de kwalitatieve analyse weet de school hoeveel uren/geld er is ingezet en wordt gemonitord hoe de ondersteuning is ingezet. Actiepunt: PDCA doorlopen m.b.t. de effectiviteit van de ondersteuning. In kaart brengen welke arrangementen (individueel) het afgelopen jaar geboden zijn (wat en hoe). Evaluatieverslag (o.a. effectiviteit rebound/extra ondersteuning/maatschappelijk werk etc.).
De school geeft aan dat, op termijn, de effecten van ondersteuning meer inzichtelijk kunnen worden gemaakt. Door specifieke doelen te stellen en te evalueren of de interventies effectief zijn geweest.
Punt 5: Cyclus doorlopen m.b.t. inzet en opbrengsten van de extra ondersteuning (PDCA). Door de effectiviteit beter in beeld te hebben kan dit worden geëvalueerd en dus ook planmatiger worden opgepakt. Planmatig de inzet en opbrengsten van de extra ondersteuning analyseren en evalueren op school- groeps- en leerlingniveau.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Vmbo K/B:
Praktijkonderwijs:
Rebound:
Punt 1en 2: De school evalueert de ondersteuning niet expliciet. De benodigde data is er wel. Op individueel niveau vindt dit al plaats. Actiepunt: De gegevens m.b.t. inzet en effectiviteit van de extra ondersteuning systematischer analyseren op school- groepsniveau.
Punt 1: De ondersteuning wordt niet geëvalueerd, omdat de ‘extra’ ondersteuning niet inzichtelijk is gemaakt. Actiepunt: inzichtelijk en meetbaar maken van de extra ondersteuning. Op basis hiervan systematisch analyseren, handelen en evalueren van de extra ondersteuning. Punt 4 en 6: Het inzichtelijke maken van de inzet van de cognitieve/didactische inzet passend bij de uitstroomroutes (PDCA analyseren, handelen en evalueren of de doelen en inzet passend/effectief zijn geweest) Punt 5: De school werkt in enige mate planmatig aan verbeteractiviteiten. Op het moment dat het handelen expliciet is gemaakt kan er ook beter gestuurd worden op de verbeteracties. Het zorgadviesteam evalueert de zorg, WP breed. Daarnaast registreert het interne zorgadvies team haar handelen.
Alle punten scoren een 5 , thema 11 voldoet daarmee aan lat SWV. Actiepunt: PDCA cirkel blijven doorlopen m.b.t. de inzet en effectiviteit van de geboden ondersteuning op groeps- en leerlingniveau. Actiepunt: Jaarlijks de samenwerking en opbrengsten van de ondersteuning evalueren met de deelscholen
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
69
Thema 12) De school heeft een effectieve interne zorgstructuur. 1. De school heeft een zorgcoördinator. 2. De zorgcoördinator heeft een duidelijke taakomschrijving. 3. Coaching en begeleiding van leraren op het gebied van ondersteuning van leerlingen valt onder de taak van de zorgcoördinator. 4. Taken en verantwoordelijkheden van leraren en directie op het terrein van de basisondersteuning zijn duidelijk en transparant. 5. Taken en verantwoordelijkheden van leraren en directie op het terrein van de extra ondersteuning zijn duidelijk en transparant. 6. Leraren worden ondersteund bij het opstellen van de OPP’en. 7. Leraren worden ondersteund bij het uitvoeren van de OPP’en. 8. De zorgcoördinator beschikt over voldoende tijd en middelen. 9. De zorgcoördinator is voldoende gekwalificeerd. 10. De school kan bij extra ondersteuningsbehoeften snel voldoende deskundigheid van o.a. ketenpartners inschakelen voor hulp. 11. De school grijpt bij (ernstige) problemen snel in. 12. Leden van het intern zorgoverleg weten waar zij terecht kunnen in de regio voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften. 13. Leraren weten waar zij terecht kunnen in de regio voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften. 14. De interne ondersteuning is afgestemd op de ondersteuningsstructuur van het samenwerkingsverband. Om de norm van een vier op elk thema te realiseren hebben we in kaart gebracht WAT de actiepunten van de school zijn en HOE deze worden gerealiseerd.: Brugjaar:
Havo/Vwo:
70
Punt 8: De inzet van de zorgcoördinatie komt niet geheel overeen met de omschrijving zoals bij thema 12 (o.a. coaching/begeleiding van docenten). Actiepunt: Inzet en rol van de zorgcoördinatie bespreken op basis van thema 12. Punt 13: Alles is vastgelegd in het zorgplan. Mentoren hebben hierbij een signaleringsfunctie, zorgcoördinatie voert de contacten met ketenpartners. Actiepunt: docenten/mentoren bekend maken met de actuele sociale kaart.
Vraag 8: Actiepunt: Inzet van de zorgcoördinator middels algemene voorlichting en coaching van docenten bij extra ondersteuningsbehoefte op leerling/groepsniveau. Vraag 13: De docenten signaleren extra onderwijsbehoeften en door de korte lijnen binnen de interne zorgstructuur komt dit snel bij de zorgcoördinator terecht. Deze weet vervolgens waar men terecht kan.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Mavo:
Vmbo K/B:
Praktijkonderwijs:
Rebound:
De opzet van de ondersteuning maakt dat veel extra ondersteuning in de basis/klas kan worden gerealiseerd. Punt 3: De coaching van docenten valt niet (standaard) onder de verantwoording van de zorgcoördinator. De coaching voor startende docenten wel. Actiepunt: Bij extra ondersteuning op individueel en of groepsniveau docenten begeleiden bij het organiseren van de ondersteuning in de klas. Punt 5: Door het integrale karakter van de zorgstructuur is het niet altijd helder wie welke taken en verantwoordelijkheden heeft. Het verloopt wel heel goed. Punten 6 en 7: De mentoren krijgen ondersteuning van zorgcoördinator bij het opstellen van OPP’en en zijn er in geschoold. Punt 14: Aansluiten bij rebound en schakelopvang is er wel en dit is intern goed geregeld. (huidige zaken).
Voor OPP mag nu handelingsplan worden gelezen. De zorgstructuur is Winkler Prins breed neergezet en kent een sterk integraal karakter. Daarnaast heeft elke locatie een eigen intern zorgteam. Deze structuren versterken elkaars handelen. Gezamenlijk zijn we in staat om snel te signaleren en ondersteuning in te zetten.
Punt 3: In het kader van coaching en begeleiding van docenten is er wel sprake van voorlichting en uitwisseling tijdens interne studiemiddagen. Dit is een taak / rol die niet specifiek bij de zorgcoördinatie is ondergebracht. Punt 13: Er is een uitgebreide kennis van de sociale kaart. Is functie van het zorgteam. Docenten weten het zorgteam te vinden. Aanbeveling is om kennis te blijven delen met de docenten, zodat ook zij op de hoogte blijven van het aanbod dat er in de regio voorhanden is. Punt 14: De ondersteuningsstructuur van het nieuwe samenwerkingsverband is nog niet inzichtelijk. De school neemt wel deel aan werkgroep WAC.
Vrijwel alle punten scoren een 5. Thema 14 kan voldoen aan lat SWV als bekend is welke ondersteuningsstructuur het SWV gaat hanteren en hoe de Rebound de interne ondersteuning hierop kan afstemmen. Actiepunt: • Onderzoeken van mogelijke ondersteuning van de Rebound aan deelscholen/andere scholen binnen het SWV (expertise/kennis/kunde).
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
71
Thema 13) De school heeft een effectief zorgteam. 1. De zorgcoördinator leidt het interne zorgteam in de school. 2. De taken van het zorgteam zijn vastgelegd. 3. Het zorgteam bereidt verwijzing naar en bespreking van leerlingen in het zorgadviesteam of het indiceringsloket voor. 4. Het zorgteam draagt zorg voor het organiseren van de hulp om de school. 5. Het zorgteam ondersteunt ouders/verzorgers. 6. De school zoekt structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies haar eigen kerntaak overschrijden. Om de norm van een vier op elk thema te realiseren hebben we in kaart gebracht WAT de actiepunten van de school zijn en HOE deze worden gerealiseerd.: Brugjaar:
Havo/Vwo:
Mavo:
72
Alle punten scoren een 5 , thema 13 voldoet daarmee aan lat SWV.
Men is heel tevreden over de effectiviteit van het zorgteam van het Winkler Prins.
Alle punten scoren een 4 of hoger, thema 13 voldoet daarmee aan lat SWV.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Vmbo K/B:
Praktijkonderwijs:
Rebound:
De zorgstructuur is Winkler Prins breed neergezet en kent een sterk integraal karakter. Daarnaast heeft elke locatie een eigen intern zorgteam. Deze structuren versterken elkaars handelen. Gezamenlijk zijn we in staat om snel te signaleren en ondersteuning in te zetten.
Punt 2: De taken van het zorgteam zijn WP breed vastgelegd. Actiepunt is om de inzet van de zorg/ondersteuningsstructuur te actualiseren. Punt 5: Voor het ondersteunen van ouders/verzorgers is te weinig tijd (bij zorgcoördinator). Actiepunt: Preventief inzetten op ouderondersteuning of toeleiden naar ouderondersteuning bij extra ondersteuningsbehoefte.
Alle punten scoren een 5 , thema 13 voldoet daarmee aan lat SWV. Actiepunt: Inzichtelijk maken van de ondersteuning die wordt geboden, welke ketenpartners (kunnen) worden ingeschakeld, welk handelen zet je in?
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
73
Bijlage 2: Protocollen en documenten m.b.t. het ondersteuningsprofiel van de school Protocollen en documenten
Aanwezig
Actueel
Zorgplan
Ja
Ja
Toelating en plaatsing van leerlingen
Ja
Ja
Plaatsingswijzer en draaiboek overdracht PO/VO
Ja
Ja
Protocol toelatingscommissie (Commissie)
Ja
Ja
Protocol medicijnverstrekking en medisch handelen
Nee
Nee
Protocol kindermishandeling en huiselijk geweld
Ja
Ja
Fysieke toegankelijkheid schoolgebouw, aangepaste werk- instructieruimtes
Ja
Ja
Nee
n.v.t
Samenwerking ketenpartners
Ja
Ja
Signaleren
Ja
Ja
Protocol dyslexie
Ja
Ja
Nee
n.v.t.
Pestprotocol
Ja
Ja
Incidentenregistratie
Ja
Ja
Klachtenregeling
Ja
Ja
Sociale kaart
Ja
Ja
Beschikbaarheid hulpmiddelen voor leerlingen die dit nodig hebben
Protocol dyscalculie
N.B. Van ontbrekenden documenten of protocollen wordt dor het Samenwerkingsverband een analyse gemaakt en waar nodig aangevuld
74
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Bijlage 3. Contactgegevens Winkler Prins 2014-2015 Algemene gegevens Naam school
Winkler Prins
Brinnummer
16PI
Onderwijssoort / leerweg
VWO, HAVO, MAVO, VMBO Kader/Basis, Praktijkonderwijs, Rebound-/schakelopvang
Postadres
Postbus 190
Postcode postadres
9640 AD
Plaats postadres
Veendam
Bevoegd gezag
Bestuurscommissie Winkler Prins
E-mail school
[email protected]
Telefoonnummer school
0598 - 36 46 56
Toezicht arrangement inspectie
Basisarrangement alle afdelingen
Voorzitter Centrale Directie
Dhr. F. Vinke, Email:
[email protected] Tel: 0598.364656.
Verantwoordelijk medewerker interne ondersteuning
Dhr. A. Pot Email:
[email protected] Tel:0598.364656
Deelschool: Brugjaar Naam:
Taak/functie:
Contactgegevens:
Japenga, mw. S.M.
Leerlingbegeleider
[email protected]
Nieman, mw. T.
Leerlingbegeleider
[email protected]
Kaldijk, dhr. Th.
Leerlingbegeleider Voorzitter ondersteuningsteam
[email protected]
Walburg, dhr. H.W.
Leerlingbegeleider
[email protected]
Deelschool: Vwo Naam:
Taak/functie:
Contactgegevens:
Kap, mw. drs. H.L.
Loopbaan- /leerlingbegeleider
[email protected]
Dikkers, mevr. drs. A.
Leerlingbegeleider Voorzitter ondersteuningsteam
[email protected]
Oord, mw. J.A. van der
Leerlingbegeleider
[email protected]
Vondeling, mw. drs. G.F.
Leerlingbegeleider
[email protected]
Waslander, dhr. drs. L.B.
Leerlingbegeleider
[email protected]
Naam:
Taak/functie:
Contactgegevens:
IJsenbrand, mw. L.L.F.H.
Loopbaanbegeleider
[email protected]
Schuurman, dhr. H.E.
Leerlingbegeleider
[email protected]
Dikkers, mevr. drs. A.
Leerlingbegeleider Voorzitter ondersteuningsteam
[email protected]
Waslander, dhr. drs. L.B.
Leerlingbegeleider
[email protected]
Oord, mw. J.A. van der
Leerlingbegeleider
[email protected]
Deelschool: Havo
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
75
Deelschool: Vmbo kader basis Naam:
Taak/functie:
Contactgegevens:
Bruins, dhr. P.
Loopbaanbegeleider
[email protected]
Graaf, dhr. G.J. de
Loopbaanbegeleider
[email protected]
Lenting, dhr. M.
Leerlingbegeleider
[email protected]
Sanders, dhr. H.J.
Leerlingbegeleider
[email protected]
Schuurman, dhr. H.E.
Leerlingbegeleider Voorzitter ondersteuningsteam
[email protected]
Boer, mw. J.A. de
Leerlingbegeleider
[email protected]
Jalvingh, mw. V.G.
Leerlingbegeleider
[email protected]
Naam:
Taak/functie:
Contactgegevens:
Wessels, dhr. J.J.
Loopbaanbegeleider
[email protected]
Elsma, mw. W.
Leerlingbegeleider
[email protected]
Naam:
Taak/functie:
Contactgegevens:
Valk, mw. T.
Leerlingbegeleider Voorzitter ondersteuningsteam
[email protected]
Koekkoek, mw. H.W.G.
Logopedist
[email protected]
Takens, mw. J.C.
Stagecoördinator
[email protected]
Naam:
Taak/functie:
Contactgegevens:
Pot, dhr. A.
Coördinator
[email protected]
Deelschool: Mavo
Deelschool: Praktijkonderwijs
Rebound-schakelopvang
Interne ondersteuners schoolbreed Schoolbrede taken Naam:
Taak/functie:
Contactgegevens:
Snippe, mw. drs. J.
Psycholoog/orthopedagoog
[email protected]
Goey, mw. A. de
Intern ambulant begeleider
[email protected]
Pot, dhr. A.
Ondersteuningscoördinator/ Voorzitter ZAT
[email protected]
76
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Bijlage 4: Afspraken samenwerkingsverband Na analyse op SWV niveau worden verdere afspraken gemaakt. Deze afspraken worden door de school zelf toegevoegd aan het Schoolondersteuningsprofiel.
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
77
Bijlage 5: Doorstroomgegevens
78
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
79
Bijlage 6: Gegevens leerlingenpopulatie Schooljaar
09-10
10-11
11-12
12-13
13-14
Vwo
338
344
378
408
414
Havo
595
587
502
477
487
Vmbo-gtl zonder lwo (mavo)
355
333
336
362
385
Vmbo-kb zonder lwo
74
93
132
141
179
Vmbo-bb zonder lwo
24
23
28
38
34
Vmbo-gtl met lwo (mavo)
102
94
76
67
66
Vmbo-kb met lwo
178
174
173
151
153
Vmbo-bb met lwo
254
242
231
241
195
Pro (+ aka)
126
121
117
133
148
Leerlingaantallen Winkler Prins per 1 oktober
Vavo
11
11
8
6
7
2057
2022
1981
2024
2068
35
36
40
45
34
Visueel gehandicapt
1
1
0
0
Cluster 2
0
0
0
0
Cluster 3
9
9
10
12
Cluster 4
22
20
23
31
41
32
30
33
43
Inclusief Portalis/’t Poortje
6
11
15
3
13
Exclusief Portalis/’t Poortje
4
5
9
3
10
Totaal Leerlingaantallen bij het Zorg Advies Team Aantal regulier besproken leerlingen Leerling gebonden budget/ambulante begeleiding
Totaal Uitschrijvingen vanuit Winkler Prins naar SO scholen/OPDC
Inschrijvingen vanuit SO/OPDC naar Winkler Prins Aventurijn Smilde
1
Erasmusschool
1
Van der Ree School Smilde
1
1
Hart de Ruyterschool
1
1
Heemskercksschool
1
Tine Marcusschool
1
1
Prof. Bladergroenschool
23
24
25
12
SBO Monnereauschool
1
1
1
SBO Delta
1
SBO De Zwaaikom
1
Wieder/Rebound DC Winschoten
1
1
2
1
31
29
17
20
2 16
Portalis/’t Poortje Totaal
80
26
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Bijlage 7: Begrippenlijst AKA
Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent
Arrangement
Extra onderwijsondersteuning op maat, met inzet van bovenschoolse voorzieningen, expertise en financiën. Een arrangement kan variëren van licht curatief en tijdelijk van aard tot intensief en langdurend of structureel van aard. Een onderwijsondersteuningsarrangment beperkt zich tot het domein van het onderwijs. Een onderwijs- en ondersteuningsarrangment betreft altijd een samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg.
BAPO
Bevordering ArbeidsParticipatie Ouderen (regeling is per 1/8/14 aangepast naar Levensfasbewust personeelsbeleid)
Basisondersteuning
Het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en licht curatieve interventies die binnen de onderwijsondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau worden uitgevoerd.
BTW
Belasting toegevoegde waarde
CSE
Centraal schriftelijk examen
Clusterindeling speciaal onderwijs
Cluster 1: visueel gehandicapte kinderen; Cluster 2: auditief en communicatief gehandicapte kinderen, dove kinderen, slechthorende kinderen, kinderen met ernstige spraakproblemen; Cluster 3: lichamelijk gehandicapte kinderen, verstandelijk en meervoudig gehandicapte kinderen, langdurig zieke kinderen; Cluster 4: kinderen met ernstige gedragsproblemen.
Functiemix
Verdeling van docenten over de verschillende salarisschalen
Handelingsgericht werken
Dit is een systematische werkwijze waarmee een school praktische handvatten krijgt voor het vormgeven van de zorgstructuur op de school. Handelingsgericht werken heeft een aantal uitgangspunten. Zo staan de onderwijsbehoeften van leerlingen centraal (Wat heeft een leerling nodig om een bepaald doel te bereiken?) en wordt uitgegaan van een cyclus van planmatig handelen. Bij HGW wordt gewerkt met groepshandelingsplannen. Ouders zijn bij HGW een belangrijke educatieve partner.
HBO
Hoger Beroepsonderwijs
IOP
Individueel ontwikkelingsplan
LKC
Landelijke Klachtencommissie
LOB
Loopbaanoriëntatie en –begeleiding
LWOO
Leerwegondersteunend onderwijs
MBO
Middelbaar Beroepsonderwijs
MJOP
Meerjaren Onderhoudsplan
MR
Medezeggenschapsraad
MT
Managementteam
OCW
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ondersteuningsplan
De combinatie van alle schoolondersteuningsprofielen die wordt vastgesteld door het samenwerkingsverband.
OP
Onderwijzend personeel
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
81
OPP
Ontwikkelingsperspectief. De inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van een leerling voor een bepaalde, langere periode. Met een ontwikkelingsperspectief maakt de school een voorspelling over het verwachte uitstroomniveau in het voortgezet onderwijs. Het ontwikkelingsperspectief is sturend voor het aanbod dat de school de leerling biedt en bevat handvatten voor de planning van het onderwijs. De school stelt een ontwikkelingsperspectief op voor leerlingen die extra ondersteuning op school nodig hebben in het reguliere onderwijs en voor alle leerlingen in het speciaal onderwijs. Voor het reguliere onderwijs worden ook de afwijkingen van het reguliere onderwijsprogramma en de te bieden begeleiding en ondersteuning beschreven. De school heeft hierover overleg met de ouders. Dit overleg is erop gericht dat ouders en school en samen eens zijn over het ontwikkelingsperspectief. In het nieuwe onderwijsstelsel (passend onderwijs) vervangt het ontwikkelingsperspectief het handelingsplan.
OOP
Onderwijsondersteunend personeel
OSO
Overstap Service Onderwijs. Dit systeem maakt het mogelijk studie- en begeleidingsgegevens van een leerling veilig digitaal over te dragen vanuit de leerlingadministratie van de huidige school naar een nieuwe school.
PMR
Personeelsgeleding Medezeggenschapsraad
PO
Primair onderwijs
POP
Persoonlijk Ontwikkelingsplan
RIE
Risico-inventarisatie en –evaluatie
RSNOWG
Regionaal Samenwerkingsverband Noord-, Oost- en West-Groningen
Samenwerkingsverband
Er bestaan ongeveer 83 samenwerkingsverbanden voor voortgezet onderwijs. Ook scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs werken samen, in 34 regionale expertisecentra (REC’s). Na de inwerkingtreding van de Wet passend onderwijs m.i.v. 1 augustus 2014 verdwijnen de huidige samenwerkingsverbanden en komen er nieuwe, grotere samenwerkingsverbanden, voor zowel primair als voortgezet onderwijs. ook scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs (met uitzondering van cluster 1 en 2) gaan hier deel van uitmaken. In totaal zullen het ongeveer 150 samenwerkingsverbanden worden. Doel van deze verplichte samenwerking is het bieden van passend onderwijs aan alle leerlingen, met en zonder ontwikkelingsproblemen bij leren en/of gedrag. Binnen een samenwerkingsverband moet dan ook een dekkend aanbod van onderwijszorg geleverd worden. In een samenwerkingsverband worden afspraken gemaakt over welke begeleiding de reguliere scholen moeten kunnen bieden en over de verdeling van de ondersteuningsgelden. Door de samenwerking kunnen scholen zich specialiseren en onderling afspraken maken wie welke kinderen het beste onderwijs kan geven. Als een school een leerling geen passend onderwijs kan geven, dan zoekt de school binnen het samenwerkingsverband naar een andere passende onderwijsplek.
SBP
Strategisch Beleidsplan
Schoolondersteuningsprofiel
De door de school vastgestelde omschrijving van de basisondersteuning en de eventuele extra ondersteuning die een individuele school biedt.
SE
Schriftelijk examen
SMO
Sociaal medisch overleg
VO
Voortgezet Onderwijs
VSV
Voortijdig schoolverlaten
WMS
Wet Medezeggenschap op scholen
ZAT
Zorg Advies Team
82
Schoolondersteuningsplan en -profiel Winkler Prins 2015
Postadres Postbus 190 9640 AD Veendam Tel. (0598) 36 46 56
[email protected] | www.winklerprins.nl facebook.com/wpveendam twitter.com/winklerprins Hoofdlocatie Raadsgildenlaan 1 9646 AA Veendam ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Locaties Raadsgildenlaan 11 9646 AA Veendam
Jan Salwaplein 2 9641 LA Veendam Tel. (0598) 61 23 11
J.G. Pinksterstraat 26 9641 AX Veendam
Parallelweg 25 9641 KG Veendam Tel. (0598) 38 31 38