jaarverslag 2014
Inhoudsopgave
2
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
inhoud Jaarverslag 2014 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Hoofdstuk 1 Bestuur Hoofdstuk 2 Missie en ondernemingsplan Hoofdstuk 3 Organisatie en personeelsbeleid Hoofdstuk 4 Maatschappelijke inbedding Hoofdstuk 5 Doelstellingen en resultaten Ondernemingsplan Hoofdstuk 6 Strategisch voorraadbeleid en projecten Hoofdstuk 7 Zorg, Welzijn en Leefbaarheid Hoofdstuk 8 Maatschappelijk verantwoord ondernemen Hoofdstuk 9 Governance Hoofdstuk 10 Financiële resultaten en risicomanagement Hoofdstuk 11 De toekomst
1 2 4 6 10 14 18 22 26 30 34 37 38 44
Ja arvers l ag 20 14 R v C
47
Ja arrek e n i n g 2014
50
Verkla ri n g v an de R v C
1 30
Overi ge ge g e v e n s
1 31
Co ntro l e v e rkl ari n g
1 32
Bijla gen b i j h e t v ol k s h u is v es t elijk v er s la g 1 Verhuur 137 2 Onderhoud 3 Sociaal beheer en veiligheid 4 Interne risicobeheersing en controlesysteem 5 Meerjarenprognose 6 Kengetallen 7 Begroting versus realisatie 8 Toelichting op begroting versus realisatie 9 Samenvatting belanghoudersbijeenkomst 11 juli 2013 10 Indicatoren Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
135 135 138 141 144 148 150 152 153 155 158
Naam van de toegelaten instelling : Stichting Rhiant Werkgebied : Regio Zuid-Holland Zuid, bestaande uit de gemeenten Hendrik-Ido-Ambacht, Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, Binnenmaas, Hardinxveld-Giessendam, Korendijk, Leerdam, Liesveld, Nieuw-Lekkerland, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik en Zwijndrecht. Datum omzetting in Stichting : 6 maart 1997 Datum oprichting : 28 september 1915 Laatste statutenwijziging : 11 april 2006 Nummers van inschrijving bij de Kamer van Koophandel Handelsregister : 23-36526 Stichtingenregister : 411221399
3
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag over 2014. Rhiant is een woningcorporatie die uitsluitend actief is in Hendrik-IdoAmbacht. Dit jaarverslag is erop gericht belangstellenden te informeren in woord, beeld en cijfers over de belangrijkste activiteiten. Ook dit jaar hebben wij ons vooral gericht op de lokale context, maar zijn daarbij uiteraard de regionale en landelijke ontwikkelingen niet uit het oog verloren. Dit jaar zijn we ook erg intern gericht geweest om voornamelijk kritisch te kijken naar onze eigen organisatie met het oog op reductie van de bedrijfslasten. In dit jaarverslag kunt u lezen wat wij hebben gedaan en voor wie wij het hebben gedaan. Daarnaast leggen wij verantwoording af over onze maatschappelijke, volkshuisvestelijke en financiële prestaties. Nieu w e s tr ate g isch e visie e n Str a teg is ch V oor r aad b e le id In 2014 hebben wij een nieuwe koers bepaald en hebben wij de strategische visie “ Sociaal en verantwoord” opgesteld. Een nieuwe visie in een nieuwe tijd, waarbij de corporaties volop in het nieuws zijn en er een nieuwe werkelijkheid is ontstaan. Er verandert veel, onder andere door de economische crisis, de woningmarktcrisis, bezuinigingen van de overheid, calamiteiten bij enkele woningcorporaties. Deze leiden tot beperkingen, maar zeker ook tot uitdagingen. Die pakken we graag op. Uiteraard heeft dit gevolgen voor de maatschappelijke opgave en de bijdrage die Rhiant hieraan kan leveren. De veranderingen vragen om een nieuwe koers. Een koers die duidelijkheid ver-
schaft aan onze klanten, belanghouders en medewerkers. Juist in deze onzekere tijden moet Rhiant haar maatschappelijke opgave waarmaken en haar sociale inzet richting de klanten en belanghouders behouden en waar mogelijk versterken. Dit vraagt gelijktijdig een zakelijke bedrijfsvoering om de continuïteit te garanderen. Het lijkt een dilemma: sociaal en verantwoord, maar wij gaan voor een sociaal beleid dat zakelijk wordt uitgevoerd. In 2014 hebben wij ook een nieuw Strategisch Voorraad Beleidsplan opgesteld. De hoofdpunten hiervan zijn: 1. richten op het DAEB segment; 2. betaalbaarheid van het wonen; 3. nieuwe invulling van transitie-opgave; 4. aanpassen van woningen voor 75+; 5. duurzaamheid; 6. verbeteren financiële positie. Ach te r g r on d De volkshuisvesting verandert snel. De economische crisis laat ook hier haar sporen achter. Naast een crisis in de woningmarkt en vooral de grootschalige projectontwikkeling, worden we als volkshuisvesters geconfronteerd met de gevolgen van de arbeidsmarktcrisis, die voor veel huishoudens een daling van inkomsten betekent. Gelijktijdig hebben we te maken met de gevolgen van het slechte imago van de woningcorporaties, een grote politieke belangstelling, de gevolgen van het bezuinigingsbeleid van de overheid, de veranderingen in het zorgen welzijnsstelsel, de ontwikkeling van de participatie-maatschappij als vervanger van de verzorgingsstaat, Europese regelgeving in het kader van Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB)
en op wereldniveau met steeds nieuwe brandhaarden met de daarbij horende vluchtelingenstromen. Bij corporaties zien we krimp in woningbezit, in personeel, in bedrijfslasten en dat zij terug naar de kerntaak gaan. Vraag is of en welke van deze ontwikkelingen zich verder doorzetten, stabiliseren of ombuigen, versnellen of vernieuwen. Duidelijk is dat de turbulentie en complexiteit toenemen. Terug naar de k ernt ak en, wat wordt de nieuwe rolverdeling? Duidelijk is ondertussen dat de overheid haar greep op de corporatiesector verstevigt , de regelgeving wordt aangepast (herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting) en daarmee de positie van de gemeente en de minister versterkt. De corporatie moet terug naar de kerntaken: het bouwen, verhuren en beheren van sociale huurwoningen en het daaraan verbonden maatschappelijk vastgoed. De (regio)gemeente krijgt een belangrijke rol waar het gaat om het bepalen van de opgave van de corporatie in de lokale en regionale woningmarkt.
B ijzond e rh e d e n R hiant Het jaar 2014 kent voor Rhiant de volgende bijzonderheden: Verkoop woningen Om te kunnen blijven investeren, moet Rhiant elk jaar een aantal woningen verkopen. Om dit te bereiken heeft Rhiant in 2013 een verkooppoule benoemd. Dit zijn woningen die bij mutatie verkocht worden maar ook door zittende huurders gekocht mogen worden. Bij mutatie zijn er 25 woningen verkocht. Tevens hebben
12 zittende huurders van het aanbod gebruik gemaakt en hun huurwoning in bezit gekregen. Project Hendrik In 2014 heeft Rhiant het project Hendrik opgeleverd. Dit was een renovatie en verkoop van een leegstaand complex in het centrum van Hendrik-Ido-Ambacht, bestaande uit 4 blokken van ieder 12 portieketagewoningen. Het is een succesvol project geworden zowel qua verschijningsvorm en qua resultaat. Alle 48 appartementen zijn binnen een half jaar verkocht aan voornamelijk jongeren uit Hendrik-Ido-Ambacht. Aanpassingen aan de organisatie Mede onder druk van de verhuurderheffing heeft Rhiant als doel gesteld om opbrengsten te verhogen en kosten te verlagen. Het verhogen van de opbrengsten vond plaats door het maximaal verhogen van de huren en het verkopen van een fors aantal woningen. Het is duidelijk dat dit niet ongelimiteerd door kan gaan. Door de forse huurverhogingen verliest de sector in het algemeen en Rhiant in het bijzonder haar “sociale gezicht”. Immers uit diverse onderzoeken blijkt dat ongeveer 13 % van onze huurders een betaalbaarheidsprobleem heeft. Mede daarom heeft Rhiant een belangrijke keuze gemaakt. De komende jaren verhogen wij de huur voor onze doelgroep, huurders met een inkomen onder de 34.000 euro, alleen met het inflatiepercentage. Ook zal het aantal te verkopen woningen fors dalen. Daarnaast heeft Rhiant ingezet op het fors reduceren van de bedrijfslasten. Dat heeft als gevolg gehad dat de focus in 2014 vooral intern is geweest. Dit past niet bij onze doelstelling. Wij zijn er immers voor onze huurders! Dit was wel noodza-
5
kelijk. Wat we zien is dat de maatregelen nu al hun vruchten afwerpen en dat de continuïteit voor onze klanten is gegarandeerd. Een van de maatregelen was het uitbesteden van de werkzaamheden van de Technische Dienst aan aannemer de Kwaasteniet uit Dordrecht. Het doet pijn als je van werknemers afscheid moet nemen die zich jarenlang voor Rhiant hebben ingezet. Dit leidde tot onbegrip, boosheid en verdriet. Uiteindelijk is een werkbare oplossing gevonden. Verder is de organisatie aangepast en heeft Rhiant gebruik kunnen maken van natuurlijk verloop. Hierdoor hebben we gedwongen ontslagen kunnen voorkomen. Al met al een roerige tijd, waarbij nu weer de focus op de toekomst gelegd kan worden. Immers we zien nu al dat de ingrepen leiden tot resultaten. Raad van Commissarissen Binnen de Raad van Commissarissen zijn mutaties opgetreden. Mevrouw L. van Herk heeft afscheid genomen per 1 juni. Zij wordt niet vervangen. Dit is een bewuste keus van de RvC. Zij is van mening dat bij een relatief kleine corporatie ook een relatief kleine RvC volstaat. Uiteraard heeft dit een gunstige invloed op de bedrijfslasten. Tot slot 2014 is een roerig jaar geweest, waarbij vooral de focus intern gericht was. Gelukkig is het “gewone” werk doorgegaan en hebben we ondanks deze forse hobbel wel onze klanten kunnen bedienen en goede resultaten kunnen boeken. Hierbij dan ook de complimenten voor de medewerkers van Rhiant. ing. C.J. Oostindie Directeur-bestuurder
Voorwoord
Voorwoord
4
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 1: Bestuur Hoofdstuk 1
In dit hoofdstuk legt de directeur-bestuurder op hoofdlijnen verantwoording af over zijn nevenfuncties, bezoldiging, taken en positie, de belangrijkste bestuursbesluiten en een verklaring over de besteding van gelden en de afwezigheid van tegenstrijdige belangen in het kader van de Governancecode.
GEGEVENS VAN HET BESTUUR De heer ing. C.J. Oostindie (18 november 1967) is in functie getreden per 1 januari 2002 als directeur-bestuurder. Om te voldoen aan formele fiscale voorschriften, is een nevenstructuur opgericht binnen Rhiant. De directeur-bestuurder van Rhiant is de enige bestuurder van de twee dochter-BV’s. De heer Oostindie heeft van 12 december 2013 tot en met 17 maart 2014 de directie- en bestuurstaken niet kunnen vervullen in verband met een operatie. Hij is in die periode waargenomen door mevrouw drs. M.W. van der Lans MRE. Nevenfuncties • Voorzitter van het bestuur van Woonkeus • Lid DNV-Waarborgcommissie VBO Makelaars • Voorzitter regionale directeurenkring kleine woningcorporaties Zuid-Holland • Lid Bestuurders overleg Woningcorporaties Drechtsteden (BWD) B ez o ld ig in g Het arbeidscontract met de directeurbestuurder is aangegaan voor onbepaalde tijd. De bezoldiging voldoet aan de geldende regels van de Wet Normering Topinkomens. De honorering van de be-
stuurder past niet binnen de door de minister vastgestelde nieuwe regeling voor honorering van bestuurders van woningcorporaties. Op de bestuurder van Rhiant is daarom de in de regeling opgenomen overgangssituatie van toepassing. De directeur is ingedeeld in functiegroep D, zoals vastgelegd in het rapport "Advies van de Commissie Arbeidsvoorwaarden Statutair Directeur Woningcorporaties". Het vaste salaris in 2014 bedroeg € 113.871,- inclusief vakantietoeslag. Per 1 juni 2014 heeft de heer Oostindie vrijwillig netto salaris ingeleverd. Dit deel is ongeveer ter grote van 10 % van zijn bruto maandsalaris.Zijn totale bruto bezoldiging is dus niet aangepast. Vanaf 1 juli 2010 geldt de sectorbrede beloningscode Bestuurders Woningcorporaties. Hieraan voldoet de arbeidsovereenkomst van de heer Oostindie. Verder is met de directeur een pensioen overeengekomen op basis van de regeling van de Stichting Pensioenfonds Woningcorporaties. Voor 2014 zijn wederom doelen vastgesteld, die gehanteerd zullen worden bij de beoordeling van de bestuurder over 2014. Het behalen van de doelen leidt echter niet tot de toekenning van een variabele beloning. Daarnaast maakt de directeur-bestuurder gebruik van een auto van de zaak (cataloguswaarde € 40.730,-). Werkgeverslasten en vergoedingen zijn conform de CAO voor het overige personeel. B e oor d e lin g sp r oce d u r e Mede op basis van het geaccordeerde jaarplan wordt in januari een afspraak
gemaakt over de te behalen doelstellingen. Daarbij gelden de uitgangspunten: concreet, meetbaar, uitdagend en haalbaar. Deze te behalen doelstellingen worden schriftelijk vastgelegd en door de directeur-bestuurder alsmede de voorzitter van de Raad van Commissarissen ondertekend. Medio het jaar wordt er een voortgangsgesprek gehouden, waarbij de te behalen doelstellingen worden vergeleken met de stand van zaken van dat moment. De conclusies uit dit beraad worden eveneens vastgelegd en ondertekend. In december vindt de beoordeling plaats. Deze beoordeling geschiedt door een remuneratiecommissie. De beoordeling vindt plaats op drie onderdelen: planningsafspraken 2014, competenties en hoofdverantwoordelijkheden. De planningsafspraken in 2014 hadden betrekking op: • Het ontwikkelen van een strategische visie • Het ontwikkelen van het strategisch voorraadbeleid • Risicomanagement • Organisatie-aanpassing De te beoordelen competenties zijn: • Bestuurlijke sensitiviteit • Ondernemerschap • Visie • Relatiebeheer De hoofdverantwoordelijkheden zijn: • Het tijdig en optimaal informeren van de RvC, onder andere door het inzichtelijk (laten) opstellen van jaarstukken, begroting en rapportages. • Het opstellen en actualiseren van de (strategische) beleidsplannen van de stichting. • De financiële continuïteit van de stichting.
Taak en posit ie van het best uur Rhiant heeft een tweelagenstructuur. Het bestuur wordt gevormd door een eenhoofdige directie. De Raad van Commissarissen (RvC) oefent toezicht uit op het bestuur. De RvC legt in haar eigen verslag verantwoording af over de manier waarop toezicht wordt uitgeoefend. Eén keer per jaar houdt de RvC een zelfevaluatie. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het bestuur en RvC zijn in de statuten en in een reglement omschreven (zie www.rhiant.nl). De RvC past de principes van de Governancecode toe. De RvC is in kennis gesteld van de gemelde klachten over Rhiant bij de Geschillencommissie Wonen. Door de RvC wordt gebruik gemaakt
7
van twee commissies: de remuneratiecommissie en de auditcommissie. Geen teg enstri j d i g e b el a ng en In 2014 is geen sprake geweest van tegenstrijdige belangen met betrekking tot de directeur-bestuurder, zoals bedoeld in principe II.3 van de Governancecode Woningcorporatie.
BELANGRIJKSTE BESTUURSBESLUITEN • Vaststellen actiepunten uit de managementletter 2013 • Conclusies en aanbevelingen MTO (medewerkerstevredenheidsonderzoek) 2013 worden overgenomen • Vaststellen treasuryjaarplan 2014
Hoofdstuk 1
6
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 1
• Vaststellen besluit organisatie-aanpassing Rhiant • Vaststellen SOK (Samenwerkingsovereenkomst) met Aannemersbedrijf de Kwaasteniet • Vaststellen analyse en overeenkomst onderhoud t.b.v. detacheren personeel • Vaststellen formatie-en plaatsingsplan • Vaststellen Sociaal Plan • Vaststellen streefhuren 2014 en 2015 • Vaststellen huurbeleid 2014 • Vaststellen wijziging servicekosten per 1 juli 2014 • Vaststellen sponsorbeleid 2014-2015 • Vaststellen persbeleid • Vaststellen crisisprotocol • Vaststellen nieuwe studieregeling • Vaststellen WKR (werkkostenregeling) 2015 • Vaststellen rapport Deloitte inzake gevolgen WNT • Vaststellen toetsing STEK.NU met verbindingenstatuut • Vaststellen contract opheffing toezicht belemmerende bepalingen in derivatencontract BNG • Vaststellen kwartaalrapportages (3 keer per jaar) • Vaststellen jaarrekening en jaarverslag 2013 • Vaststellen liquidatiejaarrekening VOC 2013 • Vaststellen jaarrekening Rhiant Holding 2013 • Vaststellen jaarrekening N.V. Stadsherstel 2013 • Vaststellen Strategische Visie 20152020 • Vaststellen herijking Vastgoedstrategie (SVB) • Vaststellen herijking Investeringsstatuut • Vaststellen (meerjaren-) begroting 2015 e.v. • Vaststellen jaarplan 2015
JAARVERSLAG
9
WAARNEMING 1 2 D E C E M B E R 2 0 1 3 tot 17 MAART 2014 In verband met een operatie van de heer ing. C.J. Oostindie heeft de Raad van Commissarissen besloten per 12 december 2013 mevrouw drs. M.W. van der Lans MSRE als directeur-bestuurder a.i. aan te stellen. De bezoldiging van mevrouw M. W. van der Lans past binnen de regeling die minister Blok op 29 november 2013 heeft gepubliceerd. V er k la r in g b e ste d in g g e ld e n Tot slot verklaar ik dat alle middelen uitsluitend zijn gebruikt in het belang van het wonen en de volkshuisvesting. Hendrik-Ido-Ambacht, januari 2015 ing. C.J. Oostindie Directeur-bestuurder
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1
8
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 2: Missie en Strategische Visie I nl e iding
Hoofdstuk 2
De volkshuisvesting verandert snel. De economische crisis laat ook hier haar sporen achter. Naast een crisis in de woningmarkt en vooral de grootschalige projectontwikkeling, worden we als volkshuisvesters geconfronteerd met de gevolgen van de arbeidsmarktcrisis, die voor veel huishoudens een daling van inkomsten betekent. Gelijktijdig hebben we te maken met de gevolgen van het slechte imago van de woningcorporaties, een grote politieke belangstelling, de gevolgen van het bezuinigingsbeleid van de overheid, de veranderingen in het zorgen welzijnsstelsel, de ontwikkeling van de participatie-maatschappij als vervanger van de verzorgingsstaat, Europese regelgeving in het kader van Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB) en op wereldniveau met steeds nieuwe brandhaarden met de daarbij horende vluchtelingenstromen. Bij corporaties zien we krimp in woningbezit, in personeel, in bedrijfslasten en de beweging terug naar de kern. Vraag is of en welke van deze ontwikkelingen zich verder doorzetten, stabiliseren of ombuigen, versnellen of vernieuwen. Duidelijk is dat de turbulentie en complexiteit toe neemt. De volkshuisvesting als sector staat nog vele veranderingen te wachten, daarom spreken we hier over de strategische visie. Een strategische visie die de koers duidelijk maakt en gelijktijdig Rhiant de mogelijkheid biedt flexibel in te spelen op nieuwe ontwikkelingen, kansen en
bedreigingen. Het geeft een goed beeld van de veranderingen en de vernieuwingen die noodzakelijk zijn voor Rhiant om toekomstbestendig te zijn, de missie uit te voeren en te weten wat de prioriteiten zijn. Wij gaan voor een goed woon-en leefmilieu voor onze huurders: nu en in de toekomst.
M issi e De strategische visie is gebaseerd op onze missie: wij zijn Sociaal en Verantwoord. Dit houdt voor ons het volgende in: Sociaal: wij zijn er voor betaalbare en leefbare huisvesting van mensen die hier gezien hun financiële en/of sociale omstandigheden op zijn aangewezen. Het zijn Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB-bezit). Verantwoord: wij moeten dit effectief en efficiënt realiseren. Daartoe zijn wij slank en doelgericht, willen we continu verbeteren en gaan we voor tevreden klanten, medewerkers en belanghouders. Wij willen de klantwaarde verhogen, invulling geven aan duurzaamheid en daarom is verspilling ongewenst.
Rhiant sociaal en verantwoord: goed en betaalbaar wonen !
S p e e rpunt e n Wij zien dat groei van de doelgroep aan de orde kan zijn, maar er ook sprake kan zijn van krimp van de huurbehoefte
van de doelgroep, dat er sprake kan zijn van een toenemende behoefte aan zelfredzaamheid en eigendom, maar ook aan vormen van sharing en/of collectief eigendom. Gelijktijdig zijn er de verhuurdersheffing, de huurstijgingen, de discussies over het maatschappelijk rendement van de corporatie. Aan het verdienmodel van de corporaties wordt al gesleuteld. Rhiant ziet dat een grote mate van flexibiliseren noodzakelijk is. Terwijl ons vastgoed wel minimaal 50 jaar staat, moeten wij ons kunnen aanpassen in de omvang en kwaliteit van ons bezit, in de (huur) prijsvaststelling, in het dienstenaanbod dat wij leveren, in ons verdienmodel en in onze organisatie. 1. Wonen voor de huurders van Rhiant : bet aalbaar en passend. De economische crisis, de bezuinigingen, de stijgende energieprijzen, gemeentelijke lasten en huren maken dat de woonlasten voor de huurders een steeds groter deel uitmaken van de te besteden inkomens. Onder woonlasten wordt niet alleen de huur verstaan, maar ook de kosten voor gas, elektriciteit en water. Rhiant wil zich daarom in de komende jaren niet alleen inspannen voor het passend huisvesten naar huishoudtype van haar huurders en woningzoekenden, maar ook naar financiële draagkracht. Verder zal door het aanbrengen van energiebesparende maatregelen, waaronder het gebruik van zonnepanelen, een verlaging van de woonlasten worden bereikt. Rekening houden met financiële draagkracht: Rhiant heeft nu een gedifferentieerd woningbezit, zowel qua woningtype,
voorzieningen, kwaliteit en huurbedrag. Rekening houden met de draagkracht van onze huurders betekent dat we niet meer gaan voor een integrale maximalisatie van de huuropbrengsten. Dit was nadrukkelijk aan de orde de afgelopen jaren, ingegeven door de financiële situatie van Rhiant. Dit geldt zowel bij de jaarlijkse huurverhoging als bij het bepalen van de huur bij mutaties. Rhiant kiest voor gemaximeerde streefhuren. Een streefhuur is een percentage van de maximaal redelijke huur. Het bevorderen van doorstroming van ouderen past hier bijvoorbeeld ook bij als hiermee goedkope woonruimte beschikbaar komt voor gezinnen. 2. Met het oog op de t oek omst : duurzaamheid Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent duurzaamheid in wat je doet en hoe je het doet en het betekent ‘toekomstbestendigheid’. Met het oog op de toekomst, gezien de ontwikkelingen, wil Rhiant duurzame woningen bieden in een duurzame leefomgeving op een duurzame wijze. Het is de opgave voor een woningcorporatie om haar taak ook in de toekomst te kunnen blijven uitvoeren en Rhiant wil daar zorgvuldig mee omgaan. Anders vastgoed beheren Het eerst zichtbaar is dit in de wijze waarop Rhiant met haar vastgoed omgaat. Het gaat hier niet alleen om energiebesparingsmaatregelen, maar ook over schoon, heel en veilig (installaties, brand, asbest, etc.), over gebruik van duurzame materialen en over het voorkomen van verspilling. Sloop/nieuwbouw is geen automatisme meer, herbestemming en hergebruik staan voorop.
11
Met respect en aandacht voor de bewoners Het tweede ijkpunt is de wijze waarop Rhiant een duurzame klantrelatie nastreeft. Haar huurders zijn het bestaansrecht van Rhiant. De huurdersraad, bewonerscommissies, klankbordgroepen, individuele huurders, al dan niet via digitale wegen, worden betrokken bij onze beleidsvorming en waar mogelijk in de uitvoering. In de uitvoering stellen onze medewerkers eisen aan elkaar over de omgang met onze huidige en toekomstige huurders: altijd met respect en met persoonlijke aandacht waar dat nodig is. 3 . Lee f b a a rhei d sta a t vo o r woon- en l eef kwa l i tei t Van de overheid moeten corporaties terug naar de kerntaken. Gelijktijdig zien we door de vergrijzing, het scheiden van wonen en zorg en de bezuinigingen bij zorg- en welzijnsorganisaties dat corporaties steeds meer te maken krijgen met de zorg- en welzijnsproblematiek van bewoners. Niet alleen, maar samen Om onze bewoners woon- en leef kwaliteit te bieden, zoeken wij de samenwerking met de zorg- en welzijnsorganisaties in Hendrik-Ido-Ambacht. Dit doen wij door, op bestuurlijk (strategisch) niveau, over de grenzen van de eigen organisatie heen te stappen (bijvoorbeeld in bestuurlijke platforms) en op uitvoerend niveau vanuit de kerntaken wijk- en buurtgericht samen te werken (denk hierbij aan sociale wijkteams). Rhiant werkt wijk- en buurtgericht en blijft zo zichtbaar en aanspreekbaar voor haar huurders. Als de bewoner zich me-
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 2
10
deverantwoordelijk voelt voor de eigen woning en buurt, levert dit sociale cohesie en een vangnet voor eenzaamheid en voor de zwaksten op. Daar waar nodig, bijvoorbeeld bij meervoudige problemen, overlast of bij fraude, zorgt Rhiant voor persoonlijk contact, zo nodig ‘achter de voordeur’, samen met haar maatschappelijke partners.
Hoofdstuk 2
Differentiatie in inkomen De ervaring leert dat het woon- en leefklimaat in gesegmenteerde arme wijken zwaar onder druk staat. Daarom streeft Rhiant naar gemengde wijken met een diversiteit aan inkomensgroepen, type woningen, leefstijlen en voorzieningen. Het onderscheiden van product-marktcombinaties binnen de doelgroep naar inkomen, c.q. huurprijsstelling moet bijdragen aan het realiseren van gemengde wijken en daarmee aan de leefbaarheid. 4. Best aan s re c h t : l eg it im er in g ri c hting be l an gh ou d er s Rhiant vindt haar legitimatie in de maatschappij. De lokale samenleving moet de maatschappelijke waarde die Rhiant toevoegt kennen en steunen. Dit vraagt om transparantie en om verantwoording af te leggen richting de maatschappij, en met name richting haar belanghouders (huurders en gemeente) en overige belanghebbenden. Het imago van woningcorporaties is de afgelopen jaren, als gevolg van ernstige incidenten, flink beschadigd. Dit zien we terug in de aanscherping van de regelgeving en het externe toezicht. Nog verder met belanghouders Uit de visitatie is gebleken dat Rhiant dit goed oppakt. Dit wil Rhiant verder ontwikkelen door het onderhouden van haar
JAARVERSLAG
relaties te verankeren in haar bedrijfsvoering: we zoeken continu naar verbetering van de relatie met onze belanghouders en belanghebbenden. Waar Rhiant in haar dagelijkse uitvoeringspraktijk bewoners wil laten meedoen, wil zij op strategisch niveau lokaal en regionaal verankerd zijn. Rhiant zoekt naar nieuwe vormen van bewonersparticipatie en nieuwe manieren om belanghouders in de keuzeprocessen van Rhiant te betrekken. 5 . D e fin a n cië le con tin u ïte it: een n o o d zake lijke voor waar d e Een belangrijke opgave in de komende jaren is het behouden van een gezonde financiële positie. Geconfronteerd met de verhuurdersheffing, de heffingen van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (o.a. Vestia) en de strengere regelgeving van het WSW waar het de borging betreft, heeft Rhiant de opdracht gekregen om haar financiële positie te verbeteren. De afgelopen periode hebben verkoop en de maximale huurverhogingen liquiditeit gebracht. Naar de toekomst toe wil Rhiant deze instrumenten gerichter inzetten, gezien het betaalbaarheidsvraagstuk, de verhuuropgave, de leefbaarheid en de herontwikkelingsmogelijkheden. Naar flexibel vastgoedbeleid Dit betekent dat het assetmanagement van Rhiant gericht wordt ingezet om enerzijds haar financiële prestaties te optimaliseren en anderzijds haar maatschappelijke opgaves te realiseren. Assetmanagement is vastgoedsturing op complexniveau. Assetmanagement helpt corporaties als schakel tussen het Strategisch Voorraadbeleid en het operationele dagelijks beheer. Gezien de gevoeligheid voor ontwikke-
lingen in de markt en doelgroepen, zal het strategisch voorraadbeleid zich gaan kenmerken door flexibiliteit. Het bezit zal zowel voor de kleine beurs, als voor het grote gezin een plek moeten bieden. De omvang van het bezit zal eerder krimpen dan groeien, terwijl er een grote kans is dat er juist behoefte zal zijn aan het toevoegen van kleinere goedkopere woningen. Jaarlijks wordt gemonitord of de financiële en volkshuisvestelijke opgaves worden gerealiseerd en of bijstelling nodig is. Maatschappelijk bewust Daarnaast zijn voor Rhiant de bedrijfslasten een belangrijke kostenpost. Gezien haar opgave, mag de maatschappij en de individuele huurder verwachten dat wij onze werkzaamheden zo goed en goedkoop mogelijk realiseren. Het gaat om kapitaal dat Rhiant voor de maatschappij beheert en inzet. Dit betekent dat treasury activiteiten op een verantwoorde wijze ingezet moeten worden en dat risicomanagement moet leiden tot een optimale risicobeheersing. 6 . De or g an isatie on twikkeling van R h ian t De financiële ontwikkelingen waren voor Rhiant in de afgelopen periode zodanig dat er ook snel moest worden geschakeld naar een slankere organisatie. De uitbesteding van het onderhoud en het onderbrengen van de onderhoudsmedewerkers bij een aannemer, het beëindigen van de tijdelijke contracten en het inzetten op de mogelijkheden van flexibel pensioen, hebben de afgelopen periode geleid tot een daling van de bedrijfslasten. Rhiant wil op de benchmark, categorie A, presteren en past daarom ‘lean -management’ als bedrijfsvoeringsconcept toe. Hierdoor
wordt er efficiënter gewerkt en meer klantwaarde gecreëerd. Nieuwe uitdagingen, andere cultuur Rhiant wil borgbaar blijven, wil financieel gezond zijn en in staat blijven haar maatschappelijke opdracht te vervullen. Het vraagt een verdere groei naar een kostenbewuste professionele werkcultuur, die past bij de missie: sociaal en verantwoord. Daarbij wordt niet uit het oog verloren wat de klant belangrijk vindt. Dit stelt eisen aan de medewerkers, bepaalde competenties moeten behouden blijven, andere moeten juist worden ontwikkeld. Strategisch personeelsbeleid moet deze ontwikkeling faciliteren. Blik op de toekomst Gelijktijdig is Rhiant een kleinere organisatie en het is de vraag met welke inrichting zij haar maatschappelijke opgave op termijn het best kan realiseren. Met de digitalisering is er veel mogelijk, maar het vraagt vooral ook om slim samenwerken om de noodzakelijke professionaliteit te realiseren en de kwetsbaarheid te minimaliseren. Hiertoe werken wij, soms in samenwerking met andere corporaties,met een flexibele schil, waarbij zowel voor operationeleals voor staffuncties, medewerkers en/of adviseurs worden ingeschakeld. Daarnaast heeft Rhiant een aantal ingrijpende maatregelen genomen met betrekking tot de inrichting van de organisatie en besparingen op bedrijfslasten. Het is zaak de effecten hiervan nauwkeurig te volgen en te bewaken. Tegelijkertijd wordt de nieuwe Woningwet vastgesteld. Op dit moment is nog niet alles duidelijk. Pas wanneer de uitkomsten van deze wet inclusief de aanbevelingen uit de parlementaire enquête duidelijk zijn, kan
Rhiant zich met een kritische blik richten op de toekomst, met als doel het waarborgen van de continuïteit voor de klant. Op dit moment is de organisatie zodanig ingericht en bemenst dat kan worden voldaan aan alle interne en externe vraagstukken.
13
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 1
12
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 3: Organisatie en personeelsbeleid INLEIDING Rhiant vindt het belangrijk een goede werkgever te zijn en wil kunnen inspelen op de veranderende markt en maatschappij. In dit kader is in 2014 een organisatie-aanpassing doorgevoerd met als doel te komen tot een slankere organisatie en lagere (bedrijfs-)kosten. Ook ten aanzien van het opleiden van medewerkers is het doel aangepast, teneinde te komen tot een verdere ontwikke-
ling van de medewerkers in hun huidige dan wel toekomstige werkzaamheden en het versterken van ieders weerbaarheid in de gewijzigde economische omstandigheden. In dit hoofdstuk wordt de organisatie en het personeelsbeleid verder toegelicht.
DE WERKORGANISATIE De werkorganisatie ziet er ultimo 2014 als volgt uit:
RvC Hoofdstuk 3
DirecteurBestuurder Staf/Beleid
Vastgoed
Wonen
Financiën
aantal personen: Directie 1 Beleid 1 Wonen 9 Financiën 4 Vastgoed 2 Gedetacheerd onderhoud 7 Totaal 22 Stagiaires
1
fte: 1 0,75 6,39 2,72 1,5 6,22 18,59 0,67
P E R S O N EE L S - E N ARBOBELEID Het personeelsbeleid van Rhiant is er op gericht met een optimale personele bezetting, gemotiveerde en voor hun verantwoordelijkheden toegeruste personeelsleden, te komen tot de realisatie van de ondernemingsdoelstellingen. Rhiant heeft in 2014 vergaande maatregelen genomen om de financiële continuïteit te waarborgen door te sturen op een slankere organisatie en een verlaging van de kosten. Deze organisatie-aanpassing is mede ingegeven door externe ontwikkeling, zoals de verhuurdersheffing, verscherping eisen CFV en WSW, Europese maatregelen en de toekomstige taakversmalling van de sector. Medio juni 2014 is het onderhoud van de woningen ondergebracht bij een aannemersbedrijf. Daartoe zijn onze medewerkers van de technische dienst (6,22 fte) overgeplaatst naar dit aannemersbedrijf, maar blijven niettemin op de loonlijst van Rhiant. Door een efficiëntere inzet, ook voor derden, en schaalvergroting, wordt een forse besparing op de onderhoudskosten bereikt. Door natuurlijk verloop, vrijwillig vertrek en beëindiging van tijdelijke contracten werden tevens de bedrijfslasten verlaagd. Hiervoor is o.a. in overleg met de vakbonden een sociaal plan opgesteld en hebben de medewerkers met behulp van een formatie- en plaatsingsplan een nieuwe plek in de organisatie gekregen. Er vinden structureel plannings- en functioneringsgesprekken plaats. Op basis van een vastgesteld Reglement Beoordelingssystematiek wordt een een koppeling gemaakt tussen het functioneren en de beloning van de medewerker. Rhiant beschikt over een bedrijfscode en een klokkenluiderregeling en heeft na de
organisatie-aanpassing een nieuwe externe vertrouwenspersoon aangesteld. Daarnaast werken er bij Rhiant drie BHV’ers en een Arbo preventiemedewerker. Eind 2014 is een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) gehouden. De gemiddelde uitkomst hiervan was het cijfer 6,1 (in 2013: 6,1). De hiervoor genoemde organisatieaanpassing en het uitbesteden van het onderhoud hebben dit cijfer mede negatief beïnvloed Dit speelde al eind 2013. Alle regelingen op het gebied van personeelszaken, zowel vanuit de CAO als bedrijfseigen regelingen, zijn opgenomen in het Personeelshandboek.
OPLEIDINGEN Rhiant vindt het van groot belang dat werknemers zich verder ontwikkelen in hun huidige en toekomstige werkzaamheden. Zeker in deze tijd moeten medewerkers weerbaarder worden gemaakt, teneinde de kansen op het behoud en/of het verkrijgen van werk te vergroten. Rhiant wil graag investeren in deze ontwikkeling. Het is belangrijk dat loopbaanontwikkeling een vast thema is in de planning- en beoordelingsgesprekken. Om dit te realiseren stelt Rhiant een budget beschikbaar om deze investering mogelijk te maken. In 2014 is op basis van deze uitgangspunten een nieuwe studieregeling vastgesteld, waarbij het gebruik van het individuele loopbaanontwikkelingsbudget, dat vanaf 2010 opgenomen is in de CAO, sterk wordt gestimuleerd. Het management wordt jaarlijks 1 of 2 dagen getraind om als team alle ontwikkelingen in goede banen te kunnen leiden. Daarbij worden ook actuele cases uit de praktijk getoetst. In 2014 zijn in verband met de organisatie-aanpassing enkele teamdagen georganiseerd met als doel
15
het onderlinge vertrouwen te herstellen en de cultuur in onze organisatie aan te passen aan de huidige tijd. Het budget is 3 % van de loonsom. Totaal is er in 2014 € 42.499,38 (2% van de loonsom) besteed aan opleidingen.
COMMUNICATIE Twitter en Facebook zijn in 2014 de meest gebruikte Social Media kanalen om in contact te komen met huurders en belanghouders. Op het Twitter hoofdaccount heeft Rhiant bijna 400 volgers. Op Facebook heeft Rhiant een kleine 300 vrienden. Via Twitter zijn 700 tweets verzonden en op Facebook zijn 300 berichten gepost. Hiernaast is er ook nog een Rhiant Wonen Twitter account en een Rhiant Wijken Twitteraccount. In 2014 gebruikten we verder de volgende communicatiemiddelen: • De Schakel (2x: april en juli) • Digitaal Adviespanel (2x: juni en juli) • Persberichten: 12x • Website www.rhiant.nl en www.ambachtsamen.nl • Relatienieuwsbrief (2x: april en oktober) • Brief aan huurders over veranderingen binnen Rhiant (openingstijden en uitbesteding onderhoud) • Sponsoring • Roadshow Veiliger Wonen Het personeel wordt gestimuleerd zelf communicatief te zijn, zowel intern als extern. Het intranet is om deze reden ook verbeterd en aangevuld met Yammer en Twitterfeeds. Op het gebied van communicatie wordt regionaal samengewerkt. Drie maal per jaar komen de communicatie medewerkers/adviseurs van de corporaties in de regio Drechtsteden bij elkaar. In 2014 trokken we gezamenlijk op ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Hoofdstuk 3
14
JAARVERSLAG
• Onderzoek naar betaalbaarheid van het wonen en het persbericht hierover • Ons gezamenlijke belang geformuleerd • Website • Parlementaire enquête Digitalisering en automatisering Op het gebied van digitalisering en automatisering verbeteren we onszelf om besparingen te realiseren. De memo digitaliseren is in 2014 praktijk geworden. Acties zijn geweest: • Meer mailen minder post • Digitale brieven verbeteren i.v.m. warmtewet en zorgovereenkomsten • Digitaal aanbieden en verhuren van woningen via Woonkeus • Implementatie gestart digitale telefooncentrale
Hoofdstuk 3
Drukwerk en vormgeving Om de besparingsdoelstellingen op het gebied van drukwerk en vormgeving te realiseren zijn we overgegaan naar een andere drukkerij.En brengen we de nieuwsbrief alleen nog digitaal uit.
JAARVERSLAG
Het kantoor van Rhiant is vanaf 30 juni 2014 ’s middags gesloten, deels omdat er sprake is van een verminderde personele bezetting en om de werkdruk te reduceren. De OR heeft afgelopen jaar 3 maal een cursus gevolgd met de onderwerpen; functioneren beoordelingssystematiek, arbeidsverhoudingen en -overeenkomsten, toepassing wet op de ondernemingsraden en de rolverdeling die daar bij hoort. Om van elkaar te leren en elkaar op de hoogte te houden van de laatste ontwikkelingen in de regio, heeft de OR sinds oktober regionaal overleg met de OR leden van Trivire, Woonkracht 10 en Tablis. Afgelopen jaar zijn er in dit kader 2 bijeenkomsten geweest. Sa m en s te llin g Voorzitter : Marjette Vos Secretaris : Claudia Wagemakers Lid : Marleen van der Hulst Van 1 januari t/m 31 december 2014 in ongewijzigde samenstelling zoals hierboven vermeld.
ONDERNEMINGSRAAD Al geme e n 2014 begon voor de Ondernemingsraad (OR) met een volle overlegagenda die voortkomt uit de organisatie-aanpassing die eind 2013 van start is gegaan. Deze aanpassing bracht veel verandering mee voor de werkplekken en aansturing van de medewerkers binnen Rhiant. Een gedeelte van dit reeds gelopen traject is opnieuw gedaan, zodat de Vakbonden ook deel konden nemen aan de overleggen. Hierdoor kregen verschillende overeenkomsten en regelingen een juridische grondslag. Na een definitief besluit van het bestuur zijn de medewerkers van de technische dienst sinds 16 juni 2014 werkzaam bij het kantoor van aannemer De Kwaasteniet B.V.
O n d er n emin g sr aad m e t W O R B es t u u r d er Er is dit jaar 16 keer overleg geweest: 4 keer regulier overleg, 7 keer ingelast overleg om zaken voor te bespreken of te evalueren, 3 keer als toehoorder bij overleg tussen de directie en de bonden en 2 keer een artikel 24 vergadering. Het traject “Besluit organisatie aanpassing” is in 2014, met WOR-bestuurder Carlo Oostindie geëvalueerd onder begeleiding van de vertrouwenspersoon Wilma-May Udondek. Tot 17 maart 2014 is Mara van der Lans als tijdelijk WOR-bestuurder aangesteld in verband met afwezigheid van Carlo Oostindie. Medio 2014 hebben de OR en WOR-bestuurder een vervolg-
cursus gehad inzake de rolverdeling en (mis)communicatie. Hieruit is een andere manier van werken gekomen. Onderdeel daarvan maakt uit dat de OR niet meer in een vroeg stadium bij nieuwe veranderingen inhoudelijk betrokken wordt. Wel wordt de OR geïnformeerd welke aanvragen zij kan verwachten. O n d e r n e m in g sr aad m e t Raad van C om m issar isse n Op 30 september vond het jaarlijkse overleg tussen de Ondernemingsraad en de Raad van Commissarissen plaats, met een afvaardiging van de Raad van Commissarissen. Van dit overleg is een verslag beschikbaar voor de OR, bestuurder en RVC. Dit verslag is niet openbaar voor medewerkers. De Raad van Commissarissen wordt gedurende het jaar door de OR geïnformeerd over haar handelen. Ad vise u r s Op advies van de OR en de vertrouwenspersoon, heeft Rhiant afscheid genomen van de externe adviseur personeelszaken Guido Dekker. Er is een wervingsprocedure gestart. Ook de OR is op zoek gegaan naar een nieuwe OR adviseur en hebben deze gevonden in Peter Regter van FNV Formaat. B e sp r oke n on d e r we r p e n Dit jaar zijn de volgende onderwerpen besproken tussen OR en bestuurder. Tussen haakjes zijn de behaalde resultaten weergegeven: • Nota organisatie-aanpassing (advies OR, besluit bestuurder i.s.m. vakbonden inzake Sociaal Plan, detacheringsovereenkomst en samenwerkingsovereenkomst te bespreken/onderhandelen, uiteindelijk heeft de bestuurder in maart hier een definitief besluit over genomen) • Sociaal Plan onderhandelingen (OR meerdere keren als toehoorder bij overleg aanwezig)
• Detacheringsovereenkomst (advies OR, na achterbanoverleg kleine aanpassingen in besluit overgenomen) • Samenwerkingsovereenkomst contractaannemer (advies OR, definitief besluit ingang 16 juni) • Herziening beoordelingssystematiek (OR heeft geen instemming gegeven jan ’14, nieuwe aanvraag in 2015) • Herziening studieregeling 2014 (OR heeft geen instemming gegeven jan ’14) • Plan van aanpak herstel vertrouwen (OR is door WOR-bestuurder geraadpleegd op dit plan. Hier zijn Teamdagen met het personeel inclusief Technische Dienst uit voort gekomen) • Tijdelijke afwijking beoordelingen 2014 (OR geeft instemming na gezamenlijke opstellen regels met bestuurder) • Herijking vastgoedstrategie (OR advies gegeven, een aantal aanpassingen in definitief besluit dec ’14) • Strategische visie 2015-2020 (OR advies gegeven, een aantal aanpassingen in definitief besluit dec ‘14) • Benoemen nieuwe PZ adviseur (OR positief advies verstrekt, okt ‘14 aangesteld en dec’14 afscheid genomen. Opnieuw werving gestart) • Werkkostenregeling Rhiant doet geen concessies en neemt indien noodzakelijk de 80% belasting voor haar rekening (ter kennisname aan OR verstrekt) • Verplichte vrije dag wordt kantoorsluiting en de medewerker heeft de keuze om te werken of te snipperen: 2 januari, 4 mei, 15 mei 2015 kantoorsluiting en 5 mei 2015 is een feestdag (OR vastgesteld) • Protocol camerabewaking (ter advies aan OR verstrekt dec ‘14, antwoord volgt in 2015 ) • Studieregeling (na kleine aanpassing opnieuw ter instemming aan OR verstrekt dec ‘14, antwoord volgt in 2015)
Blik op 2015 Er zijn voor 2015 vier reguliere overleggen met de bestuurder vastgelegd, twee artikel 24 overleggen om de algemene gang van zaken met elkaar te bespreken. De OR schrijft medio 2015 verkiezingen uit voor een plek in het OR bestuur daar de termijn van 4 jaar zitting is verlopen van één OR-lid. Afspraak met de Raad van Commissarissen staat voor september 2015 gepland. Eind 2015 evaluatie gesprek plannen met de vakbonden over de samenwerkingsovereenkomst met de Kwaasteniet, detacheringsovereenkomst en Sociaal Plan. De OR is er voor het personeel, is laagdrempelig benaderbaar voor de achterban, staat open voor suggesties en goede ideeën. Ook in 2015 behartigt de OR de belangen van alle medewerkers die op de loonlijst staan van Rhiant.
ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE De administratie, inclusief het opstellen van de jaarrekening, voeren we in eigen beheer uit. We maken hiervoor gebruik van de programmatuur van het NCCW. Een belangrijke module is FMP (Financiële Meerjaren Prognose) waarmee financiële scenario’s worden doorgerekend bij nieuwe projecten en begrotingen. Managementinformatie De belangrijkste informatie voor het management van Rhiant zijn de kwartaalrapportages. In de kwartaalrapportage wordt o.a. gebruik gemaakt van de Balanced Scorecard en een risicomanagementrapportage. In 2014 is er een nieuwe Balanced Scorecard ontwikkeld welke in 2015 in gebruik zal worden genomen. De risicomanagement rapportage is een belangrijk onderdeel. Hiermee zijn de risico’s en de beheersmaatregelen inzichtelijk. De kwartaalrapportage geeft sturingsinformatie
17
ten behoeve van de bedrijfsvoering. Zoals al benoemd vind er nu standaard per kwartaal een rapportage plaats van het risicomanagement. Dit is belangrijk in verband met het benoemen en beheersen van de risico’s. In 2014 zijn er speciale themabijeenkomsten georganiseerd met het MT en de RvC om het risicomanagement nog beter in te bedden in de organisatie. De kwartaalrapportages bestaan uit de volgende onderwerpen: • Balanced Score Card • Stand van zaken omtrent wet- en regelgeving (actualiteiten) • Innovatie • Markt • Klant en portfolio • Maatschappij • Wonen en zorg • Planning • Financiën • Risicomanagement • Voortgang verkopen • Verhuurzaken • Onderhoud en beheer • Personeel • Projectontwikkeling • Samenwerking en deelnemingen/relaties • Stand van zaken werkprocessen • Interne controle • Besluiten managementteam • PR, communicatie en ICT • Facilitaire zaken Interne Controle Elk kwartaal wordt er een interne controle uitgevoerd. Deze controle heeft als doel de naleving van de vastgestelde procedures te controleren. Controle jaarrekening In de zomer van 2012 is er een accountantsselectie geweest. De destijds benoemde accountant voert de controle op de jaarrekening uit.
Hoofdstuk 3
16
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 4: Maatschappelijke inbedding I nl e iding
Hoofdstuk 4
Onze maatschappelijke inbedding is zichtbaar in zowel onze lokale als regionale rol. Samen met onze belanghebbenden willen wij een toegevoegde waarde leveren aan de inwoners van de Drechtsteden in het algemeen en aan onze bewoners in Hendrik-Ido-Ambacht in het bijzonder. Rhiant betrekt haar bewoners bij beheer en beleid ten aanzien van woningen en de woonomgeving, door middel van bewonerscommissies, klankbordgroepen, digitaal adviespanel en de Huurdersraad. Bewonersblad De Schakel is een belangrijk communicatiemiddel met onze huurders. In belanghoudersoverleggen en door middel van de relatienieuwsbrief ‘Samenwerken’ vindt informatiedeling en afstemming plaats over ons beleid met onze belanghouders. Ook via social media, zoals Twitter en Facebook wordt contact gezocht en gehouden met onze huurders en andere belanghouders. De regionale PALT (Prestatie afspraken Lange Termijn tussen corporaties en gemeenten in de Drechtsteden) en de lokale werkafspraken met de gemeente zijn belangrijke kaders voor ons werkveld. Via de Geschillencommissie Wonen en de Klachtencommissie Woonruimteverdeling stellen wij klanten in de gelegenheid hun klachten over ons kenbaar te maken.
S tak e hold e r manag e m e nt De twee belangrijkste stakeholders voor Rhiant zijn: • Huurders/Huurdersraad • Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht
Hiernaast rekenen wij ook de volgende partijen tot onze belanghouders: •M aatschappelijke partners actief in Hendrik-Ido-Ambacht: De Blije Borgh, Vivenz, Unie van Vrijwilligers, MEE Drechtsteden, Ambacht Samen en Cascade •P olitie en brandweer •C ollega woningcorporaties in de Drechtsteden: Woonkracht10, Trivire, Tablis Wonen en Woonbron •O verige gemeenten en maatschappelijke partners in de Drechtsteden Met een aantal stakeholders is een overlegstructuur overeengekomen, welke is vastgelegd in de tabel hiernaast op pagina 19.
H uurd e rsraad Rhiant heeft een Huurdersraad die op beleidsniveau meedenkt met Rhiant. Een samenwerkingsovereenkomst met de Huurdersraad vormt de basis en is het kader voor de samenwerking. In 2014 heeft vier keer overleg plaatsgevonden tussen de Huurdersraad en de directeur/ bestuurder. De contacten onderling zijn goed; samen werken we opbouwend aan en spreken we over verschillende beleidsonderwerpen. De Huurdersraad is kritisch en opereert op een hoog niveau. Zij vormt daadwerkelijk een spiegel voor de directie en daarmee voor de organisatie. In de komende jaren zal Rhiant haar huurders de gelegenheid blijven geven betrokken te zijn bij het beheer en beleid. Eind 2014 is een verandering opgestre-
Belanghebbende
Contactvorm
Frequentie
Huurdersraad Informeel overleg Meerdere malen Formeel overleg 4 x per jaar Overleg RvC 1 x per jaar Belanghoudersoverleg 1 x per jaar Gemeente Bestuurlijk overleg 4 x per jaar Hendrik-Ido- Raadscommissies 1 x per jaar Ambacht Belanghoudersoverleg 1 x per jaar Regio Drechtsteden Drechtstedenoverleg 4 x per jaar Politie Sociale netwerken Meerdere malen Individuele zaken Collega corporaties Bestuurdersoverleg 6 x per jaar in de Drechtsteden woningcorporaties Drechtsteden Regionaal beleidsoverleg 6 x per jaar Drechtsteden Maatschappelijke Stuurgroep 4 x per jaar partners actief in Leefbaarheid Hendrik-Ido-Ambacht
den in de samenstelling van de Huurdersraad: Er is afscheid genomen van de heer A. van Maurik. De heer B. Geurts is welkom geheten als nieuw lid. Evaluat ie Jaarlijks evalueren Rhiant en de Huurdersraad de samenwerking middels een enquête uitgezet onder de leden van de Huurdersraad. De enquête is afgenomen in december. De uitkomsten voor 2014 zijn als volgt:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Thema’s Bewonerscommissies Leefbaarheid Herstructurering Huurbeleid Woonruimteverdeling Financiën Strategie Leefbaarheid Herstructurering Maatschappelijk vastgoed Financiën Strategie Structuurvisie Zorg en Welzijn Prestatieafspraken Leefbaarheid Veiligheid Strategie Gebiedsontwikkeling Belangbehartiging Prestatieafspraken NV Stadsherstel Leefbaarheid
19
Onderwerpen die in 2014 in de reguliere vergaderingen besproken zijn, waren onder andere: • Uitbesteden onderhoud, De Kwaasteniet • Het energiebeleid en –projecten, optie zonnepanelen • Aanpassing organisatie • Service- en stookkosten, Warmtewet • Huurbeleid en huurverhoging 2014 • Petitie stijgende huren Huurdersraad • Parlementaire enquête • Strategische visie • Strategisch Voorraad Beleid • Verkoopbeleid, en voortgang van de verkopen • Belanghoudersbijeenkomst • Jaarrekening 2013 • Onderhoud-, financiële- en meerjarenbegrotingen 2015 • Digitale adviespanel • High-tea vrijwilligers • Openingstijden kantoor • Jaarverslag geschillencommissie • PALT • Website en klantenportal • 100-jarig bestaan Rhiant
Onderwerp Cijfer 2014 Cijfer 2013 De frequentie van de vergaderingen 7,5 7,3 De onderwerpen van de vergaderingen 8,0 7,5 De aanlevering van de agenda en stukken 8,0 7,4 De vergaderingen zelf 8,0 7,8 De verslaglegging (kwaliteit en tijdigheid) 8,0 7,7 De samenwerking met de Directie van Rhiant 7,5 7,6 De samenwerking met de medewerkers van Rhiant 7,5 7,3 De samenwerking met de RvC van Rhiant 7,5 7,8 De mate waarop Rhiant uw mening op prijs stelt 7,5 7,3 De mate waarop uw mening mee telt in de beleidskeuzen van Rhiant 7,0 6,9
Hoofdstuk 4
18
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
B e won e rscommissi e s e n klankbordgro e p e n
P r e stati e afsprak e n L ang e T e rmijn ( P A L T )
In iedere wijk, waarin bewoners zich willen verenigen, treedt Rhiant faciliterend op. Meestal ontstaan bewonerscommissies bij grootonderhoud-ingrepen en herstructurering. De bewonerscommissies denken op uitvoerend niveau mee met Rhiant. Via een klankbordgroep vragen wij huurders mee te denken over de directe leefomgeving. De klankbordgroep wordt vaak op complexniveau georganiseerd. Onze bewoners van Banckertplein hebben het afgelopen jaar regelmatig als klankbordgroep gefungeerd. Ook in het complex Assendelftgaarde/IJdenhove is een klankbordgroep actief.
Rhiant werkt in de regio Drechtsteden samen met andere corporaties (Woonkracht10, Trivire, Tablis Wonen en Woonbron) en gemeenten. Zo hebben deze partijen op het gebied van bouwen, doelgroepen en woonruimteverdeling gezamenlijke regionale prestatieafspraken gesloten voor zowel de korte als de lange termijn. De partijen bedienen in afstemming met elkaar de markt. Rhiant is ook vertegenwoordigd in de werkgroep PALT. In 2014 is er gewerkt aan de herijking van de PALT afspraken, die in 2015 worden vastgesteld
B e langhoud e rs bij e e nkomst
Op lokaal niveau heeft Rhiant werkafspraken gemaakt met de gemeente voor zaken die niet in de eerdere genoemde prestatieafspraken zijn opgenomen. Er is voor gekozen werkafspraken te maken over de jaren 2012-2015. Er zijn afspraken gemaakt op het gebied van:
Hoofdstuk 4
Op 16 juli 2014 heeft er een belanghoudersoverleg plaatsgevonden. Naast belanghouders waren ook de Raad van Commissarissen en medewerkers van Rhiant aanwezig. De volgende onderwerpen zijn aan bod gekomen: • Terugblik resultaten • Input Strategische Visie • Vooruitblik Een verslag hiervan is te vinden op onze website.
B e won e rsblad D e S chak e l & r e la ti e ni e uwsbri e f S am e nw e rk e n Ons bewonersblad "De Schakel" is in 2014 drie keer verschenen. Onze relatienieuwsbrief “Samenwerken” is in 2014 twee keer verschenen en digitaal verspreid.
W e rkafsprak e n m e t g e m e e nt e
• Mogelijkheden tot deelname aan projecten • Particulier opdrachtgeverschap • Kernvoorraad en beleid • Bijzondere woonvormen • Wonen, zorg en welzijn • Leefbaarheid in wijken en buurten • Uitwisseling gegevens GBA • Partnerschap en participatie • Klimaatbeleid Ook is vastgelegd aan welke overlegstructuren Rhiant deelneemt.
G e schill e ncommissi e W on e n Z uid - H olland Rhiant is aangesloten bij de Geschillen-
21
commissie Wonen Zuid-Holland, waarin de corporaties uit de regio zijn vertegenwoordigd. In 2014 zijn er geen klachten ingediend over Rhiant. Er is een reglement omtrent de samenstelling en werkwijze van de commissie. Tevens hebben wij voor onze klanten een procedure, waarin onder andere is aangegeven hoe en waar een klacht kan worden ingediend en wat de verdere procedure daarbij is. Voor nadere informatie over de Geschillencommissie zie http:// gcwzh.nl/
H uurcommissi e De landelijke Huurcommissie adviseert en doet uitspraak over de huurprijs en het onderhoud van huurwoningen. In 2014 zijn er betreffende Rhiant geen bezwaren ingediend bij de Huurcommissie.
K lacht e ncommissi e W oonruimt e v e rd e ling Klachten over de toewijzing van woningen kunnen worden ingediend bij de Klachtencommissie Woonruimteverdeling in Dordrecht. In 2014 zijn er geen klachten ingediend over Rhiant.
Hoofdstuk 4
20
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 5: Doelstellingen en resultaten Ondernemingsplan en Strategische Visie I nl e iding Door de sterk gewijzigde (economische) omstandigheden, de bezuinigingen van de overheid en niet in de laatste plaats de negatieve berichten uit de sector zelf waarvoor zelfs een parlementaire enquête is gehouden, is er een nieuwe werkelijkheid ontstaan. Deze heeft ons er toe gebracht een nieuwe strategische visie op te stellen voor de periode 20152020, met als missie: Rhiant sociaal en verantwoord: goed en betaalbaar wonen! In dit hoofdstuk geven wij inzicht in onze doelstellingen voor 2014 welke voor het merendeel bestaan uit de laatste opgaven uit het ondernemingsplan 2012-2015 en de resultaten die wij hierop behaald hebben. Tot slot geven wij ook aan welke doelstellingen in 2014 niet gehaald zijn.
Hoofdstuk 5
M et en v a n d e m aatsch ap p e lijke o u tc o m e van on z e str ate g isch e d o els telling e n u it h e t on d e r n em in g s p lan c. q . str ate g isch e v is ie Om inzicht te krijgen in de maatschappelijke outcome van onze strategische doelstellingen uit het ondernemingsplan, houden wij onder andere driejaarlijks een bewonerstevredenheidonderzoek. In dit onderzoek verwerken wij zo veel mogelijk vragen met betrekking tot onze
strategische doelstellingen. Dit onderzoek geeft een kwantitatieve uitkomst. Het eerstvolgende onderzoek zal in 2015 plaatsvinden. In 2014 is een belanghoudersbijeenkomst georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst zijn de resultaten t/m medio 2014 uit het ondernemingsplan benoemd en is ook vooruit gekeken. Zo zijn de gevolgen van de nieuwe woningwet en Amvb’s besproken en is met de belanghouders een kerntakendiscussie gevoerd. Hierin zijn door de belanghouders de voor Rhiant belangrijkste kerntaken en ambities voor de komende jaren benoemd. Deze input heeft Rhiant gebruikt bij het opstellen van de Strategische Visie 2015-2020.
Doelstellingen 2014 • Onderzoek naar gevolgen nieuwe Warmtewet en het implementeren daarvan. • Monitoring huurachterstanden met oog op de gevolgen van de economische crisis. • Mogelijkheden onderzoeken om servicekosten verder te verlagen. • Rhiant neemt actief deel aan een onderzoek naar de invoering van een sociaal wijkteam in H.I.-Ambacht. • Rhiant gaat vrijwilligers werven in samenwerking met de Unie voor Vrijwilligers voor o.a. wijkbeheer, budgetcoaching en activiteiten op het gebied van leefbaarheid. • Implementatie visie op participatie.
De strategische doelen van Rhiant zijn onder te verdelen in de volgende hoofdonderwerpen: •B ewoners •M aatschappij •M arkt •V astgoed/product •F inanciën •O rganisatie
Realisatie 2014 • De gevolgen van de nieuwe Warmtewet zijn in beeld gebracht en geïmplementeerd. • De huurachterstanden worden continu gemonitord en waar nodig maatregelen getroffen, zoals bijvoorbeeld sneller contact met huurder om oplossingen bij huurachterstanden te bespreken. • De huurachterstanden lopen niet verder op. • Onderzoek verlaging servicekosten is afgerond en is geïmplementeerd. • Implementatieplan sociaal wijkteam is vastgesteld. Operationeel per 1 januari 2015. • Op het gebied van wijkbeheer zijn nieuwe vrijwilligers ingezet. • De in 2013 vastgestelde visie op participatie is geïmplementeerd.
1 . B e won e r s Het huisvesten van de bewoner is ons bestaansrecht en daarmee de kern van ons handelen.
2. Maat schappij Doelstellingen 2014: • Er wordt een strategisch visiedocument geschreven voor de jaren 2015-2020.
S trat e gisch e do e l e n uit h e t O nd e rn e mingsplan 2012-2015
23
• Jaarlijks houden van een belanghoudersbijeenkomst. • Het sponsorbeleid van Rhiant wordt herzien. • Er wordt een crisisprotocol opgesteld. • Er wordt een persbeleid opgesteld. Realisatie 2014 • De strategische visie 2015-2020 is vastgesteld. • In juli 2014 is een belanghoudersbijeenkomst gehouden. • Het herijkte sponsorbeleid 2014-2015 is vastgesteld. • Het crisisprotocol is vastgesteld. • Het persbeleid is opgesteld. 3 . Mark t Doelstellingen in 2014: • De vastgoedstrategie (SVB) zal worden herijkt. Realisatie 2014: • De herijkte vastgoedstrategie (SVB) 2014 is vastgesteld. 4. Vast goed/ Product Doelstellingen 2014: • Uitvoering renovatie en verkoopproject 48 portiekflats HENDRIK. • Start nieuwbouw begeleid wonen project Veersedijk. • Onderzoek naar verhuur werkplaats en eventueel vrije kantoorruimten in ons bedrijfspand Veersedijk. • Onderzoek naar mogelijkheid van beheer en onderhoud gemeentelijk vastgoed. • Ontwikkeling software en methodieken voor assetmanagement. • Onderzoek naar plaatsen zonnepanelen. • Vervanging verlichtingsarmaturen door LED verlichting met sensoren.
Hoofdstuk 5
22
JAARVERSLAG
• Opstellen grondbeleid. Realisatie 2014: • De renovatie project HENDRIK is uitgevoerd en alle 48 portiekflats zijn verkocht binnen een half jaar. • Onderzoek verhuur werkplaats is uitgevoerd en er is een makelaar ingeschakeld. • Onderzoek beheer en onderhoud gemeentelijk vastgoed is afgerond. Wordt niet door Rhiant uitgevoerd vanwege wijziging kerntaken corporaties. • Software en methodieken assetmanagement zijn ontwikkeld en worden ingezet. • In 2014 en komende jaren worden LED verlichtingsarmaturen met sensoren geplaatst in de gemeenschappelijke ruimten van appartementencomplexen. • Grondbeleid is vastgesteld en wordt opgenomen in investeringsstatuut. 5 . Fi na n c i ë n Doelstellingen 2014: • Monitoring afspraken met het CFV. • Aanstellen van budgethouders per kostenpost. • Scheiding Daeb en Niet-Daeb realiseren. • Herijking investeringsstatuut. Realisatie 2014: • De afspraken met het CFV zijn opgevolgd en heeft geresulteerd in een beëindiging van de rapportageplicht. • Ter bewaking van alle kostenposten zijn budgethouders aangesteld. • De herijking van het investeringsstatuut is uitgevoerd en vastgesteld.
Hoofdstuk 5
6. Orga n i s at i e . Doelstellingen 2014: • Jaarlijks wordt een medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd.
JAARVERSLAG
• Implementatie organisatie-aanpassing en uitbesteden onderhoud. • Implementatie optimalisatie bedrijfskosten en -opbrengsten. • Introductie van “lean werken” in de organisatie. • Actualiseren Arbobeleid (uit 2013). • Ontwikkelen huisstijlhandboek. • Onderzoek nieuwe website en telefooncentrale. Realisatie 2014: • Het gemiddelde beoordelingscijfer van het MTO (medewerkerstevredenheidsonderzoek) is een 6,9). • De organisatie-aanpassing en het uitbesteden van het onderhoud zijn uitgevoerd. • De optimalisatie van bedrijfskosten en -opbrengsten is uitgevoerd en financiële besparingen zijn geëffectueerd. • Het huisstijlhandboek is ontwikkeld en geïmplementeerd. • Onderzoek naar nieuwe website en telefooncentrale is afgerond. Implementatie in 2015.
S p e e rpunt e n S trat e gisch e V isi e 2015-2020 • Betaalbare en passende woonruimte voor huurders. • Verlaging woonlasten door verduurzaming vastgoed. • Inzetten op leefbaarheid daar waar het nodig is, kan en mag. mag, kan en nodig is. • Financiële continuïteit: een noodzakelijke voorwaarde. • Effectief en efficiënt werken (met ‘leanmanagement’ als bedrijfsvoeringsconcept).
25
W at is ni e t g e lukt in 2014? Ondanks alle goede voornemens in 2014, hebben wij een aantal doelstellingen niet gehaald. De belangrijkste zijn: Pr oje ct V e e r se d ijk De beoogde opdrachtgever Eleos heeft zich teruggetrokken. Inmiddels wordt onderzoek gedaan naar een nieuwe opdrachtgever of aanpassing van het plan. Actu alise r e n Ar b ob e le id Door de uitloop van de organisatieaanpassing zal het Arbobeleid in 2015, na uitvoering van een nieuwe risico inventarisatie- en evaluatie (RIE), worden geactualiseerd Im p le m e n te r e n g e volg e n N ieuwe W on in g we t Door vertraging in de politieke besluitvorming is deze activiteit doorgeschoven naar 2015. Sch e id in g Dae b e n Nie t-Daeb r e alise r e n Door vertraging in de politieke besluitvorming is deze activiteit doorgeschoven naar 2015. In tr od u ctie van “ L e an werk en” in d e or g an isatie Door de uitloop van de organisatieaanpassing wordt deze activiteit in 2015 , uitgevoerd. O n d e r z oe k n aar p laatse n zonn e p an e le n Wordt in 2015 gekoppeld aan een onderzoek naar investeringen door derden van overige energiebesparende maatregelen.
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 1
24
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 6: Strategisch voorraadbeleid en projecten I nl e iding De gevolgen van de aanhoudende economische crisis en de ingrijpende wijzigingen in het overheidsbeleid met betrekking tot de corporatiesector, hadden in 2014 en hebben ook voor de komende jaren grote invloed op de woningmarkt en de corporatiesector. Ook voor Rhiant heeft dit zijn consequenties. Om die reden heeft Rhiant maatregelen getroffen om kosten te verlagen en opbrengsten, waar mogelijk, te verhogen. Medio 2014 is de Resultaatgerichte Samenwerkingsovereenkomst (SOK) tussen Rhiant en de contractaannemer De Kwaasteniet te Dordrecht ondertekend en is het uitbesteden van het onderhoud, inclusief de intake van reparatieverzoeken, een feit. Dit leidt, met behoud van kwaliteit en klanttevredenheid, tot een aanzienlijke besparing op de onderhouds- en proceskosten. Er heeft een herijking plaatsgevonden van de vastgoedstrategie van Rhiant. Deze herijking heeft geleid tot nieuwe en aangepaste strategische keuzes, die in hun samenhang financieel haalbaar zijn. Het aantal projecten in 2014 in voorbereiding en uitvoering was beperkt. Doordat in 2013 een groot gedeelte van de projecten opgeschoven is tot na 2020, is het aantal projecten voor de komende jaren niet groot. Wel zal in 2015 gestart worden met de voorbereiding van de renovaties van een fors aantal complexen die tussen 2020-2025 hun einde levensduur bereiken.
S trat e gisch voor raadb e l e id In le id in g De basis voor de herijking van de vastgoedstrategie 2014 (hierna te noemen: SVB 2014) is het Strategisch Voorraadbeleid 2012, dat op 21 november 2011 is vastgesteld en op 6 december 2011 door de RvC is goedgekeurd. Het SVB 2014 omschrijft de wijzigingen en herziene keuzes met betrekking tot de vastgoedportefeuille van Rhiant. In 2011 was er nog maar in beperkte mate zicht op de uiteindelijke wijzigingen in het overheidsbeleid voor corporaties. Dit geldt onder andere voor de rol van corporaties bij de exploitatie van het niet-DAEB bezit. In 2011 was de inzet om een aanzienlijk deel van het woningbezit te labelen voor huurders met een middeninkomen (niet-DAEB). Nu weten we dat de overheid er op koerst om het niet-DAEB deel af te splitsen van de Toegelaten Instelling (TI). Ook ten aanzien van maatschappelijk en commercieel vastgoed zijn de regels aangescherpt. De rol van de corporatie wordt in de nabije toekomst vrijwel uitsluitend beperkt tot haar sociale taak van het verhuren van woningen aan mensen met een inkomen onder € 34.678,-- (prijspeil 2014), de zogenaamde primaire doelgroep. De uitwerking van het SVB 2014 is gebaseerd op dit aangescherpte overheidsbeleid.
De belangrijkste ontwikkelingen voor het SVB 2014 van Rhiant kunnen als volgt worden samengevat: • de nieuwe Woningwet ten aanzien van woningtoewijzing en teruggaan naar de kerntaak; • nieuwe demografische prognoses; de groei van het totaal aantal huishoudens tot 2030 in Hendrik-Ido-Ambacht is 1110; ten opzichte van de groeicijfers van 2010 is dit een daling van 825 huishoudens, terwijl de groei van het aantal een- en tweepersoons huishoudens van 75 en ouder een stijging laat zien van 470 ten opzichte van 2010; dit betekent dat er bij de overige huishoudenstypen sprake is van een afname van de groei van 1295; • ondanks de forse groei van het aantal een- en tweepersoons huishoudens van 75 en ouder is er onzekerheid over de vraagontwikkeling van deze doelgroep; tot op heden blijft de vraagontwikkeling achter op de groei; • het marktaandeel van Rhiant aan sociale huurwoningen in Hendrik-IdoAmbacht blijft nagenoeg gelijk (50%); • de overheid stimuleert de verhuisbeweging van de doelgroepen met een middeninkomen naar het duurdere huursegment of naar het koopsegment; Doelst elling S VB Het SVB 2014 heeft betrekking op de ontwikkelingen op de (sociale) huurwoningmarkt tot 2030. De belangrijkste doelstelling is dat Rhiant voor deze periode een woningportefeuille heeft die aansluit bij de vraag uit de markt. Er is een woningmarktanalyse uitgevoerd, die mede gebruikt is voor het uitwerken van de vastgoedstrategie voor Rhiant. De keuzes die zijn gemaakt leiden tot een weerbare woningvoorraad met
27
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 6
26
JAARVERSLAG
voldoende flexibiliteit om op toekomstige ontwikkelingen in te spelen. Strateg i s c h e ke u ze s In het SVB 2014 komt een aantal strategische keuzes van het SVB 2012 niet meer terug. Dit betreft onder andere: • actief zijn op de koopmarkt in HendrikIdo-Ambacht; • woningaanbod creëren voor middeninkomens; • verjongen woningvoorraad; • uitbreiden woningvoorraad in Volgerlanden-Oost; Daarnaast is een aantal strategische keuzes aangepast of zelfs geheel nieuw. De strategische keuzes van het SVB 2014 zijn als volgt: 1. richten op het DAEB segment; 2. sterk asset management bij keuzes; 3. betaalbaarheid van het wonen; 4. nieuwe invulling van transitie-opgave; 5. aanpassen van woningen voor 75+; 6. duurzaamheid; 7. verbeteren financiële positie. De strategische keuzes kunnen worden gezien als leidende principes bij de verdere uitwerking van het SVB. De financiële gevolgen van de strategische keuzes zijn verwerkt in de meerjarenbegroting.
V e rkoopb e l e id Rhiant moet per jaar circa 30 woningen verkopen. Er zijn +/- 600 woningen (eengezinswoningen en appartementen) aangewezen voor de verkoop. Er heeft afstemming plaatsgevonden met de huurdersraad en met de gemeente. Voor de verkoop wordt samengewerkt met Wisse Makelaardij. Huurders van een woning die voor de verkoop is aangewezen, krijgen de mogelijkheid hun eigen
JAARVERSLAG
woning te kopen. Tot op heden heeft Rhiant een relatief groot aandeel van haar woningen verkocht onder voorwaarden. Dit heeft een forse belasting van de balans tot gevolg, ongeveer 22 miljoen euro is gereserveerd. Rhiant heeft besloten geen woningen uit de nieuwe verkooppoule in de Koopgarantconstructie meer te verkopen en heeft gezocht naar een alternatief. Na vergelijking van de beschikbare koop- en financieringsvarianten, heeft Rhiant gekozen voor de Startersrenteregeling van Finance Ideas. De Startersrenteregeling biedt onder meer middeninkomens de mogelijkheid een woning te kopen. Voordeel van het gebruik van deze variant is dat er geen afslag is op de verkoopprijs. De koper heeft een tijdelijke reductie van zijn woonlasten. En na verkoop zijn er geen extra verslaggingseisen zodat er geen verplichting opgenomen hoeft te worden op de balans van Rhiant.
P roj e ctontwikk e ling Het Strategisch Voorraad Beleid van Rhiant vormt het afwegingskader voor Rhiant als het gaat om (nieuwbouw) projecten. Daarnaast zijn er in het CFV herstelplan maatregelen opgenomen die direct betrekking hebben op de projecten. Ook in 2014 heeft Rhiant zich bezig gehouden met projecten. Deze worden hieronder uiteengezet. V eer s ed ijk Dit project grenst aan het in 2009 al opgeleverde nieuwbouwproject Oostendam en maakte er oorspronkelijk deel van uit. Vanwege het niet tijdig kunnen verwerven van een hoveniersbedrijf op deze locatie is een gelijktijdige uitvoering niet mogelijk geweest.
Er is een plan ontwikkeld van 24 zelfstandige wooneenheden. Het betreft een begeleid wonen project waar een zorgorganisatie de begeleiding van de bewoners verzorgt. In 2013 is de omgevingsvergunning verleend. Binnen de 6 weken termijn is door verschillende omwonenden bezwaar gemaakt tegen de afgegeven omgevingsvergunning. Deze bezwaren zijn door de commissie bezwaarschriften van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht behandeld en deels ongegrond en deels gegrond verklaard. Contrair aan het advies van de commissie heeft het gemeentebestuur besloten om op drie van de vier onderdelen de bezwaren ongegrond te verklaren. De bezwaarmakers zijn tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders in beroep gegaan bij de rechtbank te Rotterdam. Deze beroepszaak heeft in 2014 gediend. De rechter heeft het besluit van de gemeente vernietigd. De aanvraag blijft wel bestaan. Rhiant beraadt zich op planaanpassing, zodat er toch gebouwd kan worden. O n d e r d ijk Een ander aan Oostendam grenzend project is gepland op een locatie aan de Onderdijk. Rhiant heeft besloten om de kavel te verkopen. De bestaande tweekapper is in 2014 gesloopt en de kavel bouwrijp gemaakt.
Volgerlanden In de vinexwijk De Volgerlanden worden in totaal ongeveer 4.800 woningen gebouwd. Hiervan nemen de deelnemende woningcorporaties Trivire, Woonkracht 10 en Rhiant de realisatie van 1.800 huuren koopwoningen voor hun rekening in een verhouding van respectievelijk 40-30-30%. De helft van deze woningen is gelabeld als sociale huurwoning. 270 sociale huurwoningen (30% van 900) komen uiteindelijk in eigendom van Rhiant. Hiervan zijn 245 woningen gereed (opgeleverd 2007-2013). Om de realisatie van deze woningen mogelijk te maken hebben de deelnemende corporaties tot en met 2013 samengewerkt in de Volgerlanden Ontwikkelings Combinatie (V.O.C.). In 2013 is door de deelnemende corporaties besloten om de V.O.C. op te heffen. Dit proces is begin 2014 afgerond. De corporaties dragen elk afzonderlijk de zorg voor de ontwikkeling van de nog te bouwen woningen. Trivire onderhoudt het contact met de gemeente over de planning van de ontwikkeling en realisatie van de deelprojecten. Vanwege de financiële en economische crisis loopt de realisatie van de Volgerlanden vertraging op. Dit geldt met name voor de commerciële ontwikkelaars. Omdat het bouwrijp maken van het oostelijk deel van De Volgerlanden ook vertraagd is, start voor Rhiant het bouwen van de laatste 25 huurwoningen ook later. Dit zal rond 2020 zijn. Project ‘H endrik ’ Het project ‘Hendrik’ bevindt zich op de locatie Graaf Willemlaan / Tesselschadestraat in Hendrik-Ido-Ambacht en betreft de renovatie en verkoop van
48 portiek-etage woningen. Tot medio 2012 was deze locatie bestemd voor de uitbreiding van winkelcentrum De Schoof en voor nieuwbouwwoningen en zouden de bestaande 48 woningen worden gesloopt. Het plan voor de uitbreiding van De Schoof, waarvan de gemeente de trekker is, staat onder druk en zal, indien het doorgang vindt, fors kleiner zijn dan aanvankelijk gepland. Hierdoor is de noodzaak om het complex van 48 woningen van Rhiant aan het plangebied toe te voegen vervallen en heeft Rhiant een andere keuze gemaakt. Rhiant is niet meer betrokken bij de uitbreidingsplannen rond de Schoof. De renovatie en verkoop is in 2013 gestart en in 2014 opgeleverd. Het project is een groot succes geworden. Ruim voor de oplevering zijn alle 48 woningen verkocht. Dit koopsegment is vanwege de lage prijs voor een grote groep betaalbaar. De netto woonlasten zijn gelijk of zelfs iets lager dan de gemiddelde huurprijs van een sociale woning. Samen met de gunstige ligging (ruimtelijke kwaliteit en dicht bij de voorzieningen) hebben vooral veel jongeren besloten een woning te kopen. Een aantal van de kopers heeft gebruik gemaakt van de Starters Rente Regeling (SRR). Hiermee worden de maandlasten voor de koper verlaagd en kunnen mensen met een vrij laag inkomen ook een woning in project Hendrik kopen. De laatste woningen zijn op 26 juni 2014 opgeleverd. Overk erk Het complex is gebouwd in 1956 en bestaat uit totaal 86 vier-kamer eengezinswoningen met stenen buitenberging.
29
Het energielabel van de woningen is gemiddeld F. In mei 2014 is besloten om een deel van de woningen te verkopen (uitponden). Hiermee is het voornemen om de woningen vanaf 2020 te slopen en nieuw te bouwen vervallen. Dit besluit heeft tot gevolg dat het onderhoud- en investeringsbeleid moet worden herzien. Dit beleid is tot op heden gericht op matiging van onderhoud en investeringen. Het zal moeten wijzigen in een onderhoudsbeleid, gericht op instandhouding en maatwerkinvesteringen in het kader van energiebesparing. Aan de hand van een complexopname is vastgesteld dat een deel van de keukens, badkamers en toiletruimten moet worden gerenoveerd. Vanwege het ontbreken van mechanische ventilatie zijn verschillende woningen vrij vochtig. In alle woningen wordt daarom mechanische ventilatie aangebracht. Tegen huurverhoging wordt een aantal isolatiemaatregelen uitgevoerd. Dit betreft vloer-, spouw- en dakisolatie, plaatsen van HR++ glas en, waar vervanging noodzakelijk is, het plaatsen van een HR cv-ketel. Daarnaast wordt aangeboden om PV panelen op het dak te plaatsen. Hiervoor is Rhiant in gesprek met een investeerder, die de huurders van Rhiant een passende aanbieding kan doen met een kostenbesparing op het elektragebruik als resultaat. In het eerste kwartaal van 2015 wordt het renovatieplan verder uitgewerkt en in het tweede kwartaal wordt gestart met de uitvoering. De ingreep wordt gefinancierd uit de opbrengsten van de woningverkopen in het complex.
Hoofdstuk Hoofdstuk 61
Hoofdstuk Hoofdstuk 61
28
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
31
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 7: Zorg, welzijn en leefbaarheid I nl e iding Zorg, welzijn en leefbaarheid zijn onlosmakelijk verbonden met wonen. Samenwerking met maatschappelijke partners op deze terreinen is van essentieel belang om aan de opgaven van de toekomst te kunnen voldoen.
Z org e n w e lzijn In 2014 is er door gemeenten veel in gang gezet om de drie decentralisaties (taakoverdracht van de landelijke naar de lokale overheden) per 1-1-2015 mogelijk te maken: • zorg bieden aan langdurig zieken of ouderen • hulp bij het vinden van werk (of een uitkering verstrekken) • de jeugdzorg Om op de ontwikkelingen in te spelen heeft de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht een start gemaakt met het Sociale Wijkteam, waarin verschillende zorg- en welzijnspartijen samenwerken. Bewoners kunnen hier terecht met vragen of problemen op de gebieden wonen, zorg en welzijn. Het doel is zorg dichtbij de bewoners en efficiënt te organiseren onder het motto ‘’een huishouden, een plan’’. Rhiant heeft zitting in de Stuurgroep Sociaal Wijkteam. Rhiant is betrokken bij het ontwikkelen van een Sociaal Wijkteam. Burgers van Hendrik-Ido-Ambacht met een vraag over wonen, zorg en welzijn, een ondersteuningsvraag of pro-
blemen op één of meerdere leefgebieden kunnen vanaf 1 januari 2015 terecht bij het Sociaal Wijkteam. Ook is er vanuit de regering ingezet op extramuralisering. Extramuralisering houdt in dat mensen met een relatief lichte zorgvraag (zowel ouderen als gehandicapten en de psychiatrische doelgroep) worden geacht langer zelfstandig thuis te blijven wonen en daar extramurale zorg te ontvangen. Voorheen zouden zij een indicatie ontvangen om opgenomen te worden in een zorginstelling. Dit heeft natuurlijk ook effect op Rhiant. Binnen het kader van de nieuwe wet- en regelgeving rondom het langer zelfstandig thuis wonen van ouderen en mensen met een beperking (de extramuralisering), is er in de Drechtsteden gestart met het ‘Programmaplan Langer zelfstandig thuis’. Een van de onderdelen van dit programma is om op lokaal niveau in te zoomen op de mogelijke effecten van extramuraliseren, zo ook op de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht. Uitkomsten zijn nog niet bekend.
L e e fbaarh e id , sociaal b e h e e r e n wijkg e richt w e rk e n Rhiant stelt niet alleen hoge eisen aan haar woningen, maar ook aan de woon-
omgeving. De omgeving moet schoon, heel en veilig zijn met voldoende voorzieningen. Rhiant zet zich in voor leefbare wijken en buurten. Dit uit zich in verschillende zaken: I nt erdisciplinair leefbaarheidsoverleg Rhiant voert samen met andere maatschappelijke organisaties zoals politie, Jeugdzorg, zorg- en welzijnsinstellingen, corporaties en gemeente geregeld overleg over belangrijke leefbaarheidszaken in Hendrik-Ido-Ambacht. Problemen kunnen zo daadkrachtiger aangepakt worden. Verder geven wij invulling aan leefbaarheid door wijkgericht samenwerken steeds verder te ontwikkelen. Act ivit eit en t er bevordering van leefbaarheid: • Uitvoering schotelbeleid • Beheer eigen speeltoestellen • Bijeenkomst klankbordgroep Banckertplein en IJdenhove/van Assendelftaarde • Ondersteunen van bewonersinitiatieven • Faciliteren van vrijwillige Leefbaarheidsambassadeurs bij hun taken • Jaarlijkse intervisiebijeenkomst vrijwillige Leefbaarheidsambassadeurs • Participatie wijk- en buurtgericht werken • Mobiele wijkbus ten behoeve van wijkgerichte activiteiten
• Samenwerking met BSO De Vlindertuin activiteiten Jeugdambassadeurs • Beschikbaar stellen van stageplekken binnen wijk- en sociaal beheer Complex- en wijk beheer Binnen onze wooncomplexen is een huismeester en/of complex-/wijkbeheerder actief. Zij houden de complexen en wijken scherp in de gaten, zodat er zo min mogelijk overlast is voor de bewoners. Zij spreken bewoners aan die overlast veroorzaken (bijvoorbeeld vervuiling, geluid, stank) en zoeken met hen naar oplossingen. De beheerder reikt bovendien tips aan om een gezonder leefklimaat te bereiken en stimuleert bewoners om actief mee te doen. Activiteiten complex- en wijkbeheer • Toezicht bij complexen • Signaleren van gebreken en vervuiling • Signaleren van woonfraude • Brandveiligheid inspectie in Emmastaete en Sophiastaete • Toezicht onderhoud tuinen en brandgangen bij onze complexen • Toezicht op schoonmaak- en tuinonderhoudswerkzaamheden door aannemers Buurt bemiddeling Rhiant neemt deel aan het regionale project Buurtbemiddeling. Getrainde vrijwilligers worden aangestuurd door professionals om te bemiddelen in over-
lastzaken tussen bewoners. Het gaat om alle overlastvormen met uitzondering van alcohol- en drugsverslaafden, psychiatrische gevallen, familieproblemen en conflicten met instanties. Lok aa l Z o rg netwerk Rhiant participeert in 2014 in een lokaal zorgnetwerk met diverse partners onder regie van de DG&J. In dit overleg komen huishoudens aan de orde waarbij (mogelijk) sprake is van meerdere problemen. Ont m o eti ng srui mten Met de oplevering van woon-zorgcomplex Sophiastaete is een nieuwe ontmoetingsruimte gerealiseerd. Net als in het woon-zorgwooncomplex Emmastaete en Zalmhaven kunnen bewoners elkaar in die ruimtes ontmoeten en aan diverse activiteiten deelnemen. Rhiant is van mening dat de saamhorigheid en leefbaarheid in de wijk wordt versterkt naarmate de bewoners elkaar beter leren kennen. De werkwijze met betrekking tot de werkzaamheid door de schoonmaak van het leerwerkbedrijf Drechtwerk voldeed niet aan de verwachtingen van Rhiant. Daarom is de samenwerkingsovereenkomst beëindigd en voeren medewerkers van Fris Facilitair nu het schoonmaakprogramma uit. S ocia a l b eheer en vei l i g hei d De aanpak van problemen in de leefbaarheid is verder geprofessionaliseerd.
Hoofdstuk 7
30
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
33
Registratie in het klantinformatiesysteem (KIS) geeft meer inzicht in de omvang van deze problematiek. In bijlage 7 is een verslag opgenomen van de activiteiten op dit gebied.
Hoofdstuk 7
Co nven an t D re i g e n d D a k lo z e Gez innen ( D D G ) Einde 2014 loopt het convenant DDG af. Onder regie van de Dienst Gezondheid en Jeugd en input van ketenpartners zal een nieuwe overeenkomst opgesteld worden. Tot die tijd blijft de werkwijze ongewijzigd. A cti vi te i t e n be v ord er in g v eilig h ei d • Gladheidbestrijding bij onze wooncomplexen • Integraal project Roadshow Veilig Wonen wijk De Volgerlanden • Periodieke controle gebruikersvergunning recreatieruimten Zalm/Baars, Emmastaete, Sophiastaete en hospice De Cirkel • Parkeeroverlast Banckertplein • Integraal overleg BHV Sophiastaete en calamiteitenoefening Gezondheidscentrum • Ontruiming hennepkwekerijen Banckertplein 210 en Hooftwijk 6 • Politieactie Banckertplein waarbij minderjarige ‘veelpleger’ die in een berging verbleef en veel overlast veroorzaakte werd aangehouden Kra kers i n s l oop p an d en Rhiant werd dit jaar geconfronteerd met krakers die hun intrek hadden genomen in de leegstaande sloopwoningen aan Onderdijk 126/128. Volgens afspraak verlieten de krakers de panden waarna deze spoedig zijn gesloopt.
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 1
32
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 8: Maatschappelijk verantwoord ondernemen I nl e iding
Hoofdstuk 8
Rhiant is een maatschappelijk ondernemer in Hendrik-Ido-Ambacht. Maatschappelijk ondernemen houdt voor Rhiant in dat we niet alleen streven naar het behalen van onze volkshuisvestelijke doelstellingen, maar ook rekening houden met het effect van onze activiteiten op het milieu. Daarbij hebben we oog voor de menselijke aspecten binnen en buiten onze organisatie. Dit heet maatschappelijk verantwoord ondernemen. In dit hoofdstuk gaan we verder in op maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO).
S p e e rpunt e n De belangrijkste speerpunten op het gebied van maatschappelijk ondernemen zijn: • MVO stappenplan • Werken aan leefbaarheid, buurtbeheer en wijkgericht samenwerken • Realiseren van een gasbesparing bij de bestaande voorraad • Energiezuinig maken van ons bezit. De huurder wordt hiervan bewust gemaakt • Voldoen aan de eisen van GPR-gebouw bij nieuwbouw • Gebruik maken van duurzame mogelijkheden bij nieuwbouw (indien mogelijk) • Een Erkend Leerbedrijf zijn • Scholieren bieden wij stageplekken, omdat wij vinden dat wij onze verantwoording moeten nemen om jonge mensen op te leiden • Actief in de samenleving staan met een sponsorbeleid
•B eschikken over een bedrijfscode, cultuurcode en een integriteitcode •B eschikken over een externe integriteitcode voor opdrachtnemers •H et faciliteren/organiseren/beheren van het Bewonersinitiatievenfonds Een aantal van deze speerpunten lichten we verder toe. M aatsch ap p e lijk ve r an twoord on d e r n e m e n stap p e n p lan Om dit MVO objectief meetbaar en inzichtelijk te maken, is door KIWA Nederland de MVO Prestatieladder ontwikkeld. Deze ladder bestaat uit 5 treden en geeft, meetbaar en inzichtelijk, aan in welke mate een bedrijf maatschappelijk verantwoord onderneemt. Vanuit de 3 hoofdgroepen: People, Planet en Profit zijn de volgende 7 kernthema’s benoemd: 1. Behoorlijk bestuur 2. Arbeidsomstandigheden en volwaardig werk 3. Mensenrechten 4. Eerlijk zaken doen 5. Consumentenaangelegenheden 6. Milieu, grondstoffen, energie en emissies 7. Betrokkenheid bij en ontwikkeling van de gemeenschap Verdeeld over deze kernthema’s zijn 33 indicatoren vastgesteld, welke afhankelijk van de trede, worden getoetst en
waarvoor per trede een certificaat kan worden behaald. Rhiant heeft het MVO geïmplementeerd op basis van trede 1 met eigen verklaringen. Omdat voor certificering een erkend managementsysteem vereist is en Rhiant daar niet over beschikt, is voor de zogenaamde “eigen verklaringen” gekozen. We krijgen dus geen officieel erkend certificaat, maar geven wel een goede invulling aan de voor trede 1 te toetsen 13 indicatoren en daarmee aan het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Een overzicht van deze 13 indicatoren zijn opgenomen in bijlage 10. N ieuwbouw Onze nieuwbouwwoningen voldoen aan de eisen van GPR-gebouw. Daarbij moet op de afzonderlijke thema’s minimaal een 6 worden gescoord. De totaal score moet minimaal een 7 zijn. Naast de eisen van GPR-gebouw doen wij meer bij onze nieuwbouw. In woon-zorgcomplex Sophiastaete, zijn nieuwe methoden toegepast om energie te besparen en op te wekken, zoals Warmte Koude Opslag (WKO) en warmtepompen. Verder zijn op het “energiedak” PV (photo voltage) panelen geplaatst. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft voor dit project een Groenverklaring afgegeven. Milieudoelst ellingen Rhiant heeft haar uitgangspunten ten aanzien van milieudoelstellingen geformuleerd. Rhiant past waar mogelijk FSC hout toe in haar projecten. Maar ook intern wordt rekening gehouden met het milieu, bijvoorbeeld bij het drukwerk, briefpapier, zonnepanelen etc. Energiebeleid Rhiant heeft als doelstelling om 20%
gasbesparing bij bestaand bezit te realiseren in 2020. Dit doen wij door energiebesparende maatregelen te nemen in ons bestaande bezit. Op deze manier wordt het energielabel van de woning omhoog gebracht. Bedrijfscode Een transparante bedrijfscultuur met medewerkers die integer handelen, zijn essentiële voorwaarden voor goed ondernemerschap en vertrouwen. Een bedrijfscode is een belangrijk instrument om het vertrouwen van zowel belanghouders, huurders als medewerkers te behouden. In de jaarlijkse beoordeling van de medewerkers wordt aandacht besteed aan de houding van de medewerker ten opzichte van de bedrijfscode, welke bestaat uit een cultuur- en integriteitcode. Alle medewerkers hebben zich aan deze bedrijfscode geconformeerd. Hoewel de bedrijfscode niet voor de Raad van Commissarissen geldt, wordt deze wel door hen onderschreven. Ook hebben wij voor onze opdrachtnemers een externe integriteitcode opgesteld. Cult uurcode De cultuurcode geeft aan hoe we met elkaar en onze omgeving omgaan, welke werkhouding wij aannemen, voor welke waarden we staan en welke principes we hanteren. Het doel van de cultuurcode is het bevorderen van één bedrijfscultuur: een cultuur van openheid, transparantie, positiviteit, vernieuwing en vertrouwen. De code is een instrument om onbespreekbare onderwerpen bespreekbaar te maken. Daarnaast is het een spiegel die we onszelf kunnen voorhouden, maar waarop we ook zelf aangesproken kunnen worden.
35
I nt egri tei tco d e De integriteitcode geeft aan wat het verschil is tussen gewenst en ontoelaatbaar gedrag en hoe wij op een integere manier ons werk kunnen uitoefenen. Bij integriteit gaat het niet slechts om misstappen zoals diefstal, fraude, omkoping, corruptie, (seksuele) intimidatie, machtsmisbruik, discriminatie, lekken van vertrouwelijke informatie, roekeloos gebruik van eigendommen van de corporatie, vriendjespolitiek en achteloosheid. Integriteit heeft juist ook betrekking op de wijze waarop medewerkers zorgvuldig omgaan met dilemma’s waarvoor zij zich gesteld zien. Bij integriteitdilemma’s gaat het om situaties waarbij van verschillende kanten aan medewerkers wordt getrokken. Een integriteitcode geeft medewerkers in dit soort situaties houvast. De Raad van Commissarissen heeft een belangrijke rol in het stimuleren van integriteit. Integriteit begint bij de RvC en de directeur-bestuurder. De RvC heeft een toezichthoudende rol op de corporatie en de directeur. Voor elke toezichthouder geldt: cultuur moet je proeven en vertrouwen moet je toetsen. Dus de RvC werkt met een kritische blik en waar nodig spreekt de RvC de bestuurder aan op zijn gedrag. Ext erne i nteg ri tei tco d e vo o r opdra chtnemers Omdat Rhiant integriteit een belangrijk onderwerp vindt, willen wij dit communiceren met opdrachtnemers waarmee wij werken. De code is bedoeld om aan onze opdrachtnemers en adviseurs kenbaar te maken welke regels, gebruiken en normen Rhiant naleeft. Op deze manier weet de opdrachtnemer hoe wij met elkaar, onze huurders, klanten en met u omgaan en kunnen we elkaar aanspreken op ongeoorloofd gedrag.
Hoofdstuk 8
34
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 9: Governance
S ponsoring 2 0 1 4
Hoofdstuk 8
Rhiant sponsort ieder jaar op kleine schaal diverse activiteiten, evenementen, verenigingen en organisaties. Het BBSH geeft richtlijnen waar sponsoring aan moet voldoen. Rhiant heeft op basis van deze richtlijnen en de ministeriële regeling MG 2006-04 een sponsorbeleid opgesteld. Rhiant wil activiteiten sponsoren die in relatie staan met de kerntaak van onze corporatie. Concreet komt het er op neer dat wij activiteiten en organisaties sponsoren die bijdragen aan de leefbaarheid in de buurt, de sociale samenhang en de maatschappelijke betrokkenheid.
G ov e rnanc e cod e e n A e d e scod e
Sociale sponsoring 2014 Stichting Helantius Lustrum Emmastaete H-I-Ambacht Voedselbank Stichting Vrij Spel Jeugdspeelpark H-I-Ambacht Sponsorloop Hospice H-I-Ambacht
€ € € € € €
529,150,100,180,200,200,-
Sport sponsoring 2014 IFC (voetbalclub Hendrik-Ido-Ambacht)
€
750,-
Kunst- en cultuursponsoring 2014 Avondvierdaagse Volksuniversiteit Bloei Cascade Hendrik-Ido-Ambacht Oranjevereniging Totaal sponsoring
37
€ 250,€ 85,€ 225,€ 185,€ 2.854,-
Rhiant onderschrijft de Aedescode, waarin de maatschappelijke functie van de leden op het terrein van wonen vastgelegd en uitgewerkt wordt. In het verlengde van de Aedescode is ook de Governancecode Woningcorporaties opgesteld. Deze wordt gehanteerd bij het inrichten van de bestuurlijke organisatie. Hierbij hanteren wij het ‘pas toe of leg uit’-principe. In 2014 zijn de statuten van Stichting Rhiant gewijzigd. Belangrijkste redenen waren het verlagen van zowel het minimale als het maximale aantal commissarissen en het borgen van toezicht op de nieuwe Rhiant Energie BV. Oprichting van deze BV (voorheen Rhiant Projectontwikkeling BV) was noodzakelijk vanwege het in gebruik nemen van een WKO installatie in de Sophiastaete. Rhiant beschikt over: • Risicomanagementbeleidsplan • Intern risicobeheersings- en controlesysteem • ARBO beleid • Bedrijfscode met daarin een integriteitcode en cultuurcode • Externe integriteitcode voor opdrachtnemers • Systeem van monitoring en rapportering (o.a. een nieuwe projectbewakingsmodule) • Klokkenluiderregeling • Zelfevaluatie van de Raad van Commissarissen (RvC)
• Profielschets van de RvC • Reglement Raad van Commissarissen • Rooster van aftreden • Reglement directie • Auditcommissie • Reglement auditcommissie • Remuneratiecommissie • Reglement remuneratiecommissie • Plan van aanpak ten aanzien van de omgang met belanghouders • Actueel visitatierapport 2009-2012 (visitatie in 2013) • Frauderisico-analyse • Investeringsstatuut • Verbindingenstatuut • Afwegingsmodel maatschappelijk vastgoed • Treasurystatuut • Statuten Stichting Rhiant • Statuten Rhiant Energie B.V. • Statuten Rhiant Holding B.V. Voor een inhoudelijke toelichting verwijs ik u graag naar het Jaarverslag van de RvC dat in dit Jaarverslag Rhiant 2014 is opgenomen.
Hoofdstuk 9
36
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 10: " Financiële Resultaten en Risicomanagement I nl e iding Voor een maatschappelijke onderneming als Rhiant zijn financiën geen doel op zichzelf. Financiële continuïteit is de cruciale randvoorwaarde om ook op langere termijn verantwoordelijkheid te nemen voor de volkshuisvesting in de regio. Op financieel gebied nemen de risico’s toe voor Rhiant en staan de resultaten onder druk.
Hoofdstuk 10
Het verslagjaar van Rhiant stond vooral in het teken van het verder uitbouwen van de reeds geïmplementeerde managementrapportages. Het opstellen van een Strategische Visie en het herijken van het Strategische Voorraad Beleid. Hierbij is rekening gehouden met de bezuinigingen vanuit het rijk en de verscherpte financiële regels en een andere wijze van toezicht houden. Deze vragen om een andere aanpak dan voorheen. De activiteiten blijven bestaan uit DAEB activiteiten. Om de middeninkomens groep te bedienden zal er gebruik gemaakt gaan worden van: • Koopwoningen. • Koopgarantwoningen • 10% vrijeruimte voor vrije toewijzingen sociale huurwoningen • Verhuur woningen in niet Daeb De huidige portefeuille Koopgarant woningen wordt niet verder uitgebreid maar afgebouwd. Er zal een ijzeren voorraad blijven van Koopgarantwoningen. De toewijzingen met toetsing
van de inkomens van de huurders en de vastlegging daarvan verloopt voorspoedig. Rhiant voldoet, op basis hiervan, aan de toetsing dat 90% van het DAEB bezit moet worden toegewezen aan huurders met een inkomen van € 34.678 in 2014. De woningen die wij te koop hadden zijn verkocht. De verkoop afgezet tegen wat was begroot is gehaald. Prognose verkoop 69 woningen in 2014 Surplus niet verkocht in 2013 19 woningen. Totaal 88 woningen voor 2014. Deze 88 woningen zijn te verdelen in 40 woningen bestaand bezit en 48 woningen gerenoveerd. In 2014 zijn er 49 bestaand bezit woningen verkocht en getransporteerd bij de notaris. In 2014 zijn er 48 gerenoveerde woningen verkocht en getransporteerd. Dit is dus 9 meer dan het begrote aantal van 97. Alle woningen die teruggekocht zijn van mensen met een woning waarop verkoop onder voorwaarden rust zijn in de markt gezet onder vrije verkoop dus niet meer met de koopgarantregeling. Het WSW verzorgt de monitoring van de corporaties op kasstromen. Het is dus zaak om deze te optimaliseren en binnen de door het WSW aangegeven bandbreedtes te blijven. Hierbij heeft het WSW eind 2013 een nieuw toetsingsinstumentarium geïntroduceerd. Rhiant heeft deze toetsingen toegepast bij het opstel-
len van de meerjaren begroting 2015 t/m 2024. Daarnaast wordt gemonitord op de gemiddelde schuld per woning. (deze is in 2014 € 46.104,-; in 2013 € 47.953,-). Het WSW heeft voldoende faciliteringsvolume afgegeven in 2014 zodat Rhiant haar bedrijfsuitoefening kon financieren. Het Centraal Fonds Volkshuisvesting geeft geen oordelen meer af. Ze geven nu een toezichtbrief af waarin ze onderzoek doen op een zestal toezichtterreinen die van invloed kunnen zijn op de financiële continuïteit van de corporatie: 1. Kwaliteit 2. financiële informatie 3. behoud maatschappelijk gebonden vermogen 4. financieel risicobeheer 5. liquiditeit 6. solvabiliteit en draagkracht vermogen. In de toezichtbrief is opgenomen dat: - De in 2013 opgelegde toezicht afspraken zijn vervallen. - De beoordeling geeft geen aanleiding tot interventies door het CFV.
B e drijfswaard e De bedrijfswaardeberekening wordt in de jaarrekening toegelicht. De bedrijfswaarde wordt zowel bij de jaarrekening als bij de begroting beoordeeld. Ook het CFV doet een beoordeling. Het CFV voert een standaardisatie uit op de berekening zodat deze te vergelijken is met andere corporatie’s. Voor onze berekeningen maken wij gebruik van de WSW parameters welke voor iedereen binnen de sector gelijk zijn. In de jaarstukken wordt het sociale vastgoed gewaardeerd op bedrijfswaarde. Een toetsing op de overwaarde bezien per PMC (product markt combinatie) ten opzichte van de boekwaarde (gebaseerd
op de historische kostprijs minus afschrijvingen) wordt niet meer uitgevoerd.
F inanci e r e n e n b e l e gg e n In 2014 is er veel veranderd in de weten regelgeving, maar er is ook nog veel onduidelijk. Begin 2015 is de (politieke) besluitvorming rondom de herziene Woningwet afgerond. Invoering zal dan per 1 juli 2015 plaatsvinden. Door de Herzieningswet wijzigt de financiële huishouding van woningcorporaties ten aanzien van: - een treasury- en risicoreglement - het verplicht lenen bij bepaalde banken - het plafond aan commerciële investeringen - proportionele deelname in verbindingen - het plafond aan Eigen Vermogen in verbindingen Onderwerpen aangaande DAEB vs. niet-DAEB activiteiten, zoals de administratieve scheiding en de bepaling of overcompensatie in de zin teveel goedkope geborgde leningen heeft plaatsgevonden zullen worden geregeld in de herziening van de Woningwet en de daarbij behorende Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). In het verslagjaar 2014 is er nog een omslag gemaakt in de rentemarkten. De dalende trend is in 2014 doorgezet. De nog immer dalende trend wordt vooral instand gehouden door de (mondiale) economische ontwikkelingen. Omdat ook de inflatievooruitzichten vooralsnog gematigd zijn, lijkt het meest waarschijnlijke scenario een gematigde neerwaartse rentebeweging te zijn. Een nieuwe opleving van de Europese schuldencrisis, kan het rentebeeld echter plotseling doen
39
‘kantelen’ en mogelijk zelfs deflatie met zich mee brengen. Er is in 2014 geen gebruik gemaakt van de lage rentestanden om financieringen aan te trekken. Rhiant is bezig met het verkleinen van de leningenportefeuille door leningen af te lossen op het natuurlijke aflosmoment. Hiermee wordt de schuld per woning lager en komt deze meer in lijn met de gemiddelde woningschuld in de sector. Hiermee heeft Rhiant dan de randvoorwaarde ingevuld om aan haar maatschappelijke doelen te kunnen blijven voldoen. Financiën zijn voor een maatschappelijke onderneming als Rhiant geen doel op zichzelf. Treasury is hierbij een instrument om financiële kansen te benutten en bedreigingen af te wentelen. Het is een specialistisch vakgebied. Voor Rhiant is treasury geen dagtaak. Rhiant heeft daarom Thésor aangesteld als haar externe treasurer. De manager financiën en de directeur-bestuurder van Rhiant vormen samen met Thésor de treasurycommissie. Drie keer per jaar komt deze commissie bij elkaar om de financiële zaken te bespreken. Een verdere uitwerking kunt u lezen in bijlage 5 daarin beschrijven wij onze interne risicobeheersings- en controlesystemen. Financi eel o verzi cht Voor een weergave van de balans en winst- en verliesrekening met toelichting verwijzen wij u naar de jaarrekening. Het jaar 2014 sluit (na belastingen) met een saldo circa van € 5.865.969,-. Begroot was een resultaat van € 4.931.500,-. In de risicoparagraaf (bijlage I) worden de belangrijkste risicofactoren voor onze organisatie uitgewerkt. Meerj a renp ro g no ses Voor de meerjarenprognoses verwijzen
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Hoofdstuk 10
38
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
wij naar bijlage 6. De meerjarenprognoses betreffen de Winst- en Verliesrekening over de jaren 2015 t/m 2019, de ontwikkeling van de balansposten en de prognoses van de belangrijkste kengetallen. In de meerjarenprognoses is rekening gehouden met de extra huurverhogingen en de verhuurdersheffing op het niveau van het Woonakkoord. Ri s i c o m an ag e me n t Er is druk op onze financiële resultaten en als corporatie werken we met maatschappelijk vermogen. Deze combinatie verplicht ons als corporatie om goed zicht te hebben op de risico’s die we
lopen. Hierbij moeten we die risico’s op de juiste wijze managen. Rhiant werkt conform vastgesteld risicomanagement beleid. Ook in 2014 is er conform dit beleid bewerkt. In bijlage 5 beschrijven wij onze interne risicobeheersings- en controlesystemen. V er d elin g h u u r in kom ste n De huuropbrengsten die binnenkomen worden gebruikt om de kosten die gemaakt zijn te voldoen. Om inzicht te geven waaraan de huur wordt uitgeven is teruggerekend hoe € 1,-- huur wordt uitgegeven. Het resultaat ziet u in onderstaande grafiek.
resterende exploitatiekasstroom E 0,21 rentelasten E 0,29
Hoofdstuk 10
personeelslasten E 0,14
verhuurdersheffing E 0,08
Financiële continuïteit Voor realisering van onze doelstellingen is het van belang dat de financiële continuïteit gewaarborgd wordt. Deze financiële continuïteit wordt beoordeeld op de korte termijn (liquiditeit) en op de lange termijn (solvabiliteit).
Uitgangspunten prognoses 2015 – 2019 Huurstijging 2014 2,50%* 2015 1,25%* 2016 1,50%* 2017 2,00%* 2018 2,00%* 2018 2,00%* Vanaf 2020 (WSW) 2,00%* * + inkomens afhankelijke verhoging Huurderving 0,03% Onderhoudslasten stijging 2014 2015 2016 2017 2018 Vanaf 2019 (WSW)
1
L i q uidit e it
Uit de exploitatie zullen de noodzakelijke middelen vrijkomen om de liquiditeitspositie op het gewenste niveau te laten uitkomen. Onder gewenst niveau wordt verstaan de mogelijkheid om de kortlopende schulden uit de direct beschikbare middelen te kunnen voldoen. Tevens wordt er gekeken of de rente uit de operationele kasstroom kan worden voldaan. Hierbij moet de ratio minimaal 1 zijn. Daar waar dit nog niet zo is zullen maatregelen worden genomen. Over de komende jaren vertoont de liquiditeit het volgende beeld:
1,25% 1,75% 2,13% 2,39% 2,57% 3,00%
Bedrijfslasten stijging 2014 2015 2016 2017 2018 Vanaf 2019 (WSW)
1,25% 1,50% 2,00% 2,00% 2,00% 2,00%
Disconteringsvoet Nieuwbouw bestaand bezit
5,25% 5,25%
Rentepercentage Bij herfinanciering
5,25%
2015 2,08
2016 3,95
2017 3,15
2018 4,78
2019 3,45
Over de komende jaren vertoont de interest coverage ratio het volgende beeld:
2015 2,19
2016 2,30
2017 2,16
2018 2,50
2019 2,91
Een interest coverage ratio moet minimaal 1,4 zijn. Bij Rhiant is dit in alle jaren ruim daarboven. Dit betekent dat Rhiant uit haar operationele kasstroom de rentelasten prima kan voldoen.
2
R e ntabilit e it
a) De rentabiliteit eigen vermogen wordt berekend aan de hand van het jaarresultaat t.o.v. het eigen vermogen van het voorafgaand jaar. Onder het eigen vermogen wordt verstaan de algemene bedrijfsreserve. b) De rentabiliteit vreemd vermogen wordt berekend o.b.v. het jaarresultaat vermeerderd met de betaalde rente ten opzichte van het vreemd vermogen. Voor de cijfermatige uitkomsten verwijzen wij naar het overzicht van de kengetallen. c) Rentabiliteit totaal vermogen bestaat uit het jaarresultaat exclusief de betaalde rente t.o.v. het totaal vermogen. Zie kengetallen pagina 109.
3
T r e asur y
Het verloop van de rentekostenvoet (het gemiddelde rentepercentage als volgt berekend: betaalde rente in het jaar gedeeld op de langlopende schulden van het jaar.) voor de komende jaren is als volgt:
saneringsheffing E 0,03 lasten onderhoud E 0,10
zakelijke lasten en heffingen E 0,06 bedrijfslasten E 0,09
41
2015 3,9
2016 4,0
2017 3,8
2018 3,9
2019 3,9
Hoofdstuk 10
40
JAARVERSLAG
Bij herfinanciering in de toekomst wordt met een rentepercentage gerekend van 5,25. In 2014 zijn geen leningen aangetrokken. Wel zijn er 2 leningen afgelost van totaal 6,8 miljoen euro.
4 B e drijfswaard e b e r e k e ning
Hoofdstuk 10
De bedrijfswaarde is berekend met behulp van het FMP pakket, waarbij de basisgegevens van de komende 5 jaar volgens intern beleid gelden. De bedrijfswaarde inclusief de grondkosten van het totale bezit is per ultimo 2014 117,6 miljoen euro. De berekening hiervan is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: 1. De jaarlijkse huurverhoging is gesteld op 2,5% voor het jaar 2014, voor het jaar 2015 1,25%, 2016 1,50%, 2017 2,00%, 2018 2,00%, 2019 2,00%, 2020 en daarna 2%. 2. Het groot onderhoud en het dagelijks onderhoud is gebaseerd op de nieuwe geactualiseerde onderhoudsbegroting voor de jaren 2015 t/m 2024. 3. De bedrijfslasten zijn gebaseerd op de begroting van 2015 met de jaarlijks toe te passen verhoging van 1,25% voor het jaar 2014, 1,5% voor het jaar 2015, 2,00% voor het jaar 2016, 2,00% voor het jaar 2017, 2,00% voor het jaar 2018 en de jaren 2019 en de jaren daarna 2%. 4. De mutatie in de grondwaarde is als restwaarde opgenomen. 5. De rentabiliteitswaarde is niet meegenomen in het gecorrigeerd eigen vermogen. 6. De gemiddelde restant levensduur is o.b.v. het strategisch voorraadbeleid is vastgesteld op 25 jaar.
JAARVERSLAG
Financiële toekomst
Verloop bedrijfswaarde, sociaal vastgoed: Omschrijving
aantal vhe’s
bedrijfswaarde
Bedrijfswaarde verslagjaar 2013 incl. grond 1.903 131.217 Autonome ontwikkelingen -/- 4.426 Voorraadmutaties -/- 967 Parameterwijzigingen -/- 1.193 Wijziging exploitatiebeleid Huur -/- 9.628 Onderhoudsuitgaven 227 Verhuurdersheffing -/- 286 Overige exploitatie-uitgaven 1.560 -/- 8.126 Investeringsbeleid Verkoop 838 Woningaanpassingen 1.100 Energiebeleid -/537 -/- 1.401 Bedrijfswaarde 2014 (kasstromen) Contante waarde grond mutatie
117.930 346
Bedrijfswaarde verslagjaar 2014 incl. grond
117.584
Mutatie bedrijfswaarde in procenten t.o.v. 2013
De VHE’s in de bedrijfswaarden zijn alleen woningen. Bij het opstellen van bovenstaande bedrijfswaardeberekening is rekening gehouden met de verhuurdersheffing in 2014 en verder. Er is ook rekening gehouden met de extra verdiencapaciteit van de huurverhogingen om de verhuurdersheffing te financieren en tevens is er aangepast beleid ingerekend om de Verhuurdersheffing te kunnen betalen.
43
1.767 -/-
10,4%
In 2014 werden de uitkomsten van de parlementaire enquête woningcorporaties duidelijk en leidt de vertaling daarvan in de nieuwe Woningwet tot een herijking van ons speelveld en de daarbij horende werkzaamheden. De aanleiding van de enquête van teveel onacceptabele incidenten heeft ervoor gezorgd dat er een basis is gelegd voor een nieuwe Woningwet waarin gekozen voor de smalle kerntaak. Deze smallere kerntaak heeft consequenties voor de keuzes die Rhiant zal moeten maken. De implementatie van de Woningwet zal Rhiant in 2015 starten. De wet gaat in per 1 juli 2015. Ondanks scherpere politieke en economische omstandigheden zijn de resultaten in 2014 in lijn met gemaakte (prestatie) afspraken. De afgelopen jaren hebben we goed gekeken naar onze geldstromen. Wij hebben deze waar mogelijk geoptimaliseerd. Dit proces is nog niet afgerond. Dus ook in 2014 is hier weer aan gewerkt. Mede dankzij deze inspanningen is onze financiële positie nog steeds goed. Aan de uitgavenkant zijn de bedragen voor onderhoud fors verminderd. Mede doordat wij ons onderhoud hebben uitbesteed. Ook de beheerkosten zijn kritisch bekeken en worden naar beneden gebracht. De formatie zal de komende jaren afnemen. De continuïteit is gewaarborgd en overall zien wij de komende jaren optimistisch tegemoet. Wij verwachten dat we in staat blijven om de belangrijkste doelstellingen te realiseren. De effectuering van de ingezette (financiële) bijsturing is daarbij belangrijk.
Het Centraal Fonds Volkshuisvesting en het WSW toetsen op basis van financiële ratio’s het beoordelen van de business risks. Het oordeel van het CFV in 2014 geeft geen aanleiding voor opmerkingen. Het WSW ziet Rhiant als borgings- en kredietwaardig. In meerjarenperspectief bezien kan Rhiant aan de financiële doelstellingen voldoen. Een belangrijke voorwaarde voor nieuwe investeringen is de verkoop van eigen woningbezit. Het is hierbij heel belangrijk dat de verkoopdoelstellingen worden behaald. Wanneer dit niet het geval is, zal het investeringsprogramma hierop worden aangepast. De baten moeten dus voor de kosten uitgaan, wil Rhiant tot investeren overgaan. Rhiant concludeert dat zij, ondanks de verhuurdersheffing in combinatie met het aangepaste huurbeleid en de programmering van een aantal projecten en een aantal gerichte maatregelen haar doelstellingen kan behalen en daarmee de continuïteit kan garanderen. Zowel het WSW als het CFV hebben een eigen verantwoordelijkheid. De beide toetsingen vinden plaats in de loop van 2015. Derhalve kan hier nog geen uitsluitsel over worden gegeven.
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 1
42
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
HOOFDSTUK 11: De toekomst I nl e iding In 2014 hebben wij een nieuwe strategische visie “ Sociaal en Verantwoord” vastgesteld. Een nieuwe visie in een nieuwe tijd, waarbij de corporaties volop in het nieuws zijn en er een nieuwe werkelijkheid is ontstaan. Er verandert veel, onder andere door de economische crisis, de woningmarktcrisis, bezuinigingen van de overheid en calamiteiten bij enkele woningcorporaties. Deze leiden tot beperkingen, maar zeker ook tot uitdagingen. Die pakken we graag op. Uiteraard heeft dit gevolgen voor de maatschappelijke opgave en de bijdrage die Rhiant hieraan kan leveren. De veranderingen vragen om een nieuwe koers. Een koers die duidelijkheid verschaft aan onze klanten, belanghouders (huurders en gemeente), belanghebbenden en medewerkers.
M issi e Juist in deze onzekere tijden moet Rhiant haar maatschappelijke opgave waarmaken en haar sociale inzet richting de klanten en belanghouders behouden en waar mogelijk versterken. Dit vraagt gelijktijdig een verantwoorde bedrijfsvoering om de continuïteit te garanderen. De strategische visie is gebaseerd op onze missie: wij zijn Sociaal en Verantwoord. Dit houdt voor ons het volgende in:
Hoofdstuk 11
Sociaal: wij zijn er voor betaalbare en leefbare huisvesting van mensen die hier gezien hun financiële en/of sociale omstandigheden op zijn aangewezen. Het zijn Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB-bezit). Verantwoord: wij moeten dit effectief en efficiënt realiseren. Daartoe zijn wij slank
en doelgericht, willen we continu verbeteren en gaan we voor tevreden klanten, medewerkers en belanghouders. Wij willen de klantwaarde verhogen, geven we invulling aan duurzaamheid en is dus verspilling ongewenst.
Rhiant sociaal en verantwoord: goed en betaalbaar wonen ! De belangrijkste doelen uit de strategische visie zijn: 1. Wonen voor huurders van Rhiant: passend en betaalbaar 2. Met het oog op de toekomst: duurzaamheid 3. Leefbaarheid staat voor woon- en leefkwaliteit Ad 1 Passe n d e n b e taalb aar Rhiant wil zich daarom in de komende jaren niet alleen inspannen voor het passend huisvesten naar huishoudtype van haar huurders en woningzoekenden, maar ook naar financiële draagkracht. Verder zal door het aanbrengen van energiebesparende maatregelen, waaronder het gebruik van zonnepanelen, een verlaging van de woonlasten worden bereikt. Ook servicekosten zijn onderdeel van de woonlasten en Rhiant is zich bewust van haar verantwoordelijkheid kritisch (noodzaak) en kostenbewust (efficiënt) de service in te kopen. Waar mogelijk wordt zelfwerkzaamheid gestimuleerd en worden kansen voor besparingen verkend. Passende en betaalbare woonruimte betekent voor Rhiant ook dat bewoners zelf hun woning mogen aanpassen en bij ingrepen zelf kunnen kiezen of zij mee doen. Als een oudere dit nodig heeft, kan Rhiant mede behulpzaam zijn bij een aan-
passing van de woning, met een verrekening in de huur (voor zover niet voorzien door de WMO), zodat verzorging mogelijk is. Daar waar het kan, wordt zelfwerkzaamheid gestimuleerd en gefaciliteerd. Keuzevrijheid waar het kan Voor sommige huishoudens kan kopen betaalbaarder zijn dan huren, voor anderen ligt dit net andersom. Het heeft soms ook te maken met de wooncarrière die men voor ogen heeft. Rhiant wil de woonconsument meerdere mogelijkheden bieden en waar nodig en mogelijk faciliteren, bijvoorbeeld met de startersrenteregeling. Ad 2 Duurzaamheid Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent duurzaamheid in wat je doet en hoe je het doet en het betekent ‘toekomstbestendigheid’. Met het oog op de toekomst, gezien de ontwikkelingen, wil Rhiant duurzame woningen bieden in een duurzame leefomgeving op een duurzame wijze. Het is de opgave voor een woningcorporatie om haar taak ook in de toekomst te kunnen blijven uitvoeren en Rhiant wil daar zorgvuldig mee omgaan. Anders vastgoed beheren Het eerst zichtbaar is dit in de wijze waarop Rhiant met haar vastgoed omgaat. Het gaat hier niet alleen om energiebesparingsmaatregelen, maar ook over schoon, heel en veilig (installaties, brand, asbest, etc.), over gebruik van duurzame materialen en over het voorkomen van verspilling. Sloop/nieuwbouw is geen automatisme meer, herbestemming en hergebruik staat voorop. Met respect en aandacht voor de bewoners Het tweede ijkpunt is de wijze waarop
Rhiant een duurzame klantrelatie nastreeft. Haar huurders zijn het bestaansrecht van Rhiant. De huurdersraad, bewonerscommissies, klankbordgroepen, individuele huurders, al dan niet via digitale wegen, worden betrokken bij onze beleidsvorming en waar mogelijk in de uitvoering. In de uitvoering stellen onze medewerkers eisen aan elkaar over de omgang met onze huidige en toekomstige huurders: altijd met respect en met persoonlijke aandacht waar dat nodig is. Ad 3 Leefbaarheid Van de overheid moeten corporaties terug naar de kerntaken. Gelijktijdig zien we door de vergrijzing, het scheiden van wonen en zorg en de bezuinigingen bij zorg- en welzijnsorganisaties dat corporaties steeds meer te maken krijgen met de zorg- en het welzijnsproblematiek van bewoners. Niet alleen, maar samen Om onze bewoners woon- en leefkwaliteit te bieden, zoeken wij de samenwerking met de zorg- en welzijnsorganisaties in Hendrik-Ido-Ambacht. Dit doen wij door, op bestuurlijk (strategisch) niveau, over de grenzen van de eigen organisatie heen te stappen (bijvoorbeeld in bestuurlijke platforms) en op uitvoerend niveau vanuit de kerntaken wijk- en buurtgericht samen te werken (sociale wijkteams). Rhiant werkt wijk- en buurtgericht en blijft zo zichtbaar en aanspreekbaar voor haar huurders. Als de bewoner zich medeverantwoordelijk voelt voor de eigen woning en buurt, levert dit sociale cohesie en een vangnet voor eenzaamheid en voor de zwaksten op. Daar waar nodig, bijvoorbeeld bij meervoudige problemen, overlast of bij fraude, zorgt Rhiant voor persoonlijk contact, zo nodig ‘achter de
45
voordeur’, samen met haar maatschappelijke partners. Differentiatie in inkomen De ervaring leert dat het woon- en leefklimaat in gesegmenteerde arme wijken zwaar onder druk staat. Daarom streeft Rhiant naar gemengde wijken met een diversiteit aan inkomensgroepen, type woningen, leefstijlen en voorzieningen. Het onderscheiden van product-marktcombinaties binnen de doelgroep naar inkomen, c.q. huurprijsstelling moet bijdragen aan het realiseren van gemengde wijken en daarmee aan de leefbaarheid. Legit i ma ti e Rhiant vindt haar legitimatie in de maatschappij. De lokale samenleving moet de maatschappelijke waarde die Rhiant toevoegt kennen en steunen. Dit vraagt om transparantie en om verantwoording af te leggen richting de maatschappij, en met name richting haar belanghouders (huurders en gemeente) en overige belanghebbenden. Het imago van woningcorporaties is de afgelopen jaren, als gevolg van ernstige incidenten, flink beschadigd. Dit zien we terug in de aanscherping van de regelgeving en het externe toezicht. Nog verder met belanghouders Uit de visitatie is gebleken dat Rhiant dit goed oppakt. Dit wil Rhiant verder ontwikkelen door relatie onderhoud te verankeren in haar bedrijfsvoering: we zoeken continu naar verbetering van de relatie met onze belanghouders en belanghebbenden. Waar Rhiant in haar dagelijkse uitvoeringspraktijk bewoners wil laten meedoen, wil zij op strategisch niveau lokaal en regionaal verankerd zijn. Rhiant zoekt naar nieuwe vormen van
Hoofdstuk 11
44
JAARVERSLAG
bewonersparticipatie en nieuwe manieren om belanghouders in de keuzeprocessen van Rhiant te betrekken. F inanci ë l e c on t i n u ï t eit Een belangrijke opgave in de komende jaren is het behouden van een gezonde financiële positie. Geconfronteerd met de verhuurdersheffing, de heffingen van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (o.a. Vestia) en de strengere regelgeving van het WSW waar het de borging betreft, heeft Rhiant de opdracht gekregen om haar financiële positie te verbeteren. De afgelopen periode hebben verkoop en de maximale huurverhogingen liquiditeit gebracht. Naar de toekomst toe wil Rhiant deze instrumenten gerichter inzetten, gezien het betaalbaarheidsvraagstuk, de verhuuropgave, de leefbaarheid en de herontwikkelingsmogelijkheden. Orga nisat i e - on t w i kk elin g De financiële ontwikkelingen waren voor Rhiant in de afgelopen periode zodanig dat er ook snel moest worden geschakeld naar een slankere organisatie. De uitbesteding van het onderhoud en het onderbrengen van de onderhoudsmedewerkers bij een aannemer, het beëindigen van de tijdelijke contracten en het inzetten op de mogelijkheden van flexibel pensioen, hebben de afgelopen periode geleid tot een daling van de bedrijfslasten. Rhiant wil op de benchmark blijven presteren en voert daarom ‘lean -management’ als bedrijfvoeringsconcept, waardoor er efficiënter gewerkt wordt en meer klantwaarde wordt gecreëerd. Hoofdstuk 11
Nieuwe uitdagingen, andere cultuur Rhiant wil borgbaar blijven, wil financieel gezond zijn en in staat blijven haar maatschappelijke opdracht te vervullen.
JAARVERSLAG
Het vraagt een verdere groei naar een kostenbewuste professionele werkcultuur, die past bij de missie: sociaal en verantwoord. Daarbij wordt niet uit het oog verloren wat de klant belangrijk vindt. Dit stelt eisen aan de medewerkers, bepaalde competenties moeten behouden blijven, andere moeten juist worden ontwikkeld. Strategisch personeelsbeleid moet deze ontwikkeling faciliteren. B lik o p d e toe kom st Gelijktijdig is Rhiant een kleinere organisatie en het is de vraag met welke inrichting zij haar maatschappelijke opgave op termijn het best kan realiseren. Met de digitalisering is er veel mogelijk, maar het vraagt vooral ook om slim samenwerken om de noodzakelijke professionaliteit te realiseren en de kwetsbaarheid te minimaliseren. Dit doen wij met (al dan niet met andere corporaties gezamenlijk) een flexibele schil, waarbij zowel voor operationele- als voor staffuncties, medewerkers en/of adviseurs worden ingeschakeld. Daarnaast heeft Rhiant een aantal ingrijpende maatregelen genomen met betrekking tot de inrichting van de organisatie en besparingen op bedrijfslasten. Het is zaak de effecten hiervan nauwkeurig te volgen en te bewaken. Tegelijkertijd wordt de nieuwe Woningwet vastgesteld. Op dit moment is nog niet alles duidelijk. Pas wanneer de uitkomsten van deze wet inclusief de aanbevelingen uit de parlementaire enquête duidelijk zijn, kan Rhiant zich met een kritische blik richten op de toekomst, met als doel het waarborgen van de continuïteit voor de klant. Op dit moment is de organisatie zodanig ingericht en bemenst dat kan worden voldaan aan alle interne en externe vraagstukken.
47
Jaarverslag 2014 Raad van Commissarissen I nl e iding De Raad van Commissarissen is belast met het onafhankelijk toezicht op de realisatie van de maatschappelijke en volkshuisvestingsdoelstellingen en de algemene gang van zaken binnen Stichting Rhiant. De raad houdt toezicht op het beleid van de bestuurder, treedt op als diens werkgever, en vervult de rol van zijn sparringpartner. In dit verslag legt de raad verantwoording af.
T o e zichtstaak De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de Raad van Commissarissen staan in artikel 18 van de statuten van Rhiant. Deze zijn verder uitgewerkt in het reglement van de raad van 9 maart 2010. De bestuurder legt verantwoording af aan de raad. Om de toezichthoudende taak goed te kunnen vervullen heeft de raad zich regelmatig mondeling en schriftelijk door de bestuurder laten informeren over de bereikte resultaten in relatie tot de beoogde doelen, over relevante externe ontwikkelingen en over de wensen en behoeften van (externe) belanghebbenden. Bij besluitvorming komen de overwegingen van de bestuurder expliciet aan de orde, zodat de raad deze bij zijn afwegingen kan betrekken. De bestuurder rapporteert aan de raad over activiteiten op het vlak van controle en risicobeheersing. De raad is lid van de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW).
sarissen het BBSH, het ondernemingsplan, het jaarplan en de begroting, het treasurystatuut, het investeringsstatuut en het verbindingenstatuut. Voorts zijn afspraken met externe belanghebbenden en de Governancecode Woningcorporaties leidraad voor het handelen van de RvC. Alle bepalingen van deze code worden nageleefd behoudens die waarin staat, dat de benoeming van de bestuurder geschiedt voor een periode van vier jaar. Op dit punt wijkt Rhiant af van de code omdat de arbeidsovereenkomst met de bestuurder werd afgesloten voorafgaand aan het van kracht worden van deze bepaling. De RvC heeft zich in 2014 onder andere laten informeren door: • het volgen van landelijke en regionale ontwikkelingen in de sector; • het bijhouden van uiteenlopende publicaties en vakliteratuur; • het voeren van gesprekken met de bestuurder, leden van het management en externe adviseurs; • het voeren van gesprekken met de huurdersraad en de ondernemingsraad; • het voeren van gesprekken met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en de wethouder ruimte & wonen; • het stelsel van kwartaalrapportages conform het door de RvC vastgestelde format.
leden. In 2014 zijn de statuten van Rhiant gewijzigd en is het minimum aantal leden verkleind om dit meer in overeenstemming te brengen met de omvang van de corporatie. De benoemingsperiode van de leden van de RvC is maximaal 4 jaar, waarna een lid maximaal eenmaal voor een periode van 4 jaar herbenoemd kan worden, conform de Governancecode Woningcorporaties. Per 1 juni 2014 is mevrouw van Herk afgetreden als commissaris. Er is besloten geen nieuwe commissaris te werven. Daardoor bestaat vanaf die datum de RvC uit vier leden. Per 31 december 2014 was de Raad van Commissarissen als volgt samengesteld: Zie tabel op pagina 48 Alle leden van de raad zijn onafhankelijk van de corporatie zoals vereist in de Governancecode Woningcorporaties.
I nt e grit e it De leden van de Raad van Commissarissen onderschrijven de gedragscode voor integriteit, zoals deze geldt voor het personeel van Rhiant. In 2014 is geen sprake geweest van (transacties met) tegenstrijdige belangen waarbij leden van de raad en/of de bestuurder betrokken waren. Aan de raad zijn geen handelingen van personeelsleden gerapporteerd die in strijd zijn met de integriteitcode.
S am e nst e lling T o e zichtkad e r Als kader voor het uitoefenen van zijn taken hanteert de Raad van Commis-
De Raad van Commissarissen bestaat statutair uit tenminste vier leden. Tot voor 2014 was dit minimaal vijf
W e rkzaamh e d e n De RvC is zes maal bijeen geweest. Vier vergaderingen waren reguliere zittingen,
Jaarverslag 2014 RvC
46
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Naam
RvC-functie/ deskundigheidsgebied
Beroep en relevante (neven)functies
Dhr. H van der Velde (1952)
Voorzitter en voorzitter remuneratiecommissie projectontwikkeling en volkshuisvesting
Beroep: Zelfstandig adviseur
Dhr. Mr. R. Calkhoven (1968)
Vice voorzitter en lid auditcommissie en remuneratiecommissie Juridisch, Financiën en Treasury
Mevr. Dr. Mr. E.J.M. van Herk (1966) Dhr. D. Vermaas RA (1958)
Mevr. Drs. H.M. Olde Bijvank MRE (1970)
Benoemd
Aftredend
6 december 2011
6 december 2015
Ja
Beroep: Directeur Rabobank Nevenfunctie: Secretaris van het bestuur van stichting Cascade Penningmeester Partners Waddinxveen Secretaris ondernemersvereniging Gouweplein
11 maart 2008 herbenoemd: maart 2012
11 maart 2016
Nee
Lid Marketing en communicatie, juridisch, personeel en organisatie
Beroep: Interim manager Rabobank Nederland Nevenfunctie: Directeur Marketing Stichting Partnership Foundation;
14 september 2010
14 september 2014
Ja
Lid en voorzitter auditcommissie Financiën en Treasury, bestuur en organisatie
Beroep: Wnd, adjunct directeur SVHW (Samenwerkingsverband, Vastgoedinformatie, Heffingen en Waardebepaling) - t/m september Partner bij Verstegen Accountants en Adviseurs -vanaf oktober
6 december 2011
6 december 2015
Ja
Lid Maatschappij en volkshuisvesting, bestuur
Beroep: Zelfstandig adviseur vastgoed, zorg en welzijn Nevenfuncties: bestuurslid welzijnsstichting Welnuh Lid Raad van Toezicht Bartholomeus gasthuis Utrecht
19 maart 2013
en in de twee andere werden specifieke punten behandeld, met name de nieuwe ondernemingsstrategie en het risicomanagement van Rhiant. Bij de vergaderingen was de bestuurder aanwezig, uitgezonderd het vergaderdeel met betrekking tot de directiebeoordeling. Geen van de leden van de raad is frequent afwezig geweest. In 2014 heeft de Raad van Commissarissen de statutaire werkzaamheden verricht met als belangrijkste agendapunten: 1. Jaarstukken 2013 2. Jaarplan en (meerjaren)begroting 2015 3. Kwartaalrapportages 4. Reorganisatie Rhiant en uitbesteding onderhoudswerkzaamheden.
5. Vernieuwing ondernemingsstrategie 6. Risicomanagement 7. Liquidatiejaarrekening 2013 van de Volgerlanden Ontwikkelcombinatie (VOC) 8. Jaarrekening 2013 NV Stadsherstel Drechtsteden 9. Jaarlijkse beoordeling functioneren bestuurder. De belangrijkste genomen besluiten zijn de goedkeuring van de jaarrekening, van het volkshuisvestingsverslag en het jaarverslag over 2013, de goedkeuring van het Treasury jaarplan 2014, de goedkeuring van jaarplan en begroting voor 2015 en de goedkeuring van de reorganisatievoorstellen en die tot het onderbrengen van de onderhoudsactiviteiten bij een extern onderhoudsbedrijf. Deze goed-
Komt in aanmerking voor herbenoeming
De bestuurder werd eind 2013 tijdelijk vervangen wegens ziekte. Het was verheugend dat zijn herstel voorspoedig verliep en de vervanging (die buitengewoon adequaat werd opgepakt) per 12 maart 2014 weer kon worden beëindigd.
V e rbinding e n De rol van de Raad van Commissarissen strekt zich ook uit tot de verbindingen van Rhiant. Zo werd ook de jaarrekening van Rhiant Holding BV en Rhiant Energie BV besproken. De Raad constateert dat de nieuwe Woningwet wellicht wijzigingen nodig maakt in de wijze waarop verbindingen zijn vormgegeven.
O v e rl e g m e t d e b e stuurd e r 19 maart 2017
Ja
keuring kon in 2014 worden gegeven, nadat er een definitief advies was van OR en Huurdersraad (m.b.t. uitbesteding onderhoud) en er overeenstemming met vakbonden werd bereikt. In 2014 kon worden besloten tot opheffing van de VOC, de ontwikkelcombinatie van Trivire, Woonkracht 10 en Rhiant voor de wijk de Volgerlanden. Een belangrijk bespreekpunt in 2014 was de vraag of de financiële positie van Rhiant in overeenstemming met de uitgangspunten van het CFV zou blijven. In de loop van het jaar bleek dat dit het geval was en gaf het CFV te kennen dat geen specifieke monitoring meer nodig was. Het in 2013 genomen besluit tot een statutenwijziging is in maart 2014 notarieel vastgelegd.
De relatie tussen de Raad van Commissarissen en de bestuurder is goed. De voorzitter van de Raad heeft frequent periodiek overleg met de bestuurder. Belangrijke gespreksonderwerpen betroffen de algemene gang van zaken binnen de organisatie, persoonlijke ontwikkeling, maatschappelijke ontwikkelingen, voorbereiding agenda RvC.
B e loning b e stuurd e r Het arbeidscontract met de bestuurder is aangegaan voor onbepaalde tijd, met een beloning conform de vanaf 1 juli 2010 verplicht geldende Beloningscode Bestuurders Woningcorporaties. Met de bestuurder is een pensioen overeengekomen conform de regeling van de Stichting Pensioenfonds Woningcorporaties. Er worden aan de bestuurder geen bonussen of andere vormen van prestatiebeloning toegekend. Toetsing van het functioneren van de bestuurder in het jaar 2013 en de beoordeling van de afgesproken targets vindt
plaats tijdens het jaarlijkse beoordelingsgesprek begin 2014. Dit gesprek wordt voorbereid en gevoerd door de remuneratiecommissie. Het gesprek is gevoerd in april 2014 en de conclusie was dat de bestuurder goed heeft gefunctioneerd. Voor 2014 werden opnieuw resultaaten ontwikkelafspraken gemaakt, die getoetst zullen worden bij de beoordeling over 2014. De vaste honorering (zwaartegroep D) is als volgt. • vast jaarinkomen € 107.721,• pensioenvoorziening € 35.919,-. • ter beschikking gestelde auto met een cataloguswaarde van € 40.730,-. De honorering van de bestuurder past niet binnen de door de minister vastgestelde nieuwe regeling voor honorering van bestuurders van woningcorporaties. Op de bestuurder van Rhiant is daarom de in deze regeling opgenomen overgangssituatie van toepassing. De bestuurder heeft vanwege de noodzaak tot bezuinigen en de maatschappelijke discussie over de honorering van bestuurders van maatschappelijke ondernemingen, zelf voorgesteld zijn salaris netto te verminderen door een inhouding van 10% op zijn bruto bezoldiging. De RvC heeft met dit voorstel ingestemd. Het is geëffectueerd per 1 juli 2014.
Z e lf e valuati e De 3-jaarlijkse zelfevaluatie-cyclus van de RvC is als volgt ingericht: • In besloten kring. • Met aanwezigheid van de bestuurder. • Onder externe begeleiding. De zelfevaluatie van de Raad van Commissarissen heeft medio 2014 plaatsgevonden onder externe begeleiding. In de evaluatie is bijzondere aandacht besteed
49
aan de wijze waarop de RvC informatie inwint en de scherpte waarmee de voorgelegde besluiten worden getoetst.
H onor e ring De honorering van de Raad van Commissarissen is conform de sedert 1 juli 2010 verplicht geldende Honoreringscode Commissarissen Woningcorporaties (zwaartegroep E). De honorering is als volgt: voorzitter (de heer van der Velde) € 10.000,-- per jaar; leden (de heren Calkhoven en Vermaas) € 7.000,-- per jaar. Deze honorering is in 2014 niet aangepast, maar past niet binnen de door de minister vastgestelde nieuwe regeling voor honorering van commissarissen van woningcorporaties. Op de genoemde drie leden is daarom de in deze regeling opgenomen overgangsmaatregel van toepassing. De honorering van het lid mevrouw Olde Bijvank bedraagt € 5.195,-- en is daarmee in overeenstemming met de vanuit het ministerie vastgestelde normen.
Jaarverslag Hoofdstuk 2014 1 RvC
Jaarverslag 2014 RvC
48
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 1
1: Gec o n s o l i d e er d e b a l a n s
pe r 31 d e c e mb e r 201 4
activa
PASSIVA
toelichting 31 dec. 14 x E 1,-
31 dec. 13 x E 1,-
(na resultaatbestemming)
toelichting 31 dec. 14 x E 1,-
31 dec. 13 x E 1,-
V ast e A C T I V A Materiële vaste activa Onroerende zaken in exploitatie, sociaal Onroerende zaken in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
e ig e n v e rmog e n
1 1,1
117.583.932
131.216.383
1,2
905.785
2.047.416
1,3 Vastgoedbeleggingen 2 Onroerende zaken in exploitatie, commercieel 2,1 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 2,2 Onroerende zaken in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 2,3 Financiële vaste activa 3 Te vorderen BWS-subsidies 3,1 Latente belastingen en vorderingen 3,2 Deelnemingen groepsmaatschappijen 3,3 Deelnemingen 3,4 Leningen u/g 3,5
938.100 996.346 119.427.817 134.260.145
4
Egalisati e r e s e rv e Egalisatiereserve
22.057.743 19.267.082
14.938.136 22.151.575
- 41.324.825
37.089.711
- 4.548.720 - 107.736 150.913 4.807.370
3.346.490 139.504 45.443 3.531.438
V lott e nd e activa Voorraden
Algemene bedrijfsreserve
959.339
ov e rig e voorzi e ning e n Latente belastingverplichtingen Overige voorzieningen
7 7,1
64.654.607 59.863.788 64.654.607 59.863.788
8 8
-
-
9 9,1 9,2
726.000 67.750 793.750
750.000 66.100 816.100
S chuld e n op lang e t e rmijn 1 0 Leningen overheid Leningen kapitaalmarkt Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden
10,1 10,2
65.040 113.402 74.793.927 84.584.268
10,3
18.848.889 22.045.072 93.707.857 106.742.742
946.114
S chuld e n op kort e t e rmijn 1 1 Vorderingen 5 Huurdebiteuren 5,1 Overige debiteuren 5,2 Rekening courant groepsmaatschappijen 5,3 Belastingen en sociale premies 5,4 Transitoria 5,5 Liquide middelen
6
TOTAAL ACTIVA
101.927 99.656 - 219.842 19.230 440.655
102.753 94.140 134.090 391.983 722.966
4.441.936
885.233
171.401.942 177.435.607
Crediteuren 11,1 Rekening courant banken 11,2 Belastingen en sociale premies 11,3 Schulden aan groepsmaatschappijen 11,4 Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen 11,5 Transitoria 11,6
- 643.587 11.881.971 8.935.313 12.245.728 10.012.977
TOTAAL PASSIVA
171.401.942 177.435.607
292.113 - 71.644 -
358.251 75.825 -
51
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 1
50
JAARVERSLAG
2: Geconsolideerde winst en verliesrekening 2014 Jaarrekening - 2
toelichting 31 dec. 14 x E 1,-
31 dec. 13 x E 1,-
53
3: geconsolideerd kasstroomoverzicht
31 dec. 14 x E 1,-
31 dec. 13 x E 1,-
Bedrijfsresultaat 8.004.571 5.151.365 Aanpassingen voor: - afschrijvingen 4.550.090 4.500.708 - waardeveranderingen materiële vaste activa 746.937 21.570 - aanpassing verkoopresultaat 6.701.016- 3.049.737- vennootschapsbelasting 1.226.230 493.530 7.826.813
6.130.376
B at e n K asstroom uit op e ration e l e activit e it e n Huren 12 Vergoedingen 13 Nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille 14 Overheidsbijdragen 15 Overige baten 16 Totaal baten
12.485.389 11.895.238 697.494 804.019 6.701.016 3.049.737 - 15.728 132.140 270.720 20.016.039 16.035.442
L ast e n Afschrijvingen 17 Overige waardeveranderingen materiële vaste activa 18 Personeelslasten 19 Lasten onderhoud 20 Overige waardeveranderingen vlottende activa 21 Bedrijfslasten 22 Totaal lasten
746.937 21.570 1.700.156 1.871.641 1.261.230 1.374.739 - 445.700 3.761.968 2.669.719 12.011.467 10.884.077
Bedrijfsresultaat
8.004.571
5.151.365
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten
311.691 42.132 3.686.887-
237.910 864 3.659.617-
23 24 25
4.541.176
4.500.708
Veranderingen in het werkkapitaal: - voorraden 13.225- 297.332- - vorderingen 282.311 4.691- - kortlopende schulden 470.870- 684.637 201.784- 986.660 Mutatie voorzieningen 1.650 3.000 Mutatie egalisatierekening - 15.728 1.650 12.728 Kasstroom uit bedrijfsoperaties - ontvangen rente 42.132 864 - betaalde rente 3.686.887- 3.659.617 3.644.755- 3.658.754Kasstroom uit operationele activiteiten
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting
4.671.507
1.730.522
26 27
1.226.230 31.768-
493.530753.283-
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belasting
5.865.969
483.709
JAARRESULTAAT (na belastingen)
5.865.969
483.709
3.981.924
1.472.235
K asstroom uit inv e st e ringsactivit e it e n Belastingen Deelnemingen
Resultaat deelnemingen Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Mutatie financiële vaste activa
31.768- 5.410.813- 15.322.520 1.275.932-
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
753.28331.528.94031.055.018 716.548
8.604.006
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 3
52
510.657-
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
31 dec. 14 x E 1,-
31 dec. 13 x E 1,-
Jaarrekening - 3
K asstroom uit financi e ringsactivit e it e n Ontvangsten uit langlopende schulden Aflossingen langlopende schulden Mutatie terugkoop verplichting woningen
- 7.159.081- 1.870.147-
10.400.000 9.084.761317.797-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
9.029.228-
997.442
Mutatie geldmiddelen
3.556.703
1.959.021
Beginstand geldmiddelen mutatie geldmiddelen
885.233 3.556.703
1.073.7881.959.021
Eindstand geldmiddelen
4.441.936
885.233
55
4 Algemene grondslagen voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening van waardering en resultaatbepaling Algemeen Deze jaarrekening heeft betrekking op de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Alle bedragen luiden in euro's, tenzij anders vermeld. Consolidat iegrondslagen De consolidatie omvat Stichting Rhiant en haar groepsmaatschappijen. Groepsmaatschappijen zijn maatschappijen die tezamen een economische eenheid vormen en waarbij organisatorische verbondenheid bestaat en dus in het algemeen van beslissende zeggenschap sprake is. De activa en passiva, opbrengsten en kosten, worden voor 100% opgenomen onder aftrek van het aandeel van derden in het eigen vermogen en in het resultaat. Het aandeel van derden wordt afzonderlijk in de winst- en verliesrekening en de balans tot uitdrukking gebracht. De in de consolidatie begrepen rechtspersonen en vennootschappen zijn: • Rhiant Holding B.V., gevestigd te Hendrik-Ido-Ambacht (100%) • Rhiant Energie B.V., gevestigd te Hendrik-Ido-Ambacht (100%) Rhiant Energie B.V. is een 100% dochter van Rhiant Holding B.V. Rhiant Energie BV is opgericht op 18 januari 2001 als BV Projectontwikkeling Algemeen Belang. Op 26 november 2013 heeft voor het laatst een statutenwijziging plaatsgevonden, waarbij onder andere de naam van de BV is gewijzigd.
De doelstelling van Rhiant Holding B.V. wordt als volgt omschreven: a) het deelnemen in, financieren van, zich interesseren bij en samenwerken met andere ondernemingen; b) het beheren, exploiteren en vervreemden van vermogenswaarden en vermogensbestanddelen; c) her voeren van directie over andere ondernemingen; d) de bemiddeling in, alsmede de aan- en verkoop, exploitatie, beheer en ontwikkeling van onroerende zaken; e) het beleggen van vermogen in onroerende zaken en hypothecaire schuldvorderingen; f) het verstrekken van borgstellingen en het verlenen van andere zekerheden voor de verplichtingen van zowel met de vennootschap in een andere groep verbonden andere vennootschappen, als van andere natuurlijke en rechtspersonen; g) al hetgeen met het vorenstaande in de ruimste zin verband houdt of daaraan enigerlei wijze bevorderlijk kan zijn.
GRONDSLAGEN VOOR HET OVERZICHT VAN KASSTROMEN Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen en de rekeningcourantschuld bij de bankier. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers. Koersverschillen, ontvangsten en uitgaven uit
hoofde van interest en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.
ALGEMENE GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN D E G E C O N S O L I D EE R D E JAARREKENING De geconsolideerde jaarrekening van Woningcorporatie Rhiant is opgesteld volgens de bepalingen van het Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh). In dit besluit wordt voorgeschreven Titel 9 Boek 2 BW toe te passen, behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Tevens is deze geconsolideerde jaarrekening opgesteld volgens de door de Raad voor de Jaarverslaggeving uitgegeven Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. Deze richtlijn is in 2011 herzien. Woningcorporatie Rhiant past deze herziene Richtlijn toe. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn ge-
Jaarrekening - 4
Hoofdstuk 1
54
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 4
realiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
FINANCIËLE INSTRUMENTEN Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financiële derivaten verstaan. In de toelichting op de verscheiden posten van de balans wordt de reële waarde van het betreffende instrument toegelicht als deze afwijkt van de boekwaarde. Indien het financiële instrument niet in de balans is opgenomen, wordt de informatie over de reële waarde gegeven in de toelichting op de ‘Niet in de geconsolideerde balans opgenomen rechten en verplichtingen’. Voor de grondslagen van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost. Financiële derivaten waarbij de onderliggende waarde niet beursgenoteerd is, worden tegen kostprijs opgenomen. Indien per balansdatum de reële waarde lager is dan de kostprijs, dan wel negatief is, wordt het derivaat ten laste van de winst-en-verliesrekening afgewaardeerd naar de lagere reële waarde, tenzij kostprijshedge-accounting wordt toegepast. Bij de bepaling van de lagere reële waarde wordt rekening gehouden met het effect van de lopende rente. De winst of het verlies uit de herwaardering naar reële waarde per balansdatum
JAARVERSLAG
wordt onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Indien financiële derivaten echter voor hedge-accounting in aanmerking komen en hedge-accounting wordt toegepast, is de verwerking van deze winst of dit verlies afhankelijk van de aard van de afdekking. Woningcorporatie Rhiant past hedgeaccounting toe op basis van generieke hedge documentatie. Woningcorporatie Rhiant documenteert de wijze waarop de hedge-relaties passen in de doelstellingen van het risicobeheer, de hedge-strategie en de verwachting aangaande de effectiviteit van de hedge. Woningcorporatie Rhiant past hedgeaccounting toe: Het effectieve deel van financiële derivaten die zijn toegewezen voor kostprijshedge-accounting, wordt tegen kostprijs gewaardeerd. Voor het ineffectieve deel wordt het verschil tussen de kostprijs en de lagere reële waarde in de winst-enverliesrekening verwerkt. Embedded derivaten worden afgescheiden van het basiscontract en afzonderlijk in de jaarrekening verwerkt conform de hiervoor beschreven grondslagen voor derivaten, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: • er bestaat geen nauw verband tussen de economische kenmerken en risico’s van het in het contract besloten derivaat en de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract; • een afzonderlijk instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat zou voldoen aan de definitie van een derivaat; en • het samengestelde instrument wordt niet tegen reële waarde gewaardeerd
met verwerking van waardeveranderingen in het resultaat.
GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA 1 . M ate r ië le vaste activa 1.1 Onroerende zaken in exploitatie, sociaal Grondslag sociaal vastgoed in exploitatie geclassificeerd als bedrijfsmiddel: Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat jaarlijks per 1 juli door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld. Ultimo 2014 bedraagt deze grens € 699,48 (2013: € 681,02). Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerendgoed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijns-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Woningcorporatie Rhiant kwalificeert het sociaal vastgoed als bedrijfsmiddel, aangezien Woningcorporatie Rhiant een beleid heeft dat gericht is op het realiseren van de volkshuisvestelijke taken. Het volkshuisvestelijk beleid staat hierbij centraal. Grondslag waardering als bedrijfsmiddel en waardering tegen actuele waarde gebaseerd op bedrijfswaarde: Sociaal vastgoed in exploitatie wordt
gewaardeerd tegen de actuele waarde gebaseerd op bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen van de kasstroomgenererende eenheid uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De indeling naar kasstroomgenererende eenheid is gedefinieerd op complexniveau. Woningcorporatie Rhiant kiest voor deze indeling van de kasstroomgenererende eenheden aangezien deze aansluit bij haar interne bedrijfsvoering en hierbij de basis vormt voor haar vastgoedsturing. De reële waarde wordt afhankelijk gesteld van de voorgenomen bestemming van de complexen. De onroerende zaken kunnen voor langere of kortere termijn voor verhuur worden aangehouden. De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2014 intern geformaliseerde meerjarenbegroting en bestrijken een periode van vijf jaar, behoudens de verwachte kosten van groot onderhoud, erfpacht en overige contracten met een werkingsduur van meer dan vijf jaar. De kosten van planmatig onderhoud worden gebaseerd op de in de meerjarenonderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente alsmede genormeerde lastenniveaus. Uitgaven na eerste verwerking (de
zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief, worden geactiveerd. Uitgaven die betrekking hebben op toekomstige herstructureringen, waarvan de feitelijke verplichtingen dan wel de in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan, worden in de waardering betrokken. Herstructurering onderscheidt zich van renovatie door het verbeteren of vergroten van de oorspronkelijke capaciteit. Periodiek groot onderhoud wordt volgens de componentenbenadering geactiveerd. Hierbij worden de totale uitgaven toegewezen aan de samenstellende delen. De lasten van onderhoud, niet zijnde periodiek groot onderhoud, waaronder renovatie, onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. De lasten van dergelijk onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen. Afschrijvingen worden berekend over de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde is gesplitst naar de componenten grond, opstal en overige componenten. Over het aandeel van de grond wordt niet afgeschreven. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur per component en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. De initiële herwaardering van het sociaal vastgoed in exploitatie naar actuele waarde is rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt in een herwaarderingsreserve. De hierop volgende jaarlijkse
57
waardeveranderingen worden als volgt in de jaarrekening verwerkt: • Een waardevermeerdering van een complex onder het sociaal vastgoed wordt in beginsel direct ten gunste van de herwaarderingsreserve gebracht. Uitzondering betreft het geval wanneer voor een complex in het verleden een afwaardering ten laste van het resultaat is gebracht. In die situatie worden waardevermeerderingen van ditzelfde complex als positief resultaat in de winst-en-verliesrekening verwerkt, voor zover dit een terugname betreft van deze eerdere waardevermindering. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de terugneming nooit hoger is dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het complex zou zijn verantwoord. •E en waardevermindering van een complex onder het sociaal vastgoed wordt in beginsel ten laste van het resultaat gebracht. Indien echter een herwaarderingsreserve voor dit complex gevormd is, wordt de waardevermindering direct ten laste van de herwaarderingsreserve gebracht tot het bedrag dat met betrekking tot het desbetreffende complex in de herwaarderingsreserve is opgenomen. • Een waardevermeerdering van een complex onder het sociaal vastgoed wordt in beginsel direct ten gunste van de herwaarderingsreserve gebracht. Uitzondering betreft het geval wanneer voor een complex in het verleden een afwaardering ten laste van het resultaat is gebracht. In die situatie worden waardevermeerderingen van ditzelfde complex als positief resultaat in de winst-en-verliesrekening verwerkt, voor zover dit een terugname betreft van deze eerdere waardevermindering.
Jaarrekening - 4
Hoofdstuk 1
56
Jaarrekening - 4
Hierbij dient opgemerkt te worden dat de terugneming nooit hoger is dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het complex zou zijn verantwoord. •E en waardevermindering van een complex onder het sociaal vastgoed wordt in beginsel ten laste van het resultaat gebracht. Indien echter een herwaarderingsreserve voor dit complex gevormd is, wordt de waardevermindering direct ten laste van de herwaarderingsreserve gebracht tot het bedrag dat met betrekking tot het desbetreffende complex in de herwaarderingsreserve is opgenomen. Bedrijfs w aard e De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. Daarbij wordt rekening gehouden met de voorgenomen bestemming en aard van het bezit. Onderscheid wordt gemaakt in woningen bestemd voor de verhuur, woningen bestemd voor de verkoop op korte en langere termijn en bedrijfsmatige/overige onroerende zaken. De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen van de economische omstandigheden die van toepassing zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2014 intern geformaliseerde meerjarenbegroting en bestrijken een periode van 10 jaar behoudens de verwachte kosten van groot onderhoud en overige contracten met een werkings-
JAARVERSLAG
duur van meer dan 5 jaar. De kosten van planmatig onderhoud worden gebaseerd op de in de meerjaren onderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente alsmede genormeerde lastenniveaus. De verkopen die zijn ingerekend zijn ingerekend voor een periode van 5 jaar. Voor de bedrijfswaardeberekening gelden de volgende parameters:
huurontwikkeling 2014 2,50%* 2015 1,25%* 2016 1,50%* 2017 2,00%* 2018 2,00%* vanaf 2019 2,00%* (WSW) * + inkomensafhankelijke verhoging bedrijfslasten 2014 1,25% 2015 1,50% 2016 2,00% 2017 2,00% 2018 2,00% vanaf 2019 2,00% (WSW) lastenstijging (onderhoud/nieuwbouw) 2014 1,25% 2015 1,75% 2016 2,13% 2017 2,39% 2018 2,57% vanaf 2019 3,00% (WSW) disconteringsvoet nieuwbouw 5,25% bestaand bezit 5,25% rente bij herfinanciering 5,25%
Bij de bepaling van de bedrijfswaarde is geen rekening gehouden met de rentabiliteitswaardecorrectie van de bestaande leningenportefeuille. De rentabiliteitswaardecorrectie betreft het verschil tussen de contante waarde van de verwachte kasstromen uit hoofde van leningen en de boekwaarde van de leningen. Bij de berekening van de bedrijfswaarde is de waarde van de grond gewaardeerd tegen contante waarde conform de methodiek van het Centraal Fonds Volkshuisvesting: grond minus kosten sloop prijspeil heden oprenten tot einde looptijd en dit contant gemaakt naar balansdatum. Disconteringsvoet is gelijk aan die van de bedrijfswaarde. Bij de berekening van de bedrijfswaarde is geen rekening gehouden met de saneringsheffing, omdat deze niet als vastgoed gerelateerd wordt beschouwd. 1.2 Onroerende zaken in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardevermindering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken, wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Indien de bijzondere waardevermindering
hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening op de balans opgenomen. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen verkrijgingsprijs en bijkomende kosten. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. Afschrijving vindt plaats na ingebruikneming van de complexen. 1.3 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Onderhoud Kosten voor periodiek groot onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen. 2. Vast goedbeleggingen 2.1 Onroerende zaken in exploitatie, commercieel Het commercieel vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk
vastgoed) en het overige commercieel vastgoed. Grondslag classificatie als vastgoedbelegging en waardering tegen actuele waarde: Het commercieel vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd op basis van actuele waarde. De actuele waarde wordt vastgesteld aan de hand van courante prijzen op een actieve markt voor gelijksoortige onroerende zaken op dezelfde locatie en in dezelfde staat. Winsten of verliezen, ontstaan door een wijziging in de actuele waarde van het commercieel vastgoed, worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening over de periode waarin de wijziging zich voordoet, onder de categorie “Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille”. Daarnaast wordt ten laste van de resultaatbestemming, hetzij ten laste van de Overige reserves, een herwaarderingsreserve gevormd. De herwaarderingsreserve betreft het ongerealiseerde positieve verschil tussen de actuele waarde en de historische kostprijs. 2.2 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden die zijn gekwalificeerd als een financieringstransactie worden gewaardeerd op basis van actuele waarde. De actuele waarde wordt vastgesteld aan de hand van courante prijzen op een actieve markt voor gelijksoortige onroerende zaken op dezelfde locatie en in dezelfde staat. Winsten of verliezen ontstaan door een wijziging in de actuele waarde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden worden verantwoord in de winst-enverliesrekening over de periode waarin
59
de wijziging zich voordoet, onder de categorie “Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille”. Daarnaast wordt ten laste van de resultaatbestemming een herwaarderingsreserve gevormd. De herwaarderingsreserve betreft het ongerealiseerde positieve verschil tussen de actuele waarde en de historische kostprijs. 2.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de eigen exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie als vastgoedbelegging betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie als commercieel vastgoed. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en indien van toepassing verminderd met bijzondere waardeverminderingen. De verkrijgingsprijs bestaat uit materiaalkosten, toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering en toegerekende rente tijdens de bouw onder aftrek van een bijzondere waardevermindering uit hoofde van te dekken stichtingskosten. De bijzondere waardevermindering wordt bepaald door het verschil tussen de realiseerbare waarde (taxatiewaarde van het object of DCF van exploitatiekasstromen) en de stichtingskosten. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen verkrijgings-
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 4
58
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 4
prijs, bijkomende kosten en indien van toepassing verminderd met bijzondere waardeverminderingen. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. 3 . Financiële vast e act iva De financiële vaste activa bestaan uit de vordering BWS subsidie, de actieve/latente belastinglatentie, en de deelnemingen. 3.1 Te vorderen BWS-subsidies De onder de financiële vaste activa opgenomen vordering uit hoofde van binnen het Besluit Woning gebonden Subsidies (BWS) toegezegde bedragen (contante waarde van de uitbetalingen) wordt jaarlijks verminderd met de door de budgethouders beschikbaar gestelde bedragen. De uitbetalingstermijn is afhankelijk gesteld van de disconteringsvoet en beloopt vanaf de vaststelling van de subsidie maximaal 18 jaar. De jaarlijks te ontvangen BWS subsidiebedragen worden op deze vordering afgeboekt. De waardering van deze vordering is nominaal vermeld. 3.2 Latente belastingvorderingen Onder de financiële vaste activa zijn actieve belastinglatenties opgenomen, indien en voor zover het waarschijnlijk is dat realisatie van de belastingclaim te zijner tijd zal kunnen plaatsvinden. Deze actieve latenties zijn gewaardeerd tegen contante waarde waarbij discontering plaatsvindt tegen de nettorente en hebben overwegend een langlopend karakter. De nettorente bestaat uit de voor Woningcorporatie Rhiant geldende rente voor langlopende leningen (3,67%) onder aftrek van belasting op basis van
het effectieve belastingtarief (25%). De actieve belastinglatentie heeft betrekking op tijdelijke verschillen tussen waardering in de jaarrekening en de fiscale waardering en op de aanwezige compensabele verliezen. Latente belastingvorderingen uit hoofde van verrekenbare verschillen en beschikbare voorwaartse verliescompensatie worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden worden benut. Deze wordt nominaal gewaardeerd. 3.3 Deelnemingen Deelnemingen in groepsmaatschappijen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde, doch niet lager dan nihil. Deze nettovermogenswaarde wordt berekend op basis van de grondslagen van Woningcorporatie Rhiant. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer Woningcorporatie Rhiant geheel of ten dele instaat voor schulden van de desbetreffende deelneming, respectievelijk de feitelijke verplichting heeft de deelneming (voor haar aandeel) tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening gevormd. Bij het bepalen van de omvang van deze voorziening wordt rekening gehouden met reeds op vorderingen op de deelneming in mindering gebrachte voorzieningen voor oninbaarheid. De vorderingen op groepsmaatschappijen worden bij eerste verwerking
61
opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. De presentatie is bij vorderingen. Andere deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs en indien van toepassing onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen. De vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. De deelnemingen (Rhiant Holding BV, Woningnet NV, de vof VOC en Stadsherstel Drechtsteden NV) worden gewaardeerd volgens de netto-vermogenswaarde, met uitzondering van de deelname in Woningnet NV welke nominaal wordt gewaardeerd. 3.4 Leningen u/g De verstrekte leningen (leningen u/g) worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijke voorzieningen. 4. Voo rra d en Vastgoed bestemd voor verkoop Vastgoed bestemd voor verkoop betreft de voorraad woningen (opgeleverd en nog niet verkocht). Vastgoed bestemd
Jaarrekening - 4
60
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 4
voor verkoop wordt gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs of lagere nettoopbrengstwaarde. Deze lagere nettoopbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. Overige voorraden De overige voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De waardering van de overige voorraden komt tot stand op basis van gewogen gemiddelde prijzen. De controle op de inkopen van de voorraad is nauwkeurig procedureel omschreven en wordt als zodanig nageleefd en middels de interne controle gevolgd. De voorraad word elk jaar geïnventariseerd. De laatste inventarisatie is ultimo 2013 uitgevoerd. Het materiaalverbruik wordt voor 70% ten laste van het klachtenonderhoud en 30% ten laste van het mutatieonderhoud geboekt. 5 . Vo rde ri n g e n De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. 5.1 Huurdebiteuren Waardering geschiedt tegen nominale waarde rekening houdend met een
JAARVERSLAG
voorziening voor mogelijke oninbaarheid gebaseerd op een statische benadering. 6. Liq u id e m id d e le n Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekeningcourantschulden bij banken zijn opgenomen onder de kortlopende schulden. De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien middelen niet ter vrije beschikking staan, dan wordt hiermee bij de waardering rekening gehouden. 7 . E ig en ve r m og e n Het aandeel van derden in het groepsvermogen betreft het minderheidsbelang van derden in het eigen vermogen van geconsolideerde maatschappijen. Het aandeel van derden in het resultaat van geconsolideerde maatschappijen wordt in de winst-en-verliesrekening in mindering gebracht op het groepsresultaat. Indien de aan het minderheidsbelang van derden toerekenbare verliezen het minderheidsbelang van derden in het eigen vermogen van de geconsolideerde maatschappijen overtreffen, komt het verschil, alsmede eventuele verdere verliezen, volledig ten laste van Woningcorporatie Rhiant, tenzij en voor zover de minderheidsaandeelhouder de verplichting heeft, en in staat is, om die verliezen voor haar rekening te nemen. Als de geconsolideerde maatschappijen vervolgens weer winst maken, komen die winsten volledig ten gunste van Woningcorporatie Rhiant totdat de door Woningcorporatie Rhiant voor haar rekening genomen verliezen zijn gerecupereerd.
7.1 Ongerealiseerde herwaarderingsreserve De onroerende zaken in exploitatie sociaal en commercieel wordt gewaardeerd tegen actuele waarde. Bij een hogere actuele waarde dan de historische kostprijs betekent dit het ontstaan van ongerealiseerd vermogen. Een ongerealiseerde herwaarderingsreserve is het verschil tussen waardering historische kostprijs en actuele waarde. Dit ongerealiseerd vermogen is gebaseerd op inschattingen van toekomstige kasstromen. Door middel van actieve sturing kan het ongerealiseerde vermogen worden gerealiseerd. 8 . Eg alisatie r e ke n in g De rechten op exploitatiesubsidies vallen binnen het regime van het Besluit Woninggebonden Subsidies worden verantwoord in het jaar van ontstaan. De bijdragen worden jaarlijks ten gunste van het resultaat gebracht overeenkomstig de jaarlijkse voorgecalculeerde tekorten van de betreffende exploitaties. 9 . V oor z ie n in g e n Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. Voorzieningen worden tegen nominale waarde opgenomen. 9.1 Voorziening latente belastingverplichtingen Voor in de toekomst te betalen belastingbedragen uit hoofde van verschillen tussen commerciële en fiscale balanswaarderingen wordt een voorziening ge-
63
Jaarrekening - 4
62
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 4
troffen ter grootte van de som van deze verschillen vermenigvuldigd met het geldende belastingtarief. Op deze voorziening worden in mindering gebracht de in de toekomst te verrekenen belastingbedragen uit hoofde van beschikbare voorwaartse verliescompensatie, voor zover het waarschijnlijk is dat de toekomstige fiscale winsten beschikbaar zullen zijn voor verrekening. De belastinglatentie heeft betrekking op tijdelijke verschillen tussen waardering in de jaarrekening en de fiscale waardering. De latentie is gewaardeerd tegen nominale/contante waarde waarbij discontering plaatsvindt tegen de nettorente en hebben overwegend een langlopend karakter. De nettorente bestaat uit de voor Woningcorporatie Rhiant geldende rente voor langlopende leningen (3,622%) onder aftrek van belasting op basis van het effectieve belastingtarief (25%). De opgenomen latentie heeft betrekking op complexen bestemd voor de verkoop, beleggingen en langlopende schulden. Ultimo 2013 zijn er geen verhuureenheden bestemd voor sloop en herontwikkeling. Voor het overige bezit is niet aan te duiden wat de bestemming zal zijn en is vanuit het oogpunt van voorzichtigheid de latentie op nihil gewaardeerd. 9.2 Overige voorzieningen Tenzij anders vermeld, worden de overige voorzieningen gewaardeerd tegen de nominale/contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de betreffende verplichtingen af te wikkelen.
JAARVERSLAG
1 0 . Sc h u lde n op lan g e te r m ijn Langlopende schulden worden gewaardeerd tegen de kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. De betaalde rente inclusief de nog te betalen rente ultimo boekjaar wordt als rentelast in de winsten verliesrekening verantwoord. Er zijn in 2014 geen leningen verstrekt aan leden van de Raad van Commissarissen, bestuurders of personeel. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woning in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord. 1 1 . Sc h u lde n op kor te te r m ijn De kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk kan zijn aan de nominale waarde. Overige activa en passiva Voor zover in het bovenstaande niet anders is aangegeven worden de overige activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde.
GRONDSLAGEN VOOR DE BEPALING VAN HET RESULTAAT
BEDRIJFSOPBRENGSTEN 1 2 . Hu r e n Vanaf 1 juli 2014 zijn de percentages voor de maximale huurverhoging hoger dan de inflatie. Voor zelfstandige woningen (bijvoorbeeld eengezinswoningen, appartementen, portiekwoningen) zijn voor huishoudens met een inkomen boven € 33.614 en € 43.000 vanaf 1 juli 2013 hogere huurverhogingspercentages toegestaan. Het parlement heeft met de wetsvoorstellen hiervoor ingestemd. Dit betekent een huurverhoging van maximaal: -4 % - voor huishoudens met een inkomen tot € 33.614 (inflatie+1,5%) -4 ,5% - voor huishoudens met een inkomen tussen € 33.614 en € 43.000 (inflatie+2%) -6 ,5% - voor huishoudens met een inkomen boven € 43.000 (inflatie+4%). De opbrengsten uit hoofde van huur worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van opeisbaarheid daar bij tussentijdse beëindiging van het huurcontract geen terugbetalingsverplichting geldt. 1 3. V e r g oe d in g e n De vergoedingen betreffen de opbrengsten servicecontracten overeengekomen bijdragen van huurders en worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van levering van de goederen en diensten. De bijdragen zijn voor de dekking van de te maken en gemaakte servicekosten. Verrekening op basis van daadwerkelijke bestedingen vindt jaarlijks plaats. Gemaakte servicekosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten.
Opbrengsten servicecontracten betreffen overeengekomen bijdragen van huurders en worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van levering van de goederen en diensten. De bijdragen zijn voor de dekking van de te maken en gemaakte servicekosten. Verrekening op basis van daadwerkelijke bestedingen vindt jaarlijks plaats. Gemaakte servicekosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten.
Verkoop onroerende zaken: - Winsten worden verantwoord op het moment van verkoop. Het resultaat van de verkochte onroerende zaken uit bestaand bezit wordt bepaald door het saldo van de verkoopopbrengst en de boekwaarde minus eventuele verkoopkosten. - Eventuele verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn.
14. N et t overk oopresult aat vast goedport efeuille De post nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde (bestaand bezit) dan wel de vervaardigingsprijs (projecten voor derden). Opbrengsten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Mogelijke verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. Projectopbrengsten uit hoofde van de onderhanden projecten worden als opbrengsten verwerkt in de winst-en-verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum.
BEDRIJFSLASTEN
15 . Overheidsbijdragen Overheidsbijdragen betreffen de vrijval uit de egalisatierekening rijksbijdragen en overige overheidsbijdragen. De overheidsbijdragen hebben betrekking op specifieke regelingen en worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van opeisbaarheid. 16. Overige bat en Hieronder worden onder andere de inschrijfgelden van woningzoekenden, de opbrengsten van overige dienstverlening en incidentele opbrengsten verantwoord.
17. Afschrijvingen op mat eriële vast e act iva De afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Afschrijving van het actief vindt plaats tot de restwaarde is bereikt. De afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie worden gebaseerd op de bedrijfswaarde. Binnen de afschrijving op het sociaal vastgoed in exploitatie worden componenten onderkend met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de opstal worden installaties en inventaris onderkend. Van een afzonderlijke component is sprake indien deze component meer dan 10 procent uitmaakt van de waarde van het actief en/of indien de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende levensduur van de component ten opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de situatie dat geen component zou zijn onderkend.
65
18. Ov eri g e wa a rd evera nd eri ngen imma teri el e en ma teri el e vast e a cti va De overige waardeveranderingen worden gevormd door de waardevermindering die is ontstaan door gedurende het verslagjaar nieuw aangegane juridische en feitelijke verplichtingen met betrekking tot investeringen in nieuwbouw en herstructurering. 19. Pe rso neel sl a sten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-en-verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden door de werknemers. 20. La sten o nd erho ud Onder onderhoudslasten worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen. Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, alsmede de kosten van het materiaalverbruik. In de winsten-verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. 21. Be d ri j f sl a sten De overige bedrijfslasten worden toe-
Jaarrekening - 4
64
JAARVERSLAG
gerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
Jaarrekening - 4
22. Ren t e bat e n e n s o o r t g elijk e opbreng s t e n Rentebaten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. 23. Ren t e l as t e n e n s o o r tg elijk e ko sten Rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. 24. Bel as t i n g e n De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Tussen de boekwaarde in de balans (commerciële boekwaarde) en de fiscale boekwaarde van balansposten bestaan (tijdelijke) verschillen. De belangrijkste verschillen ontstaan als gevolg van een verschil in de waardering van het bezit (fiscaal op basis van waarde in het econo-
JAARVERSLAG
misch verkeer, commercieel op basis van historische kostprijs) en een verschil in de waardering van de langlopende schulden (fiscaal op basis van marktwaarde, commercieel op basis van nominale waarde). Deze verschillen tussen fiscale en commerciële waardering leiden tot latente belastingvorderingen (actieve latentie) of latente belastingschulden (passieve latentie) in de commerciële jaarrekening. De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voorzover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. De actieve latentie uit hoofde van verkopen (vordering) is op contante waarde bepaald.Hierbij is beoordeeld of er voldoende fiscale winsten beschikbaar zijn in de toekomst. En is gevormd voor de toekomstige verkopen van woningen. Sinds 1 januari 2008 vallen de woningcorporaties integraal onder de vigerende belastingwetgeving. Eind 2008 is er overeenstemming bereikt tussen Aedes en de belastingdienst betreffende de Vaststellingsovereenkomst 2 (VSO 2). De VSO 1 is eenzijdig in 2008 door de belastingdienst opgezegd. Woningcorporatie Rhiant heeft de VSO 1 en VSO 2 getekend.
Woningcorporatie Rhiant heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 1 en VSO 2 de fiscale positie ultimo 2012 en het fiscale resultaat 2012 bepaald. Doordat jurisprudentie inzake de uitwerking van VSO 1 en VSO 2 voor woningcorporaties nog ontbreekt, kan de werkelijk te betalen of te verrekenen belasting afwijken van de in de jaarrekening opgenomen schatting. 2 5. De e ln e m in g e n Als resultaat van deelnemingen waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijke en financiële beleid, wordt opgenomen het aan de woningcorporatie toekomende aandeel in het resultaat van deze deelnemingen. Dit resultaat wordt bepaald op basis van de bij Woningcorporatie Rhiant geldende grondslagen voor waardering en resultaatbepaling. Bij deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, wordt het dividend als resultaat aangemerkt. Verwerking hiervan vindt plaats onder de financiële baten en lasten. Resultaatbepaling Het resultaat wordt bepaald door opbrengsten te verminderen met aan het boekjaar toe te rekenen kosten.
G rondslag e n voor d e opst e lling van h e t kasstroomov e rzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de directe methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten. De effecten kun-
67
nen worden beschouwd als zeer liquide beleggingen. Winstbelastingen, ontvangen interest, betaalde interest en ontvangen dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. De verkrijgingsprijs van verworven groepsmaatschappijen wordt opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geldmiddelen heeft plaatsgevonden. Hierbij worden geldmiddelen aanwezig in deze groepsmaatschappijen afgetrokken van de aankoopprijs. Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, worden niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasecontract wordt voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten.
Jaarrekening - 4
66
JAARVERSLAG
5: Toelichting op de geconsolideerde balans
Jaarrekening - 5
activa toelichting 31 dec. 14 x E 1,-
31 dec. 13 x E 1,-
Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt weer te geven: Totaal Materiële vaste activa Stand per 1 januari 2014
M at e riël e vast e activa
69
Onroerende zaken in exploitatie, sociaal
Onroerende Onroerende en zaken in roerende zaken ontwikkeling, ten dienste van sociaal de exploitatie
134.260.145
131.216.383
2.047.416
996.346
Mutaties in de boekwaarde - investeringen - subsidies - desinvesteringen - afschrijvingen - herclassificatie woningen - overige waardeveranderingen Totaal mutaties in het boekjaar
5.118.718 - 6.553.704- 8.355.346- 3.377.694- 1.664.304- 14.832.329-
49.990 - 1.034.537- 8.352.843- 3.377.694- 917.367- 13.632.451-
5.008.627 - 5.403.322- - - 746.937- 1.141.632-
60.101 115.8442.50358.246-
Stand per 31 december 2014
119.427.817
905.785
938.100
1
Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Onroerende zaken in exploitatie, sociaal 1,1 - woningen en woongebouwen - onroerende goederen niet zijnde woningen Totaal Onroerende zaken in exploitatie Onroerende zaken in ontwikkeling, sociaal 1,2 - project Volgerlanden - project Veersedijk - overige projecten Totaal Onroerende zaken in ontwikkeling Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 1,3 - bedrijfspand en terreinen - kantoorinventaris, werkplaats - vervoermiddelen Totaal Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Totaal Materiële vaste activa
117.058.704 130.678.307 525.228 538.076 117.583.932 131.216.383
6.900 931.712 32.827- 905.785
6.900 844.004 1.196.513 2.047.416
716.128 133.419 88.553
752.758 143.090 100.498
938.100
996.346
117.583.932
Stand per 31 december 2014 totaal investeringen totaal cumulatieve waardevermindering totaal
Stand per 31 december 2014 Herwaardering Historische kostprijs per 31 december 2014
1.975.820 1.070.035905.785
119.427.817 19.967.182-
117.583.932 19.967.182-
905.785 -
938.100 -
99.460.635
97.616.750
905.785
938.100
119.427.817 134.260.145 Investeringen Onroerende zaken in exploitatie, sociaal: Er is geinvesteerd in geriefverbeteringen en energiemaatregelen a € 49 duizend. Onroerende zaken in ontwikkeling, sociaal: Er is geïnvesteerd in nieuwbouwprojecten. Hierbij was 1 project in uitvoering. Dit betreft project "Hendrik". Het grootste deel van de investeringen heeft hier betrekking op a € 4,8 miljoen. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie: De investeringen hebben betrekking op ICT en kantoorinventaris a € 18 duizend.En vervoermiddelen a € 42 duizend. Desinvesteringen Onroerende zaken in exploitatie, sociaal: De desinvesteringen hebben betrekking op
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 5
Hoofdstuk 1
68
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 5
de verkoop van 37 woningen in diverse complexen in de vrije verkoop. Onroerende zaken in ontwikkeling, sociaal: Het bedrag aan desinvesteringen heeft betrekking op de oplevering van 1 project te weten Hendrik. Onroerende zaken ten dienste van de exploitatie: Het bedrag aan desinvesteringen heeft in hoofdzaak betrekking op de verkoop van 5 vervoermiddelen. Afschrijvingen Investeringen en na-investeringen in woningen en woongebouwen worden lineair afgeschreven tot einde levensduur (max. 50 jaar). Voor de afschrijvingstermijnen en gevolgde systemathiek luiden als volgt: Grond geen afschrijvingen 0 jaar Casco lineair 50 jaar Installaties lineair 20 jaar Inrichting lineair 15 jaar Over vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie wordt niet afgeschreven. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden lineair afgeschreven. Bedrijfsgebouw lineair 30 jaar Terreinen geen afschrijvingen 0 jaar Installaties lineair 20 jaar Inventaris lineair 10 jaar ICT lineair 5 jaar Vervoermiddelen lineair 5 jaar Het bedrag aan correctieafschrijvingen vermeld bij 'onroerende zaken ten dienste van de exploitatie' heeft betrekking op de desinvestering van verkochte vervoermiddelen. Herclassificatie woningen Onroerende zaken in exploitatie, sociaal: Dit betreft 46 woningen die met de huur boven de liberalisatiegrens zitten en worden aangemerkt als commerciele woningen volgens de RJ645.Hierdoor vind een herclassificatie plaats. Alle woningen zijn wel met een sociaal contract. En zijn volgens de woningwet nog wel sociale woningen. Overige waardeveranderingen Onroerende zaken in exploitatie, sociaal: De waardeverandering betreft de mutatie in de bedrijfswaarde per 31 december 2014 in relatie tot 31 december 2013. Onroerende zaken in ontwikkeling, sociaal: De waardeverandering betreft de mutatie in de voorziening onrendabele top per 31 december 2014 in relatie tot 31 december 2013. Deze voorziening is in mindering gebracht op de uitgaven gedaan voor de onroerende zaken in exploitatie, sociaal. Actuele waarde Onder bedrijfswaarde wordt verstaan de contante waarde van de netto-omzet, ofwel
JAARVERSLAG
het saldo tussen de toekomstige opbrengsten en kosten (exclusief rente en afschrijving). De mutatie in de bedrijfswaarde wordt hieronder gespecificeerd. De waarde van de onroerende zaken in exploitatie, sociaal, gebaseerd op de bedrijfswaarde bedraagt ultimo boekjaar € 117,6 miljoen (2013: € 131,2 miljoen) inclusief de grond (tegen contante waarde, conform methodiek CFV). De afname van de bedrijfswaarde in het verslagjaar met een bedrag van € 13,6 miljoen (10,4 %) ten opzichte van vorig jaar laat zich als volgt verklaren: x € 1.000,= Bedrijfswaarde vorig verslagjaar incl grond 131.217 Autonome ontwikkelingen 4.401967Voorraadmutatie's Parameterwijzigingen 1.193Exploitatiebeleid - huren 6.332 - onderhoudsuitgaven 336 - verhuurdersheffing 720 - overige exploitatie-uitgaven 651 6.737Investeringsbeleid - Verkoop 838 - Sloop - Woningaanpassingen 1.100 - Energiebeleid 537 1401 Herclassificatie van sociaal naar commercieel vastgoed 1.390 117.930 Mutatie contante waarde grond 346Bedrijfswaarde verslagjaar incl. grond 117.584 In de bedrijfswaarde is het volgende ingerekend: * Inflatievolgend huurbeleid plus inkomensafhankelijke huurverhoging. * Verhuurdershefffing tot einde levensduur * In verband met niet vastgoed gerelateerde heffing, geen saneringsheffing ingerekend. * De sloop en de verkopen zijn alleen voor de eerste 5 jaren ingerekend. In de bedrijfswaarde is rekening gehouden met de verhuurdersheffing welke in het woonakkoord van 2013 is benoemd. Hierbij is de heffing voor de gehele levenshuur van het bezit ingerekend. Er is rekening gehouden met de extra verdiencapaciteit van de huurverhogingen om de verhuurdersheffing te financieren, de zogenaamde inkomensafhankelijke huurverhoging. Hierbij is rekening gehouden met het stijgen van de huren tot de aftoppingsgrens. De extra verdiencapaciteit neemt hiermee op termijn af tot nul.
71
Jaarrekening - 5
70
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Waarde onroerendzaakbelasting De onroerende zaken in exploitatie - sociaal - zijn in het kader van de Wet onroerendzaakbelasting (WOZ) per 1 januari 2014 gewaardeerd op € 265 miljoen. Jaarrekening - 5
Verzekeringen De onroerende goederen in exploitatie, sociaal, zijn tegen brand verzekerd voor een waarde van € 224,6 miljoen. De verzekerde waarde van het bedrijfspand bedraagt € 1,5 miljoen. De verzekerde waarde van de inventaris bedraagt € 292.000,=.
73
Het verloop van de vastgoedbeleggingen is als volgt weer te geven: Onroerende Onroerende zaken in zaken Totaal Vastgoed exploitatie, verkocht onder beleggingen commercieel voorwaarde Oorspronkelijke contractprijs 22.350.446 Herwaarderingen 198.871Stand per 1 januari 2014 37.089.711 14.938.136 22.151.575
Onroerende zaken in ontwikkeling commercieel
-
Aanpassingen van de verzekerde waarden geschieden volgens de indexclausule. Verder zijn er verzekeringen afgesloten voor wettelijke aansprakelijkheid, geldtransport, wagenpark, collectieve ongevallen, glasverzekering, verzuimverzekering, milieuverzekering en bestuurdersaansprakelijkheid. toelichting 31 dec. 14 x E 1,-
Vastgoedbeleggingen Deze post kan als volgt gespecificeerd worden:
31 dec. 13 x E 1,-
Mutaties in de boekwaarde - investeringen - subsidies - desinvesteringen - afschrijvingen - herwaarderingen - herclassificatie woningen - overige waardeveranderingen totaal mutaties in het boekjaar
292.095 - 2.162.242- - 1.014.345- 3.377.694 3.741.913 4.235.115
- - - - - 3.377.694 3.741.913 7.119.607
292.095 - 2.162.242- - 1.014.345- - - 2.884.492-
-
2
Onroerende zaken in exploitatie, commercieel 2,1 - woningen en woongebouwen - Grond woningen verkocht onder voorwaarden totaal Onroerende zaken in exploitatie Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 2,2 totaal Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Onroerende zaken in ontwikkeling, commercieel 2,3 - project Volgerlanden - overige projecten totaal Onroerende zaken in ontwikkeling Totaal Vastgoedbeleggingen
19.953.607 2.104.136 22.057.743
12.834.000 2.104.136 14.938.136
19.267.082
22.151.575
19.267.082
22.151.575
- - -
-
41.324.825
37.089.711
Oorspronkelijke contractprijs Herwaarderingen Stand per 31 december 2014 41.324.826 22.057.743
20.556.469 1.289.387- 19.267.082
-
Stand per 31 december 2014 Herwaardering Historische kostprijs per 31 december 2014
19.267.082 - 19.267.082
-
41.324.826 8.148.369- 33.176.457
22.057.743 8.148.369- 13.909.374
Investeringen Onroerende zaken verkocht onder voorwaarde: De investeringen bij betreffen teruggekochte woningen via Koopgarant. Desinvesteringen Onroerende zaken verkocht onder voorwaarde: Het bedrag aan desinvesteringen heeft betrekking op de verkoop van woningen via Koopgarant. Afschrijvingen Op vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. Herclassificatie woningen Onroerende zaken in exploitatie, commercieel: Dit betreft 46 woningen die met de huur boven de liberalisatiegrens zitten en worden aangemerkt als commerciele woningen volgens de RJ645.Hierdoor vind een herclassificatie plaats. Alle woningen zijn wel met een sociaal contract. En zijn volgens de woningwet nog wel sociale woningen.
Jaarrekening - 5
72
Jaarrekening - 5
Actuele waarde De actuele waarde van commercieel vastgoed in exploitatie is gebaseerd op een waardering door een onafhankelijke en ter zake kundig taxateur. Bij de bepaling van de actuele waarde zijn de volgende uitgangspunten toegepast: - de totale omvang van onroerende zaken in exploitatie, commercieel, is getaxeerd per 31 december 2014 - de taxatie is verricht door een externe taxateur - de taxatiewaarde is de waarde in verhuurde staat, bepaald via de DCF berekening. - de waardering heeft plaatsgevonden na visuele inspectie van de buitenzijde van de woningen. Bij de bedrijfsmatige objecten heeft de taxateur gebruik gemaakt van plattegronden en de binnen het taxatiekantoor aanwezige bekendheid van de aard en indeling van de betreffende objecten opgedaan bij voorgaande taxaties - de waardering is gebaseerd op de door Rhiant aangegeven huren van de objecten, waarbij taxateur ervan uitgaat dat deze huren marktconform zijn - de taxtatie vind eens per 3 jaar plaats Ultimo boekjaar bedraagt de waarde van de onroerende zaken in exploitatie - commercieel - gebaseerd op de taxatiewaarde € 22,0 miljoen (2013: € 14,9 miljoen). De stijging van € 7,1 miljoen komt door een toename van het commercieel vastgoed in omvang en een waarde stijging. De omvang is gestegen in aantal met 25 woningen voor een waarde van € 3,4 miljoen door herclassificatie van sociaal bezit conform de toetsing op huurprijs vermeld in de RJ 645. De taxatiewaarde is gestegen met totaal € 7,1 miljoen. Te weten € 6,6 miljoen van de herclassificatie woningen en 0,5 miljoen voor de overige woningen. Deze toename (3,96%) ten opzichte van vorig jaar laat zich verklaren door de stijgende markt in commerciële verhuur en de gevolgen die dit heeft voor de aard en omvang van de af te sluiten huurcontracten. De waarde van de onroerende zaken verkocht onder voorwaarde is gebaseerd op de laatst bekende verkoopprijs minus de verstrekte korting. De waardering is vastgesteld door een externe onafhankelijke en ter zake kundige taxateur. De taxatie vind plaats bij verkoop en terugkoop van de woning. Door verkoop van een aantal woningen in referentie complexen is de waarde gedaald t.o.v. vorig boekjaar. In absolute zin is het aantal woningen afgenomen door verkoop van woningen onder voorwaarde in de vrije verkoop. De totale omvang van de onroerende zaken verkocht onder voorwaarde bestaat uit MGE woningen en Koopgarantwoningen. De bedrijfswaarde van de onroerende zaken in exploitatie, commercieel bedraagt boekjaar € 28,6 miljoen inclusief de grond (tegen contante waarde, conform methodiek CFV).
JAARVERSLAG
Aantallen onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Aantal eenheden, exclusief nog te verkopen per 1 januari Verkopen Terugkopen Aantal eenheden, exclusief nog te verkopen per 31 december
2014
2013
153 2 15-
155 7 9-
140
153
Waarde onroerendzaakbelasting De onroerende zaken in exploitatie, commercieel, zijn in het kader van de Wet onroerendzaakbelasting (WOZ) per 1 januari 2014 gewaardeerd op € 13 miljoen. Verzekeringen De onroerende goederen in exploitatie, commercieel, zijn tegen brand verzekerd voor een waarde van € 17,6 miljoen. Aanpassingen van de verzekerde waarden geschieden volgens de indexclausule. toelichting 31 dec. 14 31 dec. 13 x E 1,- x E 1,-
F inanciël e vast e activa
3
Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Latente belastingen en vorderingen 3,2 Latente belastingen agio/disagio leningen Compensabele verliezen vennootschapsbelasting Totaal latente belastingen en vorderingen
57.454 4.491.266 4.548.720
72.346 3.274.144 3.346.490
Deelnemingen - vof V.O.C. - Woningnet NV - Stadsherstel Drechtsteden NV Totaal Deelnemingen
- 1.565 106.171 107.736
1.565 137.939 139.504
Leningen u/g 3,5 - Leningen u/g - Voorziening StartersRenteRegeling Totaal Leningen u/g
153.134 2.220- 150.913
46.112 66945.443
4.807.370
3.531.438
Totaal Financiële vaste activa
75
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 5
Hoofdstuk 1
74
JAARVERSLAG
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt weer te geven:
Jaarrekening - 5
Latente belastingen Stand per 1 januari 2014 Mutaties in de boekwaarde - verkrijgingsprijs - waardeveranderingen - resultaat - dividend / uitkeringen - subsidies - voorziening totaal mutaties in het boekjaar Stand per 31 december 2014
Overige deelnemingen Per 1 januari 2003 is besloten het volledige eigendom van de huurwoningen direct over te dragen naar de corporaties bij oplevering terwijl het resultaat op de koopwoningen binnen de VOC blijft. Dit aandeel in de koopwoningen wordt als deelneming geactiveerd. Het bedrag volgt volledig uit de jaarrekening van de VOC, waarin de afzonderlijke vermogensdeelnemingen van de diverse corporaties vermeld staan. Dit bedrag wordt enerzijds gemuteerd door het resultaat van de VOC in de komende jaren, anderzijds door eventuele uitbetalingen. In maart 2013 heeft er een bestuurlijke evalutatie plaatsgevonden. Gezien de beperkte restant opgave in relatie met de steeds langer wordende doorlooptijd van de projecten is besloten te streven naar opheffing van de VOC per uiterlijk 31 december 2013. In 2013 is door de
Deelneming groepsmaat- schappijen
3.346.490
- 1.202.230 - - - - 1.202.230 4.548.720
betrokken stakeholders een overeenkomst getekend ten behoeve van de financiële en juridische beëindiging van de VOF. Dientengevolge is in 2013 een liquidatiejaarrekening opgesteld. De gevolgen voor Rhiant op basis van deze jaarrekening zijn in de waardering van de deelneming verwerkt in de jaarrekening 2013. In 2014 is de formele afwikkeling geweest conform de opgestelde liquidatiejaarrekening in 2013 en heeft derhalve geen invloed op het boekjaar 2014. Vennoten in de VOC waren: Woningcorporatie Rhiant, H.I. Ambacht, aandeel in geplaatst kapitaal 30% Woningcorporatie Woonkracht 10, Zwijndrecht, aandeel in geplaatst kapitaal 30% Woningcorporatie Trivire, Dordrecht, aandeel in geplaatst kapitaal 40% Het totale eigen vermogen per balansdatum bedraagt € 0,=.
Overige deelnemingen
-
-
-
Leningen u/g
139.504
31.768- - 31.768- 107.736
45.443
107.690 2.220105.470 150.913
Directeur is de heer G.J. van de Beuken Deelname Woningnet NV Als gevolg van de participatie in Stichting Woonkeus Drechtsteden heeft Rhiant, evenals de overige deelnemende corporaties, 100 aandelen (€ 1.565,=) in Woningnet NV aangekocht. Stichting Woonkeus Drechtsteden werkt sinds 1 juli 2004 nauw samen met Woningnet NV. Deelname percentage Rhiant is minder dan 20%. Het totale eigen vermogen per balansdatum bedraagt € 7,4 miljoen Directeur is de heer J.M.W. Temme Deelname Stadsherstel Drechtsteden NV In samenwerking met zes andere corporaties is de NV Stadsherstel Drechtsteden opgericht. Deze vennootschap heeft zich ten doel gesteld het op een maatschappelijk en economisch verantwoorde
wijze behouden van (rijks)monumenten en andere historische gebouwen in de regio Drechtsteden. Rhiant heeft een belang van 170 aandelen (op een totaal van 3.644), nominaal € 1.000,=. Deze aandelen zijn voor 100% volgestort, zijnde € 170.000,=. Deelname percentage Rhiant is minder dan 20%. Het totale eigen vermogen per balansdatum bedraagt € 2.275.810,=. Directeur is de heer C.J. Oostindie Leningen u/g Rhiant neemt deel aan de StartersRenteregeling. De Starters Renteregeling reduceert de maandelijkse hypotheekrentebetalingen voor kopers van een woning om zo de bereikbaarheid van koopwoningen te vergroten. De Starters Renteregeling bevordert de verkoop van woningen voor woningcorporaties tegen beperkte kosten en risico's. De woningcorporatie realiseert bij een verkoop de actuele marktwaarde (leegwaarde) van de woning. Daarnaast verstrekt de woningcorporatie bij de verkoop een lening aan Social Finance, gelijk aan de contante waarde van 10 jaar rentereductie. Rhiant heeft in 2014 12 woningen verkocht met toepassing van de StarterRenteregeling. Op het uitstaande bedrag ter hoogte van € 153.134,= heeft een afwaardering plaatsgevonden. Wegens mogelijke oninbaarheid is een voorziening gevormd ter hoogte van 1,45% van het uitstaande bedrag. Deze oninbaarheid heeft enerzijds betrekking op het risico van onvoldoende waardeontwikkeling en anderzijds op het kwijtscheldingsrisico.
toelichting 31 dec. 14 x E 1,-
voorrad e n
77
31 dec. 13 x E 1,-
4
Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Goederenvoorraad Verkoopwoningenvoorraad Totaal Voorraden
Goederenvoorraad De voorraadpositie is medio 2014 door aannemersbedrijf De Kwaasteniet overgenomen. Ultimo 2014 is de voorraad geheel besteed. De voorraad is afgewaardeerd naar € 0,00. Verkoopwoningenvoorraad De verkoopwoningenvoorraad bestaat uit 7 MGE/Koopgarant woningen. De voorraad zal worden verkocht in 2015.
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
- 959.339 959.339
46.699 899.415 946.114
Jaarrekening - 5
Hoofdstuk 1
76
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
toelichting
V ord e ring e n
31 dec. 14 x E 1,-
31 dec. 13 x E 1,-
5
Jaarrekening - 5
Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Huurdebiteuren 5,1 - lopende contracten ('zittende huurders') 0,57% - beëindigde contracten ('vertrokken huurders') 0,22% totaal huurdebiteuren 0,79% Voorziening dubieuze debiteuren totaal huurdebiteuren
toelichting 31 dec. 14 x E 1,-
L i q uid e midd e l e n
79
31 dec. 13 x E 1,-
6
Deze post kan als volgt gespecificeerd worden:
74.769
74.443
28.188 102.956 1.030- 101.927
29.348 103.791 1.038102.753
Overige debiteuren 5,2 - inzake projecten - overige posten totaal overige debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren totaal overige debiteuren
- 115.004 115.004 15.348- 99.656
105.863 105.863 11.72394.140
Belastingen en sociale premies 5,4 - omzetbelasting totaal belastingen en sociale premies
219.842 219.842
134.090 134.090
Transitoria 5,5 - vooruitbetaalde rente en aflossingen leningen - PC-privé en fietsplan - overige posten totaal transitoria
- 893 18.337 19.230
Totaal Vorderingen
440.655
250.332 1.696 139.955 391.983
Kas Bank rekening courant Bank rekening courant inzake projecten Kruisposten Totaal liquide middelen
126 3.891.968 549.842 - 4.441.936
383 741.141 142.708 1.002 885.233
toelichting 31 dec. 14 x E 1,-
31 dec. 13 x E 1,-
passiva e ig e n v e rmog e n
7
Algemene bedrijfsreserve
7,1
Saldo begin boekjaar Mutatie van de actuele waarde Ongerealiseerde herwaardering bij verkoop onder voorwaarden Ongerealiseerde herwaardering onroerende zaken in exploitatie, sociaal Resultaat boekjaar
59.863.788 54.439.657 1.101.916- 4.592.089
Algemene bedrijfsreserve ultimo boekjaar
64.654.607 59.863.788
26.766
348.333
- 5.865.969
483.709
Verloop ongerealiseerde herwaardering bij verkoop onder voorwaarden De waarde van de ongerealiseerde herwaardering bij verkoop onder voorwaarden is € 1.580.647.
722.966
H uurd e bit e ur e n De huurachterstand uitgedrukt in een percentage van het totaal aan huren en vergoedingen bedraagt 0,79% (2013: 0,82%). Het aantal huurdebiteuren zijn naar maand van ontstaan van de vordering als volgt in te delen: 2014 2013 - tot 1 maand 88 116 - 1 maand tot 2 maanden 24 18 - 2 tot 3 maanden 8 12 - 3 maanden en langer 14 15 totaal 134 161
Verloop ongerealiseerde herwaarderingsreserve Bedrijfswaarde onroerende zaken in exploitatie, sociaal Historische kostprijs onroerende zaken in exploitatie, sociaal Ongerealiseerde herwaarderingsreserve per 1 januari Af: Realisatie ongerealiseerde herwaarderingsreserve Mutatie uit hoofde van stijging respectievelijk daling van actuele waarde Overige mutaties Ongerealiseerde herwaarderingsreserve per 31 december
Sociaal Commercieel 131.216.382 14.938.136 93.902.337 37.314.045 3.900.841-
11.683.182 3.254.955 -
917.367- 12.528.656-
3.741.913 1.151.501
19.967.182
8.148.369
Jaarrekening - 5
78
80
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
toelichting 31 dec. 14 x E 1,-
Ongerealiseerde herwaardering bij verkoop onder voorwaarden Stichting Rhiant heeft woningen verkocht onder voorwaarden. Hierbij is de verkoopprijs afgezet tegen de boekwaarde. Dit verschil is de ongerealiseerde herwaardering.
81
31 dec. 13 x E 1,-
Jaarrekening - 5
Egalisati e r e s e rv e
31 dec. 13 x E 1,-
8
BWS-subsidies Saldo begin boekjaar af: te ontvangen bijdrage
- -
15.728 15.728
Egalisatiereserve ultimo boekjaar
-
-
De Egalisatierekening is in 2013 definitief afgelopen. Reguliere jaarbijdragen werden ten gunste van het resultaat in het betreffende jaar gebracht.
ov e rig e V oorzi e ning e n
9
Latente belastingverplichtingen 9,1 Latente belastingen verkopen
726.000
750.000
Overige voorzieningen 9,2 Saldo begin boekjaar, loopbaanbudget Dotatie Onttrekking Voorziening loopbaanbudget ultimo boekjaar
66.100 1.650 - 67.750
63.100 3.000 66.100
793.750
816.100
Voorzieningen ultimo boekjaar
Leningen overheid 10,1 Saldo begin boekjaar bij: nieuwe leningen af: aflossingen/stortingen schuldrestant ultimo boekjaar leningen overheid af: aflossingsverplichting komend jaar Boekwaarde leningen overheid Leningen kapitaalmarkt 10,2 Saldo begin boekjaar bij: nieuwe leningen af: aflossingen/stortingen Schuldrestant ultimo boekjaar leningen kapitaalmarkt af: aflossingsverplichting komend jaar Boekwaarde leningen kapitaalmarkt Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden 10,3 Saldo begin boekjaar bij: verkochte woningen onder voorwaarden af: ingekochte woningen onder voorwaarden Herwaarderingen Saldo eind boekjaar Schulden op lange termijn ultimo boekjaar
117.556 - 49.977 67.579 2.539 65.040
Jaarrekening - 5
SCHULDEN OP LANGE TERMIJN 10 toelichting 31 dec. 14 x E 1,-
146.119 28.563 117.556 4.154 113.402
91.664.414 90.341.613 - 10.400.000 7.085.104 9.077.198 84.579.311 91.664.414 9.785.383 7.080.146 74.793.927 84.584.268
22.045.072 23.041.745 292.095 1.059.375 2.162.242- 1.377.1721.326.036- 678.87618.848.889 22.045.072 93.707.857 106.742.742
SWAP Voorziening loopbaanbudget De voorziening loopbaanbudget dient ter dekking van de nog te maken kosten voor het loopbaanbudget per werknemer. De werknemer die op 1 januari 2010 5 jaar of korter in dienst is bij de onderneming, heeft recht op een loopbaanontwikkelingsbudget naar rato. Dit budget is voor werknemers in die 5 jaar of langer in dienst zijn € 4.500,--. Voor de werknemer die korter in dienst is is dit € 900,-- per jaar voor de dienstjaren in dienst. Dit budget loopt tot en met 31 december 2014. Rhiant heeft dit budget laten doorlopen conform afgelopen CAO. Deze verplichting voor de werkgever geldt alleen zolang de werknemers in dienst zijn. De werknemer mag aanspraak maken op dit budget om studie's te bekostigen die met een toekomstige functie te maken hebben. De opgenomen voorziening is gebaseerd op 75% van het totale berekende jaarbudget.
Ultimo boekjaar kunnen de marktwaarden van de aangetrokken Swaps als volgt worden gespecificeerd: Financiering tarief periode van t/m marktwaarde BNG - € 4 mln roll-over 4,264% 5-3-2007 - 5-3-2017 504.978- BNG - € 4 mln roll-over 4,389% 3-3-2008 - 5-3-2018 688.228- BNG - € 4 mln roll-over 4,423% 3-2-2009 - 4-2-2019 855.592- BNG - € 5 mln roll-over 4,750% 5-4-2010 - 3-4-2020 1.350.494- Rabobank - € 6 mln roll-over 3,890% 1-9-2011 - 1-9-2021 1.421.238- Rabobank - € 6 mln roll-over 3,805% 1-12-2011 - 2-12-2019 1.034.566- 5.855.096-
marktwaarde bij 1% rente daling 592.412- 822.731- 1.037.857- 1.658.542- 1.878.868- 1.343.891- 7.334.301-
marktwaarde bij 2% rente daling 682.880963.2091.229.7531.986.1442.373.0031.673.1938.908.182-
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 5
Alle Swaps zijn per 31 december 2014 in een effectieve hedgerelatie betrokken. Rhiant heeft geen csa-contracten waarin breakclausules of margin calls zijn opgenomen waarvoor bijstortingen nodig zouden kunnen zijn. De marktwaarde van de Swaps is op balansdatum negatief. Rhiant maakt gebruik van derivaten met als doel het stabiliseren van de rentelasten van de aangetrokken roll-over-leningen, welke per definitie een variabele rente hebben. Middels het aantrekken van de Swaps is deze variabele rente omgezet in een vaste lange rente. Met het aantrekken van roll-over leningen kan Rhiant flexibel inspelen op actuele vermogensbehoeften. Er is om die reden geen noodzaak een negatieve dan wel positieve marktwaarde van de Swaps als resultaat te verantwoorden. Voor de afgesloten Swaps zijn geen afspraken met de bank gemaakt om negatieve marktwaarden te storten.
Zekerheden Voor één lening is de borging en achtervang via de gemeente Hendrik Ido Ambacht geregeld. Voor alle andere aangetrokken leningen heeft het Waarborgsom Sociale Woningbouw (WSW) zich garant gesteld. De gemeente Hendrik Ido Ambacht heeft voor deze leningen de achtervangpositie aanvaard. Er zijn verder geen aanvullende zekerheden aan financiers verstrekt. WSW-obligoverplichting Per 31 december 2014 heeft Rhiant een obligoverplichting jegens het WSW ten bedrage van € 2.840.352,= (31 december 2013 € 3.045.818) uit hoofde van de door het WSW verstrekte borgstellingen. toelichting 31 dec. 14 31 dec. 14 x E 1,- x E 1,-
S C H U L D E N O P kort e T E R M I J N 1 1
In de contracten met de BNG zaten toezicht belemmerende bepalingen. De contracten met de Rabobank bevat geen toezicht belemmerende bepalingen. Eind 2014 zijn de contracten met de BNG gewijzigd. Hierdoor zijn er geen toezicht belemmerende bepalingen meer ultimo 2014. Basisrenteleningen Ultimo boekjaar kunnen de marktwaarden van de aangetrokken basisrenteleningen als volgt worden gespecificeerd: Financiering tarief NWB - € 4 mln 3,4900% BNG - € 4 mln 3,1600%
spread periode van t/m 0,35 2-5-2013 - 2-5-2057 0,50 3-3-2014 - 1-3-2044
83
marktwaarde 7.227.307- 7.171.610- 14.398.917-
nominale waarde 4.400.0005.000.0009.400.000-
Crediteuren
11,1
292.113
358.251
Rekening courant banken
11,2
-
-
Belastingen en sociale premies 11,3 - vennootschapsbelasting - loonbelasting en sociale premies - omzetbelasting totaal belastingen en sociale premies
- 55.989 15.655 71.644
65.160 10.665 75.825
Schulden aan groepsmaatschappijen
11,4
-
-
Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen
11,5
-
643.587
Transitoria 11,6 - transitorische rente geldleningen - aflossingsverplichting leningen komend jaar - vooruitontvangen huren - nog te verrekenen servicekosten met huurders - te verrekenen huursubsidie - overige transitoria totaal transitoria ultimo boekjaar
1.580.643 9.787.922 147.855 228.119 - 137.432 11.881.971
1.529.558 7.084.300 101.358 78.284 1.225 140.587 8.935.313
In de voorwaarden van deze basisrenteleningen is sprake van embedded derivaten. Marktwaarde leningen De marktwaarde de langlopende leningen ligt met € 105.093.736 op 124,2% van de nominale waarde. (Voor 2013 ligt de marktwaarde van de langlopende leningen met E 102.763.874,- op 111,94% van de nominale waarde). Rentevoet 2014 2013 Gemiddelde rentevoet leningen overheid 4,83% 4,20% Gemiddelde rentevoet leningen kapitaalmarktleningen 3,94% 3,62% Gemiddelde rentevoet leningen totale portefeuille 3,94% 3,62% Indicatie looptijd en rentevast Schuldrestant van de leningen met een looptijd langer dan 5 jaar Rentevastperiode langer dan 5 jaar
€ 45.484.897 € 39.161.993
Schulden op korte termijn ultimo boekjaar
12.245.728 10.012.977
De afloop van de crediteuren vertoont een normaal beeld. De post 'Schulden aan groepsmaatschappijen' heeft betrekking op Energie BV. De post 'Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen' heeft betrekking op de verschuldigde vermogensbijdrage in de liquidatie van Volgerlanden OntwikkelingsCombinatie VOF. De post 'transitorische rente geldleningen' heeft betrekking op de rentelasten van de leningen vanaf de laatste vervaldatum tot en met einde boekjaar.
Jaarrekening - 5
82
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
6: Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Jaarrekening - 6
Obligo WSW WSW-deelnemers hebben naar het WSW een zogeheten obligoverplichting. Deze verplichting is voorwaardelijk. Zolang het risicovermogen van het WSW voldoende is om eventuele betalingsverplichtingen van WSW-deelnemers over te nemen, wordt geen beroep gedaan op deze obligoverplichting. De obligoverplichting voor Rhiant bedraagt € 2.840.352,=. Aangegane verplichtingen. Inzake activa in ontwikkeling zijn geen verplichtingen aangegaan. Derivaten Rhiant maakt gebruik van derivaten, interest swaps. Te weten payer swaps. Rhiant maakt gebruik van deze swaps om lange rentevast perioden mogelijk maken met lage liquiditeitsopslagen (bancaire opslagen) voor de onderliggende lening. De swaps worden dus nooit afgesloten zonder onderliggende lening. De zogenaamde hedging. Voor de hedging activiteiten met interest rate swaps past Rhiant hedge accounting toe. Rhiant maakt daarbij gebruik van het kostprijs hedge accounting model, zoals opgenomen in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, Richtlijn 290 Financiële Instrumenten. Deze richtlijn voorziet in de mogelijkheid om hedging instrumenten te waarderen op kostprijs, overeenkomstig de waardering voor de herziening van deze standaard en daarmee in lijn met voorgaande verslagjaren.
Regels Rhiant met betrekking tot derivaten • Er dient steeds een verband te bestaan tussen enerzijds de opbouw van de leningenportefeuille en beleggingen en/of nieuw aan te trekken middelen en anderzijds het gebruik van rente-instrumenten. Het volume en de looptijd van de renteinstrumenten sluit aan bij de omvang en duur van de gesignaleerde risico’s. • De gebruikte rente-instrumenten zijn uitsluitend toelaatbaar om het rentetype van de leningenportefeuille te veranderen dan wel om de renterisico’s te beperken. • Het gebruik van rente-instrumenten met een ‘open einde’ (zoals het verkopen (‘schrijven’) van opties zonder onderliggende waarde) is niet van toepassing, conform de regelgeving. Tegenpartijrisico • Anders dan bij leningen, waarbij het tegenpartijrisico geheel bij de financier ligt, kan bij rente-instrumenten het tegenpartijrisico bij (één van) beide partijen liggen. Om te voorkomen dat de tegenpartij niet aan haar verplichtingen kan voldoen, wil Rhiant haar tegenpartijrisico beperken. Hiervoor staan Rhiant de volgende instrumenten ter beschikking: - Spreiding van transacties over meerdere partijen. - Het overeenkomen van verplichte periodieke marktwaardeverrekening (bijvoorbeeld in de vorm van een Credit Support Annex (‘CSA’; een bijlage met specifieke afspraken over marktwaardeverrekening). Dit heeft echter wel tot
nomen van de kosten van het afwikkelen van de rente-instrumenten en een analyse van de consequenties voor het renterisico van Rhiant. gevolg dat Rhiant zelf mogelijk op enig moment liquide middelen moet stallen bij haar tegenpartij. Dit resulteert in een liquiditeitsrisico. In beginsel zal Rhiant niet opteren voor een CSA. Teneinde het tegenpartijrisico te beperken, hanteert Rhiant de volgende uitgangspunten: • Als Rhiant met een tegenpartij een CSA overeenkomt, zal altijd minimaal sprake zijn van gelijkwaardige tweezijdigheid. • Tweezijdigheid impliceert dat zowel de bank als Rhiant dezelfde threshold (drempel) zullen toepassen. In ieder geval zal de threshold van Rhiant nooit hoger zijn dan die van de bank. • Rente-instrumenten mogen alleen worden aangegaan met solide tegenpartijen. Aan deze tegenpartijen worden de volgende eisen gesteld: - Hoofdvestiging in een lidstaat van de Europese Unie of Zwitserland. - De kredietwaardigheid dient door minimaal twee ‘rating agencies’ als minimaal ‘Strong’ (A) beoordeeld te zijn. Dit geldt voor zowel de tegenpartij zelf, als voor de staat waarin zij gevestigd is. - Indien de rating van een tegenpartij, dan wel de staat waarin deze gevestigd is, verlaagd wordt (‘downgrading’), tot een niveau lager dan ‘Strong’ (A), zal onderzocht worden of het gewenst en mogelijk is om lopende rente-instrumenten af te wikkelen. Binnen twee weken na de ‘downgrading’ zal daartoe aan de directeur-bestuurder een voorstel ter goedkeuring worden voorgelegd. In dit voorstel wordt een berekening opge-
Liquiditeitsrisico Regels Rhiant met betrekking tot liquiditeitsrisico's Als een vorm van verplichte marktwaardeverrekening wordt overeengekomen, ontstaat een liquiditeitsrisico: bij een negatieve marktwaarde moeten immers liquide middelen worden gestald bij de tegenpartij. Om dit risico te beheersen gelden de volgende voorwaarden: • Van rente-instrumenten (inclusief eventueel nieuw af te sluiten rente-instrumenten) waarvoor met de tegenpartij een vorm van marktwaardeverrekening is overeengekomen, wordt de marktwaarde berekend op basis van een rekenrente van 1,5% voor de gehele rentecurve. Dit is historisch een goede ondergrens gebleken voor de lange rente (10 jaar). De aldus verkregen waarde wordt vervolgens verminderd met de in het kader van de verrekening afgesproken Thresholds. Het resultaat hiervan is het 'formele liquiditeitsrisico'. • Als Rhiant rente-instrumenten in portefeuille heeft waarop geen verplichte marktwaardeverrekening van toepassing is, maar wel een break (zowel optional als mandatory) op een moment dat minder dan twee jaar in de toekomst ligt, worden ook deze swaps in bovenstaande berekening van het liquiditeitsrisico meegenomen. • Break clauses worden zoveel mogelijk gespreid in de tijd. Per individuele tegenpartij zal niet meer dan één breakmoment per jaar van toepassing zijn. • Zolang het, volgens bovenstaande
methodiek, berekende liquiditeitsrisico de omvang van € 2 mln. (liquiditeitsnorm) niet overschrijdt, mogen nieuwe rente-instrumenten worden afgesloten bij banken die marktwaardeverrekening hanteren. Voorwaarde is wel dat de nieuwe rente-instrumenten vervolgens niet tot een overschrijding van deze liquiditeitsnorm leiden. • Rhiant zorgt ervoor dat zij te allen tijde kan beschikken over bovengenoemd bedrag voor het storten van margin calls. Dit kan in de vorm van faciliteringsvolume bij het WSW, ruimte op variabele roll-over leningen of het niet opgenomen gedeelte van de bancaire kredietfaciliteit. Huidig liquiditeitsrisico Rhiant heeft per balansdatum geen derivaten waarvoor een afspraak geldt met betrekking tot marktwaardeverrekening. Daarmee voldoet Rhiant aan de interne regels. Kostprijs hedge accounting • De waardeveranderingen van derivaten kunnen van invloed zijn op het resultaat. Om de waardeveranderingen van rente-instrumenten buiten de resultatenrekening te houden, is het van belang de rente-instrumenten voor accounting doeleinden te koppelen aan leningen. • Voor het gebruik van interest rate swaps past Rhiant daarom hedge accounting toe. Rhiant maakt daarbij gebruik van het kostprijs hedge accounting model, zoals opgenomen in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, Richtlijn 290, Financiële Instrumenten. Voor toepassing van hedge accounting dient sprake te zijn van een effectieve relatie tussen het rente-instrument en de onderliggende lening. Deze hedge effectiviteit wordt in ieder geval één keer per
85
jaar, te weten op 31 december, bepaald. De hedge effectiviteit van Rhiant is op balansdatum 100%. Informatie derivaten Voor extra informatie over de derivaten zie de toelichting in de balans onder schulden op lange termijn.
Jaarrekening - 6
Hoofdstuk 1
84
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 6
7: Toelichting op de geconsolideerde winst en verliesrekening BATEN toelichting
2014 x E 1,-
2013 x E 1,-
Woningen en woongebouwen 12.155.985 - huurderving 1,83% 222.088- netto huur woningen en woongebouwen 11.933.898
11.492.731 24.96911.467.762
H ur e n
12
Onroerende goederen niet zijnde woningen - huurderving 0,89% netto huur onroerende goederen niet zijnde woningen totaal huren
556.458 4.967- 551.491
430.945 3.470427.476
1,82% 12.485.389 11.895.238
De huurstijging (exclusief huurderving) voor een bedrag van € 788.000,= is te verklaren door de gestegen huren als gevolg van de huurverhoging per 1 juli 2014 met gemiddeld 4%, dit leverde een huurstijging op ten opzichte van 2013 van ongeveer € 275.000,=. De huurmutatie gerelateerd aan projecten (oplevering nieuwbouw, renovatie en vervolgens verkoop) leidde tot een huurstijging van ongeveer € 205.000,=. De resterende stijging van ongeveer € 308.000,= heeft betrekking op huuraanpassingen bij mutatie en door geriefverbeteringen. De huurderving bedraagt 1,82% van de te ontvangen huur (2013: 0,24%). Door verkoop van huurwoningen is de leegstandsderving van Rhiant hoger dan voorgaande jaren. De extra derving door verkoop bedraagt E 210.000.
87
Jaarrekening - 7
86
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
toelichting
V e rgo e ding e n
2014 x E 1,-
2013 x E 1,-
Jaarrekening - 7
847.049 1- 847.048 149.554- 697.494
894.394 4.588889.806 85.787804.019
totaal vergoedingen
697.494
804.019
14
Opbrengst verkopen bestaand bezit Direct toerekenbare kosten Boekwaarde
7.943.628 220.594- 1.022.018-
3.995.642 335.335610.570-
totaal nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille
6.701.016
3.049.737
ov e rh e idsbijdrag e n
2014 x E 1,-
2013 x E 1,-
Woningen en woongebouwen Onroerende goederen niet zijnde woningen Onroerende en roerende goederen ten dienste van de exploitatie Overige zaken
4.452.002 2.077
4.399.078 968
83.227 3.870
101.562 900-
totaal afschrijvingen
4.541.176 4.500.708
LastEn
13
Overige goederen , leveringen en diensten - huurderving - te verrekenen met huurders per saldo overige goederen, leveringen en diensten
n e ttov e rkoopr e sultaat vastgo e dport e f e uill e
toelichting
A fschrijving e n
17
Specificatie afschrijvingen Woningen en woongebouwen, sociaal op bedrijfswaarde 8.352.843 Af: herwaardering ivm afschrijving bedrijfswaarde 3.900.841- Woningen en woongebouwen historische kostprijs 4.452.002 Onroerende goederen niet zijnde woningen Onroerende en roerende goederen ten dienste van de exploitatie Overige zaken
7.102.721 2.703.6434.399.078
2.077
968
83.227 3.870
101.562 900-
15 totaal afschrijvingen
BWS-subsidie complex 206 (HH/II)
-
15.728
totaal overheidsbijdragen
-
15.728
Voor een toelichting op deze post zie de toelichting op de 'Egalisatiereserve'.
ov e rig e bat e n
89
4.541.176 4.500.708
O v e rig e waard e v e rand e ring e n 18 mat e riël e vast e activa Waardeverandering voorziening onrendabele investering nieuwbouw
746.937
21.570
totaal overige waardeveranderingen
746.937
21.570
16
- resultaat bij verkoop van woningen - erfpachtcanon - interne uren projecten - administratieve vergoeding centrale antenne - antennevergoedingen - administratieve vergoeding servicekosten - overige
- 115.199 7.475 - 4.606 71.990 67.130-
122.385 79.353 4.493 57.128 7.362
totaal overige baten
132.140
270.720
De opbouw waardeverandering voorziening onrendabel investering nieuwbouw is als volgt weer te geven: Totaal waarde- verandering Volgerlanden Waardeverandering 2014 746.937 123.098-
Overige projecten 870.035
Jaarrekening - 7
88
JAARVERSLAG
toelichting
2014 x E 1,-
2013 x E 1,-
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Reis- en verblijfskosten Vergoedingen Opleidingskosten Overige personeelslasten
1.152.911 166.883 221.384 10.004 8.048 39.512 101.413
1.238.779 167.327 225.448 10.925 8.809 41.954 178.398
totaal personeelslasten
1.700.156
1.871.641
Salarissen incl. vakantiegeld Inlening personeel Ontvangen ziekengelden
1.156.725 45.218 49.032-
1.261.438 20.939 43.598-
totaal Lonen en salarissen
1.152.911
1.238.779
2014 23,0 18,6 0,7
2013 23,0 19,7 0,7
p e rson e e lslast e n
19
Jaarrekening - 7
L on e n e n salariss e n
p e rson e e lsomvang Aantal personeelsleden in dienst ultimo jaar Aantal FTE in dienst ultimo jaar Aantal FTE stagiaires in dienst ultimo jaar
Wet Normering Topinkomens De honorering van de bestuurder past niet binnen de door de minister vastgestelde nieuwe regeling voor honorering van bestuurders van woningcorporaties. Op de bestuurder van Rhiant is daarom de in de regeling opgenomen overgangssituatie van toepassing. Binnen de wet normering topinkomens kwalificeren zich de bestuurder en de leden van de Raad van Commissarissen.
Gegevens t.b.v. Wet Normering Topinkomens (WNT): Naam topfunctionaris: C.J. Oostindie Functie: directeur-bestuurder gedurende het gehele boekjaar. 1. Beloning conform WNT: € 117.934 2. Sociale verzekeringspremies : € 922
3. Vaste en variabele vergoedingen: € 75 4. Beloningen betaalbaar op termijn: € 35.799 Totaal bezoldiging € 154.730 Volgens de tabel Regeling bezoldingingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instelling volkshuisvesting 2014 valt de heer Oostindie in klasse C, met WNT norm € 103.900. De overschrijding bedraagt € 53.830. Dit is conform de overgangsregeling. Er is geen voorziening gevormd m.b.t. beloningen betaalbaar op termijn. Gedurende het boekjaar is er sprake van een dienstverband van 1 januari t/m 31 december. De arbeidstijd bedraagt 36 uur per week. Naam topfunctionaris: M.W. van der Lans Functie: directeur-bestuurder ad interim gedurende 1 januari t/m 12 maart 2014 van het boekjaar. Functie: manager wonen 13 maart t/m 31 december 2014 van het boekjaar. 1. Beloning conform WNT: € 85.006 2. Sociale verzekeringspremies : € 472 3. Vaste en variabele vergoedingen: € 150 4.Beloningen betaalbaar op termijn: € 22.078 Totaal bezoldiging € 107.706 Volgens de tabel Regeling bezoldingingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instelling volkshuisvesting 2014 valt mevrouw Van der Lans in klasse C, met WNT norm € 103.900. De overschrijding bedraagt € 3.806. Dit is conform de overgangsregeling. Er is geen voorziening gevormd m.b.t. beloningen betaalbaar op termijn. Gedurende het boekjaar is er sprake van een dienstverband van 1 januari t/m 31 december. De arbeidstijd bedraagt 36 uur per week.
Naam topfunctionaris: H. van der Velde Functie: lid en voorzitter Raad van Commissarissen gedurende het gehele boekjaar. 1. Beloning conform WNT: € 10.500 2. Sociale verzekeringspremies : € 0 3. Vaste en variabele vergoedingen: € 354 4.Beloningen betaalbaar op termijn: € 0 Totaal bezoldiging € 10.854 Volgens de tabel Regeling bezoldingingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instelling volkshuisvesting 2014 valt de heer Van der Velde in klasse C, met WNT norm € 103.900 * 7,5%= € 7.792,50. De overschrijding bedraagt € 3.061,50.Dit is conform de overgangsregeling. Er is geen voorziening gevormd m.b.t. beloningen betaalbaar op termijn. Gedurende het boekjaar is er sprake van een dienstverband van 1 januari t/m 31 december. Er zijn 5 RvC vergaderingen per jaar. Benoemd per 6 december 2011, aftredend 6 december 2015. Naam topfunctionaris: D. Vermaas Functie: lid Raad van Commissarissen en voorzitter auditcommissie gedurende het gehele boekjaar. 1. Beloning conform WNT: € 7.000 2. Sociale verzekeringspremies : € 0 3. Vaste en variabele vergoedingen: € 0 4.Beloningen betaalbaar op termijn: € 0 Totaal bezoldiging € 7.000 Volgens de tabel Regeling bezoldingingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instelling volkshuisvesting 2014 valt de heer Vermaas in klasse C, met WNT norm € 103.900 * 5%= € 5.195,00. De overschrijding bedraagt € 1.805.Dit is conform de overgangsregeling. Er is geen voorziening gevormd m.b.t. beloningen betaalbaar op termijn.
Gedurende het boekjaar is er sprake van een dienstverband van 1 januari t/m 31 december. Er zijn 5 RvC vergaderingen en 5 auditcommissies per jaar. Benoemd per 6 december 2011, aftredend 6 december 2015. Naam topfunctionaris: R.M. Calkhoven Functie: lid en vice-voorzitter Raad van Commissarissen en lid auditcommissie gedurende het gehele boekjaar. 1. Beloning conform WNT: € 7.000 2. Sociale verzekeringspremies : € 0 3. Vaste en variabele vergoedingen: € 0 4.Beloningen betaalbaar op termijn: € 0 Totaal bezoldiging € 7.000 Volgens de tabel Regeling bezoldingingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instelling volkshuisvesting 2014 valt de heer Calkhoven in klasse C, met WNT norm € 103.900 * 5%= € 5.195,00. De overschrijding bedraagt € 1.805.Dit is conform de overgangsregeling. Er is geen voorziening gevormd m.b.t. beloningen betaalbaar op termijn. Gedurende het boekjaar is er sprake van een dienstverband van 1 januari t/m 31 december. Er zijn 5 RvC vergaderingen en 5 auditcommissies per jaar. Benoemd per 11 maart 2008 en herbenoemd in maart 2012, aftredend 11 maart 2016. Naam topfunctionaris: E. van Olde Bijvank Functie: lid Raad van Commissarissen gedurende het gehele boekjaar. 1. Beloning conform WNT: € 5.195 2. Sociale verzekeringspremies : € 0 3. Vaste en variabele vergoedingen: € 0 4.Beloningen betaalbaar op termijn: € 0 Totaal bezoldiging € 5.195 Volgens de tabel Regeling bezoldingingsmaxima topfunctionarissen toegelaten
91
instelling volkshuisvesting 2014 valt mevrouw Van Olde Bijvank in klasse C, met WNT norm € 103.900 * 5%= € 5.195,00. Er is geen voorziening gevormd m.b.t. beloningen betaalbaar op termijn. Gedurende het boekjaar is er sprake van een dienstverband van 1 januari mei t/m 31 december. Er zijn 5 RvC vergaderingen per jaar. Benoemd per 19 maart 2013, aftredend 19 maart 2017. Naam topfunctionaris: E.J.M. van Herk Functie: lid Raad van Commissarissen gedurende een gedeelte van het boekjaar. 1. Beloning conform WNT: € 2.917 2. Sociale verzekeringspremies : € 0 3. Vaste en variabele vergoedingen: € 0 4.Beloningen betaalbaar op termijn: € 0 Totaal bezoldiging € 2.917 Volgens de tabel Regeling bezoldingingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instelling volkshuisvesting 2014 valt mevrouw Van Herk in klasse C, met WNT norm € 103.900 * 5% * halfjaar = € 2.598,00. De overschrijding bedraagt € 319.Dit is conform de overgangsregeling. Er is geen voorziening gevormd m.b.t. beloningen betaalbaar op termijn. Gedurende het boekjaar is er sprake van een dienstverband van 1 januari t/m 1 juni. Er zijn 5 RvC vergaderingen per jaar. Benoemd per 14 september 2010, aftredend 1 juli 2014. Inlening personeel Vanwege tijdelijke bezettingsproblemen of specifieke eenmalige projecten of werkzaamheden wordt gebruik gemaakt van het inlenen van personeel. In 2014 is personeel ingeleend ten behoeve van: - tijdelijke vervanging Front-office in verband met ziekte voor de afdeling Woondiensten
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 7
Hoofdstuk 1
90
JAARVERSLAG
- ondersteuning voor de afdeling Woondiensten in het kader van archiefwerkzaamheden Jaarrekening - 7
Personeelsverloop Voor een overzicht van de personeelsbezetting en het verloop hiervan verwijzen wij naar hetgeen in het jaarverslag is vermeld. Pensioenfonds De pensioenregeling van SPW is een toegezegde bijdrageregeling. Hierbij geldt dat Rhiant in het geval van een tekort bij SPW geen verplichting heeft tot het voldoen van aanvullende stortingen anders dan hogere toekomstige premies. Op grond hiervan wordt de pensioenregeling als een toegezegde regeling verantwoord in de jaarrekening, waarbij de jaarlijks te betalen premies ten laste van het resultaat worden gebracht. Een overschot of tekort in het bedrijfstakpensioenfonds voor de corporaties kan invloed hebben op de te betalen premies. Het fonds heeft ultimo boekjaar een dekkingsgraad van 114%. De minimale vereiste dekkingsgraad van SPW bedraagt iets meer dan 105%. Het verloop van de dekkingsgraad is afhankelijk van verschillende factoren zoals de rente, de aandelenkoersen en de levensverwachting. Deze factoren beïnvloeden het vermogen en de verplichtingen van SPW. De ontwikkeling op de financiële markten blijven op dit moment nog onzeker. Het is daarom op dit moment nog niet te zeggen hoe de dekkingsgraad van het fonds zich de komende tijd ontwikkelt
JAARVERSLAG
toelichting
L ast e n ond e rhoud
2014 x E 1,-
2013 x E 1,-
697.714 632.381 21.813 1.351.907 90.678- 1.261.230
1.014.998 572.607 3.000 1.590.605 215.8671.374.739
93
In de post 'Algemene kosten' zijn ook de kosten van de accountant verantwoord. De honoraria van de accountant over de jaren 2014 en 2013 zijn als volgt te specificeren:
20
Planmatig onderhoud Dagelijks onderhoud Overig onderhoud subtotaal lasten onderhoud af: toegerekende kosten eigen dienst totaal lasten onderhoud
De daling van het planmatig onderhoud wordt veroorzaakt doordat niet alle werken zijn opgedragen. Het betreft werken waarvan het verantwoord is om deze niet of later dan 2014 uit te voeren, daarnaast is bewust gekozen om geld te besparen. De begroting voor het jaar 2014 was €1.698.000,=.
OVERIGE WAARDEVERANDERING vlott e nd e activa 21
toelichting Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Andere niet-controlediensten Totaal van de honoraria accountant
-
445.700
totaal overige waardeveranderingen vlottende activa
-
445.700
2013 x E 1,-
50.157 13.395 30.640 20.047 114.238
39.816 4.719 24.993 8.428 77.956
N i e t - g e r e alis e e rd e waard e v e rand e ring e n vastgo e dport e f e uill e 23 Aandeel in waardeverandering woningen verkocht onder voorwaarden
Waardeverandering vlottende activa tegoed deelneming
2014 x E 1,-
311.691
237.910
R e nt e bat e n e n soortg e lijk e opbr e ngst e n 24
De vordering op Rhiant Energie B.V. is in 2013 afgewaardeerd. De reden is dat de waardering van de vordering in Rhiant Energie B.V. op dezelfde wijze moet gebeuren als bij de moeder. Dit heeft een afwaardering tot gevolg.
Ontvangen rente banken BWS-subsidies Toegerekende rente projecten Overige rentebaten
- - 23.025 19.107
688 176
b e drijfslast e n
totaal rentebaten en soortgelijke opbrengsten
42.132
864
Rentelasten leningen overheid Rentelasten leningen kapitaalmarkt Rentelasten leningen overig Toegerekende rente projecten
5.675 3.665.612 15.600 -
6.134 3.502.914 150.569
totaal rentelasten en soortgelijke kosten
3.686.887
3.659.617
22
Huisvestingskosten Bestuurskosten Algemene kosten Gemeentelijke belastingen Verzekeringen Kosten overige goederen, leveringen en diensten Saneringsheffing Verhuurdersheffing Overige bedrijfslasten totaal bedrijfslasten
42.382 12.815 964.626 745.498 21.554 478.859 389.456 1.014.191 92.587
50.870 6.713 663.752 701.305 20.526 758.384 422.775 39.700 5.695
3.761.968
2.669.719
R e nt e last e n e n soortg e lijk e kost e n 25
O v e rig e r e nt e last e n De post ‘Overige rentelasten’ bestaat voornamelijk uit de mutatie van de ‘transitorische rente leningen’.
Jaarrekening - 7
92
JAARVERSLAG
B e lasting e n
JAARVERSLAG
26
Vennootschapsbelasting totaal belastingen
vervolg toelichting vennootschapsbelasting 1.226.230 1.226.230
493.530493.530-
Jaarrekening - 7
Vennootschapsbelasting De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Sinds 1 januari 2008 vallen de corporaties integraal onder de vigerende belastingwetgeving. Rhiant heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 2 de fiscale positie ultimo 2014 en het fiscale resultaat 2014 bepaald. Omdat jurisprudentie inzake de uitwerking van VSO 2 voor corporaties nog ontbreekt kan de werkelijk te betalen of te verrekenen belasting over 2014 afwijken van de in de jaarrekening 2014 opgenomen schatting.
T o e lichting v e nnootschapsb e lasting Commercieel resultaat vóór vennootschapsbelasting, incl. deelnemingen Belastingdruk -0,7% Af: Correctie verkoopresultaat bestaand bezit i.v.m. toepassing HIR Fiscale afschrijving op activa in exploitatie Fiscale afschrijving op activa t.d.v. exploitatie Fiscale afschrijving op agio leningen O/G Fiscaal resultaat projecten, renovatie uitgaven project Hendrik Correctie niet-gerealiseerde waardeveranderingen Correctie rentetoerekening aan projecten Bij: Correctie afschrijvingen (geen fiscale kosten) Correctie overige waardeveranderingen MVA Saneringsheffing (geen fiscale kosten) Gemengde kosten aftrek Fiscale vrijval disagio leningen O/G Fiscaal resultaat 2014
4.639.739
6.826.379- 373.409- 122.155- 131.083- 2.780.123311.69115.7464.541.176 746.937 389.456 4.400 64.409
Vennootschapsbelasting: - eerste € 200.000 - daarna over restant Belastingdruk
20,0% 25,0% Totaal acute vennootschapsbelasting over 2013 19,3%
Correctie en mutatie belastinglatentie Mutatie actieve latentie verrekenbare verliezen met uitwerking aangiftevennootschapsbelasting 2012 Mutatie actieve latentie verrekenbare verliezen in verband met fiscale uitwerking opheffing VOC: Mutatie actieve latentie verrekenbare verliezen in verband met verschuiving van de jaren van verliesverrekening op basis van de fiscale meerjarenprognose: Mutatie actieve latentie 2014 u.h.v. fiscaal waarderingsverschil over de periode 2015 tot en met 2035 met betrekking tot de leningportefeuille: Mutatie passieve latentie 2014 u.h.v. fiscaal waarderingsverschil verkopen over de periode 2015 tot en met 2019: Totaal correctie en mutatie latente belastingen over 2013
-40.000 6.383 -33.617
3.840 -1.237.965 50.620 14.892 -24.000 -1.192.613
Totale vennootschapsbelasting over 2014
-1.226.230
Belastinglatenties 1. Latentie uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil leningenportefeuille 2. Latentie uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil verkopen 3. Belastingvordering ter zake van compensabele verliezen
57.454 -726.000 4.491.266
Totaal latente belastingen over 2014
3.822.720
toelichting
2014 x E 1,-
2013 x E 1,-
vof V.O.C. Stadsherstel NV
- 31.768-
751.1732.110-
Totaal deelnemingen
31.768-
753.283-
174.468-
D e e ln e ming e n
vervolg op pagina 95
95
27
Jaarrekening - 7
94
JAARVERSLAG
97
8: enkelvoudige balans per 31 december 2014
(na resultaatbestemming)
Activa Jaarrekening - 7
toelichting
31 dec. 2014 31 dec. 2013 x E 1,- x E 1,-
vast e activa Materiële vaste activa 1 Onroerende zaken in exploitatie, sociaal 1,1 117.583.932 131.216.383 Onroerende zaken in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 1,2 905.785 2.047.416 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 1,3 938.100 996.346 119.427.817 134.260.145 Vastgoedbeleggingen 2 Onroerende zaken in exploitatie, commercieel 2,1 22.057.743 14.938.136 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 2,2 19.267.082 22.151.575 Onroerende zaken in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 2,3 - 41.324.825 37.089.711 Financiële vaste activa 3 Te vorderen BWS-subsidies 3,1 - Latente belastingen en vorderingen 3,2 4.548.720 3.346.490 Deelnemingen groepsmaatschappijen 3,3 59.137 78.137 Deelnemingen 3,4 107.736 139.504 Leningen u/g 3,5 150.913 45.443 4.866.506 3.609.574
V lott e nd e A ctiva Voorraden Vorderingen Huurdebiteuren Overige debiteuren Rekening courant groepsmaatschappijen Belastingen en sociale premies Transitoria
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
4
959.339
946.114
5 5,1 5,2 5,3 5,4 5,5
101.927 99.656 28.760 125.350 216.152 571.844
102.753 94.140 118.712 57.643 391.983 765.231
Liquide middelen 6 Totaal Activa
4.252.539 864.650 171.402.870 177.535.426
Jaarrekening - 8
96
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
PASSIVA toelichting Jaarrekening - 8
EIGEN VERMOGEN
31 dec. 2014 31 dec. 2013 x E 1,- x E 1,-
9: enkelvoudige winst en verliesrekening 2014 toelichting
7
31 dec. 2014 31 dec. 2013 x E 1,- x E 1,-
B at e n Algemene bedrijfsreserve 7,1
Egalisati e r e s e rv e Egalisatiereserve
ov e rig e voorzi e ning e n
8 8
Leningen overheid Leningen kapitaalmarkt Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden
SCHULDEN OP KORTE TERMIJN
-
-
9
Latente belastingverplichtingen 9,1 Overige voorzieningen 9,2
SCHULDEN OP LANGE TERMIJN
64.654.607 59.863.788 64.654.607 59.863.788
750.000 66.100 816.100
10 10,1 10,2
65.040 113.402 74.793.927 84.584.268
10,3
18.848.889 22.045.072 93.707.857 106.742.742
11
Crediteuren 11,1 Rekening courant banken 11,2 Belastingen en sociale premies 11,3 Schulden aan groepsmaatschappijen 11,4 Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen 11,5 Transitoria 11,6 Totaal Passiva
Huren 12 Vergoedingen 13 Nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille 14 Overheidsbijdragen 15 Overige baten 16 Totaal baten
12.485.389 11.895.238 592.868 720.366 6.701.016 3.049.737 - 15.728 221.830 263.358 20.001.103 15.944.427
L ast e n 726.000 67.750 793.750
293.042 - 71.644 -
341.892 75.825 116.178
- 11.881.971 12.246.657
643.587 8.935.313 10.112.795
99
Afschrijvingen 17 Overige waardeveranderingen materiële vaste activa 18 Personeelslasten 19 Lasten onderhoud 20 Overige waardeveranderingen vlottende activa 21 Bedrijfslasten 22 Totaal lasten
746.937 21.570 1.700.156 1.871.641 1.239.417 1.371.739 - 445.700 3.765.404 2.662.317 11.993.090 10.873.675
Bedrijfsresultaat
8.008.012
5.070.753
23 24 25
311.691 42.091 3.671.287-
237.910 863 3.659.617-
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting
4.690.507
1.649.909
26 27
1.226.230 50.768-
493.530672.670-
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belasting
5.865.969
483.709
JAARRESULTAAT (na belastingen)
5.865.969
483.709
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten
Belastingen Deelnemingen
4.541.176
4.500.708
171.402.870 177.535.426
Jaarrekening - 9
98
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
10: kasstroomoverzicht 2014
31 dec. 14 x E 1,-
31 dec. 14 x E 1,-
101
31 dec. 13 x E 1,-
31 dec. 13 x E 1,-
Jaarrekening - 10
K asstroom uit financi e ringsactivit e it e n K asstroom uit op e ration e l e activit e it e n Bedrijfsresultaat 8.008.012 5.070.753 Aanpassingen voor: - afschrijvingen 4.541.176 4.500.708 - waardeveranderingen materiële vaste activa 746.937 21.570 - aanpassing verkoopresultaat 6.701.016- 3.049.737- vennootschapsbelasting 1.226.230 493.530 7.821.340
Ontvangsten uit langlopende schulden Aflossingen langlopende schulden Mutatie terugkoop verplichting woningen
6.049.764
Veranderingen in het werkkapitaal: - voorraden 13.225- 297.332- - vorderingen 193.387 24.318- - kortlopende schulden 569.761- 584.819 389.599- 906.469 Mutatie voorzieningen 1.650 3.000 Mutatie egalisatierekening - 15.728 1.650 12.728 Kasstroom uit bedrijfsoperaties - ontvangen rente 42.091 863 - betaalde rente 3.671.287- 3.659.617 3.629.196- 3.658.754Kasstroom uit operationele activiteiten
3.804.195
1.471.813
K asstroom uit inv e st e ringsactivit e it e n Resultaat deelnemingen Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Mutatie financiële vaste activa
50.768- 5.410.813- 15.331.435 1.256.932-
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
672.67031.528.93931.055.018 638.412
8.612.921
508.179-
- 7.159.081- 1.870.147-
10.400.000 9.084.761317.797-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
9.029.228-
997.422
Mutatie geldmiddelen
3.387.889
1.961.076
Beginstand geldmiddelen mutatie geldmiddelen
864.650 3.387.889
1.096.4261.961.076
Eindstand geldmiddelen
4.252.539
864.650
Jaarrekening - 10
Hoofdstuk 1
100
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 11
11: Algemene grondslagen voor de opstelling van de enkelvoudige jaarrekening van waardering en resultaatbepaling
12: Toelichting op de enkelvoudige balans
Algemeen Deze jaarrekening heeft betrekking op de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Alle bedragen luiden in euro's, tenzij anders vermeld.
M at e riël e vast e activa
Voor de algemene grondslagen voor de opstelling van de enkelvoudige jaarrekening, de grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat, alsmede voor de toelichting op de onderscheiden activa en passiva en de resultaten wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening, voor zover hierna niet anders wordt vermeld. 1 . Fi na n c i ë l e v as t e a c t iv a Deelnemingen in groepsmaatschappijen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde, doch niet lager dan nihil. Deze nettovermogenswaarde wordt berekend op basis van de grondslagen van Woningcorporatie Rhiant. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer Woningcorporatie Rhiant geheel of ten dele instaat voor schulden van de desbetreffende deelneming, respectievelijk de feitelijke verplichting heeft de deelneming (voor haar aandeel) tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening gevormd. Bij het bepalen van de omvang van deze voorziening wordt rekening gehouden met reeds op vorderingen op de deelneming in mindering gebrachte voorzieningen voor oninbaarheid. 1.1 Vorderingen op groepsmaatschappijen De vorderingen op groepsmaatschappijen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.
activa toelichting
31 dec. 2014 31 dec. 2013 x E 1,- x E 1,-
1
Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Onroerende zaken in exploitatie, sociaal 1,1 - woningen en woongebouwen - onroerende goederen niet zijnde woningen Totaal Onroerende zaken in exploitatie Onroerende zaken in ontwikkeling, sociaal 1,2 - project Volgerlanden - project Veersedijk - overige projecten Totaal Onroerende zaken in ontwikkeling Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 1,3 - bedrijfspand en terreinen - kantoorinventaris, werkplaats - vervoermiddelen Totaal Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Totaal Materiële vaste activa
117.058.704 130.678.307 525.228 538.076 117.583.932 131.216.383
6.900 931.712 32.827- 905.785
6.900 844.004 1.196.513 2.047.416
716.128 133.419 88.553
752.758 143.090 100.498
938.100
996.346
119.427.817 134.260.145
103
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 12
102
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt weer te geven:
Jaarrekening - 12
Totaal Materiële vaste activa Stand per 1 januari 2014
Onroerende zaken in exploitatie, sociaal
Onroerende Onroerende en zaken in roerende zaken ontwikkeling, ten dienste van sociaal de exploitatie
134.260.145
131.216.383
2.047.416
996.346
Mutaties in de boekwaarde - investeringen - subsidies - desinvesteringen - afschrijvingen - herclassificatie woningen - overige waardeveranderingen Totaal mutaties in het boekjaar
5.118.718 - 6.553.704- 8.355.346- 3.377.694- 1.664.304- 14.832.329-
49.990 - 1.034.537- 8.352.843- 3.377.694- 917.367- 13.632.451-
5.008.627 - 5.403.322- - - 746.937- 1.141.632-
60.101 115.8442.50358.246-
Stand per 31 december 2014
119.427.817
905.785
938.100
117.583.932
Stand per 31 december 2014 totaal investeringen totaal cumulatieve waardevermindering totaal Stand per 31 december 2014 Herwaardering Historische kostprijs per 31 december 2014
119.427.817 19.967.182- 99.460.635
117.583.932 19.967.182- 97.616.750
1.975.820 1.070.035905.785 905.785 - 905.785
938.100 938.100
Investeringen Onroerende zaken in exploitatie, sociaal: Er is geinvesteerd in geriefverbeteringen en energiemaatregelen a € 49 duizend. Onroerende zaken in ontwikkeling, sociaal: Er is geïnvesteerd in nieuwbouwprojecten. Hierbij was 1 project in uitvoering. Dit betreft project "Hendrik". Het grootste deel van de investeringen heeft hier betrekking op a € 4,8 miljoen. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie: De investeringen hebben betrekking op ICT en kantoorinventaris à € 18 duizend.En vervoermiddelen a € 42 duizend Desinvesteringen Onroerende zaken in exploitatie, sociaal: De desinvesteringen hebben betrekking op de verkoop van 49 woningen in diverse complexen in de vrije verkoop. Onroerende zaken in ontwikkeling, sociaal: Het bedrag aan desinvesteringen heeft betrekking op de oplevering van 1 project te weten Hendrik. Onroerende zaken ten dienste van de exploitatie: Het bedrag aan desinvesteringen heeft in hoofdzaak betrekking op de verkoop van 5 vervoermiddelen.
105
Afschrijvingen Investeringen en na-investeringen in woningen en woongebouwen worden lineair afgeschreven tot einde levensduur (max. 50 jaar). Voor de afschrijvingstermijnen en gevolgde systemathiek luiden als volgt: Grond geen afschrijvingen 0 jaar Casco lineair 50 jaar Installaties lineair 20 jaar Inrichting lineair 15 jaar Over vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie wordt niet afgeschreven. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden lineair afgeschreven. Bedrijfsgebouw lineair 30 jaar Terreinen geen afschrijvingen 0 jaar Installaties lineair 20 jaar Inventaris lineair 10 jaar ICT lineair 5 jaar Vevoermiddelen lineair 5 jaar Het bedrag aan correctieafschrijvingen vermeld bij ‘onroerende zaken ten dienste van de exploitatie’ heeft betrekking op de desinvestering van verkochte vervoermiddelen. Herclassificatie woningen Onroerende zaken in exploitatie, sociaal: Dit betreft 46 woningen die met de huur boven de liberalisatiegrens zitten en worden aangemerkt als commerciele woningen volgens de RJ645.Hierdoor vind een herclassificatie plaats. Alle woningen zijn wel met een sociaal contract. En zijn volgens de woningwet nog wel sociale woningen. Overige waardeveranderingen Onroerende zaken in exploitatie, sociaal: De waardeverandering betreft de mutatie in de bedrijfswaarde per 31 december 2014 in relatie tot 31 december 2013. Onroerende zaken in ontwikkeling, sociaal: De waardeverandering betreft de mutatie in de voorziening onrendabele top per 31 december 2014 in relatie tot 31 december 2013. Deze voorziening is in mindering gebracht op de uitgaven gedaan voor de onroerende zaken in exploitatie, sociaal. Actuele waarde Onder bedrijfswaarde wordt verstaan de contante waarde van de netto-omzet, ofwel het saldo tussen de toekomstige opbrengsten en kosten (exclusief rente en afschrijving). De mutatie in de bedrijfswaarde wordt hieronder gespecificeerd. De waarde van de onroerende zaken in exploitatie, sociaal, gebaseerd op de bedrijfswaarde bedraagt ultimo boekjaar € 117,6 miljoen (2013: € 131,2 miljoen) inclusief de
Jaarrekening - 12
104
JAARVERSLAG
grond (tegen contante waarde, conform methodiek CFV). De afname van de bedrijfswaarde in het verslagjaar met een bedrag van € 13,6 miljoen (10,4 %) ten opzichte van vorig jaar laat zich als volgt verklaren: Jaarrekening - 12
x € 1.000,= Bedrijfswaarde vorig verslagjaar incl grond 131.217 Autonome ontwikkelingen 4.401Voorraadmutatie's 967Parameterwijzigingen 1.193Exploitatiebeleid - huren 6.332 - onderhoudsuitgaven 336 - verhuurdersheffing 720 - overige exploitatie-uitgaven 651 6.737Investeringsbeleid - Verkoop 838 - Sloop - Woningaanpassingen 1.100 - Energiebeleid 537 1401 Herclassificatie van sociaal naar commercieel vastgoed 1.390 117.930 Mutatie contante waarde grond 346Bedrijfswaarde verslagjaar incl. grond 117.584
In de bedrijfswaarde is het volgende ingerekend: * Inflatievolgend huurbeleid plus inkomensafhankelijke huurverhoging. * Verhuurdershefffing tot einde levensduur * In verband met niet vastgoed gerelateerde heffing, geen saneringsheffing ingerekend. * De sloop en de verkopen zijn alleen voor de eerste 5 jaren ingerekend. In de bedrijfswaarde is rekening gehouden met de verhuurdersheffing welke in het woonakkoord van 2013 is benoemd. Hierbij is de heffing voor de gehele levenshuur van het bezit ingerekend. Er is rekening gehouden met de extra verdiencapaciteit van de huurverhogingen om de verhuurdersheffing te financieren, de zogenaamde inkomensafhankelijke huurverhoging. Hierbij is rekening gehouden met het stijgen van de huren tot de aftoppingsgrens. De extra verdiencapaciteit neemt hiermee op termijn af tot nul. Waarde onroerendzaakbelasting De onroerende zaken in exploitatie - sociaal - zijn in het kader van de Wet onroerendzaakbelasting (WOZ) per 1 januari 2014 gewaardeerd op € 265 miljoen.
JAARVERSLAG
Verzekeringen De onroerende goederen in exploitatie, sociaal, zijn tegen brand verzekerd voor een waarde van € 224,6 miljoen. De verzekerde waarde van het bedrijfspand bedraagt € 1,5 miljoen. De verzekerde waarde van de inventaris bedraagt € 292.000,=. Aanpassingen van de verzekerde waarden geschieden volgens de indexclausule. Verder zijn er verzekeringen afgesloten voor wettelijke aansprakelijkheid, geldtransport, wagenpark, collectieve ongevallen, glasverzekering, verzuimverzekering, milieuverzekering en bestuurdersaansprakelijkheid.
toelichting
V astgo e db e l e gging e n
31 dec. 2014 31 dec. 2013 x E 1,- x E 1,-
2
Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Onroerende zaken in exploitatie, commercieel 2,1 - woningen en woongebouwen - Grond woningen verkocht onder voorwaarden totaal Onroerende zaken in exploitatie Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 2,2 totaal Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Onroerende zaken in ontwikkeling, commercieel 2,3 - project Volgerlanden - overige projecten totaal Onroerende zaken in ontwikkeling Totaal Vastgoedbeleggingen
19.953.607 2.104.136 22.057.743
12.834.000 2.104.136 14.938.136
19.267.082
22.151.575
19.267.082
22.151.575
- - -
-
41.324.825
37.089.711
107
Jaarrekening - 12
106
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 12
Het verloop van de vastgoedbeleggingen is als volgt weer te geven: Onroerende Onroerende zaken in zaken Totaal Vastgoed exploitatie, verkocht onder beleggingen commercieel voorwaarde Oorspronkelijke contractprijs 22.350.446 Herwaarderingen 198.871Stand per 1 januari 2014 37.089.711 14.938.136 22.151.575 Mutaties in de boekwaarde - investeringen - subsidies - desinvesteringen - afschrijvingen - herwaarderingen - herclassificatie woningen - overige waardeveranderingen totaal mutaties in het boekjaar
292.095 - 2.162.242- - 1.014.345- 3.377.694 3.741.913 4.235.115
- - - - - 3.377.694 3.741.913 7.119.607
Onroerende zaken in ontwikkeling commercieel
292.095 - 2.162.242- - 1.014.345- - - 2.884.492-
-
-
Oorspronkelijke contractprijs Herwaarderingen Stand per 31 december 2014 41.324.826 22.057.743
20.556.469 1.289.387- 19.267.082
-
Stand per 31 december 2014 Herwaardering Historische kostprijs per 31 december 2014
19.267.082 - 19.267.082
-
41.324.826 8.148.369- 33.176.457
22.057.743 8.148.369- 13.909.374
Investeringen Onroerende zaken verkocht onder voorwaarde: De investeringen bij betreffen teruggekochte woningen via Koopgarant. Desinvesteringen Onroerende zaken verkocht onder voorwaarde: Het bedrag aan desinvesteringen heeft betrekking op de verkoop van woningen via Koopgarant. Afschrijvingen Op vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. Herclassificatie woningen Onroerende zaken in exploitatie, commercieel: Dit betreft 46 woningen die met de huur boven de liberalisatiegrens zitten en worden aangemerkt als commerciele woningen volgens de RJ645.Hierdoor vind een herclassificatie plaats. Alle woningen zijn wel met een sociaal contract. En zijn volgens de woningwet nog wel sociale woningen.
109
Actuele waarde De actuele waarde van commercieel vastgoed in exploitatie is gebaseerd op een waardering door een onafhankelijke en ter zake kundig taxateur. Bij de bepaling van de actuele waarde zijn de volgende uitgangspunten toegepast: - de totale omvang van onroerende zaken in exploitatie, commercieel, is getaxeerd per 31 december 2014 - de taxatie is verricht door een externe taxateur - de taxatiewaarde is de waarde in verhuurde staat, bepaald via de DCF berekening. - de waardering heeft plaatsgevonden na visuele inspectie van de buitenzijde van de woningen. Bij de bedrijfsmatige objecten heeft de taxateur gebruik gemaakt van plattegronden en de binnen het taxatiekantoor aanwezige bekendheid van de aard en indeling van de betreffende objecten opgedaan bij voorgaande taxaties - de waardering is gebaseerd op de door Rhiant aangegeven huren van de objecten, waarbij taxateur ervan uitgaat dat deze huren marktconform zijn - de taxtatie vind eens per 3 jaar plaats Ultimo boekjaar bedraagt de waarde van de onroerende zaken in exploitatie - commercieel - gebaseerd op de taxatiewaarde € 22,0 miljoen (2013: € 14,9 miljoen). De stijging van € 7,1 miljoen komt door een toename van het commercieel vastgoed in omvang en een waarde stijging. De omvang is gestegen in aantal met 25 woningen voor een waarde van € 3,4 miljoen door herclassificatie van sociaal bezit conform de toetsing op huurprijs vermeld in de RJ 645. De taxatiewaarde is gestegen met totaal € 7,1 miljoen. Te weten € 6,6 miljoen van de herclassificatie woningen en 0,5 miljoen voor de overige woningen. Deze toename (3,96%) ten opzichte van vorig jaar laat zich verklaren door de stijgende markt in commerciële verhuur en de gevolgen die dit heeft voor de aard en omvang van de af te sluiten huurcontracten. De waarde van de onroerende zaken verkocht onder voorwaarde is gebaseerd op de laatst bekende verkoopprijs minus de verstrekte korting. De waardering is vastgesteld door een externe onafhankelijke en ter zake kundige taxateur. De taxatie vind plaats bij verkoop en terugkoop van de woning. Door verkoop van een aantal woningen in referentie complexen is de waarde gedaald t.o.v. vorig boekjaar. In absolute zin is het aantal woningen afgenomen door verkoop van woningen onder voorwaarde in de vrije verkoop. De totale omvang van de onroerende zaken verkocht onder voorwaarde bestaat uit MGE woningen en Koopgarantwoningen. De bedrijfswaarde van de onroerende zaken in exploitatie, commercieel bedraagt boekjaar € 28,6 miljoen inclusief de grond (tegen contante waarde, conform methodiek CFV) Aantallen onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Aantal eenheden, exclusief nog te verkopen per 1 januari Verkopen Terugkopen Aantal eenheden, exclusief nog te verkopen per 31 december
2014
2013
153 2 15-
155 7 9-
140
153
Waarde onroerendzaakbelasting De onroerende zaken in exploitatie, commercieel, zijn in het kader van de Wet onroerendzaakbelasting (WOZ) per 1 januari 2014 gewaardeerd op € 13 miljoen. Verzekeringen De onroerende goederen in exploitatie, commercieel, zijn tegen brand verzekerd voor een waarde van € 17,6 miljoen. Aanpassingen van de verzekerde waarden geschieden volgens de indexclausule.
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 12
Hoofdstuk 1
108
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
toelichting
F inanciël e vast e activa
Deelnemingen in groepsmaatschappijen Stichting Rhiant is enig aandeelhouder van Rhiant Holding BV. De besloten vennootschap Rhiant Holding BV is opgericht op 18 januari 2001 als BV Projectontwikkeling Algemeen Belang. Op 29 mei 2008 heeft een statutenwijziging plaatsgevonden, waarbij tevens de naam van de BV is gewijzigd. Het totale eigen vermogen per balansdatum bedraagt € 59.136,=. Directeur-bestuurder is de heer C.J. Oostindie.
31 dec. 2014 31 dec. 2013 x E 1,- x E 1,-
3
Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Jaarrekening - 12
Latente belastingen en vorderingen 3,2 Latente belastingen agio/disagio leningen Compensabele verliezen vennootschapsbelasting Totaal latente belastingen en vorderingen
57.454 4.491.266 4.548.720
72.346 3.274.144 3.346.490
Deelnemingen groepsmaatschappijen 3,3 - Rhiant Holding BV Totaal Deelnemingen groepsmaatschappijen
59.137 59.137
78.137 78.137
Deelnemingen 3,4 - vof V.O.C. - Woningnet NV - Stadsherstel Drechtsteden NV Totaal Deelnemingen
- 1.565 106.171 107.736
1.565 137.939 139.504
Leningen u/g 3,5 - Leningen u/g - Voorziening StartersRenteRegeling Totaal Leningen u/g
153.134 2.220- 150.913
46.112 66945.443
4.866.506
3.609.574
Totaal Financiële vaste activa
Rhiant Holding BV is enig aandeelhouder van Rhiant Energie BV.
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt weer te geven: Latente belastingen Stand per 1 januari 2014 3.346.490 Mutaties in de boekwaarde - verkrijgingsprijs - - waardeveranderingen 1.202.230 - resultaat - - dividend / uitkeringen - - subsidies - - voorziening - totaal mutaties in het boekjaar 1.202.230 Stand per 31 december 2014 4.548.720
Deelneming groepsmaat- schappijen 78.137 19.00019.00059.137
Overige deelnemingen
Leningen u/g
139.504
45.443
- - 31.768- - - - 31.768- 107.736
107.690 2.220105.470 150.913
Overige deelnemingen Per 1 januari 2003 is besloten het volledige eigendom van de huurwoningen direct over te dragen naar de corporaties bij oplevering terwijl het resultaat op de koopwoningen binnen de VOC blijft. Dit aandeel in de koopwoningen wordt als deelneming geactiveerd. Het bedrag volgt volledig uit de jaarrekening van de VOC, waarin de afzonderlijke vermogensdeelnemingen van de diverse corporaties vermeld staan. Dit bedrag wordt enerzijds gemuteerd door het resultaat van de VOC in de komende jaren, anderzijds door eventuele uitbetalingen. In maart 2013 heeft er een bestuurlijke evalutatie plaatsgevonden. Gezien de beperkte restant opgave in relatie met de steeds langer wordende doorlooptijd van de projecten is besloten te streven naar opheffing van de VOC per uiterlijk 31 december 2013. In 2013 is door de betrokken stakeholders een overeenkomst getekend ten behoeve van de financiële
en juridische beëindiging van de VOF. Dientengevolge is in 2013 een liquidatiejaarrekening opgesteld. De gevolgen voor Rhiant op basis van deze jaarrekening zijn in de waardering van de deelneming verwerkt in de jaarrekening 2013. In 2014 is de formele afwikkeling geweest conform de opgestelde liquidatiejaarrekening in 2013 en heeft derhalve geen invloed op het boekjaar 2014. Vennoten in de VOC waren: Woningcorporatie Rhiant, H.I. Ambacht, aandeel in geplaatst kapitaal 30% Woningcorporatie Woonkracht 10, Zwijndrecht, aandeel in geplaatst kapitaal 30% Woningcorporatie Trivire, Dordrecht, aandeel in geplaatst kapitaal 40% Het totale eigen vermogen per balansdatum bedraagt € 0,=. Directeur is de heer G.J. van de Beuken Deelname Woningnet NV Als gevolg van de participatie in Stichting Woonkeus Drechtsteden heeft Rhiant, evenals de overige deelnemende corporaties, 100 aandelen (€ 1.565,=) in Woningnet NV aangekocht. Stichting Woonkeus Drechtsteden werkt sinds 1 juli 2004 nauw samen met Woningnet NV. Deelname percentage Rhiant is minder dan 20% Het totale eigen vermogen per balansdatum bedraagt € 7,4 miljoen Directeur is de heer J.M.W. Temme Deelname Stadsherstel Drechtsteden NV In samenwerking met zes andere corporaties is de NV Stadsherstel Drechtsteden opgericht. Deze vennootschap heeft zich ten doel gesteld het op een maatschappelijk en economisch verantwoorde
111
wijze behouden van (rijks)monumenten en andere historische gebouwen in de regio Drechtsteden. Rhiant heeft een belang van 170 aandelen (op een totaal van 3.644), nominaal € 1.000,=. Deze aandelen zijn voor 100% volgestort, zijnde € 170.000,=. Deelname percentage Rhiant is minder dan 20%. Het totale eigen vermogen per balansdatum bedraagt € 2.275.810,=. Directeur is de heer C.J. Oostindie Leningen u/g Rhiant neemt deel aan de StartersRenteregeling. De Starters Renteregeling reduceert de maandelijkse hypotheekrentebetalingen voor kopers van een woning om zo de bereikbaarheid van koopwoningen te vergroten. De Starters Renteregeling bevordert de verkoop van woningen voor woningcorporaties tegen beperkte kosten en risico‟s. De woningcorporatie realiseert bij een verkoop de actuele marktwaarde (leegwaarde) van de woning. Daarnaast verstrekt de woningcorporatie bij de verkoop een lening aan Social Finance, gelijk aan de contante waarde van 10 jaar rentereductie. Rhiant heeft in 2014 12 woningen verkocht met toepassing van de StarterRenteregeling. Op het uitstaande bedrag ter hoogte van € 153.134,= heeft een afwaardering plaatsgevonden. Wegens mogelijke oninbaarheid is een voorziening gevormd ter hoogte van 1,45% van het uitstaande bedrag. Deze oninbaarheid heeft enerzijds betrekking op het risico van onvoldoende waardeontwikkeling en anderzijds op het kwijtscheldingsrisico.
Jaarrekening - 12
110
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
toelichting
V oorrad e n
31 dec. 2014 31 dec. 2013 x E 1,- x E 1,-
4
V ord e ring e n
Jaarrekening - 12
Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Goederenvoorraad Verkoopwoningenvoorraad Totaal Voorraden
toelichting
31 dec. 2014 31 dec. 2013 x E 1,- x E 1,-
5
Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: - 959.339 959.339
46.699 899.415 946.114
Goederenvoorraad De voorraadpositie is medio 2014 door aannemersbedrijf De Kwaasteniet overgenomen. Ultimo 2014 is de voorraad geheel besteed. De voorraad is afgewaardeerd naar € 0,00. Verkoopwoningenvoorraad De verkoopwoningenvoorraad bestaat uit 7 MGE/Koopgarant woningen. De voorraad zal worden verkocht in 2015.
113
Huurdebiteuren 5,1 - lopende contracten ('zittende huurders') 0,57% - beëindigde contracten ('vertrokken huurders') 0,22% totaal huurdebiteuren 0,79% Voorziening dubieuze debiteuren totaal huurdebiteuren
74.769
74.443
28.188 102.956 1.030- 101.927
29.348 103.791 1.038102.753
Overige debiteuren 5,2 - inzake projecten - overige posten totaal overige debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren totaal overige debiteuren
- 115.004 115.004 15.348- 99.656
105.863 105.863 11.72394.140
Rekening courant groepsmaatschappijen 5,3 - Rhiant Holding BV - Rhiant Energie BV - Voorziening verlies deelnemingen totaal groepsmaatschappijen
25.115 3.645 - 28.760
25.115 93.597 118.712
Belastingen en sociale premies 5,4 - omzetbelasting totaal belastingen en sociale premies
125.350 125.350
57.643 57.643
Transitoria 5,5 - vooruitbetaalde rente en aflossingen leningen - PC-privé en fietsplan - overige posten totaal transitoria
- 893 215.259 216.152
250.332 1.696 139.955 391.983
Totaal Vorderingen
571.844
765.231
Jaarrekening - 12
112
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
H uurd e bit e ur e n De huurachterstand uitgedrukt in een percentage van het totaal aan huren en vergoedingen bedraagt 0,79% (2013: 0,82%)
toelichting
passiva
e ig e n v e rmog e n Jaarrekening - 12
Het aantal huurdebiteuren zijn naar maand van ontstaan van de vordering als volgt in te delen: - tot 1 maand - 1 maand tot 2 maanden - 2 tot 3 maanden - 3 maanden en langer Totaal
2014
2013
88 24 8 14 134
116 18 12 15 161
Groepsmaatschappijen Stichting Rhiant heeft een vordering op haar dochter Rhiant Holding BV ter grootte van € 25.115,=. Stichting Rhiant is 100% eigenaar van deze BV. Stichting Rhiant heeft een vordering op Rhiant Energie BV ter grootte van € 535.895,=. Rhiant Energie BV is een 100% dochter van Rhiant Holding BV (100% dochter van Stichting Rhiant). Deze vordering heeft betrekking op de investeringskosten in de WKO-installatie. De vordering is afgewaardeerd naar een lager bedrag met € 436.786. De reden is dat vordering op dezelfde grondslag moet worden gewaardeerd als bij de moeder. toelichting
L i q uid e midd e l e n
31 dec. 2014 31 dec. 2013 x E 1,- x E 1,-
31 dec. 2014 31 dec. 2013 x E 1,- x E 1,-
7
Algemene bedrijfsreserve 7,1 Saldo begin boekjaar Mutatie van de actuele waarde Ongerealiseerde herwaardering bij verkoop onder voorwaarden Resultaat boekjaar Algemene bedrijfsreserve ultimo boekjaar
59.863.788 54.439.657 1.101.916- 4.592.089 26.766 5.865.969
348.333 483.709
64.654.607 59.863.788
Verloop ongerealiseerde herwaardering bij verkoop onder voorwaarden De waarde van de ongerealiseerde herwaardering bij verkoop onder voorwaarden is € 1.580.647. Verloop ongerealiseerde herwaarderingsreserve Bedrijfswaarde onroerende zaken in exploitatie, sociaal Historische kostprijs onroerende zaken in exploitatie, sociaal Ongerealiseerde herwaarderingsreserve per 1 januari Af: Realisatie ongerealiseerde herwaarderingsreserve Mutatie uit hoofde van stijging respectievelijk daling van actuele waarde Overige mutaties Ongerealiseerde herwaarderingsreserve per 31 december
Sociaal Commercieel 131.216.382 14.938.136 93.902.337 37.314.045 3.900.841-
11.683.182 3.254.955 -
917.367- 12.528.656-
3.741.913 1.151.501
19.967.182
8.148.369
6
Deze post kan als volgt gespecificeerd worden: Kas Bank rekening courant Bank rekening courant inzake projecten Kruisposten
126 3.702.571 549.842 -
383 720.558 142.708 1.002
Totaal liquide middelen
4.252.539
864.650
Ongerealiseerde herwaardering bij verkoop onder voorwaarden Stichting Rhiant heeft woningen verkocht onder voorwaarden. Hierbij is de verkoopprijs afgezet tegen de boekwaarde. Dit verschil is de ongerealiseerde herwaardering.
Egalisati e r e s e rv e
115
8
BWS-subsidies Saldo begin boekjaar af: te ontvangen bijdrage
- -
15.728 15.728
Egalisatiereserve ultimo boekjaar
-
-
De Egalisatierekening is in 2013 definitief afgelopen. Reguliere jaarbijdragen werden ten gunste van het resultaat in het betreffende jaar gebracht.
Jaarrekening - 12
114
JAARVERSLAG
toelichting
V oorzi e ning e n
31 dec. 2014 31 dec. 2013 x E 1,- x E 1,-
toelichting
S chuld e n op lang e t e rmijn
9
Jaarrekening - 12
Latente belastingverplichtingen 9,1 Latente belastingen verkopen
726.000
750.000
Overige voorzieningen 9,2 Saldo begin boekjaar Dotatie Onttrekking
66.100 1.650 -
63.100 3.000 -
Voorziening loopbaanbudget ultimo boekjaar
67.750
66.100
Voorzieningen ultimo boekjaar
793.750
816.100
Voorziening loopbaanbudget De voorziening loopbaanbudget dient ter dekking van de nog te maken kosten voor het loopbaanbudget per werknemer. De werknemer die op 1 januari 2010 5 jaar of korter in dienst is bij de onderneming, heeft recht op een loopbaanontwikkelingsbudget naar rato. Dit budget is voor werknemers in die 5 jaar of langer in dienst zijn € 4.500,--. Voor de werknemer die korter in dienst is is dit € 900,-- per jaar voor de dienstjaren in dienst. Dit budget loopt tot en met 31 december 2014. Rhiant heeft dit budget laten doorlopen conform afgelopen CAO. Deze verplichting voor de werkgever geldt alleen zolang de werknemers in dienst zijn. De werknemer mag aanspraak maken op dit budget om studie's te bekostigen die met een toekomstige functie te maken hebben. De opgenomen voorziening is gebaseerd op 75% van het totale berekende jaarbudget.
117
31 dec. 2014 31 dec. 2013 x E 1,- x E 1,-
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
10
Leningen overheid 10,1 Saldo begin boekjaar bij: nieuwe leningen af: aflossingen/stortingen schuldrestant ultimo boekjaar leningen overheid af: aflossingsverplichting komend jaar Boekwaarde leningen overheid Leningen kapitaalmarkt 10,2 Saldo begin boekjaar bij: nieuwe leningen af: aflossingen/stortingen Schuldrestant ultimo boekjaar leningen kapitaalmarkt af: aflossingsverplichting komend jaar Boekwaarde leningen kapitaalmarkt Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden 10,3 Saldo begin boekjaar bij: verkochte woningen onder voorwaarden af: ingekochte woningen onder voorwaarden Herwaarderingen Saldo eind boekjaar Schulden op lange termijn ultimo boekjaar
117.556 - 49.977 67.579 2.539 65.040
Jaarrekening - 12
Hoofdstuk 1
116
146.119 28.563 117.556 4.154 113.402
91.664.414 90.341.613 - 10.400.000 7.085.104 9.077.198 84.579.311 91.664.414 9.785.383 7.080.146 74.793.927 84.584.268
22.045.072 23.041.745 292.095 1.059.375 2.162.242- 1.377.1721.326.036- 678.87618.848.889 22.045.072 93.707.857 106.742.742
SWAP Ultimo boekjaar kunnen de marktwaarden van de aangetrokken Swaps als volgt worden gespecificeerd: Financiering tarief periode van t/m marktwaarde BNG - € 4 mln roll-over 4,264% 5-3-2007 - 5-3-2017 504.978- BNG - € 4 mln roll-over 4,389% 3-3-2008 - 5-3-2018 688.228- BNG - € 4 mln roll-over 4,423% 3-2-2009 - 4-2-2019 855.592- BNG - € 5 mln roll-over 4,750% 5-4-2010 - 3-4-2020 1.350.494- Rabobank - € 6 mln roll-over 3,890% 1-9-2011 - 1-9-2021 1.421.238- Rabobank - € 6 mln roll-over 3,805% 1-12-2011 - 2-12-2019 1.034.566- 5.855.096-
marktwaarde bij 1% rente daling 592.412- 822.731- 1.037.857- 1.658.542- 1.878.868- 1.343.891- 7.334.301-
marktwaarde bij 2% rente daling 682.880963.2091.229.7531.986.1442.373.0031.673.1938.908.182-
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 12
Alle Swaps zijn per 31 december 2014 in een effectieve hedgerelatie betrokken. Rhiant heeft geen csa-contracten waarin breakclausules of margin calls zijn opgenomen waarvoor bijstortingen nodig zouden kunnen zijn. De marktwaarde van de Swaps is op balansdatum negatief. Rhiant maakt gebruik van derivaten met als doel het stabiliseren van de rentelasten van de aangetrokken roll-over-leningen, welke per definitie een variabele rente hebben. Middels het aantrekken van de Swaps is deze variabele rente omgezet in een vaste lange rente. Met het aantrekken van roll-over leningen kan Rhiant flexibel inspelen op actuele vermogensbehoeften. Er is om die reden geen noodzaak een negatieve dan wel positieve marktwaarde van de Swaps als resultaat te verantwoorden. Voor de afgesloten Swaps zijn geen afspraken met de bank gemaakt om negatieve marktwaarden te storten. In de contracten met de BNG zaten toezicht belemmerende bepalingen. De contracten met de Rabobank bevat geen toezicht belemmerende bepalingen. Eind 2014 zijn de contracten met de BNG gewijzigd. Hierdoor zijn er geen toezicht belemmerende bepalingen meer ultimo 2014. Basisrenteleningen Ultimo boekjaar kunnen de marktwaarden van de aangetrokken basisrenteleningen als volgt worden gespecificeerd: In de voorwaarden van deze basisrenteleningen is sprake van embedded derivaten. Financiering tarief spread periode van t/m marktwaarde nominale waarde NWB - € 4,4 mln 3,4900% 0,35% 2-5-2013 - 2-5-2057 7.227.307- 4.400.000BNG - € 5,0 mln 3,1600% 0,50% 3-3-2014 - 1-3-2044 7.171.610- 5.000.000 14.398.917- 9.400.000Marktwaarde leningen De marktwaarde de langlopende leningen ligt met € 105.093.736 op 124,2% van de nominale waarde. (Voor 2013 ligt de marktwaarde van de langlopende leningen met E 102.763.874,- op 111,94% van de nominale waarde). Rentevoet Gemiddelde rentevoet leningen overheid Gemiddelde rentevoet leningen kapitaalmarktleningen Gemiddelde rentevoet leningen totale portefeuille Indicatie looptijd en rentevast Schuldrestant van de leningen met een looptijd langer dan 5 jaar Rentevastperiode langer dan 5 jaar
2014 4,83%
2013 4,20%
3,94%
3,62%
3,94%
3,62%
toelichting
S chuld e n op kort e t e rmijn
31 dec. 2014 31 dec. 2013 x E 1,- x E 1,-
11
Crediteuren
11,1
293.042
341.892
Rekening courant banken
11,2
-
-
Belastingen en sociale premies 11,3 - vennootschapsbelasting - loonbelasting en sociale premies - omzetbelasting totaal belastingen en sociale premies
- 55.989 15.655 71.644
65.160 10.665 75.825
Schulden aan groepsmaatschappijen
11,4
-
116.178
Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen
11,5
-
643.587
Transitoria 11,6 - transitorische rente geldleningen - aflossingsverplichting leningen komend jaar - vooruitontvangen huren - nog te verrekenen servicekosten met huurders - te verrekenen huursubsidie - overige transitoria totaal transitoria ultimo boekjaar
1.580.643 9.787.922 147.855 228.119 - 137.432 11.881.971
1.529.558 7.084.300 101.358 78.284 1.225 140.587 8.935.313
12.246.657
10.112.795
Schulden op korte termijn ultimo boekjaar € 45.484.897 € 39.161.993 € 84.646.890
De afloop van de crediteuren vertoont een normaal beeld. De post 'Schulden aan groepsmaatschappijen' heeft betrekking op Energie BV.
Zekerheden Voor één lening is de borging en achtervang via de gemeente Hendrik Ido Ambacht geregeld. Voor alle andere aangetrokken leningen heeft het Waarborgsom Sociale Woningbouw (WSW) zich garant gesteld. De gemeente Hendrik Ido Ambacht heeft voor deze leningen de achtervangpositie aanvaard. Er zijn verder geen aanvullende zekerheden aan financiers verstrekt. WSW-obligoverplichting Per 31 december 2014 heeft Rhiant een obligoverplichting jegens het WSW ten bedrage van € 2.840.352,= (31 december 2013 € 3.045.818) uit hoofde van de door het WSW verstrekte borgstellingen.
119
De post 'Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen' heeft betrekking op de verschuldigde vermogensbijdrage in de liquidatie van Volgerlanden OntwikkelingsCombinatie VOF. De post 'transitorische rente geldleningen' heeft betrekking op de rentelasten van de leningen vanaf de laatste vervaldatum tot en met einde boekjaar.
Jaarrekening - 12
118
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 13
13: Toelichting op de enkelvoudige winst- en verliesrekening BATEN toelichting
hur e n
2014 x E 1,-
2013 x E 1,-
toelichting
2014 x E 1,-
2013 x E 1,-
Overige goederen , leveringen en diensten - huurderving - te verrekenen met huurders per saldo overige goederen, leveringen en diensten
742.423 1- 742.422 149.554- 592.868
810.741 4.588806.153 85.787720.366
totaal vergoedingen
592.868
720.366
7.943.628 220.594- 1.022.018- 6.701.016
3.995.642 335.335610.5703.049.737
v e rgo e ding e n
13
12
Woningen en woongebouwen 12.155.985 - huurderving 1,83% 222.088- netto huur woningen en woongebouwen 11.933.898 Onroerende goederen niet zijnde woningen - huurderving 0,89% netto huur onroerende goederen niet zijnde woningen totaal huren
556.458 4.967- 551.491
11.492.731 24.96911.467.762 430.945 3.470427.476
n e ttov e rkoopr e sultaat vastgo e dport e f e uill e 14 Opbrengst verkopen bestaand bezit Direct toerekenbare kosten Boekwaarde totaal nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille
1,82% 12.485.389 11.895.238
ov e rh e idsbijdrag e n De huurstijging (exclusief huurderving) voor een bedrag van € 788.000,= is te verklaren door de gestegen huren als gevolg van de huurverhoging per 1 juli 2014 met gemiddeld 4%, dit leverde een huurstijging op ten opzichte van 2013 van ongeveer € 275.000,=. De huurmutatie gerelateerd aan projecten (oplevering nieuwbouw, renovatie en vervolgens verkoop) leidde tot een huurstijging van ongeveer € 205.000,=. De resterende stijging van ongeveer € 308.000,= heeft betrekking op huuraanpassingen bij mutatie en door geriefverbeteringen.
15
BWS-subsidie complex 206 (HH/II)
-
15.728
totaal overheidsbijdragen
-
15.728
Voor een toelichting op deze post zie de toelichting op de 'Egalisatiereserve'.
ov e rig e bat e n
16
De huurderving bedraagt 1,82% van de te ontvangen huur (2013: 0,24%). Door verkoop van huurwoningen is de leegstandsderving van Rhiant hoger dan voorgaande jaren. De extra derving door verkoop bedraagt E 210.000,-.
121
- erfpachtcanon - interne uren projecten - administratieve vergoeding centrale antenne - antennevergoedingen - administratieve vergoeding servicekosten - overige
115.199 7.475 - 4.606 71.990 22.560
122.385 79.353 4.493 57.128 -
totaal overige baten
221.830
263.358
Jaarrekening - 13
120
JAARVERSLAG
lasten toelichting
afschrijving e n
2014 x E 1,-
2013 x E 1,-
17
Jaarrekening - 13
2014 x E 1,-
2013 x E 1,-
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Reis- en verblijfskosten Vergoedingen Opleidingskosten Overige personeelslasten
1.152.911 166.883 221.384 10.004 8.048 39.512 101.413
1.238.779 167.327 225.448 10.925 8.809 41.954 178.398
totaal personeelslasten
1.700.156
1.871.641
Salarissen incl. vakantiegeld Inlening personeel Ontvangen ziekengelden
1.156.725 45.218 49.032-
1.261.438 20.939 43.598-
totaal Lonen en salarissen
1.152.911
1.238.779
Personeelsomvang Aantal personeelsleden in dienst ultimo jaar Aantal FTE in dienst ultimo jaar Aantal FTE stagiaires in dienst ultimo jaar
2014 23,0 18,6 0,7
2013 23,0 19,7 0,7
p e rson e e lslast e n
Woningen en woongebouwen Onroerende goederen niet zijnde woningen Onroerende en roerende goederen ten dienste van de exploitatie Overige zaken
4.452.002 2.077
4.399.078 968
83.227 3.870
101.562 900-
totaal afschrijvingen
4.541.176 4.500.708
Specificatie afschrijvingen Woningen en woongebouwen, sociaal op bedrijfswaarde 8.352.843 Af: herwaardering ivm afschrijving bedrijfswaarde 3.900.841- Woningen en woongebouwen historische kostprijs 4.452.002 Onroerende goederen niet zijnde woningen Onroerende en roerende goederen ten dienste van de exploitatie Overige zaken totaal afschrijvingen
toelichting
7.102.721 2.703.6434.399.078
2.077
968
83.227 3.870
101.562 900-
19
L on e n e n salariss e n
4.541.176 4.500.708
ov e rig e waard e v e rand e ring e n mat e riël e vast e activa 1 8 Waardeverandering voorziening onrendabele investering nieuwbouw
746.937
21.570
totaal overige waardeveranderingen
746.937
21.570
De opbouw waarderverandering voorziening onrendabel investering nieuwbouw is als volgt weer te geven: Totaal waarde- verandering Volgerlanden Waardeverandering 2014 746.937 123.098-
Overige projecten 870.035
123
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Jaarrekening - 13
Hoofdstuk 1
122
Jaarrekening - 13
Inlening personeel Vanwege tijdelijke bezettingsproblemen of specifieke eenmalige projecten of werkzaamheden wordt gebruik gemaakt van het inlenen van personeel. In 2014 is personeel ingeleend ten behoeve van: - tijdelijke vervanging Front-office in verband met ziekte voor de afdeling Woondiensten - ondersteuning voor de afdeling Woondiensten in het kader van archiefwerkzaamheden Personeelsverloop Voor een overzicht van de personeelsbezetting en het verloop hiervan verwijzen wij naar hetgeen in het jaarverslag is vermeld. Pensioenfonds De pensioenregeling van SPW is een toegezegde bijdrageregeling. Hierbij geldt dat Rhiant in het geval van een tekort bij SPW geen verplichting heeft tot het voldoen van aanvullende stortingen anders dan hogere toekomstige premies. Op grond hiervan wordt de pensioenregeling als een toegezegde regeling verantwoord in de jaarrekening, waarbij de jaarlijks te betalen premies ten laste van het resultaat worden gebracht. Een overschot of tekort in het bedrijfstakpensioenfonds voor de corporaties kan invloed hebben op de te betalen premies. Het fonds heeft ultimo boekjaar een dekkingsgraad van 114%. De minimale vereiste dekkingsgraad van SPW bedraagt iets meer dan 105%. Het verloop van de dekkingsgraad is afhankelijk van verschillende factoren zoals de rente, de aandelenkoersen en de levensverwachting. Deze factoren beïn-
JAARVERSLAG
vloeden het vermogen en de verplichtingen van SPW. De ontwikkeling op de financiële markten blijven op dit moment nog onzeker. Het is daarom op dit moment nog niet te zeggen hoe de dekkingsgraad van het fonds zich de komende tijd ontwikkelt.
toelichting
L ast e n ond e rhoud
125
2014 x E 1,-
2013 x E 1,-
697.714 632.381 1.330.094 90.678- 1.239.417
1.014.998 572.607 1.587.605 215.8671.371.739
20
Planmatig onderhoud Dagelijks onderhoud subtotaal lasten onderhoud af: toegerekende kosten eigen dienst totaal lasten onderhoud
De daling van het planmatig onderhoud wordt veroorzaakt doordat niet alle werken zijn opgedragen. Het betreft werken waarvan het verantwoord is om deze niet of later dan 2014 uit te voeren, daarnaast is bewust gekozen om geld te besparen. De begroting voor het jaar 2014 was €1.698.000,=.
ov e rig e waard e v e rand e ring vlott e nd e activa 21 Waardeverandering vlottende activa tegoed deelneming
445.700
-
totaal overige waardeveranderingen vlottende activa
445.700
-
De vordering op Rhiant Energie B.V. is in 2013 afgewaardeerd. De reden is dat de waardering van de vordering in Rhiant Energie B.V. op dezelfde wijze moet gebeuren als bij de moeder. Dit heeft een afwaardering tot gevolg.
b e drijfslast e n
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
22
Huisvestingskosten Bestuurskosten Algemene kosten Gemeentelijke belastingen Verzekeringen Kosten overige goederen, leveringen en diensten Saneringsheffing Verhuurdersheffing Overige bedrijfslasten totaal bedrijfslasten
42.382 12.815 964.626 745.498 21.554 478.859 389.456 1.014.191 96.023
50.870 6.713 663.752 701.305 20.526 758.384 422.775 39.700 1.708-
3.765.404
2.662.317
Jaarrekening - 13
Hoofdstuk 1
124
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
In de post 'Algemene kosten' zijn ook de kosten van de accountant verantwoord. De honoraria van de accountant over de jaren 2014 en 2013 zijn als volgt te specificeren:
toelichting
B e lasting e n Jaarrekening - 13
toelichting Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Andere niet-controlediensten Totaal van de honoraria accountant
2014 x E 1,-
2013 x E 1,-
50.157 13.395 30.640 20.047 114.238
39.816 4.719 24.993 8.428 77.956
N i e t - g e r e alis e e rd e waard e v e rand e ring e n vastgo e dport e f e uill e 23 Aandeel in waardeverandering woningen verkocht onder voorwaarden
311.691
237.910
2014 x E 1,-
2013 x E 1,-
1.226.230 1.226.230
493.530493.530-
127
26
Vennootschapsbelasting totaal belastingen
Vennootschapsbelasting De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Sinds 1 januari 2008 vallen de corporaties integraal onder de vigerende belastingwetgeving. Rhiant heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 2 de fiscale positie ultimo 2014 en het fiscale resultaat 2014 bepaald. Omdat jurisprudentie inzake de uitwerking van VSO 2 voor corporaties nog ontbreekt kan de werkelijk te betalen of te verrekenen belasting over 2014 afwijken van de in de jaarrekening 2014 opgenomen schatting.
T o e lichting v e nnootschapsb e lasting R e nt e bat e n e n soortg e lijk e opbr e ngst e n 24 Ontvangen rente banken BWS-subsidies Toegerekende rente projecten Overige rentebaten
- - 23.025 19.066
688 175
totaal rentebaten en soortgelijke opbrengsten
42.091
863
R e nt e last e n e n soortg e lijk e kost e n 25 Rentelasten leningen overheid Rentelasten leningen kapitaalmarkt Toegerekende rente projecten
5.675 3.665.612 -
6.134 3.502.914 150.569
totaal rentelasten en soortgelijke kosten
3.671.287
3.659.617
Commercieel resultaat vóór vennootschapsbelasting, incl. deelnemingen Belastingdruk -0,7% Af: Correctie verkoopresultaat bestaand bezit i.v.m. toepassing HIR Fiscale afschrijving op activa in exploitatie Fiscale afschrijving op activa t.d.v. exploitatie Fiscale afschrijving op agio leningen O/G Fiscaal resultaat projecten, renovatie uitgaven project Hendrik Correctie niet-gerealiseerde waardeveranderingen Correctie rentetoerekening aan projecten Bij: Correctie afschrijvingen (geen fiscale kosten) Correctie overige waardeveranderingen MVA Saneringsheffing (geen fiscale kosten) Gemengde kosten aftrek Fiscale vrijval disagio leningen O/G Fiscaal resultaat 2014
vervolg op pagina 128
O v e rig e r e nt e last e n De post ‘Overige rentelasten’ bestaat voornamelijk uit de mutatie van de ‘transitorische rente leningen’.
4.639.739
6.826.379- 373.409- 122.155- 131.083- 2.780.123311.69115.7464.541.176 746.937 389.456 4.400 64.409 174.468-
Jaarrekening - 13
126
JAARVERSLAG
vervolg toelichting vennootschapsbelasting van pag. 127
Jaarrekening - 13
Vennootschapsbelasting: - eerste € 200.000 20,0% - daarna over restant 25,0% Totaal acute vennootschapsbelasting over 2014 Belastingdruk 19,3% Correctie en mutatie belastinglatentie Mutatie actieve latentie verrekenbare verliezen met uitwerking aangiftevennootschapsbelasting 2012 Mutatie actieve latentie verrekenbare verliezen in verband met fiscale uitwerking opheffing VOC: Mutatie actieve latentie verrekenbare verliezen in verband met verschuiving van de jaren van verliesverrekening op basis van de fiscale meerjarenprognose: Mutatie actieve latentie 2014 u.h.v. fiscaal waarderingsverschil over de periode 2015 tot en met 2035 met betrekking tot de leningportefeuille: Mutatie passieve latentie 2014 u.h.v. fiscaal waarderingsverschil verkopen over de periode 2015 tot en met 2019: Totaal correctie en mutatie latente belastingen over 2014
toelichting -40.000 6.383 -33.617
3.840 -1.237.965
2014 x E 1,-
2013 x E 1,-
Rhiant Holding BV vof V.O.C. Woningnet BV Stadsherstel NV
19.000- - - 31.768-
80.614 751.1732.110-
Totaal deelnemingen
50.768-
672.670-
D e e ln e ming e n
50.620 Hendrik-Ido-Ambacht, 2 juni 2015 14.892 -24.000 -1.192.613
Totale vennootschapsbelasting over 2014
-1.226.230
Belastinglatenties 1. Latentie uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil leningenportefeuille 2. Latentie uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil verkopen 3. Belastingvordering ter zake van compensabele verliezen
57.454 -726.000 4.491.266
Totaal mutatie latente belastingen over 2014
3.822.720
Ing. C.J. Oostindie Directeur-bestuurder
129
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
27 Jaarrekening - 13
128
JAARVERSLAG
oVerige gegeVens
Verklaring van de RvC
Verklaring van de raad van commissarissen
De raad van commissarissen heeft kennis genomen van de jaarstukken over 2014 van stichting Rhiant, zoals dat door het bestuur is aangeboden en is gecontroleerd door Deloitte accountants B.V. De raad van commissarissen hecht haar goedkeuring aan de jaarstukken en dechargeert het bestuur voor het gevoerde beleid. Hendrik-Ido-Ambacht, 2 juni 2015
BeLANGRIJKe GeBeURTeNISSeN NA BALANSDATUM Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum.
ReSULTAATBeSTeMMING De heer H. van der Velde (voorzitter)
De heer D. Vermaas (lid)
De heer R.M. Calkhoven (vice-voorzitter )
Mevrouw. E. Olde Bijvank (lid)
Het resultaat over het verslagjaar 2014 wordt toegevoegd aan de Algemene bedrijfsreserve.
131
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Overige gegevens
Hoofdstuk 1
130
CONTROLeVeRKLARING
JAARVERSLAG
133
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Controleverklaring
Controleverklaring
Hoofdstuk 1
132
JAARVERSLAG
135
Bijlagen Bij het VolkshuisVestelijkVerslag
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Controleverklaring
bijlaGe 1: verhuur (KeRN)VOORRAADBeLeID: WeRKZAAM IN HeT BeLANG VAN De VOLKSHUISVeSTING S chet s van de primaire doelgroep De primaire doelstelling van woningcorporaties is het huisvesten van huishoudens die niet of onvoldoende in staat zijn in hun eigen woonbehoeften te voorzien. Het gaat hier om huishoudens met een belastbaar jaarinkomen tot € 34.678,- (prijspeil 2014). Daarnaast is per 1 januari 2011 de Europese beschikking van kracht gegaan. Dit houdt in dat wij als corporatie 90% van onze sociale woningen bij mutatie moeten toewijzen aan de primaire (of sociale) doelgroep (inkomen < € 34.678,-). De overige 10% kunnen wij vrij invullen. Wij moeten continu monitoren of aan de 90% norm wordt voldaan. Het huisvesten van deze primaire doelgroep vindt voor een groot deel plaats binnen de bestaande woningvoorraad. Daarnaast willen wij alle mogelijkheden benutten om nieuwbouw ook voor deze doelgroep beschikbaar te houden. Voor de secundaire doelgroep, de huishoudens met een inkomen > € 34.678,-
stellen wij koopwoningen onder gunstige voorwaarden beschikbaar. H uurv erho g i ng 2 0 1 4 De huurverhoging per 1 juli 2014 bestaat uit twee delen: het inflatiepercentage en het inkomensafhankelijke percentage. De inflatie over 2013 is 2,5%. Daarnaast heeft Rhiant gebruik gemaakt van de mogelijkheid om inkomensafhankelijke huurverhoging door te voeren. Bij huishoudens met een inkomen boven de € 43.602,- is een huurverhoging van 6,5 % ingevoerd. In totaal betrof dit 342 huishoudens (18,5 %). Bij huishoudens met een inkomen vanaf € 34.085,- en niet meer dan € 43.602,- is een huurverhoging van 4,5% ingevoerd. Bij huishoudens met een inkomen tot € 34.085,- is een huurverhoging van 4% ingevoerd. 21 bezwaren m.b.t. inkomensafhankelijke huurverhoging waren gegrond waardoor er uiteindelijk van 17,5 % van onze huurders een huurverhoging van 6,5 % is doorgevoerd. Dit waren in totaal 321 huishoudens. Bij 224 huishoudens (12,2 %) werd een huurverhoging van 4,5 % ingevoerd. Bij 1288 huishoudens (70,3 %) werd een huurverhoging van 4 % of 2,5 % (geliberaliseerde woningen) doorgevoerd.
Bijlage - 1
Hoofdstuk 1
134
JAARVERSLAG
V e rhuurb e l e id : v e rhu r e n van d e woning e n
Standg e ge v e n s v ol g en s d efin it ie v a n h et R ijk ( B B SH, ar tike l 1 3, lid 3) Omschrijving
Definitie (€)
31-12-13
%
Definitie (€)
31-12-14
%
< 374,44 Goedkoop 95 5,1 % < 574,35 Betaalbaar 1281 69,3% > 574,35 Duur 399 21,6% > 681,02 Niet-DAEB 42 2,3% Maatsch. vast> 681,02 goed/bedrijsr 32 1,7% Totaal 1849 100
< 389,05 < 596,75 > 596,75 >681,02
85 1173 478 61
4,7% 64,1% 26,1% 3,3%
681,02
32 1829
1,8% 100
Opmerking: De gedefinieerde huurprijzen betreffen de kale huurprijs. Bijlage - 1
Stro o m g e ge v e n s Omschrijving Goedkoop Betaalbaar Duur Niet daeb/ >681,02 Voorraad per 01-01-2014 95 1281 399 74 Nieuwbouw Sloop Verkoop/aankoop -/- 10 -/- 16 -/- 9 Splitsing/samenvoeging Verbetering Huursombeleid/ -/- 92 87 19 Aanpassing definitie Voorraad per 01-01-2015 Uitga ng s p u n t e n h u u r b eleid 2 014 De uitgangspunten zoals hiervoor beschreven zijn conform de circulaire MG 2010-01. Bez w aars c h ri f t e n In 2014 is er met 102 huurders persoonlijk contact geweest over het mogelijk indienen van een bezwaar m.b.t. inkomens afhankelijke huurverhoging. Dit heeft geresulteerd in 42 bezwaarschiften mb.t. de inkomensafhankelijke huurverhoging. 10 bezwaren zijn ongegrond verklaard. Deze huurders maakten bezwaar tegen
85
1173
het laagste percentage van 4 %. 7 bezwaren zijn ongegrond verklaard omdat bewijs ontbrak of het inkomen, na her-controle, alsnog te hoog bleek. Geen van deze huurders is naar de Huurcommissie gegaan. Bezwaar gegrond 25 bezwaren waren gegrond (59,5 %) waardoor wij de inkomensafhankelijke huurverhoging hebben gecorrigeerd. Dit is een stijging van 8,5 % t.o.v. 2013. 4 bezwaren werden gewijzigd van 4,5 % naar 4 %
478
93
S chet s van beleidsk ader In Hendrik-Ido-Ambacht geldt een huisvestingsverordening. De criteria hiervoor zijn verwerkt in de toewijzingsvoorwaarden van ons regionale woningtoewijzing systeem. De woningtoewijzing is ondergebracht bij de Stichting Woonkeus Drechtsteden. Alle vrijkomende woningen worden geadverteerd via internet. Hierop kunnen geregistreerde woningzoekenden reageren. De corporaties dragen zelf zorg voor de intake en verdere (administratieve) werkzaamheden.
zakende huurders een laatste kans te bieden, werkt Rhiant met een woonbegeleidingsovereenkomst waarin praktische afspraken zijn vastgelegd waaraan een huurder binnen een afgesproken periode moet voldoen. De Dienst Gezondheid & Jeugd (GGD Zuid-Holland-Zuid) coördineert de zorgverlening en treedt daarbij op als zorgmakelaar. In 2014 zijn er 5 WOV contracten afgesloten. WOV is een Wonen Onder Voorwaarden contract, bij eenvoudigere problematiek op het gebied van huurachterstand of overlast. Sinds 01-01-13 is het regionale protocol DDG aangescherpt. Het doel ervan is niet alleen bij gezinnen ontruiming te voorko-
Totaal 1849
-/- 35
15
1829
11 bezwaren werden gewijzigd van 6,5 % naar 4,5 % 10 bezwaren werden gewijzigd van 6,5 % naar 4 %. Bezwaren Huurcommissie m.b.t. servicekosten/technische staat Er zijn geen bezwaren over servicekosten of de technische staat van de woningen ingediend.
Woningaanbod Leegstand per 31 december 2014 (inclusief herstructurering) Vrijgekomen Aantal verhuringen Uit verhuur genomen i.v.m. onttrekking verhuur Uit verhuur genomen i.v.m. verkoop project Hendrik Opgeleverde nieuwbouw Leegstand per 31 december 2014
Aantal 5 119 70 49 5 0 0
Verhuringen De voorgeschreven overzichten van de verhuringen volgens het BBSH zijn in een afzonderlijke bijlage opgenomen (aanhangsel E). In het verslagjaar 2014 zijn er, ondanks onze inspanningen en het convenant Dreigend Daklozen Protocol (DDG), 2 woningen ontruimd. 1 woning werd ontruimd na het ontdekken van een hennepkwekerij.
men maar dit protocol voor iedereen te laten gelden. De corporaties melden casussen aan bij het Lokaal Zorgnetwerk (LZN) van de DG&J. De regie bij deze casussen wordt gevoerd door de corporaties. In 2014 zijn er 6 DDG dossiers gestart. In totaal liepen er in 2014 21 bijzondere contracten. Dit waren de 11 bovengenoemde en 10 contracten die doorliepen van voorgaande jaren.
Aandacht sgroepen van beleid In 2014 hebben we 19 woningen beschikbaar gesteld voor ‘urgenten’. Hiervan waren 6 woningen voor statushouders uit de Centrale Opvang. Om problematische en overlast veroor-
S chet s van de woningbehoeft e Rhiant neemt deel aan een regionaal aanbodmodel (Stichting Woonkeus Drechtsteden). Op de 70 op internet verschenen mutatiewoningen is per woning gemiddeld door 63 woningzoekenden
137
gereageerd. Dit is minder (-18) dan in 2013. De volgorde van toewijzing wordt bepaald door een combinatie van woonduur en inschrijftijd. Vanuit deze factoren wordt een puntenaantal berekend. Het gemiddeld aantal punten van de kandidaten, die de leegkomende woningen accepteerden, bedroeg 69,2. Dit is een stijging (+0,4) t.o.v. 2013. De druk op de huurmarkt is nog steeds groot. H uura chtersta nd 7,3 % van onze huurders heeft op 31-12-2014 een huurachterstand. Dit is een daling van 1 % t.o.v. 2013. De totalehuurachterstand betreft 0,77 % van de jaarhuur. Ook dit is een daling van 0,11 % t.o.v. van 2013.
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Bijlage - 1
Hoofdstuk 1
136
JAARVERSLAG
bijlage 2: onderhoud Dez e bij l age ge e f t een o v er z ic h t v a n a lle a s pe cten va n h e t on d e rh o u d .
A lg e m e e n
Bijlage - 2
Op 16 juni 2014 is de samenwerking met Aannemingsbedrijf De Kwaasteniet formeel gestart. De meeste onderhouds-cijfers van het 2e half jaar zijn aangeleverd door De Kwaasteniet. Het vervangen van CV-ketels en een aantal onderhoudscontracten lopen nog via Rhiant. Alle hieronder genoemde bedragen zijn de totaal gemaakte onderhoudskosten door Rhiant en door Kwaasteniet namens Rhiant in 2014. Doel is om per 1 januari 2016 alle onderhoud aan het woningbezit door De Kwaasteniet te laten verzorgen.
Nie t p lan m atig on d e r h ou d Het niet planmatig onderhoud 2014 is als volgt onderverdeeld: Klachtenonderhoud CV ketels vervangen Mutatieonderhoud Woonwinkelonderhoud totaal
Begroot E 270.000 124.000 140.000 378.000 912.000
Realisatie E 321.326 12.848 158.436 49.093 541.703
Het niet planmatig onderhoud is met een overschot van € 370.297 binnen de begroting uitgevoerd.
Overz ich t On d e rh ou d Planmatig onderhoud Klachtenonderhoud + cv ketels vervangen Mutatieonderhoud Woonwinkelonderhoud totaal
Het overschot van de begroting is ontstaan door een optelsom van vele kleine posten in het planmatig- en contratonderhoud. De afname van het aantal woningen en het opnieuw aanbesteden van onderhoudscontracten zijn hiervan vooral de reden.
Begroot E 1.018.000
Realisatie E 697.714
394.000 140.000 378.000 1.930.000
334.174 158.436 49.093 1.239.417
P l anmat i g on d e rh ou d Het planmatig onderhoud is inclusief alle onderhoudscontracten zoals die voor bijvoorbeeld lift-, schoonmaak- en CV onderhoud zijn afgesloten. Begroot E Planmatig Onderhoud 1.018.00 verschil
Realisatie E € 697.714 € 320.286
Het planmatig onderhoud is met een overschot van € 320.286 binnen de begroting uitgevoerd. Het vervangen van de liftbesturing van complex 204 voor een bedrag van € 87.120 (9%) is niet opgedragen. Het SVB voor dit complex wordt in 2015 herzien.
Klach te n on d e r h ou d In 2014 zijn 1.699 meldingen in het bedrijfsinformatiesysteem van Rhiant en De Kwaasteniet geregistreerd. Dit aantal is exclusief 1.064 meldingen in het kader van het Serviceabonnement (SA). Er zijn 20% minder ‘reguliere’ klachten geregistreerd dan in 2013. Een mogelijke oorzaak is dat het door Rhiant gebruikte NCCW systeem het aantal aangemaakte opdrachtbonnen telt en het systeem van Bouwworks van De Kwaasteniet het aantal meldingen. Ook de verkoop van woningen draagt bij aan de afname van het aantal klachten. Gemiddelde kosten per klacht zijn € 189,00 en per woning € 169,00. Deze bedragen zijn flink hoger dan begroot. Er is een duidelijke verschuiving van het type klachtenmeldingen, 4 van de 5 meldingen betreffen het Serviceabonnement. In 2011 was dit één op vier. Vanaf 1 juli 2014 is het klachtenonderhoud tot € 1.000,00 per klacht afgekocht door De Kwaasteniet voor € 122,65 per woning per jaar. Klachtenonderhoud boven € 1.000,00 per klacht wordt, indien vooraf akkoord is gegeven door Rhiant, apart in rekening gebracht.
CV k et els De begroting ‘vervangen CV ketels’ is gebaseerd op de levensduur van een CV ketel van 18 jaar. CV ketels worden vrijwel uitsluitend op klacht vervangen als de leeftijd van de ketel een dure reparatie niet meer rechtvaardigt. Er zijn 84 CV ketels begroot en er zijn er 9 vervangen. Dit aantal is erg achtergebleven bij de begroting. Woonwink elonderhoud De post ‘woonwinkelonderhoud’ omvat de keuken-, badkameren toiletrenovaties zoals die in het klachten- en mutatieonderhoud voorkomen. Criterium voor het renoveren van een keuken, badkamer of toilet is de technische noodzaak en niet de leeftijd of de uitstraling. In de praktijk worden badkamers vaak vanwege lekkage aangepakt en keukens vooral tijdens mutatie. Woonwinkelonderhoud is met een overschot van € 328.907 op de begroting uitgevoerd. De uitgaven van het woonwinkelonderhoud zijn erg achtergebleven ten opzichte van de begroting. Voornaamste reden is de verkoop van 37 woningen in 2014. Omdat deze woningen niet meer verhuurklaar gemaakt zijn is veel geld bespaard. S erviceabonnement Het serviceabonnement is een populair product van Rhiant. Eind 2014 waren 1.259 huurders met hun huurhuis aangemeld, dit is ongeveer 70% van ons woningbezit. In 2014 zijn er 42 aanmeldingen bijgekomen. Omdat het serviceabonnement deel uitmaakt van de bijkomende, verrekenbare kosten bij de huurprijs zijn hiervoor geen kosten in de begroting opgenomen. Per 1-7-2014 zijn de kosten voor de deelnemers verlaagd van € 5,00 naar 4,25 per maand. Uitgaven SA (Rhiant € 26.066 en DK € 42.680) € 68.746. Aantal meldingen 1.064. De inkomsten (€ 68.706) zijn nagenoeg gelijk aan de uitgaven (€ 68.746). Gemiddeld was er ongeveer één (0,85) melding per deelnemer en waren de kosten per deelnemer € 54,60. Het gemiddeld aantal meldingen per deelnemer en de kosten zijn in de afgelopen jaren nagenoeg gelijk. Mut at ieonderhoud De mutatiegraad voor 2014 is geprognosticeerd op 6%.
139
Het mutatieonderhoud 2014 is begroot op totaal € 140.000, er is uitgegaan van 110 doorverhuringen.
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Het mutatieonderhoud is € 18.436 hoger dan begroot. Er zijn 70 bestaande woningen gereedgemaakt voor doorverhuur. Dit is een mutatiegraad van 4%. Het zijn 40 woningen minder dan begroot, dit komt door de verkoop van leeggekomen eengezinswoningen ouder dan 10 jaar. Gemiddeld bedrag per uitgevoerde mutatie in 2014 is € 2.263, dit is meer dan 75% meer dan begroot. De kosten per mutatie zijn ook flink hoger dan de voorgaande jaren, zie onderstaande tabel. Mutatieonderhoud blijkt in de praktijk lastig te begroten omdat vooraf niet bekend is welke woningen leeg komen en wat daar dan precies moet gebeuren om deze verhuurklaar te maken. Vermoeden is dat veel geboekte kosten op mutatie eigenlijk bij de post woonwinkel horen. In 2015 wordt hier beter op gelet. Er zijn 37 woningen die vanuit mutatie verkocht zijn. Het budget dat wordt gebruikt om de woningen verkoop gereed te maken, komt uit het budget koopwoningen en niet uit onderhoud. In deze woningen zijn ook geen mutatiekosten gemaakt. Jaar Kosten per mutatie 2014 € 2.263 2013 € 1.189 2012 € 1.820 2011 € 1.837 2010 € 2.037
Afwijking tov begroting per mutatie + 75% - 21% + 23% + 25% + 47%
Energiebeleid In 2014 zijn geen complexmatige energetische verbetering uitgevoerd. Het geplande energieproject van complex 302 (57 woningen StrobenenBogerd e.o.) wat in 2014 was gepland is doorgeschoven naar 1e kwartaal 2015. Op basis van gemiddelde besparingscijfers is de behaalde gasbesparing voor 2010 t/m 2014 voor Rhiant 3,1% en blijft daarmee achter op de doelstelling van 10%.
Bijlage - 2
Hoofdstuk 1
138
Enquête re parat i e - en m u t a tieo n d er h o u d In 2014 zijn namens De kwaasteniet enquêtes verstuurd naar bewoners waar een reparatie of mutatie is uitgevoerd. Uitkomst van de e-mail enquête op technische tevredenheid is 8,15 en op klantvriendelijkheid 8,07. Gemiddeld cijfer is 8.1 en is daarmee hoger dan de minimaal overeengekomen 7,5. Een grootschalig bewoners tevredenheid onderzoek (BTO) wordt eind 2015 door Rhiant uitgevoerd.
JAARVERSLAG
141
Bijlage 3: Sociaal beheer en veiligheid Overzicht registraties sociaal beheer en leefbaarheid
Bijlage - 2
Leefbaarheid Geluidsoverlast Burenruzies Agressie Vandalisme Vervuiling Woning vervuiling Tuin vervuiling Woonomgeving Huiselijk geweld Drugs/alcohol Zorgdossiers Anonieme melding Veiligheid Bewonersparticipatie Woonfraude Problematische schulden Totaal aantal meldingen
Totaal 2013
%
Totaal 2014
%
12 45 34 6 6 39 4 57 76 8 4 19 5 13 10 7 0 345
3,5% 13% 10% 2,0% 2,0% 11,5% 1,0% 16,0% 22,0% 2,5% 1,0% 5,0% 1,5% 4,0% 3,0% 2,0% 0,0% 100%
15 44 36 11 13 22 10 199 86 0 3 34 10 11 9 15 2 520
3,0% 8,5% 7,0% 2,0% 2,5% 4,0% 2,0% 38,5% 16,5% 0,0% 0,5% 6,5% 2,0% 2,0% 1,5% 3,0% 0,5% 100%
Ten opzichte van 2013 was er in 2014 een flinke toename van het totaal aantal registraties. Om beter te monitoren worden sinds 2014 alle registraties over tuinvervuiling vastgelegd. Voorheen werd alleen ernstige tuinvervuiling geregistreerd. Geluidsoverlast, vervuiling rond de woning en problemen in de woonomgeving blijven een grote ergernis van bewoners. Het aantal zorgdossiers is bijna verdubbeld doordat de problematiek van huurders steeds complexer blijkt te worden. Eind 2014 had Rhiant 1829 huurwoningen. Bij ongeveer 28,5% van de huurders was sprake van vervuiling en/of overlastproblematiek. Van dit percentage had ook weer 26% problemen met huurachterstand. 2013 was het aantal huurwoningen 1879. Toen had 18% van de huurders vervuiling en/of overlastproblemen en had 25% ook huurachterstand. Er is dus regelmatig sprake van meervoudige problematiek, de looptijd van de zorgdossiers is toegenomen en er is vaker sprake van recidive.
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Bijlage - 3
Hoofdstuk 1
140
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
A antal m e lding e n p e r compl e x
de preadviezen bij de woningtoewijzing aan nieuwe huurders, adviseert de DG&J bij het tot stand komen van bijzondere wooncontracten, zoals ‘Wonen Onder Voorwaarden‘ en ‘Laatste Kans op Wonen’. Ook richt de samenwerking met de DG&J zich op individuele bewoners die kampen met meervoudige problematiek. Binnen het lokale Zorgnetwerk Zwijndrechtse Waard worden de casussen met andere zorgorganisaties besproken.
In 2014 is in de complexen 107, 108, 111, 112, 201, 203, 205, 302, 304 en 401, 404/405, 408 en 410 (eengezinswoningen) meer sprake van leefbaarheidsproblematiek ten opzichte van andere complexen. Voor de meergezinswoningen geldt dit voor de complexen 114, 204, 208 en 306. Deze kwetsbare complexen hebben een hoge mutatiegraad. Schoon, heel en veilig vragen om intensief beheer.
A anpak van m e lding e n Veel voorkomende meldingen over leefbaarheid en veiligheid kunnen direct afgehandeld worden door de huurder te adviseren of door te verwijzen. Betrokkenen bij burenruzies worden zoveel mogelijk aangemeld bij Buurtbemiddeling. Complexere situaties hebben een aanpak nodig waarbij meer gespecialiseerde partijen betrokken zijn. Onder regie van de DG&J vindt binnen het lokale Zorgnetwerk maandelijks casusoverleg plaats. Bijlage - 3
Vervolg acties: In behandeling Direct afgedaan Buurtbemiddeling Eigen bemiddeling Zorgnetwerk DG&J Politie Mediation Rechter Totale acties
Totaal 2013
%
Totaal 2014
%
26 297 6 7 9 345
7,5% 86,5% 1,5% 2,0% 2,5% 100%
48 418 10 34 10 520
13% 76,5% 2,5% 6,0% 2,0% 100%
Zaken die in behandeling zijn, vragen om een langduriger/integrale aanpak. Hierbij zijn externe partijen betrokken. Zaken worden geregistreerd onder zorgdossiers, burenruzies, problematische schulden, woonfraude en juridische trajecten. Om toenemende klachten aan te pakken over de woonomgeving - zwerfvuil, defecte vuilcontainers of straatmeubilair, onderhoud aan plantsoenen en bestratingen - wordt er door de huismeester en complex-/wijkbeheerder steeds vaker contact opgenomen met het gemeentelijk Meldpunt. Daarnaast wordt de samenwerking met de gemeente rondom het Wijk- en Buurtgericht Werken intensiever. Onder regie van de gemeente vormen de aangesloten organisaties het Wijkteam. Rhiant werkt intensief samen met het Specialistisch Team Wonen van de DG&J. Naast
143
Rhiant organiseert rondetafelgesprekken met huurders en zorgorganisaties voor afstemming bij de aanpak van woonoverlast en problematische schulden. Jongerenoverlast wordt in samenwerking met het jongerenwerk onder de aandacht gebracht binnen het periodieke Wijkteamoverleg.
Bijlage - 3
Hoofdstuk 1
142
JAARVERSLAG
Bijlage 4: Interne risicobeheersing en controlesysteem
Bijlage - 4
Voor interne risico’s bepaalt de Governance Code van Aedes dat er een risicobeheersing- en controlesysteem aanwezig moet zijn. Binnen Rhiant wordt de beheersings- en controlesystemen altijd het zogenaamde 4 ogen principe toegepast. Elke procedure en besluitvorming voldoet aan dit principe. De bewaking van dit principe vindt plaats middels de reguliere planning en controle cyclus. In de kwartaalrapportages wordt melding gedaan van de bevindingen. Deze rapportages komen integraal in de vergaderingen van de Raad van Commissarissen aan de orde. De audit wordt jaarlijks uitgevoerd door de controlerend accountant. Deze maakt gebruik van deze interne rapportages. In de Managementletter wordt over de bevindingen ten aanzien van de interne controle- en beheersingssystemen gerapporteerd en worden er aanbevelingen gedaan (indien nodig) ter verbetering.
R isicob e h e e rsing Binnen de organisatie van onze stichting zijn diverse risicobeheersings- en controlesystemen aanwezig. Onderstaand zijn enkele voorbeelden beschreven en uitgewerkt. Dit beoogt echter geen uitputtende opsomming te zijn van alle risico’s waarmee wij mee van doen hebben. Ri s i c o m an age m e n t Rhiant heeft een risicomanagementbeleid ontwikkeld en geïmplementeerd. Risicomanagement kan beslissingsondersteunende informatie leveren die helpt
om keuzes te maken hoe met dit soort risico’s om te gaan. De reden dat Rhiant risicomanagement heeft opgezet is meervoudig: -G overnance: vanuit het oogpunt van governance wordt verwacht dat woningcorporaties risico’s expliciet inzichtelijk maken. Daarvoor dient Rhiant te beschikken over een effectief werkend risicomanagementsysteem. -V oldoen aan wet- en regelgeving: Wettelijke bepalingen en gedragscodes. Conform de RJ645 is er de verplichting om in de jaarrekening aan te geven op welke wijze Rhiant omgaat met risicomanagement. -A ansluiten bij de denkwereld van de omgeving: Risicomanagement is in de gehele maatschappelijke context van belang. -A dequatere voorspellingen: Beter in staat om voorspellingen te doen (‘forecasting’) op zowel strategisch als operationeel niveau. Risicosignalering en risicobewustzijn is op alle niveaus in de organisatie belangrijk. -R isicomanagement kan helpen bij het maken van strategische keuzes en het stellen van prioriteiten (besluitvorming): Nieuwe ontwikkelingen brengen risico’s met zich mee. Door de risico’s in kaart te brengen wordt niet alleen duidelijk welk bedrag gereserveerd moet worden voor het afdekken van deze risico’s als deze optreden maar juist ook hoeveel ruimte er is om te investeren in nieuwe ontwikkelingen.
- Beheersing van standaardprocessen (continuïteitsprincipe): Komende jaren zekerheid meegeven. Stand van cycli binnen de organisatie (financiën, planningen, aantal woningen, etc.) - Terugdringen faalkosten en voorkomen van imagoschade: Door risico’s te identificeren die zich in de organisatie manifesteren en vervolgens beheersmaatregelen treffen kunnen de faalkosten worden teruggedrongen en kan imagoschade worden voorkomen cq. beperkt. Met het risicomanagement worden stelselmatig de risico’s in kaart gebracht en gewogen. Alle risico’s worden vastgelegd in een module zodat de risico’s en de bijbehorende beheersmaatregelen kunnen worden gemonitord (Hier wordt gebruik gemaakt van de module Naris van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement). In de kwartaalrapportage wordt hierover gerapporteerd. In 2014 is er een aparte bijeenkomst georganiseerd met het MT en RvC om de risico’s te bespreken. In 2015 zal het risicomanagement worden geëvalueerd en daar waar nodig worden aangepast.
S trat e gisch e risico ’ s O m g e vin g De opgelegde regels vanuit Den Haag en Brussel zorgen ervoor dat de vraagstukken wat een woningcorporatie nu wel of niet mag gaan doen uitgekristalliseerd zijn in het uit te voeren beleid. Dit beleid
is vastgelegd in de nieuwe woningwet. Deze wet is begin 2015 goedgekeurd. En gaat in per 1 juli 2015. Een nadere vastlegging hoe de regels moeten worden uitgevoerd zal worden vastgelegd in AMVB’s (algemene maatregelen van bestuur)
F inanciël e risico ’ s (H er-)financiering en rent e Financiële continuïteit blijft in de corporatiesector een randvoorwaarde om te kunnen blijven voldoen aan de gestelde maatschappelijke doelen. Ondersteunend, maar gezien het economische klimaat niet onbelangrijk, zijn de financiën voor Rhiant. Binnen de afdeling financiën voert Rhiant een actief treasurybeleid. Dit beleid gebruikt Rhiant als instrument om financiële kansen te benutten en eventuele risico’s en bedreigingen tijdig af te dekken. Voor Rhiant is treasury geen dagtaak. Daarnaast is het een specialistisch vakgebied. Thésor is daarom aangesteld als externe treasurer om dit proces te begeleiden en te structureren. Om dit gedurende het jaar gestalte te geven komt er drie keer per jaar een treasurycommissie bijeen. De manager financiën en de directeur-bestuurder van Rhiant vormen samen met Thésor de treasurycommissie. De contouren van de ‘Herzieningswet Toegelaten Instellingen in de Volkshuisvesting’ (kortweg: ‘Herzieningswet’) zijn langzaam aan duidelijk geworden.. Het voornemen was dat deze wet per 1 januari 2015 van kracht zou worden dit is echter 1 juli 2015 geworden. Medio september werd bekend dat de invoering met een half jaar uitgesteld wordt, zodat er desgewenst nog aanpassingen plaats
kunnen vinden, naar aanleiding van het eindrapport van de parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties. Inmiddels is de wet door de Tweede Kamer aangenomen; en begin 2015 geaccordeerd door de Eerste Kamer. Het wetsvoorstel (en bijbehorende Algemene Maatregelen van Bestuur (‘AMvB’) bevat o.a. richtlijnen voor de scheiding van DAEB en niet-DAEB activiteiten. Uiterlijk 1 januari 2017 dient voor deze scheiding, een plan bij de toezichthouder/minister ingediend te zijn. Inmiddels is met een amendement (Nr. 58 gewijzigd amendement Bisschop c.s.) geregeld dat relatief kleine toegelaten instellingen zoals Rhiant (minder dan € 30 miljoen jaaromzet) met een bescheiden aandeel niet-Daeb activiteiten (maximaal 5% van de jaaromzet) kunnen volstaan met een scheiding van baten en lasten. Voor deze toegelaten instellingen is dus geen vermogensscheiding verplicht. Daarbij geldt als aanvullende voorwaarde dat deze toegelaten instellingen in enig jaar maximaal 10% van de totale investeringen aan nieuwe niet-Daeb activiteiten mogen besteden. Op basis van de Transparantierichtlijn en de Mededingingswet kunnen ondernemingen worden vrijgesteld van de verplichting om een administratieve scheiding aan te brengen. De indiener is van mening dat het niet wenselijk noch noodzakelijk is om deze scheiding ook bij kleine corporaties te verplichten. Het amendement hanteert daarom een vrijstelling van de administratieve scheiding voor corporaties die gedurende twee boekjaren een totale netto-jaaromzet hebben van minder dan € 30 mln. waarbij minimaal 95% van die omzet Daebactiviteiten dient te betreffen. Het wetsvoorstel (en bijbehorende Alge-
145
mene Maatregelen van Bestuur (‘AMvB’) bevat o.a. richtlijnen voor de scheiding van DAEB en niet-DAEB activiteiten. Uiterlijk 1 januari 2017 dient voor deze scheiding, een plan bij de toezichthouder/ minister ingediend te zijn. Het lijkt erop dat de rentemarkten in 2014 nog geen omslag gemaakt hebben, waarbij niet een eind is gekomen aan de jarenlange dalende trend. De ingezette neerwaartse trend wordt vooralsnog in stand gehouden doordat er nog veel bedreigingen zijn voor de (mondiale) economische ontwikkelingen. Omdat ook de inflatievooruitzichten vooralsnog gematigd zijn, lijkt het meest waarschijnlijke scenario een gematigde opwaartse rentebeweging te zijn. Een nieuwe opleving van de Europese schuldencrisis, kan het rentebeeld echter plotseling doen ‘kantelen’. Ook in de woningcorporatiesector zelf is het nog steed roerig. In onderstaande grafiek (pag. 146) is het relatieve renterisico (Bron: Treasuryjaarplan 2015) in beeld gebracht. De volumes waarover in enig jaar renterisico wordt gelopen zijn gerelateerd aan de verwachte omvang van de leningenportefeuille. Rhiant hanteert een norm van 15%. Uit de grafiek wordt duidelijk dat het risico in geen van de jaren bovenmatig is behalve 2021. Omdat 2021 nog ver in de toekomst ligt zullen hiervoor nog geen maatregelen worden genomen. De kredietfaciliteit zal in 2015 de primaire behoefte opvangen. I nvesteri ng sa g end a In de treasurycommissie wordt het beleid omgezet in een kasstroomprognose voor de komende jaren. Op basis van deze prognose wordt gekeken naar het lopen
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Bijlage -4
Hoofdstuk 1
144
JAARVERSLAG
Renterisico: relatief risico (bedrijfseconomisch Eindsaldo/Cashflow) Let op: Eindsaldo / cashflow 25% 20%
verhoging die in rekening mag worden gebracht op basis van het inkomen van de huurder. De nieuwe huurstijging voor 2015 is 1,0%. De basis van de huurstijging is inflatievolgend.
15%
V e r koop Er vindt verkoop plaats van eigen bezit plaats vanaf 2010. De verkopen worden gedaan in vrije verkoop. Er wordt vanaf 2013 ook gebruik gemaakt van het product “starters rente regeling” Hierbij krijgt de koper een aangepaste financiering waarbij Rhiant een deel van de rente voorschiet voor een bepaalde periode. Hierdoor zijn de woonlasten tijdelijk lager voor de koper.
10% 5% 0% -5% -10%
Bijlage - 4
-15% -20%
Alle woningen worden verkocht in de vrije verkoop. De kredietfaciliteit was begin 2014 € 5.000.000 is in het verslagjaar verlaagd naar € 3.300.000,--. Dit heeft geen negatieve gevolgen voor Rhiant.
O n d e r h ou d su itg ave n Uitgangspunt bij het door Rhiant uit te voeren onderhoud aan woningen is het behouden van het oorspronkelijke kwaliteitsniveau en het wegnemen of voorkomen van technische gebreken en esthetische achteruitgang. Sleutelwoorden hierin zijn sober en doelmatig. De opgestelde meerjaren onderhoudsbegroting is derhalve integraal overgenomen en verwerkt in de meerjarenbegroting.
B ed r ijfs w aar d e De bedrijfswaarde van het bezit is gedaald t.o.v. 2013. De waarderingsgrondslag in de jaarrekening voor onroerende zaken in exploitatie sociaal is op bedrijfswaarde.
In ve ste r in g e n De investeringen in materiële vaste activa zijn voornamelijk gepleegd in bestaande bouw. In het verslagjaar zijn geen levensduur verlengende investeringen gepleegd.
H u u r p r ijs Rhiant heeft zelf geen invloed op de maximale huurstijging. De overheid bepaalt op dit vlak de maximale huurstijging welke doorberekend mag worden. Voor 2014 was dit 2,5% exclusief de
O p e ration e l e risico ’ s
-25% Excl. Investeringen Incl. Investeringen Norm max
2015
2016
2017
2018
2019
-2,1% 5,1% -15,0%
2,0%
1,7%
2,9%
-1,7%
1,4%
-17,8%
4,4%
14,7%
19,9%
7,5%
7,6%
7,5%
2,7%
-3,9%
-20,2%
-0,5%
-5,1%
13,0%
-15,0%
-15,0%
-15,0%
-15,0%
-15,0%
-15,0%
-15,0%
-15,0%
-15,0%
van financieringsrisico’s in combinatie met de investeringen die gepland staan. De basis hiervoor is de vastgestelde begroting die, indien nodig, bijgesteld wordt aan de hand van nieuwe inzichten. Hierbij wordt gekeken naar de financierbaarheid van de toekomstige investeringen in combinatie met de financiële randvoorwaarden zoals een renterisico beneden de 15% grens. Liqui di t e i t Om de financiering van toekomstige investeringen zeker te stellen is in 2010 gestart met het verkopen van een gedeelte van het bezit. Na onderzoek is de verkoopportefeuille uitgebreid. Deze uitbreiding is in 2013/2014 ingevoerd. De verkoop vindt niet meer plaats in de Koopgarant constructie.
2020
2021
2022
2023 2024
Er wordt gebruik gemaakt van het auditplan welke als basis dient voor de interne controle. De procesbeschrijvingen zijn vastgesteld in MT. De beschrijvingen zijn ook voorzien van fiscale punten. Hiermee
is dan een goede basis om de fiscale risico’s ook te monitoren d.m.v. de interne controle. Juridisch/fiscale risico’s Omdat de woningcorporaties om een andere wijze betrokken zijn in de fiscale positie is een Tax Control Framework opgezet. In het verslagjaar zijn fiscale vraagstukken getoetst door een fiscaal specialist. Ook is er in 2014 gewerkt aan het verkrijgen van een betere fiscale kennis binnen de organisatie. Dit komt de fiscale awareness bij de afdelingen ten goede. Dit is een continue proces. Verhuur Via het strategisch voorraadbeleid, welke nieuw is vastgesteld in 2014, bevorderen we de markt- en doelgroep gerichtheid van onze bestaande voorraad en de toekomstige investeringen. Het verhuurrisico is vooralsnog gering. In 2014 moet er meer moeite gedaan worden om woningen te verhuren. In 2014 is rekening gehouden met de nieuwe regelgeving m.b.t. het staatsteun dossier vanuit Brussel. Hiermee moeten worden voldaan aan de eis dat 90% van het DAEB (Dienst Algemeen Economisch Belang) bezit wordt verhuurd aan de doelgroep. Project ont wik k eling Financiële risico’s hebben met name betrekking op nieuwbouwprojecten. Om deze risico’s goed in beeld te hebben wordt het project in verschillende fasen gedeeld. Per fase wordt er een besluit ingediend met de voortgang, welke goedgekeurd dient te zijn door het Managementteam en RvC. Een onderdeel van deze fasedocumenten is een risicomodel welke ingevuld wordt per fase. Tevens worden de intern gemaakte exploita-
tieopstellingen door een extern bedrijf gecontroleerd.
147
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Cont rolesy st emen In het verslagjaar zijn de periodieke rapportages besproken in MT- en RvC vergaderingen. De rapportages hebben tot doel de ontwikkeling op de gebieden van organisatie, financiën, risico’s e.d. te monitoren. Hiermee kan dan handelend worden opgetreden op het moment dat dit nodig is. De belangrijkste onderdelen in het interne risicobeheersings- en controlesysteem zijn hierna genoemd. Voort gangrapport ages Drie maal per jaar vinden rapportages plaats waarin naast financiële aspecten (begroting balans, resultatenrekening vs realisatie) ook kwantitatieve gegevens zijn opgenomen (ziekteverzuim, verhuurbaarheid etc.). Een Balance Score Card wordt ingevuld. Het risicomanagement is een vast onderdeel van de kwartaalrapportages. Hierbij worden de risico’s en de beheersmaatregelen benoemd. Ook wordt berekend hoe hoog het weerstandsvermogen moet zijn om de risico’s op te kunnen vangen. De interne controle is in het verslag jaar 2 maal uitgevoerd.
Bijlage - 4
Hoofdstuk 1
146
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
149
Bijlage 5: Meerjarenprognose
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1
148
P rognos e r e sultaat P rognos e B A L A N S Baten Huren Vergoedingen Overige baten
2015
2016
2017
2018
2019
x E 1.000,-
x E 1.000,-
x E 1.000,-
x E 1.000,-
x E 1.000,-
Balans
2016
2017
2018
2019
x E 1.000,-
x E 1.000,-
x E 1.000,-
x E 1.000,-
187.602 5.854 431 712 77
189.370 7.145 432 738 2.022
190.235 7.208 433 760 930
192.266 8.995 434 793 2.050
194.576 7.516 435 813 52
194.676
199.707
199.566
204.538
203.392
92.664 875 98.935 2.202
100.265 876 95.140 3.426
108.268 894 86.343 4.061
117.123 912 82.542 3.961
125.261 1.827 72.371 3.933
Totaal passiva 194.676 199.707 199.566 204.538
203.392
13.306 740 4.758
13.346 755 3.275
13.474 770 3.048
13.672 786 2.252
13.912 801 1.951
18.804
17.376
17.292
16.710
16.664
-3.926 -154 -1.732 -3.814 0 -1.220
-2.634 -1.072 -2.022 -3.770 -240 -1.338
-3.582 -92 -2.027 -3.843 -121 -1.472
-3.253 -144 -2.001 -3.892 -122 -1.486
-3.305 -1.048 -2.127 -3.969 -125 -1.504
-10.846
-11.076
-11.137
-10.898
-12.078
Bedrijfsresultaat
7.958
6.300
6.155
5.812
4.586
Rente Rentebaten Rentelasten leningen o/g
51 -3.330
103 -3.010
158 -2.667
222 -2.404
281 -2.216
-3.279
-2.907
-2.509
-2.182
-1.935
Solvabiliteit obv bedrijfswaarde
4.679
3.393
3.646
3.630
2.651
Rentabiliteit totaal vermogen Rentabiliteit eigen vermogen Rentabiliteit vreemd vermogen
Belastingen Opbrengst deelnemingen
0 -2
0 -3
-1.301 -5
-1.528 -6
-1.554 -8
Totaal overige lasten
-2
-3
-1.306
-1.534
-1.562
4.677
3.390
2.340
2.096
1.089
Totaal baten
Bijlage - 5
2015 x E 1.000,-
Lasten Afschrijvingen Overige waarde veranderingen materiële vaste activa Onderhoud Bedrijfslasten Saneringsheffing verhuurdersheffing Totaal lasten
Totaal renteresultaat Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belasting
Activa Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen Totaal activa Passiva Eigen vermogen Voorzieningen Schulden op lange termijn Schulden op korte termijn
Bron: Vastgestelde meerjarenbegroting
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belasting
Bron: Vastgestelde meerjarenbegroting
4,1 5,0 3,2
3,2 3,4 2,9
3,1 3,3 2,8
2,8 3,1 2,5
2,3 2,1 2,5
Bijlage - 5
Resultatenrekening
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Bijlage 6: Kengetallen
2014
2013
1.836 64 13 1.913
1.914 64 14 1.992
2014
2013
3,94%
3,62%
151
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1
150
T r e asur y
V e rhuur e e nh e d e n Woningen Garages Bedrijfsruimten Totaal aantal verhuureenheden in exploitatie
Actuele waarde activa in exploitatie, sociaal 117.583.932 131.216.383 Actuele waarde activa in exploitatie, commercieel 22.057.743 14.938.136
Gemiddelde vermogenskostenvoet vreemd vermogen
Schuldrestant leningenportefeuille € 84.646.890 - gedeelte annuïtair 15,2% - gedeelte fixe 47,7% - gedeelte roll-over 37,0%
€ 91.781.970 15,2% 47,7% 37,0%
Bijlage - 6
Huurderving
1,82%
0,24%
Huurachterstand zittende huurders Huurachterstand vertrokken huurders Huurachterstand alle huurders Aantal mutaties Mutatiegraad Aantal woningen huurprijsklasse goedkoop (< € 366,37 c.q. € 361,66) Aantal woningen huurprijsklasse betaalbaar en duur (> € 366,37 c.q. € 361,66)
0,57% 0,22% 0,79% 123 6,7%
0,59% 0,23% 0,82% 123 6,4%
153
153
1.725
1.725
Gemiddelde huurverhoging per 1 juli
4,4%
4,4%
Solvabiliteit Liquiditeit Rentabiliteit eigen vermogen Rentabiliteit vreemd vermogen Rentabiliteit totaal vermogen Financieringsresultaat in % van het eigen vermogen
37,72 0,47 9,07% 3,92% 6,07%
33,72 0,25 0,81% 3,29% 2,81%
5,7%
5,9%
Weerstandsvermogen per woning
€ 35.215
€ 31.277
F inanciël e continu ï t e it
Personeelsbezetting in fte's
18,59
19,72
Personeelskosten per woning Huisvestingskosten per woning Bestuurskosten per woning Algemene kosten per woning Planmatig onderhoud per woning Dagelijks onderhoud per woning Schuld per woning
€ 926 € 23 € 7 € 525 € 380 € 344 € 46.104 € 47.953
€ 978 € 27 €4 € 347 € 530 € 299
Bijlage - 6
B e drijfsvo e ring V e rhuur e n incasso
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
bijlage 7: begroting versus realisatie
Begroting 31 dec. 2014 x E 1,-
Realisatie 31 dec. 2014 x E 1,-
Verschil 31 dec. 2014 x E 1,-
12.485.389 592.868 6.701.016 - 221.830
739.611105.1321.588.016 13.830
20.001.103
757.103
bATen Huren Vergoedingen Nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille Overheidsbijdragen Overige baten
13.225.000 698.000 5.113.000 - 208.000
bijlage 8: toelichting op begroting versus realisatie
153
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1
152
Algemeen Als we het eindresultaat van de realisatie vergelijken met de begroting dan zit daar een verschil in van € 934.469. Dit verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door het verschil in afschrijvingen en minder huurinkomsten. De verschillen zijn per post toegelicht.
19.244.000
Bijlage - 7
LASTEN Afschrijvingen 3.071.000 Overige waardeveranderingen materiële vaste activa 271.000 Personeelslasten 1.574.000 Lasten onderhoud 2.018.000 Overige waardeveranderingen vlottende activa - Bedrijfslasten 2.191.000 Saneringsheffing 402.000 Verhuurdersheffing 1.205.000 Totaal lasten 10.732.000
4.541.176
1.470.176-
746.937 1.700.156 1.239.417 - 2.361.757 389.456 1.014.191 11.993.090
475.937126.156778.583 170.75712.544 190.809 1.261.090-
Bedrijfsresultaat
8.008.012
503.988-
311.691 42.091 3.671.287 -
311.691 31.091 80.287-
4.690.507
241.493-
1.226.230 50.768-
1.226.230 50.268-
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten Interne rente Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting
8.512.000
0 11.000 3.591.000 -
Huren In de begroting 2014 is rekening gehouden met een huurstijging van 4,45% gemiddeld. Deze is voor 2014 vastgesteld op 2,5% + de extra verhoging voor het inkomens afhankelijke deel. Door de verkoop van woningen en de daarbij behorende huurderving is de uiteindelijke realisatie lager dan begroot. Vergoedingen Door de verkoop van woningen is het bedrag aan ontvangen servicekosten lager dan begroot. Nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille Er zijn meer woningen verkocht dan begroot. Hierdoor is de realisatie hoger dan begroot. Overheidsbijdragen Er wordt geen bedrag aan BWS subsidie ontvangen. Overige baten Door de vergoeding exploitatiekosten van de WKO zijn de ontvangen baten hoger dan begroot.
LASTEN 4.932.000
Belastingen Deelnemingen Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belasting
- 500- 4.931.500
5.865.969
934.469
Jaarresultaat (na belastingen)
4.931.500
5.865.969
934.469
Afschrijvingen De afschrijvingslasten van de woningen en woongebouwen zijn hoger dan begroot. De reden is dat het programma waarin de begroting wordt gemaakt, de afschrijvingslasten niet juist berekende. Overige waardeveranderingen materiële vaste activa In de begroting is uitgegaan van de doorgang van de projecten aan de Veersedijk en het Dorp. In de loop van 2014 is besloten om deze projecten te stoppen. De wijziging in de voorziening projecten wijzigt door deze beslissing.
Bijlage - 8
BATEN Totaal baten
Personeelslasten Doordat de detachering van het onderhoud een half jaar later is uitgevoerd dan begroot zijn de salariskosten incusief persioenlasten en sociale lasten € 175.000 hoger dan opgenomen in de begroting. De overige personeelskosten zijn hoger dan begroot. Ongeveer € 30.000 is extra uitgegeven aan extra inhuur ivm ziekte. Aan adviseurs is € 20.000 meer uitgegeven dan begroot. t.o.v. begroot door de orgnanisatieverandering. Lasten onderhoud De lasten van groot onderhoud zijn in werkelijkheid lager dan begroot. De oorzaak is het uitbesteden van het onderhoud.
Bijlage - 8
Bedrijfslasten De saneringsheffing en de verhuuurdersheffing tezamen zijn ongeveer € 203.000 lager dan begroot. Verder zijn door de verkoop van MGE woningen de kosten € 200.000 hoger dan begroot. De aankoopkosten van de woningen zijn ongeveer € 100.000 hoger dan begroot. Rente De voornaamste reden dat de rente hoger is dan begroot is dat de transitorische rente van de langlopende leningen lager is opgenomen in de begroting. Hierbij is de realisatie ongunstiger dan de begroting. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille In de begroting is de waardemutatie van de verandering van de vastgoedportefeuille verkopen onder voorwaarden niet opgenomen. Hierdoor is de realisatie negatiever dan de begroting. Belastingen In de begroting is niet de belasting opgenomen. In dit geval de opbrengst van de latentie verkopen en de correctie belastingen vorige jaren en last huidig jaar. Deelnemingen In de begroting is rekening gehouden met een klein negatief resultaat. In werkellijkheid is gebleken dat zowel Energie BV als Stadsherstel een negatief resultaat hebben behaald.
JAARVERSLAG
155
Bijlage 9: Samenvatting belanghoudersbijeenkomst 16 juli 2014 Aanwezige belanghouders Gemeente H.I.—Ambacht : dhr. F. van der Velde : mw. K. van Gils : De Blije Borgh : dhr. H. Hendrikse Trivire : dhr. W. van der Linden Tablis Wonen : dhr. Ph. Kroon Unie van Vrijwilligers : dhr. A.W. van der Vlies : dhr. H. v.d. Giessen St. Kinderopvang Ambacht : dhr. R. Seidler VAC/WAC : dhr. J. Nihot : dhr. G. Heindijk Aafje Thuiszorg : dhr. W. Nattekaas MEE Drechtsteden : dhr. H. Blom Makelaardij Wisse : dhr. C. de Visser Huurdersraad : mw. A.C. Besse : dhr. E. Raadsen : dhr. H. v.d. Bosch
1 . K ort e t e rugblik r e sultat e n : Na een kort welkom geeft Carlo Oostindie een korte toelichting op de behaalde resultaten binnen de verschillende aandachtsvelden van Rhiant: Bewoners: - Momenteel zijn 22 bewoners actief als leefbaarheidsambassadeur/vrijwilliger. - In zorgcentrum Sophiastaete in de wijk Volgerlanden is het opzetten van een leerwerkbedrijf geslaagd. - Aan ca. 500 huishoudens is aangeboden om energiebesparende voorzieningen in hun woning aan te brengen.
Aanwezig namens Rhiant mw. E. Olde Bijvank (commissaris) dhr. D. Vermaas (commissaris) dhr. C.J. Oostindie mw. M. van der Lans mw. M. Vos dhr. J. Verschoor dhr. C. A. Herweijer mw. E. de Rover dhr. H.W. Singewald (verslag)
Hiervan hebben 230 bewoners gebruik van gemaakt. Maat schappij: - Rhiant gebruikt de Starters Renteregeling (SRR) als instrument om startende kopers financieel te kunnen ondersteunen bij de aankoop van een woning van Rhiant. Dit heeft er mede toe geleid dat het Project Hendrik (48 gerenoveerd portiekflats aan de Graaf Willemlaan/ Tesselschadestraat) binnen zes maanden volledig is verkocht. Een voordeel van de SRR is dat de verkoopprijzen intact blijven, waardoor de (koop-)markt niet wordt verstoord.
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
Bijlage - 9
Hoofdstuk 1
154
Vast go ed / p ro d uct: - De Volgerlanden Ontwikkelingscombinatie (VOC) is per 1 januari 2014 opgeheven. Eventueel nog uit te voeren deelplannen in de Volgerlanden worden door de corporatie zelf uitgevoerd. - Rhiant heeft voor de WKO installatie in zorgcentrum Sophiastaete een Energie BV opgericht. - Een nieuwbouwproject aan de Veersedijk, dat door Eleos zou worden gehuurd, gaat niet door. - Er wordt gezocht naar een nieuwe opdrachtgever uit de zorgsector.
Fi na nci ë n : - Rhiant heeft in 2013 op verzoek van het CFV een verbeterplan ingediend. Het ging daarbij met name over de hoogte van de bedrijfskosten en onderhoudskosten. In een gesprek met het CFV in april jl. is gebleken dat de cijfers van Rhiant voldoende vertrouwen gaven, waardoor na het 1e halfjaar 2014 monitoringsrapportages waarschijnlijk niet meer nodig zijn.
2 . V isitati e : Bijlage - 9
In september 2013 heeft Rhiant voor de 2e keer een visitatie laten uitvoeren. Dit keer door Raeflex. De visitatie is een toetsmoment onder leiding van externen en vormt een belangrijk verantwoordingsinstrument richting belanghouders. De visitatiecommissie bestond uit de heer drs. Grashof, de heer prof. dr. Godfroij en mevr. drs. Snippe. Rhiant is tevreden over de uitkomsten. Met name de onderdelen presteren naar opgaven, presteren volgensbelanghebbenden en de governance scoorden bovengemiddeld. Het onderdeel presteren naar ambities scoorde gemiddeld en het presteren naar vermogen scoorde benedengemiddeld (Rhiant moet haar vermogenspositie versterken). De visitatiecommissie baseert haar oordeel op dit punt sterk op de rapportages van het CFV en het WSW.
JAARVERSLAG
-O ntvangen digitale nieuwsbrief : 90% - Lezen digitale relatienieuwsbrief : 20% niet : 70% altijd : 10% meestal -R apportcijfer relatienieuwsbrief : 7,8 -F acebook volgen : 10% - Twitter volgen : 30% - Rapportcijfer social media : 7,5 - Visitatie samenvatting gelezen : 50% - Rapportcijfer structurele overleggen : 7,5 ‘Tips’ (verbeterpunten voor Rhiant): - Beter communiceren over strategisch beleid/strategische keuzes - Investeren in regionale samenwerking - Niet te bescheiden opstellen t.o.v. regiopartners - Blijf investeren in leefbaarheid en zorg, vanuit primaire focus van het wonen - Constante aandacht voor de huisvesting van de doelgroep. ‘Tops’ (prestaties/kwaliteiten van Rhiant): - Lokale betrokkenheid - Herkenbaarheid - Behoud goedkope voorraad: bijv. niet slopen Hendrik. - Externe profilering en constructieve opstelling - Veel initiatieven vanuit Rhiant.
R e sultat e n e n q u ê t e e n ‘ T ips ’ e n ‘ T ops ’ :
A ctu e l e dossi e rs :
Bij de uitnodiging voor deze belanghouder bijeenkomst is een vragenformulier meegestuurd: Mara van der Lans geeft een toelichting op de uitkomsten van de enquête:
> Gemiddeld worden de komende jaren ca. 30 woningen verkocht. De VOV (verkoop onder voorwaarden) portefeuille wordt afgebouwd, met name om de balanspositie van Rhiant te verbeteren.
>D e reorganisatie van Rhiant heeft natuurlijk tot spanningen bij de medewerkers geleid. In goed overleg met de OR en alle individuele medewerkers wordt gewerkt aan het herstel van het vertrouwen en de prettige werksfeer. >V anaf 1 juli 2014 zijn de openingstijden van het kantoor van Rhiant beperkt van 08.00 tot 12.00 uur. ’s Middags is bezoek op afspraak mogelijk. >P er 16 juni 2014 is het onderhoud volledig uitbesteed aan Aannemersbedrijf De Kwaasteniet uit Dordrecht. Dit levert Rhiant een forse kostenbesparing op. >E r wordt een onderzoek uitgevoerd naar verduurzaming van het woningbezit. >N aast de nieuwe strategische visie wordt ook het strategisch voorraad beleid (SVB) geactualiseerd.
S trat e gisch e visi e : Door de snelle veranderingen heeft Rhiant gemeend geen nieuw ondernemingsplan op te stellen, maar een strategische visie. Hierin worden trends en ontwikkelingen beschreven en ook een beeld geschetst van de huidige op te lossen vraagstukken. Een belangrijke vraag daarbij is ook: ‘wat voor organisatie hoort daarbij’? Bij onze medewerkers, huurders en nu ook bij onze overige belanghouders, wordt hiervoor de agenda opgehaald. Omstreeks oktober 2014 zal het concept van de strategische visie aan de belanghouders worden voorgelegd en daarna, omstreeks november 2014, worden vastgesteld.
T af e lkl e e ddialoog : 3 th e ma ’ s Vanuit ontwikkelingen/trends heeft
Rhiant een aantal vraagstukken geformuleerd: - betaalbaarheid - duurzaamheid - leefbaarheid
Leefbaarheid: 1. lokaal integraal samenwerken met gemeente en andere organisaties 2. zorg voor een sterk netwerk 3. zorg voor een levensloopbestendig bezit (domotica, enz.)
157
Hoofdstuk 1
JAARVERSLAG
De aanwezigen worden gesplitst in drie groepen. Per onderwerp worden drie vragen gesteld: - wat zou Rhiant hieraan kunnen doen? - hoe zou Rhiant dat kunnen oppakken (samen met u)? - wat is het belangrijkste (prioritering)? Elke groep krijgt in een roulerend systeem per vraagstuk één vraag voorgelegd. De uitkomsten per onderwerp worden in volgorde van belangrijkheid gerangschikt, waarbij 1 het meest belangrijk is, aflopend naar 2 en 3: Bet aalbaarheid: 1. goedkope voorraad daalt en de primaire klantgroep groeit. Leg een koppeling tussen inkomen- huren-voorzieningen in de wijk 2. zichtbaar maken van woonlasten (huur, energie en water) bij mutatie (nieuwe bewoners) 3. bedrijfslasten omlaag, zodat er een lagere huurverhoging mogelijk is Duurzaamheid: 1. meer gebruik van zonnepanelen en zonne-energie (innovaties), zie bijvoorbeeld Sophiastaete 2. gezamenlijk met de gemeente duurzaamheid oppakken 3. investeerders betrekken bij verduurzaming
Bijlage - 9
Hoofdstuk 1
156
JAARVERSLAG
JAARVERSLAG
Bijlage 10: indicatoren maatschappelijk verantwoord ondernemen Indicator
MVO-kernthema I: behoorlijk bestuur
PLANET Indicator
MVO-kernthema VI: Milieu, grondstoffen, energie, emissies
10 Energie
Rhiant maakt haar energiegebruik inzichtelijk en neemt maatregelen om energieverbruik te beperken of gebruik te maken van energie afkomstig uit duurzame energiebronnen.
11 Transport
Rhiant draagt er zorg voor dat de ontwikkeling, naleving en continue verbetering van beleidsmaatregelen om zeker te stellen dat de effecten van transport op milieu en ecosystemen zo veel mogelijk gereduceerd worden.
Rhiant dient door het uitwerken en het afleggen van verantwoording aan haar stakeholders met betrekking tot de MVO-kernthema’s onder de noemers People, Planet, Profit/Prosperity blijk te geven van behoorlijk bestuur. PEOPLE
Bijlage - 10
Indicator
MVO-kernthema II: arbeidsomstandigheden en volwaardig werk
1 Werkgelegenheid
Rhiant draagt zorg voor het welzijn van haar werknemers door het zeker stellen van de werkgelegenheid en het nakomen van de contractuele verplichtingen ten aanzien van de werknemers en minimalisering van nadelige effecten ten gevolge van reorganisaties en herstructureringen.
2 Verhouding tussen werkgever en werknemer
Rhiant draagt zorg voor het welzijn van haar werknemers door passende sociale voorzieningen en het vastleggen van rechten en plichten tussen de werkgever en de werknemer in een arbeidsovereenkomst en eventueel voorwaarden, en een functie en/of taakomschrijving.
3 Gezondheid en veiligheid
Rhiant draagt zorg voor de veiligheid en gezondheid van klanten, werknemers en direct omwonenden door gebruik te maken van veilige faciliteiten, technologieën en werkwijzen en door voorbereid te zijn op calamiteiten.
4 Opleiding, onderwijs, aard en organisatie van het werk
Rhiant draagt zorg voor het welzijn van haar medewerkers door voorzieningen en mogelijkheden te bieden voor persoonlijke ontwikkeling in de vorm van opleiding, onderwijs, aard en organisatie van het werk.
5 Diversiteit en kansen
Rhiant draagt zorg voor het welzijn van haar medewerkers door het uitvoeren van beleidsmaatregelen gericht op gelijke kansen, elimineren en voorkomen van discriminatie en achterstelling van werknemers.
Indicator
MVO-kernthema III: Mensenrechten
6 Verbod op discriminatie Rhiant draagt zorg voor de ontwikkeling, naleving en continue verbetering van beleidsmaatregelen om zeker te stellen dat alle vormen van discriminatie worden voorkomen. Indicator
MVO-kernthema IV: Eerlijk zaken doen
7 Corruptie
Rhiant draagt er zorg voor dat omkoping en corruptie van Rhiant of werknemers wordt bestreden.
Indicator
MVO-kernthema V: Consumenten aangelegenheden
8 Gezondheid en veiligheid van consumenten
Rhiant draagt zorg voor de ontwikkeling, naleving en continue verbetering van beleidsmaatregelen om zeker te stellen dat de gezondheid en veiligheid van afnemers van producten of diensten niet in gevaar worden gebracht.
9 Privacy van klanten
Rhiant draagt zorg voor de ontwikkeling, naleving en continue verbetering van beleidsmaatregelen om zeker te stellen dat de privacy van klanten niet wordt aangetast.
159
PROFIT Indicator
MVO-kernthema VII: Betrokkenheid bij en ontwikkeling v/d gemeenschap
12 Directe economische waarden die zijn gegenereerd en gedistribueerd
Rhiant is verantwoordelijk voor een financiële rapportage betreffende: inkomsten; operationele kosten; personeelsvergoedingen; donaties en overige maatschappelijke investeringen; ingehouden winst en betalingen aan kapitaalverstrekkers en overheden.
13 Positieve bijdrage aan Rhiant draagt zorg voor een positieve bijdrage aan de lokale economie door personeel, diensten, lokale economie en bedrij- goederen, materieel uit de lokale omgeving te betrekken en maakt dit inzichtelijk door middel van vigheid beleidsafspraken en procedures en de financiële rapportage. De bijdrage aan de lokale gemeenschap dient niet beperkt te zijn tot economische ontwikkeling, maar kan ook sociale- of milieu aspecten omvatten.
Toelichting: De stappen welke Rhiant de komende jaren neemt op het gebied van het maatschappelijk verantwoord ondernemen, zal in deze tabel worden verwerkt. Hierdoor blijft het een actief proces waarbij op ieder moment de actuele stand van zaken zichtbaar is.
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1
158