jaarverslag 2011
Hoofdstuk 1
2
JAARVERSLAG
inhoud Voorwoord 5 Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 8 Hoofdstuk 9 Hoofdstuk 10 Hoofdstuk 11 Versl ag Rv C
Bestuurlijk verslag Missie en ondernemingsplan Organisatie en pesoneelsbeleid Maatschappelijke inbedding Doelstellingen en resultaten Ondernemingsplan Strategisch voorraadbeleid en projecten Zorg, Welzijn en Leefbaarheid Maatschappelijk verantwoord ondernemen Samenwerkingsverbanden en deelnemingen Financiële resultaten en risicomanagement Toekomst
4 6 10 12 16 20 24 30 34 37 40 46
48
Co ntro le v e rkl ari n g
54
Jaarrek e n i n g 20 11
56
Bijla gen bi j h e t v ol k s h u is v es telijk v er s la g 1. Verhuurverslag 2. Onderhoud 3. Verantwoording werkafspraken met de Gemeente 4. Planning Ondernemingsplan 5. Interne risicobeheersing en controlesysteem 6. Meerjarenprognose 7. Aanwezigen tijdens belanghoudersoverleg 8. Duurzaam ondernemen 9.1. Wat doen we al 9.2. Nieuwe duurzaamheid doelstellingen 10. Sociaal beheer en veiligheid
125 125 128 134 139 143 146 148 152 154 157 159
JAARVERSLAG
Naam van de toegelaten instelling : Stichting Rhiant Werkgebied : Regio Zuid-Holland Zuid, bestaande uit de gemeenten Hendrik-Ido-Ambacht, Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, Binnenmaas, Hardinxveld-Giessendam, Korendijk, Leerdam, Liesveld, Nieuw-Lekkerland, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik en Zwijndrecht. Datum omzetting in Stichting : 6 maart 1997 Datum oprichting : 28 september 1915 Laatste statutenwijziging : 11 april 2006 Nummers van inschrijving bij de Kamer van Koophandel Handelsregister : 23-36526 Stichtingenregister : 411221399
3
Voorwoord
4
JAARVERSLAG
Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag over 2011. Rhiant is een woningcorporatie die voornamelijk actief is in Hendrik-Ido-Ambacht. Dit jaarverslag is erop gericht belangstellenden te informeren (in woord, beeld en cijfers) over de belangrijkste activiteiten van Rhiant in 2011. Ook dit jaar hebben wij ons vooral gericht op de lokale context, maar hebben daarbij uiteraard de regionale en landelijke ontwikkelingen niet uit het oog verloren. In dit jaarverslag kunt u lezen wat wij hebben gedaan en voor wie wij het hebben gedaan. Daarnaast leggen wij verantwoording af over onze maatschappelijke, volkshuisvestelijke en financiële prestaties. La n d elijk e on twikke lin g e n De corporatiesector is sterk in beweging onder invloed van de financiële crisis, de Europese regelgeving, stagnerende woningmarkt en de bezuinigingen bij de overheid en de gemeenten. Daarbij komt dat het afstemmen van wonen, zorg en welzijn steeds belangrijker wordt. De rol van de corporatie in de samenleving wordt hierdoor erg breed. Voor ons is deze dynamische omgeving aanleiding om scherpe keuzes te maken en te luisteren wat onze belanghouders van ons verwachten. De financiële crisis heeft ertoe geleid dat de financieringsvoorwaarden zijn aangescherpt. Het sturen op kasstromen, de inkomsten en uitgaven, is belangrijker geworden dan voorheen. De Europese regelgeving is in 2011 van kracht gegaan. Dit betekent onder andere dat we 90% van onze mutatiewoningen met een huurprijs onder de
€ 652,52 (prijspeil 2011) moeten toewijzen aan de sociale doelgroep met een inkomen onder de € 33.614 (prijspeil 2011). Dit is het afgelopen jaar gelukt. Het gevolg van deze Europese regelgeving is dat er een grote groep huishoudens met een inkomen boven de € 33.614 blijft zitten in hun huidige sociale huurwoning of niet meer kan verhuizen naar een voor hun betaalbare huur- of koopwoning. Wij hebben al een aantal schrijnende gevallen voorbij zien komen. Gelukkig hebben we voor hen iets kunnen betekenen door hen te huisvesten in een betaalbare woning. O n d e r n e m in g sp lan 2 01 2 - 2015 Het afgelopen jaar hebben wij hard gewerkt aan een nieuw ondernemingsplan. We hebben gekozen voor een bijzondere aanpak. We hebben de agenda letterlijk bij onze belanghouders opgehaald. Het was een intensieve aanpak. We zijn trots op het resultaat. We hebben onze missie vertaald in een six word story: “Rhiant lokaal, wijken leefbaar, samen winnaar.” Met deze missie in ons achterhoofd gaan wij ons de komende planperiode richten op drie speerpunten: 1. Leefbaarheid 2. Partnerschap en participatie 3. Ontwikkeling maatschappelijk vastgoed Onze belanghouders hebben aangegeven dat zij leefbaarheid als belangrijkste thema zien voor ons. Ook wordt de roep vanuit de maatschappij om aandacht aan leefbaarheid te besteden, steeds groter. Samen met onze partners gaan wij ons extra inzetten voor de leefomgeving en de woonomgeving. Bewoners moeten
zich thuis voelen in hun buurt. De bewoners zijn voor een deel zelf bepalend voor de leefbaarheid in hun buurt, dus we willen kijken of wij ook bewoners uit onze complexen kunnen mobiliseren om hieraan een bijdrage te leveren. Participatie staat hierbij centraal. Ook met andere belanghouders, zoals de zorg- en welzijnsinstelling en de gemeente zullen wij de samenwerking zoeken (partnerschap). Om een integraal aanbod van wonen, zorg en welzijn te kunnen aanbieden aan de bewoners. Vastgoed is ons belangrijkste middel om onze huurders en belanghouders te bedienen. De ontwikkeling van maatschappelijk vastgoed zal speerpunt 1 en 2 waar mogelijk ondersteunen. Ook willen wij volgend jaar de mogelijkheid onderzoeken van samenwerking tussen de domeinen wonen, zorg en welzijn binnen Hendrik-Ido-Ambacht met de partijen A3 Welzijn en De Blije Borgh. Met een ludieke actie hebben wij ons ondernemingsplan laten vertalen in een rap door twee lokale jonge muziekale talenten. Stra t e gi s c h v oorr a a d b eleid Naast het ondernemingsplan hebben wij ook ons strategisch voorraadbeleid geactualiseerd. Hierbij hebben wij de nieuwe Europese regelgeving, het nieuwe ondernemingsplan en de financiële crisis als input gebruikt. Ook hebben wij scherper naar de kosten en opbrengsten kant van onze portefeuille gekeken. Wij hebben belangrijke keuzes gemaakt ten aanzien van: • De aanpak van risicovolle woningtypen • Het bedienen van de middeninkomens
• Duurzaamheid van onze woningportefeuille • Het optimaliseren van de huurprijzen B ela n g r ijkste p r oje cte n Het afgelopen jaar hebben wij ons vooral met twee grote projecten bezig gehouden. Dit is Sophiastaete in de Volgerlanden en de Van Godewijcklocatie (ook wel Strip Schoof Cascade genoemd) aan de Graaf Willemlaan. Sophiastaete biedt vele faciliteiten; zoals een gezondheidscentrum op de begane grond en woningen op de etages daarboven. Er komen zowel sociale huurappartementen als vrije sector huurappartementen voor verzorgd wonen. Vanuit de appartementen is er een prachtig uitzicht op het park met veel groen in een levendige en kinderrijke omgeving. In dit plan is ook de nodige aandacht besteed aan Woonkeur en duurzaamheid door middel van het toepassen van een Warm Koude Opslag installatie voor het warmwater en de verwarming. Bij de herstructurering van de Van Godewijcklocatie wordt er gedacht aan verschillende functies waaronder een uitbreiding van het winkelcentrum, nieuwe woningen, (ondergrondse) parkeervoorziening en mogelijk een brede school. De Van Godewijcklocatie zal dus een voorzieningen gebied worden die zal voorzien in de behoefte van de bewoners van Hendrik-Ido-Ambacht. R h ia n t Wij houden de belanghouders halfjaarlijks op de hoogte van onze vorderingen via een relatienieuwsbrief. Daarin was te
5
lezen dat, ondanks de sombere berichten over de volkshuisvesting, het eigenlijk best goed gaat met Rhiant op financieel en organisatorisch gebied. Ook zijn we nauw betrokken bij tal van ontwikkelingen in Hendrik-Ido-Ambacht bijvoorbeeld op het gebied van projectontwikkeling en leefbaarheid. Daar zijn we natuurlijk ook wel een beetje trots op.
O n twikke lin g e n b in n e n de RvC Binnen de RvC is ook een belangrijke ontwikkeling te melden. Vanwege (komende) wettelijke eisen zijn er in 2011, op voordracht van de huurdersraad, twee nieuwe leden benoemd: de heren D. Vermaas en H. van der Velde. Zij zullen op korte termijn de plaats innemen van respectievelijk de voorzitter de heer T. Smeulders en vice-voorzitter de heer P. Kooij. T ot slot 2011 is een erg druk jaar geweest voor het personeel van Rhiant. Wij hebben met veel plezier en overtuiging gewerkt aan alles wat op ons pad kwam. Het jaar 2012 belooft weer een druk jaar te worden. Volgend jaar leest u wat wij allemaal in 2012 hebben bereikt. Ing. C.J. Oostindie Directeur-bestuurder
Voorwoord
JAARVERSLAG
6
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 1 Bestuurlijk verslag Hoofdstuk 1
I nl e iding In dit hoofdstuk legt de directeurbestuurder op hoofdlijnen verantwoording af over zijn nevenfuncties, bezoldiging, taken en positie, de belangrijkste bestuursbesluiten en een verklaring over de besteding van gelden en dat er geen tegenstrijdige belangen zijn geweest in het kader van de Governancecode.
G e g e v e ns van h e t b e st u u r De heer Ing. C.J. Oostindie (18 november 1967). In functie getreden per 1 januari 2002 als directeur-bestuurder. Om te voldoen aan formele fiscale voorschriften, is een nevenstructuur opgericht binnen Rhiant. De directeurbestuurder van Rhiant is ook de enige bestuurder van de twee dochter-BV’s.
N e v e nf u ncti e s • Voorzitter van het bestuur van Woonkeus • Voorzitter van het bestuur van Stichting Informatiecentrum de Volgerlanden • Lid DNV-Waarborgcommissie VBO Makelaars • Bestuurslid Stichting Bouwtalent In 2011 is de heer Oostindie benoemd als voorzitter van een regionale directeurenkring van kleine (< 5000 woningen) woningcorporaties in Zuid Holland die
minimaal 4 x per jaar bijeenkomt. De heer Oostindie is ook lid van het Directeurenoverleg Drechtsteden dat +/- 6 x per jaar vergadert. B e z old ig in g Het arbeidscontract met de directeur-bestuurder is aangegaan voor onbepaalde tijd. Tot 1 juli 2011 voldeed de bezoldiging aan de geldende regels van de adviezen van de commissie Izeboud. De directeur is ingedeeld in functiegroep D, zoals vastgelegd in het rapport “Advies van de Commissie Arbeidsvoorwaarden Statutair Directeur Woningcorporaties”. Per 1 oktober 2011 is de heer Oostindie 36 uur gaan werken in plaats van 32 uur. Het vaste salaris per 1 oktober 2011 bedroeg € 102.571 (incl. vakantietoeslag). Vanaf 1 juli 2010 geldt de sectorbrede (verplichtende) beloningscode Bestuurders Woningcorporaties. Hieraan voldoet de arbeidsovereenkomst van de heer Oostindie. Verder is met de directeur een pensioen overeengekomen op basis van de regeling van de Stichting Pensioenfonds Woningcorporaties. Voor 2012 zijn wederom doelen vastgesteld, die gehanteerd zullen worden bij de beoordeling van de bestuurder over 2012. Het behalen van de doelen leidt echter niet meer tot de toekenning van een variabele beloning. Daarnaast maakt de directeur-bestuurder gebruik van een auto van de zaak (cataloguswaarde e 38.130). Werkgeverslasten en vergoedingen waren conform de CAO voor het overige personeel.
Beo ord e l i n gs proced u r e b es tu u r Mede op basis van het geaccordeerde jaarplan wordt in januari een afspraak gemaakt over de te behalen doelstellingen. Daarbij gelden de uitgangspunten: concreet meetbaar, uitdagend en haalbaar. Deze te behalen doelstellingen worden schriftelijk vastgelegd en door de directeur-bestuurder alsmede de voorzitter van de Raad van Commissarissen ondertekend. Medio het jaar wordt er een voortgangsgesprek gehouden, waarbij de te behalen doelstellingen worden vergeleken met de stand van zaken van dat moment. De conclusies uit dit beraad worden eveneens vastgelegd en ondertekend. In december vindt de beoordeling plaats. Deze beoordeling geschiedt
door een commissie van twee personen uit de RvC. Deze beoordeling vormt de basis voor een salarisaanpassing in het volgende jaar. De beoordeling vindt plaats op drie onderdelen: planningsafspraken voor 2011, competenties en de hoofdverantwoordelijkheden. D e p la nn in g saf sp r ake n in 2 01 1 h a d d en b e tr e kkin g op : • Het opstellen van een nieuw ondernemingsplan • Het Europadossier • Maatschappelijk verantwoord ondernemen
7
De com p e te n tie s z ijn t en op z ich te van 2 01 0 n iet ve r an d e r d : • Bestuurlijke sensitiviteit • Ondernemerschap • Visie • Relatiebeheer De h oof d ve r an twoor d elijk heden z ijn n ie t ve r an d e r d ten opzicht e van 2 01 0: • Het tijdig en optimaal informeren van de RvC, onder andere door het inzichtelijk (laten) opstellen van jaarstukken, begroting en rapportages. • Het opstellen en actualiseren van de (strategische) beleidsplannen van de stichting.
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 1
8
JAARVERSLAG
• De financiële continuïteit van de stichting.
Hoofdstuk 1
Ta ak en p os i t i e v an h et b es tu u r Rhiant heeft een tweelagenstructuur. Het bestuur wordt gevormd door een eenhoofdige directie. De Raad van Commissarissen (RvC) oefent toezicht uit op het bestuur. De RvC legt in haar eigen verslag verantwoording af over de manier waarop toezicht wordt uitgeoefend. Één keer per jaar houdt de RvC een zelfevaluatie. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het bestuur en RvC zijn in de statuten en in een reglement omschreven (zie www.rhiant.nl). De RvC past de principes van de Governancecode toe. De RvC is in kennisgesteld van de gemelde klachten over Rhiant bij de Geschillencommissie Wonen. Door de RvC wordt gebruik gemaakt van één kerncommissie, de remuneratiecommissie. Geen tege n s t ri j d i ge b ela n g en In 2011 is geen sprake geweest van tegenstrijdige belangen met betrekking tot de directeur-bestuurder, zoals bedoeld in principe II.3 van de Governancecode Woningcorporatie. Bela ngr i j ke be s t u u r s b es lu iten De belangrijkste bestuursbesluiten in 2011 waren: • Vaststellen ondernemingsplan 2012 – 2015 • Vaststellen strategisch voorraadbeleid • Vaststellen aanschaf Reaforce software pakket (voor projectontwikkeling) • Vaststellen actiepunten uit de managementletter • Vaststellen interne controle (3x per jaar)
• Vaststellen intentie overeenkomst Godewijcklocatie • Vaststellen jaarrekeningen 2010 • Vaststellen jaarrekening VOC 2010 • Vaststellen jaarrekening Rhiant Holding 2010 • Vaststellen jaarrekening Projectontwikkeling BV 2010 • Vaststellen jaarrekening stadsherstel 2010 • Vaststellen huurbeleid • Vaststellen convenant aanpak georganiseerde hennepteelt “het RIEC” • Vaststellen opheffen Alliantie Drechtsteden • Vaststellen samenwerkingsovereenkomst met de huurdersraad • Vaststellen vernieuwde bedrijfscode • Vaststellen integriteitcode voor opdrachtnemers • Vaststellen MTO (Medewerkers Tevredenheids Onderzoek) • Vaststellen communicatiebeleid • Vaststellen quickscan Balanced Score Card • Vaststellen uitvoeren quickstart Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen • Vaststellen algemene huurvoorwaarden • Vaststellen van de actiepunten naar aanleiding van interim-controle van de accountant • Vaststellen begroting 2012 • Vaststellen frauderisico-analyse V er k la r in g b e ste d in g g e ld e n Tot slot kan ik verklaren dat alle middelen uitsluitend zijn gebruikt in het belang van het wonen en de volkshuisvesting. Hendrik-Ido-Ambacht, mei 2012 Ing. C.J. Oostindie Directeur-bestuurder
9
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
10
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 2 Missie en ondernemingsplan I nl e iding
Hoofdstuk 2
Afgelopen jaar hebben wij een nieuw ondernemingsplan opgesteld voor de planperiode 2012-2015. Bij het totstand komen van ons ondernemingsplan hebben we voor een unieke aanpak gekozen. Zo hebben wij onder andere inspirerende sprekers uitgenodigd uit de volkshuisvesting, we zijn bij onze huurders “op de koffie” geweest en hebben wij onze agenda bij onze belanghouders opgehaald. Voor deze planperiode hebben wij ook een nieuwe missie geformuleerd. Daarnaast hebben wij drie speerpunten geformuleerd waar wij ons de komende planperiode op gaan richten.
P rimair e do e lst e lling Onze primaire doelstelling is om huisvesting aan te bieden aan mensen die dat niet zelfstandig kunnen organiseren. Daarbij hebben wij aandacht voor de kwaliteit van wonen en de woonomgeving, keuzevrijheid voor onze klanten en de betaalbaarheid van het wonen.
Onze missie
“Rhiant lokaal, wijken leefbaar, samen winnaar” Met deze missie gaan wij de komende jaren aan de slag. De corporatiesector is sterk in beweging onder invloed van de huidige economische crisis, de nieuwe
Europese regelgeving, bezuinigingen bij de Rijksoverheid en gemeenten, en een stagnerende woningmarkt. Hier moeten wij onze visie op af stemmen. Daarbij komt dat het op elkaar afstemmen van wonen, zorg en welzijn steeds belangrijker wordt. Voor ons is deze dynamische omgeving aanleiding om scherpe keuzes te maken op basis van wat onze belanghouders van ons verwachten. Welke keuzes wij maken en hoe wij dat doen is uitgewerkt in ons ondernemingsplan 2012-2015. In dit plan stellen wij dat we als organisatie willen groeien naar maatschappelijk partner. We kunnen dit niet realiseren zonder samen te werken met onze belanghouders en de verbinding te zoeken met de maatschappij. Daarnaast hebben we een drietal speerpunten geformuleerd waar wij ons op gaan richten de komende planperiode.
K e rnwaard e n In ons nieuwe ondernemingsplan hebben wij drie kernwaarden benoemd die ons inziens invulling geven aan onze kracht, onze werkwijze en het begrip ‘professionaliteit’. Deze kernwaarden zijn: 1. Vakkundig 2. Verbonden 3. Vertrouwd
D ri e tal sp e e rp u nt e n Onze kracht is de lokale verankering in Hendrik-Ido-Ambacht, het enthousiasme
1. Le e f b aarh e i d Leefbaarheid wordt door onze belanghouders als belangrijkste thema gezien waar wij ons op moeten richten. Ook is de aandacht voor leefbaarheid een steeds grotere roep vanuit de maatschappij. De sociale samenhang en veiligheid, dus eigenlijk het woongenot vinden wij belangrijk voor de bewoners van Hendrik-Ido-Ambacht. Daarom staat leefbaarheid bij ons op nummer 1. 2 . P art n e rs c h ap en p a r tic ip a t ie Als vastgoedonderneming in HendrikIdo-Ambacht op het gebied van wonen, zorg en welzijn willen wij ons ontwikkelen tot een organisatie waarbij partnerschap en participatie centraal staan. Onze bewoners zijn hierbij het startpunt. We gaan hen betrekken bij onze plannen en wij willen hun mening horen. Zo willen we komen tot een gezamenlijke visie en een gezamenlijke agenda in de wijk. Ook willen wij onze lokale positie verankeren en benutten door een integraal aanbod te bieden van wonen, zorg en welzijn aan onze bewoners. Dit willen wij realiseren door de samenwerking op de zoeken met de desbetreffende partijen en samen met hen een gezamenlijke agenda voor Hendirk-Ido-Ambacht te bepalen. 3. On t w i kke l i n g m a a t s c h a p p elijk va s t goe d Onze huurders zijn de kern van ons be-
staan. Vastgoed is het belangrijkste middel om hen te bedienen. Met vastgoed kunnen wij ons onderscheiden, want daarin ligt onze expertise. Daarnaast is maatschappelijk vastgoed belangrijk ter ondersteuning van leefbaarheid, welzijn en participatie (speerpunt 1 en 2). Ondanks dat het ontwikkelen van maatschappelijk vastgoed een speerpunt is, mag het nooit ten koste gaan van onze kernactiviteit: het beheren en verhuren van woonruimte voor onze doelgroep.
F inanci ë n e n b e drijfs vo e ring Door de bezuinigingen om ons heen en de scherpere financieringseisen moeten wij het maximale uit onze middelen halen. Dit doen wij door ons strategisch voorraadbeleid te actualiseren en scherper te sturen op de kosten en opbrengsten kant van onze portefeuille. We willen per complex het rendement optimaliseren. Wij professionaliseren onze vastgoedsturing, zodat we inzicht hebben in onze geldstromen. Daarnaast stellen wij een investeringsstatuut op wat het kader aangeeft waar binnen wij investeringsbeslissingen nemen. Het geeft de minimale eisen aan. Wij investeren in onze mensen door een persoonlijk ontwikkelplan en een opleidingsbudget voor iedere medewerker ter beschikking te stellen. Ook investeren wij in onze mensen door binnen de bestaande structuur de verantwoordelijkheid lager in de organisatie te leggen en zelfstandigheid te stimuleren. Het huidige economische klimaat vraagt om extra efficiëncy in de bedrijfsvoering. In dit kader ambiëren wij de slanke en flexibele organisatie door een kleine
groep van vaste medewerkers in dienst te hebben. Ook gaan wij Het Nieuwe Werken onderzoeken. Dit wil zeggen flexibele werkplekken en flexibele werktijden. Door de mogelijke samenwerking met De Blije Borgh en A3 Welzijn streven wij naar besparingen op de front- en backoffice. In 2011 is ons communicatiebeleid opgesteld. Interne communicatie, marketing communicatie en concerncommunicatie is vastgelegd en de strategie voor de komende jaren is bepaald. De activiteiten rondom communicatie zijn opgesplitst naar: • Basiscommunicatie op orde • Communicatieprioriteiten • Reguliere communicatieactiviteiten Ons motto is: ‘zeggen wat we doen’ en ‘doen wat we zeggen’. Onder ons communicatiebeleid valt ook het onderzoek of we gebruik gaan maken van social media. Dit onderzoek zal in 2012 plaatsvinden.
A mbiti e 2011 is een druk jaar geweest en voor 2012 staan er weer volop nieuwe uitdagingen op de planning De belangrijkste uitdaging voor het volgende jaar is: • Onderzoek naar de samenwerking met De Blije Borgh en A3 Welzijn • De uitvoering van onze visie op leefbaarheid en participatie, met daarin als belangrijkste thema wijk- en buurtgericht werken en de inzet van vrijwillgers • Realisatie Sophiastaete in de Volgerlanden
Hoofdstuk 1
en de laagdrempeligheid van Rhiant. Dit gaan we verder invulling geven door gezamenlijk met onze belanghouders ons in te spannen om het unieke dorpse karakter te behouden en daarmee de leefbaarheid en het welzijn van de burgers te versterken. Om dat te realiseren hebben we voor de komende beleidsperiode een drietal speerpunten benoemd:
11
Hoofdstuk 2
JAARVERSLAG
12
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 3 Organisatie en personeelsbeleid I nl e iding Rhiant vind het belangrijk om een goede werkgever te zijn. Ook willen we altijd kunnen inspelen op de veranderende markt en maatschappij. Indien nodig wordt de organisatiestructuur aangepast, zoals dit afgelopen jaar is gebeurd. Verder vinden wij professionaliteit, kennis en tevredenheid belangrijke aspecten voor onze medewerker.
Daarom bieden wij verschillende faciliteiten aan om dit te bereiken. In dit hoofdstuk wordt de organisatie en het personeelsbeleid verder toegelicht.
De we r kor g an isatie De werkorganisatie zag er in 2011 als volgt uit:
RvC Hoofdstuk 3
DirecteurBestuurder Beleid
Woondiensten
Financiën
aantal personen: Directie 2 Beleid 2 Woondiensten 16 Sociaal Beheer (woondiensten) 1 Financiën 4 Projecten 2 Totaal 26 Stagiaires
1
Projecten fte: 1,19 1,56 13,12 1 2,72 2 21,59 0,67
JAARVERSLAG
Rhiant voert structureel planning- en functioneringsgesprekken. Op basis van een vastgesteld Reglement Beoordelingssystematiek vindt er een koppeling plaats tussen het functioneren en de beloning van de medewerker. Rhiant beschikt over een klokkenluiderregeling. Hiervoor is een externe vertrouwenspersoon aangesteld. Rhiant beschikt over drie BHV’ers en een Arbo preventiemedewerker. Ook in 2011 is een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) gehouden. De gemiddelde uitkomst hiervan was het cijfer 7,4 (in 2010: 7,6). Alle regelingen op het gebied van personeelszaken, zowel vanuit de CAO als bedrijfseigen regelingen zijn opgenomen in een personeelshandboek. Het personeelshandboek is in 2011 volledig geactualiseerd door een stagiaire van de Hogeschool in Holland.
kwaliteitsverhoging van ons personeel. Ook voor nieuw aan te trekken personeel leggen we de lat aanzienlijk hoger. Het management wordt jaarlijks 1 of 2 dagen getraind om als team alle ontwikkelingen in goede banen te kunnen leiden. Daarbij worden ook actuele cases uit de praktijk getoetst. Het budget is 4 % van de loonsom. Totaal is er in 2011 € 49.468 besteed aan opleidingen. C o m m un icatie Het communicatiebeleidsplan van Rhiant is vastgesteld in 2011. Door goede in- en externe communicatie borgen we dat we ‘doen wat we zeggen’ en ‘zeggen wat we doen’. Ons externe imago is in lijn met onze interne cultuur, gestoeld op onze kernwaarden. Ook wat betreft de inzet van moderne communicatiemiddelen maken we een start, zoals een onderzoek uitvoeren naar het gebruik van social media. In de komende jaren ligt onze focus op goede communicatie via de website en via de kanalen van overleg met huurdersvertegenwoordigingen en andere belanghouders. De activiteiten rondom communicatie zijn opgesplitst naar: - Basiscommunicatie op orde - Communicatieprioriteiten - Reguliere communicatie activiteiten
O nd e rn e mingsraad O pl e iding e n Kwaliteitsverhoging is één van de speerpunten van het personeelsbeleid van Rhiant. De belangrijkste schakels hierin zijn de medewerkers. Hun kennis en expertise moet up to date blijven. We hebben ook dit jaar veel aandacht besteed aan de
Sa m en ste llin g In 2011 is Eline de Rover afgetreden als voorzitter van de OR. Uit een oproep onder het personeel kwamen twee nieuwe aanmeldingen. Middels een stemming onder het personeel is Claudia Wagemakers gekozen voor de OR.
Hoofdstuk 3
P ers on e e l s be l e i d en A r b o b eleid Het personeelsbeleid van Rhiant is er op gericht om met een optimale personele bezetting, met gemotiveerde en voor hun verantwoordelijkheden toegeruste personeelsleden, te komen tot de realisatie van ondernemingsdoelstellingen.
13
14
JAARVERSLAG
Per 1 juni 2011 bestaat de OR uit: • Marjette Vos - Voorzitter • Ron van der Hoek - Secretaris • Claudia Wagemakers - Lid OR met B e s t u u rde r Er is dit jaar vier keer regulier overleg geweest. Een aantal keren is tussentijds overleg geweest over incidentele zaken. Het overleg vindt plaats in openheid en met wederzijds respect.
Hoofdstuk 3
OR met RVC In december vond het jaarlijkse OR-RVC overleg plaats. Tijdens dit overleg is vooral gesproken over de uitslag van het medewerkerstevredenheidonderzoek (MTO) en de wijze hoe het werken bij Rhiant ervaren wordt. Zowel OR als RVC onderschrijven dat er veel ontwikkelingen zijn bij Rhiant, maar dat dit niet mag leiden tot onzekerheid bij de medewerkers. Besproken onderwerpen tussen de OR en bestuurder In 2011 zijn de volgende onderwerpen besproken tussen OR en bestuurder, tussen haakjes zijn de behaalde resultaten weergegeven: • Verplichte vrije dag 3 juni (vastgesteld) • Health Check (aanbevelingen worden opgevolgd) • Computercursus vaklieden deels vergoed • Conceptrapportages SVB, ONP personeelshandboek (ingestemd) • Begroting 2012 en jaarverslag 2010 (ter kennisname aan OR verstrekt) • Loonsverhoging nieuwe medewerkers (procedure opgenomen in personeelshandboek) • Vacature manager Woondiensten (procedure aanstelling gemonitord)
• MTO (vooraf vragen gescreend en naderhand de uitslag besproken) • Werkkostenregeling (gevolgen medewerkers monitoren) • Bijeenkomst technische dienst in 2012 in het kader van onderzoek naar samenwerking (op de agenda gezet) • Bespaarteam (geen doelen gesteld, wel eindejaarsbonus uitgekeerd) • De vijf punten van bedrijfscode voor planning/beoordeling 2012 (ingestemd)
A dministrati e v e organisati e De administratie, inclusief het opstellen van de jaarrekening, voeren we in eigen beheer uit. We maken hiervoor gebruik van de programmatuur van het NCCW. Een steeds belangrijker module is het FMP (Financiële Meerjaren Prognose) waarmee financiële risico’s worden doorgerekend bij nieuwe projecten en begrotingen. M a n a g em e n tin f or m atie In 2011 hebben we een slag gemaakt in het verder professionaliseren van onze managementinformatie. We hebben verschillende stukken op elkaar afgesteld. Ook de inhoud van de kwartaalrapportage en de Balanced Scorecard (BSC) is herijkt. De kwartaalrapportages zijn verder geprofessionaliseerd, zodat deze leiden tot optimalisatie van de sturingsinformatie en daarmee de optimalisatie van de bedrijfsvoering. De BSC heeft een belangrijkere positie gekregen binnen de kwartaalrapportage. Met de BSC ziet men snel hoe het ervoor staat met de doelstellingen van Rhiant. Met de BSC worden de beleidsvoornemens en de going concern zaken sneller behaald. Dit maakt de prestaties van Rhiant meetbaar
en volgbaar. De BSC wordt ieder kwartaal getoetst en opgenomen in de kwartaalrapportage. De kwartaalrapportage geeft vooral toelichting op de BSC. In de kwartaalrapportages komt aan bod: de BSC, de stand van zaken omtrent weten regelgeving (actualiteiten), innovatie, markt, klant en portfolio, maatschappij, wonen en zorg, planning, financiën, verhuurzaken, onderhoud en beheer, personeel, projectontwikkeling, samenwerking en deelnemingen/relaties, stand van zaken werkprocessen, interne controle, besluiten managementteam, PR en communicatie en ICT en facilitaire zaken. In te r n e C on tr ole Elk kwartaal wordt door de accountant Deloitte een interne controle uitgevoerd welke tot doel heeft de naleving van de vastgestelde procedures te controleren. C on tr ole jaar r e ke n in g De jaarrekening wordt vanaf 2009 gecontroleerd door Verstegen Accountants te Dordrecht.
15
Hoofdstuk 3
JAARVERSLAG
16
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 4 Maatschappelijke inbedding I nl e iding
B e won e rscommissi e s
Onze maatschappelijke inbedding is zichtbaar in zowel onze lokale als regionale rol. Samen met onze belanghebbenden willen wij een toegevoegde waarde leveren aan de inwoners van de Drechtsteden in het algemeen en aan onze bewoners in Hendrik-Ido-Ambacht in het bijzonder.
In iedere wijk, waarin bewoners zich willen verenigen, zal Rhiant faciliterend optreden. Meestal ontstaan bewonerscommissies bij grootonderhoudsingrepen, herstructurering etcetera. De bewonerscommissies praten met Rhiant mee op een uitvoerend niveau.
Rhiant betrekt haar bewoners bij beheer en beleid ten aanzien van woningen en de woonomgeving. Dit gebeurt via bewonerscommissies, klankbordgroepen en de Huurdersraad.
K lankbordgro e p e n
Het bewonersblad de Schakel is een belangrijk communicatiemiddel met onze huurders en overige belanghebbenden. De PALT afspraken en de lokale werkafspraken met de gemeente zijn belangrijke kaders voor ons werkveld.
Hoofdstuk 4
In het belanghoudersoverleg en door middel van relatienieuwsbrieven vindt informatie en afstemming plaats over ons beleid met onze belanghouders. Daarnaast geven wij inzicht aan onze belanghebbende, welke contactvorm toegepast wordt en welke onderwerpen besproken worden. Via de Geschillencommissie Wonen en de Klachtencommissie Woonruimteverdeling stellen wij klanten in de gelegenheid hun klachten over ons kenbaar te maken.
Via een klankbordgroep vragen wij huurders mee te denken over belangrijke thema’s. De klankbordgroep wordt vaak op complex niveau georganiseerd (zie ook blz 27). Aan de klankbordgroep worden thema’s voorgelegd die betrekking hebben op de directe leefomgeving van onze bewoners. Onze bewoners van Banckertplein hebben het afgelopen jaar regelmatig als klankbordgroep gefungeerd. In 2011 heeft dat vijf keer plaatsgevonden. Ook zijn wij bij onze huurders op de koffie geweest. Deze input hebben wij gebruikt voor ons nieuwe ondernemingsplan.
H u u rd e rsraad Rhiant heeft een Huurdersraad die op beleidsniveau meepraat met Rhiant. Op basis van de samenwerkingsovereenkomst die we aangegaan zijn met elkaar, heeft in het verslagjaar vier keer overleg plaatsgevonden tussen de Huurdersraad en de directeur/bestuurder. We hebben met de Huurdersraad geen prestatieaf-
JAARVERSLAG
De contacten onderling zijn goed; samen werken we opbouwend aan en spreken we over verschillende beleidsonderwerpen. De Huurdersraad is kritisch en opereert op een hoog niveau. Zij vormt daadwerkelijk een spiegel voor de directie en daarmee voor de organisatie. Rhiant is trots op de wijze waarop de Huurdersraad functioneert. De ingeslagen professionaliseringsslag van de Huurdersraad wordt daarom ook doorgezet. In de komende jaren zal Rhiant haar huurders de gelegenheid blijven geven betrokken te zijn bij het beheer en beleid. Eva l u at i e Jaarlijks evalueren Rhiant en haar Huurdersraad de samenwerking middels een enquête. De uitkomsten voor 2011 zijn als volgt: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
• • • • • • • • • • • • • • •
• •
Het energiebeleid Het ondernemingsplan 2012 – 2015 Jaarrekeningen 2010 Goedkeuring herbenoeming nieuwe leden in de geschillencommissie Het strategisch voorraadbeleid 2012 De bouwplannen omtrent de Petrakerk Algemene huurvoorwaarden Samenwerking tussen wonen, zorg en welzijn en de eventuele verhuizing Asbest en asbestinventarisatie Communicatiebeleidsplan Bedrijfscode 2012 en de externe integriteitcode voor opdrachtnemers Procedure burenoverlast Onderhoud-, financiële- en meerjarenbegrotingen 2012 Gesprek huurdersraad met de wethouder volkshuisvesting Voortgang diverse lopende projecten (nieuwbouw, renovatie, herstructurering). Huurbeleid 2011 Europadossier
Onderwerp Cijfer 2011 Cijfer 2010 De frequentie van de vergaderingen 8 7 1/2 De onderwerpen van de vergaderingen 7 1/2 7 1/2 De aanlevering van de agenda en stukken 6 1/2 7 De vergaderingen zelf 7- 7+ De verslaglegging (kwaliteit en tijdigheid) 6 1/2 7 1/2 De samenwerking met de Directie van Rhiant 7 7+ De samenwerking met de medewerkers van Rhiant 7+ 7+ De samenwerking met de RvC van Rhiant 6 1/2 7 De mate waarop Rhiant uw mening op prijs stelt 6 7De mate waarop uw mening mee telt in de beleidskeuzen van Rhiant 6 6
Onderwerpen die in 2011 besproken zijn, waren onder andere: • Samenwerkingsovereenkomst Rhiant / Huurdersraad • Voordracht twee nieuwe leden voor de Raad van Commissarissen
Dit jaar heeft een delegatie van Rhiant en de leden van de Huurdersraad een bezoek gebracht aan de complexen waar bij Rhiant de meeste aandacht naar uit gaat. Deze complexen zijn uitgebreid besproken.
De Huurdersraad heeft dit jaar een actieve bijdrage geleverd aan de totstandkoming en uitvoering van het energiebeleidsplan.
B e won e rsblad D e S chak e l Ons bewonersblad “De Schakel” is in 2011 drie keer verschenen. Dit is vanwege de bezuinigingsopgave één keer minder dan in 2010. Het blad verschijnt nu één keer per vier maanden. U kunt deze nalezen op onze website: www.rhiant.nl onder Organisatie / Bewonersblad De Schakel.
P A L T afsprak e n ( P r e stati e afsprak e n L ang e T e rmijn ) Rhiant werkt in de regio Drechtsteden samen met andere corporaties (Woonkracht 10, Trivire, Tablis Wonen en Woonbron) en gemeenten. Zo hebben deze partijen samen regionale prestatieafspraken (op het gebied van bouwen, doelgroepen, woonruimteverdeling) gesloten voor zowel de korte als de lange termijn. De partijen bedienen in afstemming met elkaar de markt. We hebben in 2010 de nieuwe PALT afspraken getekend. Onderwerpen zijn, onder andere: de regionale opgave op lange termijn sociale voorraad flexibiliteit kwaliteitseisen nieuwbouwwoningen herstructurering en voorzieningen wonen, zorg en welzijn voor mensen met een functiebeperking 7. bijzondere doelgroepen 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Hoofdstuk 4
spraken gemaakt. De samenwerkingsovereenkomst is in 2011 herzien en opnieuw ondertekend.
17
18
JAARVERSLAG
8. zeggenschap en keuzevrijheid 9. woonruimteverdeling 10. huurbeleid 11. lokale afspraken 12. financiële spelregels 13. procesafspraken en de opgaven per partij
W e rkafsprak e n m e t g e m e e nt e Op lokaal niveau heeft Rhiant werkafspraken gemaakt met de gemeente voor zaken die niet in de eerdere genoemde prestatieafspraken zijn opgenomen. In bijlage 3 is de evaluatie van deze afspraken opgenomen.
B e langho u d e rs ov e rl e g In 2011 heeft Rhiant in het kader van het nieuwe ondernemingsplan een belanghoudersoverleg gehouden. Daarnaast vinden wij het belangrijk om een goede verstandhouding te hebben met onze belanghouders. We willen hen betrekken bij ons beleid. De conclusies hiervan zijn:
H o e b e oord e e lt u R hiant ? Hoofdstuk 4
Rhiant werkt samen Rhiant is laagdrempelig Rhiant houdt rekening met uw belang Rhiant is betrouwbaar Rhiant communiceert haar plannen en ideeën Rhiant is lokaal verankerd Rhiant doet de goede dingen Rhiant is ondernemend Rhiant is herkenbaar Rhiant is enthousiast
7,5 7,9 7,1 7,6 7,6 7,8 7,4 7,5 7,6 7,9
7,1 7,9
W e lk e ambiti e s h e bb e n voor d e to e komst volg e ns d e b e lang ho u d e rs priorit e it ? 1. Leefbaarheid 2. Vastgoedontwikkeling maatschappelijk vastgoed 3. Onderhoud van de woning 4. Samenwerking met (lokale) partijen 5. Energiebesparing en duurzaamheid in het woningbezit
W e lk e kans e n zi e n d e b e langho u d e rs voor R hiant ? 1. Lokale verbondenheid en samenwerking (gemeente, leefbaarheid, maatschappelijk vastgoed, wonen/zorg en welzijn) nog beter benutten. 2. Kleine maar degelijke organisatie zijn met korte lijnen. 3. Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) 4. Vrije huursector: zodat ook middeninkomens tussen € 33.000 - € 43.000 bediend kunnen worden.
W at zijn d e b e dr e i ging e n voor R hiant volg e ns d e b e lang ho u d e rs ? 1. Financiën 2. Landelijke ontwikkelingen (Rijksbeleid en economie) 3. Schaalgrootte in relatie tot opgaven/ ambities Het complete verslag is te lezen in
bijlage 8 en op de website www.rhiant.nl onder Organisatie, Downloads. B ela n g h e b b e n d e n R h ian t Belanghebbende
Contactvorm
klanten een brochure ontwikkeld, waarin onder andere is aangegeven hoe en waar een klacht kan worden ingediend en wat de verdere procedure daarbij is. Verdere Frequentie
Huurdersraad Informeel overleg Meerdere malen Formeel overleg 4 x per jaar Overleg RvC 1 x per jaar Belanghoudersoverleg 1 x per jaar Gemeente Bestuurlijk overleg 4 x per jaar Raadscommissies 1 x per jaar Belanghoudersoverleg 1 x per jaar Regio Drechtsteden Drechtstedenoverleg 4 x per jaar Politie Sociale netwerken Meerdere malen Individuele zaken Collega corporaties Directeurenoverleg 6 x per jaar Woonzorgalliantie Afstemmingsoverleg 2 x per jaar Blije Borgh Afstemmingsoverleg 4 x per jaar
G e schill e ncommissi e W on e n Rhiant is aangesloten bij de Geschillencommissie Wonen Zuid-Holland-Zuid, waarin elf corporaties uit de regio zijn vertegenwoordigd. Met betrekking tot onze corporatie heeft de commissie geen klachten in behandeling genomen. Een reglement omtrent de samenstelling en werkwijze van de commissie is aanwezig. Tevens hebben wij voor onze
Thema’s Bewonerscommissies Leefbaarheid Herstructurering Huurbeleid Woonruimteverdeling Financiën Strategie Leefbaarheid Herstructurering Maatschappelijk vastgoed Financiën Strategie Structuurvisie Prestatieafspraken Leefbaarheid Veiligheid Strategie Gebiedsontwikkeling Belangbehartiging Prestatieafspraken NV Stadsherstel Wonen, zorg en welzijn Wonen, zorg en welzijn
informatie over de Geschillencommissie is op te vragen via de website: www. geschillencommissie-wonen-zhz.nl
K lacht e ncommissi e W oonr u imt e v e rd e ling Klachten over de toewijzing van woningen kunnen worden ingediend bij de Klachtencommissie Woonruimteverdeling in Dordrecht. Er is één klacht ingediend, die ongegrond is verklaard.
Hoofdstuk 4
Rhiant is inventief Rhiant is integer
19
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
20
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 5 doelstellingen en resultaten Ondernemingsplan I nl e iding Het ondernemingsplan geeft de basis voor ons doen en laten. Hierin bepalen wij onze koers voor de komende jaren. In dit hoofdstuk geven wij inzicht in onze doelstellingen voor 2011 en de resultaten die wij hierop behaald hebben. Tot slot geven wij ook aan welke doelstellingen niet gehaald zijn.
S trat e gisch e do e l e n De strategische doelen van Rhiant zijn onder te verdelen in de volgende hoofdonderwerpen: 1. Bewoners 2. Maatschappij 3. Markt 4. Vastgoed/product 5. Financiën 6. Organisatie
Hoofdstuk 5
Hoe meten we de maatschappelijke outcome van onze strategische doelstellingen uit het ondernemingsplan? Om inzicht te krijgen in de maatschappelijke outcome van onze strategische doelstellingen uit het ondernemingsplan, houden wij driejaarlijks een bewonerstevredenheidonderzoek. In dit onderzoek verwerken wij zo veel mogelijk vragen met betrekking tot onze strategische doelstellingen. Dit onderzoek geeft een kwantitatieve uitkomst. In 2012 staat het bewonerstevredenheidonderzoek weer
gepland. Het jaar 2012 gebruiken wij als nul-meting.
1 . B e won e rs De bewoner is ons bestaansrecht en daarmee de kern van ons bestaan. Doe lste llin g e n 2 01 1 • Opstellen energieprogramma en bewoners informeren over de mogelijkheden van energiebesparing • Opstellen van een integraal (strategisch) communicatieplan • Aantrekken/contracteren (freelance) communicatiemedewerker/adviseur • Minimaal 1x per twee jaar een klantenpanelonderzoek organiseren over actuele onderwerpen R e alisatie 2 01 1 • Het energiebeleidsplan is vastgesteld. In dit beleidsplan geven we aan hoe wij in tien jaar 20% gasreductie willen realiseren • In 2011 hebben wij een communicatieadviseur een beleidsplan communicatie laten opstellen. Dit beleidsplan is vastgesteld • Het klantenpanel is dit jaar niet uitgevoerd. Wij zijn in de plaats hiervan op de koffie geweest bij onze huurders. Dit met betrekking op ons nieuwe ondernemingsplan. Ook hebben we de mening van onze bewoners gevraagd door middel van een klankbordgroep
Do el s t e l l i n ge n 20 1 1 : • Invoeren adviezen visitatiecommissie • Samenwerkingsovereenkomst met de politie tekenen • Jaarlijks houden van belanghoudersoverleg • Buurtbemiddeling continueren • Rhiant wil actief het eigen visiedocument afstemmen met de gemeente en afspraken maken over de realisatie hiervan • Jaarlijks maken van werkafspraken met de gemeente • Rhiant en gemeente verkennen de mogelijkheden om de woonwagens en standplaatsen aan de Roelof Duijckstraat in eigendom en beheer van de gemeente over te dragen aan Rhiant • Milieubelasting woningvoorraad planmatig onderhoud verminderen • Klantbewustzijn vergroten als het gaat om energiebesparing • Milieuvriendelijke bouwmaterialen (inkoop en bestekken) • Milieuvriendelijke inkoop van kantoorartikelen Rea l i s at i e 2011: • De meeste adviezen van visitatiecommissie zijn ingevoerd • In 2011 heeft Rhiant weer een belanghoudersoverleg gevoerd. Het verslag hiervan is te lezen in bijlage 8. en op onze website. (www.rhiant.nl, onder Organisatie, Downloads) • Buurtbemiddeling wordt wanneer nodig aan de huurders aangeboden • In het kader van de structuurvisie van de gemeente heeft Rhiant een intentieovereenkomst getekend over een van de belangrijkste projecten: ‘de strip Schoof-Cascade’
• De werkafspraken met de gemeente zijn gemaakt en geëvalueerd. Een overzicht hiervan treft u aan in bijlage 3 van dit jaarverslag • Rhiant is een onderzoek gestart naar de mogelijkheid om woonwagens van de gemeente over te nemen. Dit heeft nog niet tot een resultaat geleid • Samenwerkingsovereenkomst met de politie is niet getekend • Rhiant heeft een notitie Duurzaam Ondernemen opgesteld • Rhiant heeft Duurzaamheids Convenant GPR gebouw ondertekend
• Realiseren van drie wonen-zorg-welzijn- en scholenzones in Hendrik-IdoAmbacht • Onderzoek assetmanagement om meer financieel te sturen op rendementen van vastgoed • Opstellen energieprogramma en klanten informeren over de mogelijkheden van energiebesparing • Rhiant onderzoekt toepassingsmogelijkheden van prestatiegerichte onderhoudscontracten • Rhiant zet zich actief in voor de Woonzorgalliantie
3 . M arkt
R e alisatie 2 01 1 : • Het woningbezit bestond in 2011 uit 1.886 verhuureenheden. • Het belangrijkste besluit ten aanzien van het SVB is de verkoop van een woningencomplex met korting (Koopgarant) aan de zittende huurders geweest • In het kader van de uitvoering van de structuurvisie Hendrik-Ido-Ambacht is gestart met het eerste project ‘De Strip Schoof Cascade’ • In het project Sophiastaete wordt Woonkeur toegepast • Het energieloket is gerealiseerd. Bewoners kunnen via de website bijhouden wat ze verbruiken aan energie en hoe ze kunnen besparen en wat dit per saldo oplevert • Rhiant heeft een prestatiegericht onderhoudscontract afgesloten met onderhoudsbedrijven (schilderwerk en start met CV onderhoud) • Onderzoek assetmanagement is uitgevoerd in het kader van het SVB
D o els te llin g e n in 2 01 1 : • Onderzoek verrichten omtrent de vraag naar luxe vrije sector huurwoningen met breed aanbod aan zorgdiensten • Uitvoering energiebeleid • Rapportage over de ontwikkelingen op de woningmarkt R ea lis a tie 2 01 1 : • Jaarlijks presenteert een adviesbureau een marktmonitor • Uitvoering van het energiebeleid
4 . V astgo e d / P rod u ct D o els te llin g e n 2 01 1 : • Minimaal 1800 woningen in portefeuille houden • Uitvoeren conclusies/aanbevelingen SVB • Rhiant wil actief het eigen visiedocument afstemmen met de gemeente en afspraken maken over de realisatie hiervan • Bij nieuwbouw van zorgwoningen Woonkeur toepassen
Hoofdstuk 1
2 . M aatschappij
21
Hoofdstuk 5
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 1
22
JAARVERSLAG
5 . F inanci ë n Do elste l l i n g e n 2011 : • Inrichten financieel instrumentarium en randvoorwaarden om nieuw beleid en keuzes vooraf door te rekenen • Jaarlijks rendementseisen vaststellen voor de projecten • In besluitvormingsdocumenten financiële paragraaf en een risicoparagraaf opnemen • Onderzoeken fiscale mogelijkheden om de belastingdruk te verlagen Real i s at i e 20 11: • Rhiant beschikt inmiddels over een goed werkende projectadministratie en heeft softwarepakket Reasult aangekocht. Wij hebben een projectontwikkelingspakket aangekocht teneinde de risico’s ten aan zien van projectontwikkeling beter te beheersen • Rhiant heeft een RFM (Revolving Fundmodel) ontwikkeld, waarbij de effecten (WSW, CFV en bedrijfsbegroting) van nieuwe projecten direct kunnen worden doorgerekend • De besluitvormingsdocumenten bevatten financiële paragrafen en risicoparagrafen • Er is een uitgebreid onderzoek gedaan naar de fiscale positie van Rhiant. De voorbereidingen voor Tax Control Framework zijn gereed • Er is een risico-analyse voor projectontwikkeling opgesteld
6 . O rganisati e Hoofdstuk 5
Do elste l l i n g e n 2011 : • Kritische massa vergroten door lokaal een aantal taken naar ons toe te trekken.
• Continueren MD traject leidinggevenden • Meer persoonlijke coaching toepassen • Opleidingsbudget 4 % van de loonsom handhaven • Aanpassen van de werkwijze rondom functionerings- en beoordelingsgesprekken • Continueren kwartaalbijeenkomsten • Vaste frequentie nieuws publiceren op intranet • Varianten op de arbeidsrelatie met medewerkers uitwerken • Door inventief organiseren de werkdruk verlagen R ea lis a t ie 2 01 1 : • Het MTO (medewerkerstevredenheidonderzoek) is gehouden met prima resultaten. • In het kader van het ondernemingsplan zijn we ook bezig om slim dingen te organiseren. Zo werken we sinds kort met leerwerkplekken (en zijn we erkend Leerbedrijf geworden), laten we stagiaires onderzoeken doen en hebben we een studente van de Erasmus Universiteit aangetrokken om één dag in de week werkzaamheden te verrichten • Qua opleidingen is er veel aandacht voor Management Development • Het kader (MT + coördinatoren) is getraind (onderhandelingsvaardigheden) door een trainingsbureau • Voortboordurend op de notitie duurzaam ondernemen zijn wij ons gaan richten op maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Wij hebben een quickstart gehad op het gebied van MVO. Hierin is tekst en uitleg gegeven over MVO en zijn ons de benodigde handvatten aangereikt.
W at is ni e t g e l u kt in 2011 ? In le id in g Ondanks alle goede voornemens in 2011, hebben wij een aantal doelstellingen niet gehaald. De belangrijkste zijn: 1 . T e ke n e n sam e n we r kin gsove r e e n kom st m e t p oliti e Vanwege interne organisatiewisselingen binnen de politie en een aantal juridische zaken is de samenwerkingsovereenkomst tussen Rhiant en de politie niet getekend. Op dit moment is er nog geen zicht op een samenwerkingsovereenkomst. Deze is wel wenselijk vooral vanuit het oogpunt van leefbaarheid en veiligheid. 2 . Hou d e n van e e n klan tenpanel In 2011 is deze doelstelling niet uitgevoerd. Er is gekozen, in het kader van het nieuwe ondernemingsplan, om bij een aantal huurders op de koffie te gaan. De uitkomsten van deze gesprekken zijn gebruikt bij het samenstellen van het nieuwe ondernemingsplan. 3. W ijkb e h e e r in alle wijken Deze doelstelling is niet gehaald. In 2012 wordt hier verder vorm aan gegeven. 4. Positie Noor d oe ve r s Deze doelstelling is niet gehaald. 5. Pr oce d u r e s toe tse n op klan tg e r ich th e id Deze doelstelling is niet gehaald. Deze activiteit wordt verschoven naar 2012.
23
Hoofdstuk 5
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 6
24
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 6 Strategisch Voorraadbeleid en Projectontwikkeling I nl e iding Het ondernemingsplan 2009-2011, het strategisch voorraadbeleid 2009 en het beleidsplan wonen, zorg en welzijn uit 2009 zijn de belangrijkste kaders voor de realisatie van een aantal maatschappelijke doelstellingen. Mede door ons nieuwe ondernemingsplan 2012-2015 en vanwege de Europese regelgeving die per 1 januari 2011 van kracht is geworden, hebben we ook het strategisch voorraadbeleid in 2011 geactualiseerd. Daarnaast gaat het economisch gezien minder goed met Nederland en Europa. Dit vertaalt zich in strengere financieringseisen en een maatschappij brede bezuinigingsopgave. Deze ontwikkelingen zijn ook van invloed op ons beleid. In dit hoofdstuk worden de kaders van het strategisch voorraadbeleid toegelicht en de daarmee samenhangende resultaten in de realisatie van onze projecten. A c h ter g r on d e n an alyse Allereerst is er een analyse gemaakt van de woningmarkt waarin we werkzaam zijn, de demografische ontwikkelingen en woonwensen van de woningzoekenden. Als tweede is gekeken naar onze vastgoedportefeuille. Er wordt voor de komende decennia demografische groei voorzien voor Hendrik-Ido-Ambacht. Deze groei zit voornamelijk bij de oudere en 1 persoonshuishoudens. Kenmerk van deze groep is dat zij een grotere vraag naar huurwoningen hebben. Uitgaande
van de woonwensen en ons huidig marktaandeel is een groei in de huurwoningvoorraad geprognosticeerd van bijna 500 huishoudens en dus ook evenveel woningen. Hier zullen wij met onze portefeuille op moeten inspelen. Uit de inkomensanalyse van onze huurders alsmede de woningzoekenden blijkt dat ca. 30% een inkomen heeft boven de sociale grens van € 33.614. De groep die boven deze grens zit, zijn de zogenaamde middeninkomens. Er is dus een grote groep die een beroep doet of wil doen op de huursector, maar qua inkomen niet in de sociale huursector gehuisvest kan worden. Aangezien er weinig huurwoningen zijn met een huur boven de liberalisatie grens en zij niet willen of kunnen kopen, wordt het voor deze groep lastig om een geschikte woning te vinden. Wij willen voor deze doelgroep aanbod creëren. Twee groepen huishoudens met een middeninkomen die ook tussen wal en schip vallen zijn de gezinnen met kinderen en jonge tweeverdieners. Op basis van wat zij maximaal kunnen betalen aan huur zijn deze groepen aangewezen op woningen in het sociale segment. Ook voor hen zullen wij met een (betaalbare) oplossing moeten komen. De ontwikkeling van onze doelgroepen hebben we afgezet tegen onze portefeuille samenstelling. Op basis hiervan hebben we een aantal risicovolle producten benoemd. Dit zijn onze etagewonin-
gen zonder lift en de seniorenflat zonder buitenruimte. Het is van belang dat we beleid maken op deze risicovolle producten, zodat we leegstand en waardevermindering van ons bezit voorkomen. Verder bestaat onze portefeuille voornamelijk uit betaalbare (huurprijs tot € 554,76 prijspeil 2011) eengezinswoningen. Analyse van onze huurstelling heeft laten zien dat we minder op relatieve huur maar meer op absolute huur kunnen sturen. Het aantal WWS punten van de woningen laat zien dat onze woningvoorraad de kwaliteit heeft om de huur te optimaliseren. In het kader van co2 besparing, onze overige milieu doelstellingen en de stijgende energielasten, willen wij ons meer richten op de totale woonlasten en dit communiceren naar onze (toekomstige) bewoners. Stra t e gi s c h e ke u z en We hebben een analyse gemaakt van de bevolking en van de woningmarkt. Op basis van deze analyse en de (regionale) beleidsstukken hebben we vooraf een aantal strategische keuzen geformuleerd. Hier geven we in het strategisch voorraadbeleid antwoord op : • We zijn werkzaam in Hendrik-Ido-Ambacht in zowel de huur als koopmarkt • We streven naar een gelijkblijvend marktaandeel in Hendrik-Ido-Ambacht • Voor de middeninkomens gaan we aanbod creëren • We verduurzamen onze vastgoedportefeuille • We verjongen onze voorraad • We verminderen het aandeel risicovolle woningproducten • We optimaliseren de huurstelling van onze woningen maar letten goed op betaalbaarheid
25
Hoofdstuk 6
JAARVERSLAG
Hoofdstuk Hoofdstuk 61
26
JAARVERSLAG
• We vermeerderen het aandeel geschikte woningen voor oudere huishoudensgroepen • We breiden uit in Volgerlanden Oost • We houden de einde exploitatietermijnen van onze complexen in de gaten om een ‘piek’ te voorkomen Maatreg e l e n Het resultaat van het voorraadbeleid is dat we circa 80% van de huidige woningen al dan niet met een kwaliteitsimpuls doorexploiteren, een deel van de woningen wordt op termijn gesloopt en een deel verkocht. Om voldoende verkoopvoorraad te hebben zijn ook woningen voor potentiële verkoop aangewezen. De huurstelling van ons bezit wordt aangepast. Daarbij wordt beter gelet op kwaliteit en betaalbaarheid. Er treedt een verschuiving op in huurklassen. Het aanbod voor de middeninkomens realiseren we door woningen die daarvoor voldoende kwaliteit hebben boven de huurliberalisatiegrens aan te bieden. Woningen voor oudere huishoudensgroepen worden vooral toegevoegd via de nieuwbouw zowel op uitbreidingslocaties als op locaties waar sloop en vervangende nieuwbouw plaatsvindt. In het kader van het energieproject zullen we op termijn alle woningen met een laag energielabel aanpakken door energiebesparende maatregelen uit te voeren. Op den duur heeft iedere woning minimaal energielabel D (of hoger). Dit wordt bereikt door medewerking van de bewoners. Als zij niet willen meewerken dan wordt de woning bij mutatie voorzien van energiebesparende maatregelen. Het beleid op onze risicovolle producten is als volgt: • Kwalitatief verouderde woningen van voor 1975; deze blijven we vooralsnog
•
•
•
•
doorexploiteren echter na vijftien jaar zullen de complexen worden geherstructureerd Meergezinswoningen zonder buitenruimte; een deel is specifieke woningen met zorg zolang de verhuurbaarheid goed is, blijven we deze doorexploiteren. Voor het andere deel (niet aan zorg gebonden) zullen we onderzoek doen om als nog een buitenruimte te creëren Onze hoogbouw galerij woningen zullen we voorlopig doorexploiteren. Één complex is aangewezen als potentieel verkoopcomplex Overige meergezinswoningen met lift maar met zwakke prestatie in de huur gaan we via verkoop uit onze portefeuille halen Een deel van onze meergezinswoningen zonder lift gaan we verkopen als starterswoningen
Met onze mix aan maatregelen ter vermindering van het risico in onze huidige vastgoedportefeuille, onze vervangende nieuwbouw en ons huidige aandeel in de projectontwikkeling bereiken we op middellange termijn dat onze hoeveelheid woningen nagenoeg op peil blijft. In de financiële analyse hebben we scenario’s doorgerekend met verschillende rentepercentages. Het laat zien dat we ons huidig geformuleerde opgave uit het voorraadbeleid aan kunnen zowel naar vermogens- als kasstroompositie. Gev o lg en Met het SVB bereiken we voor de toekomst een betere samenstelling van onze vastgoedportefeuille. We bedienen in de huurmarkt zowel de sociale doelgroep als middeninkomens conform ons on-
dernemingsplan. Ook onze huurstelling wordt beter afgestemd op de betaalbaarheid in ons marktgebied. En energetisch verduurzamen we ons bezit. Of we op termijn ook daadwerkelijk onze zwakke producten in de vastgoedportefeuille verminderen hangt af van het resultaat van onderzoek om bijvoorbeeld buitenruimte toe te voegen, maar ook hoe de markt zich gedraagt ten aanzien van de verkoop van onze woningen. In een groeiende markt betekent een gelijkblijvende voorraad ook een afname van ons marktaandeel. We beseffen dat om ondernemend te kunnen zijn en te willen meegroeien in onze woningmarkt ter behoud van marktaandeel we verkoopafhankelijk zijn. Verkoop creëert ook een financiële buffer welke noodzakelijk is voor het doen van investeringen en behoudt van een positieve kasstroom. Ook bepalen de verkoopresultaten sterk de ruimte om extra woningen aan het bezit toe te voegen. Onze financiële analyse laat zien dat we in staat zijn om een goede balans te vinden tussen marktmogelijkheden en financiële continuïteit als we daarvoor de juiste financiële instrumenten gebruiken. C yclisch b e le id De voorgestelde maatregelen kennen een doorlooptijd van twintig jaar. Dit betekent, dat van overhaaste ingrepen geen sprake is en dat er bovendien alle ruimte is om, waar nodig en onderbouwd met nieuwe inzichten, andere maatregelen te treffen. Elke vier jaar wordt het beleid en de strategie met betrekking tot de vastgoedportefeuille door Rhiant geëvalueerd en daar waar nodig bijgesteld. De volgende herijking staat gepland in 2015. Mocht het zo zijn dat er allerlei nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden na
twee jaar, dan zullen wij de overweging maken om ons strategisch voorraadbeleid eerder te evalueren.
P roj e ctontwikk e ling Het strategisch voorraadbeleid vormt het afwegingskader voor Rhiant als het gaat om nieuwbouwprojecten. Ook in 2011 heeft Rhiant zich bezig gehouden met nieuwbouw. De projecten worden hieronder uiteengezet. 1. Ve e rs e di j k Dit project grenst aan het in 2000 al opgeleverde nieuwbouwproject Oostendam en maakte er oorspronkelijk deel van uit. Vanwege het niet tijdig kunnen verwerven van een hoveniersbedrijf op deze locatie is een gelijktijdige uitvoering niet mogelijk geweest. Het in 2010 uitgewerkte plan bestaat uit een drietal blokjes van twee vrije sector koopwoningen. In 2011 is gebleken dat verkoop van dit segment op deze plaats lastig is. Daarom vindt herontwikkeling van het plan plaats. Hierbij wordt ten aanzien van de beeldkwaliteit het uitgangspunt zo veel mogelijk gehandhaafd, namelijk het versterken van de lintbebouwing die Hendrik-Ido-Ambacht zo karakteriseert. De bouwwerkzaamheden starten als minimaal 75% van de woningen is verkocht, dan wel als er voldoende waarborg is voor afzet in de huur. 2 . On d e rd i j k Een ander aan Oostendam grenzend project is gepland op een locatie aan de Onderdijk. Om het project te kunnen realiseren is een tweetal woningen en een kavel van de gemeente aangekocht. De beoogde ontwikkeling met zorgorganisatie Eleos past niet binnen het be-
stemmingsplan. Met Eleos wordt verder gezocht naar ontwikkelmogelijkheden die passend en financieel acceptabel zijn. Uitgangspunt is een huurcomplex voor mensen die niet zelfstandig kunnen wonen, maar hier in meer of mindere mate begeleiding bij nodig hebben. 3 V o lg e r lan d e n In vinexwijk De Volgerlanden worden in totaal ongeveer 4.800 woningen gebouwd. Hiervan nemen de deelnemende woningcorporaties Trivire, Woonkracht 10 en Rhiant de realisatie van 1.800 huur- en koopwoningen voor hun rekening in een verhouding van respectievelijk 40-30-30. De deelnemende corporaties werken samen in de Volgerlanden Ontwikkelings Combinatie (V.O.C.). Deze projectorganisatie draagt zorg voor de realisatie van de woningen. De wijk behoort bij de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht en grenst direct aan de gemeente Zwijndrecht. Vanwege
de financiële en economische crisis loopt de realisatie vertraging op. Dit geldt met name voor de commerciële projectontwikkelaars. Rhiant ontwikkelt echter nog volgens planning. Van de 1.800 woningen die voor de
27
corporaties bestemd zijn, is de helft gelabeld als sociale huurwoning. 270 sociale huurwoningen (30% van 900) komen uiteindelijk in eigendom van Rhiant. Hiervan zijn 183 woningen gereed (oplevering 2007-2010) en 62 woningen in aanbouw. In een van de complexen van Rhiant is een ontmoetingsruimte voor de bewoners gerealiseerd. 3. 1 V olg e r lan d e n Sop hiast aet e In het hart van de Volgerlanden wordt het Sophiapark gerealiseerd. Het ontwerp van dit park is veelbelovend. In een mix van veel groen, waterpartijen en wandelroutes belooft dit een plek te worden waar het goed vertoeven is. Grenzend aan dit prachtige park verrijst het project Sophiastaete. In een hoog tempo wordt het omvangrijke volume van dit complex steeds meer zichtbaar. Het vormt straks een deel van de markante parkwand aan de noordwest zijde. Voor alle functies in het gebouw geldt een huursituatie.
Fu n ctie s b e g an e g r on d Het project Sophiastaete bestaat uit verschillende functies. Op de begane grond bevindt zich het gezondheidscentrum, de apotheek, de ruimten voor kinderopvang en een welzijnsruimte. Het gezondheidscentrum bestaat uit een divers aanbod
Hoofdstuk 61 Hoofdstuk
JAARVERSLAG
Hoofdstuk Hoofdstuk 61
28
JAARVERSLAG
van zorg- en dienstverlening. De kinderopvang is voor kinderdag- en buitenschoolse opvang. De welzijnsruimte is bestemd voor de oudere bewoners uit het complex, maar ook uit de wijk. Het is een plek om elkaar te ontmoeten en om deel te nemen aan allerlei activiteiten. Deze activiteiten worden georganiseerd onder leiding van welzijnsorganisatie A3 Welzijn. De totale oppervlakte van de functies op de begane grond is circa 2.590 m2 BVO. Wo o ngroe p e n Op de eerste verdieping worden vier kleinschalige woongroepen gerealiseerd voor dementerende ouderen. Elke woongroep bestaat uit zes bewoners en staat onder leiding van een medewerker van zorgorganisatie De Blije Borgh. Elke woongroep is vanaf de galerij apart bereikbaar. De woongroepen gezamenlijk hebben de beschikking over een daktuin van ruim 310 m2, die direct aan de galerij grenst.
‘verzorgd wonen’ houdt in dat er door de bewoners 24 uur per dag en 7 dagen per week een beroep kan worden gedaan op zowel geplande- als niet geplande zorg. De appartementen worden dan ook toegewezen aan mensen met een zorgindicatie. Evenals bij de woongroepen wordt ook hier de zorg geleverd door De Blije Borgh. D u u r z a a m h e id Bij de ontwikkeling van het project is veel aandacht besteed aan duurzaamheid. In dat kader is onder andere gekozen voor een zogenaamde WKO installatie (warmte- en koude opslag in de bodem). Met dit systeem wordt middels twee bronnen in de bodem gebruik gemaakt van de warmte van grondwater, om daarmee het gebouw te verwarmen. Ook de warmwater voorziening is aan dit systeem gekoppeld. Middels een zogenaamd ‘energiedak’ wordt extra warmte opgevangen om in de bodem op te slaan en om te gebruiken voor het warmwater circuit. De ruimte op het dak wordt ook benut om Photo Voltaik (PV) panelen te plaatsen. Hiermee wordt een deel van de elektriciteitsvoorziening van het gebouw opgewekt. Van het ministerie van Infrastructuur en Milieu hebben we voor dit project een Groenverklaring ontvangen.
Appa rteme n t e n Het grootste deel van het complex bestaat uit appartementen, allemaal met het label ‘verzorgd wonen’. Het gaat om 49 appartementen met een gebruiksoppervlakte van 88 m2 en 13 appartementen met een gebruiksoppervlakte variërend van 98 tot 124 m2. Het label
P la n n in g De bouw is gestart in juli 2011. De laatste oplevering is gepland medio maart 2013. Tot heden verloopt de bouw zeer voorspoedig. De toekomstige bewoners en gebruikers van Sophiastaete wonen en werken straks op een mooie locatie in De Volgerlanden.
4. Pr oje ct ‘V an G od e wijcklocatie ’ ( ook wel d e ‘Str ip Sch oof C ascad e’ g e n oe m d ) Het project ‘Van Godewijcklocatie’ is benoemd in de gemeentelijke Structuurvisie die vastgesteld is op 6 juni 2009 (hierin wordt dit project de ‘De Strip Schoof Cascade’ genoemd). Het plangebied ligt heel centraal in Hendrik-IdoAmbacht: aan de zuidzijde van de Graaf Willemlaan, deels grenzend aan winkelcentrum De Schoof. Voor de invulling van de locatie wordt gedacht aan verschillende functies waaronder een uitbreiding van het winkelcentrum, nieuwe woningen en mogelijk een Brede School (ook wel multifunctionele accommodatie (MFA) genoemd). Brede school / MFA De gemeente heeft besloten om de bestaande scholen onder te brengen in clusters. Een van die clusters kan mogelijk op de Van Godewijcklocatie worden gebouwd. In de eerste helft van 2012 wordt een definitieve keuze verwacht. Uitbreiding winkelcentrum Verder dient het project mogelijkheden te bieden voor uitbreiding van het winkelcentrum De Schoof. Er is behoefte aan een kwalitatief hoogstaand winkelcentrum, dat zich kan meten met de sterke concurrentie in de omgeving en dat zich
moet onderscheiden door de sfeer en functionaliteiten. Nieuwe woningen Tevens zal het woningbestand op de locatie worden geherstructureerd. Dat betekent sloop van de vier woningblokken met verouderde portieketagewoningen. Er zullen nieuwe en moderne appartementen terugkomen in het project. De Van Godewijcklocatie zal dus een voorzieningenknoop (kunnen) worden die zal voorzien in de functionele behoefte van zowel het winkelend publiek van De Schoof als mogelijk de leerlingen en ouders van de Brede School. Daarnaast zal de herontwikkeling een nieuw en mooi woonklimaat opleveren, centraal in de gemeente met alle voorzieningen op loopafstand. De gemeente en betrokken partijen, waaronder Rhiant, hebben een intentieovereenkomst gesloten. Hierin is onder andere opgenomen dat een haalbaarheidsstudie wordt uitgevoerd, waarbij Rhiant optreedt als ontwikkelaar van de koop- en toekomstig verhuurder van de huurwoningen. De gemeente is verantwoordelijk voor de grondexploitatie en MKB Vastgoed Plan treedt namens IEFC Vastgoed Rietveld BV op als ontwikkelaar van de winkels.
29
Hoofdstuk 6
JAARVERSLAG
30
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 7 Zorg, welzijn en Leefbaarheid I nl e iding Zorg, welzijn en leefbaarheid zijn niet meer los te zien van wonen. Voor Rhiant zijn deze thema’s vrij nieuw. Echter zijn wij hard bezig ons dit eigen te maken, zodat we een gedegen partner zijn voor onze zorg-en welzijnsinstelling om mee samen te werken. Ook intern hebben wij de nodige veranderingen in werking gezet om goed te kunnen inspelen op deze veranderende behoefte van de maatschappij. Onze organisatie is gekanteld naar leefbaarheid. Zo kan er met meer tijd en middelen worden ingezet op leefbaarheid, zorg en welzijn van onze bewoners.
W on e n , Z org e n W e lzijn Naast wonen zijn ook zorg en welzijn belangrijke aandachtspunten van Rhiant. In de beleidsplannen wonen, zorg en welzijn, het ondernemingsplan 2012-2015 en in het strategisch voorraad beleid speelt het een belangrijke rol. De thema’s partnerschap & participatie en leefbaarheid zijn voor de komende jaren belangrijke speerpunten. In dit kader is het afgelopen jaar de mogelijkheid onderzocht om samen te gaan werken met de zorg- en welzijnsinstelling in Hendrik-Ido-Ambacht. De intentie om samen te werken hebben alle partijen -De Blije Borgh, A3 Welzijn en Rhiant- uitgesproken. Met de samenwerking streven we naar een ge-
ïntegreerd aanbod voor wonen, zorg en welzijn. Het doel hierbij is versterking van de dienstverlening aan de doelgroepen. Daarnaast blijven we ons bezig houden met het ontwikkelen van levensloopbestendige wijken en woonzorgzones. Dit zijn wijken waar mensen zelfstandig kunnen blijven wonen, ook wanneer zij beperkingen ervaren vanwege het ouder worden of bij het hebben van een handicap. Juist in deze fase hoeven zij niet te verhuizen uit hun vertrouwde sociale omgeving. De stichting A3 Welzijn is in HI-Ambacht verantwoordelijk voor een groot aantal activiteiten en diensten op het gebied van welzijn. Dat doen zij vanuit Dock03 (het jongerencentrum), vanuit de dienstencentra Wielzate en Emmastaete, maar ook in de wijken met ambulante jongerenwerkers, ouderenadviseurs en de verschillende diensten zoals de maaltijdservice en personenalarmering. Welzijnswerk wordt op deze manier dicht bij huis aangeboden. A3 Welzijn vindt zijn partners vooral in Hendrik-Ido-Ambacht, er is samenwerking met de gemeente, politie, zorginstellingen en een groot aantal andere maatschappelijke organisaties. Har t van d e V olg e r lan d e n Er is een initiatief gestart om in het centrum van de nieuwe vinex wijk de Volgerlanden meer synergie te creëren en te komen tot een multidisciplinaire (personele) en multifunctionele (ruimte-
lijke) samenwerking. Dit alles om meer voorzieningen te creëren en het welzijn van de bewoners van de wijk te bevorderen. Enkele direct betrokken partijen, de Gemeente en Rhiant hebben in 2011 het initiatief genomen om van het ontwikkelde centrumgebied ook praktisch een ‘samenkloppend’ hart te maken. Dit willen we realiseren door maximaal gebruik te maken van de beschikbare (buiten) ruimte en het aanwezige vastgoed door het aanbod van de voorzieningen te laten plaatsvinden in dit vastgoed. Hierbij gaat het ook om een optimale personele inzet en het ‘delen’ van personeel. Co nc re e t h e e f t R h ia n t in 2 0 1 1 de vol ge n d e s t ap p en g ez et: • De bouw van gezondheidscentrum Sophiastaete is begonnen. De volgende zorg- en welzijnspartners zal Rhiant daar onderdak bieden: Stichting Gezondheidscentrum de Volgerlanden, Kinderopvang Hendrik-Ido-Ambacht, De Blije Borgh en de Stichting Gecoördineerd Ouderenwerk • Rhiant wil samenwerken met de lokale zorg- en welzijnsinstelling. De eerste stap door het uitspreken van de intentie om samen te werken, is gezet. • In de Volgerlanden is een initiatief gestart om te komen tot een multidisciplinaire samenwerking in het centrumgebied teneinde meer synergie te creëren. Wo o n zorg al l i an t ie Rhiant is medeoprichter van de Woonzorgalliantie die bestaat uit diverse aanbieders van wonen, zorg en welzijn uit de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht. De leden van de Woonzorgalliantie zijn stuk voor stuk maatschappelijke organisaties zonder
winstbejag die lokaal verankerd zijn. Binnen de alliantie is veel kennis en ervaring aanwezig over de lokale problematiek en mogelijke oplossingen. Op dit moment werken de Dienstenstichting Woonzorgalliantie en Vivera beiden met een eigen label naar burgers toe. Dit kan verwarring oproepen. In overleg met het bestuur Vivera is afgesproken om voor de toekomst projectmatig samen te werken onder het label Vivera. Voor alle projecten waarin de gemeenten en Woonzorgalliantie samen willen optrekken zal het label Vivera worden gebruikt. De besturen Dienstenstichting Woonzorgalliantie en Vivera blijven op dezelfde wijze bestaan. De beleidsmatige samenwerking zal primair in het bestuur Vivera worden besproken, terwijl de uitvoering vooral in de Dienstenstichting Woonzorgalliantie ter hand zal worden genomen. De doelstelling van de Woonzorgalliantie is het leveren van een belangrijke bijdrage aan een sluitend aanbod van wonen, zorg en dienstverlening in woonzorgzones voor bewoners van Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht. Hierbij staan begrippen als keuzevrijheid, kwaliteit en betrokkenheid centraal. In de Woonzorgalliantie stemmen partijen beleid op elkaar af, zodat de keten van zorg en welzijn gewaarborgd wordt. Vanuit deze visie heeft de Woonzorgalliantie een woonzorg welzijnsplan opgesteld voor Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht. Hierbij wordt aangesloten bij reeds bestaande initiatieven. De uitvoering van dit plan is inmiddels in volle gang. In de concrete realisatie van woonzorgzones hebben partijen elkaar inmiddels gevonden en zullen zij elkaar blijven vinden.
31
B e ve ilig in g Alle bewoners worden in de gelegenheid gesteld om hun woningen te beveiligen. Dat betekent, dat de bewoners veilig hang- en sluitwerk kunnen aanschaffen tegen inkoopprijs en Rhiant er vervolgens voor zal zorgen, dat het hang- en sluitwerk gratis wordt aangebracht. Tevens zal Rhiant in samenwerking met de bewoners trachten zorg te dragen voor verlichting in de achterpaden. B r och u r e Am b ach t Sport ief Trots zijn we erop dat ons initiatief, de brochure “Ambacht Sportief”, een brochure waarin alle sportclubs in HendrikIdo-Ambacht zich kunnen presenteren, opgenomen is in het welkomstpakket van iedere nieuwe inwoner van Hendrik-IdoAmbacht dat door de gemeente wordt uitgereikt. Wethouder Michiel van der Vlies heeft zich er persoonlijk voor ingezet om dit te realiseren. L e e f b aar h e id , b u u r tb eheer en wijkg e r ich t we r ke n Rhiant stelt niet alleen hoge eisen aan haar woningen, maar ook aan de woonomgeving. De omgeving moet schoon, heel, veilig en prettig zijn met voldoende voorzieningen. Rhiant zet zich in voor leefbare wijken en buurten. Dit uit zich in verschillende zaken: Interdisciplinair leefbaarheidoverleg Rhiant voert samen met andere maatschappelijke organisaties (zoals jeugdzorg, politie, welzijnsinstelling, corporaties en gemeente) geregeld overleg over belangrijke leefbaarheidzaken in HendrikIdo-Ambacht. Door dit overleg kunnen problemen daadkrachtiger opgelost worden. Samen met deze partijen geven wij verder invul-
Hoofdstuk 7
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 1
32
JAARVERSLAG
ling aan leefbaarheid door wijkgericht samenwerken op te zetten.
Hoofdstuk 7
Complexbeheerders Rhiant heeft voor verschillende complexen een complexbeheerder aangesteld. De complexbeheerder houdt de complexen scherp in de gaten, zodat er zo min mogelijk overlast is voor de bewoners. Zo spreekt hij bewoners aan die overlast veroorzaken (bijvoorbeeld vervuiling, geluid, stank) en zoekt met hen naar oplossingen. De complexbeheerder reikt bovendien tips aan om een gezonder leefklimaat te bereiken. Buurtbemiddeling Rhiant neemt deel aan het regionale project buurtbemiddeling. Getrainde vrijwilligers worden onder coördinatie van een in te huren projectleider ingezet om te bemiddelen in overlastzaken tussen bewoners. In principe gaat het om alle vormen van overlast behalve in geval van alcohol- en drugsverslaafden, psychiatrische gevallen, familieproblemen en conflicten met instanties. De resultaten zijn positief. Lokaal Zorgnetwerk Rhiant participeert in een lokaal zorgnetwerk met diverse partners onder toezicht van de GGD. In dit overleg komen huishoudens aan de orde waarbij (mogelijk) sprake is van meerdere probleemsituaties. Recreatieruimten Bij de bouw van 62 seniorenappartementen in de Volgerlanden is een recreatieruimte gerealiseerd. Ook in de nieuwe wijk Oostendam is een dergelijke ruimte beschikbaar. Bewoners kunnen elkaar ontmoeten en meedoen aan diverse
activiteiten. Rhiant is van mening, dat de saamhorigheid en leefbaarheid in de wijk wordt versterkt naarmate de bewoners elkaar beter leren kennen. Sociaal beheer en veiligheid Mede door de indiensttreding van een coördinator sociaal beheer en veiligheid is de aanpak van problemen in de leefbaarheid verder geprofessionaliseerd. Ook de aanschaf van een nieuw klantinformatiesysteem (KIS) heeft er toe bijgedragen dat er meer inzicht is verkregen in de omvang van deze problematiek. In bijlage 10 is een verslag opgenomen van de activiteiten op dit gebied. A c tiv it eit e n wijkb e h e e r : • Toezicht bij complexen • Inspectie in Emmastaete • Toezicht onderhoud tuinen en brandgangen • Signaleren van gebreken • Parkeerhinder voor onze garageboxen • Parkeerhinder Godewijcklocatie A c t iv it eit e n te r b e vor d e r in g v a n leer b a ar h e id : • Uitvoering schotelbeleid • Vernieuwen speeltoestellen • Bijeenkomst klankbordgroep Banckertplein en IJdenhove/van Assendelftaarde • Herinrichting pleintje C. Ritsemastraat • Tijdelijke huisvesting flats Gr. Willemlaan/Tesselschadestraat • Ondersteunen activiteiten Burendag 2011 • Jaarlijkse bijeenkomst actief betrokken huurders • Ontwikkeling wijkgericht samenwerken
An d e r e activite ite n op het g e b ie d van ve ilig h e id b e vorder in g : • Gladheidbestrijding • Inspectie brandweer flats Gr. Willemlaan/Tesselschadestraat • Politieactie in Graaf Willemlaan • Acties n.a.v. diefstal lood en koper • Periodieke controle gebruikersvergunning recreatieruimten Zalm/Baars en Emmastaete • Pilot (brand)veilig wonen Banckertplein • Convenant RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum)
33
Hoofdstuk 7
JAARVERSLAG
34
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 8 Maatschappelijk verantwoord ondernemen I nl e iding
Hoofdstuk 8
Rhiant is een maatschappelijk ondernemer in Hendrik-Ido-Ambacht. Maatschappelijk ondernemen houdt voor Rhiant in dat we niet alleen streven naar het behalen van onze volkshuisvestelijke doelstellingen, maar ook rekening houden met het effect van onze activiteiten op het milieu. Daarbij hebben we oog voor de menselijke aspecten binnen en buiten onze organisatie. Dit heet maatschappelijk verantwoord ondernemen. In dit hoofdstuk gaan we verder in op maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO).
S p e e rp u nt e n De belangrijkste speerpunten op het gebied van maatschappelijk ondernemen zijn: • MVO stappenplan • Werken aan leefbaarheid, buurtbeheer en wijkgericht samenwerken • Realiseren van een gasbesparing bij de bestaande voorraad • Energiezuinig maken van haar bezit. De huurder wordt hiervan bewust gemaakt • Voldoen aan de eisen van GPR-gebouw bij nieuwbouw. • Gebruik maken van duurzame mogelijkheden bij nieuwbouw (indien mogelijk) • Een Erkend Leerbedrijf zijn
• Scholieren bieden wij stageplekken, omdat wij vinden dat wij onze verantwoording moeten nemen om jonge mensen op te leiden • Actief in de samenleving staan met een actief sponsorbeleid • Beschikken over een bedrijfscode, cultuurcode en een integriteitcode • Beschikken over een externe integriteitcode voor opdrachtnemers • Het faciliteren/organiseren/beheren van het Bewonersinitiatievenfonds • In Afrika (Gambia en Mozambique) op een bescheiden manier een bijdrage leveren aan huisvesting en educatie Een aantal van deze speerpunten lichten we verder toe. 1. Maatschappelijk verantwoord ondernemen In 2010 hebben we een notitie duurzaam ondernemen opgesteld. Deze notitie is in zijn geheel terug te vinden in bijlage 9. In deze notitie is kort uitgelegd wat wij verstaan onder duurzaam ondernemen (DO). Ook wordt er in beschreven wat wij al doen dit gebied en wat wij gaan doen in de toekomst. In 2011 hebben wij DO verder opgepakt. We hebben er toen voor gekozen om het over maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) te hebben in plaats van DO. MVO is een breder begrip en beter bekend in de maatschappij.
JAARVERSLAG
Nieuwbouw Onze nieuwbouw woningen voldoen aan de eisen van GPR-gebouw. Daarbij moet op de afzonderlijke thema’s minimaal een 6 worden gescoord. De totaal score moet minimaal een 7 zijn. Naast de eisen van GPR-gebouw doen wij meer bij onze nieuwbouw. Wij kijken naar nieuwe methoden om energie te besparen en op te wekken, zoals Warm koude opslag en warmtepompen. Voor ons nieuwbouw project Sophiastaete hebben wij verschillende innovatieve technieken toegepast die bijdragen aan een duurzamer gebouw. 2. Milieudoelstellingen Rhiant heeft haar uitgangspunten ten aanzien van milieudoelstellingen geformuleerd. Rhiant past waar mogelijk bijvoorbeeld FSC hout toe in haar projecten. Maar ook intern wordt rekening gehouden met het milieu, bijvoorbeeld bij het drukwerk, briefpapier, zonnepanelen etc. 3. Energiebeleid Rhiant heeft zich te houden aan de afspraak om 20% gasbesparing bij bestaand bezit te realiseren. Dit doen wij door energiebesparende maatregelen te nemen in ons bestaande bezit. Op deze manier wordt het energielabel van de woning omhoog gebracht. Een deel van deze kosten voor deze ingreep berekenen door middel van een kleine huurverhoging door aan onze huurder. De huurverhoging is altijd lager dan de
besparing op de energie nota die een huishouden realiseert door de energiebesparende maatregelen toe te passen. Daarnaast proberen wij onze huurders zo bewust mogelijk te maken van energie. Hiervoor hebben wij het energieloket opgericht. Waar huurders zich voor kunnen aanmelden, om te zien met welke handelingen zij energie en geld kunnen besparen in hun woning. Rhiant wil in plaats van tien jaar tijd, in zes jaar tijd de doelstelling van 20% gasbesparing voor de bestaande voorraad realiseren. B ed r ijf scod e In de jaarlijkse beoordeling van de medewerkers wordt aandacht besteed aan de houding van de medewerker ten opzichte van de bedrijfscode, welke bestaat uit een cultuur- en integriteitcode. Alle medewerkers hebben zich aan deze bedrijfscode geconformeerd. In 2011 is de bedrijfscode met daarin de cultuurcode, integriteitcode en de klokkenluiderregeling geactualiseerd. Hoewel de bedrijfscode niet voor de Raad van Commissarissen geldt, wordt deze wel door hen onderschreven. Ook hebben wij voor onze opdrachtnemers een externe integriteitcode opgesteld. Een transparante bedrijfscultuur met medewerkers die integer handelen, zijn essentiële voorwaarden voor goed ondernemerschap en vertrouwen. Een bedrijfscode is een belangrijk instrument om het vertrouwen van zowel belanghouders, huurders als medewerkers te behouden. Door deze bedrijfscode blijven wij ons bewust van ons gedrag en houden wij de discussie over cultuur en integriteit op gang. Naast bewustzijn
is het van belang om integriteit kwesties bespreekbaar te maken, zodat ook het grijze gebied aan de orde komt. De code geldt voor alle medewerkers en de directie van Rhiant. De code is te lezen op onze website: www.rhiant.nl onder Organisatie, Downloads. C u ltu u r cod e De cultuurcode geeft aan hoe we met elkaar en onze omgeving omgaan, welke werkhouding wij aannemen, voor welke waarden we staan en welke principes we hanteren. Het doel van de cultuurcode is het bevorderen van één bedrijfscultuur: een cultuur van onder andere openheid, transparantie, positiviteit, vernieuwing en vertrouwen. De code is een instrument om onbespreekbare onderwerpen bespreekbaar te maken en is een spiegel die we onszelf kunnen voorhouden, maar waarop we ook zelf aangesproken kunnen worden. In te g r ite itcod e De integriteitcode geeft aan wat het verschil is tussen gewenst en ontoelaatbaar gedrag en hoe wij op een integere manier ons werk kunnen uitoefenen. Bij integriteit gaat het niet slechts om misstappen zoals diefstal, fraude, omkoping, corruptie, (seksuele) intimidatie, machtmisbruik, discriminatie, het lekken van vertrouwelijke informatie, roekeloos gebruik van eigendommen van de corporatie, vriendjespolitiek en achteloosheid. Integriteit heeft juist ook betrekking op de wijze waarop medewerkers zorgvuldig omgaan met dilemma’s waarvoor zij zich gesteld zien. Bij integriteitdilemma’s gaat het om situaties waarbij van verschillende kanten aan medewerkers wordt getrokken. Een integriteitcode geeft medewerkers in dit soort situaties houvast.
Hoofdstuk
In 2011 hebben wij de stap gezet om ons te laten informeren over MVO en op welke manier wij MVO kunnen implementeren in onze bedrijfsvoering. In 2012 krijgt het MVO een verder vervolg.
35
36
JAARVERSLAG
De medewerkers van Rhiant doen hun werk in intensieve wisselwerking met de maatschappelijke omgeving. Het is dan ook van groot belang dat onze klanten en onze belanghouders vertrouwen (kunnen) hebben in Rhiant als organisatie en in de mensen die met elkaar het gezicht van Rhiant bepalen. Dat is eveneens een reden om een aantal zaken vast te leggen in een integriteitcode.
Hoofdstuk 8
De Raad van Commissarissen heeft een belangrijke rol in het stimuleren van integriteit. Integriteit begint bij de RvC (en directeur-bestuurder). De RvC heeft een toezichthoudende rol op de corporatie en de directeur. Voor elke toezichthouder geldt: cultuur moet je proeven en vertrouwen moet je toetsen. Dus de RvC werkt met een kritische blik en waar nodig spreekt de RvC de bestuurder aan op zijn gedrag. Externe i n t e g ri t e i t c o d e v o o r o pdra c h t n e m e rs Omdat Rhiant integriteit een belangrijk onderwerp vindt, willen wij dit communiceren met opdrachtnemers waarmee wij werken. De code is bedoeld om aan onze opdrachtnemers en adviseurs kenbaar te maken welke regels, gebruiken en normen Rhiant naleeft. Op deze manier weet de opdrachtnemer hoe wij met elkaar, onze huurders, klanten en met u omgaan en kunnen we elkaar aanspreken op ongeoorloofd gedrag.
Sp o n s o r ing 2 01 1 Rhiant sponsort ieder jaar diverse activiteiten, evenementen, verenigingen en organisaties. Het BBSH geeft richtlijnen waar sponsoring aan moet voldoen. Rhiant heeft op basis van deze richtlijnen en de ministeriële regeling MG 2006-04 een sponsorbeleid opgesteld. Rhiant wil activiteiten sponsoren die in relatie staan met de kerntaak van onze corporatie. Concreet komt het er op neer dat wij activiteiten en organisaties sponsoren die bijdragen aan de leefbaarheid in de buurt, de sociale samenhang en de maatschappelijke betrokkenheid.
Stichting Seniorenbus, ANBO, Stichting Sportgala, IFC, jumelage Bergen-Belsen en Volksuniversiteit Bouquet gesponsord. In het onderstaande overzicht kunt u per onderdeel aflezen hoeveel wij hebben besteed:
Rhiant heeft sponsoring opgesplits in sociale sponsoring, sportsponsoring en kunst- en cultuursponsoring. Dit jaar hebben wij de Oranjevereniging, Stichting Vrij Spel, Jeugdspeelpark, Dock 03,
Sociale sponsoring Stichting Seniorenbus Maaltijdenbus GOW (€ 435) Dock 03 Woensdagmiddagproject Dock 03 Stichting Vrij Spel ANBO Jeugdspeelpark
€ 2.190 € 540 (is in 2010 reeds betaald) € 1.000 € 100 € 200 € 250 € 100
Sportsponsoring Basketbalvereniging Fairmount IFC (regulier + eenmalig) Sportgala
€ € € €
3.150 750 2.200 200
Kunst- en cultuursponsoring Volksuniversiteit Bouquet (regulier + jubileum) Baxpop Oranjevereniging Jumelage Bergen Belsen (eenmalig)
€ 7.150 € 1.600 € 500 € 50 € 5.000
Totaal
€ 12.490
JAARVERSLAG
37
Hoofdstuk 9 samenwerkingsverbanden en deelnemingen Rhiant opereert niet alleen in HendrikIdo-Ambacht en de regio. Om maatschappelijke vraagstukken op te pakken en te groeien naar maatschappelijk partner, vinden wij het belangrijk om samenwerking te zoeken. In dit hoofdstuk is te lezen welke samenwerkingsverbanden Rhiant heeft in de regio. Ook wordt Rhiant als onderneming verder toegelicht.
S am e nw e rkings v e rband e n Om de maatschappelijke doelstellingen te realiseren neemt Rhiant deel aan verschillende samenwerkingsverbanden: A llia n tie van d e Dr e ch tste d e n De Alliantie van de Drechtsteden is in 2011 opgeheven omdat er na het ontstaan van enkele regionale fusies, geen reden meer was de Alliantie te handhaven. Bovendien kunnen de beoogde doelstellingen van de Alliantie ook bereikt worden middels het huidige samenwerkingsorgaan van het Directeuren Overleg Drechtsteden. V o lg er l an d e n O n twikke lin g s C o m b inatie Corporaties in Hendrik-Ido-Ambacht, Zwijndrecht en Dordrecht leveren gezamenlijk een bijdrage aan de planontwikkeling van de vinexlocatie De Volgerlanden in Hendrik-Ido-Ambacht. Ten be-
hoeve van de concrete uitvoering van de bouw van ca. 1.800 woningen is door de partijen een vennootschap onder firma (vof) aangegaan met de naam: Volgerlanden Ontwikkelings Combinatie (V.O.C.), gevestigd te Hendrik-Ido-Ambacht. Naast Rhiant wordt in de V.O.C. deelgenomen door: • Woonkracht 10, Zwijndrecht • Trivire, Zwijndrecht/Dordrecht De toegevoegde waarde van de vof is, dat projecten op het gebied van de volkshuisvesting gezamenlijk verworven, ontwikkeld en gerealiseerd worden binnen het gebied van de Volgerlanden. In de statuten van de V.O.C. is dit omschreven conform artikel 11, lid 2 van het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH). De V.O.C. maakt gebruik van een projectbureau, dat zorgt voor de praktische uitvoering van de doelstellingen van de vof. Het projectbureau informeert de deelnemende partijen die in de hoedanigheid van de directeuren elke maand overleg voeren. Het bestuur van de V.O.C. wordt gevormd door de directeuren van de aangesloten corporaties. Voor de hoogte van het verwachte financiële tekort na realisering van het project, verwijzen wij naar de post Voorziening Volgerlanden in dit Jaarverslag. W oon ke u s Rhiant participeert in de Stichting Woonkeus Drechtsteden. De toegevoeg-
Hoofdstuk 9
I nl e iding
38
JAARVERSLAG
de waarde hiervan voor Rhiant is, dat gezamenlijk de verdeling van vrijkomende woonruimten voor verhuur wordt georganiseerd. Hierin wordt deelgenomen door vier corporaties uit de Drechtsteden: Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-IdoAmbacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Klachten/geschillen met betrekking tot de woonruimteverdeling worden behandeld door de Geschillencommissie Woonruimteverdeling. Rhiant neemt in evenredigheid deel in de exploitatiekosten. In 2011 bedroeg ons aandeel circa € 32.398. De kostenverdeling geschiedt op basis van het aantal verhuureenheden (vaste deel) en het aantal mutaties (variabele deel). Tekorten en/of overschotten in enig jaar worden verwerkt in de begroting voor het daarop volgende jaar. De kosten in de begroting 2011 worden volledig gedekt door de inkomsten (inschrijfkosten) en de bijdragen in de exploitatie van de aangesloten corporaties. De directeur van Rhiant is tevens bestuursvoorzitter van Stichting Woonkeus Drechtsteden. De Raad van Toezicht van Stichting Woonkeus wordt gevormd door de directeuren van de aangesloten corporaties. Omdat de directeur van Rhiant deel uitmaakt van het bestuur is ons lid van de RvC, de heer P. Kooij, toegevoegd als lid van de Raad van Toezicht van Stichting Woonkeus. Omdat Stichting Woonkeus gebruik maakt van de ICT diensten van Woningnet N.V. hebben de deelnemende corporaties ieder 100 aandelen in deze vennootschap genomen. De nominale waarde van deze aandelen bedraagt € 1.565.
Ges c h illen com m issie W on e n Z u id -H o llan d Zu id In 2007 is de Geschillencommissie Wonen Zuid-Holland Zuid opgericht. Dit is een officieel onafhankelijke commissie die geschilsituaties beoordeelt en onpartijdige uitspraken doet. De toegevoegde waarde voor Rhiant is, dat er een (professionele) geschillencommissie is voor alle huurders van de elf aangesloten woningcorporaties, die bij hun eigen corporaties de klachtenprocedure hebben doorlopen. Klachten over de woonruimteverdeling en de huurverhoging worden door andere instanties behandeld. In 2011 zijn er bij de geschillencommissie geen klachten ten aanzien van Rhiant behandeld. W o o n z o r gallian tie Rhiant is medeoprichter van en neemt deel aan de Woonzorgalliantie. Deze bestaat uit diverse partijen op het gebied van wonen, zorg en welzijn (De Lichtkring, De Blije Borgh, Swinhove/Lindonk, Yulius, Albert Schweitzer Ziekenhuis, SGZZH, A3 Welzijn, SWOZ, Woonkracht10, Salza en Rhiant). De toegevoegde waarde voor Rhiant is, dat er binnen de Woonzorgalliantie een afstemming plaatsvindt ten aanzien van wonen, zorg en dienstverlening in woonzorgzones voor bewoners van Zwijndrecht en HendrikIdo-Ambacht. W o n in g n et N. V . Als gevolg van de participatie in Stichting Woonkeus Drechtsteden heeft Rhiant, evenals de overige deelnemende corporaties, 100 aandelen € 1.565,= in Woningnet NV aangekocht. Stichting Woonkeus Drechtsteden werkt sinds 1 juli 2004 nauw samen met Woningnet NV.
Stad sh e r ste l Dr e ch tste den N .V. In samenwerking met zes andere corporaties is de NV Stadsherstel Drechtsteden opgericht op 4 februari 2009. Deze vennootschap heeft zich ten doel gesteld het op een maatschappelijk en economisch verantwoorde wijze behouden van (rijks)monumenten en andere historische gebouwen in de regio Drechtsteden. Rhiant heeft een belang van 170 aandelen (op een totaal van 3.644), nominaal € 1.000,=. Deze aandelen zijn voor 100% volgestort, zijnde € 170.000,=.
D e e ln e ming e n Rhiant Holding B.V. is een beheer B.V. en fungeert als holding. Rhiant is de enige aandeelhouder. Rhiant Holding B.V. is enig aandeelhouder van Rhiant Projectontwikkeling B.V. Deze stelt zich ten doel het verwerven, vervreemden, laten bouwen, ontwikkelen en exploiteren van onroerende zaken en andere vermogensrechten. De directeur van Stichting Rhiant is tevens directeur van deze B.V. In art. 10 van de statuten van Stichting Rhiant is vastgelegd, dat directiebesluiten strekkende tot bepaling van de wijze waarop in de algemene vergadering van aandeelhouders van de B.V. Rhiant Projectontwikkeling wordt gestemd, eveneens aan de goedkeuring zijn onderworpen van de Raad van Commissarissen. Stichting Rhiant (TI) Bestuur: C.J. Oostindie 100%
Rhiant Holding B.V. Bestuur: C.J. Oostindie 100%
Rhiant Projectontwikkeling B.V. Bestuur: Rhiant Holding B.V.
Sinds 2006 is Rhiant verplicht om vennootschapbelasting af te dragen. Hiervoor is toen binnen de corporatiesector een Vaststellingsovereenkomst (VSO) gepresenteerd. Rhiant heeft binnen de VSO gekozen voor Model 1 waarbij belaste activiteiten in de Rhiant Projectontwikkeling B.V. worden opgenomen. De hoogte van de nominale deelneming in de BV is € 18.000. Doordat de exploitatie nu volledig voor rekening van Rhiant komt, is de waarde van de deelneming in de BV dus weer op nominaal gesteld.
L idmaatschap branch e v e r e niging Rhiant is lid van de Vereniging van Woningcorporaties Aedes. Een aantal medewerkers maakt op hun terrein deel uit van een netwerkgroep. Daarnaast is de directeur-bestuurder aanwezig op de Aedes leden dag. Wij lopen niet voorop in het doen van initiatieven en voorstellen, maar wij conformeren ons wel aan acties en de initiatieven van Aedes. Go v er nan ce cod e e n Ae d e scod e Rhiant onderschrijft de Aedescode. In de Aedescode is de maatschappelijke functie van de leden op het terrein van wonen vastgelegd en uitgewerkt. In het verlengde van de Aedescode is ook de governance code Woningcorporaties opgesteld. Deze wordt gehanteerd bij het inrichten van de bestuurlijke organisatie. Hierbij hanteren wij het ‘pas toe of leg uit’-principe. Rhiant heeft in 2011 per onderdeel van de code de status hiervan inzichtelijk gemaakt. Ten aanzien van onderstaande onderdelen zijn in 2011 resultaten geboekt.
39
R h ian t b e sch ikt ove r : • een intern risicobeheersings- en controlesysteem • een ARBO beleid • bedrijfscode met daarin een integriteitcode en cultuurcode (herijkt in 2011) • externe integriteitcode voor opdrachtnemers • een systeem van monitoring en rapportering (onder andere een nieuwe projectbewakingsmodule) • een klokkenluiderregeling • een zelfevaluatie van de Raad van Commissarissen (RvC) • een profielschets van de RvC • een remuneratiecommissie die jaarlijks het functioneren van de directeurbestuurder bespreekt • een plan van aanpak ten aanzien van de omgang met belanghouders • een jaarlijks belanghoudersoverleg • een actueel visitatierapport • een frauderisico-analyse
Hoofdstuk 9
JAARVERSLAG
40
JAARVERSLAG
HOOFDSTUK 10 " FinanciEle resultaten en risicomanagement I nl e iding Voor een maatschappelijke onderneming als Rhiant zijn financiën geen doel op zichzelf. Financiële continuïteit is de cruciale randvoorwaarde om ook op langere termijn verantwoordelijkheid te nemen voor de volkshuisvesting in de regio. Op financieel gebied nemen de risico’s toe voor Rhiant en staan de resultaten onder druk. We zullen zowel de resultaten alswel de de hoofdlijnen van ons risicomanagement in dit hoofdstuk bespreken.
Hoofdstuk 10
Het verslagjaar van Rhiant stond vooral in het teken van een nieuw ondernemingsplan en een nieuw strategisch voorraadbeleid in combinatie met de regels vanuit Europa. De activiteiten blijven vooral bestaan uit Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB) activiteiten. Hiervoor ontvangen wij staatssteun. Dit betekent dat wij leningen met een zeer lage rente kunnen aantrekken. DAEB activiteiten zijn alleen bedoeld voor de sociale doelgroep. Om de middeninkomens groep te bedienden zal er gebruik gemaakt gaan worden van Koopgarant woningen. Ook zullen er woningen in niet-Daeb verhuurd gaan worden. De toewijzingen met toetsing van de inkomens van de huurders en de vastlegging daarvan verloopt voorspoedig. Rhiant voldoet, op basis hiervan, aan de toetsing dat 90% van het DAEB bezit moet worden toegewezen aan huurders met een inkomen van € 33.614 in 2011.
Dit heeft nog niet direct invloed gehad op onze kasstromen. De woningen die wij te koop hadden zijn verkocht. De verkoop wat betreft de Koopgarant is bijna gehaald met wat er begroot was. Er was geprognotiseerd zeven woningen te verkopen in 2011 maar uiteindelijk zijn er zes verkocht, waarvan er vijf getransporteerd zijn in 2011. Het WSW verzorgt de monitoring van de corporatie’s op kasstromen. Het is dus zaak om deze te optimaliseren en binnen de door het WSW aangegeven bandbreedte te blijven. Het WSW heeft voldoende faciliteringsvolume afgegeven in 2011 zodat Rhiant haar bedrijfsuitoefening kon financieren. Wel is er een signaal afgegeven over de hoogte van de gemiddelde woningschuld. Het Centraal Fonds heeft een A-oordeel afgegeven. Dit houdt in dat Rhiant haar vermogen voldoende aanwend voor de volkshuisvesting. Een aandachtspunt hierbij is de marktwaarde van het bezit. Door het huidige economische klimaat ligt deze onder druk.
B e drijfswaard e De jaarlijkse bedrijfswaarde berekening is in de jaarrekening toegelicht. De bedrijfswaarde wordt zowel bij de jaarrekening als bij de begroting beoordeeld. Ook het Centraal Fonds doet een beoordeling. Het Centraal Fonds voert een standaar-
Ten opzichte van vorig jaar is de overwaarde bezien per PMC (product markt combinatie) niet voldoende. Dit wil zeggen de bedrijfswaarde is lager is dan de boekwaarde (gebaseerd op de historische kostprijs minus afschrijvingen). Dit geldt voor één PMC. Er heeft in 2011, voor de desbetreffende PMC, een afwaardering plaatsgevonden. Per saldo, voor alle PMC’s, is er wel ruimte tussen de boekwaarde en de bedrijfswaarde deze is € 36 miljoen (zie de tabel onder het kopje “bedrijfswaardeberekening”).
F inanci e r e n e n b e l e gg e n Het verslagjaar 2011 is vooral beïnvloed door de heersende crisis in Europa en de gevolgen daarvan voor de euro. Wat de gevolgen zijn voor de toekomst is niet helder. Op dit moment zijn de marktrentes gedaald tot een zeer laag niveau. Door de problemen in landen zoals Griekenland, Italië en Portugal zijn de 10-jaars swaprente sterk gedaald. De daling komt vooral door de “vlucht naar kwaliteit” door beleggers, die risicovol papier van landen als Spanje en Italië verkopen en hiervoor Duitse Bunds en Zwitserse en Nederlandse staatsleningen terugkopen. Gevolg is dat in de veilig geachte landen; Duitsland, Nederland en Zwitserland de rente daalt. Gezien de economische situatie en het gebrek aan oplossingen in Europa is een langere periode met lage renteniveaus niet ondenkbaar.
Er is in 2011 gebruik gemaakt van de lage rentestanden om financieringen aan te trekken. Hiermee heeft Rhiant de randvoorwaarde ingevuld om aan haar maatschappelijke doelen te kunnen blijven voldoen. Financiën zijn voor een maatschappelijke onderneming als Rhiant geen doel op zichzelf. Treasury is een instrument om financiële kansen te benutten en bedreigingen af te wentelen. Het is een specialistisch vakgebied. Voor Rhiant is treasury geen dagtaak. Rhiant heeft daarom Thésor aangesteld als haar externe treasurer. De manager financiën en de directeur-bestuurder van Rhiant vormen samen met Thésor de treasurycommissie. Drie keer per jaar komt deze commissie bij elkaar om de financiële zaken te bespreken. Een verdere uitwerking kunt u lezen in bijlage 1 daarin beschrijven wij onze interne risicobeheersingsen controlesystemen. F in a n c ie e l ove r z ich t Voor een weergave van de balans en winst-en verliesrekening met toelichting verwijzen wij u naar de jaarrekening. Het jaar 2011 sluit (na belastingen) met een positief saldo circa van € 4.083.721. In de risicoparagraaf (bijlage 1) worden de belangrijkste risicofactoren voor onze organisatie uitgewerkt. M eer ja r e n p r og n ose s Voor de meerjarenprognoses verwijzen wij u naar bijlage 7. De meerjarenprognoses betreffen de winst- en verliesrekening over de jaren 2012 t/m 2016, de ontwikkeling van de balansposten en de prognoses van de belangrijkste kengetallen.
Uitgangspunten prognoses 2012 – 2016: Huurstijging 2011 2012 2013 t/m 2016 Vanaf 2017 Huurderving
1,30% 2,00% 2,00% 2,00% 1,00%
Onderhoudslasten stijging 2011 2012 2013 t/m 2016 Vanaf 2017
1,50% 2,00% 2,30% 3,00%
Bedrijfslasten stijging 2011 2012 2013 t/m 2016 Vanaf 2017
2,25% 2,00% 2,00% 2,00%
Disconteringsvoet Nieuwbouw Vanaf 2017
5,25% 2,00%
Rentepercentage Bij herfinanciering
5,25%
R isicom an ag e m e n t Er is druk op onze financiële resultaten en als corporatie werken we met maatschappelijk gebonden vermogen. Deze combinatie verplicht ons als corporatie om goed zicht te hebben op de risico’s die we lopen. Hierbij moeten we die risico’s op de juiste wijze managen. In bijlage 6 beschrijven wij onze interne risicobeheersings- en controlesystemen.
Hoofdstuk 1
disatie uit op de berekening zodat deze te vergelijken is met andere corporatie’s. Voor onze berekeningen maken wij gebruik van de WSW parameters welke voor iedereen binnen de sector gelijk zijn.
41
Hoofdstuk 10
JAARVERSLAG
42
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 10
JAARVERSLAG
43
Financiële continuïteit Voor realisering van onze doelstellingen is het van belang dat de financiële continuïteit gewaarborgd wordt. Deze financiële continuïteit wordt beoordeeld op de korte termijn (liquiditeit) en op de lange termijn (solvabiliteit).
1
L i q u idit e it
Uit de exploitatie zullen de noodzakelijke middelen vrijkomen om de liquiditeitspositie op het gewenste niveau te laten uitkomen. Onder gewenst niveau wordt verstaan de mogelijkheid om de kortlopende schulden uit de direct beschikbare middelen te kunnen voldoen. Tevens wordt er gekeken of de rente uit de operationele kasstroom kan worden voldaan. Hierbij moet de ratio minimaal één zijn. Over de komende jaren vertoont de liquiditeit het volgende beeld:
2012 1,67
2013 0,91
2014 0,75
2015 0,32
2016 0,41
Over de komende jaren vertoont de interest coverage ratio het volgende beeld:
2
2012 1,82
2013 1.9
2014 1,93
2015 2,13
2016 1,5
R e ntabilit e it
De rentabiliteit eigen vermogen wordt berekend aan de hand van het jaarresultaat ten opzichte van het eigen vermogen van het voorafgaand jaar. Onder het eigen vermogen wordt verstaan de algemene bedrijfsreserve. De rentabiliteit vreemd vermogen wordt berekend op basis van het jaarresultaat vermeerderd met de betaalde rente ten opzichte van het vreemd vermogen. Voor de cijfermatige uitkomsten verwijzen wij u naar het overzicht van de kengetallen. Rentabiliteit totaal vermogen bestaat uit het jaarresultaat exclusief de betaalde rente ten opzichte van het totaal vermogen. Zie bijlage 7 in de tabel “prognose resultaat”.
5
T r e as u r y
Het verloop van de rentekostenvoet (gemiddelde rentepercentage) voor de komende jaren is als volgt:
2012 2,3
2013 3,0
2014 3,1
2015 3,2
2016 3,1
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 1
44
JAARVERSLAG
Bij herfinanciering in de toekomst wordt met een rentepercentage gerekend van 5,25%. In 2011 zijn drie leningen gestort van totaal 13,0 miljoen euro totaal tegen een rentepercentage van 4,18 % gemiddeld. Deze leningen zijn aangetrokken en gestort in 2011. Deze leningen zijn bestemd voor de financiering van nieuwbouw en/of herstructurering.
6
B e drijfswaard e b e r e k e ning
De bedrijfswaarde is berekend met behulp van het (financieel meerjaren prognose) FMP pakket, waarbij de basisgegevens van de komende vijf jaar volgens intern beleid gelden. De bedrijfswaarde inclusief de grondkosten van het totale bezit is per ultimo 2011 € 120,9 miljoen, terwijl de boekwaarde inclusief grondkosten € 86,9 miljoen bedroeg. De berekening hiervan is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: 1. De jaarlijkse huurverhoging is gesteld op 1,3% voor het jaar 2011, voor het jaar 2012 t/m 2016 2% en voor de jaren daarna 2%. 2. Het groot onderhoud en het dagelijks onderhoud is gebaseerd op de nieuwe geactualiseerde onderhoudsbegroting voor de jaren 2012 t/m 2021. 3. De bedrijfslasten zijn gebaseerd op de begroting van 2012 met de jaarlijks toe te passen verhoging van 2,25% voor het jaar 2012, 2% voor de jaren 2013 t/m 2016 en 2% voor de jaren daarna. 4. De mutatie in de grondwaarde is als restwaarde opgenomen. 5. De rentabiliteitswaarde is meegenomen in het gecorrigeerd eigen vermogen. 6. De gemiddelde restant levensduur is op basis van het strategisch voorraadbeleid is vastgesteld op 29 jaar. Bij de complexindeling wordt uitgegaan van een geografische indeling van het bezit. Het totaal omvat nu zes wijken: (x € 1.000) Hoofdstuk 10
Complexindeling 100 t/m 117 118 t/m 121 200 t/m 209 300 t/m 380 401 t/m 406 407 t/m 480
Boekwaarde excl. grondkn.
Bedrijfswaarde excl. grondkn.
Overwaarde excl. grondkn.
8.722 9.125 16.134 17.139 12.780 10.967
20.874 9.125 24.310 32.835 12.780 11.020
12.152 0 8.175 15.697 53
74.867
110.944
36.077
In bovenstaande opstelling is reeds rekening gehouden met de sloop en de verkoop van woningen.
Verloop bedrijfswaarde: Omschrijving
aantal vhe’s
bedrijfswaarde
1.920 Bedrijfswaarde verslagjaar 2009 incl. grond Autonome ontwikkelingen -/- Voorraadmutaties -/- Parameterwijzigingen Wijziging exploitatiebeleid -/- 1.336 Huren 1.544 Onderhoudsuitgaven 37 Overige exploitatie-uitgaven -/39 Restwaarde Investeringsbeleid 5.453 Verkoop -/44 Sloop Energiebeleid -/- 7.600 -/Bedrijfswaarde 2010 (kasstromen) Rentabiliteitswaardecorrectie 2010 Bedrijfswaarde verslagjaar 2010 incl. grond
45
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
116.873 10.231 2.493 2.695
206
2.103 120.019 877
1.915 120.896
Mutatie bedrijfswaarde in procenten
3,4%
Bij het opstellen van bovenstaande bedrijfswaarde berekening is rekening gehouden met de Centraal Fonds heffing. Deze heffing is voor de aanpak van de 40 “krachtwijken”. Deze heffing wordt voor het laatst geheven in 2012. Dit is ingerekend voor de jaren 2011 t/m 2012. De huurtoeslagheffing in 2014 is niet ingerekend, omdat hiervoor nog geen juridische grondslag voor is. Indien dit wel was gedaan dan had dit een negatief effect gehad van € 8,2 miljoen
Hoofdstuk 10
De verhuurbare eenheden (VHE’s) in de bedrijfswaarden zijn woningen, garages en bedrijfsruimten.
46
JAARVERSLAG
HOOFDSTUK 11 De toekomst I nl e iding Uiteraard zijn onze inspanningen voor de kortere termijn gericht op het realiseren van onze doelen uit het ondernemingsplan ‘Samenspel’ 2009-2011. Op langere termijn zijn er uiteraard ook doelen gesteld, bijvoorbeeld in ons nieuwe ondernemingsplan 2012-2015 en nieuw strategisch voorraadbeleid (herijkt in 2011). In dit hoofdstuk noemen wij de belangrijkste inspanningen voor de lange termijn. Hierbij hebben wij ons laten voeden door verschillende belanghouders. Op basis van die informatie hebben wij drie speerpunten geformuleerd die de leidraad zijn van ons ondernemingsplan 2012-2015. Dit zijn: leefbaarheid, partnerschap&participatie en (ontwikkeling) maatschappelijk vastgoed. Hieronder worden deze speerpunten en de overige speerpunten toegelicht.
Doelen Onze belangrijkste doelen voor de langere termijn zijn:
Hoofdstuk 11
1. Groeien naar maatschappelijk partner In de eerste plaats zijn we een maatschappelijk ondernemer op het terrein van wonen voor mensen die daartoe zelf niet of moeilijk in staat zijn, dat is onze kerntaak. Naast onze kerntaak hebben we de ambitie om iets extra’s te doen voor Hendrik-IdoAmbacht. Ons doel de komende peri-
ode is te groeien naar maatschappelijk partner. 2. Samenwerking zoeken op de gebieden wonen, zorg en welzijn Wij krijgen steeds meer te maken met de zorg en het welzijn van onze bewoners. Dit is niet onze expertise. Om onze bewoners zo goed mogelijk wooncomfort te bieden, zoeken wij de samenwerking met de zorg- en welzijnsorganisatie in Hendrik-IdoAmbacht. Op deze manier kunnen we een integraal aanbod aanbieden op het gebied van wonen, zorg en welzijn.
De gemeente heeft moeten bezuinigen op de Wmo en er is een nieuw Wmo beleidsplan opgesteld in samenwerking met de gemeente Zwijndrecht. Dit plan gaat uit van zelfredzaamheid en een mondige burger. Ook op dit beleidsplan zoeken wij de aansluiting door het te integreren in onze visie op wonen, zorg en welzijn.
3. Wijkgericht samenwerken Rhiant werkt samen met diverse partners op het gebied van wijkgericht samenwerken om de leefbaarheid in Hendrik-Ido-Ambacht te versterken. De doelstelling van de samenwerking is als volgt: “Partners en bewoners werken gezamenlijk aan het bevorderen van een optimaal leefklimaat in de wijken met actieve betrokkenheid van de inwoners in het gebied. Er wordt een stuurgroep gevormd met
JAARVERSLAG
4. Uitvoering geven aan het strategisch voorraadbeleid en daarbij afstemming zoeken met de regionale en lokale afspraken Rhiant heeft haar strategisch voorraadbeleid geformuleerd. Hierin wil Rhiant het huidige woningaanbod beter afstemmen op de marktvraag. Met een gedifferentieerd huurbeleid, het in beeld hebben van de risicovolle producten, aan- en verkoop van woningen, sloop, nieuwbouw, onderhoud en verbetering gaat Rhiant het woningaanbod beter afstemmen op de veranderende marktvraag.
Daarnaast hebben wij ons op regionaal en lokaal niveau verbonden aan bepaalde afspraken met betrekking tot strategisch voorraadbeleid. Het is van belang dat wij deze afspraken vertalen naar ons beleid.
5. Verkopen van bestaande huur- woningen Een van de doelstellingen van Rhiant is het verkopen van een beperkt aantal bestaande huurwoningen in Koopgarant of in de vrije sector. De opbrengst van de verkopen wordt gebruikt om te investeren in nieuwe woningen, ander (maatschappelijk) vastgoed en leefbaarheidopgaven. Ook zal verkoop gebruikt worden om de middeninkomens te bedienen en
kunnen we onze risicovolle proudcten afstoten. 6. Mogelijkheden bekijken voor het bouwen van (sociale) huurwoningen in Volgerlanden Oost en op de Noordoevers Rhiant wil (in combinatie met andere corporaties) graag de mogelijkheden onderzoeken om met seriële bouw energiezuinige (sociale) huurwoningen te realiseren op de locaties Volgerlanden Oost en op de Noordoevers. 7. Financiële continuïteit van de stichting Rhiant wilt maximaal (maatschappelijk) investeren. Dit kan alleen onder de voorwaarde dat de financiën dit toelaten. De afgelopen jaren hebben wij hard gewerkt om financiële sturingsmogelijkheden te ontwikkelen. De komende jaren blijven wij dit verder professionaliseren. Op dit moment hebben wij voldoende sturingsmogelijkheden om hierin te voorzien. Daarnaast zullen er een aantal bezuinigingen noodzakelijk zijn en verdere efficiency in de bedrijfsvoering doorzetten om de continuïteit te garanderen. Verder hebben wij een investeringsstatuut opgesteld om nog betere afwegingen over onze investeringen te maken. 8. Het versterken van de contacten met de gemeente / versterken van onze lokale positie Rhiant heeft de afgelopen jaren een aantal belangrijke doelstellingen in samenwerking met de gemeente behaald. Denk daarbij aan het wijkge-
richt samenwerken, nieuwbouwopgaven, herstructureringsopgaven, huisvesten van bijzondere doelgroepen en andere zaken op het gebied van leefbaarheid, wonen, zorg en welzijn.
Door nog beter met elkaar te communiceren en elkaar op te zoeken kunnen we samen met het maatschappelijk middenveld nog meer betekenen voor de inwoners van Hendrik- IdoAmbacht.
9. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Het terrein van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) gaan we de komende periode verder verkennen. Het doel is trapsgewijs te groeien op dit gebied. Aan de hand van een quickstart waarin een kader met handvatten aangereikt wordt, realiseren wij MVO doelstellingen.
Hoofdstuk 11
daarin de belangrijkste stakeholders. Zij hebben de taak om richting te geven aan het wijkgericht samenwerken en het proces en de voortgang te bewaken. Daarnaast is er voor iedere wijk een wijkteam met daarin participanten die actief zijn in desbetreffende wijk”.
47
Jaarverslag 2011 RvC
48
JAARVERSLAG
Jaarverslag 2011 Raad van Commissarissen Rhiant I nl e iding De Raad van Commissarissen is belast met het onafhankelijk toezicht op de realisatie van de maatschappelijke en volkshuisvestingsdoelstellingen en de algemene gang van zaken binnen Stichting Rhiant te Hendrik-Ido-Ambacht. De raad treedt op als werkgever van de directeurbestuurder (hierna directeur), houdt toezicht op het beleid van de directeur en vervult de rol van sparringpartner. In dit verslag legt de raad als toezichthouder van de maatschappelijk ondernemende organisatie Stichting Rhiant publiekelijk verantwoording af.
T o e zichtstaak De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de Raad van Commissarissen zijn in artikel 18 van de statuten van de stichting omschreven. Ieder lid van de raad heeft de verantwoordelijkheid onafhankelijk en kritisch bij te dragen aan de besluitvorming; uitgewerkt in het reglement van 9 maart 2010. De Raad van Commissarissen houdt toezicht op het algemeen beleid van de directeur en de realisatie van de doelstellingen van de corporatie. De directeur legt verantwoording af aan de raad. Om de toezichthoudende taak goed te kunnen vervullen heeft de raad zich regelmatig mondeling en schriftelijk door de directeur laten informeren inzake de bereikte resultaten in relatie
tot de beoogde doelen, relevante externe ontwikkelingen en over de wensen en behoeften van (externe) belanghebbenden. Expliciete overwegingen van de directeur komen aan de orde, zodat de raad deze bij zijn afwegingen kan betrekken. De directeur rapporteert aan de raad over activiteiten op het vlak van controle en risicobeheersing. De raad is lid van de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW).
T o e zichtkad e r Als kader voor het uitoefenen van zijn taken hanteert de Raad van Commissarissen het BBSH, het vigerende ondernemingsplan, het jaarplan en de begroting, het treasurystatuut, (kwartaal) rapportages en afspraken met externe belanghebbenden. Ook is de Governancecode Woningcorporaties leidraad voor het handelen van de RvC. Alle bepalingen van deze code worden nageleefd behoudens de benoeming van de bestuurder voor een periode van vier jaar. De reden om hierin af te wijken ligt in de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst voorafgaand aan het van kracht worden van deze bepaling in de code. Rhiant beschikt nog niet over een toetsingskader voor verbindingen en een toetsingskader voor het doen van investeringen. De raad heeft met de directeur vastgesteld dat deze in 2012 worden vormgegeven. De RvC heeft zich in 2011 onder andere laten
informeren over actuele ontwikkelingen door: • het volgen van landelijke en regionale ontwikkelingen in de sector • het voeren van gesprekken met vertegenwoordigers van de (lokale) overheid • het bijhouden van uiteenlopende publicaties en vakliteratuur
• het voeren van gesprekken met de directeur, leden van het management en externe adviseurs • het voeren van gesprekken met de huurdersraad en de ondernemingsraad • het bijwonen van het belanghoudersoverleg
49
De Geschillencommissie Wonen Zuid-Holland Zuid heeft aan de Raad gerapporteerd: er zijn geen klachten over Rhiant in behandeling genomen. Met de accountant is een voortgangs- en evaluatiegesprek gevoerd
S am e nst e lling Per 31 december 2011 was de Raad van Commissarissen als volgt samengesteld: M/V
RvC-functie/ deskundigheidsgebied
Beroep en relevante (neven)functies
Benoemd sinds
Aftredend per
Dhr. Ir. T. Smeulders (1956)
M
Voorzitter/Volkshuisvesting en projectontwikkeling, governance, Wonen en Zorg
Beroep: Directeur Bloeii Advies & Ontwikkeling bv; Nevenfunctie: Lid van de Raad van Toezicht van de Swinhovegroep
8 februari 2005
8 februari 2013
Nee
Dhr.P. Kooij MPM (1950)
M
Vicevoorzitter / Financiën en Treasury, Personeel en organisatie
Beroep: zelfstandig adviseur en visitator woningcorporaties Nevenfuncties: Lid RvT St. Woonkeus Voorzitter Raad van Advies Woonactief BV
15 maart 2004
15 maart 2012
Nee
Dhr. Mr. R. Calkhoven (1968)
M
Lid/Juridisch, Financiën en Treasury
Beroep: Directeur Rabobank Nevenfunctie: Lid bestuur Cascade
11 maart 2008
11 maart 2012
Ja
Mevr. E. Boot (1955)
V
Lid/Maatschappij, volkshuisvesting en bestuur
Beroep: Burgemeester gemeente Giessenlanden Nevenfuncties: Lid Algemeen Bestuur Regio Zuid-Holland Zuid; Lid Algemeen Bestuur Veiligheidsregio ZuidHolland Zuid; Lid Algemeen Bestuur Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden; Lid Raad van Toezicht Stichting Werelderfgoed Kinderdijk
11 maart 2008
11 maart 2012
Ja
Mevr. dr. mr. E.J.M. van Herk (1966)
V
Lid/marketing en communicatie, juridisch, personeel en organisatie
Beroep: Interim manager Rabobank Nederland Nevenfunctie: Directeur Marketing Stichting Partnership Foundation;
14 september 2010
14 september 2014
Ja
Dhr. D. Vermaas RA (1958)
M
Lid/Financiën en Treasury, bestuur en organisatie
Beroep: Controller (ad interim) SVHW (Samenwerkingsverband, Vastgoedinformatie, Heffingen en Waardebepaling) Tot eind 2009 Partner bij Deloitte Accountants Nevenfunctie: Commissaris Drechtwerk (WSW bedrijf)
6 december 2011
6 december 2015
ja
Dhr. H van der Velde (1952)
M
Lid/Projectontwikkeling en volkshuisvesting
Beroep: Zelfstandig adviseur
6 december 2011
6 december 2015
ja
Naam
Komt in aanmerking voor herbenoeming
Jaarverslag 2011 RvC
JAARVERSLAG
Jaarverslag 2011 RvC
50
JAARVERSLAG
De Raad van Commissarissen bestaat regulier uit vijf leden. De benoemingsperiode is maximaal vier jaar, waarna een lid nu nog statutair maximaal tweemaal voor een periode van vier jaar herbenoemd kan worden (art.17, lid 3). Met ingang van 1 juli 2011 is de vernieuwde Governancecode Woningcorporaties in werking getreden. Daarmee is de zittingstermijn gemaximeerd tot een periode van tweemaal vier jaar. Gezien de vacatures in 2012 en begin 2013 zijn op voordracht van de Huurdersraad twee nieuwe leden benoemd: de heer Vermaas in het functieprofiel Financiën, Bestuur en Organisatie en de heer Van der Velde in het functieprofiel Volkshuisvesting en Projectontwikkeling. Voor beiden geldt een introductieprogramma. Begin 2011 is door de RvC besloten een remuneratiecommissie in te stellen, welke bestaat uit de voorzitter en de vice-voorzitter.
I nt e grit e it De leden van de Raad van Commissarissen onderschrijven de gedragscode voor integriteit, zoals deze geldt voor het personeel van Rhiant. In 2011 is geen sprake geweest van (transacties met) tegenstrijdige belangen waarbij leden van de raad en/of de directeur betrokken waren. Aan de raad zijn geen handelingen van personeelsleden gerapporteerd die in strijd zijn met de integriteitcode.
vergaderingen was de directeur aanwezig, uitgezonderd het vergaderdeel met betrekking tot de directiebeoordeling. Geen van de leden van de raad is frequent afwezig geweest. In 2011 heeft de Raad van Commissarissen de statutaire werkzaamheden verricht zoals vastgelegd in artikel 18 van de statuten, met als belangrijkste agendapunten: 1. Vaststellen jaarprogramma RvC en onderdelen toezichtkader 2. Actielijst zelfevaluatie RvC 3. Treasury-jaarplan met mandaat financiering 4. Ontwikkelingen in relatie tot nieuw ondernemingsplan 5. Vacatures RvC en profielen 6. Actiepunten naar aanleiding van interim controle en managementletter 7. Start bouw zorgcluster 8. Jaarrekening 2010/begroting 2012 v.o.f. V.O.C. 9. Benoeming twee nieuwe RvC-leden 10. Strategisch voorraadbeheer en Europadossier 11. Bespreking jaarrekening 2010 en periodieke (kwartaal)rapportages 12. Evaluatie opdracht aan externe accountant 13. Jaarrekening 2010 NV Stadsherstel Drechtsteden 14. Samenwerking wonen, zorg en welzijn 15. Jaarlijkse beoordeling functioneren directeur 16. Incassobeleid 17. Tussentijdse besparingen 18. (Meerjaren)begroting 2012 en verder
W e rkzaamh e d e n De RvC is zesmaal bijeen geweest; er zijn binnen de reguliere vergaderingen ook specifieke thema’s behandeld. Bij de
De belangrijkste genomen besluiten zijn de goedkeuring van de jaarrekening, volkshuisvestingsverslag en jaarverslag over 2010, de goedkeuring van het Trea-
sury jaarplan 2011, de goedkeuring van de begroting voor 2012 en het vaststellen van het ondernemingsplan van Rhiant voor de periode 2012-2015.
V e rbinding e n De rol van de Raad van Commissarissen strekt zich ook uit tot de verbindingen van Rhiant. Zo zijn de jaarrekeningen van Rhiant Holding BV en de V.O.C. (de samenwerking met de corporaties Trivire en Woonkracht 10 in de ontwikkeling van de Volgerlanden) besproken. De Raad constateert dat de nieuwe Woningwet wellicht wijzigingen nodig maakt in de wijze waarop verbindingen zijn vormgegeven.
O v e rl e g m e t d e dir e ct e u r - b e st u u rd e r De relatie tussen de Raad van Commissarissen en de directeur is goed.
Toetsing van het functioneren van de directeur en de beoordeling van de afgesproken targets vond plaats direct na afloop van 2011 tijdens het jaarlijkse beoordelingsgesprek. Dit gesprek werd voorbereid en gevoerd door de remuneratiecommissie. Het remuneratierapport leidt tot de conclusie dat sprake was van een goed functioneren dat ruimschoots aanleiding geeft samen verder te werken aan de doelen waarvoor Rhiant zich gesteld ziet. Voor 2012 zijn wederom resultaat- en ontwikkelafspraken gemaakt, die getoetst zullen worden bij de beoordeling eind 2012. De vaste honorering (zwaartegroep D) is als volgt: vast jaarinkomen € 102.571 pensioenvoorziening € 32.255 ter beschikking gestelde auto met een cataloguswaarde van € 38.130
Z e lf e val u ati e De voorzitter van de Raad heeft frequent periodiek overleg met de directeur. Belangrijke gespreksonderwerpen betroffen de voortgang bij projecten, algemene gang van zaken binnen de organisatie, persoonlijke ontwikkeling, maatschappelijke ontwikkelingen, voorbereiding agenda RvC.
B e loning dir e ct e u r b e st u u rd e r Het arbeidscontract met de directeur is aangegaan voor onbepaalde tijd, met een beloning conform de vanaf 1 juli 2010 verplicht geldende Beloningscode Bestuurders Woningcorporaties. Met de directeur is een pensioen overeengekomen conform de regeling van de Stichting Pensioenfonds Woningcorporaties.
De driejaarlijkse zelfevaluatie-cyclus van de RvC is als volgt ingericht: • In besloten kring. • Met aanwezigheid van de directeur. • Onder externe begeleiding. De zelfevaluatie van de Raad van Commissarissen over 2011 vond begin 2012 plaats, in aanwezigheid van de directeur en met een externe gespreksleider. De evaluatie ging vooraf door een schriiftelijke inbreng van de leden op basis van vragen. Op de agenda stonden de samenstelling van de RvC, de informatievoorziening, de werkwijze en de rolopvatting van de raad. De bijeenkomst is afgerond met de schriftelijke vastlegging van verbeterpunten, onder andere rondom de voorbereiding van strate-
51
gische discussies, de inrichting van het toezichtkader, de kwartaalverslagen en de rol van de raad als sparringpartner voor de directeur.
H onor e ring De honorering van de Raad van Commissarissen is conform de sedert 1 juli 2010 verplicht geldende Honoreringscode Commissarissen Woningcorporaties (zwaartegroep E). De honorering is als volgt: voorzitter € 10.000 per jaar; leden € 7.000 per jaar
Jaarverslag Hoofdstuk 20111 RvC
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG Jaarverslag Hoofdstuk 20111 RvC
52
JAARVERSLAG Jaarverslag 2011 RvC
53
Controleverklaring
54
JAARVERSLAG
controleVerklaring
JAARVERSLAG Controleverklaring
55
56
JAARVERSLAG
jaarrekening 2011 Jaarrekening - 1
1: Geconsolideerde balans per 31 december 2011 activa
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
86.913.284
87.895.547
22.410.956 10.887.406
22.033.756 3.867.086
1.148.581 121.360.226
1.190.217 114.986.607
35.625 5.493.389 441.108 5.970.122
54.687 3.201.817 1.397.341 4.653.845
477.917
235.995
80.560 107.448 393.837 308.560 890.404
85.774 165.657 325.587 549.134 1.126.151
2.695.945
1.184.004
131.394.614
122.186.602
V ast e A C T I V A Materiële vaste activa Onroerende zaken in exploitatie Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Onroerende zaken in ontwikkeling Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie T Financiële vaste activa Te vorderen BWS-subsidies Latente belastingen en vorderingen Deelnemingen T
V lott e nd e activa Voorraden Vorderingen Huurdebiteuren Overige debiteuren Belastingen en sociale premies Transitoria L Liquide middelen TOTAAL ACTIVA
PASSIVA
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
21.435.064 21.435.064
17.351.343 17.351.343
35.625
54.687
59.950
56.000
899.317 959.267
2.440.517 2.496.517
146.119 74.039.138
150.877 69.099.768
e ig e n v e rmog e n Algemene bedrijfsreserve ss
Egalisati e r e s e rv e Egalisatiereserve
V oorzi e ning e n Voorziening loopbaanbudget Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw ss
S ch u ld e n op lang e t e rmijn Leningen overheid Leningen kapitaalmarkt Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden ss
22.410.956 96.596.212
22.033.756 91.284.401
S ch u ld e n op kort e t e rmijn Crediteuren Rekening courant banken Belastingen en sociale premies Transitoria ss TOTAAL PASSIVA
2.211.619 - 76.935 10.079.892 12.368.446
938.137 82.998 9.978.518 10.999.653
131.394.614
122.186.602
Hoofdstuk 1
57
Jaarrekening - 1
JAARVERSLAG
58
JAARVERSLAG
2: Geconsolideerde winst en verliesrekening 2011 Jaarrekening - 2
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
10.363.249 668.087 19.062 282.864 11.333.262
10.156.126 831.493 18.263 291.853 11.297.735
1.514.798
1.367.259
B at e n Huren Vergoedingen Overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten
L ast e n Afschrijvingen Overige waardeveranderingen materiële vaste activa Personeelslasten Lasten onderhoud Bedrijfslasten Totaal lasten
2.311.394- 1.772.058 2.440.637 2.405.105 5.821.203
324.6031.765.842 1.866.868 1.846.241 6.521.607
Bedrijfsresultaat
5.512.058
4.776.128
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten Interne rente
252.533 3.436.649- 438
390.681 3.275.402211-
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting
2.328.381
1.891.195
2.291.572 536.232-
1.397.085 1.599-
4.083.721
3.286.681
4.083.721
3.286.681
Belastingen Deelnemingen Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belasting
JAARRESULTAAT (na belastingen)
JAARVERSLAG
59
Co ns ol i dat i e g ron d s la g en De consolidatie omvat Stichting Rhiant en haar groepsmaatschappijen. Groepsmaatschappijen zijn maatschappijen die tezamen een economische eenheid vormen en waarbij organisatorische verbondenheid bestaat en dus in het algemeen van beslissende zeggenschap sprake is. De activa en passiva, opbrengsten en kosten, worden voor 100% opgenomen onder aftrek van het aandeel van derden in het eigen vermogen en in het resultaat. Het aandeel van derden wordt afzonderlijk in de winst- en verliesrekening en de balans tot uitdrukking gebracht. ”De in de consolidatie begrepen rechtspersonen en vennootschappen zijn: • Rhiant Holding B.V., gevestigd te Hendrik-Ido-Ambacht (100%) • Sinds 31 mei 2009 moedermaatschappij van 1 dochtermaatschappij, te weten: • Rhiant Projectontwikkeling B.V., gevestigd te Hendrik-Ido-Ambacht (100%)” ”De doelstelling van Rhiant Holding B.V. wordt als volgt omschreven: a) het deelnemen in, financieren van, zich interesseren bij en samenwerken met andere ondernemingen, hetzij direct, hetzij indirect; b) het beheren, exploiteren en vervreemden van vermogenswaarden en vermogensbestanddelen; c) her voeren van directie over andere ondernemingen; d) de bemiddeling in, alsmede de aanen verkoop, exploitatie, beheer en ontwikkeling van onroerende zaken;
e) het beleggen van vermogen in onroerende zaken en hypothecaire schuldvorderingen; f) het verstrekken van borgstellingen en het verlenen van andere zekerheden voor de verplichtingen van zowel met de vennootschap in een andere groep verbonden andere vennootschappen, als van andere natuurlijke en rechtspersonen; g) al hetgeen met het vorenstaande in de ruimste zin verband houdt of daaraan enigerlei wijze bevorderlijk kan zijn.”
G rondslag e n voor h e t ov e rzicht van kasstrom e n Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen en de rekeningcourantschuld bij de bankier. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers. Koersverschillen, ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. A lg em e e n In vergelijking met het voorgaande jaar zijn de gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling ongewijzigd gebleven.
GRONDSLAGEN VOOR D E W A A R D E R I N G V A N A C T I V A E N P A S S I V A M ate r ië le vaste activa De oorspronkelijke investeringen in complexen worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en (naar verwachting duurzame) bijzondere waardeverminderingen. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van alle direct toe te rekenen uitgaven, eventueel vermeerderd met na-investeringen. Interne kosten worden niet geactiveerd. Voor zover verkregen subsidies zich kwalificeren als investeringsubsidie worden deze in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Uitgaven na de eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief worden aangemerkt als activeerbare kosten van vernieuwing. De lasten van onderhoud waaronder renovatie, onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. De lasten van onderhoud worden direct in het resultaat verantwoord. Complexen worden gedefinieerd op basis van het Strategisch Voorraad Beheer (SVB).
Jaarrekening - 3
3 Algemene grondslagen van waardering en resultaatbepaling
Hoofdstuk 1
60
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 3
De indeling sluit nu aan op de wijze waarop het interne beleid en de bedrijfsvoering is gedefinieerd. Jaarlijks vindt toetsing plaats van de boekwaarde en reële waarde. De toetsing geschiedt op SVB niveau. Bedrijfswaarde Een bijzonder waardeverminderingverlies is het bedrag waarmee de boekwaarde de reële waarde overschrijdt. De reële waarde wordt afhankelijk gesteld van de voorgenomen bestemming van complexen. De reële waarde van de onroerende zaken in exploitatie bestemd voor de verhuur is de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. Daarbij wordt rekening gehouden met de voorgenomen bestemming en aard van het bezit. Onderscheid wordt gemaakt in woningen bestemd voor de verhuur, woningen bestemd voor de verkoop op korte en langere termijn en bedrijfsmatige/overige onroerende zaken. “De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen van de economische omstandigheden die van toepassing zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2011 intern geformaliseerde meerjarenbegroting en bestrijken een periode van 10 jaar behoudens de verwachte kosten van groot onderhoud en overige contracten met een werkings-
duur van meer dan 5 jaar. De kosten van planmatig onderhoud worden gebaseerd op de in de meerjaren onderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente alsmede genormeerde lastenniveaus. De verkopen die zijn ingerekend zijn ingerekend voor een periode van 5 jaar.” Voor alle ‘produkt-markt-combinatie’s’ is de bedrijfswaarde berekend. Dit heeft tot een afboeking en een opboeking geleid. In hoofdstuk 8 van het jaarverslag vindt u een weergave van de indeling en de bijbehorende bedrijfswaarde. Voor de bedrijfswaardeberekening gelden de volgende parameters: huurontwikkeling 2011 2012 2013 en verder bedrijfslasten 2011 2012 2013 t/m 2016 2017 en verder dagelijks onderhoud 2011 2012 2013 t/m 2016 2017 en verder disconteringsvoet
2,00% 2,00% 2,00% 2,00% 2,00% 2,30% 3,00% 2,00% 2,00% 2,30% 3,00% 5,25%
Bij de bepaling van de bedrijfswaarde is rekening gehouden met de rentabiliteitswaardecorrectie van de bestaande leningenportefeuille. De rentabiliteitswaardecorrectie betreft het verschil tussen de contante waarde van de verwachte kasstromen uit hoofde van leningen en de boekwaarde van de leningen.
Bij de berekening van de bedrijfswaarde is de restwaarde van de grond niet opgenomen. De waarde van de grond is gewaardeerd tegen historische kostprijs. In 2008 is gestart met het Strategisch Voorraadbeheer (SVB). Eind 2008 is een rapport uitgebracht waarin diverse maatregelen zijn voorgesteld en vertaald in financiële gevolgen. Eén van de maatregelen is het herijken van de restant levensduur. Aan alle complexen is een nieuwe restant levensduur toegekend op basis van het SVB. Bij het opstellen van de bedrijfswaarde berekening is rekening gehouden met de projectsteunheffing van het Centraal Fonds (voorheen ‘Vogelaar-heffing’) ten behoeve van het investeringsfonds volkshuisvesting. Dit is ingerekend voor de jaren 2010 t/m 2012. Tevens is voor 2011 de saneringsheffing ingerekend. Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden. Waardering tegen actuele waarde “Onroerende zaken die in het kader van een regeling Verkoop onder Voorwaarden (VOV) zijn overgedragen aan een derde en waarvoor de woningcorporatie een terugkoopplicht kent worden aangemerkt als financieringsconstructie. De betreffende onroerende zaken worden gewaardeerd tegen actuele waarde zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs (eerste waardering) en daarna de marktwaarde op basis van VOV. Indien de regeling voorziet in een terugkooprecht tegen een significant lagere terugkoopprijs dan de reeële waarde op het terugkoopmoment dan is de
JAARVERSLAG
61
Voor de in de regeling overeengekomen overdrachtswaarde wordt aan de creditzijde van de balans een terugkoopverplichting opgenomen. Deze terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd en getoetst aan de bij overdracht onstane verplichting rekening houdend met de contractvoorwaarden. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting en/ of recht. Deze is mede afhankelijk van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting/recht wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord. Per 31 december zijn er 153 woningen in verkoop onder voorwaarden verkocht. Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Dit zijn de complexen in aanbouw die worden gewaardeerd tegen uitgaafprijzen. Met betrekking tot zogeheten gecombineerde projecten wordt zowel het aandeel van de koopwoningen als het aandeel van de huurwoningen, weliswaar separaat, verantwoord onder de post onroerende en roerende zaken in ontwikkeling. Voor eventuele onrendabele investeringen bij nieuwbouwprojecten wordt bij de start van de bouwwerkzaamheden een voorziening gevormd. Deze wordt jaarlijks getoetst aan de actuele verwach-
Jaarrekening - 3
verwerking in overeenstemming met de terugkoopplicht.
Hoofdstuk 1
62
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 3
tingen. Bij het gereed komen van een project wordt de werkelijke onrendabele investering ten gunste van de voorziening in mindering gebracht op de materiële activering. Er wordt het percentage of completion-contracted methode toegepast. Afschrijving op de nieuwbouwcomplexen start in het eerste volledige kalenderjaar van de exploitatie. Bij gecombineerde projecten worden bij het bepalen van de te verantwoorden bijzondere waardevermindering de verwachte verkoopwinsten op koopwoningen en de verwachte onrendabele investering op nieuwe huurwoningen met elkaar gesaldeerd.
bedragen worden op deze vordering afgeboekt. De waardering van deze vordering is nominaal vermeld. De actieve belastinglatentie is opgenomen rekening houdend met tijdelijke verschillen tussen waardering in de jaarrekening en de fiscale waardering. De latentie is gewaardeerd tegen contante waarde waarbij discontering plaatsvindt tegen de nettorente. De nettorente bestaat uit de voor Rhiant geldende rente voor langlopende leningen (4,52%) onder aftrek van belasting op basis van het effectieve belastingtarief (25,0%).
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van aanschafwaarde onder aftrek van lineaire afschrijvingen.
Latente belastingvorderingen uit hoofde van verrekenbare verschillen en beschikbare voorwaartse verliescompensatie worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden worden benut. Deze wordt nominaal gewaardeerd.
Fi na nci ë l e v as t e ac t iv a :
V o o r r a d en
De financiële vaste activa bestaan uit de vordering BWS subsidie, de deelnemingen en de actieve/latente belastinglatentie.
Goederenvoorraad De controle op de inkopen van de voorraad is nauwkeurig procedureel omschreven en wordt als zodanig nageleefd en middels de interne controle gevolgd. De voorraad word elk jaar geïnventariseerd. De laatste inventarisatie is ultimo 2011 uitgevoerd.
De deelnemingen (Rhiant Holding BV, Woningnet NV, de vof VOC en Stadsherstel Drechtsteden NV) worden gewaardeerd volgens de netto-vermogenswaarde, met uitzondering van de deelname in Woningnet NV welke nominaal wordt gewaardeerd. De jaarlijks te ontvangen BWS subsidie-
Het materiaalverbruik wordt voor 70% ten laste van het klachtenonderhoud en 30% ten laste van het mutatieonderhoud geboekt.
Verkoopwoningenvoorraad De verkoopwoningvoorraad betreft woningen welke in het verleden in MGE zijn verkocht en zijn teruggekocht door Rhiant. Deze woningen worden weer verkocht. V or d e r in g e n Huurdebiteuren Waardering geschiedt tegen nominale waarde rekening houdend met een voorziening voor mogelijke oninbaarheid gebaseerd op een statische benadering. L iq u id e m id d e le n Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekeningcourantschulden bij banken zijn opgenomen onder de kortlopende schulden. De genoemde bedragen zijn nominaal gewaardeerd. E g alisatie r e ke n in g De rechten op exploitatiesubsidies vallen binnen het regime van het Besluit Woninggebonden Subsidies worden verantwoord in het jaar van ontstaan. De bijdragen worden jaarlijks ten gunste van het resultaat gebracht overeenkomstig de jaarlijkse voorgecalculeerde tekorten van de betreffende exploitaties. V oor z ie n in g e n Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs
“Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen, wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus aan deze investering toe te rekenen ontvangsten.” Lang l op e n de s c h u ld en Langlopende schulden worden gewaardeerd tegen de kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. De betaalde rente inclusief de nog te betalen rente ultimo boekjaar wordt als rentelast in de winsten verliesrekening verantwoord.
O v er ig e activa e n p assiva Voor zover in het bovenstaande niet anders is aangegeven worden de overige activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde.
GRONDSLAGEN VOOR D E B E P A L I N G V A N H E T RESULTAAT B ed r ijf sop b r e n g ste n Huren De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum en gekoppeld aan het inflatiepercentage van het vorige kalenderjaar. Voor de huurverhoging per 1 juli in het verslagjaar bedroeg dit maximumpercentage 1,3%. Overheidsbijdragen Onder deze post zijn de vrijval uit de egalisatierekening BWS-subsidies en eventuele overige overheidsbijdragen verantwoord. B ed r ijf slaste n
Er zijn in 2011 geen leningen verstrekt aan leden van de Raad van Commissarissen, bestuurders of personeel. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woning in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.
Afschrijvingen op materiële vaste activa Afschrijvingen op materiële vaste activa worden gebaseerd op basis van de verkrijging- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de annuïtaire methode op basis van de restant levensduur zoals die in het strategisch voorraadbeleid is vastgesteld. Met een mogelijke restwaarde wordt geen rekening gehouden. De inventaris en machines in de werkplaats worden lineair afgeschreven op basis van 10 jaar.
Overige waardeveranderingen immateriële en materiële vaste activa Hier wordt de toevoeging aan de voorziening onrendabele toppen en/ of de afboeking op de materiele vaste activa, indien er sprake is van langdurige waardevermindering in de vergelijking met de bedrijfswaarde op het niveau van de productmarktcombinatie (PMC). De opbrengsten uit verkoop van woningen verkocht onder voorwaarden worden niet als verkoopbate verantwoord, omdat niet alle risico’s en rechten op economische voordelen zijn overgedragen op de koper. Het verschil in waardering bij eerste verkoop tussen de historische kostprijs (van de materiele vaste activa in exploitatie) en gehanteerde transactieprijs (overeengekomen op basis van mge/koopgarantvoorwaarden) wordt verantwoord via de post overige waardeverandering. Bepaling hiervoor is de transportdatum van de notariële akte. De jaarlijkse mutatie van de actuele waarde van de woningen verkocht onder voorwaarden en de terugkoopverplichting wordt verantwoord in de winst- en verliesrekening en is aan elkaar gelijk. Lasten onderhoud Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, alsmede de kosten van het materiaalverbruik. In de winst- en verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen onder de post personeelslasten waarop een
Hoofdstuk 1
kan worden geschat. Voorzieningen worden tegen nominale waarde opgenomen.
63
Jaarrekening - 3
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
64
Jaarrekening - 3
JAARVERSLAG
De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. Vennootschapsbelasting Met ingang van 1 januari 2008 zijn corporaties integraal belastingplichtig. “Tussen de boekwaarde in de balans (commerciële boekwaarde) en de fiscale boekwaarde van balansposten bestaan (tijdelijke) verschillen. De belangrijkste verschillen ontstaan als gevolg van een verschil in de waardering van het bezit (fiscaal op basis van waarde in het economisch verkeer, commercieel op basis van historische kostprijs) en een verschil in de waardering van de langlopende schulden (fiscaal op basis van marktwaarde, commercieel op basis van nominale waarde). Deze verschillen tussen fiscale en commerciële waardering leiden tot latente belastingvorderingen (actieve latentie) of latente belastingschulden (passieve latentie) in de commerciële jaarrekening. De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voorzover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen
in het te hanteren belastingtarief. De actieve latentie uit hoofde van verkopen (vordering) is op contante waarde bepaald.Hierbij is beoordeeld of er voldoende fiscale winsten beschikbaar zijn in de toekomst. En is gevormd voor de toekomstige verkopen van woningen. Rente Rentebaten hebben betrekking op opbrengsten uit vorderingen, beleggingen, te vorderen rente van BWS-subsidies en de opbrengsten van de geactiveerde rente aan nieuwbouwprojecten. De hierbij gehanteerde rentevoet voor de geactiveerde rente is gebaseerd op het gemiddelde rentepercentage wat betaald wordt op onze leningenportefieulle. Rentelasten zijn betaalde en verschuldigde lasten met betrekking tot kort- en langlopende schulden en de toegevoegde rente aan de egalisatiereserve BWS-subsidies. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Resultaatbepaling Het resultaat wordt bepaald door opbrengsten te verminderen met aan het boekjaar toe te rekenen kosten.
B E L A N G R I J K E G E B EU R T E N I S S E N N A BALANSDATUM Er hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan na balansdatum
N I E T U I T D E B A L A N S B L I J K E N D E VERPLICHTINGEN Obligo WSW WSW-deelnemers hebben naar het WSW een zogeheten obligoverplichting. Deze verplichting is voorwaardelijk. Zolang het risicovermogen van het WSW voldoende is om eventuele betalingsverplichtingen van WSW-deelnemers over te nemen, wordt geen beroep gedaan op deze obligoverplichting. Het WSW verwacht voor de komende vijf jaar conform de actuele meerjarenliquiditeitsprognose geen beroep te doen op deze obligoverplichting. De obligoverplichting voor Rhiant bedraagt € 3.094.654 Aangegane verplichtingen. Inzake activa in ontwikkeling zijn verplichtingen aangegaan voor een bedrag van € 13.696.149,84. Dit is voor het projecten zorgcluster, Onderdijk en Veersedijk.
Jaarrekening - 3
standaarduurloondekking in mindering is gebracht.
65
66
JAARVERSLAG
4: Toelichting op de geconsolideerde balans Jaarrekening - 4
activa
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
82.343.645
83.397.271
1.964.565
1.964.565
2.605.073 86.913.284
2.533.711 87.895.547
22.410.956
22.033.756
22.410.956
22.033.756
8.862.903 861.565 1.162.938 10.887.406
1.964.884 808.782 1.093.421 3.867.086
849.973 128.666 169.942
900.284 161.769 128.164
1.148.581
1.190.217
121.360.226
114.986.607
M at e ri ë l e vast e activa Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Onroerende zaken in exploitatie - woningen en woongebouwen - grond woningen verkocht onder voorwaarden - onroerende goederen niet zijnde woningen Totaal Onroerende zaken in exploitatie Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Totaal Ontroerende zaken verkocht onder voorwaarden Onroerende zaken in ontwikkeling - project Volgerlanden - project Veersedijk - overige projecten Totaal Onroerende zaken in ontwikkeling Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie - bedrijfspand en terreinen - kantoorinventaris, werkplaats - vervoermiddelen Totaal Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Totaal Materiële vaste activa
Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt weer te geven: Onroerende Totaal Materiële zaken in vaste activa exploitatie Stand per 1 januari 2011 Mutaties in de boekwaarde - investeringen - subsidies - desinvesteringen - afschrijvingen - correcties afschrijvingen - overige waardeveranderingen - afboekingen onrendabel Totaal mutaties in het boekjaar Stand per 31 december 2011
114.986.607
8.423.562 - 800.235- 1.508.768- 32.370 226.690 - 6.373.620 121.360.226
87.895.547
438.710 - 255.507- 1.392.157- - 226.690 -, 982.264- 86.913.284
Onroerende Onroerende en zaken Onroerende roerende zaken verkocht onder zaken in ten dienste van voorwaarde ontwikkeling de exploitatie 22.033.756
856.000 - 478.800- - - - - 377.200 22.410.956
Investeringen Het bij ‘onroerende zaken in exploitatie’ genoemde bedrag betreft voor ruim € 400 duizend de investering in geriefverbeteringen en energiemaatregelen. In 2011 is er voor ruim € 7,0 miljoen geïnvesteerd in nieuwbouwprojecten (‘onroerende zaken in ontwikkeling’). Hierbij is 1 project in uitvoering. Dit is Sophiastaete. Het grootste deel van de investeringen heeft hier betrekking op. De investeringen in ‘onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie’ hebben betrekking op aanpassingen aan het kantoor (+/- € 3.000,=), investeringen in ICT en kantoorinventaris (+/- € 10.000,=) en de aanschaf van nieuwe vervoermiddelen (+/- € 95.000,=). Desinvesteringen Het bedrag aan desinvesteringen vermeld bij “Onroerende zaken in exploiatie” heeft betrekking op de verkoop van 5 woningen in complex 307 via Koopgarant. Het bedrag aan desinvesteringen vermeld bij “Onroerende zaken ten dienste van de exploitatie” heeft in hoofdzaak betrekking op verkoop van vervoersmiddelen. Afschrijvingen Investeringen en na-investeringen in woningen en woongebouwen worden annuïtair afgeschreven tot einde levensduur (max. 50 jaar).
3.867.086
1.190.217
7.020.320 - - - - - - 7.020.320
108.532 65.928116.61132.370 41.637-
10.887.406
1.148.581
Hoofdstuk 1
67
Jaarrekening - 4
JAARVERSLAG
68
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 4
“Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden in principe lineair afgeschreven. Inventaris over een termijn van 10 jaar, investeringen in ICT in 5 jaar en vervoermiddelen in 5 jaar. Na-investeringen aan het kantoorgebouw worden afgeschreven in verhouding tot de verwachtte levensduur, variërend van 5 tot 30 jaar. Het kantoorgebouw wordt annuïtair afgeschreven over een termijn van 31 jaar.” Het bedrag aan correctieafschrijvingen vermeld bij ‘onroerende zaken ten dienste van de exploitatie’ heeft betrekking op de desinvestering van verkochte vervoermiddelen. Actuele waarde Onder bedrijfswaarde wordt verstaan de contante waarde van de netto-omzet, ofwel het saldo tussen de toekomstige opbrengsten en kosten (exclusief rente en afschrijving), rekeninghoudend met de rentabiliteitswaarde van de leningen. De mutatie in de bedrijfswaarde zoals bedoeld in alinea 214 van Richtlijn 645 wordt hieronder gespecificeerd. De waarde van de onroerende zaken in exploitatie gebaseerd op de bedrijfswaarde bedraagt ultimo boekjaar € 120,9 miljoen (2010: € 116,9 miljoen) inclusief de grond (tegen historische kostprijs). De toename van de bedrijfswaarde in het verslagjaar met een bedrag van € 4 miljoen (3,4 %) ten opzichte van vorig jaar laat zich als volgt verklaren: x € 1.000,= € 10.231 Autonome ontwikkelingen Voorraadmutatie’s € 2.493Parameterwijzigingen € 2.695Exploitatiebeleid - huuropbrengsten € 1.336- - Onderhoudsuitgaven € 1.544 - Overige exploitatie-uitgaven € 37 € 39- - Restwaarde € 206 Investeringsbeleid - Verkoop € 5.453 - Sloop € 44 - Energiebeleid € 7.600- € 2.103 € 3.146 € 877 Rentabiliteitswaarde correctie Totaal specificatie verloop bedrijfswaarde: € 4.023 In de bedrijfswaarde is geen rekening gehouden met de huurtoeslagheffing welke in het regeerakkoord van 2010 is benoemd. Deze zou vanaf 2014 geheven gaan worden
JAARVERSLAG
69
Waarde onroerendzaakbelasting De onroerende zaken in exploitatie zijn in het kader van de Wet onroerendzaakbelasting (WOZ) per 1 januari 2011 gewaardeerd op € 312 miljoen. Verzekeringen De onroerende goederen in exploitatie zijn tegen brand verzekerd voor een waarde van € 239,8 miljoen. De verzekerde waarde van het bedrijfspand bedraagt € 1,5 miljoen. De verzekerde waarde van de inventaris bedraagt € 292.000,=. Aanpassingen van de verzekerde waarden geschieden volgens de indexclausule. Verder zijn er verzekeringen afgesloten voor wettelijke aansprakelijkheid, geldtransport, wagenpark, collectieve ongevallen, glasverzekering en bestuurdersaansprakelijkheid.
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
35.625 35.625
54.687 54.687
130.304 1.248.000
171.798 -
4.115.085 5.493.389
3.030.019 3.201.817
Deelnemingen - vof V.O.C. 298.191 - Woningnet NV 1.565 - Stadsherstel Drechtsteden NV 141.352 Totaal Deelnemingen 441.108
1.232.643 1.565 163.133 1.397.341
F inanci ë l e vast e activa Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Te vorderen BWS-subsidies - complex Hoge Bogerd Totaal te vorderen BWS-subsidies Latente belastingen agio/disagio leningen Latente belastingen verkopen Compensabele verliezen vennootschapsbelasting Totaal latente belastingen
Totaal Financiële vaste activa
5.970.122
4.653.845
Jaarrekening - 4
en bedraagt ongeveer € 317,-- per woning. Indien dit wel ingerekend zou worden dan bedraagt het effect op de bedrijfswaarde € 8,2 miljoen negatief.
70
JAARVERSLAG
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt weer te geven:
Jaarrekening - 4
Stand per 1 januari 2011 Mutaties in de boekwaarde - verkrijgingsprijs - waardeveranderingen - resultaat - dividend - subsidies - correcties Totaal mutaties in het boekjaar Stand per 31 december 2011
BWS-subsidies
Latente belastingen
Deelneming vof V.O.C.
Overige deelnemingen
54.687
3.201.817
1.232.643
164.698
2.291.572 - - - - - 2.291.572
514.452- 420.000- -
19.062- 19.062- 35.625
5.493.389
BWS-subsidies Voor het complex ‘Boutershof’ is een reguliere aflossing ontvangen van € 19.062,= Deelname VOC (vof de Volgerlanden) Per 1 januari 2003 is besloten het volledige eigendom van de huurwoningen direct over te dragen naar de corporaties bij oplevering terwijl het resultaat op de koopwoningen binnen de VOC blijft. Dit aandeel in de koopwoningen wordt als deelneming geactiveerd. Het bedrag volgt volledig uit de jaarrekening van de VOC, waarin de afzonderlijke vermogensdeelnemingen van de diverse corporaties vermeld staan. Dit bedrag wordt enerzijds gemuteerd door het resultaat van de VOC in de komende jaren, anderzijds door eventuele uitbetalingen. Het volledig te verwachten tekort van de huurwoningen wordt als voorziening opgevoerd bij de corporatie. Dit tekort is gebaseerd op interne parameters. Het resultaat van de VOC is fors beïnvloed door een uitspraak van het gerechthof op 27 maart 2012. De uitspraak is gedaan in zaak van extreme grondzettingen. Hierbij is de gemeente aansprakelijk gesteld voor de herstelkosten door de VOC. Door de uitspraak van het Gerechtshof komen deze kosten en de eerder gemaakte kosten nu voor rekening van V.O.C. Inclusief rente tot 31 december 2011 komen de totale kosten van herstel uit op € 1.466.981. Onderzocht wordt of cassatie bij de Hoge Raad tegen de uitspraak van het Gerechtshof kans van slagen heeft. De beslissing hierover moet voor 27 juni 2012 genomen worden. De totale kosten zijn ten laste van het resultaat 2011 gebracht.
298.191
21.781142.917
Deelname Woningnet NV Als gevolg van de participatie in Stichting Woonkeus Drechtsteden heeft Rhiant, evenals de overige deelnemende corporaties, 100 aandelen (€ 1.565,=) in Woningnet NV aangekocht. Stichting Woonkeus Drechtsteden werkt sinds 1 juli 2004 nauw samen met Woningnet NV. Deelname Stadsherstel Drechtsteden NV In samenwerking met zes andere corporaties is de NV Stadsherstel Drechtsteden opgericht. Deze vennootschap heeft zich ten doel gesteld het op een maatschappelijk en economisch verantwoorde wijze behouden van (rijks)monumenten en andere historische gebouwen in de regio Drechtsteden. Rhiant heeft een belang van 170 aandelen (op een totaal van 3.644), nominaal € 1.000,=. Deze aandelen zijn voor 100% volgestort, zijnde € 170.000,=.
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
63.875 414.042 477.917
85.182 150.813 235.995
V oorrad e n Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Goederenvoorraad Verkoopwoningenvoorraad Totaal Voorraden
Goederenvoorraad De voorraadpositie wordt tweejaarlijks geïnventariseerd, voor het laatst ultimo 2011. Een nadere toelichting hiervan is opgenomen bij de waarderingsgrondslagen. Verkoopwoningenvoorraad De verkoopwoningenvoorraad bestaat uit 3 MGE woningen. De voorraad zal worden verkocht in 2012.
71
Jaarrekening - 4
JAARVERSLAG
72
JAARVERSLAG
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
V ord e ring e n Jaarrekening - 4
Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Huurdebiteuren - lopende contracten (‘zittende huurders’) 0,57% - beëindigde contracten (‘vertrokken huurders’) 0,16% Totaal huurdebiteuren 0,74% Voorziening dubieuze debiteuren Totaal huurdebiteuren Overige debiteuren - inzake projecten - overige posten Totaal overige debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren Totaal overige debiteuren Belastingen en sociale premies - vennootschapsbelasting - loonbelasting en sociale premies - omzetbelasting Totaal belastingen en sociale premies Transitoria - vooruitbetaalde rente en aflossingen leningen - PC-privé en fietsplan - overige posten Totaal transitoria Totaal Vorderingen
63.260
65.526
18.114 81.374 814- 80.560
20.248 85.775 85.774
- 115.006 115.006 7.558- 107.448
20.405 150.271 170.676 5.020165.657
- - 393.837 393.837
325.587 325.587
250.332 1.785 56.443 308.560
250.332 2.853 295.949 549.134
890.404
1.131.172
H u u rd e bit e u r e n De huurachterstand uitgedrukt in een percentage van het totaal aan huren en vergoedingen bedraagt 0,74% (2010: 0,78%).
JAARVERSLAG
73
- tot 1 maand - 1 maand tot 2 maanden - 2 tot 3 maanden - 3 maanden en langer totaal
2011
2010
114 1 0 18 133
118 2 1 16 137
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
3.292 2.692.653
875 1.183.128
2.695.945
1.184.004
L i q u id e midd e l e n Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Kas Bank rekening courant Totaal liquide middelen
passiva e ig e n v e rmog e n Algemene bedrijfsreserve Saldo begin boekjaar Resultaat boekjaar
17.351.343 4.083.721
14.064.662 3.286.681
Algemene bedrijfsreserve ultimo boekjaar 21.435.064
17.351.343
Egalisati e r e s e rv e BWS-subsidies Saldo begin boekjaar af: te ontvangen bijdrage Egalisatiereserve ultimo boekjaar
54.688 19.062 35.625
72.951 18.263 54.688
De reguliere jaarbijdragen zijn ten gunste van het resultaat 2011 gebracht, dit ten laste van de ‘Egalisatiereserve’.
Jaarrekening - 4
Het aantal huurdebiteuren zijn naar maand van ontstaan van de vordering als volgt in te delen:
74
JAARVERSLAG
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
56.000 3.950 -
56.000 -
V oorzi e ning e n Jaarrekening - 4
Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Voorziening loopbaanbudget Saldo begin boekjaar Dotatie Ontrrekking
Voorziening loopbaanbudget ultimo boekjaar 59.950
56.000
Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw - Volgerlanden 67.500 - Overige projecten 831.817
1.779.611 660.906
Voorzieningen onrendabele investering ultimo boekjaar
899.317
2.440.517
Voorzieningen ultimo boekjaar
959.267
2.496.517
Voorziening loopbaanbudget De voorziening loopbaanbudget dient ter dekking van de nog te maken kosten voor het loopbaanbudget per werknemer. De werknemer die op 1 januari 2010 5 jaar of korter in dienst is bij de onderneming, heeft recht op een loopbaanontwikkelingsbudget naar rato. Dit budget is voor werknemers in die 5 jaar of langer in dienst zijn € 4.500,--. Voor de werknemer die korter in dienst is is dit € 900,-- per jaar voor de dienstjaren in dienst. Dit budget loopt tot en met 31 december 2014. Deze verplichting voor de werkgever geldt alleen zolang de werknemers in dienst zijn. De werknemer mag aanspraak maken op dit budget om studie’s te bekostigen die met een toekomstige functie te maken hebben. De opgenomen voorziening is gebaseerd op 75% van het totale berekende jaarbudget.
JAARVERSLAG
75
Het verloop van de voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw is als volgt weer te geven:
Totaal voorziening
Volgerlanden
Overige projecten
2.440.517 1.779.611 Stand per 1 januari 2011 Mutaties in de boekwaarde - gerealiseerde winsten koopwoningen - - - dotatie van het te verwachten verlies 1.541.200- 1.712.111- - afbouw vanwege realisatie huurwoningen - - totaal mutaties in het boekjaar 1.541.200- 1.712.111-
660.906
Stand per 31 december 2011
831.817
899.317
Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw De voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw dient ter dekking van de geraamde onrendabele investeringen van nieuwbouw- en herstructureringsprojecten. Het project Volgerlanden is een zogenaamd combiproject, waarbij zowel koop- als huurwoningen worden gerealiseerd. De winsten van de koopwoningen zijn niet in mindering gebracht op de geraamde onrendabele investeringen van de huurwoningen. Deze lopen via het vennootschapskapitaal van de vof waarbinnen de koop- als huurwoningen worden gerealiseerd. Alleen de gerealiseerde onrendabele investeringen van de huurwoningen worden via de voorziening verrekend. Er is nu nog 1 project welke in de voorziening Volgerlande is opgenomen. Dit is het project Volgerlanden Oost. Met dit project zal nog een start moeten worden gemaakt. De vrijval van de voorziening heeft te maken met het resultaat van het project Sophiastaete t.o.v. de oorspronkelijke reservering a € 1,5 miljoen negatief. Verder het bedrag wat uit voorzichtigheidsprincipe nog niet was vrijgevallen in 2010. Deze is vrijgevallen in 2011 t.g.v. het resultaat. Er kan nu een goede inschatting van de onrendabele investeringen worden gemaakt. De voorziening op overige projecten betreft de projecten: Onderdijk, Veersedijk, Fase 2.3C, Petrakerk en Woonwagens. Om in de jaarrekening 2011 te kunnen laten zien hoe de totale voorziening zich ontwikkelde ten opzichte van de voorgaande jaren is deze presentatie gehandhaafd. In de jaarrekening 2012 zullen de berekende onrendabele investeringen direct ten
67.500
170.911 170.911
Jaarrekening - 4
76
JAARVERSLAG
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
155.452 - 4.575
2.632.959 2.477.507
150.877 4.758 146.119
155.452 4.576 150.877
77.185.870 13.000.000 8.081.125
77.011.822 4.000.000 3.825.952
82.104.745 8.065.608 74.039.138
77.185.870 8.086.102 69.099.767
22.033.756
-
377.200
22.033.756
- 22.410.956
22.033.756 -
S ch u ld e n op lang e t e rmijn Jaarrekening - 4
Leningen overheid Saldo begin boekjaar bij: nieuwe leningen af: aflossingen/stortingen Schuldrestant ultimo boekjaar leningen overheid af: aflossingsverplichting komend jaar Boekwaarde leningen overheid Leningen kapitaalmarkt Saldo begin boekjaar bij: nieuwe leningen af: aflossingen/stortingen Schuldrestant ultimo boekjaar leningen kapitaalmarkt af: aflossingsverplichting komend jaar Boekwaarde leningen kapitaalmarkt Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden Saldo begin boekjaar bij: verkochte woningen onder voorwaarden af: ingekochte woningen onder voorwaarden Saldo eind boekjaar
Schulden op lange termijn ultimo boekjaar 96.596.212
91.284.400
JAARVERSLAG
77
SWAPs
financiering
tarief
periode van
periode t/m
marktwaarde
roll-over roll-over roll-over roll-over roll-over roll-over
4,2640% 4,3890% 4,4230% 4,7500% 3,8900% 3,8050%
05-03-2007 03-03-2008 03-02-2009 05-04-2010 01-09-2011 01-12-2011
05-03-2017 05-03-2018 04-02-2019 03-04-2020 01-09-2021 02-12-2019
578.687663.449681.1821.061.6281.025.754865.4034.876.103-
BNG - hoofdsom € 4 mln BNG - hoofdsom € 4 mln BNG - hoofdsom € 4 mln BNG - hoofdsom € 5 mln Rabobank - Hoofdsom € 6 mln Rabobank - Hoofdsom € 6 mln
Voor de lopende Swaps in 2011 zijn per ultimo boekjaar onderliggende financieringen aangetrokken. De marktwaarde van de Swaps is op balansdatum negatief. Rhiant maakt gebruik van derivaten met als doel het stabiliseren van de rentelasten van de aangetrokken rollover-leningen, welke per definitie een variabele rente hebben. Middels het aantrekken van de Swaps is deze variabele rente omgezet in een vaste lange rente. Met het aantrekken van roll-over leningen kan Rhiant flexibel inspelen op actuele vermogensbehoeften. Er is om die reden geen noodzaak een negatieve danwel positieve marktwaarde van de Swaps als resultaat te verantwoorden. Voor de afgesloten Swaps zijn geen afspraken met de bank gemaakt om negatieve marktwaarden te storten. Rentabiliteitswaarde leningen De rentabiliteitswaarde van de langlopende leningen bedraagt e 86.872.622 Rentevoet Gemiddelde rentevoet leningen overheid Gemiddelde rentevoet leningen kapitaalmarktleningen Gemiddelde rentevoet leningen totale portefeuille Indicatie looptijd en rentevast Schuldrestant van de leningen met een looptijd langer dan 5 jaar Rentevastperiode langer dan 5 jaar
2011 4,00%
2010 5,81%
4,52%
4,25%
4,52%
4,30%
€ 40.201.664 € 42.053.958
Jaarrekening - 4
Ultimo boekjaar kunnen de marktwaarden van de aangetrokken Swaps als volgt worden gespecificeerd:
Hoofdstuk 1
78
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 4
Zekerheden Voor alle aangetrokken leningen heeft het Waarborgsom Sociale Woningbouw (WSW) zich garant gesteld. De gemeente Hendrik Ido Ambacht heeft de achtervangpositie aanvaard. Er zijn verder geen aanvullende zekerheden aan financiers verstrekt.
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
2.211.619
938.137
- Rekening courant banken Belastingen en sociale premies - vennootschapsbelasting - - loonbelasting en sociale premies 76.935 - omzetbelasting - 76.935 Transitoria - transitorische rente geldleningen 1.592.562 - aflossingsverplichting leningen komend jaar 8.070.366 - vooruitontvangen huren 85.879 - nog te verrekenen servicekosten met huurders 66.783 - te verrekenen huursubsidie 53.242 - overige transitoria 211.060 Totaal transitoria ultimo boekjaar 10.079.892
-
sch u ld e n op kort e t e rmijn Crediteuren
Schulden op korte termijn ultimo boekjaar 12.368.446
82.998 82.998
1.669.832 8.090.678 97.324 4.105 57.353 59.226 9.978.518 10.999.653
De afloop van de crediteuren vertoont een normaal beeld. De post ‘transitorische rente geldleningen’ heeft betrekking op de rentelasten van de leningen vanaf de laatste vervaldatum tot en met einde boekjaar.
Jaarrekening - 4
JAARVERSLAG
79
80
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 5
5: Toelichting op de geconsolideerde winst en verliesrekening BATEN
2011 x E 1,-
2010 x E 1,-
10.351.058 16.812-
10.165.036 37.668-
10.334.246
10.127.367
29.994 991-
29.728 970-
29.003
28.759
huren Woningen en woongebouwen - huurderving 0,16% Netto huur woningen en woongebouwen Onroerende goederen niet zijnde woningen - huurderving 3,31% Netto huur onroerende goederen niet zijnde woningen
Totaal huren
0,17%
10.363.249
10.156.126
De huurstijging (exclusief huurderving) is voor een bedrag van € 186.000,= te verklaren door de gestegen huren als gevolg van de huurverhoging per 1 juli 2011 met gemiddeld 1,3%, dit leverde een huurstijging ten opzichte van 2010 op van ongeveer € 132.000,=. Als gevolg van de leegstand i.v.m. sloop van complex 109 zijn de opbrengsten gedaald met € 118.000,=. De resterende stijging van ongeveer € 54.000,= heeft betrekking op huuraanpassingen bij mutatie en door geriefverbeteringen. De huurderving bedraagt 0,17% van de te ontvangen huur (2010: 0,38%).
JAARVERSLAG
2011 x E 1,-
2010 x E 1,-
Overige goederen , leveringen en diensten - huurderving
738.331 11.071-
873.322 3.748-
- te verrekenen met huurders per saldo overige goederen, leveringen en diensten
727.260 59.173-
869.574 38.081-
668.087
831.493
81
Totaal vergoedingen
668.087
BWS-subsidie complex 206 (HH/II)
19.062
831.493
O v e rh e idsbijdrag e n
Totaal overheidsbijdragen
19.062
18.263 18.263
Voor een toelichting op deze post verwijzen wij naar de toelichtingen op de ‘Financiële vaste activa’ en de ‘Egalisatiereserve’.
O v e rig e B at e n - erfpachtcanon - interne uren projecten - administratieve vergoeding centrale antenne - antennevergoedingen - administratieve vergoeding servicekosten - overige Totaal overige baten
127.906 72.100
126.573 105.010
- 4.285
4.288 4.393
77.930 643
50.689 900
282.864
291.853
Jaarrekening - 5
v e rgo e ding e n
82
JAARVERSLAG
2011 x E 1,-
2010 x E 1,-
1.379.182 5.105
1.242.023 4.771
122.641 7.870
112.622 7.843
LastEn Jaarrekening - 5
A fschrijving e n Woningen en woongebouwen Onroerende goederen niet zijnde woningen Onroerende en roerende goederen ten dienste van de exploitatie Overige zaken Totaal afschrijvingen
1.514.798
1.367.259
O v e rig e waard e v e rand e ring e n mat e ri ë l e vast e activa Complex 204 - Banckertplein (appartementen) Complex 208 - Banckertplein (eengezinswoningen) Complex 118 - Oostendam (seniorenwoningen) Complex 119 - Oostendam (woningen) Complex 120 - Oostendam (appartementen) Complex 121 - Oostendam (appartementen) Complex 406 - Volgerlanden (seniorenwoningen) Complex 410 - Volgerlanden (woningen) Complex 480 - Volgerlanden (hospice) Resultaat bij verkoop van woningen Reserveringsverschil afgerekende projecten vorig boekjaar Dotatie voorziening onrendabele investering nieuwbouw Totaal overige waardeveranderingen
-
430.000-
-
625.000-
85.000-
183.000
-
122.000
204.000-
904.000
-
28.000
62.310
46.500
-
24.000
- 543.504-
13.000 919.779-
-
46.330
1.541.200-
283.346
2.311.394-
324.603-
JAARVERSLAG
83
Totaal dotatie
Volgerlanden
Overige projecten
1.541.200-
1.712.111-
170.911
2011 x E 1,-
2010 x E 1,-
lonen en salarissen sociale lasten pensioenpremies reis- en verblijfskosten vergoedingen opleidingskosten overige personeelslasten
1.228.226 148.823 225.588 8.944 8.614 49.467 102.395
1.212.356 131.211 216.136 8.550 8.472 38.764 150.354
Totaal personeelslasten
1.772.058
Dotatie 2011
p e rson e e lslast e n
1.765.842
L on e n e n salariss e n salarissen incl. vakantiegeld inlening personeel ontvangen ziekengelden
1.236.168 2.197 10.138-
1.162.147 68.272 18.064-
Totaal lonen en salarissen
1.228.226
1.212.356
Vanwege tijdelijke bezettingsproblemen of specifieke eenmalige projecten of werkzaamheden wordt gebruik gemaakt van het inlenen van personeel. In 2011 is personeel ingeleend ten behoeve van: - tijdelijke vervanging in verband met ziekte voor de afdeling Woondiensten - extra ondersteuning voor de afdeling Financiën - extra ondersteuning voor de afdeling Woondiensten - extra ondersteuning voor de afdeling Beleid Personeelsverloop Voor een overzicht van de personeelsbezetting en het verloop hiervan verwijzen wij naar hetgeen in het jaarverslag is vermeld.
Jaarrekening - 5
De opbouw dotatie voorziening onrendabel investering nieuwbouw is als volgt weer te geven:
Hoofdstuk 1
84
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 5
Pensioenfonds De pensioenregeling van SPW is een toegezegde bijdrageregeling. Hierbij geldt dat Rhiant in het geval van een tekort bij SPW geen verplichting heeft tot het voldoen van aanvullende stortingen anders dan hogere toekomstige premies. Op grond hiervan wordt de pensioenregeling als een toegezegde regeling verantwoord in de jaarrekening, waarbij de jaarlijks te betalen premies ten laste van het resultaat worden gebracht. Een overschot of tekort in het bedrijfstakpensioenfonds voor de corporaties kan invloed hebben op de te betalen premies. Het fonds heeft ultimo boekjaar een dekkingsgraad van 101%, hetgeen onder het gewenste minimum van 105% ligt. De dekkingsgraad blijft weliswaar boven de 100%. De dekkingsgraad is berekend met gunstigere rente dan de actuele marktrente. Het is op dit moment niet duidelijk hoe De Nederlandse Bank hier in de toekomst mee om zal gaan. Ook blijven de ontwikkelingen op de financiële markten onzeker. Het is daarom nu niet te voorspellen hoe de dekkingsgraad van het fonds zich in de komende tijd zal gaan ontwikkelen. Het is niet uitgesloten dat de komende jaren de pensioenenlasten kunnen stijgen. 2011 2010 x E 1,- x E 1,-
last e n ond e rho u d planmatig onderhoud dagelijks onderhoud Subtotaal lasten onderhoud af: toegerekende kosten eigen dienst Totaal lasten onderhoud
1.661.748 1.041.331 2.703.078 262.442- 2.440.637
1.137.637 931.406 2.069.043 202.1741.866.868
B e drijfslast e n huisvestingskosten bestuurskosten algemene kosten gemeentelijke belastingen verzekeringen kosten overige goederen, leveringen en diensten saneringsheffing heffing CFV overige bedrijfslasten Totaal bedrijfslasten
52.286 12.086 812.498 671.896 21.064 734.254 45.312 68.317 12.607-
2.405.105
95.761 12.839 376.229 545.515 20.791 687.601 106.386 882 1.846.005
Controle van jaarrekeningen Fiscale advisering Niet controle diensten Totaal van de honoraria accountant
2011 x E 1,-
2010 x E 1,-
18.269 26.640 21.067
18.445 30.308 25.111
65.976
73.864
R e nt e bat e n e n soortg e lijk e opbr e ngst e n ontvangen rente banken BWS-subsidies toegerekende rente projecten overige rentebaten totaal rentebaten en soortgelijke opbrengsten
- 2.392 250.141 -
3.191 330.080 57.409
252.533
390.681
R e nt e last e n e n soortg e lijk e kost e n rentelasten leningen overheid rentelasten leningen kapitaalmarkt overige rentelasten (m.n. mutatie transitorische rente leningen) totaal rentelasten en soortgelijke kosten
6.217 3.490.818
152.862 3.264.963
60.386-
142.422-
3.436.649
3.275.402
Hoofdstuk 1
In de post ‘Algemene kosten’ zijn ook de opbrengsten opgenomen van de ingediende aangiften omzetbelasting met een herrekening i.v.m. de pro-rata regeling. Het gaat om een totaal bedrag aan lasten van € 27.064,-- Bestaande uit de terugvraag over het jaar 2011 (opbrengst 2011 € 1.217,-- en opbrengst 2010 € 253.602,--) en een reserveringsverschil over de terugvraag over de jaren 2005 tm 2010 (lasten € 28.290,--). In 2011 is ook een nieuw ondernemingsplan geschreven en een nieuw strategisch voorrraadbeleid opgesteld. Ook is er een communicatieplan geschreven en is er een energieloket via onze website beschikbaar gekomen. Hierdoor zijn de advies kosten € 116.477,--. hoger dan 2010. In de post ‘Algemene kosten’ zijn ook de kosten van de accountant verantwoord. De honoraria van de accountant over de jaren 2011 en 2010 zijn als volgt:
85
Jaarrekening - 5
JAARVERSLAG
86
JAARVERSLAG
O v e rig e r e nt e last e n De post ‘Overige rentelasten’ bestaat voornamelijk uit de mutatie van de ‘transitorische rente leningen’. Jaarrekening - 5
2011 x E 1,-
2010 x E 1,-
2.291.572-
1.397.085-
2.291.572-
1.397.085-
B e lasting e n Vennootschapsbelasting Totaal belastingen
T o e lichting v e nnootschapsb e lasting Commercieel resultaat vóór vennootschapsbelasting, incl. deelnemingen 1.792.149 Belastingdruk 0,0% Af: Correctie overheidsbijdragen 19.062 Correctie rentetoerekening aan projecten 168.677 Fiscale afschrijving op activa in exploitatie 768.909 Fiscale afschrijving op activa t.d.v. exploitatie 147.420 Fiscale afschrijving op agio leningen O/G 239.814 Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 3.296 Correctie resultaat deelneming VOC 514.452 Dotatie herbestedingsreserve Bij: Correctie afschrijvingen (geen fiscale kosten) 1.514.798 Correctie waardeveranderingen MVA 2.311.394 Onderhoudskosten die fiscaal als verbetering zijn aangemerkt 113.023 Vogelaarheffing (geen fiscale kosten) 68.317 Saneringsheffing (geen fiscale kosten) 45.312 Gemengde kosten aftrek 4.916 Fiscale vrijval disagio leningen O/G 69.642 Fiscaal resultaat deelneming VOC 548.566-
Fiscaal resultaat 2010
Belastingdruk
Totaal acute vennootschapsbelasting over 2011 0,0%
310.576
0
87
Correctie en mutatie belastinglatentie Correctie naar aanleiding van aangifte vennootschapsbelasting over eerdere jaren:
-1.085.066
Mutatie actieve latentie uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil over de periode 2012 tot en met 2042 met betrekking tot de leningenportefeuille:
41.302
Vorming actieve latentie uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil over de periode 2012 tot en met 2016 met betrekking tot de verkopen:
-1.247.808
Totaal correctie en mutatie latente belastingen over 2011
Totale vennootschapsbelasting over 2011
-2.291.572
Belastinglatenties 1. Latentie uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil leningenportefeuille 2. Latentie uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil verkopen 3. Belastingvordering ter zake van compensabele verliezen
-41.302 1.247.808 1.085.066
Totaal mutatie latente belastingen over 2011
-2.291.572
Vennootschapsbelasting De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Sinds 1 januari 2008 vallen de corporaties integraal onder de vigerende belastingwetgeving. Rhiant heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 2 de fiscale positie ultimo 2011 en het fiscale resultaat 2011 bepaald. Omdat jurisprudentie inzake de uitwerking van VSO 2 voor corporaties nog ontbreekt kan de werkelijk te betalen of te verrekenen belasting over 2011 afwijken van de in de jaarrekening 2011 opgenomen schatting.
2.291.572
Jaarrekening - 5
JAARVERSLAG
88
JAARVERSLAG
2011 x E 1,-
2010 x E 1,-
514.452- - 21.781-
1.187391-
536.233-
1.578-
D e e ln e ming e n Jaarrekening - 5
vof V.O.C. Woningnet BV Stadsherstel NV Totaal deelnemingen
Jaarrekening - 5
JAARVERSLAG
89
90
JAARVERSLAG
6: geconsolideerde kasstroomoverzicht
Jaarrekening - 6
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
Bedrijfsresultaat 5.512.221 4.776.364 Aanpassingen voor: - afschrijvingen 1.514.798 1.367.259 - waardeveranderingen materiële vaste activa 226.690- 265.500 - vennootschapsbelasting 2.291.572 1.397.085 9.091.901
7.806.208
K asstroom u it op e ration e l e activit e it e n
Veranderingen in het werkkapitaal: - voorraden 241.922- 854.074 - vorderingen 235.909 425.852 - kortlopende schulden 1.368.630 5.408.255 1.362.618 Mutatie voorzieningen 1.537.250- 339.346 Mutatie egalisatierekening 19.062- 18.263 1.556.312- Kasstroom uit bedrijfsoperaties - ontvangen rente 252.533 390.681 - resultaat deelnemingen 536.395- 1.835 - betaalde rente 3.436.211- 3.275.614 3.720.073- Kasstroom uit operationele activiteiten
5.178.134
6.688.182
321.083
2.886.76811.928.705
K asstroom u it inv e st e ringsactivit e it e n Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Mutatie financiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten
8.423.562- 761.834 1.316.277-
8.978.004-
31.744.4595.472.873 1.377.244
27.648.831-
JAARVERSLAG
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
K asstroom u it financi e ringsactivit e it e n Ontvangsten uit langlopende schulden Aflossingen langlopende schulden Mutatie afl. verplichting langlopende schulden Mutatie terugkoop verplichting woningen
13.000.000 8.085.700- 20.312 377.200
4.000.000 6.303.4595.287.21922.033.756
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
5.311.812
7.590.679-
Eindstand liquide middelen
1.511.942
1.277.048-
1.184.004 1.511.942
2.461.052 1.277.048-
Beginstand liquide middelen mutatie liquide middelen Eindstand liquide middelen
2.695.945
1.184.004
Jaarrekening - 6
91
Hoofdstuk 1
92
JAARVERSLAG
7: enkelvoudige balans per 31 december 2011
Jaarrekening - 7
Activa
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
vast e activa Materiële vaste activa Onroerende zaken in exploitatie 86.913.284 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 22.410.956 Onroerende zaken in ontwikkeling 10.887.406 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 1.148.581 121.360.226 Financiële vaste activa Te vorderen BWS-subsidies 35.625 Latente belastingen en vorderingen 5.493.389 Deelnemingen 441.108 5.970.122
87.895.547 22.033.756 3.867.086 1.190.217 114.986.607
54.687 3.201.817 1.397.341 4.653.845
V lott e nd e A ctiva Voorraden
477.917
235.995
Vorderingen Huurdebiteuren Overige debiteuren Rekening courant groepsmaatschappijen Belastingen en sociale premies Transitoria
80.560 107.448 22.907 393.837 308.560 913.311
85.774 165.657 23.069 325.587 549.134 1.149.221
Liquide middelen
2.695.945
1.184.004
Totaal Activa
131.417.521
122.209.671
PASSIVA 31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
e ig e n v e rmog e n Algemene bedrijfsreserve
21.458.134 21.458.134
17.374.414 17.374.414
Egalisati e r e s e rv e Egalisatiereserve
35.625
54.687
59.950
56.000
899.317 959.267
2.440.517 2.496.517
146.119 74.039.138
150.877 69.099.768
V oorzi e ning e n Voorziening loopbaanbudget Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw
S ch u ld e n op lang e t e rmijn Leningen overheid Leningen kapitaalmarkt Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden
22.410.956 96.596.212
22.033.756 91.284.401
S ch u ld e n op kort e t e rmijn Crediteuren Rekening courant banken Belastingen en sociale premies Transitoria Totaal Passiva
2.211.619 - 76.935 10.079.729 12.368.283
938.137 82.998 9.978.518 10.999.653
131.417.521
122.209.671
Jaarrekening - 7
93
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
94
JAARVERSLAG
8: enkelvoudige winst en verliesrekening 2011 Jaarrekening - 8
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
10.363.249 668.087 19.062 282.864 11.333.262
10.156.126 831.493 18.263 291.853 11.297.735
1.514.798
1.367.259
2.311.394- 1.772.058 2.440.637 2.404.942 5.821.040
324.6031.765.842 1.866.868 1.846.005 6.521.371
Bedrijfsresultaat
5.512.221
4.776.364
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten Interne rente
252.533 3.436.649- 438
390.681 3.275.402211-
B at e n Huren Vergoedingen Overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten
L ast e n Afschrijvingen Overige waardeveranderingen materiële vaste activa Personeelslasten Lasten onderhoud Bedrijfslasten Totaal lasten
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting Belastingen Deelnemingen Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belasting
JAARRESULTAAT (na belastingen)
2.328.544
1.891.431
2.291.572 536.395-
1.397.085 1.835-
4.083.721
3.286.681
4.083.721
3.286.681
JAARVERSLAG
95
activa
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
M at e ri ë l e vast e activa Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Onroerende zaken in exploitatie - woningen en woongebouwen 82.343.645 - grond woningen verkocht onder voorwaarden 1.964.565 - onroerende goederen niet zijnde woningen 2.605.073 totaal Onroerende zaken in exploitatie 86.913.284 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 22.410.956 totaal Onroerende zaken verkocht 22.410.956 onder voorwaarden Onroerende zaken in ontwikkeling - project Volgerlanden 8.862.903 - project Veersedijk 861.565 - overige projecten 1.162.938 totaal Onroerende zaken in ontwikkeling 10.887.406 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie - bedrijfspand en terreinen 849.973 - kantoorinventaris, werkplaats 128.666 - vervoermiddelen 169.942 totaal Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 1.148.581 Totaal Materiële vaste activa 121.360.226
83.397.271 1.964.565 2.533.711 87.895.547
22.033.756 22.033.756
1.964.884 808.782 1.093.421 3.867.086
900.284 161.769 128.164 1.190.217 114.986.607
Jaarrekening - 9
9: Toelichting op de enkelvoudige balans
96
JAARVERSLAG
Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt weer te geven:
Jaarrekening - 9
Onroerende Onroerende en Onroerende zaken Onroerende roerende zaken Totaal Materiële zaken in verkocht onder zaken in ten dienste van vaste activa exploitatie voorwaarde ontwikkeling de exploitatie Stand per 1 januari 2011 114.986.607 87.895.547 22.033.756 3.867.086 Mutaties in de boekwaarde - investeringen 8.423.562 438.710 856.000 7.020.320 - subsidies - - - - - desinvesteringen 800.235- 255.507- 478.800- - - afschrijvingen 1.514.798- 1.392.157- - - - correcties afschrijvingen 38.400 - - - - overige waardeveranderingen 226.690 226.690 - - - afboekingen onrendabel - - - - totaal mutaties in het boekjaar 6.373.620 982.264- 377.200 7.020.320 Stand per 31 december 2011
121.360.226
86.913.284
22.410.956
Investeringen Het bij ‘onroerende zaken in exploitatie’ genoemde bedrag betreft voor ruim € 400 duizend de investering in geriefverbeteringen en energiemaatregelen. In 2011 is er voor ruim € 7,0 miljoen geïnvesteerd in nieuwbouwprojecten (‘onroerende zaken in ontwikkeling’). Hierbij is 1 project in uitvoering. Dit is Sophiastaete. Het grootste deel van de investeringen heeft hier betrekking op. De investeringen in ‘onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie’ hebben betrekking op aanpassingen aan het kantoor (+/- € 3.000,=), investeringen in ICT en kantoorinventaris (+/- € 10.000,=) en de aanschaf van nieuwe vervoermiddelen (+/- € 95.000,=). Desinvesteringen Het bedrag aan desinvesteringen vermeld bij ‘onroerende zaken in exploitatie’ heeft betrekking op de verkoop van 5 woningen in complex 307 via Koopgarant. Het bedrag aan desinvesteringen vermeld bij ‘onroerende zaken ten dienste van de exploitatie’ heeft in hoofdzaak betrekking op verkoop van vervoermiddelen.
10.887.406
1.190.217
108.532 65.928122.64138.400 41.637-1.148.581
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 9
Afschrijvingen Investeringen en na-investeringen in woningen en woongebouwen worden annuïtair afgeschreven tot einde levensduur (max. 50 jaar). Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden in principe lineair afgeschreven. Inventaris over een termijn van 10 jaar, investeringen in ICT in 5 jaar en vervoermiddelen in 5 jaar. Na-investeringen aan het kantoorgebouw worden afgeschreven in verhouding tot de verwachtte levensduur, variërend van 5 tot 30 jaar. Het kantoorgebouw wordt annuïtair afgeschreven over een termijn van 31 jaar. Het bedrag aan correctieafschrijvingen vermeld bij ‘onroerende zaken ten dienste van de exploitatie’ heeft betrekking op de desinvestering van verkochte vervoermiddelen. Actuele waarde Onder bedrijfswaarde wordt verstaan de contante waarde van de netto-omzet, ofwel het saldo tussen de toekomstige opbrengsten en kosten (exclusief rente en afschrijving), rekeninghoudend met de rentabiliteitswaarde van de leningen. De mutatie in de bedrijfswaarde zoals bedoeld in alinea 214 van Richtlijn 645 wordt hieronder gespecificeerd. De waarde van de onroerende zaken in exploitatie gebaseerd op de bedrijfswaarde bedraagt ultimo boekjaar € 120,9 miljoen (2009: € 116,9 miljoen) inclusief de grond (tegen historische kostprijs). De toename van de bedrijfswaarde in het verslagjaar met een bedrag van € 4 miljoen (3,4 %) ten opzichte van vorig jaar laat zich als volgt verklaren: x € 1.000,Autonome ontwikkelingen Voorraadmutatie’s Parameterwijzigingen Exploitatiebeleid - Huuropbrengsten € 1.336- - Onderhoudsuitgaven € 1.544 - Overige exploitatie-uitgaven € 37 - Restwaarde 39- € Investeringsbeleid - Verkoop € 5.453 - Sloop € 44 - Energiebeleid € 7.600- Rentabiliteitswaarde correctie Totaal specificatie verloop bedrijfswaarde:
97
€ € €
10.231 2.4932.695-
€
206
€ € € €
2.1033.146 877 4.023
98
JAARVERSLAG
In de bedrijfswaarde is geen rekening gehouden met de huurtoeslagheffing welke in het regeerakkoord van 2010 is benoemd. Deze zou vanaf 2014 geheven gaan worden en bedraagt ongeveer € 317,-- per woning. Indien dit wel ingerekend zou worden dan bedraagt het effect op de bedrijfswaarde € 8,2 miljoen negatief. Jaarrekening - 9
Waarde onroerendzaakbelasting De onroerende zaken in exploitatie zijn in het kader van de Wet onroerendzaakbelasting (WOZ) per 1 januari 2011 gewaardeerd op € 312 miljoen. Verzekeringen De onroerende goederen in exploitatie zijn tegen brand verzekerd voor een waarde van € 239,8 miljoen. De verzekerde waarde van het bedrijfspand bedraagt € 1,5 miljoen. De verzekerde waarde van de inventaris bedraagt € 292.000,=. Aanpassingen van de verzekerde waarden geschieden volgens de indexclausule. Verder zijn er verzekeringen afgesloten voor wettelijke aansprakelijkheid, geldtransport, wagenpark, collectieve ongevallen, glasverzekering en bestuurdersaansprakelijkheid.
JAARVERSLAG
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
35.625 35.625
54.687 54.687
130.304 1.248.000
171.798 -
4.115.085 5.493.389
3.030.019 3.201.817
- 298.191 1.565 141.352 441.108 5.970.122
1.232.643 1.565 163.133 1.397.341 4.653.845
99
Jaarrekening - 9
F inanci ë l e vast e activa Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Te vorderen BWS-subsidies - complex Hoge Bogerd Totaal te vorderen BWS-subsidies Latente belastingen agio/disagio leningen Latente belastingen verkopen Compensabele verliezen vennootschapsbelasting Totaal latente belastingen Deelnemingen - Rhiant Holding BV - vof V.O.C. - Woningnet NV - Stadsherstel Drechtsteden NV Totaal Deelnemingen Totaal Financiële vaste activa
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt weer te geven: Latente BWS-subsidies belastingen Stand per 1 januari 2011
54.687
3.201.817
Deelneming Rhiant Holding BV -
Deelneming vof V.O.C.
Overige deelnemingen
1.232.643
164.698
Mutaties in de boekwaarde - verkrijgingsprijs - 2.291.572 19.552- - waardeveranderingen - - 19.552 - resultaat - - 162- 514.452- - dividend / uitkeringen - - 420.000- - subsidies 19.062- - - - correcties - - 162 19.062- 2.291.572 - 934.452- totaal mutaties in het boekjaar Stand per 31 december 2011
35.625
5.493.389
-
298.191
21.78121.781142.917
100
JAARVERSLAG
BWS-subsidies Voor het complex ‘Boutershof’ is een reguliere aflossing ontvangen van € 19.062,=
Jaarrekening - 9
Deelname Rhiant Holding BV De besloten vennootschap Rhiant Holding BV is opgericht op 18 januari 2001 als BV Projectontwikkeling Algemeen Belang. Op 29 mei 2008 heeft een statutenwijziging plaatsgevonden, waarbij tevens de naam van de BV is gewijzigd. Stichting Rhiant is enig aandeelhouder van de BV. Rhiant Holding BV is enig aandeelhouder van Rhiant Projectontwikkeling BV. Deelname VOC (vof de Volgerlanden) Per 1 januari 2003 is besloten het volledige eigendom van de huurwoningen direct over te dragen naar de corporaties bij oplevering terwijl het resultaat op de koopwoningen binnen de VOC blijft. Dit aandeel in de koopwoningen wordt als deelneming geactiveerd. Het bedrag volgt volledig uit de jaarrekening van de VOC, waarin de afzonderlijke vermogensdeelnemingen van de diverse corporaties vermeld staan. Dit bedrag wordt enerzijds gemuteerd door het resultaat van de VOC in de komende jaren, anderzijds door eventuele uitbetalingen. Het volledig te verwachten tekort van de huurwoningen wordt als voorziening opgevoerd bij de corporatie. Dit tekort is gebaseerd op interne parameters. Het resultaat van de VOC is fors beïnvloed door een uitspraak van het gerechthof op 27 maart 2012. De uitspraak is gedaan in zaak van extreme grondzettingen. Hierbij is de gemeente aansprakelijk gesteld voor de herstelkosten door de VOC. Door de uitspraak van het Gerechtshof komen deze kosten en de eerder gemaakte kosten nu voor rekening van V.O.C. Inclusief rente tot 31 december 2011 komen de totale kosten van herstel uit op € 1.466.981. Onderzocht wordt of cassatie bij de Hoge Raad tegen de uitspraak van het Gerechtshof kans van slagen heeft. De beslissing hierover moet voor 27 juni 2012 genomen worden. De totale kosten zijn ten laste van het resultaat 2011 gebracht. Deelname Woningnet NV Als gevolg van de participatie in Stichting Woonkeus Drechtsteden heeft Rhiant, evenals de overige deelnemende corporaties, 100 aandelen (€ 1.565,=) in Woningnet NV aangekocht. Stichting Woonkeus Drechtsteden werkt sinds 1 juli 2004 nauw samen met Woningnet NV. Deelname Stadsherstel Drechtsteden NV In samenwerking met zes andere corporaties is de NV Stadsherstel Drechtsteden opgericht. Deze vennootschap heeft zich ten doel gesteld het op een maatschappelijk en economisch verantwoorde wijze behouden van (rijks)monumenten en andere historische gebouwen in de regio Drechtsteden. Rhiant heeft een belang van 170 aandelen (op een totaal van 3.644), nominaal € 1.000,=. Deze aandelen zijn voor 100% volgestort, zijnde € 170.000,=.
JAARVERSLAG
31 dec. 11 x E 1,-
101
31 dec. 10 x E 1,-
Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Goederenvoorraad Verkoopwoningenvoorraad Totaal Voorraden
63.875 414.042 477.917
85.182 150.813 235.995
Goederenvoorraad De voorraadpositie wordt jaarlijks geïnventariseerd, voor het laatst ultimo 2011. Een nadere toelichting hiervan is opgenomen bij de waarderingsgrondslagen. Verkoopwoningenvoorraad De verkoopwoningenvoorraad bestaat uit 3 MGE woningen. De voorraad zal worden verkocht in 2012.
Jaarrekening - 9
V oorrad e n
102
JAARVERSLAG
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
Jaarrekening - 9
V ord e ring e n Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Huurdebiteuren - lopende contracten (‘zittende huurders’) 0,57% - beëindigde contracten (‘vertrokken huurders’) 0,16% 0,74% totaal huurdebiteuren Voorziening dubieuze debiteuren totaal huurdebiteuren Overige debiteuren - inzake projecten - overige posten totaal overige debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren totaal overige debiteuren
63.260
65.526
18.114 81.374 814- 80.560
20.248 85.774 85.774
- 115.006 115.006 7.558- 107.448
20.405 150.271 170.676 5.020165.657
Groepsmaatschappijen - Rhiant Holding BV 25.115 - Voorziening verlies deelnemingen: 2.207- totaal groepsmaatschappijen 22.907 Belastingen en sociale premies - vennootschapsbelasting - - loonbelasting en sociale premies - - omzetbelasting 393.837 totaal belastingen en sociale premies 393.837 Transitoria - vooruitbetaalde rente en aflossingen leningen 250.332 - PC-privé en fietsplan 1.785 - overige posten 56.443 308.560 totaal transitoria Totaal vorderingen
913.311
25.115 2.04523.069
325.587 325.587
250.332 2.853 295.949 549.134 1.149.221
JAARVERSLAG
103
H u u rd e bit e u r e n
Het aantal huurdebiteuren zijn naar maand van ontstaan van de vordering als volgt in te delen: - tot 1 maand - 1 maand tot 2 maanden - 2 tot 3 maanden - 3 maanden en langer Totaal
2011
2010
114 1 0 18 133
118 2 1 16 137
Groepsmaatschappijen Stichting Rhiant heeft een vordering op haar dochter Rhiant Holding BV ter grootte van € 25.115,=. Deze BV is in de balans gewaardeerd voor € 0,=, vanwege het negatieve eigen vermogen van € 20.207,=. Stichting Rhiant is 100% eigenaar van deze BV, hierom is voor dit verlies een voorziening gevormd, welke in mindering is gebracht op de uitstaande vordering.
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
3.292 2.692.653
875 1.183.128
L i q u id e midd e l e n Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Kas Bank rekening courant Totaal liquide middelen
2.695.945
1.184.004
Jaarrekening - 9
De huurachterstand uitgedrukt in een percentage van het totaal aan huren en vergoedingen bedraagt 0,74% (2010: 0,78%).
104
JAARVERSLAG
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
17.374.414 4.083.721
14.087.732 3.286.681
Algemene bedrijfsreserve ultimo boekjaar 21.458.134
17.374.414
passiva Jaarrekening - 9
e ig e n v e rmog e n Algemene bedrijfsreserve Saldo begin boekjaar Resultaat boekjaar
Egalisati e r e s e rv e BWS-subsidies Saldo begin boekjaar af: te ontvangen bijdrage Egalisatiereserve ultimo boekjaar
54.688 19.062 35.625
72.951 18.263 54.688
De reguliere jaarbijdragen zijn ten gunste van het resultaat 2011 gebracht, dit ten laste van de ‘Egalisatiereserve’.
V oorzi e ning e n Voorziening loopbaanbudget Saldo begin boekjaar Dotatie Ontrrekking
56.000 3.950 -
56.000 -
Voorziening loopbaanbudget ultimo boekjaar 59.950
56.000
Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw - Volgerlanden 67.500 - Overige projecten 831.817
1.779.611 660.906
Voorzieningen onrendabele investering ultimo boekjaar
899.317
2.440.517
959.267
2.496.517
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 9
Voorziening loopbaanbudget De voorziening loopbaanbudget dient ter dekking van de nog te maken kosten voor het loopbaanbudget per werknemer. De werknemer die op 1 januari 2010 5 jaar of korter in dienst is bij de onderneming, heeft recht op een loopbaanontwikkelingsbudget naar rato. Dit budget is voor werknemers in die 5 jaar of langer in dienst zijn € 4.500,--. Voor de werknemer die korter in dienst is is dit € 900,-- per jaar voor de dienstjaren in dienst. Dit budget loopt tot en met 31 december 2014. Deze verplichting voor de werkgever geldt alleen zolang de werknemers in dienst zijn. De werknemer mag aanspraak maken op dit budget om studie’s te bekostigen die met een toekomstige functie te maken hebben. De opgenomen voorziening is gebaseerd op 75% van het totale berekende jaarbudget. Het verloop van de voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw is als volgt weer te geven: Stand per 1 januari 2011 Mutaties in de boekwaarde - gerealiseerde winsten koopwoningen - dotatie van het te verwachten verlies - afbouw vanwege realisatie huurwoningen totaal mutaties in het boekjaar Stand per 31 december 2011
Totaal voorziening Volgerlanden
Overige projecten
2.440.517
1.779.611
- 1.541.200- - 1.541.200-
- 1.712.111- - 1.712.111-
170.911 170.911
899.317
67.500
831.817
Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw De voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw dient ter dekking van de geraamde onrendabele investeringen van nieuwbouw- en herstructureringsprojecten. Het project Volgerlanden is een zogenaamd combiproject, waarbij zowel koop- als huurwoningen worden gerealiseerd. De winsten van de koopwoningen zijn niet in mindering gebracht op de geraamde onrendabele investeringen van de huurwoningen. Deze lopen via het vennootschapskapitaal van de vof waarbinnen de koop- als huurwoningen worden gerealiseerd. Alleen de gerealiseerde onrendabele investeringen van de huurwoningen worden via de voorziening verrekend. Er is nu nog 1 project welke in de voorziening Volgerlande is opgenomen. Dit is het project Volgerlanden Oost. Met dit project zal nog een start moeten worden gemaakt. De vrijval van de voorziening heeft te maken met het resultaat van het project Sophiastaete t.o.v. de oorspronkelijke reservering à € 1,5 miljoen negatief.
105
660.906
Hoofdstuk 1
106
JAARVERSLAG
Verder het bedrag wat uit voorzichtigheidsprincipe nog niet was vrijgevallen in 2010. Deze is vrijgevallen in 2011 t.g.v. het resultaat. Er kan nu een goede inschatting van de onrendabele investeringen worden gemaakt.
Jaarrekening - 9
De voorziening op overige projecten betreft de projecten: Onderdijk, Veersedijk, Fase 2.3C, Petrakerk en Woonwagens. Om in de jaarrekening 2011 te kunnen laten zien hoe de totale voorziening zich ontwikkelde ten opzichte van de voorgaande jaren is deze presentatie gehandhaafd. In de jaarrekening 2012 zullen de berekende onrendabele investeringen direct ten laste van de materiele vaste activa worden afgeboekt.
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
155.452 - 4.575
2.632.959 2.477.507
150.877 4.758 146.119
155.452 4.576 150.877
77.185.870 13.000.000 8.081.125
77.011.822 4.000.000 3.825.952
82.104.745 8.065.608 74.039.138
77.185.870 8.086.102 69.099.767
Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden Saldo begin boekjaar 22.033.756 bij: verkochte woningen onder voorwaarden 377.200 af: ingekochte woningen onder voorwaarden - Saldo eind boekjaar 22.410.956
22.033.756 22.033.756
Schulden op lange termijn ultimo boekjaar 96.596.212
91.284.400
S ch u ld e n op lang e t e rmijn
Leningen overheid Saldo begin boekjaar bij: nieuwe leningen af: aflossingen/stortingen schuldrestant ultimo boekjaar leningen overheid af: aflossingsverplichting komend jaar Boekwaarde leningen overheid Leningen kapitaalmarkt Saldo begin boekjaar bij: nieuwe leningen af: aflossingen/stortingen Schuldrestant ultimo boekjaar l eningen kapitaalmarkt af: aflossingsverplichting komend jaar Boekwaarde leningen kapitaalmarkt
107
SWAP
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
financiering tarief periode van periode t/m BNG - Hoofdsom € 4 mln roll-over 4,2640% 05-03-2007 05-03-2017 - Hoofdsom € 4 mln roll-over 4,3890% 03-03-2008 05-03-2018 BNG BNG - Hoofdsom € 4 mln roll-over 4,4230% 03-02-2009 04-02-2019 BNG - Hoofdsom € 5 mln roll-over 4,7500% 05-04-2010 03-04-2020 Rabobank - Hoofdsom € 6 mln roll-over 3,8900% 01-09-2011 01-09-2021 Rabobank - Hoofdsom € 6 mln roll-over 3,8050% 01-12-2011 02-12-2019
Voor de lopende Swaps in 2011 zijn per ultimo boekjaar onderliggende financieringen aangetrokken. De marktwaarde van de Swaps is op balansdatum negatief. Rhiant maakt gebruik van derivaten met als doel het stabiliseren van de rentelasten van de aangetrokken rollover-leningen, welke per definitie een variabele rente hebben. Middels het aantrekken van de Swaps is deze variabele rente omgezet in een vaste lange rente. Met het aantrekken van roll-over leningen kan Rhiant flexibel inspelen op actuele vermogensbehoeften. Er is om die reden geen noodzaak een negatieve danwel positieve marktwaarde van de Swaps als resultaat te verantwoorden. Voor de afgesloten Swaps zijn geen afspraken met de bank gemaakt om negatieve marktwaarden te storten. Rentabiliteitswaarde leningen De rentabiliteitswaarde van de langlopende leningen bedraagt Rentevoet Gemiddelde rentevoet leningen overheid Gemiddelde rentevoet leningen kapitaalmarktleningen Gemiddelde rentevoet leningen totale portefeuille Indicatie looptijd en rentevast Schuldrestant van de leningen met een looptijd langer dan 5 jaar Rentevastperiode langer dan 5 jaar
€ 86.872.622 2011 4,00% 4,52% 4,52%
€ 40.201.664 € 42.053.958
Zekerheden Voor alle aangetrokken leningen heeft het Waarborgsom Sociale Woningbouw (WSW) zich garant gesteld. De gemeente Hendrik Ido Ambacht heeft de achtervangpositie aanvaard. Er zijn verder geen aanvullende zekerheden aan financiers verstrekt.
2010 5,81% 4,25% 4,30%
marktwaarde 578.687663.449681.1821.061.6281.025.754865.4034.876.103-
Jaarrekening - 9
Ultimo boekjaar kunnen de marktwaarden van de aangetrokken Swaps als volgt worden gespecificeerd:
108
JAARVERSLAG
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
2.211.619
938.137
-
-
- 76.935 - 76.935
82.998 82.998
1.592.562
1.669.832
8.070.366 85.879
8.090.678 97.324
66.783 53.242 210.897 10.079.729
4.105 57.353 59.226 9.978.518
S ch u ld e n op kort e t e rmijn Jaarrekening - 9
Crediteuren Rekening courant banken Belastingen en sociale premies - vennootschapsbelasting - loonbelasting en sociale premies - omzetbelasting
Transitoria - transitorische rente geldleningen - aflossingsverplichting leningen komend jaar - vooruitontvangen huren - nog te verrekenen servicekosten met huurders - te verrekenen huursubsidie - overige transitoria totaal transitoria ultimo boekjaar
Schulden op korte termijn ultimo boekjaar 12.368.283
10.999.653
De afloop van de crediteuren vertoont een normaal beeld. De post ‘transitorische rente geldleningen’ heeft betrekking op de rentelasten van de leningen vanaf de laatste vervaldatum tot en met einde boekjaar.
10: Toelichting op de enkelvoudige winst- en verliesrekening BATEN
2011 x E 1,-
2010 x E 1,-
10.351.058 16.812-
10.165.036 37.668-
10.334.246
10.127.367
29.994 991-
29.728 970-
29.003
28.759
10.363.249
10.156.126
huren
Woningen en woongebouwen - huurderving 0,16% netto huur woningen en woongebouwen
Onroerende goederen niet zijnde woningen - huurderving 3,31% netto huur onroerende goederen niet zijnde woningen Totaal huren
0,17%
De huurstijging (exclusief huurderving) is voor een bedrag van € 186.000,= te verklaren door de gestegen huren als gevolg van de huurverhoging per 1 juli 2011 met gemiddeld 1,3%, dit leverde een huurstijging ten opzichte van 2010 op van ongeveer € 132.000,=. Als gevolg van de leegstand i.v.m. sloop van complex 109 zijn de opbrengsten gedaald met € 118.000,=. De resterende stijging van ongeveer € 54.000,= heeft betrekking op huuraanpassingen bij mutatie en door geriefverbeteringen. De huurderving bedraagt 0,17% van de te ontvangen huur (2010: 0,38%).
109
Jaarrekening - 10
JAARVERSLAG
110
JAARVERSLAG
2011 x E 1,-
2010 x E 1,-
738.331 11.071- 727.260 59.173-
873.322 3.748869.574 38.081-
668.087
831.493
VERGOEDINGEN Jaarrekening - 10
Overige goederen , leveringen en diensten - huurderving - te verrekenen met huurders per saldo overige goederen, leveringen en diensten Totaal vergoedingen
668.087
831.493
BWS-subsidie complex 206 (HH/II)
19.062
18.263
19.062
18.263
OVERHEIDSBIJDRAGEN
Totaal overheidsbijdragen
Voor een toelichting op deze post verwijzen wij naar de toelichtingen op de ‘Financiële vaste activa’ en de ‘Egalisatiereserve’.
O V E R I G E B A T E N - erfpachtcanon - interne uren projecten - administratieve vergoeding centrale antenne - antennevergoedingen - administratieve vergoeding servicekosten - overige Totaal overige baten
127.906 72.100 - 4.285 77.930 643 282.864
126.573 105.010 4.288 4.393 50.689 900 291.853
JAARVERSLAG
2011 x E 1,-
2010 x E 1,-
1.379.182 5.105
1.242.023 4.771
122.641 7.870
112.622 7.843
1.514.798
1.367.259
111
Woningen en woongebouwen Onroerende goederen niet zijnde woningen Onroerende en roerende goederen ten dienste van de exploitatie Overige zaken Totaal afschrijvingen
O v e rig e waard e v e rand e ring e n mat e ri ë l e vast e activa Complex 204 - Banckertplein (appartementen) - Complex 208 - Banckertplein - (eengezinswoningen) Complex 118 - Oostendam (seniorenwoningen) 85.000- Complex 119 - Oostendam (woningen) - Complex 120 - Oostendam (appartementen) 204.000- Complex 121 - Oostendam (appartementen) - Complex 406 - Volgerlanden 62.310 (seniorenwoningen) Complex 410 - Volgerlanden (woningen) - Complex 480 - Volgerlanden (hospice) - Resultaat bij verkoop van woningen 543.504- Reserveringsverschil afgerekende projecten - vorig boekjaar Dotatie voorziening onrendabele 1.541.200- investering nieuwbouw Totaal overige waardeveranderingen
2.311.394-
430.000625.000183.000 122.000 904.000 28.000 46.500 24.000 13.000 919.77946.330 283.346 324.603-
De opbouw dotatie voorziening onrendabel investering nieuwbouw is als volgt weer te geven: Dotatie 2011
Totaal dotatie 1.541.200-
Volgerlanden 1.712.111-
Overige projecten 170.911
Jaarrekening - 10
L ast e n
Hoofdstuk 1
112
JAARVERSLAG
2011 x E 1,-
2010 x E 1,-
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Reis- en verblijfskosten Vergoedingen Opleidingskosten Overige personeelslasten
1.228.226 148.823 225.588 8.944 8.614 49.467 102.395
1.212.356 131.211 216.136 8.550 8.472 38.764 150.354
Totaal personeelslasten
1.772.058
p e rson e e lslast e n Jaarrekening - 10
1.765.842
lon e n e n salarissE N Salarissen incl. vakantiegeld Inlening personeel Ontvangen ziekengelden Totaal lonen en salarissen
1.236.168 2.197 10.138-
1.162.147 68.272 18.064-
1.228.226
1.212.356
Vanwege tijdelijke bezettingsproblemen of specifieke eenmalige projecten of werkzaamheden wordt gebruik gemaakt van het inlenen van personeel. In 2011 is personeel ingeleend ten behoeve van: - tijdelijke vervanging in verband met ziekte voor de afdeling Woondiensten - extra ondersteuning voor de afdeling Financiën - extra ondersteuning voor de afdeling Woondiensten - extra ondersteuning voor de afdeling Beleid Personeelsverloop Voor een overzicht van de personeelsbezetting en het verloop hiervan verwijzen wij naar hetgeen in het jaarverslag is vermeld. Pensioenfonds De pensioenregeling van SPW is een toegezegde bijdrageregeling. Hierbij geldt dat Rhiant in het geval van een tekort bij SPW geen verplichting heeft tot het voldoen van aanvullende stortingen anders dan hogere toekomstige premies. Op grond hiervan wordt de pensioenregeling als een toegezegde regeling verantwoord in de jaarrekening, waarbij de jaarlijks te betalen premies ten laste van het resultaat worden gebracht.
last e n ond e rho u d Planmatig onderhoud Dagelijks onderhoud subtotaal lasten onderhoud af: toegerekende kosten eigen dienst Totaal lasten onderhoud
1.661.748 1.041.331 2.703.078 262.442- 2.440.637
1.137.637 931.406 2.069.043 202.1741.866.868
b e drijfslast e n Huisvestingskosten Bestuurskosten Algemene kosten Gemeentelijke belastingen Verzekeringen Kosten overige goederen, leveringen en diensten Saneringsheffing Heffing CFV Overige bedrijfslasten Totaal bedrijfslasten
52.286 12.086 812.498 671.896 21.064
95.761 12.839 376.229 545.515 20.791
734.254 45.312 68.317 12.770-
687.601 106.386 882
2.404.942
1.846.005
In de post ‘Algemene kosten’ zijn ook de opbrengsten opgenomen van de ingediende aangiften omzetbelasting met een herrekening i.v.m. de pro-rata regeling. Het gaat om een totaal bedrag aan lasten van € 27.064,-- Bestaande uit de terugvraag over het jaar 2011 (opbrengst 2011 € 1.217,-- en opbrengst 2010 € 253.602,--) en een reserveringsverschil over de terugvraag over de jaren 2005 tm 2010 (lasten € 28.290,--).
Hoofdstuk 1
Een overschot of tekort in het bedrijfstakpensioenfonds voor de corporaties kan invloed hebben op de te betalen premies. Het fonds heeft ultimo boekjaar een dekkingsgraad van 101%, hetgeen onder het gewenste minimum van 105% ligt. De dekkingsgraad blijft weliswaar boven de 100%. De dekkingsgraad is berekend met gunstigere rente dan de actuele marktrente. Het is op dit moment niet duidelijk hoe De Nederlandse Bank hier in de toekomst mee om zal gaan. Ook blijven de ontwikkelingen op de financiële markten onzeker. Het is daarom nu niet te voorspellen hoe de dekkingsgraad van het fonds zich in de komende tijd zal gaan ontwikkelen. Het is niet uitgesloten dat de komende jaren de pensioenenlasten kunnen stijgen. 2011 2010 x E 1,- x E 1,-
113
Jaarrekening - 10
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 1
114
JAARVERSLAG
In 2011 is ook een nieuw ondernemingsplan geschreven en een nieuw strategisch voorrraadbeleid opgesteld. Ook is er een communicatieplan geschreven en is er een energieloket via onze website beschikbaar gekomen. Hierdoor zijn de advies kosten € 116.477,--. hoger dan 2010.
Jaarrekening - 10
2011 x E 1,-
2010 x E 1,-
In de post ‘Algemene kosten’ zijn ook de kosten van de accountant verantwoord. De honoraria van de accountant over de jaren 2011 en 2010 zijn als volgt: Controle van jaarrekeningen Fiscale advisering Niet controle diensten Totaal van de honoraria accountant
18.269 26.640 21.067
18.445 30.308 25.111
65.976
73.864
R e nt e bat e n e n soortg e lijk e opbr e ngst e n Ontvangen rente banken BWS-subsidies Toegerekende rente projecten Overige rentebaten Totaal rentebaten en soortgelijke opbrengsten
- 2.392 250.141 -
252.533
3.191 330.080 57.409
390.681
R e nt e last e n e n soortg e lijk e kost e n Rentelasten leningen overheid Rentelasten leningen kapitaalmarkt Overige rentelasten (m.n. mutatie transitorische rente leningen)
6.217 3.490.818
152.862 3.264.963
60.386-
142.422-
Totaal rentelasten en soortgelijke kosten 3.436.649
3.275.402
O v e rig e r e nt e last e n De post ‘Overige rentelasten’ bestaat voornamelijk uit de mutatie van de ‘transitorische rente leningen’.
2011 x E 1,-
2010 x E 1,-
2.291.572-
1.397.085-
2.291.572-
1.397.085-
115
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Vennootschapsbelasting totaal belastingen
Jaarrekening - 10
b e lasting e n
T o e lichting v e nnootschapsb e lasting Commercieel resultaat vóór vennootschapsbelasting, incl. deelnemingen 1.792.149 Belastingdruk 0,0% Af: Correctie overheidsbijdragen 19.062Correctie rentetoerekening aan projecten 168.677Fiscale afschrijving op activa in exploitatie 768.909Fiscale afschrijving op activa t.d.v. exploitatie 147.420Fiscale afschrijving op agio leningen O/G 239.814Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 3.296Correctie resultaat deelneming VOC 514.452 Dotatie herbestedingsreserve Bij: Correctie afschrijvingen (geen fiscale kosten) 1.514.798 Correctie waardeveranderingen MVA 2.311.394Onderhoudskosten die fiscaal als verbetering zijn aangemerkt 113.023Vogelaarheffing (geen fiscale kosten) 68.317 Saneringsheffing (geen fiscale kosten) 45.312 Gemengde kosten aftrek 4.916 Fiscale vrijval disagio leningen O/G 69.642 Fiscaal resultaat deelneming VOC 548.566Fiscaal resultaat 2011
Belastingdruk
-310.576
Totaal acute vennootschapsbelasting over 2011 0,0%
0
116
JAARVERSLAG
C orr e cti e e n m u tati e b e lastinglat e nti e
Jaarrekening - 10
Correctie naar aanleiding van aangifte vennootschapsbelasting over eerdere jaren: Mutatie actieve latentie uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil over de periode 2012 tot en met 2042 met betrekking tot de leningenportefeuille: Vorming actieve latentie uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil over de periode 2012 tot en met 2016 met betrekking tot de verkopen:
Totale vennootschapsbelasting over 2011
Totaal correctie en mutatie latente belastingen over 2011
Belastinglatenties 1. Latentie uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil leningenportefeuille 2. Latentie uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil verkopen 3. Belastingvordering ter zake van compensabele verliezen Totaal mutatie latente belastingen over 2011
-1.247.808 -2.291.572 -2.291.572
2.291.572
2011 x E 1,-
2010 x E 1,-
162- 514.452- - 21.781- 536.395-
2571.1873911.835-
D e e ln e ming e n Rhiant Holding BV vof V.O.C. Woningnet BV Stadsherstel NV Totaal deelnemingen
41.302
-41.302 1.247.808 1.085.066
Vennootschapsbelasting De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Sinds 1 januari 2008 vallen de corporaties integraal onder de vigerende belastingwetgeving. Rhiant heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 2 de fiscale positie ultimo 2011 en het fiscale resultaat 2011 bepaald. Omdat jurisprudentie inzake de uitwerking van VSO 2 voor corporaties nog ontbreekt kan de werkelijk te betalen of te verrekenen belasting over 2011 afwijken van de in de jaarrekening 2011 opgenomen schatting.
-1.085.066
JAARVERSLAG
117
11: kasstroomoverzicht 31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,Jaarrekening - 11
K asstroom u it op e ration e l e activit e it e n Bedrijfsresultaat 5.512.221 4.776.364 Aanpassingen voor: - afschrijvingen 1.514.798 1.367.259 - waardeveranderingen materiële vaste activa 226.690- 265.500 - vennootschapsbelasting 2.291.572 1.397.085 9.091.901 Veranderingen in het werkkapitaal: - voorraden 241.922- 854.074 - vorderingen 235.909 425.852 - kortlopende schulden 1.368.630 5.408.255 1.362.618 Mutatie voorzieningen 1.537.250- 339.346 Mutatie egalisatierekening 19.062- 18.263- 1.556.312- Kasstroom uit bedrijfsoperaties - ontvangen rente 252.533 390.681 - resultaat deelnemingen 536.395- 1.835- - betaalde rente 3.436.211- 3.275.614- 3.720.073- Kasstroom uit operationele activiteiten
5.178.134
7.806.208
6.688.180
321.083
2.886.76811.928.705
K asstroom u it inv e st e ringsactivit e it e n Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Mutatie financiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten
8.423.562- 761.834 1.316.277-
8.978.004-
31.744.459- 5.472.873 1.377.244-
27.648.831-
118
JAARVERSLAG
31 dec. 11 x E 1,-
31 dec. 10 x E 1,-
Jaarrekening - 11
K asstroom u it financi e ringsactivit e it e n Ontvangsten uit langlopende schulden Aflossingen langlopende schulden Mutatie afl. verplichting langlopende schulden Mutatie terugkoop verplichting woningen Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen
13.000.000 8.085.700- 20.312 377.200
5.311.812
14.443.077
1.511.942
1.277.048-
1.184.004 1.511.942
2.461.052 1.277.048-
Beginstand liquide middelen mutatie liquide middelen Eindstand liquide middelen
4.000.000 6.303.459- 5.287.219- 22.033.756
2.695.945
1.184.004
JAARVERSLAG
119
2011
2010
1.881 64 11
1.886 64 11
V e rh u u r e e nh e d e n Woningen Garages Bedrijfsruimten Totaal aantal verhuureenheden in exploitatie Boekwaarde activa in exploitatie
1.956
€ 86.913.284
1.961
€ 87.895.547
V e rh u u r e n incasso Huurderving Huurachterstand zittende huurders Huurachterstand vertrokken huurders Huurachterstand alle huurders Aantal mutaties Mutatiegraad Aantal woningen huurprijsklasse goedkoop (< € 361,66 c.q. € 357,37) Aantal woningen huurprijsklasse betaalbaar en duur (> € 361,66 c.q. € 357,37) Gemiddelde huurverhoging per 1 juli
0,17%
0,38%
0,57% 0,16% 0,74% 103 5,5%
0,60% 0,18% 0,78% 157 8,3%
243
211
1.638
1.675
1,3%
1,2%
F inanci ë l e contin u ï t e it Solvabiliteit Liquiditeit Rentabiliteit eigen vermogen Rentabiliteit vreemd vermogen Rentabiliteit totaal vermogen Financieringsresultaat in % van het eigen vermogen Weerstandsvermogen per woning €
16,33 0,33 19,03% 3,56% 4,26%
14,22 0,23 18,92% 3,59% 3,81%
16,0%
18,9%
11.427
€
9.241
Jaarrekening - 12
12: Kengetallen
Hoofdstuk 1
120
JAARVERSLAG
2011
2010
Gemiddelde vermogenskostenvoet vreemd vermogen
4,52%
4,30%
Schuldrestant leningenportefeuille € - gedeelte annuïtair - gedeelte fixe - gedeelte roll-over
82.255.622 22,5% 42,8% 34,6%
T r e as u r y Jaarrekening - 12
€
77.341.322 24,4% 50,4% 25,2%
21,6
20,9
942 28 6 432 883 554
936 51 7 199 603 494
B e drijfsvo e ring Personeelsbezetting in fte’s Personeelskosten per woning € Huisvestingskosten per woning € Bestuurskosten per woning € Algemene kosten per woning € Planmatig onderhoud per woning € Dagelijks onderhoud per woning €
€ € € € € €
Jaarrekening - 12
JAARVERSLAG
121
Hoofdstuk 1
122
JAARVERSLAG
13: begroting versus realisatie
Jaarrekening - 13
Begroting 31 dec. 2011 x E 1,-
Realisatie 31 dec. 2011 x E 1,-
Verschil 31 dec. 2011 x E 1,-
Huren Vergoedingen Overheidsbijdragen Overige baten
10.525.000 854.000 21.000 235.000
10.363.249 668.087 19.062 282.864
161.751185.9131.93847.864
Totaal baten
11.635.000
11.333.262
301.738-
bATen
LASTEN Afschrijvingen Overige waardeveranderingen materiële vaste activa Personeelslasten Lasten onderhoud Bedrijfslasten
1.395.000
1.514.798
119.798-
697.000- 1.711.700 2.703.000 2.401.550
2.311.394- 1.772.058 2.440.637 2.404.942
1.614.394 60.358262.363 3.392-
Totaal lasten
7.514.250
5.821.040
1.693.210
Bedrijfsresultaat
4.120.750
5.512.221
1.391.471
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten Interne rente
5.000 3.233.000- -
252.533 3.436.649- 438
247.533 203.649438-
892.750
2.328.544
1.434.919
2.291.572 536.395-
2.291.572 655.395-
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting Belastingen Deelnemingen
- 119.000
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belasting
1.011.750
4.083.721
3.071.096
Jaarresultaat (na belastingen)
1.011.750
4.083.721
3.071.096
bATen Huren In de begroting 2011 is rekening gehouden met een huurstijging van 1,5%. Deze is voor 2011 vastgesteld op 1,3%. Hierdoor is de realisatie lager. Vergoedingen In de begroting 2011 is rekening gehouden met hogere inkomsten. De realisatie is lager doordat de vergoedingen voor de servicekosten zijn bijgesteld naar een lager niveau. Overheidsbijdragen Het bedrag dat voor de BWS subsidie is ontvangen is lager dan begroot. Overige baten Door de administratieve vergoeding van de servicekosten, die in de begroting was opgenomen, is het bedrag hoger dan begroot.
LASTEN Afschrijvingen De afschrijvingskosten van de woningen en woongebouwen zijn hoger dan begroot. Overige waardeveranderingen materiële vaste activa In de begroting is geen rekening gehouden met de negatieve dotatie van de voorziening onrendabele investering nieuwbouw. Personeelslasten Voor het jaar 2011 is de maximale uitkering ziekteverzuim verhoogd. Hierdoor zijn de kosten voor de ziektewetverzekering ook hoger. In 2011 heeft er intern een personeelswisseling plaatsgevonden op de functie manager woondiensten. Dit heeft hogere salariskosten veroorzaakt. Lasten onderhoud De lasten van groot onderhoud zijn in werkelijkheid lager dan begroot. De oorzaak is het doorschuiven van een aantal onderhouds opdrachten naar volgende jaren. Bedrijfslasten De kosten voor leefbaarheid zijn hoger dan begroot door het aangaan van meer zorgcontracten.
Hoofdstuk 1
14: toelichting op begroting versus realisatie
123
Jaarrekening - 14
JAARVERSLAG
124
JAARVERSLAG
Rente De doorberekende rente aan de nieuwbouwprojecten is niet opgenomen in de begroting. Hierbij is de ealisatie gunstiger dan de begroting.” Jaarrekening - 14
Belastingen In de begroting is niet het voordeel van de belasting opgenomen. In dit geval de opbrengst van de latentie verkopen en de correctie belastingen vorige jaren. Deelnemingen In de begroting is geen rekening gehouden met het hogere verlies in de deelneming VOC.
JAARVERSLAG
125
BIJLAGEN BIJ HET VOLKSHUISVESTELIJKVERSLAG
(KERN)VOORRAADBELEID: WERKZAAM IN HET BELANG VAN DE VOLKSHUISVESTING Sc h ets van d e p r im air e d o elg r o e p De primaire doelstelling van woningcorporaties is het huisvesten van huishoudens die niet of onvoldoende in staat zijn in hun eigen woonbehoeften te voorzien. Het gaat hier om huishoudens met een belastbaar jaarinkomen tot € 33.614 prijspeil 2011. Daarnaast is per 1 januari 2011 de Europese beschikking van kracht gegaan. Dit houdt in dat wij als corporatie 90% van onze sociale woningen bij mutatie moeten toewijzen aan de primaire (of sociale) doelgroep (inkomen < € 33.614). De overige 10% kunnen wij vrij invullen. Wij moeten continu monitoren of wij minimaal aan de 90% voldoen. Het huisvesten van deze primaire doelgroep zal voor een groot deel binnen de bestaande woningvoorraad plaats moeten vinden. Daarnaast willen wij alle mogelijkheden benutten om nieuwbouw ook voor deze doelgroep beschikbaar te houden. Wij trachten dit te bereiken door middel van combinatieprojecten van koop en huur en (vervangende)
nieuwbouw op eigen grond, waardoor de grondprijzen laag kunnen blijven. Voor de secundaire doelgroep, de huishoudens met een inkomen > € 33.614, stellen wij koopwoningen met korting beschikbaar. Ook willen wij voor deze doelgroep een woningportefeuille creëren waarbij de huurprijs boven de sociale huurgrens ligt (> € 652,52). Een sociaal aanvaardbaar grondbeleid van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht draagt bij aan het realiseren van betaalbare nieuwbouw.
Bijlage - 1
bijlage 1: Verhuurverslag
126
JAARVERSLAG
Standg e ge v e n s v ol g en s d efin it ie v a n h et R ijk ( B B SH, ar tike l 1 3, lid 3) Omschrijving Goedkoop Betaalbaar Duur
Definitie (€)
31-12-10
%
Definitie (€)
31-12-11
%
(< 357,36) (< 548,18) (> 548,18)
211 1444 231
11,2 % 76,6% 12,2%
(< 361,66) (< 554,76) (> 554,76)
243 1422 216
12,8% 75,7% 11,5%
1886
100
1881
100
Totaal
Opmerking: De gedefinieerde huurprijzen betreffen de kale huurprijs. Stro o m g e ge v e n s Bijlage - 1
Omschrijving
Betaalbaar
Duur
Totaal
211 1444 Voorraad per 01-01-2011 Nieuwbouw Sloop Verkoop/aankoop Splitsing/samenvoeging Verbetering Huursombeleid 32 22 Aanpassing definitie
231 0
1886 0
-/- 5
-/- 5
Voorraad per 01-01-2012
Goedkoop
243
-/- 10
1422
Huurhog i n g 2011
B ez w a a r s ch r if te n
Het kabinet heeft het huurbeleid gekoppeld aan de inflatie. De maximale huurverhoging per 1 juli 2011 is dus gelijk aan de inflatie over 2010 namelijk 1,3%. Rhiant heeft voor alle woningen een huurverhoging toegepast van 1,3%.
In 2011 zijn geen bezwaarschriften tegen de aangezegde huurverhoging ingediend.
Uitga ng s p u n t e n h u u r b eleid 2 0 1 1 Rhia nt De uitgangspunten zijn zoals hiervoor beschreven conform de circulaire MG 2010-01. De Huurdersraad is akkoord met het gevoerde huurbeleid.
R eg lem ent ve r h u iskoste n ve r g o ed in g In overleg met de Huurdersraad is een reglement opgesteld waarin afspraken zijn vastgelegd inzake vergoedingen welke door Rhiant worden betaald bij verhuizing van huurders vanwege renovatie of sloop van hun woning.
216
1881
JAARVERSLAG
Sc het s v an be l e i d s k a d er In Hendrik-Ido-Ambacht geldt een huisvestingsverordening. De criteria hiervoor zijn verwerkt in de toewijzingsvoorwaarden van ons regionale woningtoewijzingssysteem. De woningtoewijzing is ondergebracht in de Stichting Woonkeus Drechtsteden. Alle vrijkomende woningen worden geadverteerd op internet. Hierop kunnen reeds geregistreerde woningzoekenden reageren. Ook kunnen woningzoekenden het aanbod van vrijkomende woningen ontvangen door zich te abonneren op de Digizine, een digitale versie van de woonkrant. In ons kantoor kunnen woningzoekenden ook terecht om het wekelijkse aanbod van alle mutatiewoningen in te zien en, met een hiervoor beschikbare computer, ook direct te reageren. De corporaties dragen zelf zorg voor de intake en verdere (administratieve) werkzaamheden.
verhuringen volgens het BBSH zijn in een afzonderlijke bijlage opgenomen (aanhangsel E). In het verslagjaar 2011 zijn er, mede door onze inspanningen en het convenant Dreigend Daklozen Protocol (DDG), geen woningen ontruimd. A a n d a ch tsg r oe p e n van b e le id In 2011 hebben we 23 woningen beschikbaar gesteld voor ‘urgenten’. Hiervan waren zes woningen voor statushouders uit de Centrale Opvang. Verder zijn twee woningen toegewezen aan voorrangskandidaten in verband met de toekomstige sloop. Om problematische en overlast veroorzakende huurders een laatste kans te bieden werkt Rhiant met een woonbegeleidingsovereenkomst waarin praktische afspraken zijn vastgelegd waaraan een dergelijke huurder binnen een afgesproken periode moet voldoen. De GGD Zuid-Holland-Zuid coördineert de zorgverlening en treedt daarbij op als zorgmakelaar. In 2011 zijn twee LKW contracten en vier WOV contracten afgesloten. LKW is Laatste Kans op Wonen contract bij multi- probleem gezinnen,
Woningaanbod Leegstand per 1 januari 2011 (inclusief herstructurering) Vrijgekomen Aantal verhuringen Uit verhuur genomen i.v.m. onttrekking verhuur Uit verhuur genomen i.v.m. toekomstige sloop Leegstand per 31 december 2011
Aantal 44 103 96 5 2 3
De 44 woningen zijn grotendeels weer verhuurd onder de leegstandswet. Daarom is de leegstand per 21-12-2011 zo laag
Verh u ri n g e n De voorgeschreven overzichten van de
waar sprake is van huurachterstand- en overlast. WOV is Wonen Onder Voorwaarden
contract, bij enkelvoudige problematiek op het gebied van huurachterstand of overlast. Hu u r toe slag In het tijdvak 1 januari t/m 31 december 2011 hebben 311 huurders gebruik gemaakt van de mogelijkheid voor huurtoeslag via geclusterde betaling. Dit is 16,5% van onze huurders. Het gemiddelde maandbedrag bedroeg € 144,51. Bij het in ons kantoor gevestigde HIP (Huurtoeslag Informatie Punt) kunnen alle bewoners uit Hendrik-Ido-Ambacht die een aanvraag huurtoeslag hebben ingediend, terecht voor nadere informatie over hun aanvraag. De medewerksters van het HIP kunnen middels een computerverbinding naar het Ministerie van VROM de voortgang van de aanvraag volgen. Sch e ts van d e won in gbehoeft e Rhiant neemt deel aan een regionaal aanbodmodel (Stichting Woonkeus Drechtsteden). Op de 96 in de woonkrant en internet verschenen mutatiewoningen is per woning gemiddeld door 117 woningzoekenden gereageerd. De volgorde van toewijzing wordt bepaald door een combinatie van woonduur en inschrijftijd. Vanuit deze factoren wordt een puntenaantal berekend. Het gemiddeld aantal punten van de kandidaten, die de leegkomende woningen accepteerden, bedroeg 50,1. Door de nog steeds stijgende prijzen van koopwoningen en vertragingen in de start van een aantal bouwprojecten in de regio, is de druk op de huurmarkt nog steeds groot.
Bijlage - 1
VERHUURBELEID: VERHUREN VAN DE WONINGEN
127
Hoofdstuk 1
128
JAARVERSLAG
bijlage 2: onderhoud Dez e bij l age ge e f t een o verz ich t v an al l e a s p ec t en va n het on d e rh ou d.
Bijlage - 2
De Technische Dienst beschikt over een onderhoudsplanning voor het planmatig uit te voeren onderhoud voor de komende 50 jaar. In deze planning zijn voor alle complexen de exploitatietermijnen, zoals in het strategisch voorraadbeleid bepaald, opgenomen. De werkzaamheden voor de eerste drie jaar van deze begroting zijn goed in beeld. Het planmatig uit te voeren onderhoud in de jaren vier tot en met zes zijn zo nauwkeurig mogelijk gepland, maar kunnen zo nodig wijzigen. Vanaf het 7e jaar worden de maatregelen gepland aan de hand van de theoretische levensduur van de bouwdelen. Jaarlijks wordt het woningbezit geïnspecteerd om de noodzaak voor het uitvoeren van maatregelen te toetsen. Op basis van deze methodiek is een helder beeld van de aard en urgentie van het uit te voeren onderhoud de komende tien jaar. Voor begroten van klachten- en mutatieonderhoud wordt gewerkt met normen op basis van ervaringscijfers.
2 . 1 P lanmatig onder houd Het planmatig onderhoud is inclusief alle onderhoudscontracten zoals die voor bijvoorbeeld lift-, schoonmaak- en CV onderhoud zijn afgesloten. Het planmatig onderhoud 2011 is begroot op € 1.999.000. De realisatie in 2011 is € 1.659.992.
Begroting Planmatig Onderhoud Realisatie Planmatig Onderhoud Verschil begroting - realisatie Niet opgedragen € 126.743 Aanbestedingsresultaat € 28.028 Nog niet gefactureerde kosten € 184.237 i.v.m. doorloop van PGO schilderproject naar 2012 Het planmatig onderhoud is met een verschil van € 339.008 ruim binnen de begroting uitgevoerd. Een bedrag van € 126.743 (6%) is niet opgedragen. Dit betrof schilderwerk van drie complexen waarvan alleen de zon- en regenkant geschilderd is, terwijl rondom was begroot. Het besluit om alleen deze zijde te schilderen is na het opstellen van de begroting 2011 gemaakt. Het aanbestedingsresultaat, verschil tussen begroting en werkelijke opdracht na offerte, is € 28.028 positief. Dit is een besparing van 1,5% op de totaal begroting PO. Door de eigen dienst van Rhiant is voor € 33.070 aan werkzaamheden in het planmatig onderhoud uitgevoerd. In de recent aangepaste procedure Planmatig Onderhoud is opgenomen dat, voor werken groter dan € 40.000 voorafgaand aan de begroting, offertes worden gevraagd zodat in de begroting de werkelijke bedragen worden opgenomen. Doel is om scherper te begroten om afwijkingen in realisatie te verminderen.
€ 1.999.000 € 1.659.992 € 339.008
129
Verlo op aan be s t e d in g en g u n n in g p r o jec t e n > € 50. 000 Aard werkzaamheden
Begroot
Buitenschilderwerk Aanbrengen spouwankers
152.840 148.750
Opdracht
bijzonderheden
87.599 3 voudig aanbesteed 111.755 Onderhands aanbesteed en prijscheck extern bureau 114 Vervangen dakbedekking 132.510 243.022 3 voudig aanbesteed, overschrijding voor extra isolatie (uit isolatiebudget) door bestuurder goedgekeurd 114 Nieuwe coating galerij 162.344 285.307 5 voudig aanbesteed, overschrijding door bestuurder goedgekeurd 115 Ondersteuning Kwaaitaal betonvloeren 255.704 192.226 Onderhands aanbesteed en prijscheck extern bureau 115 Schilderbeurt 170.000 297.237 Is PGO. Werk loopt door in 2012. In 2011 is € 113.000 gefactureerd, restant volgt in 2012, overschrijding door bestuurder goedgekeurd 204 Aanbrengen spouwankers 95.200 100.052 Onderhands aanbesteed en prijscheck extern bureau 209 Buitenschilderwerk 22.186 18.323 3 voudig aanbesteed 309 Buitenschilderwerk 59.058 11.485 Minder uitgevoerd dan begroot (€ 45.000) 311 Schuiframen vervangen 149.590 74.304 3 voudig aanbesteed 311 Buitenschilderwerk 61.216 21.174 Minder uitgevoerd dan begroot (€ 40.000) Resultaat 1.409.398 1.442.484 Verschil € 33.086 111 114
Vera n t w oordi n g P la n m a t ig O n d er h o u d in 201 1 Complex
omschrijving
toelichting
108 110 111 111 111 111 112 112 113 114 114 114 114 115
Hwa berging doorspuiten Drainage doorspuiten Buitenschilderwerk en houtrotsanering Onderhoud mechanische ventilatie Drainage doorspuiten ophalen tegelbestrating brandgang Drainage doorspuiten Controle gasleiding Drainage doorspuiten Buitenriolering doorspuiten Aanbrengen extra spouwankers Dakbedekking vervangen Vloercoating galerij vervangen Herstellen kwaaitaalvloeren
uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd
Bijlage - 2
Cplx
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 1
130
JAARVERSLAG
Verantwoord i n g Pl an m a tig O n d er h o u d in 2 0 11
Bijlag- 2
115 115 117 117 117 118 t/m 121 201 202 204 204 204 205 207 208 209 209 301 302 304 307 309 309 310 310 311 311 311 311 401 401 401 402 403 t/m 410 algemeen
Buitenschilderwerk en houtrotsanering Isolatieproject Onderhoudsbeurt zonwering Ophalen tegelbestrating Buitenriolering doorspuiten Drainage doorspuiten Haagjes knippen Doorspuiten drainage Isolatieproject Aanbrengen extra spouwankers Buitenriolering doorspuiten Ophalen tegelbestrating Buitenriolering doorspuiten Onderhoud mechanische ventilatie Onderhoudsbeurt zonwering Buitenschilderwerk en houtrotsanering Vervangen mechanische ventilatie Schoonmaken gevelpanelen Vogelwerende voorzieningen aanbrengen Nazien ontluchtingspan op dak Onderhoudsbeurt kunststof kozijnen Buitenschilderwerk en houtrotsanering Ophalen tegelbestrating Onderhoudsbeurt mechanische ventilatie Herinrichting achterterrein Vervangen schuiframen serre Buitenschilderwerk Onderhoudsbeurt mechanische ventilatie Ophalen tegelbestrating Onderhoudsbeurt mechanische ventilatie Ophalen tegelbestrating Buitenriolering doorspuiten Rookmelders aanpassen Haagjes knippen dakgoten schoonmaken
deels uitgevoerd deels uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd niet uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd
2 . 2 N iet planmatig onderhoud
131
Het klachtenonderhoud 2011 is totaal begroot op
€
319.000
De realisatie van het klachtenonderhoud is in 2011
€
405.533
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Klachtenonderhoud + cv ketels vervangen Mutatieonderhoud Woonwinkelonderhoud
Begroot
Realisatie
319.000 181.000 453.000
405.533 170.841 463.810
2 .2.1 Kl ac h t e n on d er h o u d Bij klachtenonderhoud worden onderhoudsnormen gehanteerd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen eengezinswoningen, meergezinswoningen, garages en bedrijfsruimten. De onderhoudsnormen zijn vastgesteld op basis van ervaringscijfers uit het klachtenonderhoud. De normbedragen voor klachtenonderhoud per eenheid zijn: - eengezinswoningen > 10 jaar - eengezinswoningen < 10 jaar - meergezinswoningen - garages - bedrijfsruimten
: € : € : € : € : €
195,00 39,00 113,00 30,00 113,00
In 2011 zijn 3.832 meldingen in het bedrijfsinformatiesysteem geregistreerd. Dit is inclusief 970 meldingen in het kader van het Serviceabonnement (SA). Er zijn 2.862 ‘reguliere’ klachten geregistreerd, dit is vrijwel gelijk aan 2010. Sinds de invoering van het SA is het aantal klachten met ongeveer 30% gedaald. Gemiddelde kosten per klacht waren € 124 en zijn € 34 hoger dan in 2010. Gemiddelde kosten voor klachtenonderhoud per woning is € 187,31 en is daarmee boven de begroting. Vorig jaar waren de gemiddelde kosten per woning € 135,86. Tot en met het 3e kwartaal 2011 was van deze overschrijding geen voorteken. Reden hiervoor kan zijn dat de meest eenvoudige/goedkope klachten in het SA worden verholpen.
Begroting 2011 Klachten CV vervangen Totaal
€ 304.000 € 15.000
Gerealiseerd in 2011: Klachten CV vervangen Totaal
€ 355.900 € 49.633
Overschrijding 2011: Klachten CV vervangen Totaal overschrijding
€ 51.900 € 34.633
€
319.000
€
405.533
-/- € 86.533
In 2010 was een flinke overschrijding van het mutatiebudget terwijl het klachtenonderhoud onder de begroting bleef, in 2011 is het omgekeerde gebeurd. Gemiddeld aantal gemelde klachten per woning is 1,5 en is iets hoger dan de 1,4 van 2010. Ongeveer één op de vier meldingen betrof het serviceabonnement. Opvallend is dat in 2011 ruim € 9.000 is uitgegeven aan herstelkosten ten gevolge van diefstal van lood en koper. Rhiant is voor deze kosten niet verzekerd. Herstel van de gestolen zaken is gedaan met minder diefstal gevoelige materialen. CV ketels De begroting ‘vervangen CV ketels’ is gebaseerd op de levensduur van een CV ketel van 18 jaar. CV ketels worden vrijwel uitsluitend op klacht vervangen als de leeftijd van de ketel een dure reparatie niet meer rechtvaardigt. Er zijn 10 CV ketels begroot en er zijn er 26 vervangen. De grootste reden voor deze overschrijding is dat een aantal in het verleden geplaatste ketels, in woningen van de voormalige Woningstichting H.I.-Ambacht, van minder goede kwaliteit bleek
Bijlage - 2
Het niet planmatig onderhoud 2011 is als volgt onderverdeeld:
Hoofdstuk 1
132
JAARVERSLAG
te zijn en daardoor de geplande 18 jaar niet halen. Omdat de laatste jaren al veel van deze ketels zijn vervangen is de verwachting dat de uitvoering in de komende jaren beter in de pas loopt met de planning.
Bijlag- 2
Serviceabonnement Het serviceabonnement is een populair product van Rhiant. Eind 2011 waren bijna 900 huurders met hun huurhuis aangemeld, dit is 47% van ons woningbezit. Omdat het serviceabonnement deel uitmaakt van de bijkomende, verrekenbare kosten bij de huurprijs zijn hiervoor geen kosten in de begroting opgenomen. De inkomsten (€ 49.707) van het serviceabonnement lopen in de pas met de uitgaven (€ 46.095) en is geen aanleiding om het lidmaatschapgeld aan te passen. Gemiddeld was er 1,1 melding per deelnemer en waren de kosten per deelnemer € 54,55. In 2010 was er ook 1,1 melding per deelnemer en waren de kosten per deelnemer € 43,00. 2 .2.2 Mu t at i e on de rh o u d Bij de begroting voor mutatieonderhoud wordt een normbedrag per mutatie aangehouden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen woningen en garages. De normbedragen zijn als volgt: - Woningen > 10 jaar - Woningen < 10 jaar - Garages
: € : € : €
1.450,00 215,00 70,00
De mutatiegraad voor 2011 is geprognosticeerd op 6%. Het mutatieonderhoud 2011 is begroot op totaal € 181.000, er is uitgegaan van 125 doorverhuringen. De realisatie van het mutatieonderhoud in 2011 is € 170.841. Begroting 2011 Gerealiseerd in 2011 Over op begroting
: € : -/- € : €
181.000 170.841 10.159
In 2011 zijn er geen nieuwbouwwoningen opgeleverd. Er zijn 93 bestaande woningen gereedgemaakt voor doorverhuur. Dit is een mutatiegraad van 5% en dit zijn 32 woningen minder dan begroot. Wel zijn de mutaties duurder geweest dan was voorzien. In een aantal van de leeggekomen woningen zijn
zachtboardplafonds vervangen door gipsplaat en heeft herstel van het stucwerk veel geld gekost om de woningen weer verhuurklaar te maken. Gemiddeld bedrag per uitgevoerde mutatie in 2011 is € 1.837, dit is 25% meer dan er begroot is. In 2010 kostte de gemiddelde mutatie € 2.037, dit was 47% meer dan begroot. Mutatieonderhoud blijkt in de praktijk lastig te begroten. Het aantal mutaties is alleen op basis van historische gegevens in te schatten. De economische crisis en de europese toewijzingscriteria liggen hier vermoedelijk aan ten grondslag. Jaar Kosten per mutatie € 1.837 2011 2010 € 2.037
Afwijking tov begroting per mutatie + 25% + 47%
2 . 2 . 3 W oon win ke lon d e r h ou d De post ‘woonwinkelonderhoud’ omvat de keuken-, badkameren toiletrenovaties zoals die in het klachten- en mutatieonderhoud voorkomen. Criterium voor het renoveren van een keuken, badkamer of toilet is de technische noodzaak en niet de leeftijd of de uitstraling. In de praktijk worden badkamers vaak vanwege lekkage aangepakt en keukens vooral tijdens mutatie. In een woonwinkel kunnen (toekomstige) huurders voor een nieuwe of te moderniseren keuken een keuze maken uit een assortiment wandtegels, kastjes, greepjes en aanrechtbladen. Tegen eenmalige betaling kan er zelfs gekozen worden voor inbouwapparatuur, luxe kranen en overige accessoires. Het woonwinkelonderhoud is vrijwel conform begroting uitgevoerd. Begroting 2011: Gerealiseerd in 2011: Overschrijding:
€ -/- € €
453.000 463.810 10.810
2 . 3 En e r g ie b e le id In 2011 is het energiebeleid van Rhiant herzien. Grootste veranderingen zijn:
In 2011 zijn in 54 woningen één of meerdere energiebesparende maatregelen getroffen. Dit ging vooral om vloerisolatie en HR++ glas in de complexen 115 en 202. Dit is een score van 60% van de woningen waar deze maatregelen zijn aangeboden. Het vervangen van de dakbedekking van de daken van de flats van complex 114 was aanleiding om de daken meteen extra goed te isoleren. De daken hebben nu een isoatiewaarde (Rc) van 3,5. Door de uitvoering van het energieproject in complex 115 en 202 is er: • 1750 m2 bodemisolatie aangebracht, • 650 m2 HR++ beglazing aangebracht, • 180 m2 zolder geïsoleerd, • 3150 m2 platdakisolatie aangebracht en • 450 m2 spouw nageïsoleerd. In het totale woningbezit zijn er 26 HR CV ketels geplaatst. Dit levert een besparing van ongeveer 30.000 m3 per jaar. Hiermee is de jaarlijkse doelstelling van 2% voor 2011 voor de helft gehaald. Op basis van gemiddelde besparingscijfers is de behaalde gasbesparing voor 2010 en 2011 voor Rhiant 1,8% en blijft daarmee achter op de doelstelling van 4%. 2.4 Ve i l i g h an g- en s lu itw er k In 2011 zijn 58 woningen bij mutatie voorzien van inbraakwerend hang- en sluitwerk. De huur van deze woningen is daardoor met 0,25% extra verhoogd ten opzichte van de streefhuur. Voor de uitvoering van deze werkzaamheden is gebruik gemaakt van Service, Dienst en Werk (SDW). SDW is geen gewoon bedrijf, maar is een maatschappelijke organisatie, met als visie dat ‘iedereen recht heeft op werk’! Dit wordt vormgegeven
door ongeveer 500 (langdurig) werklozen te begeleiden en op te leiden naar werk. 2 . 5 En q u ê te T e ch n isch e Die n st Maandelijks wordt een telefonische enquête gehouden. Vanuit een steekproef worden twintig huurders benaderd. Dit zijn vier nieuwe huurders, acht huurders bij wie een reparatie door een medewerker van Rhiant is verholpen en acht huurders waar een externe partij een reparatie heeft afgehandeld. Uit de cijfers blijkt dat de huurders ongeveer even tevreden zijn als vorig jaar. Echter is de uitvoering van het mutatieonderhoud er flink op vooruit gegaan. Dit percentage geeft aan dat in negen van de tien gemuteerde woningen de uit te voeren werkzaamheden binnen twee weken na sleuteluitgifte daadwerkelijk klaar zijn. Uit de enquête blijkt telkens weer dat men vooral tevreden is over de eigen buitendienst van Rhiant doordat de klacht snel wordt verholpen. Daarnaast vinden veel huurders (voornamelijk oudere huurders) het fijn dat ze de vaklieden van Rhiant kennen. Mutatieonderhoud Mutatie Volledig Tevreden Eindcijfer
2011 89% 95% 7,9
2010 69% 86% 7,5
t.o.v. 2010 +20% +9% +0,4
2011 92% 94% 8,0
2010 90% 88% 7,8
t.o.v. 2010 +2% +6% +0,2
2011 91% 91% 7,8
2010 86% 86% 7,5
t.o.v. 2010 +5% +5% +0,3
Intern onderhoud Intern Verholpen Tevreden Eindcijfer Extern onderhoud Extern Verholpen Tevreden Eindcijfer
Bijlage - 2
• Huurverhoging voor huurders omlaag (van 66% naar 50% van de berekende besparing) • planning versneld uitvoeren • alleen isolatiepakketten aanbieden in plaats van afzonderlijke keuzes. Uitgangspunt van het energiebeleid blijft dat elke woning een geïsoleerde woningschil en een HR CV combi ketel heeft.
133
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 1
134
JAARVERSLAG
bijlage 3: Verantwoording werkafspraken met de gemeente De belangrijkste resultaten van de werkafspraken in 2011 met gemeente zijn als volgt:
Onderwerp
Resultaten
Bijlag- 3
1.
Bestuurlijk overleg Wonen: 4x per jaar (waarvan 2x per jaar Bestuurlijk overleg Wonen+)
Dit overleg heeft 4 x plaatsgevonden
2.
Bestuurlijk overleg Wonen+: 2x per jaar als “plus” op het bestuurlijk overleg Wonen,
Dit overleg heeft 2 x plaatsgevonden
3.
Overleg Wonen(+): Voorbereiding van het bestuurlijk overleg Wonen en het bestuurlijk overleg Wonen+. 4x per jaar twee weken voorafgaand aan bestuurlijk overleg.
Dit overleg heeft 4 x plaatsgevonden
4.
Breed overleg maatschappelijke coalitie: Een bijeenkomst met alle (grote) maatschappelijke partners. 1x per jaar.
Dit is niet gebeurd
5.
Belanghoudersoverleg: Rhiant organiseert in het tweede kwartaal van 2011 een overleg voor belanghouders, waaronder diverse geledingen uit het gemeentelijke apparaat en politiek over het wonen, zorg en welzijn.
Dit heeft plaatsgevonden in het kader van het nieuwe ONP van Rhiant
6.
Vanuit de structuurvisie geeft de gemeente in de realisatiestrategie aan van welke projecten de planontwikkeling kan worden gestart en welke kaders hierbij gelden.
Hier kan beter op gestuurd worden
7.
In het eerste kwartaal 2011 wordt tussen de gemeente en Rhiant een intentieovereenkomst gesloten voor herstructureringsgebied centrumgebied Schoof.
Intentieovereenkomst is getekend
8.
Herontwikkelingslocaties waar Rhiant thans woningen beheert en grondeigenaar is, komt Rhiant in dergelijke gevallen als eerste in aanmerking om als (mede)ontwikkelaar voor die grond op te treden.
Deze afspraak wordt afgestemd bij de realisatiestrategie (zie punt 6)
Locaties in wijken waar Rhiant een belangrijke woningeigenaar is en de gemeente (her)ontwikkelingslocaties in eigendom heeft, is Rhiant een belangrijke eigenaar indien de programmatische invulling van de locatie en de daaraan te stellen kwaliteitseisen van invloed zijn op het bezit van de corporatie in die wijk, of een bijzondere relatie heeft met de positie van haar bezit in die wijk. De gemeente zal op deze locaties bij het opstellen van het gewenste programma en de selectie van een ontwikkelaar rekening houden met de belangen van Rhiant.
Deze afspraak wordt afgestemd bij de realisatiestrategie (zie punt 6)
10.
Andere locaties waar de gemeente (her)ontwikkelingslocaties in eigendom heeft, is de gemeente in dat geval geheel vrij in de programmatische invulling en de selectiecriteria voor een ontwikkelaar.
Deze afspraak wordt afgestemd bij de realisatiestrategie (zie punt 6)
11.
Bij alle locaties voor (her)ontwikkeling heeft en vraagt de gemeente ruime aandacht voor de bouw van betaalbare huur- en koopwoningen voor jongeren, starters, ouderen en gehandicapten.
Dit gebeurt
12.
Rhiant heeft het plan om zes (6) dijkwoningen te realiseren. De verkoop van dit project loopt niet goed. Rhiant en de gemeente bezien de mogelijkheden voor deze locatie.
Dit gebeurt
13.
Rhiant wil de locatie Dorpsstraat/Kerk herontwikkelen. Rhiant zal samen met de gemeente de plannen van Rhiant in beeld brengen en onderzoeken welke vorm van samenwerking mogelijk is.
Dit gebeurt
14.
Voor de locatie Monuta vindt er overleg en afstemming plaats tussen Rhiant en de gemeente over de verwerving en mogelijke herontwikkeling van deze locatie t.b.v. onderwijs en wonen.
Overleg ligt op dit moment stil. Dit wordt in de toekomst weer opgepakt
15.
Met de gemeente vindt er een verkennend gesprek plaats over de mogelijkheden omtrent de herontwikkeling van het 123 koopcentrum.
Deze locatie is verkocht
16.
Op basis van de realisatiestrategie structuurvisie en de woningbouwplannen van de VOC in De Volgerlanden bepalen gemeente en Rhiant welke locatie in de periode 2011 – 2015 wordt aangewezen voor CPO.
Dit is nog niet concreet gebeurd
Hoofdstuk 1
9.
135
Bijlage - 3
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 1
136
JAARVERSLAG
Bijlag- 3
17.
Gemeente en Rhiant bepalen binnen de regionale kaders en op basis van de lokale behoefte de minimale kernvoorraad voor de komende jaren en maken afspraken over de realisatie hiervan. Dit is ook afhankelijk van de effecten van de nieuwe Europese regelgeving (punt 19).
In PALT zijn er regionaal afspraken gemaakt omtrent de voorraad. Daarnaast bepaalt Rhiant in het kader van het SVB haar portefeuilleomvang
18.
Rhiant heeft besloten om vanaf 2010 77 woningen in de vorm van koopgarant aan de huidige bewoners aan te bieden. Op deze manier blijven deze woningen beschikbaar voor de doelgroep van beleid. Derhalve blijven de woningen beschikbaar als kernvoorraad. De gemeente zal hieraan haar medewerking verlenen. De verkoop van deze woningen loopt nog door in 2011.
Dit is gestart
19.
Rhiant beziet de mogelijkheid om nog een complex aan te wijzen om de woningen hiervan in koopgarant te verkopen
Dit is gebeurd in het kader van het nieuwe SVB
20.
Gemeente en Rhiant gaan gezamenlijk oplossingen -betaalbare woonmogelijkheden- bedenken om de doelgroep met een bruto huishoudinkomen van €33.614,- tot €43.000,- per jaar, die door de verscherpte Europese regelgeving tussen wal en schip dreigen te raken, te kunnen bedienen.
Dit gebeurd voor locatie Volgerlanden Oost
21.
Gemeente en Rhiant bezien de mogelijkheden om te komen tot uitwisselen van gegevens uit het GBA. Hierbij is uitgangspunt dat zowel recht moet worden gedaan aan het recht op privacy, als ook het belang van Rhiant als verhuurder.
Niet gerealiseerd
22.
Rhiant en gemeente verkennen de mogelijkheden voor een locatieontwikkeling van het woonwagencentrum aan de Roelof Duyckstraat alsmede de overname van het eigendom en beheer van het woonwagencentrum van de gemeente naar Rhiant. Dit wordt gedaan door middel van een haalbaarheidsonderzoek.
Dit is gestart
23.
Op 28 februari 2011 is de intentieovereenkomst voor het doen van dit haalbaarheidsonderzoek getekend tussen beide partijen.
Dit is doorgeschoven naar 2012
24.
Voor 1 juni 2011 is de haalbaarheid gebleken en ligt er een compleet en uitgewerkt plan met actiepunten, procesafspraken, financiële afspraken, communicatie afspraken, organisatorische afspraken en aansprakelijkheidsafspraken.
Niet gerealiseerd
In 2011 vindt actualisatie plaats van de prestatieafspraken die voortkomen uit de nota Wonen, Zorg en Welzijn door de gemeente. Daarbij zullen ook nadere afspraken worden gemaakt over de realisatie van woonzorgzones.
Niet gerealiseerd
26.
Rhiant onderzoekt samen met de A3 Welzijn en De Blije Borgh nadere samenwerkingsmogelijkeden.
Dit is gestart
27.
Ontwikkeling van de Woonzorgzones in de Volgerlanden en rondom Winkelcentrum De Schoof. Rhiant realiseert alle appartementen als levensloopbestendige woning door te voldoen aan de extra eisen in GPR-Gebouw.
Uitgevoerd
28.
Het verzoek van bijzondere woonvorm Stichting Anderdak wordt door Rhiant meegenomen in het project centrumgebied de Schoof. Rhiant en stichting Anderdak verkennen de haalbaarheid van de ontwikkeling van een bijzondere woonvorm voor jong volwassenen (18–38 jaar) met een berperking door een verstandelijke en/of fysieke handicap.
In onderzoek
29.
Voor de realisatie van een wooncomplex voor Eleos aan de Onderdijk wordt in 2011 een intentie overeenkomst getekend tussen Rhiant en de gemeente. Er worden afspraken gemaakt over de start van de benodigde procedures en het sluiten van een anterieure overeenkomst
Dit is gebeurd
30.
Beschikbaar stellen van een woning voor tijdelijke opvang van daders/verdachten bij huiselijk geweld binnen de wettelijke kaders (Convenant Gespreide huisvesting en zorg voor bijzondere groepen).
Dit heeft plaatsgevonden
31.
Beschikbaar stellen van woningen voor de huisvesting van statushouders ten behoeve van de verplicht opgelegde taakstelling.
Dit heeft plaatsgevonden
32.
Rhiant neemt vanuit haar Ondernemingsplan het initiatief om te komen tot een gedeelde visie op het begrip leefbaarheid die kan leiden tot afspraken over samenwerking.
Is gebeurd: intentieovereenkomst wijkgericht samenwerken
33.
Rhiant, de gemeente en A3 Welzijn bezien samen met een externe adviseur de mogelijkheid te komen tot synergie in het centrumgebied de Volgerlanden door een optimaal gebruik van vastgoed, (buiten)ruimte en personele inzet.
Dit is gestart
Bijlage - 3
25.
137
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
138
JAARVERSLAG
Bijlag- 3
34.
Rhiant geeft uitvoering aan haar energiebeleid en aan de regionale afspraken gemaakt in PALT. De belangrijkste afspraak is de uitstoot van CO2 met 20% te hebben gereduceerd in 2018.
Dit is gestart
35.
In PALT zijn tussen regiogemeenten en corporaties afspraken gemaakt over energiebesparing in bestaande bouw en toepassing van energiemaatregelen en innovatie in nieuwbouw.
Dit gebeurt
36.
Rhiant beziet de mogelijkheid om bij nieuwbouw naar duurzame oplossingen te zoeken, zoals bijvoorbeeld warm koude opslag, warmtepompen en restwarmte.
Dit gebeurt (Sophiastaete)
37.
Rhiant heeft ambitieuze duurzaamheid doelstellingen voor de toekomst opgesteld op het gebied van de interne processen, woningvoorraad en mobiliteit.
Dit is gebeurd en deze worden uitgevoerd
38.
Voor 2011 een community art project realiseren. De gemeente en Rhiant faciliteren dit project. Rhiant stelt € 10.000,- ter beschikking voor dit kunstproject. De gemeente draagt bij vanuit de kunstcommissie.
Dit is nog niet gebeurd
39.
In 2011 worden de mogelijkheden onderzocht om ook in Oostendam een gezamenlijk community art project uit te voeren.
Dit is nog niet gebeurd
= uitgevoerd volgens afspraak
= attentie, afspraak is niet uitgevoerd
= afspraak wordt later uitgevoerd
JAARVERSLAG
139
bijlage 4: planning Ondernemingsplan
Uitwerken en invoeren van een relatiesystematiek
2009
Geraamde kosten
x
Opstellen energieprogramma en klanten informeren over de mogelijkheden van energiebesparing
x
Opstellen van een integraal (strategisch) communicatieplan
x
Aantrekken/contracteren (freelance) communicatiemedewerker/adviseur
x
Rhiant betrekt de Huurdersraad actiever bij de totstandkoming van haar beleid.
x
x
x
x
Minimaal 1x per twee jaar een klantpanelonderzoek organiseren over actuele onderwerpen x
x
Opstellen uitgangspunten voor de kwaliteit van de dienstverlening en voorbereiden implementatie. Invoeren serviceabonnement
2011
x
Domoticapakket uitwerken en toepassen in alle nieuwbouw (zorggerelateerde complexen)
Rhiant onderzoekt iedere drie jaar woonwensen op meerdere gebieden (eigendomsvormen, andere huurrelaties, kwaliteit van de afwerking, energiebesparende maatregelen)
2010
x x
Evalueren en eventueel uitbreiden gemeubileerde verhuur Verschillende scenario’s opstellen waarin risico’s zijn benoemd en worden doorgerekend.
x
x
x
Jaarlijks houden van belanghoudersoverleg
x
x
x
Inzicht in totale woonlasten-ontwikkeling op basis van de verschillende kostencomponenten
x
Uitwerken consequenties in relatie tot het SVB (huren relateren aan WOZ waarden)
x
Bewonersinitiatievenfonds verder promoten;
x
x
x
In alle wijken (kostendekkend) een wijkbeheerder aanstellen;
x
x
x
Bijlage - 4
Actiepunten
Hoofdstuk 1
140
JAARVERSLAG
Actiepunten
2009
2010
2011
Plaatsen Veilig hang- en sluitwerk verder promoten en aanbrengen in alle mutatiewoningen
x
x
x
Sponsoractiviteiten in lijn brengen met doelstellingen
x
Samenwerkingsovereenkomst met politie tekenen
x
Rhiant onderzoekt de mogelijkheid om beheertaken (gebouwen en woonwagens) van de gemeente over te nemen.
x
Rhiant wil actief eigen visiedocument afstemmen met de gemeente en afspraken maken over de realisatie hiervan.
x
Jaarlijks maken van prestatieafspraken met de gemeente.
x
x
x
Milieumaatregelen benoemen en uitvoeren
x
x
x
Bijlag- 4
x
Onderzoek naar samenwerking Vormgeven gezamenlijk energiebeleid x
Marktonderzoek verrichten omtrent de vraag naar luxe vrije sector huurwoningen met breed aanbod aan zorgdiensten. Contacten onderhouden om positie op Noordoevers te verwerven
x
x
x
Uitvoeren conclusies/aanbevelingen SVB
x
x
x
Bij nieuwbouw zorgwoningen Woonkeur toepassen
x x
Rhiant onderzoekt toepassingsmogelijkheden van prestatiegerichte onderhoudscontracten Realiseren drie wonen-zorg-welzijn- en scholenzones in Hendrik-IdoAmbacht.
x
x
x
Opstellen rendementseisen (kwalitatief en kwantitatief) maatschappelijk vastgoed.
x
Samen met gemeente Wonen, Zorg en Welzijnsplan uitvoeren
x
x
x
Inrichten financieel instrumentarium en randvoorwaarden om nieuw beleid en keuzes vooraf door te rekenen.
x
Jaarlijks rendementseisen vaststellen voor de projecten.
x
x
x
In besluitvormingsdocument financiële- en een risicoparagraaf opnemen.
x
x
x
Onderzoeken fiscale mogelijkheden om de belastingdruk te verlagen.
x
Geraamde kosten
2009
2010
2011
Geraamde kosten
x
Afweging make-or-buy maken voor verschillende activiteiten en de organisatie hierop doorlichten Varianten op de arbeidsrelatie met medewerkers uitwerken
x
Kritische massa vergroten door lokaal een aantal taken naar ons toe te trekken.
x
x
x
x
Beschrijven gewenste organisatiecultuur en actief de verandering managen. Meer persoonlijke coaching toepassen
x
Vaste frequentie nieuws publiceren op intranet
x
Benchmarks benoemen en jaarlijks uitvoeren
x
Verbeteren en continueren BSC
x
Opzet kwartaalrapportages verder verbeteren
x
x
x
x
x
Bijlage - 4
Actiepunten
141
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
142
JAARVERSLAG
Bijlag- 5
JAARVERSLAG
143
Bijlage 5: Interne risicobeheersingsen controlesystemen
Binnen Rhiant wordt de beheersings- en controlesystemen altijd het zogenaamde vier ogen principe toegepast. Elke procedure en besluitvorming voldoet aan dit principe. De bewaking van dit principe vindt plaats middels de reguliere planning en controle cyclus. In de kwartaalrapportages wordt melding gedaan van de bevindingen. Deze rapportages komen integraal in de vergaderingen van de raad van commissarissen aan de orde. De audit uitgevoerd door de controlerend accountant maakt gebruik van deze interne rapportages. In de managementletter wordt over de bevindingen ten aanzien van de interne controle- en beheersingssystemen gerapporteerd. Ook worden er aanbevelingen gedaan (indien nodig) ter verbetering. De belangrijkste punten uit de managementletter van 2011 van Verstegen Accountants zijn: • Actualiseren intern controle plan nu de procedures zijn herijkt • In de kwartaalrapportage het verloop van de aanbestedingen/gunningen ten opzichte van de begroting voor grotere projecten op het gebied van planmatig onderhoud laten zien • Voor het dagelijks onderhoud werken
met een jaarlijks geüpdate lijst wat tarieven betreft voor de uren en de materialen • Beperk kastransacties en dring ze zoveel mogelijk terug • De Balance Scorecard verder toelichten bij afwijking van de gestelde norm • In de financiële rapportages de mee- of tegenvallers goed toelichten op de rapportagemomenten
beleid. In 2011 is door Rhiant een nieuw ondernemingsplan en strategisch voorraadbeleid opgesteld waarin rekening wordt gehouden met deze regels en vraagstukken. Fin an cië le r isico’s
Str a tegisch e r isico’s
(Her-)financiering en rente Financiële continuïteit blijft in de corporatiesector een randvoorwaarde om te kunnen blijven voldoen aan de gestelde maatschappelijke doelen. Ondersteunend, maar gezien het economische klimaat niet onbelangrijk, zijn de financiën voor Rhiant. Binnen de afdeling financiën voert Rhiant een actief treasurybeleid. Dit beleid gebruikt Rhiant als instrument om financiële kansen te benutten en eventuele risico’s en bedreigingen af te dekken. Voor Rhiant is treasury geen dagtaak. Daarnaast is het een specialistisch vakgebied. Thésor is daarom aangesteld als externe treasurer om dit proces te begeleiden en te structureren. Om dit gedurende het jaar gestalte te geven komt er drie keer per jaar een treasurycommissie bijeen. De manager financiën en de directeur-bestuurder van Rhiant vormen samen met Thésor de treasurycommissie.
Omgeving De opgelegde regels vanuit Den Haag en Brussel zorgen ervoor dat de vraagstukken wat een woningcorporatie nu wel of niet mag gaan doen, uitgekristalliseerd moeten gaan worden in het uit te voeren
Het verslagjaar 2011 is een jaar geweest waarin Rhiant aanhoudend te maken heeft met de onrust op de financiële markten. In grote getalen zijn financiële instellingen Europa in zwaar weer terecht gekomen. Rating agencies hebben als
Eind 2010 heeft Rhiant een projectontwikkeling en bewakingspakket gekocht (Reaforce). Met dit pakket is de verantwoording over de projectontwikkeling op een eenduidige en consistente manier te doen. De implementatie heeft plaatsgevonden 2011. Verdere optimalisatie zal in 2012 gaan plaatsvinden. R is ic o b e h e e r sin g Binnen de organisatie van onze stichting zijn diverse risicobeheersings- en controlesystemen aanwezig. Onderstaand zijn enkele voorbeelden beschreven en uitgewerkt. Dit beoogt echter geen uitputtende opsomming te zijn van alle risico’s waarmee wij mee van doen hebben.
Bijlage -5
Voor het in beeld brengen van interne risico’s bepaalt de Governance Code van Aedes dat er een risicobeheersing- en controlesysteem aanwezig moet zijn en dat er in het jaarverslag aandacht aan gegeven moet worden.
Hoofdstuk 1
144
JAARVERSLAG
reactie hierop op grote schaal de kredietwaardigheid getoetst en naar beneden bijgesteld. Ook landen zijn hierbij niet gespaard gebleven. Nederland heeft haar triple-A status in 2011 behouden waardoor de achtervangpositie van het WSW bij het aangaan van financiering nog steeds leidt tot een onverminderd rentevoordeel.
Bijlag- 5
Voor dat de regelgeving rondom de EUbeschikking volledig is uitgewerkt zullen eerst nog een aantal AMVB ingevuld moeten worden. Het WSW moet het antwoord op veel vragen tot op heden daarom ook nog schuldig blijven. Met de kennis van vandaag probeert Rhiant hier zo goed mogelijk op in te spelen. Naar verwachting zal er in de loop van 2012 meer duidelijkheid ontstaan.
tevoet van het vaste deel van de leningportefeuille (inclusief swaps) bedraagt ultimo 2011 4,42% (gemiddelde Rhiant eind 2010 4,55%, gemiddelde WSW eind 2011 4,54%). In onderstaande grafiek is het relatieve renterisico eind 2011 in beeld gebracht. De volumes waarover in enig jaar renterisico wordt gelopen zijn gerelateerd aan de verwachte omvang van de leningenportefeuille. Rhiant hanteert een norm van 15%. Uit de grafiek wordt duidelijk dat het risico in 2012 bovenmatig is. De overschrijding is echter volledig toe te schrijven aan (per definitie) onzeker investeringen. De kredietfaciliteit en kasgeld zullen in 2012 de primaire behoefte opvangen.
Renterisico: jaarlijks relatief risico (bedrijfseconomisch) 10% 8% 6% 4% 2% 0% -2% -4% -6% -8% -10% -12% -14% -16% 2011
2012
2013
2014
0,8%
-6,6%
-10,9%
-10,3% -15,0%
9,7% -3,9%
Norm max
-15,0%
-15,0%
In 2011 is een lening van € 5,0 miljoen aan aangetrokken. Deze zal gestort worden op 2 mei 2013. De gemiddelde ren-
2015
2016
2017
-4,8%
-7,4%
-4,5%
-4,7%
-14,0%
-1,1%
-15,0%
-15,0%
-15,0%
Liquiditeit Om de financiering van toekomstige investeringen zeker te stellen is in 2010 gestart met het verkopen van een gedeelte van het bezit. De verkoop vindt plaats in de Koopgarant constructie. De kredietfaciliteit van € 3.000.000 is in het verslagjaar ongewijzigd gebleven. Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde van het bezit is grotendeels hoger dan de boekwaarde. Er is in 2011 op één PMC (produkt markt combinatie) een afboeking gedaan en op twee PMC een bijboeking.
12%
Excl. Investeringen Incl. Investeringen
de komende jaren. Op basis van deze prognose wordt gekeken naar het lopen van financieringsrisico’s in combinatie met de investeringen die gepland staan. De basis hiervoor is de vastgestelde begroting die, indien nodig, bijgesteld wordt aan de hand van nieuwe inzichten. Hierbij wordt gekeken naar de financierbaarheid van de toekomstige investeringen in combinatie met de financiële randvoorwaarden zoals een renterisico beneden de 15% grens.
2018
2019
-8,4%
-5,5%
-10,2%
-6,5%
-2,8%
-6,9%
-15,0%
-15,0%
-15,0%
Investeringsagenda In de treasurycommissie wordt het beleid omgezet in een kasstroomprognose voor
Huurprijs Rhiant heeft zelf geen invloed op de maximale huurstijging. De overheid bepaald op dit vlak de maximale huurstijging welke doorberekend mag worden. Voor 2011 was dit 1,3%. De nieuwe huurstijging voor 2012 is 2,3%. De huurstijging is inflatievolgend. En deze is nog steeds erg laag. Dit betekend dat een hoger huurstijging er vooralsnog niet inzit. Ook de extra verhoging van 5% voor de huurders met een inkomen boven de € 43.000 is nog niet zeker.
Tevens vindt er verkoop van eigen bezit plaats vanaf 2010. Dit vindt in de Koopgarant constructie plaats. Onderhoudsuitgaven Uitgangspunt bij het door Rhiant uit te voeren onderhoud aan woningen is het behouden van het oorspronkelijke kwaliteits- en isolatieniveau en het wegnemen of voorkomen van technische gebreken en esthetische achteruitgang. Sleutelwoorden hierin zijn sober en doelmatig. De opgestelde meerjaren onderhoudsbegroting is derhalve integraal overgenomen en verwerkt in de meerjarenbegroting. Investeringen De investeringen in materiële vaste activa zijn voornamelijk gepleegd in verbeteringen. In het verslagjaar zijn geen levensduurverlengende investeringen gepleegd. In het verslagjaar zijn geen nieuwbouwprojecten opgeleverd. Oper at i on e l e ri s i c o ’ s Het auditplan welke als basis dient voor de interne controle zal in 2012 worden
geactualiseerd. In 2011 heeft de afronding plaatsgevonden van een tax control framework. De procesbeschrijvingen zijn geüpdate en vastgesteld in het managementteam (MT). De beschrijvingen zijn nu ook voorzien van fiscale punten. Het laatste wat nog gedaan moet worden is het auditplan actualiseren. Hiermee is dan een goede basis om de fiscale risico’s ook te monitoren door de interne controle.
gedeeld. Per fase wordt er een besluit ingediend met de voortgang, welke goedgekeurd dient te zijn door het Managementteam. Een onderdeel van deze fasedocumenten is een risicomodel welke ingevuld wordt per fase. Tevens worden de intern gemaakte exploitatieopstellingen door een extern bedrijf gecontroleerd.
Juridisch/fiscale risico’s Omdat de woningcorporaties om een andere wijze betrokken zijn in de fiscale positie is een tax control framework opgezet. In het verslagjaar zijn fiscale vraagstukken getoetst door een derde. Er is in 2011 gewerkt aan het verkrijgen van een betere fiscale kennis binnen de organisatie. Dit komt de fiscale awareness bij de afdelingen ten goede.
In het verslagjaar zijn de periodieke rapportages besproken in MT- en RvC vergaderingen. De rapportages hebben tot doel de ontwikkeling op de gebieden van organisatie, financiën, risico’s en dergelijke te monitoren. Hiermee kan dan handelend worden opgetreden op het moment dat dit nodig is. De belangrijkste onderdelen in het interne risicobeheersings- en controlesysteem zijn hierna genoemd.
Verhuur Via het strategisch voorraadbeleid, welke is vastgesteld in 2011, bevorderen we de markt- en doelgroepgerichtheid van onze bestaande voorraad en de toekomstige investeringen. Het verhuurrisico is vooralsnog gering. In 2011 moet er meer moeite gedaan worden om woningen te verhuren. In 2011 is rekening gehouden met de nieuwe regelgeving over het staatsteun dossier vanuit Brussel. Hiermee moeten worden voldaan aan de eis dat 90% van het DAEB (Dienst Algemeen Economisch Belang) bezit wordt verhuurd aan de doelgroep. Projectontwikkeling Financiële risico’s hebben met name betrekking op nieuwbouwprojecten. Om deze risico’s goed in beeld te hebben wordt het project in verschillende fasen
C on tr ole syste m e n
Voortgangrapportages Drie maal per jaar vinden rapportages plaats waarin naast financiële aspecten (begroting balans, resultatenrekening vs realisatie) ook kwantitatieve gegevens zijn opgenomen (ziekteverzuim, verhuurbaarheid etcetera). De balanced socecard (BSC) dient ieder kwartaal te worden ingevuld. Eind 2011 is een nieuwe BSC opgesteld die aansluit bij het nieuwe vastgestelde ondernemingsplan. Deze wordt het eerste kwartaal van 2012 geïmplementeerd. De interne controle is in het verslag jaar drie maal uitgevoerd.
Bijlage - 5
Verkoop Er vindt verkoop plaats van nieuwbouw woningen welke wij realiseren in combinatieprojecten (huur en koop). Deze worden ontwikkeld op basis van eigen rekening en risico en een gedeelte van de ontwikkelingen vindt plaats via een verbinding. Deze verbinding levert de huurwoningen turnkey en de koopwoningen verkoopt zij. Deze verbinding is een vof welk tezamen met twee andere corporaties wordt bestuurd. Het risico ligt dus bij alle drie de vennoten.
145
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 1
146
JAARVERSLAG
Bijlage 6: Meerjarenprognose P rognose resultaat
Resultatenrekening
Bijlag- 6
2012
2013
2014
2015
2016
x E 1.000,-
x E 1.000,-
x E 1.000,-
x E 1.000,-
x E 1.000,-
Baten Huren Vergoedingen Overheidsbijdragen Overige baten
10.800 867 19 1.009
12.166 885 15 2.157
12.399 902 0 2.179
13.019 920 0 3.866
13.146 939 0 4.086
Totaal baten
12.695
15.223
15.480
17.805
18.171
-3.568 24 -1.762 -2.385 -2.298
-3.007 40 -1.661 -2.664 -2.282
-3.025 56 -1.703 -2.678 -2.985
-2.178 -2.655 -1.748 -2.477 -3.076
-2.945 84 -1.801 -2.622 -3.128
-9.989
-9.574
-10.335
-12.134
-10.412
Bedrijfsresultaat
2.706
5.649
5.145
5.671
7.759
Rente Rentebaten Rentelasten leningen o/g
798 -3.669
402 -3.986
131 -3.808
111 -3.878
217 -3.800
Financieringsresultaat
-2.871
-3.584
-3.677
-3.767
-3.583
-165
2.065
1.468
1.904
4.176
0 37
0 -63
0 161
-210 806
-1.462 381
-128
2.002
1.629
2.500
3.095
Lasten Afschrijvingen/mutatie bedrijfswaarde Overige waarde veranderingen materiële vaste activa Personeelslasten Onderhoud Bedrijfslasten Totaal lasten
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belasting Belastingen Opbrengst deelnemingen Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belasting
147
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
P rognose B A L A N S
Balans
2012
2013
2014
2015
2016
x E 1.000,-
x E 1.000,-
x E 1.000,-
x E 1.000,-
x E 1.000,-
133.864 639 1.994 2.756 0
129.412 525 603 2.206 0
127.472 651 605 1.622 0
132.826 1.200 -35 1.018 0
131.136 4.787 106 1.140 0
139.253
132.746
130.350
135.009
137.169
6.990 16 31.091 98.338 2.818
8.993 0 26.185 94.517 3.052
10.413 0 27.079 89.745 3.114
11.870 0 28.900 89.744 4.495
16.475 0 30.860 85.454 4.378
Totaal passiva 139.253 132.747 130.351 135.009
137.167
Activa Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen Totaal activa Passiva Eigen vermogen Egalisatie Voorzieningen Schulden op lange termijn Schulden op korte termijn
Solvabiliteit obv bedrijfswaarde
5,0
6,8
8,0
8,8
12,0
Rentabiliteit totaal vermogen Rentabiliteit eigen vermogen Rentabiliteit vreemd vermogen
4,1 14,8 5,6
3,9 14,6 5,3
4,4 15,1 1 6,1
5,7 9,0 8,2
6,2 18,1 9,5
Bijlage - 6
Hoofdstuk 1
148
JAARVERSLAG
Bijlage 7: belanghoudersoverleg A a nwez i g :
Bijlag- 7
Belanghouders: Jos van Dorresteijn (Trivire), Wim van der Linden (Trivire), Ben Meijering (Woonkracht 10), Jaap de Gruijter (Woonkracht 10), Cor van Verk (Woonkeus), Mirjam Speelman (Politie), An van den Broek (VAC), Jur Nihot (VAC), Floor van de Velde (Gemeente H.I. Ambacht), Wim van Oosterhout (Gemeente H.I. Ambacht), Anouk van den Heuvel (Gemeente H.I. Ambacht), Anton van Maurik (Huurdersraad Rhiant), Joost Visser (Huurdersraad Rhiant), Hendrik Beelen (De Blije Borgh), Cees de Hoon (A3 Welzijn), Ser van der Ven (WMO Adviesraad) Rhiant: Carlo Oostindie, Henk Singewald, Mara van der Lans, Alex van der Stelt, Kees Herweijer, Natascha Ipskamp Raad van Commissarissen Rhiant: Tom Smeulders, Els Boot, Robert Calkhoven, Lisette van Herk Quintis: Ellen Oldebijvank (discussieleider)
JAARVERSLAG
Carlo Oostindie, directeur-bestuurder van Rhiant, heet iedereen van harte welkom en bedankt de aanwezigen voor het invullen van de eerder toegestuurde vragenlijst ten aanzien van het nieuwe ondernemingsplan van Rhiant. Tijdens de introductie wordt de totstandkoming, missie, speerpunten, kansen en bedreigingen van het nieuwe ondernemingsplan besproken. Het Managementteam en de Raad van Commissarissen van Rhiant is als toehoorder aanwezig. Ellen Oldebijvank van Quintis zal de discussie met betrekking tot de stellingen leiden. Zij heeft ons begeleid gedurende het traject van het Ondernemingsplan. Het Ondernemingsplan Ter voorbereiding op het ondernemingsplan heeft Rhiant zich breed georiënteerd en de agenda opgehaald bij belanghouders, onder andere door een aantal inspirerende sprekers uit te nodigen en op de koffie te gaan bij huurders. Welke ambities hebben prioriteit voor de toekomst volgens de belanghouders? 6. Leefbaarheid 7. Vastgoedontwikkeling maatschappelijk vastgoed 8. Onderhoud van de woning 9. Samenwerking met (lokale) partijen 10. Energiebesparing en duurzaamheid in het woningbezit Welke kansen ziet Rhiant? 5. Lokale verbondenheid en samenwerking (gemeente, leefbaarheid, maatschappelijk vastgoed, wonen/zorg en welzijn) nog beter benutten.
6. Kleine maar degelijke organisatie zijn met korte lijnen. 7. Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) 8. Vrije huursector: zodat ook middeninkomens tussen € 33.000 - € 43.000 bediend kunnen worden. Wat zijn de bedreigingen? 4. Financiën 5. Landelijke ontwikkelingen (Rijksbeleid en economie) 6. Schaalgrootte in relatie tot opgaven/ ambities Welke keuzes zijn er gemaakt? 1. We willen kansen benutten en bewust omgaan met bedreigingen. 2. Ons centrale thema is: Lokale kracht 3. Wat zijn onze keuzemogelijkheden: a. Fuseren met een corporatie: meer van hetzelfde b. Lokale samenwerking: meer diversiteit 4. Lokale samenwerking onderzoeken. 5. Wat zijn onze speerpunten: a. Leefbaarheid b. Partnerschap en participatie c. Ontwikkeling maatschappelijk vastgoed 6. Om onze ambities te kunnen faciliteren moet er meer nadruk op de financiën komen. We moeten financieel gezond blijven. Dat betekent 10% meer netto resultaat behalen. Onze missie is samengevat in een “six word story”: Rhiant Lokaal, Wijken leefbaar, Samen winnaar.
Discu ssie In de discussie wordt allereerst ingegaan op de leefbaarheid. Er wordt aangegeven dat leefbaarheid eerst iets was van de bewoners zelf, maar nu van de maatschappelijke partners en dat vraagt om samenwerking. Hierbij moet de nadruk blijven liggen op oplossingsgericht denken. Verder wordt aangegeven dat met betrekking tot leefbaarheid de levensbestendigheid van woningen de aandacht moet blijven houden. Vervolgens wordt de film “Het boekje van Ellen” vertoond. In deze film wordt een samenwerkingsproces getoond tussen verschillende organisaties. Helder en met humor worden valkuilen en herkenbare situaties in het samenwerkingstraject getoond. Hiermee worden ingewikkelde en soms pijnlijke momenten in de samenwerking bespreekbaar gemaakt. De film roept bij de aanwezige belanghouders herkenning op, dat er wel sprake is van een goede wil bij verschillende partijen, maar er ook verschillende (tegenstrijdige) belangen zijn. Stelling 1: “Veel voordelen die zich in de film voordeden over type mensen en organisaties zijn onzin” Het grootste gedeelte van de aanwezigen geeft aan het met de stelling oneens te zijn. Er wordt aangegeven dat in de diverse organisaties, verschillende type medewerkers werkzaam zijn. Daarnaast wordt er gesproken over het belang van regievoering binnen een samenwerking. De veranderende samenleving vraagt om andere oplossing, die van corporaties een nieuwe kwaliteit vergt, namelijk kwets-
Bijlage - 7
Welk om
149
150
JAARVERSLAG
baarheid. Door middel van het kwetsbaar opstellen kunnen maatschappelijke partners over de grenzen heen kijken.
Bijlag- 7
Stelling 2: “Degene die betaalt, bepaalt” De meningen zijn 50/50 verdeeld. Er wordt aangegeven dat het vaak wel de praktijk is dat degene die betaalt, bepaalt. Daarnaast wordt er aangegeven dat het ook zo kan zijn dat de persoon die het meest verrast en inspireert degene is die bepaalt. Een andere belanghouder geeft aan dat geld de grenzen bepaalt en niet de invulling. Om geld niet leidend te laten zijn moet je het idee loslaten dat je het alleen kunt. Er is namelijk niet één eigenaar van het sociale kapitaal. Er wordt echter ook aangegeven dat het wel van belang is dat er samenhang blijft tussen de betaalbaarheid en een gezond product. Een gezamenlijke droom, transparantie, concrete en haalbare doelen zijn nodig om tot een goede samenwerking te komen. Stelling 3: “De ontwikkeling van maatschappelijk vastgoed kan alleen slagen met de inbreng van corporaties.” Er wordt aangegeven dat commercieel en maatschappelijk vastgoed ook goed samen kunnen gaan. In de praktijk nemen de corporaties vaak de onrendabele top. Er wordt ook aangegeven dat corporatie zakelijk om moeten gaan met geld. Stelling 4: “Op het gebied van leefbaarheid worden in Hendrik-Ido-Ambacht beperkt resultaten geboekt.” Hendrik-Ido-Ambacht heeft een aantal unieke kenmerken. Het heeft een dorps
karakter. Er is een snelle groei, maar geen samenhang. De gemeente in Hendrik-Ido-Ambacht trekt er hard aan, maar er staan weinig mensen op die dit willen gaan doen. Hier wordt op gereageerd dat de gemeente juist een stapje terug moet doen, om de Ambachtse inwoners de ruimte te geven. De inwoners van Hendrik-Ido-Ambacht tonen namelijk wel initiatief, maar doen het graag op hun eigen manier. Afsluiting Carlo Oostindie bedankt de aanwezigen voor hun steun en vraagt hen op een vel papier, waarop een puzzelstukje is afgedrukt, hun mening willen schrijven over deze middag. Hieruit blijkt dat de belanghouders de samenwerking op het gebied van leefbaarheid onderschrijven. Er wordt ook aangegeven dat Rhiant ook de beperkingen moet blijven zien en zich niet alleen moet richten op de lokale maatschappij.
151
Bijlage - 7
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 1
152
JAARVERSLAG
Bijlage 8: duurzaam ondernemen 1.1
W at is D uurzaam O ndernemen ?
Bijlag- 8
Duurzaam Ondernemen is een kapstokbegrip waar allerlei kreten onder vallen, zoals energie besparen, klimaatneutraal en milieuvriendelijk. Duurzaam ondernemen is verankerd in allerlei verschillende bedrijfsprocessen. Bij duurzaam ondernemen kijk je als bedrijf naar de effecten van je bedrijfsactiviteiten op drie elementen. De people (sociale), planet (ecologische) en profit (economische) dimensie: • Mensen binnen en buiten de onderneming (people) • Het leefmilieu (planet) • Productie en economische effecten van goederen en diensten (profit) Daarnaast moet in het achterhoofd gehouden worden dat duurzaam ondernemen een proces is en geen eindbestemming. Duurzaam ondernemen is te meten in de vorm van co2 uitstoot. Hoe minder co2 je als organisatie produceert hoe beter dit is voor het milieu op aarde. Dit wordt ook wel de ecologische footprint van een bedrijf of persoon genoemd. Deze footprint geeft het effect -in de zin van schade- van ons dagelijks leven op de aarde weer. Hoe duurzamer wij leven des te lager is ons negatieve effect voor het milieu op de aarde.
1 . 2 V oordelen van duurzaam ondernemen Voor het kantoor: • kostenbesparing • beter imago
• hogere medewerkersproductiviteit en –tevredenheid • minder verzuim • het is noodzakelijk, omdat na verloop van tijd de fossiele brandstoffen opraken Voor nieuwbouw en bestaande bouw: • (her)gebruik van duurzame materialen • energiebesparing • binnenmilieu en gezondheid • waterverbruik • flexibele inrichting Voor beheer: • energiebesparing • inregelen van installaties • binnenmilieu en gezondheid • onderhoudsplan dat aan criteria voldoet
1 . 3 W at levert duur zaam ondernemen op ? • Meer waardering van klanten en werknemers; • een beter imago; • voor duurzaam vastgoed: - meer huuropbrengsten - een hogere bezettingsgraad - een hogere verkoopprijs
2 . H oe kan R hiant duurzaam ondernemen bewerkstellingen ? De eerste stap is, om te inventariseren wat Rhiant al doet op het gebied van duurzaam ondernemen. Wat we al doen, is in bijlage 1 weergegeven. Deze doelen die we nastreven zijn echter nog niet
gemeten in CO2 uitstoot. Zoveel mogelijk CO2 reductie en het verkleinen van Rhiants ecologische footprint, is het doel. Er zijn verschillende bedrijven die een methode hiervoor hebben ontwikkeld. Dit kan bijvoorbeeld met de co2 benchmark. Deze benchmark is onderverdeeld in verschillende categorieën: elektriciteit, afval, brandstoffen, papier, water en vervoer. Door deze benchmark is het mogelijk om te zien waar Rhiant staat –per categorie of in zijn geheel- ten opzichte van andere bedrijven. De volgende stap is nagaan wat er nog verbeterd kan worden. De opdracht hierbij is het formuleren van duurzaamheid doelstellingen op het gebied van interne processen, mobiliteit en de woningvoorraad. Door de benchmark is het gemakkelijk na te gaan op welke categorieën Rhiant minder of juist goed scoort. De belangrijkste doelstellingen voor 2011 worden hieronder weergegeven. In bijlage 2 is een uitgebreider overzicht weergegeven met duurzaamheid doelstellingen die we willen realiseren. 1. Duurzaamheid doelstelling interne processen: Het implementeren van de co2 benchmark en per categorie co2 reductie doelstellingen maken. 2. Duurzaamheid doelstelling mobiliteit: In 2011 wordt het wagenpark van Rhiant vervangen door wagens met label A of B. De bedrijfswagens worden vervangen door milieuvriendelijke wagens met roetfilters.
JAARVERSLAG
153
Bij nieuwe projectontwikkeling gaat Rhiant zich richten op duurzaam bouwen. Dit kan door het GPR Gebouw. Het GPR Gebouw zet gegevens van een gebouw om naar prestaties op het gebied van kwaliteit en duurzaamheid. Het puntensysteem, geeft op een vijftal thema’s (energie, materialen, afval, water en gezondheid) een kwaliteitsscore. Zo is te zien of een gebouw aan de gestelde eisen of de gewenste ambities voldoet of niet. In plaats van in tien jaar tijd, wil Rhiant in zes jaar tijd de doelstellingen van 20% gas/energiebesparing voor de bestaande voorraad realiseren.
Bijlage - 8
3. Duurzaamheid doelstelling woningvoorraad: Bij nieuwe projectontwikkelingen gaat Rhiant zich richten op energieneutrale projecten. Een 100% score is hierbij niet misschien niet mogelijk, maar Rhiant streeft wel naar een zo hoog mogelijk percentage.
154
JAARVERSLAG
bijlage 9.1: Wat doen we al
Bijlag- 9
Algemeen
Actie
Subsidies binnen halen voor de uitvoering van het energiebeleid
Ja, alle mogelijke subsidies (Traverse)
Verslaglegging voortgang en evaluatie
In het jaarverslag zit een hoofdstuk ‘energiebeleid’ met doelstellingen. In het BSC wordt het energiebeleid als zodanig toegevoegd
PALT – afspraken t.a.v. duurzaamheid
Worden nageleefd
Samenwerkingsverbanden met verschillende partners onderzoeken
Dit gebeurt vooral op prijsniveau (scherpe prijzen). Er kan meer gedaan worden met partners die ook duurzaam ondernemen en gebruik maken van duurzame producten
Intern (organisatie)
Actie
Energiezuinig werken (gedrag)
Urgentie tot energiebesparing is aanwezig bij de medewerkers. Dit onderwerp wordt regelmatig aangekaart
Aanbrengen van zonnepanelen op het dak
Is gebeurd
Energiezuinige/Duurzame arbeidsmiddelen
Er worden (bij voorkeur) duurzame kantoorartikelen besteld wanneer dit mogelijk is
Energiezuinig werkapparaat (structurele besparing van het energieverbruik)
Wordt aangewerkt, maar kan altijd beter
Presentaties met energie/milieu onderwerpen om het personeel te triggeren om er mee bezig te zijn
Continu proces (door Aart van Veller van “Wij zijn koel” en hij kan ons verder helpen)
Het bezoeken van energiebeurzen
Continu proces
Setje led/spaarlampen bij mutatie
Ja, door verhuur afgegeven
155
Extern (communicatie)
Actie
Energielabels naar huurders communiceren
Energielabels zijn gecommuniceerd
Algemene communicatie gedrag huurder
Informatiebrochure en het Energieloket
Specifieke complexgerichte communicatie naar de huurders mbt besparingsmaatregelen
In de vorm van een project waarbij aanpassingen in de woning worden aangebracht, zodat hun energiebehoefte minder is en dus omlaag gaat
Nieuwbouw
Actie
EPC norm handhaven voor nieuwbouw
Wordt gehandhaafd
Per project inventariseren van mogelijkheden tot verscherpen van EPC-norm
WKO voor zorgcluster/warmtebronnen.
Aandacht zonnepanelen
LED verlichting in openbare ruimten Dit wordt aangekaart tijdens de initiatieffase bij de architect
Structureel aandacht voor subsidies
Wordt opgelet (groenfinanciering)
Bestaande bouw
Actie
20% besparing op gasverbruik binnen 6 jaar
CV ketels worden altijd vervangen door HR; Actief bij bewoners ketels vervangen en isolatie/HR++ glas aanbrengen; HR++ glas wordt standaard bij glasvervanging in het onderhoud; Bij groot onderhoud aan dak is isolatie meegenomen
Inspanning tot verhoogde besparingen o.a. via mutatie
75% van de berekende besparing wordt doorbelast aan de huurder
Isoleren van schil woning staat centraal
Onderdeel van energiebeleid
Corporatie en huurder werken samen aan oplossingen
Ja dmv aanpassingen in de woning om energiereductie te realiseren
Bijlage - 9
JAARVERSLAG
156
JAARVERSLAG
Bijlage - 9
Milieubeleid
Actie
Het gebruik van FSC hout bij nieuwbouw en bestaande bouw
Is gebeurd
Bij het slopen van woningen wordt zoveel mogelijk materiaal gerecycled
Indien mogelijk gebeurt dit
Via de Schakel worden bewoners bewust gemaakt van milieubesparende acties (isolatie, energie/waterbesparing)
Onderdeel energieloket. Kan meer worden gedaan in de Schakel
Extra aandacht geven aan energiebesparing in het planmatig onderhoud
Is gebeurd + continu proces
Woningen labelen met energielabels
Wordt gedaan bij nieuwbouw
Het gebruiken van groene stroom op kantoor en voor alle openbare ruimten
Is gebeurd
Rhiant gaat communiceren met de term woonlasten. Wij laten onze huurders zien dat extra investeringen in de woning t.a.v. het milieu (en daarmee een hogere huur) terugverdiend kunnen worden
Is gebeurd
Het gebruik van spaar- ledlampen in het kantoor en bij de woningvoorraad
Is gebeurd op het kantoor. Voor de woningvoorraad is dit een langduriger proces
Het gebruik van biologische producten (thee, fruit, koffie)
Wordt deels gedaan
Bij het onderhoud van het woningbezit worden zo min mogelijk schadelijke materialen of vloeistoffen gebruikt
Is gebeurd, maar bij verf is het een ander verhaal. Verf moet er goed opzitten en niet worden weggespoeld door regen/wind
JAARVERSLAG
157
bijlage 9.2: Nieuwe duurzaamheid doelstellingen
1. Bedrijfsprocessen (intern)
Actie
Meer gebruik maken van biologisch afbreekbare producten (ook schoonmaak)
Kan op korte termijn/mogelijkheid onderzoeken. Aangeven bij het schoonmaak bedrijf
Nog meer gebruik maken van biologische producten en kantoorartikelen
Aangeven bij facilitair medewerk(st)er
Voorkeur geven aan partners die het milieu en duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan
Kan bij eerst volgend project/opdracht gebeuren + permanent bij bestaande relaties
Uitkiezen van duurzame offertes
Bij offertes letten op de meest ‘duurzame’ offerte ipv de goedkoopste
Bij financiering alleen bij banken leningen aangaan die aandacht besteden aan duurzaam ondernemen
Wordt op gelet
Het beleggen alleen in groene danwel maatschappelijk verantwoorde fondsen
Aandachtspunt
Meer richten op milieuzorgsystemen, milieukeurmerken en iso certificeringen
Nader te onderzoeken
Eerlijk, integer en transparant zaken doen en handelen
Blijft een continu proces
Bomen planten om onvermijdelijke co2 uitstoot te compenseren
Nader te onderzoeken
Lichtsensoren plaatsen op kantoor en in het vastgoed
Haalbaar in het kantoor, lastiger voor het vastgoed
Bijlage -9
Deze duurzaamheid doelstellingen kunnen zijn acties voor 2011. Een aantal andere doelstellingen kunnen ook verwerkt worden in het nieuwe ondernemingsplan start 2012
158
JAARVERSLAG
Bijlage - 9
2. Mobiliteit (intern)
Actie
Auto’s en bedrijfsauto’s met greenlabel A/B of een hybride
Is ingegaan eind 2010 en 2011
Tanken met groene brandstof
Mogelijkheid onderzoeken
Fietsplan blijven stimuleren
Blijft een continu proces
Pak vaker de bedrijfsfiets bij kleine klusjes
Wordt gecommuniceerd
Plan routes naar de klant slim
Wordt gecommuniceerd
3. Woningvoorraad (nieuwbouw en bestaande bouw)
Actie
Stimuleren gebruik groene stroom bij huurders
Kan gecommuniceerd worden
GPR Gebouw
Toepassen bij een volgend project
Groene daken
Mogelijkheid onderzoeken voor volgende projecten
Gebruik maken van windenergie
Mogelijkheden onderzoeken
Zonnepanelen bij nieuwbouw (of bestaande bouw)
Mogelijkheden onderzoeken
Energieneutrale woningen
Mogelijkheid onderzoeken voor volgende projecten
Extra alert zijn op nieuwe technologische ideeën op het gebied van duurzaam (bio-energie/omgevingsenergie)
Wordt op gelet
JAARVERSLAG
159
Bijlage 10: Sociaal beheer en veiligheid
In 2011 zijn enkele veranderingen in KIS aangebracht. Door uitbreiding van klachten naar subgroepen zijn meldingen Woonverslag 2011 Overlast klachten KIS: LEEFBAARHEID (was OVERLAST) Geluidsoverlast Burenruzies Agressie Vandalisme Vervuiling Woning vervuiling (nieuw) Tuin vervuiling (nieuw) Woonomgeving (nieuw) Huiselijk geweld (nieuw) Drugs/alcohol Zorgdossiers Anonieme melding Veiligheid (nieuw) Bewonersparticipatie (nieuw) Woonfraude (nieuw) Problematische schulden (nieuw) Totaal aantal meldingen
beter te specificeren en meetbaar. De oude hoofdgroep OVERLAST is nu LEEFBAARHEID. Hierin worden alle meldingen geregistreerd die niet onder een specifieke subgroep vallen. De subgroepen ‘woonfraude’ en ‘problematische schulden’ vallen onder de verantwoordelijkheid van de coördinator Verhuur. De coördinator Sociaal beheer en Veiligheid heeft hierin een signaleerde en ondersteunende rol. Onderstaande tabel laat zien dat er in 2011 ten opzichte van 2010 een flinke toename is van het totaal aantal meldingen over leefbaarheid. Een klein deel heeft te maken met de verbeterde registratie van de meldingen, echter voor het overgrote
deel komt dit doordat bewoners sneller melding maken in plaats van eerst de overlastgever zelf aan te spreken. Het aantal meldingen over tuinvervuiling, vervuiling rond de woning, woonomgeving en geluidsoverlast zijn het meest toegenomen. Naast Rhiant heeft ook de gemeente een rol in het verhelpen van klachten en het toezien op beheer en veiligheid. Ons wijkbeheer meldt klachten zoals onderhoud aan plantsoenen, openbare ruimte en zwervend huisvuil, regelmatig bij het gemeentelijk Meldpunt of bij de Dienst Toezicht. Deze meldingen worden nu onder de subgroep ‘woonomgeving’ geregistreerd.
Totaal 2011
%
Totaal 2010
%
49 61 28 22 21 113 15 44 70 2 4 45 25 13 8 8 16 544
9% 11% 5% 4% 4% 20,5% 3% 8% 13% 0,5% 1% 8% 4,5% 2,5% 1,5% 1,5% 3% 100%
81 51 41 8 18 53 4 51 23 330
24% 16% 12% 2% 5,5% 17% 1% 15,5% 7% 100%
Bijlage - 10
De coördinator Sociaal beheer en Veiligheid belicht met deze jaarrapportage de highlights op leefbaarheid- en veiligheidsgebied van 2011. Sociaal beheer en Veiligheid is een vrij nieuwe afdeling binnen Rhiant. Het afgelopen jaar heeft de afdeling ondersteuning gekregen van collega’s die oorspronkelijk bij verhuur en de technische dienst werkzaam zijn. De taken zijn opnieuw verdeeld. De klantencontacten zijn in KlS vastgelegd zodat de informatie inzichtelijk is voor onze medewerkers en de informatie beschikbaar is voor mogelijke dossiervorming.
160
JAARVERSLAG
Aantal meldingen per complex
Aanpak van meldingen
In onderstaande grafieken is af te leiden dat voor de eengezinswoningen, zoals de magrietstraat, Paulusweg, J. Catsstraat, Hoge Bogerd en Pruylenborg veel aandacht voor leefbaarheidproblemen is. Voor de meergezinswoningen geldt dit voor Banckertplein, Assendelftgaarde en Pruylenborg. Deze kwetsbare complexen kennen ook een hoge gemiddelde mutatiegraad. Schoon, heel, veilig en prettig vragen om intensief beheer.
In 2011 had gemiddeld 28% van de huurders met sociale- en/of vervuilingproblematiek ook huurachterstand. 3% van het totaal aantal meldingen in 2011 valt onder ‘problematische schulden’ en vraagt om een integrale aanpak. Zijn de financiële problemen de hoofdoorzaak, dan wordt de zaak behandelt door de coördinator verhuur. Is de sociale en/of vervuilingproblematiek de hoofd- oorzaak, dan is behandeling voor de coördinator sociaal beheer en veiligheid.
Bijlage - 10
Aantal meldingen per complex 2011 Banckertplein
40
IJdenhove
35
v.Assendelftg.
30
Pruylenborg
25
Hoge Bogerd
20
Margrietstraat
15
Willem de Zwijgerstraat
10
Paulusweg
5 0
v/d Eijndestraat 1e kwrt
2e kwrt
3e kwrt
4e kwrt
Klerksenseland Olykamp
Aantal meldingen per complex 2010 Banckertplein
25
IJdenhove v.Assendelftg.
20
Pruylenborg 15
Hoge Bogerd Stenen Bogerd
10
Beukenstraat J. Catsstraat
5
Margrietstraat 0 1e kwrt
2e kwrt
3e kwrt
4e kwrt
Emmasingel Willem de Zwijgerstraat
Veel voorkomende meldingen over leefbaarheid en veiligheid kunnen direct afgehandeld worden door de huurder te adviseren of door te verwijzen naar andere instanties. Betrokkenen bij burenruzies worden zoveel mogelijk aangemeld bij Buurtbemiddeling, dit orgaan bemiddelt bij het oplossen van conflicten. Complexere situaties hebben een aanpak nodig waarbij meer gespecialiseerde partijen betrokken zijn. Onder regie van de GGD vindt binnen het lokale Zorgnetwerk maandelijks casusoverleg plaats. Zaken die “in behandeling” zijn, vragen om een langdurige/integrale aanpak. Hierbij zijn externe partijen betrokken. Zij registreren deze zaken onder verschillende dossiers, zoals het zorgdossier, burenruzies, problematische schulden, woonfraude en juridische trajecten.
Vervolg acties:
Totaal 2011
%
Totaal 2010
%
82 415 4 13 5 24 1 544
15% 77% 1% 1,5% 2% 2% 0,5% 100%
30 251 11 16 12 2 10 0,5 1,5 330
9% 74% 3% 5% 4,25% 1% 3% 0,25% 0,5% 100%
In behandeling Direct afgehandeld Buurtbemiddeling Eigen bemiddeling Zorgnetwerk-GGD Zorgcontract Politie Mediation Rechter Totale acties Opvallend in de grafieken van 2010 en 2011 is dat de samenwerking met de gemeente een stijgende lijn kent. Door toenemende meldingen over de woonomgeving - zwerfvuil, defecte vuilcontainers of ander straatmeubilair, onderhoud aan plantsoenen en bestratingen - wordt
er door ons wijkbeheer steeds vaker contact opgenomen met het gemeentelijk Meldpunt. Daarnaast wordt de samenwerking met de gemeente rondom het wijkgericht samenwerken steeds intensiever.
Belangrijke partners bij probleemaanpak 2011
25 GGD
20
Gemeente
15
Politie
10
Buurtbemiddeling Ouderenwerk A3 Welzijn
5
Jongerenwerk A3 Welzijn
0 1e kwrt
2e kwrt
3e kwrt
30 GGD
25
Gemeente
20
Politie
15
Buurtbemiddeling
10
Ouderenwerk GOW
5
Jongerenwerk Dumas
0 2e kwrt
3e kwrt
De samenwerking met de GGD lijkt zich te stabiliseren. Deze samenwerking richt zich vooral op individuele bewoners met leefbaarheidproblemen die besproken worden binnen het lokale Zorgnetwerk en advisering bij tot stand komen van bijzondere wooncontracten zoals; Wonen Onder Voorwaarde en Zorgmakelaarcontracten. In toenemende mate worden er zogenaamde ‘rondetafelgesprekken’ georganiseerd waarbij de bewoner(s) en gewenste partijen, zoals de zorgpartijen en de corporaties afstemming zoeken bij de aanpak van leefbaarheidproblemen of problematische schulden.
4e kwrt
Belangrijke partners bij probleemaanpak 2010
1e kwrt
161
4e kwrt
A3 Welzijn bestaat uit ‘ouderenwerk’ en ‘jongerenwerk’. De samenwerking bestaat uit het faciliteren van activiteiten in het wijkcentrum Emmastaete en overige locaties waar jongeren zich in de woonomgeving ophouden en overlast veroorzaken. In 2011 deden er in onze complexen geen grote problemen voor met rondhangende jongeren. Mocht er een overlast situatie voordoen met jongeren dan wordt dit onder de aandacht gebracht binnen het reguliere overleg rondom jongerenoverlast.
Bijlage - 10
JAARVERSLAG