Inhoud Hoofdstuk 1 Situering van de politiezone .............................................................. 1.1 Historiek politiehervorming .......................................................... 1.2 Een geïntegreerde politie op 2 niveaus ......................................... 1.2.1 Wat zijn de kenmerken van de geïntegreerde politie? ....... 1.2.1.1 Lokale politie en federale politie ......................... 1.2.1.2 Geïntegreerde politiezorg .................................. 1.2.1.3 Gemeenschappelijke elementen van de geïntegreerde politie .......................................... 1.3 Lokale politie ................................................................................ 1.3.1 Onderverdeeld in 196 politiezones ................................... 1.3.2. Verschil tussen ééngemeente- en meergemeentezones ..... 1.3.2.1 Eéngemeentezone ............................................. 1.3.2.2 Meergemeentezone ........................................... 1.3.3 De verdeling van de politiezones ...................................... 1.3.4 Kenmerken van de politiezones ........................................ 1.3.4.1 Kenmerken van de politiezone per gewest ......... 1.3.4.2 Aantal personeelsleden bij de politiezones .......... 1.3.4.3 Typologie van de politiezone op basis van verstedelijkingsgraad .......................................... 1.3.4.4 Typologie van politiezone op basis van categorieën van mandaten ................................. 1.3.5 Taken en opdrachten van de lokale politie ........................ 1.3.5.1 Basispolitiezorg en federale opdrachten ............. 1.3.5.2 De zes basisfunctionaliteiten .............................. 1.3.5.2.1 Wijkwerking ..................................... 1.3.5.2.2 Onthaal ............................................ 1.3.5.2.3 Interventie ........................................ 1.3.5.2.4 Politionele slachtofferbejegening ...... 1.3.5.2.5 Lokale opsporing en lokaal onderzoek ........................................ 1.3.5.2.6 Handhaving van de openbare orde .. 1.4 De federale politie ........................................................................ 1.4.1 Structuur en organisatie ................................................... 1.4.2 Taken en opdrachten van de federale politie .................... 1.5 De band tussen het lokale en federale niveau ............................... 1.5.1 De functionele band tussen het lokale en federale niveau ...
INHOUD
13 13 14 15 15 16 17 18 18 19 19 19 21 22 22 23 24 25 25 25 28 29 30 30 30 30 31 32 32 34 36 36
3
1.5.2
Organen die bijdragen tot geïntegreerde werking ............ 1.5.2.1 Adviesraad van burgemeesters ........................... 1.5.2.1.1 Taak en werking ............................... 1.5.2.1.2 Samenstelling ................................... 1.5.2.2 Federale politieraad ............................................ 1.5.2.2.1 Taak en werking ............................... 1.5.2.2.2 Samenstelling ................................... 1.5.2.3. Vaste Commissie Lokale Politie ........................... 1.5.2.3.1 Taak en werking ............................... 1.5.2.3.2 Samenstelling ................................... 1.5.2.4 Begeleidingscommissie lokale politie .................. 1.5.2.4.1 Taak en werking ............................... 1.5.2.4.2 Samenstelling ................................... 1.5.2.5 Zonale veiligheidsraad ........................................ 1.5.2.5.1 Taak en werking ............................... 1.5.2.5.2 Samenstelling ................................... 1.5.2.6 Arrondissementeel Informatiekruispunt ............... 1.5.2.7 Arrondissementeel Rechercheoverleg .................. 1.5.2.8 Provinciale veiligheidsraad ..................................
Hoofdstuk 2 Bestuursorganen van de politiezone ................................................. 2.1 Politiecollege ................................................................................ 2.1.1 Wie maakt deel uit van het politiecollege? ........................ 2.1.2. Wie zit het politiecollege voor? ......................................... 2.1.3. Wat is de taak van de voorzitter? ...................................... 2.1.4. Wie neemt de eed af? ....................................................... 2.1.5. Kan de voorzitter van het politiecollege zich laten vervangen? ....................................................................... 2.1.6. Krijgen de burgemeesters presentiegelden? ...................... 2.1.7. Hoe vergadert het politiecollege? ..................................... 2.1.8. Zijn de vergaderingen van het politiecollege openbaar? ... 2.1.9. Wanneer vergadert het politiecollege? .............................. 2.1.10. Waar vergadert het politiecollege? .................................... 2.1.11. Wat is het stemgewicht? ................................................... 2.1.12. Wat is het stemquorum? ................................................... 2.1.13. Moeten alle burgemeesters aanwezig zijn? ....................... 2.1.14. Hoe verloopt de stemming? .............................................. 2.1.15 Besluiten van het politiecollege ......................................... 2.1.16. Kan de burgemeester zich laten vervangen? ..................... 2.1.17. Wie bepaalt de dagorde? ..................................................
36 37 37 37 39 39 39 40 40 41 41 41 43 43 43 44 44 45 45
47 48 48 48 49 49 49 50 51 51 52 52 53 54 55 55 55 56 56
2.1.18. Wat zijn de taken/bevoegdheden van het politiecollege? . 2.1.18.1. Initiatiefrecht bijeenroepen van de politieraad ... 2.1.18.2. Voeren van rechtsvorderingen ........................... 2.1.18.3. Gezag korpschef ................................................ 2.1.18.4. Gezag op afstand .............................................. 2.1.18.5. Aanstelling van een vervangende korpschef ....... 2.1.18.6. Personeel ........................................................... 2.1.18.7. Tucht ................................................................ 2.1.18.8. Basisoverlegcomité ............................................ 2.1.18.9. Financieel beheer .............................................. 2.1.18.9.1. Kan het politiecollege overheidsopdrachten gunnen? ........................ 2.1.18.9.2. Kan het politiecollege bestelbons ondertekenen? ................................. 2.1.18.9.3. Wie doet de verificatie van de kas? ... 2.1.18.9.4. Kan het politiecollege dringende uitgaven doen? ................................ 2.1.18.9.5. Maakt het politiecollege het begrotingsontwerp op? .................... 2.1.18.9.6. Kan het politiecollege verordeningen opstellen? ......................................... 2.2 Politieraad .................................................................................... 2.2.1. Wat is de politieraad? ....................................................... 2.2.2. Hoeveel leden telt de politieraad? ..................................... 2.2.3. Wanneer kiezen de gemeenteraadsleden de politieraadsleden? ............................................................ 2.2.4. Zijn alle gemeenten vertegenwoordigd in de politieraad? 2.2.5. Hoe gebeurt de evenredige vertegenwoordiging? ............ 2.2.6. Kan ik mij kandidaat stellen voor de politieraad? .............. 2.2.7. Hoe gebeurt de voordracht van de kandidaatpolitieraadsleden? ............................................................ 2.2.8. Zijn er opvolgers voor de politieraadsleden? ..................... 2.2.9. Wat als er geen opvolgers meer zijn? ................................ 2.2.10. Hoe worden de leden van de politieraad verkozen? .......... 2.2.11. Is er bezwaar mogelijk tegen de verkiezing van de politieraadsleden? ............................................................ 2.2.12. Wanneer neem ik mijn mandaat als politieraadslid op? ..... 2.2.13. Krijg ik als politieraadslid presentiegelden? ....................... 2.2.14. Krijg ik ook presentiegeld als de politieraad niet kan vergaderen? ..................................................................... 2.2.15. Kan ik mij laten vervangen? .............................................. 2.2.16. Kan ik ontslag nemen uit de politieraad? .......................... INHOUD
56 57 57 58 58 59 59 61 62 63 63 63 63 64 64 64 65 65 65 65 66 66 67 68 68 68 69 72 72 72 73 73 73 5
2.2.17. 2.2.18. 2.2.19. 2.2.20. 2.2.21. 2.2.22. 2.2.23. 2.2.24. 2.2.25. 2.2.26. 2.2.27. 2.2.28. 2.2.29. 2.2.30. 2.2.31.
Kan ik mij laten bijstaan? .................................................. Wanneer vergadert de politieraad? ................................... Waar vergadert de politieraad? ......................................... Zijn de vergaderingen van de politieraad openbaar? ......... Wie roept de politieraad bijeen? ....................................... Kan ik als politieraadslid de politieraad bijeenroepen? ....... Kan ik als politieraadslid de agenda aanvullen? ................. Hoe gebeurt de stemming in de politieraad? .................... Wat is mijn stemgewicht als politieraadslid? ...................... Is er een aanwezigheidsquorum? ...................................... Is er een stemquorum? ..................................................... Is de korpschef aanwezig tijdens de vergaderingen? ......... Kan ik vragen stellen als politieraadslid? ............................ Heb ik inzagerecht als politieraadslid? ............................... Kunnen politieraadsleden aanwezig zijn als waarnemer tijdens plaatselijke selectiecommissies? ............................. 2.2.32. Wie is voorzitter van de politieraad? .................................. 2.2.33. Wat zijn de bevoegdheden van de politieraad? ................. 2.2.33.1. Beheer en organisatie lokale politie .................... 2.2.33.2. Bevoegdheden op basis van NGW ..................... 2.2.33.3. Goedkeuring zonaal veiligheidsplan ................... 2.2.33.4. Bestuurlijke politie .............................................. 2.2.33.5. Informatie door de burgemeester ...................... 2.2.33.6. Vergoeding voor opdrachten van bestuurlijke politie ................................................................. 2.2.33.7. Personeel ........................................................... 2.2.33.8. Budgettair en financieel beheer ......................... Hoofdstuk 3 Personeel in de politiezone ................................................................ 3.1. Kader en formatie ......................................................................... 3.1.1. Graden ............................................................................. 3.1.2. Functionele titels ............................................................... 3.1.3. Aanstellingen .................................................................... 3.2. Operationeel en administratief personeel ...................................... 3.3. Het statuut van de geïntegreerde politie ....................................... 3.4. Bijzondere actoren ........................................................................ 3.4.1. De Korpschef .................................................................... 3.4.1.1. Mandaatfunctie .................................................. 3.4.1.2. Ontvangt de korpschef een vergoeding? ............ 3.4.1.3. Kan de korpschef zich laten vervangen? .............
6
74 74 74 75 75 76 76 76 77 78 78 78 79 79 80 80 81 81 81 82 83 83 84 85 88
91 91 92 92 92 93 94 98 98 98 99 99
INHOUD
3.4.1.4. Wat zijn de taken van de korpschef? .................. 3.4.1.4.1. Gezag en leiding van het korps ........ 3.4.1.4.2. Heeft de korpschef een informatieplicht? .............................. 3.4.1.4.3. De korpschef en tucht ...................... 3.4.1.4.4. Voorbereiding college en raad .......... 3.4.1.4.5. Medeondertekenen van de briefwisseling .................................... 3.4.1.4.6. De korpschef als voorwerp van tucht ................................................ 3.4.2. Politiesecretaris ................................................................. 3.4.2.1. Wat zijn de opdrachten van de politiesecretaris? 3.4.2.2. Wie duidt de politiesecretaris aan? ..................... 3.4.2.3. Vervanging van de secretaris .............................. 3.4.2.4. Moet de secretaris de eed afleggen? .................. 3.4.2.5. Einde van het mandaat ...................................... 3.4.2.6. Verbodsbepalingen ............................................ 3.4.2.7. Ontvangt de secretaris een vergoeding? ............ 3.4.2.8. Heeft de secretaris een statuut? .......................... 3.4.3. Bijzonder Rekenplichtige .................................................. 3.4.3.1. Wat zijn de taken van de bijzondere rekenplichtige? .................................................. 3.4.3.2. Wie kan optreden als bijzondere rekenplichtige? 3.4.3.3. Wie wijst de bijzondere rekenplichtige aan? ....... 3.4.3.4. Vervanging bijzondere rekenplichtige ................ 3.4.3.5. Vacantverklaring ................................................ 3.4.3.6. Gezag bijzondere rekenplichtige ........................ 3.4.3.7. Onafhankelijkheid bijzondere rekenplichtige ...... 3.4.3.8. Statuut ............................................................... 3.4.3.9. Zekerheidstelling ................................................ 3.4.3.10. Moet de bijzondere rekenplichtige de eed afleggen? ........................................................... 3.4.3.11. Ontvangt de bijzondere rekenplichtige een vergoeding? ....................................................... 3.5. Diversiteit van het personeel ......................................................... 3.5.1 Samenwerken met de private veiligheidssector ................. 3.5.2 Militairen........................................................................... 3.6. Deontologische code bij politie ....................................................
INHOUD
100 100 100 101 102 102 102 103 103 103 103 104 104 104 104 105 105 105 105 106 106 106 107 107 108 108 109 109 110 111 112 112
7
Hoofdstuk 4 Financiën van de politiezones ............................................................ 4.1 Financiering van de lokale politie .................................................. 4.1.1 Financiële autonomie van de politiezone .......................... 4.1.2 Federale toelage ............................................................... 4.1.2.1 Basisfilosofie van het financieringsmechanisme ... 4.1.2.1.1 Basisprincipes .................................... 4.1.2.1.2 Correctiemechanisme ....................... 4.1.2.1.3 Solidariteitsmechanisme bevroren ..... 4.1.2.1.4 Overdracht gebouwen ...................... 4.1.2.2 Operatie meerkost .............................................. 4.1.2.3 Het akkoord van 11 juni 2002 ............................ 4.1.2.3.1 Aanvullende federale toelage ............ 4.1.2.3.2 Sociale toelage opgesplitst in sociale toelage I en II .................................... 4.1.2.3.3 Federale toelage openbare orde en federale toelage Brusselse zones ........ 4.1.2.3.4 Verkeersveiligheidsfonds ................... 4.1.2.4 Globaal overzicht federale toelage ...................... 4.1.2.5 Toekomstige financieringswet ............................ 4.1.3 Gemeentelijke toelage ...................................................... 4.1.3.1 Gemeenteraad ‘bepaalt’ toelage ......................... 4.1.3.2 Verdeelsleutel gemeentelijke toelagen ................ 4.1.3.3 Globaal overzicht gemeentelijke toelage ............. 4.1.4 Globaal overzicht financiering lokale politie ...................... 4.1.4.1 Totale kostprijs lokale politie per inwoner ........... 4.1.4.2 Verschillen per gewest en verstedelijkingsgraad .. 4.1.4.3 Gemeenten betalen 2/3, federale overheid betaalt 1/3 van de lokale politie .......................... 4.1.4.4 Verhouding tot OCMW-uitgaven ........................ 4.2. De begroting van de politiezone ................................................... 4.2.1 Wat is een begroting? ....................................................... 4.2.2 Totstandkoming van de begroting .................................... 4.2.3 De begroting op de politieraad ......................................... 4.2.4 Toezicht op de politiebegroting en voorlopige kredieten .. 4.2.5 Structuur van de politiebegroting ..................................... 4.2.5.1 Uitgaven en ontvangsten .................................... 4.2.5.2 Gewone en buitengewone dienst ....................... 4.2.5.2.1 De gewone dienst ............................. 4.2.5.2.2 De buitengewone dienst ................... 4.2.5.3 Vorige dienstjaren en eigen dienstjaar ................
8
115 115 115 115 116 117 120 121 122 123 124 125 125 125 126 128 128 129 129 129 130 131 131 131 131 132 132 132 134 136 138 140 141 142 142 144 145
INHOUD
4.2.5.4 Structuur van een begrotingsbladzijde ............... 4.2.5.4.1 Structuur uitgavenbladzijde .............. 4.2.5.4.2 Structuur ontvangstenbladzijde ........ 4.2.5.5 Samenvattingstabellen ....................................... 4.2.6 Begrotingswijzigingen ...................................................... 4.3. De politieboekhouding ................................................................. 4.3.1 Twee boekhoudingen in één ............................................ 4.3.1.1 De budgettaire boekhouding ............................. 4.3.1.2 De algemene boekhouding ................................ 4.3.1.3 Samenhang tussen beide boekhoudingen .......... 4.3.2 De uitgavenprocedure ...................................................... 4.3.2.1 Begrotingskrediet ............................................... 4.3.2.2 Bestelbon en vastlegging ................................... 4.3.2.3 Levering 154 4.3.2.4 Factuur – voorlopige boeking – controle – aanrekening ....................................................... 4.3.2.5 Betaalbaarstelling en bevelschrift tot betaling ..... 4.3.2.6 Betaling ............................................................. 4.3.3 De ontvangstenprocedure ................................................ 4.3.3.1 Begrotingskrediet ............................................... 4.3.3.2 Boeking invorderingsrecht ................................. 4.3.3.3 Betaling op de rekening van de zone ................. 4.3.3.4 Oninbare vorderingen ........................................ 4.4. De jaarrekening van de politiezone ............................................... 4.4.1 Voorbereiding van de opmaak van de rekening ................ 4.4.1.1 Voorbereiding van de begrotingsrekening .......... 4.4.1.1.1 Uitgavenzijde ................................... 4.4.1.1.2 Ontvangstenzijde ............................. 4.4.1.2 Voorbereiding van de balans en resultatenrekening ............................................. 4.4.2 De begrotingsrekening ..................................................... 4.4.2.1 Vorige dienstjaren en eigen dienstjaar ................ 4.4.2.2 Structuur van een pagina uit de begrotingsrekening ............................................ 4.4.2.3 Samenvattende tabellen ..................................... 4.4.2.4 De verschillende resultaten van de budgettaire boekhouding ..................................................... 4.4.3 Balans en resultatenrekening ............................................ 4.4.3.1 Balans ................................................................ 4.4.3.2 Resultatenrekening ............................................. 4.4.4 Vaststelling van de rekening door de politieraad ...............
INHOUD
146 146 148 149 149 150 150 150 151 152 152 153 153
154 155 155 155 155 156 156 156 157 157 158 158 159 160 161 161 161 163 163 164 164 164 165
9
4.4.5 4.4.6 4.4.7
Toezicht op de politierekening en goedkeuring door de gouverneur ....................................................................... Meer dan een financiële evaluatie? ................................... Vergelijkingen in tijd en ruimte ......................................... 4.4.7.1 Vergelijkingen in de tijd ...................................... 4.4.7.2 Vergelijkingen in de ruimte .................................
Hoofdstuk 5 Beleidswerking in de politiezone ....................................................... 5.1. Gemeenschapsgerichte politiezorg ............................................... 5.1.1. Externe oriëntering ........................................................... 5.1.2. Probleemoplossend werken .............................................. 5.1.3. Partnership ....................................................................... 5.1.4. Verantwoording ................................................................ 5.1.5. Bekwame betrokkenheid of empowerment ....................... 5.1.6. Kwaliteit ........................................................................... 5.1.6.1. Definities van kwaliteit ........................................ 5.1.6.2. Dimensies van onze dienstverlening ................... 5.1.7. Toezicht en controle op de politie ..................................... 5.1.7.1 De Algemene Inspectie van de lokale en de federale politie .................................................... 5.1.7.2 Comité P ............................................................ 5.2. Organisatieontwikkeling binnen de politiezone ............................. 5.2.1. De vijf organisatiegebieden ............................................... 5.2.1.1. Leiderschap ........................................................ 5.2.1.2. Strategie en beleid ............................................. 5.2.1.3. Management van medewerkers .......................... 5.2.1.4. Management van middelen ................................ 5.2.1.5. Management van processen ............................... 5.2.2. De vier aandachtsgebieden ............................................... 5.2.2.1. Klanten en leveranciers ....................................... 5.2.2.2. Medewerkers ...................................................... 5.2.2.3. Maatschappij ...................................................... 5.2.2.4. Bestuur en financiers .......................................... 5.2.3. Verbeteren en vernieuwen ................................................ 5.3. De politiebeleidscyclus bij de lokale politie .................................... 5.3.1. Inleiding ........................................................................... 5.3.2. Het Federaal Veiligheids- en Detentieplan ......................... 5.3.3 Het Lokaal Integraal VeiligheidsPlan .................................. 5.3.4 Het nationaal veiligheidsplan en het zonaal veiligheidsplan ..................................................................
10
166 167 168 168 169
171 171 172 172 173 174 174 175 175 175 176 176 177 177 179 179 179 179 179 180 180 180 180 180 181 181 182 182 182 183 184
INHOUD
5.4. Missie, visie en waarden ............................................................... 5.4.1. Belanghebbenden van de politie ...................................... 5.4.1.1. Interne belanghebbenden van de politie ............ 5.4.1.2. Externe belanghebbenden van de politie ........... 5.4.2. Huistijl van de politie ........................................................ 5.5. Management van de financiën ..................................................... 5.5.1. Beleidsdoelstellingen ........................................................ 5.5.2. Financiële organisatie ....................................................... 5.5.3. Budgethouderschap ......................................................... 5.5.4. Administratieve ondersteuning ......................................... 5.5.5. Opvolging en bijsturing ................................................... 5.6. Leiderschap .................................................................................. 5.6.1. Mandaat ..........................................................................
188 192 192 192 193 193 194 194 195 196 196 197 198
Hoofdstuk 6 Administratief toezicht op de politiezone ......................................... 6.1. Gewoon en specifiek administratief toezicht ................................. 6.2. Het specifiek toezicht bij de lokale politie ...................................... 6.2.1. Het bijzonder specifiek toezicht ........................................ 6.2.2 Het algemeen specifiek toezicht ....................................... 6.2.3. Het dwangtoezicht ...........................................................
201 201 202 202 206 208
Lexicon en lijst van gebruikte afkortingen ........................................ 209 Bijlagen ............................................................................................... 215 Lijst van geraadpleegde literatuur ..................................................... 229 Nuttige adressen ................................................................................ 231
INHOUD
11