infratecture
JAARPLAN 2012
Geachte lezer, Fijn dat u interesse heeft in de activiteiten van het lectoraat infratecture. Ideeën, wensen, dromen genoeg, maar wat doen we nou echt? Het jaarplan 2012 geeft daar antwoord op en vormt de concrete agenda van het lectoraat infratecture. Deze agenda bestaat uit vier delen: o o o o
Expertisecentrum Publicaties Onderwijs & ontwikkeling Onderzoek
De activiteiten rondom deze vier onderdelen dragen bij aan het ontwikkelen van kennis en opbouwen van een netwerk met als doel het beantwoorden van de centrale vraag binnen het lectoraat infratecture: Welke condities moeten er gecreëerd worden en welke strategieën ontwikkeld om integraal te ontwerpen en een infrastructuur te realiseren en te beheren die niet alleen op duurzame wijze bijdraagt aan een bereikbaar, maar vooral ook aan een leefbaar en attractief Rotterdam. In het eerste jaar van het lectoraat, 2011, lag de nadruk op het opzetten van en inhoud geven aan onderwijs, zowel in de bachelor- als mastervakken, zowel regulier als op commercieel niveau. In 2012 wordt de focus verlegd naar onderzoek. Deze focusverschuiving wil echter niet zeggen dat andere onderdelen niet belangrijk zijn. Ook in 2012 is het lectoraat gefundeerd op de genoemde vier onderdelen waarbij alle delen voor het lectoraat even belangrijk zijn. Veel leesplezier en ik kijk uit naar uw bijdrage.
Marc Verheijen Lector infratecture
DEEL 1: EXPERTISECENTRUM Het lectoraat wordt regelmatig benaderd door spelers uit de infrastructurele praktijk met het verzoek de expertise die binnen het lectoraat aanwezig is, in te zetten in een actueel vraagstuk. Niet zozeer om nieuwe kennis te ontwikkelen, maar om de kennis van binnen het lectoraat de praktijk in te brengen (disseminatie). Deze verzoeken zijn vanuit het lectoraat gezien een uiterst geschikte mogelijkheid om de binnen het lectoraat aanwezige kennis in de praktijk te testen (valorisatie) en reacties te peilen (feedback). In 2011 waren de verzoeken om inbreng van het lectoraat van zeer uiteenlopende aard. Denk daarbij aan lezingen, expertmeetings, coachgesprekken, etc. Voorbeelden hiervan zijn: • • • •
expertmeeting Ringweg Zwolle atelier Overijssel agendacommissie CROW-XL RDM- innovatiedag
Gezien de focus op het ontwikkelen van nieuwe kennis en het opzetten en uitvoeren van onderzoek zullen vanuit het lectoraat op dit vlak voor 2012 geen eigen initiatieven ontplooid worden. Uiteraard blijven verzoeken voor deelname en inbreng ook in 2012 van harte welkom. Een actieve vraagarticulatie vanuit de positie van het lectoraat zal echter pas in jaar 3 en 4 van de lectoraatperiode plaatsvinden. Per verzoek wordt bekeken of het past binnen de onderzoeksthema’s van het lectoraat, of en hoe het bijdraagt aan het beantwoorden van de centrale onderzoeksvraag. Daarom zijn we vooral geïnteresseerd in verzoeken waarbij het onderscheidende vermogen van het lectoraat wordt aangesproken. We worden in de vraagstelling graag uitgedaagd op vraagstukken die zich bevinden op het raakvlak infrastructuur -architectuur – stedenbouw - verkeerskunde, op samenwerking en cocreatie, op ontwerpprocessen, op integraliteit en synergie, op oplossend vermogen en op het verkennen van nieuwe denklijnen vanuit een netwerk van vakkennis en praktijkervaring. Want het is in de actuele praktijk van infrastructuur, van beweging en stad waar verbanden gelegd moeten worden, waar andersdenkendheid gevraagd wordt. Verzoeken die al bekend zijn en waar de expertise van het lectoraat in 2012 gevraagd wordt zijn: •
INFRATECH: civiele techniek vak van de toekomst! Op uitnodiging van CURNET invulling en inhoud geven aan een workshop op infratech 2012 die ten doel heeft jonge professionals uit de wereld van de civiele techniek uit te dagen hun vak in een breder perspectief te plaatsen, over de grenzen van de discipline te kijken, in gesprek te komen met andere disciplines. Relevantie voor het lectoraat: integraal denken ontwikkelen, testen gedachtegoed.
•
DELFT goes INTEGRAL: integraal werken convenant Delft Op uitnodiging van wethouder Junius van de gemeente Delft opzetten en leiden van workshops en trainingen met als doel de ontwerpers van de afdeling ruimte op een betere manier te laten samenwerken en te komen tot integrale planvorming Relevantie voor het lectoraat: integraal denken ontwikkelen, testen gedachtegoed.
•
STADSONTWIKKELING ROTTERDAM: integraal werken en denken binnen V&V Op uitnodiging van hoofd verkeer&Vervoer opzetten en geven van een workshop onder verkeerskundigen met als doel integraal werken en denken te introduceren. Niet als abstract begrip maar als toe te passen ontwerp methodiek Relevantie voor het lectoraat: integraal denken ontwikkelen, testen ontwerpmethodieken.
Naast deze concrete vragen verwachten we voor 2012 circa 15 projectverzoeken. Op basis van de relevantie voor het lectoraat verwachten we op circa 7 verzoeken daadwerkelijk in te kunnen gaan.
DEEL 2: ONDERWIJS & ONTWIKKELING Binnen het reguliere bacheloronderwijs (primair de studierichtingen ROP, Civiele techniek, bouwkunde) richt het lectoraat zich niet zozeer op het aanleren van vakkundige basiskennis , maar op het leren denken vanuit een breder ontwikkelingsperspectief. Enerzijds worden studenten bewust gemaakt van de waarde van hun specialistische vakkennis. Anderzijds leren zij om deze vakkennis integraal af te wegen ten opzichte van andere relevante vakkennis. Daarvoor wordt gedegen vakkennis als basis verondersteld. Vandaar dat het lectoraat op bachelorniveau vooral inzet op studenten vanaf 3e leerjaar en dus op onderwijsvormen als minoren, iLab’s, PI-projecten, stages en afstuderen. Op masterniveau RAVB richt het lectoraat zich vooral op infrastructuurspecifieke ontwerpvaardigheden. Naast onderwijs (het opleiden van de talenten van de toekomst) vormt ontwikkeling van de professionals uit de praktijk een belangrijke opleidingstaak binnen het lectoraat. Deze taak wordt inhoud gegeven binnen de Infratecture-academy, de MUAD, Post Academisch Onderwijs in samenwerking met TU-Delft, en door op maat ingerichte expertiselezingen. Ook hier geldt dat de hardware van infrastructuur vanuit een ‘zachte invalshoek ‘en als integrale ontwerpopgave worden benaderd. Al deze activiteiten zijn gericht op het ontsluiten van specifieke vakkennis op het gebied van integraal ontwerpen, realiseren en beheren van infrastructuur, op het gebied van integrale samenwerking en samenwerkingsprocessen en infrastructuur gerelateerde procesmanagement vaardigheden. Voor 2012 zal aan de hand van de volgende formats invulling aan onderwijs en opleiding gegeven gaan worden: Bachelor: • PI projecten • Beroepsprofielcursus • Minor infratecture (voorheen: minor stedelijke infrastructuur&mobiliteit) • iLab moving • Afstudeerprojecten bachelor • CMV (cultureel maatschappelijke vorming) praktijkproject openbare ruimte
target 6 1 1 1 2 1
Master: • MUAD (master urban & area development) module infratecture • Ontwerpateliers RAVB • Afstudeerders RAVB
1 2 2
PAO • Infratecture: inleiding op integraal ontwerpen infrastructuur • Infratecture: vervolgmodules
1 3
Infratecture academy • Cursus ontwerpvaardigheden • Workshops integraal ontwerpen Delft • International winterschool density (jan 2012)
1 1 1
DEEL 3: PUBLICATIES In 2011 zijn enkele interviews met de lector infratecture in vaktijdschriften verschenen, een artikel in een dagblad en diverse artikelen op internet. Het in eigen beheer uitgegeven startmanifest ‘infratecture’ is in duizendvoud verspreid. In 2012 beoogt het lectoraat meer publicaties tot stand te brengen en zal op een consistente manier meer focus komen op het verspreiden van ontwikkelde kennis. Dit zal niet per se leiden tot een publicatiegolf, maar wel tot een gestage groei van output (kennisontsluiting). Voor 2012 stelt het lectoraat zich ten doel 10 publicaties van uiteenlopende aard te realiseren. Concreet: • Publicatie van dubbelinterview ‘infratecture’ accent architectuur met lector Marc Verheijen en architect/stedenbouwkundige Floris Alkemade in het vakblad ‘Architectenweb Magazine (AWM)’ en op de gelijknamige architectuursite www.architectenweb.nl. • Publicatie van dubbelinterview ‘infratecture’ accent verkeer, met lector Marc Verheijen en architect/stedenbouwkundige Floris Alkemade in vakblad ‘Verkeer’. Door dit dubbelinterview voor de verschillende disciplines in een voor hen vertrouwd vakblad te ontsluiten, beoogt het lectoraat beide doelgroepen in beweging te zetten en inhoudelijk nader tot elkaar te brengen. Voornemen: • ‘dichtheid en mobiliteit’ De resultaten van de onderzoeken die op dit moment lopen naar de relatie tussen dichtheid en (duurzame) mobiliteit samenbrengen in een publicatie waarin de onderzoeksresultaten onderlegger zijn voor het formuleren van een hypothese op deze relatie met als doel de vakwereld te vragen hierover mee te gaan denken. Relevantie voor het lectoraat: onderzoeksmateriaal voor een breed publiek te ontsluiten, creëren draagvlak, aantrekken partners. • ‘Functional ambiance’ Publicatie naar aanleiding van het onderzoeksproject ‘Functional Ambiance’ dat in samenwerking met het stedenbouwkundige bureau De Urbanistenen financieel ondersteunt door subsidie van het Stimuleringsfonds voor Architectuur wordt uitgevoerd. Relevantie voor het lectoraat: kennisontwikkeling en onderzoeksmateriaal voor een breed publiek te ontsluiten. • ‘Design Team Coaching; integraal werken is niet makkelijk’ Publicatie over de hoge moeilijkheidsgraad van daadwerkelijk integraal ontwerpen en de mogelijkheden die team-coaching kan in deze ontwerpprocessen kan betekenen. Relevantie voor het lectoraat: introduceren van nieuwe inzichten en methoden. Vooralsnog zullen publicaties gericht zijn op voor een breed publiek toegankelijke Nederlandse vakbladen zoals Architectenweb Magazine (AWM), verkeerskunde, De architect, Verkeer, Cobouw, etc. Mogelijkheden voor wetenschappelijke publicaties in gereviewde tijdschriften worden in 2012 verkend en waar wenselijk en mogelijk in 2013 en 2014 gerealiseerd.
4. ONDERZOEK Praktijkgericht onderzoek is een belangrijker pijler waar dit lectoraat op steunt. Binnen het Kenniscentrum Sustainable Solutions RDM wordt in 2012 extra ingezet op het initiëren, ontwikkelen en daadwerkelijk uitvoeren van praktijkgerichte onderzoeksprojecten. Daarom zal ook de focus van het lectoraat infratecture in 2012 op onderzoek gericht zijn. Op basis van de zeven thema’s die in de Strategische Onderzoeksagenda zijn geformuleerd, zijn hieronder per thema de projectvoorstellen zo concreet mogelijk uitgewerkt. Voorstellen die in nauwe samenwerking met de betrokken partners uitgewerkt zijn of zullen worden tot gedetailleerde projectplannen. Alle projecten vloeien voort uit de thema’s zoals ze in de Strategische Onderzoeksagenda zijn geformuleerd. De thema’s geven de onderzoekslijnen aan waarlangs het lectoraat Infratecture zich in de periode 2011-2014 zal bewegen. De projecten geven nadere invulling aan deze thema’s en dragen ieder voor zich bij aan het beantwoorden van de centrale onderzoeksvraag van het lectoraat Infratecture. Het formuleren van een onderzoeksagenda is belangrijk. Naar collega’s, partners en studenten. Het is echter de lijn waarlangs het lectoraat zich ontwikkeld, net het keurslijf tot waartoe het lectoraat zich beperkt. Ook in 2012 zal het lectoraat inspelen op actualiteit en op een aantrekkelijke manier flexibel proberen te zijn. Of zoals mijn dochter het noemt: flexappeal.
Voor 2012 geeft dit het volgende overzicht:
1. HIS: ken je geschiedenis Voor 2012 staan de volgende activiteiten op het programma: HIS-1: voornemen: praktijkvraag voor studenten architectuurgeschiedenis Binnen dit project wordt het aanleggen van een historisch fundament onder het gedachtegoed van infratecture centraal gesteld en als praktijkvraag geformuleerd aan studenten. Dit kunnen studenten Architectuurgeschiedenis zijn van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), bouwkundestudenten binnen de specialisatie architectuurtheorie- en architectuurgeschiedenis aan de TU DELFT / TU Eindhoven. Ze worden in een onderzoeksproject benaderd met de vraag de geschiedenis van de infrastructuur te onderzoeken (inventarisatie, analyse) met als doel inspirerende voorbeelden van integraal ontwerp, realisatie en beheer van infrastructuur in beeld te brengen die ontwerpers kunnen gebruiken als onderzoeks- en referentiemateriaal. Hierdoor wordt een bibliotheek aan best-cases opgebouwd. Vanuit deze bibliotheek is wellicht op termijn een canon van de Nederlandse infratecture op te stellen. HIS-2 :Voornemen: publicatie: ‘voorbeeldige plannen’ Op basis van een, in samenwerking met de Urbanisten uitgevoerde, verkenning naar voorbeeldige plannen uit de recente ruimtelijke ordeningsgeschiedenis, in combinatie met de resultaten van de praktijkvraag architectuurgeschiedenis, een publicatie tot stand brengen waarin de relatie infrastructuur-ruimtelijke ordening aan de hand van voorbeelden historisch ingekaderd wordt. Als doelgroep worden verkeerskundigen uit de praktijk gezien. Door deze publicatie kunnen ze best-cases integraal ontwerp, realisatie en beheer van infrastructuur bestuderen en die informatie inzetten in hun eigen beroepspraktijk.
2: PWZ: Infrasenses perceptie, waardering en zintuiglijke ervaring Voor 2012 staan de volgende activiteiten op het programma: PWZ-1: functional ambiance Studie naar de relatie tussen functionaliteit en ambiance. Aan de hand van 10 internationale best-cases worden stedelijke openbare ruimten geanalyseerd waarin functionaliteit en ambiance met elkaar in balans zijn.. In dit project wordt samengewerkt met drie professionele praktijkorganisaties. Tijdens het onderzoek zullen expertmeetings georganiseerd worden met extern deskundigen vanuit verschillende vakdisciplines. De resultaten zullen onder andere uitgewerkt worden tot syllabus geschikt voor het reguliere onderwijs. Partners: de urbanisten, goudappel, stadsontwikkeling Rotterdam Subsidie: Stimuleringsfonds voor Architectuur Start: januari 2012 Einde: november 2012 Product: eindrapportage onderzoeksresultaten, manifest functional ambiance, studie syllabus Vervolg: publicaties, symposium, lezingen. PWZ-2: toe-eigenen van de openbare ruimte Psycho-sociologische verkenning naar het gebruik, de toe-eigening en de betekenis van de openbare ruimte door stedelingen. Vijf Rotterdamse locaties worden door studenten Culturele Maatschappelijke Vorming onderzocht. Veldonderzoek, interviews, observaties, etc worden ingezet om aan de hand van psychologische onderzoeksformats de betekenis van openbare ruimten in beeld te krijgen. De beweging in de stad is daarbij een leidend thema. Partners: studenten CMV (ism met docente Marina Meeuwissen) Start: november 2011 Einde: maart 2012 Product: rapportage onderzoeksresultaten per locatie Vervolg: de eindresultaten van deze studie zullen als input dienen voor PEZ-1 PWZ-3: voornemen: toe-eigenen van de openbare ruimte, 2 In navolging van de studie uitgevoerd eind 2011 - begin 2012 wordt het onderzoek hernieuwd en opnieuw uitgevoerd. In het onderzoek zal meer nadruk gelegd worden op de beweging in de stad. In plaats van de ‘sense of place’ uit de eerste studie komt nu de nadruk meer te liggen op ‘sense of movement’. Psychesociologische verkenning naar het gebruik, de toe-eigening en de betekenis van de verkeersruimte door stedelingen. Ook nu weer worden Rotterdamse locaties door studenten Culturele Maatschappelijke Vorming onderzocht. Veldonderzoek, interviews, observaties, etc. worden ingezet om aan de hand van psychologische onderzoeksformats de betekenis van verkeersruimten in beeld te krijgen. PWZ-4: voornemen: psychologie achter voertuigkeuze Mensen zijn gewoontedieren. Vaak tegen beter weten in, tegen elke logica, houden mensen vast aan gedrag en gewoonte. Gedragspatronen zijn moeilijk te doorbreken. Dit geldt ook voor de wijze waar op we mobiel zijn. We rijden nou eenmaal met de auto naar het werk, omdat we dat altijd al doen… Vanuit gedrags- en groepspsychologie wordt de volgende hypothese onderzocht: ‘op het moment dat mensen na denken over voertuigkeuze zal de modalsplit in steden drastisch gaan veranderen’. Is dat zo? Welke factoren zijn van invloed?
3. FLO: drijvende infrastructuur Voor 2012 staan de volgende activiteiten op het programma: FLO-1: Aquadocks Als onderdeel van Aquadocks worden mogelijkheden verkend voor de ‘’openbare ruimte’’ van een drijvende wijk en specifiek ingezoomd op het bereikbaarheidsvraagstuk daarbinnen. Verschillende functies en programmaonderdelen (wonen, werken, onderwijs, recreatie, sociaal, cultureel, etc.) worden onderzocht op ‘bereikbaarheids-DNA’. De infrastructuurconsequenties van dergelijk DNA worden vervolgens aan de hand van referenties en verkennend ontwerpend onderzoek vertaald naar gewenste of noodzakelijke fysieke infrastructuur. Waar mogelijk (afhankelijk van en volgend op de realisatie van Aqaudocks) worden deze drijvende infrastructuren in de praktijk getest en het gebruik geëvalueerd. De resultaten van deze ‘praktijktest’ worden gebruikt om de toepassingsmogelijkheden op grote schaal (woonwijk 3000-5000 inwoners) te verkennen. Partners: AD, Gemeentewerken, SO, Stadshavens Start: maart 2012 Einde: december 2012 Product: rapportage Onderwijs: inzet studenten in deel-onderzoeken Inzet: GW: 0,2 fte FLO-2: Afstudeerproject: anders drijven Afstudeerproject bachelor civiele techniek gericht op mogelijkheden en onmogelijkheden van drijvende infrastructuur. Woonboten kennen we al eeuwen. Maar woonwijken op de schaal van drie- tot vijfduizend inwoners is een voor Nederland onbekend fenomeen. Het afstudeerproject start met de vraag wat bewoners ‘drijft’ om in een drijvende woonwijk te gaan wonen en wat voor mobiliteitsgedrag in een dergelijke woonwijk zou kunnen ontstaan. Vanuit scenario-denken worden verschillende mobiliteitsconcepten voor drijvende wijken onderzocht. Een van de scenario’s wordt verder uitgewerkt tot een verkennend ontwerp. Partners: Ruud Cruqc Onderwijs: afstudeerproject bachelor civiele techniek Start: februari 2012 Einde: juli 2012 Product: afstudeerrapportage FLO-3: voornemen: Drijvende hellingbanen Hellingbanen voor amfibievoertuigen of voor het te water laten van vaartuigen zijn kostbare civieltechnische projecten. Dure kadeconstructies, veel grondwerk, diepe funderingen bepalen het grootste deel van deze kosten. In navolging van een eerdere verkennende PI-studie naar de mogelijkheden en onmogelijkheden van drijvende hellingbanen wordt in samenwerking met ingenieurs van Gemeentewerken Rotterdam een businesscase opgezet voor de engineering, fabricage en realisatie van een drijvende hellingbaan. Realisatie van low-cost hellingbanen maakt de weg vrij voor fijnmazig crossriver personen vervoer met amfibie voertuigen.
4. KOE: Koestering Voor 2012 staan de volgende activiteiten op het programma: KOE-1: Promotieonderzoek: Asset Management Control Asset Management is een bekend fenomeen binnen bedrijfsleven, met name binnen productiebedrijven die afhankelijk zijn een uitgebreid wagenpark of uitgebreide technische installaties. Asset Management Control is relatief nieuw en heeft als doel investeringen in beheer, onderhoud en vervanging van de hardware van een bedrijf deel uit te laten maken van strategische bedrijfsmatige beslissingen. In het promotieonderzoek AMC wordt deze kennis gebruikt om te onderzoeken op welke wijze AMC ingezet kan worden ten gunste infrastructurele bedrijfsprocessen en bestuurlijke besluitvorming. Onderscheidend en vernieuwend in dit promotietraject is de focus op infrastructuur (ipv op machines) en het ontwikkelen van een decissiontool voor bestuurders. Partners: Peter van Heusden Subsidie: promotievoucher Start: augustus 2012 Einde: augustus 2016 Product: promotie rapportage, publicatie in vakblad Onderwijs: betrekken studenten bij onderzoeksonderdelen Inzet: 0.4 fte docent KOE-2: voornemen: creatief atelier GW: innovatie in infrastructuur onderhoud Rotterdam beschikt over een uitgebreid areaal van infrastructuur, variërend van complexe bruggen tot eenvoudige voetpaden. Binnen de afdeling Gemeentewerken zijn de afdelingen beheer en onderhoud dagelijks bezig met het op orde brengen en houden van deze infrastructuur. Met een afvaardiging van deze deskundigen zal een creatief atelier georganiseerd worden. Dit atelier heeft ten doel te ontdekken waar behoefte aan is, waar doorbraken in patronen en denkwijze nodig zijn, waar nieuwe kennis gewenst is. Doel van dit onderzoek is een Agenda innovatie vraagstukken beheer en onderhoud infrastructuur op te stellen. KOE-3: voornemen: PI-project: onderhoud als ontwerp Aan bachelor studenten civiele techniek en bouwkunde wordt gevraagd een verkennende studie uit te voeren naar een ontwerpproces voor een weg waarbij onderhoud en beheer leidend is. Als referentieproject worden dezelfde ontwerpstappen doorlopen voor een weg die zo goedkoop mogelijk gematerialiseerd moet worden. Op welke wijze verandert een insteek vanuit duurzaamheid, onderhoud en beheer het te doorlopen ontwerpproces en te nemen ontwerpbeslissingen ten opzichte van het gangbare ontwerpproces. Doel van dit PI-project is te komen tot aanbevelingen onderhoudsbewust ontwerpen.
5. DMO: Duurzame mobiliteit Voor 2012 staan de volgende activiteiten op het programma: DMO-1: Dencity: relatie stedelijke dichtheid – modalsplit De voertuigkeuze (modalsplit) van mensen hangt sterk af van de situatie waarin ze zich bevinden. Hoge inkomensgroepen kunnen dure auto’s veroorloven. Stedelingen hebben alles wat ze willen dicht bij en zijn eerder geneigd een stukje te lopen, ongeacht hun inkomen. Als je nooit hebt geleerd om te fietsen ga je het ook niet zo snel doen. Het beter begrijpen van deze relatie tussen modalsplit en situatie van mensen loopt als rode draad door de hele lectoraatperiode. De studie dencity heeft ten doel inzicht en kennis te ontwikkelen over deze relatie stedelijkheid-modalsplit. Partners: SO Subsidie: Start: juni 2011 Einde: december 2012 Product: deelproducten, lezingen, rondetafelgesprekken DMO-2: lectoraal vraagstuk Binnen de minor stedelijke infrastructuur en mobiliteit 2011-2012 staat dichtheid centraal. Drie nationale en drie internationale steden worden onderzocht op hun specifieke modalsplit. Vanuit die kennis worden drie groeiscenario’s voor Rotterdam verkend. De onderzoeksvraag luidt: tot welke modalsplit leidt een verdichting van de Rotterdamse binnenstad met 30%, 60% of 90%? Partners: IBB Onderwijs: minor Start: oktober 2011 Einde: maart 2012 Product: rapportage DMO-3: voornemen: Winter School 2012 De Winter School 2012 van de RAVB staat in het teken van stedelijke verdichting. Vanuit het lectoraat wordt als onderdeel van deze winterschool aan de deelnemende studenten voorgelegd wat verdichting betekent voor de mobiliteit in een verdichtend gebied. DMO-3: voornemen: iLab MOVING In het iLab moving wat in 2012 van start gaat staat ‘stad in beweging’ centraal. Beweging van mensen, goederen, voertuigen. Wat is de relatie tussen stad, mensen, goederen, beweging en voertuigen. Hoe verhoudt dit zich tot vraagstukken als bereikbaarheid, duurzaamheid, energie, veiligheid. DMO-4: voornemen: reality check Medio 2012 zullen resultaten uit verschillende deelonderzoeken voorgelegd worden aan mobiliteitsexperts van de gemeente Rotterdam. In enkele expertmeetings zullen deze verkenningen voorzien worden van kritische reflectie door de experts uit de praktijk. DMO-5: voornemen: internationale architectuur biënnale Rotterdam (IABR) In 2012 vindt de vijfde internationale architectuur biënnale in Rotterdam plaats onder de titel Making the City. Verdichting staat hierbij centraal. De onderzoeksresultaten uit de verschillende verdichtingstudies binnen het lectoraat zullen input vormen voor deze biënnale.
6. ONT: Vormgeven aan infrastructuur Voor 2012 staan de volgende activiteiten op het programma: ONT-1: Afstudeeratelier Sloterdijk 2.0 Afstudeeratelier aan de RAVB naar ontwikkelingspotentieel van stationslocaties. Op welke wijze is van een spoorwegknooppunt een centrum voor een groeikern te maken. Een centrum van sociale ontmoeting, van interactie, van uitwisseling,, handel en ontwikkeling. Het station als dorpsplein. Partners: RAVB, Ron van Lochem Start: juni 2011 Einde: augustus 2012 Product: afstudeerrapportage ONT-2: Afstudeeratelier Meijersplein Stations Meijersplein is een van de randstadrailstations aan de metrolijn Rotterdam-DenHaag. Dit recent door architect Maarten Struijs gerealiseerde metrostation is ontworpen als halte, aan de rand van een woonwijk. Het afstudeeratelier is gericht op nieuwe halteconcepten door de halte als centrale plek in de bestaande en nieuw te ontwikkelen woonwijk te onderzoeken. Partners: RAVB, Start: juni 2011 Einde: augustus 2012 Product: afstudeerrapportage ONT-3: Voornemen: infratecture goes public Een SIA-RAAK, versie 2.0. In samenwerking met gemeente Rotterdam, CROW, HBR, Goudappel en enkele experts uit het beroepsveld is in 2011 een onderzoeksvoorstel ingediend met als doel een ontwerpmethodiek te ontwikkelen om in de praktijk tot werkelijk integraal ontwerpen van infrastructuur. Deze subsidieaanvraag is door SIA RAAK afgewezen. In 2012 wordt hetzelfde onderwerp opnieuw aangepakt, met dezelfde partners maar in een andere setting en met een andere financieringsopzet. Op dit moment zijn we in overleg met de partners over de nieuwe opzet en gezamenlijke aanpak ONT-4: voornemen: De afslag Wat komt er allemaal kijken bij het ontwikkelen van snelwegafslagen en kunnen die meer zijn dan enkel functioneel? Dit onderwerp staat centraal binnen enkele projecten bachelor civiele techniek. ONT-5: voornemen: Metrostations In samenwerking met RET worden onder andere PI-projecten opgezet om kennis en kunde op het gebied van ontwerpen, realiseren en beheren van metrostations op een hoger plan te brengen. ONT-6: voornemen: Metro op zuid Gemeentewerken is als een van de partners van het lectoraat de trekker van de onderzoeksstudie OVtangent op zuid. Binnen dit gemeentelijke project zullen enkele afstudeerders en stagiaires van de bachelorstudierichtingen binnen IBB aan de slag gaan.
7. PROEF: Proeftuin voor innovaties in de infrastructuur Voor 2012 staan de volgende activiteiten op het programma: PROEF-1: Concept House Village; straat van de toekomst Praktijkgericht onderzoek doe je in de praktijk. Innovaties komen uit de markt. 1+1=3. Door de openbare ruimte van het concept house village gebied als infrastructureleproeftuin aan te wijzen is een ideale testlocatie gecreëerd om innovaties uit het bedrijfsleven in de praktijk te testen. Partners: CHV, GW, diverse innoverende bedrijven Subsidie: CHV, GW, bedrijven Start: 1 januari 2012 Einde: 31 december 2014 Product: openbaar toegankelijk functionele straat met uiteenlopende innovatieve infrastructuur elementen/onderdelen Vervolg: publicatie Inzet: 0.4 fte GW