JAARVERSLAG 2015
INHOUD 1 DIRECTIE- EN BESTUURSVERSLAG 2015
4
1.1 Inleiding . 4 1.2 De peuterspeelzaal als voorbereiding op de basisschool
5
1.3 Voorschoolse Educatie centraal 5 1.4 Uitvoering Convenant VVE 5 1.5 Kwaliteitszorg 7 1.6 Deelname pilots en projecten
8
1.7 Welbevinden peuters 9 1.8 Bereik van peuters 10 1.9 De relatie met ouders
14
1.10 Personeel en formatie
15
1.11 Financiële resultaten
19
1.12 Toekomst
21
1.13 Bestuur en Raad van Toezicht
23
jaarverslag 2015
1 DIRECTIE- EN BESTUURSVERSLAG 2015 1.1. Inleiding Het jaar 2015 was een bijzonder jaar, het was het laatste jaar van de voormalig directeur-bestuurder die zich voorbereidde op zijn overdracht. Een proces dat de hoogste prioriteit had en waar meerdere geledingen van de organisatie bij betrokken zijn geweest; de Raad van Toezicht, de Ondernemingsraad en een afvaardiging van het management. Na zorgvuldig beraad heeft de Raad van Toezicht aan het managementteam vanaf september 2015 de taken en verantwoordelijkheden van directie en bestuur toegekend. Het MT is per gelijke datum benoemd als Bestuur van PWH. Dit naast haar taken en verantwoordelijkheden als management. De vijf leden van het nieuwe Bestuur vervullen elk één of meerdere directie- en bestuur portefeuilles. De Raad van Toezicht heeft tot de volgende portefeuilleverdeling besloten: • Annie Slabbers: Kwaliteit en Zorg • Door van Rhenen: Bedrijfsvoering • Godelieve Lancee: Voorschoolse Educatie • Ingrid van den Bunder: Marketing, Communicatie en Innovatie • Vivienne Pommé: Strategie en Professionalisering De bevoegdheden van het Bestuur zijn vastgesteld in de Statuten van PWH en in het reglement Bestuur van PWH. Vanuit het Bestuur is een primus inter pares (PIP) aangesteld die het Bestuur bij externe aangelegenheden vertegenwoordigt, eventueel begeleid door een portefeuillehouder. De nieuwe bestuursstructuur wordt door de Raad van Toezicht gezien als experiment voor twee jaar, en wordt op vaste tijdstippen geëvalueerd. Tot nu toe wordt het proces door alle geledingen binnen de organisatie als positief ervaren.
pagina 3
jaarverslag 2015
1.2. De peuterspeelzaal als voorbereiding op de basisschool In 2015 heeft PWH na een 7 tal verhuizingen, conform opdracht en beleid van de gemeente Heerlen, alle 22 peuterspeelzalen gehuisvest in een basisschool of een brede maatschappelijke voorziening (met uitzondering van de peuterspeelzaal in het AZC). Met een capaciteit van 826 plaatsen voor peuters worden 746 peuters bereikt (waarbij teldatum 1 oktober is gehanteerd). Daarvan zijn 149 peuters 2 - 2½ jaar en hebben 597 peuters de leeftijd van 2½ - 4 jaar. Van de 826 plaatsen zijn er 587 zogeheten VVE-plaatsen waar op vier dagdelen per week VE (voorschoolse educatie) wordt aangeboden. Op de teldatum nemen 543 peuters in de leeftijd van 2 ½ - 4 jaar deel aan het VVE-programma. 1.3. Voorschoolse Educatie centraal In 2002 is in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid in een beperkt aantal peuterspeelzalen en basisscholen gestart met VVE voor kinderen vanaf de leeftijd van 3 jaar: voorschoolse educatie in peuterspeelzalen en vroegschoolse educatie in de onderbouw van de basisscholen. Later werd dat voor de peuters vanaf de leeftijd van 2½ jaar. Doel was om middels een gezamenlijke systematische en programmatische aanpak onderwijsachterstanden zo vroeg mogelijk te signaleren en te bestrijden. In de afgelopen 10 jaar heeft dit steeds meer invulling gekregen, zowel kwantitatief als kwalitatief. PWH werkt met de VVE-methodes Piramide en Speelplezier. Voor PWH is uitvoering van VVE de centrale opdracht geworden. VVE wordt anno 2015 op 19 van de 22 zalen aangeboden. 1.4. Uitvoering Convenant VVE In het Convenant VVE 2012-2015 tussen gemeente, onderwijsbesturen, jeugdgezondheidszorg en PWH is vastgelegd hoe invulling wordt gegeven aan de verdere versterking van VVE. Het convenant is gebaseerd op de beleidsafspraken tussen de gemeente en het Rijk en bouwt inhoudelijk voort op het rapport over VVE in Heerlen uit 2012 van de Inspectie van het Onderwijs. pagina 5
Aan de versterking van VVE in Heerlen wordt in de voorschoolse educatie langs een aantal lijnen gewerkt: inzet van expertise op hbo-niveau, het verhogen van het taalniveau van pedagogisch medewerksters, werken met de werkvorm Opbrengstgericht werken, vergroten van de ouderbetrokkenheid, het samen met het onderwijs inzetten op kwaliteitsbewaking. Inzet van expertise op Hbo-niveau De inzet sinds 1 februari 2013 van 6 VE coaches op hbo-niveau met als achtergrond Pabo en/of pedagogiek werpt vruchten af. Deze coaches zijn aangesteld om de peuterspeelzaalleidsters te ondersteunen en te coachen bij de uitvoering van voorschoolse educatie met als doel de kwaliteit van de voorschoolse educatie te verhogen. De VE coaches zelf volgen daartoe sinds begin 2014 een opleiding Video Interactie Begeleiding, zijn geschoold in de VVE-methode Piramide en zijn gestart met scholing in de VVE-methode Speelplezier. Zij vervullen een belangrijke rol in de werkvorm Opbrengst gericht werken. Twee interne evaluaties onder de peuterspeelzaalleidsters, coaches en VE-managers, uitgevoerd begin 2014 en medio 2015, hebben de meerwaarde van de inzet van de VE coaches aangetoond. Een derde evaluatie (voorjaar 2016 ), en tevens de eindevaluatie van de gehele periode, wordt door PWH vol vertrouwen tegemoet gezien. Tot en met het kalenderjaar 2016 heeft de gemeente Heerlen financiering ten behoeve van deze functie aan PWH toegezegd. Het is nog onduidelijk of en op welke wijze de inzet van VE coaches na deze periode wordt ingevuld. Het verhogen van het taalniveau van pedagogisch medewerksters In het VVE convenant 2012 – 2015 is opgenomen dat in 2015 ten minste 75% van de peuterspeelzaalleidsters beschikt over Nederlands taalniveau 3F. Om aan deze eisen te kunnen voldoen is in samenwerking met de gemeente Heerlen en het ARCUS college een scholingsprogramma opgezet. Eind 2015 voldoet 71% binnen PWH aan deze taaleis (eind 2014 bedroeg het percentage nog 58%). jaarverslag 2015
Een aantal leidsters volgt nog scholing via een maatwerktraject. Een beperkte groep leidsters zal niet aan de hogere taaleis kunnen voldoen. Dit betekent naar alle waarschijnlijkheid dat deze groep op termijn niet meer in de voorschoolse educatie werkzaam kan zijn en dat gezocht moet worden naar werkmogelijkheden elders. Werken met de werkvorm Opbrengstgericht werken Alle beroepskrachten van PWH volgen in het schooljaar 2015-2016 de training Opbrengstgericht werken (OGW). Deze training wordt in juni 2016 met een certificaat afgerond en er zijn inmiddels positieve resultaten op de werkvloer zichtbaar (reacties onderwijsinspectie; maart 2016). Vergroten van de ouderbetrokkenheid Gemeente breed wordt er gewerkt aan het vergroten van de ouderbetrokkenheid (educatief partnerschap). In de peuterspeelzalen wordt ruim aandacht besteed aan ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid. De Centrale Ouderraad neemt een actievere rol aan dan in voorgaande jaren. Dit uit zich bijvoorbeeld in de betrokkenheid van de Ouderraad bij beleidstukken en de deelname aan de jaarlijkse HKZ audit. Een verdere vergroting van de ouderbetrokkenheid wordt bereikt met het programma VVE-Thuis, ontwikkeld door het Nederlands Jeugd Instituut. Ouders worden gestimuleerd om thuis samen met hun peuters activiteiten uit te voeren die gericht zijn op het bevorderen van de taal- en denkontwikkeling. Aangetoond is dat een gelijktijdige aanpak op twee niveaus, te weten het niveau van het kind (VVE-programma peuterspeelzaal) en het niveau van de ouder (VVE-thuis programma), het meest effectief is. VVE-Thuis is vanwege positieve resultaten in voorgaande jaren in 2015 uitgebreid van 10 naar 19 VVE zalen. Het evaluatie rapport 2013-2015 laat zien dat er 164 ouders hebben deelgenomen aan het programma VVE Thuis. Samen met het onderwijs inzetten op kwaliteitsbewaking Afspraken aangaande kwaliteitsbewaking zijn vastgelegd in de “beleidsnotitie kwaliteitssysteem voor en vroegschoolse educatie gemeente Heerlen” en krijgt vorm in de interne VVE audit. pagina 7
Tijdens de VVE audits wordt informatie verzameld over de kwaliteit van VVE in een koppel van voor- en vroegschool. Worden de geformuleerde kwaliteitsdoelen gerealiseerd en dragen de resultaten in positieve zin bij aan de opbrengsten van het individuele kind? De werkgroep OAB evalueert de bevindingen en bepaalt op basis hiervan de speerpunten voor toekomstig VVE beleid. Verantwoording wordt afgelegd aan de inspectie van het onderwijs. In de tweejaarlijks georganiseerde VVE Netwerkbijeenkomsten wordt verdere invulling gegeven aan kwaliteitsbewaking VVE. De netwerkbijeenkomsten hebben tot doel om verschillende casuïstiek uit te wisselen. Deze casuïstiek vloeit voort uit het koppeloverleg en is gerelateerd aan de streefdoelen vve van het betreffende koppel. De casuïstiek kan tevens afgeleid zijn van een tijdens de interne audit of inspectie gesignaleerd verbeterpunt. Convenant VVE na 2015 Er zijn binnen het OAB nog geen nieuwe afspraken gemaakt voor de periode 2016 en verder. De verwachting is dat dit gekoppeld wordt aan de harmonisatie. Tot dat moment wordt uitgegaan van continuering van huidig beleid.
1.5 Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg HKZ en GGD Sinds 2008 is PWH HKZ-gecertificeerd (ISO 9001). Begin 2015 hebben de inspecteurs van het keurmerkinstituut geconstateerd dat de kwaliteit van PWH voldoet aan de normen die er gesteld worden. Jaarlijkse zijn er onaangekondigde inspecties van de peuterspeelzalen door de GGD. De GGD-rapporten zijn te vinden op de website van PWH.
jaarverslag 2015
Klachten Ouders/ verzorgers kunnen gebruik maken van een interne alsook externe klachtenregeling. De interne klachten zijn in goed overleg met de ouders / verzorgers opgelost. Bij de externe klachtencommissie zijn in 2015 geen klachten binnengekomen betreffende PWH. 1.6 Deelname pilots en projecten In opdracht van de gemeente Heerlen en in samenwerking met andere partijen die zich inzetten voor het jonge kind neemt PWH deel aan verschillende pilots en projecten. Pilot Startgroep Peuters De landelijke VVE-pilot is in 2015 gecontinueerd. In deze pilot wordt onderzocht of een hogere deskundigheid van de leiding in de peuterspeelzaal (1x mbo + 1x hbo in plaats van 2x mbo) en uitbreiding van het aanbod van 4 naar 5 dagdelen tot hogere rendementen bij de peuters leidt. Peuterspeelzaal Pino van PWH en basisschool Paulus van schoolbestuur Innovo vormen de enige locatie in Limburg waar de pilot wordt uitgevoerd. Extra aandacht voor taal Taalstimulering is het hoofdthema binnen voorschoolse educatie. Bij het jonge kind is met name voorlezen belangrijk voor de ontwikkeling. PWH heeft een samenwerkingsverband met de bibliotheek van Heerlen en Stichting het Bondgenootschap Parkstad voor Geletterdheid. In elke zaal is een voorleescoördinator werkzaam die scholing heeft gevolgd om laaggeletterdheid te herkennen en er aandacht aan te besteden. Dagelijks wordt voorgelezen uit boeken en worden ouders gestimuleerd om samen met hun kind te lezen. Drie keer per jaar levert de bibliotheek nieuwe boeken aan en tijdens de Voorleesdagen wordt extra aandacht besteed aan het voorlezen. Zo heeft Rabobank Heerlen in 2015 extra boekenkisten gesponsord. Deze boeken worden expliciet uitgeleend aan papa’s van peuters. pagina 9
Verkeerseducatie In alle peuterspeelzalen van PWH wordt aandacht besteed aan verkeerseducatie. De Gemeente stelt hiervoor jaarlijks vanuit het budget Verkeersveiligheidsbeleid een bedrag beschikbaar. Hatha Yoga In het kader van bewegings- en concentratieoefeningen wordt sinds 2012 door een externe docent in alle peuterspeelzalen Hatha Yoga gegeven, een vorm van yoga waarin bewegingsonderwijs voor kinderen centraal staat. Wat de peuters in die bijeenkomsten Hatha Yoga leren, wordt door de leidsters regelmatig aangewend om rust en concentratie in de groep of bij individuele kinderen te creëren. Gezond gewicht en bewegen Uit onderzoek naar de gezondheid van jongeren in de gemeente Heerlen blijkt dat deze doelgroep onvoldoende beweegt en ongezond eet. Samen met de gemeente Heerlen, Sportvereniging Coriovallum en Humanitas is PWH in 2015 gestart met bewegingslessen in de peuterspeelzalen om het aantal kinderen met overgewicht te verminderen. Tegelijkertijd willen bovenstaande participanten gezond gedrag stimuleren en ouders bewust maken van een gezonde leefstijl. Een campagne om meer water te drinken in de peuterspeelzaal is opgestart. De studiedag van PWH in het najaar van 2015 heeft volledig in het teken gestaan van gezond gewicht en bewegen, zowel voor peuters als voor medewerkers. 1.7 Welbevinden peuters Welbevinden Het welbevinden van de peuters wordt met meerdere instrumenten getoetst. Niet alleen wordt er gekeken naar de Cito toets gegevens maar ook wordt de peuterobservatielijst ingevuld. Er worden individuele actieplannen en groepsplannen opgesteld. Gemiddeld per peuterspeelzaal heeft 80% van de peuters baat bij het reguliere programma dat wordt aangeboden. jaarverslag 2015
Daarnaast wordt PWH in toenemende mate geconfronteerd met de decentralisatie van de jeugdzorg. Door bezuinigingen in de tweedelijns zorg komt de eerste lijn onder druk te staan. Essentieel is dat PWH zorgpeuters goed en vroeg in beeld krijgt en hulpverleningstrajecten op tijd opgestart worden. De manager zorg en kwaliteit observeert peuters wanneer leidsters zorgen hebben omtrent de ontwikkeling van de peuter. Het aantal observaties is sterk groeiend. Als ondersteuning maakt PWH hiernaast gebruik van de expertise van de intern begeleider van SBO De Griffel, jeugdgezondheidszorg (JGZ 0 tot 4 jaar), Kentalis en Adelante. Daarnaast wordt het opvoedingsondersteuningsprogramma Triple P gebruikt waarvoor per peuterspeelzaal een leidster is opgeleid. PWH verzorgt zelf de intervisiebijeenkomsten ten behoeve van dit programma. In de sfeer van de zorgstructuur is PWH deelnemer in de ZAT’s (Zorg Advies Teams van het basisonderwijs) en wordt in de samenwerking met andere jeugd(zorg)instellingen gewerkt vanuit het beginsel één gezin, één plan. Wanneer nodig gebruikt PWH de Verwijsindex. Nieuwe regelgeving zoals de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling hebben impact op deze interne zorgstructuur. Twee managers van PWH zijn in het kader van deze code opgeleid en benoemd tot aandachtfunctionarissen. 1.8 Bereik van peuters Aandacht voor doelgroepkinderen VVE is in eerste instantie bestemd voor zogeheten doelgroepkinderen. Om onderwijsachterstanden zo veel als mogelijk te voorkomen is het van belang dat ontwikkelingsachterstanden bij kinderen of risicofactoren op dit vlak zo vroeg mogelijk worden gesignaleerd (voordat de kinderen in het primair onderwijs starten). PWH, Gemeente Heerlen en JGZ hebben een effectieve methode ontwikkeld waarbij ouders van risicokinderen zo vroeg mogelijk worden geregistreerd en geïnformeerd over peuterspeelzalen en voorschoolse educatie. In 2015 heeft JGZ 105 nieuwe kinderen gesignaleerd als doelgroepkind; het betreft hier kinderen met een onderwijsgewicht en/ of JGZ-indicatie. In totaal zijn per 1 okt 2015 (teldatum) 175 van 746 geplaatste kindjes aangemerkt als doelgroepkinderen. Deze kinderen hebben voorrang bij plaatsing. pagina 11
De cijfers laten zien dat met het stijgen van het gemiddeld opleidingsniveau van jonge ouders het aantal formele doelgroepkinderen (onderwijsgewicht) langzaam iets afneemt. Bereik gemeente breed Heerlen telt in 2015 volgens de Parkstad Limburg monitor 692 kinderen in de leeftijd van 2 jaar en 771 van 3 jaar. Met de beschikbare capaciteit van 826 plaatsen kan maximaal 56,5% van alle peuters in 2015 in Heerlen worden bereikt. Aantal 2 jarige peuters in Heerlen
Aantal 3 jarige peuters in Heerlen
Totaal aantal peuters 2 en 3 jaar
Aantal peuters in psz PWH
Bereik
Aantal peuters 2½ en 3 jaar
2010
730
745
1475
716
48,5%
1110
2011
745
736
1481
690
46,6%
1108
2012
755
748
1503
738
49,1%
1125
2013
785
747
1532
767
50,1%
1139
2014
773
770
1543
766
49,6%
1156
2015
692
771
1463
746
50,9%
1117
Bereik VVE VVE wordt op 19 locaties aangeboden aan peuters in de leeftijd van 2½-4 jaar. Er zijn in totaal 587 plaatsen die op de tel datum door 543 peuters worden bezet: een bezettingsgraad van 92,5 %. Met de 587 plaatsen kan in 2015 maximaal 58,8% van alle peuters in de betreffende wijken worden bereikt. Effectief was dat met 531 peuters 53,2%. De bezettingsgraad eind 2015 is 87,5% (per teldatum 84,6%).
jaarverslag 2015
Wijk/buurt
Peuterspeelzaal
Capaciteit in VVE plaatsen
Maria Gewanden - Terschuren
Krauwelnest
32
65
49,2%
31
47,7%
Mariarade
Klein Duimpje
16
45
35,6%
16
35,6%
Hoensbroek - De Dem
Paddenstoel
48
65
73,8%
48
73,8%
Nieuw Lotbroek
Bijtjes
32
66
48,5%
32
48,5%
Vrieheide - De Stack
Puk en Heitje
64
85
75,3%
40
47,1%
Heerlerheide - Passart
Pip en Pino
64
70
91,4%
53
75,7%
Heksenberg
Belhameltjes
48
38
84,2%
32
84,2%
Rennemig - Beersdal
Kempke en Ukkepukhut
48
87
55,2%
47
54,0%
Zeswegen - Nieuw Husken
Kiddooh
48
68
70,6%
48
70,6%
Grasbroek - Musschemig - Schandelen
Pinokkio
32
70
45,7%
32
45,7%
Meezenbroek - Schaesbergveld Palemig
Ienie mienie en Liegebeest
47
105
44,8%
47
44,8%
Eikenderveld- Heerlen Centrum
Kuikenest
32
56
57,1%
29
51,8%
Molenberg
Meuleke
32
69
46,4%
31
44,9%
Heerlerbaan
Baanbengeltje, Speelbal en Zonnetje
60
110
54,4%
45
40,9%
587
999
58,8%
531
53,2%
1001
57,4%
554
55,3%
Totaal
Aantal peuters 2,5 tot 4 jaar
Max bereik in % 2014
Aantal peuters in VVE 2015
Feitelijk bereik in 2015
Ter vergelijking de totaal cijfers 2014
Totaal 2014
575 pagina 13
jaarverslag 2015
1.9 De relatie met ouders Gemeente breed wordt actief gewerkt aan het vergroten van de ouderbetrokkenheid zowel in de voor- als in de vroegschoolse periode. Ouderparticipatie De betrokkenheid van ouders bij de ontwikkeling van hun kind is een essentiële succesfactor voor de loopbaan van hun kind. De schoolloopbaan begint in de voorschoolse voorziening (de peuterspeelzaal). Dagelijks hebben leidsters contact met ouders. Dat gebeurt bij het brengen en halen van de peuters. Het is daarbij belangrijk dat de voorschool samen met de ouders duidelijk boven tafel krijgt wat de wederzijdse verwachtingen en eindverantwoordelijkheden zijn. Ouders worden meerdere malen, tijdens de periode dat hun peuter de peuterspeelzaal bezoekt, geïnformeerd omtrent de ontwikkeling van hun kind. Als een peuter naar de basisschool gaat, vindt een zogeheten warme overdracht plaats met de samenwerkingsschool waarbij ook de ouders aanwezig zijn. De Centrale Ouderraad behartigt de belangen van ouders bij PWH en geeft advies over het beleid dat PWH voert. In 2015 is gestart met partnerplan ouderbetrokkenheid in de gemeente Heerlen. Klanttevredenheidsonderzoek De focus op kwaliteit en pedagogisch beleid is essentieel voor PWH. Het meten van klanttevredenheid en inzicht krijgen in ervaringen en meningen van ouders geeft PWH doorlopend informatie om direct te reageren en te sturen. Immers de aangekondigde veranderingen ten aanzien van peuteropvang door de overheid kunnen resulteren tot andere keuzes van opvang. Het is daarom van belang dat PWH op de hoogte is van verwachtingen van ouders/verzorgers. De respons van ouders geeft PWH inzicht in de verwachtingen en eisen die ouders stellen aan de kwaliteit van peuterspeelzalen en haar medewerkers. Kinderopvang.tevreden.nl heeft in opdracht van Stichting Peuterspeelzaalwerk Heerlen (PWH) een aantal klanttevredenheidsonderzoeken uitgevoerd.
pagina 15
Bereik doelgroepkinderen met onderwijsgewicht en /of indicatie Jeugdgezondheidszorg Het aantal doelgroeppeuters met onderwijsgewicht >0 is op basis van gegevens uit het basisonderwijs in Heerlen in te schatten op 15% van alle peuters. Heerlen-breed zouden dan 149 peuters in de leeftijd 2½-4 jaar (15% van 999) een onderwijsgewicht >0 hebben. Met een aantal van 123 peuters met een onderwijsgewicht/JGZ indicatie betekent dat een bereik van 83 %. Groepen 2-2½ jarigen In de 19 VVE-zalen zijn er naast de VVE-groep(en) voor 2½-4 jarige peuters ook nog 13 (instroom)groepen voor peuters van 2-2½ jaar. In de loop van 2015 zijn 2 twee jarige groepen gesloten. In deze groepen is slechts één professionele leidster werkzaam met op de verplichte tweede leidsterpositie een vrijwilligster. Met ingang van 2018 is het bovendien wettelijk niet meer toegestaan dat vrijwilligsters formatief worden ingezet en dienen op elke groep twee professionele bevoegde leidsters aanwezig te zijn. Bedrijfseconomisch is dit een aandachtspunt. Zalen zonder VVE In de peuterspeelzalen in de wijken Welten / Benzenrade, Bekkerveld / Centrum en Caumerveld / Douve Weien wordt helaas nog geen VVE aangeboden. Net zoals voor onze groepen 2-2½ jarigen geldt voor de niet-VVE zalen dat met ingang van 2018 het wettelijk niet meer is toegestaan dat vrijwilligsters formatief worden ingezet en dienen op elke groep dus twee professionele bevoegde leidsters aanwezig te zijn. Het streven is om ook in deze wijken over te schakelen naar voorschoolse educatie. Peuterspeelzaal in AZC Sinds oktober 2015 is er een peuterspeelzaal van PWH gevestigd in het AZC. 12 peuters volgen onder de deskundige begeleiding van VE-opgeleide leidsters een VE-methode. Subsidie is toegekend voor 2 jaar en een tussentijdse evaluatie zal in 2016 plaatsvinden. Landelijk is interesse voor de werkwijze binnen deze peuterspeelzaal.
jaarverslag 2015
Er zijn 3 momenten in het klanttevredenheidsonderzoeken te onderscheiden: 1 Evaluatie na eerste kennismaking 2 Periodieke evaluatie 3 Eindevaluatie Het onderzoek is afgenomen aan de hand van gestandaardiseerde, digitale vragenlijsten. Het rapportcijfer voor de periodieke evaluatie voor PWH is een 8,0 (landelijk 8,0). Daarnaast is er per vestiging een rapportcijfer. De rapportcijfers per peuterspeelzaal variëren tussen 6,9 en 9,1. Inzet social media PWH biedt ouders, geïnteresseerden en belanghebbenden informatie aan via de website. Daarnaast gebruikt PWH actief Facebook en Twitter in de communicatie met ouders. In 2015 is er gestart met een externe digitale nieuwsbrief voor ouders en externe partners. Deze verschijnt 4 keer per jaar met als doel ouders en externe partners te informeren over het beleid, veranderingen en wetenswaardigheden van PWH. 1.10 Personeel en formatie Personele kosten De personele kosten in 2015 bedragen € 2.257.927. Dat is 75 % van het totaal aan lasten. In 2014 waren de personele kosten € 2.156.145 (76% van het totaal aan lasten). De kosten zijn met name gestegen als gevolg van cao-afspraken. De kosten zijn wel binnen het kader gebleven.
pagina 17
Formatie Het aantal formatieplaatsen, aantal personeelsleden en gemiddelde leeftijd is als volgt. 2010 - 2015
Aantal formatieplaatsen Aantal personeelsleden Gemiddelde leeftijd
Eind 2010
Eind 2011
Eind 2012
Eind 2013
Eind 2014
Eind 2015
34,54
34,43
37,26
38,45
39,64
38,84
72
74
77
87
87
86
46,4
46,7
46,9
46,2
45,7
45,1
Alle medewerkers hebben een deeltijdaanstelling. De gemiddelde leeftijd laat sinds 2012 een dalende lijn zien. De formatie kent de volgende opbouw: Bestuur
0,69 fte
Management
3,06 fte
VE-coaches
3,12 fte
Peuterspeelzaalleidsters
26,85 fte
Ondersteuning bedrijfsvoering
3,61 fte
ID-banen
0,53 fte
In 2015 hebben er binnen verschillende functies formatiewijzigingen plaatsgevonden. De directeur-bestuurder heeft afscheid genomen en met ingang van 1 september 2015 heeft de Raad van Toezicht aan het management team de taken en verantwoordelijkheden van directie en bestuur toegekend. Het MT is per gelijke datum benoemd als bestuur van PWH (naast hun taken en verantwoordelijkheden als managers). De bestuurdersrol is qua formatie met 0,14 fte uitgebreid. Door een lagere inschaling van deze rol heeft dit kostenneutraal kunnen plaatsvinden. De bedrijfsvoering van PWH en de daartoe noodzakelijke formatie is kwalitatief en structureel versterkt, wat efficiencywinst oplevert.
jaarverslag 2015
De formatie is van 3 bestaande functies voor 62 uur verlaagd naar 2 nieuwe functies voor 52 uur, waarbij een mix van MBO en HBO is gerealiseerd. Op het niveau van de peuterspeelzalen is een stijging van formatie zichtbaar. De redenen hiervan zijn gelegen in de start van een peuterspeelzaal in het AZC en de hiervoor benodigde menskracht. Daar waar mogelijk stromen werknemers vanuit een ID baan door in regulier werk. Dit heeft beperkt plaatsgevonden. Vrijwillige medewerkers Het aantal vrijwilligers binnen de stichting neemt geleidelijk af van 74 personen op 1 januari 2010 tot 52 personen op 1 januari 2016. De afgelopen zes jaar heeft dit op de reguliere groepen, waar met maar één beroepskracht gewerkt wordt en men afhankelijk is van een vrijwilliger, meermaals geleid tot noodzakelijke extra inzet van een beroepskracht, hetgeen kostenverhogend werkt. Aan vrijwilligersvergoedingen is dit jaar € 35.092 uitbetaald. In 2014 was dat € 42.124. Vrijwilligers worden voor een deel nog steeds formatief ingezet, dat wil zeggen, ze werken op formele formatieplaatsen waarvoor door de gemeente geen middelen beschikbaar worden gesteld om beroepskrachten aan te stellen. Dit komt in de grote(re) steden niet meer voor. Ook van de grotere gemeenten binnen Parkstad Limburg is Heerlen de enige nog die dit model nog hanteert. De harmonisatie die vanaf 2018 van kracht wordt, stelt dat vrijwilligers niet meer formatief mogen worden ingezet en alleen nog als ‘extra handen in de groep’ werkzaam mogen zijn. Gelijktijdig worden er, met name door de GGD, ook hogere kwaliteitseisen aan vrijwilligers gesteld. Hierbij gaat het om het taalniveau en het kennisniveau op pedagogisch-didactisch vlak. In toenemende mate kan PWH vrijwilligers daarom geen werk(ervaring)-plek aanbieden en is zij soms genoodzaakt om afscheid te nemen van vrijwilligers. ANBI Vanaf april 2015 is PWH aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling (ANBI). Een gevolg hiervan is dat PWH tegen gereduceerde tarieven ICT licenties kan verkrijgen. pagina 19
Stagiaires In een peutergroep is maximaal één stagiaire werkzaam. Dit om de rust in de groep met peuters te bewaren. In 2015 waren de stagiaires bij PWH leerlingen PW3 (pedagogisch werk niveau 3) en PW4 (niveau 4) van het ARCUS College (16 leerlingen) in Heerlen, het Leeuwenborgh College Maastricht (6 leerlingen) en 1 leerling van een andere opleiding. Daarnaast heeft PWH nog 6 snuffelstagiaires begeleid. PWH is als opleidingsinstelling gecertificeerd door het SBB (voormalig Calibris). Ziekteverzuim licht gestegen Het verzuimcijfer is ten opzichte van 2014 licht gestegen; van 3,31% in 2014 naar 4,26% in 2015. Dit is vooral te wijten aan de toename van (middel)lang verzuim als gevolg van niet werk gerelateerde oorzaken. Daarnaast is er een lichte toename van de groep werknemers die zich maar één keer per jaar ziekmeldt. Door nauwe samenwerking tussen bedrijfsarts, werknemers, leidinggevenden en HRM wordt er binnen PWH continu gekeken naar redenen van (frequent) verzuim en mogelijkheden voor re-integratie. Het strak neergezette beleid ten aanzien van ziekteverzuim lijkt een belangrijke factor te spelen bij het verlagen van het ziekteverzuim. Deskundigheidsniveau van medewerkers PWH investeert jaarlijks 5% van de salariskosten in deskundigheidsbevordering van haar medewerkers. Naar aanleiding van noodzakelijke bezuinigingen is dit percentage in 2015 verlaagd naar 1,6%. Hiermee is in 2015 € 30.895 aan deskundigheidsbevordering besteed ten opzichte van € 64.042 in 2014. Structurele bijscholing in de VVE methodes heeft hiermee slechts in beperkte mate kunnen plaatsvinden. Scholing ten behoeve van versterking van de bedrijfsvoering en een aantal op kwaliteit gerichte scholingen, zoals Triple P, HKZ en teamcoaching in zalen heeft geen doorgang gevonden. Ook opleidingstrajecten voor individuele medewerkers zijn stopgezet. Wel heeft er een algemene studiedag plaatsgevonden gericht op gezondheid van peuter en medewerker. Beweging en voeding waren hierbij de belangrijkste thema’s. Anno 2015 heeft 34% van de peuterspeelzaalleidsters een opleiding op MBO-3, 55% op MB0-4 en 11% op HBO niveau.
jaarverslag 2015
pagina 21
1.11 Financiële resultaten Financieel resultaat In de jaarrekening wordt op een aantal punten ingegaan op de behaalde resultaten. Het jaar is afgesloten met een positief exploitatieresultaat ter hoogte van € 1.442. Het exploitatieresultaat in 2014 was € 384 negatief. We hebben in 2015 een negatief exploitatieresultaat kunnen voorkomen. Hiervoor hebben we waar mogelijk bezuinigd, onder andere door de uitgaven voor scholing te halveren. De financiële positie van PWH blijft zorgelijk omdat dit soort bezuinigingen niet ongestraft gehandhaafd kan blijven. PWH blijft van mening dat scholing noodzakelijk blijft om het gewenste kwaliteitsniveau te handhaven. Tegelijk blijven bepaalde kosten stijgen zonder dat PWH hier echt invloed op kan uitoefenen, zoals bijvoorbeeld salariskosten die stijgen wegens CAO bepalingen of huisvestingskosten die stijgen vanwege gestegen huurkosten. Subsidies Conform de ingediende begroting is in 2015 voor het reguliere peuterspeelzaalwerk een subsidiebedrag ontvangen van de gemeente ter hoogte van € 697.312. Voor de uitvoering van voorschoolse educatie is het subsidiebedrag 2015 € 1.483.200. Daarnaast zijn aan VVE gekoppelde middelen ontvangen voor de Pilot VVE Thuis en de Toeleiding naar VE. Ouderbijdragen Aan ouderbijdragen is in 2015 € 371.824 ontvangen tegen € 380.629 in 2014. Uitgangspunt voor het gemeentelijk beleid in Heerlen ten aanzien van de ouderbijdrage is, en dat geldt in het bijzonder voor de doelgroepkinderen, dat de hoogte van de ouderbijdrage geen financiële drempel mag vormen voor ouders. De gemeente Heerlen kent binnen de VVE-subsidie een bedrag toe om de hoogte van de ouderbijdrage te beperken. Op basis van realisatie wordt een bedrag afgerekend van € 212.216.
jaarverslag 2015
Voorzieningen / bestemmingsreserves Op de balans 2015 is een bedrag van € 51.500 gereserveerd in de voorzieningensfeer / bestemmingsreserves. Eind 2014 was dit € 45.000. Ten behoeve van de toekomstige harmonisatie is er een bestemmingsreserve aangelegd om een deel van de kosten van het traject te dekken. Verder is de bestemmingsreserve voor deskundigheidsbevordering opgehoogd. Door een intensiever debiteurenbeheer hebben we de voorziening voor dubieuze debiteuren eind 2015 bijna kunnen halveren. Exploitatie-uitgaven De uitgaven voor huisvesting (€ 323.335 in 2015 t.o.v. € 309.894 in 2014) zijn voornamelijk gestegen vanwege de verhuiskosten. De organisatiekosten bleven binnen de gestelde kaders. Inventaris en afschrijvingskosten De inventaris (alle zalen en kantoor) heeft een boekwaarde van € 51.070. Voor de aanschafwaarde staat een bedrag van € 202.189 in de boeken. Dat gaat echter nog helemaal terug naar het begin van PWH (2003). In 2015 is dit deels administratief opgeschoond, in 2016 zal dit verder opgeschoond worden wat een realistischer beeld van de oorspronkelijke aanschafwaarde van wat thans wordt gebruikt zal opleveren. Eigen vermogen Het eigen vermogen van PWH is € 188.360 tegen € 186.918 eind vorig jaar. Het zou wenselijk zijn om over een grotere financiële buffer te kunnen beschikken om tegenvallers te kunnen opvangen, op ontwikkelingen te kunnen inspelen en innovatie te kunnen financieren. De huidige beschikbare middelen laten opbouw van een grotere buffer echter niet toe.
pagina 23
Versterking bedrijfsvoering In 2014 heeft een extern bureau (Van de Wurff en Partners Management & Consultancy uit Zeist) onderzoek uitgevoerd naar de noodzakelijke kwalitatieve en kwantitatieve formatie op het vlak van de bedrijfsvoering. Dat heeft in 2014 geleid tot herinrichting van de financiële administratie en in 2015 tot een kwalitatieve versterking van de afdeling personele zaken en algemeen secretariaat. Management Letter 2015 externe accountant In lijn met de management letter van 2014 geeft de accountant in zijn management letter van 2015 aan dat: “de verdere bezuinigingsmogelijkheden van de stichting thans vrijwel zijn uitgeput, in het bijzonder indien de organisatie eenzelfde niveau van kwaliteit wil blijven leveren. Verdere verhoging van de kwaliteit c.q. professionaliteit binnen de organisatie is in dit geval dan helemaal niet mogelijk, terwijl dit –zeker vanaf 2018 in verband met het verbod op het inzetten van vrijwilligers op de zalen – wel degelijk noodzakelijk is c.q. van de stichting wordt verwacht.” 1.12 Toekomst Politiek De overheid zet in op harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk, met gelijke kwaliteitseisen en voor ouders in het peuterspeelzaalwerk die gebruik zouden kunnen maken van de kinderopvangtoeslag, financiering langs de weg van de kinderopvangtoeslag. Dat betekent een aanpassing van de financieringsstructuur van het peuterspeelzaalwerk. Het ziet vooral op een omvorming van peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang en wil daartoe ook middelen terughalen van gemeenten naar het rijk. Daarnaast wil het Kabinet wel inzetten op kwaliteitsverbetering van VVE door middel van verdere professionalisering van de pedagogisch medewerkers (permanente educatie), een betere mix van mbo- en hbo-functies op de werkvloer, goede en gelijkwaardige samenwerking tussen voorschoolse voorzieningen en basisonderwijs, ontwikkelingsgericht werken en het structureel volgen van de ontwikkeling van kinderen. De voorgenomen ingangsdatum van het nieuwe stelsel is 1 januari 2018. jaarverslag 2015
De gemeente heeft met betrekking tot de harmonisatie van de kinderopvang nog niet aangegeven voor welke vorm van kinderopvang / peuterspeelzaalwerk zij kiest. Een onderzoek van Sardes ligt ten grondslag aan deze keuze. De omvorming van peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang en / of aansluiting bij onderwijs middels de invoering van Startgroepen Peuters komen als voorkeursscenario’s naar voren. Deze scenario’s scoren hoog op financiële haalbaarheid en toekomstbestendigheid. En sluiten aan bij het streven van de overheid om de voorschoolse voorzieningen te harmoniseren. PWH vindt het vermeldingswaardig dat er in dit onderzoek wordt gesproken over het hoge kwaliteitsniveau van het VE aanbod binnen PWH en het voldoen aan alle kwaliteitseisen hieromtrent. PWH De harmonisatie heeft, naast gevolgen voor de financiering, ook invloed op de formatie en organisatie als geheel. De inzet van een tweede beroepskracht op de reguliere groepen en de verplichte kwaliteitseisen brengt in elk geval vanaf 2018 extra personele lasten met zich mee. Verder dienen de administratieve processen en systemen aangepast te worden aan de nieuwe situatie. De noodzaak tot kwalitatieve en kwantitatieve versterking van de bedrijfsvoering dient zicht dan wellicht opnieuw aan. Daarnaast blijft PWH zich inzetten op twee ontwikkelingslijnen. De eerste lijn is het doorontwikkelen van de peuterspeelzalen richting voorscholen met een nog steviger inhoudelijke en organisatorische koppeling met het basisonderwijs dan nu het geval is. De inzet van extra expertise op hbo-niveau middels VE coaches wil PWH in 2016 continueren. De uitkomsten van de landelijke pilot Startgroep Peuters zijn op het moment van dit schrijven nog niet bekend. Wel wordt vanuit verschillende richtingen, waaronder het SER rapport (januari 2016), inmiddels gepleit voor een toekomstige uitbreiding van uren voor alle peuters. De meerwaarde lijkt duidelijk te liggen in het aantal dagdelen / uren waarop peuters de peuterspeelzaal bezoeken. De tweede lijn heeft betrekking op het aanbod voor 2-jarigen. Door opgedane ervaringen in de afgelopen periode heeft de tweede lijn ten opzichte van 2014 een belangrijke wijziging ondergaan. Daar waar eerst de voorkeur uitging naar een aanbod vanaf de 2,5 jarige leeftijd blijft PWH voorstander van het behoud van 2-jarige groepen.
pagina 25
De instroom van de jongste peuters in een VE groep werkt vertragend op de uitvoering van het programma en levert een toename van werkdruk op binnen de groep. Het is wenselijk een vorm van “instroom” of “wengroep” voor 2-jarigen in stand te houden, zodat zij, voordat zij doorstromen naar een VE groep, bekend zijn met de normen en waarden die binnen de peuterspeelzaal gelden. Dit biedt uiteindelijk toch meer rust, veiligheid en continuïteit voor de peuters. 1.13 Bestuur en Raad van Toezicht Bestuur / directie Op 1 september 2015 heeft de directeur-bestuurder, dhr. Jeff Wintgens zijn functie neergelegd. Vanaf genoemde datum is hij opgevolgd door een Bestuur dat bestaat uit maximaal vijf personen. Het huidige Bestuur wordt gevormd door mevrouw Ingrid van den Bunder, mevrouw Godelieve Lancee, mevrouw Door van Rhenen, mevrouw Annie Slabbers en mevrouw Viviënne Pommé. Als primus inter pares van het Bestuur is benoemd mevrouw Door van Rhenen. Raad van Toezicht De Raad van Toezicht kende in 2015 de volgende samenstelling. Mevrouw Alita Hidding, voorzitter De heer Paul Sanders, vicevoorzitter De heer Ron Bonekamp De heer Hans Laudy Mevrouw Trudy Odekerken De heer Toon van Baal, op voordracht OR
jaarverslag 2015
Naar aanleiding van de bestuurlijke fusie tussen peuterspeelzaalwerk Heerlen en peuterspeelzaalwerk Voerendaal ingaande 1 september 2015, is de heer Michel Waterval per genoemde datum toegetreden tot de Raad van Toezicht. Zowel de heer Hans Laudy als mevrouw Trudy Odekerken nemen per 1 januari 2016 afscheid. Er zullen geen nieuwe kandidaten worden geworven voor de vrijgekomen plekken. De Raad is in 2015 vijf maal bij elkaar geweest. De leden van de Raad van Toezicht krijgen geen vergoeding voor hun werkzaamheden.
STICHTING PEUTERSPEELZAALWERK HEERLEN Postbus 2665 6401 DD Heerlen Molenwei 400 6412 WG Heerlen telefoon 045 - 400 77 00 www.peuterspeelzaalwerk.nl
PWH is lid van
PWH is HKZ-gecertificeerd
PWH is een erkend leerbedrijf
pagina 27
PWH is partner van
jaarverslag 2015